Untitled - Gemeente Teylingen

Beleidskader
In deze waterparagraaf dient te worden aangegeven wat de te verwachten effecten zijn van de
ruimtelijke ingreep op de waterkeringszorg en de waterhuishouding, een beschrijving van de
wijze waarop de initiatiefnemer het wateradvies van de waterbeheerder(s) heeft verwerkt en een
beschrijving van de wijze waarop het wateradvies vertaald wordt naar de plankaart en
voorschriften. Daarnaast is het van groot belang dat vanaf het begin van het planproces overleg
wordt gevoerd tussen gemeente en waterbeheerder(s), teneinde op goede wijze rekening te
houden met uitgangspunten van duurzaam waterbeheer.
3.5 Gemeentelijk beleid
Milieubeleidsplan 2003-2010
Voor de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude en de voormalige gemeente
Warmond is gezamenlijk milieubeleid opgesteld 2 . Een drietal speerpunten voor het milieubeleid
voor de komende jaren zijn ‘klimaatbeleid en energiebesparing’, ‘streven naar het optimale’ en
‘integratie van milieu in ander beleid’.
Klimaatbeleid en energiebesparing
De gemeente wil voldoen aan de Kyoto-verplichtingen. Het klimaatbeleid is vooral gericht op
het beperken van de vraag naar energie, het omschakelen naar duurzame energie en het zuinig
gebruiken van energie. Hiermee heeft het klimaatbeleid onder meer invloed op beleid ten
aanzien van verkeer en vervoer, woningbouw en gebouwenbeheer.
Streven naar het optimale
Een goede milieukwaliteit is een belangrijke randvoorwaarde voor het leefbaar houden van de
regio. Binnen het beleid ten aanzien van de lokale milieukwaliteit wordt daarom op meerdere
plekken het streven naar een optimale milieukwaliteit verwoord.
Integratie van milieu in ander beleid
Milieuaspecten zijn steeds meer geïntegreerd in het gemeentelijk beleid. Ruimtelijke en
economische keuzes zijn vaak bepalend voor de lokale milieukwaliteit, voor het behoud van
landschappelijke en ecologische waarden en voor de duurzaamheid van de regio in zijn geheel.
Ontwikkelingsplan Poelgeest
In februari 1997 is het Ontwikkelingsplan Poelgeest vastgesteld door de gemeenteraad van de
voormalige gemeente Warmond. Dit plan geeft de belangrijkste uitgangspunten voor de nieuwe
woonwijk en het bijbehorende natuurgebied. In het ontwikkelingsplan is een aantal kwalitatieve
uitgangspunten verwoord. De uitwerking dient aan deze uitgangspunten getoetst te worden in
het kader van de te bereiken evenwichtige samenhang van de onderdelen en van de "eigen"
kwaliteit van een ruimtelijk plan.
Voor het bestemmingsplan Klaas Hennepoelpolder en Veerpolder zijn de kwalitatieve
uitgangspunten uit het Ontwikkelingsplan Poelgeest betreffende de natuurcompensatie en
ecolinten, alsmede de waterhuishouding, met name van belang.
Natuurcompensatie en ecolinten
Een belangrijke opgave binnen de planontwikkeling is de bestaande natuurwaarden zo veel
mogelijk te ontzien en om natuurwaarden die zullen moeten verdwijnen zo goed mogelijk
binnen het plangebied te compenseren. Speciale aandacht is er voor ecolinten. Het verbreden
van de spoorsloot, de introductie van de Heempolder, het als zodanig benutten van de
hoogspanningszone en het onbebouwd laten van de Klaas Hennepoelpolder en Veerpolder leidt
tot een optimale uitgangssituatie voor het ontwikkelen van natuurwaarden langs respectievelijk
de Spoordijk en de Holle Mare. Deze 'linten' mogen dan niet worden vergraven en nauwelijks
onderbroken.
2 “Milieubeleidsplan 2003-2010 voor Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Warmond en Zoeterwoude”, Milieudienst West-
Holland, Leiden, 2004.
311345, revisie D.3
Pagina 18 van 94