BESTEMMINGSPLAN WEIDEVENNE 2012 - Gemeente Purmerend
BESTEMMINGSPLAN WEIDEVENNE 2012 - Gemeente Purmerend
BESTEMMINGSPLAN WEIDEVENNE 2012 - Gemeente Purmerend
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 5<br />
Milieu- en omgevingsaspecten<br />
5.1 Archeologie en cultuurhistorische waarden<br />
5.1.1 Beleidskader<br />
Archeologie<br />
In de nieuwe Wet op de archeologische monumentenzorg (een wijziging van de Monumentenwet 1988)<br />
stellen Rijk en provincie dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet<br />
worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen<br />
bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen<br />
archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen<br />
vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken.<br />
De gemeente <strong>Purmerend</strong> heeft in 2009 een eigen archeologisch beleid opgesteld, welke is vastgelegd in<br />
de beleidsnota 'Archeologie in <strong>Purmerend</strong>. Deze nota bestaat uit een archeologische verwachtingskaart<br />
en een archeologische beleids- en advieskaart.<br />
Een archeologische verwachtingskaart is een voorspellingskaart waarop verwachtingen met betrekking<br />
tot de situering van (nog) onbekende archeologische vindplaatsen zijn vertaald in termen van vlakken en<br />
zones.<br />
Op de kaart worden zones aangegeven met verschillende verwachtingen: hoge, middelhoge of lage<br />
verwachting. De verwachtingskaart is gebruikt voor het opstellen van de beleidsadvieskaart, die<br />
vervolgens wordt gebruikt voor de toetsing van ruimtelijke plannen op de mogelijke aanwezigheid van<br />
archeologische waarden. Op de archeologische beleidsadvieskaart wordt aangegeven hoe moet worden<br />
omgegaan met archeologische verwachtingen in een plangebied en de maatregelen die van toepassing<br />
zijn bij bodemingrepen. Het bestemmingsplan vormt het belangrijkste instrument voor de archeologische<br />
monumentenzorg. Voor gemeenten kunnen de door deskundigen opgestelde archeologische<br />
verwachtings- en beleidsadvieskaarten als leidraad worden gebuikt voor zowel de planologische<br />
bescherming van archeologische waarden in het ruimtelijke plan als voor het vaststellen van het<br />
benodigde archeologisch onderzoek dat bij voorbereiding van ruimtelijke plannen moet plaatsvinden.<br />
Ter plaatse van een lage archeologische verwachtingswaarde is er geen noodzaak om een verkennend<br />
archeologisch onderzoek uit te voeren voordat nieuwe bouwactiviteiten plaatsvinden. Ter plaatse van een<br />
hoge en middelhoge verwachtingswaarde dient bij grondwerkzaamheden eerst een verkennend<br />
archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd door een hiertoe gecertificeerd bureau.<br />
Ter plaatse van het AMK-terrein, met een hoge archeologische verwachtingswaarde, dient bij<br />
grondwerkzaamheden, waarbij de bodemverstoring meer dan 100 m 2 beslaat en dieper dan 0,50 cm<br />
onder maaiveld, eerst een verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd door een hiertoe<br />
gecertificeerd bureau.<br />
Cultuurhistorische waarden<br />
In de toelichting van ruimtelijke plannen moet een beschrijving worden opgenomen van de wijze waarop<br />
met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten<br />
monumenten rekening is gehouden. Het doel hiervan is om cultuurhistorische belangen meer te laten<br />
meewegen in de ruimtelijke ordening. Hiertoe is op 1 januari <strong>2012</strong> het Besluit ruimtelijke ordening<br />
gewijzigd, waarbij dit voorschrift in artikel 3.1.6, tweede lid, onderdeel a is opgenomen.<br />
Hiervoor bestaan nog geen nationaal opgestelde richtlijnen. <strong>Gemeente</strong>n zijn vrij om dit naar eigen inzicht<br />
in te vullen.<br />
Weidevenne <strong>2012</strong> 33