Prestatieafspraken Leidschendam-Voorburg 2012 - Vidomes

Prestatieafspraken 

Leidschendam-Voorburg 

2012 t/m 2014 

Gemeente Leidschendam-Voorburg, Vidomes en 

WoonInvest 

8 januari 2013

Inhoud 

OVEREENKOMST LOKALE PRESTATIEAFSPRAKEN ......................................................................4 

ARTIKEL I. 

ARTIKEL II. 

WOONRUIMTEVERDELING......................................................................................5 

WIJKGERICHT WERKEN / LEEFBAARHEID............................................................6 

ARTIKEL III. DOELGROEPEN .......................................................................................................7 

ARTIKEL IV. TOEGANKELIJKHEID ...............................................................................................9 

ARTIKEL V. WONINGVOORRAAD ............................................................................................. 11 

ARTIKEL VI. DUURZAAMHEID .................................................................................................... 12 

ARTIKEL VII. NIEUWBOUW EN HERSTRUCTURERING .............................................................. 14 

ARTIKEL VIII. SAMENWERKING .................................................................................................... 15 

BIJLAGE I TOELICHTING ARTIKELEN .................................................................................. 17 

BIJLAGE II 

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN GEMEENTE LEIDSCHENDAM-VOORBURG 

VIDOMES WOONINVEST ...................................................................................... 21 

BIJLAGE III INKOMENSGRENZEN SOCIALE HUISVESTING PER 1 JANUARI 2012 ............... 22 

BIJLAGE IV BEGRIPPEN-/AFKORTINGENLIJST ...................................................................... 23 

Prestatieafspraken Gemeente Leidschendam-Voorburg І Vidomes І WoonInvest 2012 t/m 2014 

3

OVEREENKOMST LOKALE PRESTATIEAFSPRAKEN 

Ondergetekenden: 

1. de publiekrechtelijke rechtspersoon, Gemeente Leidschendam-Voorburg, gevestigd aan het 

Raadhuisplein 1, 2264 BP te Leidschendam, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd, volmacht 

nummer 788077, door de heer P.M.M. van Ostaijen, in zijn hoedanigheid als wethouder, zulks ter 

uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders de dato 8 januari 2013, 

nummer 783292, de gemeente Leidschendam-Voorburg, hierna te noemen “de gemeente”; 

en 

2. de Stichting Vidomes, gevestigd te Delft, kantoorhoudend aan de Kleveringweg 24 te Delft, te 

dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door directeur Gebiedsontwikkeling, mevrouw Y. van der 

Brugge, Stichting Vidomes voormeld, hierna te noemen “Vidomes”; 

en 

3. de Stichting WoonInvest, gevestigd te Leidschendam-Voorburg, kantoorhoudend aan de Charlotte 

van Pallandtlaan 2 te Voorburg, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door bestuurder/directeur 

de heer M. de Jong, Stichting WoonInvest voormeld, hierna te noemen “WoonInvest”; 

de ondergetekende sub 1, 2 en 3 hierna gezamenlijk te noemen: “partijen”, de ondergetekenden sub 2 

en 3 hierna gezamenlijk te noemen: de woningcorporaties, 

overwegende dat: 

 

partijen het belang onderkennen van nieuwe lokale prestatieafspraken voor de periode 2012 tot en 

met 2014. 

 

de Regionale Huisvestingsverordening Stadsgewest Haaglanden en de regionale 

prestatieafspraken Haaglanden de kaders vormen voor deze prestatieafspraken. 

 

de financiële crisis ervoor zorgt dat partijen alle afspraken ‘financieel neutraal’ wensen uit te voeren 

binnen de beschikbare financiële budgetten. De financiële armslag is beperkt. Dit draagt eraan bij 

dat partijen zich bezinnen op de eigen kerntaken. Een toelichting hierop is opgenomen in bijlage I. 

 

de prestatieafspraken bijdragen tot de ambities en doelstellingen van partijen. 


4

en gelet op het volgende: 

- partijen hebben op het moment van het opstellen van de prestatieafspraken te maken met de 

gevolgen van de economische crisis en veranderingen in wet- en regelgeving. 

- partijen hebben te maken met teruglopende budgetten en minder investeringsruimte. Dit impliceert 

dat ieder project afzonderlijk wordt beoordeeld door partijen op financiële haalbaarheid. 

- de veranderingen die de komende periode plaatsvinden, zullen gevolgen hebben voor de financiële 

mogelijkheden van de woningcorporaties en de gemeente. Juist deze context maakt samenwerking 

op lokaal niveau van cruciaal belang. 

- in deze prestatieafspraken zijn thematisch de afspraken weergegeven die partijen met elkaar 

aangaan om de gezamenlijk doelstellingen te realiseren 

besluiten de volgende afspraken met elkaar overeen te komen: 

Artikel I. 

WOONRUIMTEVERDELING 

Doelstelling 

Het op gang houden en versterken van de doorstroming in de gemeente Leidschendam-Voorburg, 

zodat starters op de woningmarkt ruimte krijgen om in te stromen en zoveel mogelijk inwoners naar 

tevredenheid kunnen wonen. 

Afspraken 

1. Partijen maken optimaal gebruik van de ruimte die de regionale kaders bieden voor de lokale 

invulling. De in de Regionale Huisvestingsverordening Haaglanden 2012 opgenomen 15% gerichte 

toewijzingsruimte zetten partijen in om de volgende doelen te behalen: 

• Doorstromen uit betaalbare eengezinswoningen, ongeacht doelgroep 

• Verminderen knelpunten op het gebied van leefbaarheid (overlast) 

• Behoud van sociale cohesie in een gebied (buurt, wijk of kern) 

• Voorstromen (doorstroming binnen hetzelfde wooncomplex) 

• Doorschuiven (herstructurering) 

• Uitvoeren experimenten op het gebied van de woonruimteverdeling 

• Maximaal 5% van het totaal aantal verhuringen toewijzen aan kwetsbare groepen, waarbij 

partijen kunnen afspreken in het huurcontract een clausule over woonbegeleiding op te nemen. 


5

2. De woningcorporaties kunnen via actieve bemiddeling de doelen uit punt 1 bereiken. 

3. De woningcorporaties verantwoorden achteraf. 

Artikel II. 

WIJKGERICHT WERKEN / LEEFBAARHEID 

Doelstelling 

Partijen werken intensief samen aan de fysieke en sociale leefbaarheid in de buurten met 

bovengemiddelde scores wat betreft corporatiebezit, onveiligheidsgevoel en jeugdcriminaliteit en een 

ondergemiddelde algemene waardering. Partijen gebruiken hiervoor de gemeentelijke Wijkatlas. 

Afspraken 

1. De gemeente beheert de openbare ruimte volgens het Beheerkwaliteitsplan. 

2. De gemeente beheert de openbare groenvoorzieningen gemiddeld op kwaliteitsniveau voldoende 

(C) en de rest van de openbare ruimte op kwaliteitsniveau goed (B). Deze kwaliteitsniveaus zijn 

vastgelegd in het gemeentelijk BeheerKwaliteitsPlan. 

3. Partijen bespreken per kwartaal in het Ambtelijke Overleg Wonen de omvang en aard van de 

klachten in de buurten met als doel de leefbaarheid te optimaliseren. 

4. Partijen benoemen jaarlijks met elkaar de aandachtswijken. 

5. Partijen maken afspraken in het regulier Overleg Wonen over knelpunten in de leefbaarheid bij 

woningcomplexen en in de openbare ruimte rondom de corporatiewoningen. Hierbij hanteren 

partijen de gemeentelijke Wijkatlas, de huurdersscan (WoonInvest), het woonbelevingsonderzoek 

USP (Vidomes) en signalen en ervaringen van professionals werkzaam in de wijken en buurten. 

6. De gemeente zorgt voor het functioneren van een wijkplatform in de wijken Voorburg Noord, 

Bovenveen, De Heuvel/Amstelwijk, Prinsenhof en Leidschendam-Zuid. De woningcorporaties 

zorgen voor een adequate vertegenwoordiging in de wijkplatforms. 

7. In de aandachtswijken betrekken de wijkmanagers de inwoners en organisaties bij de leefbaarheid 

en spreken hen aan op hun verantwoordelijkheden. 

8. De wijkmanagers zijn de regisseurs en relatiemanagers op wijkniveau. 


6

Zij dragen bij aan de oplossingen voor problemen door inwoners en partijen uit hun interne en 

externe netwerk op het juiste moment met elkaar in contact te brengen. De gemeente neemt de 

coördinatie van wijk-en buurtgerichte (ISV-)programma’s op zich. Met de informatie uit de Wijkatlas 

wegen partijen, samen met de Wijkplatforms en andere belanghebbenden in de wijk belangen af. 

Partijen stellen prioriteiten en maken keuzes. Zo komt de Wijkagenda met actiepunten tot stand. De 

wijkmanager stuurt op de uitvoering van de Wijkagenda per wijk en doet daarbij, indien nodig een 

beroep op de inzet van bewoners en maatschappelijke organisaties. 

9. De huismeesters/complexbeheerders bij wooncomplexen van de woningcorporaties signaleren 

overlast en zijn aanspreekpunt voor de wijkmanager van de gemeente. 

10. De woningcorporaties voorkomen dat in geval van ontruiming van woonruimte geen inboedels op 

straat komen te staan en dragen de kosten voor het verwijderen van inboedels van de openbare 

weg en het tijdelijk opslaan daarvan. 

Artikel III. 

DOELGROEPEN 

Doelstelling 

Partijen bedienen een aantal aandachtsgroepen van beleid: 

• Aandachtsgroep Europa: Voor inkomensgrenzen, zie bijlage III. 

• BBSH-doelgroep 

• Lage middeninkomens: Inkomens boven de grens van de Europese beschikking tot 1½ keer 

BBSH. Deze lage middeninkomens komen vrijwel niet (meer) in aanmerking voor sociale 

huurwoningen vanwege de ministeriële regeling betreffende staatssteun aan woningcorporaties, 

onder meer de 90%-regeling woningtoewijzing. 

• Huishoudens met jonge kinderen: Huishoudens met jongere kinderen (0-12 jaar) vormen een 

doelgroep in de Structuurvisie 2040 voor de ruimtelijke planvorming in de gemeente. Deze 

doelgroep heeft veelal behoefte aan eengezinswoningen. In het Woningbouwprogramma 2010- 

2040 is vastgesteld dat er een tekort is aan eengezinswoningen. 

• Senioren: Kinderloze huishoudens van 65 jaar en ouder die wensen te anticiperen op huisvesting 

geschikt voor hun oude dag. 

• Zorgbehoevenden: Mindervaliden en mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. 

Hieronder vallen ook mensen met somatische klachten en dementerenden. 

• Buurtbewoners: Bewoners van een buurt zoals benoemd in de Wijkatlas Leidschendam-Voorburg 

onder ‘bevolking’. Voor de leefbaarheid en sociale cohesie in een buurt kan het gewenst zijn om 

buurtbewoners voor de buurt te behouden. 


7

• Kwetsbare groepen: Groepen mensen die niet op eigen kracht in hun huisvesting kunnen voorzien 

en voor wie bijzondere voorzieningen nodig zijn. Het betreft onder andere dak-/thuislozen, mensen 

met een psychiatrische en/of verslavingsachtergrond, mensen met psychosociale problemen, 

mensen op de vlucht voor huiselijk geweld/eerwraak, (zwerf)jongeren, tienermoeders, dreigende 

schooluitval en jongeren in kamertrainingsprogramma's en ex-veelplegers/ex-gedetineerden. 

Afspraken 

1. De woningcorporaties wijzen tenminste 90% van de vrijkomende sociale huurwoningen in 

Leidschendam-Voorburg toe aan de ‘aandachtsgroep Europa’. 

2. De woningcorporaties wijzen tenminste 70% van de vrijkomende sociale huurwoningen in 

Leidschendam-Voorburg toe aan de BBSH-doelgroep. 

3. Partijen verleiden (goedkope) scheefwoners te verhuizen en bevorderen de doorstroming met 

behulp van de seniorenmakelaar, communicatie over projecten, labeling van wooncomplexen en 

nieuwbouw. Hierdoor kunnen de woningcorporaties de aandachtsgroepen van beleid beter 

huisvesten. 

4. De woningcorporaties maken optimaal gebruik van de toewijzingsruimte voor de groep lage 

middeninkomens 1 . 

5. De woningcorporaties bedienen de groep lage middeninkomens met hun verkoopprogramma, al 

dan niet met terugkoopgarantie. 

6. Doorstromers uit sociale (eengezins)woningen geschikt voor huishoudens met jonge kinderen 

krijgen binnen de lokale beleidsruimte voorrang bij de woningtoewijzing. 

7. Partijen richten hun woningbouwprogramma’s waar mogelijk op de toevoeging van 

eengezinswoningen. 

8. Inwoners van 65 jaar en ouder krijgen voorrang op andere woningzoekenden, indien zij een sociale 

huurwoning achterlaten geschikt voor een huishouden met jonge kinderen. 

9. Partijen onderzoeken mogelijkheden om inwoners van 65 jaar en ouder te stimuleren tot 

doorstroming. Vidomes zet hier de seniorenmakelaar voor in. WoonInvest beziet de mogelijkheden 

om de seniorenmakelaar in te schakelen bij passende projecten. 

1 

Toelichting: tenminste 90% van de toewijzingsruimte van sociale huurwoningen moet worden gebruikt voor huishoudens met 

een inkomen tot € 34 085,– (prijspeil 1 januari 2012); maximaal 10% van de sociale huurwoningen kan worden toegewezen aan 

de lage middeninkomens. 


8

10. De woningcorporaties onderzoeken in 2012 samen met WoonZorgcentra Haaglanden en Florence 

de mogelijkheid om senioren met een zorgvraag gericht te huisvesten in hun wooncomplexen. 

Mogelijk is inzet van de gerichte toewijzingsruimte in de woonruimteverdeling hiervoor van belang. 

11. Partijen zoeken naar mogelijkheden om elkaar te versterken in het signaleren van 

zorgbehoevenden. 

12. Partijen staan open voor nieuwe woonzorgconcepten. Verzoeken van zorgpartijen en particulieren 

(al dan niet collectief) worden door partijen onderzocht. 

13. Buurtbewoners kunnen binnen de gerichte toewijzingsruimte voorrang krijgen bij de toewijzing van 

vrijkomende woningen in hun buurt. 

14. De ontwikkeling van (ver)nieuwbouwprojecten van de woningbouwcorporaties wordt onder meer 

afgestemd op de vraag/behoefte van doorstromers uit de buurt. 

15. De woningcorporaties wijzen een beperkt aantal vrijkomende sociale huurwoningen toe aan 

kwetsbare doelgroepen: maximaal 5% van het aantal woningtoewijzingen per jaar. Partijen 

gebruiken hiervoor de gerichte toewijzingsruimte. 

16. De woningcorporaties huisvesten het percentage van de halfjaarlijks aan de gemeente opgelegde 

taakstelling voor de huisvesting van vergunninghouders gelijk aan ieders aandeel in de voorraad 

sociale huurwoningen. 

Artikel IV. 

TOEGANKELIJKHEID 

Doelstelling 

Mensen in staat stellen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. De gemeente is 

verantwoordelijk voor de invulling van de Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO). Beide partijen 

werken samen aan een toegankelijk woningaanbod en maken afspraken over de toegankelijkheid van 

woningen en wooncomplexen en over de woningaanpassingen. 

Afspraken 

1. Op het terrein van wonen, welzijn en zorg heeft de gemeente een regierol. In samenspraak met 

partijen op dit terrein brengt de gemeente in 2013 de toekomstige behoefte aan woon- en 

zorgvoorzieningen in kaart alsmede de maatregelen die noodzakelijk zijn om in die behoefte te 

voorzien. 


9

2. De woningcorporaties stellen via hun voorraadbeheerplannen vast welke woningen duurzaam 

geschikt (te maken) zijn voor ouderen. 

3. De woningcorporaties investeren in woonzorgconcepten waar op grond van onderzoek behoefte 

aan is. 

4. Partijen stellen vast welke wooncomplexen specifiek voor ouderen kunnen worden bestemd. 

Criteria zijn de toegankelijkheid van de betreffende complexen, het aandeel ouderen dat daar 

woont en de nabijheid van (zorg)voorzieningen. De woningcorporaties passen de algemeen 

toegankelijke ruimten in wooncomplexen die zijn bestemd voor ouderen aan. De gemeente kan in 

de kosten bijdragen voor het toegankelijk maken van deze wooncomplexen in geval de bijdrage 

een aantoonbare besparing oplevert in de (toekomstige) Wmo-uitgaven. 

5. De gemeente kan subsidie beschikbaar stellen voor het vergroten van de toegankelijkheid van 

woningen en wooncomplexen. De woningcorporaties zetten deze subsidie in om de 

toegankelijkheid van hun complexen te verbeteren. 

6. Indien bewoners in een voor hen ongeschikte woning wonen, lichten woningcorporaties hen actief 

in over alternatieve huisvesting. In bepaalde situaties kan de gemeente een voorrangsverklaring 

verstrekken. 

7. Partijen onderzoeken of er financiële ruimte is om in 2013 een pilot “Opplussen op maat” uit te 

voeren. Partijen stellen gezamenlijk een opplus-pakket op maat op. Het oppluspakket omvat een 

lijst aan voorzieningen die in de woning kunnen worden aangebracht, met als doel tegemoet te 

komen aan de wens langer zelfstandig in de woning te kunnen blijven wonen. 

8. Bij nieuwbouw van woningen van de woningcorporaties en bij renovatie van bestaande 

wooncomplexen houden partijen zoveel mogelijk rekening met de eisen voor toegankelijkheid, 

zoals opgenomen in het gemeentelijk Handboek toegankelijkheid. 

9. Als de woningcorporaties besluiten bestaande wooncomplexen te renoveren voor ouderen, dan 

past de gemeente indien nodig de openbare ruimten rond deze wooncomplexen aan. 

10. De woningcorporaties onderzoeken of het mogelijk is om het aanbrengen van de voorzieningen te 

laten plaatsvinden via een non-profit organisatie. 

11. Partijen onderzoeken de mogelijkheden van het aanleggen van een database voor woningen die 

zijn aangepast op het gebied van toegankelijkheid. 


10

Artikel V. 

WONINGVOORRAAD 

Doelstelling 

Partijen streven naar voldoende sociale huur- en koopwoningen in aansluiting op de actuele vraag. 

Afspraken 

1. De woningcorporaties zijn bereid de gemeente tijdig te informeren over de aard en de omvang van 

de te verkopen woningen met een huurprijs beneden de huurprijsgrens en – indien gewenst – dit in 

een overleg toe te lichten. 

2. Bij de actualisatie van bestemmingsplannen zal de gemeente rekening houden met de bestaande 

differentiatie in woonmilieus voor zover dit sociale woningbouw betreft. 

3. Bij het splitsen van een wooncomplex in appartementsrechten is het van belang dat het onderhoud 

en beheer goed zijn gewaarborgd. De splitsingsakte van KoopGarant voorziet hierin door een 

verplichte meerjarenonderhoudsplanning en voldoende reservering hiervoor. Het is daarom van 

belang dat de woningcorporaties een stem behouden in de Vereniging van Eigenaars (VvE), zodat 

zij participeren in VvE-vergaderingen en de VvE kunnen wijzen op haar verplichtingen en dat zo 

nodig juridisch kan afdwingen. De woningcorporaties zien er tevens op toe dat de VvE een 

beheerder en/of bestuurder aanwijst volgens vastgestelde kwaliteitseisen conform de KoopGarantsplitsingsakte. 

4. Partijen ontwikkelen lokaal beleid voor de invulling van de afspraken over sociale woningbouw, 

mede in relatie tot het uitvoeringsprogramma van de ruimtelijke structuurvisie en de regionale 

evaluatie van de 30%-afspraak over sociale woningbouw. 

5. Partijen spannen zich in om ongewenste geplaatste schotelantennes tegen te gaan. 

Artikel VI. 

DUURZAAMHEID 

Doelstelling 

Het verbeteren van de kwaliteit (duurzaamheid en aanpasbaarheid) van nieuw gebouwde of 

verbouwde woningen. 


11

Afspraken 

1. De gemeente spant zich in om de woningcorporaties bij te staan om een stap verder te komen in 

het ontwikkelen en realiseren van duurzame, energiezuinige te renoveren woningen. Voor nieuwe 

woningen geldt het Bouwbesluit. De gemeente zal hiervoor, voor zover beschikbaar financiële 

middelen ter beschikking stellen indien de woningcorporaties deze aanwenden voor onderzoek of 

het stimuleren van duurzame energiezuinige woningen. 

2. Voor zover beschikbaar gebruiken de woningcorporaties FSC-hout, zowel in nieuwbouw- als 

renovatieprojecten. Dit vloeit voort uit het convenant dat partijen hebben afgesloten met FSC- 

Nederland. 

3. Verder spreken partijen de volgende nadere bepalingen af: 

• Gemeente is geen voorstander van balansventilatie, maar gaat akkoord met dit systeem als dit 

wordt toegepast in een goed ontwerp en goed wordt gedimensioneerd. Dit geldt ook voor een 

actieve rol van de woningcorporaties in het vervangen van installatiefilters door middel van het 

vastleggen in contracten voor onderhoud; 

• De woningcorporaties geven voorlichting aan huurders over het gebruik van ventilatiesystemen; 

• Bij nieuwbouwprojecten realiseren de woningcorporaties de basiseisen van Woonkeur, inclusief 

de basiseisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen op woningniveau 

• Het geschikt maken van woningen voor latere toepassing van zonne-energie bij 

nieuwbouwprojecten; 

• De gemeente onderzoekt of voorafgaand aan elk nieuwbouw- of renovatieproject van de 

woningcorporaties de straatverlichting energiezuiniger kan worden gemaakt; 

• In het licht van het behalen van de verscherpte energie-eisen uit het Bouwbesluit 2011 is het 

gebruik van een Laag Temperatuur Verwarmingssystemen (LTV) en het toepassen van 

duurzame energie naar verwachting noodzakelijk. Partijen nemen LTV in ieder geval mee bij 

renovatieprojecten als stap op weg naar een duurzame energiehuishouding. 

4. De woningcorporaties streven naar het toepassen van duurzame materialen. Naast de eerder 

genoemde toepassing van FSC-hout, zullen de woningcorporaties terughoudend zijn met de 

toepassing van zware metalen (zoals lood en zink) om uitloging naar oppervlaktewater te 

voorkomen. 

5. Mocht de situatie zich voordoen dat er nieuwbouw plaatsvindt van meer dan 200 woningen of meer 

dan 200 woningen worden gerenoveerd, dan stellen partijen een energievisie (EPL) op of doen 

onderzoek met behulp van GPR-Gebouw®-stedenbouw. De gemeente betaalt dit onderzoek voor 

zover financiële middelen dit toelaten. Partijen treden in overleg over de uiteindelijke streefwaarde. 


12

6. Partijen ambiëren om de bestaande woningvoorraad bij ingrijpende complexgewijze 

woningverbetering te verhogen met een derde extra energielabel. Dit is bovenop de door Aedes 

met het Rijk afgesproken twee labelsprongen. De gemeente subsidieert 2 deze derde extra 

energielabelsprong voor woningen die Vidomes en WoonInvest gezamenlijk aanwijzen. De 

woningcorporaties maken het energielabel inzichtelijk voor en na renovatie. Zij versterken hiermee 

het gemeentelijk project "Energieservice aan huis”. Basis hiervoor is de al bekende complexgewijze 

energielabeling van hun woningen. 

7. Bij ingrijpende complexgewijze woningverbetering streven de woningcorporaties er naar de open 

keukengeisers door alternatieve systemen te vervangen. 

Artikel VII. 

NIEUWBOUW EN HERSTRUCTURERING 

Doelstelling 

Het bevorderen van meer eengezinswoningen en seniorenwoningen bij nieuwbouw. 

Afspraken 

1. De gemeente kan vanuit algemeen belang overwegen om financieel bij te dragen aan de 

realisering van nieuwbouwprojecten in de sociale sector. Het verstrekken van een financiële 

bijdrage moet voldoen aan: 

a. de van toepassing zijnde subsidievoorwaarden; 

b. de Europese mededingings- en aanbestedingsregels en 

c. staatssteunregelgeving. 

2. Partijen zien elkaar als “preferred partners” voor het realiseren van de lokale nieuwbouwopgave 

voor sociale woningbouw, in die zin dat de gemeente bij aanbesteding van een gemeentelijke 

ontwikkellocatie met sociale woningbouw de woningcorporaties in ieder geval zal uitnodigen tot het 

doen van een van een bieding, met uitzondering van de ontwikkeling van de gebieden in het 

Woningbouwprogramma gemeente Leidschendam-Voorburg – herijking 2012 waarin geen sociale 

woningbouw is gepland. 

3. Partijen bespreken jaarlijks het woningbouwprogramma binnen de gemeente Leidschendam- 

Voorburg. 

4. Partijen stemmen jaarlijks af over infrastructurele projecten van de gemeente en uitvoering van 

groot onderhoud en renovatie door de woningcorporaties. 

2 

ISV-subsidieregeling 2012 t/m 2013 


13

5. De gemeente betrekt de woningcorporaties bij het opstellen van het woningbouwprogramma. 

6. De gemeente betrekt de woningcorporaties bij de vaststelling van de woningbehoefte en vraag op 

de woningmarkt mede op basis van WoON 2012 en de Wijkatlas. 

7. Bij grootschalige nieuwbouw- of herstructureringsprojecten van de woningcorporaties zorgen 

partijen voor een vaste contactpersoon die zal handelen op basis van een mandaat als aanvulling 

op het reguliere mandaat, zulks onder voorbehoud van bestuurlijke goedkeuring. 

8. Partijen leveren jaarlijks informatie aan elkaar, niet zijnde bedrijfsgeheimen, om de woningbehoefte 

te monitoren. 

9. Partijen betrekken de VAC bij de advisering van sociale woningbouwprojecten. 

10. De woningcorporaties bouwen geen onrendabele parkeergarages. 

11. Partijen spannen zich gezamenlijk in om bij nieuwbouw en herstructurering zoveel mogelijk 

leerlingen – bijvoorbeeld via een stageplaats of leerlingbouwplaats – op te leiden tot gediplomeerd 

bouwvakker. 

Artikel VIII. 

SAMENWERKING 

Doelstelling 

Partijen werken met elkaar samen in een partnerschap en hanteren een transparante en open 

overlegstructuur en informeren elkaar tijdig. Een overzicht van samenwerkingsafspraken is opgenomen 

in bijlage II. 

Afspraken 

1. Partijen komen ieder kwartaal bijeen voor Ambtelijk Overleg Wonen (AO). Twee maal per jaar 

hebben partijen Bestuurlijk Overleg (BO) waarin bestuurlijke beslispunten alsmede knelpunten uit 

het AO aan de orde komen. Het BO ijkt jaarlijks de prestatieafspraken; het AO levert hiervoor input. 

2. In het AO bewaken partijen de prestatieafspraken. Het AO heeft de volgende taken: 

a Inhoudelijk voorbereiden van het BO; 

b Bewaken van de (uitvoering van de) afspraken die in het BO worden gemaakt; 

c Organiseren van de monitoring en evaluatie van de prestatieafspraken; 

d Het initiëren van voorstellen tot bijstelling en/of aanscherping van de prestatieafspraken; 


14

e Organiseren van de gezamenlijke communicatie over zaken voortkomend uit de 

prestatieafspraken. 

3. Om professioneel samen te werken en kennis te delen, wisselen partijen structureel informatie uit. 

4. Tussentijdse bijstelling van afspraken uit deze overeenkomst is mogelijk als partijen hier allen mee 

instemmen. 

5. De gemeente raadpleegt de woningcorporaties zo vroeg mogelijk bij het ontwikkelen en 

actualiseren van beleid op beleidsvelden die verband houden met de werkvelden van de 

corporaties. Zo werkt de gemeente nauw samen in het kader van veiligheid in de gemeente LV. In 

het bijzonder om woninginbraken tegen te gaan en het Jorp-project 

6. De woningcorporaties raadplegen de gemeente zo vroeg mogelijk bij het ontwikkelen en 

actualiseren van beleid en programmering op beleidsvelden die verband houden met haar 

werkvelden. 

7. Indien partijen opdrachten voor onderzoek verstrekken, zoals een woningbehoeftenonderzoek, 

woningmarktonderzoek of leefbaarheidsonderzoek, overleggen partijen met elkaar over mogelijke 

gezamenlijke opdrachtverstrekking. 

8. Partijen informeren elkaar proactief over belangrijke actuele gegevens en informatie die gaan over 

thema’s uit deze prestatieafspraken. 

Aldus overeengekomen en in drievoud ondertekend op ………………. te Leidschendam. 

Gemeente Leidschendam-Voorburg 

Dhr. P.M.M. van Ostaijen, wethouder Wonen c.a. 

…………………….. 

Vidomes Leidschendam-Voorburg 

Mw. ir. Y.L. van der Brugge, directeur Gebiedsontwikkeling 

………………………………………… 

…………………….. 

WoonInvest 

Dhr. M. de Jong, directeur-bestuurder 

……………..………………………… 

…………………….. 

………………………………………… 


15

BIJLAGE I – Toelichting artikelen 

Context 

De financiële crisis is zowel voor de woningcorporaties als voor de gemeente aanleiding te zoeken naar 

bezuinigingen en zich te bezinnen op de eigen kerntaken. Ook los van de crisis zien partijen 

verschillende ontwikkelingen die onze financiële armslag beperken en dus ook van invloed zijn op de 

prestatieafspraken. 

Woningcorporaties 

De financiële crisis en de crisis op de woningmarkt hebben een negatief effect op de 

waardeontwikkeling van het vastgoed van woningcorporaties. Daarnaast is de woningverkoop, een 

belangrijke inkomstenbron sterk teruggelopen. De financiële positie van corporaties is verslechterd, wat 

zich uit in een stijgende schuld per woning en een dalende vermogenspositie. Het “verdienmodel” van 

de woningcorporaties is achterhaald. Dit verdienmodel gaat ervan uit dat de waarde van zowel de 

woningvoorraad als de vastgoedportefeuille toeneemt, waardoor nieuwe projecten kunnen worden 

gefinancierd. Verder zagen en zien de woningcorporaties zich geconfronteerd met verschillende 

financiële heffingen. Per 1 januari 2008 kwam de vrijstelling van betaling van vennootschapsbelasting 

te vervallen. In 2011 moest er extra geld worden gestort in de saneringskas van het Centraal Fonds 

Volkshuisvesting en vanaf 2014 wil het Rijk de corporaties jaarlijkse heffing van 650 miljoen euro voor 

de huurtoeslag opleggen. De regelgeving rond staatssteun beperkt de speelruimte op 

volkshuisvestingsgebied. In het bijzonder de “Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch 

belang toegelaten instellingen volkshuisvesting” (verder te noemen “Tijdelijke regeling”) die per 1 

januari 2011 in werking is getreden, heeft de nodige impact. Hierin is opgenomen: 

- De omschrijving van de diensten van algemeen economisch belang (DAEB), 

- Het vereiste dat compensatie alleen kan worden verkregen voor werken die als DAEB zijn 

opgedragen, en 

- De vereisten ten aanzien van toewijzing aan de doelgroepen van beleid van huurwoningen met een 

huur tot maximaal € 664,66 (prijspeil 2012). 

Gemeente 

De rol van de gemeente is veranderd in het licht van de afnemende financiële middelen op grond van 

de Voorjaarsnota 2011. Er is voor gekozen om geen collectieve lastenverhoging op te leggen, maar de 

bezuinigingen vooral te zoeken in het verminderen van taken, het schrappen van voorzieningen en het 

verkleinen van de gemeentelijke organisatie. Er wordt gewerkt aan een kleinere overheid die meer 

samenwerkt om doelen te bereiken. De gemeente neemt waar mogelijk steeds meer een regisserende 

rol. Gezocht wordt naar samenwerkingsvormen met partners en bewoners, bedrijven en instellingen om 

meer gebruik te kunnen maken van hun eigen kracht en verantwoordelijkheid. Met minder overheid 

wordt meer ruimte gegeven aan eigen initiatief en improvisatievermogen, maar wel binnen zakelijke 

afspraken. 


16

Specifiek op het gebied van wonen geeft de Voorjaarsnota 2011 aan dat de gemeente geen financiële 

bijdragen aan (sociale) woningbouw en verbetering van de kwaliteit van woningen meer gaat leveren. 

De maatregelen op het gebied van "Projecten en investeringen" zijn de volgende: 

- bezuiniging op beleidscapaciteit 

- het afschaffen van subsidies voor duurzaamheid en aanpasbaarheid 

- vermindering van het aantal projecten (faseren en schrappen) 

- een andere rol van de gemeente bij projecten (faciliterend, regisserend). 

Artikel I WOONRUIMTEVERDELING 

- De experimenten op het gebied van de woonruimteverdeling worden vooraf onderbouwd, onderling 

afgestemd en komen tegemoet aan de lokale doelstellingen. De projecten zijn transparant en 

controleerbaar en worden achteraf verantwoord. Belangrijke randvoorwaarde is dat er geen sprake 

is van uitsluiting. 

- De exacte invulling van de gerichte toewijzing geven partijen vorm binnen het bestuurlijk overleg 

(BO) en het ambtelijk overleg (AO). De gemeente besluit na overleg met de woningcorporaties dat 

maximaal 15% van de voor verhuur vrijkomende woonruimte gericht wordt toegewezen (artikel 21b 

Regionale Huisvestingsverordening Stadsgewest Haaglanden 2012). 

- Indien nodig voor de transparantie leggen partijen een specifieke casus voor aan de 

Toetsingscommissie Voorrangsverklaring Leidschendam-Voorburg. 

- Vidomes maakt gebruik van een seniorenmakelaar om de doorstroming van senioren uit grote 

(eengezins)woningen te stimuleren. De seniorenmakelaar maakt gebruik van de ruimte die wordt 

geboden binnen de kaders van de gerichte woningtoewijzing. 

- Voor de woonbegeleiding kunnen de woningcorporaties in het huurcontract bij wijze van voorbeeld 

de volgende clausule opnemen. In aanmerking nemende dat: 

o Huurder woonbegeleiding van het JIT en/of Reclassering ontvangt gedurende de periode 

van ....maanden. Teneinde de woonbegeleiding te bevorderen, dient de bewoner: 

a. De begeleiding van het JIT en/of Reclassering en van de individuele begeleider 

evenals ambulante instellingen te accepteren. Dit houdt ook in dat de begeleiding op 

verzoek toegang krijgt tot de woning van de huurder. 

b. Maandelijks gesprekken te voeren met de begeleider. 

c. Mee te werken aan doelen die hij of zij zich gesteld heeft en die met de begeleider van 

het JIT en/of Reclassering zijn afgesproken. 

o Het intakeformulier wordt gevoegd bij de huurovereenkomst met ambulante 

woonbegeleiding. 

o Huurder zijn budget laat beheren door de gemeente voor de duur van 2 jaar vanaf 

ingangsdatum huurovereenkomst. 

Artikel II WIJKGERICHT WERKEN / LEEFBAARHEID 

Met het begrip ‘leefbaarheid’ wordt aangegeven hoe aantrekkelijk en/of geschikt een gebied of 

gemeenschap is om er te wonen. 


17

Afspraak 1 

Voor alle woonwijken geldt het basis-beheerniveau. Op de meetlatten voor het beheer beheren partijen 

iedere woonwijk gemiddeld volgens het kwaliteitsniveau ‘goed’ (B). Klachten van inwoners over de 

openbare ruimte behandelt de gemeente zo spoedig mogelijk via het Meldpunt Openbare Ruimte. Zo 

nodig werken partijen samen aan een oplossing. 

Afspraak 3 

De regie voor het wijkbeheer ligt bij de gemeente. Als coördinator houden de wijkmanagers het 

overzicht en zijn zij op de hoogte van de stand van zaken. Ze bewaken de voortgang en als deze 

stagneert, nemen zij het initiatief om zaken vlot te trekken of dit op de juiste plaats in de gemeentelijke 

organisatie te agenderen. Daarnaast zijn zij de verbindende schakel naar de inwoners en organisaties 

in de wijk. Partijen beschouwen de betrokkenheid van bewoners en het maatschappelijke veld als een 

kritische succesfactor als het om de leefbaarheid gaat. 

Afspraak 8 

Uitgangspunt is dus dat partijen hun verantwoordelijkheid voor de wijkleefbaarheid delen met andere 

partijen in de wijk. 

Artikel III DOELGROEPEN 

Aandachtsgroepen van beleid. De woningcorporaties hebben meerdere instrumenten om het goedkope 

scheefwonen tegen te gaan en de doorstroming te bevorderen. Denk aan instrumenten als extra 

huuraanpassing en huurders die voorrang krijgen bij het verhuizen naar een duurdere sociale 

huurwoning. De inkomensgrens voor sociale huurwoningen bedraagt per 1 januari 2012 34.085 euro 

Artikel IV TOEGANKELIJKHEID 

Afspraak 1 

Verkochte sociale woningen worden alleen tot de sociale woningvoorraad gerekend, als ze een 

marktwaarde hebben onder de sociale koopprijsgrens. De woningcorporaties kunnen sociale 

huurwoningen binnen de sociale en middeldure sector verkopen met recht op terugkoop, zoals 

KoopGarant, Koop Goedkoop en Te Woon en onderzoeken alternatieve vormen als aanvulling op de 

voorraad en de bereidheid om hierin te investeren. 

Artikel V Duurzaamheid 

Afspraak 7 

Dit is bovenop de afspraken uit het Koepelconvenant Energiebesparing Gebouwde omgeving en het 

Antwoord aan de samenleving uit 2008. Deze afspraken zijn aangevuld en geactualiseerd op 28 juni 

2012 waarbij Aedes namens de woningcorporaties heeft afgesproken om in 2020 tenminste een 

gemiddeld energielabel B te bereiken voor de totale huurwoningenvoorraad van de corporaties in 

Nederland 


18

BIJLAGE II – Samenwerkingsafspraken Gemeente Leidschendam-Voorburg 

Vidomes WoonInvest 

• Regionale Prestatieafspraken Sociale Verhuurders Haaglanden, Stadsgewest Haaglanden 2010 tot 

en met 2014 

• Samenwerkingsovereenkomst Schuldhulpverlening gemeente Leidschendam-Voorburg, Vidomes, 

WoonInvest 

• Convenant WoonInvest, RIBW 3 woningen per jaar 

• Convenant WoonInvest, Limor 2 woningen per jaar 

• Convenant WoonInvest, Jeugdformaat 2 woningen per jaar 

• Convenant WoonInvest, Reclassering 2 woningen per jaar 

• Afspraken WoonInvest met het JIT over woningen onder begeleiding van het JIT; doelgroep: jonge 

gedetineerden die terugkomen in de samenleving 

• Convenant Reclassering WoonInvest, Vidomes: 5 woningen per jaar 

• Verhuur woningen WoonInvest aan Middin, Jeugdformaat en Stichting Philadelphia 

• Gemeente Leidschendam-Voorburg: 2 woningen noodopvang, beheerd door Limor 

• Intentieovereenkomst De Heuvel 

• Samenwerkingsovereenkomst Vidomes en Limor voor huisvesting van langdurig zorgafhankelijken 

• Samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot de huisvesting en begeleiding van de doelgroep 

justitiabelen tussen WI, Vidomes, Reclassering Nederland en Limor 

• Privacyconvenant veiligheidshuis Leidschendam-Voorburg. 


19

BIJLAGE III – Inkomensgrenzen sociale huisvesting per 1 januari 2012 

Europagroep: 

€ 34.085 (belastbaar jaarinkomen) 

De BBSH-norm per 1-1-2012 

Jonger dan 65 jaar, eenpersoons: 

Ouder dan 65 jaar, eenpersoons: 

Jonger dan 65 jaar, tweepersoons: 

Ouder dan 65 jaar, tweepersoons: 

€ 22.025 (idem) 

€ 20.675 (idem) 

€ 29.900 (idem) 

€ 28.225 (idem) 

Huurklassen per 1-1-2012 

Goedkope voorraad: tot en met € 366,37 

Bereikbare voorraad: € 366,38 – 524,37 

Middel dure voorraad: € 524,38 – 664,66 

Dure voorraad: 

€ 664,67 en hoger 


20

BIJLAGE IV – Begrippen-/afkortingenlijst 

BBSH - Besluit Beheer Sociale Huursector 

DAEB - Diensten van Algemeen Economisch Belang 

EPL - Energieprestatie op Locatie 

FSC-hout - hout uit FSC-gecertificeerde bossen 

GGZ Haagstreek - GGZ Haagstreek is het centrum voor geestelijke gezondheidszorg in 

Leidschendam, Voorburg, Wassenaar en de Haagse vinexwijk 

Leidschenveen. Het centrum biedt een breed pakket aan behandeling, 

begeleiding en ondersteuning 

GPR-gebouw® - Computerprogramma dat in alle bouwplannen gebruikt moet worden 

ter vaststelling van de mate van duurzaamheid; energiezuinigheid, 

materiaalgebruik, milieuvriendelijkheid, gezondheid, veiligheid en de 

toekomstwaarde van een woning 

ISV - Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 

Jeugdformaat - Organisatie voor jeugd- en opvoedhulp in de regio Haaglanden 

JIT - Jeugd InterventieTeam: begeleidt jongeren van 12 tot en met 23 jaar 

die problemen hebben met verschillende onderwerpen, zoals 

onderdak, geld en schulden, school, werken, gezin en familie, vrije tijd 

en vrienden 

JORP - Jeugd op het Rechte pad 

Koopgarant - Verkoop van een woning met korting op de marktwaarde en een 

terugkoopgarantie tegen de dan geldende marktwaarde 

Limor - Limor ondersteunt mensen en verleent hulp aan mensen die 

zich in maatschappelijk ongewenste of persoonlijk als onaanvaardbaar 

beleefde posities bevinden, waarbij het dreigen ontberen van sociale 

basisbehoeften van cruciaal belang is. 

LTV - Lage TemperatuurVerwarming 

Middin - ondersteunt mensen met een beperking en ouderen om hun leven 

vorm te geven volgens eigen wensen en toekomstbeelden in en met 

de samenleving 

Philadelphia - een landelijke zorginstelling die ondersteuning biedt aan mensen met 

een verstandelijke beperking 

RIBW - biedt professionele woonbegeleiding aan cliënten met psychiatrische of 

ernstige psychosociale problematiek 

USP - USP Marketing Consultancy is een onderzoeks- en adviesbureau 

VAC - AdviesCommissie Wonen 

Wijkatlas - een bron van informatie over de huidige situatie en ontwikkelingen in 

de wijken en in de gemeente als geheel 

Wmo - Wet Maatschappelijke Ondersteuning 

WoON - Woon Onderzoek Nederland 


21


22

Prestatieafspraken Leidschendam-Voorburg 2012 - Vidomes

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?