10.07.2015 Views

Inhoud communicatieplan - Annevillegroep

Inhoud communicatieplan - Annevillegroep

Inhoud communicatieplan - Annevillegroep

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaFiguur 1AanleidingAlgemeenkaderAnalyseUitgangspuntenAfbakeningWie?Wat?AanpakDoelgroepBoodschapAanpakHoe?Actieplan / To Do’s / Budget / TijdsplanningPijler 1Pijler 2 Pijler 3 Pijler 4 Pijler 5EvaluatieCommunicatiemodel – Bron Modellen van C - Noël SlangenDe basisvraag bij de aanpak van de communicatie is als volgt:Wat willen we tegen wie vertellen en hoe gaan we dat doen?Daarnaast is een aantal subvragen die centraal staan bij het tot stand komen van het<strong>communicatieplan</strong>. De subvragen zijn als volgt:- De Wie-vraag: Wie of welke doelgroep willen we met onze communicatie bereiken?- De Wat-vraag: Welke boodschap willen we inzetten om onze doelstelling te bereiken?- De Hoe-vraag: Hoe en met welke instrumenten gaan we die boodschap brengen?Om bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden dient eerst vastgesteld te worden wie dedoelgroep is, welke doelstellingen er zijn en wat de boodschap dient te worden die door middelvan instrumenten overgedragen moeten worden aan de doelgroep. Een aantal van deze zaken isvoorafgaand aan de ontwikkeling van dit plan al geconcretiseerd door de werkgroepCommunicatie van het netwerk. Daarnaast is er door hen ook een aantal uitgangspuntenvastgesteld die in het communicatietraject meegenomen dienen te worden.4


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaAnalyseNaar aanleiding van een aantal gesprekken met leden uit de verschillende netwerken enverschillende soorten instanties kunnen we de volgende zaken concluderen:Algemeen- Er dient in de palliatieve fase zoveel mogelijk rekening gehouden te worden met het feitdat de patiënt thuis wil sterven. Als dit niet meer mogelijk is voor de patiënt of zijn ofhaar naasten, wordt gekeken naar een andere mogelijkheid, bijvoorbeeld een hospice,verpleeg/verzorgingshuis of opname in het ziekenhuis.- De naasten van de patiënt dienen tijdens het ziekteproces niet vergeten te worden.Eventueel kan inschakeling van vrijwilligers hierbij ondersteuning bieden.- De zorg- en ondersteuningsmogelijkheden in de palliatieve fase wordt te laatingeschakeld, waardoor de patiënt vaak te laat in aanraking komt met de mogelijkhedenvan zorg en ondersteuning in de palliatieve fase.- De algemene informatieverstrekking over alle zorg en ondersteuning die plaatsvindt bijeen patiënt, dient beter gecommuniceerd te worden aan de huisarts. In de meestesituaties is dit nog niet het geval.- De huisarts en/of verpleegkundigen dienen als een soort zorgconsulent te fungeren,waarbij zij naast de medische zorg ook aanbevelingen kunnen geven voor bijvoorbeeldde inschakeling van een vrijwilliger of andere ondersteuningsmogelijkheden.- De wens bestaat om eventueel in de toekomst de gegevens van de patiënt digitaal op teslaan, zodat de desbetreffende zorginstanties snel bij de gegevens kunnen. Inmiddelswordt hier al landelijk naar gekeken en heeft zeker nog al wat voeten in aarde. Dit is danook iets wat zeker in de toekomst eventueel opgepakt kan worden.- Een andere mogelijkheid is om de gegevens van de patiënt in een dossier te houden diebij de patiënt blijft. Daarbij zijn bij iedere overdracht de gegevens actueel en directbeschikbaar. Hierbij dient dan ook gekeken te worden of deze gegevens ook toegankelijkdienen te zijn voor bijvoorbeeld vrijwilligers.- De mogelijkheid van vrijwilligers in de palliatieve fase wordt te laat ingeschakeld. Toch isuit onderzoek gebleken dat de hulp van een vrijwilliger in de palliatieve fase zekerwaardevol is.- Verpleegkundigen van de thuiszorg, die medische zorg verlenen aan een patiënt in depalliatieve fase, dienen vroegtijdig te signaleren of eventueel extra inschakeling vanbijvoorbeeld een vrijwilliger of andere ondersteuning noodzakelijk is. Hij of zij kan dit danook met de patiënt of zijn of haar naasten bespreken.- Het WMO loket in de gemeenten dient het centrale aanspreekpunt voor alle vragen ophet gebied van zorg te worden. Deze dient dan ook goed op de hoogte te zijn van demogelijkheden op het gebied van palliatieve zorg in de regio Stadsgewest Breda.- Huisartsassistenten en praktijkverpleegkundigen dienen een belangrijkere rol te gaanspelen in de palliatieve fase.6


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaAIV – huisbezoek Advies / Instructie / Voorlichting- Het AIV-huisbezoek is een belangrijk middel om informatie te verstrekken aan de patiënten in te spelen op de persoonlijke situatie en wensen van de patiënt en zijn of haarnaasten. Het AIV-huisbezoek dient dan ook actiever ingezet te worden vanuit meerderekanalen.Overdrachtmomenten- De overdrachtmomenten lopen niet altijd soepel, waardoor niet goed ingespeeld kanworden op de situatie van de patiënt.- De zorgoverdracht dient direct vanuit het ziekenhuis overgedragen te worden aan dehuisarts en zorginstantie die de zorg overneemt. Dit gebeurt soms pas dagen later,waardoor er gebrek aan informatie is en de zorgverlener of huisarts niet goed kaninspelen op de situatie van de patiënt.Netwerk gerelateerd- Binnen het netwerk en vooral overkoepelend weten leden maar minimaal wat de anderezorg- en ondersteuningsinstanties kunnen betekenen voor de patiënt. De leden zijn teonbekend met wat iedereen precies kan en doet.- Veel zorg- en ondersteuningsinstanties weten niet wat andere instanties precies doen enwat de mogelijkheden zijn om samen te werken of hoe ze op elkaar een beroep kunnendoen. Er dient dan ook een soort checklist ontwikkeld te worden waarbij inzicht wordtgegeven met welke instanties in bepaalde situaties samengewerkt kan worden.- De wens is een overzichtelijk overzicht te hebben van de mogelijkheden die in de regioStadsgewest Breda zijn op het gebied van palliatieve zorg, welke voorzieningen deinstanties hebben en welke kosten er aan verbonden zijn.- De informatievoorziening over de netwerkactiviteiten is minimaal en vaak wordtinformatie niet gevonden of bereikt. De algemene informatievoorziening overnetwerkactiviteiten dient dan ook beter te worden.UitgangspuntenAan de hand van bovenstaande analysegegevens en zaken die door de werkgroep Communicatievooraf al waren vastgesteld, kunnen we de volgende uitgangspunten voor hetcommunicatietraject van het Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda vaststellen:- De communicatie en algemene informatieverstrekking naar de zorgvrager en naastendient beter en helderder te worden.- De communicatie en informatieverstrekking tussen de zorgaanbieders bijoverdrachtmomenten dienen beter op elkaar afgestemd te worden.- De communicatie en informatieverstrekking binnen het eigen netwerk en tussen desubregionale netwerken van het Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda dienenbeter te worden aangepakt.De uitgangspunten worden omgezet in doelstellingen die aan het eind van hetcommunicatietraject behaald dienen te zijn. Een aantal van de doelstellingen blijft zeker de7


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Bredakomende jaren nog doorlopen, waarbij regelmatig gekeken dient te worden naar eenaanscherping en verbetering van de doelstellingenDoelstellingen voor het communicatietraject van het Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Bredazijn als volgt:- De algemene informatie en communicatie naar de patiënt en naasten dienen beter teworden.- Het zorgproduct AIV (Advies/Instructie/Voorlichting) dient bij iedere patiënt die in depalliatieve fase komt, aangeboden te worden.- Er dient een samenhangend zorg- en ondersteuningsaanbod geboden te worden, dieaansluit op de behoefte van de patiënt.- De communicatie bij de overdrachtmomenten tussen de verschillende zorginstantiesdient beter gestructureerd te worden.- De identiteiten van de netwerken dienen meer samengebracht te worden.- De communicatie en informatie-uitwisseling binnen het eigen netwerk dienen verbeterdte worden.- De communicatie en informatie-uitwisseling tussen de subregionale netwerken dienenverbeterd te worden.- De kennisuitwisseling en deskundigheidsbevordering van de zorgaanbieders dienen naareen hoger niveau getild te worden.AfbakeningAan de hand van de doelstellingen kan een afbakening van het communicatietraject vastgesteldworden en wordt dit <strong>communicatieplan</strong> opgedeeld in een vijftal pijlers. Dit zijn de volgende vijftalpijlers:Figuur 2Pijler 1AlgemeneinformatievoorzieningzorgvragerPijler 2Aanbod AIVhuisbezoekPijler 3Communicatietussen zorginstantiesbijoverdrachtmomentenPijler 4Communicatiebinnen eigennetwerk en tussennetwerkenPijler 5Communicatieover netwerk /informatievoorziening vanuit hetnetwerk / PRDe pijlers staan ieder voor een aantal doelstellingen en hebben ieder hun specifieke doelgroep enboodschap. De pijlers worden verderop in dit <strong>communicatieplan</strong> uitgebreid toegelicht met eenactieplan, to do lijst, budget en tijdsplanning.Daarnaast is het belangrijk dat we het onderwerp van het project goed afbakenen. Het betreftpalliatieve zorg in de regio Stadsgewest Breda. Hieronder een korte toelichting wat palliatievezorg precies inhoudt.8


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaWat is palliatieve zorg?Palliatieve zorg is de zorg voor mensen waarbij genezing niet (meer) mogelijk is, maar waarbijmen geholpen wordt zo min mogelijk last te hebben van klachten, zodat een zo optimaal mogelijkleven mogelijk is.Voor de definitie van palliatieve zorg wordt de door de World Health Organisation (WHO)geformuleerde definitie aangehouden:“Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van patiëntenen hun naasten die te maken hebben met een levens-bedreigende aandoening, door hetvoorkomen en verlichten van lijden, d.m.v. vroegtijdige signalering en zorgvuldigebeoordeling en behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke,psychosociale en spirituele aard.” (WHO definitie, 2002).Een chronische aandoening (‘een ziekte die niet meer reageert op curatieve behandeling’) hoeftniet direct levensbedreigend te zijn. In de palliatieve zorg gaat het echter wel om patiënten diede ‘laatste fase’ zijn ingegaan: patiënten waarover duidelijk is dat “mogelijkheden zijn uitgeput endat genezing niet meer mogelijk is. In praktische zin komt de term palliatieve zorg in beeldwanneer de levensverwachting van de patiënt beperkt is.”(WHO) Palliatieve zorg:- voorziet in verlichting van pijn en andere belastende symptomen- bevestigt het leven en beschouwt het sterven als een normaal proces- heeft niet de intentie om het sterven te verhaasten, noch om het uit te stellen- integreert psychologische en spirituele aspecten van zorg- biedt ondersteuning om patiënten te helpen zo actief mogelijk te leven tot aan het sterven- biedt ondersteuning aan familie en naasten bij het omgaan met de situatie gedurende hetsterfbed en het overlijden van de patiënt en in de periode van rouw na het overlijden- maakt gebruik van een multidisciplinair team om aan de behoeften van de patiënt en diensnaasten tegemoet te komen, inclusief rouwverwerking indien geïndiceerd- plaatst de kwaliteit van leven op de voorgrond en kan een positieve invloed hebben op hetverloop van de ziekte- is in een vroegtijdig stadium van de ziekte toe te passen, in combinatie met andere therapieëndie bedoeld zijn om het leven te verlengen, zoals chemotherapie of radiotherapie, en sluit dieonderzoeken in die nodig zijn om belastende klinische complicaties beter te kunnen begrijpen ente beheersen.Palliatieve zorg houdt dus het volgende in:- Het gaat om patiënten waarbij een terminale ziekte is geconstateerd (die uiteindelijk hetoverlijden van de patiënt tot gevolg zal hebben),- Het doel is een zo goed mogelijke kwaliteit van leven in de laatste levensfase.- De hulpverlening is multidisciplinair: van verlichting van pijn tot wonen, van therapie totrouwverwerking.Wie is de patiënt/zorgvrager?De doelgroep van palliatieve zorg vormen patiënten die overlijden aan een niet-acute ofterminale aandoening. Volgens eerdergenoemde definitie van de WHO (uit 2002) gaat het om“patiënten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening”.Mensen die een acute dood sterven kennen geen terminale fase. Naar schatting vormt ongeveertweederde deel van de doelgroep kankerpatiënten. Andere veel voorkomende doodsoorzaken bijterminale patiënten zijn COPD (longemfyseem en chronische bronchitis), hartfalen en diabetes9


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Bredamellitus. In mindere mate gaat het om nierziekten, ziekte van Parkinson, leverziekten, AIDS, ALS(zenuwspierziekte) en MS (multiple sclerose).”Palliatief/terminaalMeestal beschouwt men zes weken tot drie maanden vóór het overlijden als het begin van determinale fase (Spreeuwenberg, 1981). Gezien de moeilijkheid om het precieze einde aan tegeven zal er altijd een grijs gebied blijven met betrekking tot de terminale zorg. Terminale zorgricht zich specifiek op zorg in deze laatste fase, terwijl palliatieve zorg al in een eerder stadiumwordt geboden.Terminale zorg is een onderdeel van de palliatieve zorg. De verwachting is dat iemand danbinnen korte tijd zal sterven. Dat kan binnen een aantal maanden zijn, maar ook binnen een paardagen. Voor de terminale zorg gelden dezelfde principes als voor de palliatieve zorg: de zorg isgericht op een zo goed mogelijke kwaliteit van leven, zowel voor degene die gaat sterven alsvoor zijn naasten.Wie wordt in dit <strong>communicatieplan</strong> als patiënt/zorgvrager gezien?In dit <strong>communicatieplan</strong> gaan wij uit van een patiënt die palliatief/terminaal is en eenlevensverwachting heeft van minder dan 6 maanden. In meest voorkomende gevallen wordthierbij de meeste zorg en ondersteuning geboden.We gaan hierbij ook uit van de situatie dat de patiënt thuis wil sterven en indien niet meermogelijk voor de patiënt of zijn of haar naasten, overgeplaatst wordt naar een verplaatstethuissituatie, verpleeg/verzorgingshuis of ziekenhuis.10


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaB – AanpakIn dit deel van het plan staan de vragen wie, wat en hoe centraal. Wie is de doelgroep waaropdit communicatietraject gericht is? Wat is de boodschap die gecommuniceerd dient te gaanworden en hoe wordt het communicatietraject aangepakt?DoelgroepAan de hand van de vastgestelde uitgangspunten hangen de pijlers waarbij iedere pijler eenaantal specifieke doelgroepen betreft. De belangrijkste doelgroep van het gehele project isnatuurlijk de patiënt/zorgvrager en naasten in de palliatieve fase. Om die doelgroep goed tebereiken moet ook een aantal andere communicatiekanalen goed georganiseerd zijn om hetstreven van een goede informatie-/communicatievoorziening voor de patiënt te realiseren.De doelgroepen worden aan de hand van de pijlers nader toegelicht. Bij “beschrijving doelgroep”staat de doelgroep waarop de pijler betreft. Bij “nader toegelicht” staat uitgebreid beschrevenwelke groep zorgaanbieders het betreft.Beschrijving doelgroep:Pijler 1 Zorgvragers + naastenNader toegelicht:Pijler 2 Zorgvragers + naastenPijler 3 Zorgaanbieders – Huisartsen– Ziekenhuisverpleegkundigen– Behandelende specialisten– Transferverpleegkundigen– Verpleegkundigen thuiszorgPijler 4 Zorgaanbieders – Zorginstanties uit netwerk– Vertegenwoordigende personen vaninstanties in het netwerk– Stuurgroep– NetwerkcoördinatorPijler 5 Zorgaanbieders + <strong>Annevillegroep</strong> +externe partijen als subsidieverstrekkers,zorgverzekeraars, gemeenten en CIZ– Netwerkcoördinator– Werkgroep Communicatie– Zorginstanties uit netwerkBij de zorgaanbieders uit het netwerk dient gedacht te worden aan alle zorgaanbieders enondersteuningsinstanties in de regio Stadsgewest Breda die palliatieve zorg verlenen. Hierbij kangedacht worden aan zorgaanbieders in care & cure sector - huisartsen – 1e lijns hulpverlening –levensbeschouwelijke en spirituele zorg, maatschappelijk werk, mantelzorgers en vrijwilligers.11


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaBoodschapDe algemene boodschap die centraal staat in dit communicatietraject is:“De zorg- en ondersteuningsinstanties uit het Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda willendoor middel van een samenwerkingsverband de beste zorg en een zo hoog mogelijk kwaliteit vanleven realiseren bij de patiënt in de palliatieve fase. Gezamenlijk wordt gewerkt aan hetverbeteren van de communicatie tussen de zorgaanbieders en verhogen van kennis endeskundigheidsbevordering van de zorgverleners.”Daarnaast is per pijler nog een aantal andere “boodschappen” die vooral bij de realisatie enverbetering van de pijler van belang zijn. Deze zijn dan ook terug te vinden bij het actieplan vande pijlers.AanpakHoe gaan we doelstellingen behalen? En hoe bereiken we de doelgroepen?Aan de hand van de vastgestelde uitgangspunten is een vijftal pijlers ontwikkeld die in ditcommunicatietraject de aandacht krijgt. Aan de hand van deze vijf pijlers is het mogelijk dedoelstellingen te realiseren en te zorgen voor een betere informatie-/communicatievoorzieningaan de patiënt en het streven om een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te bieden.Bij de eerste twee pijlers staat de patiënt/zorgvrager centraal waarbij een aantal nieuwecommunicatiekanalen ontwikkeld worden om de informatievoorziening voor de patiënt/zorgvragerte verbeteren. Bij pijlers 3 t/m 5 staat de communicatie tussen de zorgaanbieders centraal. Zijdienen er gezamenlijk voor te zorgen dat er een goed, op elkaar aangesloten zorgprocesaanwezig is voor de patiënt. Communicatie tussen de zorgaanbieder is hierbij van groot belangen is dan ook een belangrijk deel van dit <strong>communicatieplan</strong>. Daarnaast zijn één van de doelenook de deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling. De zorgaanbieders kunnen elkaar naargrote hoogte leiden, waarbij dit positief is voor de patiënt en zeker van toegevoegde waarde kanzijn bij de ontwikkeling van een nog beter zorgproces.In het volgende gedeelte van dit <strong>communicatieplan</strong> wordt per pijler een actieplan nadertoegelicht met to do lijst, budgetweergave en tijdsplanning advies. Het advies is de pijlers alsvolgt onder te brengen in de volgende werkgroepen:- Werkgroep Communicatie pijlers 1 + 4 + 5- Werkgroep AIV pijler 2- Werkgroep overdracht pijler 3Figuur 3Pijler 1AlgemeneinformatievoorzieningzorgvragerPijler 2Aanbod AIVhuisbezoekPijler 3Communicatietussen zorginstantiesbijoverdrachtmomentenPijler 4Communicatiebinnen eigennetwerk en tussennetwerkenPijler 5Communicatieover netwerk /informatievoorziening vanuit hetnetwerk / PR12


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaC – Actieplan – PijlersIn dit gedeelte van het <strong>communicatieplan</strong> worden de pijlers nader toegelicht en volgt hetactieplan van het communicatietraject. Per pijler volgt er een actieplan met to do lijst, budget entijdsplanning advies.Pijler 1 – Algemene informatievoorziening zorgvragerDe patiënt/zorgvrager staat centraal in dit communicatietraject en wordtdaarom als eerste pijler behandeld in dit actieplan. De uiteindelijke doelgroepwaar het om draait is tenslotte de patiënt en zijn of haarnaasten. Diegenen moeten goed geïnformeerd worden over de mogelijkhedendie er zijn op het moment dat hij of zij palliatieve zorg nodig heeft.Pijler 1AlgemeneinformatievoorzieningzorgvragerActieplan:In deze pijler staat het opzetten van een aantal informatievoorzieningen om de communicatienaar de patiënt/zorgvrager + naasten zo goed en helder mogelijk te realiseren. De boodschap diehierbij centraal staat is de algemene informatievoorziening over wat palliatieve zorg precies is,wat komt er allemaal bij kijken en welke mogelijkheden zijn op het gebied van palliatieve zorg inde regio Stadsgewest Breda. Bij deze pijler staat de patiënt/zorgvrager die daadwerkelijk palliatiefis, centraal en alle communicatie dient daar ook op toegespitst te zijn.To do’s – inzet communicatiemiddelen:Bij de ontwikkeling van alle communicatiemiddelen dient rekening gehouden te worden dat allemogelijkheden van zorg en ondersteuning aan bod komen. Het gaat hierbij dus niet alleen om demedische zorg die verleend kan worden, maar ook om de andere aspecten van palliatieve zorgdie van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard zijn.De wekgroep Communicatie van het Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda metondersteuning van medewerkers van de <strong>Annevillegroep</strong> wordt belast met de werkzaamheden dieuitgevoerd dienen te worden bij de realisatie en onderhoud van de middelen.De volgende middelen kunnen ingezet worden om een zo compleet mogelijkeinformatievoorziening te creëren voor de patiënt/zorgvrager:Folder (reeds in ontwikkeling)- Er dient een algemene folder ontwikkeld te worden, waarbij de eerste informatiegegeven wordt over zorg in de palliatieve fase aan de patiënt/zorgvrager en naasten.- De folder dekt de hele lading en stelt gerust bij de eerste vragen die er bijpatiënt/zorgvrager en naasten zijn.- De folder moet een rustige en overzichtelijke uitstraling hebben en alle overigecommunicatiemiddelen moet herkenbaar aansluiten op deze folder.- De inhoud van de folder moet regelmatig nagelopen worden en indien noodzakelijkaangepast worden.- De verspreiding van de folder dient bepaald te worden. Waar wordt de folderuitgegeven? Probeer hierbij ook de aantallen bij te houden hoeveel verstrekt zijn aaniedere locatie. Daarbij kan achteraf gemeten worden hoeveel brochures er uitgegevenmoeten worden.13


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda- Zorg voor een heldere begeleidende brief bij het verspreiden van de brochures. Het istenslotte de bedoeling dat de folder zoveel mogelijk meegegeven gaat worden.- Geef in de brief duidelijk aan waar nieuwe brochures bijbesteld kunnen worden engeadviseerd wordt zelf een goede lijst bij te houden, waarbij na een 1 jaar zelf eenfollow-up gemaakt kan worden om te checken of nieuwe brochures noodzakelijk zijn.- Vergeet niet ook kenbaar te maken dat de website een complete aanvulling is op hetinleidende verhaal van de folder.- Na een 1 jaar vindt een evaluatie plaats over de reacties op de folder. Indien nodigworden aanpassingen verricht en worden brochures bijgedrukt. De evaluatie gebeurt metde werkgroep Communicatie.- Algemene coördinatie van de folder wordt verzorgd door de <strong>Annevillegroep</strong>.Algemene informatieDe folder is ontwikkeld door Flaim. Zij besteden het drukwerk van de folder uit aan een externepartij. De tekst van de folder is geschreven door de heer Will Tromp. Gegevens zijn bekend bij denetwerkcoördinator.Website (reeds in ontwikkeling)- www.watalsiknietmeerbeterword.nl- Er dient een website ontwikkeld te worden waar de patiënt/zorgvrager informatie kanvinden over de mogelijkheden die er zijn in de regio Stadsgewest Breda.- De website is een bron van informatie met betrekking tot de mogelijkheden die er zijn ophet gebied van zorg en ondersteuning in de palliatieve fase.- De website is puur gericht op de vragen die bij een patiënt/zorgvrager en naasten zullenopkomen.- De hoofdzaak van de website is de sociale kaart met gegevens van zorg- enondersteuningsinstanties.- De website is het vervolg van de folder en zal dan ook eenzelfde herkenbare lay-outhebben. De meeste bezoekers zullen via de folder verwezen zijn naar de website.- De informatie op de website dient up to date gehouden te worden. Dit zal zo makkelijkmogelijk gemaakt worden door middel van een CMS systeem.- De website dient breed bekend gemaakt te worden ook aan de hand van links op anderewebsites. Hiervoor dient een selectie gemaakt te worden op welke website er graag eenlink geplaatst moet gaan worden.- De statistieken van de website dienen zo toegankelijk mogelijk te zijn. Dit kan insamenwerking met de website-ontwikkelaar gerealiseerd worden.- De website dient 1x per maand ter controle te worden nagekeken op eventueleonjuistheden en aanpassingen of aanvullingen die verricht dienen te worden.- Het onderhouden van de website voor zorgvragers zal verzorgd worden door de<strong>Annevillegroep</strong>.- Na een 1 jaar zal een evaluatie plaatsvinden met de werkgroep Communicatie over destatistieken en worden de reacties besproken die zijn ontvangen op de website.14


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaAlgemene informatieDe ontwikkeling van de website + hosting is verzorgd door InterComm. Flaim heeft het ontwerpvan de website gerealiseerd. De teksten zijn ontwikkeld door de werkgroep Communicatie. Degegevens zijn bekend bij de netwerkcoördinator.Informatiebijeenkomst/middag/avond- Daarnaast dient voor de patiënt/zorgvrager en naasten een mogelijk contactmomentaanwezig te zijn waarbij een korte presentatie wordt gegeven over wat palliatieve zorgprecies is en welke mogelijkheden van zorg- en ondersteuning mogelijk zijn.- Het opzetten van de regionale informatiebijeenkomsten wordt door de subregionalenetwerken zelfstandig gedaan met eventuele ondersteuning van de werkgroepCommunicatie.- De hoofdzaak is de informatievoorziening. Geprobeerd dient te worden zoveel mogelijkvragen weg te nemen bij de zorgvrager.- Waarschijnlijk zal deze informatiebijeenkomst meer bezocht worden door naasten dandoor de patiënt/zorgvrager zelf. Dit is bij de bepaling van de inhoud zeker van belang.Bijvoorbeeld kan de ondersteuning van een vrijwilliger hierbij centraal staan.- Er dient goed vooraf gecommuniceerd te worden dat een informatiebijeenkomst zalplaatsvinden en wat het doel en wie de doelgroep is.- Zorg voor publiciteit rondom de informatiebijeenkomst. Maak posters, stuur deze op envoeg eventuele extra informatie toe die naar de zorg- en ondersteuningsinstantiesgestuurd wordt. Stuur het bericht ook aan de regionale pers.- Maak de bijeenkomst kenbaar op de eigen ontwikkelde website voor zorgvragers.- Zorg voor een vriendschappelijk tijdstip en een goed bereikbare locatie.- Meet wat de bezoekers van de bijeenkomst vinden. Laat ze een korte vragenlijst naafloop van de bijeenkomst invullen.- Eventueel kan er een soort informatiemarkt aan gekoppeld worden, waarbij verschillendezorg- en ondersteuningsinstanties zichzelf kunnen presenteren.- De opzet is iedere netwerk 1x per jaar een informatiebijeenkomst te laten organiseren inhun netwerkregio.- De evaluatie vindt plaats door de netwerken zelf en de resultaten worden aan dewerkgroep Communicatie doorgegeven.- De werkgroep Communicatie kan een ondersteunende rol bieden bij de organisatie vande informatiebijeenkomst.Berichten in de media- Voor extra publiciteit rondom de mogelijkheden op het gebied van zorg in de palliatievefase kan nieuws aangeleverd worden aan de regionale media.- Bepaal wat nieuws is en of dit op netwerkniveau aan de patiënt/zorgvragers en naastenvia de pers gepresenteerd kan worden.- Mensen worden nog bekender met de mogelijkheden die er zijn als ze regelmatig envanuit verschillende kanalen ermee in aanraking komen.- Stel een persbericht op en zorg dat het aan de eisen van een goed persbericht voldoet.(Zie bijlagen)- Verspreid het persbericht zo breed mogelijk aan verschillende soorten media.- Indien het een onderwerp is waarbij de verwachting zal zijn dat er veel vragen komen, ishet verstandig een persbijeenkomst te organiseren waarbij direct de ruimte gegevenwordt tot het stellen van vragen.- Bepaal de keuze aan de hand van het onderwerp, want bij moeilijke situaties dien je erzeker van te zijn alle vragen goed te kunnen beantwoorden.15


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda- Zorg voor centraal aanspreekpunt voor de pers die hen kan voorzien van informatie en/ofeventueel kan doorverwijzen.- Houd bij waar de berichten ook daadwerkelijk geplaatst worden of welke media aandachtbesteden aan het nieuws.- Probeer regelmatig contact met de pers te zoeken. Vooral de regionale bladen wordenvaak door oudere mensen goed gelezen.Budget:Dit budget is gebaseerd op geschatte kosten voor de periode april 2007 tot april 2008.- Herdruk folder "wat als ik niet meer beter word"Herdruk 1500 ex.€ 350,=Aanpassingen: € 350,=Verspreiding: € 100,=Totaal = € 800,=- Website "watalsiknietmeerbeterword'"Onderhoud/hosting € 950,=- InformatiebijeenkomstenFormat publieksposter (500 ex)Vormgeving/opmaak: € 450,=Drukwerk:€ 350,=Totaal = € 800,=Kosten per bijeenkomst: € 700,=Totaal: 5 x € 700,= € 3.500 euro16


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaTijdsplanning:Communicatiemiddel Wat Hoe Wanneer WieFolder- Verspreiden- Per post-april 2007- <strong>Annevillegroep</strong>- Rondbrengen- Evaluatie- Reacties pijlenen eventueleaanpassingenverrichten-april 2008-WerkgroepCommunicatie- Onderhoud folder- Aanpassingendoorvoeren +bijdrukken-april 2008 + daar opvolgende jaren- <strong>Annevillegroep</strong>Website- Onderhoud- Aanvullen +aanpassengegevens- 1x per maand- <strong>Annevillegroep</strong>- Evaluatie- Statistiekenbekijken +reacties pijlen- april 2008- WerkgroepCommunicatieInformatiebijeenkomst- Voorbereiding enorganiseren vaninformatiebijeenkomst- <strong>Inhoud</strong>,doelgroep,boodschap,locatie, datumbepalen- 5x per jaarIeder netwerk 1bijeenkomst- Ieder netwerkmetondersteuningvan WerkgroepCommunicatieBerichten in de media- Evaluatie- Nieuws bepalen- Reactie meten- Informatie vanuithet netwerk overwat nieuws isEigen netwerk- na deinformatiebijeenkomst- min. 2x per jaar - Ieder netwerkaan meedenken- Verspreiden vanPersbericht / algemeenaanspreekpunt- Via opstellenpersbericht ofpersbijeenkomst- Netwerkcoördinator17


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaPijler 2 – Aanbod AIV-huisbezoekActieplan:Het AIV - huisbezoek (advies / instructie / voorlichting) dientbij iedere patiënt/zorgvrager die in de palliatieve fase terechtkomt, standaard aangeboden te worden vanuit de verschillendekanalen waar de patiënten vandaan komen. Uit onderzoek isgebleken dat de patiënt zeer gebaat is bij een AIV - huisbezoeken daardoor meer bekend is met de mogelijkheden die er zijn op het gebiedvan palliatieve zorg. Indien de patiënt niet direct zorg wenst, wordt hetPijler 2Aanbod AIV -huisbezoektoch vaak op prijs gesteld als er iemand langs komt die ook algemene informatie kan verstrekkenof eventuele tips en wetenswaardigheden kan verstrekken. Het AIV - huisbezoek is daaromonmisbaar in de palliatieve fase. Tenslotte is het streven om de patiënt een zo hoog mogelijkkwaliteit van leven te bieden, waarbij de patiënt zelf de regie in handen houdt.To do’s – inzet communicatiemiddelen:Bij de uitvoer van het AIV-huisbezoek (thuiszorgproduct 13) dat gedaan wordt door(wijk)verpleegkundigen van de verschillende thuiszorginstanties uit de regio Stadsgewest Breda,dient rekening gehouden te worden dat het niet alleen om de medische kant, maar ook om depsychosociale kant gaat waarbij advies, informatie en instructie gegeven worden. Belangrijk ishierbij dat de naasten van de patiënt hierbij niet vergeten worden. Het doel van het AIV -huisbezoek is naar aanleiding van de specifieke vraag of situatie de gezondheidssituatie teverbeteren en te zorgen voor het vergroten van de zelfredzaamheid van de patiënt. De patiëntwil tenslotte zolang mogelijk thuis blijven en zelf de regie in handen houden. Voor het AIV -huisbezoek bestaat tot op dit moment nog geen eigen bijdrage van de patiënt.De (wijk)verpleegkundigen die AIV–huisbezoeken uitvoeren, dienen daarom bekend te zijn metalle mogelijkheden die er zijn op het gebied van palliatieve zorg. Ook dienen zij per patiënt tekunnen inschatten welke zaken er ter sprake kunnen komen of juist niet besproken hoeven teworden. De inhoudelijke deskundigheid is belangrijk om te ontwikkelen bij de(wijk)verpleegkundigen van de thuiszorg.Daarnaast dienen de partijen die het AIV-huisbezoek kenbaar maken aan de patiënt, zelf ookbekend te zijn met wat het AIV-zorgproduct precies inhoudt en hoe het aangevraagd kan wordenzodat er een AIV-huisbezoek gehouden wordt. Het AIV-huisbezoek wordt alleen ingezet op hetmoment dat een patiënt na het slecht nieuwsbericht weer naar huis gaat en herstel van de ziekteniet meer mogelijk is.Hoe gaan we het het AIV-huisbezoek kenbaar maken bij de zorgaanbieders zodat de patiëntautomatisch via alle kanalen in aanraking komt met het AIV-huisbezoek? Via onderstaand schemazijn de kanalen in kaart gebracht:Zie figuur 4 op de volgende pagina voor een overzicht van waar het AIV-huisbezoek aangebodendient te worden:18


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaDe werkzaamheden voor goede aanpak van het zorgproduct AIV dient uitgevoerd te worden dooreen werkgroep AIV die zich bezig zal houden met de ontwikkeling van betere communicatie vanhet AIV-huisbezoek. De eventuele resultaten die hieruit voortvloeien en van genoegnieuwswaarde zijn om te publiceren in de media kunnen overgedragen worden aan de werkgroepCommunicatie. Deze zullen zorgen voor publicatie in de media en op het extranet van de<strong>Annevillegroep</strong>, zodat ook de andere leden van de netwerken geïnformeerd zijn over dewerkzaamheden van de werkgroep AIV. Door de netwerkcoördinator wordt de werkgroep AIVsamengesteld.Om tot een goed resultaat te komen en AIV standaard aan te bieden aan de patiënt in depalliatieve fase dienen de volgende zaken meegenomen te worden::Aanbieden van AIV aan patiënt in de palliatieve fase- Het aanbod AIV dient via de volgende zorgaanbieders aangeboden te worden aan depatiënt. Zie hiervoor ook het schema:• transferverpleegkundigen• poliklinieken• verpleegkundigen afdeling ziekenhuis• huisartsassistenten• thuiszorg• andere zorginstanties• huishoudelijke hulp• mantelzorgers- Via de transferverpleegkundigen, huisartsen, thuiszorg wordt vaak al AIV aangevraagd.De overige kanalen dienen ook bekend te zijn met het zorgproduct AIV.- Kanalen die het AIV – huisbezoek aanbieden moeten bekend gemaakt worden met hetzorgproduct. Dit kan bijvoorbeeld met een brief of een bijeenkomst, waarbij het nut vanhet AIV-huisbezoek wordt toegelicht. Belangrijk zijn hierbij de resultaten van de pilot,zodat aangetoond kan worden hoe het AIV-huisbezoek wordt aangeboden en hoe dereacties van de patiënten zijn. (Zie volgende alinea)- De algemene informatiebrochure over het AIV-huisbezoek dient op bovenstaandeplaatsen aangeboden te worden aan de patiënt/zorgvrager. Deze folder dient opnieuwontwikkeld te worden in samenwerking met de werkgroep Communicatie.Pilot- De opzet is om het AIV-huisbezoek bij ieder kanaal waar een patiënt vandaan komt,actief aan te bieden. Vooral bij de nieuwe kanalen dient vooraf gemeten te worden ofdeze daadwerkelijk de goede aanpak is. Hiervoor dient een pilot gehouden te wordenwaarbij gemeten kan worden of de aanpak om het AIV-huisbezoek standaard aan tebieden, resulteert in een betere informatievoorziening van de patiënt.- De pilot is voorgesteld bij de longafdeling van het Amphia Ziekenhuis. De definitievemedewerking moet nog ontvangen worden en er moet nog een gesprek gevoerd wordenmet de afdeling.- Indien de resultaten van de pilot goed zijn is het mogelijk het definitief vast te leggen alsstandaardprotocol. Dit is ook het streven waarbij het AIV-huisbezoek standaard wordtmeegenomen in het ‘ontslag’ – slechtnieuwsgesprek.- De opzet is dat het zorgproduct AIV bij het ontslag – slechtnieuwsgesprek wordtgeadviseerd aan de patiënt. Daarom dient het aanbieden van het AIV-huisbezoekstandaard meegenomen te worden in het gesprek met de patiënt.20


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda- Hiervoor dient een aanvulling op de formulieren ontwikkeld te worden. Wellicht heeft dewerkgroep AIV hier nog andere ideeën over.- De bedoeling is dat het zorgproduct AIV ‘dwingend’ aangeboden wordt, waarbij het gaatom de manier hoe de informatie over het AIV-huisbezoek overgebracht wordt. Denkeraan dat het eigenlijk een mededeling is en dat er bijvoorbeeld standaard een week (tijdzelf te bepalen door de werkgroep) na het gesprek contact opgenomen zal worden doorde thuiszorg voor eventuele verder informatie, advies en instructie.- Door degene die het gesprek doet wordt gevraagd of er een voorkeur is voor eenthuiszorginstantie. Er zijn voor de patiënt dan 3 keuzes:• Patiënt heeft al zorg via een bepaalde thuiszorginstantie – die zal dan ook hetAIV-huisbezoek verzorgen en dient daar aangevraagd te worden.• Patiënt heeft bepaalde voorkeur van thuiszorginstantie – hier zal het AIVhuisbezoekdan ook aangevraagd worden.• Patiënt heeft geen voorkeur. Aan de hand van zijn/haar woonplaats wordt eenbepaalde thuiszorginstantie geselecteerd.- Bepaling wie het verzoek aanvraagt bij de thuiszorginstanties dient nog besprokenworden met het ziekenhuis. Eventueel kan de afdeling transferverpleegkundigen ditverzorgen. Hier moet nog naar gekeken worden.- De huisarts dient ook op de hoogte gesteld te worden dat een AIV-huisbezoek isaangevraagd voor de patiënt. Informatie kan eventueel samen met het medisch dossierdoorgegeven worden aan de huisarts.- Is het zo dat de patiënt totaal geen interesse heeft in het AIV-gesprek, dan wordt dit ookter informatie doorgegeven aan de huisarts.- Resultaten dienen gemeten te worden door middel van het gesprek die de(wijk)verpleegkundigen voert.- Ook aan de hand van het aantal aanvragen van het AIV-huisbezoek kan gekeken wordenof dit de juiste aanpak is.- Communicatie is onmisbaar in dit traject. Probeer bij alles wat er gebeurt eenverantwoording vast te leggen en resultaten te rapporteren en te evalueren. Het kanvoor de toekomst van belang zijn, dat het AIV-huisbezoek standaard meegenomen gaatworden in alle ontslag – slechtnieuwsgesprekken.- De geschatte tijdsperiode is een half jaar om de pilot uit te voeren. Tussendoor dient erintensief contact te zijn met de groep medewerkers die de pilot uitvoert.- Er is gekozen voor het ziekenhuis als pilot, omdat hier de grootste groep palliatievepatiënten vandaan komt die vaak nog zonder zorg naar huis gaan, waardoor zij eentotaal onbereikbare groep worden die niet geïnformeerd worden over de mogelijkhedenvan zorg- en ondersteuning. Ook zijn zij niet op de hoogte van het feit, dat zijondersteuning kunnen krijgen om het slechte bericht te verwerken.Uitvoering en deskundigheid van de (wijk)verpleegkundigen- De uitvoering van het AIV zorgproduct wordt uitgevoerd door de (wijk)verpleegkundigenvan de thuiszorginstanties.- Belangrijk is dat de (wijk)verpleegkundigen die het AIV-huisbezoek gaan uitvoerenhiervoor genoeg deskundigheid bezitten om het goed uit te voeren.- Eventueel dienen de thuiszorginstanties ruimte te creëren voor opleiding van de(wijk)verpleegkundigen.- De inhoudelijke deskundigheid staat centraal en een AIV-huisbezoek bestaat uit:openstaan, begrijpen, willen, kunnen, doen en blijven doen.- De informatie uit het AIV-huisbzoek dient door de (wijk)verpleegkundigengecommuniceerd te worden aan de huisarts.- In de werkgroep AIV dient goed gekeken te worden naar de precieze invulling van hetgesprek. Eventueel kan er een standaard protocol opgezet worden die iedere21


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Bredathuiszorginstantie als leidraad gaat gebruiken. Ook is het mogelijk dat dethuiszorginstantie dit zelf verzorgt. Dit is een discussiepunt voor de werkgroep AIV.- Daarnaast is het belangrijk dat iedere thuiszorginstantie een goede(wijk)verpleegkundige heeft die het gesprek ook daadwerkelijk op de juiste wijze kanuitvoeren. Kwaliteit is hier een onmiskenbaar belangrijk punt.- De thuiszorginstanties dienen ook intern goed te communiceren over de mogelijkheid vanhet AIV-huisbezoek in de palliatieve fase. Hoe meer mensen er kennis van hebben des temeer kan het AIV-huisbezoek in de toekomst ingezet worden.AIV algemeen kenbaar maken bij zorgaanbieders- Naast de zorgaanbieders die AIV dienen aan te bieden en ook daadwerkelijk uit gaanvoeren, dienen ook de overige zorg- en ondersteuningsinstanties bekend te zijn met hetzorgproduct AIV.- Alle netwerkleden kunnen via de netwerkbijeenkomsten, casuïstiekbesprekingen enoverige inzet van communicatiemiddelen bekend worden met het AIV-huisbezoek.- De informatie over het AIV-bezoek kan geplaatst worden op het extranet van de<strong>Annevillegroep</strong>.- Daarnaast is het eventueel mogelijk dat in een later stadium, waarbij het AIV-huisbezoekal op meerdere plaatsen goed is doorgevoerd, een informatiefolder ontwikkeld wordtwaarbij de doelgroep zowel zorgvrager als zorgaanbieder is.- Belangrijk is dat in de communicatie naar de zorgaanbieders de pluspunten van het AIVhuisbezoekkenbaar gemaakt worden. Daarnaast dient ook het doel en nut van een AIVhuisbezoekin de palliatieve fase vermeld te worden.- Er dient goed gecommuniceerd te worden wie de zorgaanbieders zijn die het AIVhuisbezoekkunnen aanbieden.- Ook dient goed gecommuniceerd te worden dat het AIV-huisbezoek door iedereenaangevraagd kan worden.- De opleiding en deskundigheidbevordering over het AIV-huisbezoek kunnen zeker 1 tot2x per jaar onder de aandacht worden gebracht binnen het netwerk.- Zorg daarnaast ook voor de informatie dat het AIV-huisbezoek niet alleen in depalliatieve fase aangeboden kan worden, maar ook in andere zorgsituaties. Dit hoeft nietde nadruk te hebben, maar kan ter informatie kenbaar gemaakt worden.- Geef ook aan dat het zorgproduct AIV uit maximaal 3 gesprekken per jaar bestaat.- Tot op heden zijn er geen eigen bijdragen aan het AIV-huisbezoek gekoppeld voor depatiënt.22


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaBudget:Dit budget is gebaseerd op geschatte kosten voor de periode april 2007 tot april 2008.Heruitgave folder AIV - huisbezoekVormgeving/opmaak: € 1.700,=Aanpassing tekst: € 750,=Drukwerk 1500 ex. € 350,=Verspreiding: € 100,=Totaal = € 2.900,=Tijdsplanning:Communicatiemiddel Wat Hoe Wanneer WieAanbieden van AIV doorzorgaanbieders- Informeren overAIV aanzorgaanbieders- Brief/bijeenkomst metuitleg AIV + nut ervan- mei/juni 2007 - Werkgroep AIVPilot- AIV actief inzettenin het ziekenhuis- Resultaten meten+ vervolg inzetten- D.m.v. pilot inAmphia Ziekenhuis.Aandacht voor AIV bijontslaggesprek- Conclusies trekken uitresultaten + vervolginzetten- sept / dec2007- jan/ apr 2007- Werkgroep AIV +medewerkers die depilot uitvoerenUitvoering endeskundigheid van de(wijk)verpleegkundigen- Bekend zijn metalle mogelijkhedendie er zijn in deregio- Meer communicatieoverzorgmogelijkheden- Gehele jaardoor- Zorginstellingenzelf- <strong>Inhoud</strong>elijkedeskundigheid- <strong>Inhoud</strong> van hetgesprek bepalen /richtlijnen- mei/juni/juli2007- Werkgroep AIV- Opleiding /cursussen- Volgen vanopleiding/cursussenspecifiek op zorg in depalliatieve fase- Min. 2x per jaar- ZorginstantieszelfAIV algemeen kenbaarmaken bij allezorgaanbieders- AIV aandacht bijnetwerkbijkomsten&casusbijeenkomsten- AIV informatie ophet extranet- AIV onder deaandacht brengen- Berichten vanwerkgroep AIV +thuiszorginstellingen- min. 1x per jaar- min. 2x per jaar– in het beginveel informatieverspreiden ommeer bekendheidte geven- Netwerken zelf- Werkgroep AIV +thuiszorginstanties- Ontwikkelingfolder AIV- Bepalen welkeinformatie er gegevendient te worden aan depatiënt- jan/feb/mrt2007 – na pilot- Werkgroep AIV +ondersteuning<strong>Annevillegroep</strong>23


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaPijler 3 – Communicatie tussen zorginstanties bij overdrachtmomentenActieplan:Binnen het netwerk is geconstateerd dat de communicatie op verschillendefronten bij de overdracht van een patiënt nog niet goed verloopt. Er zijn veelverschillende overdrachtformulieren in omloop en de informatie die hieropbeschreven wordt is te minimaal. De overdracht tussen de zorginstanties dientgoed te verlopen om gezamenlijk de kwaliteit van zorg zo hoog mogelijk tehouden. Daarnaast is het belangrijk dat alle informatie rondom de zorg ook gecommuniceerdwordt aan de huisarts op het moment dat hij de rol als specialistPijler 3Communicatietussen zorginstantiesbijoverdrachtmomentenweer overneemt vanuit het ziekenhuis. Het IKR heeft reeds een protocol opgesteld dat voor hetNetwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda toegepast kan worden. Op het moment dat binnenhet netwerk een overdracht van een palliatieve patiënt plaats vindt, kan dit standaardformulierwaarop alle informatie die de zorginstanties nodig hebben, gebruikt worden voor een goedeoverdracht. Het formulier dat ontwikkeld is door het IKR kan als leidraad gebruikt worden endient aan de zorg in Stadsgewest Breda aangepast te worden. Belangrijk is dat alle zorginstantiesin de toekomst met een eenduidig formulier werken dat toegepast wordt bij een patiënt in depalliatieve fase op het moment dat dit is vastgesteld door de specialist in het ziekenhuis.To do’s – inzet communicatiemiddelen:Er dient een formulier ontwikkeld te worden dat voor alle overdrachtmomenten in de palliatievefase bruikbaar is. Daarnaast is het belangrijk dat ook de attitude van de zorgverleners tenaanzien van de overdracht verandert en de zorg niet zomaar wordt afgeschoven aan de volgendepartij. De zorgverlener dient zich tot op zekere hoogte verantwoordelijk te voelen voor hetvervolg van de patiënt.De volgende middelen kunnen ingezet worden om een zo goed mogelijke overdracht te realiserenvoor zowel de patiënt als de zorgverleners onderling:Algemene communicatie bij transfer/overdracht- In het algemeen is het belangrijk dat de zorgverlener zijn houding ten opzichte van deoverdracht verandert. Het blijkt zeer geregeld dat te gemakkelijk wordt afgeschoven en dat deinformatievoorziening over de toestand van de patiënt te minimaal is.- Belangrijk is dat de desbetreffende zorginstantie een juiste beoordeling geeft of het voor depatiënt wel goed is om hem of haar over te plaatsen naar een andere situatie en hierbij rekeningheeft gehouden met de fases in de zorg, de dag en het tijdstip van overplaatsing.- Bij een overdrachtsmoment dient de huisarts altijd geïnformeerd te worden over de overdracht.Het liefst via telefonisch contact, brief, e-mail of informatie op het informatie-uitwisselingsysteemvan het ziekenhuis en de huisartsen.- Telefonische informatieoverdracht is goed en zou vaker gedaan moeten worden. Dit moetechter geen vervanging zijn, want ook het formulier moet altijd goed en compleet ingevuldworden.- Als er thuiszorg plaatst vindt, dient de verpleegkundigen van de thuiszorg de huisarts op dehoogte te houden over de patiënt. Ook zal de huisarts regelmatig op bezoek komen bij de24


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Bredapatiënt. De huisarts en/of de verpleegkundigen zijn de zorgconsulent voor de patiënt. Zij zullenook alle informatie verstrekken op het moment dat een patiënt vanuit thuis wordt overgeplaatstnaar een andere zorginstantie.- Belangrijk is dat als een vrijwilliger ingezet is, dit ook gecommuniceerd wordt aan deverpleegkundigen en de huisarts. In het zorgdossier, dat bij de patiënt thuis aanwezig is, zal ookruimte beschikbaar moeten zijn waar de vrijwilliger eventuele informatie kwijt kan die ook voorde verpleegkundigen of huisarts van toepassing kan zijn.- Bij de overdracht dient meegedacht te worden over het feit hoe het er bij de volgendezorginstanties aan toegaat. Daarom is het belangrijk dat de zorginstanties onderling goed vanelkaar weten wat ze doen. Vooral met de medicatie moet goed gecommuniceerd worden wat erbijvoorbeeld aanwezig is en wat niet.- De huisarts dient het aantal zorguren te bepalen en zal de benodigde indicatie vaststellen. Omdit goed te doen heeft de huisarts alle informatie nodig, zodat in een verder stadium nietnogmaals een nieuwe indicatie noodzakelijk is.- Belangrijk is dat de desbetreffende volgende zorginstantie bekend is met welke informatie erbekend is bij de patiënt. Goed communiceren dat het slechte nieuws is verteld aan de patiënt entevens mededeling doen over de reactie van de patiënt. Op deze manier komt de patiënt nietvoor verrassingen te staan en weet iedereen welke informatie ieder tot zijn beschikking heeft.- De wijze van overdracht is op dit moment vooral in de medische context. Het is belangrijk dater meer aandacht en ruimte komt voor de sociale context. Dit ontbreekt nog heel vaak, waardoorin het begin misschien niet goed op de wensen van de patiënt ingespeeld kan worden.- Vanuit het ziekenhuis dient heldere en goede informatie te komen. Geconstateerd wordt dat degroep vanuit het ziekenhuis (vooral de specialisten, transfer en afdelingsverpleegkundigen) teminimaal een overdrachtsformulier invullen en informatie verstrekken.- Iedere zorginstantie dient hier intern extra aandacht aan te geven. Vooral bij de implementatievan het standaardformulier is dit een goede aanleiding om dit intern binnen de eigenzorginstanties nog eens extra aan te kaarten.- Niet alleen door een goed formulier zal de overdracht veranderen, maar het is ook belangrijkdat de zorgverleners het formulier goed invullen en zich realiseren wat er in de volgende situatiegaat gebeuren. Men dient hierbij de patiënt altijd in het oog te houden!25


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaOntwikkeling standaard overdrachtsformulierEr dient een standaard overdrachtsformulier ontwikkeld te worden dat door alle zorginstantiesgebruikt dient te worden bij de overdracht van een palliatieve patiënt.Om tot de realisatie van dit standaardformulier te komen dienen de volgende stappen te wordendoorlopen:- Oprichting werkgroep overdracht- Bekijken welke formulieren er op dit moment in omloop zijn in het netwerk. Eventuelegoede zaken hieruit halen voor het nieuwe formulier- Protocol IKR kan als leidraad genomen worden- Doelgroep bepalen- In kaart brengen overdrachtmomenten (volgens opzet bijgevoegd in dit plan)- Criteria voor het formulier- <strong>Inhoud</strong> van het formulier bepalen bijv. aan de hand van projectdag- Vaststellen welke zorginstanties moeten mee gaan werken- Pilot – meten- Evalueren- Implementeren – goede communicatie- Werkgroep Overdracht dient ook aandacht te besteden aan het veranderen van dehouding van de zorgverleners- Bij alle zorginstanties verplicht – intern goed communiceren – leidraad vaststellen encommuniceren vanuit werkgroep Overdracht- Evalueren of het formulier goed wordt doorgevoerd- Het formulier dat ontwikkeld gaat worden moet een compleet formulier worden dat voorverschillende overdracht/transfermomenten toegepast kan worden- Er dient niet alleen naar de medische context gekeken te worden, maar ook naar depsycho/sociale context; signalen die hij of zij heeft afgeven, wensen die hij of zij kenbaar heeftgemaakt dienen op het formulier gecommuniceerd te worden.- De huisarts dient altijd een kopie te krijgen van het overdrachtformulier, zodat hij ook de statusvan de patiënt weet.- De werkdruk dient niet extra verhoogd te worden. Het formulier moest juist een snellereoverdracht verzorgen.Aandachtspunten t.b.v. nieuw te ontwikkelen formulier• Formulier dient compleet ingevuld te worden• Vermelding in overdracht hoe het verloop is geweest in het ziekenhuis• Actuele informatie (psycho/sociaal) benoemen• Betere inventarisatie, kritisch kijken naar de bestelling van verpleegartikelen• Goede hoeveelheden materialen bestellen. Medicatie kan snel veranderen; ook rekeninghouden met dag en tijdstip• Medicatie voor 1 à 2 dagen meegeven; alles moet toch weer besteld of opnieuw afgestemdworden.• Vanuit transferverpleegkundigen/huisarts dienen voldoende uren ingezet te worden bij deindicatieZie figuur 5 op de volgende pagina voor het schema met overdrachtmomenten.26


SCHEMA - OVERDRACHTMOMENTENPatiënt = palliatiefOntslag uit ziekenhuis na behandeling - Welke overdrachtmomenten zijn er?Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaMedische gegevens + wat is er meegedeeld aan de patiënt altijd naar de huisarts door het ziekenhuisWel direct zorg nodigNiet direct zorg nodigThuiszorg of verplaatste thuiszorgOpname in verpleeg/verzorginghuisNaar huisTransferverpleegkundigen zorgen voor overdracht naarthuiszorg + huisartsAIV verzoek door transferverpleegkundigen aangevenbij thuiszorgMaatschappelijk werk zorgt voor de organisatie.Medische overdracht komt vanafdelingsverpleegkundigen + zorgen voor kopieaan de huisartsOverdracht naar huisarts doorafdelings-verpleegkundigen +AIV verzoek naar de thuiszorgEvt opname inzorginstantieVerpleegkundigenv/d thuiszorgzorgen vooroverdracht +huisarts wordtgeinformeerdTijdelijk geen zorgVerpleegkun-digenv/d thuiszorg zorgenvoor bericht aanhuisarts – Huisartsheeft de regieOpname in anderezorginstantie of gaatnaar huis en krijgtthuiszorgVerpleegkundigen v/hverpleeg /verzorgingstehuiszorgen voor overdracht +huisarts wordt geinformeerd– evt. AIVNaar huisGeen zorgnodigOverdrachtnaar huisartsdoorverpleegkundigen verpleeg/verzorgingshuis – Huisartsheeft de regie –evt. AIVGeen zorgAIV doorthuiszorgVerpleegkundigen v/dthuiszorgzorgen voorAIV en gevenbericht aanhuisarts- Huisartsheeft deregieGeenzorgengeenAIVHuisarstheeft deregie enkijkt ofer evtzorgnoodzakelijk is.Toch zorg noodzakelijk?Thuiszorg en/of huisartsnemen (regelmatig)contact opPatiënt heeft toch(weer) thuiszorg nodigPatiënt gaat naarzorginstantieThuiszorg ofverplaatstethuiszorgBericht aan dehuisarts dat erweer thuiszorgplaats vindtOpname inzorginstantieOverdracht vanverpleegkundigenv/d thuiszorg +bericht aan dehuisartsOverlijden patiëntHuisarts dient altijd bericht te krijgen van instantie waar de patiënt overlijdt. Bij thuissituatie heeft de huisarts de regie.Nazorgfase door huisarts27


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaBudget:Dit budget is gebaseerd op geschatte kosten voor de periode april 2007 tot april 2008.Ontwikkelen overdrachtdossierOntwikkelen Leaflet: € 350,=Drukwerk 750 ex. € 300,=Mapjes ed. 750 ex.:€ 300,=Digitaliseren van formulieren: € 500,=Totaal = € 1.450,=Tijdsplanning:Communicatiemiddel Wat Hoe Wanneer WieAlgemene communicatie - Attitude van dezorgverlener- Goedcommuniceren- Beterecommunicatiemet huisarts- Verbeteren, meerinformatie overnoodzaak- Overdrachttoelichtentelefonisch, brief ofe-mail- Altijd bericht aanhuisarts overtoestand v/d patiëntPer directTijdens pilotoverdrachtmeer aandacht– april 2008daadwerkelijkverschil zijn- Werkgroepoverdracht +managers van dezorginstanties- Werkgroepoverdracht +verpleegkundigen vande zorginstanties- Werkgroepoverdracht +verpleegkundigen vande zorginstantiesOntwikkeling standaardoverdracht/transferformulier- Werkgroepsamenstellen- Werkgroep planvan aanpak- Opzettenstandaardformulier- Vanuitnetwerkcoördinatie- Inventariseren water is – hoe moet hetgaan- D.m.v. eenprojectdag- april 2007- april / mei /juni 2007- sept 2007- Netwerkcoördinatie- Werkgroepoverdracht- Werkgroepoverdracht28


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaPijler 4 – Communicatie binnen eigen netwerk en tussen subregionalenetwerkenActieplan:Naar aanleiding van het verzoek vanuit de netwerken is deze pijler –communicatie binnen het eigen netwerk en tussen de subregionalenetwerken – opgenomen in dit communicatietraject. Het is onmiskenbaarbelangrijk dat de instanties die vertegenwoordigd zijn in het netwerkgoed weten wat ze allemaal kunnen bieden aan de zorgvrager en hoeeventueel in bepaalde situaties samengewerkt kan gaan worden.Pijler 4Communicatiebinnen eigennetwerk en tussennetwerkenTo do’s – inzet communicatie:De nadruk bij deze pijler zal voornamelijk liggen op het goed communiceren van zaken die spelenbinnen het eigen netwerk en informatie-uitwisseling tussen de subregionale netwerken. Doorelkaar goed op de hoogte te houden van de zaken die er lopen binnen de netwerken kunnengoede samenwerkingsverbanden ontstaan en kan verder gewerkt worden aan het streven omgezamenlijk een zo goed mogelijk zorgproces aan te bieden aan de zorgvrager in de palliatievefase. Aan de hand van een aantal communicatiemiddelen kan de samenwerking en goedeinformatie-uitwisseling nog beter aangepakt worden.De aanpak van communicatie vanuit de netwerken en tussen de netwerken zal plaats vindendoor de voorzitters van de desbetreffende netwerken. De netwerkcoördinator zal hierbij decentrale schakel zijn, die eventueel ook bericht over bepaalde zaken die spelen in de netwerken.Het onderhoud van het extranet op de Anneville website zal verzorgd worden door door demedewerkers van de <strong>Annevillegroep</strong> en de voorzitters van de subregionale netwerken.De volgende middelen kunnen ingezet worden om een zo compleet mogelijkeinformatievoorziening te creëren voor de zorgaanbieders:Extranet op Anneville website (reeds in ontwikkeling)- Er dient een extranet ontwikkeld te worden op de Anneville website waar ruimte is omdigitaal informatie uit te wisselen over zaken die spelen binnen de netwerken. Ditgebeurt nu nog veelal via de e-mail. Het extranet zal het centrale punt worden, waar alleinformatie rondom het Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda te vinden is.- Het extranet wordt een afgesloten gedeelte waarop alleen leden van de netwerkentoegang hebben.- Op het extranet is voor ieder netwerk een subpagina aangemaakt waar berichtengepubliceerd worden die alleen voor de leden van dat netwerk van toepassing zijn. Hierstaan bijvoorbeeld de adresgegevens van de leden uit dat bepaalde netwerk, degeplande vergaderdata, de eventuele subwerkgroepen. Ook is ruimte voor notulen,aantekeningen en nieuwsberichten van het netwerk.- De nieuwsberichten worden ook centraal gebundeld onder een kopje nieuws datoverkoepelend is voor alle netwerken. Hierdoor blijven alle netwerken geïnformeerd overde nieuwsfeiten.- Op het extranet is ruimte voor de aankondigingen van casuïstiekbesprekingen. Ookinschrijving voor de casuïstiekbesprekingen wordt waarschijnlijk mogelijk gemaakt via hetextranet.- Daarnaast is hier ook ruimte om berichten te plaatsen van de netwerkcoördinator.- Er zal een actuele agenda bijgehouden worden over de netwerkactiviteiten.- Eventueel kan ruimte ontwikkeld worden voor een forum waar ook digitaal onderwerpenbesproken kunnen worden.29


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda- Op het extranet is ruimte om de casuïstiekbesprekingen aan te kondigen.- Belangrijk is dat na afloop van iedere casuïstiekbespreking een evaluatie plaats vindt.Eventueel kan direct na afloop een korte vragenlijst aan de deelnemers voorgelegdworden of later per e-mail aan hen gestuurd worden. Dit moet per netwerk zelf bepaaldworden. Dit is wel belangrijk om het niveau van de bespreking te meten.- De resultaten hiervan kunnen ook gepresenteerd worden op het extranet, samen meteen samenvatting van de bespreking.Zorgstages/ kennisuitwisselingprogramma- Om meer bekend te worden met wat andere instanties precies doen kan eenzorgstageproject opgezet worden, waarbij een aantal zorgverleners van verschillendeinstanties een aantal dagen meeloopt bij andere zorg- en ondersteuningsinstanties.Hierdoor worden ze meer bekend met wat de andere aanbieders allemaal te biedenhebben en kunnen de samenwerkingsverbanden ook aangehaald worden.- Vanuit de werkgroep Communicatie dient een aantal instanties geselecteerd te wordendie mee willen doen aan dit zorgstageproject. Zij voeren de pilot, waarbij de deelnemers“bij elkaar in de keuken gaan kijken” en na afloop van de stage een evaluatie invullen endaarbij aangeven of zij de stage zinvol hebben ervaren. Aan de hand van dezeervaringen kan bepaald worden of de zorgstages in alle netwerken doorgevoerd moetenworden. Dit kan dan over het gehele jaar plaats vinden of in specifieke periodes van hetjaar.- De evaluatie van het zorgstageproject kan getoond worden op het extranet.- Eventuele zorgstageverzoeken kunnen geplaatst worden op het extranet waarbijmedewerkers van bepaalde instanties een verzoek doen om ergens een zorgstage tevolgen.- Dit zorgstageproject dient goed uitgewerkt te worden en hierover dient ook goedgecommuniceerd te worden aan de netwerkleden.Netwerken in het algemeen- Vooral voor de managers van de verschillende instanties is het zinvol om goed te wetenwaarom het zo belangrijk is om te netwerken.- De term netwerken is nog te onbekend binnen de zorg en zal dan ook meer bekendmoeten worden.- Eventueel kan er vanuit het netwerk een workshop netwerken verzorgd worden, waarbijhet onderwerp “waarom netwerken zo belangrijk is” centraal staat.- Dit is eventueel iets wat in de stuurgroep besproken kan worden en als klein projectopgepakt kan worden.31


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaBudget:Dit budget is gebaseerd op geschatte kosten voor de periode april 2007 tot april 2008.- ExtranetBouwkosten: € 750,=Opzet en ontwikkeling: € 1.750,=Totaal = € 2.500,=- CasuïstiekbesprekingenPer netwerk € 700,=Totaal - 5 x € 700,= € 3.500,=- Pilot kennisuitwisselingsprogramma/zorgstagesOpzet/ontwikkeling/uitvoering: € 750,=Studiedag: € 2.250,=Totaal = € 3.000,=- Workshop netwerkenPer netwerk: € 250,=Totaal = 5 x € 250 = € 1.250,=Tijdsplanning:Communicatiemiddel Wat Hoe Wanneer WieExtranet- Digitaaluitwisselen vaninformatie- Toegankelijkheid van hetextranet – up to datehouden- Gehele jaar door – startapril 2007 – minimaal 1xper 2 wkn controleren- Netwerkcoördinatie+voorzitters netwerkenNetwerkbijeenkomsten- Thema’sbespreken- Meer netwerkenWat doetiedereen?- Thema’s vastleggen waarover gesproken kanworden- Ruimte geven om tevertellen over deinstellingen. Wat doen ze?- 4 tot 6x per jaar(netwerkafhankelijk)- Tijdens denetwerkbijeenkomstenAlle netwerkenCasuïstiekbesprekingen- Casusbespreking- Thema’s + richtlijnen diezijn vastgesteld- 4x per jaar Alle netwerkenZorgstages- Uitwisseling vanpersoneel om bijanderezorginstellingente kijken- D.m.v. eenuitwisselingsprogramma- sept / okt 2007 - WerkgroepCommunicatie +netwerkcoördinatie +stuurgroepNetwerken in hetalgemeen- -Meernetwerken, hoekunnen weintensieversamen werken- Workshop netwerken - periode april 2007 –april 2008- Netwerkcoördinatie32


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaPijler 5 – Communicatie over netwerk / informatievoorziening vanuithet netwerk / PRActieplan:De laatste pijler is de communicatie over het Netwerk Palliatieve ZorgStadsgewest Breda en de algemene informatievoorziening vanuitde coördinatie van het netwerk. Daarnaast gaat het om de PR vanhet netwerk. Het is tenslotte van belang dat het netwerk een positiefimago heeft bij de doelgroepen en externe partijen die eventueel inde toekomst ook van belang kunnen zijn. Hierbij kan bijvoorbeeldgedacht worden aan subsidieverstrekkers, gemeenten of zorgverzekeraars.Pijler 5Communicatieover netwerk /informatievoorziening vanuit hetnetwerk / PRTo do’s – inzet middelen:Een groot deel van de informatie voor de netwerkleden en externe partijen dient verzorgd teworden door de coördinatie van het project. De stuurgroep kan hierin een ondersteunde rol zijnen ook helpen met het opzetten van een aantal overige activiteiten die netwerkoverkoepelendzijn. Belangrijk is, dat breed kenbaar gemaakt wordt aan verschillende disciplines in de zorg datactief gewerkt wordt aan een goed samenwerkingsverband van instanties die zorg- enondersteuning verlenen in de palliatieve fase. Dit is de algemene PR die naast de leden uit denetwerken ook aan de externe partijen gecommuniceerd dient te worden. Door middel van deinzet van een aantal communicatiemiddelen kan dit gerealiseerd worden en wordt het NetwerkPalliatieve Zorg Stadsgewest Breda op breed vlak bekend, zodat ze zich kan profileren tot eenbelangrijke speler in de zorgmarkt van de regio Stadsgewest Breda. Hieruit kunnen in detoekomst eventuele nieuwe samenwerkingen, projecten of andere activiteiten worden ontwikkelddie van invloed zijn op een nog betere organisatie van het zorgproces voor de zorgvrager.De werkzaamheden die onder deze pijler vallen, dienen uitgevoerd te worden door de stuurgroepvan het netwerk en de netwerkcoördinator. De invulling van het extranet op de Anneville websiteen nieuwsbrief zullen verzorgd worden door medewerkers van de <strong>Annevillegroep</strong> en devoorzitters van het netwerk.De volgende middelen kunnen ingezet worden om een zo compleet mogelijkeinformatievoorziening te creëren voor de zorgaanbieders en eventuele andere externe partijen:Extranet- Op het extranet is ruimte beschikbaar om algemene informatie te geven over zaken dievan belang zijn voor het netwerk. Hierbij kan gedacht worden aan wisselingen in destuurgroep. Toevoeging van een nieuw netwerk (dat eventueel in de verwachting ligt)etc.- De netwerkcoördinator zal, eventueel in overleg met de stuurgroep, de algemeneinformatievoorziening vanuit het overkoepelende netwerk verzorgen.- De sociale kaart wordt up to date gehouden door de medewerkers van de<strong>Annevillegroep</strong>.33


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaNieuwsbrief- De netwerkcoördinator zal, eventueel in overleg met de stuurgroep, 4x per jaar eennieuwsbrief uitbrengen, waarbij over algemene zaken geïnformeerd zal worden.- Deze nieuwsbrief is bestemd voor alle netwerkleden en externe partijen, die eventueelbelangrijk kunnen zijn voor het netwerk.- Er zal een lijst ontwikkeld moeten worden met alle externe partijen. Het is van belang,dat zij ook de nieuwsbrief ontvangen.- Via de website van de <strong>Annevillegroep</strong> is het ook mogelijk om je aan te melden voor denieuwsbrief.- De netwerkcoördinator verzorgt, eventueel in samenspraak met de medewerkers van de<strong>Annevillegroep</strong>, het mailinglistbeheer voor het versturen van de nieuwsbrief. Demailinglist kan in de toekomst eventueel ook voor andere doeleinden gebruikt worden.- De template voor de nieuwsbrief is in de stijl van alle communicatiemiddelen die ingezetgaan worden binnen dit communicatietraject. De template is in het beheer van denetwerkcoördinator.- De inhoud van de nieuwsbrief wordt verzorgd door de netwerkcoördinator enmedewerkers van de <strong>Annevillegroep</strong>.Overige activiteiten- Vanuit het netwerk kan een algemene informatiebijeenkomst gehouden worden, waarbijalle mensen die werkzaam zijn in de zorg welkom zijn die meer willen weten overpalliatieve zorg. Dit is anders dan de casuïstiekbespreking, waarbij de mensen die alwerkzaam zijn in de palliatieve fase, de doelgroep is. De informatiebijeenkomst wordtnetwerkoverkoepelend georganiseerd en iedereen is welkom. Hierbij kan bijvoorbeeldgedacht worden aan beginnende verpleegkundigen, huisartsassistenten etc. Dit is eenidee voor een algemene informatiebijeenkomst, waarbij de inhoud van wat palliatievezorg precies inhoudt centraal staat. Hierbij kan ook verteld worden wat het netwerkallemaal doet om de palliatieve zorg te verbeteren. Hiervoor kan bijvoorbeeld demailinglist gebruikt worden om mensen kenbaar te maken dat er een algemeneinformatiebijeenkomst wordt gehouden.- Deze informatiebijeenkomst dient anders van opzet te zijn dan die voor de zorgvrager,zoals in pijler 1 besproken, omdat de inhoud ook gericht dient te zijn op dezorgaanbieder.- Belangrijk is dat het netwerk zichzelf weet te profileren en eventueel aandacht krijgt viade media. Hierbij kan gedacht worden aan een algemeen verhaal over palliatieve zorgdat zowel voor de zorgvrager als zorgaanbieder interessant kan zijn. Denk hierbijbijvoorbeeld aan de AmphiaKrant die uitgebracht wordt door het Amphia Ziekenhuis ofeen item bij TV & Co op de regionale tv-zender. Dit is publiciteit voor alle instanties diemaar iets met palliatieve zorg te maken hebben en daarnaast realiseert het een positiefimago over het netwerk.- Door de netwerkcoördinator en stuurgroep kan er een verzoek gedaan worden aan alleinstanties om mee te werken aan de Dag van de Palliatieve Zorg. In 2007 vindt de dagplaats op 6 oktober. Tenslotte kunnen we met z’n allen hier nog extra aandacht aangeven en zodoende de mensen meer bekend te laten worden met wat palliatieve zorgprecies is en wat de mogelijkheden zijn.- Naast de stimulering voor de Dag van de Palliatieve Zorg is het ook goed als denetwerkcoördinator en stuurgroep regelmatig aankaarten bij de netwerkleden dat deinstanties zelf ook moeten werken aan een goede communicatie. Juist als de instantieszelf ook inzien dat het belangrijk is goed te kijken naar de communicatie zal dit ook vanpositieve invloed zijn op het netwerk.34


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaAlgemene PR- Het is belangrijk dat het netwerk op een zo breed mogelijk vlak bekend gemaakt wordt.Dit kan aan de hand van de bovenstaande activiteiten, maar ook door de persoonlijkecontacten van het Dagelijkse Bestuur, netwerkleden en netwerkcoördinator die hierbij hetnetwerk profileren en zorgen voor een positief imago bij de doelgroepen.- Het streven is een zo goed mogelijke samenwerking en hierbij dient het zorgproces vande patiënt/zorgvrager als centraal thema goed overgebracht te worden.- De <strong>Annevillegroep</strong> dient zich sterk te profileren als centraal punt voor desamenwerkingsverbanden die er zijn op het gebied van zorg in de regio Breda.- Door middel van de eigen website presenteert de <strong>Annevillegroep</strong> zich. Belangrijk is datbij alle projecten die er uitgevoerd worden, de <strong>Annevillegroep</strong> zich als afzender encoördinator van het netwerk presenteert.- Eventueel kan een presentatiewand ontwikkeld worden, waarbij de werkzaamheden vanhet netwerk gepresenteerd worden.Budget:Dit budget is gebaseerd op geschatte kosten voor de periode april 2007 tot april 2008.- PresentatiewandVormgeving/ontwikkeling: € 750,=Productie: € 750,=Totaal = € 1.500,=Tijdsplanning:Communicatiemiddel Wat Hoe Wanneer WieExtranet- Digitaal informerenover lopende zakenvan het netwerk- Toegankelijkheid vanhet extranet – up todate houden- gehele jaar door– start april 2007– minimaal 1x per2 wkncontroleren- Netwerkcoördinatie+ ledenstuurgroepNieuwsbriefOverige activiteitenAlgemene PR- Input voor denieuwsbriefverzamelen- Mailinglistopstellen- Berichten mediabv. Amphiakrant- Dag van dePalliatieve Zorg- Breed kenbaarmaken- presentatiewandontwikkelen- Via leden uit netwerk+ eigen informatie- Vaststellen wie denieuwsbrief dient teontvangen- Algemenebijeenkomstorganiseren- Nieuws bepalen- Stimuleren ominstanties aan mee telaten doen- Netwerken +profileren- 4x per jaar- per uitgavemailinglistchecken + evt.aanvullen- 1x per jaar- min. 2x per jaar- 6 okt 2007- Gehele jaardoorNetwerkcoördinatie+medewerkers<strong>Annevillegroep</strong>- InformatiebijeenkomstNetwerkcoördinatie+ ledenstuurgroep +medewerkers<strong>Annevillegroep</strong>- Zorginstanties zelf+ werkgroepCommunicatieNetwerkcoördinatie+medewerkers<strong>Annevillegroep</strong>35


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaLaatste notitie - algemeen:Alle communicatiemiddelen die ingezet gaan worden binnen dit communicatietraject en dieworden gevisualiseerd aan de hand van posters, aankondigen etc. dienen in de stijl van de folder,website en dergelijke gepresenteerd te worden. Dit om de eenheid van de middelen consistent tehouden.36


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaEvaluatieDe laatste fase van het communicatietraject is de effectmeting en de bijsturing. Ik adviseer julliena een jaar te bekijken of de doelstellingen behaald zijn en of de verschillende pijlers metcommunicatiemiddelen op de goede wijze uitgevoerd zijn, zoals vooraf bedoeld was.Zorg ervoor dat ook tussentijdse metingen worden verricht en de lopende zaken besprokenworden. Bij het gesprek in april 2008 wordt het gehele communicatietraject geëvalueerd enbekeken wat nog aangepast of aangevuld dient te worden. Aan de hand hiervan kan bepaaldworden of de werkgroepen AIV en overdracht nog blijven bestaan. De werkgroep Communicatieadviseer ik de komende jaren zeker actief te houden en regelmatig van deelnemers te latenwisselen om steeds weer tot nieuwe ideeën te komen. Goede communicatie blijft altijd belangrijk!Het evalueren van de communicatiestromingen én inzet van middelen is enorm belangrijk om inde toekomst de zaken nog beter op te pakken en succesvoller te laten verlopen. Daarnaastkunnen jullie met de evaluatie ook verantwoording afleggen aan de stuurgroep, Dagelijks Bestuurvan de <strong>Annevillegroep</strong> en overige eventuele belangrijke groepen die eventueel in de toekomstzeker een rol kunnen spelen voor het Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda.Daarnaast is het heel belangrijk dat door dit traject alle zorg- en ondersteuningsinstanties zichrealiseren dat communicatie zowel extern als intern enorm belangrijk is in een goed zorgproces.Belangrijk is dat iedereen het hoofddoel bij de ontwikkeling van zorg altijd in gedachten houdt.Het traject zorgprogrammering, dat is opgesteld door het IKC, speelt hier zeker goed op in.37


Communicatieplan 2007Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest BredaSlotwoordDit <strong>communicatieplan</strong> is ontwikkeld in opdracht van de <strong>Annevillegroep</strong> ten behoeve van hetcommunicatietraject van het Netwerk Palliatieve Zorg Stadsgewest Breda.Naar aanleiding van de gesprekken en vele bijeenkomsten met de netwerkleden is dit<strong>communicatieplan</strong> opgesteld. Hierbij wil ik alle mensen die mij van informatie hebben voorzienbedanken voor hun medewerking.Het opstellen van dit <strong>communicatieplan</strong> en mede-ontwikkelen van de website en folder zijn voormij uitdagende projecten geweest waar ik ook zelf weer enorm veel van heb geleerd.Hierbij wil ik graag nog Kitty van de Ven van de <strong>Annevillegroep</strong> bedanken voor de prettigesamenwerking.Ik wens jullie veel succes met de uitvoering van dit <strong>communicatieplan</strong>. Het is erg ambitieus, maarzeker door middel van de verschillende werkgroepen mogelijk om uit te voeren. En vergeet nietom altijd de centrale vraag in gedachten te houden, dan kan het niet mis gaan.Rosalie de Paepe- Communicatie -Wat willen we tegen wie vertellen en hoe gaan we dat doen?38

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!