06.03.2015 Views

hele interview met Hedwig Vos - Mednet

hele interview met Hedwig Vos - Mednet

hele interview met Hedwig Vos - Mednet

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

8 <strong>interview</strong> tekst Anouk mIddelkAmp beeld vIncent boon<br />

mednet 02I2013<br />

HUiSARTS HEDWiG VOS ZET ZiCH iN VOOR ANDERE VROUWEN<br />

‘ Het is een kwestie<br />

van solidariteit’<br />

<strong>Hedwig</strong> <strong>Vos</strong> , huisarts in Den Haag, heeft er vanaf het begin van haar loopbaan heel bewust<br />

gekozen voor een parttime huisartsenbaan. naast promotieonderzoek naar het belang van<br />

preventie in de eerste lijn, besteedt ze ook veel tijd aan vrijwilligerswerk voor vrouwen. Voor<br />

haar inspanningen krijgt ze dit jaar de Corrie Hermannprijs van de VnVA.<br />

Het twitteraccount van <strong>Hedwig</strong> <strong>Vos</strong> loopt, daags na de<br />

bekendmaking van de winnaar van de Corrie Hermann<br />

Prijs, vol <strong>met</strong> felicitaties. <strong>Hedwig</strong> <strong>Vos</strong> heeft duidelijk<br />

een groot netwerk, zowel online als offline. Dat is ook niet<br />

vreemd, gezien haar enorme CV.<br />

De behoefte om meer dan alleen het ‘gewone’ (huis)artsenwerk<br />

te doen, heeft er altijd al ingezeten. Al tijdens haar<br />

studie wist <strong>Vos</strong> dat ze parttime wilde werken. Ze wilde haar<br />

betaalde baan combineren <strong>met</strong> bestuurswerk, het liefst voor<br />

een maatschappelijk doel. <strong>Vos</strong> zat vier jaar voor de PvdA in<br />

de gemeenteraad van Den Haag en is nu voorzitter van de<br />

stichting Yasmin, een participatiecentrum voor vrouwen.<br />

Wat trekt haar zo aan in de groep mensen die aan de onderkant<br />

van de maatschappij terecht is gekomen? “Ten eerste is<br />

het natuurlijk een kwestie van solidariteit; je moet voor<br />

elkaar zorgen. Ik kan het ook niet van me af laten glijden,<br />

als ik zie dat ik mensen kan helpen, vind ik dat ik dat ook<br />

moet doen. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat het echt<br />

iedereen kan overkomen. Veel mensen denken dat ze zelf<br />

nooit aan de onderkant van de maatschappij terecht zullen<br />

komen. Maar stel dat je gaat scheiden, je baan kwijt raakt<br />

en daardoor ook je huis? Dan ben je sneller dakloos dan je<br />

denkt. Het is lang niet altijd een bewuste keuze, zoals veel<br />

mensen veronderstellen.”<br />

In haar werk als huisarts ziet ze dit ook terug: “Als patiënten<br />

bepaalde keuzes in hun leven maken, denk ik weleens: dat is<br />

niet zo handig. Maar voor de nare gevolgen hebben ze echt<br />

niet bewust gekozen. Ik heb daar door mijn werk in de praktijk<br />

veel meer begrip voor gekregen.” Bovendien is ze er door<br />

haar ervaring als raadslid <strong>met</strong> dak- en thuislozen van overtuigd<br />

dat deze mensen zich rustiger houden als er goed voor<br />

ze wordt gezorgd. “Dat is in het belang van iedereen.”<br />

ADVERTEREN<br />

<strong>Vos</strong> werkt in een huisartsenpraktijk in Den Haag, die ze vijf<br />

jaar geleden heeft opgezet <strong>met</strong> een duopartner. Na een aantal<br />

jaar als hidha te hebben gewerkt, kwam ze erachter dat ze<br />

graag een eigen praktijk wilde. “Ik heb gekeken naar overname<br />

van een praktijk, maar vond dat er behoorlijk veel<br />

goodwill werd gevraagd. Ik wilde dat geld liever investeren in<br />

mijn eigen praktijk.” De twee huisartsen zochten een locatie<br />

in Den Haag en kwamen uit in de Haagse wijk Rustenburg-<br />

Oostbroek. “Daar zou volgens onze berekeningen plaats<br />

moeten zijn voor een nieuwe praktijk. We zijn gewoon<br />

begonnen en hebben geadverteerd. Inmiddels hebben we<br />

1750 patiënten.” De praktijk zit dus nog niet vol. “Hierdoor<br />

hebben we relatief tijd voor patiënten. Uiteindelijk willen we<br />

natuurlijk wel doorgroeien naar een normpraktijk van 2350


10 <strong>interview</strong> mednet 02I2013<br />

CURRiCULUM ViTAE<br />

<strong>Hedwig</strong> <strong>Vos</strong> (1972) studeerde<br />

geneeskunde aan de Universiteit<br />

Leiden. Na afstuderen werkte ze<br />

als agnio heelkunde en trainee in<br />

de verzekerings- en bedrijfsgeneeskunde.<br />

in 2001 begon ze de over. We moeten nu al zoveel zaken regelen:<br />

patiënten. Ik maak me daar wel eens zorgen<br />

huisartsenopleiding. Daarna hoe krijgen we dat straks voor elkaar? Er<br />

werkte ze als hidha, waarnemer, wordt ontzettend veel van huisartsen<br />

op het consultatiebureau en bij de gevraagd en het wordt alleen maar meer.”<br />

GGZ-crisisdienst. Ze was raadslid Ze verwijst naar de eisen <strong>met</strong> betrekking tot<br />

voor de pvdA in Den Haag en had de bereikbaarheid van een huisartsenpraktijk.<br />

“Naast ons gewone werk, moeten we<br />

verschillende nevenfuncties bij<br />

onder andere LOVAH en VNVA. ook nog fungeren als een 112-dienst en<br />

Sinds 2007 heeft ze een duopraktijk<br />

in Den Haag. Ze is bezig <strong>met</strong> De praktijk van <strong>Vos</strong> heeft veel zorginten-<br />

altijd bereikbaar zijn. Dat vind ik lastig.”<br />

onderzoek naar preventie in de sieve patiënten. Mensen die, zoals <strong>Vos</strong> het<br />

eerste lijn bij de afdeling vrouwenstudies<br />

geneeskunde van het nen zorgen’. Voor die mensen moet vaak<br />

zegt, ‘net niet <strong>hele</strong>maal voor zichzelf kun-<br />

UMC St Radboud. Ze is voorzitter overleg worden gepleegd <strong>met</strong> instanties als<br />

van stichting Yasmin en lid van de de thuiszorg. Of er moet een telefoontje<br />

Raad van Toezicht van het NHG. worden gepleegd <strong>met</strong> een medisch specialist.<br />

“Het frustrerende is dat dit niet ver-<br />

<strong>Vos</strong> is getrouwd en heeft twee<br />

kinderen. goed wordt als je regels van de NZa strikt<br />

volgt. Alleen consulten op verzoek van de<br />

patiënt mogen worden gedeclareerd. Als ik<br />

denk: ‘laat ik eens gaan kijken bij die ene meneer <strong>met</strong> wie<br />

het vorige week niet zo goed ging’, moet ik dat doen in<br />

mijn eigen tijd.” Ze geeft nog een voorbeeld: “Als ik een<br />

telefonisch consult doe <strong>met</strong> een patiënt kan dat soms drie<br />

kwartier duren. Maar ik krijg er een tarief van 4,34 euro<br />

voor. Dat vind ik belachelijk.”<br />

Op haar twitteraccount maakte ze zich hier ook druk over,<br />

in een discussie over het declareren van ‘indirecte tijd’: ‘Voor<br />

mij is elk overleg <strong>met</strong> een collega ‘hobby’. En een verwijsbrief<br />

schrijven als de patiënt al naar huis is ook’. En daarna: ‘Ik<br />

mag van de NZa alleen maar de tijd declareren die ik direct<br />

aan patiëntenzorg besteed. Op initiatief van de patiënt, anders<br />

niet’. <strong>Vos</strong>, nu: “Ik heb inmiddels ge-e-maild <strong>met</strong> de NZa en<br />

krijg dan als antwoord dat daarvoor het inschrijftarief is<br />

bedoeld. Maar daarvan moet ik mijn pand, assistentes en de<br />

vuilnisophaaldienst al betalen.” Ze vervolgt: “Ik kan het<br />

toch niet laten om iets dergelijks aan de kaak te stellen. Het<br />

‘Er wordt veel van huisartsen gevraagd<br />

en het wordt alleen maar meer’<br />

is voor mij ook nog niet afgerond, ik wil hierover wel eens<br />

<strong>met</strong> verschillende partijen die hierbij betrokken zijn in<br />

debat.” Ze zucht: “Natuurlijk gaat het me niet alleen om<br />

het geld. Ik werk bewust niet fulltime. Maar als ik straks<br />

moet kiezen voor het verwijderen van een vetbult, omdat<br />

me dat veel meer geld oplevert dan een oncologiebespreking,<br />

vind ik dat een kromme situatie.”<br />

CORRiE HERMANN pRiJS<br />

<strong>Vos</strong> kreeg de Corrie Hermann Prijs van de VNVA vooral<br />

voor haar ‘onvermoeibare inzet ten aanzien van preventie in<br />

de eerste lijn bij vrouwen’. Hiermee wordt verwezen naar<br />

haar promotieonderzoek naar risicogedrag bij jonge vrouwen<br />

in relatie tot ervaren gezondheid, de relatie tussen<br />

sociaal economische status en risicofactoren bij middelbare<br />

vrouwen en multimorbiditeit bij oudere vrouwen in Nijmegen.<br />

“Ik doe onderzoek naar de geschiedenis van de implementatie<br />

van preventie om het onderwerp preventie in een<br />

breder kader te kunnen plaatsen. Daarnaast gebruik ik de<br />

Tweede Nationale Studie van het Nivel om te kijken naar<br />

de inzet en de uiteindelijke opbrengst van preventie in de<br />

eerste lijn.” Grinnikend: “Volgens mij ben ik de laatste<br />

huisarts die nog op deze studie promoveert.”<br />

Ze realiseert zich als geen ander dat huisartsen het erg druk<br />

hebben en dus niet <strong>met</strong>een lopen te juichen als ze nog meer<br />

preventietaken krijgen. “Daarom wil ik ook onderzoeken<br />

hoe huisartsen nu eigenlijk tegen dit onderwerp aankijken.<br />

Vinden ze preventie nuttig of niet? Kunnen ze het in hun<br />

huidige praktijkvoering meenemen? Daarvoor heb ik een<br />

vragenlijst vastgesteld, die binnenkort naar een aselecte<br />

groep huisartsen wordt gestuurd.” De huisarts hoopt dat ze<br />

uiteindelijk nuttige en praktische aanbevelingen kan doen in<br />

haar proefschrift. “Rondom het genderaspect valt nog veel te<br />

winnen. Zo zien we dat vrouwen gemiddeld meer zijn gaan<br />

roken en mannen wat minder, maar dat vrouwen beter te<br />

benaderen zijn voor een stoppen-<strong>met</strong>-rokenprogramma dan<br />

mannen. Vrouwen komen vaker bij de huisarts en er zijn<br />

daardoor meer contactmomenten. Mannen zijn meer ‘duikers’,<br />

en daardoor zijn die moeilijker te benaderen. Als je dat<br />

als huisarts weet, is het makkelijker om een gerichte actie op<br />

te stellen voor deze groep patiënten.”<br />

In haar promotieonderzoek speelt het genderaspect een<br />

belangrijke rol. Ook in haar vrijwilligerswerk bij de stichting<br />

Yasmin en bij haar lidmaatschap van de werkgroep<br />

Vrouwen en Huisartsgeneeskunde van het NHG staan<br />

vrouwen centraal. “Ik weet niet precies waarom ik me zo<br />

inzet voor deze groep. Ik denk dat het een soort eerbetoon<br />

is aan de generatie vrouwen voor mij, ik zet hun werk graag<br />

voort. Mij is het allemaal gemakkelijk afgegaan, ik wil graag<br />

iets terug doen voor andere vrouwen.”<br />

<strong>Vos</strong> ziet in haar vrijwilligerswerk bij Yasmin dat niet alle<br />

vrouwen gelijke kansen krijgen. “Yasmin zet zich vooral in<br />

voor allochtone vrouwen die willen deelnemen aan de<br />

samenleving. In eerste instantie was dat vooral door het<br />

aanbieden van talencursussen of bijeenkomsten waarbij<br />

vrouwen elkaar ontmoetten en samen gingen koken of<br />

handwerken. Onlangs hebben we subsidie van de<br />

gemeente Den Haag gekregen om als participatiecentrum<br />

te fungeren. Dat betekent dat we heel concreet toewerken<br />

naar een goede startpositie van de vrouwen, waardoor ze


<strong>interview</strong> 11<br />

door kunnen stromen naar het onderwijs of een betaalde<br />

baan. Het gaat hier overigens ook om Nederlandse vrouwen.”<br />

Voor iedere deelneemster wordt bekeken wat ze<br />

nodig heeft om haar doel te bereiken. Soms is dat een cursus<br />

Nederlands, een andere keer een sollicitatietraining.<br />

“Maar het begint natuurlijk bij het enthousiasmeren.<br />

Sommige vrouwen hadden nooit bedacht dat ze misschien<br />

wel eens zouden kunnen gaan werken. Ik vind het een<br />

prachtig initiatief.”<br />

‘De jury zei dat ik het moest<br />

zien als aanmoedigingsprijs’<br />

Het mooie aan het vrijwilligerswerk bij Yasmin is dat ze er<br />

zelf ook veel energie uit haalt, zo vertelt ze. “Ik doe er veel<br />

ervaring mee op die ik in mijn werk als huisarts weer kan<br />

gebruiken en vice versa. Naarmate je meer vrouwen van<br />

een andere cultuur spreekt, merk je dat de verschillen <strong>hele</strong>maal<br />

niet zo groot zijn als we altijd denken. We hebben als<br />

moeders allemaal dezelfde zorgen over de toekomst<br />

van onze kinderen. Dat schept absoluut een onderlinge<br />

band.”<br />

AANMOEDiGiNGSpRiJS<br />

De huisarts voelt zich erg gevleid door de toekenning van de<br />

Corrie Hermann Prijs. “Toen ik werd gebeld door de juryvoorzitter<br />

was ik erg verbaasd. Deze prijs wordt normaal<br />

gesproken toegekend aan dokters die echt al iets hebben<br />

gepresteerd. Ik ben nog maar net begonnen. Maar de juryvoorzitter<br />

zei dat ik het vooral moest zien als een aanmoedigingsprijs.”<br />

Ze vervolgt: “Ik ben nu negen jaar huisarts en<br />

merk gelukkig dat ik nog steeds veel leer en steeds meer kan.<br />

Niet zozeer medisch inhoudelijk, maar wel in de omgang<br />

<strong>met</strong> patiënten. Ik vind het belangrijk dat ze het gevoel<br />

hebben dat ze gehoord worden, dat ik begrijp wat hun<br />

zorgen zijn en wat hun achtergrond is. En dat gaat me steeds<br />

beter af.”<br />

<strong>Vos</strong> stelt dat ze zich aan het begin van haar studie nooit heeft<br />

gerealiseerd dat de psychosociale begeleiding van patiënten<br />

zo’n grote rol zou spelen in het huisartsenvak. “Maar ik vind<br />

het heel fijn om te kunnen doen. Prettig om te weten wat de<br />

context van een patiënt is; wat zijn of haar familieachtergrond<br />

is. Ik heb nu bijvoorbeeld een patiënte <strong>met</strong> kanker.<br />

Met haar heb ik het niet alleen over de medisch-inhoudelijke<br />

kant van haar ziekte, maar vooral ook over hoe ze nu haar<br />

leven weer oppakt in de context van haar kinderen en kleinkinderen.<br />

Ik ken deze patiënt al heel lang, dus ik weet hoe<br />

haar leven eruit ziet. Dat is het mooie aan het huisartsenvak.<br />

Je groeit echt <strong>met</strong> iemand mee.”

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!