13.07.2015 Views

hele interview met Arjan Braam - Mednet

hele interview met Arjan Braam - Mednet

hele interview met Arjan Braam - Mednet

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

10 <strong>interview</strong> mednet 04I2013CURRICULUM VITAE<strong>Arjan</strong> <strong>Braam</strong> (1969) studeerdegeneeskunde aan de Universiteitvan Utrecht. Hij volgde de opleidingpsychiatrie in de Valeriuskliniekin Amsterdam. Zijn promotieonderzoekging over depressie bij speelt. Het is terug te vinden in de sympto-gieuze thematiek bij de patiënt een rolouderen. Momenteel is <strong>Braam</strong> psychiaterbij de crisisdienst Utrecht port’. Zo kunnen mensen <strong>met</strong> een psychosemen. Ik noem dat ‘God op het ochtendrap-en opleider psychiatrie bij Altrecht verschijnselen hebben <strong>met</strong> verwijzingenGGZ in Utrecht. Naast zijn klinischewerk is hij al 20 jaar betrok­ze zelf samenvallen <strong>met</strong> kwade of goedenaar religieuze symbolen. Of ze voelen datken bij empirisch onderzoek naar polen uit de religie.”verbanden tussen religie en psychiatriebij ouderen in de Longitu­niet altijd <strong>met</strong>een een strikt religieuze oor-Overigens hoeven religieuze symptomendinal Aging Study Amsterdam van zaak te hebben, meent hij. “Patiënten kunnenpuur door de angst in een psychosede Vrije Universiteit. Sinds 1 oktober2012 is hij bijzonder hoogleraaraan de Universiteit voor graven ook. Dat is menselijk gedrag. Maargaan bidden. Dat doen mensen in de loop-Humanistiek. <strong>Arjan</strong> <strong>Braam</strong> is als ze bij dat bidden duivels of engelenauteur van tal van wetenschappelijkepublicaties. schap hebben, wordt het een ander verhaal.”horen of een buitenproportionele bood-Een psychiater of verpleegkundige zou eenpatiënt die dit meemaakt er iets meer over moeten laten vertellen,vindt <strong>Braam</strong>. “Stel, de patiënt zegt er spontaan ietsover dan moet je hem even laten doorvertellen om te taxerenhoe hij daar verder over denkt. Dat leg je vervolgens vast enje komt er later op terug. Als iemand verwijzingen maaktnaar het goddelijke, dan probeer ik er altijd één of twee extravragen over te stellen. Ik vraag of hij dat vaker heeft gehad enof "het bijzonder of angstig voor hem is. Dan stop ik. Ik hebdan wat materiaal om een keer op terug te komen. Om laterte kunnen vragen hoe de patiënt er op dat moment tegenaankijkt. Of hij een onthutsende ervaring heeft gehad die zijnlevensbeschouwing heeft ondermijnd of juist verrijkt.”Volgens <strong>Braam</strong> zullen patiënten vaak zwijgen over merkwaardigeervaringen. “Hoe gekker het was, hoe meer depatiënt zijn mond dichthoudt. Als iemand heel erg defysieke nabijheid van God voelde of dacht dat hij zelf Godwas, dan zijn dat manische of psychotische overtuigingen‘ Ik heb de indruk dat er nog nooitzo veel ongelovige, agnostischepsychiaters zijn geweest’waar we niet ver mee komen. Die hebben in de regelbehandeling nodig.” Als een arts of andere hulpverlenerdeze belevingen negeert, kan de patiënt naar die belevingenterugverlangen zonder erover te praten. <strong>Braam</strong>: “De patiëntkan heimwee houden naar deze episodes, omdat hij erinspiratie aan ontleent. Hij koestert als het ware de waan.Dat mag. Je kunt niet zeggen dat het níet mag omdat heteen waan was. Als iemand nog jaren nageniet van de filmsvan The Lord of the Rings, verbied je dat toch ook niet? Water in die films gebeurt is ook niet waar, maar mensen kunnennog jaren van nagenieten.”SAMENLEVINGDe psychiatrie staat altijd in relatie tot wat er in de samenlevingleeft, stelt <strong>Braam</strong>. “Wat normaal is, wordt in desamenleving bepaald. De psychiatrie plooit zich daar naar.Ik heb de indruk dat er nog nooit zo veel ongelovige,agnostische psychiaters zijn geweest als nu. Dat zijn zekerniet allemaal hardcore atheïsten, maar toch. Die agnostischestroming is in zekere zin redelijk tolerant. Die accepteertwel dat voor veel mensen in de psychiatrie geloof enspiritualiteit een belangrijk levensdomein is. Maar dat laatzich nog niet zo makkelijk thematiseren. Bovendien hebbenwe nog niet zo veel evidence-based kennis over wat spiritualiteitbetekent in de diagnostiek.” In de GGZ staat vooropdat niemand elkaar iets opdringt. “We bemoeien ons niet<strong>met</strong> vormen van indoctrinatie of beïnvloeding op hetgebied van levensbeschouwing.” Dat geldt ook voor hemzelf. Want hoewel <strong>Braam</strong> zelf katholiek is en ongeveer eenkeer per zes weken de kerk bezoekt, zou hij het ten strengsteafwijzen als hij door zijn parochie op onderzoek zouworden uitgestuurd. “Natuurlijk zit er altijd wel dezelfdebelangstelling achter. Het interesseert me nou eenmaal.Maar het moet naar mijn idee niet leiden tot evangelisering,noch in onderzoek, noch in de patiëntenzorg.”Zelf is <strong>Braam</strong> betrokken bij het onderzoek naar verbandentussen religie en psychiatrie bij ouderen in de LongitudinalAging Study Amsterdam van de Vrije Universiteit. “Dat ispuur het observeren van ouderen. Die volgen we al 20 jaar.Af en toe wordt er een cohort aan toegevoegd. In hetonderzoek kijken we naar het natuurlijk verloop vandepressieve klachten en een aantal vormen van religiositeit.Voor de een is dat kerkbezoek, voor de ander zijn het leerstellingenen voor een derde is dat hoe hij zich voelt tenoverstaan van God: schuldig, angstig, tekortgedaan. Of hijkijkt er juist positief tegenaan. Dat laatste komt trouwenshet meeste voor. Maar wanneer mensen zich afvragen ‘waaris God eigenlijk nog voor mij?’, dan kunnen er depressieveklachten in het spel zijn. Die associatie tussen voelen dateen god je in de steek heeft gelaten en de depressiviteit, isnet zo sterk als voor een gemiddeld symptoom van depressie,zoals slecht slapen of gebrek aan eetlust. Zo prominentzit dat in de leefwereld van die patiënt. Maar vaak pratenmensen er niet over. Het staat ook niet in diagnostischelijstjes. Dat hoeft van mij niet per se, maar onderzoek toontaan dat die bestaansvragen een rol spelen. Dus kunnen wetegen een patiënt zeggen: ‘Schuld, angst of positieve gevoelensten opzichte van een god spelen voor veel mensen eenrol. Speelt het dat ook voor u? En zo ja, bij wie kunt uermee terecht?’ Dat lijkt mij een wat meer integrale benade-


<strong>interview</strong> 11ring dan alleen letten of een medicijn werkt. Of dat je bijpsychotherapie heel verstandige dingen zegt, maar juist ditonderdeel uit de weg gaat.” In de DSM worden problemenop levensbeschouwelijk gebied wel genoemd, maar er is eencode aangekoppeld die nauwelijks vergoeding sorteert, zegt<strong>Braam</strong>. “Vergoedingen worden nu eenmaal gelegitimeerddoor de DSM-codes in plaats van door de ernst van hetbeeld. Voor sommige drastische beelden is er zelfs geencode. Neem een opwindingstoestand. Gelukkig is daar welweer iets op bedacht, zoals bepaalde crisis-DBC’s.”<strong>Braam</strong> vindt dat de omgeving van de patiënt erg belangrijkis. “Daar zit namelijk een groot deel van de draagkracht. Wemoeten altijd kijken hoe iemand thuis gesteund wordt. In‘Alles draait om doelmatigheid,maar we mogen beschouwingniet verliezen’die zin is maatschappelijk werk ontzettend belangrijk. Daarwordt in de <strong>hele</strong> bekostiging te weinig rekening mee gehouden.Terwijl het maatschappelijk werk nou juist de sleutel inhanden heeft voor het bekorten van opnames.”Zelf houdt hij van de hectiek van de crisisdienst. “Mensenzeggen soms dat het niet het moeilijkst deel van de psychiatrieis, maar daar kan ik tegenover stellen dat je soms moreelgevoelige beslissingen moet nemen. Ik probeer mensen innood te voorzien van een plan. En te voorzien van hoop.Op mijn beurt hoop ik dan weer dat dat ons lukt.”De komende veranderingen in de GGZ zijn uitdagingen,zoals hij het noemt. “De Wet Bopz wordt over enige tijdvervangen door de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.Die wil gedwongen behandeling van mensen <strong>met</strong> psychischeproblemen minder ingrijpend maken. Dat terugdringenvan dwang en drang blijkt best te kunnen, al zijn dedoelen wel heel hoog gesteld, moet ik zeggen. Ik zou hetheel erg vinden als dat zou leiden tot ernstig letsel van anderen,zoals personeel in de zorg.”Ook in een veranderende GGZ moet er aandacht zijn voorlevensbeschouwing en spiritualiteit, vindt hij. “Psychiatersmoeten van de diversiteit op de hoogte zijn en van het belangdat patiënten in levensbeschouwing stellen. In de opleidingmag het wat mij betreft iets ruimer, maar dat is aan de opleiders.Er is onlangs een mooi Handboek psychiatrie, religie en spiritualiteitverschenen. Levensbeschouwing blijft altijd een rolspelen, ook bij ethische vraagstukken als hulp bij zelfdoding.Ondanks de hedendaagse nadruk op doelmatigheid mogen wehet aspect van beschouwing in ons vak niet verliezen. Ook nietin onze dagelijkse hectiek, de waan van de dag.”

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!