03.05.2015 Views

2009 01 14 UZ Brussel - De Standaard

2009 01 14 UZ Brussel - De Standaard

2009 01 14 UZ Brussel - De Standaard

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Agentschap Inspectie Welzijn,<br />

Volksgezondheid en Gezin<br />

Afdeling Welzijn en Gezondheid<br />

Koning Albert II–laan 35, bus 31,<br />

1030 BRUSSEL<br />

Tel. 02 553 33 79 – Fax 02 553 34 35<br />

E-mail: inspectie@wvg.vlaanderen.be<br />

Auditverslag<br />

Universitair Ziekenhuis<br />

<strong>Brussel</strong><br />

November 2008


Inhoud<br />

Inhoud.....................................................................................................................................2<br />

1 Inleiding................................................................................................................................3<br />

2 Identificatie van de instelling...............................................................................................5<br />

3 Algemeen beleid....................................................................................................................6<br />

4 Medisch beleid.....................................................................................................................<strong>14</strong><br />

5 Verpleegkundig beleid........................................................................................................17<br />

6 Kwaliteitsbeleid...................................................................................................................23<br />

7 Audit van de verpleegafdelingen, diensten, functies en zorgprogramma’s<br />

..................................................................................................................................................27<br />

8 Legionellabeheersing..........................................................................................................79<br />

9 Infectieziektebeheersing ....................................................................................................81<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 2


1 Inleiding<br />

In het auditverslag bespreken we eerst het algemeen beleid dat betrekking heeft op de globale<br />

werking van het ziekenhuis.<br />

Daarna behandelen we achtereenvolgens het medisch en verpleegkundig beleid en het<br />

kwaliteitsbeleid.<br />

Vervolgens bespreken we de resultaten van de specifieke audit van de hospitalisatiedienst.<br />

Tenslotte worden de infectieziektepreventie en de medisch milieukundige aspecten<br />

besproken.<br />

Een voorlopige versie van het auditverslag wordt voorgesteld en afgegeven op de laatste dag<br />

van de audit.<br />

1.1. Toepassingsgebieden<br />

1. Kwaliteit van zorg<br />

• toetsing van de federale erkenningsnormen;<br />

• evaluatie van het kwaliteitsbeleid i.f.v. het kwaliteitsdecreet.<br />

2. Infectieziektepreventie en medisch milieukundige aspecten: deze vaststellingen worden<br />

gedaan door het Toezicht Volksgezondheid.<br />

1.2. <strong>De</strong>finities<br />

In het auditverslag wordt gebruik gemaakt van 5 soorten vaststellingen:<br />

Algemene vaststellingen<br />

<strong>De</strong>ze elementen scoren niet negatief en niet positief. Ze worden beschouwd als nuttige<br />

achtergrondinformatie.<br />

Sterke punten<br />

Dit zijn punten die de auditoren als een meerwaarde voor het ziekenhuis beschouwen.<br />

Het minimaal voldoen aan de normen wordt niet als een meerwaarde aanzien.<br />

Aanbevelingen<br />

<strong>De</strong> aanbevelingen zijn niet dwingend en niet gebonden aan normering. Het zijn de adviezen<br />

die de auditoren wensen mee te geven ter verbetering van de kwaliteit van zorg.<br />

Non-conformiteiten<br />

Dit zijn de elementen die volgens het team niet conform de norm zijn. Hiervoor baseren de<br />

auditoren zich op de wetgeving. Gezien het agentschap Zorg en Gezondheid bevoegd is voor<br />

deze regelgeving en de interpretatie ervan dienen deze non-conformiteiten te worden gelezen<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 3


als een "voorstel van non-conformiteit". Het agentschap Zorg en Gezondheid kan deze<br />

kwalificatie wijzigen.<br />

Tekortkomingen<br />

Dit zijn net als de non-conformiteiten aspecten waarvoor het ziekenhuis onvoldoende scoort,<br />

maar de auditoren baseren zich hiervoor niet op erkenningsnormen. Gezien het agentschap<br />

Zorg en Gezondheid bevoegd is voor deze regelgeving en de interpretatie ervan dienen ook<br />

deze tekortkomingen te worden gelezen als een "voorstel van tekortkoming". Het agentschap<br />

Zorg en Gezondheid kan deze kwalificatie wijzigen.<br />

Het agentschap Zorg en Gezondheid zal op basis van deze informatie de definitieve<br />

kwalificatie van de vaststellingen alsook, met betrekking tot sommige non-conformiteiten, de<br />

uiterlijke termijnen bepalen tegen wanneer de instelling gevolg moet gegeven hebben aan de<br />

opmerkingen. Indien er geen termijn aan gekoppeld werd, dient de non-conformiteit<br />

weggewerkt te worden tegen de volgende audit.<br />

Non-conformiteiten en tekortkomingen zullen steeds het voorwerp uitmaken van een<br />

opvolging.<br />

1.3. Auditdata<br />

<strong>De</strong> audit vond plaats op volgende data:<br />

6 november 2008 Audit<br />

13 november 2008 Audit<br />

18 november 2008 Audit<br />

21 november 2008 Opmaak verslag<br />

25 november 2008 Presentatie verslag<br />

1.4. Samenstelling van het auditteam<br />

Michaëla Daelemans<br />

Koenraad Fierens<br />

Veerle Meeus<br />

Tania Vandommele<br />

Nele Van Cauteren<br />

Tom Wylin<br />

Emmanuel Robesyn<br />

Koen Schoeters<br />

Hoofdauditor inspectie<br />

Auditor inspectie<br />

Auditor inspectie<br />

Auditor inspectie<br />

Auditor inspectie<br />

Auditor inspectie<br />

Auditor toezicht volksgezondheid<br />

Auditor toezicht volksgezondheid<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 4


2 Identificatie van de instelling<br />

Naam<br />

Universitair Ziekenhuis <strong>Brussel</strong><br />

Adres Laarbeeklaan 1<strong>01</strong><br />

Gemeente<br />

1090 Jette<br />

Telefoon Tel 02 477 41 11<br />

e-mail<br />

info@uzbrussel.be<br />

web<br />

www.uzbrussel.be<br />

Erkenningsnummer <strong>14</strong>3<br />

Inrichtende macht<br />

Vrije Universiteit <strong>Brussel</strong><br />

Pleinlaan 2<br />

1050 Elsene<br />

Voorzitter van de Raad van Bestuur<br />

Dhr. W. Soetens<br />

Directie<br />

Gedelegeerd bestuurder<br />

(algemeen directeur)<br />

Algemeen beheerder (financieel<br />

directeur)<br />

Hoofdgeneesheer / medisch<br />

directeur<br />

Medisch directeur<br />

Directeur verpleegkundig<br />

departement<br />

Directeur logistieke diensten<br />

Directeur human resources &<br />

interne communicatie<br />

Prof. Dr. M. Noppen<br />

Dhr. J. Beeckmans<br />

Dr. J. Schots<br />

Dr. L. Steenssens<br />

Dhr. M. Segers<br />

Dhr. R. Van de Velde<br />

Dhr. R. Vandenbussche<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 5


3 Algemeen beleid<br />

Algemene vaststellingen<br />

• Het Universitair Ziekenhuis <strong>Brussel</strong> is het enige unicommunautair Nederlandstalig<br />

ziekenhuis in het <strong>Brussel</strong>s hoofdstedelijk gewest. Naast een derdelijnsfunctie als<br />

universitair ziekenhuis, heeft het ziekenhuis ook een belangrijke locoregionale rol, als<br />

tweedelijnsziekenhuis voor <strong>Brussel</strong>, de Rand en centraal Vlaanderen.<br />

• Het Universitair Ziekenhuis <strong>Brussel</strong> telt 709 erkende bedden:<br />

C CD D G E NIC M A Totaal<br />

268 66 203 29 57 16 40 30 709<br />

Hiervan zijn 586 bedden aangewezen als universitaire bedden, waarvan 36 voor<br />

intensieve zorgen: ·<br />

C D E NIC M<br />

261 203 57 15 <strong>14</strong><br />

• Op 1 december 2008 zal een kinderpsychiatrische dienst opgestart worden met 15 K-<br />

en 5 k-bedden.<br />

Half <strong>2009</strong> plant men een revalidatie-afdeling op te starten.<br />

• Recent heeft het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> in Dilbeek een polikliniek geopend. Er zijn nog plannen<br />

om eventueel een tweede polikliniek op te starten in de rand rond <strong>Brussel</strong>.<br />

• <strong>De</strong> voorbije vijf jaar werd een vernieuwingsoperatie doorgevoerd op het<br />

managementniveau van het ziekenhuis. Een eerste aanzet tot modernisering werd in 2003<br />

gegeven, op basis van de adviezen van een extern consulting bureau. <strong>De</strong>ze aanbevelingen<br />

werden de voorbije jaren gradueel uitgevoerd. In 2006 werd een nieuw gedelegeerd<br />

bestuurder aangesteld en werd het directiecomité opgericht. In 2007 werden missie, visie<br />

en waarden neergeschreven en werden deze vertaald in een beleidsplan met strategische<br />

opties. In de organisatie zijn een aantal diensten geclusterd, in de toekomst wil men dit<br />

concept verder ontwikkelen voor andere zorgtrajecten.<br />

Recent werd een intern auditcomité opgericht ter opvolging van de interne processen.<br />

• <strong>De</strong> bestuursdelegatie van de Raad van Bestuur van de VUB aan de Raad van Bestuur<br />

van het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> (R<strong>UZ</strong>) werd uitgeschreven en is sinds 1/1/08 van kracht.<br />

<strong>De</strong> R<strong>UZ</strong> telt 15 gewone leden, de rector en de voorzitter van de Raad van Bestuur van de<br />

Vrije Universiteit <strong>Brussel</strong>, 3 leden aangeduid door de Raad van Bestuur van de Vrije<br />

Universiteit <strong>Brussel</strong>, 3 leden van de faculteit geneeskunde en farmacie, 5 artsen<br />

aangeduid door de medische raad en 2 leden niet-artsen aangeduid door de<br />

ondernemingsraad, en 4 gecoöpteerde leden. Daarnaast wonen 5 leden met raadgevende<br />

stem de R<strong>UZ</strong> bij, meer bepaald de gedelegeerd bestuurder, de algemeen beheerder, de<br />

voorzitter van de medische raad, de administratief directeur van de Vrije Universiteit<br />

<strong>Brussel</strong> en de regeringscommissaris.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 6


• Het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> is van mening dat absolute topreferente zorg niet langer op alle<br />

medische domeinen en subdomeinen kan worden aangeboden om redenen van<br />

haalbaarheid op vlak van mensen, middelen en infrastructuur. Men opteert daarom voor<br />

een speerpuntbeleid: op een aantal domeinen wenst het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> bijzonder te<br />

excelleren op (inter)nationaal niveau, wat zich vertaalt in een aangepast organisatorisch<br />

model (clusterorganisatie), en in een geografisch-architecturale concentratie van<br />

topactiviteiten (excellentiecentra).<br />

<strong>De</strong> criteria voor deze speerpuntdomeinen werden vastgelegd. In 2008 zijn er 6<br />

expertisedomeinen en men beoogt in de toekomst een groei van het aantal domeinen.<br />

Ongeacht het speerpuntbeleid streeft men naar een brede kwaliteit voor alle diensten.<br />

• Het ziekenhuisgebouw is 30 jaar oud en is toe aan een globale herorganisatie en<br />

vernieuwing. In 2007 werd een zorgstrategisch plan opgesteld waarin men voorziet in een<br />

totale renovatie met verbouwingen en uitbreidingen.<br />

<strong>De</strong> voorbije jaren waren er meerdere ingrepen op het vlak van infrastructuur. Men<br />

bouwde een nieuwe parking, een nieuwe dienst kinder- en jeugdpsychiatrie en het Louis<br />

Thielemans-paviljoen dat het labo huisvest. Een groot aantal verpleegeenheden werd<br />

gerenoveerd.<br />

• Naast de samenwerkingsverbanden met tal van Vlaamse ziekenhuizen, waaronder AZ<br />

Jan Portaels in Vilvoorde, het Aalsters Stedelijk Ziekenhuis en het <strong>UZ</strong> Gent, zijn er ook<br />

verschillende samenwerkingsakkoorden met de <strong>Brussel</strong>se ziekenhuizen.<br />

Recent heeft het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> tijdens de reddingsoperatie na het faillissement van het<br />

Hôpital Français in Sint-Agatha-Berchem een minderheidsparticipatie verkregen in de<br />

uitbating van dit <strong>Brussel</strong>s ziekenhuis.<br />

Sterke punten<br />

• Er is een grote participatie van artsen in het bestuur van het ziekenhuis.<br />

Het directiecomité telt drie artsen, de gedelegeerd bestuurder, de hoofdgeneesheer en de<br />

medisch directeur. Er zijn verder 5 artsen, aangeduid door de medische raad, lid van de<br />

Raad van Bestuur van het ziekenhuis.<br />

Het voorbije jaar kregen ook de verpleegkundigen een grotere stem in het bestuur van het<br />

ziekenhuis. Hiertoe werd de RIVOK opgericht, de Raad Interdepartementeel<br />

Verpleegkundig Overleg van Kaderpersoneel. <strong>De</strong> voorzitter van de RIVOK is lid met<br />

raadgevende stem in de Raad van Bestuur van het ziekenhuis.<br />

• Patiëntveiligheid wordt hoog in het vaandel gevoerd. Tal van initiatieven werden<br />

opgestart:<br />

o Aan de patiënt wordt specifieke informatie aangeboden onder de vorm van een<br />

patiëntveiligheidskaart, die 7 tips bevat over hoe men zelf kan bijdragen tot een<br />

veiliger zorg,<br />

o Verschillende verbeterprojecten rond veiligheid werden uitgewerkt. Zo is er een<br />

“Early Warning System” ingevoerd waarbij patiënten op de afdelingen gescreend<br />

worden op het risico op hartritmestoornissen, zodat preventief kan opgetreden worden.<br />

Op het symposium tijdens de week van de patiëntveiligheid werd een presentatie<br />

gegeven van het EWS,<br />

o Er werd een ziekenhuisbreed suïcidepreventieprotocol uitgeschreven,<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 7


o Op analoge wijze is er een slikscreeningsprotocol in voege waarbij de kans op een<br />

slikpneumonie wordt ingeschat,<br />

o Verder is er een systeem om ongeplande extubaties te vermijden,<br />

o Ook het beleid rond de opvang van CVA-patiënten, acute coronaire syndromen en<br />

community acquired pneumonia werd gestroomlijnd en wordt aan de hand van<br />

verschillende indicatoren opgevolgd,<br />

o Op de NICU heeft men reeds jaren het Alarissysteem ter preventie van<br />

medicatiefouten. Het gaat hier om een software voor het controleren/sturen van<br />

infuus- en spuitpompen,<br />

o In het verleden werden al heel wat indicatoren opgevolgd (decubitus, valincidenten,<br />

suïcide, complicaties, agressie, onrustwekkende verdwijningen, nosocomiale infecties,<br />

…). In de toekomst zullen deze registraties samengebracht worden in één VIKA<br />

database,<br />

o In het kader van sensibiliseren van medewerkers, werd er tijdens de week van de<br />

patiëntveiligheid een wedstrijd georganiseerd voor de beste poster i.v.m.<br />

patiëntveiligheid. <strong>De</strong> winnaar krijgt 1000 Euro.<br />

• In het kader van een preventiebeleid werd in december 2007 VIKA opgestart. VIKA<br />

staat voor:<br />

o vragen (aanvraagformulier online en een FAQ bestand),<br />

o incidenten (tot op heden enkel valincidenten; in de toekomst ook agressie, decubitus,<br />

medicatiefouten, bloedtransfusie),<br />

o klachten (van medewerkers via een online formulier, vb. een gevraagde herstelling die<br />

op zich laat wachten)<br />

o aanbevelingen (voor het opstellen / aanpassen van procedures).<br />

Het VIKA systeem houdt, naast een registratie, ook een leer- en verbeterplatform in. Alle<br />

in VIKA gerapporteerde incidenten worden geanalyseerd:<br />

o een beheerder per subgroep (vb. valincidenten) stuurt het dossier door naar een<br />

dossierbehandelaar. <strong>De</strong>ze medewerkers (artsen, apothekers, verpleegkundigen, …)<br />

bezitten expertise in het domein waarvoor ze als behandelaar optreden. Een dossier<br />

kan achtereenvolgens bij verschillende behandelaars terecht komen wanneer een<br />

multidisciplinaire aanpak gewenst is. Elke behandelaar heeft toegang tot het<br />

uitgebreide aangifteformulier en het elektronisch patiëntendossier, maar contacten met<br />

de betrokkenen verlopen via de beheerder.<br />

o Na afhandeling wordt het dossier gecontroleerd op correctheid en volledigheid.<br />

o Pas na de validatie kan het opnieuw bij de beheerder terechtkomen, die instaat voor de<br />

feedback aan de melder.<br />

o In de loop van het proces is er een tijdsklok ingesteld, verschillend per deelgebied,<br />

waarbij de beheerder automatisch verwittigd wordt wanneer een analyse te lang op<br />

zich laat wachten.<br />

o Per domein werden projectgroepen opgericht die instaan voor de globale analyse per<br />

domein. Hun taak is om advies uit te brengen naar het VIKA comité, dat op zijn beurt<br />

de link vormt met de stuurgroep kwaliteit en patiëntveiligheid, waar de adviezen<br />

besproken worden. (momenteel is dit enkel gebeurd voor valincidenten).<br />

• Er zijn verschillende initiatieven om patiënten te betrekken bij de zorg.<br />

o Er werd een patiëntenkaart ontwikkeld met 7 tips voor patiënten waarmee ze zelf<br />

kunnen bijdragen aan een veilige zorg.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 8


o Er zijn in het ziekenhuis tolken, doventolken en cultureel bemiddelaars, de patiënt kan<br />

zelf cultureel bemiddelaars contacteren.<br />

<strong>De</strong> website is aangepast voor slechtzienden.<br />

o In het ziekenhuis is een voordrachtenreeks ‘Dokter, mag ik u wat vragen?’. <strong>De</strong>ze<br />

voordrachten behandelen laatste medische ontwikkelingen, en zijn voor iedereen<br />

toegankelijk.<br />

o Alle bedden kunnen bediend worden door de patiënt zelf.<br />

• Er wordt in het ziekenhuis veel aandacht gegeven aan ethische reflecties. <strong>De</strong><br />

Commissie Medische Ethiek (CME) beschikt over een wetenschappelijk medewerker die<br />

tijdens de kantooruren steeds beschikbaar is, bv voor dringende vragen. Voor het<br />

uitdiepen van ethische vragen wordt door de Commissie Medische Ethiek beroep gedaan<br />

op een groep experten, de reflectiegroep biomedische ethiek. <strong>De</strong>ze Reflectiegroep<br />

Biomedische Ethiek behandelt op vraag van de Commissie Medische Ethiek ethische<br />

kwesties en formuleert een voorstel tot advies. Een aantal diensten hebben daarnaast ook<br />

eigen overlegstructuren waar ethische kwesties worden besproken, bv in het Centrum<br />

voor Reproductieve Geneeskunde.<br />

Op het vernieuwde intranet is een specifieke ruimte voorzien voor de standpunten die<br />

door de Commissie Medische Ethiek ingenomen worden.<br />

• Er bestaat in het ziekenhuis een zeer goede procedure voor therapeutische restricties,<br />

‘Advanced Care Planning’, of ACP-procedure genoemd. <strong>De</strong> toepassing van deze ACPcode<br />

wil vooral vermijden<br />

o dat “basic” en “advanced life support” onthouden worden aan patiënten bij wie de<br />

prognose als (relatief) gunstig wordt ingeschat of nog onvoldoende beoordeeld kan<br />

worden<br />

o dat aan patiënten met een slechte prognose zorgen verstrekt worden die geen<br />

wezenlijke bijdrage aan de kwaliteit van het resterende leven inhouden<br />

o dat de wil van de patiënt genegeerd wordt.<br />

Volgens deze procedure is de ACP-code het resultaat van mondeling overleg tussen<br />

iedereen die betrokken is bij het individueel medisch dossier. Het gaat hierbij om de<br />

patiënt, de vertrouwenspersoon aangeduid door de patiënt, de familieleden van de patiënt,<br />

het ziekenhuisteam en de verwijzende arts. Bij dit overleg is de visie en de wens van de<br />

patiënt doorslaggevend. Verder stelt de procedure dat de arts die de patiënt naar de<br />

ziekenhuisdienst verwijst, moet betrokken worden bij het formuleren van een ACP-code.<br />

<strong>De</strong>ze arts dient ook steeds ingelicht te worden wanneer in het ziekenhuis een verandering<br />

van ACP-code wordt voorgesteld.<br />

Er zijn 3 niveaus in de codering: niveau A of ‘Alles doen’, niveau B of ‘Basiszorg’ en<br />

niveau C of ‘Comfortzorg’.<br />

• <strong>De</strong> dienst ICT speelt in het ziekenhuis een belangrijke rol door de ontwikkeling van<br />

eigen informatica-toepassingen in huis. Zo gebruikt men in het ziekenhuis een<br />

zelfontwikkeld elektronisch medisch dossier (EMD), en is men op het moment bezig met<br />

de uitrol van het elektronisch verpleegkundig dossier (EVD). Er wordt gestreefd naar<br />

papierloze diensten in de toekomst.<br />

• <strong>De</strong> laatste jaren is er, naast de gewone communicatiekanalen in het ziekenhuis,<br />

aandacht voor een aantal extra initiatieven qua communicatie:<br />

- de aantrekkelijke website,<br />

- <strong>UZ</strong>egt, de maandelijkse nieuwsbrief voor medewerkers,<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 9


- m<strong>UZ</strong>e, een medisch magazine,<br />

- een elektronische nieuwsbrief voor een breed publiek, ·- Voor het eerst werd in 2007<br />

een jaarverslag voor externe communicatie uitgegeven.<br />

- het project ‘gesmeerd’, een interactieve communicatietraining voor personeel.<br />

• Er wordt een sterk personeelsbeleid gevoerd:<br />

o Het ziekenhuis kreeg hiervoor het label ‘Top Employer <strong>2009</strong>’.<br />

o Er is een actief diversiteitsbeleid bij de recrutering van personeel,<br />

o Er zijn veel faciliteiten inzake work-life balans,<br />

o Bij alle medewerkers die het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> verlaten, wordt er door de dienst HRM<br />

systematisch een gestructureerd exitinterview afgenomen. <strong>De</strong> resultaten hiervan<br />

worden teruggekoppeld naar de diensthoofden en talrijke verbeteracties werden<br />

opgezet. Alle verpleegkundigen hebben daarnaast een gesprek met de directeur<br />

verpleging, de artsen met de medisch directeurs.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Het chirurgisch dagziekenhuis voor volwassenen is geen afzonderlijke architectonische en<br />

organisatorische entiteit. Dagpatiënten worden opgenomen op de verpleegafdeling EH19,<br />

een gemengde one day-short stay heelkundige eenheid.<br />

• Er wordt in het ziekenhuis nog steeds glutaaraldehyde in open systemen gebruikt (op de<br />

consultaties). Hierbij zijn er geen beschermingsmaatregelen of afzuigsystemen voorzien.<br />

Bovendien is het personeel hiervoor niet specifiek opgeleid.<br />

Tekortkomingen<br />

• Het zorgendossier is versnipperd en onoverzichtelijk. Naast het EMD en het papieren of<br />

elektronisch verpleegdossier, hebben andere disciplines vaak nog eigen nota’s. Zo noteren<br />

de kinesisten en sociaal verpleegkundigen bv in een eigen map en nemen zij geen nota in<br />

het patiëntendossier. <strong>De</strong> verpleegkundigen hebben niet steeds zicht/toegang op het<br />

volledige dossier van kinesitherapie en de sociaal verpleegkundige. Bovendien is in het<br />

patiëntendossier geen overzicht van het behandelingsplan of revalidatieschema terug te<br />

vinden, evenmin is terug te vinden welke behandeling effectief gegeven is.<br />

Ook de spelbegeleiding en pedagogisch medewerkers van het kinderziekenhuis nemen<br />

nota in eigen kaften en schrijven hun waarnemingen niet steeds in het patiëntendossier.<br />

Bovendien schrijven zorgverleners die om advies gevraagd worden, dit advies niet<br />

systematisch neer in het patiëntendossier, maar communiceren dit vaak enkel mondeling.<br />

Voorbeelden hiervan zijn adviezen van psychologen, diëtisten, het advies van het<br />

palliatief support team.<br />

Ook verslagen van multidisciplinaire teamvergaderingen worden niet steeds<br />

neergeschreven in het patiëntendossier.<br />

• Terwijl een aantal diensten zeer innovatief zijn op het vlak van patiëntgeoriënteerde zorg<br />

(‘patient-centred care’), hebben sommige afdelingen nog geen aanvang genomen om deze<br />

visie in de praktijk toe te passen (‘hospital focused care’). Nochtans is het centraal stellen<br />

van de patiënt één van de pijlers van de visie en van de waarden waar men als ziekenhuis<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 10


voor staat.<br />

• <strong>De</strong> VIKA registratie is nog beperkt (enkel valincidenten) en niet ziekenhuisbreed<br />

geïmplementeerd (niet alle diensten en/of departementen melden incidenten).<br />

o <strong>De</strong>ze registratie dient jaarlijks te resulteren in een rapport met<br />

sensibiliseringscampagnes en verbeteracties.<br />

o Verder is het nuttig de gegevens van de klachtenregistratie samen te beoordelen met<br />

deze van de VIKA-registratie.<br />

o Momenteel heeft men geen objectieve gegevens over het aantal meldingen dat per<br />

beroepsgroep binnenkomen. Het grootste deel van de meldingen gebeurt door<br />

verpleegkundigen. Volgens de procedure stelt men dat patiëntveiligheid een<br />

gemeenschappelijke opdracht is van alle medewerkers. Om gericht te kunnen<br />

sensibiliseren en vorming in te richten, is het aangewezen om een duidelijke<br />

opvolging te doen van het aantal meldingen per zorgverlenersgroep / per afdeling. Het<br />

opvolgen van het aantal anonieme meldingen kan ook een indicator zijn voor de<br />

cultuur binnen het ziekenhuis.<br />

Naast VIKA bestaan er op afzonderlijke diensten specifieke kwaliteitsbewakingssystemen<br />

(spoed) en registratiesystemen voor incidenten (NICU, OK). Er is geen link tussen de<br />

verschillende systemen en leerervaringen worden beperkt tot de plaats van de registratie.<br />

Men dient na te gaan op welke manier men de verbeterpunten die voortkomen uit de<br />

analyses en die ziekenhuisbreed hun nut kunnen hebben, kan aanwenden op een breder<br />

niveau.<br />

Alle patiëntveiligheidsinitiatieven zijn nog niet ten volle geïmplementeerd binnen het<br />

volledige ziekenhuis en nog te weinig gekend op de werkvloer.<br />

• Hoewel er een zeer goede procedure voor therapeutische restricties is uitgeschreven,<br />

wordt dit vooruitstrevende beleid in de praktijk niet waargemaakt. Bij nazicht van 5<br />

patiëntendossiers met een therapeutische restrictie bleek nergens sprake van een overleg,<br />

of van de wens van de patiënt, noch van communicatie met de verwijzende arts. <strong>De</strong> code<br />

bevat vaak zelfs geen datum of motivatie.<br />

Verder bestaan er meerdere systemen om de ACP-code te noteren. <strong>De</strong> code kan genoteerd<br />

worden in het EMD, ofwel op een blauw formulier neergeschreven worden in het papieren<br />

medisch dossier. Zelfs op één zelfde verpleegafdeling wordt hierover geen uniform<br />

systeem gehanteerd.<br />

Hoewel men gebruik maakt van een code A, wordt de ACP-code volgens de procedure<br />

niet steeds ingevuld.<br />

• Het fixatiebeleid is uitgeschreven in een procedure. Bij controle van patiëntendossiers op<br />

de verpleegafdelingen bleek dit beleid in de praktijk niet toegepast te worden. In het<br />

patiëntdossier van gefixeerde patiënten vindt men geen nota’s omtrent observatie, overleg<br />

en evaluatie terug.<br />

• Tijdens gesprekken op verschillende verpleegafdelingen bleken de<br />

hoofdverpleegkundigen niet op de hoogte van het ziekenhuisbreed suïcidepreventieplan.<br />

• <strong>De</strong> beveiliging van het elektronisch dossier lijkt niet helemaal sluitend te zijn. Het<br />

elektronisch verpleegkundig dossier sluit zichzelf niet automatisch af waardoor een<br />

scherm langere tijd kan openstaan zonder toezicht, waardoor anderen niet-traceerbare<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 11


notities kunnen invoeren. Afmelden vereist drie handelingen.<br />

• Patiënten worden niet geïnformeerd over hun recht op inzage in het patiëntendossier, en<br />

het recht op afschrift van het dossier.<br />

• <strong>De</strong> capaciteit van de dienst intensieve zorgen is te klein in verhouding tot het aantal<br />

kritieke patiënten in het ziekenhuis.<br />

Men dient dringend te evalueren of het aantal IZ-bedden, het medische kader en de<br />

infrastructuur nog tegemoet komt aan de actuele noden van dit universitaire ziekenhuis.<br />

<strong>De</strong>ze opmerking werd reeds 5 jaar geleden in het auditverslag geformuleerd.<br />

• Er is een probleem inzake scheiding van patiëntenstromen. Gehospitaliseerde patiënten<br />

worden tijdens transport per bed voortdurend geconfronteerd met bezoekers en<br />

poliklinische patiënten. Verpleegafdelingen liggen in elkaars verlengde, waardoor alle<br />

bezoek en transport passeert via de voorliggende verpleegafdeling.<br />

• Het algemeen organogram is helder omtrent de hiërarchische aansturing voor<br />

verpleegkundigen en artsen. Voor het paramedisch personeel is het organogram echter<br />

weinig transparant. <strong>De</strong> aansturing van paramedici gebeurt via verschillende kanalen en op<br />

verschillende niveaus voor de verschillende paramedische disciplines. Zo vallen de<br />

kinesisten onder de hiërarchische verantwoordelijkheid van de dienstverantwoordelijke<br />

Fysiotherapie en Revalidatie. <strong>De</strong> diëtisten vallen onder de hiërarchische<br />

verantwoordelijkheid van het hoofd facilitaire diensten. <strong>De</strong> psychologen vallen onder de<br />

hiërarchische verantwoordelijkheid van het diensthoofd psychologie. Terwijl de overige<br />

paramedici onder de hiërarchische verantwoordelijkheid vallen van het medisch<br />

diensthoofd van de dienst waarbinnen zij hun activiteit uitoefenen.<br />

Minimaal dient het organogram de hiërarchische weg inzake communicatie top-down en<br />

bottom- up duidelijk te worden weergegeven.<br />

Aanbevelingen<br />

• We bevelen aan om bij de keuze van nieuwe leden voor de Raad van Bestuur de<br />

voorkeur te geven aan personen met expertise in ziekenhuismanagement, dit om de<br />

professionalisering verder door te voeren op het niveau van de Raad van Bestuur.<br />

• <strong>De</strong> opstelling en uitwerking van jaarverslagen en beleidsplannen per dienst, functie en<br />

zorgprogramma, die multidisciplinair worden geëvalueerd, staat voor tal van diensten nog<br />

in zijn kinderschoenen.<br />

<strong>De</strong> huidige medische activiteitsverslagen bevatten geen nuttige activiteitsgegevens m.b.t.<br />

zorg of gegevens die een beeld kunnen geven van de kwaliteit van zorg, maar zijn vooral<br />

een opsomming van de stafleden en van hun gevolgde/georganiseerde vorming en<br />

publicaties.<br />

Nu beschikken al heel wat diensten en disciplines (orthopedie, pneumologie, spoed,<br />

intensieve zorgen, centrum voor reproductieve geneeskunde, cardiologie, neurologie,<br />

pediatrie, radiologie en medische beeldvorming, heelkunde en anesthesiologie) over een<br />

medisch beleidsplan, maar het is niet steeds duidelijk in welke mate het verpleegkundig<br />

en paramedisch departement aan de totstandkoming participeerden.<br />

We bevelen aan dat alle diensten en afdelingen een geïntegreerd medisch-verpleegkundig<br />

jaarverslag en beleidsplan zouden opstellen. <strong>De</strong>ze momenten van kritische terugblik,<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 12


waarin zowel positieve als negatieve opmerkingen aan bod kunnen komen, kunnen de<br />

basis vormen voor een verder beleid van permanente verbetering.<br />

• Hoewel men centraal in het ziekenhuis over een massa aan indicatoren beschikt (bv de<br />

cel beleidsinformatie) die wel op overlegvergaderingen teruggekoppeld worden, wordt<br />

hiervan weinig gebruik gemaakt op dienstniveau of op de werkvloer. We bevelen aan om<br />

centraal beschikbare registratiegegevens gebruiksvriendelijk en op maat terug te koppelen<br />

met de nodige duiding. Zo kunnen ze de basis vormen voor aansturing van diensten en<br />

verbeterprojecten.<br />

• Aanbeveling om de algemene onthaalbrochure te vertalen in het Frans en Engels, naar<br />

analogie met de website van het ziekenhuis, en tal van dienstspecifieke infobrochures. In<br />

registraties van het ziekenhuis telt men 30% Franstalige patiënten, bij navraag op de<br />

afdelingen zou het zelfs om de helft van de patiënten gaan.<br />

• We bevelen aan om patiënten (pro)actiever te informeren over de financiële aspecten<br />

van een ziekenhuisopname. Patiënten hebben volgens de wet op de patiëntenrechten<br />

immers het recht vooraf ingelicht te zijn over de kosten en tarieven van de toegediende<br />

zorg. Op dit moment worden patiënten bij opname via de opnameverklaring ingelicht.<br />

Meer informatie zou o.a. nuttig zijn over de prijs van rooming-in, over de voorschotten<br />

die bij ontslag worden gevraagd, de schatting van kostprijs van courante ingrepen, …<br />

Het centrum voor reproductieve geneeskunde heeft een folder ontwikkeld met zeer<br />

duidelijke informatie over de financiële aspecten van de verschillende behandelingen.<br />

<strong>De</strong>ze informatie zou als voorbeeld kunnen dienen voor andere diensten.<br />

• We bevelen aan om na te gaan in welke mate de analyse van elk VIKA-incident<br />

haalbaar blijft nadat de registratie uitgebreid wordt met andere meldingen. Ook de<br />

werkbelasting voor de dossiersbehandelaars dient geëvalueerd te worden aangezien zij<br />

hiervoor momenteel niet vrijgesteld zijn van andere taken .<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 13


4 Medisch beleid<br />

Algemene vaststellingen<br />

• <strong>De</strong> huidige hoofdgeneesheer is voltijds in dienst sedert 1 juli 2004. Een deel van de taken<br />

van de hoofdgeneesheer zijn gedelegeerd naar de functie “medisch directeur”. Momenteel<br />

zijn er twee medische directeurs, waarbij de hoofdgeneesheer een van deze twee functies<br />

invult. <strong>De</strong> hoofdgeneesheer beschikt over administratieve ondersteuning en de medische<br />

directeurs kunnen beschikken over exploitatieverantwoordelijken met betrekking tot de<br />

bedrijfseconomische exploitatie en de voorbereiding van specifieke dossiers.<br />

• Er zijn 555 artsen verbonden aan het ziekenhuis (443,3 VTE) waarvan 161 artsenspecialisten-in-opleiding<br />

(ASO’s).<br />

• Er is een nieuwe algemene regeling sinds 1/1/06.<br />

Een nieuw medisch reglement en een nieuwe financiële regeling werden 1,5 jaar geleden<br />

uitgeschreven en zouden binnenkort goedgekeurd worden.<br />

• <strong>De</strong> voorbije jaren werden een tiental nieuwe medische diensthoofden aangesteld.<br />

Diensthoofden worden niet meer voor onbepaalde duur benoemd, maar krijgen een<br />

contract voor 5 jaar op basis van een businessplan. Na 5 jaar gebeurt een evaluatie op<br />

basis van een assessment.<br />

• <strong>De</strong> hoofdgeneesheer wordt soms uitgenodigd op de Raad van Bestuur van het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong><br />

(R.U.Z.) en de medische raad. <strong>De</strong> medische raad vaardigt 5 van de 15 stemgerechtigde<br />

leden af naar de R.U.Z.<br />

• Begin 2008 werd een financiële overlegcommissie opgericht, met leden van de medische<br />

raad en de Raad van Bestuur.<br />

Sterke punten<br />

• Het Universitair ziekenhuis <strong>Brussel</strong> biedt topreferente en topklinische zorg aan. Voor<br />

sommige aspecten fungeert de instelling niet alleen als derde, maar zelfs als vierde<br />

lijnscentrum. In de toekomst wil men de focus nog sterker leggen op een aantal<br />

expertisedomeinen (centrum voor reproductieve geneeskunde, centrum voor hart- en<br />

vaatziekten, diabetescentrum, oncologisch centrum, centrum voor medische<br />

beeldvorming en kinderziekenhuis), en hierin zowel nationaal als internationaal meer<br />

erkenning te verwerven.<br />

• <strong>De</strong> medische raad is sterk betrokken bij het (kwaliteits)beleid in het ziekenhuis. Naast de<br />

participatie aan de raad van bestuur zetelt er ook een delegatie van de medische raad in de<br />

stuurgroep kwaliteit en patiëntveiligheid.<br />

• Men heeft een aanvang genomen met performantie gericht management. Er is een systeem<br />

met incentives opgestart voor de medische diensten op basis van performantiecriteria.<br />

Afhankelijk van een score m.b.t. administratieve performantie, medische kwaliteit en<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 <strong>14</strong>


kwaliteitssystemen, krijgen diensten al of niet meer werkingsgelden en/of meer personeel.<br />

• Er bestaat een goede overlegstructuur met de huisartsen uit de omgeving:<br />

- Er werd een charter voor een goede relatie tussen huisartsen en de ziekenhuisdiensten<br />

uitgeschreven;<br />

- er is een maandelijks gestructureerd overleg inzake diabetes met Medirand vzw, dat<br />

alle huisartsenkringen in de Vlaamse rand rond <strong>Brussel</strong> overkoepelt;<br />

- er is een actieve deelname aan de vzw Zorgnet;<br />

- er bestaat een samenwerkingsprotocol met verschillende huisartsenkringen inzake<br />

preoperatieve onderzoeken;<br />

- er loopt een project waarbij <strong>Brussel</strong>se huisartsen toegang hebben tot het elektronisch<br />

dossier van hun opgenomen patiënten en elektronisch onderzoeken kunnen aanvragen.<br />

- <strong>De</strong> medische raad heeft een commissie ‘relaties met huisartsen’ en een<br />

geneesheerombudsman die bemiddelt bij problemen in de relatie met huisartsen en<br />

externe specialisten.<br />

• Recent werd de regeling rechtsverhouding artsen-specialisten-in-opleiding uitgeschreven.<br />

• Via het aanvraagsysteem voor wetenschappelijke verlofdagen heeft de hoofdgeneesheer<br />

zicht op de permanente vorming van alle ziekenhuisartsen.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Medicatie wordt elektronisch voorgeschreven. Hierop werd geen beveiliging<br />

geïnstalleerd, zodat zowel artsen als verpleegkundigen medicatie langs deze weg kunnen<br />

voorschrijven. <strong>De</strong> artsen ondertekenen wel bij ontslag van de patiënt een verzamelblad<br />

van alle voorgeschreven medicatie. Het geschatte percentage voorgeschreven door arts<br />

ten opzichte van het geschatte percentage voorgeschreven door verpleegkundigen<br />

verschilt sterk van afdeling tot afdeling en gaat tot 50% voorgeschreven door<br />

verpleegkundigen.<br />

Medicatie dient te allen tijde voorgeschreven en gevalideerd te worden door een arts. Het<br />

is belangrijk het gebruikte systeem binnen het ziekenhuis hierop aan te passen.<br />

• Verpleegkundigen stellen B2-handelingen zonder medisch order. Zo werd vastgesteld dat<br />

narcotische medicatie werd toegediend door verpleegkundigen op basis van een<br />

mondeling medisch order, dat achteraf niet werd neergeschreven in het dossier.<br />

• Thuismedicatie wordt door de huisarts voorgeschreven, door de patiënt meegebracht, en<br />

soms op de kamer bewaard en valt dan onder verantwoordelijkheid van de patiënt.<br />

Het bewaren van de medicatie op de kamer en inname zonder toezicht van het<br />

verpleegkundige personeel dient vermeden te worden. Indien dit toch wordt toegepast,<br />

dient de behandelende geneesheer hiervoor een medisch order in het patiëntendossier te<br />

noteren, zoals nochtans voorzien is in de procedure. <strong>De</strong> verpleegkundigen kunnen dan<br />

niet aansprakelijk gesteld worden voor het eventueel foutief toedienen van<br />

geneesmiddelen.<br />

• <strong>De</strong> interne liaison geriatrie is onvoldoende ontwikkeld. Men schrijft dit toe aan de<br />

relatief beperkte omvang van de dienst (waardoor men beschikt over een beperkt aantal<br />

geriaters). <strong>De</strong> beperkte omvang van de dienst ligt echter aan de basis van het feit dat heel<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 15


wat geriatrische patiënten op de afdelingen interne en chirurgie terechtkomen, wat de<br />

noodzaak aan een interne liaison des te groter maakt.<br />

Een plurisdisciplinaire benadering en de opstart van revalidatie vanaf de eerste dag van<br />

opname bepaalt in sterke mate de kans op terugkeer naar huis voor geriatrische patiënten.<br />

Een opname van een geriatrische patiënt op een niet-geriatrische afdeling houdt een<br />

verhoogd risico in inzake morbiditeit en mortaliteit.<br />

Verdere uitwerking van de interne liaisonwerking met screening van alle 75-plussers is<br />

dan ook nodig.<br />

Tekortkomingen<br />

• Niet op alle hospitalisatie afdelingen zijn er afspraken in verband met zaalrondes.<br />

Gemaakte afspraken worden niet steeds gerespecteerd. Op sommige afdelingen toeren<br />

artsen op allerhande momenten van de dag, soms zelfs tot 20u. Soms toeren dokters in<br />

afwezigheid van verpleegkundigen, soms enkel met ASO’s. <strong>De</strong> verpleegkundigen worden<br />

dan mondeling op de hoogte gebracht van eventuele therapiewijzigingen. <strong>De</strong>rgelijke<br />

werkwijze houdt risico’s in op fouten.<br />

Goede afspraken omtrent zaalrondes die haalbaar zijn voor alle partijen, zouden de<br />

verpleegkundigen kunnen toelaten om de zorg voor de patiënt optimaler te plannen.<br />

• Eens goedgekeurd dient het medisch reglement verder per dienst te worden uitgewerkt<br />

door de geneesheren-diensthoofden, hierin kunnen bv. afspraken vermeld worden inzake<br />

zaalrondes en interprofessioneel overleg.<br />

In het maken van dergelijke afspraken is een gestructureerd overleg onontbeerlijk en<br />

dient een zekere souplesse, flexibiliteit en discipline aan de dag te worden gelegd door de<br />

artsen.<br />

Aanbevelingen<br />

• Ondanks de interesse bij veel artsen en alle inspanningen (zeer vroege en late<br />

bijscholingsmomenten, lunch and learn sessies, accreditering …) blijkt het zeer moeilijk<br />

om artsen te bereiken voor het volgen van ziekenhuisbrede bijscholingen.<br />

We bevelen aan om binnen de stuurgroep VTO ook voor artsen streefdoelen inzake<br />

vorming te bepalen en dit door de medische diensthoofden te laten opvolgen.<br />

Verder lijkt het ons aangewezen om de opvang van medische studenten en assistenten in<br />

opleiding gestructureerd te laten verlopen (zoals vb. gepland is voor de informatica<br />

opleidingen voor de nieuwe ASO’s ) en de mogelijkheden van E-learning verder te<br />

onderzoeken.<br />

• We bevelen aan om te onderzoeken hoe men een bredere groep van artsen kan<br />

bereiken voor een opleiding inzake omgaan met klachten en communicatie. Uit het<br />

jaarverslag van de ombudsdienst blijkt dat heel wat klachten waarbij artsen betrokken<br />

zijn te maken hebben met bejegening en dat de medewerking van artsen bij het<br />

bemiddelingsproces niet steeds optimaal is.<br />

• Advies om de plannen om medische audits te organiseren, uit te voeren.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 16


5 Verpleegkundig beleid<br />

Algemene vaststellingen<br />

• In januari 2007 werd de structuur van het verpleegkundig departement gewijzigd om<br />

enerzijds te blijven voldoen aan de behoeften van het departement en anderzijds beter aan<br />

te sluiten bij het algemeen ziekenhuisorganogram (vb. verpleegkundige diensthoofden<br />

parallel met medische directeurs).<br />

Er zijn twee verpleegkundig diensthoofden aangesteld (één per departement); deze<br />

worden aangestuurd door de verpleegkundig directeur. <strong>De</strong> diensthoofden sturen de<br />

hoofdverpleegkundigen aan.<br />

Om de inhoudelijke aspecten (o.a. verpleegdossier, werklastestimatie, opvang nieuwe<br />

medewerkers, VG-MZG, projecten, …) van de verpleegkunde beter te kunnen<br />

ontwikkelen werd de Cel Professionalisering opgestart.<br />

• <strong>De</strong> paramedici vallen niet onder de verantwoordelijkheid van het verpleegkundig<br />

departement.<br />

Sterke punten<br />

• In het verpleegkundig departement van het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> is men sterk bezig met<br />

‘taakuitzuivering’ (functiedifferentiatie en functiewaardering) om aan de uitdaging<br />

“blijvende hoogstaande kwalitatieve en veilige zorg verlenen in combinatie met een<br />

gunstige arbeidssituatie voor de zorgverleners” te kunnen blijven voldoen.<br />

Men kiest er bewust voor om in de toekomst verpleegkundigen enkel in de zorg in te<br />

schakelen. Op een groot aantal diensten worden verpleegkundigen reeds ondersteund<br />

door een afdelingssecretariaat, logistieke assistenten en brancardiers (24u/24u en 7 dagen<br />

op 7) die o.a. instaan voor administratieve taken, het maaltijdgebeuren, het<br />

patiëntenvervoer, het materiaalbeheer, enz.<br />

Ook de keuze voor het zorgmodel teamverpleging met een gestructureerd zorgteam,<br />

waarbij men als streefdoel de totaalzorg via patiëntentoewijzing vooropstelt, kadert in<br />

deze zienswijze.<br />

Verder is men bezig om de functies referentieverpleegkundige en verpleegkundig<br />

specialist te herdefiniëren, om naast de mogelijkheid voor verpleegkundigen om een<br />

hiërarchische ladder te beklimmen, ook een klinische carrière aan te bieden. Tevens denkt<br />

men aan de invoering van senior-verpleegkundigen en nurse practitionars.<br />

<strong>De</strong> invulling van het concept functiedifferentiatie gebeurt omwille van organisatorische<br />

aanpassingen en financiële beperkingen geleidelijk aan.<br />

• <strong>De</strong> functie-inhoud van hoofdverpleegkundigen evolueert naar een managementopdracht.<br />

Zij worden hiervoor ondersteund door het aanbod van interne opleiding (situationeel<br />

leiderschap), een intern bijscholingsprogramma over specifieke topics zoals financiering,<br />

motivatie (6 maal anderhalf uur in 2008) en een opleiding “voeren van functionerings- en<br />

evaluatiegesprekken”, waarvan er een nieuwe opleiding is gepland voor <strong>2009</strong>.<br />

Er is terugkoppeling van talrijke centraal bewaakte kwaliteitsparameters (bv. correcte<br />

invulling verpleegdossier, verbruik handalcohol, terugkoppeling van klachten via<br />

ombudsdienst, prevalentie decubitus).<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 17


Occasioneel worden verbruiksgegevens en activiteitscijfers teruggekoppeld. Dit zal meer<br />

gestructureerd en geïntegreerd verlopen na de invoering van het nieuwe datawarehouse en<br />

ERP (= Enterprise Resource Planning) dat gepland wordt in het voorjaar van <strong>2009</strong>.<br />

• Het papieren verpleegkundig patiëntendossier werd vernieuwd en gestandaardiseerd.<br />

Dit komt de herkenbaarheid, de registratie (bv MVG is geïntegreerd), communicatie,<br />

efficiëntie en continuïteit ten goede. Door de projectgroep verpleegkundig dossier is<br />

overgegaan tot het ontwikkelen van een eigen elektronisch verpleegkundig dossier.<br />

Hierbij zijn reeds alle randvoorwaarden voor uitbreiding (o.a. link met medicatie, labo,<br />

medisch dossier, …) aanwezig en kan de anamnese en het nursing volgblad (parameters<br />

en vochtbilan) op een aantal diensten reeds elektronisch worden ingevoerd. In het<br />

voorjaar van <strong>2009</strong> wil men overgaan tot de elektronische zorgplanning en zorgregistratie.<br />

Vier keer per jaar wordt een audit gedaan van de verpleegkundige dossiers waarbij per<br />

afdeling 30 dossiers worden gecontroleerd op o.a. planning, correcte registratie,<br />

verantwoording van acties. Hoofdverpleegkundigen krijgen hiervan een terugkoppeling<br />

met verbeterpunten.<br />

• People management is een belangrijk werkveld binnen het ziekenhuis, met aandacht<br />

voor de schaarste aan verpleegkundigen, actieve werving en personeelsretentie.<br />

o Om in te spelen op de verdeling en efficiënte inzet van de schaarse middelen werden<br />

maatregelen genomen door het verpleegkundig departement. Bijvoorbeeld gebruik<br />

van WEST (werklastestimatie) om personeel te verschuiven tussen de diensten en de<br />

inzet van de mobiele equipe mee te bepalen, sluiting van een afdeling tijdens het<br />

weekend of de eindejaarsperiode, invoeren van het verzuimbeleid;<br />

o Er is aandacht voor de “oudere medewerker”:medewerkers ouder dan 55 jaar kunnen<br />

muteren naar een dienst zonder nachtprestaties of/en kunnen deels vrijgesteld<br />

worden voor overdracht van kennis en vaardigheden aan jongere collega’s zodat hun<br />

competentie niet verloren gaat;<br />

o Mutaties worden gestimuleerd (”de juiste persoon op de juiste plaats”): men biedt de<br />

mogelijkheid om tijdelijk in te stappen in de mobiele equipe in voorbereiding op een<br />

mutatie naar een andere dienst. Interne medewerkers krijgen voorrang bij een<br />

vacature op polikliniek;<br />

o Vijf adjunct hoofdverpleegkundigen werden aangesteld om hoofdverpleegkundigen<br />

tijdelijk vrij te stellen voor ondersteuning van de cel professionalisering;<br />

o Het retentiebeleid werd uitgewerkt met aandacht voor taakuitzuivering,<br />

vervolmakingsmogelijkheden, aandacht voor ergonomie, aandacht voor balans<br />

werk-privé, mogelijkheden tot mutatie, incentives.<br />

• Men heeft een omvangrijk beleid uitgewerkt naar recrutering van nieuwe<br />

verpleegkundigen.<br />

o Op korte termijn zorgt men voor persoonlijke binding van studenten met<br />

werkterrein, trajectstages cardio, pneumo, gastro en onco voor<br />

derdejaarsstudenten;<br />

o Op middellange termijn wil men recruteren door het organiseren van vb.<br />

jobbeurzen, inzetten van jobstudenten en weekendstudenten, samenwerking<br />

met meerdere scholen voor verpleegkunde;<br />

o In de lange termijn visie werkt men mee aan een campagne om het beroep van<br />

verpleegkunde aantrekkelijker te maken. Hiervoor werd een H-team opgericht<br />

in samenwerking met andere <strong>Brussel</strong>se ziekenhuizen om leerlingen al op<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 18


jongere leeftijd kennis te laten maken met het beroep. Het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> heeft<br />

hierin een vertegenwoordiging van 5 medewerkers.<br />

o Verder werd het introductiebeleid vernieuwd, zowel voor studenten als voor<br />

nieuwe verpleegkundigen. Hierin kadert het mentorcoachproject welke een<br />

synergisch effect wil creëren tussen de opvang van studenten en de introductie<br />

van nieuwe medewerkers. <strong>De</strong> opleiding van mentoren gebeurt in<br />

samenwerking met hogescholen.<br />

o Jaarlijks worden ontmoetingsdagen georganiseerd door verpleegkundigen van<br />

de diensten geneeskunde, heelkunde en geriatrie in samenwerking met het<br />

departement verpleegkunde.<br />

• Begeleiding van nieuwe medewerkers verloopt gestructureerd en wordt gestuurd<br />

vanuit de werkgroep “opvang en introductie van nieuwe medewerkers”. Algemeen is er<br />

een tweedaags inscholingsprogramma voorzien en zijn er maandelijks opleidingsdagen<br />

die het eerste jaar verplicht moeten gevolgd worden.<br />

Nieuwe medewerkers worden geëvalueerd na 3, 6 en 12 maanden.<br />

• Sinds 2005 hanteert men een meetinstrument voor de zorgzwaarte t.o.v.<br />

personeelsinzet nl. WEST. Dagelijks wordt aan de hospitalisatieafdelingen (C, D, E en G)<br />

gevraagd om een werklastinschatting van de verblijvende patiënten te scoren. <strong>De</strong><br />

hoofdverpleegkundige van de mobiele equipe analyseert in overleg met het<br />

verpleegkundig diensthoofd, de ingevoerde gegevens in de computer en kent op basis van<br />

de scores en bijkomende info uit gesprekken de mobiele equipe toe. Diensten die geen<br />

gebruik kunnen maken van dit instrument, moeten telefonisch iemand van de mobiele<br />

equipe aanvragen.<br />

• Sinds 2003 is er door een werkgroep ‘omgaan met agressie’ een praktisch handboekje<br />

‘omgaan met en aanpak van agressie’ en een agressieprotocol uitgewerkt. Men is gestart<br />

met de registratie van agressie en de opstart van een agressiemeldpunt. Tevens werden<br />

handige agressiesteekkaarten ontwikkeld.<br />

• Naast het verpleegkundig jaarverslag is er een actieplan verpleegkunde 2008-<strong>2009</strong>-<br />

2<strong>01</strong>0 waarbij men van het concept ‘Magnet Hospitals’ als beleidslijn vertrekt om het<br />

verpleegkundig beleid uit te bouwen en verder te evolueren.<br />

• Men beschikt over een draaiboek dat gebruikt wordt bij de verhuis van een afdeling.<br />

Elk item (vb. aansluitingen) waarmee men moet rekening houden komt hierin aan bod,<br />

tevens is er aandacht voor controle.<br />

• In december 2007 werd het adviesorgaan RIVOK ( Raad Interdepartementeel<br />

Verpleegkundig Overleg van Kaderpersoneel) opgestart. In deze raad, die maandelijks<br />

vergadert, zetelen (8) hoofdverpleegkundigen uit de twee departementen, de<br />

verpleegkundig directeur en de twee verpleegkundige diensthoofden. <strong>De</strong>ze raad werkt<br />

beleidsondersteunend naar het verpleegkundig departement (vb. discussie i.v.m.<br />

stopzetting aanwerving zorgkundigen, successie van hoofdverpleegkundigen,<br />

personeelstekorten) als naar het algemeen beleid. (vb. problematiek rooklocaties)<br />

• In 2007 werd er bij elke hoofdverpleegkundige en leidinggevende gepeild naar<br />

behoeften, knelpunten en verwachtingen inzake vorming. Hierbij werden per afdeling een<br />

aantal verpleegkundigen betrokken (representatief voor de equipe). Daarnaast werd er een<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 19


inventaris opgemaakt van de expertise die in het ziekenhuis aanwezig is. Op basis van<br />

deze twee componenten werd er een vernieuwd vormingsbeleid “vormingen voor en door<br />

verpleegkundigen” ontwikkeld.<br />

o Verpleegkundigen kunnen in samenspraak met de cel vorming initiatief nemen<br />

om vormingen te organiseren.<br />

o Interne vormingen worden aan de hand van een jaarplanning weergegeven in<br />

een “vormingsboekje”. Een aantal vormingen zijn vanaf 2008 als vaste items<br />

opgenomen (omgaan met agressie, CRP …).<br />

o Inschrijvingen gebeuren online via het intranet.<br />

o Verpleegkundigen dienen 15 uur vorming per jaar te volgen, zorgkundigen 8<br />

uur per jaar. <strong>De</strong> helft hiervan moeten interne bijscholingen zijn.<br />

o Alle vernieuwde procedures waaraan men verhoogde aandacht wil schenken,<br />

worden opgenomen in het aanbod (vb. fixatie, VIKA …)<br />

o Externe bijscholingen worden aangemoedigd met het oog op kwalitatief hoog<br />

geschoold personeel. In 2007 werden verschillende brugopleidingen en<br />

vervolgopleidingen gevolgd (zorgmanagement, diabeteseducatie, palliatieve<br />

zorg, spoed en intensieve zorgen, perfusionist …)<br />

o In het kader van opleiding wordt aan alle verpleegkundigen de kans geboden<br />

om (maximaal 3) autopsies bij te wonen.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Verpleegkundigen in opleiding worden (tijdens vakanties en weekends) in het<br />

ziekenhuis aangesteld als verzorgende, wat betekent dat zij steeds onder supervisie<br />

moeten werken. Uit gesprekken blijkt dat zij op sommige afdelingen verpleegkundige<br />

taken krijgen toegewezen (bv bloed prikken, poortcatheter aanprikken op EH 34) en op<br />

andere afdelingen worden ingezet om aan de minimumbestaffing te kunnen voldoen en<br />

dan de volledige verantwoordelijkheid dragen voor de patiënt. (bv. op VE 54<br />

bloedafname, bloeddruk nemen)<br />

• Vrijwilligers worden ingeschakeld voor het onthaal van patiënten en op de dienst<br />

oncologie. <strong>De</strong> vrijwilligers staan op de dienst oncologie ook mee in voor de zorg (helpen<br />

eten geven). Dit staat bv vermeld in de functie-inhoud van de vrijwilliger. Vrijwilligers<br />

mogen geen zorgtaken uitvoeren aangezien dit verpleegtechnische handelingen zijn. Zij<br />

kunnen enkel taken krijgen ter bevordering van de levenskwaliteit (wandelen, lezen, …).<br />

• Volgens de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers moet door<br />

het ziekenhuis aan de vrijwilliger een organisatienota ter informatie<br />

(verzekeringscontract, contactpersoon, geheimhoudplicht, juridisch statuut van de<br />

organisatie, …) worden overgemaakt. Het ziekenhuis beschikt niet over een<br />

organisatienota.<br />

Het algemeen organogram dient aangevuld te worden met de coördinator - vrijwilligers.<br />

• Er wordt niet op alle afdelingen aan zorgplanning gedaan. Zorgplanning is een<br />

belangrijk gegeven in de continuïteit van zorgverlening. Het is aangewezen om de zorg<br />

per dag, op de kamer en in overleg met de patiënt te plannen. Dit maakt het mogelijk om<br />

zelfzorg en betrokkenheid in het eigen genezingsproces te stimuleren. Afspraken tussen<br />

patiënt en zorgverlener, gebaseerd op verpleegkundige observaties, worden in het<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 20


patiëntendossier weergegeven in de vorm van geplande zorg voor de dag nadien. Dit is de<br />

basis waarop de (collega) verpleegkundige zich zal baseren om, daags nadien, deze<br />

afspraken na te komen.<br />

Tekortkomingen<br />

• Men heeft onvoldoende objectief zicht op de ervaringen en arbeidsbeleving van het<br />

personeel. Tijdens gesprekken werd meermaals de hoge werkdruk en gevoel van<br />

waardering als knelpunt aangekaart.<br />

• Begeleiding van herintreders en medewerkers die muteren, verloopt nog niet<br />

gestructureerd. Zij worden enkel gekoppeld aan een meter/peter.<br />

Aanbevelingen<br />

• Advies om op elke afdeling jaarlijks met alle medewerkers een functioneringsgesprek<br />

te houden.<br />

• Aanbeveling om het patiëntenvervoer te registreren waardoor relevante data (over<br />

tijdstippen en aantal) bekomen worden.<br />

• Er wordt geadviseerd om op alle afdelingen afdelingsvergaderingen te houden en de<br />

frequentie te bewaken. Het vastleggen van besproken punten d.m.v. formele<br />

verslaggeving is aangewezen, wil men nadien gemaakte afspraken kunnen staven.<br />

• Aanbeveling om de communicatie naar de werkvloer te evalueren.<br />

• In het kader van de managementsopdracht waartoe de functie van hoofdverpleegkundige<br />

evolueert is het aan te bevelen om ook hoofdverpleegkundigen te laten proeven van<br />

kwaliteitsmeting, -rapportering en opvolging. (vb. opleiding over PDCA-cyclus) Het<br />

invoeren van een sterkte-zwakte analyse op de verpleegafdelingen, samen met het<br />

opstellen van een multidisciplinair jaarverslag en beleidsplan kan de kwaliteit van de<br />

verpleegkundige zorg ten goede komen.<br />

• Een aantal afdelingen kunnen voor vervangingen slechts beperkt beroep doen op de<br />

personeelsleden van de mobiele equipe, omdat het werk vrij specifiek is. Advies om na te<br />

gaan of het niet mogelijk zou zijn om bepaalde mensen van de mobiele equipe specifiek<br />

op te leiden voor deze diensten (M, IZ, OK, spoed).<br />

• Niettegenstaande men een minimum aantal uren vorming per jaar vooropstelt, zijn er<br />

momenteel geen richtlijnen inzake personeelsleden die dit quotum niet halen. Vormingen<br />

worden door verpleegkundigen individueel bijgehouden op een vormingskaart, die op het<br />

einde van het jaar moet binnen geleverd worden bij directie verpleging. Het is niet<br />

duidelijk wie zal instaan voor het opvolgen van deze resultaten. Men wenst dit te<br />

integreren in functioneringsgesprekken, maar deze zijn door de directie niet opgelegd en<br />

gaan niet op elke afdeling systematisch door. Op afdelingsniveau plant men om vanuit het<br />

middenkader vorming te bespreken met de hoofdverpleegkundige op basis van een interne<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 21


enchmarking.<br />

• Aanbeveling om registratiegegevens omtrent vorming toegankelijk te maken of<br />

regelmatiger terug te koppelen naar hoofdverpleegkundigen. Sommige<br />

hoofdverpleegkundigen houden nu, naast de centrale registratie ook nog een eigen<br />

overzicht bij van de gevolgde vorming van hun personeelsequipe.<br />

• Uit gesprek blijkt dat er binnen de groep van logistieke medewerkers en brancardiers<br />

minder een cultuur van permanente bijscholingen aanwezig is. Vandaar de aanbeveling<br />

tot het structureel inbedden van aangepaste intern georganiseerde vormingen in plaats van<br />

“in functie van noodzaak”, en verder algemene vormingen zoveel mogelijk open te<br />

stellen voor deze doelgroep.<br />

• We bevelen aan om het ziekenhuisbrede inscholingsbeleid in modules op te stellen.<br />

Hierdoor kan het flexibeler of meer op maat gebruikt worden voor herintreders of<br />

medewerkers die muteren naar een andere dienst.<br />

• Het is aangewezen om naast een ziekenhuisbreed inscholingsprogramma ook op het<br />

niveau van alle afdelingen en diensten een inscholingsprogramma volgens een<br />

stappenplan uit te werken.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 22


6 Kwaliteitsbeleid<br />

Algemene vaststellingen<br />

• Het kwaliteitsbeleid krijgt binnen het ziekenhuis structuur door de<br />

kwaliteitscoördinator in functie vanaf 2003 en de stuurgroep kwaliteit en<br />

patiëntveiligheid, met vertegenwoordiging van directie. <strong>De</strong> laboratoria en de facilitaire<br />

diensten hebben tevens hun eigen kwaliteitscoördinatoren en<br />

kwaliteitsorganisatie/structuur.<br />

• Er werd gekozen voor volgende verbeterprojecten:<br />

<strong>De</strong> klinische performantie:<br />

o Acuut myocard infarct<br />

o Community acquired pneumonia<br />

o Cerebro-vasculair accident<br />

o Early Warning score<br />

<strong>De</strong> operationele performantie:<br />

o Bloedtransfusie<br />

o Werkestimatiesysteem<br />

Evaluatie door de gebruikers:<br />

o Continue tevredenheidsbevraging van gehospitaliseerde patiënten op C en D<br />

o Tevredenheidsonderzoek over de informatieverstrekking op C en D<br />

Evaluatie door de medewerkers<br />

o Evaluatie a.h.v. gestructureerde exitinterviews<br />

Sterke punten<br />

• Het gehele kwaliteitsbeleid van het ziekenhuis ademt een gemotiveerde en<br />

enthousiasmerende sfeer uit. Hierbij worden innoverende projecten en een innoverende<br />

aanpak van verbeteracties niet geschuwd. Het kwaliteitsbeleid is zowel top-down als<br />

bottom-up georganiseerd, waarbij ook de artsen volop gestimuleerd worden tot deelname.<br />

• Het kwaliteitshandboek is omvattend, gedetailleerd en heel grondig opgemaakt, waarbij<br />

zowel het medische luik als de operationele kant van het ziekenhuisgebeuren uitgebreid<br />

worden toegelicht en beschreven. Het kwaliteitshandboek gaat in zijn beschrijving ook<br />

ruimer dan de regelgeving voorschrijft, een aantal projecten rond patiëntveiligheid worden<br />

tevens opgenomen in het handboek.<br />

• Er werd een zeer degelijke, grondige en kritische analyse opgemaakt van de klinische<br />

performantie. Niettegenstaande een aantal kritische bemerkingen omtrent de feedback van<br />

de Vlaamse klinische indicatoren, werden na analyse, verdere onderzoeken en<br />

benchmarking verschillende verbetertrajecten opgestart, gekoppeld aan deze feedback.<br />

• Het ziekenhuis streeft naar een sterke beheersing en meting van kwaliteitsindicatoren.<br />

Kritische reflecties en het zoveel mogelijk inbouwen van kwaliteitsindicatoren in de<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 23


espectievelijke kwaliteitsprocessen/projecten/trajecten zijn eigen aan deze werkwijze.<br />

• Artsen zijn de drijvende kracht bij tal van verbeterprojecten. Binnen het ziekenhuis is er<br />

blijvend aandacht om de gehele groep van artsen zoveel mogelijk te stimuleren tot het<br />

volledige kwaliteitsgebeuren binnen het ziekenhuis en binnen hun diensten.<br />

• Verschillende diensten zijn geaccrediteerd, geattesteerd of streven dit na.<br />

• Recentelijk werd een regeling goedgekeurd inzake "incentivering van de medische<br />

diensten”. Zowel de administratieve performantie als de medische kwaliteit en de<br />

kwaliteitssystemen van de medische diensten worden gescreend aan de hand van<br />

vaststaande performantiecriteria. <strong>De</strong> incentives van deze goed scorende diensten kunnen<br />

bestaan uit meer werkingsgelden en/of meer personeel.<br />

Tekortkomingen<br />

• <strong>De</strong> evaluatie door de gebruikers is beperkt tot de groep gehospitaliseerde patiënten<br />

op de hospitalisatiediensten C en D. <strong>De</strong> bevragingen binnen deze geselecteerde groep<br />

geven slechts een fractie weer van de verwachtingen, noden en waarden binnen de gehele<br />

groep van gebruikers van het ziekenhuis. Het is belangrijk een systeem uit te werken<br />

waarbij een zo volledig en getrouw mogelijke weergave kan bekomen worden van deze<br />

gehele gebruikersgroep. Hierdoor kan het beleid van het ziekenhuis optimaal de patiënt<br />

centraal stellen.<br />

• Er werden binnen de zelfevaluatie van de gebruikers nog geen<br />

verbeterdoelstellingen geselecteerd. Binnen dit gehele proces is het van belang de timing<br />

te bewaken, er moet aangetoond worden dat de vooropgestelde en uiteindelijke<br />

geselecteerde doelstellingen binnen een tijdspanne van 5 jaar behaald zullen worden (eind<br />

<strong>2009</strong>).<br />

• <strong>De</strong> evaluatie door de medewerkers is beperkt tot de groep van vrijwillige en<br />

onvrijwillige uitstroom van medewerkers. Het systeem van exitbevragingen is niet<br />

representatief voor de verwachtingen, noden en waarden binnen deze gevarieerde groep<br />

van medewerkers van het ziekenhuis. Het is belangrijk een systeem uit te werken waarbij<br />

een zo volledig en getrouw mogelijke weergave kan bekomen worden van deze gehele<br />

medewerkersgroep.<br />

• <strong>De</strong> gegevensverzameling, waarop de gemotiveerde keuze voor de operationele<br />

performantie is gebaseerd, werd opgemaakt door het ziekenhuis. <strong>De</strong>ze<br />

gegevensverzameling en bijbehorende analyse werd echter niet opgenomen in het<br />

kwaliteitshandboek.<br />

• Bij de bespreking van het kwaliteitsysteem, de rol van de coördinator en de stuurgroep<br />

kwam meermaals naar boven dat de overkoepelende kijk op kwaliteit over de<br />

verschillende departementen heen nog verbeterd kan worden. <strong>De</strong> oprichting van de<br />

kwaliteitscel (voorzien in het organogram maar nog niet operationeel) zou deze rol op<br />

zich kunnen nemen en ziekenhuisbreed de overkoepeling kunnen verwezenlijken evenals<br />

de ondersteuning, coördinatie en opvolging.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 24


• Momenteel is er geen globaal overzicht van alle kwaliteitsprojecten binnen het ziekenhuis.<br />

Het is mogelijk dat de kwaliteitscoördinator niet van alle kwaliteitsprojecten op de hoogte<br />

is. Een inventaris van alle initiatieven met een korte beschrijving van de inhoud, het<br />

stappenplan en de verantwoordelijken zou de kwaliteitscoördinator kunnen helpen in zijn<br />

rol naar ondersteuning, advisering en coördinering van de verschillende<br />

kwaliteitsprojecten. Een dergelijk overzicht kan tevens bewaken dat gelijkaardige<br />

projecten los van elkaar opgestart worden en dat bij de uitwerking ervan dubbel en<br />

onnodig werk verricht wordt. Het is belangrijk goede ideeën ziekenhuisbreed te kunnen<br />

uitdragen. Tevens is het belangrijk dat deze lijst ook zo breed mogelijk wordt<br />

gecommuniceerd naar alle medewerkers binnen het ziekenhuis (i.f.v. bewaking, als<br />

voorbeeldfunctie, …).<br />

• Bij bevraging in het ziekenhuis werd meermaals vastgesteld dat niet alle medewerkers op<br />

de hoogte waren van ziekenhuisbrede verbeterprojecten. Ook de implementatie van zowel<br />

het EMD (benutten van alle mogelijkheden, volledigheid van dossier) als de toepassing<br />

van verschillende richtlijnen (ACP-code, …) kan verbeterd worden.<br />

Er is nu enkel voorzien in een kennisgevingslijst (paraferen van de personeelsleden ter<br />

kennisname van de nieuwe en/of gewijzigde procedure), welke opgevolgd wordt door de<br />

hoofdverpleegkundigen. <strong>De</strong> effectieve opvolging en controle van het naleven van deze<br />

procedures is nog niet formeel uitgewerkt. Het is belangrijk om ook voor deze opvolging<br />

een duidelijk controlesysteem uit te werken.<br />

• <strong>De</strong> procedure inzake de bekendmaking van het evaluatierapport is opgemaakt en<br />

opgenomen in het kwaliteitshandboek. <strong>De</strong> procedure voorziet in het opvragen van het<br />

evaluatierapport bij de directie, de medische raad en de kwaliteitscoördinator. Tijdens het<br />

gesprek werd ook de mogelijkheid geopperd om het evaluatierapport bv. ook opvraagbaar<br />

te maken via de onthaalbalie. <strong>De</strong>ze bijkomende maatregel wordt aanbevolen wegens de<br />

laagdrempeligheid tot bekendmaking van het evaluatierapport. <strong>De</strong>ze maatregel dient wel<br />

nog opgenomen te worden in het handboek.<br />

Aanbevelingen<br />

• <strong>De</strong> stuurgroep kwaliteit en patiëntveiligheid komt een viertal keer per jaar formeel<br />

samen. <strong>De</strong>ze samenkomsten worden verslagen. Hiernaast zijn er nog heel wat informele<br />

contacten tussen de leden onderling en tussen de kwaliteitscoördinator en de<br />

hoofdgeneesheer in het bijzonder, welke niet verslagen worden. <strong>De</strong>ze informele<br />

overlegstructuur bevordert enerzijds de snelheid inzake het nemen van beslissingen.<br />

Anderzijds houdt dergelijke overlegstructuur ook een aantal risico’s in naar<br />

opvolging/verantwoordelijkheden van deze beslissingen. Het is belangrijk te bewaken dat<br />

er steeds een geschreven neerslag terug te vinden is van belangrijke informele<br />

overlegmomenten waarbij beslissingen genomen worden.<br />

• We bevelen aan om voor de gebruikers en de medewerkers de subgroepen te<br />

definiëren en hun verwachtingen, noden, behoeften en waarden te inventariseren. <strong>De</strong>ze<br />

werkwijze laat toe gemotiveerde keuzes te maken in de verbetermogelijkheden.<br />

• Ondanks het goed uitgewerkte verpleegkundig procedureboek, dat eenvoudig te<br />

hanteren is, werd er nog niet overgegaan tot evaluatie van de procedures en richtlijnen op<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 25


de werkvloer.<br />

• Er werd in het kwaliteitshandboek een moederprocedure opgenomen. <strong>De</strong>ze<br />

procedure beschrijft de wijze waarop documenten aangaande handelingen, procedures en<br />

richtlijnen worden beheerd. Volgende rubrieken worden hierbij besproken: de<br />

verantwoordelijkheden, ontwerpen, ontwikkelen, wijzigen, verspreiden, updaten,<br />

beschikbaar stellen, archiveren … <strong>De</strong>ze moederprocedure is geldig voor het<br />

verpleegkundig departement. Een aantal verschillen in gebruik binnen dit departement<br />

zijn gekend (facilitaire diensten, dienst diëtiek, de laboratoria) en gaan van<br />

‘vereenvoudigde’ vormen tot ‘gelijkaardige’ vormen. Het medisch departement beschikt<br />

niet over een consensusdocument voor het hele departement aangaande de wijze waarop<br />

documenten worden beheerd. We bevelen aan na te gaan in hoeverre de moederprocedure<br />

binnen het verpleegkundig departement niet kan overgenomen worden en/of als basis<br />

dienen voor een moederprocedure binnen het medische departement. Vaste regels<br />

aangaande het beheer van procedures en richtlijnen kunnen bijdragen tot het beperken<br />

van de risico’s aangaande verantwoordelijkheden, opmaken, wijzigen, valideren, ….<br />

• Momenteel is de vraag naar ondersteuning en het inroepen van de hulp van de<br />

kwaliteitscoördinator organisch gegroeid binnen het ziekenhuis (m.a.w. niet<br />

verplichtend). Meer en meer wordt beroep gedaan op de know-how van de<br />

kwaliteitscoördinator. Door deze werkwijze worden nieuwe projecten ook niet altijd<br />

centraal gemeld. Het is belangrijk een systeem uit te werken, welke het evenwicht kan<br />

behouden tussen het niet verplichtende karakter enerzijds en anderzijds een soort van<br />

melding, welke het overzicht ten goede komt.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 26


7 Audit van de verpleegafdelingen, diensten,<br />

functies en zorgprogramma’s<br />

7.1 Algemeen<br />

Algemene vaststellingen<br />

• Verpleegkundigen werken op sommige verpleegafdelingen in diensten van 12 uur.<br />

• Volgende verpleegafdelingen werden bezocht: EH 63, 62, 52, 54, 44, 33, 34.<br />

Sterke punten<br />

• Op de verpleegafdelingen gebeurt het volledige medicatieproces geautomatiseerd.<br />

• Men werkt op afdeling EH 52 met 1 overkoepelende hoofdverpleegkundige<br />

(personeelsaangelegenheden en managementsfunctie) en 2 zaalverantwoordelijken<br />

(directe patiëntenzorg).<br />

• <strong>De</strong> gerenoveerde verpleegafdelingen zijn erg geslaagd. Op het einde van de gang van EH<br />

52 bevindt zich een polyvalente ruimte, welke gebruikt wordt voor kine en ontspanning.<br />

• Het decubitusrisico wordt bepaald via een gestandaardiseerde score (Bradenschaal).<br />

Indien nodig kan dan een aangepaste matras besteld worden.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Medicatie wordt elektronisch voorgeschreven. Hierop werd geen beveiliging<br />

geïnstalleerd, zodat zowel artsen als verpleegkundigen medicatie langs deze weg kunnen<br />

voorschrijven. <strong>De</strong> artsen ondertekenen wel bij ontslag van de patiënt een verzamelblad<br />

van alle voorgeschreven medicatie. Het geschatte percentage voorgeschreven door arts<br />

ten opzichte van het geschatte percentage voorgeschreven door verpleegkundigen<br />

verschilt sterk van afdeling tot afdeling en gaat tot 50% voorgeschreven door<br />

verpleegkundigen.<br />

Medicatie dient te allen tijde voorgeschreven en gevalideerd te worden door een arts. Het<br />

is belangrijk het gebruikte systeem binnen het ziekenhuis hierop aan te passen.<br />

• Sommige afdelingen beschikken op het einde van de gang over een vergaderzaaltje/TVzaal<br />

met terrasje. Dit terras (in de winter ook wel eens in de zaal) wordt door patiënten<br />

van verschillende afdelingen gebruikt als rookruimte.<br />

• Er is niet op alle afdelingen een bezoekerstoilet. Bij de renovatie van afdelingen werd een<br />

toilet voor bezoekers voorzien.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 27


• Op verschillende plaatsen staan zuurstofflessen los opgesteld. Uit<br />

veiligheidsoverwegingen is dit niet aanvaardbaar.<br />

Tekortkomingen<br />

• Niet op alle hospitalisatie afdelingen zijn er afspraken in verband met zaalrondes.<br />

Gemaakte afspraken worden niet steeds gerespecteerd. Op sommige afdelingen toeren<br />

artsen op allerhande momenten van de dag, soms zelfs tot 20u. Soms toeren dokters in<br />

afwezigheid van verpleegkundigen, soms enkel met ASO’s. <strong>De</strong>ze worden dan mondeling<br />

op de hoogte gebracht van eventuele therapiewijzigingen. <strong>De</strong>rgelijke werkwijze houdt<br />

risico’s in op fouten.<br />

Goede afspraken omtrent zaalrondes die haalbaar zijn voor alle partijen, zouden de<br />

verpleegkundigen kunnen toelaten om de zorg voor de patiënt optimaler te plannen.<br />

• Het elektronisch dossier voorziet in de mogelijkheid om voorgeschreven medicatie, die<br />

niet werd toegediend, te argumenteren. Die mogelijkheid wordt niet toegepast in de<br />

elektronische dossiers. <strong>De</strong>ze elektronische argumentatiemogelijkheid is ook onvoldoende<br />

gekend op de afdelingen. Het is belangrijk dat steeds kan achterhaald worden waarom<br />

bepaalde medicatie niet wordt toegediend op het daarvoor voorziene tijdstip.<br />

• Op datum van bezoek was de reanimatiekar op verschillende afdelingen (44, M en<br />

verloskwartier, NICU) niet verzegeld. Het is belangrijk na ieder gebruik de reanimatiekar<br />

te vervolledigen en opnieuw te verzegelen, zodat men te allen tijde op een volledig<br />

conforme reanimatiekar kan vertrouwen.<br />

• Het zorgendossier is versnipperd en onoverzichtelijk. Naast het EMD en het papieren of<br />

elektronisch verpleegdossier, hebben andere disciplines vaak nog eigen nota’s. Zo<br />

noteren de kinesisten en sociaal verpleegkundigen bv. in een eigen map en nemen zij<br />

geen nota in het patiëntendossier. <strong>De</strong> verpleegkundigen hebben niet steeds zicht/toegang<br />

op het volledige dossier van kine en de sociaal verpleegkundige.<br />

Ook de spelbegeleiding en pedagogisch medewerkers van het kinderziekenhuis nemen<br />

nota in eigen kaften en schrijven hun waarnemingen niet steeds in het patiëntendossier.<br />

Bovendien schrijven zorgverleners die om advies gevraagd worden, dit advies niet<br />

systematisch neer in het patiëntendossier, maar communiceren dit vaak enkel mondeling.<br />

Voorbeelden hiervan zijn adviezen van psychologen, diëtisten, het advies van het<br />

palliatief support team.<br />

Ook verslagen van multidisciplinaire teamvergaderingen worden vaak niet<br />

neergeschreven in het patiëntendossier.<br />

• Het elektronische anamneseblad wordt niet altijd even zorgvuldig ingevuld. Zo werd bv<br />

de GRP-code niet ingevuld. Ook de thuismedicatie werd niet vermeldt, terwijl deze op de<br />

medicatiefiche wel werd ingevuld.<br />

• In een individueel verpleegdossier werd onzorgvuldig omgesprongen met het<br />

overschrijven van de ACP-codes. Er werd vastgesteld dat tot 2 maal toe de code fout<br />

werd overgeschreven.<br />

• Een aantal ziekenhuisbrede procedures of kwaliteitsprojecten zijn onvoldoende gekend en<br />

geïmplementeerd op de verpleegafdelingen.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 28


o Hoewel er een zeer goede procedure voor therapeutische restricties is<br />

uitgeschreven, wordt dit beleid niet weerspiegeld in de praktijk. Bij nazicht<br />

van 5 patiëntendossiers met een therapeutische restrictie bleek nergens sprake<br />

van een overleg, of van de wens van de patiënt, noch van communicatie met<br />

de verwijzende arts. <strong>De</strong> code bevat vaak zelfs geen datum of motivatie.<br />

Verder bestaan er meerdere systemen om de ACP-code te noteren. <strong>De</strong> code<br />

kan genoteerd worden in het EMD, ofwel op een blauw formulier<br />

neergeschreven worden in het papieren medisch dossier. Zelfs op één zelfde<br />

verpleegafdeling wordt hierover geen uniform systeem gehanteerd.<br />

o Men bleek op verschillende van de bezochte afdelingen geen kennis te hebben<br />

over VIKA.<br />

o Tijdens gesprekken op de verschillende verpleegafdelingen bleken de<br />

hoofdverpleegkundigen niet op de hoogte van het ziekenhuisbreed<br />

suïcidepreventieplan .<br />

• In de gang aan de deur van de patiëntenkamers bevinden zich bakjes waar de<br />

verpleegdossiers worden ingelegd. <strong>De</strong>ze werkwijze zorgt voor het snel terugvinden van<br />

het dossier bij de verzorging van de verschillende patiënten. Aangezien zo de dossiers<br />

voor iedereen gemakkelijk toegankelijk en inkijkbaar zijn, is het belangrijk deze<br />

werkwijze kritisch in vraag te stellen zodat te allen tijde de privacy van de patiënt<br />

gewaarborgd kan worden. (VE 52)<br />

Bovendien blijkt uit gesprek dat dit op sommige afdelingen een rem kan zijn om bepaalde<br />

observaties neer te schrijven in het dossier wegens inkijk door bezoekers. (M)<br />

• Volgende risico’s op fouten in de medicatiedistributie werden vastgesteld:<br />

o het opstellen van medicatievoorschriften door verpleegkundigen. die<br />

bovendien zelfs niet altijd worden gecontroleerd en/of gesuperviseerd door<br />

artsen. (tot 50% van de voorschriften wordt opgemaakt door de<br />

verpleegkundigen. <strong>De</strong> verzamelvoorschriften bij ontslag van de patiënt worden<br />

wel steeds getekend door de artsen).<br />

o Narcotische medicatie wordt soms aan patiënten toegediend zonder een<br />

schriftelijk medisch order van de arts, op basis van mondelinge orders,<br />

o Voorschriften voor cytostatica worden opgemaakt door arts-specialisten-inopleiding,<br />

soms zelfs eerstejaars.<br />

o Het overschrijven van medicatie-opdrachten door verpleegkundigen in het<br />

verpleegkundig dossier (NICU),<br />

o Op sommige afdelingen is er onvoldoende toezicht door artsen op de<br />

medicatieschema’s die gebruikt worden bij de bedeling.<br />

o Er is geen sluitende controle op de thuismedicatie. Thuismedicatie staat<br />

onvolledig neergeschreven in het dossier (posologie, frequentie) Patiënten<br />

nemen zonder toezicht zelf thuismedicatie in (EH 52, 44).<br />

o Bij nazicht van een aantal elektronisch medicatieschema’s bleek dat de reden<br />

waarom de medicatie niet werd gegeven, niet was ingevuld.<br />

o Versneden blisters en medicatie uit verpakking werden gevonden, identificatie<br />

en vervaldata is zo onmogelijk.<br />

o <strong>De</strong> temperatuur van de koelkasten waarin men medicatie bewaart, wordt<br />

centraal geregistreerd door de technische dienst. <strong>De</strong> procedure bij afwijkende<br />

temperaturen die beschrijft wat er met de medicatie dient te gebeuren is op de<br />

afdelingen niet gekend.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 29


o Bij controle van de afdelingsvoorraad werd er vervallen medicatie<br />

teruggevonden (glucagon® vervallen 2/2008 en levorenine® vervallen<br />

4/2008).<br />

o Ondanks het ontbreken van richtlijnen inzake houdbaarheid, heeft men op de<br />

afdeling de afspraak dat flacons heparine na opening en gebruik verwijderd<br />

worden. In de koelkast werden echter 2 flacons heparine Leo® teruggevonden<br />

waarvan er eentje open was vanaf 29/09/2008 en een tweede geen datum van<br />

openen vermeldde.<br />

o Bij de dagelijkse toediening van medicatie wordt er geen reden vermeld<br />

waarom de patiënt medicatie niet genomen heeft.<br />

o Er bestaat geen sluitend systeem van stockcontrole voor de narcotische<br />

analgetica. Op het moment van de audit strookte de stock niet met de<br />

vooropgestelde voorraad. Bv 44 ampullen Dipidolor® versus 20 ampullen op<br />

afdeling EH 54, op EH 52 Dipidolor® (10mg/2ml) slechts 2 voorradig in<br />

plaats van de voorziene 10. Voor morfine (10mg/1ml) waren er 21 aanwezig<br />

in plaats van de voorziene 20. Op EH 44 werden ook tekorten en surplus<br />

vastgesteld evenals een geneesmiddel (MS Contin®) dat normaal niet<br />

voorradig is op deze afdeling.<br />

o Er is geen stockcontrole van de narcotische medicatie die bewaard wordt op<br />

naam van de patiënt.<br />

o Medicatietoediening behoort niet steeds tot de taken van patiëntentoewijzing.<br />

• <strong>De</strong> verpleegafdelingen kennen een aantal architectonische tekortkomingen:<br />

o <strong>De</strong> hoogte van de spiegels in de badkamers zijn niet aangepast aan rolstoelgebruikers.<br />

(bv EH 44, 62)<br />

o Verpleegafdelingen bevinden zich in het verlengde van elkaar.<br />

Hierdoor is de toegang enkel mogelijk via de centrale gang van een andere afdeling.<br />

Dit kan leiden tot problemen inzake privacy, lawaaihinder door passerende bezoekers<br />

en patiëntentransport.<br />

o <strong>De</strong> sanitaire cellen zijn niet steeds aangepast aan de doelgroep. <strong>De</strong> douches op EH 33<br />

hebben een opstap en zijn niet rolstoeltoegankelijk.<br />

Aanbevelingen<br />

• Door het gebruik van overdrachtformulieren/papieren bestaat het risico dat deze<br />

informatie niet altijd even consequent overgenomen wordt in het patiëntendossier. Men<br />

zou tot een werking moeten komen waar de zorgplanning gebeurt aan het bed van de<br />

patiënt en direct zijn weerslag vindt in het patiëntendossier.<br />

• Teneinde patiënten voldoende te informeren en om de betrokkenheid bij het<br />

genezingsproces te verhogen, raden wij aan meer informatiebrochures te ontwikkelen.<br />

Naast afdelingsspecifieke onthaalbrochures, kunnen ook pathologiegebonden brochures<br />

en brochures voor de meest frequente onderzoeken multidisciplinair ontworpen worden.<br />

We bevelen aan deze brochures multidisciplinair te ontwikkelen.<br />

• Aanbeveling om bij verbouwing te voorzien in een bureau voor de<br />

hoofdverpleegkundigen. Op deze manier kunnen vertrouwelijke documenten veilig<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 30


opgeborgen worden.<br />

7.1.1 EH 63<br />

Algemene vaststellingen<br />

• <strong>De</strong> fraai gerenoveerde (2007) verpleegeenheid EH63 telt 29 C-bedden verdeeld over 9<br />

eenpersoonskamers en 10 tweepersoonskamers. Patiënten met een vasculaire of cardiale<br />

heelkundige behandeling worden op deze afdeling opgenomen. <strong>De</strong> bezetting voor 2007<br />

bedroeg 69,1%.<br />

• Men kan tot 16 telemetrielijnen volgen. Sommige van deze patiënten liggen op de<br />

buurafdeling EH64 (cardiologie).<br />

Sterke punten<br />

• <strong>De</strong> GRP-screening van patiënten boven de 75 verloopt zeer consequent.<br />

• Men beschikt over aangename, moderne en volledig ingerichte kamers.<br />

• Dagelijks is er sociaal overleg tussen sociale dienst, verpleegkundige en<br />

secretariaat. Enkele keren per week kunnen zich andere paramedici aansluiten zoals<br />

kinesist, diëtist, ergotherapeut, psycholoog.<br />

Tekortkomingen<br />

• Op de dag van de audit werd in een schuif van de medicatiekar een losse nietidentificeerbare<br />

tablet aangetroffen.<br />

• Er bestaat geen afdelingsspecifiek inscholingsprogramma.<br />

• Heel wat materieel bevindt zich op de zustereenheid EH64 en dient met hen gedeeld te<br />

worden. Gezien de aard van de opgenomen pathologie zou het wenselijk zijn dat elke<br />

eenheid over zijn eigen sets voor urgenties kan beschikken.<br />

Aanbeveling<br />

• Artsen toeren alleen met assistenten. Voor en na de zaalronde wordt wel gebrieft.<br />

Aanbeveling om deze regeling te herbekijken en zich af te vragen of een dagelijkse<br />

multidisciplinaire zaalronde geen meerwaarde zou kunnen zijn.<br />

7.1.2 EH 62<br />

Algemene vaststellingen<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 31


• Verpleegeenheid 62 telt 29 D-bedden en werd in de zomer van 2008 na renovatie opnieuw<br />

in gebruik genomen.<br />

Er zijn 9 éénpersoonskamer, waarvan 2 kamers met een sas, en 20 tweepersoonskamers.<br />

• 8 artsen en 3 ASO’s hospitaliseren patiënten op de afdeling. Het gaat voornamelijk om<br />

diabetes patiënten<br />

• <strong>De</strong> afdeling is voorzien van een systeem tegen wegloopgedrag.<br />

• Op het moment van de audit is er geen hoofdverpleegkundige aangesteld. Op 1 januari<br />

<strong>2009</strong> zal er een nieuwe hoofdverpleegkundige starten.<br />

Sterke punten<br />

• <strong>De</strong> afdeling beschikt over een goed uitgewerkte introductiemap voor de nieuwe<br />

medewerkers en studenten.<br />

• <strong>De</strong> zorg voor diabetespatiënten met een voorziene opname is sterk gestructureerd. Er is bv<br />

een uitgewerkt educatieprogramma (medicatie, beweging, voeding, …). Dit wordt<br />

gegeven door diabetes educatoren (verpleegkundigen met bijkomende opleiding diabetes).<br />

• Aan de afdeling is een psychologe werkzaam die gespecialiseerd is in diabetespatiënten.<br />

• Dagelijks is er een multidisciplinaire patiëntenbespreking waarop artsen en ASO’s,<br />

kinesisten, sociaal verpleegkundigen en de vervangend hoofdverpleegkundige aanwezig<br />

zijn.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Men heeft geen zicht op de adviezen en opvolgingen van patiënten waarbij de geriatrische<br />

interne liaison (GRP>3) langs kwam.<br />

• Er is geen referentieverpleegkundige geriatrie.<br />

Tekortkoming<br />

• <strong>De</strong> afdeling beschikt niet over een onderzoekslokaal dat als verbandkamer kan dienst<br />

doen. <strong>De</strong> educatie van patiënten gaat door in het oorspronkelijke bureau van de<br />

hoofdverpleegkundige, dat vrij klein is en niet voorzien van daglicht. Het bureau van de<br />

hoofdverpleegkundige bevindt zich in het lokaal van de artsen.<br />

7.1.3 EH 54<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 32


Algemene vaststelling<br />

• Verpleegeenheid 54 neurochirurgie telt 29 bedden. Naast neurochirurgiepatiënten,<br />

worden hier ook NKO- en stomatologiepatiënten opgenomen.<br />

Sterke punten<br />

• <strong>De</strong> opvolging en screening van geriatrische patiënten verloopt optimaal.<br />

• Op deze verpleegafdeling zijn er duidelijke afspraken met de artsen omtrent<br />

zaalrondes. Zo gebeuren de zaalrondes elke dag op hetzelfde tijdstip en is er per<br />

discipline één van de artsen die alle patiënten ziet. Kinesist en sociaal verpleegkundige<br />

nemen deel aan deze zaalronde.<br />

• Wekelijks is er een multidisciplinaire patiëntenbespreking waarop de arts,<br />

hoofdverpleegkundige, kinesist, psycholoog en sociale dienst aanwezig is.<br />

• Er wordt veel aandacht besteedt aan vorming. Zo kregen alle personeelsleden<br />

vorming i.v.m.”omgaan met agressie” en worden regelmatig pathologiegebonden<br />

vormingen georganiseerd (frontaal gedrag, hypofyse, neurotrauma, …).<br />

• Men heeft aandacht voor de psychologische begeleiding van de patiënt en zijn<br />

familie. Zo is er een psycholoog (van de Harvey Kushing foundation i.v.m.<br />

hersentumoren) actief op de afdelingen om patiënten te begeleiden.<br />

Non-conformiteit<br />

• Toegediende zorgen worden niet steeds afgetekend. Alhoewel de procedure<br />

voorschrijft dat de insteekplaats van een centrale catheter dagelijks moet nagekeken<br />

worden en om de 3 dagen moet vervangen worden, en dit ook in de zorgplanning zo is<br />

opgenomen, was dit bij controle van een patiëntendossier niet afgetekend. <strong>De</strong> patiënt had<br />

reeds 8 dagen een centrale catheter. Enkel op dag 3 was er volgens het dossier toezicht<br />

geweest op de insteekplaats en volgens het dossier was het verband nog niet ververst. In<br />

praktijk bleek het verband dagelijks ververst te zijn volgens de hoofdverpleegkundige.<br />

Tekortkoming<br />

• <strong>De</strong>ze afdeling maakt een verouderde indruk. Men kan niet voldoen aan de huidige<br />

gangbare behoeften inzake comfort. Zo zijn de sanitaire cellen klein en is er maar één bad<br />

voor de afdeling. <strong>De</strong> gemeenschappelijke badkamer is verouderd en wordt gebruikt als<br />

bergruimte. <strong>De</strong> douche is niet rolstoeltoegankelijk. Er is geen toilet voor bezoekers<br />

aanwezig.<br />

Aanbevelingen<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 33


• Gezien de grote zorgzwaarte van bepaalde pathologie en het feit dat men bijna<br />

dagelijks beroep doet op de mobiele equipe / jobstudenten om aan de minimumbestaffing<br />

te voldoen, verdient het aanbeveling om de werklast van deze afdeling nauwlettend op te<br />

volgen en het aantal personeelsleden in evenwicht te houden met de zorgzwaarte.<br />

• Het jaarverslag van de dienst is door de arts opgemaakt en niet gekend door de<br />

hoofdverpleegkundige. We bevelen aan om een geïntegreerd jaarverslag/beleidsplan<br />

(medisch – paramedisch -verpleegkundig) op te maken en dit op afdelingsniveau<br />

daadwerkelijk te gebruiken als werkinstrument.<br />

7.1.4 EH 33<br />

Algemene vaststellingen<br />

• Verpleegeenheid 33 telt 29 bedden voor neurologie, waarvan er 6 gebruikt worden<br />

als stroke unit.<br />

• Sinds 1 september 2008 zijn een nieuw medisch diensthoofd en een nieuwe<br />

neuroloog-stroke-specialist op de afdeling aangesteld. <strong>De</strong> stroke unit, die onder hun<br />

bevoegdheid valt, is opgestart in oktober 2008.<br />

• Bij beide shiften van 12 u is er één verpleegkundige verantwoordelijk voor de<br />

stroke unit. Dit houdt in dat men ’s nachts een bestaffing van 2 verpleegkundigen op de<br />

afdeling voorziet. Overdag wordt er een extra verpleegkundige flexibel ingezet om, in<br />

functie van de werklast, hulp te bieden bij de hygiënische zorgen op de stroke unit.<br />

Sterke punten<br />

• Het personeel van de afdeling kreeg in voorbereiding op de start van de stroke unit<br />

heel wat bijscholingen (CVA, hypothermie, cardio-monitoring …) en workshops. <strong>De</strong><br />

opstart gebeurde gefaseerd waarbij er slechts 2 patiënten werden opgenomen, wat bedside<br />

teaching maximaal mogelijk maakte. <strong>De</strong> hoofdverpleegkundige heeft een opleiding tot<br />

neuro-verpleegkundige gevolgd.<br />

• Er is, binnen de bestaande structuur, aandacht besteed aan de kwaliteit en<br />

veiligheid van zorg, in combinatie met voldoende privacy en comfort voor de patiënten.<br />

Zo is gekozen voor maximaal toezicht via camerabewaking in identiek ingerichte,<br />

afsluitbare kamers die dicht bij de verpleegpost gesitueerd zijn. Monitors kunnen<br />

ingesteld worden volgens profielen (infarkt, bloeding, trombolyse). Centrale monitoring<br />

is voorzien in de verpleegpost en een tweede monitor zal in de toekomst opgesteld<br />

worden in de vergaderruimte. In één bed is 24-uurs EEG-monitoring mogelijk. In de<br />

toekomst zullen ook de andere bedden hiermee uitgerust worden, waarna het mogelijk zal<br />

zijn om drie patiënten tegelijkertijd te monitoren. Men beschikt over een bladderscan<br />

waardoor sondage tot een minimum kan beperkt worden.<br />

• Er is een gestructureerde werking binnen de dienst:<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 34


o Per doelgroep heeft men schema’s ontwikkeld waarin duidelijk staat uitgeschreven<br />

welke parameters wanneer dienen opgevolgd te worden, gekoppeld aan staande orders<br />

wanneer bepaalde waarden overschreden worden.<br />

o Alle patiënten worden bij opname gescreend op slikstoornissen. Hiervoor is er<br />

multidisciplinair een protocol (met flowchart) uitgewerkt dat ondersteund wordt door<br />

een videofilmpje (materiaal, houding, voedingsschema, risicofactoren ….). Men plant<br />

om dit op intranet beschikbaar te stellen voor de andere diensten en vormingen zijn<br />

opgenomen in de vormingsbrochure van het ziekenhuis.<br />

o Recent werd ook voor houding en transfers bij de patiënt met CVA een soortgelijk<br />

protocol ontwikkeld.<br />

• Er is dagelijks een multidisciplinaire patiëntenbespreking (artsen,<br />

hoofdverpleegkundige, kine, ergo, sociaal verpleegkundige).<br />

Tekortkoming<br />

• Recent is men gestart om een opnamebeleid te ontwikkelen. Hiervoor was er reeds<br />

overleg met de directie (beddenmanagement) en de dienst spoedgevallen. Aansluitend<br />

wordt best een procedure voorzien i.v.m. te nemen maatregelen bij overbezetting van de<br />

stroke unit. <strong>De</strong>ze dient te vermelden welke stappen moeten worden gezet en welke<br />

personen moeten worden verwittigd. Indien de maatregelen voorzien in het afkondigen<br />

van een “opnamestop” en “doorverwijzing” zijn de criteria en de bevoegde personen<br />

duidelijk vastgelegd. Het opnamebeleid dient gecommuniceerd te worden, zowel intern<br />

als naar externe verwijzers.<br />

Aanbevelingen<br />

• <strong>De</strong> stroke-unit bestaat uit vier kamers van de afdeling VE33 en vormt geen<br />

aanwijsbare entiteit, wat verwarrend kan zijn voor de patiënten en familie. We bevelen<br />

aan om, bij verhuis een duidelijker onderscheid te maken tussen de stroke-unit en de<br />

afdeling neurologie. Het voorzien van een spreekkamer voor de familie is wenselijk.<br />

• Advies om binnen de verpleegkundige equipe functiedifferentiatie uit te werken<br />

inzake het werken op de stroke-unit. We bevelen aan om alle personeelsleden die worden<br />

toegewezen aan de stroke unit een voortgezette opleiding te laten volgen inzake<br />

neurologische zorg.<br />

• We bevelen aan het volledige zorgtraject van de patiënt per subgroep verder uit te<br />

schrijven, en na te gaan welke rol de verschillende disciplines op ieder moment kunnen<br />

spelen, met o.a. aandacht voor aan de psychosociale begeleiding van patiënt en familie.<br />

Dit kan de basis vormen om het traject (spoed, stroke unit, revalidatie-eenheid) in een<br />

eenvormige procedure te gieten, en/of om een aantal indicatoren te selecteren die<br />

bruikbare informatie opleveren over de kwaliteit van de geleverde zorg of de outcome<br />

van de patiënt.<br />

7.1.5 EH 34<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 35


Algemene vaststellingen<br />

• <strong>De</strong> verpleegafdeling EH 34, oncologie, telt 29 bedden, waarvan 1 bunkerkamer<br />

voor radio-joodtoediening.<br />

Er zijn 9 éénpersoonskamers. Alle patiëntenkamers beschikken over een badkamer met<br />

douche.<br />

• Wekelijks is er een patiëntenbespreking tussen de ASO’s en de verpleegkundigen.<br />

Sterk punt<br />

• <strong>De</strong> hoofdverpleegkundige werkte via de beroepsvereniging voor verpleegkundigen<br />

radiotherapie en oncologie mee aan het ontwikkelen van de CD-rom veilig werken met<br />

cytostatica. <strong>De</strong>ze CD-rom werd specifiek aangepast voor het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, deze<br />

vormingsmodule is ook via intranet te raadplegen.<br />

Daarnaast werd een specifiek formularium voor chemotherapie ontwikkeld, dit bevat de<br />

alle basisinformatie en wordt gebruikt zowel door verpleegkundigen als ASO’s.<br />

Tekortkomingen<br />

• <strong>De</strong> oncologie-afdeling beschikt over onvoldoende bedden in verhouding tot het aantal<br />

oncologische patiënten dat in het ziekenhuis gehospitaliseerd wordt. Oncologische<br />

patiënten komen daardoor ook op andere verpleegafdelingen terecht, verspreid over het<br />

ziekenhuis. Op het moment van de audit waren een 5-tal oncologische patiënten<br />

opgenomen op andere afdelingen. <strong>De</strong>ze patiënten worden getransfereerd wanneer er plaats<br />

vrijkomt op de oncologische afdeling. Patiënten die chemotherapie dienen te krijgen<br />

verblijven steeds op de oncologische afdeling.<br />

• <strong>De</strong> steriele eenheid heeft te kampen met plaatstekort. Patiënten in aplasie die in isolatie<br />

moeten verblijven worden wegens plaatstekort regelmatig op de oncologische<br />

verpleegafdeling voor (relatieve) isolatie opgenomen. Op deze adeling kan niet hetzelfde<br />

niveau van kwaliteit van zorg geboden worden voor deze patiënten.<br />

• Op deze oncologische afdeling wordt palliatieve zorg nog te eng als terminale zorg<br />

gezien. Verder wordt de nood van patiënten aan psychosociaal support erg onderschat. Op<br />

het moment van de audit was er geen enkele oncologische patiënt van de afdeling<br />

waarvoor beroep werd gedaan op een psycholoog. Uit onderzoek van het support team in<br />

het ziekenhuis blijkt nochtans dat gemiddeld 35% van de kankerpatiënten duidelijke<br />

tekenen vertonen van zware ontreddering (combinatie van pijn, verdriet, angst en andere<br />

emotionele en cognitieve factoren). Verder blijkt uit dit onderzoek dat zorgverleners deze<br />

ontreddering niet of onvoldoende onderkennen, omdat hun diensten onderbemand en<br />

overbezet zijn, en omdat de patiënten er doorgaans niet mee te koop lopen. Het<br />

onderschatten van die ontreddering kan nochtans ernstige gevolgen hebben, zoals het<br />

minder goed volgen van de therapie, een verminderde tevredenheid over de medische<br />

verzorging, een verlengd ziekenhuisverblijf, een verminderde levenskwaliteit en zelfs een<br />

verkleining van de overlevingskansen.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 36


Aanbevelingen<br />

• Voorschriften voor cytostatica worden opgemaakt door arts-specialisten-in-opleiding,<br />

soms zelfs eerstejaars (officieel wel op naam van de supervisor). Het elektronisch<br />

cytostaticumvoorschrift beschikt niet over ingebouwde controles op fouten. <strong>De</strong> controle<br />

van doseringen gebeurt door de apotheker, en door de hoofdverpleegkundige en zijn<br />

adjunct.<br />

Gezien de risico’s bij doseringsfouten van cytostatica erg groot kunnen zijn, bevelen we<br />

aan om een risico-analyse te maken van het traject van voorschrijven van cytostatica.<br />

• <strong>De</strong>ze verpleegafdeling beschikt niet over een eigen infobrochure voor patiënten. Ook het<br />

aantal specifieke infobrochures i.v.m. oncologie is erg beperkt.<br />

7.2 Materniteit-MIC-verloskwartier<br />

Algemene vaststellingen<br />

• <strong>De</strong> materniteit bestaat uit één afdeling op de tweede verdieping en is erkend voor<br />

40 M- bedden, waarvan 10 MIC- bedden. <strong>De</strong> kamers voor MIC –patiënten (zonder babyuitrusting)<br />

bevinden zich aan één kant van de gang.<br />

Op deze afdeling bevindt zich ook het verloskundig dagziekenhuis (4 zetels), waar op<br />

maandag, dinsdag, donderdag en vrijdagvoormiddag voornamelijk de ambulante<br />

opvolging van hoogrisicozwangerschappen gebeurt.<br />

• Het huiselijk aangeklede verloskwartier ligt aanpalend aan de materniteit en<br />

beschikt over 6 arbeids-verloskamers waarvan er één voorzien is met een relaxatiebad.<br />

<strong>De</strong> andere arbeids-verloskamers beschikken over een eenvoudig ligbad. Hiernaast zijn er<br />

ook twee sectiozalen in het verloskwartier. Na een sectio verblijven de moeders in de<br />

recovery van het centraal operatiekwartier dat zich onmiddellijk naast het verloskwartier<br />

bevindt.<br />

• In 2003 werden de materniteit en het verloskwartier verbouwd. Elke ruime kamer<br />

heeft aangename verlichting en beschikt over een eigen douche. Bevallen moeders<br />

kunnen voor koffie en water terecht in de gemeenschappelijke keuken, een daglokaal is er<br />

niet. Rooming-in wordt enkel toegestaan op de kamers van de MIC.<br />

• Er zijn twee equipes vroedvrouwen; er is één equipe vroedvrouwen voor het<br />

verloskwartier en één equipe voor de materniteit, MIC en het verloskundig<br />

dagziekenhuis.<br />

• <strong>De</strong> dienst heeft naast het medisch diensthoofd, 5 resident gynaecologen (allen met<br />

MIC-ervaring) en beschikt ook over geneesheer- assistenten in opleiding. Hier maakt<br />

men gebruik van de termen senior (gynaecoloog of ASO’s minstens 3 de jaar) en junior<br />

(ASO 1 ste of 2 de jaar).<br />

<strong>De</strong> medische permanentie voor de departementen gynaecologie, verloskunde en fertiliteit<br />

wordt waargenomen door 2 inslapende geneesheer- assistenten gynaecologieverloskunde<br />

in opleiding (één senior en één junior), met een telefonische achterwacht<br />

door de residenten.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 37


• Twee naburige <strong>Brussel</strong>se ziekenhuizen sloten recent, waardoor de verloskundige<br />

activiteit een onverwachte stijging kende. In 2007 waren er 2050 geboortes, in 2008 heeft<br />

men er op het moment van de audit 1891, wat neer komt op een gemiddelde stijging van<br />

10,7%. <strong>De</strong> gemiddelde ligdagduur is 4 dagen. Ook het aantal dagopnames voor het<br />

verloskundig dagziekenhuis kent een enorme stijging. (2004: 913 en in 2007: 1330)<br />

• Men gebruikt kant- en klare melkvoeding en wegwerpflesjes.<br />

• Meer dan de helft van de opgenomen patiënten zijn Franstalig.<br />

• Er is een klinisch pad: normale vaginale bevalling.<br />

• Omdat men er van uit gaat dat er geen ‘zieke’ patiënten op de M-afdeling worden<br />

opgenomen wordt medicatie niet op voorhand klaargezet en maakt men geen gebruik van<br />

medicatiekarren.<br />

Sterke punten<br />

• <strong>De</strong> laatste jaren ging er veel aandacht naar het actualiseren van het<br />

borstvoedingsbeleid en de vorming hieromtrent (24u/vroedvrouw). Men beschikt over<br />

referentieverpleegkundigen borstvoeding en lactatiedeskundigen. Er zijn 3 werkgroepen<br />

borstvoeding (Materniteit, Verloskwartier en Neonatologie). Dit resulteerde in het<br />

gebruik van een borstvoedingsoverdrachtlijst in het verpleegdossier, waarbij dagelijks<br />

verschillende items gecheckt worden. Er is een prenatale infoavond rond borstvoeding, en<br />

er zijn bortsvoedingsconsultaties door een pediater. Men ontwierp een<br />

borstvoedingsboekje om een éénduidige overgang te bekomen indien een baby verhuist<br />

van neonatologie naar materniteit. Verder denkt men er aan om wegens de talrijke<br />

aanwezigheid van anderstaligen door middel van beelden via het TV-kanaal informatie te<br />

geven over borstvoeding. Er werd een checklist i.v.m. borstvoedinginformatie opgesteld<br />

in het Frans en het Engels. Het borstvoedingspercentage bij ontslag bedroeg in 2007<br />

80%.<br />

• Het verloskwartier beschikt over een centraal monitoring-systeem. Hierdoor<br />

kunnen in alle verloskamers, de verpleegpost, de verdeelkeuken en het verloskundig<br />

dagziekenhuis alle monitorgegevens van de verschillende moeders opgevolgd worden.<br />

• Het Universitair Ziekenhuis <strong>Brussel</strong> is één van de weinige ziekenhuizen in België<br />

waar stuitligging niet automatisch een indicatie vormt voor sectio.<br />

• In het verpleegkundig dossier voor pas bevallen moeders heeft men checklist<br />

ingebouwd i.v.m. educatie over de baby en de moeder, naast een invulformulier voor de<br />

ouders i.v.m. gegevens over de baby om de ouders bij de verzorging te betrekken.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Er is een personeelstekort voor M en MIC.<br />

<strong>De</strong> MIC-afdeling van het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> beschikt niet over een eigen specifieke staf<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 38


vroedvrouwen, er is één equipe van vroedvrouwen en verpleegkundigen voor M en MIC<br />

samen, in totaal 25,4 VTE. Volgens de normering moet men voor 10 erkende MICbedden<br />

voorzien in 15 VTE vroedvrouwen. Voor 30 M-bedden aan een bezetting van<br />

82,5% dient men te beschikken over 13,6 VTE verpleegkundigen en vroedvrouwen voor<br />

de verzorging van de moeders. In totaal is dit voor MIC en M samen 28,6 VTE, waarvan<br />

minstens 21 VTE vroedvrouwen.<br />

Er is een personeelstekort qua verpleegkundigen/vroedvrouwen van 3,2 VTE. Daarnaast<br />

is er een bijkomend personeeltekort van 2,8 VTE verzorgenden.<br />

Hierbij komt nog de stijgende activiteiten (o.a. door sluiting naburige ziekenhuizen), de<br />

aanwezigheid van een verloskundig dagziekenhuis, de talrijke anderstalige patiënten<br />

(tijdsintensief), verplichte vorming i.v.m. behoud van beroepstitel, stijgende AV-dagen,<br />

en talrijke overuren (530) wat aangeeft dat men de werklast verder dient te objectiveren,<br />

te evalueren en na te gaan welke ondersteuning er noodzakelijk is.<br />

• Wegens overbezetting op de kraamafdeling worden (enkele dagen per maand)<br />

moeders met hun baby op andere afdelingen opgenomen. Dit kan gaan tot opnames op 5<br />

verschillende diensten. <strong>De</strong> verzorging van deze moeders en baby’s gebeurt door de<br />

verpleegkundigen van de afdeling waar ze worden opgenomen. <strong>De</strong>ze verpleegkundigen<br />

zijn geen vroedvrouwen en zijn hiervoor bijgevolg niet opgeleid.<br />

Tevens zijn er geen afspraken i.v.m. hygiëne (comité voor ziekenhuishygiëne)<br />

hieromtrent.<br />

• Het bewaren van medicatie (Dafalgan®, Valtrandruppels®) op de kamer en<br />

inname zonder toezicht van het verpleegkundig personeel, dient vermeden te worden.<br />

Indien dit toch wordt toegepast, dient de behandelende geneesheer hiervoor een medisch<br />

order in het patiëntendossier te noteren, waardoor verpleegkundigen niet aansprakelijk<br />

gesteld worden voor foutief toedienen van geneesmiddelen.<br />

• <strong>De</strong> bespreking van de perinatale sterfte met de perifere gynaecologen van de<br />

doorverwijzende ziekenhuizen gebeurt slechts aan het einde van elk jaar. Volgens de<br />

normering dient dit tenminste tweemaal per jaar te zijn. Advies om hiervan een verslag<br />

op te maken.<br />

Tekortkomingen<br />

• Voor het verloskwartier bepalen de normen dat er 16 vroedvrouwen per 6<br />

verloskamers voorzien moeten worden om 24 uur op 24 de vereiste permanentie te<br />

waarborgen.<br />

Momenteel beschikt men met 16,3 VTE vroedvrouwen normatief over voldoende<br />

personeel. Op het moment van de audit staan er echter 688 overuren genoteerd voor de<br />

dienst en moeten er jaarlijks 6 AV-dagen worden toegekend.<br />

Voortgaand op de werklast en de verschillende extra taken:<br />

o aanwezigheid van 2 sectiozalen waar naast sectio’s, ook talrijke<br />

chirurgische ingrepen (bv curettage, cerclage, …) doorgaan,<br />

o stijging van het aantal bevallingen,<br />

o stijging van het aantal ambulante raadplegingen op verloskwartier,<br />

o verplichte bijscholingen en opleiding i.v.m. behoud van BBT,<br />

o infoavonden voor toekomstige ouders,<br />

o administratieve taken,<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 39


o patiëntenvervoer.<br />

kan men stellen dat er een relatief personeelstekort is.<br />

Verder kan men op het verloskwartier geen beroep doen op de mobiele equipe.<br />

Men dient de werklast verder te evalueren en na te gaan welke ondersteuning mogelijk is.<br />

• Er gebeuren tal van ambulante consultaties op de kraamafdeling (prenatale<br />

infosessies) en in het verloskundig dagziekenhuis waardoor men een onvoldoende rustige<br />

omgeving voor de kraamafdeling kan waarborgen.<br />

• Het reanimatiemateriaal van het verloskwartier en van de materniteit is niet<br />

afgesloten. Hierdoor is men niet op elke moment zeker dat al het nodige materiaal<br />

aanwezig is. Tevens beschikt men niet over een procedure dat voorziet in wie het<br />

reanimatiemateriaal nakijkt en wanneer.<br />

• Voor de controle van de temperatuur van de koelkast met medicatie in het<br />

verloskwartier maakt men gebruik van een lijst waarop de temperatuur en de datum van<br />

controle wordt afgetekend. <strong>De</strong> laatste controle dateerde van januari 2008.<br />

• Voor het nazicht van de inhoud en de controle van de vervaldatum van de<br />

medicatie van het verloskwartier en de materniteit beschikt men niet over een procedure<br />

die bepaalt wie de medicatie controleert en wat de frequentie van het nazicht is.<br />

• <strong>De</strong> verpleegdossiers van de materniteit en MIC bevinden zich op de gang naast de<br />

deur van de patiëntenkamer. Uit gesprek blijkt dat dit een rem kan zijn om bepaalde<br />

observaties neer te schrijven wegens inkijk door bezoekers.<br />

• Naast de gegevens van SPE, is er geen medisch jaarverslag of beleidsplan.<br />

Aanbevelingen<br />

• Aanbeveling om het borstvoedingsbeleid door alle medewerkers, gynaecologen en<br />

pediaters te laten ondertekenen.<br />

• Aanbeveling om multidisciplinaire teamvergaderingen met patiëntenbesprekingen in<br />

te voeren.<br />

• Advies om verder klinische paden te ontwikkelen bv voor bevallen d.m.v. een sectio.<br />

• Het verdient aanbeveling om de gegevens, aangereikt door het Studiecentrum voor<br />

Perinatale Epidemiologie, niet alleen met de medische staf, maar ook met de<br />

vroedvrouwen kritisch te bespreken waarbij mogelijke werk- en aandachtspunten voor<br />

beide personeelsgroepen kunnen worden uitgelicht. Tevens aanbeveling om hiervan een<br />

verslag op te maken.<br />

• Aanbeveling om een tevredenheidsmeting bij de medewerkers uit te voeren en<br />

eventuele verbeteracties hieraan te koppelen.<br />

Melkkeuken<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 40


Algemene vaststellingen<br />

• <strong>De</strong> melkkeuken is gelegen naast de centrale keuken. Naast de bereiding van de<br />

flesvoedingen en fruitpappen, gebeurt er ook de distributie van de sondevoedingen. <strong>De</strong><br />

flesjes worden vrijwel onmiddellijk naar de betrokken afdelingen getransporteerd.<br />

• Een diëtist draagt de verantwoordelijkheid voor de melkkeuken. Er zijn 2,25 VTE<br />

medewerkers.<br />

• Men maakt gebruik van wegwerpflesjes.<br />

Tekortkomingen<br />

• <strong>De</strong> melkkeuken is niet afgesloten en is zo toegankelijk voor onbevoegden.<br />

• <strong>De</strong> kranen aan de wasbakken moeten met de hand bediend worden.<br />

• Men beschikt niet over een inscholingsplan voor nieuwe personeelsleden en jobstudenten<br />

(zomervakantie).<br />

• <strong>De</strong> vorming (HACCP, persoonlijke hygiëne, procedures) van de personeelsleden is<br />

beperkt. Men kan niet aangeven hoeveel vorming zij het voorbije jaar hebben gekregen.<br />

In 2007 volgden sommige personeelsleden volgens de beschikbare gegevens een half uur<br />

vorming.<br />

7.3 Neonatale eenheid: NICU-N*<br />

Algemene vaststellingen<br />

• <strong>De</strong> functie N* en de NIC-dienst zijn architectonisch één geïntegreerde dienst.<br />

N* bestaat uit een afzonderlijke zaal met 8 bedden (maximaal 10). <strong>De</strong> NICU telt 16<br />

bedden, opgesteld in twee zones. Verder beschikt de dienst over een operatietafel, twee<br />

isolatieboxen, en twee ouder-kindkamers.<br />

• In 2002 werd de neonatale eenheid grondig gerenoveerd.<br />

• Er is één personeelsequipe voor N* en NIC. Naast de hoofdverpleegkundige zijn<br />

er 3 adjunct-hoofdverpleegkundigen. Dagelijks worden verpleegkundigen toegewezen<br />

aan N* of NICU, afhankelijk van de bezettingsgraad. Verpleegkundigen werken in shifts<br />

van 12 uur. <strong>De</strong> personeelsequipe bestaat naast de hoofdverpleegkundige en 3 adjuncten<br />

(4VTE) uit: 11,4 VTE vroedvrouwen, 24,35 pediatrisch verpleegkundigen, 3,5 VTE<br />

gegradueerde ziekenhuisverpleegkundigen, 1VTE kinesist, 1,8 VTE secretaresse en 1,8<br />

VTE logistieker.<br />

• <strong>De</strong> medische equipe bestaat uit 4 VTE neonatologen, en een arts-specialist-inopleiding<br />

(junior).<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 41


<strong>De</strong> neonatologen staan niet enkel in voor N* en NICU, maar ook voor de materniteit en<br />

het verloskwartier, en het transport van baby’s.<br />

Sterke punten<br />

• <strong>De</strong> neonatale eenheid is al jaren actief inzake kwaliteitsverbetering en is innovatief<br />

op tal van vlakken in haar organisatie.<br />

<strong>De</strong> beleidsvisie is uitgeschreven, er is een beleidsplan met SWOT en projectvoorstellen<br />

opgesteld, en procedures zijn in een procedureboek beschreven. Er is verder een checklist<br />

ontworpen voor ontslag van kinderen.<br />

• Kindvriendelijkheid en ouderparticipatie zijn op deze eenheid de basisprincipes<br />

voor de organisatie van de zorg.<br />

o Ouders worden niet enkel aangemoedigd om deel te nemen aan de zorg voor hun<br />

kind, maar zijn ook dag en nacht welkom. Hiertoe zijn voor ouders enerzijds erg<br />

comfortabele kangoeroe-stoelen voorzien, en kunnen ze gratis overnachten op de<br />

eenheid.<br />

o Via ICU (‘I see you’) kunnen ouders/familie de baby ook van op afstand volgen,<br />

via internet. Elke plaats voor een baby is hiertoe uitgerust met een camera, en<br />

ouders kiezen een paswoord om toegang te krijgen tot de site. Via dit project wil<br />

men de ouder-kind binding optimaal ondersteunen, ook tijdens de scheiding door<br />

een opname (bv voor vaders tijdens het werk).<br />

o Niet enkel ouders zijn steeds welkom op de eenheid, dit geldt evenzeer voor broers<br />

en zussen. Ouders kunnen zelfs andere belangrijke vertrouwenspersonen<br />

uitnodigen voor een bezoekje.<br />

Tijdens de week wordt ’s namiddags verder de mogelijkheid tot opvang geboden<br />

van broers en zussen door een kinderverzorgster.<br />

o Er is veel aandacht voor comfortzorg voor de kinderen, zoals beperking van<br />

geluids- en lichtprikkels. Er hangt in de zaal een geluidsmeter, en couveuses<br />

worden overdag afgedekt.<br />

o Er zijn tal van informatiebrochures voor ouders (ontslag, rooming-in, maagsonde,<br />

drainage hydrocephalie). <strong>De</strong> algemene onthaalbrochure van de eenheid is<br />

beschikbaar in 6 talen (Nederlands, Frans, Engels, Duits, Arabisch en Turks).<br />

o Oudergesprekken gebeuren steeds samen door arts en de verpleegkundige die<br />

instaat voor de zorg.<br />

o Er gebeurt een telefonische bevraging bij alle ouders van kinderen die naar huis<br />

worden ontslagen.<br />

• <strong>De</strong> eenheid is één van de voorlopers in het ziekenhuis inzake patiëntveiligheid.<br />

o Sinds 2004 is er een registratie van FONA/VIKA. <strong>De</strong> registratie gebeurt<br />

elektronisch en indien gewenst anoniem. In dit meldingsysteem is het mogelijk om<br />

incidenten, bijna-incidenten en klachten te registreren, verdeeld over een achttal<br />

domeinen. <strong>De</strong> VIKA-werkgroep binnen de NICU zorgt op regelmatige basis (3 à<br />

4x/jaar) voor interne feedback en bespreking van de geanalyseerde gegevens met<br />

de bedoeling te sensibiliseren en processen bij te sturen. In de loop der jaren<br />

werden op basis hiervan heel wat verbeteringen doorgevoerd in de organisatie van<br />

de zorg.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 42


o Naar aanleiding van een ernstig incident in het verleden werd het Alaris-systeem<br />

op de dienst geïntroduceerd ter preventie van medicatiefouten. Het gaat hier om<br />

een software voor het controleren/sturen van infuus- en spuitpompen (de software<br />

checkt automatisch de individuele toedieningsinstellingen van de pompen op basis<br />

van een database met de belangrijke parameters en toedieningsprotocols van alle<br />

aan neonaten toe te dienen medicatie, de database zelf werd uitgewerkt en<br />

opgebouwd door de artsen en verpleegkundigen van de NICU in samenwerking<br />

met de apotheek).<br />

o In de procedures m.b.t. het voorbereiden, de toediening en registratie van de<br />

medicatie zijn mechanismen ingebouwd ter preventie van medicatiefouten<br />

(waaronder ondermeer een controle van het distributieproces door afzonderlijke<br />

zorgverstrekkers).<br />

o <strong>De</strong> 24-uurspermanentie is ook vanuit het oogpunt patiëntveiligheid georganiseerd.<br />

Overdag zijn 8 verpleegkundigen aanwezig, ’s nachts en in het weekend minstens<br />

7. Verder is er tijdens de weekends een wachtdienst met een oproepbare<br />

verpleegkundige voor opvang van afwezigheden door ziekte.<br />

Voor de medische permanentie staat een senior assistent (minstens derdejaars met<br />

reeds NIC-opleiding) in. <strong>De</strong>ze ASO slaapt in op de eenheid en is verantwoordelijk<br />

voor de continuïteit van zorgen voor de stabiele patiënten van de NICU. Er zijn<br />

daarnaast duidelijke afspraken dat de neonatologen die van oproepbare<br />

permanentie zijn steeds komen bij problemen, voor nieuwe opnames, voor<br />

bevallingen van risicozwangerschappen, meerlingen en prematuren, en bij sectio’s.<br />

• Er is erg veel aandacht voor handhygiëne. Zo is de toegang tot de afdeling voor<br />

personeelsleden niet mogelijk zonder ontsmetting van de handen (sensor aan de<br />

toegangsdeur meet het gebruikte volume alcogel). Aangezien men ervan uitgaat dat het<br />

infectierisico voor de neonati zich binnen het ziekenhuismilieu bevindt, wordt aan ouders<br />

niet gevraagd om een overschort of mondmasker te dragen.<br />

Tekortkomingen<br />

• Hoewel men strikt genomen normatief qua medische bestaffing (norm stelt 3,2<br />

VTE voor 16 NIC-bedden) voldoet, zijn er anderzijds toch argumenten voor een té nipte<br />

bestaffing. <strong>De</strong> neonatologen staan niet enkel in voor N* en NICU, maar ook voor de<br />

materniteit en het verloskwartier, en het transport van baby’s. Daarnaast moet men<br />

rekening houden met de tijd die gaat naar onderwijsopdrachten en wetenschappelijk<br />

activiteiten, en de afwezigheden door verlof/ziekte/bijscholing.<br />

• <strong>De</strong> zorgequipe van de neonatale eenheid beschikt op het moment van de audit niet<br />

over een psycholoog. Men kan op vraag beroep doen op een psycholoog van het<br />

ziekenhuis.<br />

In het verleden was er 0,2 VTE psycholoog beschikbaar.<br />

Gezien deze eenheid dagdagelijks met zeer ernstige pathologie en zware<br />

verwerkingsproblemen wordt geconfronteerd, is er nood aan een structureel uitgebouwde<br />

psychosociale begeleiding door psychologen voor de ouders.<br />

Ook intervisie van de personeelsequipe lijkt geen overbodige luxe.<br />

Er zou op de begroting voor <strong>2009</strong> een halftijds psycholoog voorzien zijn voor de<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 43


neonatale eenheid.<br />

• In de zorgdossiers worden niet steeds nota’s neergeschreven van de<br />

oudergesprekken.<br />

• Elke discipline neemt nota in zijn eigen patiëntendossier: artsen, verpleegkundigen<br />

en kinesitherapeuten. Door deze versnippering wordt het overzicht van de<br />

patiëntengegevens bemoeilijkt. Een geïntegreerd multidisciplinair dossier zou de<br />

afstemming van de zorg en communicatie kunnen faciliteren.<br />

• Artsen schrijven de medicatieopdrachten neer in het papieren medisch dossier.<br />

Verpleegkundigen schrijven dit over in het medicatieschema van het verpleegkundig<br />

dossier. Het overschrijven van medicatie houdt een risico in op fouten. Dit<br />

medicatieschema wordt dan gecontroleerd door de artsen.<br />

Op een kritieke dienst wordt van artsen verwacht dat zij de medicatieschema’s opstellen.<br />

• N* en NICU bestaan elk uit open ruimtes waar alle bedjes gezamenlijk staan<br />

opgesteld. <strong>De</strong>ze architectuur heeft beperkingen inzake privacy die men kan bieden aan<br />

ouders.<br />

Aanbevelingen<br />

• Naast de dagelijkse multidisciplinaire briefings, gebeuren er ad hoc<br />

multidisciplinaire teamvergaderingen indien problemen zich voordoen. Aanbeveling om<br />

multidisciplinaire teamvergaderingen op een meer systematische en gestructureerde<br />

manier te organiseren.<br />

• <strong>De</strong> neonatale eenheid heeft geen specifieke stek op de website van het ziekenhuis.<br />

We bevelen aan om ook dit communicatiekanaal te gebruiken, naar ouders en verwijzers,<br />

om de visie en het beleid van de eenheid breder bekend te maken.<br />

• We bevelen aan om de gegevens van de ouderbevragingen te verwerken, en deze<br />

gegevens te gebruiken voor evaluatie en bijsturing.<br />

7.4 Zorgprogramma voor kinderen<br />

Algemene vaststellingen<br />

• Het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> heeft reeds jaren een afzonderlijk kinderziekenhuis, dat ook<br />

architectonisch een entiteit vormt. Het kinderziekenhuis telt twee verpleegafdelingen, K1<br />

met 25 bedden voor kinderen tussen 0 en 4 jaar, en K2 met 26 bedden voor kinderen<br />

tussen 5 en 16 jaar. Daarnaast is er een slaapeenheid K5 met 8 bedden. In het<br />

kinderziekenhuis bevindt zich verder een kinderdagziekenhuis, hier worden ook kinderen<br />

opgevangen voor ambulante zorgen.<br />

<strong>De</strong> pediatrische spoedafdeling is aanpalend aan het kinderziekenhuis, en valt<br />

organisatorisch onder de dienst spoedgevallen.<br />

<strong>De</strong> pediatrische intensieve zorgen sluit architectonisch aan bij de dienst intensieve zorgen<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 44


voor volwassenen, en valt er ook organisatorisch onder. <strong>De</strong> medische organisatie gebeurt<br />

binnen de dienst kindergeneeskunde<br />

Begin december wordt een nieuwe afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie geopend,<br />

aansluitend aan het kinderziekenhuis.<br />

• <strong>De</strong> medische permanentie voor het zorgprogramma voor kinderen wordt door twee<br />

inslapende artsen ingevuld. Minimaal zijn deze artsen qua opleidingsniveau een junior<br />

assistent (lagere jaars) en een senior assistent (minstens derdejaars met NIC-bekwaming).<br />

Sommige nachten zijn het twee senior assistenten, en 1 op 4 nachten bestaat de<br />

permanentie uit een junior assistent en een specialist pediatrie.<br />

Daarnaast is er een oproepbare permanentie van een pediater.<br />

<strong>De</strong> taakverdeling bestaat er in dat de junior assistent verantwoordelijk is voor K1, K2 en<br />

de pediatrische spoedgevallen. <strong>De</strong> senior assistent is verantwoordelijk voor de<br />

pediatrische IZ en de NIC.<br />

Sterke punten<br />

• Het beleid inzake kindvriendelijkheid is zeer sterk uitgewerkt:<br />

o Alle kinderen worden in het kinderziekenhuis opgenomen (uitgezonderd de<br />

steriele eenheid haematologie);<br />

o Kinderen worden verzorgd door zorgverleners met specifieke pediatrische<br />

expertise;<br />

o Rooming-in is steeds mogelijk;<br />

o Er is voor chronische patiënten een aanbod voor dagtherapie aan huis;<br />

o Tijdens een opname wordt zoveel mogelijk een normale dagindeling nagestreefd,<br />

waarbij kinderen overdag bv naar het klaslokaal gaan. Voor onderzoeken worden<br />

de kinderen daar opgehaald;<br />

o <strong>De</strong> kindvriendelijke aankleding met kunst,<br />

o <strong>De</strong> verpleegafdelingen K1 en K2 beschikken elk over een terras, toegankelijk via<br />

de eetzaal;<br />

o Er is een aparte recreatie-afdeling met een ruime bestaffing. Naast een klaslokaal,<br />

zijn er twee speelruimtes, één voor de allerkleinsten, en één voor grotere kinderen;<br />

o Het kinderziekenhuis stelt laptops ter beschikking en gratis draadloos internet.<br />

• Het dagziekenhuis doet een telefonische bevraging van ouders van kinderen na<br />

chirurgische ingrepen. Gedurende één week/maand worden ouders opgebeld voor een<br />

gestandaardiseerde bevraging naar complicaties.<br />

• Er is veel informatie, zowel voor ouders, als op maat van kinderen. Het<br />

kinderziekenhuis heeft een eigen website. Er is binnen het kinderziekenhuis een<br />

onthaal/doe-boekje ‘Erik gaat naar het ziekenhuis’, met een luik voor kinderen en één<br />

voor ouders. Daarnaast zijn er tal van andere infofolders. Er zijn meerdere<br />

patiëntenfolders voorhanden voor na een ingreep. Voorbeeld hiervan zijn de 3 folders<br />

i.v.m. postoperatieve pijnstilling: bij laagrisico, middelmatig risico, en hoogrisico op pijn.<br />

• <strong>De</strong> verpleegafdeling K2 is door uitrol van een volledig elektronisch<br />

patiëntendossier een voorloper in het ziekenhuis, en al ver in de evolutie naar een<br />

‘papierloze dienst’.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 45


<strong>De</strong> ontslagbrief wordt tijdens de opname binnen het elektronisch dossier automatisch en<br />

gradueel gegenereerd.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Op de slaapeenheid worden niet enkel kinderen opgenomen, maar ook volwassenen.<br />

Hoewel architectonisch één afdeling, is de slaapafdeling functioneel onderverdeeld in twee<br />

gedeelten, K5 voor kinderen, en K4 voor volwassenen, met elk een eigen personeelequipe.<br />

• In de onthaalruimte van het operatiekwartier beschikt men over een plaats voor kinderen die<br />

door een gordijn kan afgescheiden worden van de andere wachtposities. Auditieve scheiding<br />

van volwassen patiënten is bijgevolg niet mogelijk.<br />

• Ouders kunnen niet bij hun kind blijven tot bij inductie.<br />

• In de ontwaakruimte van het OK zijn 4 posities voor kinderen voorbehouden.<br />

Kindvriendelijke aanpassingen zoals decoratie ontbreken. Er kan geen volledige auditieve<br />

en visuele afscheiding tussen de kinderen en de volwassen patiënten gerealiseerd worden.<br />

<strong>De</strong> privacy kan niet gewaarborgd worden vermits er met partiële gordijntjes gewerkt wordt<br />

die bovendien ook vaak blijven openstaan. <strong>De</strong> begeleidende ouder heeft zo zicht op het wel<br />

en wee van de overige patiënten.<br />

<strong>De</strong> posities zijn erg krap bemeten zodat er precies een stoel naast een kinderbed kan staan.<br />

Als grotere kinderen in een gewoon bed op de kinderpositie geplaatst worden, staat deze<br />

volledig vol zodat een ouder er niet naast kan plaatsnemen. Ook voor apparatuur of<br />

handelingen bv. in geval van urgenties is de voorziene ruimte te beperkt. Grotere kinderen<br />

worden soms ook op volwassen low care posities gelegd. Ook hier kunnen ze niet vergezeld<br />

worden van een ouder.<br />

Tekortkomingen<br />

• Hoewel op verschillende manieren (o.a. op de website en in het protocol<br />

kindvriendelijkheid) aan ouders wordt gecommuniceerd dat de mogelijkheid bestaat om<br />

gratis te overnachten bij hun kind, worden voor rooming-in toch kosten aangerekend.<br />

Verder is de financiële informatie over de kostprijs van rooming-in niet erg duidelijk, ook<br />

binnen het ziekenhuis. <strong>De</strong> prijs voor een overnachting van ouders varieert naargelang de<br />

infobron tussen 10 en 29 Euro, voor de 3 maaltijden worden prijzen vernoemd die variëren<br />

tussen 17 en 25 Euro (twee versies van opnameverklaring + info van het kinderziekenhuis).<br />

• Hoewel rooming-in steeds mogelijk is, zijn niet alle kamers hierop voorzien. Voorbeelden<br />

hiervan zijn de vierpersoonskamers op K2, en de babyboxen van K1. Op deze kamers is de<br />

situatie weinig comfortabel in het geval van rooming-in.<br />

• Door de beperkte ruimte op sommige kamers kan men onvoldoende de privacy waarborgen.<br />

Voorbeelden hiervan zijn de meerpersoonskamers van het dagziekenhuis en de<br />

verpleegafdeling K2, waar posities van elkaar gescheiden zijn door gordijnen.<br />

• Er is verder een gebrek aan bergruimte (her en der verspreid staan slaapzetels en rolstoelen).<br />

In het dagziekenhuis beschikt men slechts over één toilet voor kinderen en ouders, voor een<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 46


capaciteit van 20 kinderen.<br />

Eén van de babyboxen op K1 beschikt niet over daglicht.<br />

Aanbevelingen<br />

• We bevelen aan om de visie en het beleid inzake kindvriendelijkheid te bundelen en nog<br />

actiever te communiceren naar ouders en kinderen, en verwijzers, bv. via de website.<br />

• Advies om naar analogie van de onthaalbrochures voor nieuwe medewerkers en studenten<br />

die binnen het verpleegkundig departement werden ontwikkeld, ook geschreven informatie<br />

te voorzien voor ASO’s.<br />

7.5 Zorgprogramma voor geriatrie<br />

Algemene vaststellingen<br />

• <strong>De</strong> dienst geriatrie bestaat binnen het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> uit één zorgeenheid EH 61 met 29 acute<br />

geriatriebedden. 78% van de patiënten wordt rechtstreeks (via spoed) opgenomen,<br />

bedbezetting is 100%; gemiddelde ligduur van 15.9 dagen. <strong>De</strong> gemiddelde leeftijd van<br />

patiënten is 83 jaar.<br />

• Er is een samenwerkingsakkoord met het ziekenhuis Scheutbos waar men beschikt over<br />

91 bedden subacute geriatrie en 29 bedden Sp-psychogeriatrie.<br />

• Gemiddeld worden permanent 120 patiënten boven de 75 jaar op andere diensten dan de<br />

geriatrie gehospitaliseerd. <strong>De</strong> interne liaison geriatrie is opgestart en loopt momenteel op<br />

12 diensten. Op de andere afdelingen is de interne liaison beschikbaar op vraag.<br />

o Het GRP screeningsinstrument is een onderdeel van de elektronische anamnese,<br />

waarbij de interne liaison automatisch via een mail verwittigd wordt wanneer een<br />

patiënt een score heeft van meer dan 2.<br />

o <strong>De</strong> interne liaisonverpleegkundigen gaan elke dag langs op deze diensten om patiënten<br />

uitgebreid te screenen. Eventueel worden er bijkomende evaluaties / onderzoeken door<br />

andere disciplines (kine, ergo, logo, psycholoog …) aangevraagd.<br />

o <strong>De</strong> behandelende arts moet geen toestemming geven voor het bijvragen van de interne<br />

liaison geriatrie.<br />

o Tweemaal per week worden patiënten multidisciplinair besproken.<br />

o Referentieverpleegkundigen zijn op alle afdelingen geselecteerd op basis van interesse<br />

en expertise.<br />

o Het bureau van de interne liaison is geïntegreerd op het geriatrisch dagziekenhuis<br />

• Het dagziekenhuis geriatrie bevindt zich op niveau -1 en bestaat uit een ruime dagzaal met<br />

10 zetels, twee gesprek- en therapielokalen, een ergozaal en een verpleegpost. Er zijn<br />

uitgewerkte programma’s voor diagnosestelling (21 programma’s) en therapie. In 2007<br />

zag men <strong>14</strong>38 patiënten.<br />

• <strong>De</strong> externe liaison wordt georganiseerd door de sociaal verpleegkundige die vast<br />

verbonden is aan de geriatrieafdeling.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 47


• Geriatrische consultaties gebeuren eveneens op niveau -1 en bieden een raadpleging<br />

“preventie van ouderdomsziekten” aan en een SPRINT-programma (samenwerking met<br />

fitnesscentra voor medisch begeleide programma’s voor 65-plussers)<br />

Sterke punten<br />

• <strong>De</strong> renovatie van de verblijfseenheid is geslaagd op het niveau van de patiëntenkamers.<br />

<strong>De</strong> sanitaire cellen beschikken alle over een inloopdouche.<br />

• Het advies van de interne liaison wordt rechtstreeks naar de huisarts van de patiënt<br />

verstuurd.<br />

• Op de afdeling loopt een project van klinische farmacie. I.s.m. de geriater worden<br />

thuismedicatie en de wijzigingen in het medicatieschema geëvalueerd. <strong>De</strong> dagelijkse<br />

patiëntenbesprekingen worden steeds bijgewoond door de klinische apotheker.<br />

• Paramedici maken deel uit van het multidisciplinaire team en worden door de geriater en<br />

de hoofdverpleegkundige samen aangestuurd. Behandelingen kunnen opgestart worden<br />

op vraag van de arts, maar ook op aanraden van de paramedicus zelf wanneer hij / zij dit<br />

nodig acht. Beslissingen worden genomen op het multidisciplinair overleg.<br />

• <strong>De</strong> dienst kent een goed ontslagmanagement. <strong>De</strong> ontslagmanager start van bij de opname<br />

aan de voorbereiding van het ontslag. Het ontslagformulier bevat alle elementen voor de<br />

zorgcontinuïteit (ontslagbrief, kine-ergo-logoplan, medicatieblad, …) Indien nodig wordt<br />

een zorgoverleg georganiseerd met de betrokken thuiszorg, familie en de huisarts.<br />

Wanneer het aangewezen is, kan de ergotherapeute ook vooraf een thuisbezoek<br />

organiseren.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Het fixatiebeleid werd nog niet geïmplementeerd op de dienst geriatrie. Bij nazicht van<br />

een dossier bleek een patiënt al 8 dagen gefixeerd te zijn. Er was niets terug te vinden<br />

van overleg met de familie, evaluatie van de maatregel of verhoogd toezicht.<br />

• Het psychologische klimaat op de afdeling is niet optimaal georganiseerd. Men slaagt er<br />

onvoldoende in om patiënten te stimuleren tot het dragen van dagkledij en het<br />

gezamenlijk eten (naar schatting 15 %). <strong>De</strong> sociale activatie en het aanbod van socioculturele<br />

activiteiten is te beperkt. Men vindt in de brochure van de afdeling geen enkel<br />

specifieke aspect van het geriatrisch zorgconcept (dagkledij, gezamenlijke maaltijden,<br />

socio-culturele activiteiten, …) terug en is de communicatie aan patiënt en familie<br />

hierover onvoldoende.<br />

• Het geriatrisch zorgconcept is uitgeschreven, maar nog niet ziekenhuisbreed<br />

bekendgemaakt. <strong>De</strong> werking van de interne liaison dient zo snel mogelijk uitgebreid te<br />

worden naar alle betrokken afdelingen en functies.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 48


Tekortkoming<br />

• Er is binnen het dagziekenhuis geen uitgeschreven programma aanbod voor revalidatie. In<br />

het verleden zijn de pogingen om dit aanbod te lanceren gestrand omdat patiënten zich<br />

niet zelfstandig konden verplaatsen. Men beschikt vanuit het ziekenhuis niet over een<br />

transportmogelijkheid om mensen van thuis naar het dagziekenhuis te brengen.<br />

Aanbevelingen<br />

• Advies om de onthaalbrochure voor de patiënten te herbekijken. Hierdoor kunnen een<br />

aantal specifieke aspecten van het geriatrisch zorgconcept (dagkledij, gezamenlijke<br />

maaltijden, socio-culturele activiteiten, …) gecommuniceerd worden aan patiënt en<br />

familie.<br />

• In het kader van opvolging en sensibilisering verdient het aanbeveling om te registreren<br />

op welke diensten de interne liaison geraadpleegd wordt en in welke mate de adviezen<br />

opgevolgd worden.<br />

• We bevelen aan om ook voor de interne liaison een eigen folder multidisciplinair te<br />

ontwerpen en mee te geven aan elke patiënt die gescreend wordt.<br />

• Advies om de ambities om ook bij ambulante patiënten op spoedgevallen een screening en<br />

een advies van de interne liaison mogelijk te maken, waar te maken.<br />

• Aanbeveling om blijvend aandacht te hebben voor de privacy: bv. patiënten volgen kine<br />

en ergo in de therapiezaal die tegelijkertijd ook dienst doet als dagzaal.<br />

7.6 Palliatieve functie<br />

Algemene vaststellingen<br />

• Het (palliatief) support team staat niet enkel in voor palliatieve zorg, maar tevens voor<br />

psychosociaal support van oncologische patiënten. Er wordt vanuit een bewuste visie<br />

geen onderscheid gemaakt tussen patiënten die terminaal zijn en niet-terminale patiënten.<br />

Dit is één van de redenen waarom men de bredere naam ‘support team’ verkiest.<br />

• Het support team bestaat uit een halftijds arts, een halftijds verpleegkundige en 1,5 VTE<br />

psychologen.<br />

Het support team is volgens het organogram onderdeel van het oncologische centrum.<br />

• In 2007 waren er 450 begeleidingen door het support team (in 2007 waren er 954<br />

overlijdens in het ziekenhuis).<br />

20% van de begeleidingen gebeurde bij niet-oncologische patiënten.<br />

Het support team werd bij 19 euthanasievragen betrokken.<br />

• Het support team definieert zijn rol als adviserend naar het behandelend team. Het team<br />

volgt de patiënt mee op zolang de specifieke supportvraag bestaat.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 49


Op uitdrukkelijke vraag van het behandelend team kan het support team ook de zorg<br />

overnemen. <strong>De</strong>ze vraag wordt vooral aan de palliatief arts gesteld omtrent pijnbeleid.<br />

Daarnaast wil men ook opvang voor zorgverleners zelf aanbieden.<br />

• Sinds 2007 bestaat de ‘signaalfunctie supportieve zorg’. Hiertoe werden op elke<br />

verpleegafdeling en op de ambulante diensten van het oncologisch centrum<br />

contactpersonen als aanspreekpunt aangeduid. <strong>De</strong>ze contactpersonen zijn zowel artsen als<br />

verpleegkundigen.<br />

Sterke punten<br />

• In het oncologisch handboek zijn de richtlijnen palliatieve en supportieve zorg<br />

uitgeschreven. Daarnaast bevat het oncologisch handboek ook de toelichting en<br />

praktische richtlijnen omtrent euthanasie. <strong>De</strong>ze teksten werden opgesteld door de<br />

reflectiegroep voor biomedische ethiek, en werden goedgekeurd door de commissie<br />

medische ethiek, de directie en de medische raad.<br />

• Palliatieve en supportieve zorg wordt als een transmuraal zorgtraject georganiseerd. Naast<br />

het (palliatief) support team in het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, wordt ook een palliatief/supportief<br />

dagcentrum TOPAZ in Wemmel uitgebaat, is er een multidisciplinaire raadpleging<br />

‘symptoom- en pijncontrole’ in het oncologische centrum van het ziekenhuis, en wordt<br />

ook OMEGA, de palliatieve thuisbegeleidingsequipe van het Netwerk Palliatieve Zorg,<br />

door hetzelfde team aangestuurd. Voor deze brede waaier van palliatief en supportieve<br />

zorg is een voltijds palliatieve arts aangesteld.<br />

• <strong>De</strong> klinische activiteiten worden wetenschappelijk geruggensteund door deelname aan de<br />

onderzoeksgroep, de ‘End of Life Research Group’ van de VUB.<br />

Door het palliatief team werd de ‘distress barometer’ ontwikkeld, een korte vragenlijst<br />

die op eenvoudige wijze peilt naar gevoelens bij oncologische patiënten en die door<br />

patiënten voor de consultatie wordt ingevuld en wordt voorgelegd aan de arts.<br />

• Binnen de opleiding tot arts aan de VUB is er een leeronderdeel palliatieve en supportieve<br />

zorgen.<br />

Tekortkomingen<br />

• Er is een onderbestaffing van het support team.<br />

Normatief dient de bestaffing voor de palliatieve functie uit 2,1 VTE te bestaan.<br />

Aangezien het support team over 2,5 VTE beschikt, betekent dit slechts een specifieke<br />

bestaffing van 0,4 VTE voor de psychosociale support van oncologische patiënten.<br />

Aangezien het ziekenhuis zich profileert met oncologische zorg, de grootte van het<br />

oncologisch centrum, en het feit dat men op de website stelt dat elke kankerpatiënt die<br />

behandeld wordt in het oncologisch centrum beroep zou moeten kunnen doen op een<br />

onco-psycholoog indien hij dit wenst, is dit onvoldoende.<br />

Voor <strong>2009</strong> worden 2 extra VTE psychologen voorzien om deze leemte op te vullen.<br />

Er is verder geen vervanging voorzien bij afwezigheid van de arts. Dit wordt ingevuld op<br />

basis van goodwill van collega’s.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 50


• Adviezen van het support team worden mondeling meegedeeld aan het behandelend team.<br />

Er worden door het support team niet systematisch gegevens genoteerd in het<br />

patiëntendossier. Ook van de multidisciplinaire patiëntenbesprekingen wordt geen verslag<br />

neergeschreven in het patiëntendossier.<br />

• Er zijn in het ziekenhuis geen specifieke zorgprocedures of staande orders uitgewerkt<br />

betreffende palliatieve of supportieve zorgen.<br />

• Er gebeurt geen registratie en evaluatie van de palliatieve zorg in het ziekenhuis. Het<br />

support team beschikt ook niet over een jaarverslag.<br />

Een administratieve ondersteuning van het support team zou deze taak kunnen faciliteren.<br />

• Niet alle diensten/ zorgverleners staan open voor een supportieve zorgcultuur. Zij blijven<br />

palliatieve zorg eng interpreteren als terminale zorg. Op die manier hebben nog niet alle<br />

patiënten toegang tot palliatieve zorg indien ze er nood aan hebben.<br />

Aanbevelingen<br />

• We bevelen aan om het support team specifiek te vermelden in het organogram.<br />

• We bevelen aan om een specifieke vorming palliatieve zorg op maat voor de artsen van<br />

het ziekenhuis te organiseren.<br />

7.7 Chirurgisch dagziekenhuis<br />

Algemene vaststellingen<br />

• Vanaf juli 2007 werd de chirurgische daghospitalisatie voor volwassenen<br />

ondergebracht op verpleegeenheid EH19 op de eerste verdieping van het hoofdgebouw.<br />

Het dagziekenhuis beschikt niet over eigen operatiezalen. Patiënten worden met de lift<br />

naar de tweede verdieping gebracht voor de ingrepen die in het centrale OK plaatsvinden.<br />

• <strong>De</strong>ze gemengde one day / short stay eenheid sluit enkel in het weekend en blijft ’s nachts<br />

tijdens de week open.<br />

• Het dagziekenhuis telt 29 bedden verdeeld over negen eenpersoonskamers en tien<br />

tweepersoonskamers.<br />

• Kinderen worden niet opgenomen op EH19. Een apart pediatrisch dagziekenhuis bevindt<br />

zich in het kinderziekenhuis.<br />

• In 2007 waren er 5670 daghospitalisaties voor chirurgische ingrepen volwassenen en<br />

pediatrie samen. Het aantal behandelingen neemt elk jaar toe.<br />

Een specifiek activiteitcijfer voor EH19 was niet ter beschikking. <strong>De</strong> gemiddelde<br />

dagelijkse bedbezetting op EH19 voor 2007 bedroeg 41,7% tot 100% afhankelijk van de<br />

bron.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 51


• Het patiënttraject voor de planning ligt vast. <strong>De</strong> chirurg verwijst de patiënt naar de<br />

consultatie anesthesie voor de vooropname. <strong>De</strong> preoperatieve onderzoeken verlopen dan<br />

volgens vastgelegde richtlijnen al dan niet via de huisarts. <strong>De</strong> opnameplanning van<br />

patiënten gebeurt centraal via OK<br />

Er werd een informatiebrochure ontwikkeld over anesthesie en over vele courante<br />

ingrepen.<br />

• In het zorgstrategische plan wordt een nieuwbouw voorzien van een aparte eenheid<br />

chirurgisch dagziekenhuis.<br />

• Gedurende de openingsuren beschikt het dagziekenhuis over een administratief<br />

personeelslid.<br />

Sterke punten<br />

• <strong>De</strong> renovatie is erg geslaagd. <strong>De</strong> kamers zijn aangenaam, ergonomisch en luxueus<br />

ingericht.<br />

• Patiënten worden na de ingreep systematisch telefonisch bevraagd met behulp van<br />

een gestandaardiseerde vragenlijst.<br />

• Voor opgenomen 16-18 jarigen kan rooming-in voorzien worden tegen hotelkost.<br />

• Er bestaat een degelijke opnamebrochure voor de patiënten.<br />

• Alle verpleegkundige procedures i.v.m. ingrepen het chirurgische dagziekenhuis<br />

zijn (op papier) beschikbaar op de dienst.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Het chirurgisch dagziekenhuis is geen architectonische entiteit. Dagpatiënten<br />

worden opgenomen op de verpleegafdeling EH19, een gemengde one day-short stay<br />

heelkundige eenheid.<br />

Regelmatig worden ook gewone te hospitaliseren patiënten tijdelijk opgenomen in het<br />

dagziekenhuis, wegens plaatsgebrek op de verpleegafdelingen. Dit geldt zeker voor<br />

interne geneeskunde (5 à 10 opnames per week) waarbij de short stay buffert voor de<br />

klassieke afdelingen die vol liggen.<br />

Op het moment van de audit was hier zelfs een bevallen moeder met baby opgenomen<br />

wegens overbezetting van de kraamafdeling.<br />

Bovendien hospitaliseren sommige artsen ook dagpatiënten op hun “eigen”<br />

hospitalisatieafdeling.<br />

• <strong>De</strong> afstemming operatieprogramma en opnamebeleid (centraal) is niet optimaal<br />

waardoor de wachttijden kunnen oplopen en onvoorziene overnachtingen voorkomen.<br />

Door gebrek aan gesystematiseerde registratie is het moeilijk om de omvang van dit<br />

probleem te objectiveren.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 52


Tekortkomingen<br />

• Er lijken geen schriftelijke afspraken te bestaan rond het tijdstip dat de artsen hun<br />

patiënten postoperatief bezoeken. <strong>De</strong>rgelijke afspraken worden best opgenomen in het<br />

reglement van inwendige orde of een medisch reglement op dienstniveau.<br />

• Niet alle artsen doen in functie van het ontslag meerdere controleronden per dag.<br />

<strong>De</strong> wachttijden kunnen zo oplopen. Vele patiënten (15%) worden ontslagen buiten de<br />

voorziene openingsuren van het dagziekenhuis. Door de moeilijke interpretatie van<br />

relevante parameters (bv. interferentie van de short stay) is de omvang van dit probleem<br />

niet duidelijk.<br />

• Er is onvoldoende gestructureerd overleg tussen het dagziekenhuis en het<br />

operatiekwartier. Participatie aan een goed functionerende gebruikersraad zou hieraan<br />

kunnen verhelpen. <strong>De</strong> planning/voorrang van dagpatiënten in het totale OK-programma<br />

en de beschikbare bedcapaciteit van het dagziekenhuis zouden hier aan bod moeten<br />

kunnen komen. Schriftelijke organisatorische afspraken met de operatieafdeling en de<br />

frequentie van onderling overleg worden best opgenomen in het RIO.<br />

• Het huidige personeelsbestand bestaat uit 17 verpleegkundigen (12,85 VTE) waarvan 13<br />

gegradueerden en 2 personen die bezig zijn met de overgang van A2 naar A1-<br />

verpleegkundige. Volgens de norm moeten er op basis van het aantal chirurgische<br />

ingrepen 7 VTE gegradueerde verpleegkundigen zijn. Gezien het bijkomende aantal nietchirurgische<br />

patiënten en vooral de aanwezigheid van de short stay (nachtshift tijdens de<br />

week) is deze personeelsbestaffing ontoereikend. Er bestaat bijgevolg een structureel<br />

personeelstekort.<br />

Aanbevelingen<br />

• Het kwaliteitsbewakingprogramma is onvoldoende ontwikkeld voor EH19. Er wordt bv.<br />

niet geregistreerd in hoeveel % van de gevallen de preoperatieve onderzoeken tijdig<br />

beschikbaar zijn, hoeveel ongeplande opnames per discipline er zijn, of de opnamecriteria<br />

gerespecteerd worden, of de huisartsen allemaal een ontslagbrief ontvangen. In het<br />

algemeen dient voldoende aandacht besteed te worden aan een coherente en relevante<br />

aanpak van het kwaliteitsbeleid voor de functie daghospitaal. <strong>De</strong> tevredenheid van de<br />

medewerkers kan actief onderzocht worden. We bevelen verder aan om ook klinische<br />

paden te ontwikkelen.<br />

• Het chirurgische dagziekenhuis beschikt niet over een geïntegreerd jaarverslag.<br />

Het jaarverslag dient activiteitgegevens en hun analyse te bevatten en kan gestoffeerd<br />

worden met bijkomende relevante onderwerpen. Indicatoren die een beeld kunnen geven<br />

van de kwaliteit van de werking kunnen daar deel van uitmaken, zoals registratie van de<br />

wachttijden. Uit zulk jaarverslag kan men dan verbeterpunten halen om ze te integreren in<br />

een afdelingsspecifiek beleidsplan voor het volgende jaar.<br />

• Men werkt aan een elektronisch planningsprogramma voor OK dat gelinkt kan worden<br />

aan het dagziekenhuis. Gezien het huidige gebrek aan bruikbare registraties (opnamewachttijden<br />

tot voorbereiding en tot ingreep-ontslag) bevelen we aan een hieraan<br />

aangepast efficiënt planningssysteem te overwegen. Idealiter zou het traject van de patiënt<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 53


moeten kunnen gevolgd worden tot aan zijn ontslag uit het dagziekenhuis. We bevelen<br />

ook aan om met de chirurgen te bekijken of het aantal laattijdige ontslagen buiten de<br />

openingsuren van de dienst (ongeveer 15%) en het aantal onvoorziene overnachtingen kan<br />

verminderen. <strong>De</strong> gespreide opname van patiënten kan verbeterd worden, afhankelijk van<br />

het uur en de aard van de ingreep. Het lijkt aangewezen dat de vele geneesheerspecialisten<br />

hierbij actief participeren.<br />

• We bevelen aan om het bestaande “Draaiboek Chirurgisch Dagziekenhuis” te actualiseren<br />

met het oog op het aanmaken van een elektronische versie voor het intranet. Zo zullen het<br />

RIO, het huishoudelijk reglement en de procedures makkelijk consulteerbaar zijn voor de<br />

belanghebbenden.<br />

• We bevelen aan om nog meer ingreepspecifieke informatiebrochures voor de<br />

patiënten te ontwikkelen.<br />

• Momenteel zijn de gebruikte documenten voor patiëntenzorg verschillend per arts.<br />

Sommigen gebruiken bv het EMD, terwijl anderen nog een papieren versie van een<br />

medisch dossier hanteren. Dit laatste systeem garandeert niet steeds een vlotte<br />

beschikbaarheid van de gegevens igv urgenties via spoedgevallen in het weekend. We<br />

bevelen aan dat alle artsen gestandaardiseerde formulieren zouden gebruiken.<br />

7.8 Gespecialiseerde spoedgevallenzorg<br />

Algemene vaststellingen<br />

• In 2007 waren er 56.258 patiënten op spoed en 2583 MUG-oproepen. Dit komt neer op<br />

een 150-tal patiënten per dag. 13741 patiënten werden gehospitaliseerd.<br />

• <strong>De</strong> dienst spoedgevallen staat in voor de bestaffing van de MUG. Men beschikt over twee<br />

identiek uitgeruste wagens. Volgens de afspraken met de 100 centrales (<strong>Brussel</strong>, Leuven<br />

en Brabant) is men steeds beschikbaar voor een 1° MUG oproep en kan een tweede wagen<br />

uitrukken wanneer de werkbelasting en de bestaffing op de spoedgevallendienst het<br />

toelaat.<br />

• Interhospitaaltransport werd uitbesteed aan een externe ambulancedienst, die ook voor de<br />

bestaffing van de ziekenwagen zorgt. Voor transport van NIC- en pediatrische IZ<br />

patiënten wordt de medische en verpleegkundige begeleiding verzorgd door personeel van<br />

die diensten zelf.<br />

• <strong>De</strong> interne MUG (5151) voor <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> en de medische campus VUB vertrekt vanuit de<br />

spoedgevallen. Bij een reanimatie op de campus meldt de tweede MUG wagen zich af bij<br />

de 100 centrale en gaat ter plaatse.<br />

• Naast het onthaal en de 2 triageboxen, is de spoedgevallendienst onderverdeeld in<br />

zorgstraten, die over aparte, aansluitende wachtzalen beschikken:<br />

o short care of fast track<br />

o urgent care,<br />

o critical care of “MASH” bestaat uit 2 boxen voor de opvang van kritieke patiënten,<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 54


o holding care of het transithospitaal omvat 8 bedden voor tijdelijke hospitalisaties<br />

met aparte verpleegpost en 2 isolatiekamers, aangeduid als “de blauwe kamers”,<br />

o pediatric care heeft een aangepaste wachtzaal, 5 boxen specifiek ingericht voor<br />

kinderen en 2 plaatsen voor de opvang van kritieke pediatrische patiënten.<br />

• Initieel wordt de patiënt die zich aanbiedt op spoed, na de triage (enkel tussen 10-22u),<br />

eerst gezien door een arts stagair en later door een urgentiearts of een GSO die de<br />

permanentie op spoed waarneemt. In tweede instantie, kunnen geneesheer-specialisten in<br />

consult gevraagd worden.<br />

• <strong>De</strong> medische bestaffing bestaat uit spoedartsen en artsen-specialisten-in-opleiding<br />

(urgentiegeneeskunde of basisdisciplines). Voor de permanentie van de MUG functie is<br />

dit minstens een derdejaars assistent met BAG attest. Voor de permanentie op spoed (vb.<br />

pediatrie) worden ook lagerejaars assistenten (juniors) ingezet, maar steeds onder<br />

supervisie van een meerderejaars (senior). Alle patiënten worden voor ontslag of opname<br />

besproken met de senior. Tijdens weekdagen is er van 9 tot 22u steeds een staflid<br />

aanwezig. Van 10 tot 22u (op weekend- en feestdagen van 9 tot 17u) staat deze samen met<br />

een verpleegkundige in voor de triage van de patiënten.<br />

• Men heeft zeer recent geïnvesteerd in technologische vernieuwing. In de toekomst worden<br />

medisch en verpleegkundig dossier volledig elektronisch geïntegreerd en parameters<br />

zullen via continue monitoring automatisch worden ingelezen. <strong>De</strong> monitors moeten nog<br />

geleverd worden en de implementatie van het elektronisch dossier is gepland in <strong>2009</strong>.<br />

Sterke punten<br />

• Gegevens vanuit de prehospitaalfase (EKG 12 afleidingen, parameters, ...) kunnen<br />

rechtstreeks doorgestuurd worden naar de spoedgevallendienst of het cathlab.<br />

• Bij een oproep voor een pediatrische MUG, gaat er naast de urgentiearts, ook een ASO<br />

pediatrie (minimum 3 de jaars) mee.<br />

• Op basis van de registratie van de opnames in de isolatiekamer / fixaties en collocaties<br />

werden verbeteracties opgestart. Bv de nieuwe procedures, verbouwingswerken,<br />

samenwerking met gerecht, … .<br />

• Binnen de dienst spoedgevallen zijn er twee radiologiezalen geïntegreerd. Personeel van<br />

de dienst medische beeldvorming komt er courante onderzoeken uitvoeren. In de toekomst<br />

zal men ook beschikken over een CT scan. Dit zorgt enerzijds voor meer comfort bij de<br />

patiënt, en ontlast anderzijds het personeel van logistieke taken. Bovendien wordt de<br />

patiëntenstroom op de dienst medische beeldvorming minder verstoord door<br />

spoedgevallen.<br />

• <strong>De</strong> huisartsen krijgen een verslag van elke patiënt die zich op spoed kwam aanbieden.<br />

• Er is geopteerd voor een volwaardige bestaffing van de dienst spoedgevallen. Dit is een<br />

meerwaarde naar kwaliteit van zorg toe.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 55


o <strong>De</strong> artsen die vast verbonden zijn aan de spoed beschikken nagenoeg allemaal over<br />

een bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde.<br />

o <strong>De</strong> verpleegkundige bestaffing wordt geëvalueerd en bijgestuurd. Het voorbije jaar<br />

werd een uitbreiding van de verpleegkundig equipe met 2.5 VTE doorgevoerd,<br />

waardoor men ook tijdens de nacht een permanentie van 5 verpleegkundigen kan<br />

verwezenlijken.<br />

o Talrijke verpleegkundigen (43 van de 51) binnen de functie zijn in het bezit zijn van<br />

een bijzondere beroepstitel intensieve zorg en spoedgevallenzorg.<br />

o Logistieke medewerkers doen vroege en late diensten.<br />

o Er is een uitgebreide ploeg administratie aanwezig ter ondersteuning van de dienst.<br />

• Er gaat veel aandacht naar permanente vorming. Vormingen die intern georganiseerd<br />

worden zijn multidisciplinair (artsen, verpleegkundigen, administratie) opgevat.<br />

<strong>De</strong> medische briefing na een wachtdienst wordt benut als leermoment.<br />

• Er is werk gemaakt van interne en externe communicatie: er werden Nederlandstalige en<br />

Franstalige infofolders voor patiënten opgemaakt; er is een specifieke infobrochure voor<br />

studenten en een uitgebreid inscholingsdocument voor nieuwe medewerkers. <strong>De</strong> dienst<br />

heeft een sterk uitgewerkt medisch beleidsplan en een “mission statement”.<br />

• Er is een agressieprotocol ontwikkeld en verpleegkundigen hebben een opleiding<br />

“omgaan met agressie” gevolgd. Elk incident wordt geregistreerd en opgevolgd. Men<br />

heeft ook oog voor de veiligheid van het personeel (toegangscontrole, camerabewaking,<br />

stil alarm …).<br />

• <strong>De</strong> dienst kan 24/24u beroep doen op slachtofferhulp. Binnen de equipe spoedgevallen<br />

werden 10 mensen opgeleid hiervoor en zij worden ingeschakeld in een wachtdienst (met<br />

wachtvergoeding).<br />

• Sinds 1987 bestaat er een programma “kwaliteitsbewaking”. Dit bestaat ondermeer uit<br />

o Drie opeenvolgende volledigheidscontroles van het dossier en tarificatieblad.<br />

o Een dagelijkse debriefing waaraan de wachtarts, de verantwoordelijke arts van de<br />

spoedgevallen en een arts van heelkunde, interne geneeskunde en een pediater<br />

deelnemen. Alle dossiers van patiënten die zich op spoed aanboden, worden<br />

overlopen. Indien nodig worden patiënten teruggeroepen naar de<br />

spoedgevallendienst om de behandeling aan te passen (vb. gemiste fractuur) of<br />

wordt de huisarts of de instelling waar de patiënt verblijft, gecontacteerd. In 2007-<br />

2008 werden zo 95 patiënten teruggeroepen, 53 huisartsen en 21 instellingen<br />

gecontacteerd.<br />

o Alle patiënten met aspecifieke hoofdpijn, thoracale en abdominale pijn en ook de<br />

patiënten die op eigen initiatief de spoedgevallendienst verlaten, worden na ontslag<br />

opnieuw gecontacteerd door de Q-insurance nurse.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Medische orders zijn niet steeds volledig en geautoriseerd door de arts en maken geen<br />

deel uit van het verpleegkundig dossier. Zo stond er in een (medisch) dossier vb. bij<br />

behandeling medicatie zonder dosis, wijze en frequentie van toediening. Het<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 56


verpleegkundig dossier toonde medicatie door de verpleegkundige geschreven en gegeven<br />

en niet gevalideerd door de arts.<br />

• <strong>De</strong> sterilisatietechnieken die op spoed doorgaan, gebeuren niet op “onberispelijke wijze”<br />

en bieden onvoldoende garantie op een steriel eindprodukt.<br />

o Instrumentarium dat machinaal gereinigd kan worden, wordt steeds handmatig<br />

gereinigd. Materiaal dat manueel gereinigd wordt, is niet thermisch ontsmet en moet<br />

steeds beschouwd worden als potentieel risicohoudend bij het verder behandelen;<br />

o Bij de reiniging worden onvoldoende beschermingsmaatregelen genomen voor het<br />

personeel (enkel handschoenen, geen veiligheidsbril, overschort …);<br />

o <strong>De</strong> autoclaaf is opgesteld in vuile berging, waar ook bedpannen,<br />

ontsmettingsproducten en ander materiaal gestapeld staat. Er is geen enkele<br />

scheiding tussen vuile en reine zone;<br />

o Door het gebrek aan instrumenten wordt indien nodig gesteriliseerd op een verkort<br />

programma), waardoor de steriliteit niet gewaarborgd is;<br />

o Er kon geen validatie van het toestel voorgelegd worden;<br />

o <strong>De</strong> reiniging en sterilisatie gebeurt door hulpverpleegkundigen die hiervoor geen<br />

enkele opleiding genoten hebben;<br />

o Er zijn onvoldoende toezicht en richtlijnen vanuit de apotheek.<br />

Tekortkomingen<br />

• Momenteel is het patiëntendossier erg versnipperd. Het medisch dossier van de patiënt die<br />

zich in een box bevindt, ligt ter hoogte van de balie. Resultaten van onderzoeken zijn<br />

elektronisch beschikbaar. Het verpleegkundige dossier blijft bij de patiënt in de box, maar<br />

bevat geen medische orders.<br />

• Voor de patiënten die verblijven in de holding care is centrale monitoring voorzien, maar<br />

deze is niet optimaal opgesteld. Centraal wordt dit opgevolgd op de onthaalbalie door de<br />

onthaalverpleegkundige die tevens een heel scala aan taken heeft (onthaal patiënten, hulp<br />

bij triage patiënten, telefoons 100 centrale en interne MUG alarmen). Bovendien is de<br />

monitor opgesteld achter haar/zijn rug. Verpleegkundigen die instaan voor de zorg van de<br />

patiënten (die in afzonderlijke kamers liggen) zijn aangewezen op auditieve alarmen<br />

wanneer ze zich niet in de kamer bevinden.<br />

• <strong>De</strong> spoedgevallen doet vaak dienst als buffer.<br />

o Op de voorlopige hospitalisatie wachten patiënten enkele uren alvorens in het<br />

beddenhuis opgenomen te worden. Oorzaak hiervan zijn doorstromingsproblemen<br />

naar de interne verpleegafdelingen en intensieve zorgen. Hierover is geen<br />

gedetailleerd cijfermateriaal voorhanden. Naast het feit dat dit een erg<br />

patiëntonvriendelijke organisatie is, houdt ze bovendien ernstige risico’s in m.b.t.<br />

patiëntveiligheid. Op drukke momenten op spoed moeten deze patiënten het immers<br />

langere tijd zonder veel verpleegkundig toezicht stellen.(1 verpleegkundige voor 8<br />

bedden) Een dienst spoedgevallen kan niet instaan voor gehospitaliseerde patiënten<br />

die een verhoogd toezicht behoeven. <strong>De</strong> bedden op de eenheid voor<br />

spoedgevallenzorg dienen voorbehouden te worden voor tijdelijke hospitalisatie met<br />

het oog op observatie.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 57


o Kritieke patiënten die beademd worden kunnen niet opgevangen worden op de<br />

voorlopige hospitalisatie. <strong>De</strong>ze verblijven, in afwachting van een bed op IZ, in de<br />

ruimte voor critical care. Het gaat hier niet louter om patiënten die via spoed<br />

binnenkomen, maar eveneens over beademde patiënten na een reanimatie op de<br />

verpleegafdeling.<br />

Men dient de doorstromingsproblemen duidelijker in kaart te brengen om geschikte<br />

oplossingen naar voren te kunnen brengen.<br />

• <strong>De</strong> dienst geeft een verouderde en verwaarloosde indruk en voldoet niet aan de huidige<br />

normen van hygiëne en comfort. Volgende infrastructurele tekorten zijn vastgesteld:<br />

o Op verschillende plaatsen ( o.a. in de urgent care en de critical care) vertonen de<br />

muren defecten (kalk zit los, tegels ontbreken, handgrepen zijn onderbroken ….)<br />

o In de critical care is er naast de 2 zalen, van een vroegere berging, een derde ruimte<br />

voor de opvang van patiënten geïmproviseerd. <strong>De</strong>ze is te klein, donker, vertoont veel<br />

schade aan de wanden die afgekleefd zijn met doeken en is ongeschikt om patiënten<br />

op te vangen. Op het moment van de audit was er een patiënt aanwezig.<br />

o Er is geen ruimte voor de decontaminatie van slachtoffers van chemische ongevallen.<br />

Men gebruikt hiervoor een spoelbrancard, waarbij spoelvocht moet opgevangen<br />

worden in containers. Ook voor reguliere brandwonden is er geen douche aanwezig.<br />

o <strong>De</strong> triage boxen zijn gelegen naast de wachtzaal en zijn voor- en achteraan enkel<br />

afgescheiden door een gordijn waardoor auditief de privacy onvoldoende kan<br />

gegarandeerd worden.<br />

o Er is een tekort aan bergruimte. Brancards en materiaal (vb. mobiele monitors) staan<br />

in de gang en blokkeren een vlotte doorgang.<br />

o Er is bij de stockage onvoldoende scheiding tussen vuile en proper materiaal. Zo<br />

worden ontsmettingsproducten opgeslagen in de vuile berging ter hoogte van de<br />

critical care.<br />

o <strong>De</strong> toiletten voor de patiënten in de boxen van de “urgent care” zorgstraat beschikken<br />

niet over een oproepsysteem.<br />

Aanbevelingen<br />

• We bevelen aan om een gestructureerd overlegplatform (systematisch, periodiek) tussen<br />

spoed enerzijds en de specialisten van het ziekenhuis anderzijds te organiseren, teneinde<br />

duidelijke, uniforme afspraken te kunnen maken en deze nauwgezet te kunnen opvolgen.<br />

• In het attest “ontslag tegen medisch advies” kan een verwijzing opgenomen worden naar<br />

de schriftelijke informatie die de patiënt ontvangen heeft.<br />

• We bevelen aan om een klok zichtbaar in de isolatiekamer op te hangen.<br />

• We bevelen aan om het jaarverslag en het beleidsplan verder uit te bouwen. Het<br />

jaarverslag zou kunnen aangevuld worden met meer gegevens die een beeld kunnen geven<br />

van de kwaliteit van zorg, zoals wachttijden, doorverwijzingen, opname intensieve<br />

zorgen, % ongeplande terugkeer naar de spoeddienst, % doorverwijzingen, aantal<br />

activiteiten en tijdsinvestering bij gehospitaliseerden, aantal en duur van de isolaties,<br />

resultaten uit lopende kwaliteitsprojecten, medewerkers- patiëntentevredenheid…<br />

Aangepaste software zou dit kunnen ondersteunen.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 58


• <strong>De</strong> dienst spoedgevallen heeft al wat heel wat werk gemaakt van de structurering van<br />

processen. We bevelen aan om ook bij de uitbreiding van de triage een analyse te doen<br />

van de efficiëntie en om na te gaan in welke mate bepaalde urgentiegraden kunnen<br />

gekoppeld worden aan staande orders voor de verpleegkundigen.<br />

• Normatief beschikt men met 48,90 VTE verpleegkundigen over voldoende personeel.<br />

Voortgaand op de werklast (aantal patiënten op jaarbasis, geen beroep kunnen doen op de<br />

mobiele equipe, 424 overuren op het moment van de audit ) en de verschillende extra<br />

taken (verbandwissels, controleconsultaties oftalmologie patiënten, de interne urgenties op<br />

de campus VUB…) is het aangeraden om de werklast periodiek te blijven evalueren in<br />

functie van bestaffing en ondersteuning en na te gaan welke aanpassingen noodzakelijk<br />

zijn.<br />

• Men hanteert voor de zorgstraten zowel de vroegere als de nieuwe benaming (mondeling,<br />

in procedures ….). Het door elkaar gebruiken van deze verschillende terminologie kan<br />

verwarrend zijn, vooral voor nieuwe medewerkers. We bevelen aan om minstens in de<br />

formele documenten zoals bv procedures een uniforme benaming te hanteren.<br />

7.9 Operatiekwartier<br />

Algemene vaststellingen<br />

• Het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> beschikt over vier operatiekwartieren. Er is een Centraal OK<br />

(COK) met <strong>14</strong> zalen, waarvan er 13 effectief ingezet worden, en 21 posities voor<br />

recovery (PACU). <strong>De</strong> veertiende zaal doet dienst als stockruimte.<br />

Een paar tientallen meters verder bevindt zich het obstetrische OK met 2 zalen.<br />

Daarnaast bestaat er nog 1 aparte operatiezaal voor oftalmologie, terwijl het Centrum<br />

voor Reproductieve Geneeskunde (CRG) over 4 eigen zalen kan beschikken.<br />

Tijdens de audit werd enkel het COK geïnspecteerd.<br />

• <strong>De</strong> recovery beschikt over dertien posities “low-care” met infrastructuur voor de<br />

monitoring van de vitale functies. Daarnaast zijn er ook vier high-care bedden waarin<br />

patiënten tot 24u kunnen verblijven. Er worden tevens vier posities voorbehouden voor<br />

kinderen.<br />

• Het COK werd ongeveer 30 jaar geleden gebouwd. Fundamenteel onderging de<br />

architectuur sindsdien geen belangrijke wijzigingen. <strong>De</strong> infrastructuur en aankleding<br />

werd wel in de mate van het mogelijke aangepast en gemoderniseerd. <strong>De</strong> laatste renovatie<br />

dateert van 2007 en betrof enkel de zalen 1 en 2.<br />

• Er zijn plannen om een nieuw OK te bouwen, met aparte zalen voor de one day<br />

patiënten, cfr. zorgstrategisch plan.<br />

• <strong>De</strong> audit gaat door op een moment van herstructurering van de OK-werking. Tot<br />

oktober 2008 bestond er een OK-bureau dat instond voor de organisatie en de planning<br />

van de activiteiten op OK. Dit OK-bureau mandateerde een OK-manager die voor de<br />

dagelijke operationele werking verantwoordelijk is en voor de operatieprogrammatie.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 59


Tijdens het inspectiebezoek bleken zowel de OK-manager als de hoofdverpleegkundige<br />

van COK ontslagnemend te zijn. Sinds november 2008 neemt het nieuwe medische<br />

diensthoofd de coördinatie van de activiteiten en de operatieplanning waar. <strong>De</strong> functies<br />

van het OK-bureau zijn nu overgenomen door de OK-gebruikersraad.<br />

• 17% van de ingrepen is ongepland. Men wijt dit hoge aantal aan de drukke<br />

spoedgevallendienst.<br />

• <strong>De</strong> personeelsequipe van het operatiekwartier bestaat uit 51 verpleegkundigen incl.<br />

hoofdverpleegkundige en verantwoordelijken (samen 46,65 VTE) opgesplitst in<br />

verschillende gesubspecialiseerde clusters. Daarnaast beschikt het operatiekwartier over<br />

verscheidene logistiekers en administratieve ondersteuning (secretariaat). <strong>De</strong><br />

hoofdverpleegkundige wordt bijgestaan door een dispatcher (1 VTE), een<br />

materiaalverantwoordelijke (0,9 VTE) en een verantwoordelijke vorming en kwaliteit<br />

(0,5 VTE).<br />

<strong>De</strong> PACU beschikt over een eigen verpleegkundige bezetting en hoofdverpleegkundige.<br />

Sterke punten<br />

• Er bestaat een degelijk inscholingsbeleid met een stappenplan en begeleiding van<br />

een navigator-verpleegkundige. Er zijn maandelijkse evaluaties voorzien.<br />

• Op dinsdag tijdens het academiejaar start het operatieprogramma later omdat dan<br />

systematisch tijd voorbehouden wordt voor vorming voor alle disciplines.<br />

• Er werd geïnvesteerd in de installatie van beeldschermen en ICT applicaties in de<br />

operatiezalen.<br />

• Men kiest ervoor het voltallige verpleegkundige personeel de opleiding<br />

“stralingsprotectie” te laten volgen. Hoewel dit niet een strikte norm is kan dit vanuit het<br />

kwalitatieve oogpunt zeker gewaardeerd worden.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Er zijn geen gescheiden circulatiestromen. Binnenbrengen van patiënten,<br />

bezoekers en materieel, alsook het naar buiten rijden van de geopereerde patiënten<br />

gebeurt door dezelfde toegangsdeur.<br />

• Het OK maakt een overvolle indruk. Er is een gebrek aan bergruimte. Apparatuur<br />

staat onder meer gestockeerd in de voorbereidingsruimten van de operatiezalen en in de<br />

vuile en de reine gangen. Steriel materiaal wordt o.a. op rekken in de gang gestockeerd en<br />

in een ruimte waar ook ander materiaal (infuuspompen, kartonnen dozen, koelkast, …)<br />

staat. Beide plaatsen zijn niet afgesloten en garanderen geen veilige stockage van de<br />

steriele sets. Leenmateriaal wordt opgeslagen en uitgewisseld in de herenkleedkamer.<br />

• Voor een identieke ingreep beschikt men bij sommige disciplines per chirurg over<br />

andere sets en procedures. In een ziekenhuis moet de medische activiteit zo georganiseerd<br />

worden dat ze in optimale voorwaarden kan geschieden. Dit houdt ondermeer in dat de<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 60


nodige onderlinge afspraken gemaakt worden om zorgprocessen zoveel mogelijk te<br />

uniformiseren met het oog op een zo laag mogelijk risico op fouten bij de verzorging. Dit<br />

weliswaar met respect voor de diagnostische en therapeutische vrijheid van de arts,<br />

waarbij de arts omwille van patiëntgebonden redenen in individuele gevallen van de<br />

gemaakte afspraken kan afwijken. <strong>De</strong> huidige werkwijze, met verschillende procedures<br />

en/of instrumenten voor eenzelfde soort ingreep, houdt risico’s in naar patiëntveiligheid.<br />

• Er is slechts één hoofdverpleegkundige op COK. Per schijf van 12<br />

verpleegkundigen dient een hoofdverpleegkundige voorzien te worden.<br />

• <strong>De</strong> dienst beschikt niet over een sluitend systeem voor het stockbeheer van de<br />

narcotische analgetica. Voor de operatiezalen beschikken de anesthesisten wel over hun<br />

eigen medicatiekoffertje, maar de code van het cijferslot van de medicatiekast (op<br />

recovery) die verdovende middelen bevat is door alle verpleegkundigen van de PACU<br />

gekend. Ook de equipe van de ziekenhuispijntoer komt zich in deze kast bevoorraden.<br />

• Het patiëntenvervoer gebeurt niet steeds onder toezicht van een verpleegkundige.<br />

• In de onthaalruimte beschikt men over een plaats voor kinderen die door een<br />

gordijn kan afgescheiden worden van de andere wachtposities. Auditieve scheiding van<br />

volwassen patiënten is bijgevolg niet mogelijk. Er hangt een TV met tekenfilmpjes en een<br />

ouder kan hier bij het kind blijven.<br />

• Ouders kunnen niet bij hun kind blijven tot bij inductie.<br />

• In de ontwaakruimte zijn er 4 posities voor kinderen voorbehouden.<br />

Kindvriendelijke aanpassingen zoals decoratie ontbreken. Er kan geen volledige auditieve<br />

en visuele afscheiding tussen de kinderen en de volwassen patiënten gerealiseerd worden.<br />

<strong>De</strong> privacy kan niet gewaarborgd worden vermits er met partiële gordijntjes gewerkt<br />

wordt die bovendien ook vaak blijven openstaan. <strong>De</strong> begeleidende ouder heeft ook zicht<br />

op het wel en wee van de overige patiënten. <strong>De</strong> posities zijn erg krap bemeten zodat er<br />

precies een stoel naast een kinderbed kan staan. Als grotere kinderen in een gewoon bed<br />

op de kinderpositie geplaatst worden, staat deze volledig vol zodat een ouder er niet naast<br />

kan plaatsnemen. Ook voor apparatuur of handelingen bv. in geval van urgenties is de<br />

voorziene ruimte te beperkt. Grotere kinderen worden soms ook op volwassen low care<br />

posities gelegd. Hier kunnen ze niet vergezeld worden van een ouder.<br />

Tekortkomingen<br />

• Men hanteert een exclusief afdelingsspecifieke FONA-procedure. <strong>De</strong> gegevens en<br />

de behandeling van de incidenten blijven meestal intern, en worden niet gekoppeld aan<br />

VIKA.<br />

• Er is een aparte onthaalruimte in de reine gang. <strong>De</strong> patiënten worden niet verbed in<br />

deze zone maar worden met hun bed tot aan de operatietafel gereden. Hierover bestaat<br />

wel een advies van het comité voor ziekenhuishygiëne doch dit is niet opgenomen in het<br />

RIO. In de ontvangstruimte is er geen permanent (verpleegkundig) toezicht op de<br />

patiënten. <strong>De</strong> (gepremediceerde) patiënt beschikt er niet over een oproepsysteem.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 61


• Momenteel bestaat er een beknopt reglement van inwendige orde, opgesteld door<br />

het OK-bureau op 18/04/2008. Het is niet duidelijk welke instanties dit reglement hebben<br />

goedgekeurd (directiecomité, medische raad, comité voor ziekenhuishygiëne, …?) Los<br />

daarvan circuleert er een apart huishoudelijk reglement “versie 2008” van het COK dat<br />

echter geen auteur of validatie vermeldt. In een derde document wordt een overeenkomst<br />

tussen de daghospitalisaties en het centrale OK beschreven, doch dit document was niet<br />

gekend op EH19 (chirurgisch daghospitaal volwassenen).<br />

In het RIO (reglement van inwendige orde), dat best ook de bepalingen van het<br />

huishoudelijke reglement kan bevatten, zijn duidelijke afspraken tussen OK management,<br />

chirurgen en algemene directie opgenomen met betrekking tot de dagelijkse werking en<br />

de planning van het operatieschema. Daarnaast worden best ook de afspraken met alle<br />

andere actoren waarmee men samenwerkt, hierin vermeld. Bijzondere aandacht moet o.a.<br />

besteed worden aan:<br />

o <strong>De</strong> modaliteiten voor personen- en goederenverkeer in het operatiekwartier<br />

o <strong>De</strong> maatregelen die moeten worden getroffen om te beletten dat het vuil of niet steriel<br />

materiaal in aanraking zou komen met rein of steriel materiaal<br />

o <strong>De</strong> samenstelling en werking van de OK-commissie (bureau, gebruikersraad)<br />

o Het beschikken over de resultaten en de te volgen procedure i.g.v. afwijkende waarden<br />

van pre-operatieve onderzoeken<br />

o Afspraken met het daghospitaal<br />

o Afspraken met betrekking tot ingrepen bij patiënten met allergieën<br />

o Beschikbaarheid van recovery en intensieve bedden<br />

o <strong>De</strong> reinigingstechnieken van het operatiekwartier<br />

o <strong>De</strong> maatregelen die moeten worden getroffen i.g.v. besmetting van een lokaal van het<br />

operatiekwartier<br />

o Afspraken met de centrale sterilisatie<br />

o Afspraken met betrekking tot ingrepen bij kinderen<br />

o Procedure i.g.v. overbezetting in het OK of recovery (eventueel afkondigen van<br />

operatiestop)<br />

• Het huidige systeem voor planning laat ‘overboeking’ toe, ondanks het feit dat er<br />

gebruik gemaakt wordt van slots. Regelmatig loopt het operatieprogramma uit t.o.v. de<br />

planning. Er wordt ook onvoldoende rekening gehouden met de capaciteit van de<br />

dagziekenhuizen. Het verfijnen van het systeem en het ‘blokkeren’ van vaste<br />

operatietijden kan een belangrijke meerwaarde betekenen en zou voor de OK-manager<br />

heel wat minder puzzelen en onderhandelen betekenen. We bevelen aan over te schakelen<br />

op een volautomatisch planningssysteem voor het operatiekwartier met koppeling naar<br />

CSA en een link naar de afdelingen zodat deze steeds zicht zouden kunnen houden op de<br />

stand van het traject van hun patiënten. Ter vervanging van de lange bewerkbare papieren<br />

schema’s kan men dan meteen een groot beeldscherm voorzien in de dispatching waarop<br />

de planning en het verloop van de patiënten kan gevolgd worden.<br />

• <strong>De</strong> toegangscontrole tot OK is niet sluitend. <strong>De</strong> toegangsdeur naar het COK, die<br />

wel een waarschuwing bevat dat onbevoegden niet binnen mogen, kon op de dag van de<br />

audit vlot geopend worden zodat het OK zonder controle kon betreden worden.<br />

• In de onreine gang van het OK werden twee onbeveiligde en ogenschijnlijk<br />

lukraak geplaatste gasflessen aangetroffen die respectievelijk zuurstof en lachgas<br />

bevatten.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 62


• Men gebruikt geen sluitend systeem ter preventie van verkeerde kant operaties.<br />

• In principe wordt permanent één zaal vrij- en klaar gehouden voor urgenties. Door<br />

chronisch personeelstekort kan deze zaal echter quasi nooit hiervoor ingezet worden.<br />

Indien een urgente ingreep zich aandient moet men ad hoc noodmaatregelen aanwenden<br />

die afhangen van de pathologie, van het aanwezige personeel en van het lopende<br />

operatieprogramma.<br />

• Een belangrijk deel van de personeelsleden hebben het voorbije jaar onvoldoende<br />

bijscholing gevolgd volgens de centrale gegevens. Het aantal uren bijscholing per<br />

individueel personeelslid kon niet precies bepaald worden door de hoofdverpleegkundige.<br />

In principe dienen alle verpleegkundigen jaarlijks minstens 8u bijscholing gevolgd te<br />

hebben. Hier wordt hoofdzakelijk interne vorming georganiseerd. Hoewel aangegeven<br />

wordt dat er faciliteiten kunnen gegeven worden voor iedereen die relevante bijscholing<br />

wil volgen, vinden we hier concreet weinig sporen terug van effectief gevolgde<br />

opleidingen. Dit kan samenhangen met het grote aantal overuren (circa 2500) die maar<br />

moeizaam kunnen gerecupereerd worden.<br />

• Naast het belangrijke aantal overuren en de behoefte aan vorming bemoeilijkt ook<br />

een aanzienlijk aantal ADV-dagen de organisatie van de inzet van personeel in OK. <strong>De</strong><br />

bestaffing na de middag (“late shift”) lijkt bv. erg moeizaam ingevuld te geraken. Men<br />

kan wel beschikken over voldoende chirurgen en anesthesisten, maar het aantal inzetbare<br />

verpleegkundigen na 15u30 is beperkt.<br />

• In het licht van de drie voorgaande opmerkingen, bevelen we aan de bestaffing in<br />

functie van de werklast dringend te herevalueren. <strong>De</strong>s te meer omdat uit de<br />

activiteitencijfers blijkt dat het aantal ingrepen met ongeveer 3% per jaar stijgt en zo de<br />

druk op een intensievere benutting van de zalen later na de middag toeneemt.<br />

• Patiënten worden na hun keizersnede met hun bed, maar zonder hun baby, van het<br />

obstetrische OK naar de PACU van het COK gereden voor postoperatieve observatie. <strong>De</strong><br />

echtgenoot kan de vrouw hierbij vergezellen en heeft dan ook zicht op een deel van de<br />

andere patiënten op recovery.<br />

• Op recovery bestaat geen mogelijkheid tot isolatie. Een patiënt met een septisch<br />

risico moet hierdoor direct na de ingreep naar IZ gevoerd worden. <strong>De</strong> high care bedden<br />

op recovery worden regelmatig gebruikt als buffer voor IZ bij geplande zware ingrepen.<br />

• In de PACU-COK is rechtstreeks toezicht op de patiënten in de recovery alleen<br />

mogelijk ten koste van de privacy. <strong>De</strong> ruimte is zo opgevat dat toezicht alleen mogelijk is<br />

bij doorlopen en als alle gordijnen opengelaten worden. Vanuit de centrale verpleegpost<br />

zijn niet alle posities observeerbaar.<br />

• <strong>De</strong> operatiezalen zijn te klein, waardoor ze bij bepaalde ingrepen overvol staan.<br />

Ook de toegangen zijn smal. <strong>De</strong> voorbereidingsruimtes worden gebruikt voor de opslag<br />

van materiaal en apparatuur. In zalen 1 en 2 wordt enkel rollend materieel gebruikt dat<br />

voor het schoonmaken kan verwijderd worden, maar in de andere zalen bevinden zich<br />

historische doorgeefkasten waarvan verschillende deuren aan de buitenzijde verwijderd<br />

werden omdat ze niet afsluiten omwille van niet passende materiaalmanden.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 63


• <strong>De</strong> kleedkamers zijn eerder beperkt in oppervlakte. Er zijn te weinig kastjes<br />

voorhanden om kleren en kostbare voorwerpen in op te bergen.<br />

• Sterilisatie is een technische vaardigheid die steeds meer een specifieke<br />

deskundigheid en ervaring vereist. In dat opzicht is het normaal om te evolueren naar een<br />

systeem waarbij alle sterilisatieactiviteiten door de CSA uitgevoerd worden of onder hun<br />

hoede vallen. We adviseren om de betreffende activiteiten binnen OK (bv. snelsterilisatie,<br />

reiniging specifieke instrumenten) expliciet te herevalueren tijdens het overleg OK-CSA.<br />

Aanbevelingen<br />

• Een (multidisciplinair samengesteld) jaarverslag dat een kritische kijk geeft op de<br />

verwezenlijkingen van het afgelopen jaar maar eveneens een start kan zijn van de nieuwe<br />

doelstellingen voor het komende jaar, kan het kwaliteits- en vormingsbeleid helpen<br />

structureren. Daarin worden best ook de resultaten van registraties, die een beeld geven<br />

van de kwaliteit van zorg, opgenomen (infectieziekten, wachttijden, ongeplande<br />

heringrepen…).<br />

• We bevelen aan om de continuïteit van patiëntveilige zorg extra onder de aandacht<br />

te brengen. Wij adviseren om in multidisciplinair overleg tussen verpleegkundigen, artsen<br />

en logistiek assistenten na te gaan hoe het hele traject van vertrek op de afdeling tot<br />

terugkeer uitgewerkt kan worden (inclusief anesthesiegebeuren, patiëntencontact tijdens<br />

het vervoer, overdrachten).<br />

• We raden aan de apotheek meer te betrekken bij het stockbeheer van het medische<br />

materiaal en medicatie in het operatiekwartier (controle vervaldata, stockage, controle<br />

narcotica).<br />

• We bevelen aan om bij de aanpassingen van infrastructuur in het kader van het<br />

zorgprogramma voor kinderen oog te hebben voor het gehele traject dat kinderen volgen.<br />

We adviseren om een afsluitbare reservekar met materiaal specifiek voor kinderen te<br />

voorzien, zodat men op elke moment zeker is dat alle nodige materiaal aanwezig is.<br />

• We bevelen aan om een aparte omkleedruimte voor bezoekers zoals<br />

vertegenwoordigers, studenten, ouders, huisartsen te voorzien. Voor deze personen,<br />

extern aan de dienst, kan men ook geschreven instructies in verschillende talen opmaken.<br />

• Aanbeveling om meer dienstspecifieke informatiebrochures te ontwikkelen.<br />

7.10 Intensieve zorgen<br />

Algemene vaststellingen<br />

• <strong>De</strong> functie voor Intensieve Zorgen (IZ) bevindt zich op de eerste verdieping, onder het<br />

centrale OK. Het architecturale concept dateert van ongeveer dertig jaar geleden. <strong>De</strong><br />

laatste renovatie vond plaats in 2004.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 64


• <strong>De</strong> functie telt 36 erkende bedden. <strong>De</strong>ze zijn opgesteld in zes groepen (eenheden) van 6<br />

bedden: 4 eenheden voor volwassen IZ, 1 eenheid voor pediatrische IZ en 1 “steriele”<br />

eenheid voor hematologie op de verpleegeenheid haematologie.<br />

Tijdens de audit werd enkel het centrale IZ-gedeelte voor volwassenen bezocht.<br />

• Elke eenheid van zes bedden is volgens dezelfde architectuur opgevat: Er zitten twee<br />

boxen aan de raamkant, waarvan één met sas, en de overige 4 posities zijn zijdelings<br />

gescheiden door wanden en aan het voeteinde door een gordijn. In het midden staat de<br />

werkpost voor verpleegkundigen en artsen opgesteld. Tussen de boxen staat een<br />

vergadertafel met stoelen voor overleg en besprekingen.<br />

• Elke eenheid van zes bedden heeft zijn eigen verpleegkundige bestaffing (minstens <strong>14</strong><br />

VTE/eenheid) en hoofdverpleegkundige. Het medische kader staat in voor alle eenheden.<br />

Naast het medische diensthoofd zijn er nog 12 andere artsen werkzaam. Men heeft ook<br />

administratieve ondersteuning en 2,5 VTE toegewezen kinesisten. Op de pediatrische IZ<br />

werken zes pediatrische verpleegkundigen.<br />

• <strong>De</strong> medische permanenties worden verzekerd door 4 de en 5 de jaars ASO’s interne<br />

geneeskunde die reeds stage intensieve deden. Er is steeds minstens een staflid<br />

telefonisch oproepbaar.<br />

• Een nieuwbouw voor de kritieke diensten, met inbegrip van IZ, is opgenomen in het<br />

zorgstrategische plan van het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>.<br />

.<br />

Sterke punten<br />

• Er wordt tweemaal daags, ook in het weekend, multidisciplinair getoerd. Minstens vijf<br />

artsen, waarvan 1 senior staflid, bezoeken gezamenlijk alle patiënten. Men doet een<br />

zaalronde ’s morgens en op het einde van de namiddag.<br />

• Er bestaat een duidelijke en praktische diensteigen informatiebrochure voor patiënten en<br />

familieleden in het Nederlands en in het Frans. Men besteedt veel aandacht aan<br />

overlijden, autopsie en het situeren van orgaandonorschap en transplantatie.<br />

• Men werkt preventief ten aanzien van doorligwonden. Er is een “decubitus”-<br />

referentieverpleegkundige, alle bedden worden uitgerust met diensteigen alternating<br />

matrassen. Er is tevens aandacht voor de vroegtijdige detectie van malnutritie.<br />

• Op deze afdeling werkt men met Electronisch Medisch Dossier (EMD) en een<br />

Elektronisch Verpleegkundig Dossier (EVD). Beide zijn praktisch, gebruiksvriendelijk en<br />

volledig, maar ze zijn onderling niet gelinkt. Aan elke positie staat een werkstation zodat<br />

men bedside de dossiers kan openen, bv. tijdens een zaalronde. Alle medische orders<br />

worden door de artsen in het EMD genoteerd. Het EMD wordt gebruikt als leidraad voor<br />

zowel de medische als de verpleegkundige briefing bij wacht of shiftwissel.<br />

• Elke patiënt wordt meerdere keren per week multidisciplinair (artsen, verpleegkundigen,<br />

kine) besproken. <strong>De</strong> neerslag hiervan bevindt zich in het patiëntdossier (EMD).<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 65


• Men doet bijzondere moeite om de communicatie met de verwijzende artsen snel en<br />

correct te laten verlopen. <strong>De</strong>ze worden trouwens ook, indien van toepassing, uitgenodigd<br />

op de zaalronde<br />

• Op de IZ wordt een hoge professionaliteit van alle medewerkers nagestreefd:<br />

o Hoewel normatief slechts de helft van de verpleegkundigen moet beschikken over de<br />

Bijzondere Beroepstitel (BBT), heeft hier nagenoeg iedereen deze kwalificatie.<br />

o Er werken enkel gegradueerde verpleegkundigen.<br />

o Voor verschillende onderwerpen (decubitus, hygiëne, rug, materiaal, MUG,<br />

diabetes, …) beschikt men over referentieverpleegkundigen.<br />

o Er is heel wat klinisch-wetenschappelijke activiteit en vele publicaties in<br />

internationale vakliteratuur.<br />

o <strong>De</strong> artsen verenigen competenties uit verschillende specialismen (interne<br />

geneeskunde, cardiologie, anesthesie, pediatrie). <strong>De</strong> stafleden werken zeer nauw<br />

interdisciplinair samen.<br />

o Binnen het team is er een zekere functiedifferentiatie. <strong>De</strong> verpleegkundigen krijgen<br />

voortdurend bijscholing over relevante onderwerpen en nieuwe inzichten of<br />

technieken. Nieuwe personeelsleden worden voor de duur van hun inscholing<br />

toegewezen aan een ervaren mentor en volgen een programma dat complementair is<br />

aan het algemene inscholingsprogramma van het ziekenhuis.<br />

o Binnen het pediatrische team zitten instructeurs van European Pediatric Life<br />

Support.<br />

o Men ontwikkelt momenteel een vaardigheidslab, reeds functioneel voor artsen, en<br />

binnenkort ook voor verpleegkundigen.<br />

Non-conformiteiten<br />

• <strong>De</strong> pediatrische IZ voldoet niet aan de normen van het zorgprogramma voor kinderen.<br />

- Zo worden kinderen soms opgenomen in de IZ-bedden voor volwassenen. Volwassen<br />

patiënten komen soms ook terecht op de pediatrische IZ.<br />

- Ouders kunnen ’s nachts niet bij hun kind verblijven.<br />

• Geen enkele verpleegkundige van de steriele eenheid beschikt over een bijzondere<br />

beroepstitel in de intensieve zorgen. Hierdoor kan men niet garanderen dat er continu een<br />

verpleegkundige met een BBT op de eenheid aanwezig is.<br />

Verder voldoet de personeelsbestaffing op deze afdeling ’s nachts niet aan de normen. Er<br />

is slechts 1 verpleegkundige tijdens de nachtdiensten. Op een verpleegafdeling waar 6<br />

intensieve bedden staan opgesteld dient men een minimumbestaffing te voorzien van 3<br />

verpleegkundigen.<br />

Tekortkomingen<br />

• <strong>De</strong> capaciteit van het aantal intensieve bedden is te klein in verhouding met het aantal<br />

kritieke patiënten in het ziekenhuis.<br />

o Op piekmomenten is er geen plaats op IZ voor alle kritieke patiënten, en worden<br />

kritieke patiënten elders ondergebracht.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 66


o <strong>De</strong> steriele eenheid heeft te kampen met plaatstekort. Patiënten in aplasie die in<br />

isolatie moeten verblijven worden wegens plaatstekort regelmatig op de oncologische<br />

verpleegafdeling voor (relatieve) isolatie opgenomen.<br />

o We stellen vast dat de high-care bedden op PACU soms als buffer dienen voor de<br />

dienst IZ.<br />

o Ook de MASH-bedden van spoed worden soms als buffer gebruikt voor kritieke<br />

patiënten.<br />

o Het ziekenhuis ontplooit een aantal speerpuntactiviteiten, onder andere binnen OK,<br />

waarbij nieuwe technieken geïntroduceerd worden waarvan de risico’s niet steeds<br />

helemaal duidelijk zijn.<br />

Men dient dringend te evalueren of het aantal IZ-bedden, het medische kader en de<br />

infrastructuur nog tegemoet komt aan de actuele noden van dit universitaire ziekenhuis.<br />

<strong>De</strong>ze opmerking werd reeds 5 jaar geleden in het auditverslag geformuleerd.<br />

• Er zijn een aantal architecturale tekortkomingen:<br />

o Sommige posities zijn zeer klein bemeten en het gebrek aan ruimte bemoeilijkt het<br />

vlot werken. Er kan bv. geen dialysetoestel geplaatst worden en de steriliteit van<br />

materiaal op een bijzettafel kan onvoldoende gegarandeerd worden;<br />

o Op de eenheid pediatrische IZ kunnen ouders niet dag en nacht bij hun kind<br />

verblijven wegens plaatsgebrek. Ouders die de nacht in het ziekenhuis wensen te<br />

blijven krijgen een kamer toegewezen op K1;<br />

o Vele posities (4/eenheid) krijgen geen direct daglicht;<br />

o Er is geen permanent visueel toezicht mogelijk op alle posities;<br />

o 4 posities per eenheid zijn slechts afschermbaar door een gordijn, wat onvoldoende<br />

de privacy van de patiënten kan garanderen;<br />

o Er is een tekort aan bergruimte: verschillende items staan opgeslagen op plaatsen<br />

met een andere functie zoals de gang of het personeelslokaal;<br />

o <strong>De</strong> personeelslokalen zijn klein of afwezig (verpleegkundig, medisch bureau,<br />

overdrachttafel, ontspanningsruimte personeel).<br />

o Patiëntenbesprekingen gebeuren middenin de open ruimte, op amper een meter van<br />

de boxen. Ook hier stelt zich een probleem van privacy en beroepsgeheim.<br />

o Er is geen aparte gespreksruimte voor familieleden;<br />

o <strong>De</strong> wachtzaal is slechts een uitstulping van de gang met enkele zetels. Op deze<br />

plaats bevindt zich ook het station van de buizenpost. Hier kan men niet rustig zitten<br />

en privacy is onbestaande;<br />

o <strong>De</strong> toegangsdeuren zijn enkel manueel te bedienen en vertonen duidelijke tekens van<br />

slijtage.<br />

• Er zijn geen objectieve opnamecriteria geëxpliciteerd en uitgeschreven (onderscheid<br />

kritieke en niet-kritieke patiënten).<br />

• Alhoewel ook paramedici en sociale dienst activiteiten ontplooien bij de patiënt is er van<br />

hun behandeling, evolutie en observatie niet veel terug te vinden binnen het<br />

patiëntendossier. Idealiter evolueert men naar een multidisciplinair dossier, zodat men op<br />

de eenheid steeds beschikt over alle noodzakelijke informatie, ondermeer om de familie<br />

te woord te staan.<br />

• <strong>De</strong> dienst beschikt over onvoldoende psychologische ondersteuning zowel voor patiënten<br />

en hun naasten als voor het personeel (debriefing). Er is ook geen<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 67


eferentieverpleegkundige palliatieve zorg.<br />

• Er bestaat geen uitgeschreven procedure voor te nemen maatregelen bij overbezetting van<br />

de dienst Intensieve Zorgen. <strong>De</strong>ze procedure dient minstens te vermelden welke stappen<br />

moeten worden gezet en welke personen moeten worden verwittigd. Indien de<br />

maatregelen voorzien in het afkondigen van een “opnamestop” moeten de criteria en de<br />

bevoegde personen duidelijk vastgelegd worden.<br />

Aanbevelingen<br />

• Het huidige jaarverslag 2007 is een opsomming van tabellen, grafieken en cijfers zonder<br />

bijgevoegde analyse of duiding. Daarnaast bestaat er een activiteitenverslag 2007 wat de<br />

dagelijkse werking beschrijft en wat kan gezien worden als een huishoudelijk reglement.<br />

Een (multidisciplinair samengesteld) jaarverslag dat een kritische kijk geeft op de<br />

verwezenlijkingen van het afgelopen jaar maar eveneens een start kan zijn van de nieuwe<br />

doelstellingen voor het komende jaar kan het kwaliteitsbeleid helpen structureren. Hierin<br />

worden best ook de resultaten van registraties die een beeld geven van de kwaliteit van<br />

zorg opgenomen (infectieziekten, decubitus, sterfte na verblijf op intensieve zorgen,<br />

ongeplande heropnames…). Daarnaast stelt men best een reglement van inwendige orde<br />

(RIO) op dat de bepalingen van het huishoudelijke reglement kan bevatten en dat wordt<br />

goedgekeurd door de Medische Raad, de Directie en het comité voor ziekenhuishygiëne.<br />

• Advies om de bestaande functiedifferentiatie binnen de verpleegkundige equipe nog<br />

verder uit te breiden. Dit speelt enerzijds in op de toenemende specialisatie in de<br />

geneeskunde (waardoor het steeds moeilijker wordt om binnen de verpleging alles tot in<br />

detail te blijven beheersen) en anderzijds beantwoordt dit aan persoonlijke interesses van<br />

bepaalde mensen.<br />

• Op IZ werkt men met een eigen DNR-code die verschilt van de ACP. Aanbeveling om<br />

voor het ziekenhuis slechts één protocol voor therapeutische codering te hanteren.<br />

• Aanbeveling om de specifieke onthaalbrochure voor de dienst verder te ontwikkelen<br />

vooral i.v.m. het beleid voor kinderen en palliatieve zorg. Er zijn weinig tot geen andere<br />

informatiefolders voor de patiënten en/of familie. Nochtans is het informeren van de<br />

patiënt de laatste jaren nog belangrijker geworden sinds de publicatie van de wet op de<br />

patiëntenrechten.<br />

7.11 Sterilisatie<br />

Algemene vaststellingen<br />

• <strong>De</strong> centrale sterilisatie van <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> is reeds een aantal jaren doorlopend aan het<br />

renoveren (2004 – 2008). <strong>De</strong> volledige oplevering wordt voorzien eind 2008-begin <strong>2009</strong>.<br />

Momenteel heeft men al een duidelijk zicht op wat de uiteindelijk ingerichte ruimtes<br />

zullen worden. Aangezien de audit plaatsvond op datum van een nog niet voltooide CSA,<br />

moeten een aantal opmerkingen in dit licht ook bekeken worden. <strong>De</strong> CSA is lange tijd<br />

gecompromitteerd in de uitoefening van haar taken, enerzijds door een tekort aan<br />

personeel, en anderzijds door de beperkte, verouderde ruimte en dito machinerie. <strong>De</strong>ze 2<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 68


voornaamste struikelblokken zijn grotendeels weggewerkt zodat momenteel meer energie<br />

vrijkomt om kwaliteitsverbeterende projecten op te starten.<br />

• <strong>De</strong> openingsuren werden aangepast in september. Op weekdagen is de CSA geopend van<br />

7u30 tot 20u, zaterdag van 9 tot 16u en buiten de openingsuren en ’s zondags kan in<br />

dringende gevallen beroep gedaan worden op de CSA via de apotheek van wacht.<br />

Sterke punten<br />

• Sinds de aanstelling van een nieuw diensthoofd apotheek, heeft ook de verdere uitbouw<br />

van het CSA-beleid een hernieuwde start genomen. Vooral naar communicatie werden<br />

recentelijk een aantal overlegmomenten en werkgroepen opgericht met als doelstelling de<br />

werkwijze en de prioriteitsbepaling duidelijk met alle belanghebbenden vast te leggen,<br />

zodat wederzijdse verwachtingen en mogelijkheden gekend en afgesproken kunnen<br />

worden.<br />

• <strong>De</strong> nieuw gerenoveerde centrale sterilisatie werkt met drie afgescheiden zones. <strong>De</strong> recente<br />

aankopen van nieuwe sterilisatoren, afwasmachines en ultrasone apparaten betekenen een<br />

meerwaarde in kwaliteit voor het ziekenhuis. Momenteel wegens het nog niet volledig<br />

voltooide verbouwingsproject, zijn hier en daar nog doorgangen gecreëerd, zodat een<br />

volledige afscheiding nog geen feit is.<br />

• Met de aankoop van een nieuw softwarepakket kunnen heel wat projecten opgestart<br />

worden naar inventarisatie, gegevensverzameling, analyses. Hieraan kunnen de nodige<br />

acties naar verbetering van de wederzijdse dienstverlening en samenwerking met OK,<br />

afdelingen en consultaties opgestart worden.<br />

• Er is een brochure CSA waarbij belanghebbenden attent gemaakt worden op de minimale<br />

doorlooptijden voor de sterilisatie van instrumenten en implantaten in het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>.<br />

• Er zijn degelijk uitgewerkte richtlijnen voor het reinigen, desinfecteren en/of steriliseren<br />

van endoscopen.<br />

• Er is de mogelijkheid om de OK-verpleegkundigen een bezoek te laten brengen aan de<br />

CSA. Zodat praktijkgericht inzicht verschaft wordt in de werkwijze en knelpunten van de<br />

centrale sterilisatie eenheid.<br />

Non-conformiteiten<br />

• <strong>De</strong> garantie van te werken met steriel instrumentarium moet op elk ogenblik van<br />

toepassing zijn en dit ziekenhuisbreed. Momenteel wordt op verschillende plaatsen<br />

gesteriliseerd binnen dit ziekenhuis. Het volledige toezicht en de controle op de juiste<br />

afhandeling van het gehele proces rekening houdend met alle richtlijnen en procedures<br />

kan hierbij niet volledig gegarandeerd worden. Er wordt los van de CSA materiaal<br />

gesteriliseerd op OK, IVF, urgentie en op verschillende consultaties. Hierbij wordt<br />

gebruik gemaakt van statim, steris, autoclaaf en ETD (al dan niet met steranios). <strong>De</strong><br />

apotheker blijft eindverantwoordelijke van de sterilisatie binnen een ziekenhuis.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 69


• Er wordt in het ziekenhuis nog steeds glutaaraldehyde in open systemen gebruikt (op de<br />

consultaties). Hierbij zijn er geen beschermingsmaatregelen of afzuigsystemen voorzien.<br />

Bovendien is het personeel hiervoor niet specifiek opgeleid.<br />

• <strong>De</strong> sterilisatoren werden initieel gevalideerd, maar beschikken verder niet over een<br />

jaarlijks hernieuwde validatie. Niettegenstaande er nauwgezette controles uitgevoerd<br />

worden op het volledige verloop van de sterilisatiecycli is het belangrijk over een jaarlijks<br />

attest te beschikken, welke aantoont dat de sterilisator werkt overeenkomstig de<br />

specificaties en dat de ijking van de toestellen zich binnen de gedefinieerde limieten voor<br />

de afstelling, de weergave en de registratie bevinden. Ook de sterilisatoren opgesteld<br />

buiten de CSA dienen jaarlijks gevalideerd te worden.<br />

Tekortkomingen<br />

• Er werden een aantal bijkomende onregelmatigheden vastgesteld bij deze decentrale<br />

sterilistieactiviteiten.<br />

<strong>De</strong> sterilisatietechnieken die op spoed doorgaan, gebeuren niet op “onberispelijke wijze”<br />

en bieden onvoldoende garantie op een steriel eindprodukt.<br />

o Instrumentarium dat machinaal gereinigd kan worden, wordt steeds handmatig<br />

gereinigd. Materiaal dat manueel gereinigd wordt, is niet thermisch ontsmet en moet<br />

steeds beschouwd worden als potentieel risicohoudend bij het verder behandelen;<br />

o Bij de reiniging worden onvoldoende beschermingsmaatregelen genomen voor het<br />

personeel (enkel handschoenen, geen veiligheidsbril, overschort …);<br />

o <strong>De</strong> autoclaaf is opgesteld in vuile berging, waar ook bedpannen,<br />

ontsmettingsproducten en ander materiaal gestapeld staat. Er is geen enkele<br />

scheiding tussen vuile en reine zone;<br />

o Door het gebrek aan instrumenten wordt voordurend gesteriliseerd op een verkort<br />

programma), waardoor de steriliteit niet gewaarborgd is;<br />

o Er kon geen validatie van het toestel voorgelegd worden;<br />

o <strong>De</strong> reiniging en sterilisatie gebeurt door hulpverpleegkundigen die hiervoor geen<br />

enkele opleiding genoten hebben;<br />

o Er zijn onvoldoende toezicht en richtlijnen vanuit de apotheek.<br />

• Momenteel is er nog geen volledige traceerbaarheid tot op patiëntenniveau. Men heeft<br />

recent een softwaresysteem aangekocht. Men is volop bezig met de input in dit systeem.<br />

Van zodra dit systeem operationeel is, zal ook de traceerbaarheid volledig zijn.<br />

• Momenteel zijn slechts 3 medewerkers een specifieke externe opleiding over sterilisatie<br />

aan het volgen. Het is belangrijk dit aantal op te drijven zodat ook buiten de eigen muren<br />

van de CSA kennis verworven wordt en ideeën uitgewisseld kunnen worden. Men<br />

voorziet vanuit de CSA om alle personeelsleden (18VTE in <strong>2009</strong>) deze externe opleiding<br />

te laten voltooien binnen de komende 4 jaar.<br />

• <strong>De</strong> helixtest wordt niet langer toegepast. <strong>De</strong> testhelix staat model voor de holle medische<br />

instrumenten die in de praktijk in de sterilisator gesteriliseerd worden.<br />

• <strong>De</strong> werkwijze en richtlijnen uitgaande van de CSA dienen nog meer in procedures te<br />

worden omschreven. Zo is het bijvoorbeeld ook belangrijk de richtlijnen rond<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 70


hersterilisatie van wegwerpmateriaal op papier te zetten, evenals deze van snelsterilisatie,<br />

…(bv.. : in welke gevallen mag de snelsterilisator/hersterilisatie gebruikt worden, welke<br />

instrumenten, wie mag bedienen, …)<br />

Aanbevelingen<br />

• We bevelen aan om alle procedures en richtlijnen eens kritisch te herbekijken naar<br />

duidelijke verantwoordelijkheden. Wie doet wat onder welke omstandigheden, moet<br />

altijd éénduidig terug te vinden zijn en dit voor elke stap in het proces. (bv. : de<br />

richtlijnen rond de endoscopen )<br />

• Momenteel is een softwaresysteem aangekocht binnen het ziekenhuis. Het kan nuttig zijn<br />

om ICT een link te laten uitwerken met de gegevens van OK. <strong>De</strong>ze koppeling van<br />

gegevens kunnen een bron aan informatie zijn en een optimale afstemming bekomen,<br />

organisatie, planning, inventarisatie, stockbeheer, aankoopbeleid, … bewerkstellingen.<br />

• We bevelen aan verder de standaardisatie van sets op punt te stellen. Zodat dit op termijn<br />

kan resulteren in een efficiëntere inzet van personeel, tijd en middelen op de CSA.<br />

• We bevelen aan de mogelijke bezoeken van OK-verpleegkundigen in te schrijven in hun<br />

specifiek inscholingsplan, zodat op een meer systematische wijze deze bezoeken ook<br />

daadwerkelijk plaatsvinden.<br />

• We bevelen aan de aanwezigheden van chirurgen en of hun vertegenwoordiging het<br />

overleg CSA-OK te blijven bewaken, zodat gedragen afspraken kunnen gemaakt worden<br />

en de naleving ervan een grotere slaagkans krijgt.<br />

• We bevelen aan de definitie van kritische sets duidelijker te omschrijven en te begrenzen.<br />

Momenteel is de definitie ruim omschreven. Dit weerspiegelt zich in de toepassing ervan,<br />

zodat de werkwijze en organisatie van de CSA meermaals in het gedrang komt omdat ‘al<br />

dan niet’ kritische sets er tussen komen.<br />

• We bevelen aan de huidige open transportkarren systematisch te vervangen door gesloten<br />

karren.<br />

• Heel wat knelpunten werden tijdens het gesprek besproken. <strong>De</strong>ze knelpunten zijn reeds<br />

lang gekend, door gebrek aan tijd, personeel en de nodige ondersteunende infrastructuur<br />

hebben deze knelpunten nooit geleid tot een objectieve inventarisering ervan. We bevelen<br />

aan deze inventarisering van gegevens niet langer uit te stellen. Het is belangrijk voor de<br />

optimale werking dat objectieve gegevens en de analyse ervan aan de basis liggen van<br />

weldoordachte en gedragen verbeterprojecten.<br />

7.12 Apotheek<br />

Algemene vaststellingen<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 71


• <strong>De</strong> apotheek vormt samen met de CSA een functionele eenheid op niveau -1 van het<br />

behandelingsgebouw. <strong>De</strong> totale oppervlakte van de apotheek bedraagt 838,5 m²<br />

(apotheek, magazijnen, archief, cytostatica).<br />

• Het personeelsbestand bestaat uit (2007) 7,9 VTE apothekers, <strong>14</strong>,5 VTE<br />

apotheekassistenten, 3,4 VTE technische personeelsleden en 5,8 administratieve<br />

medewerkers. Organisatorisch werd geopteerd voor een diensthoofd apotheker (nieuw<br />

sinds augustus 2007) en een adjunct hoofd, tevens verantwoordelijk voor de centrale<br />

sterilisatie.<br />

• <strong>De</strong> apotheek is elke werkdag geopend van 8:30 u tot 16:30 u. Buiten de openingsuren is er<br />

een apotheker met wachtdienst telefonisch te bereiken.<br />

• Het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong> beschikt over een EMD (elektronisch medisch dossier) waarbij alle<br />

patiëntgerelateerde items verwerkt worden. Het EMD biedt de mogelijkheid om voor de<br />

patiënt geneesmiddelenvoorschriften te genereren.<br />

• Er is reeds geruime tijd een dienst farmacotherapiecel actief met als voornaamste<br />

opdrachten, voorbereiden MFC, promotie rationeel gebruik van geneesmiddelen,<br />

omkadering klinische apothekers. <strong>De</strong>ze cel staat organisatorisch en structureel volledig<br />

los van de apotheek.<br />

Sterke punten<br />

• <strong>De</strong> realisatie van de ‘Clean room’ en het cytostatica-handboek: eind 2008 zal de<br />

cleanroom en bijhorende werkwijze volledig operationeel zijn (gecentraliseerd,<br />

personeel). Het handboek welke de richtlijnen voor de verpleegkundigen voor het veilig<br />

manipuleren beschrijft, werd opgemaakt door de werkgroep “veilig werken met<br />

cytostatica” en is beschikbaar op het intranet.<br />

• Persoonlijke verdovingskoffer per anesthesist op OK.<br />

• Er werd een abstract en poster opgesteld die een samenvatting geeft van alle inspanningen<br />

die de apotheek levert om zoveel mogelijk medicatiefouten te vermijden. <strong>De</strong>ze poster<br />

werd opgehangen tijdens de week van de patiëntenveiligheid.<br />

• Er bestaat een subspecialisatie/taakverdeling in de groep van apothekers.<br />

• Sinds de aanstelling van een nieuw diensthoofd werd binnen de apotheek met hernieuwde<br />

krachten gewerkt aan de voortgang van een aantal gestarte projecten. Op korte tijd is<br />

reeds heel wat gerealiseerd (clean room, CSA, …) en is de functie apotheek weer ten<br />

volle actief aanwezig in het ziekenhuis. Kwaliteitsverbetering wordt vooropgesteld en dit<br />

zowel in de lopende projecten als in tal van mogelijke toekomstprojecten.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Medicatie wordt elektronisch voorgeschreven op de verschillende verpleegafdelingen,<br />

hierop werd geen beveiliging geïnstalleerd, zodat zowel artsen als verpleegkundigen<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 72


medicatie langs deze weg kunnen voorschrijven. <strong>De</strong> artsen ondertekenen wel bij ontslag<br />

van de patiënt een verzamelblad van alle voorgeschreven medicatie. Het geschatte<br />

percentage voorschrijven door arts ten opzichte van het geschatte percentage<br />

voorgeschreven door verpleegkundigen verschilt sterk van afdeling tot afdeling. Op basis<br />

van deze ‘elektronische voorschriften’ wordt medicatie afgeleverd. Medicatie dient te<br />

allen tijde voorgeschreven en gevalideerd te worden door een arts. Het is belangrijk het<br />

gebruikte systeem binnen het ziekenhuis hierop aan te passen, zodat medicatie afgeleverd<br />

wordt op basis van gevalideerde voorschriften.<br />

• <strong>De</strong> oppervlakte van de apotheek is te beperkt en compromitteert in belangrijke mate de<br />

organisatie en veiligheid in deze functie. Allerhande materiaal wordt opgeslagen in<br />

daartoe niet voorziene ruimten. Er dient niet alleen te worden voldaan aan de<br />

minimumnorm van 1,2 m² per bed, tevens dient de nodige oppervlakte te worden<br />

geëvalueerd naar de totale activiteit van de apotheek. <strong>De</strong> apotheek maakt tevens een<br />

verouderde en versleten indruk.<br />

• Momenteel bevindt men zich in een overgangsperiode m.b.t. de chemotherapeutische<br />

bereidingen. <strong>De</strong> clean room is recent gefinaliseerd, 70% van de chemotherapeutische<br />

bereidingen worden hier uitgevoerd door een apotheker en assistent onder rechtstreeks<br />

toezicht. Momenteel wordt nog steeds 30% bereid door verpleegkundigen van oncologie.<br />

<strong>De</strong>ze situatie is een uitdovende situatie die ten laatste eind 2008 zal stoppen. Het is<br />

belangrijk dat de bereidingen zonder uitzondering worden uitgevoerd door een apotheker<br />

(of onder rechtstreeks toezicht) in de daarvoor bestemde cleanroom.<br />

• <strong>De</strong> garantie van te werken met steriel instrumentarium moet op elk ogenblik van<br />

toepassing zijn en dit ziekenhuisbreed. Momenteel wordt op verschillende plaatsen<br />

gesteriliseerd binnen dit ziekenhuis. Het volledige toezicht en de controle op de juiste<br />

afhandeling van het gehele proces rekening houdend met alle richtlijnen en procedures<br />

kan hierbij niet volledig gegarandeerd worden. Er wordt los van de CSA materiaal<br />

gesteriliseerd op OK, IVF, urgentie en op verschillende consultaties. Hierbij wordt<br />

gebruik gemaakt van stoomsterilisatie, glutaaraldehyde en ethyleendioxide (Statim®,<br />

Steris®, Steranios®). <strong>De</strong> apotheker blijft eindverantwoordelijk voor alle sterilisatieactiviteiten<br />

binnen het ziekenhuis.<br />

• Het medisch farmaceutisch comité dient een analyse te maken van het geneesmiddelen<br />

verbruik in het ziekenhuis en dit per geneesmiddelenklasse, per dienst, per<br />

voorschrijvende arts. <strong>De</strong>ze analyse moet regelmatig worden teruggekoppeld aan alle<br />

belanghebbenden. Momenteel zijn de rapporteringsmogelijkheden met betrekking tot het<br />

verbruik van geneesmiddelen eerder beperkt. Er wordt op basis van de aankoopdata<br />

ziekenhuisbreed een overzicht bekomen van de geneesmiddelenaankopen over de drie<br />

laatste jaren en dit volgens BCFI en ATC classificatie. Men kan verder gaan zoeken op<br />

dienstniveau en op basis van de facturatiedata ook de resultaten per arts nagaan. Maar<br />

deze laatste twee mogelijkheden (per dienst en per arts) worden niet systematisch verder<br />

uitgezocht. <strong>De</strong> terugkoppeling aan alle belanghebbenden gebeurt niet.<br />

• <strong>De</strong> ruimte voor de bereiding van steriele niet-cytostaticabereidingen (TPN) beschikt niet<br />

over een sas. Er staat tevens een grote hoeveelheid materiaal in openrekken opgeslagen.<br />

Enkel het strikt noodzakelijke materiaal voor de bereiding kan in deze ruimtes worden<br />

opgeslagen in recipiënten die geen stof genereren, dit om het aantal partikels zo laag<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 73


mogelijk te houden.<br />

Tekortkomingen<br />

• Er werd reeds geruime tijd een dienst farmacotherapiecel opgericht met als voornaamste<br />

opdrachten, voorbereiden MFC (medisch farmaceutisch comité), promotie rationeel<br />

gebruik van geneesmiddelen, omkadering klinische apothekers, kwaliteitsverbeterende<br />

projecten, …. <strong>De</strong>ze cel staat structureel volledig los van de apotheek. <strong>De</strong> apotheek is<br />

wettelijk gezien belast met dezelfde taken. Het is dan ook belangrijk om de<br />

overkoepeling en het overzicht van 2 los van elkaar opererende diensten met eenzelfde<br />

kerntaak sterk te bewaken. Het is hierbij belangrijk om duidelijke afspraken,<br />

begrenzingen en overlappingen open te bespreken en hierin duidelijke standpunten te<br />

nemen op directieniveau, zodat de uitvoering van de kerntaken te allen tijde efficiënt,<br />

optimaal en constructief kunnen verlopen. Bij de beslissing welke vorm (bestaande<br />

houden, samenvoegen, onderbrengen , …) het organogram/ de structuur van deze<br />

diensten zal aannemen is het tevens belangrijk de ziekenhuisapotheek meer actief te<br />

betrekken in de opstart en uitwerking van al haar wettelijke kerntaken. <strong>De</strong> apotheek<br />

wordt wettelijk verantwoordelijk gesteld voor de uitvoering van deze kerntaken. Het is<br />

dan ook belangrijk dat zij bij de uitvoering hiervan over de nodige middelen en autoriteit<br />

kan beschikken. Eveneens is het belangrijk het statuut van de aansturing te bewaken,<br />

rekening houdend dat de apotheek een ziekenhuisfunctie/aangelegenheid is. <strong>De</strong> bedoeling<br />

is dat kwaliteitsverbetering ten volle tot ontwikkeling kan komen in een constructief<br />

opgezette samenwerking tussen beide diensten.<br />

• Het aantal uitgewerkte procedures is nog te beperkt. Processen binnen de apotheek en<br />

geneesmiddelendistributie dienen vervat te worden in valideerbare procedures.<br />

• Volgende risico’s op fouten in de medicatiedistributie werden vastgesteld:<br />

o Het opstellen van medicatievoorschriften door verpleegkundigen. die<br />

bovendien zelfs niet altijd worden gecontroleerd en/of gesuperviseerd door<br />

artsen. (tot 50% van de voorschriften wordt opgemaakt door de<br />

verpleegkundigen. <strong>De</strong> verzamelvoorschriften bij ontslag van de patiënt worden<br />

wel steeds getekend door de artsen).<br />

o Narcotische medicatie wordt soms aan patiënten toegediend zonder een<br />

schriftelijk medisch order van de arts, op basis van mondelinge orders,<br />

o Voorschriften voor cytostatica worden opgemaakt door arts-specialisten-inopleiding,<br />

soms zelfs eerstejaars.<br />

o Het overschrijven van medicatie-opdrachten door verpleegkundigen in het<br />

verpleegkundig dossier (NICU),<br />

o Op sommige afdelingen is er onvoldoende toezicht door artsen op de<br />

medicatieschema’s die gebruikt worden bij de bedeling.<br />

o Er is geen sluitende controle op de thuismedicatie. Thuismedicatie staat<br />

onvolledig neergeschreven in het dossier (posologie, frequentie) Patiënten<br />

nemen zonder toezicht zelf thuismedicatie in (EH 52, 44).<br />

o Versneden blisters en medicatie uit verpakking werden gevonden, identificatie<br />

en vervaldata is zo onmogelijk.<br />

o <strong>De</strong> temperatuur van de koelkasten waarin men medicatie bewaart, wordt<br />

centraal geregistreerd door de technische dienst. <strong>De</strong> procedure bij afwijkende<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 74


temperaturen die beschrijft wat er met de medicatie dient te gebeuren is op de<br />

afdelingen niet gekend.<br />

o Bij controle van de afdelingsvoorraad werd er vervallen medicatie<br />

teruggevonden (glucagon® vervallen 2/2008 en levorenine® vervallen<br />

4/2008).<br />

o Ondanks het ontbreken van richtlijnen inzake houdbaarheid, heeft men op de<br />

afdeling de afspraak dat flacons heparine na opening en gebruik verwijderd<br />

worden. In de koelkast werden echter 2 flacons heparine Leo® teruggevonden<br />

waarvan er eentje open was vanaf 29/09/2008 en een tweede geen datum van<br />

openen vermeldde.<br />

o Bij de dagelijkse toediening van medicatie wordt er geen reden vermeld<br />

waarom de patiënt medicatie niet genomen heeft.<br />

o Er bestaat geen sluitend systeem van stockcontrole voor de narcotische<br />

analgetica. Op het moment van de audit strookte de stock niet met de<br />

vooropgestelde voorraad. Bv 44 ampullen Dipidolor® versus 20 ampullen op<br />

afdeling EH 54, op EH 52 Dipidolor® (10mg/2ml) slechts 2 voorradig in<br />

plaats van de voorziene 10. Voor morfine (10mg/1ml) waren er 21 aanwezig<br />

in plaats van de voorziene 20. Op EH 44 werden ook tekorten en surplus<br />

vastgesteld evenals een geneesmiddel (MS Contin®) dat normaal niet<br />

voorradig is op deze afdeling.<br />

o Er is geen stockcontrole van de narcotische medicatie die bewaard wordt op<br />

naam van de patiënt.<br />

o Medicatietoediening behoort niet steeds tot de taken van patiëntentoewijzing.<br />

• Er is momenteel geen VIKA-registratie binnen de apotheek. Een goede registratie van<br />

fouten, ongevallen en bijna-fouten kan een belangrijk instrument zijn bij de<br />

verbetering van de eigen werking. Momenteel beperkt de apotheek zich tot het<br />

analyseren van geregistreerde en doorgegeven medicatiefouten op afdelingsniveau.<br />

Het is belangrijk duidelijke boodschappen en communicatie rond dit project te<br />

versturen zodat ziekenhuisbreed ten volle kan meegewerkt worden en het aantal<br />

meldingen kan stijgen (momenteel drietal meldingen). Het is pas wanneer een<br />

duidelijk beeld verkregen wordt van de mogelijke risico’s dat welbepaalde problemen<br />

met verhoogde aandacht kunnen aangepakt worden.<br />

• Het ziekenhuis beschikt niet over een uniform cytostaticavoorschrift. Momenteel zijn<br />

er 3 verschillende voorschriften in omloop. Rekening houdend met het stijgend aantal<br />

cytostaticabereidingen is het belangrijk om een uniform elektronisch<br />

chemotherapievoorschrift te ontwikkelen met ingebouwde controlesystemen, zodat de<br />

controle geoptimaliseerd kan worden en de risico’s op fouten verkleint.<br />

• Er is wel op regelmatige basis overleg tussen de directeur en de apotheker<br />

afzonderlijk. Niettegenstaande dit overleg vlot verloopt, is het nuttig dat de apotheek<br />

actiever kan inspelen op alle beleidsmatige en strategische beslissingen welke een<br />

rechtstreekse impact hebben (of kunnen hebben) op de werking van de apotheek. Een<br />

gestructureerd overleg met alle directieleden kan als belangrijk communicatiekanaal<br />

gezien worden.<br />

Aanbevelingen<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 75


• We bevelen aan om het systeem van elektronisch medicatie voorschrijven aan te<br />

passen zodat de ‘juiste’ werkwijze vergemakkelijkt wordt (enkel artsen maken<br />

medicatievoorschriften) en de ‘foute’ werkwijze ( verpleegkundigen, die<br />

voorschrijven) onmogelijk wordt.<br />

• We bevelen aan de werklast en het aantal personeelsleden in evenwicht te houden,<br />

rekening houdend met de verhouding deeltijds – voltijds. Advies om deze oefening te<br />

herhalen in functie van de noodzaak en aan de hand van objectieve criteria.<br />

• Niettegenstaande de kerntaken en subspecialisaties van elke apotheker gekend zijn en<br />

ziekenhuisbreed bekend gemaakt werden, is het aan te bevelen om<br />

functieomschrijvingen volledig uit te werken voor alle personeelsleden binnen de<br />

apotheek.<br />

• We bevelen aan om het jaarverslag van de apotheek verder uit te breiden met een<br />

kritische terugblik op de eigen werking, met vermelding van gerealiseerde<br />

doelstellingen, de eigen sterktes en zwaktes evenals de opportuniteiten en eventuele<br />

bedreigingen voor de werking.<br />

• Er werden recent degelijke procedures uitgewerkt voor de registratie van de<br />

temperatuur van de koelkasten op afdelingsniveau en binnen de apotheek. Aangezien<br />

de procedure meerdere mogelijkheden bespreekt is het niet altijd even duidelijk wie,<br />

welke acties moet ondernemen (bv bij afwijkingen, …). Het is nodig deze procedures<br />

in team te bespreken zodat eventuele onduidelijkheden niet tot leemtes kunnen leiden<br />

in de praktijk uitvoering. Momenteel is het bijvoorbeeld op afdelingsniveau niet<br />

duidelijk of zij al dan niet acties moeten ondernemen.<br />

• Er zijn dagelijks heel wat informele overlegmomenten tussen de apothekers onderling.<br />

We bevelen aan te bewaken dat belangrijke afspraken en knelpunten binnen deze<br />

informele contacten steeds geformaliseerd worden, zodat de opvolging ervan<br />

verzekerd kan worden. Zo is er bv geen enkele formele verslaggeving van de interne<br />

overlegmomenten tussen de subspecialisatie CSA en diensthoofd apotheker.<br />

7.13 Ombudsfunctie<br />

Algemene vaststelling<br />

• <strong>De</strong> ombudspersoon is sinds 1 januari 2006 fulltime actief binnen deze functie.<br />

Hiervoor heeft ze als verpleegkundige gewerkt binnen het <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>.<br />

Sterke punten<br />

• Uit een studie bleek dat er bij de zorgverstrekkers binnen het ziekenhuis weinig kennis<br />

en interesse bestond inzake rechten van de patiënt. In 2006 heeft men een project<br />

“gesmeerd” opgezet i.s.m. de Koning Boudewijnstichting, waardoor de zichtbaarheid<br />

van de ombudsdienst binnen het ziekenhuis moest verhogen en men het personeel<br />

trainde in communicatie en leren omgaan met klachten. Het project omvatte<br />

rollenspellen met getrainde acteurs. Er werden sessies ingericht voor medewerkers,<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 76


directie, scholen en ombudspersonen van andere ziekenhuizen. Voor <strong>2009</strong> is er een<br />

nieuw project ingediend.<br />

• Er ontwikkelt zich een cultuur van pro-actief melden van te verwachten klachten.<br />

Medewerkers brengen de ombudspersoon op de hoogte van confrontaties met<br />

ontevreden patiënten.<br />

• <strong>De</strong> ombudspersoon is dagelijks aanwezig in het ziekenhuis. Daarnaast is er sinds 1988<br />

een arts ombudsman aangesteld door de directie om de relatie met de huisartsen en<br />

externe specialisten te bewaken en te bemiddelen wanneer er zich problemen<br />

voordoen. Het gaat voornamelijk over doorstroming van informatie inzake<br />

continuïteit van zorg. Bij problemen of mogelijke linken is er een goede<br />

samenwerking tussen de twee ombudspersonen.<br />

• <strong>De</strong> ombudsdienst is aangesloten bij VVOVAZ (Vlaamse Vereniging Ombudsfunctie<br />

van Algemene Ziekenhuizen) en participeert aan de benchmarking die deze vereniging<br />

organiseert.<br />

Non-conformiteiten<br />

• Het huishoudelijk reglement bevat geen gegevens m.b.t. organisatie en de concrete<br />

werking van de ombudsdienst (openingsuren, naam ombudspersoon, bereikbaarheid,<br />

vervanging bij afwezigheid of indien ombudspersoon betrokken partij is).<br />

• Het reglement en/of de klachtenprocedure ligt enkel ter inzage bij de ombudsdienst<br />

zelf, dit wordt echter nergens vermeld en is zo niet vlot bereikbaar voor patiënten,<br />

medewerkers en iedere belangstellende. <strong>De</strong> ombudsdienst beschikt niet over een eigen<br />

brochure of folder.<br />

Tekortkomingen<br />

• <strong>De</strong> bereikbaarheid en toegankelijkheid van de ombudsfunctie is voor verbetering<br />

vatbaar:<br />

o Een aparte brievenbus, bewegwijzering vanuit de centrale inkomhal of een<br />

algemeen infobord waarop de ombudsfunctie is aangegeven, ontbreekt momenteel;<br />

o In de onthaalbrochure worden geen openingsuren vermeld;<br />

In het huishoudelijke reglement staat vermeld dat men als patiënt slechts bij de<br />

ombudspersoon terecht kan wanneer “patiënt en zorgverlener geen aanvaardbaar<br />

resultaat bereiken”. In praktijk blijkt men ook in eerste instantie bij de<br />

ombudsdienst terecht te kunnen. Het reglement moet duidelijk stellen dat de<br />

klager, indien gewenst, ook rechtstreeks contact kan opnemen met de<br />

ombudspersoon in eerste instantie, dit om de drempel zo laag mogelijk te houden.<br />

• <strong>De</strong> ombudspersoon dient te beschikken over de nodige middelen om haar taken te<br />

kunnen uitvoeren. Momenteel beschikt ze niet over een eigen gesprekslokaal.<br />

• Vanuit de bekommernis de onafhankelijkheid, neutraliteit en onpartijdigheid van de<br />

ombudspersoon in alle omstandigheden te waarborgen, is het nodig in de<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 77


klachtenprocedure te bepalen wie kan aangesteld worden als vervanger indien zich bij<br />

een klacht een deontologisch probleem zou stellen, en dit ook naar buiten toe duidelijk<br />

te communiceren. Ook bij afwezigheid van de ombudspersoon dient steeds een<br />

vervanger beschikbaar te zijn, wat momenteel niet steeds blijkt gerealiseerd te worden.<br />

• <strong>De</strong> aanwezigheid van de ombudspersoon is noodzakelijk bij de bespreking van het<br />

jaarverslag op de stuurgroep kwaliteit en patiëntveiligheid en het directiecomité.<br />

Aanbevelingen<br />

• <strong>De</strong> klachten, proactief gemeld door medewerkers, worden momenteel niet<br />

geregistreerd. Nochtans leveren deze “informele” klachten eveneens waardevolle<br />

informatie op over mogelijke gebreken en dus verbeterpunten in de dienstverlening.<br />

We bevelen dan ook aan deze klachten onderwerp te laten uitmaken van reflectie<br />

binnen een ombudscommissie en/of verbeterplatform. Het uitwerken van een<br />

specifieke procedure voor deze klachten heeft is zinvol.<br />

• Verbeteracties vloeien momenteel vnl. voort op initiatief van de ombudsvrouw die<br />

individuele casuïstiek ter bespreking voorlegt aan de hoofdgeneesheer of directeur<br />

verpleging (vb. extern vervoer, info facturatie, …). Herhalingsklachten, structurele<br />

problemen en suggesties worden best verzameld en via een breder draagvlak binnen<br />

de ziekenhuisorganisatie gerapporteerd met het oog op de uitwerking van structurele<br />

verbeteringsacties en preventiemaatregelen.<br />

We bevelen aan om een klachtencommissie op te richten.<br />

• Een administratieve ondersteuning van de ombudsfunctie kan een meerwaarde<br />

betekenen.<br />

• We raden aan de klachtenprocedure gedetailleerd uit te schrijven en te vertalen in<br />

overzichtelijke en gebruiksvriendelijke flowcharts.<br />

• We bevelen aan om het jaarverslag van de ombudsdienst ook op te sturen naar het<br />

ethisch comité en het syndicaal overlegcomité.<br />

• Er wordt aanbevolen om documenten bv. het huishoudelijk reglement, te voorzien van<br />

datum en versie.<br />

• We raden aan om in de klachtenprocedure expliciet een maximale termijn voor het<br />

versturen van een ontvangstmelding te vermelden.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 78


8 Legionellabeheersing<br />

Algemene vaststellingen<br />

• Het ziekenhuis maakt uitsluitend gebruik van het water van het openbaar waterleidingnet.<br />

• Een legionella-actieplan, opgemaakt in februari 2003, is aanwezig.<br />

• Er is een duidelijk opvolgsysteem aanwezig waarin genomen acties worden bijgehouden,<br />

samen met de communicatie tussen de verschillende diensten.<br />

• Er is een lange historiek van opvolging van de legionellaproblematiek.<br />

• Er zijn verschillende koeltorens aanwezig.<br />

• Er zijn klimaatregelingssystemen met luchtvochtigheidsbehandeling aanwezig. <strong>De</strong>ze<br />

werken allemaal met stoombevochtiging.<br />

• Er is een staalnameplan aanwezig voor de sanitaire installatie en de koeltorens.<br />

• Er worden geen alternatieve beheersmaatregelen gebruikt.<br />

Non-conformiteiten<br />

• <strong>De</strong> vermelding van het bouwjaar van de installatie ontbreekt.<br />

• Een beschrijving van de sanitaire installatie (koud en warm) ontbreekt. Hierbij moet de<br />

warmwaterproductie, de gebruikte materialen, type installatie, mate van isolatie, …<br />

worden beschreven.<br />

• In geval van thermische desinfectie bestaat er een risico op verbranding. Daarnaast heeft<br />

het gewone warmwater hoge tot zeer hoge temperaturen. Een uitgeschreven procedure om<br />

brandwonden te voorkomen bij personen ontbreekt. <strong>De</strong>ze procedure moet worden<br />

opgenomen worden in het beheersplan.<br />

• Het afgedrukte beheersplan komt niet meer overeen met de reële situatie. Veel gegevens<br />

worden digitaal bijgehouden. Het beheersplan wordt aangevuld met de correcte verwijzing<br />

naar de digitale bestanden, zodat een degelijk overzicht bewaard blijft.<br />

• <strong>De</strong> risicopunten voor legionellagroei zijn opgenomen in het beheersplan. <strong>De</strong> risicopunten<br />

voor aerosolproductie zijn niet opgenomen. <strong>De</strong>ze moeten opgenomen worden in het<br />

beheersplan. Wijzigingen van de situatie moeten worden opgenomen en aangepast.<br />

• Weinig gebruikte tappunten worden gespoeld. Hiervoor bestaat geen specifieke procedure<br />

en overzichtslijst. <strong>De</strong>ze moeten worden opgenomen in het beheersplan.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 79


• Voor het labo Thielemans (nieuw gebouw) is geen risicoanalyse en beheersplan aanwezig.<br />

• Koeltorens moeten worden gemeld aan het Agentschap Zorg en Gezondheid. Er werd<br />

geen melding teruggevonden in de databank. Een melding moet worden ingediend.<br />

• Plannen en schema’s van de koeltorens ontbreken in het beheersplan.<br />

• Er is geen risicoanalyse aanwezig voor de koeltorens.<br />

• Het register moet worden aangevuld met de uitgevoerde preventiemaatregelen.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 80


9 Infectieziektebeheersing<br />

Sterke punten<br />

• Naast de al lang functionerende werkgroep van referentie-verpleegkundigen, werd<br />

recent ook een werkgroep met referentie-artsen opgestart voor de aspecten<br />

infectieziektebeheersing en antibioticabeleid. Via een dergelijke netwerking kan het<br />

infectiebeheersingsbeleid ziekenhuisbreed worden uitgedragen.<br />

• Er wordt een erg kwaliteitsvolle evaluatie gemaakt van het antiobioticaverbruik<br />

binnen het ziekenhuis, bovenop de door BAPCOC verwachte activiteitsrapportage.<br />

Tekortkomingen<br />

• <strong>De</strong> nieuwe beroepskledij is voorzien om korte mouwen te hebben. In de praktijk is er<br />

echter bij de artsen nog een lage compliance met dit aspect uit de<br />

handhygiënerichtlijn. Het dragen van korte mouwen is een basisvoorwaarde voor een<br />

vlotte en goede toepassing van de handhygiëne en moet daarom, op aansturen van het<br />

comité ziekenhuishygiëne, worden geïmplementeerd bij alle beroepsgroepen van<br />

zorgverleners. <strong>De</strong> steun van de directie en de hoofdgeneesheer zijn hiervoor essentieel.<br />

Het team ziekenhuishygiëne bewaakt en evalueert de implementatie van dit aspect.<br />

• Infrastructurele gebreken moeten op een tijdige en zorgvuldige manier worden<br />

aangepakt met zorg voor de patiëntveiligheid (bv. gebreken aan het plafond van de<br />

bergruimte/badkamer op de vierde verdieping op de afdeling abdominale chirurgie).<br />

Aanbevelingen<br />

• <strong>De</strong> procedure bijkomende voorzorgsmaatregelen werd recent herwerkt door het team<br />

ziekenhuishygiëne. Er is ook gestart met de communicatie over deze nieuwe richtlijn.<br />

We bevelen aan om deze richtlijnen op korte termijn -met de hulp van de ICT dienstvia<br />

intranet en het medisch dossier beschikbaar te maken voor alle zorgverleners en de<br />

wijzigingen erin (bv. wat betreft het niet nemen van contactvoorzorgsmaatregelen<br />

voor bloedoverdraagbare aandoeningen) effectief te implementeren.<br />

• We bevelen aan na te gaan hoe de initiatie van de bijkomende voorzorgsmaatregelen<br />

minder afhankelijk kan worden van het team ziekenhuishygiëne, zonder evenwel de<br />

kansen om op de werkvloer te komen te bemoeilijken. Op die manier kan de activiteit<br />

van het team ziekenhuishygiëne verder verschuiven naar de controle, evaluatie en<br />

rapportage over de compliance met de maatregelen. <strong>De</strong> al genomen stappen om de<br />

bijkomende voorzorgsmaatregelen te integreren in het medisch dossier vormen een<br />

deel van dit proces.<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 81


• We bevelen aan verder te investeren in de informatisering van de activiteiten van<br />

ziekenhuishygiëne (registratie, opvolging, evaluatie en rapportage).<br />

• We bevelen aan om de samengevatte conclusies van o.a. de SSI surveillance mee op te<br />

nemen in het jaarlijkse activiteitenverslag (of een link te vermelden naar waar de<br />

conclusies te vinden zijn).<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 82


<strong>Brussel</strong>, <strong>14</strong>/<strong>01</strong>/<strong>2009</strong><br />

Michaëla Daelemans<br />

Hoofdauditor inspectie<br />

Koenraad Fierens<br />

Auditor inspectie<br />

Veerle Meeus<br />

Auditor inspectie<br />

Tania Vandommele<br />

Auditor inspectie<br />

Nele Van Cauteren<br />

Auditor inspectie<br />

Tom Wylin<br />

Auditor inspectie<br />

Emmanuel Robesyn<br />

Auditor toezicht volksgezondheid<br />

Koen Schoeters<br />

Auditor toezicht volksgezondheid<br />

Auditverslag <strong>UZ</strong> <strong>Brussel</strong>, E <strong>14</strong>3 83

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!