O:\leerplanontwerpen\Werkzone\AClijman\3de graad ASO-KSO-TSO
O:\leerplanontwerpen\Werkzone\AClijman\3de graad ASO-KSO-TSO
O:\leerplanontwerpen\Werkzone\AClijman\3de graad ASO-KSO-TSO
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK<br />
SECUNDAIR ONDERWIJS<br />
Guimardstraat 1 - 1040 BRUSSEL<br />
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS<br />
INFORMATICA(BEHEER)<br />
Derde <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
COMPLEMENTAIR GEDEELTE<br />
AV DUITS<br />
Eerste leerjaar: 2 uur/week<br />
Tweede leerjaar: 2 uur/week<br />
In voege vanaf september 1999<br />
Brussel - Licap: D/1992/0279/024B - september 1992
INHOUD<br />
1 BEGINSITUATIE..................................................... 5<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN/LEERPLANDOELSTELLINGEN ........ 6<br />
2.1 Vaardigheidsdoelstellingen ............................................. 7<br />
2.2 Cognitieve doelstellingen ............................................... 1<br />
2.3 Affectieve doelstellingen ............................................... 11<br />
3 LEERINHOUDEN ................................................... 12<br />
3.1 Vaardigheden ....................................................... 12<br />
3.2 Cognitieve leerinhouden ............................................... 12<br />
4 DIDACTISCHE WENKEN ............................................ 15<br />
4.1 Algemene principes................................................... 15<br />
4.2 Vaardigheden ....................................................... 16<br />
5 BIBLIOGRAFIE..................................................... 21<br />
Complementair gedeelte 3 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
1 BEGINSITUATIE<br />
1.1 Doelgroep<br />
Dit leerplan Duits is bestemd voor leerlingen die in het eerste en tweede leerjaar van de derde <strong>graad</strong> via<br />
het complementair gedeelte in de studierichting 'Informatica(beheer)' twee uur Duits per week krijgen<br />
aangeboden.<br />
1.2 Motivatie<br />
De leerlingen die het eerste leerjaar van de derde <strong>graad</strong> in de studierichting 'Informatica(beheer)'<br />
aanvangen, hebben in de tweede <strong>graad</strong> meestal voor een <strong>TSO</strong>-studierichting gekozen. De redenen hiervoor<br />
waren erg verscheiden: ofwel kozen zij bewust voor deze studierichting omdat hun belangstelling<br />
meer gericht is op het verwerven van praktische vaardigheden en kennis, ofwel was hun keuze eerder<br />
negatief omdat een <strong>ASO</strong>-studierichting voor hen te zwaar was. Wat ook de redenen van hun keuze<br />
waren, de meeste leerlingen hebben in de twee vorige jaren ervaren dat zij niet alleen theoretische<br />
kennis moeten verwerven, maar tevens praktische vaardigheden leren, die ze later nodig hebben voor<br />
hun beroepspraktijk.<br />
Hun verwachtingspatroon ten opzichte van het Duits zal bepaald zijn door die vroegere ervaringen: zij<br />
zullen verwachten een "bruikbare" taal te leren, een taal die hen in staat stelt in hun toekomstige loopbaan<br />
met succes communicatief te zijn. Hierdoor staan ze dus ten dele positief tegenover het vak<br />
Duits. Die houding wordt nog versterkt indien zij zich bewust zijn van het grote belang dat die taal als<br />
communicatiemiddel in handel en vervoer gekregen heeft sinds de omwentelingen in Midden- en Oost-<br />
Europa.<br />
Toch hebben ze, onder invloed van ouderen en vrienden op school, bepaalde (voor)oordelen tegenover<br />
de taal: het Duits is een erg moeilijke taal, met een zeer moeilijke grammatica, een taal die door haast<br />
niemand correct te spreken of te schrijven is. Voor de verwantschap tussen Duits en Nederlands<br />
hebben ze weinig oog. Gemotiveerden en niet-gemotiveerden, sterkeren en zwakkeren zullen dikwijls<br />
les krijgen in hetzelfde groepsverband. Motivering is dan ook een belangrijke opgave voor de leraar<br />
(cf. didactische wenken).<br />
1.3 Aanknoping<br />
De leerlingen leren al verscheidene jaren twee vreemde levende talen (Frans en Engels). Ze weten dus<br />
(of denken te weten) wat het betekent een vreemde taal te leren, hebben bepaalde verwachtingen en<br />
attitudes, en hebben hopelijk al bepaalde vaardigheden verworven (bv. lees- en luistertechnieken)<br />
waarvan de leraar Duits dankbaar gebruik kan maken.<br />
Complementair gedeelte 5 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
1.4 Uitgangspunt<br />
De verdere loopbaan van de leerlingen zal zeer verscheiden zijn. Een aantal onder hen zal niet verder<br />
studeren, maar onmiddellijk een beroep willen uitoefenen, anderen zullen hoger onderwijs willen<br />
volgen. Voor velen uit de eerste groep zullen de twee jaren onderricht Duits de enige systematische<br />
studie van het Duits zijn. Sommigen onder hen zullen hun kennis en kunde haast niet nodig hebben,<br />
anderen zullen ze in praktijk moeten brengen.<br />
De tweede groep - zij die verder studeert - zal waarschijnlijk ook in het hoger onderwijs Duits in haar<br />
vakkenpakket vinden. Vanuit deze vaststellingen is het dus nodig dat dit leerplan een dubbele functie<br />
vervult: enerzijds zal gestreefd worden naar een praktische kennis, die onmiddellijk bruikbaar is,<br />
anderzijds zal een theoretische onderbouw geboden worden, die de leerlingen in hun verdere studie<br />
zullen nodig hebben.<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN/LEERPLANDOELSTELLINGEN<br />
De studie van elke vreemde taal, ook dus van het Duits, omvat steeds meer dan de studie van de taal<br />
alleen. Elk taalonderricht brengt de leerling in contact met een nieuwe cultuur, met nieuwe denkpatronen,<br />
met nieuwe ideeën. Dit contact zal hem helpen een eigen, persoonlijke houding tegenover de werkelijkheid<br />
te ontwikkelen en een eigen waardesysteem op te bouwen. In die opbouw zal de taak van<br />
de leraar erin bestaan die waarden onder de aandacht te brengen en ze te toetsen aan de christelijke<br />
waarden.<br />
Door de studie van een vreemde taal wordt tevens een specifieke persoonlijkheidsvorming nagestreefd:<br />
via de taal worden de leerlingen tot mondige, zelfstandige, kritisch denkende personen opgevoed. Zij<br />
ontwikkelen belangrijke attitudes zoals luisterbereidheid, spreekdurf, zelfvertrouwen.<br />
Bovendien worden volgende vakspecifieke doelstellingen nagestreefd:<br />
- vaardigheidsdoelstellingen,<br />
- cognitieve doelstellingen,<br />
- affectieve doelstellingen.<br />
Zoals verder in dit leerplan blijkt, zijn de doelstellingen niet zeer specifiek voor de studierichting, met<br />
andere woorden ze gelden voor iedereen die met de studie van een vreemde taal aanvangt. Gelet op<br />
wat hierboven over de motivatie geschreven is, kan dit tegenstrijdig lijken: de leerlingen verlangen een<br />
taal te leren die onmiddellijk aansluit bij hun beroepssituatie - waarom dan een algemene taal leren<br />
Toch is deze keuze bewust: de schrijvers van dit leerplan zijn van oordeel dat het aanleren van een<br />
algemene omgangstaal, die in alle levenssituaties kan gebruikt worden, noodzakelijk is om vormingsredenen:<br />
een leerling moet op de eerste plaats leren in de vreemde taal als "mens" communicatief te zijn.<br />
Als dan die doelstelling gerealiseerd is, kan aan de studie van de beroepstaal, in specifieke<br />
beroepssituaties, begonnen worden. Een bijkomende reden om, in een begincursus, niet met die<br />
specifieke taal te starten is dat, in een maatschappij waarin ieder persoon meermalen van beroep zal<br />
moeten veranderen, het een slechte dienst aan de leerling zou zijn hem een specifieke taal aan te leren<br />
die slechts in een bepaalde context bruikbaar is. Op de eerste plaats moet hem een taal aangeleerd<br />
worden die hij in alle omstandigheden kan gebruiken. Immers, in de huidige situatie, waar slechts twee<br />
lesuren per week gedurende twee jaar ter beschikking staan, is het niet mogelijk meer aan te leren dan<br />
de algemene omgangstaal.<br />
Complementair gedeelte 6 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
Dit betekent echter niet dat er helemaal geen verband met de studierichting of met de beroepswereld<br />
zou mogen zijn: algemene vaardigheden (zich voorstellen, informatie vragen e.d.) kunnen aangeleerd<br />
worden in situaties die zich afspelen in (toekomstige) beroepsomstandigheden (bv. als onderdeel van<br />
een zakelijk telefoongesprek). Het zal dus nodig zijn om concrete interactieve situaties te kiezen die<br />
aansluiten bij de specifieke richting - ook als het gebruikte handboek die niet voorziet.<br />
In aansluiting hiermee moet de nodige aandacht besteed worden - en dus zijn herhalingen nodig - aan<br />
de direct-praktische vaardigheden: tijdsaanduidingen (uren, datum), telwoorden, namen van dagen en<br />
maanden enz. (cf. infra)<br />
Hogervernoemde doelstellingen zullen gemakkelijker dan vroeger gerealiseerd kunnen worden omdat<br />
in het huidig talenonderwijs de klemtoon op de communicatief-pragmatische aspecten van het<br />
taalgebruik ligt. Dit houdt in dat de leerlingen over die vaardigheden beschikken die hen in staat<br />
stellen, niet op de eerste plaats (grammaticaal) correct, maar vooral communicatief adequaat te<br />
handelen. Deze communicatieve aanpak, waarin de grammaticale aspecten worden geïntegreerd, is<br />
bepalend voor ieder aspect van het onderwijs van het Duits.<br />
2.1 Vaardigheidsdoelstellingen<br />
De vaardigheden zijn zowel receptief (luisteren en lezen) als productief (spreken en schrijven) en<br />
dienen in onderlinge samenhang ontwikkeld te worden. Daarnaast sluit communicatieve competentie<br />
ook strategische vaardigheden in.<br />
2.1.1 Luisteren - lezen<br />
2.1.1.1 Algemeen<br />
Omdat de leerlingen in de praktijk meer met de taal in aanraking zullen komen via lezen en luisteren<br />
dan via spreken en schrijven, is een hoge beheersings<strong>graad</strong> van de luister- en leesvaardigheid uiterst<br />
belangrijk.<br />
In het vreemdetalenonderwijs zijn hoofdzakelijk drie niveaus van luister- en leesvaardigheid te onderscheiden.<br />
- Woorden en zinswendingen, die vooraf werden aangeleerd, begrijpen. (kennis)<br />
- Combinaties van gekende woorden en zinswendingen, die in een nieuwe context werden geplaatst,<br />
begrijpen. (transfer)<br />
- Instructies en uitleg in de vreemde taal begrijpen. Authentieke, nieuwe teksten globaal begrijpen.<br />
Op een verstandige manier gissen naar de betekenis van woorden in de tekst die men niet kent, en<br />
beschikken over voldoende vaardigheid om elementen in te vullen die men niet duidelijk heeft<br />
gehoord, of die in de tekst ontbreken.<br />
Het is overduidelijk dat het uiteindelijk doel in het onderricht van het Duits niveau 3 zal moeten zijn:<br />
in staat zijn met totaal nieuw materiaal om te gaan.<br />
Complementair gedeelte 7 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
2.1.1.2 Leerplandoelstellingen - Luisteren<br />
- De aangeboden luisterteksten bestaan grotendeels uit gekende woordenschat. De betekenis van<br />
niet-gekende woordenschat afleiden (uit de context, door gelijkenis met gekende woorden, overeenkomst<br />
met Nederlandse woorden, beeldmateriaal ...).<br />
- Weet hebben van de overeenkomsten tussen Nederlands en Duits; internationale woorden,<br />
(international - internationaal), transparante woorden (Vater - vader) of licht afwijkende (Straße -<br />
straat) herkennen.<br />
- De strategische vaardigheden die de luistervaardigheid verhogen: trefwoorden herkennen, hoofden<br />
bijzaken onderscheiden, het thema bepalen, beheersen.<br />
- In het Duits geformuleerde mondelinge instructies en opdrachten (door de leraar en door<br />
Muttersprachler) begrijpen en uitvoeren.<br />
- Vragen om informatie (aan receptie/balie van een bedrijf, hotel, en dergelijke of aan de telefoon),<br />
die in een gewoon spreekritme gesteld worden, in detail begrijpen.<br />
- Teksten van maximum 1 à 2 minuten met eenvoudige woordenschat, zoals:<br />
@ korte dialogen (kennismaking, excuses aanbieden, uitnodigen ...),<br />
@ mededelingen (via radio of luidspreker),<br />
@ telefoonoproepen,<br />
@ verzoeken om medewerking, om hulp,<br />
@ reclameboodschappen,<br />
die met natuurlijk spreekritme ter beluistering worden aangeboden, in essentie en in vooraf duidelijk<br />
aangeduide details begrijpen.<br />
- Teksten van maximum 3 à 4 minuten, zoals:<br />
@ gesprekken uit het dagelijks leven,<br />
@ korte reportage,<br />
@ algemene commentaar,<br />
@ kort interview over een algemeen thema,<br />
die op een verzorgde manier en met nadrukkelijk spreekritme ter beluistering worden overgebracht,<br />
in essentie begrijpen ('globales Hören').<br />
- Wat complexere te beluisteren teksten die met beelden ondersteund worden, in hun essentie vatten.<br />
Het gaat bijvoorbeeld om:<br />
@ diareeksen met commentaar (bijvoorbeeld over een stad of toeristische streek in Duitsland),<br />
@ tv-programma's zoals: reclameboodschappen, woordspelletjes, programma-aankondigingen en<br />
-overzichten.<br />
- In het tweede leerjaar teksten van een vijftal minuten zoals eenvoudige interviews of gesprekken<br />
tussen verschillende personen, die ter beluistering worden aangeboden, in hun essentie begrijpen<br />
('globales Hören').<br />
- Complexere te beluisteren teksten die met beelden of muziek ondersteund worden, in hun essentie<br />
en vooraf aangeduide details vatten.<br />
- Deze luistervaardigheid toepassen in niet-klassikale situaties.<br />
2.1.1.3 Leerplandoelstellingen - Lezen<br />
- Weet hebben van de overeenkomsten tussen Nederlands en Duits; ze herkennen internationale<br />
woorden, (Demokratie - democratie), transparante woorden (Tochter - dochter) of licht afwijkende<br />
(laßen - laten); ze kunnen samengestelde woorden ontleden.<br />
- Beschikken over strategische vaardigheden om hun leesvaardigheid te verhogen: tekstsoorten,<br />
tussentitels en trefwoorden herkennen, foto's en grafieken interpreteren, hoofd- en bijzaken onderscheiden,<br />
hulpmiddelen hanteren (woordenlijsten, woordenboeken ...).<br />
Complementair gedeelte 8 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- In het Duits eenvoudig geformuleerde schriftelijke instructies en opdrachten (bv. in het handboek)<br />
begrijpen en uitvoeren.<br />
- Teksten met 1 à 2 minuten leesduur met eenvoudige woordenschat, eventueel met beelden ondersteund,<br />
zoals:<br />
@ mededelingen,<br />
@ reclameboodschappen,<br />
@ dialogen,<br />
@ korte brieven en briefkaarten,<br />
@ korte berichten (bv. op teletekst),<br />
@ opschriften,<br />
in essentie en in details begrijpen.<br />
- Teksten met 3 à 4 minuten leesduur zoals iets langere berichten, dialogen, mededelingen, een persoonlijke<br />
brief, in hun essentie en in vooraf duidelijk aangeduide details begrijpen.<br />
- Deze leesvaardigheid toepassen in niet-klassikale situaties.<br />
- In het tweede leerjaar wat complexere te lezen teksten die met beelden ondersteund worden, in hun<br />
essentie en in vooraf aangeduide details begrijpen. Het gaat bijvoorbeeld om:<br />
@ krantenberichten met foto's,<br />
@ toeristisch materiaal met foto's en tekeningen,<br />
@ strips.<br />
- In het tweede leerjaar eenvoudige handelsbrieven (inlichtingen, bestelling, reservaties ...) in hun<br />
essentie begrijpen.<br />
- Deze leesvaardigheid toepassen in niet-klassikale situaties.<br />
2.1.2 Spreken - schrijven<br />
2.1.2.1 Algemeen<br />
- De essentie van een eenvoudige tekst mondeling/schriftelijk weergeven, een eenvoudige dialoog<br />
voeren en kort hun mening formuleren.<br />
- Deze vaardigheid toepassen in niet-klassikale situaties.<br />
2.1.2.2 Leerplandoelstellingen - Spreken<br />
- Zo precies mogelijk de uitspraak imiteren, dit is het spreekritme, de intonatie en de articulatie van<br />
de 'Muttersprachler' die de Duitse standaardtaal gebruiken.<br />
- Korte, voorgezegde woorden en zinnen herhalen.<br />
- Een korte, eenvoudige tekst hardop lezen (bv. een dialoog).<br />
- Een rol vertolken in een vooraf gegeven dialoog.<br />
- Korte dialogen voeren met behulp van vooraf gegeven sleutelwoorden en zinswendingen.<br />
- Eenvoudige vraagjes over een tekst beantwoorden.<br />
- Eenvoudige taalfuncties mondeling weergeven (persoonlijke gegevens verstrekken, zakelijke<br />
inlichtingen vragen en geven, enz. (Zie 3 Leerinhouden).<br />
- In het tweede leerjaar de essentie van een beluisterde of gelezen tekst, of van een bekeken uitzending<br />
kort mondeling weergeven, een eenvoudige vrije dialoog voeren en kort hun eigen mening<br />
uitspreken.<br />
- Een telefonische oproep beantwoorden en doorverbinden.<br />
- In een kleine kring een gesprek voeren over een (voorbereid) onderwerp.<br />
- Een kort sollicitatiegesprek voeren waarin ze hun kennis van het Duits demonstreren.<br />
Complementair gedeelte 9 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- Via rollenspel en simulatie-oefeningen zich voorbereiden om deze verworvenheden ook toe te<br />
passen in niet-klassikale situaties (bv. tijdens een bezoek aan Duitsland).<br />
2.1.2.3 Leerplandoelstellingen - Schrijven<br />
- Correct Duitse woorden of korte zinnen overschrijven.<br />
- Deze woorden of korte zinnen ook opschrijven als ze worden gedicteerd.<br />
- Aan de hand van een aantal opgegeven sleutelwoorden en zinswendingen, korte teksten (o.a.<br />
persoonlijke brieven en briefkaarten) opstellen.<br />
- Eenvoudige taalfuncties schriftelijk weergeven (zich voorstellen, zich excuseren, informatie vragen,<br />
plaats en tijd schriftelijk aanduiden. Zie 3 Leerinhouden.<br />
- In het tweede leerjaar een tekst samenvatten met sleutelwoorden of korte zinnen.<br />
- De essentie van een beluisterde of gelezen tekst, of van een bekeken uitzending schriftelijk weergeven<br />
en kort de eigen mening neerschrijven.<br />
- In korte persoonlijke brieven eigen ervaringen en belevenissen verwoorden.<br />
- Een kort c.v. (naar een model) schrijven.<br />
- Deze schrijfvaardigheid toepassen in niet-klassikale situaties.<br />
2.1.3 Praktische vaardigheden<br />
De volgende praktische vaardigheden moeten terdege ingeoefend en herhaald worden zodat de<br />
leerlingen ze voor bijna 100 % beheersen:<br />
- alle getallen lezend en luisterend verstaan en zelf zeggen; de getallen tot 100 ook schrijven;<br />
- de tijdsaanduidingen en de datum beheersen;<br />
- een telefonische oproep beantwoorden en doorverbinden, onder meer de begin- en slotformules kennen,<br />
zich kenbaar maken, vragen met wie men spreekt enz.;<br />
- gebrek aan kennis van het Duits compenseren, onder andere door te zeggen dat men slechts weinig<br />
Duits kent, dat men iets niet verstaat, door te vragen trager te spreken, of het anders te zeggen.<br />
2.2 Cognitieve doelstellingen<br />
2.2.1 'Landeskunde'<br />
- De landen waar in hoofdzaak Duits gesproken wordt (Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland) met hun<br />
hoofdsteden kennen en ze op de landkaart aanduiden.<br />
- De Oostkantons kennen.<br />
- Het specifieke uit het dagelijks leven in Duitsland kennen, bij voorkeur in samenhang met de<br />
exploratie van een bepaalde stad of streek.<br />
- Een summiere kennis van de rol van Duitsland in Europa, in heden en verleden bezitten.<br />
- Enkele media uit Duitsland (kranten, tijdschriften, tv) kennen.<br />
- De namen van enkele Duitse firma's die in België gevestigd zijn, kennen.<br />
Complementair gedeelte 10 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
2.2.2 Woordenschat<br />
- De woordenschat die nodig is voor het begrijpen van de lees- en luisterteksten ('Verstehensvokabular'),<br />
herkennen.<br />
- In de aangeboden lees- en luisterteksten de betekenis van de vroeger geleerde woorden en<br />
uitdrukkingen weer oproepen.<br />
- De betekenis van nieuwe woorden en uitdrukkingen afleiden via associatie, analyse van de context<br />
en vergelijking met de moedertaal.<br />
- Via het verbinden van de sleutelwoorden, de betekenis afleiden zonder elk woord afzonderlijk te<br />
begrijpen.<br />
- De werkinstrumenten (woordenlijsten, woordenboeken) hanteren.<br />
- Mondeling en schriftelijk een aantal woorden en taalfuncties met hun vervoeging (werkwoorden),<br />
hun lidwoord en meervoud (substantieven) beheersen en ze gebruiken in het spreken en schrijven<br />
('Verwendungsvokabular').<br />
- Voortbouwend op het eerste leerjaar de kennis van de woordenschat verdiepen; woordenschat en<br />
zinswendingen verder uitbreiden.<br />
- Geleidelijk enig inzicht in de principes van de woordvorming verwerven.<br />
2.2.3 Grammatica (vorm- en zinsleer)<br />
- In de aangeboden lees- en luisterteksten de nog niet bestudeerde grammaticale vormen zo opvangen<br />
dat ze voor het globale begrip geen probleem vormen; dat door associatie, inzicht in de context en<br />
vergelijking met de moedertaal bereiken ('Verstehensgrammatik').<br />
- Mondeling en schriftelijk de grammaticale vormen (zie 3 Leerinhouden) beheersen en ze gebruiken<br />
in spreken en schrijven ('Verwendungsgrammatik'). (Deze doelstelling geldt binnen de beperkingen<br />
van het reëel haalbare).<br />
- In het tweede leerjaar een aantal vormen begrijpen, die in het eerste leerjaar nog als idioom aangeboden<br />
werden. (Zie 3 Leerinhouden)<br />
- In het tweede leerjaar grammaticale overzichten of een Duitse grammatica gebruiken.<br />
2.3 Affectieve doelstellingen<br />
- Positief staan tegenover het vak Duits: graag meewerken tijdens de les, de les zinvol vinden en de<br />
vorderingen evalueren.<br />
- Openstaan voor de Duitstalige realiteit.<br />
@ Oog en oor krijgen voor die realiteit.<br />
@ Duitstalige media kennen en er interessante thema's in vinden<br />
@ Oog hebben voor de aanwezigheid van de Duitse taal, cultuur, economie in ons land.<br />
- Sociale mogelijkheden ontwikkelen.<br />
Bereid zijn zich te integreren in de communicatieve situaties in de klas: luisteren naar opdrachten<br />
en stimuli (bv. bij een dialoog), spontaan reageren, vlot en met oog voor de anderen luid en<br />
duidelijk spreken, mimiek ...), helpen als anderen problemen hebben en bereid zijn met iedereen<br />
samen te werken.<br />
Complementair gedeelte 11 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
3 LEERINHOUDEN<br />
3.1 Vaardigheden<br />
3.1.1 Luisteren - lezen<br />
Per jaar tien tot twintig teksten of materiaalreeksen (bv. in het eerste leerjaar een reeks mededelingen,<br />
in het tweede leerjaar korte nieuwsberichten, krantenberichten, faxberichten, zakelijke brieven) die behandeld<br />
worden zoals beschreven in de leerplandoelstellingen.<br />
Deze teksten hebben in de eerste plaats de ontwikkeling van luister- en leesvaardigheid tot doel, niet<br />
het verwerven van leerinhouden; eventueel kan de tekst ook leerinhouden doorgeven (bv. 'Landeskunde').<br />
3.1.2 Spreken - schrijven<br />
Reproductie, eventueel productie, van "teksten" waarin de hieronder vermelde taalfuncties aan bod komen;<br />
eventueel kunnen de teksten ook leerinhouden doorgeven (bv. 'Landeskunde').<br />
3.2 Cognitieve leerinhouden<br />
3.2.1 'Landeskunde'<br />
Zie 2.2.1<br />
3.2.2 Woordenschat<br />
De leerlingen beheersen actief de volgende taalfuncties, die verband houden met:<br />
- Sociaal contact<br />
@ iemand aanspreken (ook aan de telefoon),<br />
@ zich voorstellen,<br />
@ (be)groeten,<br />
@ afscheid nemen,<br />
@ gelukwensen,<br />
@ danken,<br />
@ zich verontschuldigen,<br />
@ uitnodigen.<br />
- Conversatie<br />
@ een gesprek beginnen en eindigen,<br />
@ iets voorstellen.<br />
- Informatie<br />
@ iemand/iets identificeren,<br />
@ informatie vragen en geven, verklaren,<br />
Complementair gedeelte 12 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
@ redenen geven,<br />
@ verslag uitbrengen.<br />
- Engagement<br />
@ beloven,<br />
@ aanbieden.<br />
- Opinie<br />
@ bevestigen en ontkennen,<br />
@ akkoord gaan en niet akkoord gaan,<br />
@ uitdrukken van interesse of wens.<br />
- Gevoelens en stemmingen<br />
@ uitdrukken van<br />
voorkeur of afkeer,<br />
hoop en verlangen,<br />
bezorgdheid, verbazing, onzekerheid,<br />
voldoening of onvoldaanheid,<br />
onverschilligheid, ontgoocheling, spijt.<br />
- Overhalen tot spreken/handelen<br />
@ vragen,<br />
@ eisen, bevelen of verbieden,<br />
@ aansporen, suggereren,<br />
@ waarschuwen,<br />
@ adviseren,<br />
@ klagen.<br />
- Algemene begrippen<br />
@ beschrijven,<br />
@ bezit uitdrukken,<br />
@ feiten classificeren (plaats, tijd, richting, wijze),<br />
@ mogelijkheid en bekwaamheid uitdrukken,<br />
@ vergelijken.<br />
Deze taalfuncties worden aangeleerd in samenhang met de volgende woordvelden.<br />
- Personalia<br />
voornaam en familienaam, adres, telefoonnummer, geboorteplaats en -datum, leeftijd, geslacht, burgerlijke<br />
stand, nationaliteit, beroep, interesses, elementaire zaken over voorkomen en persoonlijkheid,<br />
familierelaties<br />
- Wonen<br />
@ woning, kamers, gebruiksvoorwerpen, routinebezigheden (opstaan, zich wassen ...)<br />
@ stad en land, milieu<br />
- Reizen/verkeer<br />
@ datum: dagen, maanden, jaren, feestdagen<br />
@ informatie over reisweg en bestemming; vakantie(reizen), hotels, toerisme, de bank, het station<br />
en het postkantoor<br />
@ verkeersmiddelen, bestemming, uurregeling, talen<br />
@ steden en streken<br />
- Inkopen en gebruiksvoorwerpen<br />
@ bestelling, afrekening, afwijzing, aanvaarding<br />
@ eetwaren, dranken, kleding, getallen, maten en gewichten, geld<br />
- Openbare dienst<br />
post, bank, dienst voor toerisme<br />
Complementair gedeelte 13 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- Vrijetijd/hobby<br />
sport, vakantie, uitgaansmogelijkheden, restaurant, café.<br />
- School- en werkmilieu<br />
@ vakken, voorwerpen in klas of bedrijf<br />
@ enkele facetten van het bedrijfsleven, bijvoorbeeld eenvoudige handelsbrieven met bestellingen,<br />
inlichtingen, klachten (enkele standaardformules)<br />
- Het weer<br />
klimaat, weersverschijnselen, richtingen, seizoenen<br />
- Media<br />
@ kranten, tijdschriften, radio, tv, telefoon, fax<br />
@ woordenschat uit de actualiteit (bv. enkele kranten- en tv-berichten)<br />
- Eten en drinken<br />
eet- en drinkgelegenheden, spijzen, drank<br />
- Algemeen belang<br />
enkele termen uit de maatschappelijke sfeer van Duitsland ('Bundestag', 'Bundeskanzler', 'Demokratie',<br />
'Bundesland' ...) en eventueel uit de religieuze sfeer<br />
- Enige aandacht voor contrastieve verschijnselen (formeel verwante woorden met verschillende<br />
betekenis, substantieven met verschillend genus)<br />
De woordenschat kan het best thematisch worden aangebracht. De taalfuncties en de thema's moeten<br />
over twee leerjaren worden gespreid. Er kan differentiatie zijn door het wel of niet grondiger behandelen<br />
van de opgegeven leerstof.<br />
3.2.3 Grammatica (vorm- en zinsleer)<br />
3.2.3.1 Eerste leerjaar<br />
- Uitleg van de in de teksten voorkomende grammaticale en syntactische vormen die het begrijpen in<br />
de weg staan en nog niet actief hoeven te worden aangeleerd.<br />
- Kennis op lange termijn, en adequaat gebruik in spreek- en schrijfopdrachten, van:<br />
@ vormen van de nominatief, accusatief en datief van het substantief (sterke verbuiging), het lidwoord,<br />
het (persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend, vragend) voornaamwoord; eigennamen van personen<br />
in de genitief;<br />
@ functies van de nominatief, accusatief en datief, ook na de meest gebruikte voorzetsels (aus, bei,<br />
mit, nach, von, zu, seit, gegenüber - durch, für, ohne, um, entlang, bis, gegen - an, auf, hinter,<br />
neben, in, über, unter, vor, zwischen); eventueel kunnen bepaalde onderdelen naar het tweede<br />
leerjaar verschoven worden;<br />
@ het werkwoord: de infinitief, de imperatief (eenvoudige vormen); de actieve indicatief-vormen<br />
van Präsens, ook van de modale werkwoorden; perfekt (van de hulpwerkwoorden, zwakke<br />
werkwoorden en een dertigtal frequente sterke werkwoorden);<br />
@ de structuur van enkelvoudige zinnen.<br />
3.2.3.2 Tweede leerjaar<br />
- Uitleg van de in de teksten voorkomende grammaticale en syntactische vormen die het begrijpen in<br />
de weg staan en nog niet actief hoeven te worden aangeleerd.<br />
Complementair gedeelte 14 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- Receptieve kennis van: de genitiefvormen van het sterke substantief, het lidwoord, het (bezittelijk,<br />
aanwijzend, vragend) voornaamwoord; het zelfstandig gebruikt onbepaald lidwoord en bezittelijk<br />
voornaamwoord (alle naamvallen), enkele voorzetsels met de genitief, het zwakke substantief, de<br />
verbuiging van het adjectief, de passieve vorm; de Konjunktiv I en II (behalve enkele actief te leren<br />
vormen: zie hieronder).<br />
- Kennis op lange termijn, en adequaat gebruik in spreek- en schrijfopdrachten, van:<br />
@ actieve vorm van Präsens, Perfekt (nog een dertigtal sterke werkwoorden), Futur en Imperfekt,<br />
(een zestigtal sterke werkwoorden); modale werkwoorden zijn hierbij inbegrepen;<br />
@ enkele principes van de meervoudsvorming en het genus;<br />
@ de Konjunktiv-II van de hulpwerkwoorden en enkele modale werkwoorden;<br />
@ syntaxis: de belangrijkste bijzinnen met hun voegwoorden.<br />
4 DIDACTISCHE WENKEN<br />
4.1 Algemene principes<br />
- In de algemene doelstellingen werd vermeld dat het doel van het onderricht Duits ook is, door het<br />
contact met ideeën, met waarden, de leerling de kans te geven een persoonlijke houding tegenover<br />
de werkelijkheid te vormen en een eigen waardensysteem te ontwikkelen. In deze optiek is de<br />
keuze van "teksten" belangrijk: slechts als de leerling in contact gebracht wordt met teksten die<br />
"waarden" inhouden, zullen hogervermelde doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Ook in<br />
deze studierichting moet het mogelijk zijn, de "waardevrije" teksten (bv. zakelijk telefoongesprek<br />
voeren) af te wisselen met teksten die de gedachtewereld van de leerlingen verruimen.<br />
- Taal is een sociaal gebeuren. Het aanleren ervan zal, vanaf de eerste les, het meest baat hebben bij<br />
interactieve, dynamische werkvormen ('Partnerarbeit', 'Gruppenarbeit'). Niet de leraar zal in het<br />
middelpunt staan, maar de samenwerking tussen de leerlingen.<br />
- De leraar zal oog hebben voor individuele motivering en vordering, en voor de behoeften van specifieke<br />
groepen; er moet dus ruimte zijn voor flexibiliteit en differentiatie.<br />
- Het onderwijs van levende talen heeft altijd integratie van vaardigheden tot doel; het leidt tot een<br />
zo volledig en geïntegreerd mogelijk gebruik van de taal. Dit betekent dat kennis van woordenschat<br />
en grammatica nooit het eindpunt van een les kunnen zijn, maar slechts de bouwstenen van een<br />
ruimer geheel. Natuurlijk is het in het begin nuttig dat ze ook als deelvaardigheid of deelkennis<br />
worden aangeleerd, en vrij geïsoleerd worden aangeboden, ingeoefend en getoetst (bv. afzonderlijke<br />
grammaticale en lexicale oefeningen, eigen oefenvormen voor de vaardigheden), maar vanaf het<br />
begin moeten deze onderdelen worden gecombineerd zodat er totale integratie is.<br />
- Omdat een elementaire kennis van zinsontleding noodzakelijk is om correct Duits te leren spreken<br />
en schrijven, is het nodig dat de leraar, zeker in het begin van elk jaar, een korte herhaling van die<br />
zinsontleding programmeert. Eventueel kan dit in afspraak met de leraar Nederlands gebeuren.<br />
Complementair gedeelte 15 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- Luisteren en lezen enerzijds, spreken en schrijven anderzijds zijn vaardigheden met eigen doelstellingen<br />
en strategieën. Men moet dan ook een duidelijk onderscheid maken tussen 'Verwendungsgrammatik'<br />
en '-lexikon' (waarbij men de vormen actief gebruikt) en 'Verstehensgrammatik' en<br />
'-lexikon' (waarbij men de vormen herkent). De 'Verstehensfase' kan voorlopig zijn en later uitmonden<br />
in een 'Verwendungssituatie'. Sterkere leerlingen kunnen ertoe aangespoord worden het<br />
'Verstehensniveau' zelf tot 'Verwendungsniveau' om te buigen.<br />
- Op elk moment van het onderwijsproces zal er geoefend en geëvalueerd worden. De oefenvormen<br />
kunnen zeer verschillende doelstellingen hebben (vaststellen van tekorten, evaluatie, differentiatie).<br />
Zeer geregeld zal via herhalingsoefeningen worden gecontroleerd of het aangeleerde op langere termijn<br />
is bijgebleven. Is dan niet het geval, dan is herhaling beslist nuttiger dan het geforceerde vasthouden<br />
aan het geplande tempo.<br />
- In principe gebeurt het toetsen van deelvaardigheden (beperkte woordenschat, een grammaticale<br />
regel) in korte overhoringen; in de grotere toetsen worden vooral eindvaardigheden en grote<br />
leerstofgehelen behandeld. In geen geval blijft de toetsing tot één of twee grote proeven per<br />
trimester beperkt; het is een permanent proces. Zo zal bijvoorbeeld spreken heel het trimester door<br />
geoefend en geëvalueerd worden. Toetsing gebeurt met oefenvormen die sterk verwant zijn met<br />
die uit de loop van het jaar; in het begin zullen vooral afzonderlijke onderdelen getoetst worden,<br />
geleidelijk zal het getoetste meer geïntegreerd zijn.<br />
- De leraren zijn vrij in de keuze van handboeken en materiaal. Maar het spreekt vanzelf dat ze<br />
vooraf de handboeken moeten onderwerpen aan een grondige analyse, waarbij de vraag wordt<br />
gesteld of met het materiaal van het handboek de doelstellingen van het leerplan worden<br />
gerealiseerd. Cassettes met 'Muttersprachler' zijn een noodzaak.<br />
4.2 Vaardigheden<br />
4.2.1 Luisteren en lezen<br />
- De luistervaardigheid en de leesvaardigheid worden in de eerste plaats ingeoefend in elke les,<br />
wanneer de leerlingen informatie en instructie krijgen in het Duits. Op die manier ontstaat stilaan<br />
een corpus van Duitse zinnen dat voor de specifieke communicatie in de klas - tussen de leraar en<br />
de leerlingen, maar ook tussen de leerlingen onderling - kan worden gebruikt.<br />
- Nog vaak wordt leesvaardigheid verward met hardop lezen; bij hardop lezen gaat het echter om een<br />
vorm van spreekvaardigheid. Deze vorm zal echter in het latere beroepsleven zelden of nooit aan<br />
bod komen en ze zal dus niet hoeven ingeoefend te worden. Hardop lezen kan wel zin hebben om<br />
bijvoorbeeld angst voor het "spreken" te overwinnen of om de uitspraak te verbeteren.<br />
- De leraar moet zich vooraf bewust zijn van het soort luister- en leesvaardigheid dat hij in concrete<br />
situaties nastreeft. Elke tekst leidt tot het ontwikkelen van eigen vormen van vaardigheid, en dus<br />
ook tot een eigen benadering. Dit houdt onder meer het volgende in.<br />
@ Het aangeboden taalmateriaal mag niet te schools zijn. Het moet ruimte bieden voor authentieke<br />
teksten.<br />
Complementair gedeelte 16 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
@ Begrijpend lezen en luisteren betekent niet dat de leerlingen het taalmateriaal woord voor woord<br />
decoderen. Als leraar dienen we de vier varianten van begrijpend lezen en luisteren duidelijk te<br />
onderscheiden:<br />
@ 'überfliegendes Lesen-Hören': de leerlingen zoeken naar 'Signalwörter' (bv. bij het lezen van een<br />
krant);<br />
@ 'selektives Lesen-Hören': de leerlingen zoeken welbepaalde informatie in de tekst;<br />
@ 'globales Lesen-Hören': de leerlingen begrijpen de grote lijnen van de tekst;<br />
@ 'intensives Lesen-Hören': de leerlingen begrijpen ook de details in de tekst (bv. een literaire<br />
tekst).<br />
- Voor het beginniveau gebruikt de leraar eenvoudig materiaal (van Inter Nationes, Juma, tvreclame<br />
en -weerbericht). Bij het lezen kan ook visuele hulp geboden worden (foto's, tekeningen).<br />
Aanvankelijk kunnen luisterteksten meer dan eenmaal ten gehore worden gebracht, in fragmenten<br />
worden verdeeld en zeker in het eerste leerjaar via 'Vorentlastung' worden vergemakkelijkt.<br />
- Het materiaal dat voor het inoefenen van de luister- en/of leesvaardigheid gebruikt wordt, zal in vele<br />
gevallen woorden en structuren bevatten met een hogere moeilijkheids<strong>graad</strong> dan wat het handboek<br />
biedt. Dit houdt dus in dat de leerlingen die woorden en structuren niet actief hoeven te beheersen:<br />
een receptieve kennis volstaat. De leraar kan het best geleidelijk een verzameling teksten met<br />
adequate opdrachten aanleggen.<br />
Natuurlijk zullen ook "teksten", die de spreek- en schrijfvaardigheid inoefenen, als materiaal voor<br />
lees- en luistervaardigheidstraining kunnen dienen.<br />
- Zeker in het eerste leerjaar kunnen oefen- en evaluatievormen gebruikt worden, waarbij productief<br />
gebruik van het Duits vermeden wordt (juist/fout, meerkeuze, Zuordnung; antwoorden<br />
in het Nederlands). Begrijpen en gebruiken worden op dit niveau gescheiden. 'Vorentlastung' zal<br />
in vele gevallen nodig zijn. In het tweede leerjaar kunnen het oefenen en het evalueren langzamerhand<br />
in het Duits gebeuren, met antwoorden die vrij letterlijk uit de tekst gehaald worden, zeer<br />
gerichte open vragen, summiere samenvatting. Begrijpen en gebruiken lopen in elkaar over.<br />
- Toetsing gebeurt met een nieuwe tekst van ongeveer hetzelfde niveau en dezelfde lengte als de al<br />
behandelde teksten, met dezelfde presentatie en oefenvormen. Ook media worden bij de toetsing<br />
betrokken, ze zijn immers ook in het vaardigheidsproces geïntegreerd (bv. video).<br />
4.2.2 Spreken en schrijven<br />
- Luister- en spreekvaardigheid, lees- en schrijfvaardigheid zijn eng verbonden; zeker in het begin<br />
gaat aan het spreken steeds luisteren, aan het schrijven steeds lezen vooraf. De tekst die luisteren<br />
en spreken vrijwel ideaal verbindt, is de dialoog.<br />
- Vanaf het begin zal voortdurend aandacht besteed worden aan een correcte spelling en een juiste<br />
uitspraak. Cassettes met Muttersprachler zijn dan ook onmisbaar.<br />
- Dat spreken en schrijven moet heel geleidelijk opgebouwd worden: aanvankelijk beperkt het zich<br />
tot het antwoorden in woorden (o.a. in een gatentekst) of in zinnetjes, of het imiteren van dialoogjes;<br />
in een verder stadium komen substitutie-oefeningen waar delen van de dialoog lichtjes gewijzigd<br />
worden, of het opstellen van dialogen waar alleen de sleutelwoorden gegeven zijn. Het spreekt<br />
vanzelf dat hier (gezamenlijke) 'Partnerarbeit' de oefenvorm bij uitstek is. Regelmatige partnerruil<br />
is nodig.<br />
Complementair gedeelte 17 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- Ook de moeilijkheids<strong>graad</strong> van de schrijfopdrachten moet geleidelijk vergroot worden. De vrije<br />
schrijfoefeningen (persoonlijke brief, kort verslag) zijn het eindpunt van een hele reeks imitatieen<br />
transferoefeningen, gaande van het reproduceren van behandelde teksten tot het produceren van<br />
eigen teksten. Belangrijk, omwille van de motivatie, is dat de leerlingen, zowel in de oefen- als in<br />
de evaluatiefase, gerichte opdrachten krijgen. Dus niet: "Schrijf tien regels over ...", maar:<br />
"Veronderstel dat je een vriend(in) in Duitsland hebt. Schrijf een brief (ongeveer 50 woorden) over<br />
...".<br />
- De traditionele tegenstelling tussen vlotheid en correctheid moet zoveel mogelijk in die zin worden<br />
opgelost, dat de van de leerlingen verwachte expressie zo geleidelijk mogelijk wordt opgebouwd.<br />
Er zullen dan nooit bruuske sprongen zijn, het aantal fouten zal beperkt blijven en de correctie geen<br />
storend of demotiverend element worden. Dit geldt ook voor vrije schrijfoefeningen, waar vlotheid<br />
belangrijker is dan nauwkeurigheid.<br />
- De evaluatie zal gebeuren met gelijkaardige oefeningen als in de loop van het leerjaar zijn gemaakt.<br />
Evaluatie van de spreekvaardigheid gebeurt het best permanent, in de loop van het trimester, en niet<br />
(uitsluitend) in een proefwerk op het einde ervan. Alle spreekactiviteit van de leerlingen kan dan<br />
geëvalueerd worden en tot een globaal eindcijfer leiden.<br />
4.2.3 Praktische vaardigheden<br />
- Omdat de leerlingen praktische vaardigheden (2.1.3) voor (bijna) 100 % moeten beheersen, is<br />
veelvuldige herhaling noodzakelijk. Het zal dus niet volstaan om bijvoorbeeld één of tweemaal<br />
de getallen aan te leren of de datum in te oefenen. In de loop van de twee leerjaar moeten die zo<br />
dikwijls in de klas aan bod komen, dat ze door alle leerlingen gekend zijn.<br />
- Die praktische vaardigheden worden in zo authentiek mogelijke oefenvormen aangeleerd. Om<br />
getallen aan te leren of te herhalen bijvoorbeeld zijn oefeningen over uur en datum of in verband<br />
met kopen en verkopen aangewezen. Er wordt op gelet dat van de leerlingen geen vaardigheden<br />
verlangd worden die in het gewone leven nutteloos zijn, bijvoorbeeld het in letters schrijven van<br />
grote getallen.<br />
Authentieke oefen- en evaluatievormen zullen niet alleen de leerlingen blijvend motiveren maar hen<br />
tevens voorbereiden op de beroepspraktijk.<br />
4.3 Cognitieve doelstellingen<br />
4.3.1 'Landeskunde'<br />
- In de eerste contacten met 'Landeskunde' gaat het minder om kennis dan om bewustmaking: inzicht<br />
in nut en belang van het Duits, kennismaking met de gewoonten en het dagelijks leven. Zo leren de<br />
leerlingen niet alleen de overeenkomsten kennen, maar ook het anders-zijn, bekeken vanuit onze<br />
Nederlandstalige situatie. In Duitsland gepubliceerde handboeken die zich ook tot doelgroepen<br />
richten met een volledig andere maatschappelijke en culturele achtergrond zullen door de leraren<br />
moeten worden aangevuld.<br />
Complementair gedeelte 18 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- De cognitieve gegevens kunnen het best worden aangeboden via video-opnamen en/of dia's, eventueel<br />
via lees- en luisterteksten.<br />
- Een jaarlijkse reis naar een Duitstalig land (bv. een ééndagstrip naar Aken) kan erg motiverend<br />
zijn.<br />
4.3.2 Woordenschat<br />
- Bij het inoefenen van de luister- en leesvaardigheid zullen de leerlingen heel wat woorden aantreffen<br />
met een lage frequentie<strong>graad</strong>; sommige ervan zullen ze niet hoeven te verstaan omdat ze voor<br />
het tekstbegrip onbelangrijk zijn. Andere zullen ze op dat ogenblik moeten kunnen verstaan om<br />
(elementen van) de tekst te begrijpen. Het spreekt vanzelf dat de leerlingen geen van deze beide<br />
groepen actief hoeven te kennen.<br />
- Opdat de leerlingen zouden geoefend worden in de luister- en leesvaardigheid kan het nodig zijn<br />
hen enkele strategieën in verband met het herkennen van woorden aan te leren: het herkennen<br />
van transparante woorden - in het tweede leerjaar kan bijvoorbeeld gewezen worden op de tweede<br />
Germaanse klankverschuiving (Nederlandse p, t, k zijn in het Duits verschoven naar respectievelijk<br />
pf of f, ts of s, kch of ch); het ontleden van samengestelde woorden; enz.<br />
- De actieve woordenschat wordt zoveel mogelijk in een context aangeboden en aangeleerd in een<br />
zin of 'Sprechakt' of in een thematisch woordveld (binnen de grenzen van het niveau van de leerlingen).<br />
Woordverklaring (in het Duits) is slechts in enkele zeldzame gevallen verantwoord, meestal<br />
is het een vaardigheid die slechts voor toekomstige taalleraren en tolken zin heeft.<br />
- Opdat de actieve woordenschat ook op lange termijn zou worden beheerst, is grondig inoefenen<br />
én herhalen van prioritair belang. Dit gebeurt zoveel mogelijk in situationele oefenvormen<br />
(dialogen bv.), alhoewel ludieke woordenschatoefeningen (allerlei vormen van woordraadsels)<br />
omwille van hun motiverende invloed, erg waardevol kunnen zijn. Ook geregelde oefeningen op<br />
de computer zijn motiverend en laten de leerlingen toe op korte tijd heel wat woordenschat in te<br />
oefenen.<br />
- Om de woordenschat te memoriseren, dienen de klassieke woordenlijsten, al dan niet met vertaling,<br />
aangevuld te worden met voorbeeldzinnen, die de betekenis van het woord én zijn gebruik in de<br />
zin illustreren. Zoals steeds is ook hier afwisseling geboden en zal het werken met bijvoorbeeld<br />
woordkaartjes een uitstekend middel zijn om de woordenschat in te prenten.<br />
- Het substantief wordt steeds met lidwoord en, indien nodig, met het meervoud aangeleerd.<br />
- De stamtijden van de frequentste werkwoorden komen aan bod nadat het perfectum (en imperfectum)<br />
aangeleerd zijn.<br />
4.3.3 Grammatica<br />
- In de luister- en leesteksten zal de leerling een reeks grammaticale vormen aantreffen die hij niet<br />
kent. Verklaring hiervan is slechts nodig indien deze vormen een hinder zijn om de tekst te verstaan.<br />
Deze verklaring hoeft echter geen actieve kennis te worden.<br />
Complementair gedeelte 19 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- Het (aan)leren van de grammatica mag nooit een doel op zichzelf zijn, maar moet steeds in dienst<br />
staan van het (aan)leren van de vaardigheden.<br />
Een eerste gevolg hiervan is dat slechts de basisgrammatica aangeleerd wordt. In een communicatief<br />
onderricht Duits is er dus geen plaats voor speciale gevallen en uitzonderingen, die in<br />
spraakkunsten wel welig tieren, maar in het dagelijks taalgebruik heel zelden voorkomen. Met<br />
andere woorden, het heeft geen zin lijsten van woorden met afwijkende meervoudsvorm of dubbel<br />
genus of uitgebreide regels over het genus te doen leren.<br />
Een tweede gevolg is dat niet de kennis en/of de toepassing van grammaticale regels bepaalt of een<br />
leerling bij een eindproefwerk "voldoende" haalt, maar wel zijn gebruik van de vaardigheden.<br />
- De te beheersen grammatica wordt eerst aangebracht in een aantal functionele voorbeelden,<br />
waaruit het probleem en de vorm duidelijk blijken. Indien de tijd het toelaat, zoeken de leerlingen<br />
zelf de regel aan de hand van voorbeelden. De theoretische neerslag (de regel) moet zo eenvoudig<br />
mogelijk zijn. Zeker in het begin kan men hiervoor de moedertaal gebruiken.<br />
- Herhaling en aanbrengen van het nieuwe gaan hand in hand (bv. herhaling van de nominatief bij het<br />
aanleren van de accusatief).<br />
- Een goede grammaticale training veronderstelt dat de leerlingen bepaalde denkstrategieën aanleren<br />
om een grammaticaal probleem op te lossen. Nodig is dat die strategieën steeds in dezelfde<br />
volgorde "gebruikt" worden zodat ze een automatisme kunnen worden. (Bv. 1e stap Wat is de<br />
functie van het woord in de zin 2e stap In welke naamval staat het substantief 3e stap Is het<br />
enkelvoud of meervoud 4e stap Wat is het genus 5e stap Wordt het woord verbogen volgens<br />
der/die/das of ein/eine/ ein 6e stap Wat is dan de uitgang).<br />
- Door leerlingen (en soms ook door leraars) wordt grammatica als het grote struikelblok ervaren.<br />
Nochtans blijken vele problemen uit de combinatie van grammatica met andere deelaspecten voort<br />
te vloeien: men ziet bijvoorbeeld wel in welke naamval men moet gebruiken, maar kent het genus<br />
van het substantief niet. Daarom zal men, vanaf het begin, de leerlingen aanzetten die niet-inzichtelijke<br />
aspecten grondig te leren. Nodig is ook dat aanvankelijk slechts één probleem aan bod komt<br />
en de moeilijkheids<strong>graad</strong> langzamerhand verhoogd wordt.<br />
- Het traditionele aanbod van oefen- en toetsvormen kan slechts in beperkte mate blijven gelden<br />
omdat heel wat oefenvormen slechts kennis van de grammatica inoefenen zonder aandacht voor de<br />
communicatieve vaardigheid. Traditionele oefenvormen zullen vooral in de beginfase nuttig zijn,<br />
om een grammaticale vorm in te drillen.<br />
- Het gebruik van de computer, die in de toekomst veralgemeend zal worden, zal de drill-fase<br />
vlugger en efficiënter doen verlopen dan nu het geval is. Dan zal die grammatica ook sneller via<br />
spreek- en schrijfvaardigheidsoefeningen kunnen worden ingeoefend.<br />
- In een begincursus Duits zijn er, omwille van de overeenkomsten met het Nederlands, slechts<br />
weinig specifieke syntaxisoefeningen nodig. In het eerste leerjaar krijgt de plaats van het meewerkend<br />
voorwerp de nodige aandacht, terwijl in het tweede leerjaar de plaats van de persoonsvorm in<br />
de bijzin grondig moet worden ingeoefend.<br />
Complementair gedeelte 20 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
5 BIBLIOGRAFIE<br />
In deze bibliografie bieden de opgesomde werken theoretische achtergrond en inspirerende hulp bij de<br />
verschillende onderdelen van het leerplan. Deze lijst biedt een ruime keuze, maar is geenszins exhaustief.<br />
5.1 Lexica<br />
- Der große Duden in 10 Bänden. Mannheim, Bibliographisches Institut.<br />
Zeer nuttig voor de leraar zijn:<br />
- Band 3: Bildwörterbuch<br />
- Band 6: Aussprachewörterbuch<br />
- Band 9: Sprachliche Zweifelsfälle<br />
- Band 10: Bedeutungswörterbuch<br />
- Duden Schülerlexikon. Mannheim, Bibliographisches Institut.<br />
- STEEVENS, J.P., VICTOOR, A., Was ist das Modernes deutsches Bildwörterbuch. Brugge,<br />
Die Keure.<br />
- WAHRIG, G., Deutsches Wörterbuch. Gütersloh, Bertelsmann Lexikon-Verlag.<br />
5.2 Grammatik: Lehr-und Übungsbücher<br />
- BUSCHA, J., Deutsches Übungsbuch. Leipzig, Enzyklopädie.<br />
- BUSSE, J., Mir oder mich München, Verlag für Deutsch.<br />
- DREYER, H., SCHMITT, R., Lehr-und Übungsbuch der deutschen Grammatik. München,<br />
Verlag für Deutsch.<br />
- ENGELS, A., VAN STRATEN, A.H., Der Übungsmeister. Groningen, Wolters-Noordhoff.<br />
- EPPERT, F., Grammatik lernen und verstehen. Stuttgart, Ernst Klett.<br />
- GRIESBACH, H., Das Sprachheft 1. München, Max Hueber.<br />
- HEREMANS, T., Kurze deutsche Grammatik. Leuven, Wolters.<br />
- HERDER (Hrsg.), Übungen zu Scherpunkten der deutschen Grammatik. Leipzig, Enzyklopädie.<br />
- KARS, J., HUSSERMANN, U., Grundgrammatik Deutsch. Frankfurt am Main, Diesterweg.<br />
- KIEFT, P., Deutsche Sprachlehre. Zutphen, Thieme.<br />
Complementair gedeelte 21 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- KÖHLER, Cl., Deutsche verbale Wendungen für Ausländer. Eine Auswahl mit Beispielen und<br />
Übungen. Leipzig, Enzyklopädie.<br />
- POSTMA, W.K., Hochdeutsche Sprachlehre. Groningen, Wolters-Noordhoff.<br />
- SCHAUS, R., Abgestufte Übungen zur deutschen Grammatik. Malle, De Sikkel.<br />
- SCHEELE, J., Die Quelle der Grammatik. Zutphen, Thieme.<br />
- STEVERINCK, A.J., Fertig... Los. Grammatik. Zutphen, Thieme.<br />
- VANACKER, M., TIMPERMAN, T., Beknopte Duitse spraakkunst voor Nederlandstaligen.<br />
Kapellen, DNB/Pelckmans.<br />
- VANACKER, M., TIMPERMAN, T., Duitse Spraakkunst voor Nederlandstaligen.<br />
Kapellen, DNB/Pelckmans.<br />
- VANACKER, M., TIMPERMAN, T., Duitse spraakkunstoefeningen voor het secundair onderwijs.<br />
Kapellen, DNB/Pelckmans.<br />
- VANACKER, M., TIMPERMAN, T., Übungen zur deutschen Grammatik. Kapellen,<br />
DNB/Pelckmans.<br />
- VAN DE POEL, J., VAN DE POEL, K., Mini-Grammatik Deutsch. Malle, De Sikkel.<br />
- VAN VISSCHEL, A., Deutsche Übungshefte 1, 2, 3. Malle, De Sikkel.<br />
- VICTOOR, A., SNAUWAERT, J., Duitse Basisgrammatica. Brugge, Die Keure.<br />
- WENDT, H.F., Langenscheidts Kurzgrammatik Deutsch. Berlin, Langenscheidt.<br />
5.3 'Landeskunde'<br />
- GRIESBACH, H., Aktuell und interessant. Die deutschsprachigen Länder. Leseheft mit Übungen.<br />
München, Max Hueber.<br />
- SCHMID, G.F., Kleine Deutschlandkunde. Ein erdkundlicher Überblick. Stuttgart, Ernst Klett.<br />
- Themen unserer Zeit. Kapellen, DNB/Pelckmans.<br />
. Krieg und Frieden<br />
. Die Presse<br />
. Familienleben<br />
. Sport und Spiel<br />
. Jugend<br />
- Tatsachen über Deutschland (te verkrijgen in het Goethe-Institut, Belliardstraat, Brussel).<br />
Complementair gedeelte 22 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- Het materiaal van Inter Nationes: per school of per instituut kan één set van de geluidsbanden,<br />
diamateriaal, tekst- en werkboeken kosteloos worden besteld. Het jaarprogramma dient, met<br />
stempel van de school, aangevraagd te worden bij: Inter Nationes, Audiovisuelle Medien, Kennedyallee<br />
91-103, D-5300 Bonn 2.<br />
Een keuze uit het rijke aanbod aan 'Landeskunde'-materiaal:<br />
@ Audiovisuelles Ergänzungsmaterial zur 'Landeskunde' der Bundesrepublik Deutschland,<br />
@ Wer kommt mit Eine Reise durch die Bundesrepublik,<br />
@ Zehnmal 'Landeskunde' der Bundesrepublik Deutschland,<br />
@ Themen aus dem Alltag der Bundesrepublik Deutschland,<br />
@ Das Land, in dem wir leben. Zur Gegenwartskunde der Bundesrepublik Deutschland,<br />
@ Was wird aus unserer Stadt<br />
@ Deutschlandspiel. Das Spiel, mit dem man spielend die Bundesrepublik Deutschland entdeckt,<br />
@ Das Münchenspiel.<br />
- Materialien zur 'Landeskunde', (te verkrijgen via Goethe Institut, München, Referat 42, Lenbachplatz<br />
3, D-8 München 2):<br />
@ Schule und Freizeit (Text- und Arbeitsbuch),<br />
@ Werbung und Anzeigen (Textbuch),<br />
@ Wahl und Presse (Textbuch und Glossar),<br />
@ Ausländische Jugendliche (Text- und Arbeitsbuch),<br />
@ Videomateriaal en didactiseringen.<br />
5.4 Spreekvaardigheid<br />
- ALTEMÖLLER, E.M., Fragespiele für den Unterricht zur Förderung der spontanen mündlichen<br />
Ausdrucksfähigkeit. Stuttgart, Ernst Klett.<br />
- BARBERIO, P., BRUNO, E., Deutsch im Hotel (1 + 2). München, Max Hueber.<br />
- COHEN, U., OSTERLOH, K.-H., Zimmer frei. Deutsch in Hotel und Restaurant. Berlin, Langenscheidt.<br />
- DREKE, M., LIND, W., Wechselspiel. Sprechanlässe für die Partnerarbeit im kommunikativen<br />
Deutschunterricht. Berlin, Langenscheidt.<br />
- GÖBEL, R., Lernen mit Spielen. Lernspiele für den Unterricht mit ausländischen Arbeitern.<br />
Frankfurt-Bonn, Pädagogische Arbeitsstelle des Deutschen Volkshochschul-Verbandes.<br />
- HÄUBLEIN, G. e.a., Telefonieren - Schriftliche Mitteilungen. Ein Programm zur Erweiterung der<br />
Ausdrucksfähigkeit im Deutschen. Berlin, Langenscheidt.<br />
- LOHFERT, W., SCHERLING, Th., Wörter, Bilder, Situationen. Berlin, Langenscheidt.<br />
- LOHFERT, W., Kommunikative Spiele für Deutsch als Fremdsprache. Ismaning/ München, Max<br />
Hueber.<br />
- MÜLLER, H., Deutsch mit Phantasie. Ismaning/München, Max Hueber Verlag.<br />
Complementair gedeelte 23 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- RENAUD, R., SPANS, B., Sprechen Sie mit! Stuttgart, Ernst Klett.<br />
- SPIER, A., Mit Spielen Deutsch lernen. Kronberg, Scriptor.<br />
- ZIELINSKI, W.D., Papa, Charly hat gesagt. Berlin, Langenscheidt.<br />
- Materiaal van Inter Nationes:<br />
Was möchten Sie wissen<br />
Themen aus dem Alltag der Bundesrepublik Deutschland.<br />
Ich bin neugierig, wie alles funktioniert ...<br />
Sprechintentionen, Modelle 4<br />
Sprechsituationen aus dem Alltag, 2. Teil, Modelle 5<br />
Themen und Meinungen im Für und Wider, Modelle 6.<br />
- Materiaal van het Goethe Institut:<br />
CHARPENTIER, M. e.a., Bild als Sprechanlaß. Kunstbild.<br />
BRANDI, M.L. e.a., Bild als Sprechanlaß. Sprechende Fotos.<br />
DAUVILLIER, Chr., Im Sprachunterricht spielen. Aber ja!<br />
LAVEAU, I., Bild als Sprechanlaß. Werbeanzeigen, 1988.<br />
5.5 Leesvaardigheid en literatuur<br />
- BOSCHMA, N., VAN EUNEN, K. e.a., Lesen, na und Ein literarisches Arbeitsbuch für die<br />
ersten Jahre Deutsch. Berlin, Langenscheidt.<br />
- BRANDI, M.-L., STRAUß, D., Training des Leseverstehens mit Hilfe von Sachtexten. München,<br />
Goethe-Institut.<br />
- BULKBOEK, Utrecht, Knippenberg.<br />
- FRENZEL, E., en H.A., Daten deutscher Dichtung. Abriß der deutschen Literaturgeschichte, Band<br />
1 & 2. dtv, München, 1983.<br />
- HAJNY, P.F., WIRBELAUER, H., Lesekurs Deutsch. Eine Einführung in die Texterschließung.<br />
Berlin, Langenscheidt.<br />
- HELMLING, B., WACKWITZ, G., Literatur im Deutschunterricht am Beispiel von narrativen<br />
Texten. München, Goethe-Institut.<br />
- HERRMAN, K., HÄUSSERMANN, U., KAMINSKI, D., Literarische Texte in der Unterrichtspraxis.<br />
1. Seminarbericht; 2. Eine Beispielsammlung; 3. Übungsformen. München, Goethe-Institut.<br />
- KAST, B., Jugendliteratur im kommunikativen Deutschunterricht. Berlin, Langenscheidt.<br />
- KAST, B., Literatur im Unterricht. Methodisch-didaktische Vorschläge für den Lehrer. München,<br />
Goethe-Institut.<br />
Complementair gedeelte 24 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- LAVEAU, I., Sach- und Fachtexte im Unterricht. Methodisch-didaktische Vorschläge für den Lehrer.<br />
München, Goethe-Institut.<br />
5.6 Didactiek en methodiek<br />
- BALDEGGER, M., Kontaktschwelle Deutsch als Fremdsprache. Berlin, Langenscheidt.<br />
- Computergestützter Fremdsprachenunterricht, Langenscheidt-Redaktion. Berlin, Langenscheidt.<br />
- DUHAMEL, R., ETIENNE, F., Didactiek van het Duits. Lier, Van In.<br />
- HEYD, G., Deutsch lehren. Grundwissen für den Unterricht in Deutsch als Fremdsprache. Frankfurt<br />
Main, Diesterweg, 1990.<br />
- NEUNER, G., e.a., Übungstypologie zum kommunikativen Deutschunterricht. Berlin, Langenscheidt.<br />
- STRAUSS, D., Didaktik und Methodik Deutsch als Fremdsprache. Berlin, Langenscheidt.<br />
5.7 Economisch Duits<br />
De boeken die hier opgegeven zijn, dienen ter informatie voor de leraar die zich in het vakgebied wil<br />
bekwamen en als inspiratie. Omdat de meeste een gevorderde kennis van het Duits vooropstellen, zijn<br />
zij niet geschikt voor klassikaal gebruik, tenzij in goede klassen.<br />
- BAYARD, A.-C., Geschäftskontakte. Ein Videosprachkurs für Wirtschaftsdeutsch. Berlin, Langenscheidt.<br />
- BOLTEN, J., Marktchance Deutsch 1, 2, 3. Universität Düsseldorf, Düsseldorf.<br />
- COX, S., O'SULLIVAN, E., RÖSLER, D., Business - auf Deutsch. München, Verlag Klett Edition<br />
Deutsch.<br />
- DONDOUX-LIBERGE, S., e.a., Wirtschaft im Ohr. Hörtexte und Verständnisübungen. Stuttgart,<br />
Ernst Klett.<br />
- HERRMANN, K., Wirtschaftstexte im Unterricht. München, Goethe-Institut.<br />
- KRAUSE, W., BAYARD, A.-C., Geschäftskontakte, ein Videosprachkurs für Wirtschaftsdeutsch.<br />
Berlin, Langenscheidt.<br />
- LUSCHER, R., SCHÄPERS, R., Berufssprache Deutsch. Szenen aus dem Büro. München, Verlag<br />
für Deutsch.<br />
- MANEKELLER, W., 100 Briefe Deutsch für Export und Import. Berlin, Langenscheidt.<br />
Complementair gedeelte 25 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- SCHMITZ, W., SCHEINER, D., Ihr Schreiben vom. München, Verlag für Deutsch.<br />
- SPRENGER, M., NICOLAS, G., Arbeit mit Wirtschaftstexten. München, Goethe-Institut.<br />
5.8 Computerprogramma's<br />
- CALIS, Duke University, Durham, N.C., USA<br />
- PARADISE, Uitgeverij Van In, Grote Markt 39, 2500 Lier<br />
- PUNCH, HPC Gent<br />
- SUPERBRIEFE, Didacta, de Meureslaan 94, 1150 Brussel<br />
- TELEX, Wolters Leuven, Blijde-Inkomststraat 50, 3000 Leuven<br />
- TEXTARBEITER, Max Hueber Verlag, Ismaning<br />
- TEXTSPEICHER DEUTSCH, C.C. Buchner, Postfach 1269, D-8600-Bamberg<br />
- WORTMEISTER, Didascalia, Universiteitsplein 1, 2610 Antwerpen<br />
- Programma's van CODE#WARE, Code# vzw, Bosuil 80/47, 2100 Deurne-Antwerpen<br />
- Programma's van SCALA, KU-Leuven, Fac. Wijsbegeerte en Letteren, Blijde-Inkomststraat 21B,<br />
3000 Leuven<br />
- Programma's van WIDA SOFTWARE Ltd, 2 Nicholas Gardens, London W5 5HY<br />
5.9 Tijdschriften<br />
- Als achtergrond voor de leraar:<br />
Deutsch als Fremdsprache. Herder Institut, Lumumbastraße 4, D-7022, Leipzig.<br />
Praxis Deutsch. Friedrich Verlag, Postfach 100150, D-3016 Seelze 6.<br />
Zielsprache Deutsch. Max Hueber Verlag, Max-Hueber-Straße 4, D-8045 München.<br />
Sirene. Zeitschrift für Literatur. Wolters-Noordhoff, Postbus 58, 9700 MB Groningen.<br />
Levende Talen. Bureau van de Vereniging van Leraren in Levende Talen, Postbus 5148, 1007 AC<br />
Amsterdam.<br />
Werkmap voor taal- en literatuuronderwijs. Werkgroepen voor Taal- en Literatuuronderwijs, Blijde-Inkomststraat<br />
21, 3000 Leuven.<br />
Complementair gedeelte 26 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B
- Tijdschriften met teksten voor de leerlingen:<br />
Langenscheidts Sprachillustrierte, Langenscheidt, Berlin.<br />
Juma, Das Jugendmagazin, Frankfurter Straße 128, D-5000 Köln 80.<br />
Scala, Deutsche Ausgabe.<br />
Tijdschriften van Mary Glasgow Publications:<br />
das Rad, Schuß, der Roller.<br />
5.10 Nuttige adressen<br />
- Deutsche Bibliothek. Goethe Institut, Belliardstraat 58, 1040 Brussel, tel. (02)230 39 70.<br />
- Inter Nationes, Kennedyallee 91-103, D-5300 Bonn 2 (Bad Godesberg).<br />
- Ambassade van de BRD, Tervurenlaan 190, 1050 Brussel.<br />
- Consulaat-Generaal der Bondsrepubliek, De Keyserlei 5 A7, 2000 Antwerpen.<br />
- Redaktion Forum DAF, Max Hueber Verlag, Max-Hueber-Straβe 4, D 8045 Ismaning.<br />
- Duitse Dienst voor Toerisme, A. De Boeckstraat 54-56, 1140 Brussel-Evere.<br />
- Rat der Deutschen Kulturgemeinschaft, Kaperberg 8, 4700 Eupen.<br />
- Toeristische Dienst Zwitserland, Koningstraat 75, 1000 Brussel.<br />
- Toeristische Dienst Oostenrijk, Louisalaan 106, 1050 Brussel.<br />
Complementair gedeelte 27 Informatica(beheer)<br />
AV Duits<br />
3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
D/1999/0279/024B