14.11.2014 Views

Jurisprudentie Sport en Recht

Jurisprudentie Sport en Recht

Jurisprudentie Sport en Recht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

M.I. VAN DIJK EN J. POTHARST<br />

<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT<br />

Rb. Dordrecht (vzr.) 29 december 2011<br />

LJN BU9154 (Geluidsoverlast door voetbalver<strong>en</strong>iging)<br />

Inleiding<br />

X is sinds 2004 eig<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> bewoner van e<strong>en</strong> woning in<br />

Dordrecht. De zij- <strong>en</strong> achtertuin van het perceel gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong><br />

aan het sportcomplex van voetbalver<strong>en</strong>iging <strong>Sport</strong>club<br />

O.S.S. Merwesteyn Combinatie (s.c. OMC). In het najaar<br />

van 2009 is op het direct aan de woning van X gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de<br />

deel van de aan s.c. OMC verhuurde voetbalveld<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

kunstgrasveld aangelegd. In opdracht van X heeft AV-<br />

Consulting B.V. geluidsmeting<strong>en</strong> ter plaatse van zijn<br />

woning verricht, waarvan op 8 november 2011 rapport<br />

is uitgebracht. De Omgevingsdi<strong>en</strong>st Zuid-Holland Zuid<br />

heeft op 9 februari, 8 maart <strong>en</strong> 7 november 2011 in de<br />

tuin, direct naast de gevel van de woning van X meting<strong>en</strong><br />

verricht. Uit dit onderzoek bleek dat er sprake is van e<strong>en</strong><br />

relatief hoge geluidsbelasting op de gevel van de woning,<br />

als gevolg van e<strong>en</strong> reguliere voetbaltraining op het<br />

kunstgrasveld van s.c. OMC. Dit geluidsniveau kan als<br />

hinderlijk word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal daarmee het wooncomfort<br />

aantast<strong>en</strong>. Als gevolg van balcontact<strong>en</strong> wordt de<br />

geluidsbelasting – met als reguliere gr<strong>en</strong>swaarde van 45<br />

dB – in de avondperiode overschred<strong>en</strong> met 3 dB. Omdat<br />

in het totaal van de geluid<strong>en</strong> als gevolg van de sportactiviteit<strong>en</strong><br />

het stemgeluid van spelers <strong>en</strong> trainers niet precies<br />

valt te scheid<strong>en</strong>, wordt geadviseerd door middel<br />

van maatwerkvoorschrift<strong>en</strong> de mate van overlast te beperk<strong>en</strong>.<br />

Hierbij kan word<strong>en</strong> gedacht aan voorschrift<strong>en</strong><br />

waarin de gebruiksduur van het kunstgrasveld zal word<strong>en</strong><br />

beperkt, het plaats<strong>en</strong> van geluidsscherm<strong>en</strong> of e<strong>en</strong><br />

combinatie van beperking<strong>en</strong>.<br />

X vordert in kort geding s.c. OMC te gebied<strong>en</strong> om tot 1<br />

januari 2013 het gebruik van het kunstgrasveld te beperk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> wel zodanig dat het kunstgrasveld voor training<strong>en</strong><br />

uitsluit<strong>en</strong>d nog wordt gebruikt op doordeweekse dag<strong>en</strong><br />

tot maximaal 20.30 uur <strong>en</strong> erop toe te zi<strong>en</strong> dat het gebruik<br />

van het kunstgrasveld gedur<strong>en</strong>de het weekeinde<br />

wordt beperkt tot het spel<strong>en</strong> van wedstrijd<strong>en</strong>, inspeeltijd<br />

voor de wedstrijdspelers van maximaal 30 minut<strong>en</strong><br />

daaronder begrep<strong>en</strong>.<br />

Beoordeling<br />

Bij tuss<strong>en</strong>vonnis in kort geding van 18 augustus 2011 is<br />

– sam<strong>en</strong>gevat – overwog<strong>en</strong> dat aannemelijk is dat de<br />

gr<strong>en</strong>s van hetge<strong>en</strong> X heeft te duld<strong>en</strong> bereikt kan zijn. De<br />

procedure is, in afwachting van het effect van e<strong>en</strong> aantal<br />

maatregel<strong>en</strong> die deels kort daarvoor war<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

deels nog uitgevoerd di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>, aangehoud<strong>en</strong>.<br />

De voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter overweegt dat aannemelijk is<br />

dat de gr<strong>en</strong>s van hetge<strong>en</strong> X heeft te duld<strong>en</strong>, bereikt kan<br />

zijn. S.c. OMC heeft e<strong>en</strong> aantal maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om<br />

de geluidsoverlast teg<strong>en</strong> te gaan. Niet ter discussie staat<br />

dat van die maatregel<strong>en</strong> het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de bestelde<br />

rubbers op de hekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwijder<strong>en</strong> van reclamebord<strong>en</strong><br />

aan de zijde van het kunstgrasveld, dat gr<strong>en</strong>st<br />

aan de woning van X, daadwerkelijk zijn uitgevoerd.<br />

Aannemelijk is voorts dat s.c. OMC ter uitvoering van<br />

het vastzett<strong>en</strong> van verplaatsbare doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> het toezi<strong>en</strong><br />

op het niet betred<strong>en</strong> van het kunstgrasveld voor onbevoegd<strong>en</strong><br />

datg<strong>en</strong>e heeft gedaan wat in redelijkheid van<br />

haar mag word<strong>en</strong> verwacht.<br />

Door X zijn diverse op zaterdag<strong>en</strong> <strong>en</strong> zondag<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

foto’s overgelegd waarop is te zi<strong>en</strong> dat op het kunstgrasveld<br />

wordt gespeeld, terwijl er ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong><br />

wedstrijd op dat veld. Hieruit volgt dat s.c. OMC er niet,<br />

althans onvoldo<strong>en</strong>de, op toe heeft gezi<strong>en</strong> dat het kunstgrasveld<br />

buit<strong>en</strong> de daarvoor geld<strong>en</strong>de trainings- <strong>en</strong><br />

speeltijd<strong>en</strong> niet wordt bespeeld.<br />

Overschrijding van de viger<strong>en</strong>de geluidsnorm<strong>en</strong> is in<br />

beginsel onrechtmatig jeg<strong>en</strong>s deg<strong>en</strong><strong>en</strong> te wier bescherming<br />

die geluidsnorm<strong>en</strong> zijn gegev<strong>en</strong>, zoals in dit geval<br />

omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, waaronder X. De vraag of hinder onrechtmatig<br />

is hangt af van de omstandighed<strong>en</strong> van het geval<br />

<strong>en</strong> relevante factor<strong>en</strong> daarbij zijn de aard van de hinder,<br />

de ernst van de hinder, de duur van de hinder, de toegebrachte<br />

schade <strong>en</strong> de omstandighed<strong>en</strong> waaronder de<br />

hinder plaatsvindt.<br />

Het door X overgelegde rapport van de Omgevingsdi<strong>en</strong>st<br />

Zuid-Holland Zuid <strong>en</strong> de daarin vervatte conclusies mak<strong>en</strong><br />

aannemelijk dat de balcontact<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de training<strong>en</strong><br />

in de avondur<strong>en</strong> (tuss<strong>en</strong> 19.00 <strong>en</strong> 23.00 uur) leid<strong>en</strong><br />

tot overschrijding van de geluidsnorm<strong>en</strong> met 3 dB (A).<br />

Het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de rubbers op de hekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verwijdering<br />

van reclamebord<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nelijk niet tot<br />

de gew<strong>en</strong>ste verbetering van de situatie geleid.<br />

26<br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1


<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

Op grond van het vor<strong>en</strong>staande is aannemelijk dat de<br />

verstoring van het leef- <strong>en</strong> woong<strong>en</strong>ot dat X op doordeweekse<br />

avond<strong>en</strong> door de geluidsoverlast vanaf het<br />

kunstgrasveld ondervindt de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het toelaatbare<br />

overschrijdt. De onrechtmatige hinder die X van het gebruik<br />

van het kunstgrasveld door s.c. OMC ondervindt,<br />

rechtvaardigt het treff<strong>en</strong> van ordemaatregel<strong>en</strong> in afwachting<br />

van de door de Omgevingsdi<strong>en</strong>t Zuid-Holland Zuid<br />

aangekondigde maatwerkvoorschrift<strong>en</strong>. De maatregel<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> voor de duur van één jaar. Die periode<br />

wordt voldo<strong>en</strong>de geacht voor het invoer<strong>en</strong> van maatwerkvoorschrift<strong>en</strong><br />

als g<strong>en</strong>oemd door de Omgevingsdi<strong>en</strong>t Zuid-<br />

Holland Zuid.<br />

Beslissing<br />

De voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter gebiedt s.c. OMC om tot 1 januari<br />

2013 het gebruik van het kunstgrasveld te beperk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> wel zodanig dat het kunstgrasveld voor training<strong>en</strong><br />

uitsluit<strong>en</strong>d nog wordt gebruikt op doordeweekse dag<strong>en</strong><br />

tot maximaal 20.30 uur <strong>en</strong> erop toe te zi<strong>en</strong> dat het gebruik<br />

van het kunstgrasveld gedur<strong>en</strong>de het weekeinde<br />

wordt beperkt tot het spel<strong>en</strong> van wedstrijd<strong>en</strong>, inspeeltijd<br />

voor de wedstrijdspelers van maximaal 30 minut<strong>en</strong><br />

daaronder begrep<strong>en</strong>, op straffe van verbeurte van e<strong>en</strong><br />

dwangsom van € 250 , zulks tot e<strong>en</strong> maximum van<br />

€ 10 000. Daarnaast wordt s.c. OMC veroordeeld in de<br />

proceskost<strong>en</strong>.<br />

Rb. Roermond 23 november 2011<br />

LJN BU5452 (Duikongeval)<br />

Inleiding<br />

In 2003 hebb<strong>en</strong> derti<strong>en</strong> led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> duikclub uit<br />

Vlaander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reis gemaakt naar Hurgada in Egypte.<br />

Nadat e<strong>en</strong> plaatselijke gids tijd<strong>en</strong>s de ongeveer e<strong>en</strong> half<br />

uur dur<strong>en</strong>de vaart e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e briefing aan alle duikers<br />

aan boord had gegev<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> de duikers duikploeg<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>gesteld. Eiser <strong>en</strong> X vormd<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duikploeg<br />

van twee man, waarbij X gelet op zijn grotere ervaring<br />

(350 duik<strong>en</strong>) zou optred<strong>en</strong> als duikleider. Eiser had e<strong>en</strong><br />

duikervaring van 169 duik<strong>en</strong>.<br />

Eiser <strong>en</strong> X hadd<strong>en</strong> afgesprok<strong>en</strong> dat zij naar e<strong>en</strong> diepte<br />

van 68 meter zoud<strong>en</strong> duik<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan weer naar bov<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> gaan. Het eerste deel van de duik verliep overe<strong>en</strong>komstig<br />

de gemaakte afsprak<strong>en</strong>. Op 68 meter diepte<br />

reageerde X echter – mogelijk in verband met e<strong>en</strong> stikstofnarcose<br />

– niet meer op signal<strong>en</strong> van eiser <strong>en</strong> bleef<br />

hij verder afdal<strong>en</strong>. Eiser is X daarop achterna gedok<strong>en</strong><br />

tot zij e<strong>en</strong> diepte van 89 meter hadd<strong>en</strong> bereikt.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> verticale stijging ingezet. Er<br />

vond e<strong>en</strong> stijging plaats van 13 meter per minuut tot<br />

e<strong>en</strong> diepte van 72 meter. Op die diepte heeft X door<br />

middel van het daarvoor bestemde duikerstek<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong><br />

dat hij ge<strong>en</strong> lucht meer had in zijn luchtfles,<br />

waarop eiser zijn luchtvoorraad met X is gaan del<strong>en</strong>.<br />

Vanaf die diepte zijn beide met e<strong>en</strong> snelheid van circa<br />

35 meter per minuut in ongeveer 2 minut<strong>en</strong> naar de<br />

wateroppervlakte gesteg<strong>en</strong>. Als gevolg van dit duikincid<strong>en</strong>t<br />

heeft eiser e<strong>en</strong> partiële dwarslaesie opgelop<strong>en</strong>. Eiser<br />

vordert in deze procedure schadevergoeding van X <strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>s aansprakelijkheidsverzekeraar Reaal Schadeverzekering<strong>en</strong><br />

N.V.<br />

Beoordeling<br />

Eiser heeft zijn vordering onder meer gebaseerd op<br />

zaakwaarneming (artikel 6:198 BW). Vaststaat dat er<br />

sprake was van e<strong>en</strong> noodsituatie onder water: X was,<br />

terwijl hij zich op e<strong>en</strong> grote diepte onder water bevond,<br />

onder mogelijke invloed van e<strong>en</strong> stikstofnarcose <strong>en</strong><br />

handelde niet adequaat. Ondanks de afsprak<strong>en</strong> daarover<br />

reageerde hij niet op signal<strong>en</strong> <strong>en</strong> bleef hij afdal<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s<br />

beschikte hij niet meer over (voldo<strong>en</strong>de) ademlucht<br />

voor e<strong>en</strong> – noodzakelijke – gecontroleerde opstijging.<br />

Eiser heeft vervolg<strong>en</strong>s de belang<strong>en</strong> van X waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>:<br />

hij is X achterna gedok<strong>en</strong>, heeft hem voorzi<strong>en</strong><br />

van ademlucht <strong>en</strong> heeft hem vervolg<strong>en</strong>s naar de oppervlakte<br />

gebracht. Daarmee heeft eiser X gered uit e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sgevaarlijke<br />

situatie <strong>en</strong> heeft hij aldus onverplicht,<br />

will<strong>en</strong>s <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>s <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> redelijke grond de belang<strong>en</strong><br />

van X waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Nu door X is erk<strong>en</strong>d dat de redding<br />

met zijn instemming (<strong>en</strong> daarmee niet teg<strong>en</strong> zijn wil) is<br />

geschied, is naar het oordeel van de rechtbank voldaan<br />

aan alle vereist<strong>en</strong> zoals die voor zaakwaarneming geld<strong>en</strong>.<br />

Op grond van artikel 6:200 BW is X gehoud<strong>en</strong> de schade<br />

van eiser te vergoed<strong>en</strong>, die deze als gevolg van de<br />

waarneming heeft geled<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de rechtbank staat<br />

vast dat het letsel van eiser het gevolg is van de snelle<br />

opstijging vanwege de redding van X door eiser, zodat<br />

sprake is van e<strong>en</strong> causaal verband tuss<strong>en</strong> de zaakwaarneming<br />

<strong>en</strong> het letsel van eiser.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s beoordeelt de rechtbank of Reaal <strong>en</strong> X gehoud<strong>en</strong><br />

zijn de (volledige) schade van eiser te vergoed<strong>en</strong>. X<br />

<strong>en</strong> Reaal hebb<strong>en</strong> onder meer aangevoerd dat eiser afstand<br />

heeft gedaan van schadevergoeding, omdat in het veiligheidsreglem<strong>en</strong>t<br />

van Nelos vzw – de overkoepel<strong>en</strong>de organisatie<br />

van duikver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> – staat dat<br />

het duik<strong>en</strong> geheel voor eig<strong>en</strong> risico geschiedt. Deze<br />

stelling treft naar het oordeel van de rechtbank ge<strong>en</strong><br />

doel, nu het letsel van eiser ge<strong>en</strong> gevolg is van het <strong>en</strong>kele<br />

mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> duik (met de ev<strong>en</strong>tuele risico’s die aan<br />

sport verbond<strong>en</strong> zijn), maar van het redd<strong>en</strong> van X uit<br />

e<strong>en</strong> voor deze lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de situatie.<br />

Het beroep van X <strong>en</strong> Reaal op de eig<strong>en</strong> schuld van eiser<br />

(artikel 6:101 BW) gaat naar het oordeel van de rechtbank<br />

wel op. Eiser <strong>en</strong> X hadd<strong>en</strong> afgesprok<strong>en</strong> om te duik<strong>en</strong> naar<br />

e<strong>en</strong> diepte van 68 meter. Door X is onweersprok<strong>en</strong> gesteld<br />

dat ingevolge de door de Egyptische Duikfederatie<br />

uitgevaardigde veiligheidsregels in Egypte niet dieper<br />

gedok<strong>en</strong> mag word<strong>en</strong> dan 40 meter. Naar het oordeel<br />

van de rechtbank hadd<strong>en</strong> zowel X als eiser daarmee, gezi<strong>en</strong><br />

hun opleidingsniveau <strong>en</strong> het aantal duik<strong>en</strong> dat zij<br />

reeds gemaakt hadd<strong>en</strong>, bek<strong>en</strong>d behor<strong>en</strong> te zijn. Het<br />

plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> duik naar e<strong>en</strong> diepte van<br />

68 meter is naar het oordeel van de rechtbank dan ook<br />

in strijd met alle veiligheidsregels. Duikers kunn<strong>en</strong> ver-<br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1<br />

27


<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

der vanaf e<strong>en</strong> bepaalde diepte stikstofnarcose krijg<strong>en</strong>,<br />

waardoor e<strong>en</strong> toestand van bedwelming, algehele versuffing<br />

<strong>en</strong> verlies van realiteitszin ontstaat. Daar komt bij<br />

dat het in de duikwereld e<strong>en</strong> feit van algem<strong>en</strong>e bek<strong>en</strong>dheid<br />

is dat e<strong>en</strong> tank met ‘normale’ lucht (waarmee de<br />

tanks van de twee duikers gevuld war<strong>en</strong>) vanaf e<strong>en</strong> bepaalde<br />

diepte toxisch kan word<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong> deze achtergrond<br />

hebb<strong>en</strong> zowel X als eiser zich – door met normale<br />

lucht te duik<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> diepte van 68 meter – naar het<br />

oordeel van de rechtbank bewust overgegev<strong>en</strong> aan geme<strong>en</strong>schappelijk<br />

specifiek gevaarzett<strong>en</strong>d gedrag <strong>en</strong> is<br />

de rechtbank van oordeel dat de tot de schade bijdrag<strong>en</strong>de<br />

omstandighed<strong>en</strong> voor 50% aan ieder van beide is toe<br />

te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Beslissing<br />

De rechtbank laat de partij<strong>en</strong> toe zich uit te lat<strong>en</strong> over<br />

de hoogte van de door eiser geled<strong>en</strong> schade <strong>en</strong> houdt<br />

iedere verdere beslissing aan.<br />

HR 28 oktober 2011<br />

LJN BQ2324 (Stud<strong>en</strong>te/ROC)<br />

Inleiding<br />

E<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>te heeft in het jaar 2005 e<strong>en</strong> opleiding administratief<br />

juridisch medewerker gevolgd bij het ROC. Het<br />

ROC <strong>en</strong> de stud<strong>en</strong>te hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderwijsovere<strong>en</strong>komst<br />

geslot<strong>en</strong>, waarin met betrekking tot de inrichting van<br />

het onderwijs is verwez<strong>en</strong> naar de onderwijs- <strong>en</strong> exam<strong>en</strong>regeling<br />

van het ROC (‘OER’). In de OER is bepaald dat<br />

het ROC e<strong>en</strong> ongevall<strong>en</strong>verzekering t<strong>en</strong> behoeve van zijn<br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> afsluit, die onder meer van kracht zal zijn<br />

tijd<strong>en</strong>s het deelnem<strong>en</strong> aan activiteit<strong>en</strong> of bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>,<br />

uitgaande van de school.<br />

Tijd<strong>en</strong>s de studie heeft de stud<strong>en</strong>te deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan<br />

e<strong>en</strong> in opdracht van het ROC georganiseerde kartwedstrijd.<br />

Deelnemers ontving<strong>en</strong> daarvoor studiepunt<strong>en</strong>. De<br />

stud<strong>en</strong>te is tijd<strong>en</strong>s het bestur<strong>en</strong> van de kart uit de bocht<br />

gevlog<strong>en</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vangrail gebotst, waarbij zij beide<br />

<strong>en</strong>kels heeft gebrok<strong>en</strong>.<br />

De ongevall<strong>en</strong>verzekeraar heeft dekking geweigerd op<br />

grond van artikel 3 van de polisvoorwaard<strong>en</strong>. Daarin is<br />

bepaald dat de verzekeraar niet tot uitkering gehoud<strong>en</strong><br />

is indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ongeval plaatsvindt bij deelname aan e<strong>en</strong><br />

snelheidswedstrijd met motorrijtuig<strong>en</strong>, motorvaartuig<strong>en</strong>,<br />

bromfiets<strong>en</strong>, (motor)rijwiel<strong>en</strong>. De stud<strong>en</strong>te heeft vervolg<strong>en</strong>s<br />

het ROC voor haar schade aansprakelijk gesteld.<br />

De rechtbank heeft voor recht verklaard dat het ROC<br />

onrechtmatig teg<strong>en</strong>over de stud<strong>en</strong>te heeft gehandeld.<br />

Teg<strong>en</strong> die uitspraak is het ROC in hoger beroep gegaan.<br />

In die hogerberoepsprocedure was volg<strong>en</strong>s het hof <strong>en</strong>kel<br />

nog de vraag aan de orde of het ROC in strijd met de<br />

onderwijsovere<strong>en</strong>komst of onrechtmatig heeft gehandeld<br />

doordat de stud<strong>en</strong>te ge<strong>en</strong> uitkering heeft gekreg<strong>en</strong> van<br />

de ongevall<strong>en</strong>verzekeraar. Het hof heeft vastgesteld dat<br />

het ROC op zich overe<strong>en</strong>komstig artikel 13 OER e<strong>en</strong> ongevall<strong>en</strong>verzekering<br />

heeft afgeslot<strong>en</strong>. Die ongevall<strong>en</strong>verzekeraar<br />

heeft in dit geval echter ge<strong>en</strong> dekking gebod<strong>en</strong>.<br />

Het hof stelt vast dat van algem<strong>en</strong>e bek<strong>en</strong>dheid is dat<br />

ongevall<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitsluiting<strong>en</strong><br />

van de dekking hebb<strong>en</strong>, in het bijzonder bij risicovolle<br />

activiteit<strong>en</strong>. Verder acht het hof van belang dat de ongevall<strong>en</strong>verzekering<br />

die het ROC heeft afgeslot<strong>en</strong> de meest<br />

uitgebreide is die door verzekeraars aan schol<strong>en</strong> wordt<br />

aangebod<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat de stud<strong>en</strong>te nooit heeft gevraagd<br />

naar de inhoud van de ongevall<strong>en</strong>verzekering. Teg<strong>en</strong><br />

deze achtergrond had de stud<strong>en</strong>te niet redelijkerwijs<br />

e<strong>en</strong> verdergaande dekking mog<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> dan die<br />

uit deze ongevall<strong>en</strong>verzekering voortvloeide.<br />

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vervolg<strong>en</strong>s<br />

vernietigd <strong>en</strong> de vordering<strong>en</strong> van de stud<strong>en</strong>te alsnog<br />

afgewez<strong>en</strong>. Hierteg<strong>en</strong> heeft de stud<strong>en</strong>te cassatie ingesteld.<br />

Beoordeling<br />

De stud<strong>en</strong>te heeft in cassatie t<strong>en</strong> eerste betoogd dat het<br />

hof de onderwijsovere<strong>en</strong>komst onjuist heeft uitgelegd.<br />

Verder had het hof volg<strong>en</strong>s de stud<strong>en</strong>te niet in zijn oordeel<br />

mog<strong>en</strong> betrekk<strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong> feit van algem<strong>en</strong>e bek<strong>en</strong>dheid<br />

zou zijn dat ongevall<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong> uitsluiting<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> voor risicovolle activiteit<strong>en</strong>, zeker nu het<br />

ROC zelf heeft verklaard dat het ervan uit was gegaan<br />

dat de afgeslot<strong>en</strong> verzekering ook voor deze activiteit<br />

dekking bood.<br />

De Hoge Raad me<strong>en</strong>t echter dat het hof de maatstaf voor<br />

de uitleg van de overe<strong>en</strong>komst niet heeft misk<strong>en</strong>d. De<br />

omstandigheid dat het ROC zelf in de waan verkeerde<br />

dat de afgeslot<strong>en</strong> verzekering in dit geval dekking zou<br />

verl<strong>en</strong><strong>en</strong>, heeft niet tot gevolg dat het hof niet ambtshalve<br />

in aanmerking had mog<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> dat van algem<strong>en</strong>e<br />

bek<strong>en</strong>dheid is dat ongevall<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong><br />

beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitsluiting<strong>en</strong> van de dekking<br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> bij risicovolle activiteit<strong>en</strong>.<br />

De stud<strong>en</strong>te heeft daarnaast betoogd dat het ROC e<strong>en</strong><br />

ongevall<strong>en</strong>verzekering had moet<strong>en</strong> afsluit<strong>en</strong> die bij activiteit<strong>en</strong><br />

als de onderhavige dekking zou bied<strong>en</strong> of het<br />

ROC anders aan haar of aan haar ouders had moet<strong>en</strong><br />

meedel<strong>en</strong> dat dekking voor deze activiteit ontbrak. Volg<strong>en</strong>s<br />

de stud<strong>en</strong>te zou deze verzekeringsplicht of waarschuwingsplicht<br />

mede voortvloei<strong>en</strong> uit het door het ROC<br />

gewekte vertrouw<strong>en</strong> dat het voor e<strong>en</strong> adequate verzekering<br />

had gezorgd.<br />

Ook deze klacht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verworp<strong>en</strong>. Het hof heeft geoordeeld<br />

dat de stud<strong>en</strong>te er op grond van artikel 13 OER<br />

niet op had mog<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> dat het ROC voor e<strong>en</strong><br />

verzekering zou zorg<strong>en</strong> die voor de onderhavige schade<br />

dekking zou verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijke verzekeringsplicht<br />

bestond volg<strong>en</strong>s het hof ev<strong>en</strong>min op grond van het gestelde<br />

door het ROC gewekte vertrouw<strong>en</strong>. Die oordel<strong>en</strong><br />

gev<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de Hoge Raad ge<strong>en</strong> blijk van e<strong>en</strong> onjuiste<br />

rechtsopvatting <strong>en</strong> behoefd<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nadere motivering.<br />

Daaraan voegt de Hoge Raad toe dat het ROC niet zonder<br />

meer gehoud<strong>en</strong> is om te zorg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ongevall<strong>en</strong>ver-<br />

28<br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1


<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

zekering die voor risicovolle activiteit<strong>en</strong> adequate dekking<br />

biedt, althans om aan zijn stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> duidelijk te<br />

mak<strong>en</strong> dat ge<strong>en</strong> verzekering is geslot<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> dergelijke<br />

dekking biedt. E<strong>en</strong> zo ver gaande zorgplicht kan niet<br />

word<strong>en</strong> aanvaard.<br />

Beslissing<br />

De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep.<br />

Commissie van Beroep Betaald Voetbal KNVB 22<br />

september 2011<br />

(K. Strootman)<br />

Inleiding<br />

De aanklager betaald voetbal heeft Kevin Strootman,<br />

speler van PSV, op 31 oktober 2011 t<strong>en</strong> laste gelegd dat<br />

hij zich tijd<strong>en</strong>s de op 29 oktober 2011 gespeelde wedstrijd<br />

FC Tw<strong>en</strong>te-PSV schuldig heeft gemaakt aan ernstig<br />

geme<strong>en</strong> spel jeg<strong>en</strong>s teg<strong>en</strong>speler Luuk de Jong.<br />

De aanklager heeft Strootman e<strong>en</strong> schikkingsvoorstel<br />

gedaan van twee wedstrijd<strong>en</strong> schorsing, waarvan één<br />

wedstrijd voorwaardelijk. Strootman heeft dit schikkingsvoorstel<br />

afgewez<strong>en</strong>.<br />

Op 1 november 2011 heeft de tuchtcommissie de zaak<br />

mondeling behandeld. Na deze mondelinge behandeling<br />

acht de tuchtcommissie bewez<strong>en</strong> dat Strootman zich<br />

schuldig heeft gemaakt aan ernstig geme<strong>en</strong> spel jeg<strong>en</strong>s<br />

teg<strong>en</strong>speler De Jong. Naar het oordeel van de tuchtcommissie<br />

is Strootman, nadat de bal door e<strong>en</strong> speler van<br />

FC Tw<strong>en</strong>te op de teg<strong>en</strong>speler werd ingespeeld, op felle<br />

wijze op zijn teg<strong>en</strong>speler ingekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft hij hierbij<br />

de teg<strong>en</strong>speler geraakt. Gelet op de uit de stukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> tvbeeld<strong>en</strong><br />

blijk<strong>en</strong>de felheid van de actie <strong>en</strong> de positie van<br />

beide spelers t<strong>en</strong> opzichte van de bal, heeft Strootman<br />

will<strong>en</strong>s <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>s het risico aanvaard dat hij zijn teg<strong>en</strong>speler<br />

al dan niet ernstig zou rak<strong>en</strong>. Met deze tackle<br />

heeft Strootman de veiligheid van De Jong ernstig in<br />

gevaar gebracht. De tuchtcommissie is dan ook van<br />

oordeel dat sprake is van ernstig geme<strong>en</strong> spel jeg<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>speler. Strootman is het niet e<strong>en</strong>s met dit oordeel<br />

<strong>en</strong> gaat in beroep.<br />

Beoordeling<br />

Strootman vecht de beslissing van de tuchtcommissie<br />

aan door te stell<strong>en</strong> dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt<br />

aan ernstig geme<strong>en</strong> spel. Strootman stelt dat de<br />

aanklager is uitgegaan van voorwaardelijk opzet aan de<br />

zijde van Strootman.<br />

Strootman stelt dat in de jurisprud<strong>en</strong>tie is uitgekristalliseerd<br />

wanneer e<strong>en</strong> tackle de veiligheid van de teg<strong>en</strong>speler<br />

in gevaar br<strong>en</strong>gt. De scheidsrechter heeft bij de<br />

tuchtrechter e<strong>en</strong> aantal gradaties aangegev<strong>en</strong>, variër<strong>en</strong>d<br />

van onvoorzichtig handel<strong>en</strong> tot buit<strong>en</strong>sporig handel<strong>en</strong><br />

waarbij de gezondheid van de teg<strong>en</strong>speler in gevaar<br />

wordt gebracht. Dit laatste levert e<strong>en</strong> rode kaart op.<br />

Strootman stelt zich op het standpunt dat er ge<strong>en</strong> sprake<br />

is geweest van buit<strong>en</strong>sporig handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de rode kaart<br />

dus onterecht is gegev<strong>en</strong>. Uit de hoogte van het schikkingsvoorstel<br />

blijkt volg<strong>en</strong>s Strootman dat de aanklager<br />

niet overtuigd was van de ernst van de overtreding.<br />

Daarnaast stelt Strootman dat in ge<strong>en</strong> van de in de bewez<strong>en</strong>verklaring<br />

aangehaalde verklaring<strong>en</strong> door de tuchtcommissie<br />

concreet is aangegev<strong>en</strong> hoe Strootman de<br />

gezondheid <strong>en</strong> veiligheid van zijn teg<strong>en</strong>speler in gevaar<br />

zou hebb<strong>en</strong> gebracht. Waarop de oordel<strong>en</strong> feitelijk zijn<br />

gebaseerd, is volg<strong>en</strong>s Strootman niet duidelijk.<br />

Tev<strong>en</strong>s heeft Strootman ter zitting van de tuchtcommissie<br />

verklaard dat hij zijn teg<strong>en</strong>speler op het mom<strong>en</strong>t van<br />

inzett<strong>en</strong> van zijn actie niet zag. Volg<strong>en</strong>s Strootman blijkt<br />

hieruit dat hij slechts de int<strong>en</strong>tie had om de bal te spel<strong>en</strong>.<br />

Strootman geeft aan dat hij zijn sliding wellicht onvoorzichtig<br />

of mogelijk zelfs wat onbesuisd heeft ingezet,<br />

maar dat van buit<strong>en</strong>sporigheid ge<strong>en</strong> sprake is geweest.<br />

Dit is ook in lijn met de verklaring van teg<strong>en</strong>speler De<br />

Jong. Hij me<strong>en</strong>t dat Strootman de bal trachtte te spel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dat hij per ongeluk werd getroff<strong>en</strong>.<br />

De commissie van beroep acht bewez<strong>en</strong> dat Strootman<br />

zich tijd<strong>en</strong>s de op 29 oktober 2011 gespeelde wedstrijd<br />

FC Tw<strong>en</strong>te-PSV schuldig heeft gemaakt aan ernstig geme<strong>en</strong><br />

spel jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>speler. Strootman heeft door<br />

het inzett<strong>en</strong> van zijn actie will<strong>en</strong>s <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>s het risico<br />

aanvaard dat hij zijn teg<strong>en</strong>speler ernstig zou rak<strong>en</strong>. Het<br />

verweer van Strootman dat ge<strong>en</strong> sprake is geweest van<br />

ernstig geme<strong>en</strong> spel jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>speler wordt derhalve<br />

verworp<strong>en</strong>.<br />

Strootman heeft aangevoerd dat hij niet de int<strong>en</strong>tie had<br />

om zijn teg<strong>en</strong>speler te blesser<strong>en</strong>. De commissie van beroep<br />

gaat ervan uit dat dit inderdaad niet zijn bedoeling<br />

was. Dat neemt echter niet weg dat Strootman e<strong>en</strong> tackle<br />

zodanig heeft uitgevoerd dat hij daarmee will<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />

wet<strong>en</strong>s het aanzi<strong>en</strong>lijke risico heeft g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat hij zijn<br />

teg<strong>en</strong>speler ernstig zou blesser<strong>en</strong> – <strong>en</strong> dat handel<strong>en</strong><br />

houdt reglem<strong>en</strong>tair ‘ernstig geme<strong>en</strong> spel’ in.<br />

Beslissing<br />

De commissie van beroep bevestigt de beslissing van de<br />

tuchtcommissie. Strootman wordt veroordeeld in de<br />

kost<strong>en</strong> van zowel eerste aanleg als beroep.<br />

ARBEIDSRECHT<br />

College van Arbiters KNVB 19 december 2011<br />

Nr. 1299 (Lag<strong>en</strong>dijk/Ntibazonkiza)<br />

Inleiding<br />

Ntibazonkiza <strong>en</strong> spelersmakelaar Lag<strong>en</strong>dijk hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

overe<strong>en</strong>komst geslot<strong>en</strong>. Daarin zijn zij overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong><br />

dat bij e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>tijds vertrek van Ntibazonkiza naar<br />

e<strong>en</strong> andere betaaldvoetbalorganisatie, Lag<strong>en</strong>dijk recht<br />

zou krijg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tage van de salarisuitkering<br />

aan Ntibazonkiza. Dit was e<strong>en</strong> onderdeel van de beloning<br />

voor de behartiging van de belang<strong>en</strong> van Ntibazonkiza<br />

bij de totstandkoming van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong><br />

Ntibazonkiza <strong>en</strong> N.E.C.<br />

Lag<strong>en</strong>dijk vordert van Ntibazonkiza e<strong>en</strong> bedrag van<br />

€ 25 000 in verband met deze overe<strong>en</strong>komst. Daarnaast<br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1<br />

29


<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

vordert Lag<strong>en</strong>dijk betaling van door Lag<strong>en</strong>dijk gemaakte<br />

kost<strong>en</strong>.<br />

Beoordeling<br />

Ntibazonkiza voert aan dat de overe<strong>en</strong>komst nietig is<br />

<strong>en</strong> hij het bedrag van € 25 000 daarom niet verschuldigd<br />

is. De Wet allocatie arbeidskracht<strong>en</strong> door intermediairs<br />

(WAADI) verbiedt dwing<strong>en</strong>d rechtelijk dat de arbeidsbemiddelaar<br />

van de voetballer waarvoor hij optreedt, e<strong>en</strong><br />

vergoeding vraagt.<br />

Volg<strong>en</strong>s de arbitragecommissie was hier inderdaad<br />

sprake van arbeidsbemiddeling. Het <strong>en</strong>kele feit dat e<strong>en</strong><br />

overe<strong>en</strong>komst niet in strijd is met <strong>en</strong>ige bepaling van de<br />

KNVB <strong>en</strong>/of FIFA – zoals door Lag<strong>en</strong>dijk betoogd – neemt<br />

de strijdigheid met e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d wettelijke bepaling <strong>en</strong><br />

de nietigheid van de overe<strong>en</strong>komst niet weg. Nu de vordering<br />

van Lag<strong>en</strong>dijk tot betaling van € 25 000 is gebaseerd<br />

op e<strong>en</strong> afspraak die in strijd is met e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d<br />

wettelijke bepaling, wordt deze door de arbitragecommissie<br />

afgewez<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de overige door Lag<strong>en</strong>dijk gevorderde<br />

kost<strong>en</strong> overweegt de arbitragecommissie dat e<strong>en</strong> deel<br />

van deze kost<strong>en</strong> onder artikel 5 van het spelersmakelaarscontract<br />

viel <strong>en</strong> dus werkzaamhed<strong>en</strong> betrof die door<br />

Ntibazonkiza di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong> terugbetaald. Ntibazonkiza<br />

stelt zich ev<strong>en</strong>wel op het standpunt dat in de relatie<br />

speler/spelersmakelaar het gebruikelijk was dat deze<br />

kost<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> betaald <strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong> door de spelersmakelaar.<br />

De arbitragecommissie deelt deze opvatting niet<br />

<strong>en</strong> wijst deze kost<strong>en</strong> toe.<br />

De overige gevorderde kost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de arbitragecommissie<br />

afgewez<strong>en</strong>. Als Lag<strong>en</strong>dijk bepaalde bedrag<strong>en</strong><br />

aan Ntibazonkiza zou hebb<strong>en</strong> voorgeschot<strong>en</strong>, had het<br />

op de weg van hem als professioneel operer<strong>en</strong>d spelersmakelaar<br />

geleg<strong>en</strong> om dat duidelijk vast te legg<strong>en</strong>, zodat<br />

hierover later ge<strong>en</strong> discussie zou kunn<strong>en</strong> ontstaan. Nu<br />

de gestelde afsprak<strong>en</strong> niet schriftelijk zijn vastgelegd,<br />

komt dit voor rek<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> risico van Lag<strong>en</strong>dijk.<br />

Melkert-regeling kom<strong>en</strong> te vervall<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong> nadi<strong>en</strong><br />

heeft de Geme<strong>en</strong>te Oss de subsidie naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> bijgesteld.<br />

In 2009 kwam de subsidie neer op iets minder dan<br />

80% van de loonkost<strong>en</strong> van werkneemster.<br />

Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y heeft na gerez<strong>en</strong> conflict<strong>en</strong> met<br />

X haar met ingang van 1 september 2009 op non-actief<br />

gesteld <strong>en</strong> verdere loonbetaling<strong>en</strong> gestaakt. Vervolg<strong>en</strong>s<br />

heeft de kantonrechter bij vonnis in kort geding<br />

Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y veroordeeld om X toe te lat<strong>en</strong><br />

de overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> te verricht<strong>en</strong>. Aan<br />

deze veroordeling heeft de kantonrechter e<strong>en</strong> dwangsom<br />

van € 250 per dag gekoppeld. Ter uitvoering van dat<br />

vonnis heeft Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y aangegev<strong>en</strong> dat X<br />

haar werkzaamhed<strong>en</strong> kon hervatt<strong>en</strong>, maar dan op e<strong>en</strong><br />

andere locatie. Nadat werkneemster zich – na sommaties<br />

– niet aan de afsprak<strong>en</strong> heeft gehoud<strong>en</strong>, heeft<br />

Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y haar op staande voet ontslag<strong>en</strong>.<br />

Verder heeft de heer Z, de voorzitter van Schermver<strong>en</strong>iging<br />

Zaal Y, op 23 september 2009 de schermver<strong>en</strong>iging<br />

ArgOss opgericht, waarbij zich e<strong>en</strong> groot aantal led<strong>en</strong><br />

van Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y heeft aangeslot<strong>en</strong>. Z is<br />

voorzitter, secretaris <strong>en</strong> p<strong>en</strong>ningmeester van ArgOss.<br />

Werkneemster heeft in rechte zowel van Schermver<strong>en</strong>iging<br />

Zaal Y als van ArgOss wedertewerkstelling gevorderd<br />

in de gymzaal waar zij eerder training<strong>en</strong> gaf <strong>en</strong> verder<br />

e<strong>en</strong> veroordeling tot betaling van loon <strong>en</strong> dwangsomm<strong>en</strong>.<br />

De kantonrechter heeft overwog<strong>en</strong> dat Schermver<strong>en</strong>iging<br />

Zaal Y ge<strong>en</strong> dwangsomm<strong>en</strong> verschuldigd was, omdat<br />

Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y door werkneemster de geleg<strong>en</strong>heid<br />

te bied<strong>en</strong> haar werkzaamhed<strong>en</strong> te hervatt<strong>en</strong>, voldaan<br />

had aan het vonnis in kort geding. Dat die werkzaamhed<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> andere gymzaal plaatsvond<strong>en</strong>, was niet aan<br />

Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y teg<strong>en</strong> te werp<strong>en</strong>, nu zij niet<br />

meer over die eerste gymzaal kon beschikk<strong>en</strong>. De kantonrechter<br />

heeft de arbeidsovere<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong><br />

Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y <strong>en</strong> werkneemster voorwaardelijk<br />

ontbond<strong>en</strong> met ingang van 1 mei 2010, zonder toek<strong>en</strong>ning<br />

van e<strong>en</strong> vergoeding.<br />

Beslissing<br />

De arbitragecommissie veroordeelt Ntibazonkiza tot<br />

betaling aan Lag<strong>en</strong>dijk van e<strong>en</strong> bedrag van € 4897,71,<br />

te vermeerder<strong>en</strong> met wettelijke r<strong>en</strong>te.<br />

Verder heeft de kantonrechter de vordering<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

ArgOss afgewez<strong>en</strong>. Het betoog van werkneemster dat<br />

sprake was van overgang van onderneming (artikel 7:662<br />

BW), is door de kantonrechter verworp<strong>en</strong>.<br />

Hof ’s-Hertog<strong>en</strong>bosch 6 december 2011<br />

LJN BU6885 (Overgang van onderneming)<br />

Inleiding<br />

Werkneemster is op 1 juni 1998 voor de duur van één<br />

jaar in di<strong>en</strong>st getred<strong>en</strong> van Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y.<br />

Werkneemster is door Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y in di<strong>en</strong>st<br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het kader van de Melkert I-regeling, wat<br />

meebracht dat de Geme<strong>en</strong>te Oss de volledige loonkost<strong>en</strong><br />

van werkneemster vergoedde.<br />

Op 26 mei 1999 is de arbeidsovere<strong>en</strong>komst omgezet in<br />

e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst voor onbepaalde tijd. In 2002 is de<br />

Beoordeling<br />

In hoger beroep grieft werkneemster teg<strong>en</strong> de afwijzing<br />

van de loonvordering op ArgOss. Werkneemster stelt dat<br />

uit e<strong>en</strong> groot aantal omstandighed<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> afgeleid<br />

dat ArgOss is aan te merk<strong>en</strong> als de onderneming<br />

naar wie de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> verplichting<strong>en</strong> uit de arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />

zijn overgegaan. Het hof ziet zich in het licht<br />

van deze grief voor de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> gesteld.<br />

a. Zijn de activiteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schermver<strong>en</strong>iging<br />

waarbij in dat kader schermtraining<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verzorgd<br />

door e<strong>en</strong> betaalde kracht aan te merk<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ‘onderneming’<br />

in de zin van artikel 7:662 e.v. BW?<br />

30<br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1


<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

b. Indi<strong>en</strong> dat het geval is, kan dan word<strong>en</strong> gezegd dat<br />

deze activiteit<strong>en</strong> door ArgOss zijn overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

zodanige wijze dat daarbij de id<strong>en</strong>titeit van de betrokk<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>heid bewaard is geblev<strong>en</strong>?<br />

Het hof stelt voorop dat de <strong>en</strong>kele omstandigheid dat<br />

e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging ge<strong>en</strong> winstoogmerk heeft, niet van belang<br />

is voor het antwoord op vraag a. Volg<strong>en</strong>s het hof is<br />

Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y aan te merk<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> organisatie<br />

(mede) gericht op het lever<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

zekere duurzaamheid. Als di<strong>en</strong>st is immers aan te merk<strong>en</strong><br />

het faciliter<strong>en</strong> van sportbeoef<strong>en</strong>aars door het ter<br />

beschikking stell<strong>en</strong> van material<strong>en</strong>, ruimtes <strong>en</strong> trainingsbegeleiding<br />

teg<strong>en</strong> betaling van e<strong>en</strong> vergoeding in de<br />

vorm van e<strong>en</strong> periodieke contributie. Niet van belang is<br />

voor welke juridische constellatie daarbij wordt gekoz<strong>en</strong><br />

– in dit geval e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging. Ev<strong>en</strong>min is van belang dat<br />

e<strong>en</strong> deel van de werkzaamhed<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging op<br />

vrijwillige basis geschiedt.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van vraag b acht het hof van belang dat de<br />

led<strong>en</strong> van ArgOss de beschikking krijg<strong>en</strong> over dezelfde<br />

schermzaal <strong>en</strong> hetzelfde materiaal als Schermver<strong>en</strong>iging<br />

Zaal Y. Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y heeft bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> feitelijk<br />

haar op de schermsport gerichte activiteit<strong>en</strong> beëindigd.<br />

En dit alles met slechts één doel: het buit<strong>en</strong>spel zett<strong>en</strong><br />

van werkneemster. Daarbij is opmerkelijk dat de voorzitter<br />

van Schermver<strong>en</strong>iging Zaal Y dezelfde is als de<br />

voorzitter van ArgOss <strong>en</strong> dat diezelfde persoon ook lid<br />

is van het bestuur van de stichting die eig<strong>en</strong>aresse is<br />

van de gymzaal. Dit alles leidt vooralsnog tot de conclusie<br />

dat er sprake is van e<strong>en</strong> overgang van onderneming<br />

als bedoeld in artikel 7:662 BW.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s komt de vraag aan de orde of daarmee ook<br />

de (gehele) loonvordering van werkneemster teg<strong>en</strong>over<br />

ArgOss voor toewijzing in aanmerking komt. Daarbij<br />

moet word<strong>en</strong> vastgesteld op welk mom<strong>en</strong>t de overgang<br />

van onderneming heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Nu ArgOss<br />

vanaf medio november 2009 feitelijk het gebruik van de<br />

zaal heeft verkreg<strong>en</strong>, gaat het hof voorshands uit van<br />

die datum. Dat leidt ertoe dat de loonvordering jeg<strong>en</strong>s<br />

ArgOss vanaf medio november 2009 toewijsbaar is.<br />

Beslissing<br />

Het hof veroordeelt ArgOss tot betaling aan werkneemster<br />

van loon tot de dag waarop het di<strong>en</strong>stverband<br />

rechtsgeldig zal zijn geëindigd.<br />

College van Arbiters KNVB 7 oktober 2011<br />

Nr. 1306 (Vier voetbalspelers/D.O.T.O.)<br />

Inleiding<br />

Vier spelers uit het eerste elftal van de voetbalver<strong>en</strong>iging<br />

D.O.T.O. hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst geslot<strong>en</strong> met<br />

de Stichting Amateurvoetbal Pernis voor de bepaalde<br />

duur van één jaar. T<strong>en</strong> tijde van de ondertek<strong>en</strong>ing van<br />

deze arbeidsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> was die Stichting Amateurvoetbal<br />

Pernis niet opgericht. Ev<strong>en</strong>min was daarover<br />

toestemming verkreg<strong>en</strong> van de algem<strong>en</strong>e led<strong>en</strong>vergadering<br />

van D.O.T.O. De Stichting Amateurvoetbal Pernis is<br />

uiteindelijk in juni 2010 opgericht.<br />

Nadat de spelers de eerste vier salarisbetaling<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />

ontvang<strong>en</strong>, zijn bij D.O.T.O. ernstige liquiditeitsproblem<strong>en</strong><br />

ontstaan. Hierdoor zijn verdere betaling<strong>en</strong> aan de<br />

spelers uitgeblev<strong>en</strong>. Begin april 2010 heeft de aanvoerder<br />

van het eerste team meegedeeld dat de spelers uit zijn<br />

team afstand ded<strong>en</strong> van betaling van het salaris over het<br />

rester<strong>en</strong>de deel van het seizo<strong>en</strong> 2010. Deze mededeling<br />

is ook op de door de aanvoerder gemaakte website <strong>en</strong><br />

later in de provinciale krant gepubliceerd.<br />

De vier spelers hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> arbitrageprocedure gestart<br />

teg<strong>en</strong> D.O.T.O. <strong>en</strong> de heer Hordijk, die de arbeidsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />

met de vier spelers nam<strong>en</strong>s de Stichting<br />

Amateurvoetbal Pernis heeft ondertek<strong>en</strong>d.<br />

Beoordeling<br />

De spelers stell<strong>en</strong> zich teg<strong>en</strong>over Hordijk op het standpunt<br />

dat hij onrechtmatig jeg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> heeft gehandeld<br />

door nam<strong>en</strong>s de Stichting Amateurvoetbal Pernis contract<strong>en</strong><br />

met de spelers te ondertek<strong>en</strong><strong>en</strong>, terwijl deze stichting<br />

nog niet bestond. De arbitragecommissie wijst deze<br />

vordering af. Dat vooruitlop<strong>en</strong>d op de oprichting van<br />

e<strong>en</strong> rechtspersoon rechtshandeling<strong>en</strong> nam<strong>en</strong>s die<br />

rechtspersoon word<strong>en</strong> verricht is niet onrechtmatig,<br />

t<strong>en</strong>zij sprake is van bijzondere omstandighed<strong>en</strong>. Dergelijke<br />

omstandighed<strong>en</strong> zijn hier niet gesteld of geblek<strong>en</strong>.<br />

Teg<strong>en</strong>over D.O.T.O. stell<strong>en</strong> de spelers zich op het<br />

standpunt dat niet de stichting maar D.O.T.O. als feitelijke<br />

contractspartij van de spelers is gaan optred<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

D.O.T.O. daarom gehoud<strong>en</strong> is tot betaling van de overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong><br />

vergoeding aan de spelers. De spelers<br />

word<strong>en</strong> in deze stelling gevolgd. Tuss<strong>en</strong> de ver<strong>en</strong>iging<br />

<strong>en</strong> de spelers gold e<strong>en</strong> gezagsverhouding, de ver<strong>en</strong>iging<br />

heeft de eerste termijn<strong>en</strong> van het loon aan de spelers<br />

betaald <strong>en</strong> de spelers hebb<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van D.O.T.O.<br />

arbeid verricht. D.O.T.O. is gehoud<strong>en</strong> het rester<strong>en</strong>de salaris<br />

aan de spelers te betal<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij de spelers daarvan<br />

afstand hebb<strong>en</strong> gedaan.<br />

Uit de wet <strong>en</strong> de jurisprud<strong>en</strong>tie volgt dat e<strong>en</strong> dergelijke<br />

afstand niet snel kan word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Bij drie van<br />

de vier spelers is niet vast kom<strong>en</strong> te staan dat zij afstand<br />

hebb<strong>en</strong> gedaan van hun salaris. De door de aanvoerder<br />

gedane uitlating<strong>en</strong> op internet zijn onvoldo<strong>en</strong>de om tot<br />

e<strong>en</strong> dergelijke afstand te kunn<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong>. Niet is<br />

gesteld of geblek<strong>en</strong> dat de spelers aanwezig war<strong>en</strong> op<br />

de algem<strong>en</strong>e vergadering waarin de aanvoerder van het<br />

team heeft medegedeeld dat de spelers van zijn elftal<br />

afstand van hun salaris ded<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is niet gesteld<br />

of geblek<strong>en</strong> dat de aanvoerder gemachtigd was om dergelijke<br />

mededeling<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>. De vordering<strong>en</strong> van deze<br />

spelers ligg<strong>en</strong> daarom voor toewijzing gereed.<br />

Dit ligt anders bij de vierde speler. Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> bespreking<br />

met de p<strong>en</strong>ningmeester heeft deze speler verklaard<br />

het seizo<strong>en</strong> af te mak<strong>en</strong> zonder betaling. Volg<strong>en</strong>s de arbitragecommissie<br />

heeft de speler hiermee voldo<strong>en</strong>de<br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1<br />

31


<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

duidelijk teg<strong>en</strong>over het bestuur van D.O.T.O. afstand<br />

gedaan van zijn salaris.<br />

Beslissing<br />

D.O.T.O. wordt veroordeeld tot betaling van de rester<strong>en</strong>de<br />

salarisbetaling<strong>en</strong> aan drie van de vier spelers.<br />

BELASTINGRECHT<br />

HR 2 december 2011<br />

LJN BP8938 (Verlaagd tarief op zeil- <strong>en</strong> surfless<strong>en</strong>)<br />

Inleiding<br />

Belanghebb<strong>en</strong>de exploiteerde in het tijdvak 1 april 2007<br />

tot <strong>en</strong> met 31 juni 2007 e<strong>en</strong> zeilschool. Op de wal van<br />

e<strong>en</strong> meer wordt gebruik gemaakt van e<strong>en</strong> accommodatie<br />

met sanitaire voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, douche- <strong>en</strong> kleedruimt<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dag- <strong>en</strong> overnachtingsverblijv<strong>en</strong>. Direct voor de zeilschool<br />

bevindt zich aan de oever van het meer e<strong>en</strong><br />

jachthav<strong>en</strong>. Daarvan heeft belanghebb<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> exclusief<br />

gebruiksrecht <strong>en</strong> daar zijn ook zeilbot<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> die<br />

belanghebb<strong>en</strong>de gebruikt voor zeil- <strong>en</strong> surfarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

voor kinder<strong>en</strong>. De rest van het meer is op<strong>en</strong>baar<br />

(vaar)water.<br />

De zeil- <strong>en</strong> surfless<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zowel gegev<strong>en</strong> in de<br />

jachthav<strong>en</strong> als op het op<strong>en</strong>bare gedeelte van het meer,<br />

waarvan e<strong>en</strong> gedeelte door belanghebb<strong>en</strong>de is afgebak<strong>en</strong>d<br />

met boei<strong>en</strong> <strong>en</strong> vlott<strong>en</strong>. Deze di<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds voor<br />

de veiligheid, omdat cursist<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel naar de vlott<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> zwemm<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijds di<strong>en</strong><strong>en</strong> de vlott<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

boei<strong>en</strong> om de cursist<strong>en</strong> e<strong>en</strong> richtpunt te gev<strong>en</strong> bij het<br />

var<strong>en</strong>. De vlott<strong>en</strong> <strong>en</strong> boei<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> verder voor andere<br />

watersporters duidelijk dat daar zeil- <strong>en</strong> surfles wordt<br />

gegev<strong>en</strong>. Het gebruik van het gemarkeerde vaarwater is<br />

niet formeel geregeld. Beginners oef<strong>en</strong><strong>en</strong> in het gemarkeerde<br />

vaarwater dichtbij de hav<strong>en</strong>, gevorderd<strong>en</strong> gaan<br />

het grote water op.<br />

Belanghebb<strong>en</strong>de heeft over het eerder g<strong>en</strong>oemde tijdvak<br />

op aangifte e<strong>en</strong> bedrag aan omzetbelasting voldaan <strong>en</strong><br />

vervolg<strong>en</strong>s teg<strong>en</strong> dit bedrag bezwaar gemaakt <strong>en</strong> verzocht<br />

om teruggaaf. Volg<strong>en</strong>s belanghebb<strong>en</strong>de is het<br />

verlaagd tarief (6%) van toepassing, nu zijn di<strong>en</strong>stverrichting<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>s hem moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangemerkt als het<br />

gev<strong>en</strong> van geleg<strong>en</strong>heid tot sportbeoef<strong>en</strong>ing. De inspecteur<br />

heeft dit verzoek afgewez<strong>en</strong>, waarna belanghebb<strong>en</strong>de<br />

in beroep is gegaan bij de rechtbank. De rechtbank<br />

heeft dat beroep ongegrond verklaard.<br />

Het hof heeft overwog<strong>en</strong> dat het begrip ‘het gev<strong>en</strong> van<br />

geleg<strong>en</strong>heid tot sportbeoef<strong>en</strong>ing’ aldus moet word<strong>en</strong><br />

uitgelegd dat de reikwijdte daarvan sam<strong>en</strong>valt met categorie<br />

13 in Bijlage H van de Zesde Richtlijn (Richtlijn<br />

77/388/EEG): ‘het recht gebruik te mak<strong>en</strong> van sportaccommodaties’.<br />

Volg<strong>en</strong>s het hof zijn de in geschil zijnde<br />

prestaties van belanghebb<strong>en</strong>de als zodanig aan te merk<strong>en</strong>.<br />

Het hof heeft daarom de uitspraak van de rechtbank<br />

vernietigd <strong>en</strong> teruggaaf verle<strong>en</strong>d. De Minister van Financiën<br />

heeft teg<strong>en</strong> deze uitspraak beroep in cassatie ingesteld.<br />

Beoordeling<br />

Het middel richt zich met rechts- <strong>en</strong> motiveringsklacht<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> het oordeel van het hof dat het verlaagd tarief van<br />

toepassing was. Volg<strong>en</strong>s het hof is daarvan sprake omdat<br />

de accommodatie op de wal met de daarbij behor<strong>en</strong>de<br />

voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de water waarop gevar<strong>en</strong><br />

wordt (de jachthav<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gemarkeerde vaarwater)<br />

voor de duur van de sportbeoef<strong>en</strong>ing is gereserveerd<br />

voor die sportbeoef<strong>en</strong>ing. Volg<strong>en</strong>s het hof valt deze infrastructuur<br />

onder het begrip sportaccommodatie ex<br />

categorie 13 in Bijlage H van de Zesde Richtlijn.<br />

Het middel betoogt dat in het onderhavige geval ge<strong>en</strong><br />

sprake is van e<strong>en</strong> sportaccommodatie in de zin van de<br />

Zesde Richtlijn. Naar het oordeel van de Hoge Raad faalt<br />

dat middel; het oordeel van het hof geeft ge<strong>en</strong> blijk van<br />

e<strong>en</strong> onjuiste rechtsopvatting. Hieraan doet niet af dat<br />

het zeil<strong>en</strong> <strong>en</strong> surf<strong>en</strong> mede plaatsvindt op het grote water.<br />

Het oordeel kan voor het overige in cassatie niet op<br />

juistheid word<strong>en</strong> getoetst. Het is ook niet onbegrijpelijk<br />

of onvoldo<strong>en</strong>de gemotiveerd.<br />

Beslissing<br />

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.<br />

HR 2 december 2011<br />

LJN BU6507 (Verlaagd tarief)<br />

Inleiding<br />

X verzorgt teg<strong>en</strong> vergoeding hardlooptraining<strong>en</strong> <strong>en</strong> is<br />

daardoor ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting<br />

1968. De hardlooptraining<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

sportcomplex <strong>en</strong> eindig<strong>en</strong> daar ook. De training<strong>en</strong> zelf<br />

vind<strong>en</strong> plaats op de op<strong>en</strong>bare weg, onder begeleiding<br />

van X. Voorafgaande aan de training<strong>en</strong> <strong>en</strong> na afloop<br />

daarvan mak<strong>en</strong> de deelnemers gebruik van de op het<br />

sportcomplex aanwezige kantine, kleedkamers <strong>en</strong> douches.<br />

X draagt zorg ervoor dat tijd<strong>en</strong>s de training<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

behoeve van de deelnemers e<strong>en</strong> fysiotherapeut op het<br />

sportcomplex aanwezig is. X huurt de sporthal af <strong>en</strong> toe<br />

voor het houd<strong>en</strong> van informatieavond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zogehet<strong>en</strong><br />

hardloopclinics in het kader van de door hem gebod<strong>en</strong><br />

training<strong>en</strong>.<br />

Aan X is over het tijdvak 1 januari 2006 tot <strong>en</strong> met 31<br />

december 2006 e<strong>en</strong> naheffingsaanslag (omzetbelasting)<br />

opgelegd, welke na bezwaar is gehandhaafd. X is in beroep<br />

gegaan bij de rechtbank. De rechtbank heeft het<br />

beroep van X ongegrond verklaard. X heeft teg<strong>en</strong> de uitspraak<br />

van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het<br />

hof. Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd.<br />

X heeft teg<strong>en</strong> de uitspraak van het hof cassatie ingesteld.<br />

Beoordeling<br />

Het hof heeft geoordeeld dat de door X verrichte prestaties<br />

niet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangemerkt als het gev<strong>en</strong> van<br />

32<br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1


<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

geleg<strong>en</strong>heid tot sportbeoef<strong>en</strong>ing in de zin van post b.3<br />

van de bij de Wet op de omzetbelasting 1968 behor<strong>en</strong>de<br />

tabel I. Uit e<strong>en</strong> eerder arrest van de Hoge Raad van 10<br />

augustus 2007 volgt dat post b.3 van tabel I zo moet<br />

word<strong>en</strong> uitgelegd dat de reikwijdte daarvan sam<strong>en</strong>valt<br />

met die van categorie 13 van Bijlage H bij de Zesde<br />

Richtlijn, op grond waarvan de lidstat<strong>en</strong> het verlaagde<br />

btw-tarief mog<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> op het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van het<br />

‘recht gebruik te mak<strong>en</strong> van sportaccommodaties’. Buit<strong>en</strong><br />

redelijke twijfel is hiervan sprake als de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing<br />

van e<strong>en</strong> belastingplichtige bestaat uit het geleg<strong>en</strong>heid<br />

bied<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sport te beoef<strong>en</strong><strong>en</strong> onder terbeschikkingstelling<br />

van e<strong>en</strong> accommodatie.<br />

De Hoge Raad oordeelt dat van het gev<strong>en</strong> van geleg<strong>en</strong>heid<br />

tot sportbeoef<strong>en</strong>ing in de zin van post b.3. van tabel I<br />

in casu sprake is. X schept immers de mogelijkheid tot<br />

het beoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van de hardloopsport in georganiseerd<br />

verband <strong>en</strong> bezigt daartoe e<strong>en</strong> – k<strong>en</strong>nelijk door hem gehuurde<br />

– locatie vanwaaruit de deelnemers vertrekk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> waar zij ook weer terugkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich verzorg<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

waar de door X verzorgde sportieve <strong>en</strong> paramedische<br />

begeleiding van de deelnemers plaatsvindt. Dit is aan te<br />

merk<strong>en</strong> als het gev<strong>en</strong> van geleg<strong>en</strong>heid tot sportbeoef<strong>en</strong>ing<br />

in vor<strong>en</strong>bedoelde zin. Dat het eig<strong>en</strong>lijke sport<strong>en</strong><br />

plaatsvindt op de – niet door X ter beschikking gestelde –<br />

op<strong>en</strong>bare weg, doet volg<strong>en</strong>s de Hoge Raad hieraan niet<br />

af. De Hoge Raad oordeelt derhalve dat het middel slaagt<br />

<strong>en</strong> dat de uitspraak van het hof niet in stand kan blijv<strong>en</strong>.<br />

Beslissing<br />

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond<br />

<strong>en</strong> vernietigt de uitspraak van het hof, alsmede de uitspraak<br />

van de inspecteur. De Hoge Raad vernietigt de<br />

naheffingsaanslag <strong>en</strong> gelast de Staat de proceskost<strong>en</strong><br />

van X te vergoed<strong>en</strong>.<br />

DOPING<br />

CAS 30 november 2011<br />

CAS 2010/A/2070 (Antidoping Schweiz/J. Ullrich)<br />

Inleiding<br />

De Duitse wielr<strong>en</strong>ner Jan Ullrich koerste vanaf 2005 met<br />

e<strong>en</strong> Zwitserse lic<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> viel daarmee onder de regels<br />

van de Zwitserse bond. Ullrich wordt in verband gebracht<br />

met mogelijke betrokk<strong>en</strong>heid bij het Spaanse bloeddopingschandaal,<br />

‘Operación Puerto’ g<strong>en</strong>aamd. Antidoping<br />

Schweiz (het anti-dopingag<strong>en</strong>tschap van Zwitserland)<br />

spande e<strong>en</strong> zaak aan bij het CAS omdat het Olympisch<br />

Comité van Zwitserland zich niet bevoegd achtte om<br />

Ullrich te vervolg<strong>en</strong>. Antidoping Schweiz eist e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>slange<br />

schorsing voor Ullrich.<br />

Beoordeling<br />

Het CAS acht zichzelf niet bevoegd aangezi<strong>en</strong> in 2005<br />

– op het mom<strong>en</strong>t dat Ullrich met e<strong>en</strong> Zwitserse lic<strong>en</strong>tie<br />

koerste – het Zwitserse anti-dopingag<strong>en</strong>tschap formeel<br />

nog niet bestond. Derhalve acht het CAS deze instantie<br />

niet in de positie om te oordel<strong>en</strong> over het verme<strong>en</strong>de<br />

dopinggebruik van Jan Ullrich.<br />

Beslissing<br />

Het CAS acht zich in de onderhavige zaak niet bevoegd.<br />

OVEREENKOMSTENRECHT<br />

Hof Leeuward<strong>en</strong> 10 januari 2012<br />

LJN BV0732 (Onverwijld opzegg<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst)<br />

Inleiding<br />

X is op 13 oktober 2005 in loondi<strong>en</strong>st getred<strong>en</strong> bij SCG<br />

in de functie van medewerker graphics. SCG is e<strong>en</strong> bedrijf<br />

dat ondersteun<strong>en</strong>de werkzaamhed<strong>en</strong> verricht als het<br />

gaat om tijdwaarneming, uitslag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verwerking van<br />

deze gegev<strong>en</strong>s bij sportactiviteit<strong>en</strong>. X is aanvankelijk<br />

belast met het verzorg<strong>en</strong> van TV graphics bij de wekelijkse<br />

opnam<strong>en</strong> van Studio <strong>Sport</strong>, met name basketbal <strong>en</strong><br />

hockey. Nadat de NOS het desbetreff<strong>en</strong>de contract in<br />

2007 had beëindigd bestond<strong>en</strong> de werkzaamhed<strong>en</strong> van<br />

X uit het ontwikkel<strong>en</strong> van programmatuur voor sportwedstrijd<strong>en</strong>.<br />

In dat verband heeft X in 2007/2008 alle<br />

schaatsev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bezocht t<strong>en</strong>einde ervaring met die<br />

sport op te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarvoor programmatuur te ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

X bezocht in het kader van zijn werkzaamhed<strong>en</strong><br />

talloze sportev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>land. Hij<br />

verrichtte zijn werkzaamhed<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge mate van<br />

zelfstandigheid <strong>en</strong> verbleef veel in hotels.<br />

Vanwege e<strong>en</strong> postnatale depressie van zijn partner is X<br />

in 2007 <strong>en</strong>kele maand<strong>en</strong> thuis geweest. Na 14 juli 2008<br />

heeft X feitelijk ge<strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> meer voor SCG<br />

verricht. SCG heeft X op 18 juli 2008 e<strong>en</strong> beëindigingsovere<strong>en</strong>komst<br />

aangebod<strong>en</strong>. X ging hiermee niet akkoord.<br />

Op 24 juli 2008 heeft SCG X per brief lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat X<br />

in haar og<strong>en</strong> in ernstige mate tekortschiet in de uitvoering<br />

van de uit de arbeidsovere<strong>en</strong>komst voortvloei<strong>en</strong>de<br />

verplichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zij voornem<strong>en</strong>s is e<strong>en</strong> ontbindingsprocedure<br />

te start<strong>en</strong>. Rond 7 augustus 2008 heeft SCG<br />

e<strong>en</strong> verzoek tot ontbinding van haar arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />

met X ingedi<strong>en</strong>d bij de <strong>Recht</strong>bank Groning<strong>en</strong>.<br />

Nadat X daarteg<strong>en</strong> omstreeks 21 augustus 2008 verweer<br />

had do<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>, heeft SCG om haar mover<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

haar ontbindingsverzoek ingetrokk<strong>en</strong>. X heeft SCG bij<br />

brief van zijn rechtsbijstandverzekeraar d.d. 1 augustus<br />

2008 aangemaand het achterstallige loon over de maand<br />

juli te voldo<strong>en</strong>. X heeft op 6 september 2008 op staande<br />

voet ontslag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong> (het<br />

telk<strong>en</strong>s te laat betal<strong>en</strong> van het hem toekom<strong>en</strong>de salaris<br />

<strong>en</strong> de wijze waarop SCG sedert half juli 2008 met hem<br />

is omgegaan).<br />

X heeft bij inleid<strong>en</strong>de dagvaarding aanspraak gemaakt<br />

op betaling van achterstallig loon over de periode 1 juli<br />

2008 tot <strong>en</strong> met september 2008, van vakantiegeld over<br />

de periode juli tot <strong>en</strong> met september 2008 (+ pm), van<br />

45 niet g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> vakantiedag<strong>en</strong>, van de gefixeerde schadevergoeding<br />

ex art. 7:677 lid 2 BW, de wettelijke verho-<br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1<br />

33


<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

ging <strong>en</strong> de wettelijke r<strong>en</strong>te over deze bedrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> van<br />

buit<strong>en</strong>gerechtelijke incassokost<strong>en</strong>.<br />

De kantonrechter heeft de vordering<strong>en</strong> ter zake van<br />

achterstallig loon <strong>en</strong> vakantiegeld, vermeerderd met de<br />

wettelijke verhoging <strong>en</strong> de wettelijke r<strong>en</strong>te over deze<br />

bedrag<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong>. De overige vordering<strong>en</strong> van X zijn<br />

afgewez<strong>en</strong>. X gaat in appèl.<br />

Met de griev<strong>en</strong> komt X op teg<strong>en</strong> de afgewez<strong>en</strong> onderdel<strong>en</strong><br />

van de vordering <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de comp<strong>en</strong>satie van de proceskost<strong>en</strong>.<br />

Beoordeling<br />

Met betrekking tot de niet g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> vakantiedag<strong>en</strong> (grief<br />

I) stelt het hof het volg<strong>en</strong>de voorop. In het onderhavige<br />

geval staat vast dat X zijn werkzaamhed<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> grote<br />

mate van zelfstandigheid ambulant in binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>land<br />

verrichtte <strong>en</strong> daarnaast gedur<strong>en</strong>de period<strong>en</strong> ook<br />

veel thuis heeft gewerkt, zonder dat hij daarvoor e<strong>en</strong><br />

ur<strong>en</strong>verantwoording heeft afgelegd. X betwist dat hij<br />

daartoe gehoud<strong>en</strong> was <strong>en</strong> dat hierover ooit is gesprok<strong>en</strong>.<br />

Uit de wel geproduceerde overzicht<strong>en</strong> is volg<strong>en</strong>s het hof<br />

af te leid<strong>en</strong> dat X niet altijd werkwek<strong>en</strong> van 5 dag<strong>en</strong> à 8<br />

ur<strong>en</strong> maakte, alsmede dat hij in sommige maand<strong>en</strong> maar<br />

e<strong>en</strong> zeer beperkt aantal dag<strong>en</strong> heeft gewerkt.<br />

Mede gelet op het feit dat niet is geblek<strong>en</strong> dat X vóór<br />

deze procedure aanspraak heeft gemaakt op (uitbetaling<br />

van) vakantiedag<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> gelet op de omvang (100%)<br />

<strong>en</strong> de periode waarop zijn claim is gebaseerd (2 jaar)<br />

opmerkelijk mag word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, is het hof van oordeel<br />

dat de betwisting door SCG t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de vakantiedag<strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong>de is onderbouwd. Nu e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de gespecificeerd<br />

bewijsaanbod op dit punt ontbreekt is de<br />

vordering terecht afgewez<strong>en</strong>, aldus het hof.<br />

dat SCG schadeplichtig is als hiervoor bedoeld. In dat<br />

verband merkt het hof nog op dat de primaire sanctie<br />

op het niet tijdig betal<strong>en</strong> van het loon de wettelijke verhoging<br />

is als bedoeld in art. 7:625 BW, welke in casu ook<br />

door de kantonrechter is toegewez<strong>en</strong>.<br />

Met betrekking tot de derde grief, die opkomt teg<strong>en</strong> de<br />

afwijzing van de buit<strong>en</strong>gerechtelijke incassokost<strong>en</strong>, heeft<br />

X in hoger beroep herhaald dat hij SCG heeft gemaand<br />

tot loonbetaling <strong>en</strong> het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> eindafrek<strong>en</strong>ing.<br />

X heeft deze briev<strong>en</strong> niet overgelegd, omdat het zou<br />

gaan om confraternele correspond<strong>en</strong>tie. Het hof volgt X<br />

daarin niet, aangezi<strong>en</strong> de gemachtigde van X in eerste<br />

aanleg ge<strong>en</strong> advocaat was. Het hof onderschrijft derhalve<br />

hetge<strong>en</strong> de kantonrechter onder 7 van het vonnis heeft<br />

overwog<strong>en</strong>.<br />

Beslissing<br />

Het gerechtshof verklaart de griev<strong>en</strong> ongegrond, bekrachtigt<br />

het vonnis d.d. 27 april 2010, veroordeelt X in de<br />

kost<strong>en</strong> van het geding in hoger beroep <strong>en</strong> verklaart dit<br />

arrest voor wat de kost<strong>en</strong>veroordeling betreft uitvoerbaar<br />

bij voorraad.<br />

Hof Leeuward<strong>en</strong> 1 november 2011<br />

LJN BU3002 (Overe<strong>en</strong>komst sportpaard)<br />

Inleiding<br />

Koper heeft voor e<strong>en</strong> bedrag van € 65 000 e<strong>en</strong> sportpaard<br />

gekocht. Koper me<strong>en</strong>t echter dat hij t<strong>en</strong> tijde van het<br />

sluit<strong>en</strong> van de koopovere<strong>en</strong>komst heeft gedwaald <strong>en</strong> dat<br />

het paard slechts € 20 000 waard was. Koper stelt dat<br />

hij daardoor schade van € 45 000 heeft geled<strong>en</strong> <strong>en</strong> vordert<br />

in deze procedure dit bedrag van verkoper.<br />

Met betrekking tot de gefixeerde schadevergoeding (grief<br />

II) merkt het hof op dat – t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de omvang<br />

van de door X geclaimde schadevergoeding – deze is<br />

gebaseerd op e<strong>en</strong> opzegtermijn van 6 maand<strong>en</strong>, welke<br />

door X wordt ontle<strong>en</strong>d aan het bedrijfsreglem<strong>en</strong>t. Het<br />

hof oordeelt dat weliswaar het niet voldo<strong>en</strong> van het loon<br />

op de daarvoor bepaalde tijd in beginsel e<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de<br />

red<strong>en</strong> oplevert voor de werknemer om de arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />

onverwijld op te zegg<strong>en</strong>, dat br<strong>en</strong>gt echter<br />

niet mee dat elke te late betaling de werkgever ook terstond<br />

schadeplichtig maakt. Art. 7:667 lid 3 BW vereist<br />

immers dat tev<strong>en</strong>s sprake is van opzet of schuld aan de<br />

wederpartij van deg<strong>en</strong>e die weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><br />

heeft opgezegd.<br />

Feit is dat er medio juli 2008 tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

zijn ontstaan, welke er in ieder geval toe hebb<strong>en</strong> geleid<br />

dat X na 14 juli 2008 feitelijk ge<strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> meer<br />

voor SCG heeft verricht. Partij<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> elkaar over <strong>en</strong><br />

weer de schuld van het ontstaan van die problem<strong>en</strong>. Het<br />

feit dat SCG op 6 september 2008 het salaris over de<br />

maand augustus 2008 nog niet had betaald, leverde<br />

mogelijk wel e<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong> voor onverwijlde opzegging<br />

op, maar rechtvaardigt, in het licht van de omstandighed<strong>en</strong><br />

van het geval, waaronder de to<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>de<br />

ontbindingsprocedure, in ieder geval niet de conclusie<br />

Beoordeling<br />

Ter onderbouwing van de vordering heeft koper zich<br />

beroep<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> taxatierapport van e<strong>en</strong> taxateur. Daaruit<br />

blijkt dat het paard op 23 juni 2006 werd getaxeerd op<br />

€ 85 000 <strong>en</strong> op 5 juli 2007 op € 20 000. Het verschil hing<br />

sam<strong>en</strong> met het feit dat het paard in de tuss<strong>en</strong>tijd bevang<strong>en</strong><br />

is geweest. De geconstateerde hoefbevang<strong>en</strong>heid is<br />

volg<strong>en</strong>s de taxateur e<strong>en</strong> dusdanig ernstige aando<strong>en</strong>ing<br />

dat die e<strong>en</strong> normale carrière als sportpaard in de weg<br />

staat. Nu verkoper de stelling<strong>en</strong> op dit punt onvoldo<strong>en</strong>de<br />

concreet heeft weerlegd, gaat het hof ervan uit dat de<br />

waarde van het paard op het mom<strong>en</strong>t van de koop<br />

€ 20 000 was.<br />

De vervolgvraag is of koper heeft gedwaald. Artikel 6:228<br />

lid 1 onder b BW bepaalt dat e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst die tot<br />

stand is gekom<strong>en</strong> onder invloed van dwaling <strong>en</strong> die bij<br />

e<strong>en</strong> juiste voorstelling van zak<strong>en</strong> niet zou zijn geslot<strong>en</strong>,<br />

vernietigbaar is indi<strong>en</strong> de wederpartij in verband met<br />

hetge<strong>en</strong> zij omtr<strong>en</strong>t de dwaling wist of behoorde te wet<strong>en</strong>,<br />

de dwal<strong>en</strong>de had behor<strong>en</strong> in te licht<strong>en</strong>. Verkoper<br />

wist van de rec<strong>en</strong>te hoefbevang<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> vaststaat dat<br />

e<strong>en</strong> paard met rec<strong>en</strong>te hoefbevang<strong>en</strong>heid e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk<br />

mindere waarde verteg<strong>en</strong>woordigt. Gelet hierop is het<br />

hof met de rechtbank van oordeel dat de hoefbevang<strong>en</strong>-<br />

34<br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1


<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

heid e<strong>en</strong> zodanig belangrijk gegev<strong>en</strong> is dat dit aan e<strong>en</strong><br />

aspirant-koper behoort te word<strong>en</strong> medegedeeld. Nu<br />

verkoper dit heeft nagelat<strong>en</strong>, heeft koper terecht e<strong>en</strong><br />

beroep gedaan op dwaling.<br />

Het hof oordeelt dat koper door de dwaling nadeel heeft<br />

geled<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat verkoper daarom gehoud<strong>en</strong> is tot betaling<br />

van het bedrag van € 45 000 met wettelijke r<strong>en</strong>te aan<br />

koper.<br />

Beslissing<br />

Het hof veroordeelt verkoper tot betaling aan koper van<br />

e<strong>en</strong> bedrag van € 45 000, te vermeerder<strong>en</strong> met wettelijke<br />

r<strong>en</strong>te.<br />

SPELERSMAKELAAR<br />

Arbitragecommissie KNVB 11 oktober 2011<br />

(Van Dierm<strong>en</strong>/Bursac)<br />

Inleiding<br />

Partij<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>ing over de vraag of Bursac<br />

als voetbalmakelaar e<strong>en</strong> beroepsfout heeft gemaakt <strong>en</strong>/of<br />

Van Dierm<strong>en</strong> daardoor schade heeft geled<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat, voor<br />

zover sprake is van e<strong>en</strong> beroepsfout, de omvang van<br />

bedoelde schade is, alsmede in hoeverre deze schade<br />

aan Bursac is toe te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Van Dierm<strong>en</strong> is sinds 2005 contractspeler bij Vitesse <strong>en</strong><br />

is vanaf het seizo<strong>en</strong> 2007/2008 in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate als<br />

speler van het eerste elftal van Vitesse gaan optred<strong>en</strong>.<br />

In mei 2009 is tuss<strong>en</strong> Vitesse <strong>en</strong> Van Dierm<strong>en</strong> onderhandeld<br />

over e<strong>en</strong> verbeterd arbeidscontract. Bursac stond<br />

Van Dierm<strong>en</strong> als spelersmakelaar ter zake bij. Tuss<strong>en</strong><br />

Vitesse <strong>en</strong> Van Dierm<strong>en</strong> is op 9 december 2009 e<strong>en</strong> verbeterde<br />

arbeidsovere<strong>en</strong>komst overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondertek<strong>en</strong>d.<br />

Bursac was bij de ondertek<strong>en</strong>ing van het contract<br />

aanwezig.<br />

Tuss<strong>en</strong> Van Dierm<strong>en</strong> <strong>en</strong> Vitesse is vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> geschil<br />

ontstaan omtr<strong>en</strong>t de beloning van Van Dierm<strong>en</strong>. Partij<strong>en</strong><br />

verschild<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>ing over de uitleg van de geslot<strong>en</strong><br />

verbeterde arbeidsovere<strong>en</strong>komst. Van Dierm<strong>en</strong> heeft ter<br />

zake van dat geschil op 21 september 2010 e<strong>en</strong> arbitrageprocedure<br />

bij de arbitragecommissie van de KNVB<br />

aangespann<strong>en</strong>. Nadat mondelinge behandeling bij de<br />

arbitragecommissie van de KNVB had plaatsgevond<strong>en</strong>,<br />

hebb<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> de arbitragecommissie verzocht e<strong>en</strong><br />

vonnis te wijz<strong>en</strong>. Van Dierm<strong>en</strong> <strong>en</strong> Vitesse zijn daarop in<br />

onderhandeling getred<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schikking bereikt.<br />

Van Dierm<strong>en</strong> stelt dat Bursac nalatig is geweest bij de<br />

uitvoering van de opdracht van Van Dierm<strong>en</strong> aan Bursac<br />

<strong>en</strong>/of dat Van Dierm<strong>en</strong> daardoor schade heeft geled<strong>en</strong>.<br />

Beoordeling<br />

De arbitragecommissie di<strong>en</strong>t na te gaan of Bursac jeg<strong>en</strong>s<br />

Van Dierm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroepsfout heeft gemaakt. Er di<strong>en</strong>t te<br />

word<strong>en</strong> nagegaan of Bursac zich, t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de<br />

onderhandeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Vitesse <strong>en</strong> Van Dierm<strong>en</strong> alsmede<br />

(de tekst van de) verbeterde arbeidsovere<strong>en</strong>komst die<br />

tuss<strong>en</strong> Vitesse <strong>en</strong> Van Dierm<strong>en</strong> op 9 december 2009 is<br />

ondertek<strong>en</strong>d, niet heeft opgesteld zoals het e<strong>en</strong> redelijk<br />

handel<strong>en</strong>d spelersmakelaar betaamt.<br />

Voorafgaand aan het opstell<strong>en</strong> van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />

door Vitesse, heeft Vitesse bij e-mailbericht d.d.<br />

13 augustus 2009 Van Dierm<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> om aan Van<br />

Dierm<strong>en</strong> – vanaf het mom<strong>en</strong>t dat deze 20 bind<strong>en</strong>de<br />

wedstrijd<strong>en</strong> in het eerste elftal in seizo<strong>en</strong> 2009 zou zijn<br />

gestart – in de daaropvolg<strong>en</strong>de maand<strong>en</strong> tot het einde<br />

van het contract € 15 000 bruto als maandsalaris te betal<strong>en</strong>.<br />

Van Dierm<strong>en</strong> verwijt Bursac dat waar Van Dierm<strong>en</strong>, conform<br />

het aanbod van Vitesse vervat in het e-mailbericht<br />

d.d. 13 augustus 2009 als het aanvangsmom<strong>en</strong>t voor de<br />

telling van het aantal gespeelde wedstrijd<strong>en</strong> in het eerste<br />

elftal, het begin van het seizo<strong>en</strong> 2009/2010 heeft g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,<br />

dit niet in de tekst van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />

wordt gereflecteerd terwijl Bursac voor e<strong>en</strong> juiste weergave<br />

had behor<strong>en</strong> te zorg<strong>en</strong>. Voorts verwijt Van Dierm<strong>en</strong><br />

Bursac dat hij de voorgelegde contractsbepaling<strong>en</strong> niet<br />

(voldo<strong>en</strong>de) op juistheid heeft gecontroleerd, althans op<br />

het mom<strong>en</strong>t dat onzekerheid over de inhoud ontstond,<br />

niet heeft aangedrong<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tekstuele wijziging van<br />

of aanvulling op het contract. Volg<strong>en</strong>s Van Dierm<strong>en</strong> heeft<br />

Bursac op 9 december 2009 aangegev<strong>en</strong> dat de tekst van<br />

de arbeidsovere<strong>en</strong>komst voldo<strong>en</strong>de duidelijk was <strong>en</strong> uit<br />

de tekst volgde dat het aanvangsmom<strong>en</strong>t voor de telling<br />

van de wedstrijd het begin van seizo<strong>en</strong> 2009/2010 was.<br />

Vitesse heeft zich echter – nadat hierover tuss<strong>en</strong> Vitesse<br />

<strong>en</strong> Van Dierm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geschil ontstond – op het standpunt<br />

gesteld dat nu de verbeterde arbeidsovere<strong>en</strong>komst inging<br />

per 1 oktober 2009 die datum als startpunt voor de telling<br />

van het aantal wedstrijd<strong>en</strong> gold.<br />

De arbitragecommissie overweegt dat de tekst van de<br />

arbeidsovere<strong>en</strong>komst, ook gelet op de aanbieding van<br />

Vitesse vervat in het e-mailbericht van 13 augustus 2009,<br />

voldo<strong>en</strong>de duidelijk was. Daarbij stelt de arbitragecommissie<br />

voorop dat bij de uitleg van overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> op<br />

grond van jurisprud<strong>en</strong>tie van de Hoge Raad niet kan<br />

word<strong>en</strong> volstaan met e<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d taalkundige b<strong>en</strong>adering,<br />

maar het in het bijzonder aankomt op de zin die<br />

partij<strong>en</strong> in de gegev<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> over <strong>en</strong> weer<br />

aan de schriftelijke bepaling<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

wat partij<strong>en</strong> te di<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> redelijkerwijs van elkaar<br />

mocht<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong>.<br />

Zowel in de correspond<strong>en</strong>tie van de zijde van Van Dierm<strong>en</strong><br />

als in de correspond<strong>en</strong>tie van de zijde van Vitesse<br />

is gedur<strong>en</strong>de het gehele onderhandelingsproces de aanvang<br />

van het seizo<strong>en</strong> 2009/2010 als startpunt voor de<br />

telling g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de ondertek<strong>en</strong>ing van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />

op 9 december 2009 is dit punt<br />

tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> niet meer besprok<strong>en</strong>. In de voetbalbranche<br />

is het gebruikelijk om uit te gaan van e<strong>en</strong> seizo<strong>en</strong>sgewijze<br />

telling <strong>en</strong> dat het de arbitragecommissie voorkomt<br />

dat het opschuiv<strong>en</strong> van het aanvangsmom<strong>en</strong>t voor<br />

de telling niet was gewijzigd. Van Dierm<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bursac<br />

mocht<strong>en</strong> er dan ook gerechtvaardigd op vertrouw<strong>en</strong> dat<br />

de tekst ook door Vitesse zo di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong><br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1<br />

35


<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

dat het aanvangsmom<strong>en</strong>t tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> zou geld<strong>en</strong>.<br />

Dat Vitesse zich later op het standpunt heeft gesteld dat<br />

e<strong>en</strong> ander aanvangsmom<strong>en</strong>t voor de telling moest word<strong>en</strong><br />

gekoz<strong>en</strong>, doet daaraan niet meer af.<br />

De arbitragecommissie overweegt dat Bursac ge<strong>en</strong> beroepfout<br />

heeft gemaakt <strong>en</strong> heeft gehandeld als van e<strong>en</strong><br />

redelijk handel<strong>en</strong>d spelersmakelaar mag word<strong>en</strong> verwacht.<br />

Beslissing<br />

De vordering<strong>en</strong> van Van Dierm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgewez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Van Dierm<strong>en</strong> wordt veroordeeld tot betaling van de<br />

proceskost<strong>en</strong>.<br />

TRANSFER<br />

CAS 15 december 2011<br />

CAS 2011/O/2574 (UEFA/Olympique de Alpes/FC Sion)<br />

Inleiding<br />

In 2008 koopt de Zwitserse voetbalclub FC Sion de<br />

Egyptische doelman Al-Harady. Op dat mom<strong>en</strong>t stond<br />

de keeper nog onder contract bij Al-Ahly in Egypte.<br />

Hierop kreeg FC Sion in juni 2009 e<strong>en</strong> transferverbod<br />

van één jaar opgelegd. De Zwitserse club hield zich<br />

echter niet aan dit verbod <strong>en</strong> trok zes nieuwe spelers<br />

aan. E<strong>en</strong> Zwitserse rechtbank oordeelde dat de aankop<strong>en</strong><br />

rechtmatig war<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat deze spelers mocht<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong><br />

in de nationale competitie.<br />

Door bekerwinst in eig<strong>en</strong> competitie plaatste FC Sion<br />

zich afgelop<strong>en</strong> jaar voor de play-offs van de Europa<br />

League. Hierin versloeg FC Sion, met de bewuste speler,<br />

Celtic. Celtic beklaagde zich bij de UEFA <strong>en</strong> werd in het<br />

gelijk gesteld. Dit betek<strong>en</strong>de dat FC Sion het seizo<strong>en</strong><br />

2011/2012 ge<strong>en</strong> Europees voetbal mocht spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

Schotse club Celtic wel.<br />

FC Sion heeft de beslissing van de UEFA aangevocht<strong>en</strong><br />

bij de rechtbank in de Zwitserse deelstaat Vaud. Deze<br />

oordeelde dat de Zwitserse club di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong> gerehabiliteerd<br />

in de Europa League. De UEFA legde die beslissing<br />

echter naast zich neer, aangezi<strong>en</strong> de FIFA clubs<br />

verbiedt zak<strong>en</strong> voor te legg<strong>en</strong> aan de civiele rechter.<br />

Hierop heeft FC Sion de zaak voorgelegd aan het CAS.<br />

Beoordeling<br />

Het CAS oordeelt dat de disciplinaire maatregel<strong>en</strong>, g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

door de UEFA, niet in strijd zijn met Zwitsers recht.<br />

Het CAS vernietigt de beslissing van de civiele rechtbank<br />

<strong>en</strong> bevestigt de beslissing van de UEFA.<br />

VERENIGINGSRECHT<br />

Rb. ’s-Hertog<strong>en</strong>bosch (vzr.) 31 oktober 2011<br />

LJN BU2936 (Intimidatie bij ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rolstoelhockey)<br />

Inleiding<br />

De minderjarige A is rolstoelgebond<strong>en</strong> door de spierziekte<br />

Duch<strong>en</strong>ne. Hij is lid van ver<strong>en</strong>iging X <strong>en</strong> speelt daar<br />

rolstoelhockey. A maakt deel uit van het Nederlands<br />

team rolstoelhockey. In november 2010 heeft hij in die<br />

hoedanigheid deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan het wereldkampio<strong>en</strong>schap<br />

rolstoelhockey in Italië, waar het Nederlands team<br />

tweede is geword<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s het WK maakte B deel uit<br />

van het begeleidingsteam van het Nederlands team. B is<br />

ge<strong>en</strong> lid van de KNHB. Op de terugreis van het WK heeft<br />

het Nederlands team in e<strong>en</strong> hotel overnacht, waarbij A<br />

alle<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> kamer sliep. Op 8 november 2010 is B<br />

’s avonds de hotelkamer van A binn<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>. A zat<br />

op dat mom<strong>en</strong>t nag<strong>en</strong>oeg zonder kleding aan op zijn<br />

bed. De volg<strong>en</strong>de ocht<strong>en</strong>d is B nog tweemaal onaangekondigd<br />

de kamer van A binn<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>. A heeft zich<br />

door het g<strong>en</strong>oemde optred<strong>en</strong> van B geïntimideerd gevoeld.<br />

Hij heeft daarom teg<strong>en</strong> B e<strong>en</strong> klacht ingedi<strong>en</strong>d bij<br />

de tuchtcommissie van de KNHB. De tuchtcommissie<br />

heeft B voor onbepaalde tijd e<strong>en</strong> verbod opgelegd om<br />

e<strong>en</strong> functie binn<strong>en</strong> de KNHB (al dan niet op vrijwillige<br />

basis) uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

B heeft beroep ingesteld teg<strong>en</strong> de uitspraak van de<br />

tuchtcommissie. De Commissie van Beroep oordeelt dat<br />

– t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van niet-led<strong>en</strong> – het oplegg<strong>en</strong> van tuchtrecht<br />

niet e<strong>en</strong>zijdig door e<strong>en</strong> statutaire bepaling kan<br />

word<strong>en</strong> bewerkstelligd. In dat geval moet t<strong>en</strong> minste<br />

sprake zijn van e<strong>en</strong> zodanige aanvaarding van het<br />

tuchtrecht door het niet-lid, dat daaruit blijkt dat het<br />

niet-lid zich van de strekking <strong>en</strong> de consequ<strong>en</strong>tie van<br />

aanvaarding van het tuchtrecht bewust is. Het begeleidingsteam<br />

waar B deel van uitmaakt, heeft zich niet<br />

kracht<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> specifieke overe<strong>en</strong>komst verbond<strong>en</strong> tot<br />

naleving van de statut<strong>en</strong> <strong>en</strong> reglem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de KNHB<br />

<strong>en</strong> aanvaarding van het tuchtreglem<strong>en</strong>t.<br />

De Commissie van Beroep acht het tuchtrecht dan ook<br />

niet van toepassing op B <strong>en</strong> oordeelt dat de uitspraak<br />

van de tuchtcommissie weg<strong>en</strong>s onbevoegdheid di<strong>en</strong>t te<br />

word<strong>en</strong> vernietigd.<br />

A vordert vervolg<strong>en</strong>s in kort geding bij vonnis, uitvoerbaar<br />

bij voorraad, B te verbied<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> periode<br />

van twaalf maand<strong>en</strong> zich op te houd<strong>en</strong> op de zog<strong>en</strong>aamde<br />

ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t<strong>en</strong>dag<strong>en</strong> van rolstoelhockey, alsmede B te<br />

verbied<strong>en</strong> op wat voor wijze dan ook contact te legg<strong>en</strong><br />

met hem.<br />

Beslissing<br />

Het CAS bevestigt de beslissing van de UEFA om FC Sion<br />

uit te sluit<strong>en</strong> van deelname aan de Europa League van<br />

het seizo<strong>en</strong> 2011/2012. Daarnaast legt het CAS FC Sion<br />

e<strong>en</strong> boete op van CHF 40 000 (veertigduiz<strong>en</strong>d Zwitserse<br />

francs).<br />

Beoordeling<br />

De voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter oordeelt dat vaststaat dat B A<br />

heeft aangeraakt. De wijze waarop dit is gebeurd, is<br />

echter niet exact vast te stell<strong>en</strong>. B heeft ev<strong>en</strong>wel niet<br />

betwist dat A de gedraging<strong>en</strong> van B als zeer onplezierig<br />

heeft ervar<strong>en</strong>. B heeft bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> verklaard dat A schrok<br />

36<br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1


<strong>Jurisprud<strong>en</strong>tie</strong><br />

to<strong>en</strong> B de kamer betrad. Daarnaast was het bij het begeleidingsteam<br />

bek<strong>en</strong>d dat A er überhaupt al moeite mee<br />

had om hulp van derd<strong>en</strong> te vrag<strong>en</strong>. Onder deze omstandighed<strong>en</strong><br />

had B extra voorzichtig <strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>d<br />

moet<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet zonder meer (dat wil zegg<strong>en</strong>:<br />

zonder zijn toestemming) naast de naakte A, die in die<br />

positie extra kwetsbaar was, op zijn bed moet<strong>en</strong> gaan<br />

zitt<strong>en</strong>. Daarmee is B in elk geval op onacceptabele wijze<br />

in de nabijheid van A gekom<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong> het voorgaande<br />

is voorstelbaar dat A zich door de nabijheid van B bedreigd<br />

<strong>en</strong> gehinderd voelt, ondanks dat B de m<strong>en</strong>ing is<br />

toegedaan dat met zijn gedraging<strong>en</strong> géén sprake is van<br />

e<strong>en</strong> inbreuk op de persoonlijke integriteit van A. Dit leidt<br />

volg<strong>en</strong>s de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter tot de conclusie dat A<br />

recht heeft op bescherming door e<strong>en</strong> daarop gerichte<br />

voorzi<strong>en</strong>ing.<br />

E<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander klemt temeer nu B niet onder het tuchtrecht<br />

van de KNHB valt <strong>en</strong> A dus niet de bescherming van dat<br />

tuchtrecht wordt gebod<strong>en</strong>. De voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter acht<br />

e<strong>en</strong> maatregel t<strong>en</strong> gunste van A, ook al gaat die t<strong>en</strong> koste<br />

van B, gebod<strong>en</strong>. B heeft aangegev<strong>en</strong> niet voornem<strong>en</strong>s te<br />

zijn contact op te nem<strong>en</strong> met A. Het is echter bepaald<br />

niet uit te sluit<strong>en</strong> dat die behoefte om met A in contact<br />

te tred<strong>en</strong>, ine<strong>en</strong>s wel opkomt. A di<strong>en</strong>t daarvan te word<strong>en</strong><br />

gevrijwaard. De afweging van de betrokk<strong>en</strong> belang<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>t in het voordeel van A uit te vall<strong>en</strong>. A heeft immers<br />

e<strong>en</strong> onmisk<strong>en</strong>baar belang bij het onbezorgd <strong>en</strong> onbevreesd<br />

kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van zijn sport.<br />

Beslissing<br />

De voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter verbiedt B om op 26 november<br />

2011, 3 december 2011, 24 maart 2012, 21 april 2012<br />

<strong>en</strong> 16 juni 2012, alsmede tijd<strong>en</strong>s het Nederlands kampio<strong>en</strong>schap<br />

<strong>en</strong> het bekertoernooi aanwezig te zijn in de<br />

sporthal waar het betreff<strong>en</strong>de ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t plaatsvindt.<br />

Tev<strong>en</strong>s wordt B verbod<strong>en</strong> om gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> jaar persoonlijk,<br />

schriftelijk, telefonisch of anderszins rechtstreeks<br />

contact op te nem<strong>en</strong> met A, op straffe van verbeurte<br />

van e<strong>en</strong> dwangsom van € 500 voor iedere keer<br />

dat B zich hier niet aan houdt. Daarnaast wordt B veroordeeld<br />

in de proceskost<strong>en</strong>.<br />

Tijdschrift voor <strong>Sport</strong> & <strong>Recht</strong> 2012-1<br />

37

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!