ook beschikbaar als pdf-bestand (612k) - Kerk en Israël
ook beschikbaar als pdf-bestand (612k) - Kerk en Israël
ook beschikbaar als pdf-bestand (612k) - Kerk en Israël
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘De volk<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> saam’Het z<strong>en</strong>dingsbevel de volk<strong>en</strong> te verzamel<strong>en</strong>Het Pinksterfeest komt naderbij. Daarinviert de kerk dat de Heilige Geest dewereldwijde verspreiding van het evangelieter hand heeft g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Uitgaande van Jeruzalem zal het evangelievan het Koninkrijk Gods in de gehelewereld gepredikt word<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>isvoor alle volk<strong>en</strong>. En <strong>als</strong> die z<strong>en</strong>dingis vervuld, dan zal de Zoon des M<strong>en</strong>s<strong>en</strong>verschijn<strong>en</strong> op de wolk<strong>en</strong> van de hemel <strong>en</strong>zal Gods heerschappij zich overwinn<strong>en</strong>ddoorzett<strong>en</strong>. (Mat.24.14)Over die z<strong>en</strong>ding onder de volk<strong>en</strong> schreefde Duitse theoloog Peter Stuhlmacher e<strong>en</strong>boei<strong>en</strong>d artikel, n.a.v. van het z<strong>en</strong>dingsbevelvan Jezus in Mat. 28:16-20.De auteur maakt in dat artikel duidelijkhoe de opgestane Jezus zijn leerling<strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dtin de wereld om daarin zijn bedoel<strong>en</strong>uit te voer<strong>en</strong>: de gelovig<strong>en</strong> uit alle volk<strong>en</strong>– Jod<strong>en</strong> <strong>en</strong> heid<strong>en</strong><strong>en</strong> – te verzamel<strong>en</strong>onder zijn koninklijke heerschappij.De schrijver laat zi<strong>en</strong> hoe in die bek<strong>en</strong>definale van het evangelie van Mattheüsallerlei oudtestam<strong>en</strong>tische gegev<strong>en</strong>s meesprek<strong>en</strong>.Allereerst is dat het geval in het inleid<strong>en</strong>devers 16, waar gesprok<strong>en</strong> wordt over Galilea,waarhe<strong>en</strong> Jezus zijn leerling<strong>en</strong> bij zijnopstanding beveelt. De woord<strong>en</strong> van de<strong>en</strong>gel bij het graf over het vooraangaanvan de Opgestane naar Galilea (28:7.10),zijn e<strong>en</strong> duidelijke herinnering aan dewoord<strong>en</strong> van Jezus in zijn laatste nacht,tijd<strong>en</strong>s de tocht van de bov<strong>en</strong>zaal naar deOlijfberg. Daarbij spreekt Hij over hetverstrooid word<strong>en</strong> van de schap<strong>en</strong> van dekudde. Maar, zegt Jezus: “<strong>als</strong> Ik zal zijnopgewekt, zal Ik u voorgaan naar Galilea.”(26:31.32)Deze woord<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> duidelijke herinneringaan Zach.13:7-9, waar ons het beeldvan de door God aangestelde MessiaanseHerder over Israël wordt getoond. Dezezal, zegt de profeet, <strong>als</strong> de Herder Gods hetoverblijfsel van Israël verzamel<strong>en</strong> tot Godsvolk, onder zijn koninklijke heerschappij.Zo gaat Jezus in zijn opstanding zijnleerling<strong>en</strong> vooraan <strong>als</strong> het overblijfsel vanIsraël <strong>en</strong> verzamelt Hij ze <strong>als</strong> zijn kudde.(Joh.10:3.4)Hierin zijn tev<strong>en</strong>s herinnering<strong>en</strong> aanPsalm 80 opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In deze Psalm wordtgesmeekt om Israëls herstel, door hetgericht van de HERE over zijn volk he<strong>en</strong>.Ook wordt in dit lied het verlang<strong>en</strong> bezong<strong>en</strong>dat de in het Noord<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong> geganegebied<strong>en</strong> van Efraïm <strong>en</strong> Manasse (Jes. 8:23vv) weer aan Israël zull<strong>en</strong> terugvall<strong>en</strong> <strong>en</strong>zo het grote rijk van David <strong>en</strong> Salomo zalword<strong>en</strong> hersteld. Dat deze verwachtingvan het herstel van Groot-Israël nadrukkelijkonder het Israël in de dag<strong>en</strong> van Jezusheeft geleefd, wordt duidelijk aan de vraagvan de leerling<strong>en</strong> bij de hemelvaart: “Here,herstelt u in deze tijd het koningschapvoor Israël?” (Hand. 1:6). Dit is waarachtigge<strong>en</strong> onzinnige vraag.Zo roept – aldus de auteur – Jezus nietzonder bedoeling zijn volgeling<strong>en</strong> naarGalilea.Daarbij is dan niet sprake van Galilea <strong>als</strong>het gebied van waaruit Jezus zijn optred<strong>en</strong>onder Israël is begonn<strong>en</strong>. Door naar Galileate gaan, geeft Jezus aan dat Hij zichzelfnadrukkelijk ziet <strong>als</strong> de door God aangewez<strong>en</strong>Messiaanse Herder die zijn kuddeverzamelt <strong>en</strong> daarin dus bezig is met hetherstel van Gods koninklijke heerschappij.Die heerschappij moet zich in de gang van14