Welzijn Nieuwe Stijl in Musselkanaal - Invoering Wmo

Welzijn Nieuwe Stijl in Musselkanaal
Verslag van een initiatief Welzijn Nieuwe Stijl in de gemeente Stadskanaal
1

Inhoudsopgave
1 Inleiding 3
2 Doel en methodiek 4
3 Activiteiten en resultaten 6
4 Conclusies en aanbevelingen 10
5 Naar een nieuw kader 12
Bijlagen 15
1. Welzijn Nieuwe Stijl in het kort
2. De ondersteuningsaanvraag: Plan Welzijn Nieuwe Stijl
3. Welzijn Nieuwe Stijl in context

Welzijn Nieuwe Stijl
Welzijn Nieuwe Stijl introduceert nieuwe verantwoordelijkheden
en methoden in het welzijnswerk,
met als doel de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning (Wmo) beter te laten
aansluiten bij wat mensen werkelijk nodig
hebben om deel te kunnen nemen aan de samenleving.
Een centraal doel van de Wmo is dat niemand
in Nederland langs de kant blijft staan. Gemeenten
en welzijnsinstellingen doen daar al
veel aan, maar de indruk is dat het nog beter
kan. Onder andere door uit te gaan van
de ‘eigen kracht’ van de burger: hoeveel kunnen
burgers, als het gaat om welzijn, zelf doen
en ondernemen zonder ondersteuning? Waar
liggen grenzen? Niet het aanbod van de welzijnswerkers,
maar de vragen én de eigen
mogelijkheden van de mensen zelf staan dan
centraal.
Welzijn Nieuwe Stijl is geen revolutie, maar
een hulpmiddel om iedereen te betrekken bij
de samenleving. Zodat alle Nederlanders zich
verantwoordelijk voelen voor de samenleving
en in staat zijn om op eigen kracht weloverwogen
beslissingen te nemen. Welzijn Nieuwe
Stijl is een effectieve manier om mensen betrokken
te maken waardoor ze minder ondersteuning
nodig hebben.
Voor meer informatie over Welzijn Nieuwe Stijl zie bijlage 1
Inleiding
Vanuit een gezamenlijk initiatief ontwikkelen
de gemeente Stadskanaal en de welzijnsinstelling
Welstad een nieuwe manier van werken
voor de uitvoering van het sociaal beleid.
In relatie tot de huidige (beleids)ontwikkelingen
in de WMO, CJGV, WWB, het Participatiebeleid
en Welzijn Nieuwe Stijl wordt dat in
nauw overleg met inwoners en sociale partners
vormgegeven in een dorps- en wijkgerichte
aanpak. We willen de werkwijze vanuit
Welzijn Nieuwe Stijl oefenen in een kleine
setting. We kiezen voor Musselkanaal omdat
hier al op een positieve wijze een dorpsvisietraject
op gang is gebracht.
De gemeente Stadskanaal wil de subsidierelatie
met Welstad in de toekomst vorm geven
volgens de uitgangspunten en methodieken
van Welzijn Nieuwe Stijl; WNS. (zie kader).
Hiervoor is een beroep gedaan op het Stimulerings-programma
Welzijn Nieuwe Stijl van
het Ministerie van VWS, VNG en MO-groep.
In dit document doen wij verslag van hoe we
in Musselkanaal te werk zijn gegaan, wat dat
heeft opgeleverd en wat het ons heeft geleerd.
En vervolgens geven wij aan wat deze
inzichten concreet kunnen betekenen voor
(nieuw) beleid.
3

1. Doel en methodiek
Doel
Een belangrijk uitgangspunt van WNS is dat
welzijnsinstellingen in hun dienstverlening
aansluiten bij wat burgers nodig hebben.
Dat betekent dat welzijnsinstellingen geen
aanbodgericht, maar een vraaggericht dienstenpakket
moeten bieden. Niet vraaggericht
in de zin van ‘u vraagt, wij draaien’, maar gericht
op het versterken van de ‘eigen kracht’
van burgers om zelf en met elkaar ‘welzijn’
gestalte te geven.
Het initiatief WNS in Musselkanaal heeft tot
doel antwoorden te vinden op een
aantal vragen:
1. Hoe kunnen we burgers het beste
betrekken bij het opstellen van een ‘maatschappelijke
agenda’? Waarbij het enerzijds
gaat om het proces en anderzijds over hoe
we gezamenlijk de inhoud scherp krijgen.
2. Welke inzet, kwaliteit en professionaliteit
vragen de inwoners aan de
welzijnsinstelling.
3 Welke relatie gemeente -
welzijnsinstelling past daar het beste bij? En
hoe vertalen we die in een nieuwe
samenwerkingsovereenkomst?
Om die vragen te kunnen beantwoorden is
het vanzelfsprekend nodig om eerst zicht te
krijgen op wat bewoners belangrijk vinden
(de maatschappelijke agenda) en hoe ze hun
eigen rol zien ( eigen kracht van de burgers).
Met deze vraag ging het initiatief WNS in
Musselkanaal van start.
Werken aan een maatschappelijke agenda
De term ‘maatschappelijke agenda’ duikt
veelvuldig op in de beleidstaal van WNS. De
term staat voor het geheel aan afspraken
tussen gemeente, professionals en doelgroepen
zelf over wat we met elkaar belangrijk
vinden, wat we willen bereiken, wat ieders rol
is en wat we concreet gaan doen. Van belang
daarbij zijn onder meer een valide en transparante
omschrijving van de maatschappelijke
doelen en kaders en een zorgvuldige
afbakening van de rollen en verantwoordelijkheden
van gemeente (als opdrachtgever)
en welzijnsinstelling (als opdrachtnemer).
Het
opstellen
van een maatschappelijke
agenda valt in de eerste van de
vier fasen die in de beleidscyclus van WNS *
worden onderscheiden:
* Sturing van Welzijn; Movisie 2010; p 30 e.v.
1. Maatschappelijke verkenning
Onder regie van de gemeente gezamenlijk
verkennen van maatschappelijke vraagstukken
en de doelen en waarden die men wil
bereiken.
2. Kaderstelling en contractering
Door gemeente vastleggen van doelen en
kaders voor een te verlenen opdracht aan
uitvoerders (welzijnsinstelling); onderhandelen
en contracteren.
4

3. Uitvoering en verantwoording
Uitvoering van het werk zoals afgesproken
door welzijnsinstelling en het afleggen van
verantwoording over de werkzaamheden en
de behaalde resultaten.
4. Evaluatie
Samen met de doelgroepen en de uitvoerders
evalueert de gemeente het uitgevoerde
beleid; zijn de doelstellingen gehaald, is het
probleem opgelost, welke maatschappelijke
effecten zijn behaald?
Betrokken partijen en hun rol
De gemeente en Welstad hebben afgestemd
wat ieders inbreng en rol in het proces zou
zijn. Dit is vastgelegd in de ondersteuningsaanvraag;
het Plan Welzijn Nieuwe Stijl
(bijlage 2):
Gemeente: regierol;
gastheer en voorzitter
bij beleidsmatige
bijeenkomsten;
actief
meedenken met
de adviseur en
deze van informatie
voorzien;
praktisch ondersteunen bij communicatie met
doelgroepen en bij (pers)publiciteit.
Welstad: meedenken over de opzet en uitvoering
van het project; meedenken en meehelpen
bij uitvoeren van acties in het proces;
contacten leggen met
sleutelfiguren.
WNS-adviseur: regie proces, bedenken en
(laten) organiseren van de diverse activiteiten;
contacten leggen en onderhouden tussen
de diverse betrokkenen.
Raad: Tijdens de gezamenlijke informatiebijeenkomst
in juni is de rol van de raad
(accent op luisteren) benadrukt evenals de
wens en het belang van een gezamenlijke
ervaring in de werkateliers die in juli volgden.
Maatschappelijke agenderen in
zeven stappen
Bij de uitwerking van fase 1, Maatschappelijke
verkenning’, hebben we gewerkt met het
zeven stappen-model * voor maatschappelijk
agenderen:
*Verwey-Jonker Instituut, Handreiking maatschappelijk agenderen
1 Vaststellen kaders
2 Identificeren gesprekspartners en hen
uitnodigen voor samenwerking
3 Gemeenschappelijke analyse
4 Prioritering van agendapunten
5 Verantwoordelijkheid nemen
6 Uitvoering
7 Evaluatie
De zeven stappen hoeven niet perse ook in
deze volgorde gezet te worden. Uiteindelijk
moeten alle stappen wel gezet worden, maar
in de praktijk kan - vooral aan het begin van
het traject - een heen-en-terug-benadering
ook goed werken. In Musselkanaal hebben we
in dit initiatief de stappen 2 en 3 doorlopen.
Deze twee stappen (identificeren gesprekspartners,
hen uitnodigen voor samenwerking
en een gemeenschappelijke analyse formuleren)
sloten naadloos aan op vergelijkbare
processtappen die in de wijkaanpak al gezet
zijn om te komen tot een gezamenlijke
dorpsvisie voor Musselkanaal. De twee stappen
zijn geen herhaling van zetten, maar
een nuancering op basis van de acht bakens
Welzijn Nieuw Stijl.
Hoe dat is gedaan, en wat dit heeft
opgeleverd, leest u in het volgende
hoofdstuk.
5

2. ACTIVITEITEN EN
RESULTATEN
Informatiebijeenkomsten over
Maatschappelijk agenderen
In juni is een informatiebijeenkomst gehouden
voor in totaal zo’n 80 vertegenwoordigers
van maatschappelijke organisaties en
gemeenteraadsleden over de achtergronden,
doelen en methodieken van Maatschappelijk
agenderen. Als tweede was er een
lunchbijeenkomst voor medewerkers van
de gemeente Stadskanaal, waaraan zo’n 30
medewerkers van alle afdelingen enthousiast
deelnamen. Het doel van beide bijeenkomsten
was kennis delen en professionals,
beleidsmedewerkers, bestuurders en raadsleden
te laten ervaren wat de methodiek van
WNS in de praktijk betekent en hoe het in de
toekomst kan gaan.
- Is welzijnsbeleid voor iedereen of
(alleen) voor specifieke groepen?
- Als we (budgettaire) keuzes moeten
maken, aan welke doelen geven we dan
prioriteit? Aan welke doelgroepen?
Aan welke wijken?
Het resultaat van deze twee bijeenkomsten
was dat de deelnemers in Stadskanaal kennis
hebben van de doelen en methoden van WNS
en deze - in grote meerderheid - positief beoordeelden.
Het gezamenlijk delen van inzichten
en ervaringen is geen automatisme maar
blijkt steeds weer als erg leerzaam te worden
ervaren.
Werkateliers
De bijeenkomsten bestonden uit twee onderdelen:
een eerste deel waarin vooral informatie
werd gegeven en een tweede deel waarin
de aanwezigen zelf in ‘praktijksituaties’ aan
de slag gingen volgens de nieuwe methodiek.
Vragen die daarbij aan de orde kwamen waren
bijvoorbeeld:
In juli waren er op twee dagen werkateliers.
Vertegenwoordigers van maatschappelijke
organisaties én individuele burgers waren met
folders en via de lokale media uitgenodigd
om gezamenlijk aan de slag te gaan met het
formuleren van de uitgangspunten voor het
toekomstige welzijnsbeleid in Musselkanaal.
6

Er was een programma samengesteld met
verschillende activiteiten, waarin de acht
bakens van WNS (zie kader) een plek hadden
gekregen.
In eerdere bijeenkomsten in de afgelopen jaren,
georganiseerd door Wijkaanpak, hebben
maatschappelijke instellingen en inwoners
al gezamenlijk een sterkte-zwakte-analyse
(SWOT) gemaakt. Voor het bepalen van de
werkwijze in de werkateliers hebben we
gebruik gemaakt van die input, zoals omschreven
in deze SWOT analyse. (dorpsvisie
Musselkanaal, conceptversie 23 mei 2011)
Hierin beschreven opvallende conclusies en
gegevens koppelen we nu aan de acht bakens
van Welzijn Nieuwe stijl.
In de verschillende activiteiten binnen de
werkateliers kwamen, door de koppeling van
werkvormen aan de verschillende bakens van
De acht bakens van WNS
1 Gericht op de vraag achter de vraag
2 Gebaseerd op de eigen kracht van de burger
3 Direct er op af
4 Formeel en informeel in optimale verhouding
5 Doordachte balans van collectief en individueel
6 Integraal werken
7 Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht
8 Gebaseerd op ruimte voor de professional
WNS, de meningen en visies van de deelnemers
over kansen, zorgen en eigen inbreng
vanzelf boven drijven. Verderop beschrijven
we de verschillende activiteiten meer in
detail.
In totaal deden er zo’n 80 mensen mee aan
de werkateliers, hoofdzakelijk professionals
en maatschappelijk actieve burgers.
Activiteiten Werkateliers
Activiteit 1 Samenwerking
Centrale vraag: Op welke manier willen wij
met elkaar samenwerken? Wat is hierin voor
mij als inwoner cq. professional van belang?
Werkwijze: Discussie met behulp van Normen
en Waardenspel
Bakens WNS: integraal werken; gebaseerd op
ruimte voor de professional
Activiteit 2 Wat heeft u te bieden?
Centrale vraag: als het gaat om het versterken
van de eigen kracht van de burger, wat
heeft u dan te bieden? En wat heeft u als
professional / organisatie de inwoners hierin
te bieden? Hoe kunt u de inwoners stimuleren
en/of ondersteunen?
Werkwijze: Discussie met behulp van Associatiekaarten
en Activiteitenkaarten
Bakens WNS: eigen kracht van de burger;
formeel en informeel in optimale verhouding;
doordachte balans van collectief en individueel;
integraal werken
Activiteit 3 Stille wand
Centrale vraag: Wat wilt u sowieso gezegd
hebben?
Werkwijze: individueel of samen; noteer
wat u graag wilt en welk resultaat dat moet
opleveren. En wat kan hierin dan uw eigen
bijdrage zijn?
Bakens WNS: niet vrijblijvend, maar resultaatgericht;
eigen kracht van de burger
Activiteit 4 Stellingenlijnen
Centrale vraag: Wat vindt u van bepaalde
stellingen?
Werkwijze: individueel stellingenlijnen aankruisen
Bakens WNS: formele en informele hulp in
verhouding; direct er op af
7

Activiteit 5 Kruip in de huid van een ander!
Centrale vraag: Wat wil de ander in Musselkanaal?
Wat is voor deze leeftijdsgroep
belangrijk en waarom? Met andere woorden;
wat zijn behoeften in deze levensfase en
waarom? Welke bijdrage kunt u als burger of
als professional leveren om aan deze behoefte
tegemoet te komen?
Werkwijze: Discussie met behulp van indeling
in leeftijdsgroepen
Bakens WNS: formele en informele hulp in
verhouding; integraal werken; gebaseerd op
de eigen kracht van de burger; doordachte
balans van collectief en individueel
Activiteit 6 Er op af! Hoe ziet dat eruit?
Centrale vraag: Er op af! Wat stelt u zich
daarbij voor? Wanneer ziet u voor uzelf een
aandeel?
Werkwijze: Lever samen of individueel een
bijdrage aan een levensgrote
mindmap ER OP AF!
Bakens WNS: direct er op af; eigen kracht
van de burger; formeel en informeel in optimale
verhoudingen; doordacht balans van
collectief en individueel
Activiteit 7 Babbelbox
Centrale vraag: wat wil ik en wat wil de ander
in Musselkanaal?
Werkwijze: beeldopnames in de Welzijn
Nieuw Stijl Kast
Bakens WNS: vraag achter de vraag; eigen
kracht van de burger
Het resultaat
Het resultaat van de werkateliers was inzicht
in de opvattingen en wensen van professionals
en maatschappelijk actieve burgers over
Welzijn in Musselkanaal.
Opmerkelijke ervaringen:
- De deelnemers gaven aan te ervaren, dat
inwoners van Musselkanaal over het
alge meen tevreden zijn, zich in eerste
instantie zelf verantwoordelijk voor hun
geluk voelen, en in hoge mate zelfredzaam
zijn
- Veel deelnemers hebben aangegeven dat
onderlinge samenwerking tussen de
verschillende instanties nog beter kan
en willen hier nadrukkelijk zelf een
bijdrage in leveren. Kenmerkend voor de
gewenste samenwerking is de openheid
naar elkaar toe en respectvolle
bejegening.
- Als er keuzes noodzakelijk zijn, dan moet
Welzijn zich richten op mensen die
minder goed in staat zijn zichzelf te
redden, de kwetsbare groepen * ad 1 .
Baken 3: direct er op af
Stellingen:
* S1. Als de gordijnen bij de buren een week
dicht zijn ga ik er op af.
** S2. Als de gordijnen bij de buren een week
dicht zijn respecteer ik dat.
Deze resultaten zullen niet enorm verrassend
zijn, maar ze zijn des te meer waardevol omdat
een gezamenlijk belang helder is geworden
en nu ook gezamenlijk conclusies kunnen
worden getrokken.
8

Dank je wel voor het invullen van deze enquête!
Welzijn Nieuwe Stijl
Wat vindt men belangrijk voor de groep 55 jaar en
ouder
– Basisbehoeften: Wonen, Welzijn, Inkomen.
– Ouderen moeten een eigen keus kunnen
maken
– Minder betutteling
– Vrijwilligerswerk doen in eigen buurt.
– Actief contact opnemen met andere leeftijdcategorieën
(70+ jaar, maar ook de jeugd!)
– Zelfstandig wonen en blijven bewegen
– Omzien naar elkaar
– Hobby’s kunnen uitoefenen zonder
professionals
– Ook met beperking kunnen wonen tussen de
doorsnee bevolking
– Ontmoetingsplekken
Enquête
Aansluitend op de suggesties en aanbevelingen
vanuit de werkateliers hielden we in juli
onder ruim 150 jongeren van het Noorderpoortcollege
een enquête. De jongeren zijn
expliciet uitgenodigd om ook tijdens de werkateliers
een bijdrage te leveren. We weten
echter dat deze wijze van participeren onder
jongeren niet favoriet is. Vandaar ons aanvullende
initiatief om de scholen te benaderen.
IDEE
IDEE
Ik heb behoefte aan een
Belangrijk
voor mij
Maakt
mij niet
uit
Niet
belangrijk
voor mij
Lounge ruimte voor mij mij niet
99 uit 40 12
Ouderen Ik heb behoefte in mijn buurt aan een wil ik
graag helpen, als zij het even
Lounge ruimte
zelf niet kunnen
52 99 77 40 16 12
Als Ouderen ik een probleem in mijn buurt heb wil weet ik ik
graag waar helpen, ik terecht als zij kan het even
Belangrijk
Maakt
Niet
belangrijk
voor mij
……………………………………………….!!!
zelf niet kunnen
52 77 16
In de enquête stelden we nadrukkelijk twee
doen. Veel jongeren geven aan wel graag
soorten vragen;
op de hoogte gehouden te worden.
Als
wat zou jíj willen en wat kunnen Heb ik een
we jij zelf probleem
van nog jóu een heb super weet ik
- Oorzaak van het geringe percentage
waar goed ik terecht idee!? kan
verwachten?
‘actieve ……………………………………………….!!!
jongeren’ is waarschijnlijk dat
Wat hebben jongeren in Musselkanaal werkelijk
nodig om deel te kunnen nemen aan
beeld hebben van wat er zoals gedaanmoet
jongeren in veel gevallen (nog) geen goed
de samenleving en om plezierig Is Heb er te
jij nog kunnen
zelf iets nog wat een voor super jou worden /……………………………………………….!!!
ze zouden kunnen doen.
belangrijk goed is idee!? in welzijn?
opgroeien in hun eigen buurt? Er gebeurt
Jongeren ……………………………………………….!!!
moeten dit natuurlijk ook gewoon
van alles in Musselkanaal, op het gebied van nog leren. Deze uitkomst is ook niet echt
sport en ontspanning. Maar is dat ook waar verrassend maar het ondersteunt vooral het
zij behoefte aan hebben? Wat
Is
houdt
er nog
hen
iets wat voor jou
maken van ……………………………………………….!!!
keuzes voor nieuwe werkwijzen.
bezig
Ik
en
wil
waar
actief
willen
meehelpen
jongeren
om belangrijk
zelf
ideeën
energie
concreet is in welzijn?
in
uit te
Vanuit
werken!
deze ervaringen, opgedaan
JA/NEE
in een
steken?
Zo ja,
dynamisch, waardevol en interactief proces
De meest welke? geuite ………………………………………………………………………………………………
wensen:
(de informatiebijeenkomsten, de werkateliers
en de enquête) zetten we samenvat-
- Ruimte om te chillen, loungen, relaxen
- Jongeren Ik wil op actief
willen de meehelpen hoogte invulling gehouden om ideeën
kunnen worden: concreet uit te werken!
JA/NEE
geven
tend onze inzichten voor de toekomst op
mijn e-mailadres is: …………………………………………...
aan Zo hun ja, maatschappelijke stage in hun
papier. Dat doen we in het volgende
eigen welke? leefomgeving ………………………………………………………………………………………………
hoofdstuk; conclusies en aanbevelingen.
- Slechts Dank je een wel klein voor deel het van invullen de jongeren van deze enquête!
geeft
Ik wil
aan
op
ook
de hoogte
zelf wat
gehouden
te willen /
worden:
kunnen
Voor mijn e-mailadres meer informatie is: …………………………………………...
kunt u terecht bij Monique Hofman van Stichting Welstad via
(0599) 635 999, of Ingrid Ankoné van gemeente Stadskanaal via (0599) 631 740.
9

4.CONCLUSIES EN
AANBEVELINGEN
Het proces zoals hiervoor beschreven had
een meerledig doel:
Op een abstracter niveau was het doel om
procesmatig te ontdekken hoe
we met alle betrokkenen samen kunnen werken
aan een ‘maatschappelijke agenda’ voor
Musselkanaal, en meer concreet was het doel
bouwstenen aan te dragen voor een nieuw
welzijnskader.
We wilden antwoorden vinden op de volgende
vragen:
- Hoe kunnen we burgers het beste
betrekken bij het opstellen van een
‘maatschappelijke agenda’? Waarbij het
enerzijds gaat om het proces en
anderzijds over hoe we gezamenlijk de
inhoud scherp krijgen.
- Welke inzet, kwaliteit en professionaliteit
vragen de inwoners aan de
welzijnsinstelling?
- Welke relatie gemeente - welzijnsinstelling
past daar het beste bij? En hoe vertalen
we die in een nieuwe samenwerkingsovereenkomst?
Hebben we deze doelen behaald? Hieronder
geven we aan in hoeverre we die doelen
hebben gerealiseerd en welke lessen dit initiatief
ons leerde.
1. De uitgangspunten en methoden van
WNS zijn nu bekend bij alle professioneel
betrokkenen;er is draagvlak voor en men is
gemotiveerd er in de praktijk mee te gaan
werken
2. Het opstellen van een maatschappelijke
agenda was een eerste stap in de beleidscyclus.
De tweede stap; het vastleggen van
kaders, kan nu gezet worden
3. In totaal deden er zo’n 80 mensen mee
aan de werkateliers, hoofdzakelijk professionals
en maatschappelijk actieve burgers.
Ondanks een vrij intensieve publiciteitscampagne,
waren er echter maar weinig ‘gewone’
burgers. Als je mensen erbij wilt betrekken,
moet je ze bij voorkeur persoonlijk benaderen.
Wie jongeren wil bereiken, moet ze actief
benaderen. Hetzelfde geldt dus voor ‘gewone
burgers’. Wie
ze wil bereiken
moet er
persoonlijk
op af!
Dit bevestigt
dat de
wijkaanpak
die al in gang is
gezet in Musselkanaal
rond de
dorpvisie een goede werkwijze is en met een
persoonlijke aanpak eropaf (bv. met Buurtondersteuners)
versterkt kan worden, samen
met het welzijnswerk en andere maatschappelijke
partners.
4. Wat de inwoners van Musselkanaal op het
gebied van welzijn willen en belangrijk
vinden, kunnen en willen ze zelf wel regelen /
doen. Ook individueel redt iedereen tot ongeveer
70 jaar zich over het algemeen goed en
is ondersteuning alleen in bijzondere situaties
nodig en voor kwetsbare
groepen * ad 1 . Focus dus vooral op ouderen
en echt kwetsbare groepen. Professionals
dienen zich vooral te richten op ouderen en
echt kwetsbare bewoners en op de ketenregie
hierop, zodat deze inwoners / groepen
ondersteuning in optimale balans ontvangen
(formeel en informeel).
10

5. Mensen willen
veel voor
elkaar doen, maar
weten niet altijd goed
wat hun eigen bijdrage zou kunnen zijn en
hoe zich dit verhoudt tot andere ( al bestaande)
initiatieven en bijdragen. Het mobiliseren
en activeren van het menselijk kapitaal
vraagt om eenduidige ondersteuning van
zelforganisaties en het binden en verbonden
houden van in elkaar grijpende ontwikkelingen.
(Wet Werken naar Vermogen etc.)
6. Preventieve interventies ( Eropaf!) worden
steeds belangrijker in relatie tot het realiseren
van een optimale verhouding tussen
formele en informele ondersteuning
7. Zorg voor een versterking van de keten
van informele zorg met en voor ouderen en
kwetsbare burgers. Maar zorg daarnaast ook
voor opschalen naar professionele ondersteuning/hulp
op het goede moment (niet te
vroeg, maar vooral ook niet te laat!)
8. Focus op het ‘verbinden’. Medewerkers van
Welstad zijn de oren en ogen in de wijken,
niet alleen richting burgers maar ook richting
organisaties, dus ketenversterking en afstemming
en coördinatie tussen de verschillende
instellingen. Zorg er voor dat de som
van ieders inzet meer wordt dan het geheel
der delen. Ook hier is van belang het binden
en verbonden houden van in elkaar grijpende
ontwikkelingen. ( Wet Werken naar Vermogen,
vrijwilligerswerk, sociale activering etc.)
ad 1.
Definitie kwetsbare groepen
Er bestaat geen eenduidige definitie van kwetsbare
groepen. Daarvoor zijn de factoren die kwetsbaarheid
veroorzaken te divers. Wel is er een
aantal kenmerken te noemen en zijn er bepaalde
groepen aan te wijzen die vaak als kwetsbaar
worden beschouwd.
Kenmerken van kwetsbare groepen zijn:
- opeenstapeling van problemen of beperkingen
(multicomplexe problematiek);
- gevoelens van machteloosheid en wantrouwen;
- verstoorde communicatie;
- geen of beperkte toegang tot hulpbronnen;
- marginaliteit;
- disbalans tussen draagkracht en draaglast;
- afhankelijkheidssituatie;
- laag zelfbeeld.
9. Jongeren zijn geïnteresseerd en - op
deelterreinen - ook best betrokken; ze weten
echter zelf (nog) niet goed hoe ze hun
betrokkenheid praktisch vorm kunnen geven.
Hier ligt dus een opgave.
Wie zijn die kwetsbare groepen?
Groepen die vaak als kwetsbaar worden beschouwd,
zijn mensen:
- met een lichamelijke beperking;
- met chronisch psychische problemen;
- met een verstandelijke beperking;
- met psychosociale (inclusief materiële)
problemen;
- met opvoed- en opgroeiproblemen;
- die betrokken zijn bij huiselijk geweld;
- die uitgestoten (dreigen te) worden wegens
hun seksuele oriëntatie;
- met meervoudige problematiek (waaronder
verslaafden).
2011, MOVISIE, landelijke kennisinstituut en
adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling
11

5. Naar een nieuw kader
Om verder te werken in het zeven stappenmodel
voor maatschappelijk agenderen
individueel
5 Doordachte balans van collectief en
(zoals beschreven op pagina 4) is het nu een 6 Integraal werken
goed moment om stap 2 te zetten; het formuleren
en vaststellen van een nieuw kader. 8 Gebaseerd op ruimte voor de professional
7 Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht
Er is immers aantoonbaar voldoende draagvlak
om de relatie gemeente - Welstad te
De eerste 2 bakens zijn gericht op de
baseren op nieuwe uitgangspunten WNS.
vraaganalyse. Opvallend zijn de positieve
De ervaringen en inzichten, opgedaan in
ervaringen:
een dynamisch, waardevol en interactief
proces,kunnen dienen als onderbouwing voor 1. Een nieuwe werkwijze volgens de 8 bakens
het formuleren van een nieuw kader.
van WNS sluit goed aan op de bestaande
Daarvoor gaan we weer terug naar de acht
structuur van de wijkaanpak. Doorgaan op de
bakens van WNS.
ingeslagen weg is wat de gemeente, welzijnsinstelling
en maatschappelijke
De bakens waren bedoeld om richting te
partners straks vooral moeten
blijven doen om zo-
geven aan ons denken, het discussiëren en
straks voor het maken van afspraken tussen
alle betrokkenen en dan natuurlijk… ons van de burgers uit te
doende de eigen kracht
handelen!
blijven nutten. Eropaf
1 Gericht op de vraag achter de vraag
volhouden en borgen
2 Gebaseerd op de eigen kracht van de
in nieuwe integrale
burger
functies ín de wijken
3 Direct er op af
(bijv. buurtondersteuner,
sociaal werker etc.)
4 Formeel en informeel in optimale
verhouding
2. Jongeren zijn geïnteresseerd en betrokken;
ze weten echter zelf (nog) niet goed hoe
ze hun betrokkenheid praktisch vorm kunnen
geven. Deze uitkomst van de jongerenenquête
is een valide bevestiging van de SWOT
in de dorpsvisie Musselkanaal 2011-2020. De
wensen van de jongeren sluiten goed aan bij
het beleid rond het Centrum voor Jeugd en
Gezin en Veiligheid ( CJGV) en de reeds in
gang gezette uitvoeringslijn van Jimmy’s en
combinatiefuncties.
Baken 3, 4 en 5 hebben te maken met de
organisatie van het aanbod. Hier kunnen we
met elkaar de meeste winst boeken:
3. Er is een beweging op gang gebracht. Het
is een beweging waar de partijen goed mee
verder kunnen. Het is richtinggevend voor
een nieuwe werkwijze, niet alleen voor de
opdrachtnemer, de welzijnsinstelling, maar
ook voor de opdrachtgever, de gemeente.
WNS vraagt om een cultuuromslag en
dat kost tijd. We vragen in dit veranderingproces
iets van burgers en
(welzijns)instellingen,maar ook van
bestuur en de ambtelijke organisatie
waarbij voldoende draagvlak een
voorwaarde is
4. Preventieve interventies (Eropaf!)
worden steeds belangrijker in relatie tot
12

het realiseren van een optimale verhouding
tussen formele en informele ondersteuning.
Het verdient aanbeveling dat de gemeente
Stadskanaal in zet op het versterken van
(netwerken van) burgers en informele zorgstructuren
en hierbij participatie en ontmoeting
in wijken faciliteert
5. De deelnemers in de werkateliers
geven aan dat
er meer dan voldoende
burgers zijn die willen
meedoen! Wat ontbreekt
is eenduidige ketenregie.
Dit leidt tot het risico dat
‘maatschappelijk kapitaal’
onbenut blijft. Ketenregie is
eenvoudig mogelijk te
maken
6. Ondersteuning in bijzondere situaties
en voor kwetsbare groepen vraagt om een
andere bijdrage van het welzijnswerk. De bijdrage
en een andere inzet van het welzijnswerk
dient eveneens te worden gekenmerkt
door versterking van de functie van netwerkorganisatie
en het werken volgens principes
van eigen kracht en empowerment
7. Integraal werken vraagt om te beginnen
om integraal beleid. Het programma WNS
was een gezamenlijke initiatief van gemeente
en Welstad. In het proces zijn de verschillende
rollen helder in beeld gekomen. Helder
werd ook weer hoe belangrijk zorgvuldige
communicatie is. Belangrijk was ook het proces
waarin alle partijen zich bewust zijn
geworden van het feit dat ze samen
dezelfde horizon hebben
8. De gemeente en Welstad moeten
het samen doen! Voor een
succesvolle relatie als opdrachtgever
- opdrachtnemer zijn twee
dingen absoluut noodzakelijk:
1) een heldere en reële opdracht,
met benoemde - en liefst meetbare -
beoogde resultaten (door gemeente)
2) een professionele uitvoering (door
Welstad) Weten wat de burger wil, is dus
voor beide partijen essentieel
3) In een succesvolle relatie als opdrachtgever
- opdrachtnemer moet ook
iets gemeld worden over de relatie tussen
vertrouwen en loslaten aan de ene kant en
verantwoording en controle aan de andere
kant
zoektocht naar een manier van meten, verantwoorden
en monitoren die aansluit bij de
bakens van WNS.
10. En de professionals in dienst bij Welstad;
wat betekent WNS voor hen? Welstad neemt
haar verantwoordelijkheid in bewustwordings-
en scholingsprogramma’s. Welstad
heeft dit voorjaar samen met de Hanzehogeschool
een training ‘social work in de
wijken en dorpen’ ontwikkeld. Deze training
is bedoeld voor professionals en ambtenaren
in het sociale domein. De training richt zich
vooral op het verankeren van kennis over
ketensamenwerking
Baken 6 en 7 geven richting aan de werkwijze
voor de toekomst en het laatste baken
is een randvoorwaardelijke:
9. De huidige verantwoordingsmethodiek BCF
staat min of meer haaks op WNS uitgangspunten.
Dit vraagt om een gezamenlijke
13

5. Resultaatgericht ondersteunen
staan beschreven in de handreiking Professioneel
Ondersteunen. *2 .
En tenslotte kunnen dan gezamenlijk kenmerken
of indicatoren worden opgesteld om
de effecten van dit professioneel handelen te
evalueren en te beoordelen.
*2 Handreiking professioneel Ondersteunen; kwaliteitskenmerken
van dienstverlening in de WMO. Versie 2.0 Movisie.
Tenslotte
De volgende opgave is om de verworven inzichten
ook daadwerkelijk toe te passen. Om
op basis van een scherpere afbakening van
ieders verantwoordelijkheid en ‘eigen kracht’
nieuwe vormen van samenwerking tussen
burgers, gemeente en haar ketenpartners
praktisch gestalte te geven.
Aansluitend dient een gezamenlijk traject
gestart te worden om kwaliteitseisen vast te
stellen, die horen bij de kenmerken om professioneel
te kunnen ondersteunen.
Deze vijf kenmerken;
1. Respectvol bejegenen,
2. Eigen regie versterken,
3. Integraal benaderen,
4. Ontwikkelingsgericht ondersteunen,
14

Bijlage 1
Welzijn Nieuwe Stijl in het kort
Welzijn
Bescherming, zelfredzaamheid, participatie, zorg
voor elkaar en sociale samenhang. De doelen van
de Wmo zijn de kerncompetenties van welzijn. Geen
enkele andere werksoort kan op vergelijkbare wijze
de bindende functie vervullen die nodig is om de
Wmo te realiseren. Welzijn doet dit door het vroegtijdig
signaleren, benoemen en oplossen van problemen
van burgers en samenleving. Welzijn draagt
daardoor in belangrijke mate bij aan het voorkomen
dat problemen verergeren, waardoor later in het
proces zwaarder hulp of zorg moet worden ingezet.
Met welzijn worden harde maatschappelijke problemen
opgelost die hoge collectieve kosten met
zich meebrengen. Daarbij gaat het om het oplossen
van minder zichtbare problemen, zoals eenzaamheidsbestrijding
of het helpen van vrouwen
om in veiligheid te leven zonder angst voor geweld
in een afhankelijkheidsrelatie. En het oplossen van
meer zichtbare problemen. Welzijn kan schooluitval
tegengaan, overlast van hangjongeren beperken of
verloedering van buurten en wijken verminderen.
Welzijn draagt op deze wijze naast het oplossen van
genoemde problemen ook bij aan de beheersing van
collectieve uitgaven van bijvoorbeeld ouderenzorg,
jeugdzorg, bijstand of justitie. Ook al is de meerwaarde
van welzijn soms moeilijk te meten, zeker
in tijden van bezuiniging is het noodzaak om resultaten
te kunnen kwantificeren of zelfs in geld uit te
drukken. Welzijn moet deze test kunnen doorstaan.
Wat kost het, wat levert het op? Dat zijn daarom
vragen die ook het welzijnswerk steeds meer bezighouden.
Hoofddoelstellingen Welzijn Nieuwe Stijl
In aanleg kan welzijn veel betekenen en veel wordt
ook al waargemaakt. Echter, er is nog wel een
belangrijke slag te slaan om deze lijn van vernieuwing
voort te zetten en te versterken. Gemeenten
zullen duidelijkere afspraken moeten maken met
de uitvoerende instellingen over de realisatie van
de politiek vastgestelde doelen en organisaties en
professionals zullen de acht bakens uit deze brochure
richtinggevend laten zijn voor hun inzet. Het zal
professionals ook meer bevrediging schenken als ze
er meer resultaat van zien. Om deze stap te zetten
kent Welzijn Nieuwe Stijl een drietal hoofddoelstellingen,
namelijk:
1. Gemeenschappelijker: Gemeenten hebben een
visie op de doelen die ze met de Wmo willen bereiken,
op de inzet van het welzijnswerk daarbij en
de te bereiken maatschappelijke doelen. Deze zijn
vertaald in een maatschappelijke agenda, die tot
stand komt door een dialoog met maatschappelijke
instellingen en burgers.
2. Professioneler/Effectiever: Deze doelstelling
richt zich enerzijds op organisaties, maar ook op gemeenten
als opdrachtgever. Aanbieders van welzijn
hebben een welzijnsaanbod dat is afgestemd op de
visie van de gemeente en de vraag van de burger.
Gemeenten sturen maatschappelijke partners
beleidsrijker aan. Resultaatgericht is dus niet sturen
op producten, maar op resultaten en waar mogelijk
op maatschappelijke effecten.
3. Efficiënter (op macro niveau): Welzijn Nieuwe
Stijl dringt de ingesleten gewoonte terug om voor
elk individueel probleem een individuele oplossing te
bieden; en om voor elke oplossing naar de overheid
te kijken. In Welzijn Nieuwe Stijl staan collectieve
arrangementen, vroegtijdig en preventief ingrijpen
en de eigen kracht van burgers en gemeenschappen
voorop. Daarmee ontstaan macro en over alle
sectoren heen kostenbesparingen. Meer efficiëntie
ontstaat ook als de aanbieders van maatschappelijke
ondersteuning en de aanbieders van zorg meer
samenwerken.
Welzijn Nieuwe Stijl is uitdrukkelijk niet bedoeld als
weer zo’n “oplossing” die voorbijgaat aan wat het
werkveld en het lokaal bestuur aan oplossingen
bedenken. Welzijn Nieuwe Stijl moet worden gezien
als ondersteunend aan en stimulerend voor verbeterinitiatieven
die gemeenten en instellingen zelf
al ontplooien. Er wordt uitgegaan van de bewezen
trekkracht op lokaal niveau. Het programma biedt
houvast en ondersteuning bij die ontwikkeling.
De acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl
De bakens van Welzijn Nieuwe Stijl zijn bedoeld om
richting te geven aan het denken, het discussiëren
en het maken van afspraken tussen alle betrokkenen
en natuurlijk… het handelen. Zowel voor de
welzijnsorganisaties als voor de gemeenten.
– Voor de welzijnsinstellingen geven ze de gewenste
richting aan voor het verbeteren van de kwaliteit
en de professionaliteit Het gaat dan steeds om de
professionaliteit in relatie tot de burger.

– Voor de gemeenten fungeren ze als ijkpunten
waaraan opdrachten aan uitvoerende organisaties
kunnen worden getoetst alsmede hun handelen na
het verlenen van de opdracht.
De acht bakens:
1. Gericht op de vraag achter de vraag;
2. Gebaseerd op de eigen kracht van de burger;
3. Direct er op af;
4. Formeel en informeel in optimale verhouding;
5. Doordachte balans van collectief en individueel;
6. Integraal werken;
7. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht;
8. Gebaseerd op ruimte voor de professional.
De bakens zijn niet altijd en overal tegelijkertijd
van kracht, het zijn geen strenge, elkaar uitsluitende
categorieën. Het is duidelijk dat een professional
niet zorgvuldig de vraag achter de vraag
kan onderzoeken en er tegelijkertijd onvervaard
op af gaan. En natuurlijk is de professionele handelingsautonomie
niet onbegrensd, maar wordt
beperkt door de bestuurlijke keuzes van de gemeente
en de gemaakte resultaatafspraken met
de organisatie.
Informatie uit:
Welzijn Nieuwe Stijl.
brochure van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
Januari 2010

Bijlage 2
Inleiding
U heeft zich aangemeld voor deelname aan het
stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl. Hierbij
heeft u aangegeven graag gebruik te maken
van ondersteuning vanuit het programma. U heeft
hiervoor een intakegesprek gevoerd met mevr. D.
Sibbes van CMO Groningen, welke als adviseur
verbonden is aan het programma. Daarbij waren
van uw kant aanwezig
- mevr. I. Ankoné, beleidsmedewerker team
Samenleving gemeente Stadskanaal
- mevr. H.Luppes, manager Welstad
- mevr. M. Hofman, gebiedsleidinggevende
Welstad
Ook is gesproken met dhr. J.Brongers, directeur
bestuurder stichting Welzijngroep Tinten, dhr. M.
van der Wal, buro wijkaanpak en dhr. J.W. van de
Kolk, wethouder gemeente Stadskanaal.
Het intakegesprek en uw aanvraag vormen samen
de input voor het voorliggend Plan Welzijn Nieuwe
Stijl. In dit plan is uw ondersteuningsvraag verder
gespecificeerd en aangegeven welke activiteiten
ondernomen gaan worden door u als aanvragende
organisatie(s) en de adviseur. Hierbij wordt een
onderscheid gemaakt tussen ondersteuning die
individueel door de adviseur geboden gaat worden
en collectieve ondersteuning. (zie ook pagina 19)
Plan Welzijn Nieuwe Stijl op
hoofdlijnen
Aanleiding
De gemeente Stadskanaal en de welzijnsinstelling
Welstad ontwikkelen een nieuwe manier van
werken voor de uitvoering van het sociaal beleid.
In relatie tot de huidige (beleids)ontwikkelingen
in de WMO, CJGV, WWB, Participatiebeleid en
Welzijn Nieuwe Stijl wordt dat in nauw overleg
met inwoners en sociale partners vormgegeven in
een dorps- en wijkgerichte aanpak. Zo wordt gezamenlijk
een vraaggestuurd aanbod ontwikkeld
op sociale onderwerpen als steun bij opgroeien,
afstemming op het terrein van wonen, welzijn en
zorg en activering.
Gemeente Stadskanaal en Stichting Welstad hebben
afgesproken dit voor een deelgebied met een
pilot vorm te geven in een van de dorpen; Musselkanaal.
Beide partijen zijn van mening dat het
nu een goed moment is om gezamenlijk nieuwe
beleidswensen te formuleren. Zowel de gemeente
als Welstad willen met deze pilot vanaf het begin
een nieuwe visie en invulling geven aan het welzijnsbeleid.
Ze willen de bestaande structuren en
cultuur van denken doorbreken en samen bepalen
en formuleren wat de maatschappelijke opgave is
waar zij voor staan.
Samenvatting van de vraag
Hoe worden de doelen van de gezamenlijk opgestelde
maatschappelijke agenda SMART vertaald
in het gemeentelijk welzijnsbeleid en de inzet
van het welzijnswerk? De focus ligt hierbij op de
concreet uit te werken pilot in Musselkanaal wat
model zal staan voor een breder vervolg.
Achtergrondinformatie over de
aanvrager(s)
Kanaalster situatie rond Welzijn; wat speelt
er allemaal?
De gemeente heeft het voornemen om voor de
periode 2012-2015 met Welstad een nieuw subsidiecontract
te sluiten. De gemeente stelt hiertoe
een kadernota op met doelstellingen en resultaten
en op basis van deze opdrachtformulering biedt
Welstad een uitvoeringsplan aan. De gemeente wil
bij de formulering van de kadernota aansluiten bij
en invulling geven aan het werken volgens Welzijn
Nieuwe Stijl.
Wijkaanpak en wijkgericht werken
De gemeente wil helder voor ogen hebben wat
WNS inhoudt en wat het kan toevoegen in de op
te stellen kadernota. De gemeente wil met de
wijkaanpak bepaalde prestaties behalen en hierin
de bijdrage van Welstad zichtbaar maken.
Dit roept verschillende vragen op:
– Kunnen we een agenda opstellen die sturend
kan zijn voor de op te stellen kadernota?
– Hoe brengen we de behoeften van de
omgeving in kaart?
– Hoe vertalen we de maatschappelijke
vraagstukken en de wensen van een wijk/dorp
en haar bewoners naar een passend vraaggestuurd
welzijnaanbod.
– Hoe wordt een optimale bijdrage geleverd aan
participatie van de bewoners aan hun
leefomgeving?
– Door wie en hoe worden de te bereiken
effecten bepaald?

Ketensamenwerking
Met de pilot Musselkanaal willen zowel de gemeente
als Welstad vanaf het begin een nieuwe
visie en invulling geven aan het welzijnsbeleid en
de uitvoering hiervan. Hierin zal concreet zichtbaar
worden gemaakt op welke wijze de bestaande
ketensamenwerking met maatschappelijke
partners en CJGV kan worden versterkt en wat
slimme en effectieve verbindingen kunnen zijn
met de wijkaanpak en participatiebeleid.
Vragen die hieruit volgen:
– Welk model van regievorming is in de gegeven
situatie het meest passend en effectief?
– Hoe wordt er gekeken naar de bestaande
sociale infrastructuur, sociale netwerken en
(mogelijke) coalities en van daaruit naar de rol
en opdracht voor professionals?
– Welke afspraken en geldstromen zijn het meest
passend en effectief
– Is het bundelen van geldstromen en
ontschotting realistisch?
Innovatie en ontwikkeling binnen Welstad
Welke professie in het welzijnswerk past bij de
nieuwe visie? Wat is nodig om de kwaliteit en de
professionaliteit van het welzijnswerk te kunnen
ombuigen en vormgeven? De Wmo is gericht
op de eigen mogelijkheden van de burgers in de
buurt en het meedoen in de maatschappij. Er
zijn steeds meer partijen actief. De ontwikkeling
binnen Welstad is om burgers te ondersteunen
bij hun zelfredzaamheid en mensen langer zelfstandig
te laten wonen. Op vele vlakken wordt
samengewerkt met ketenpartners om zo efficiënt
mogelijk te werk te gaan. In de gebiedsteams
wordt samen gekeken naar de ontwikkelingen
wijk en wat er nodig is. Voor de ontwikkeling van
medewerkers wordt er een Master Social Work
ontwikkeld, samen met de Hanzehogeschool.
Hierin staat wijkgericht werken, ketensamenwerking
en persoonlijke ontwikkeling centraal. Uit de
pilot Musselkanaal kunnen hiervoor aanbevelingen
en randvoorwaarden voortkomen.
Visie op de gevraagde
ondersteuning
In eerste instantie zijn verschillende ondersteuningsvragen
voorgelegd:
– Hulp bij het vertalen van de uitgangspunten
van WNS naar een nieuwe kadernota voor de
periode 2012-2015
– Het verbeteren van de kwaliteit en
professionaliteit van het welzijnswerk, van
effectsturing, van het vormgeven van WNS
beleid en het wijk- en dorpswerk
– In relatie tot effectsturing: hoe kan de
gemeente volgen wat Welstad doet? Op welke
wijze kan de gemeente haar regierol goed
vormgeven?
– Begeleiding in het concreet maken van de
doelen zodat professionals er mee kunnen
werken. Op welke wijze en met welke
investeringen kan de kwaliteit en de
professionaliteit van het nieuwe welzijnswerk
worden gerealiseerd en geborgd.
– Hulp bij het inzichtelijk maken van de effecten
van de werkwijze WNS
Feitelijk staan er twee uitdagingen beschreven:
Enerzijds het vormgeven en pilotten van een
nieuw concept voor het wijkgericht werken, anderzijds
een bijdrage bij het opstellen van een kadernota
waarin het gedachtegoed van Welzijn Nieuwe
Stijl verwerkt wordt. Het meten van effectiviteit is
een lastige klus. Waar het gaat om effectbepaling,
kan gekeken worden naar verschillende methodieken
zoals ondermeer de SROI methodiek, wellicht
een vervolgtraject. Het opzetten en uitvoeren van
een pilot én het meten van het effect vraagt meer
dan 1 adviestraject à 15 dagen, kortom teveel
tegelijk voor een doelgericht traject van maximaal
vijftien dagen. De vraag is waar dit programma de
meeste toegevoegde waarde kan bieden.
Tijdens het intakegesprek is voor de aanvragers
duidelijk geworden dat ondersteuning in eerste
instantie gewenst is bij het realiseren van een
gemeenschappelijke formulering van een maatschappelijke
agenda, de sociale component binnen
het wijkprogramma. Zowel de gemeente als
Welstad willen dit in een pilot uitproberen. Deze
ondersteuningsvraag is onderdeel van een groter
project mbt dorps- en wijkgericht werken. De pilot
is vernieuwend voor wat betreft het vormgeven
van de coproductie met bewoners, partnerorganisaties,
vraaggerichtheid en duurzaamheid en zal
model staan voor een breder vervolg.
De vraag past goed binnen Welzijn nieuwe Stijl:
het gaat om kwaliteitsverbetering van welzijn. De
organisaties willen gezamenlijk actief anticiperen
op nieuwe ontwikkelingen vooral de uitgangspunten
vraaggericht werken, eigen kracht van de
burger, integraal werken en resultaatgerichtheid
komen in deze ondersteuningsvraag ruim aan
bod. Ook is het een eerste aanzet in een proces
van bewustwording bij welzijnswerkers over de
doelen en effecten van hun werkzaamheden.

Het vernieuwende in de ondersteuningsaanvraag
is het ontwikkelen van een model in de praktijk
aan de hand van een realistisch proeftraject (Het
ketenverhaal van Musselkanaal).
Voorstel voor aanbod van de
ondersteuning
Uitgegaan wordt van een ondersteuningsperiode
van 1 januari 2011 tot 15 juli 2011.
– Individuele ondersteuning; de ondersteuning
bestaat uit het begeleiden van het proces
waarin alle gewenste actoren betrokken
worden bij het formuleren van de maatschappelijke
agenda in relatie tot de pilot in
Musselkanaal.(Het proces laat de wijze van
verbinden zien met alle maatschappelijke
actoren en beleidsontwikkelingen in de WMO,
CJGV, WWB, Participatiebeleid en Welzijn
Nieuwe Stijl. Het gaat dus nog niet om inhoud.)
– Collectieve ondersteuning; Het landelijk
aanbod omvat onder andere een collectieve
informatiebijeenkomst over de maatschappelijke
agenda welke wordt ingezet als eerste
stap voor de bestuurders en beleidmakers.
Beoogd resultaat
Wat levert dit ondersteuningstraject WNS op?
– Op 15 juli ligt er een eindpublicatie over de
resultaten en het doorlopen proces in het
ondersteuningsaanbod voor WNS in Musselkanaal.
Zie hierna onder “concrete resultaten”. In
deze eindpublicatie is beschreven op welke
wijze inwoners, maatschappelijke partners en
gemeente samen hebben gewerkt aan het
opstellen van een sociale agenda.
Daarbij wordt aangesloten bij lopende processen
(wijkvisie) bij wijkaanpak in Musselkanaal
en de werkstructuur rond het CJGV. Op deze
wijze is de sociale agenda een samenwerkingsproductie
(bottum-up) waarmee draagvlak
voor het proces en gezamenlijke werkstructuur
is versterkt.
– Deze sociale agenda vormt input voor nieuw
gemeentelijk welzijnsbeleid, de inzet van het
welzijnswerk daarin en de invulling van het
participatiebeleid.
– De pilot Musselkanaal maakt zichtbaar wat de
samenhang is tussen versterken van eigen
kracht van de burgers, welzijnsbeleid en
participatiebeleid.
Concrete resultaten opgenomen in de publicatie:
– Een inventarisatie van de vraag van bewoners
en het eigen aanbod van bewoners. Deze
inventarisatie levert bouwstenen voor te
maken keuzes in het vervolg van de pilot
Musselkanaal.
– Een omschrijving van een aanpak op het met
bewoners en maatschappelijke partners
ontwikkelen van coproducties in hulp, diensten
zorgverlening; welke investering vraagt dit
van de maatschappelijke partners, burgers en
gemeente en wat is ieders concrete inbreng?
– Aanbevelingen voor de op te stellen Kadernota
als basis voor het effectief en gericht inzetten
van professioneel welzijnswerk voor de periode
2012 t/m 2015
– Aanbevelingen over te maken keuzes in
bestaande welzijn- en participatiebeleid. Welke
interventies zijn op beide beleidsterreinen
nodig in Musselkanaal op basis van de
maatschappelijke agenda. Wat zijn de
consequenties hiervan voor de inzet van de
professionals binnen het budgetsubsidiecontract
met de stichting Welstad. Ook wordt
duidelijk hoe participatiebeleid en welzijnsbeleid
op elkaar ingrijpen, hoe zij elkaar
versterken.
– Aanbevelingen voor noodzakelijke
investeringen door Welstad die de kwaliteit en
de professionaliteit van het nieuwe welzijnswerk
kunnen realiseren en borgen.
Werkzaamheden en inzet adviseur
De adviseur begeleid het proces en bereidt de
verschillende bijeenkomsten en activiteiten voor.
Zij verbindt dit proces met het lopende proces van
de wijkaanpak.
Van belang in het geheel is ook de inzet van het
collectief aanbod maatschappelijk agenderen.
Eigen inzet
De gemeente neemt haar regierol op zich. Dat
houdt o.a. in het voorzitterschap tijdens de collectieve
informatiebijeenkomst over maatschappelijk
agenderen en is gastheer tijdens de lunchbijeenkomst
en de eindpresentatie.
Bovendien zal de gemeente actief meedenken met
de adviseur en deze van informatie voorzien waar
nodig. De afdeling communicatie van de gemeente
zal meehelpen met het omzetten van beschrijvingen
naar relevante web/persberichten.
Welstad draagt zorg voor het mee uitvoeren van
acties in het proces, zoals bijv. meedenken over

de samenstelling van de ateliers en benaderen
van belangrijke informanten over de vragen.
Voortgang & kennisdeling
Producten en kennis die met andere gemeenten
gedeeld kan worden:
– De beschrijving van het ketenverhaal van
Musselkanaal
– Het stappenplan en methodiek beschrijving
voor het ontwikkelen van dit nieuwe model
– De gemeente Stadskanaal werkt in de regio
samen met de gemeenten Vlagtwedde en
Bellingwedde waar het gaat om Wmo-/welzijnsbeleid.
De gemeente wil de resultaten van het
ondersteuningstraject met de andere
gemeenten delen.
– Welstad is in meer gemeenten actief. De in
het traject verworven expertise kan in een
latere fase wordt verbreed naar de andere
gemeenten. Overdracht van kennis en
producten kan via de regionale netwerken en
via de website van de gemeente.
– Welstad wil de opgedane ervaring en kennis
delen tijdens landelijke bijeenkomsten,
regionale bijeenkomsten, presentaties op
conferenties, kennisuitwisseling met
opleidingsinstituten
Voortgangsrapportage aan het programmabureau:
– In mei wordt een tussenrapportage geleverd
m.b.t. de voortgang.
– In september een afsluitende rapportage.
Risico’s en kansen
In het gesprek heeft u geen noemenswaardige
factoren benoemd als risico’s of kansen voor het
oplossen van het vraagstuk/probleemstelling binnen
de afgesproken termijn.
Afsluitende afspraken
Wij vertrouwen erop u hiermee een passend Plan
Welzijn Nieuwe Stijl te bieden. Dit plan vormt een
‘contract’ tussen het programmabureau Welzijn
Nieuwe Stijl, de adviseur en u als aanvragende
organisatie(s).
Om de werkzaamheden van het begeleidingstraject
succesvol te laten verlopen, is het van belang
dat medewerkers uit uw organisatie(s) betrokken
zijn bij de uitvoering en tijd vrijmaken om hier aan
te werken.
Wij definiëren daarom graag de volgende intenties
van de deelnemer:
1. Het bestuur/directie van de gemeente Stadskanaal
en de directie van Welstad creëren draagvlak
in de organisaties voor uitvoering van de in dit
plan op genomen activiteiten.
2. Het bestuur/directie van de gemeente Stadskanaal
en de directie van Welstad wijzen binnen de
organisatie één of enkele functionarissen aan die
in de gelegenheid worden gesteld de in dit plan op
genomen activiteiten uit te voeren.
3. De gemeente Stadskanaal en de directie van
Welstad verlenen medewerking aan de overeengekomen
initiatieven voor het delen van kennis
in het kader van het programma Welzijn Nieuwe
Stijl.
4. De gemeente Stadskanaal en Welstad nemen
zelf verantwoordelijkheid voor het opstellen en
uitwerken van stukken voortkomend uit het gerealiseerde
model Het ketenverhaal van Musselkanaal.
5. Besluitvorming omtrent verbeteractiviteiten en
de daarbij horende consequenties liggen bij de gemeente
Stadskanaal en Welstad. Het programma
Welzijn Nieuwe Stijl en de adviseur hebben hierin
een faciliterende rol.
Met het indienen van dit Plan Welzijn Nieuwe Stijl
gaan de hieronder genoemde personen en organisaties
akkoord met de in dit plan gemaakte
afspraken.
Dhr. J.W. van der Kolk
Wethouder
Gemeente Stadskanaal
Dhr. J.Brongers
Directeur/bestuurder Stichting Welstad
Mevr. D.Sibbes
Adviseur CMO Groningen

Plan Nieuwe Stijl
Planning
Doelstellingen en
prioriteitstelling
Gewenst resultaat Activiteiten Startdatum Einddatum
Betrokkenen
aanvrager(s)
Prioriteit Doelstelling Omschrijving Omschrijving Data Naam en functie Activiteiten
0 Plan WNS
Gezamenlijk
geformuleerde
ondersteuningsvraag
WNS
Accordering PvA WNS
door B&W en Welstad en
programmabureau
1 e intake 5
januari 2011
Uiterlijk
22 maart 2011
mevr. I. Ankoné,
beleidsmedewerker
gemeente Stadskanaal
mevr. H.Luppes,
Welstad
mevr. M. Hofman
Welstad
wethouder v d Kolk
J. Brongers, directeur
Welstad
Ondersteuning vanuit het programma
Verschillende
intakegesprekken en
plan van aanpak
opstellen door
adviseur
Dagen
Incl. reistijden
2 dagen
1
Kennis over
maatschappelijk
agenderen
vergaren en delen
Nevendoel:
Draagvlak bij
ketenpartners
woningbouwcorpora
ties, raad etc.
Kennis over de
basisprincipes en
instrumenten mbt
maatschappelijk
agenderen is bekend
bij bestuurders,
ambtenaren en
directie
welzijnsinstelling
Bijeenkomst met
gemeente en WELSTAD
om samen de activiteiten
vast te stellen.
zie in dit schema de
voorbeelden onder
prioriteit 1 en 2
denksessie op
bestuurlijk niveau;hoe
kunnen bestaande
structuren met elkaar
verbonden worden om
effectiviteit te vergroten
Collectieve
informatiebijeenkomst:
ophalen en delen van
kennis over een
maatschappelijke agenda
lunchbijeenkomst voor
betrokken ambtenaren;
informatie over model
Het ketenverhaal van
Musselkanaal
Begin april
2011
Begin april
2011
Begin april
2011
Half april
2011
Begin april 2011
Begin april 2011
Begin april 2011
Half april 2011
Dhr v d Kolk,
wethouder,
manager Welstad incl.
MT /ambtenaren en
MT/welzijnswerk
Bestuurder Gemeente,
Welstad,
Woningbouwcorp!
Wijkaanpak
Dhr v d Kolk,
MT/ambtenaren en
welzijnswerk
afvaard. van alle
maatschappelijke
partners
WMO raad
Raadsleden
Dhr v d Kolk.,
wethouder
ALLE Ambtenaren
Voorbereiden en
begeleiden van deze 2
bijeenkomsten door
adviseur
voorbereiden
collectieve
informatiebijeenkomst
over de
maatschappelijke
agenda
Voorbereiden en
Bijwonen
lunchbijeenkomst door
adviseur
1 dag
1.5 dag
1 dag
Pagina: 6 van 7
21

Plan Nieuwe Stijl
Planning
2
Doelstellingen en
prioriteitstelling
Input vergaren en
delen over
gewenste doelen,
inzet en
ondersteuning en
resultaten vanuit
welzijnwerk
Gewenst resultaat Activiteiten Startdatum Einddatum
Inventarisatie van
gewenste
ondersteuning en
resultaten vanuit
welzijnswerk
(lunch)bijeenkomst voor
brede
vertegenwoordiging van
maatschappelijke
partners; informatie over
model Het ketenverhaal
van Musselkanaal
Werkplaats
‘’Het ketenverhaal van
Musselkanaal’’
Doel: visie, wensen,
informatie verzamelen en
afstemmen
Werkplaats
‘’Het ketenverhaal van
Musselkanaal’’
Doel: visie, wensen,
informatie verzamelen en
afstemmen
Half april
2011
Half april 2011
01-05-2011 01-06-2011
Betrokkenen
aanvrager(s)
brede
vertegenwoordiging
van maatschappelijke
partners
Welstad, brede
vertegenwoordiging
van maatschappelijke
partners
Beleidsmedewerkers
01-05-2011 01-06-2011 Welstad
Bewoners,
wijkverenigingen etc.
WMO raad!
Ondersteuning vanuit het programma
Voorbereiden en
Bijwonen
lunchbijeenkomst door
adviseur
Voorbereiden en
bijwonen werkplaats
door adviseur
Voorbereiden en
bijwonen werkplaats
door adviseur
1 dag
3 dagen
3 dagen
3
per 1 juli 2011 heeft
de gemeente
Stadskanaal een
heldere visie en
goede sturing van
het welzijnswerk
binnen de context
van Het
ketenverhaal van
Musselkanaal
een eindpublicatie
over de resultaten en
het doorlopen proces
in Musselkanaal. In
deze eindpublicatie is
beschreven op welke
wijze inwoners,
maatschappelijke
partners en gemeente
samen hebben
gewerkt aan het
opstellen van een
sociale agenda.
Bundelen en prioritering.
Vaststellen concept
maatschappelijke
agenda, procesmodel en
aanbevelingen
Officiële presentatie
maatschappelijke agenda
Of vastgelegd in een
convenant
samenwerkingsafspr.
Optioneel
Het ketenverhaal van
Musselkanaal wordt aan de
raad voorgelegd en
vastgesteld
01-06-2011 15-06-2011
Eind juni
2011
Beleidsmedewerkers,
Dhr.v d Kolk
wethouder
directeur Welstad
Alle eerder genoemde
actoren
Voorbereiden en
begeleiden van
bijeenkomst door
adviseur
Voorbereiden en
begeleiden van
bijeenkomst door
adviseur
1 dag
1 dag
Half juli 2011 raad 0.5 dag
Tabel 1: Planning
Pagina: 7 van 7
22

Bijlage 3
Toelichting bij verschillende programma’s en
projecten (inhoudelijke doelstellingen, werkwijze
en bereik)
Beter in Meedoen (BiM)
– Beter in Meedoen richt zich op de
vernieuwing en kwaliteitsverbetering
binnen de huidige Wmo en op de relatie
met andere beleidsterreinen.
Het programma ondersteunt gemeenten,
uitvoerende instellingen, professionals,
burgers en cliënten bij de innovatie
van het beleid en bij een kwalitatief betere
uitvoering van de Wmo.
– Binnen het programma worden kennis
en instrumenten ontwikkeld die
gemeenten, uitvoerende instellingen,
professionals en burgers/cliënten helpen
bij het vormgeven aan maatschappelijke
ondersteuning.
– Onder BiM vallen vier verschillende
projecten:
o Professionaliteit verankerd
In het project Professionaliteit
Verankerd zoekt MOVISIE samen met
de sociale sector een antwoord op de
vraag: Hoe ziet kwalitatief hoogwaardig
werk in zorg en welzijn eruit
als je het beoordeelt op klantgerichtheid,
effectiviteit, doelmatigheid en
duurzaamheid? Na het vaststellen van
de kwaliteitskenmerken worden deze
verankerd in beroepscompetenties, in naen
bijscholingsprogramma’s en in
activiteiten van beroepsverenigingen. Het
beoogde effect is kwaliteitsverbetering
binnen de sociale sector (in samenspraak
met leden van de regiegroep: MOgroep,
GGZ Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg
Nederland, het Platform van
Agogische Beroepsverenigingen, het
Landelijke Opleidingen Overleg MWD van
de HBO-raad en het Platform,
Wmo-Raden).
o Effectieve sociale interventies (ESI)
Richt zich op het verbeteren van interventies
en methodes die in de praktijk gebruikt
worden zodat deze beter benut worden
en beter onderbouwd kunnen worden
vanwege hun bewezen effect (maatschappelijk
rendement). Hiervoor stimuleert het
project om methoden beter te monitoren
en te evalueren. Goede voorbeelden zijn
te vinden in een databank op de website
van MOVISIE, ontwikkeld in samenwerking
met de MOgroep, Verdiwel en de Regionale
Effectieve Interventies Samenwerkingsverbanden
(REIS): REIS staat voor het
regionale samenwerkingsverband van welzijnsinstellingen
dat werkt aan effectieve
sociale interventies. Landelijk zijn er zes
regionale werkgroepen: REIS Amsterdam,
REIS Zuid, REIS Oost, REIS Noord, REIS
West en REIS Gelderland. In de REISgroepen
zijn zo’n zestig welzijnsinstellingen
vertegenwoordigd. Doel is om onderbouwde
methoden in de sociale sector tot
verdere bloei te brengen. Hiertoe zijn alle
REIS-groepen in vier jaar in opdracht van
VWS aan de slag met de implementatie
en de evaluatie van sociale interventies.
Het project Effectieve interventies is nauw
bij de REIS-groepen betrokken en ondersteunt
en adviseert waar wenselijk en
mogelijk.
o Vernieuwend welzijn
Het project Vernieuwend Welzijn wil de
positie van de welzijnssector in het gebiedsgericht
werken en in de krachtwijken
versterken en profileren. Met gemeenten
en welzijnsinstellingen in die gemeenten
wordt vanuit de praktijk gewerkt aan
kwaliteitsverbetering. De ervaringen uit de
praktijk worden zoveel mogelijk overge-

dragen op andere gemeenten.
o Iedereen telt mee
Het Verwey-Jonker Instituut werkt programmalijn
2 uit in het project Iedereen
telt mee. Dit project richt zich op de rol
van lagere overheden in de versterking
van de Wmo als participatiewet. Governance
is het sleutelwoord. De vraag die
centraal staat is welke nieuwe aanpakken
de uitvoering van het gemeentebeleid op
het terrein van de Wmo ondersteunen.
Wonen Wijken en Integratie
(WWI), wijkaanpak
– 7 projectexperimenten gericht op lokaal
welzijn.
– In 58 wijken (40+) wordt hierop ondersteuning
geboden en geëvalueerd.
Projecten:
o Achter de Voordeur
Sommige gezinnen in aandachtswijken
hebben meerdere problemen. Om zo’n
gezin echt te helpen is het belangrijk dat
hulpverleners goed met elkaar samenwerken.
Via het experiment ‘Achter de voordeur’
zoeken gemeenten en hulpverleners
naar werkbare en vernieuwende manieren
om deze gezinnen samenhangende hulp te
bieden. Er zijn 7 gemeenten die meedoen
met het experiment Achter de voordeur:
Amsterdam, Den Haag,
Eindhoven, Enschede, Gouda, Groningen,
Nijmegen.
o De gezonde wijk
Het experiment ‘Gezonde wijk’ richt zich
op a) gezonde bewoners, b) een gezonde
leefomgeving en c) goede zorg. Er zijn in
totaal 13 gemeenten die meedoen met
het experiment Gezonde Wijk. Dit zijn:
Amsterdam, Utrecht, Eindhoven, Nijmegen,
Arnhem, Leeuwarden, Rotterdam,
Den Haag, Heerlen, Dordrecht, Enschede,
Deventer en Zaanstad. Zij geven ieder op
eigen wijze invulling aan het experiment.
o Slagkracht in de wijk
Om de veiligheid en leefbaarheid in de
wijken te waarborgen, is een nauwe en
constructieve samenwerking met resultaat
noodzakelijk. Daarom is er gestart met
een onderzoek dat verschillende lokale
organisaties - met het eigen werkterrein
als basis - bij elkaar brengt. Organisaties
moeten hun werkwijzen beter op elkaar
afstemmen. Hoe dat het beste kan moet
blijken uit de onderzoeksresultaten. Het
lectoraat Gemeenschappelijke Veiligheidskunde
en MOVISIE zijn het onderzoek
gestart. De gemeenten Den Haag,
Eindhoven en Maastricht participeren met
lokale initiatieven gericht op samenwerking
om de leefbaarheid en veiligheid in
geselecteerde wijken te verbeteren. Door
het onderzoek in meer gemeenten uit te
voeren is te achterhalen welke problemen
vaak voorkomen. Uiteindelijk moet
het onderzoek handvatten opleveren die
door professionals in alle wijken bruikbaar
zijn. Zodat inwoners van aandachtswijken
in heel Nederland profijt hebben van dit
onderzoek.
o Samenhang in de wijk
Gemeenten, corporaties en het Rijk werken
aan een meer samenhangende wijkenaanpak,
waarin de wijk en haar bewoners
centraal worden gesteld. De complexiteit
van de vraagstukken in de wijk is daarbij
leidend. Van de wijkenpartners vraagt dit
om focus op de meest urgente problemen
en om nieuwe en vitale vormen van samenwerking.
In het experiment Samenhang
in de Wijk buigen zeven steden en
het Rijk zich over de vraag hoe gemeenten,
corporaties, bewoners en andere betrokkenen
de samenhang in de wijkenaanpak
het beste kunnen organiseren. Elk van
de zeven steden ontwikkelt een bepaalde
benadering, die we samen gaan uittesten,
faciliteren en volgen.

o Projectencaroussel
Onderzoekt naar wat effectieve projecten
zijn en hoe deze effectieve werkwijzen
geïmplementeerd, verbreed en verduurzaamd
worden. Een belangrijke component
is de maatschappelijke kosten-baten
analyses (MKBA) van projecten.
o Vernieuwend welzijn
(zie project onder BiM)
o Bewonersparticipatie
Bewoners zijn vaak goed op de hoogte
van de wensen en behoeften van mensen
uit de wijk. Met de bewonersbudgetten
krijgen bewoners de mogelijkheid om
deze wensen te realiseren. Zo ontstaat er
financiële ruimte om wijken te creëren die
er zijn vóór bewoners, maar die ook worden
verbeterd dóór bewoners. De overheid
heeft daarom voor de periode 2009-2011
€ 75 miljoen uitgetrokken voor bewonersbudgetten.
Dit geld gaat naar de gemeenten
met aandachtswijken en andere gemeenten
met wijken die extra aandacht
nodig hebben. In 2008 was er € 20 miljoen
beschikbaar.
Wmo-werkplaatsen
– Zes regionale Wmo-werkplaatsen:
hogescholen van Twente, Utrecht,
Amsterdam, Groningen/ Drenthe,
Nijmegen en Noord-Brabant door het
ministerie van VWS geïnitieerd
(2009-2011)
– De werkplaats is een kennisnetwerk
waarin een hogeschool of lectoraat,
gemeenten, organisaties en beroepsbeoefenaren
samenwerken aan onderzoek,
methodiek-ontwikkeling en (regionale en
landelijke) kennisverspreiding rond
community care. Empirisch onderzoek
en professioneel handelen zijn met elkaar
verbonden in een zogenaamde empirischregulatieve
cyclus. Het ontwikkelen van
(vernieuwde) opleidingsmodulen is hiervan
het sluitstuk.
– Hierin worden nieuwe werkvormen voor
zorg en welzijn gezocht, ontwikkeld en
geëvalueerd. De resultaten daarvan
worden beschikbaar gesteld aan gemeenten,
organisaties uit de zorg en welzijns -
sector, opleiders en andere
belangstellenden.
– Beschikbare kennis wordt per
Wmo-werkplaats gebundeld ontsloten.
De Kanteling (VNG)
– De Kanteling richt haar pijlen op de
relatie tussen burger en gemeenten door
het ondersteunen van gemeenten bij de
invulling van de compensatieplicht in de
Wmo. Het gaat om het resultaat: zelfredzaamheid
en participatie van burgers met
een beperking. Deze nieuwe manier van
werken wordt ‘kantelen’ genoemd.
– De Kanteling richt zich op
12 pilotgemeenten die ervaring opdoen
met de nieuwe aanpak. Deze ervaringen
worden vervolgens verspreid onder alle
gemeenten.
– Het project richt zich op het produceren
en verspreiden van instrumenten, voorbeelden
en modellen.
De Kanteling (CG-Raad)
– De CG-Raad, Programma VCP en de
Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties
(CSO) willen hiermee de uitvoering
van de Wmo zo ‘kantelen’ dat participatie
van mensen met beperkingen en ouderen
centraal komt te staan. Dat vraagt om een
nieuwe manier van denken: vanuit de hele
persoon, vanuit oplossingen en niet vanuit
bestaande voorzieningen.
– Het project van de belangenorganisaties
richt zich op de lokale cliënten- en ouderenorganisaties,
zodat zij goed voorbereid
zijn op de nieuwe werkwijze van de gemeenten.
Het project richt zich op acht
onderdelen:

o Visie op kantelen
o Nieuwe modelverordening en beleidsregels
o Benutten van praktijkervaringen
o Benutten van deskundigheid t.b.v.
effectieve instrumenten
o Handreikingen voor belangenbehartigers
o Informatiebijeenkomsten
o Workshops
o Projectorganisatie
een efficiëntere inzet van voldoende gekwalificeerd
en gemotiveerd personeel.
o Zorg op afstand:
Modern gebruik van technologie in de zorg
gericht op de autonomie en zelfredzaamheid
van de cliënt.
Professionaliseringsagenda
(MOgroep)
– De branchebrede professionaliseringsslag
is de feitelijke concretisering van WNS
voor de welzijnssector, met de focus op de
kwaliteit en de borging van het vakmanschap
van de professional in diens contact
met de burger. Het landelijke actieprogramma
professionalisering WMD is een
voorbeeld van een daadwerkelijke verankering
van de Wmo en WNS, door het
primaire proces van het werk centraals te
stellen. Het doel is het vakmanschap van
de sociale professional te vergroten, te
stimuleren en te ondersteunen om maatschappelijke
doelen van burgers (collectief
en individueel) van alle leeftijden te realiseren.
De professionaliseringsslag vindt
daarom plaats op het niveau van professionals
zelf, maar ook van organisaties,
overheden, opleidingen en ondersteuningsinstituten.
Om dit te doen wordt een
relatie gelegd met de professionaliseringsagenda’s
van partner die in het kader van
de transitie ook onder gemeentelijke regie
gaan vallen, zoals de geïndiceerde jeugdzorg
en de CJG’s.
InvoorZorg!
– Stimuleringsprogramma dat zich richt op
het toekomstbestendig maken van organisaties
in de langdurige zorg. Honderden
instellingen kunnen gebruik maken van
maatwerkondersteuning.
– Het betreft verbeteringen op de vier
thema’s:
o Bedrijfsvoering:
Invoering van bewezen efficiëntere processen
en methodes leidt tot meer zorg door doelmatigheid
en betere bedrijfsvoering.
o Ketenzorg:
Meer en betere samenwerking in welzijn,
wonen en zorg door zorgketens draagt bij
tot efficiëntere inzet van middelen en meer
kwaliteit.
o Professionals:
Meer professionele ruimte op de werkvloer en

o Visie op kantelen
o Nieuwe modelverordening en beleidsregels
o Benutten van praktijkervaringen
o Benutten van deskundigheid t.b.v.
effectieve instrumenten
o Handreikingen voor belangenbehartigers
o Informatiebijeenkomsten
o Workshops
o Projectorganisatie
een efficiëntere inzet van voldoende gekwalificeerd
en gemotiveerd personeel.
o Zorg op afstand:
Modern gebruik van technologie in de zorg
gericht op de autonomie en zelfredzaamheid
van de cliënt.
Professionaliseringsagenda
(MOgroep)
– De branchebrede professionaliseringsslag
is de feitelijke concretisering van WNS
voor de welzijnssector, met de focus op de
kwaliteit en de borging van het vakmanschap
van de professional in diens contact
met de burger. Het landelijke actieprogramma
professionalisering WMD is een
voorbeeld van een daadwerkelijke verankering
van de Wmo en WNS, door het
primaire proces van het werk centraals te
stellen. Het doel is het vakmanschap van
de sociale professional te vergroten, te
stimuleren en te ondersteunen om maatschappelijke
doelen van burgers (collectief
en individueel) van alle leeftijden te realiseren.
De professionaliseringsslag vindt
daarom plaats op het niveau van professionals
zelf, maar ook van organisaties,
overheden, opleidingen en ondersteuningsinstituten.
Om dit te doen wordt een
relatie gelegd met de professionaliseringsagenda’s
van partner die in het kader van
de transitie ook onder gemeentelijke regie
gaan vallen, zoals de geïndiceerde jeugdzorg
en de CJG’s.
InvoorZorg!
– Stimuleringsprogramma dat zich richt op
het toekomstbestendig maken van organisaties
in de langdurige zorg. Honderden
instellingen kunnen gebruik maken van
maatwerkondersteuning.
– Het betreft verbeteringen op de vier
thema’s:
o Bedrijfsvoering:
Invoering van bewezen efficiëntere processen
en methodes leidt tot meer zorg door doelmatigheid
en betere bedrijfsvoering.
o Ketenzorg:
Meer en betere samenwerking in welzijn,
wonen en zorg door zorgketens draagt bij
tot efficiëntere inzet van middelen en meer
kwaliteit.
o Professionals:
Meer professionele ruimte op de werkvloer en

Uitgave: Gemeente Stadskanaal, © december 2011
ISBN 978-90-75930-39-9
tekst: Dorine Sibbes, CMO Groningen
m.m.v. Kees Frenay, Groningen
Vormgeving: Irene Bruggemann, KAW