12.01.2015 Views

Hoofdstuk 8: Vrijwilligerswerk professionaliseren? - Mulier Instituut

Hoofdstuk 8: Vrijwilligerswerk professionaliseren? - Mulier Instituut

Hoofdstuk 8: Vrijwilligerswerk professionaliseren? - Mulier Instituut

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De ontwikkeling richting de ‘maatschappelijke onderneming’ wordt vooral vanuit een<br />

economisch/bedrijfskundig perspectief gestimuleerd. Het streven is, zoals eerder gesteld, duizenden<br />

verenigingsmanagers aan te stellen.<br />

Naast de verenigingsmanager heeft inmiddels ook de combinatiefunctionaris zijn intrede<br />

gedaan. Deze is te beschouwen als een voortzetting van hetgeen met de BOS-impuls werd<br />

beoogd: het versterken van de interactie in de driehoek buurt-onderwijs-sport (zie ook<br />

hoofdstuk 5). De combinatiefunctionaris is het resultaat van de in december 2007 door<br />

bewindslieden van VWS en OCW, vertegenwoordigers van de VNG, NOC*NSF, Verenigde<br />

Bijzondere Scholen (VBS) en de Cultuurformatie ondertekende ‘Impuls brede scholen, sport<br />

en cultuur’.<br />

Deze derde en voorlopig laatste professionaliseringsstap heeft tot doel het uitbreiden<br />

van het aantal brede scholen met een sport- en cultuuraanbod. Genoemd worden het stimuleren<br />

van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen, het bevorderen van<br />

sport- en kunstbeoefening onder jongeren tot 18 jaar en het versterken van ongeveer 10 procent<br />

van de sportverenigingen met het oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van<br />

sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk. Net als in het geval<br />

van de verenigingsmanager gaat het met de combinatiefunctionaris om een betaalde kracht<br />

– hoewel vaak voor een groot deel gesubsidieerd – in of voor de sportvereniging, om deze<br />

te ontwikkelen tot een ‘maatschappelijke onderneming’. De eerste bevindingen laten zien<br />

dat de combinatiefunctionaris weliswaar voor intensieve samenwerking kan zorgen, maar<br />

dat de belasting voor de verenigingsvrijwilligers ook toeneemt door het (moeten) vervullen<br />

van extra taken.<br />

De opkomst van betaalde krachten komt voort uit het bij managers en bestuurders in de<br />

sport dominante functionalistisch-rationalistisch perspectief. De nadruk ligt op (schijnbaar)<br />

rationele afwegingen, doelmiddelrelaties, efficiëntie, verantwoording en maakbaarheid.<br />

Centraal kenmerk is de sport(vereniging) instrumenteel te willen gebruiken als middel<br />

om de eerdergenoemde maatschappelijke vragen en uitdagingen op te pakken. Niet<br />

sport als doel, maar juist als middel. We constateren dat ook met betrekking tot de wens<br />

om te <strong>professionaliseren</strong> deze praktisch uitsluitend van buiten- en bovenaf (sportextrinsiek)<br />

is ingegeven en nauwelijks van doen heeft met het verbeteren van de kwaliteit van de<br />

sportactiviteiten zelf (sportintrinsiek). Natuurlijk is er ook behoefte aan bijvoorbeeld beter<br />

opgeleide trainers, vooral in sociaalpedagogisch opzicht, maar verhoudingsgewijs krijgt dit<br />

in het denken over professionalisering nauwelijks aandacht. Het roept de vraag op of door<br />

de bestuurlijke professionaliseringstrend sportverenigingen zo langzamerhand niet te ver<br />

afdwalen, al dan niet vrijwillig, van hun oorspronkelijke kerntaken. En is de toename aan<br />

toegedachte sportextrinsieke taken nu een gevolg van het aanstellen van betaalde krachten<br />

om ze te kunnen betalen of vice versa; zijn er juist door die extra taken beroepskrachten<br />

nodig om ze te kunnen uitoefenen<br />

VRIJWILLIGERSWERK PROFESSIONALISEREN<br />

139

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!