12.07.2015 Views

t^^s^St

t^^s^St

t^^s^St

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3 D EN A T U U R L Y K E H I S T O R I Evoorzien zvn; zy fluit alle de zulken uit, die gekromde, haakige of puntigenaeels hebben; gelyk alle die, welke liever op vier dan op tweevoetennonen Laat ons nu naar dit vaft en bepaald denkbeeld onderzoeken, hoeveele foorten van dieren 'er beftaan, aan welken men den naam van aaprnnet «eeven. De ouden kenden ilegts een foort; de pithekos der Grieken,de Cimia der Latynen, is een aap, een waare aap; het is die, waaropARISTOTELES, PLINIUS, en GALENUS alle de natuurkundige vergelykingengemaakt, en alle de betrekkingen van den aap tot den menfch gegrond hebben• maar de pithecus, die aap der ouden, naar den menfch zo gelykende,in het uitwendige maakzel, en denzelven nog nader komende inde inwendigegeleeding, verfchilt daar egter van in eene eigenfchap,. die , fchooninfigzelve enkel betreklyk, hier egter niet minder wezendlyk is, te weetende grootte De geftalte van den menfch is in 't algemeen boven de vyfvoeten die van den pithecus kan flegts het vierde gedeelte van deze hoogtehaaien.' Dus zouden de ouden, al waare deze aap nog meer gelyk geweeftaan den menfch, regt gehad hebben, om hem niet te befchouwen danals een menfchje in 't klein, een onvolkomen dwerg, op zyn beft m ftaatom met de kraanvogels te ftryden, terwyl de menfch den olyfant weet tetemmen, en den leeuw overwint. . ' . _Maar na den tyd der ouden, en na de ontdekking der zuidelyke deelenvan Afrika en de Indien, heeft men een anderen aap gevonden die degemelde eigenfchap van de noodige grootte heeft; een aap (PI. 1.) zohoog, zo fterk, als de menfch; zo driftig naar de vrouwen als naar de wyfiesvan zyn eigen foort; een aap die wapenen kan voeren, die gebruiknaakt van fteenen om aan te vallen, en van ftokken om zig te verweeren,Si die voor het overige ook nog meer naar den menfch gelykt dan de pithecSs;wlm behalven dat hy geen ftaart heeft; dat zyn wezen plat is datzyne armen, zyne handen, zyne vingers, zyne nagels gelyk zyn aan deonze, eTda hy altyd regróp gaat, zo heeft hy ook nog eene foort vanaangèzigt, heeft hy wezenstrekken, welke naar die van den menfchgelyken,oortn van hetzelve maakzel, hair op het hoofd, baard aan de kin, enverder hair net op dezelfde wyze als de menfch dat heeft, m.den ftaat dernamur Ook hebben de bewooners van zyn land, de befchaafde Indiaanen,niet eetwyflfeld om hem tot de menfchlyke foort te brengen, en den naamvlorang-outang, of wild - menfch te geeven; terwyl de Negers, die bynazo wild en zo lelyk zyn als deze aapen, en die niet in t hoofd krygen datrnen door meer of minder befchaafd te zyn, meer of minder menfch is,hem een eigen naam pongo gegeeven hebben, een naam van een dier enniet van een menfch; en deze orang-outang of deze pongo , is inderdaadn et dan een dier, maar een zeer zonderling dier, het welk de menfch nietkan zien zonder in zig zeiven te treeden, zonder zig te herkennen, zonderzig te overtuigen, dat het lighaam niet het wezendlykfte gedeelte van zyne"^Zie daar dan twee dieren , den pithecus en den orang-outang, waaropmm den naam van aap moet toepaffen, en daar is een derde, waaraan men

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!