Vergaderstukken NIVRA-Ledenvergadering 9 december 2011 - NBA

Agenda Ledenvergadering NIVRA 9 december 2011
Bijeenkomst van de Ledenvergadering van het Koninklijk Nederlands Instituut van
Registeraccountants,
die zal worden gehouden op vrijdag 9 december 2011 in de Limpergzaal van het NBA-bureau, Antonio
Vivaldistraat 2, 1083 HP te Amsterdam,
aanvang 14.00 uur.
1. Opening en mededelingen
2. Vaststellen agenda
3. Notulen Ledenvergadering 20 juni 2011
Bespreking en vaststelling van de notulen van de Ledenvergadering op 20 juni 2011 (zie bijlage 1)
4. Aanwijzing stembureau
Aanwijzing vindt plaats door het bestuur overeenkomstig artikel 19 van de Verordening op de
Ledenvergadering
5. Benoemingen
(zie bijlage 2 voor een toelichting op de benoemingen)
a. Benoemingen bestuursleden
(zie bijlage 3 voor korte CV’s van kandidaten Van Huut en Kapteijn-Fokkens)
Door het bestuur wordt voorgesteld
in de vacature
drs. M.C. Korff RA
drs. J.B. Huisman RA
J.W. Kooijman RA
te benoemen
J.M.A. van Huut RA
drs. H. Kapteijn-Fokkens RA
vacature wordt niet vervuld
b. Benoeming voorzitter
Door het bestuur wordt voorgesteld
in de vacature
drs. R. Dekkers RA
her te benoemen
drs. R. Dekkers RA
c. Benoeming plaatsvervangend voorzitter
Door het bestuur wordt voorgesteld
in de vacature
drs. M.C. Korff RA
te benoemen
drs. H.H.H. Wieleman RA
d. Benoeming van de accountant
Belast met de controle op de financiële verantwoording over het boekjaar 2012
alsmede van een plaatsvervanger voor deze
Door het bestuur wordt voorgesteld als accountant te benoemen:
drs. K.J. Schouten RA
en als plaatsvervanger voor deze te benoemen:
J.P.T. van Schie RA
1

6. Activiteiten NBA 2 e helft 2011 – vooruitblik ontwikkelingen 2012
Presentatie over de activiteiten van de NBA gedurende de 2 e helft van 2011 en een vooruitblik op te
verwachten ontwikkelingen en thema’s in 2012
7. Uitslag van de stemmingen (zie agendapunt 5)
8. Rondvraag
9. Sluiting
2

Notulen Ledenvergadering Koninklijk NIVRA
20 juni 2011
Bijlage 1 bij de agenda voor de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 9 december 2011

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
Notulen
Ledenvergadering Koninklijk NIVRA 20 juni 2011, Beatrix Theater, Utrecht
Agendapunt 1
Opening en mededelingen
Voorzitter Ruud Dekkers opent de vergadering om 14.00 uur en heet de aanwezigen hartelijk welkom.
Een speciaal woord van welkom richt hij tot de aanwezige gasten, waaronder mevrouw Pouw van de
AFM en de voorzitter van het Controllers Instituut de heer Goedhart.
De voorzitter stelt vast dat deze ledenvergadering is opgeroepen overeenkomstig artikel 1 van de Verordening
op de Ledenvergadering. De ledenvergadering vandaag is te beschouwen als een extra tussentijdse
Ledenvergadering, die met name gericht is op het vaststellen van de jaarrekening van het
verlengde boekjaar 2009-2010 en diverse Verordeningen. De voorzitter meldt alvast dat op 9 december
aanstaande de regulier jaarlijkse ledenvergadering plaatsvindt waarin onder andere de jaarlijkse
bestuurswisselingen aan de orde komen.
Volgens de presentielijst is het aantal bij aanvang van deze vergadering geregistreerde stemmen 68,
inclusief volmachten. Voor het nemen van geldige besluiten tijdens deze vergadering is meer dan de
helft van dit aantal stemmen vereist. Het aantal stemmen kan echter fluctueren door leden die later
binnenkomen of eerder vertrekken, of door niet-uitgebrachte stemmen. Tot dertig minuten na aanvang
van deze vergadering zal bij een eventuele stemming de presentielijst worden geactualiseerd. Daarna
wordt de presentielijst definitief vastgesteld. Leden die zich daarna nog melden, worden uiteraard wel
toegelaten tot de vergadering, maar hebben geen stemrecht en aan hen toegewezen volmachten komen
ook te vervallen.
De voorzitter verzoekt de aanwezigen zoveel als mogelijk de gehele vergadering aanwezig te zijn.
Voor het nemen van rechtsgeldige besluiten dient minimaal de helft van de aanwezige leden die op de
definitieve presentielijst staan, in de vergadering aanwezig te zijn en deel te nemen aan de stemmingen.
De voorzitter licht toe dat in deze vergadering op grond van de Wet op de registeraccountants stemmen
bij volmacht mogelijk is. Dit betekent onder meer dat elk lid bij aanmelding aan de balie voor de
eigen stem en voor elke eventueel ontvangen volmacht (maximaal drie) stemkaarten heeft ontvangen.
Vervolgens geeft de voorzitter een korte toelichting op de stemprocedures en de werking van de
stemmingen d.m.v. de stemkaarten.
De voorzitter geeft aan dat de collega’s van de NOvAA deze middag gelijktijdig vergaderen. Het gelijktijdig
plaatsvinden van beide ledenvergaderingen – plus een gezamenlijke borrel achteraf – kan
gezien worden als een kleine stap in het voortdurende proces van bestuurlijke integratie tussen het
NIVRA en de NOvAA.
Vervolgens stelt de voorzitter de mensen op het podium en de eerste rij voor. Het bestuur en de directie
staan gezamenlijk voor het beleid dat wordt gevoerd en de voorstellen die vandaag aan de leden
worden voorgelegd. Achter de tafel op het podium bestuurslid en voorzitter van de Financiële Commissie
Jan Kooijman, algemeen directeur a.i. Berry Wammes en plaatsvervangend voorzitter Marco
Korff. Op de eerste rij in de zaal zitten de bestuursleden Roderik Meeder, Paul Scholte en Joop Winterink.
De bestuursleden Hans Huisman, Eric van Leeuwen en Huub Wieleman hebben zich verontschuldigd.
Aan de tafel rechts naast het podium heeft plaatsgenomen ter ondersteuning van de bestuurlijke processen
bestuurssecretaris Rob Heinsbroek.
Koninklijk NIVRA
2

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
Ter bevordering van een ordelijk en efficiënt verloop van de vergadering stelt de voorzitter het volgende
vast:
1. Elke spreker maakt prudent gebruik van de spreektijd.
2. Elke spreker maakt – ten behoeve van de notulen – van een van de zaalmicrofoons gebruik en
noemt zijn naam en woonplaats.
3. Als tenminste een van de leden verzoekt om stemming, zal de voorzitter beoordelen op welke
wijze de stemming het beste kan verlopen.
Na deze inleiding stelt de voorzitter punt 2 van de agenda aan de orde.
Agendapunt 2
Vaststellen agenda
De voorzitter vraagt of een van de aanwezigen behoefte heeft om over de volgorde van de onderwerpen
op de agenda een vraag te stellen, of om wellicht punten toe te voegen.
Dit blijkt niet het geval te zijn waarna de voorzitter de agenda ongewijzigd vaststelt.
Agendapunt 3
Notulen ledenvergadering 8 december 2010
(bijlage 1, pagina’s 10 – 26 van de vergaderstukken)
De voorzitter stelt de notulen van de ledenvergadering van 8 december 2010 aan de orde. Deze zijn op
7 april jongstleden op de website van het NIVRA geplaatst en er zijn door het bestuur geen opmerkingen
over deze notulen ontvangen. De voorzitter vraagt of een van de aanwezigen inhoudelijke opmerkingen
bij de tekst van de notulen heeft.
De heer Koolman uit De Wijk wijst naar pagina’s 15 en 16 waar een weergave staat van de discussie
omtrent de reactie van het NIVRA- en NOvAA-bestuur op het concept van de nieuwe accountantswet.
Desbetreffende alinea’s eindigen op pagina 16 met de zin “De heer Koolman geeft aan zich hier over
verbaasd te hebben.”. De heer Koolman wijst er op dat de zin van zijn oproep op de ledenvergadering
van 8 december 2010 verder strekte dan alleen het uitspreken van zijn verbazing. Het concept van de
nieuwe accountantswet bood immers een klein opzetje van decentralisering van regelgeving, waar de
beide besturen van NIVRA en NOvAA in hun reactie op tegen waren. De heer Koolman riep het bestuur
op deze reactie te herzien.
De voorzitter stelt voor deze aangevulde weergave op te nemen in de notulen van de huidige vergadering,
de heer Koolman is het hier mee eens.
De voorzitter stelt vervolgens de notulen van de ledenvergadering van 8 december 2010 ongewijzigd
vast, en geeft daarna de leden de gelegenheid om naar aanleiding van de notulen opmerkingen te maken
of vragen te stellen. Hier wordt geen gebruik van gemaakt.
De voorzitter gaat vervolgens over tot behandeling van agendapunt 4.
Agendapunt 4
Stembureau
Overeenkomstig artikel 19 van de Verordening op de Ledenvergadering is er een stembureau gevormd
voor het toezicht op de gang van zaken met betrekking tot de stemmingen. Het stembureau bestaat uit
collega Michèl Admiraal.
3
Ledenvergadering 9 december 2011

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
Agendapunt 5
Ontwikkelingen rond het beroep en het NIVRA
De voorzitter geeft aan de leden graag te willen bijpraten over diverse ontwikkelingen rond het beroep
en het NIVRA.
1. Fusie NIVRA-NOvAA
Inzake het wettelijke traject van de fusie is de stand van zaken momenteel dat het advies van de Raad
van State bij de nieuwe accountantswet vorige week aan het ministerie van Financiën is gestuurd. Het
betreft een zogenaamd ‘licht’ advies met enkele niet zwaarwegende aanbevelingen. Het ministerie van
Financiën heeft de NBA toegezegd binnenkort te bespreken welke eventuele wijzigingen in het concept
van de nieuwe wet zullen worden opgenomen. Naar verwachting zal aan het einde van het zomerreces
de nieuwe wet naar de Tweede Kamer gezonden worden, en openbaar worden. De voorzitter
geeft aan rekening te houden met daadwerkelijke inwerkingtreding van de nieuwe wet per 1 juli 2012
of wellicht per 1 januari 2013.
Inzake het operationele traject van de fusie meldt de voorzitter dat per 29 november 2010 de bureauorganisaties
van NIVRA en NOvAA succesvol geïntegreerd zijn in Amsterdam. Om deze operationele
integratie ook reeds financieel vorm te geven is per 1 januari 2011 één gezamenlijke openingsbalans
vastgesteld, en werken beide beroepsorganisaties voor 2011 reeds met één gezamenlijke begroting.
Reeds bereikte synergievoordelen betekenen voor de leden een verlaging van de contributies in de
voorgestelde Contributieverordening 2012 (zie agendapunt 9c).
Als laatste punt van de fusie meldt de voorzitter dat er hard gewerkt is aan de governance van de
NBA. In de tweede helft van 2010 zijn het adviescollege beroepsreglementering en drie daaronder
ressorterende subcommissies benoemd. Een strategische agenda 2011 inzake regelgeving is reeds
vastgesteld.
Tot slot zijn door het gezamenlijk bestuur voordrachtscommissies gevormd om in de komende maanden
de besturen van de drie ledengroepen te formeren; ledengroep Intern en Overheidsaccountants,
ledengroep Accountants in Business en ledengroep Openbaar Accountants. De voorzitter maakt van de
gelegenheid gebruik om de aanwezige leden op te roepen zich kandidaat te stellen voor een van deze
besturen.
2. Kernwaarden van de accountant van nu
De voorzitter behandelt vervolgens de kernwaarden van de accountant. Gezien de discussies in de
politiek en de publiciteit is het verstandig om hier nog eens stil bij te staan.
Als eerste dient de accountant zelfbewust te zijn. De accountant mag trots zijn op zijn beroep en het
nuttige werk dat voor de maatschappij wordt verricht.
Ten tweede moet de accountant kritisch zijn; ten opzichte van zichzelf, zijn cliënten of zijn werkgever.
Vervolgens noemt de voorzitter als derde punt de professioneel-sceptische houding. Een onderwerp
dat de besturen van NIVRA en NOvAA zo belangrijk achten dat er een verplichte PE-cursus voor
komt.
Als vierde punt noemt de voorzitter de rechte rug van de accountant. In veel politieke en maatschappelijke
discussies wordt hier aan getwijfeld. De voorzitter roept elke accountant op om de eigen mening
en visie niet te gemakkelijk te verlaten.
Tot slot dient de accountant een kundig communicator te zijn. De accountant dient in staat te zijn om
zijn vaktechnische kennis, werkzaamheden en bevindingen op een heldere en begrijpelijke manier met
de opdrachtgever en het maatschappelijk verkeer te delen.
3. Implementatie Plan van Aanpak
Na de presentatie eind 2010 van het Plan van Aanpak waarin NIVRA en NOvAA antwoord geven op
de maatschappelijke en politieke kritiek op het accountantsberoep, is er in de afgelopen driekwart jaar
hard gewerkt om de vier thema’s uit het Plan van Aanpak vorm te geven.
Koninklijk NIVRA
4

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
3.a Verbetering van de kwaliteit
Allereerst is voor het belangrijke thema van kwaliteit een adviescommissie ingesteld die een programma
voor de verplichte training ‘professional scepsis’ heeft samengesteld. Inmiddels is deze training
met een omvang van 12 PE-punten door beide besturen NIVRA en NOvAA goedgekeurd voor
openbaar accountants die assurance verlenen. Het voornemen is om deze training – met een gewijzigd
curriculum – spoedig goed te keuren voor de samenstelpraktijk. Tevens is de vakgroep accountants in
business bezig om voor haar achterban een verplicht programma rondom ethiek samen te stellen.
Tot slot meldt de voorzitter dat beide besturen zich gebogen hebben over de uitkomsten van de kwaliteitstoetsingen
van de NOvAA (Raad voor Toezicht) en het NIVRA (College Kwaliteitsonderzoek)
over 2010. Deze lieten zien dat met name bij startende en kleine kantoren de kwaliteitsbeheersing in
circa 40% van de onderzochte populatie niet voldoende is. Reden voor beide besturen om na te denken
over PE-cursussen die focussen op het voorbereiden en starten van een kantoor. Tevens zal het bestaande
uitstel van toetsingen voor startende kantoren heroverwogen worden, aangezien in de praktijk
blijkt dat een toetsing van een startend kantoor een sterk positief effect heeft op de verbetering van de
kwaliteitsbeheersing. Bij hertoetsing van startende en kleine kantoren die eerder niet voldoende scoorden,
blijkt 95% een voldoende te scoren.
3.b Waarborging onafhankelijkheid
Inzake het tweede thema uit het Plan van Aanpak meldt de voorzitter dat een adviescommissie deze
zomer met een adviesrapport komt waarin het voorstel uit het Plan van Aanpak dat de Raad van
Commissarissen bij een OOB-onderneming de feitelijke opdrachtgever van de controlerend accountant
is, verder uitgewerkt wordt. Dit adviesrapport zal – na bespreking in de gezamenlijke bestuursvergadering
– ook publiekelijk geconsulteerd worden. Tevens staat dit onderwerp prominent op de agenda van
de maatschappelijk debatserie in najaar 2011.
3.c Toezicht en transparantie
De voorzitter meldt dat ook voor het derde thema uit het Plan van Aanpak een adviescommissie is
samengesteld die een voorstel zal formuleren voor een zogenaamde ‘Code Accountantsorganisaties’
voor accountantsorganisaties met een OOB-vergunning. Twee belangrijke onderdelen hiervan zijn: (1)
opname van onafhankelijke derden als toezichthouder binnen de accountantsorganisatie, en (2) meer
eisen aan het transparantieverslag van de accountantsorganisaties. Na bespreking van een eerste versie
eerder dit jaar overwegen beide besturen om deze Code op te nemen in de beroepsregelgeving zodat
zij een meer verplichtend karakter krijgt. Een openbare consultatie a.d.h. van het definitieve voorstel
verwacht de voorzitter in het najaar van 2011.
3.d Verbreding poortwachtersfunctie
Een breed samengestelde adviescommissie zal voor dit laatste thema uit het Plan van Aanpak in het
najaar een verdere uitwerking presenteren. Dit thema richt zich op het verstrekken van meer informatieve
rapportages van het management van OOB’s en de assurance die de accountant hierbij moet geven.
De voorzitter geeft aan dat ook dit thema geconsulteerd zal worden in het najaar 2011, en een
belangrijk onderdeel zal vormen van de debatreeks in het komend najaar.
Als onderdeel van het thema ‘verbreding poortwachtersfunctie’ brengt de NBA ook regelmatig Publieke
Managementletters uit met een signalerend karakter over belangrijke thema’s in een bepaalde
sector waarin het accountantsberoep haar geaggregeerde kennis van het desbetreffende onderwerp
etaleert. In februari 2011 is een ‘open brief’ over pensioenfondsen gepubliceerd, en in juni een Publieke
Managementletter over de vastgoedsector. In het najaar van 2011 is een PML gepland over de glastuinbouw,
een typisch MKB-onderwerp.
4. Recente activiteiten
Vervolgens behandelt de voorzitter enige recente en actuele activiteiten.
4.a Overgang CI naar NBA*VRC
In het kader van de fusie is gekeken naar de governance van het Controllersinstituut, waarin de vakgroep
Accountants in Business samenwerkt met de Vereniging van Registercontrollers. Door alle par-
5
Ledenvergadering 9 december 2011

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
tijen is besloten om het CI te hernoemen in ‘NBA*VRC’ waardoor dit samenwerkingsmodel in haar
naamgeving de samenwerking uitstraalt die beoogt wordt. Dit betekent ook dat NBA*VRC specifieke
activiteiten gaat ontwikkelen voor de AA-Accountants in Business.
4.b Praktijkhandreikingen
De voorzitter geeft aan dat in de 2 e helft van 2011 het NBA in elk geval twee praktijkhandreikingen
zal publiceren. Eén inzake het vastgoed – n.a.v. de Publieke Management Letter over dit thema – en
één inzake het optreden van de accountant in de Algemene vergadering van Aandeelhouders.
4.c Kristalprijs
De Kristalprijs is een prijs voor het beste mvo-verslag. Bij deze jaarlijkse prijs werkt de NBA samen
met het Ministerie van Economie Landbouw en Innovatie.
4.d Dialoog en debat
Tot slot geeft de voorzitter aan dat beide beroepsorganisaties NIVRA en NOvAA veel discussiëren
met, en nadrukkelijk de dialoog zoeken met de eigen leden, stakeholders, toezichthouders en de politiek.
Hiervoor is o.a. de website accountant.nl voor bedoeld. Tevens roept de voorzitter de leden op
om hun mening te geven, en suggesties bij het bestuur te doen, over alle zojuist genoemde thema’s en
activiteiten.
De voorzitter vraagt vervolgens of iemand vragen of opmerkingen heeft over de presentatie.
De heer Van Horn uit Voorschoten vraagt of er inzake de nieuwe accountantswet nog eventuele debatpunten
zijn in politiek Den Haag.
Inzake thema 3.b uit het Plan van Aanpak – waarborging onafhankelijkheid – suggereert de heer Van
Horn om ook bij niet-OOB’s de benoeming van de accountant te beleggen bij bijvoorbeeld een Raad
van Toezicht.
Inzake de vraag van de heer Van Horn antwoordt de voorzitter dat er met het ministerie van Financiën
geen discussies zijn over het wetsvoorstel. Wel zijn er algemene discussies in de politiek over de accountantssector.
De voorzitter noemt de discussienota van PvdA-kamerlid Plasterk, en de Kamervragen
gesteld door PVV-kamerlid Van Vliet. De NBA is in al deze discussies een actieve partij.
De voorzitter antwoordt inzake de suggestie dat de NBA in het Plan van Aanpak inderdaad focussed
op de OOB’s. De reden hiervoor is om het MKB bij een eventuele verandering of verzwaring van de
desbetreffende regelgeving hier niet mee te belasten. Tegelijkertijd onderkent de NBA dat er buiten de
huidige definitie van OOB nog meer grote organisaties zijn waarop de voorstellen uit thema 3.b van
toepassing kunnen zijn. De voorzitter noemt de publieke sector en de goededoelensector als voorbeeld.
Inzake de suggestie van de heer Van Horn verwacht de voorzitter in de verdere uitwerking van het
Plan van Aanpak nog enige gedachtenvorming en discussie.
De heer Blokdijk uit Badhoevedorp vraagt of het advies van de Raad van State over de nieuwe wet
openbaar is.
De voorzitter antwoordt dat dit advies openbaar wordt gemaakt als de nieuwe wet naar de Tweede
Kamer wordt gestuurd.
De heer Groeneveld uit Tilburg merkt op dat de groep van Accountants in Business een zeer heterogene
groep is en dat derhalve een verplichte cursus professionele scepsis van weinig belang is voor hen.
Hij verzoekt het bestuur deze verplichting voor Accountants in Business terug te nemen.
De voorzitter antwoordt dat het verzoek voor een dergelijke cursus vanuit de vakgroep Accountants in
Business zelf is gekomen. Het bestuur is daarom voornemens het onderwerp als verplichte cursus voor
Accountants in Business aan te merken. Ter nuancering merkt de voorzitter op dat (a) een uitgewerkt
Koninklijk NIVRA
6

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
verzoek vanuit de vakgroep Accountants in Business nog formeel moet worden ingediend bij het bestuur,
en (b) er door de vakgroep Accountants in Business nog gesproken wordt met de Vereniging
van Registercontrollers (VRC) in hoeverre de vakgroep en de VRC kunnen samenwerken bij deze
verplichte cursus.
De heer Koolman uit De Wijk adviseert om ook met de achterban van de ledengroep Accountants in
Business te overleggen over deze cursus.
De voorzitter onderschrijft dit.
De heer Ewoldt uit Amstelveen vraagt of het bestuur bij de Commissie Eindtermen Accountancy
(CEA) en de opleidingsinstituten aandacht vraagt voor het opnieuw invoeren van het vak ‘ethiek van
het accountantsberoep’ in de opleidingen RA en AA.
De voorzitter geeft aan het hiermee eens te zijn.
Aangezien er verder geen vragen of opmerkingen meer zijn, geeft de voorzitter aan dat het aantal
stemgerechtigde leden aan het begin van de vergadering 68 bedroeg, en bij 30 minuten na aanvang van
de vergadering 70.
Agendapunt 6
Vaststelling jaarrekening 2009/2010
Vaststelling van de jaarrekening over het verlengde boekjaar 2009/2010 alsmede decharge van het
bestuur voor het gevoerde beleid (bijlage 2, pagina’s 27 – 68 van de vergaderstukken)
De voorzitter stelt de jaarrekening over het verlengde boekjaar 2009/2010 aan de orde. Hij merkt op
dat – mede naar aanleiding van een suggestie in de ledenvergadering van 8 december 2010 – het
hoofdstuk over het beloningsbeleid is uitgebreid met extra informatie over de componenten van het
beloningsbeleid voor de directie en hoe het bestuur dat beleid heeft vastgesteld. Tevens is in dit hoofdstuk
extra informatie opgenomen zoals die door de Wet Openbaarmaking Publiek gefinancierde Topinkomens
(WOPT) wordt aanbevolen.
De voorzitter geeft vervolgens het woord aan bestuurslid Jan Kooijman, voorzitter van de Financiële
Commissie, voor de presentatie van de jaarrekening.
De heer Kooijman geeft aan dat er twee belangrijke redenen zijn voor de realisatie van 3.358.000
versus de begroting van 1.468.000:
1. Als eerste lagere kosten van het bureau en toetsingen ( 755.000). Dit is in lijn met de presentatie
van de voorlopige 12-maandcijfers 2009/2010 die door de heer Huisman op de ledenvergadering
van 8 december 2010 zijn gepresenteerd.
2. Ten tweede hogere opbrengsten ledenservice ( 966.000).
Dit alles is gerealiseerd met een lichte vermindering van het aantal FTE van 96 naar 93 op het
NIVRA-bureau in de desbetreffende periode.
Vervolgens meldt de heer Kooijman dat het positieve resultaat van dit boekjaar voor een aanzienlijke
verbetering zorgt van het eigen vermogen van de beroepsorganisatie. Deze heeft per 31 december
2010 een stand bereikt van 5.022.000. Dit betekent ook dat de liquiditeit van het NIVRA sterk verbeterd
is.
Inzake de komende fusie geeft de heer Kooijman aan dat beide besturen besloten hebben om financieel
al verregaand samen te gaan werken. Daartoe is per 1 januari 2011 één gezamenlijke begroting en één
gezamenlijke startbalans NIVRA-NOvAA opgesteld. In de huidige startbalans is ook de boekwaarde
van het ‘oude’ NOvAA-pand in Den Haag opgenomen. Komend jaar zal er naar verwachting een behoorlijke
balansverkorting gaan plaatsvinden. Enerzijds doordat een gedeelte uit het NOvAA surplus
7
Ledenvergadering 9 december 2011

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
vermogen voor specifieke doelen zal worden aangewend, anderzijds doordat er een mogelijke verkoop
plaatsvindt van het NOvAA-pand. Dit zal betekenen dat de balanspositie verbetert. Tevens verwachten
de besturen – op basis van het begrootte positieve saldo van 2.128.000 voor 2011 (zie agendapunt
8a) – dat het eigen vermogen procentueel sterk verbetert ten opzichte van het totaal.
Tot slot staat de heer Kooijman nog even stil bij het beloningsbeleid. In de afgelopen jaren is door
enkele leden verzocht om de beloning van de directie in lijn te brengen met de Balkenende-norm. Het
bestuur heeft toegezegd hier attent op te zijn, maar reeds vastgestelde beloningen kunnen niet aangepast
worden. Inzake de beloning van de heer Wammes is deze nog enigszins boven de Balkenendenorm.
Het bestuur heeft daarom besloten dat in 2011 zijn beloning wordt bevroren.
De voorzitter bedankt de heer Kooijman voor zijn presentatie en vraagt de aanwezige leden of er over
de jaarrekening vragen of opmerkingen zijn.
De heer Koolman uit De Wijk feliciteert het bestuur met het prachtige bereikte resultaat.
De voorzitter bedankt de heer Koolman voor deze felicitatie en vraagt of er behoefte is aan stemming
over de jaarrekening 2009/2010. Hij constateert dat dit niet het geval is en stelt vervolgens met algemene
stemmen de jaarrekening 2009/2010 vast.
Agendapunt 7
Beleidsprioriteiten NBA 2011-2013
Vaststelling van de beleidsprioriteiten van de NBA voor de periode 2011-2013 (bijlage 3, pagina’s 69
– 74 van de vergaderstukken)
De voorzitter geeft aan dat hij nu een korte presentatie zal verzorgen om de leden inzicht te geven in
de plannen en activiteiten van de NBA voor de jaren 2011 tot en met 2013. Dit document met beleidsprioriteiten
wordt ook door de collega’s van de NOvAA vandaag in hun ledenvergadering behandeld.
Tevens beantwoordt dit document ook de vraag van de heer Vos uit Hilversum die op de ledenvergadering
van 8 december 2010 vroeg naar de ontwikkeling van een langetermijnvisie die niet enkel gedomineerd
wordt door wet- en regelgeving.
De beleidsprioriteiten vinden hun uitgangspunt in het fusiedocument van eind 2009. Daarnaast hebben
beide besturen in oktober 2010 de in het fusiedocument vermelde uitgangspunten vertaald in concrete
thema’s die vervolgens in 5 beleidsprioriteiten zijn geformuleerd. De beleidsprioriteiten hebben ook
aan de basis gestaan van de NBA-begroting voor 2011 (voor het NIVRA-gedeelte van deze begroting,
zie agendapunt 8a). In deze begroting is gepoogd de strategische uitgangspunten te koppelen aan de
uitgaven en de human resources op het NBA-bureau.
1. Reputatie
Als eerste beleidsprioriteit noemt de voorzitter de reputatie van het beroep. Het doel van deze prioriteit
is de verbetering van het maatschappelijk gezag en het vertrouwen dat alle stakeholders in de beroepsgroep
stellen. Dit wil de NBA bereiken door de kwaliteit van de beroepsuitoefening te verbeteren. Dit
loopt via twee trajecten. Ten eerste via regelgeving. Het Adviescollege Beroepsreglementering heeft
hiervoor een agenda voor 2011 en 2012 opgesteld. Tevens heeft het adviescollege een enquête onder
alle leden (zowel RA als AA) uitgezet om te inventariseren welke knelpunten in de beroepsuitoefening
ten aanzien van de regelgeving worden ervaren. Hierop zijn maar liefst 1250 reacties binnengekomen.
Het Adviescollege is deze momenteel aan het bestuderen.
Het tweede traject om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te verbeteren verloopt via handhaving.
Dit betekent toetsingen, permanente educatie, maar ook het voeren van tuchtrechtprocedures tegen
leden die zich niet aan de regels houden. Hierin heeft de NBA in de afgelopen jaren een actief beleid
ontwikkelt. Om dit te versterken meldt de voorzitter dat momenteel met diverse partijen (o.a. DNB,
AFM, Belastingdienst, Openbaar Ministerie) gesprekken worden gevoerd om handhavingsconvenan-
Koninklijk NIVRA
8

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
ten te sluiten. Deze zullen de NBA in staat stellen om zelf actief onderzoek te kunnen doen jegens
leden die hun verplichtingen niet nakomen.
Naast het verbeteren van de kwaliteit van de beroepsuitoefening wil de NBA ook werken aan de reputatie
door middel van het versterken van de maatschappelijke positionering van accountants. Hiertoe
neemt de NBA nog steeds actief deel aan de diverse maatschappelijke en politieke discussies. En via
de kernthema’s uit het Plan van Aanpak (zie agendapunt 5) en de daaruit voortkomende seminars en
rondetafelgesprekken blijft de beroepsgroep intensief communiceren over actuele thema’s in de accountancy
en gelieerde onderwerpen.
2. Efficiëntie
De tweede beleidsprioriteit is efficiëntie waarbij de voorzitter aangeeft dat het doel is om tot versnelde
verlaging van de contributie te komen. In het fusiedocument eind 2009 was opgenomen dat de contributies
drie tot vijf jaar na totstandkoming van de NBA zouden worden verlaagd en geharmoniseerd.
Aangezien het minimumweerstandvermogen van 6 miljoen euro reeds is bereikt stellen de besturen
van NIVRA en NOvAA voor om met ingang van 1 januari 2012 reeds een gedeelte van de beloofde
contributieverlaging te realiseren (zie agendapunt 9c). Beide besturen hebben het voornemen de tweede
helft van de contributieverlaging per 1 januari 2013 in te voeren, maar de voorzitter meldt nadrukkelijk
dat dit afhankelijk is van de begroting 2013 die op dit moment een negatief resultaat laat zien
(zie agendapunt 8b, bijlage 5, pagina 85 van de vergaderstukken).
3. Innovatie
Als derde beleidsprioriteit noemt de voorzitter innovatie. Dit vindt o.a. plaats inzake de werkprocessen
van de NBA waarbij continu gekeken wordt hoe de leden zo optimaal mogelijk kunnen worden geïnformeerd
d.mv. elektronische nieuwsbrieven en de nieuws- en opinie website accountant.nl.
Tevens is innovatie een integraal onderdeel van de NBA-jaarplannen. De voorzitter geeft aan dat beide
besturen zich hebben voorgenomen om elk jaar één nieuw product te ontwikkelen. Een product kan
worden opgevat als iets dat inspeelt op een actueel thema, waarbij de NBA de leden tijdig voorlicht
over gevolgen of implicaties voor de beroepsuitoefening. Als voorbeeld noemt de voorzitter het onderwerp
‘MVO in het mkb’ dat deze ochtend het onderwerp was van de NBA-themabijeenkomst. Een
tweede voorbeeld is XBRL en digitalisering van verklaringen van de accountant.
Met innovatie houdt de NBA dus eigenlijk de vinger aan de pols – en is pro-actief – ten aanzien van de
verwachtingen die bij maatschappij en politiek leven over het functioneren van de accountant.
4. Educatie
Als vierde beleidsprioriteit is educatie belangrijk om bij te dragen aan de instroom in de opleidingen
AA en RA. De huidige voorlichtingsactiviteiten worden voortgezet en geëvalueerd op hun effectiviteit.
Zo wordt gekeken naar een grotere inzet van moderne en sociale media.
Inzake de studeerbaarheid van de opleiding merkt de voorzitter op dat de fusie onderwijscommissie
o.l.v. Anne-Marike van Arkel haar activiteiten even op een laag pitje heeft gezet. Het is immers onverstandig
om met een advies te komen op een moment dat nog niet duidelijk is hoe met de titels wordt
omgegaan in de nieuwe wet op het accountantsberoep. Zodra de nieuwe wet openbaar is zal de onderwijscommissie
– eventueel op basis van een aangepaste taakopdracht – haar activiteiten hervatten en
met een advies komen over inhoud en profiel van de opleidingen. Dit advies zal dan breed worden
geconsulteerd.
5. Effectieve organisatie
Als vijfde beleidsprioriteit benoemt de voorzitter het belang van een effectieve organisatie. Onder
agendapunt 6 is reeds gesproken over de gezamenlijke NBA-begroting voor 2012 e.v. Tevens zal de
NBA een gezamenlijke administratie gaan voeren.
Een effectieve organisatie kan ook beter luisteren naar haar leden en stakeholders. Tevens zal de NBA
proberen beter te sturen in maatschappelijke en politieke discussies.
De voorzitter vraagt of er opmerkingen of vragen zijn naar aanleiding van de presentatie?
9
Ledenvergadering 9 december 2011

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
De heer Ewoldt uit Amstelveen verwijst naar bijlage 3, pagina 73 van de vergaderstukken en vraagt
waarom er wel een speciale campagne is om AA te worden, maar geen gerichte campagne om RA te
worden. Ten tweede merkt hij op dat er in de tekst staat dat docenten bij de HBO-opleiding hun studenten
aanraden RA te worden, terwijl hij geluiden opvangt dat er juist wordt aangeraden RC of RE te
worden, gezien de onduidelijkheid over de titels AA en RA die in het consultatietraject van de nieuwe
wet op het accountantsberoep is opgeroepen.
De voorzitter antwoordt op de vraag naar de specifieke campagnes dat er in de gezamenlijke besturen
gesproken is over een gezamenlijke campagne, gericht op potentiële AA’s en RA’s. Er is echter besloten
om voor de AA’s nog een aparte campagne te blijven voeren. Het NOvAA-bestuur acht dit noodzakelijk
voor de gewenste instroom in de AA-opleiding. In de komende tijd zal wel gekeken worden
hoe voorlichtingsactiviteiten gecombineerd gaan worden voor AA én RA.
Inzake de opmerking van de heer Ewoldt over het advies om RC of RE te worden antwoordt de voorzitter
dat hij verwacht dat deze discussie verdwijnt na het bekend worden van de nieuwe wet. Tevens
refereert hij aan zijn opmerking in de ledenvergadering van 8 december 2010 waarin hij aangaf te
verwachten dat het ministerie van Financiën alle argumenten voor instandhouding van beide titels
zwaar zal laten meewegen bij het vormgeven van de definitieve wettekst. Tenslotte merkt de voorzitter
op dat beide besturen onderkennen dat het belangrijk is dat de fusie onderwijscommissie niet alleen
naar de AA- en RA-titel kijkt, maar ook naar zogenaamde aanpalende gebieden als de RC- en RE-titel.
Mevrouw De Koekkoek uit Oosthuizen wijst op bijlage 3, pagina 72 waar onder beleidsprioriteit ‘efficiëntie’
wordt vermeld dat in 2013 het aantal fte’s met 25% zal worden verminderd en de salarissom
met 24%. Vervolgens wijst zij op pagina 85 van bijlage 5 waar de personeelskosten van 12.364.000 in
2012 dalen naar 12.001.000 in 2013. Dit is een daling van 3%. Zij vraagt de voorzitter naar het grote
verschil tussen 24% en 3%.
De voorzitter antwoordt dat de 25% reductie in fte’s op schema ligt. Tegelijkertijd wordt onderkend
dat de fte-reductie voornamelijk op dubbelfuncties plaatsvindt en deze bevinden zich in de lagere salarisniveaus
in beide organisaties. Een reductie in fte in X percentage zal zich dus niet 1 op 1 vertalen in
een reductie met hetzelfde percentage van de salariskosten. Tevens wijst de voorzitter er op dat in de
cijfers van vorig en dit jaar incidentele posten zijn opgenomen als ontslagvergoedingen i.v.m. de reorganisatie.
Ook is de afgelopen twee jaar bezuinigd op opleidingskosten. In de begrotingen 2011 en
2012 zijn weer gebruikelijke bedragen opgenomen voor opleidingen personeel en bijvoorbeeld voor
vervanging wegens ziekte. Vandaar de lichte daling van 3% in de post personeelskosten van 2012 naar
2013.
Algemeen directeur Wammes wijst inzake dit onderwerp op het feit dat er in normale omstandigheden
indexatie van lonen plaatsvindt met ongeveer 1,5% per jaar. Dit is een standaard verhogend effect op
de post personeelskosten.
De voorzitter concludeert dat de reductie met 24% van de personeelskosten lastiger te bereiken is dan
de reductie met 25% van het aantal fte, maar dat de genoemde 24% voor beide besturen wel als een
lange termijn target wordt gehanteerd.
Mevrouw De Koekkoek uit Oosthuizen vraagt naar aanleiding van beleidsprioriteit 3 ‘innovatie’ (bijlage
3, pagina’s 72-73) of ‘digitalisering van de kernprocessen’ niet gewoon tot de normale technische
ontwikkelingen in elke bedrijfstak hoort?
De voorzitter onderkent dat digitalisering van processen tot de moderne bedrijfsvoering behoort maar
geeft aan dat de beroepsorganisatie in deze nog een flinke slag dient te maken. De verwachte effecten
zijn vanuit dat oogpunt bescheiden innovatief te noemen.
Algemeen directeur Wammes geeft nog enkele voorbeelden van innovatie, zoals de e-learning producten
van de VERA en de kennisbundeling op sociale media als LinkedIn waar de NBA een grote
community heeft.
Koninklijk NIVRA
10

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
Mevrouw De Koekkoek uit Oosthuizen merkt vervolgens op dat digitaliseringsprocessen vaak meer
kosten met zich meebrengen dan oorspronkelijk begroot, en vraagt of er in de begrotingen voor 2011
en 2012 rekening is gehouden met eventuele tegenvallers op dit gebied?
De voorzitter antwoordt dat momenteel een kort onderzoek plaatsvindt op het NBA-bureau om te inventariseren
op welke wijze een gezamenlijk ICT-systeem ingevoerd kan worden, en hoe de integratie
van de financieel-administratieve systemen plaats kan vinden. De hiervoor benodigde investeringen
zijn reeds begroot in de begrotingen 2011 en 2012. De voorzitter verwacht geen tegenvallers op dit
gebied omdat het NBA-bureau een relatief eenvoudige organisatie is en omdat de directie de opdracht
heeft dit proces strak aan te sturen.
Algemeen directeur Wammes onderschrijft deze woorden van de voorzitter en geeft aan dat eind 2011
de NBA over een geheel vernieuwde website beschikt met veel nieuwe functionaliteiten, en eind 2012
over een volledig nieuw financieel-administratief systeem.
De heer Groeneveld uit Tilburg refereert aan het antwoord dat de voorzitter gaf aan de heer Ewoldt
inzake de RC- en RE-titel die ook object van beschouwing zullen zijn voor de fusie onderwijscommissie,
en vraagt of er ook gesproken gaat worden met het NIRV (Vereniging Nederlands Instituut voor
Register Valuators) inzake de titel RV.
De voorzitter antwoordt dat de fusie onderwijscommissie haar advies zal uitbrengen en dat beide besturen
dit zeer breed wensen te gaan consulteren. De Vereniging van Registercontrollers (VRC) en de
Nederlandse Orde van Register EDP-Auditors (NOREA) hebben reeds contact gezocht met de NBA
over het thema ‘opleidingen’, en de voorzitter verwacht dat in de consultatie van het advies van de
fusie onderwijscommissie ook contacten zullen zijn met het NIRV en bijvoorbeeld de Nederlandse
Federatie van Belastingadviseurs (NFB).
De heer Van Horn uit Voorschoten doet aan het bestuur de suggestie om de vijf genoemde beleidsprioriteiten
ook door te voeren in het NIVRA-jaarverslag en in de jaarrekening. In het jaarverslag kan dan
concreet worden aangegeven welke projecten door het bureau zijn uitgevoerd en tot welk resultaat
deze hebben geleid. Dit bevordert de transparantie in de rapportage door de beroepsorganisatie.
De voorzitter merkt op dit een prima suggestie te vinden en geeft aan dat de directie reeds elk project
op bureau-niveau toetst aan de beleidsprioriteiten om te bepalen of het voorstel doorgang kan vinden.
Aangezien er verder geen vragen of opmerkingen zijn geeft de voorzitter aan dat het bestuur er aan
hecht om de mening van de leden over deze beleidsprioriteiten te vernemen. De voorzitter vraagt of er
behoefte is aan een meningspeiling of stemming?
De heer Groeneveld uit Tilburg antwoordt bevestigend maar merkt op dat er vanmiddag slechts 70
leden aanwezig zijn en dat dit naar zijn mening geen representatief aantal is. Hij stelt daarom voor dit
onderwerp niet in stemming te brengen.
De voorzitter antwoordt dat – conform de reglementen – de aanwezige leden op een ledenvergadering
hun invloed kunnen doen gelden en stemrecht hebben, het aantal doet daar niets aan af. Tevens merkt
de voorzitter op dat het gelijkluidende document met de vijf beleidsprioriteiten deze middag ook in de
ledenvergadering van de NOvAA wordt besproken en ter stemming aangeboden.
De heer Groeneveld uit Tilburg merkt vervolgens op dat de vijf genoemde beleidsprioriteiten dusdanig
breed gekozen zijn dat naar verwachting iedereen het er mee eens zal zijn maar dat er weinig inhoudelijke
zeggingskracht van uitgaat. Hij mist bijvoorbeeld een thema als ‘verandering van controleobject
van de accountant’ of andere onderwerpen die onder de beroepsontwikkeling vallen.
11
Ledenvergadering 9 december 2011

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
De voorzitter antwoordt dat het bestuur er aan hecht om aan de ledenvergadering te vertellen waar het
bestuur en bureau mee bezig zijn en daarom het document met beleidsprioriteiten aan de leden voorlegt.
Het bestuur beschouwt het document als richtinggevend voor de lange termijn.
De heer Voetman uit Purmerend geeft aan graag te willen stemmen.
De voorzitter vraagt de leden de stemkaarten gereed te houden. Uit de stemming blijkt vervolgens dat
een overgrote meerderheid van de leden het document met beleidsprioriteiten goedkeurt, en dat het
daarmee is vastgesteld.
Agendapunt 8
Herziene begroting 2011 en begroting 2012
a. Vaststelling van de herziene begroting voor boekjaar 2011 (bijlage 4, pagina’s 75 – 82 van de
vergaderstukken)
b. Vaststelling van de begroting voor boekjaar 2012 (bijlage 5, pagina’s 83 – 86 van de vergaderstukken)
De voorzitter meldt dat aan de orde zijn de presentatie en vaststelling van de herziene begroting 2011,
en daarna de begroting 2012. Hij meldt alvast dat in de voorgestelde NBA-begroting 2012 rekening is
gehouden met de voorgestelde Contributieverordening 2012 waarin een verlaging van de contributies
is opgenomen. Deze Contributieverordening 2012 staat geagendeerd onder punt 9c ter presentatie en
stemming. Inzake de voorlopige NBA-begroting 2013 meldt de voorzitter dat deze momenteel voorzien
wordt te eindigen met een negatief saldo boekjaar van 348.000. Bij het opstellen van deze voorlopige
begroting 2013 is rekening gehouden met een tweede verlaging van de contributies over het jaar
2013. Hier is echter nog geen definitief besluit over genomen door beide besturen. Deze voorlopige
begroting 2013 is ter informatie en wordt niet ter stemming voorgelegd.
De voorzitter geeft vervolgens het woord aan bestuurslid en voorzitter van de Financiële Commissie
Kooijman.
De heer Kooijman geeft aan dat beide besturen begin 2011 hebben besloten om voor NIVRA en
NOvAA vanaf 1 januari 2011 één gezamenlijke financiële huishouding te voeren, en aldus ook één
gezamenlijke begroting op te stellen. De baten en lasten worden naar rato van het aantal leden verdeeld
over beide organisaties. De voorliggende herziene begroting is eveneens herijkt op basis van de
strategische doelstellingen voor de jaren 2011 – 2013 (zie agendapunt 7).
De herziene begroting 2011 voor de NBA heeft een begroot positief saldo van 2.128.000. Op basis
van de verdeling naar ledenaantallen kan 1.418.000 hiervan worden opgenomen als begroot positief
saldo in de herziene begroting 2011 NIVRA.
Inzake de begroting 2012 NBA geeft de heer Kooijman aan dat hierin de voorgestelde contributieverlaging
(zie agendapunt 9c) is geprognosticeerd. Naar verwachting zal 2012 dan ook een beduidend
lager resultaat opleveren dan 2011; 841.000 voor de NBA waarvan 561.000 zal worden toegerekend
aan het NIVRA. Beide besturen verwachten in 2012 wel een hogere opbrengst van de cursussen
VERA en Vedaa aangezien 2012 het laatste jaar is van de driejaarsperiode Permanente Educatie 2010-
2012. Tevens zal de verplichte PE-cursus inzake ‘professional scepsis’ (zie agendapunt 5, onderdeel
3.a) naar verwachting voor hogere cursusopbrengsten zorgen.
Inzake de voorlopige begroting 2013 NBA meldt de heer Kooijman dat deze is opgesteld met medeneming
van de tweede tranche contributieverlaging, en mede daardoor een negatief resultaat van
348.000 voor de NBA laat zien. Beide besturen en de directie zullen nog nadrukkelijk gaan kijken of
beoogde efficiency-maatregelen als vermindering personele bezetting en automatisering op het NBAbureau
het kostenniveau kunnen verlagen, en het beoogde resultaat in 2013 kunnen verbeteren.
Koninklijk NIVRA
12

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
Voor de ontwikkeling van het eigen vermogen van de NBA betekent e.e.a. dat dit per 31 december
2011 begroot wordt op plusminus 9.500.000, ruim boven het beoogde weerstandvermogen van
6.000.000 uit het fusiedocument. Dit is voor beide besturen een belangrijke reden geweest om de eerste
tranche contributieverlaging over 2012 voor te stellen.
De voorzitter dankt de heer Kooijman voor zijn presentatie. Inzake het huidige NOvAA pand in Den
Haag meldt de voorzitter dat eventuele negatieve resultaten daarvan niet meegenomen zijn in de voorliggende
begrotingen. De reden daarvoor is het feit dat deze eventuele boekverliezen niet voorzienbaar
zijn.
De voorzitter vraagt vervolgens of er opmerkingen of vragen zijn over de presentatie over de herziene
begroting 2011 en begroting 2012.
De heer Ewoldt uit Amstelveen vraagt naar de omvang van de post van 125.000 t.b.v. ‘Ledengroep
Accountants in Business op pagina 80 van bijlage 4 onder nummer 16 ‘Beroepsontwikkeling & Beleid’.
Hij acht dit een bescheiden bedrag gezien de aandacht die het bestuur aan de ledengroep Accountants
in Business wenst te gaan besteden zoals verwoordt in de Beleidsprioriteiten (bijlage 3, pagina
71). Ten tweede vraagt de heer Ewoldt waarom op pagina 80 onder 16 de ledengroepen openbaar
accountants, interne accountants en overheidsaccountants niet worden vermeld.
De heer Wammes antwoordt op de eerste vraag dat onder 16 ook een post is opgenomen voor een
bedrag van 194.000 ten behoeve van ‘NBA*VRC’. Dit is de geplande voortzetting van de gezamenlijke
activiteiten die NIVRA en de vereniging VRC momenteel in de stichting Controllers Instituut
voeren. De twee posten tezamen ( 125.000 plus 194.000) zijn dus beide bedoeld voor activiteiten
t.b.v. de Accountants in Business. Tevens wijst de heer Wammes op het feit dat het Controllers Instituut
voor de bekostiging van diverse activiteiten haar eigen vermogen zal aanspreken.
Op de tweede vraag antwoordt de heer Wammes dat activiteiten voor de ledengroepen openbaar accountants,
interne accountants en overheidsaccountants vallen onder de post van 328.000 ‘Projecten
B&B’, dit zijn projecten ten behoeve van beroeps- en beleidsontwikkeling van de genoemde ledengroepen.
Onderwerpen met betrekking tot regelgeving en educatie zijn elders in de begroting ondergebracht
en komen ten goede van elke ledengroep, inclusief Accountants in Business.
De heer Koolman uit De Wijk vraagt of met de voorgestelde wijzigingen in de contributies over 2012
– naast de voorgestelde verlaging – ook de bestaande verschillen tussen NIVRA en NOvAA gelijkgetrokken
gaan worden.
De voorzitter antwoordt bevestigend. De bedoeling is om de huidige verschillen tussen de ledengroepen
bij NIVRA en NOvAA uiteindelijk te nivelleren. Dit betekent overigens dat bijvoorbeeld voor de
Accountants in Business bij de NOvAA de contributies omhoog gaan om op het gelijke niveau met de
Accountants in Business bij het NIVRA te komen.
De heer Koolman uit De Wijk wijst er vervolgens op dat gedurende 2012 het totaal aan contributies
van de RA’s meer is dan twee derde van de totaal opbrengst van de NBA.
De voorzitter antwoordt dat dit onderkend wordt door beide besturen, maar dat deze situatie zich alleen
in de overgangsperiode voordoet waarin de contributies RA en AA naar gelijke niveaus groeien.
De heer Koolman uit De Wijk vraagt of in de openingsbalans NIVRA-NOvAA per 1 januari 2011 het
eigen vermogen van het NIVRA wél volledig is opgenomen, maar het eigen vermogen van de NOvAA
niet.
De voorzitter beantwoordt bevestigend. De desbetreffende sheet uit de presentatie van de heer Kooijman
inzake de jaarrekening 2009/2010 (agendapunt 6) wordt nogmaals getoond. Onder ‘Eigen Vermogen’
aan de creditzijde van de openingsbalans staat een bedrag van 7.376.000 vermeld. Hierin is
13
Ledenvergadering 9 december 2011

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
het volledige eigen vermogen van het NIVRA opgenomen en een gedeelte van het eigen vermogen
van de NOvAA. Het resterende deel van het eigen vermogen van de NOvAA staat vermeld onder
‘NOvAA surplus vermogen’, een bedrag van 7.367.000. Dit zogenaamde surplus vermogen wordt
dus wel ingebracht in de NBA, maar als een bestemde reserve waarvan de aanwending plaatsvindt
onder leiding van het NOvAA-bestuur of een daartoe aantal aangewezen AA-accountants.
De voorzitter vermeldt verder dat deze middag in de ledenvergadering van de NOvAA wordt gesproken
over de aanwending van dit vermogen. De plannen behelzen o.a. een MKB-kenniscentrum en
MKB-leerstoel aan de Erasmus Universiteit.
De heer Koolman uit De Wijk vraagt of het eigen vermogen van 7.376.000 in de openingsbalans is
vastgesteld met de verdeelsleutel 1/3 NOvAA, 2/3 NIVRA.
De voorzitter antwoordt bevestigend. [noot: inmiddels is door beide besturen besloten om de verdeelsleutel
te baseren op de exacte ledenaantallen van NIVRA en NOvAA per 1 januari 2011]
De heer Mungra uit De Meern vraagt of er sprake is van massale uitschrijving uit het register vanwege
de Permanente Educatie-verplichting, en of hier ook eventueel rekening mee is gehouden in de begroting.
De voorzitter antwoordt dat hem niets bekend is over massale uitschrijving. Wel is het zo dat het
handhaven op de PE-verplichting een lichte verhoging van het aantal uitschrijvers – met name Accountants
in Business – tot gevolg heeft.
Inzake eventuele effecten op de begroting antwoordt de voorzitter dat de ledenaantallen goed voorspelbaar
zijn, dus weinig invloed hebben op de begroting.
De voorzitter constateert dat er geen verdere vragen zijn en vraagt of er behoefte is aan stemming over
de herziene begroting 2011. Hij constateert dat dit niet het geval is en stelt vervolgens met algemene
stemmen de herziene begroting 2011 vast.
Vervolgens vraagt de voorzitter of er behoefte is aan stemming over de begroting 2012. Hij constateert
dat dit niet het geval is en stelt vervolgens met algemene stemmen de begroting 2012 vast.
Agendapunt 9
Verordeningen
Vaststellen van diverse Ontwerpverordeningen
De voorzitter meldt dat nu aan de orde is de behandeling en vaststelling van een aantal ontwerpverordeningen.
Voor al deze ontwerpverordeningen is het gebruikelijke consultatietraject doorlopen en zijn
er geen amendementen ingediend. De voorzitter merkt op dat de tarieven van de ontwerpverordeningen
onder 9d, 9e, en 9f zijn geïndexeerd met 1,3 procent overeenkomstig de ontwikkeling van de consumentenprijsindex
van alle huishoudens. Dit betreft dus de Ontwerpverordening tot wijziging van de
Verordening op het inschrijfgeld (9d), geldelijke bijdragen praktijkstage (9e), en examengelden Nederlands
recht en gedrags- en beroepsregels (9f).
De Contributieverordening september 2011 tot en met december 2011 onder 9b wordt aan de leden
voorgelegd met een indexatie van nul procent ten opzichte van de contributie over 2010-2011. De
Contributieverordening 2012 onder 9c wordt aan de leden voorgelegd met een verlaging van de contributies.
9a. Vaststelling van de Ontwerpverordening tot wijziging van de Algemene Contributieverordening
2007 (bijlage 6, pagina’s 87 – 89 van de vergaderstukken)
De voorzitter vraagt of er iemand het woord wenst te voeren over de ontwerpverordening. Dit blijkt
niet het geval te zijn. De voorzitter vraagt vervolgens of er behoefte is aan stemming over de ontwerpverordening.
Hij constateert dat dit niet het geval is en stelt vervolgens met algemene stemmen de
Ontwerpverordening tot wijziging van de Algemene Contributieverordening 2007 vast.
Koninklijk NIVRA
14

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
9b. Vaststelling van de Ontwerp Contributieverordening september 2011-december 2011 (bijlage 7,
pagina’s 91 – 92 van de vergaderstukken)
De voorzitter meldt dat – conform afspraak tussen de besturen van NIVRA en NOvAA – deze ontwerp
contributieverordening wordt voorgelegd met een indexatie van nul procent. Tevens regelt deze ontwerp
contributieverordening het intrekken van de op 8 december 2010 in de Ledenvergadering aangenomen
Contributieverordening 2011-2012 die loopt van september 2011 tot en met augustus 2012. De
voorzitter vraagt of er iemand het woord wenst te voeren over de ontwerp contributieverordening.
De heer Veerman uit Zevenhuizen vraagt of onder artikel 3 op pagina 92 in plaats van de vermelde
datum 1 september 2011 niet de datum 8 december 2010 moet staan?
Bestuurssecretaris Heinsbroek antwoordt dat artikel 3 toeziet op het intrekken van de contributieverordening
2011/2012 die een ingangsdatum heeft van 1 september 2011, en aangenomen is op de ledenvergadering
van 8 december 2010. De juiste wijze van refereren naar deze contributieverordening is
door de ingangsdatum van 1 september 2011 op te nemen. In artikel 3 op pagina 92 staat het aldus
correct genoemd.
De voorzitter vraagt of er verder nog vragen of opmerkingen zijn over de ontwerp contributieverordening.
Dit blijkt niet het geval te zijn. De voorzitter vraagt vervolgens of er behoefte is aan stemming
over de ontwerp contributieverordening. Hij constateert dat dit niet het geval is en stelt vervolgens met
algemene stemmen de Ontwerp Contributieverordening september 2011 – december 2012 vast.
9c. Vaststelling van de Ontwerp Contributieverordening 2012 (bijlage 8, pagina’s 93 – 94 van de
vergaderstukken)
De voorzitter meldt dat in de ontwerp contributieverordening 2012 een reductie van de contributies
voor de diverse ledengroepen is opgenomen. In het fusiedocument uit 2009 is aangegeven dat een
contributiereductie in drie tot vijf jaar zal worden gerealiseerd. Beide besturen hebben besloten om
reeds in 2012 een eerste stap te zetten in deze toegezegde reductie.
De voorzitter vraagt of er iemand het woord wenst te voeren over de ontwerp contributieverordening.
Dit blijkt niet het geval te zijn. De voorzitter vraagt vervolgens of er behoefte is aan stemming over de
ontwerp contributieverordening. Hij constateert dat dit niet het geval is en stelt vervolgens met algemene
stemmen de Ontwerp Contributieverordening 2012 vast.
9d. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op het inschrijfgeld (bijlage 9, pagina’s
95 – 96 van de vergaderstukken)
De voorzitter vraagt of er iemand het woord wenst te voeren over de ontwerpverordening. Dit blijkt
niet het geval te zijn. De voorzitter vraagt vervolgens of er behoefte is aan stemming over de ontwerpverordening.
Hij constateert dat dit niet het geval is en stelt vervolgens met algemene stemmen de
Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op het inschrijfgeld vast.
9e. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de geldelijke bijdragen praktijkstage
(bijlage 10, pagina’s 97 – 98 van de vergaderstukken)
De voorzitter vraagt of er iemand het woord wenst te voeren over de ontwerpverordening. Dit blijkt
niet het geval te zijn. De voorzitter vraagt vervolgens of er behoefte is aan stemming over de ontwerpverordening.
Hij constateert dat dit niet het geval is en stelt vervolgens met algemene stemmen de
Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de geldelijke bijdragen praktijkstage vast.
9f. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening examengelden Nederlands recht en gedrags-
en beroepsregels (bijlage 11, pagina’s 99 – 100 van de vergaderstukken)
De voorzitter vraagt of er iemand het woord wenst te voeren over de ontwerpverordening. Dit blijkt
niet het geval te zijn. Vervolgens vraagt de voorzitter of er behoefte is aan stemming over de ontwerpverordening.
Hij constateert dat dit niet het geval is en stelt vervolgens met algemene stemmen de
15
Ledenvergadering 9 december 2011

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening examengelden Nederlands recht en gedrags- en
beroepsregels vast.
9g. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening Kwaliteitsonderzoek (bijlage 12, pagina’s
101 – 103 van de vergaderstukken)
De voorzitter meldt dat in deze ontwerpverordening de reikwijdte van het incidentenonderzoek wordt
aangepast. Het incidentenonderzoek is thans beperkt tot de uitvoering van assurance en aan assurance
verwante opdrachten. Teneinde gevolg te kunnen geven aan meldingen van derden betreffende de
beroepsuitoefening door de openbaar accountant, intern accountant en overheidsaccountant die buiten
deze scope vallen, is het noodzakelijk de reikwijdte van het incidentenonderzoek uit te breiden. Dit
past ook in de uitbreiding van de Beleidsregel Tuchtrechtspraak die per 1 oktober 2010 van kracht is
geworden. Deze is terug te vinden op de website van het NIVRA. Eveneens past de uitbreiding van de
reikwijdte van het incidentenonderzoek in deze Ontwerpverordening in het besluit van beide besturen
om een actiever beleid ten aanzien van toetsing en handhaving PE te volgen. Dit laatste is ook onderdeel
van de zojuist aan de leden gepresenteerde beleidsprioriteiten bij agendapunt 7.
De voorzitter meldt tevens dat de voorliggende wijziging de reikwijdte van het incidentenonderzoek
op één lijn brengt met de bevoegdheden van de Raad van Toezicht NOvAA. De thans voorgestelde
wijziging is gelet op de harmonisatie van de regelgeving voor de NBA vooralsnog van tijdelijke aard.
De voorzitter vraagt vervolgens of er iemand het woord wenst te voeren over de ontwerpverordening.
Dit blijkt niet het geval te zijn. Vervolgens vraagt de voorzitter of er behoefte is aan stemming over de
ontwerpverordening. Hij constateert dat dit niet het geval is en stelt vervolgens met algemene stemmen
de Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening Kwaliteitsonderzoek vast.
Agendapunt 10
Rondvraag
De voorzitter informeert of er leden gebruik willen maken van de rondvraag.
De heer Topçu uit Tilburg adviseert om elektronisch stemmen van afstand bij de ledenvergadering
mogelijk te maken.
De voorzitter antwoordt dat het ministerie van Financiën hier helaas geen voorstander van is. Financien
vreest onder andere dat de mogelijkheid tot stemmen op afstand het fysieke opkomstpercentage van
de ledenvergadering negatief zal beïnvloeden.
De heer Ewoldt uit Amstelveen vraagt naar deel 3 van de HRA waarvan een nieuwe versie vóór maart
jl. rondgestuurd zou moeten zijn.
De heer Wammes geeft aan dit op het NBA-bureau na te vragen en de heer Ewoldt spoedig persoonlijk
te informeren.
De heer Ewoldt uit Amstelveen vraagt naar het onderzoek naar de leeftijdsopbouw van accountants,
waarover hij vernam op een afdelingsbijeenkomst.
De voorzitter antwoordt dat deze vraag vorig jaar in de ledenvergadering van de NOvAA is gesteld.
Het NBA-bureau bekijkt dit momenteel voor zowel AA’s als RA’s om zich een beeld te vormen van
instroom en uitstroom en om aan de hand daarvan de relatie met de campagnes inzake arbeidsmarkt en
voorlichting te bezien.
De voorzitter vraagt of er nog andere leden zijn die van de rondvraag gebruik wensen te maken. Na
constatering dat dit niet het geval is gaat hij over tot behandeling van het laatste agendapunt.
Koninklijk NIVRA
16

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
Agendapunt 11
Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering om 16.15 uur onder dankzegging aan de leden voor hun aanwezigheid
en inbreng.
17
Ledenvergadering 9 december 2011

Bijlage 1 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
Koninklijk NIVRA
18

Toelichting op de benoemingen
Bijlage 2 bij de agenda voor de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 9 december 2011

Bijlage 2 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
Toelichting op de benoemingsvoorstellen NIVRA ledenvergadering 9 december 2011
Toelichting op de benoemingsvoorstellen inzake bestuursleden
Met deze voorstellen houdt het Algemeen Bestuur van het NIVRA alvast rekening met de verwachte
samenstelling van het NBA-bestuur voor medio 2012. Momenteel hebben de gezamenlijke besturen
van NIVRA en NOvAA een omvang van 16 personen. In het fusiedocument is afgesproken dat deze
omvang naar 13 personen zal gaan bij inwerkingtreding van de NBA, waarvan 8 RA’s. Daarom is
gekozen om de vacature van J.W. Kooijman RA, die op eigen verzoek het Algemeen Bestuur voortijdig
verlaat, niet te vervullen.
Inzake de vrijkomende vacature van drs. M.C. Korff RA, dit betreft een zetel in het Algemeen Bestuur
die gereserveerd is voor een openbaar accountant werkzaam bij middelgrote kantoren. Het Algemeen
Bestuur stelt daarom voor deze vacature te laten vervullen door de heer J.M.A. van Huut RA, voorzitter
van de bestuursraad Mazars Nederland. De heer Van Huut is bij het Algemeen Bestuur voorgedragen
door de vakgroep Openbare Accountantskantoren.
Inzake de vrijkomende vacature van drs. J.B. Huisman RA, dit betreft een zetel in het Algemeen Bestuur
gereserveerd voor een accountant in business. Het Algemeen Bestuur stelt daarom voor deze
vacature te laten vervullen door mevrouw drs. H. Kapteijn-Fokkens RA, werkzaam als zelfstandig
adviseur. Mevrouw Kapteijn-Fokkens is bij het Algemeen Bestuur voorgedragen door de ledengroep
Accountants in Business.
Opgemerkt wordt dat – indien de leden op 9 december zich positief uitspreken over deze benoemingsvoorstellen
– de omvang van het Algemeen Bestuur van het NIVRA van 9 naar 8 daalt, waarbij de
verhouding tussen accountants werkzaam in de openbare praktijk en accountants niet werkzaam in de
openbare praktijk exact gelijk is, namelijk 4 om 4.
Toelichting op het benoemingsvoorstel inzake voorzitter
Het Algemeen Bestuur stelt voor om de heer drs. R. Dekkers RA voor een derde termijn als voorzitter
te benoemen. Dit is mogelijk omdat zijn bestuurstermijn eindigt in december 2012. Dit wijkt af van
het gebruik om de voorzitter van het NIVRA-bestuur slechts eenmaal her te benoemen zodat de gebruikelijke
voorzitterstermijn 2 jaar bedraagt. Het Algemeen Bestuur acht het echter belangrijk om in
aanloop naar de inwerkingtreding van de NBA medio 2012 de bestuurlijke continuïteit optimaal te
waarborgen. Daarom stelt het Algemeen Bestuur voor om het voorzitterschap van de heer Dekkers te
verlengen tot in de loop van 2012 een nieuw NBA-bestuur zal worden benoemd.
Toelichting op de benoemingsvoorstellen inzake accountant en plaatsvervanger
Het Algemeen Bestuur stelt voor om de heren drs. K.J. Schouten RA en J.P.T. van Schie RA te benoemen
als accountant en plaatsvervangend accountant. Beiden zijn vennoot bij accountantskantoor
Crop. Aangezien de financiële huishouding van het NIVRA en de NOvAA voor een groot gedeelte
reeds samenvalt wordt opgemerkt dat de accountantscontrole van het NIVRA en de NOvAA in 2012
door hetzelfde accountantskantoor zal worden uitgevoerd. Voor de dagelijkse uitvoering en werkzaamheden
van de controle bij beide beroepsorganisaties zal de heer W. de Bruin RA AA verantwoordelijk
zijn. Tevens zal de heer E. Roos AA onderdeel uitmaken van het controleteam. Ook zij zijn
werkzaam bij accountantskantoor Crop. Aan de ledenvergadering van de NOvAA zal in juni 2012
worden voorgesteld om W. de Bruin RA AA te benoemen als accountant en E. Roos AA als plaatsvervangend
accountant.
Voor alle benoemingsvoorstellen geldt dat zij in goed overleg met het NOvAA-bestuur zijn genomen.
Koninklijk NIVRA
2

CV’s Bestuurskandidaten
Bijlage 3 bij de agenda voor de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 9 december 2011

Bijlage 3 bij de agenda Ledenvergadering op 9 december 2011
J.M.A (Jos) van Huut RA
De heer Van Huut is registeraccountants sinds 1977. Na werkzaam te zijn geweest
bij Paardekooper en Hoffman vanaf 1968, is de heer Van Huut sinds
1980 partner bij Mazars Paardekooper Hoffman. Vanaf 1992 is hij de voorzitter
van de bestuursraad Mazars Nederland. Ook vervult de heer Van Huut internationale
bestuursfuncties voor Mazars. Tussen 2000 – 2009 was hij lid van
de Group Executive Board van Mazars Groep, vanaf 2009 vervult hij de functie
van Senior Advisor voor dit gremium. Tevens is hij voorzitter van Praxity,
een wereldwijd verband van onafhankelijke accountantsorganisaties.
Voor de beroepsorganisatie is de heer Van Huut al enkele jaren actief als voorzitter van de vakgroep
Openbare Accountantskantoren (OPAK), en in Europees verband is hij sinds 2010 als Vice President
en penningmeester lid van de Executive Board van de Europese federatie van accountants FEE.
Mevrouw drs. H. (Hendrikje) Kapteijn RA
Mevrouw Kapteijn heeft Bedrijfseconomie gestudeerd aan de Rijksuniversiteit
Groningen en Accountancy aan de Vrije Universiteit. Zij is sinds 1994
ingeschreven in het register. Na werkzaam geweest te zijn bij De Nederlandsche
Bank (1984 – 1996) en de Europese Centrale Bank (1996 – 1998) is
mevrouw Kapteijn tot 2007 werkzaam geweest als Head of Finance and
Riskmanagement bij ABP Investments. Sinds 2007 heeft zij een zelfstandige
adviespraktijk gericht op risicomanagement en investment control. Daarnaast
is mevrouw Kapteijn werkzaam als commissaris en toezichthouder in
de financiële sector.
Voor de beroepsorganisatie is zij actief geweest als lid van het bestuur van de vakgroep FINAD (Accountants
in Business), waarvan enkele jaren als voorzitter. Momenteel is zij namens de Nederlandse
beroepsorganisatie lid van het PAIB Committee (Professional Accountants In Business) van het IFAC
(International Federation of Accountants).
Koninklijk NIVRA
2