14.01.2015 Views

Actualiteiten Proces- en Verbintenissenrecht - CMS Derks Star ...

Actualiteiten Proces- en Verbintenissenrecht - CMS Derks Star ...

Actualiteiten Proces- en Verbintenissenrecht - CMS Derks Star ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

I <strong>Proces</strong>recht algeme<strong>en</strong><br />

Jurisprud<strong>en</strong>tie<br />

HR 28 septemb er 2012, LJN 8X0598<br />

Pretium is e<strong>en</strong> aanbieder van telecommunicatiedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.<br />

In e<strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>ding<br />

van'TROS Radar' is de<br />

wijze van telefonische klant<strong>en</strong>werving<br />

door Pretium kritisch besprok<strong>en</strong>.<br />

In de uitz<strong>en</strong>ding zijn beeld<strong>en</strong><br />

gebruikt van e<strong>en</strong> cursus die door<br />

e<strong>en</strong> medewerker van TROS zijn gemaakt<br />

met e<strong>en</strong> verborg<strong>en</strong> camera<br />

bij het callc<strong>en</strong>ter dat destijds voor<br />

Pretium werkte. Pretium heeft<br />

TROS vervolg<strong>en</strong>s gedagvaard voor<br />

de Rechtbank's-Grav<strong>en</strong>hage <strong>en</strong><br />

heeft gevorderd voor recht te verklar<strong>en</strong><br />

datTROS ter zake onrechtmatig<br />

heeft gehandeld. Incid<strong>en</strong>teel heeft<br />

Pretium gevorderd dat TROS het<br />

volledige beeld- <strong>en</strong> geluidmateriaal<br />

zal afgev<strong>en</strong> aan Pretium.<br />

De rechtbank heeft de incid<strong>en</strong>tele<br />

vordering toegewez<strong>en</strong> waarop<br />

TROS hoger beroep teg<strong>en</strong> dit incid<strong>en</strong>tele<br />

vonnis heeft ingesteld. De<br />

rechtbank heeft vervolg<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong><br />

rolbeschikking tuss<strong>en</strong>tijds hoger<br />

beroep van dit vonnis op<strong>en</strong>gesteld.<br />

De advocaat van TROS heeft deze<br />

rolbeschikking naar het hof gefaxt.<br />

Het hof heeft TROS in hoger beroep<br />

niet-ontvankelijk verklaard in haar<br />

beroep. Het overwoog dat het incid<strong>en</strong>tele<br />

vonnis van de rechtbank e<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong>vonnis is waarvan ingevolge<br />

artikel 337lid 2 Rv hoger beroep<br />

slechts mogelijk is tegelijk met het<br />

eindvonnis, <strong>en</strong> dat gesteld noch geblek<strong>en</strong><br />

is dat de rechtbank de mogelijkheid<br />

van tuss<strong>en</strong>tijds hoger beroep<br />

van haar vonnis heeft op<strong>en</strong>gesteld.<br />

TROS stelde in hoger beroep<br />

voorts nog dat het appèlverbod kon<br />

wordgng<strong>en</strong>egeerd op grond van de<br />

zog<strong>en</strong>aamde'doorbrekingsjurisprud<strong>en</strong>tie'.<br />

Volg<strong>en</strong>s TROS zou de<br />

rechtbank t<strong>en</strong> onrechte artikel 10<br />

EVRM buit<strong>en</strong> toepassing hebb<strong>en</strong><br />

gelat<strong>en</strong> zodat sprake is van e<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>nelijke juridische misslag <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> ernstig vormverzuim<br />

waardoor niet meer kan word<strong>en</strong><br />

gesprok<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> eerlijke <strong>en</strong><br />

onpartijdige behandeling van de<br />

zaak. Het hof oordeelde echter dat<br />

de rechtbank het beroep op artikel<br />

10 EVRM wel heeft beoorcleeld,<br />

maar tot de conclusie is gekom<strong>en</strong><br />

dat hierop ge<strong>en</strong> inbreuk is gemaakt.<br />

Van e<strong>en</strong> oneerlijke <strong>en</strong> partijdige behandeling<br />

van de zaak is dan ook<br />

niet geblek<strong>en</strong>.<br />

TROS heeft vervolg<strong>en</strong>s beroep in<br />

cassatie ingesteld. De Hoge Raad<br />

overweegt dat de betreff<strong>en</strong>de rolbeschikking<br />

k<strong>en</strong>nelijk als gevolg van<br />

e<strong>en</strong> tekortkoming van de interne<br />

administratieve organisatie van het<br />

hof die niet voor risico van TROS<br />

komt, niet bek<strong>en</strong>d was bij de kamer<br />

van het hof die over de onderhavige<br />

zaak had te oordel<strong>en</strong>. Het oordeel<br />

van het hof dat gesteld noch geblek<strong>en</strong><br />

is dat de rechtbank de mogelijkheid<br />

van tuss<strong>en</strong>tijds hoger beroep<br />

heeft op<strong>en</strong>gesteld, is dus onjuist.<br />

Pretium heeft incid<strong>en</strong>teel beroep in<br />

cassatie ingesteld. Pretium steláe<br />

dat het hof heeft misk<strong>en</strong>d dat in<br />

deze casus de'doorbrekingsjurisprud<strong>en</strong>tie'niet<br />

van toepassing is in het<br />

geval van artikel 337lid2 Rv. Het<br />

hof is immers zonder voorbehoud<br />

ingegaan op de door TROS aangevoerde<br />

argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hieromtr<strong>en</strong>t. De<br />

Hoge Raad oordeelt dat het middel<br />

terecht is voorgesteld nu de'doorbrekingsjurisprud<strong>en</strong>tie'<br />

-'waarmee<br />

wordtbedoeld dat de eiser ondanks<br />

e<strong>en</strong> wettelijk appelverbod toch in<br />

zijn vordering kan word<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong><br />

indi<strong>en</strong> hij stelt dat de rechter<br />

buit<strong>en</strong> het toepassingsgebied van<br />

de desbetreff<strong>en</strong>de regeling is getredery<br />

deze t<strong>en</strong> on¡echte buit<strong>en</strong> toepassing<br />

heeft gelat<strong>en</strong>, dan wel bij de<br />

behandeling van de zaake<strong>en</strong>zodanig<br />

fundam<strong>en</strong>teel rechtsbeginsel<br />

heeft veronachtzaamd dat van e<strong>en</strong><br />

eerlijke <strong>en</strong> onpartijdige behandeling<br />

van de zaaknietkanword<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>'<br />

- niet van toepassing is in het<br />

geval van artikel 337Iid 2 Rv. Dit<br />

artikel sluit de bevoegdheid tot appèl<br />

immers niet uit, maar regelt<br />

slechts het mom<strong>en</strong>t waarop deze<br />

bevoegdheid kan word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d.<br />

Beide partij<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in cassatie de<br />

vraag aan de orde gesteld of e<strong>en</strong><br />

appellanf ondanks e<strong>en</strong> wettelijk<br />

appèlverbod, moet word<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong><br />

in zijnberoep ingevolge de hier<br />

bedoelde' doorbrekingsjurisprud<strong>en</strong>tie'<br />

om de <strong>en</strong>kele red<strong>en</strong> dat hii e<strong>en</strong><br />

sch<strong>en</strong>ding van artikel 10 EVRM aan<br />

zijn vordering t<strong>en</strong> grondslag heeft<br />

gelegd. De Hoge Raad oordeelt dat<br />

voor doorbreking van e<strong>en</strong> wettelijk<br />

appèlverbod alle<strong>en</strong> grond is in het<br />

geval dat'bij de behandeling van<br />

de zaak e<strong>en</strong> zodanig fundam<strong>en</strong>teel<br />

rechtsbeginsel door de rechter is<br />

veronachtzaamd dat van e<strong>en</strong> eerlijke<br />

<strong>en</strong> onpartijdige behandeling van<br />

de zaak niet kan word<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>'.<br />

Dit is niet het geval indi<strong>en</strong> de<br />

lagere rechter e<strong>en</strong> onjuist oordeel<br />

heeft gegev<strong>en</strong>, ook al betreft dat<br />

oordeel artikel 10 EVRM.<br />

HR 5 oktober 2O12, ¿/N 8V6698<br />

Op 18 april 2001 hebb<strong>en</strong> de aandeelhouders<br />

van Grapofex hun aandel<strong>en</strong><br />

verkocht aan Ciba. In artikel 7.5<br />

van de (Duitstalige) koopovere<strong>en</strong>komst<br />

verklar<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> zich bek<strong>en</strong>d<br />

met e<strong>en</strong> (Engelstalige) arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />

waarnaar in dat artikel<br />

wordt verwez<strong>en</strong>. Deze arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />

is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in bijlage<br />

5 bij de koopovere<strong>en</strong>komst. Uit<br />

deze arbeidsovere<strong>en</strong>komst blijkt dat<br />

Grapofex de p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>verplichting<strong>en</strong><br />

jeg<strong>en</strong>s eiser zal voortzett<strong>en</strong>. Deze<br />

p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>verplichting<strong>en</strong> zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de (Nederlandstalige)<br />

arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />

die als bijlage bij de arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />

is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze aanvull<strong>en</strong>de<br />

arbeidsovere<strong>en</strong>komst is niet<br />

door partij<strong>en</strong> ondertek<strong>en</strong>d maar<br />

uitsluit<strong>en</strong>d door Ciba geparafeerd.<br />

Eiser heeft bij de rechtbank gevorderd<br />

dat Grapofex haar p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>verplichting<strong>en</strong><br />

jeg<strong>en</strong>s hem zal nakom<strong>en</strong>.<br />

Zowel de Rechtbank Leeuward<strong>en</strong><br />

als het Hof Leeuward<strong>en</strong> heeft<br />

geoordeeid dat aan de aanvull<strong>en</strong>de<br />

arbeidsovere<strong>en</strong>komst ge<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>de<br />

bewijskracht toekomt omdatniet<br />

is voldaan aan het vereiste van ondertek<strong>en</strong>ing<br />

zoals bedoeld in artikel<br />

156lid 1 <strong>en</strong> 3 Rv. De rechtbank <strong>en</strong><br />

het hof overwog<strong>en</strong> hiertoe dat eiser<br />

er in de gegev<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong><br />

niet op mocht vertrouw<strong>en</strong> dat Grapofex<br />

toestemde in het sluit<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de arbeidsover$<strong>en</strong>komst.<br />

¡<br />

De Hoge Raad oordeelt dat e<strong>en</strong> paraaf<br />

kan geld<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> onderteke-<br />

Tijdschrift aoor de <strong>Proces</strong>praktijk 201,2-6<br />

175


ning in de zin van artikel 156 lid 1<br />

Rv'indi<strong>en</strong> de paraaf de desbetreff<strong>en</strong>de<br />

persoon in voldo<strong>en</strong>de mate individualiseert'.<br />

Het is niet van belang<br />

of de persoon die het docum<strong>en</strong>t parafeert<br />

de taal waarin het docum<strong>en</strong>t<br />

is opgesteld machtig is of niet. De<br />

Hoge Raad vernietigt het arrest van<br />

het hof <strong>en</strong> verwijst het geding naar<br />

het Hof Arnhem.<br />

HR 12 oktober 2012, L/N 8X5801<br />

Deze zaakbetrof e<strong>en</strong> octrooigeschil.<br />

Bij de rechtbank is door drie afzonderlijke<br />

eisers e<strong>en</strong> vordering ingesteld<br />

met betrekking tot de geldigheid<br />

van e<strong>en</strong> Europees octrooi <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>d beschermingscertificaat.<br />

De rechtbank heeft de vordering<strong>en</strong><br />

van deze drie eisers gezam<strong>en</strong>lijk<br />

behandeld <strong>en</strong> heeft na rolvoegingbij<br />

e<strong>en</strong>vonnis over de vordering<strong>en</strong><br />

beslist.<br />

De vraag die aan de Hoge Raad<br />

voorligt, is of in e<strong>en</strong> dergelijk geval<br />

met één dagvaarding e<strong>en</strong> rechtsmiddel<br />

mag word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d teg<strong>en</strong><br />

de uitsprak<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de<br />

zak<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk. De Hoge Raad<br />

beantwoordt deze vraag bevestig<strong>en</strong>d<br />

<strong>en</strong> overweegt dat er bij één<br />

dagvaarding of verzoekschrift e<strong>en</strong><br />

rechtsmiddel mag word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d<br />

indi<strong>en</strong> op grond van subjectieve<br />

cumulatie, voeging of rolvoeging<br />

bij één vonnis/arrestþeschikking<br />

uitspraak is gedaan. De Hoge Raad<br />

verwijst hierbij naar e<strong>en</strong> arrest van<br />

de Hoge Raad d.d. 9 mei 1958 (N/<br />

19s9,321).<br />

Literat¡ur<br />

j.H. van Dam-Lely,'De voorlopige<br />

voorzi<strong>en</strong>ing hang<strong>en</strong>de de bodemprocedure.<br />

De reikwiidte van art.<br />

223 Rv, TCR2012-3<br />

In 2002 heeft de voorlopige voorzi<strong>en</strong>ing<br />

voor de dagvaardingsprocedure<br />

in artikel 223 e<strong>en</strong> volwaardige<br />

plaats gekreg<strong>en</strong> in het Wetboek van<br />

Burgerlijke Rechtsvordering. In dit<br />

artikel staat de vraag naar de reikwijdte<br />

van de voorìopige voorzi<strong>en</strong>ing<br />

hang<strong>en</strong>de de procedure c<strong>en</strong>traal.<br />

M.O.I. de Folte¡,'Rauwelijks dagvaard<strong>en</strong><br />

in de verklaringsprocedure',BER2012-6<br />

De auteur belicht in dit artikel de<br />

problem<strong>en</strong> die zich kunn<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong><br />

bij de toepassing van de verklaringsprocedure<br />

bij derd<strong>en</strong>beslag.<br />

Daarbij wordt specifiek ingegaan<br />

op de relatie tuss<strong>en</strong> de derd<strong>en</strong>beslag<strong>en</strong>e<br />

<strong>en</strong> de geëxecuteerde mede aan<br />

de hand van rec<strong>en</strong>te rechtspraak <strong>en</strong><br />

literatuur. C<strong>en</strong>traal staat hierbij het<br />

rauwelijks dagvaard<strong>en</strong>.<br />

S. Kok<br />

<strong>CMS</strong> <strong>Derks</strong> <strong>Star</strong> Busmann<br />

E Verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>recht/<br />

consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>recht<br />

Jurisprud<strong>en</strong>tie<br />

HR 21 september 2012, LJN<br />

8W6135<br />

In 2003 heeft eiseres verbouwingswerkzaamhed<strong>en</strong><br />

verricht aan de<br />

woning van verweerder. Op deze<br />

verbouwin gswerkzaamhed<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />

de algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong> van<br />

eiseres van toepassing. In deze algem<strong>en</strong>e<br />

voorwaard<strong>en</strong> is onder andere<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat alle geschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

partij<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beslecht door<br />

arbitrage. Na de verbouwingswerkzaamhed<strong>en</strong><br />

was verweerder van<br />

m<strong>en</strong>ing dat eiseres ondeugdelijke<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> had uitgevoerd <strong>en</strong><br />

verweerder heeft eiseres dan ook<br />

gedagvaard voor de Rechtbank<br />

Leeuward<strong>en</strong>.<br />

Eiseres heeft gesteld dat de Rechtbank<br />

Leeuward<strong>en</strong> onbevoegd was<br />

omdat op grond van haar algem<strong>en</strong>e<br />

voorwaard<strong>en</strong> de Raad van Arbitrage<br />

voor de Bouw bevoegd was van<br />

het geschil k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong>. Zowel<br />

de rechtbank als het hof heeft dit<br />

beroep afgewez<strong>en</strong>. Het hof heeft<br />

hiertoe overwog<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> arbitragebeding<br />

niet is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />

grijze <strong>en</strong> zwarte lijst van artikel<br />

6:236 <strong>en</strong> 6:237 BW <strong>en</strong> daarom moet<br />

word<strong>en</strong> getoetst aan de op<strong>en</strong> norm<br />

van artikel 6:233 aarútef <strong>en</strong> onder a<br />

BW. De invulling van die norm<br />

moet volg<strong>en</strong>s het hof in overe<strong>en</strong>stemming<br />

zijn met de Richtli¡n<br />

93l13lEEG vanS april 1993 betreff<strong>en</strong>de<br />

oneerlijke beding<strong>en</strong> in consurn<strong>en</strong>t<strong>en</strong>overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>.<br />

Het hof oordeelt<br />

datbij e<strong>en</strong> arbitragebeding de<br />

consum<strong>en</strong>t wordt afgehoud<strong>en</strong> van<br />

de rechter die de wet hem toek<strong>en</strong>t<br />

zonder dat hij zich daarvan bewust<br />

zal zijn geweest bij het sluit<strong>en</strong> van<br />

de overe<strong>en</strong>komst <strong>en</strong> zonder dat<br />

hierover is onderhandeld. Daarnaast<br />

noemt het hof verschill<strong>en</strong>de<br />

nadel<strong>en</strong> die arbitrage voor consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

meebr<strong>en</strong>gt in vergelijking<br />

met e<strong>en</strong> procedure voor de overheidsrechter.<br />

Tot slot wiist het hof<br />

op het Voorontwerp Herzi<strong>en</strong>ing<br />

Arbitragewet waarin als uitgangspunt<br />

is g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> arbitragebeding<br />

vernietigbaar is als de consum<strong>en</strong>t<br />

ge<strong>en</strong> keuze wordt gelat<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de overheidsrechter of arbitrage.<br />

Het hof komt daarom tot het<br />

oordeel dat in de onderhavige zaak<br />

het arbitragebeding oneerlijk is in<br />

de zin van de richtlijn <strong>en</strong> onredelijk<br />

bezwar<strong>en</strong>d in de zin van artikel<br />

6:233 aarthef <strong>en</strong> onder a BW<br />

De Hoge Raad vernietigt het arrest<br />

van het hof. De Hoge Raad overweegt<br />

dat het aan de nationale<br />

rechter is om op basis van de concrete<br />

omstandighed<strong>en</strong> van het geval te<br />

onderzoek<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> bepaald beding<br />

oneerlijk is in de zin van de richtlijn<br />

<strong>en</strong> derhalve onredelijk bezwar<strong>en</strong>d<br />

in de zin van artikel 6:233 BW Het<br />

oordeel van het hof steunt niet op<br />

de concrete omstandighed<strong>en</strong> van<br />

het geval maar op e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e<br />

motivatie waarom e<strong>en</strong> arbitragebeding<br />

onredelijk bezwar<strong>en</strong>d is. Het<br />

hof heeft daarmee als het ware het<br />

arbitragebeding op de zwarte lijst<br />

van artikel 6:2368W geplaatst. Dit<br />

geeft blijk van e<strong>en</strong> onjuiste rechtsopvatting.<br />

HR 28 september 2012,LJN<br />

8W7507<br />

Eiser heeft e<strong>en</strong> rechtsbijstandsverzekering<br />

afgeslot<strong>en</strong> bij DAS. Op de<br />

verzekeringsovere<strong>en</strong>komst zijn de<br />

algem<strong>en</strong>e voorwaard<strong>en</strong> van DAS<br />

van toepassing. Hierin is onder andere<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>:'Indi<strong>en</strong> ingevolge<br />

de voorwaard<strong>en</strong> of naar de m<strong>en</strong>ing<br />

van DAS e<strong>en</strong> zaak aan e<strong>en</strong> advocaat<br />

of andere recht<strong>en</strong>s bevoegde deskr:ndige<br />

buit<strong>en</strong> DAS uitbesteed moet<br />

word<strong>en</strong>. heeft de verzekerde het<br />

recht deze naar eig<strong>en</strong> keuze aan de<br />

wijz<strong>en</strong>.' Eiser heeft e<strong>en</strong> geschil met<br />

zijn werkgever <strong>en</strong> wil dit geschil<br />

voorlegg<strong>en</strong> aan de kantonrechter.<br />

Eiser meldt dit geschil bijDAS <strong>en</strong><br />

verzoekt DAS dekking voor de<br />

kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> door hemzelf gekoz<strong>en</strong><br />

advocaat. DAS geeft aan dekking<br />

te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> door middel van<br />

rechtsbijstand van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> werknemer<br />

van DAS. DAS biedt ge<strong>en</strong><br />

dekking voor de kost<strong>en</strong> van de door<br />

eiser gekoz<strong>en</strong> advocaat.<br />

Eiser heeft in kort geding gevorderd<br />

dat DAS de kost<strong>en</strong> van de door eiser<br />

gekoz<strong>en</strong> advocaat di<strong>en</strong>t te vergoed<strong>en</strong>.<br />

De voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter heeft<br />

de vordering afgewez<strong>en</strong>. Het hof<br />

heeft het vormis van de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter<br />

bekrachtigd. Het hof<br />

176<br />

Tijdschrift aoor de <strong>Proces</strong>praktijk 2012-6


overweegt daartoe dat het recht op<br />

vrije advocaatkeuze niet reeds ontstaat<br />

door het besluit om e<strong>en</strong> procedure<br />

te voer<strong>en</strong> maar dat daarvoor<br />

oot nodig is het besluit van de<br />

rechtsbijstandsverzekeraar dat de<br />

zaak niet door e<strong>en</strong> werknemer van<br />

die verzekeraar wordt verricht maar<br />

door e<strong>en</strong> externe rechtshulpverl<strong>en</strong>er.<br />

Van belang is artikel 4:67 Wft datis<br />

gebaseerd op artikel 4 van de richtlijn<br />

van 22 juni 1987 betreff<strong>en</strong>de de<br />

coördinatie van e<strong>en</strong> rechtsbijstandsverzekering<br />

(87 l344lEEG). Voor zover<br />

relevant bepaalt dit artikel dat<br />

de voorwaard<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> rechtsbijstandsverzekering<br />

uitdrukkelijk<br />

moet<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> dat de verzekerde<br />

vrij is om'e<strong>en</strong> advocaat of andere<br />

persoon die volg<strong>en</strong>s het nationale<br />

recht gekwalificeerd is' te kiez<strong>en</strong><br />

indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zodanige persoon'wordt<br />

gevraagd de belang<strong>en</strong> van de verzekerde<br />

in e<strong>en</strong> gerechtelijke of administratieve<br />

procedure te verdedig<strong>en</strong>'.<br />

Van belang is wat wordt verstaan<br />

onder de woord<strong>en</strong>'wordt gevraagd'.<br />

De Hoge Raad overweegt dat de<br />

considerans van de richtliin zonder<br />

<strong>en</strong>ige beperking het belang van de<br />

verzekerde om zelf zljn advocaat te<br />

kiez<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal stelt. Daarnaast is<br />

van belang dat niet alle vertaling<strong>en</strong><br />

van de richtlijn de woord<strong>en</strong>'wordt<br />

gevraagd' gebruik<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong> voorstaande<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> is het volg<strong>en</strong>s de<br />

Hoge Raad verdedigbaar dat verzekerde<br />

het recht moet word<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong><br />

op e<strong>en</strong> vrije keuze van zijn<br />

rechtshulpverl<strong>en</strong>er indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> procedure<br />

wordt gevoerd. Maar daarteg<strong>en</strong>over<br />

staat dat de Hoge Raad niet<br />

zonder twijfel kan vaststell<strong>en</strong> dat<br />

de richtliin zou verhinder<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />

rechtsbij standsverzekeraar het recht<br />

op vrije keuze van e<strong>en</strong> advocaat<br />

beperkt tot het geval dat verzekeraar<br />

besluit de procedure uit te bested<strong>en</strong>.<br />

Gezi<strong>en</strong> het feit dat de<br />

rechtsbij standsverzekering wordt<br />

aangebod<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhoudingsgewijs<br />

lage premie, ligt bij e<strong>en</strong> vrije<br />

keuze van e<strong>en</strong> advocaat e<strong>en</strong> premiestijging<br />

voor de hand. De Hoge<br />

Raad oordeelt dat daarom sprake is<br />

van e<strong>en</strong> kwestie van evid<strong>en</strong>t maatschappelijk<br />

belang, die het stell<strong>en</strong><br />

van vrag<strong>en</strong> aan het Hof van Justitie<br />

rechtvaardigt.<br />

De Hoge Raad stelt daarom de volg<strong>en</strong>de<br />

prejudiciële vrag<strong>en</strong> aan het<br />

Hof van ]ustitie:<br />

'L.Laat art. 4lid 1 van Richtlijn<br />

87l344lEEG toe dat e<strong>en</strong> rechtsbijstandsverzekeraar<br />

die in zijn poÌiss<strong>en</strong><br />

regelt dat rechtsbijstand in gerechtelijke<br />

of administratieve procedures<br />

in beginsel zal word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d<br />

door werknemers van de<br />

verzekeraar, tev<strong>en</strong>s nog bedingt dat<br />

de kost<strong>en</strong> van rechtsbijstand van<br />

e<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> verzekerde vrij gekoz<strong>en</strong><br />

advocaat of rechtsbijstandverl<strong>en</strong>er<br />

slechts onder de dekking vall<strong>en</strong><br />

indi<strong>en</strong> de verzekeraar van m<strong>en</strong>ing<br />

is dat de behandeling van de zaak<br />

aan e<strong>en</strong> externe rechtshulpverl<strong>en</strong>er<br />

moet word<strong>en</strong> uitbesteed<br />

2. Maakthet voor de beantwoording<br />

van de eerste vraag verschil of voor<br />

de desbetreff<strong>en</strong>de gerechtelijke of<br />

administratieve procedure rechtsbii<br />

stand wel of niet verplicht is'<br />

HR 5 oktobet 2012, t/N 8W8307<br />

Delata heeft met (de rechtsvoorganger<br />

van) Tyco e<strong>en</strong> softwareovere<strong>en</strong>komst<br />

geslot<strong>en</strong>. Deze overe<strong>en</strong>komst<br />

houdt onder andere in dat Delata<br />

minimaal twee keer per jaar e<strong>en</strong><br />

update van de software zou lever<strong>en</strong><br />

aan Tyco <strong>en</strong> dat Tyco jaarlijks e<strong>en</strong><br />

bedrag betaalt voor de in dat jaar te<br />

verl<strong>en</strong><strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong><br />

is e<strong>en</strong> geschil ontstaan over het feit<br />

dat Delata na 2006 ge<strong>en</strong> software<br />

updates meer heeft geleverd aan<br />

Tyco <strong>en</strong> dat Tyco niet heeft betaald<br />

voor 2007. Tyco heeft vervolg<strong>en</strong>s de<br />

overe<strong>en</strong>komst ontbond<strong>en</strong>.<br />

Delata heeft bij de rechtbank gevorderd<br />

Tyco te veroordel<strong>en</strong> tot betaling<br />

van het overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> jaarlijkse<br />

servicebedrag. De rechtbank<br />

heeft deze vordering afgewez<strong>en</strong><br />

onder meer op de grond dat het beroep<br />

van Tyco op ontbinding van<br />

de softwareovere<strong>en</strong>komst slaagt.<br />

Het hof heeft het vonnis van de<br />

rechtbank vemietigd <strong>en</strong> Tyco veroordeeld<br />

tot betaling van e<strong>en</strong> bedrag<br />

van € 68 267 : Ty co heeft niet binn<strong>en</strong><br />

bekwame tijd na ontdekking van<br />

het tekortschiet<strong>en</strong> van Delata geklaagd<br />

(artikel 6:89 BW). Daarnaast<br />

is volg<strong>en</strong>s het hof ge<strong>en</strong> sprake van<br />

e<strong>en</strong> tekortkoming over het j aar 2006,<br />

zodat Tyco niet bevoegd was de<br />

betaling op te schort<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet aan<br />

de vereist<strong>en</strong> voor ontbinding was<br />

voldaan. Tot slot kwam Tyco ge<strong>en</strong><br />

beroep toe op de onzekerheidsexceptie<br />

van artikel 6:263lid 1 BW nu<br />

Tyco op het mom<strong>en</strong>t dal zij zich<br />

hierop beriep, zelf in verzuim verkeerde<br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de betaline<br />

van die factuur.<br />

De Hoge Raad oordeelt dat ingevolge<br />

artikel 6:263lid 1 BW de partij<br />

die verplicht is het eerst te prester<strong>en</strong>,<br />

niettemin bevoegd is de nakoming<br />

van haar verbint<strong>en</strong>is op te<br />

schort<strong>en</strong>. indi<strong>en</strong> na het sluit<strong>en</strong> van<br />

de overe<strong>en</strong>komst te harer k<strong>en</strong>nis<br />

gekom<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> haar<br />

goede grond gev<strong>en</strong> te vrez<strong>en</strong> dat de<br />

wederpartij haar daarteg<strong>en</strong>over<br />

staande verplichting<strong>en</strong> niet zal nakom<strong>en</strong>.<br />

Tyco heeft aangevoerd dat<br />

zij de factuur over 2007 ondanks de<br />

overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> betalingstermijn<br />

niet hoefde te voldoery omdat zij<br />

goede grond had te vrez<strong>en</strong> dat Delata<br />

haar verplichting<strong>en</strong> niet zou<br />

nakom<strong>en</strong>. Het dealercontract tuss<strong>en</strong><br />

Delata <strong>en</strong> Autec was immers per 1<br />

januari 2007 beëindigd, zodat Delata<br />

niet langer toegang had tot de software-updates.<br />

Hethof heeftde door<br />

Tyco gestelde vrees gegrond bevond<strong>en</strong>,<br />

hetge<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de Hoge Raad<br />

meebr<strong>en</strong>gt dat Tyco ingevolge artikeI6:263lid<br />

1 BW niet binn<strong>en</strong> de<br />

overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> termijn behoefde<br />

te betal<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich daartoe - ook<br />

voor het eerst na het verstrijk<strong>en</strong> van<br />

die termijn - kon beroepçn op haar<br />

in dit artikel bedoelde opschortingsrecht.<br />

De Hoge Raad vemietigt<br />

derhalve het arrest van het hof.<br />

De Hoge Raad oordeelt tev<strong>en</strong>s dat<br />

e<strong>en</strong> ontbinding de partij<strong>en</strong> bevrijdt<br />

van de'daardoor getroff<strong>en</strong> verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>'<br />

<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> partij door de<br />

ontbinding van de overe<strong>en</strong>komst<br />

ook over e<strong>en</strong> reeds verstrek<strong>en</strong> periode<br />

van haar verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> kan<br />

word<strong>en</strong> bevrijd (artikel 6:2778W).<br />

Literatuur<br />

P. Meije¡, 'Passagiersrecht<strong>en</strong> in het<br />

luchtvervoer: erop of erond er', TaC<br />

2012-4<br />

Ruim zev<strong>en</strong> jaar is verstrek<strong>en</strong> sinds<br />

de Verord<strong>en</strong>ing (EG) nr.26U2004<br />

betreff<strong>en</strong>de oneerlijke handelspraktijk<strong>en</strong><br />

van luchtvaartmaatschappij<strong>en</strong><br />

in werking trad op ll februari 2004.<br />

Binn<strong>en</strong> afzi<strong>en</strong>bare termijn zal het<br />

Hof van ]ustitie e<strong>en</strong> uitspraak do<strong>en</strong><br />

die van groot belang zal zijnvoor<br />

de toekomst van de recht<strong>en</strong> van<br />

vliegtuigpassagiers. [:r deze bijdrage<br />

geeft de auteur mede aan de hand<br />

van de eig<strong>en</strong> praktijk van passagiersclaims<br />

e<strong>en</strong> overzicht van de ontwikkeling<strong>en</strong><br />

over de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>.<br />

Tijdschrift ooor de <strong>Proces</strong>praktijk 20L2-6<br />

177


Kuipers & F.P. Sickinghe,'Autoriteit<br />

Consum<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Markt: De grote<br />

visvijver voor de overheid' , Mediaforuq,<br />

2012-9, p. 280-285<br />

Met de Autoriteit Consum<strong>en</strong>r <strong>en</strong><br />

Markt (ACM) wordt per l januari<br />

2013 e<strong>en</strong> supertoezichthouder in het<br />

lev<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong> met vergaande bevoegdhed<strong>en</strong><br />

betreff<strong>en</strong>de het gebruik<br />

<strong>en</strong> de uitwisseling van gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />

inlichtin g<strong>en</strong> over onderneming<strong>en</strong>.<br />

Terwijl t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van (de uitbreiding<br />

van) de overige bevoegdhed<strong>en</strong><br />

van deACM e<strong>en</strong>uitgebreide consultatie<br />

heeft plaatsgevond<strong>en</strong>, word<strong>en</strong><br />

de bevoegdhed<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t het gebruik<br />

<strong>en</strong> de uitwisseling van gegev<strong>en</strong>s<br />

binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de ACM met<br />

de Instellingswet haast onopgemerkt<br />

van kracht, zonder dat er<br />

sprake is van juridische waarborg<strong>en</strong><br />

voor onderneming<strong>en</strong>. De auteurs<br />

gaan in op de mogelijkhed<strong>en</strong> tot<br />

aanvulling van artikel T lid 3 onderdeel<br />

c Instellingswet met juridische<br />

waarborg<strong>en</strong>.<br />

uit van het vertrekpunt dat e<strong>en</strong> ingebrekestelling<br />

noodzakelijk is om<br />

verzuim te do<strong>en</strong> intred<strong>en</strong>. Wat zijn<br />

dan de aan die ingebrekestelling te<br />

stell<strong>en</strong> eis<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet aan die eis<strong>en</strong><br />

strak de hand word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />

Op die vrag<strong>en</strong> wordt ingegaan aan<br />

de hand van met name de feit<strong>en</strong>rechtspraak<br />

van de laatste (ruim)<br />

twee iaar.<br />

S. Kok<br />

<strong>CMS</strong> <strong>Derks</strong> <strong>Star</strong> Busmann<br />

A.J. Akkermans & Chr.H. van Diiþ<br />

'Proportionele aansprakeliikheid,<br />

omkeringsre gel, bewij slastverlichting<br />

<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> schuld: e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie<br />

van de stand van zak<strong>en</strong>',<br />

AV€¡S 2072-s<br />

Het arrest FortislBourgonje roept de<br />

vraag op wanneer proportionele<br />

aansprakelijkheid wel of niet toelaatbaar<br />

is. Uit de rechtspraak over dit<br />

onderwerp blijkt de nauwe verwev<strong>en</strong>heid<br />

met andere leerstukk<strong>en</strong><br />

zoals het bewijs van causaal verband,<br />

de omkeringsregel <strong>en</strong> de<br />

'eig<strong>en</strong> schuld'van artikel 6:101 BW.<br />

Wie zoektnaar algem<strong>en</strong>e lijn<strong>en</strong> voor<br />

de toepasselijkheid van het <strong>en</strong>e dan<br />

wei het andere leerstuk, moet concluder<strong>en</strong><br />

dat de rechtspraak van de<br />

Hoge Raad de nodige vrag<strong>en</strong> op<strong>en</strong>laat.<br />

In dit artikel wordt de stand<br />

van zak<strong>en</strong> geinv<strong>en</strong>tariseerd <strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele suggesties gedaan<br />

voor e<strong>en</strong> nadere systematisering<br />

van dit terrein.<br />

H.J.S.M. Langbroek,'De ingebrekestelling:<br />

e<strong>en</strong> nieuwe update',<br />

oRP20t2-6<br />

Is nakoming niet blijv<strong>en</strong>d onmogelijk,<br />

dan is de in artikel 6:748W<br />

neergelegde regel eerst van toepassing<br />

wanneer de schuld<strong>en</strong>aar in<br />

verzuim is. De bevoegdheid e<strong>en</strong><br />

overe<strong>en</strong>komst te ontbind<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> tekortkoming in de nakoming<br />

ontstaat ook pas wanneer de schuld<strong>en</strong>aar<br />

in verzuim is. De auteur qaat<br />

178

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!