10.07.2015 Views

Handboek Docentenprofessionalisering

Handboek Docentenprofessionalisering

Handboek Docentenprofessionalisering

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Handboek</strong> OnderwijskwaliteitHoofdstuk Professionalisering van Docenten1 Relatie met het NVAO-kaderDe kwaliteit van onderwijs wordt in hoge mate bepaald door degenen die dat onderwijs verzorgen: dedocenten. Het is daarom noodzakelijk dat alle docenten aan de VU voldoende wetenschappelijke enonderwijskundige kwaliteiten bezitten om een bepaald basisniveau te kunnen garanderen. Daarnaast ishet belangrijk dat ook gekwalificeerde docenten zich blijven ontwikkelen (professionaliseren), zowel ophun eigen vakgebied als op het gebied van didactiek. In de accreditatiekaders van de NVAO worden deeisen aan de professionalisering van docenten besproken onder onderwerp 3, Inzet van personeel. Dithoofdstuk geeft nadere invulling aan dat onderwerp, in het bijzonder aan facet 14, kwaliteit personeel. Devisiterende en beoordelende instantie QANU vraagt opleidingen dan ook in hun zelfevaluatierapport aante tonen dat de docenten over de noodzakelijk inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorischekwaliteiten beschikken en dat het beleid ter zake zo is ingericht dat de opleiding kan garanderen dat dithet geval blijft 1 .2 Stand van zaken2.1 Professionaliseringsbeleid beginnende docentenDe VU hanteert de landelijke Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). Deze kwalificatie kan worden gezien alseen vorm van lesbevoegdheid voor universitaire docenten. Alle beginnende docenten moeten debasiskwalificatie halen, bij voorkeur door het volgen van de Basisopleiding Universitair Docent (BUD) bijhet Onderwijscentrum VU. In deze basisopleiding (die voorheen bekend stond als hetprofessionaliseringstraject) wordt gewerkt aan de verschillende rollen van de docent: ontwerper,uitvoerder, beoordelaar, en medewerker in de onderwijsorganisatie. Voor elke rol zijnbekwaamheidsaspecten geformuleerd, die aansluiten bij het landelijk basiskwalificatieprofiel voordocenten in het wetenschappelijk onderwijs. Het traject neemt 200 uur in beslag (verdeeld over negenmaanden tot een jaar) en bestaat uit drie delen: een cursorisch deel, een ontwikkelingsplan en eenpraktijkdeel waarvan de resultaten worden vastgelegd in een portfolio.Voor alle medewerkers met een onderwijstaak geldt vanaf 2010 de basiskwalificatie als voorwaarde voorhet verkrijgen van een vaste aanstelling. Alleen in die gevallen waarin evident is dat het volgen van deBasisopleiding Universitair Docent niet zinvol is, bijvoorbeeld omdat men slechts eenmalig of zeerkortdurend aan de VU doceert, kan hiervan worden afgeweken. In de paragraaf ‘eisen’ van dit hoofdstukwordt deze regeling uitgewerkt voor verschillende categorieën medewerkers.Het volgen van de Basisopleiding is voor docenten en faculteiten gratis. Faculteiten zijn welverantwoordelijk voor eventuele vervangingskosten van de deelnemers.Naast de basisopleiding bestaan er initiatieven op facultair niveau om beginnende docenten teondersteunen, zoals systematische koppeling van juniordocenten aan een seniordocent die eencoachende rol vervult en experimenten met collegiale intervisie. Verder organiseren veel faculteiten een oftwee keer per jaar een onderwijsbijeenkomst, waar docenten discussiëren over de inhoud van het1 Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleidingin het wetenschappelijk onderwijs. Versie 0.9, november 2008, QANU.Versie 2009 2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!