12.07.2015 Views

layout magma 4 2001 def - Genootschap van Maag-Darm-Leverartsen

layout magma 4 2001 def - Genootschap van Maag-Darm-Leverartsen

layout magma 4 2001 def - Genootschap van Maag-Darm-Leverartsen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

gemodificeerde bacteriën. Doel is slimme organismen te ontwikkelenen deze in te zetten om gastro-intestinale processen tebeïnvloeden. Nadeel bij dit onderzoek is dat genetisch gemodificeerdeorganismen veel emoties oproepen en wereldwijd eenslechte reputatie genieten, niet zelden door het economischmisbruik dat er<strong>van</strong> wordt gemaakt.Het sterk fundamenteel gerichte onderzoek houdt zichonder meer bezig met vragen als: waarom zijn bepaalde delen<strong>van</strong> de darm ontstoken en andere niet? Wat is daar<strong>van</strong> de moleculairebasis? Komt dat bijvoorbeeld doordat op bepaalde plaatsende lokale bacteriële darmflora anders zijn? Of het immuunsysteem?Of beide? Wellicht dat de darm op een geheel anderemanier is georganiseerd dan in het algemeen wordt aangenomen.Het onderzoek op dit gebied vraagt veel tijd, energie engeld.DIKKEDARMKANKEROnderzoek naar dikkedarmkanker richt zich onder meer opchemopreventie <strong>van</strong> coloncarcinoom. NSAID is het bekendstbinnen chemopreventie. Ook met aspirine neemt de kans opdikkedarmkanker af. Toch is aspirine door de bijverschijnselen(zoals hersen-, maag- en darmbloedingen) niet geschikt. Metbehulp <strong>van</strong> moderne technieken, zoals de PEP-chip, die de biochemie<strong>van</strong> een cel in één keer in kaart brengt, wordt onderzoekgedaan naar de werking <strong>van</strong> stoffen om zo tot een beteremanier <strong>van</strong> chemopreventie voor dikkedarmkanker te komen.Daarbij wordt ook naar de patiënt zelf gekeken. Bij bepaaldetypen genetische afwijkingen heeft chemotherapie geen zin.Van belang bij de behandeling <strong>van</strong> dikkedarmkanker is ookhet onderzoek naar groei en differentiatie <strong>van</strong> de dikke darm.Hoe vernieuwt de dikke darm zich en waar gaat het genetischmis, zodat een kwaadaardige tumor ontstaat?UtrechtHet Universitair Medisch Centrum Utrecht richt zijnonderzoek onder leiding <strong>van</strong> prof. dr. Cisca Wijmenga, hoofdHumane Genetica, hoofdzakelijk op coeliakie-onderzoek. Dealgemene doelstelling is te achterhalen wat er <strong>van</strong>uit genetischoogpunt mis is met coeliakiepatiënten. Twee lijnen wordendaarbij aangehouden: onderzoek waarbij vooral gekeken wordtnaar de genetische achtergrond <strong>van</strong> de patiënt en onderzoekwaarbij dunnedarmbiopten <strong>van</strong> coeliakiepatiënten en gezondemensen worden vergeleken.Mensen hebben zo’n 25.000 genen, waar<strong>van</strong> een deelbetrokken is bij coeliakie. Bekend is dat het HLA-gen bij coeliakie<strong>van</strong> belang is. Maar met het HLA-gen kan niet alles wordenverklaard. Circa zestig procent <strong>van</strong> coeliakie is nog onontgonnenterrein. Een eerste succes op dat terrein is inmiddelsgeboekt door de ontdekking <strong>van</strong> myosine IXB, dat naar allewaarschijnlijkheid een rol speelt bij de doorlaatbaarheid <strong>van</strong> dedunne darm, waardoor gluten eerder in het menselijke lichaamkunnen lekken. HLA en myosine IXB lijken in Nederland dehoofddaders te zijn <strong>van</strong> coeliakie. Met HLA én myosine IXBkan circa zestig procent <strong>van</strong> coeliakie worden verklaard. Datreduceert het onontgonnen gebied tot veertig procent.Myosine IXB is wellicht ook betrokken bij ontstekingsziektenin het algemeen, omdat het bij IBD een rol lijkt te spelen.Inmiddels wordt myosine IXB en z’n invloed op de autoimmuunsystemenbij reuma, diabetes en astma onderzocht.Blijkt de doorlaatbaarheid <strong>van</strong> de dunne darm ook hierbij eenbelangrijke factor, dan is het mogelijk met behulp <strong>van</strong> die kenniseen goede therapie te ontwikkelen.Met behulp <strong>van</strong> een nieuwe techniek (cDNA microarray)wordt onderzocht welke genen een rol spelen in de dunne darmdie beschadigd raakt door gluten. Dat wordt gedaan door deboodschapper <strong>van</strong> het RNA te isoleren uit dunnedarmbiopten,die zijn afgenomen bij een eerder klinisch onderzoek. Daarnaastis er ook RNA afkomstig uit een gezonde dunne darm. Doordeze genen te onderzoeken, is het mogelijk te achterhalen welkegenen in dunnedarmbiopten <strong>van</strong> coeliakiepatiënten onderinvloed <strong>van</strong> gluten juist actief zijn geworden of welke genenuitgeschakeld zijn geraakt.De gegevens zijn pas betrouwbaar als <strong>van</strong> een groot aantalpatiënten de resultaten worden vergeleken. Uiteindelijk zal dezeinformatie een goed beeld geven over wat nu precies gebeurt inde darm die blootgesteld wordt aan gluten. Er wordt niet alleenonderzocht wat het verschil is vóór en ná een glutenvrij dieet,maar naar verwachting wordt ook een beter inzicht gekregenwaarom er zoveel verschillen zijn tussen coeliakiepatiënten.Deze informatie zal er op lange termijn toe kunnen leiden, datbeter wordt begrepen wat misgaat. Die kennis is cruciaal omnieuwe therapieën of andere behandelmethoden voor coeliakiete ontwikkelen.MaastrichtDoor de wisselingen op de MDL-afdeling <strong>van</strong> het AcademischZiekenhuis Maastricht is momenteel nog geen compleetoverzicht <strong>van</strong> het onderzoek op MDL-gebied te geven. Datoverzicht wordt in de volgende MAGMA bekendgemaakt.MAGMA 75

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!