Handleiding - Saint-Roch

JUNIOR FV 

SaintRoch gamma 

JUNIOR FV IN 

GIETIJZEREN GESLOTEN 

STOOKOLIE KETEL 

INHOUDSTAFEL 

1. ALGEMEENHEDEN............................................................................................ 4 

2. TECHNISCHE KENMERKEN EN AFMETINGEN ....................................... 5 

2.1. Karakteristiekenvandeketels ............................................................................................................. 5 

2.2. KarakteristiekenvandeSWWboiler ................................................................................................... 6 

2.3. Voorregelingfabriekvandebranders .................................................................................................. 6 

3. BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL .................................... 7 

4. MONTAGE INSTRUCTIES VAN DE VENTOUSE ............................................................. 8 

4.1. Algemeenheden .................................................................................................................................. 8 

4.2. Stookolieventousetoebehoren ........................................................................................................... 9 

4.3. Installatieregelsvandeventouseterminals ........................................................................................ 13 

4.4. Voorbeeld van horizontale inplantingsconfiguratie (type C 13 

) ................................................................. 14 

4.5. Voorbeeld van verticale inplantingsconfiguratie (type C 33 

)..................................................................... 15 

5. GELUIDSNIVEAU IN EEN TECHNISCH LOKAAL .................................... 16 

5.1. Geluidsniveauineentechnischlokaal.................................................................................................. 16 

5.2. Geluidsniveau ..................................................................................................................................... 16 

5.3. Akoestischedrukenakoestischvermogen .......................................................................................... 16 

5.4. Akoestischemetingen ........................................................................................................................ 17 

5.5. Akoestischemetingenbijketelsincascade ......................................................................................... 17 

6. ELEKTRISCHE SCHEMA'S ............................................................................... 18 

6.1. KetelsFV"enkelvervarming".............................................................................................................. 18 

6.2. KetelsFV"verwarming+SWW" ......................................................................................................... 19 

6.3. AansluitingvaneenweersafhankelijkeregelingSaintRoch .................................................................. 20 

7. MONTEREN VAN DE BOILER EN ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 

AAN DE KETEL ................................................................................................... 22 

7.1. Installatieprocedurevandeboileropdeketel...................................................................................... 22 

7.2. Detailsvandehydraulischeaansluitingvandeboiler .......................................................................... 24 

7.3. HydraulischeschemaJuniorFVIN''vervarming+S.W.W."ketels ........................................................ 25 

7.4. Karakteristiekenvandeverwarmingspomp .......................................................................................... 26 

8. IN DIENST STELLING........................................................................................ 27 

9. PROCEDURE VOOR HET OPSTARTEN ........................................................ 27 

10. ONDERHOUD ....................................................................................................... 28 

11. PERSPECTIEF TEKENING MET WISSELSTUKKEN ................................. 29 

Junior FV 1210-00 

MONTAGE EN ONDERHOUD AANWIJZINGEN 

1 / 33


"Uw ketel is Optimaz goedgekeurd voor zover hij uitgerust is met 

brander die voorkomt in de beschikbare lijsten op de site 

www.informazout.been voorzoverdezegeïnstalleerdenafgesteld 

werd door een erkend "Cedicol" installateur. 

Deafstellingenmoetenconformzijnaande "Optimaz"vereisten. 

AlleeninditgevalmagdeOptimaz-zelfkleveropuwketelgeplaatst 

worden, en dit onder de verantwoordelijkheid van uw installateur. 

Wij wensen U veel voldoening met uw nieuwe Optimaz 

verwarmingsketel". 

Algemene regels 

De afvoerkanalen van de verbrandingsgassen dienen 

berekend en uitgevoerd te worden volgens de invoegzijnde 

normen, de locale verplichtingen en de 

voorschriften van de fabrikant. 

De hydraulische installaties, stookolie of gas zullen 

volgens de installatie en veiligheid invoeg-zijnde 

normen in het land van gebruik opgesteld zijn. 

2 / 33


Koninkrijk België 

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, 

Directoraat-generaal Leefmilieu 

Verklaring van overeenstemmingen overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 17 juli 

2009 

Fabrikant: 

Naam van de fabrikant Saint Roch Couvin 

Adres van de fabrikant Rue de la gare 36 

5660 Couvin 

Naam van zijn mandataris in de BELGIUM 

Europese Unie 

Saint Roch Couvin 

Product(en): 

Emissieniveaus: 

Soort brandstof Fuel / Mazout 

Soort product Oliegestookte ketel uitgerust met 

verstuivingsbrander V = 70 kW 

Vermogen 25 - 32 KW 

Model Saint Roch Couvin 

Type 0461BQ0816 

EC-nummer JUNIOR FV 

NOX 119 NBN EN 303-2 EN 15034 

mg/KWh 

CO 54 mg/KWh NBN EN 303-2 EN 15034 

Bijkomende gegevens: 

Naam van de erkende instantie 

Coördinaten van de persoon die ertoe 

gemachtigd is om de verklaring te 

ondertekenen 

Plaats en datum van de verklaring 

NB nr 0461 - TECHNIGAZ A.S.B.L. 

Didier Bomal 

10-12-2008 Couvin 

DidierBomal 

3 / 33

1 - ALGEMEENHEDEN 

Gesloten hoge rendementsketel voor centrale 

verwarming met warm water en sanitair warm 

water productie. 

Kan gebruikt worden voor de voeding van 

radiatoren, convectoren met water of 

vloervermarming lage temperatuur. 

Bestemd voor nieuwbouw of bestaande 

woningen. 

Het gebruik van een geïsoleerde 

verwarmingsketel kan zich van een 

schoorsteen vrijstellenen maakt het mogelijk 

om direct naar de buitenkant van het gebouw 

per concentrische buis verenigd te worden . 

Omschrijvingen : 

JUNIOR FV/JUNIORFVIN 

Type 

Vermogen 

kW 

FV4 25,00 

FV5 32,00 

FVIN4 25,00 

FVIN5 32,00 

- 2 modellen FV in versie enkel verwarming 

- 4 modellen FV IN in verwarming + SWW 

- Gietijzeren verwarmingslichaam met 

haarddeur uit samengevoegde elementen. 

- Mantel uit wit en blauw gelakte stalen 

platen, grijs bedieningspaneel 

- Versterkte thermische isolatie 100 mm 

dikte 

- Voorbekabeld bedieningspaneel 

- Aan/Uit schakelaar 

- Regelaquastaat van de temperatuur van 

het verwarmingswater 

- Thermometer verwarming 

- Veiligheidsaquastaat met manuele 

herbewapening 

- Veiligheidsaquastaato rookgassen met 

manuele herbewapening 

- Uitsparing voor plaatsing van analoge of 

digitale regelaar 

- Gesloten stookolie brander ST 120 L35 

gemonteerd op de ketels FV / FV IN 4 

- Gesloten stookolie brander ST 133 L35 

gemonteerd op de ketels FV / FV IN 5 

Optie : 

- Digitaleregeling E9.0300,E9.0631,GTCO 


Garantie 

(enkel stukken) 

- 10 jaar voor het verwarmingslichaam 

- 3 jaar voor de boiler 

- 1 jaar voor de controle- en besturingsorganen 

Wordt niet door de garantie dekt: 

- Kalkaanslag en de gevolgen ervan 

- De defecten te wijten aan vorst 

- Corrosie door chlorideconcentraties in het 

sanitair water van meer dan 60 mg/l 

- Schade aan buiten- of binnenafwerking 

- Schade berokkend door overdruk in het 

verwarmingscircuit (max. 4 bar) of in het 

sanitair circuit (max. 10 bar) 

- Ongelukken te wijten aan een slechte 

werking van de besturings- of 

veiligheidsorganen 

- Fouten in de elektrische installatie : 

aansluiting, spanning… 

- Abnormale beschadigingen 

- Gebreken te wijten aan een slecht onderhoud 

van het toestel 

- De vergoedingen voor werkuren, voor het 

stilleggen, voor transportkosten… 

- Maximaal lengte overschrijding toegelaten 

van rookgas kanaal 

- Installatie in open expansievat. 

Verpakking 

Ketel FV 

Boiler 

voor versie 

FVIN 

1 colli 

op houten pallet 

1 colli 

op houten pallet 

(boiler zonder deksel) 

Het deksel van de 

ketel nemen en op de 

boiler bevestigen 

alvorens deze te 

plaatsen 

Voor het hanteren van de ketel, 2 hanteringsstaven gebruiken, ze in de daartoe voorziene 

gatenindevoorsteenachterstepotenvanhetgietrijzeren blokschuiven(ziepagina23/33). 

Voor het hanteren van SWW boiler (versies FV IN), raadpleeg eveneens pagina 23/33. 

4 / 33

2. TECHNISCHE KENMERKEN EN AFMETINGEN 

2.1. KARAKTERISTIEKEN VAN DE KETELS 

FV 4 FV 5 

Nominaal vermogen (Pn) in kW 25,00 32,00 

Warmte debiet, in kW 26,90 35,00 

Nuttig rendement aan 100% last, in % 91,40 92,30 

Nuttig rendement aan 30% last, in % 91,60 92,70 

Nominaal debiet water aan Pn, m³/h 1,055 1,385 

Verliezen bij stilstand aan Δt = 30 K, in W 126 126 

Totaal verliezen, in W 151 151 

Elektrisch vermogen (buiten pomp) aan Nv ketel, in W 250 250 

Voorgeregeld vermogen, in kW 25,00 32,00 

Waterinhoud, in l 13,50 16,40 

Water drukverlies Δt = 15 K, in mbar 5 7 

Volume rookgassencircuit ketels, in dm³ 21,87 28,86 

Massa debiet van de rookgassen, in kg/u 40 54 

Totaal aantal elementen 4 5 

Diameter vertrek / retour ketel, mannelijk 1" 1" 

Diameter lediging ketel, vrouwelijk 1/2" 1/2" 

Diameter aansluiting rookgassen / lucht, in mm 80 / 125 80 / 125 

Gewicht (leeg), in kg 228 244 

KETELS 

FV 


AANVOER 1 "M 

TERUGVOER 

1" M 

912 - 947 

312 

As brander - vloer 

ROOKGASSEN 225 

Ø 80 / 125 mm 

Plaats voor 

handteringsstaven 

558 

688 

590 

815 

V O O R K A N T LINKER PROFIEL A C H T E R K A N T 

KETELS FV IN 

BOVENLIGGENDE BOILER VOOR FV IN 

590 

255 

1070 

Sanitairwarmwater 

3/4"Gmannelijk 

Sanitair koudwater 

3/4"Gmannelijk 

Regelbarepoten 

1734 - 1769 

handteringsstaven 

flexibel(nietgeleverd) 

voor de afvoering van 

decondens 

V O O R K A N T 

A C H T E R K A N T 

5 / 33


2.2. KARAKTERISTIEKEN VAN DE SWW BOILER 

Constructie materiaal van de boiler geëmailleerd inox 

Water inhoud boiler, in liter 100 100 

Max. druk SWW circuit, in bar 7 7 

Equivalent vermogen van de wisselaar in kW 28,60 27,10 

Piek debiet, in liter / 10 minuten 171 175 

Continu debiet, in liter / uur 618 666 

Diameter aansluiting sanitair koud water / warm water 3/4" 3/4" 

Bruto gewicht (verpakt), in kg 98 98 

Boiler beschermd door een magnesium anode ja nee 

Test condities ketel ingesteld : 90°C - boiler ingesteld: 60 °C - temp eratuur SWW in continu: 4 5°C - temperatuur koud water: 10 °C 

Het tap debiet aan de ingang van de boiler beperken tot 11 l/min voor de FV IN 4, tot 12 l/min voor de 

FV IN 5 (door op de regelkraan te werken van de veiligheidsgroep met de boiler geleverd) 

Wanneer de druk van het net hoger of gelijk is aan 5 bar, is het ten zeerste aangeraden er een drukverlager 

te plaatsen die ingesteld wordt aan een waarde lager of gelijk aan 4,5 bar 

2.3. VOORREGELING FABRIEK VAN DE KETELS 

Type 

ketel 

Nuttig 

vermogen 

ketel 

kW 

Vermogen 

brander 

kW 

Sproeier 

(Danfoss) 

GPH-hoek 

Druk 

pomp 

bar 

Primaire 

luchtklep 

regeling 

Secundaire 

luchtklep 

regeling 

CO2 

gehalte 

% 

Berokingscijfer 

FV- FVIN 4 25,00 26,90 0,60 / 80°S 11,1 18,75 8,5 12,7 < 0,5 

FV- FVIN 5 32,00 35,00 0,85 / 80°S 9 4,25 15,5 12,5 < 0,5 

Het isnodig omhet regelenteverfijneninfunctievanderesultaten vandeverbrandingstests,bewijsvaneenduurzameoptimale 

werking. 

REGELENVANDESTOOKOLIEBRANDER 

Deregelingenencontrolen absoluutgedaanzijnwanneerhet waterwarmistussen70en 80°C alsdeketelvoordeeerstekeeraangezetword 

dooreengekwalificeerdinstallateurdiedegeschikteapparatenbezetomeenfijneenprecieseregelingvandecombustietedoen.Dezecontrolen 

zullengemakkelijktedoenzijndoorhetverwijdenvandetapstopvandebi-fluxadapterdiezichopdeachterkantvandeketelbevind. 

Dezeregelingenzullenverschillendzijnvolgensdeconcentrisch lengte,vandeventouseconfiguratie (horizontaal ofverticaal),vandelucht 

temperatuurverbrandingdiedoordesoepeleflexibelaandebranderkompt,vandestookolietemperatuur,vandesproiertype,vandevuurhaard 

vervuiling,etc... 

Dezeparametersmoetenalshetnoodzakelijkisgecontroleerdworden: 

-CO 2 

gehalte:tussen11en13%(ketelaan70°Cimperatief) 

-COgehalte:maximum50ppm 

-gastemperatuur:tussen180°Cen200°C 

-stookoliedruk:volgensgewenstevermogen. 

-opacimetrischeindex:

3. BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL 


2 

2 

3 4 5 6 7 8 

1 

1. Regelaquastaat van de ketel 

laat de regeling van de temperatuur toe tussen 30°C en 90°C (voor verwarmingscircuit). 

2. Thermometer 

Weergave ter info van de temperatuur van de ketel of van de SWW-boiler. 

3. Rookgassen veiligheidsaquastaat met manuele herbewapening 

Om deze te herstarten, de dop afvijzen en de startknop herbewapenen. De schoonheid van de ketel opnieuw laten controleren evenals 

de regeling van de brander. 

4. Aan / uit schakelaar 

Laat toe de ketel volledig stil te leggen of uit te zetten (let er op vóór elke interventie op de ketel, de hoofdschakelaar af te sluiten). 

Men bedient zich van deze schakelaar voor het opgestarten van de ketel. 

5. zomer / winter schakelaar (met SWW-productie) 

6. Rood getuigenlampje voor veiligheidsaquastaat (hydraulische oververhitting) met manuele herbewapening 

7. Veiligheidsaquastaat (hydraulische oververhitting) met manuele herbewapening 

Om deze te herstarten, de dop afvijzen en de startknop herbewapenen. De oorzaak van de oververhitting zoeken (gebrek van 

circulatie, defecte aquastaat…) 

8. Dekblad 

Voor het plaatsen van een analoge of digitale regeling (in optie geleverd). 

ELEKTRISCHE 

AANSLUITINGEN 

De elektrische voeding van de ketel is voorzien op de klemmen 1 en 2 in monofase 230 V – 50 Hz. 

- zich houden aan de norm NFC15-100 

- Er moet absoluut een meerpolige schakelaar met openingsweerstand > 3 mm. gemonteerd worden stroomopwaarts van de elektrische 

aansluiting van de ketel (norm NF 73.600.7.12) 

- De ketel aan de voorziene aarding aansluiten. De geleider die de verbinding naar de aarding verzekert, moet een doorsnede hebben die ten 

minste gelijk is aan de doorsnede van één van de voedingsfases (NFC 73-600) 

7 / 33

4. MONTAGE INSTRUCTIES VAN DE VENTOUSE 


De ketels Junior FV - FV IN mogen in eender welk lokaal, zoals kelder, keuken of stookplaats, geïnstalleerd worden zonder een ventilatie te moeten 

voorzien in dat lokaal. 

4.1.ALGEMEENHEDEN 

De apparaten van het type C mogen enkel in werking gesteld worden met de Saint Roch voorzieningen (in ‘t bijzonder de concentrische leidingen, 

aansluitstukken, terminals). De apparaten van het type C mogen in eender welk lokaal worden geïnstalleerd, wat ook zijn volume moge zijn, zelfs 

zonder venster of openslaande vleugel. Ze moeten zodanig geplaatst worden dat hun positie met betrekking tot de speciale afvoervoorziening niet 

kan gewijzigd worden zelfs niet na interventie voor onderhoud. Het toestel, aansluitleiding inbegrepen, moet steeds toegankelijk blijven voor 

onderhoud en reparatie. De coaxiale mannelijke / vrouwelijke aansluitingstoebehoren schuiven eenvoudigweg in mekaar en de dichtheid wordt 

verzekerd door een dichting met spleet op de binnen leiding in Ø 80 mm, evenals op de buiten leiding in Ø 125 mm. De aansluitleiding moet altijd 

demonteerbaar blijven, onderhouden in goede stand, bezocht minstens eens per jaar en schoongemaakt als het nodig is. 

Aansluiting horizontale ventouse 

Ø 80 / 125 mm coaxiaal type C 13 

Aansluiting verticale ventouse 

Ø 80 / 125 mm coaxiaal type C 33 

1) Het aanspassingsstuk is voorzien van een mondstuk voor de afvoer van de condensaten en van een mondstuk voor de temperatuur 

meting van de verbrande gassen (met de ketel meegeleverd) 

2) De aansluitingslengte L stemt overeen met de som van de lengtes van de lucht / rookgasleidingen en met de equivalente lengtes van 

de andere concentrische elementen, zonder terminal (zie punten 4.4. en 4.5.) 

3) Indien de horizontale ventouse uitkomt op minder dan 1,80 m van de grond op een privé of publieke verkeerswegen, is de 

onafneembarebeschermmand onontbeerlijk. 

8 / 33

nemen van maatregel van 

temperatuur van 

gebrande gassen 

eventuele 

afvoering van 

de condensatie 

rookgassen 

veiligheidsaquastaat 

met manuele 

herbewapening 


- De muurdoorvoer moet gebeuren in een (niet-geleverde) koker in geval van 

direct contact. De contacten pleister/staal, pleister/aluminium, cement/ aluminium, 

polystyreen/afvoerleiding worden door deze maatregel getroffen. Er 

moet tussen de uiteinden van de ringen, tussen koker (of wand) en de 

aansluitingsleiding(en) van het toestel een, voor de leidingen en koker (of 

wand), neutraal opvulmiddel gebruikt worden 

- De aansluitingsleidingen mogen niet ingebouwd, noch toegevoegd, noch 

vastgespijkerd zijn aan het metselwerk en moeten aan deze laatste bevestigd 

wordendoormiddelvanbeugels.Dezeleidingenmogennochgeblokkeerd,noch 

vastgemetseld zijn in de vloerdoorgang. De eventuele bevestigingsbeugels 

(minstens om de meter op de verlengstukken), moeten zich in de nabijheid van 

de koppelingen bevinden en eronder. De dichtingen of eventuele 

koppelingen mogen niet in de vloerdoorvoer geplaatst worden. 

- De concentrische aansluitingsleidingen die door een andere plaats 

lopen dan deze van het installatielokaal, moeten door een bekleding 

beschermd worden tegen mechanische schokken. De installateur moet 

de brand reglementering naleven (Besluit van 31 januari 1986) 

- Het is strikt verboden de verlengstukken en bochten in te korten of te 

wijzigen. Daar waar de stukken niet in maat overeenstemmen, zal men 

dus moeten een regelbaar verlengstuk gebruiken. Het is mogelijk langs 

deze weg de staat van een leiding te inspecteren. 

4.2. STOOKOLIE VENTOUSE TOEBEHOREN 

Ten einde de configuratie te controleren volstaat het de verschillende waarden van de kolom "drukverlies" op de tellen. Het totaal 

mag de maximum waarde niet overschrijden. 

MAXIMALE TOEGELATEN LENGTE VOOR GEDWONGEN AFVOER "VERSELUCHT & ROOKGAS 

AANSLUITINGEN 

7 m 

7 m 

9 / 33


Aanblik Afmetingen Benaming 

UITGANGEN 

Artikel code 

SRC 

Drukverlies 

(meter 

equivalent) 

VERTIKALE UITGANG 1-30-390-52500 1,50 

Maat H : 1051 mm 

Maat H1 : 270 mm 




Maat H MINI : 700 mm 

Maat H MAXI : 1000 mm 

HORIZ. UITGANG 

REGELBAAR 

(2 ROSASEN INBEGREPEN) 

1-30-390-52501 0,35 tot 0,65 




HORIZONTALE UITGANG 

(2 ROSASEN INBEGREPEN) 

1-30-390-52504 1,00 




Diameter D : 125 mm 

LODEN SLAB 25-50° 

ZWART 

1-30-385-50001 0,00 



Diameter D1 : 330 mm 

SLAB PLAT DAK ZWART 1-30-385-50002 0,00 

10 / 33


VERLENGSTUKKEN en BOCHTEN EI 


Artikel code 

SRC 

Drukverlies 

(meter equivalent) 

RECHT ELEMENT L 250 1-30-260-50003 0,25 






REGELBAAR ELEMENT 1-30-260-50020 0,70 


Maat H MAXI : 640 mm 

BOCHT 45° 1-30-240-52600 0,50 


Afwijking D : 80 mm 

Afwijking D1 : 125 mm 

BOCHT 90° 1-30-240-52601 1,00 


Afwijking D : 191 mm 

11 / 33



TOEBEHOREN 

Artikel code 

SRC 

Drukverlies 

(meter equivalent) 

GELUIDSDEMPER 1-30-382-50000 2,40 


GELUIDSDEMPER 

VULLING 

1-30-382-50001 - 

BESCHERMINGSMAND 1-30-360-60500 0,00 


Breedte L1 : 232 mm 


Snede H per L : 232x365 mm 


UNIVERSELE STEUN 

80/125 

1-30-240-52501 0,00 

LIPDICHTING 80 EI 

VITON 

1-30-081-01080 0,00 

LIPDICHTING 125 EI 

SILICON 

1-30-081-01125 0,00 








Diameter D1 : 200 mm 

UNIVERSELE STEUN 

80/125 

ROSACE 

INTERNE/EXT 

GAMME EPM 

1-30-386-50000 0,00 

1-30-370-05102 0,00 


AANPASSINGSTUK 

VOOR LUCHT & 

ROOKGAS AFNAME 

2 OPNAME 

1-30-370-50040 0,00 

12 / 33

4.3. INSTALLATIE REGELS VAN DE VENTOUSE TERMINALS 


- uitweg op verticaal wand : horizontaal terminal verplicht. 

- uitweg op horizontaal wand of schuin : verticaal terminal verplicht. 

13 / 33


4.4. VOORBEELD VAN HORIZONTALE INPLANTINGSCONFIGURATIE (TYPE C 13 

) 

De afvoer terminal van de verbrandingsproducten moet zich op minimum 1 meter afstand bevinden van een openslaande vleugel of een luchttoevoer 

ventilatie opening. Deze afstand wordt gemeten van de as van de afvoeropening tot het kortstbij gelegen punt van de deur- of vensteropening of 

de luchttoevoer ventilatie opening. 

A + B < 3,4 m 

A 

B 

Lmax : maximum toegelaten nuttige lengte van de afvoer 

verbrandingsproducten. 

Deze lengte komt overeen met de maximum lengte die mag 

geïnstalleerd worden voor een ketel Junior FV - FV IN. 

Deze lengte is 6 meter + horizontale terminal. 

De equivalente drukverliezen worden weergegeven in de tabel in 

chapiter 4.2. toebehoren ventouse stookolie. 

Saint Roch vestigt uw aandacht op het feit dat het gebruik van een 

geluidsdemper een drukverlies van 2,4 meter met zich meebrengt en 

geïnstalleerd wordt in de plaats van een verlengstuk van 

500 mm. 

2 % 

0,5 m 

Er moet in elk geval een minimum hoogte van 0,5 m gerespecteerd 

worden tussen de vloer en de uitgang van de terminal. Op een openbare 

weg, raden wij echter aan de horizontale ventouse niet te plaatsen 

beneden een hoogte van 1,80 m . De afvoeren en de luchttoevoeren 

van de toestellen met gesloten circuit, die op minder dan 

1,80 m boven de grond uitkomen, moeten beschermd worden 

tegen interventies van buiten die hun normale werking zouden 

kunnen schaden. 

Dehorizontaleterminal magniet geïnstalleerd worden uitgevendop een 

brede sloot. 

VERBODEN 

0,6 m 

Bij een uitgang van 2 ventouses op éénzelfde horizontaal vlak, zal de 

installateur er voor zorgen dat er een minimum afstand van 60 cm tussen 

de 2 ketels is. 

Bovendien moeten er voorzorgen genomen worden bij de installatie; dit 

gezien het volume dat in beslaggenomen wordtdoor het neerstrijken van 

de rookgassen, met bijgevolg het risico van hercirculatie in de ketels wat 

een slechte brandstof met zich meebrengt. 

De horizontale terminal zal dus niet uitkomen op minder dan 30 cm van 

een muur. 

HET GEBRUIK VAN MEER DAN 2 BOCHTEN 90° IS STRENG VERBODEN. ALLE 

OVERSCHRIJDING VAN DEZE CLAUSULE HEEFT DE NIET-VERANTWOORDELIJKHEID 

VAN DE FABRIKANT TOT GEVOLG IN GEVAL VAN GESCHIL. 

14 / 33


4.5. VOORBEELD VAN HORIZONTALE INPLANTINGSCONFIGURATIE (TYPE C 33 

) 

C < 4,7 m 

C 

Lmax : maximum toegelaten nuttige lengte van de afvoer 

verbrandingsproducten. 

Deze lengte komt overeen met de maximum lengte die mag 

geïnstalleerd worden voor een ketel Junior FV - FV IN. 

Deze lengte is 6 meter + verticale terminal. 

De equivalente drukverliezen worden weergegeven in de tabel in 

chapiter 4.2. toebehoren ventouse stookolie. 

Saint Roch vestigt uw aandacht op het feit dat het gebruik van een 

geluidsdemper een laadverlies van 2,4 meter met zich meebrengt en 

geïnstallleerd wordt in de plaats van een verlengstuk van 500 mm. 

0,3 m 

0,6 m 

Buiten de minimum afstanden t.o.v. openslaande vleugels en ventilatie 

toegangen (ziechapiter4.3.),moetdeinstallatievan determinalvolgende 

regels in acht nemen : 

· de verticale luchttoevoer terminal moet zich op een minimum 

afstand van 40 cm bevinden tussen de vlak van het dak en de zone 

van luchttoevoer om in geval van sneeuwophoping een correcte 

werking toe te laten. 

· Saint Roch raadt aan twee aan mekaar grenzende terminals in te 

stellen op éénzelfde horizontaal vlak. 

· Ingeval detwee terminalsnietop éénzelfdehorizontaalvlakkunnen 

ingesteld worden, moet de as van de laagste terminal zich minstens 

op 60 cm bevinden van het kortst bij zijnde punt van luchttoevoer 

van de hoogste terminal . 

HET GEBRUIK VAN MEER DAN 2 BOCHTEN 90° IS STRENG VERBODEN. ALLE 

OVERSCHRIJDING VAN DEZE CLAUSULE HEEFT DE NIET-VERANTWOORDELIJKHEID 

VAN DE FABRIKANT TOT GEVOLG IN GEVAL VAN GESCHIL. 

15 / 33

5. GELUIDSNIVEAU IN EEN TECHNISCH LOKAAL 

5.1. GELUIDSNIVEAU IN EEN TECHNISCH LOKAAL 


Hetgeluidsniveau van een technisch lokaal isover ‘talgemeen niethomogeen maarde geluidsomgevingzal hoofdzakelijkafhangen van 3 parameters:£ 

- het akoestisch vermogen van de geluidsbronnen die zich in het lokaal bevinden 

- de densiteit van deze bronnen 

- de weerkaatsingscondities van het lokaal. 

5.2. GELUIDSNIVEAU 

Het geluid ofde akoestischedruk wordt gemeten meteen apparaatgenaamd sonometer.De wijzer geeft het akoestisch niveau aan, het wordt uitgedrukt 

in decibel (dB). Een geluid kan een min of meer scherpe of lage weergave hebben. Om dit fenomeen in cijfers te vertalen beschikt men over waarden 

van verschillende niveaus in functie van de frequenties. Het hoorbaar spectrum strekt zich uit tussen 20 en 20000 hertz. Het A decibel genaamd 

dB(A), onder andere gebruikt in de reglementering, is de eenheid die het feit bevestigt dat het oor gevoeliger is aan hoge frequenties dan aan lage 

frequenties. 

Geluidsniveau in dB (A) Oorsprong van geluid 

Gehoorgevoel 

0 Gehoorsdrempel Kalm 

10 Geritsel van een blad 

20 Studio radio-omroep 

30 Slaapkamer 

40 Bibliotheek 

50 Bureau Gewoon geluid 

60 Normale conversatie 

70 Luidruchtig restaurant 

80 Belangriik verkeerslawaai Zeer lawaaierig 

90 Confectieatelier 

100 Walserij atelier Moeilijk verdraagbaar 

110 Drukpers 

120 Pneumatische beitel 

130 Klinkhamer Onverdraaglijk 

140 Turbo-reactor 

5.3. AKOESTISCHE DRUK AKOESTISCH VERMOGEN 

Deze twee grootten worden in dezelfde eenheid uitgedrukt, de dB ou dB(A) of per fequentie banden. Het geluidsniveau stelt het geluid voor op 

een gegeven ogenblik, het hangt af van de afstand van de bron tot het ontvangpunt en van de condities van de plaatselijke geluidsdaling. 

Het akoestisch vermogen is een grootte verbonden aan een geluidsbron, het laat toe het akoestisch gedrag van de bron te kwantiseren, los van zijn 

omgeving.Omtweegeluidsbronnen tevergelijken, ishetbestemiddelhunrespectievelijkakoestisch vermogen tevergelijken.Hetakoestisch vermogen 

wordt berekend vanaf drukmetingen in de genormaliseerde condities. 

En fabrikant in uitrusting zal waar meedelen van akoestisch vermogen of waarden van akoestische druk op een gegeven afstand in gegeven 

weerkaatsingscondities (over ‘t algemeen vrij, hetgeen betekent zonder weerkaatsing) 

16 / 33

5.4. AKOESTISCHE METINGEN 


Het akoestisch vermogen van de ketel Junior FV - FV IN van het merk SAINT ROCH werd getest volgens de norm XPD35-010, « Akoestische 

test code van de ketels uitgerust met een stookoliebrander met een nuttig vermogen lager dan of gelijk 

aan 70 kW» 

De aangenomen methode voor het meten van het akoestisch vermogen is de laboratorium methode in weerkaatsende kamer volgens de norm NF EN 

23741, «Bepaling van de niveaus van het akoestisch vermogen voortgebracht door de geluidsbronnen – Laboratorium methodes in weerkaatsende 

zalen voor de bronnen met brede band». 

Om het akoestisch vermogen te bepalen aan de uitgang van de ventouse van de ketel Junior FV - FV IN, is de aangenomen methode deze door 

intensiteitsmeting volgens de norm NF EN ISO 9614-1 van Juni 1995, «Bepaling door intensiteitsmeting van de niveaus van akoestisch vermogen 

voortgebracht door de geluidsbronnen – deel 1 : meting per punten». 

Stukken Junior FV 4 Junior FV 5 

Akoestisch druk aan 1 m dB(A) 45,8 43,8 

Akoestische vermogen aan de uitgang dB(A) 66,6 66,6 

Onze gesloten stookolie ketels Junior FV 4 en FV 5 hebben dus een 

geluidsniveau (op 1 m van de ketel) dat overeenkomt met dat van een 

bibliotheek. 

5.5. AKOESTISCHE METINGEN BIJ KETELS CASCADE 

Het toevoegen van een ketel FV - FV IN zal een verhoging teweegbrengen van 3 dB(A) van het akoestisch vermogen. 

2 ketels Junior FV4 zullen alzo samen 48,8 dB(A) voortbrengen en niet 120 dB(A) 

17 / 33

6. ELEKTRISCHE SCHEMA'S 

6.1. KETELS FV "enkel verwarming" 


6.1.1. Principe schema ''enkel verwarming" 

Fase 

Hoofdschakelaar 

Kamer 

thermostaat 

Onder spanning 

verklikker 

Thermostaat 

ketel 

verwarmingskring 

Ketel veiligheidsaquastaat 

P 

1 2 

P 

1 2 

Rookgassen 


P 

1 2 

Veiligheid 

oververhitting 

verklikker 

Neutraal 

Circulatiepomp 

verwarming 

Brander 

6.1.2. Bekabelingsschema van het bedieningspaneel 

Netaansluiting 

230 V- 50Hz -Aarde 

Standaardstekker 

brander 

B4 

S3 

T2 

T1 

N 

L1 

Aansluiting van de circulatiepomp 

verwarming fabriek bekabeld 

(*) 

230 V - 50 Hz L N C° L N L N 

1 L N 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 


met 

spanningverklikker 

1 2 

P 

Rookgassen 


SP-061PM 

250°C 

rood 

lampje 

1 2 

P 

Oververhittingsaquastaat 

SP-051HE 

110°C 

(*) Als u een kamerthermostaat plaatst, de 

overbrugging wegnemenen dezetussen klemmen 

6 en 7 aansluiten 

P 1 2 

1 2 3 4 5 6 7 8 9 

Ketelregelingsaquastaat 

NT174HE/2 

30-90°C 

De 4 bruggen verwijderen 

wanneer een analoog of 

digitaal E8.0634 en ook een 

voorrangs S.W.W. module 

Ventec of een Lago Eco 

18 / 33

6.2. KETELS FV IN "verwarming + SWW" 

6.2.1. Principe schema "verwarming + SWW." 

Fase 


Boiler 

P 

thermostaat 

12 R2/1 

(40°-93°C) 

2 1 

4 8 

Kamer 

thermostaat 


spanningsverklikker 

R1 

P 

1 

SWW boiler 

temperatuur 

begrenzer 

2 (85°C) 

R1/1 

Veiligheidsaquastaat 

Rookgassen 


8 

P 

1 

4 

12 

2 

P 

1 

2 

Boiler regelingsaquastaat 

(30-90°C) 

Oververhitting 

verklikker 

R2 

Zomer / winter 

schakelaar 

9 

1 5 

1 

R2/2 

9 

5 

R1/2 

Neutraal 

Sturing 

relais 

R1 

6.2.2. Bekabelingsschemavan het bedieningspaneel 

Stookolie 

brander 

Sturing 

relais 

R2 


verwarmingskring 


boiler 

Netaansluiting 

230 V - 50Hz - Aarde 

B4 

S3 

T2 

T1 

N 

L1 

Standaardstekker 

brander 

Aansluiting van de circulatiepomp 

verwarming fabriek bekabeld 

(*) 

230 V - 50 Hz L N C° L N L N 

1 L N 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 

(*) Als u een kamerthermostaat plaatst, de 

overbrugging wegnemen en deze tussen 

klemmen 6 en 7 aansluiten 


met 

spanningverklikker 

1 2 

P 

Rookgassen 


SP-061 PM 

250°C 

1 2 

P 

Oververhittingsaquastaat 

SP-051 HE 

110°C 

Bij het aansluiten van de SWW module op de ketel, 

gelieve de vrouwelijke poolklemmen in de zomer / 

winter schakelaar te schuiven (klem 2A en 2: 

onzekere polariteit) die zich op het 

bedieningspaneel bevindt. 

zomer 

2a 

2 

2b 

winter 

2a 

2 

2b 

été 

P 1 2 

1 2 3 4 5 6 7 8 9 

1 2 3 4 5 6 7 8 9 

Ketelregelingsaquastaat 

NT 174 HE/2 

30-90°C 

2 

P 

SWW-module Ventec in optie leverbaar 

hiver 

14 13 

14 13 

1 

12 

9 

12 

9 

8 

5 

8 

5 

4 

1 

4 

1 

De 4 bruggen verwijderen 

wanneer een analoog of 

digitaal E8.0634 en ook een 

voorrangs S.W.W. module 

Ventec of een Lago Eco 

Begrenzersaquastaat SWW NT 174 

HE (in de fabriek voorgeregeld aan 

85°C)indeSWWmoduleingebouwd. 

Devoeler wordtin dedompelhuls van 

de ketel geplaatst. 

P 

1 

2 

Boiler aquastaat SWW 

De voeler dient in de 

dompelhuls van de boiler te 

worden geplaatst 

19 / 33

6.3. AANSLUITING VAN EEN WEERSAFHANKELIJKE REGELING SAINT ROCH 


Het bedieningspaneel van de ketel Junior FV - FV IN is voorbekabeld om de optionele weersafhankelijke regelingen 

van Lago Eco gamma op te vangen, uitsparing onder dekblad in het midden (zie pagina 7 hoofdstuk 3). 

6.3.1. BestanddelenvandeweersafhankelijkeregelingSAINTROCH 

Lago E8.0634 

Lago Eco 

Weersafhankelijke regelaar 

geleverd in optie 

Afstandsbediening FBR2 

geleverd in optie 

Boiler voeler SPFS 

geleverd met regelaar 

Buiten voeler AFS 


Vertrek voeler VFAS 


Ketel voeler KFS 


Om deze regeling te plaatsen moet er tussen de klemmenstrook van de boiler en de regelaar een bekabelde (9-polen) 

aansluitingskit geplaatst worden, geleverd met de toebehoren van de regelaar. De weersafhankelijke regelaars E9 

kunnen in optie samen met een afstandsbediening met een kamer voeler van het type FBR 2 werken, aangesloten op 

de regelaar met behulp van 3 draden. Is eveneens in optie beschikbaar, een optimizer van de kamertemperatuur met 

auto-aanpassing van de verwarmingscurve, type BM 8. Bovendien, In geval van een circuit vloerverwarming, heeft de 

regelaar een servo-motor voor mengkraan SM 40 nodig eveneens in optie beschikbaar en aan te sluiten met 4 draden. 

Alle componenten vande regelingSaint Rochzijn gemakkelijktoegangbaar en de eenvoudige aansluitinggeefteen niet 

te verwaarlozen tijdsbesparing aan de installateur. 

20 / 33


6.3.2. AansluitingskitvanderegelaarE8.0634 

N 

L1 

L1' 

1 

2 

T1 

L1 

2 

M 

1 

T1 

T2 

1 

T2 

10-polige stekker 

regelaarszijde 

N 

L1' 

9-polige stekker (A) 

ketelzijde 

N PE N 

L1 PE 

2 2 

Stekker circuit 2 

geregelde mengkraan 

AANSLUITING VAN DE REGELAAR LAGO E8.0634 OP DE KETELS VAN HET GAMMA JUNIOR FV / FV IN 

1. Het rechtse dekblad op het bedieningspaneel wegnemen en er de regelaar in plaatsen. 

2. De mannelijke 9-polige stekker met zijn 4 bruggen achteraan op het bedieningspaneel afnemen, of de reeds ingebouwde 

Ventec SWW voorrangsmodule eruitnemen. 

3. De9-polige stekker(A)ketelzijde,geleverd metderegelaar,indevrouwelijke9polige klemmenstrookvandeketelsteken 

en de schroef aanvijzen. 

De 12-polige AMP stekker (B), geleverd met de regelaar, op de 12-polige fiche AMP van de stekker (A) inpluggen 

4. De 10-polige witte stekker op klemmenstrook II van de regelaar aansluiten 

5. Rechtstreeks volgende voelers op klemmenstrook I van de regelaar aansluiten : 

- AFS : buiten voeler 

- KFS : ketel voeler 

- SPFS : SWW voeler 

- VFAS : vertrek voeler 

6. De verwarmingspomp aansluiten op klemmen 8 en 9 en indien nodig de SWW pomp aan klemmen 11 en 12 op de 

12-polige klemmenstrook van de ketel (achteraan het bedieningspaneel). 

ALGEMENE 

OPMERKINGEN 

- de zomer / winter schakelaar en de SWW boileraquastaat niet meer aansluiten; deze functies worden direct door de 

weersafhankelijkeregeling Lago E8.0634 verzekerd. 

- stel de ketelaquastaat in op ongeveer 80°C 

21 / 33


6.3.3. AansluitingskitvanderegelaarLAGOECO 

N 

L1 

L1' 

T1 

T2 

LAGO ECO 

T1 

L1' 

1 

T2 

10-polige stekker 

regelaarszijde 

N 

L1 

9-polige (A) 

ketelzijde 

AANSLUITING VAN DE REGELAAR LAGO ECO OP DE KETELS VAN HET GAMMA JUNIOR FV / FV IN 

1. Het rechtse dekblad op het bedieningspaneel wegnemen en er de regelaar in plaatsen. 

2. De mannelijke 9-polige stekker met zijn 4 bruggen achteraan op het bedieningspaneel afnemen, of de reeds ingebouwde 

Ventec SWW voorrangsmodule eruitnemen. 

3. De9-polige stekker(A)ketelzijde,geleverd metderegelaar,indevrouwelijke9polige klemmenstrookvandeketelsteken 

en de schroef aanvijzen. 

De 12-polige AMP stekker (B), geleverd met de regelaar, op de 12-polige fiche AMP van de stekker (A) inpluggen 

4. De 10-polige witte stekker op klemmenstrook II van de regelaar aansluiten 

5. Rechtstreeks volgende voelers op klemmenstrook I van de regelaar aansluiten : 

- KFS : ketel voeler 

- SPFS : SWW voeler 

6. De verwarmingspomp aansluiten op klemmen 8 en 9 en de SWW pomp aan klemmen 11 en 12 op de 12-polige 

klemmenstrook van de ketel (achteraan het bedieningspaneel). 

ALGEMENE 

OPMERKINGEN 

- de zomer / winter schakelaar en de SWW boileraquastaat niet meer aansluiten; deze functies worden direct door de 

Lago Eco verzekerd. 

- stel de ketelaquastaat in op ongeveer 80°C. 

- de kamer thermostaat op de Lago Eco aansluiten. 

22 / 33


7. MONTEREN VAN DE BOILER EN ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN AAN DE KETEL 

Bij het aansluiten van het sanitair warm water circuit, mogen de koperen buizen in geen geval teveel in de aansluitingsbuizen van de boiler schuiven, 

noch in rechtstreeks contact ermee komen. Een malleabele gietijzeren koppeling of een diëlektrische mof plaatsen aan de aansluitingen van het koud 

en het warm water van de sanitaire boiler. 

7.1. INSTALLATIE PROCEDURE VAN DE BOILER OP DE KETEL 

1. Het deksel van de ketel nemen en op de boiler plaatsen; 

2. De voorplaat van de boiler wegnemen; 

3. De boiler op de ketel plaatsen (met behulp van 2 hanteringsstaven tilt één persoon de boiler langs voren, een tweede langs achteren op) 

(zie schema hieronder) 

4. Met behulp van de meegeleverde Parker schroeven in het zakje van de boiler de zijpanelen vasthechten. 

5. Op de voorkant van de bekleding van de boiler bevindt zich de SWW module voor het beheer van de sanitair warm water productie. De 

kabel aan deze module ontplooien (zie foto hieronder punt (1). 

6. De 4 bruggen op de 9-polige klemmenstrook in het bedieningspaneel wegnemen (zie pagina 19/33) 

7. De 9-polige mannelijke stekker die aan het uiteinde van deze kabel is bevestigd, naar het bedieningspaneel van de ketel brengen. 

8. De 9-polige mannelijke stekker inpluggen. 

Het deksel van de ketel 

doen en op de boiler 

bevestigen alvorens 

deze te plaatsen 

Om de boiler op de ketel 

te plaatsen, hier met 2 

man optillen : 

Fig.1 

Om de ketel te verplaatsen, hier 2 

staven plaatsen 

(1) 

Fig.2 

9. De boilerpomp aansluiten (zie elektrisch schema hoofdstuk 6.2.2. pagina 19/33). 

10. Check na of de voeler van de boileraquastaat wel degelijk in de dompelhuls zit. 

11. Zet de voeler van de S.W.W. boiler begrenzer veiligheidsaquastaat vertrekkend van de SWW module, op zijn plaats in de 

dompelhuls van de ketel. 

12. Plaats de thermometer van de boiler (geleverd met de boiler) in de daartoe voorziene opening in het schakelbord (punt 2 pagina 

7/33) en de voeler in de dompelhuls van de boiler voegen. 

13. De hydraulische aansluitingen verrichten 

14. Met behulp van een schroevendraaier de temperatuur van de boileraquastaat regelen aan de gewenste temperatuur (bij voorkeur 

tussen 55°C en 60°C) en zich ervan vergewissen dat de regelaquastaat op het bedieningspaneel ingesteld is op een hogere 

temperatuur dan deze van de boileraquastaat. 

23 / 33

7.2. DETAILS VAN DE HYDRAULISCHE AANSLUITING VAN DE BOILER 


1. de 2 doppen 3/4" weg te nemen 

2. het vertrek ketel te koppelen aan het vertrek boiler door middel van de op de 100 l boiler voorgemonteerde geïsoleerde inox flexibel (punt 1) 

3. de reeds gevormde flexibel te gebruiken (geleverd met de 100 l boiler) om de retour van de ketel aan te sluiten op de retour boiler (punt 2) 

EMAIL OF INOX VERSIE 

1 2 

24 / 33


7.3. HYDRAULISCHE SCHEMA JUNIOR FV IN " VERWARMING + S.W.W." KETELS 

Niet-contractueelvoorbeeld vanhydraulischeinstallatie 

Sanitairrecirculatiekring 

(facultatief) 

Thermostatische 

mengkraan 

Sanitairwarm 

water 

Onderlijnd:onderdelendiedeeluitmaken 

van de levering ketel of boiler. 

Automatische 

ontluchter 

Ontluchter 

Sanitair 

expansievat 

Boiler 

Manometer 

Veiligheidsklep 

Radiatoren 

(aangeraden) 


Afsluitkraan 

Ketel 

boiler 

Kraanmet differentiële 

Expansie 

druk (*) 

vat 

Afsluitkraan 

Vulkraan 

Circulatiepompverwarming 

Terugslagkleppen 

(2 kleppen met boiler optie 

geleverd) 

Koudwaternet 

Sanitaireveiligheidsgroep 

Riolering 

7 bar NF 

Drukverlager(indien 

P KOUD WATER 

>5bar) 

Uitschakelfunctie van het type CA. 

(*) Indien alle radiatoren van de installatie voorzien zijn van thermostatische kranen, een kraan met differentiële druk voorzien tussen 

vertrek- en retourleiding van de ketel. 

Veiligheidsgroep 

De plaatsing van de veiligheidsgroep is verplicht ; het is altijd met de boiler geleverd en bevat: 

- een afsluiter met ingebouwde terugslagklep 

- een geijkte veiligheidsklep op 4 kg/cm 2 

- een overstort afloop 

Het is ten strengste verboden de onmiddelijke communicatie tussen de veiligheidsgroep en de boiler te verhinderen. 

Indien dit toch vastgesteld wordt, zal de garantie onmiddelijk worden ingetrokken. 

De veiligheidsgroep moet op de aanvoerbuis van koud water naar de boiler geplaatst worden, aan de buitenzijde van de mantel, en op maximum 

1 meter van de boiler. 

Het aftappunt van de veiligheidsgroep (C) wordt aan een afvoerbuis 

aangesloten van een diameter die minstens gelijk is aan die van de 

aansluitbuizen van het toestel, en dit door middel van een trechter die een 

luchttoevoer verzekert van minimum 20 mm. 

Indien de druk van het toevoerwater hoger kan oplopen dan 4 kg/cm 2 , is het 

noodzakelijk een drukregelaar te plaatsen. 

Koud water 

(ingang) 

Koud water 

(uitgang) 

Gelieve volgende belangrijke punten te noteren : 

- bij elke opwarming van de boiler moet er een waterafvoer 

mogelijk zijn langs de opening C. Dit kan evenwel vermeden 

worden door de plaatsing van een specifiek sanitair 

warmwater expansievat van 8 liters. 

- kalksteen (vijand van de veiligheidsgroep) kan zich op het 

ventiel afzetten. Om dit te voorkomen moet men, 1 maal 

per maand, het ventiel van de veiligheidsgroep (B) manueel 

in werking stellen. 

A) Afsluitkraan 

B) Veiligheidsklep 

C) Aftappunt 

A 

Afloop naar riolering 

C 

B 

25 / 33


7.4. KARAKTERISTIEKEN VAN DE VERWARMINGSPOMP 

Om holte vorming te vermijden (dampvorming binnenin de pomp), moet er permanent voldoende 

druk (aanzuighoogte) gehandhaafd worden 

26 / 33

8. IN DIENST STELLING 

DRUKBIJKOUDVULLENVANDE 

INSTALLATIE 

Voorhetvullenvandeinstallatie,destikstofdruk 

van het expansievat aanpassen in functie van de 

hoogtevandeinstallatie.Menbekomtdewaarde 

van deze stikstofdruk (P VAT 

[bar]) door de 

manometrischehoogtevandeinstallatietedelen 

door 10en doorer een veiligheidsmargevan 0,2 

tot 0,5 bij te voegen. 

Bv.: Voor een installatiehoogte van 6 m: 

P VASE 

=(6 / 10 + 0,3) = 0,9 bar 

Dedruk waarmeehet watervan deinstallatie op 

het membraan van het vat zal komen drukken 

moet zo zijn dat het membraan lichtjes gebogen 

is onder de actie van het water 

(P VAT 

+[0,2 tot 0,5]). 

Inhetbovenvermeldevoorbeeld,zaldedrukvoor 

het vullen met koud water van de installatie 

aangepast moeten worden tot ongeveer: 

P VULLEN 

=0,9 + 0,3 = 1,2 bar 

Het vullen met watervan de ketel moet volledig 

zijn.Het niet-nalevenvan dezevoorschrift leidt 

tot het vervallen van de garantie. 


OPGELET 

Alvorensdeketeloptestarten,ontluchtersopenen, 

de installatie langzaam opvullen en de lucht vrij 

laten tot er water uitloopt. Nazien of er geen 

lekkenzijn. 

Schouwaansluitingnazien.Snelheidaanpassenvan 

de circulatiepomp infunctie vanhet drukverlies 

vande installatie. 

Terugslagklep 

Automatische stand (actieve klep) 

Open stand (vrije klep) 

Tijdens het vullen van de installatie, moet de 

terugslagklep in open stand geplaatst worden 

(boiler opwarming circuit) en deze moet in 

automatische stand geplaatst worden na de eerste 

opwarming (zie fig. hiertegenover). Dit laat de 

volledige ontluchting toe van het primaire gedeelte 

van de boiler. 

eenrichtingscirculatie 

circulatie in de 2 richtingen 

9. PROCEDURE VOOR HET OPSTARTEN 

- de ketel onder spanning zetten via de 

hoofdschakelaar 

- deregelthermostaat opdegewenste 

temperatuur instellen 

-nakijkenofde oververhittingsveiligheid 

geactiveerd is 

- na het temperatuur brengen van de 

installatie, opnieuw een algemene en 

volledige waterspui uitvoeren 

- 8 tot 10 dagen na de indienststelling, alle 

elektrische aansluitingen terug aanspannen 

(klemschroeven, contactoren) 

27 / 33

10. ONDERHOUD 

Teneinde een betrouwbaarheid in de tijd 

van uw verwarmingsketel te behouden, 

het is zeer aangeraden van een bekwaam 

installateur te laten komen voor het 

onderhoud.Dezevakmanzaldezepunten 

bekijken: 

Uittevoerenhandelingen : 

- de vuurhaard van de ketel schoonmaken 

als noodzakelijk met behulp van een 

borstel schoonmaken. 

- de sproeier vollekegelevenalshetfiltrerende 

patroon van stookolie pre-filter 

vervangen 

- de verbrandingshygiëne van de gesloten 

stookolie brander regelen voor een CO 2 

van12,5%meteenwarmeketel(water 

temperatuurmini:70°C) 


- de druk van water van het 

verwarmingscircuit en de werking van 

de expansie vessel controleren. 

- de goede werking van de boiler 

aquastaat controleren. 

- bij elk uiteennemen van een of 

meerdere elementen van de ventouse, 

de silicon dichtings met spleet (maxi : 

250°C) eerst bevochtigd met zeepwater 

of bij voorkeur met silicon vet 

Op de hoeken van de voorplaat 

duwen om toegang te krijgen tot 

de gietijzeren deur en tot de brander 

Rookkanalen 

Vuurhaard 

Na het volledig legen van de ketel : 

* de elektriciteit uitzetten 

* de circulator uitzetten of te wel via het 

schakelbord, of te wel in het klemmenbord 

van de circulator. 

* de verbindingsstukken A en B losschroeven 

(niet geleverd) 

* het geheel naar voren schuiven (circulator, 

uitgang buizen, expansievat). 

A 

Aanbeveling 

De waterdruk van de installatie regelmatig 

nakijken.Deopdemanometeraangeluidewaarde 

magbijkoudwaternietlagerzijndan1bar.Bij 

langdurige stilstand, de rookgassenleiding 

loskoppelen en de opening afdichten. In de 

haard,100gcalciumcarbonaatleggen;ditprodukt 

neemtdevochtigheidop. 

Warmwaterboiler 

De warmwaterboiler is uitgerust met een 

kijkduikomdereinigingtevergemakkelijken. 

Ditlaatstemoetregelmatiggebeuren,vooraal 

indienhetwaterrijkaankalkis. 

De magnesiumanode nakijken door de 

bevestigingsbeugellosteschroeven,nadatde 

stopkraanvandeveiligheidsgroepgesloten 

werd. 

Deanodevervangenwanneerhaardiameter 

lagerisdan10mm. 

OPGELET! 

Voorelketussenkomst,destroomaandeketel 

afzettendoormiddelvandehoofdschakelaar. 

-Deoververhittingsthermostaatisuitgeschakeld: 

het waterpeil nakijken. De werking van de 

circulatiepomp nakijken, evenals de 

regelaquastaat. 

Hetrodeveiligheidslampjevandebranderbrandt: 

destoringkomtvandebrander.Enkeleminuten 

wachtenendecontrolerelaisdiezichvoorraande 

branderbevindtresetten.Indiennietsgebeurt, 

beroep doen op uw installateur of een 

gespecialiseerdeonderneming. 

Aflaten 

Het aflaten van de boiler en van de ketel is 

noodzakelijkbijvorstgevaar.Voordeketel,de 

aflaatkraangebruikendiezichonderaanbevindt. 

IndienUvaakafwezigbent, antivriesinde 

installatielatentoevoegen. 

B 

28 / 33

11. PERSPECTIEF TEKENING MET DE WISSELSTUKKEN 


Gietijzeren blok Junior FV 4 - FV 5 

27 

28 

29 

25 

26 

25 

25 

24 

20 

21 

22 

23 

29 / 33


Bedieningspaneel Junior FV 4 - FV 5 

36 

37 

35 

32 33 38 31 30 

34 

Mantel Junior FV 4 - FV 5 

15 

13 

11 

14 

10 

12 

Brander Junior FV 4 - FV 5 

Gelieve U aan de brander aanwijzing geleverd verwijzen. 

30 / 33


Hydraulisch Junior FV 4 - FV 5 

63 

62 

61 

60 

59 

Ventouse aansluiting Junior FV 4 - FV 5 

70 

71 

72 

31 / 33

Mantel S.W.W. boiler Junior FV 4 IN - FV 5 IN email of inox 


40 

43 

44 

65 

60 

41 

42 

64 

S.W.W. geëmailleerde boiler Junior FV 4 IN - FV 5 IN 

45 

46 

47 

32 / 33

0-04-020-56582 1 ketel Junior FV 4 compleet 

0-04-020-56583 1 ketel Junior FV 5 compleet 

/ 1 ketel Junior FV (IN) 4 compleet 

/ 1 ketel Junior FV (IN) 5 compleet 


Artikel code Hoeveelheid Omschrijving van de stukken Punt 

3-03-000-01012 1 RechterzijpaneelJunior 10 

3-03-000-00012 1 LinkerzijpaneelJunior 11 

3-03-000-03112 1 VoorplaatJunior 12 

3-01-221-05012 1 Bovensteachterplaat Junior 13 

3-01-221-04012 1 OndersteachterplaatJunior 14 

3-03-000-02012 1 DekselJunior 15 

1-80-360-50000 1 Veerklinkcompleet 

4-04-181-02002 1 Gietijzeren blok Junior FV / FV IN 4 met haarddeur 

4-04-181-02003 1 Gietijzeren blok Junior FV / FV IN 5 met haarddeur 

1-30-380-90220 1 Sightglass+ dichting+plaat 20 

2-04-261-08100 1 Naaktegietijzerenhaarddeur 21 

1-30-300-01241 1 Isolatie 190 x 260 x 38 mm 22 

1-30-300-01240 1 Isolatie haardplaat 317 x 511 x 30 mm 23 

2-04-000-00000 1 Voorsteelement 24 

2-04-000-02000 volg.aantal Tussenelement 25 

1-30-310-00003 1 Isolatie haardbodem 220 x 305 x 20 mm 26 

2-04-000-01000 1 Achterste element 27 

1-70-640-34101 1 Dompelhuls 3/4" - 100 + clips 28 

2-04-000-03000 1 Rookkast Ø 125 / 130 mm 29 

1-60-340-55182 1 Nieuw lucht slang Ø 80 mm - lengte : 1,20 m 70 

1-80-170-35110 2 Nieuwluchtslangklembeugel 71 

1-30-205-30100 1 Uitgangketeladapter 72 

5-03-000-11016 1 Bedieningspaneel - compleet (bekabeld) 30 

1-70-050-01320 1 VeiligheidsaquastaatmetmanueleherbewapeningSP-051HE 31 

1-70-380-22222 1 Aan / Uit schakelaar 32 

1-70-380-32022 1 Zomer / Winter schakelaar 33 

1-70-050-02120 1 Ketel aquastaat NT 174 HE/2 34 

1-70-880-10122 1 Ketel thermometer 35 

1-70-880-10122 1 Boiler thermometer (geleverd met de boiler) 36 

1-70-050-00022 1 RookgasveiligheidsaquastaatmetmanueleresetSP061PM 37 

1-70-850-00003 1 Oververhitting controlelampje 38 

1-70-050-00021 1 Begrenzersthermostaat en S.W.W.boiler NT 174 HE 

4-63-990-20201 1 Geëmailleerde boiler van 100 l - gemonteerd BEC 100 

4-63-995-21011 1 Inox boiler 100 l - gemonteerd BIC 100 

3-03-000-01062 1 Rechterpaneelboiler 40 

3-03-000-00062 1 Linkerpaneelboiler 41 

3-03-000-03192 1 Voorplaatboiler 42 

3-01-221-05062 1 Achterplaatboiler 43 

1-10-000-00101 1 Naakte geëmailleerdeboilervan100 l 44 

1-10-000-21103 1 Naakte inox boiler van 100 l 44 

1-10-100-50165 1 Isolatie dichtinganodeM8x2 45 

1-10-010-40007 1 Magnesium anode Ø 32 x 400 mm x M8 mannelijk 46 

1-10-100-50072 1 Dichting voet (5 gaten) 47 

1-60-350-00006 1 Veiligheidsgroep3/4"-NF7 bar(bijdeboilergeleverd) 

1-60-700-10004 1 Aftapkraan 59 

1-10-700-30120 1 Multi-snelheidspomp 60 

1-60-440-55002 1 Manometer 1/4" 61 

1-60-830-10018 1 Plat expansievat van 18 liter 62 

1-60-730-04003 1 Veiligheidsklep1/2" -3bar 63 

1-60-200-00108 1 Bochtigverbindingstukterugslagklep 1"1/2-1" 64 

1-60-550-00003 1 Automatische aftapkraan 3/8" M 65 

5-01-250-11100 1 VentecS.W.W.voorrangsmodule 66 

1-10-400-10980 1 Stookolie brander ST 120 L35 voor ketels Junior FV / FV IN 4 

1-10-400-10981 1 Stookolie brander ST 133 L35 voor ketels Junior FV / FV IN 5 

Contractuele informaties. De technische informaties in deze brochure worden enkel ter informatie gegeven 

en kunnen zonder voorafgaandelijke verwittiging worden gewijzigd. 

SAINT ROCH COUVIN 

Rue de la Gare, 36 - 5660 COUVIN - Belgique 

Tel : 060 / 34.56.51 - Fax : 060 / 34.62.28 

info@saintrochcouvin.com 

www.saintrochcouvin.com 

33 / 33

Handleiding - Saint-Roch

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?