12.07.2015 Views

Installatie calorMATIC VRC 470.pdf (1.52 MB) - Vaillant

Installatie calorMATIC VRC 470.pdf (1.52 MB) - Vaillant

Installatie calorMATIC VRC 470.pdf (1.52 MB) - Vaillant

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Installatie</strong>handleidingVoor de installateur<strong>Installatie</strong>handleiding<strong>calorMATIC</strong><strong>VRC</strong> 470BENL, NL


InhoudsopgaveInhoudsopgave1 Aanwijzingen bij de installatiehandleiding .......41.1 Aanvullend geldende documenten inacht nemen ..................................................................41.2 Documenten bewaren ................................................41.3 Gebruikte symbolen ...................................................41.4 Geldigheid van de handleiding ................................41.5 Vakwoordenlijst ...........................................................42 Veiligheid ......................................................................52.1 Veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen .......52.1.1 Classificatie van dewaarschuwingsaanwijzingen ....................................52.1.2 Opbouw van waarschuwingsaanwijzingen............52.2 Gebruik volgens de voorschriften ..........................52.3 Fundamentele veiligheidsinstructies......................52.4 Vereisten aan leidingen .............................................62.5 Richtlijnen, voorschriften en normen ....................63 Systeembeschrijving ................................................ 73.1 Systeemontwerp ......................................................... 73.2 Werkwijze ...................................................................... 73.3 Toestelopbouw .............................................................83.4 Typeplaatje ...................................................................83.5 Toebehoren ..................................................................84 Montage ........................................................................94.1 Leveringsomvang controleren .................................94.2 Eisen aan de plaats van montage ...........................94.2.1 Thermostaat .................................................................94.2.2 Buitenvoeler .................................................................94.3 Thermostaat in de CV-ketel inbouwen ..................94.4 Thermostaat in de woonruimte monteren ......... 104.4.1 Thermostaat van de wandsokkel nemen ............ 104.4.2 Wandsokkel aan de wand bevestigen .................. 104.5 Buitenvoeler monteren ..............................................115 Elektrische installatie ............................................135.1 Buitenvoeler <strong>VRC</strong> 693 aansluiten ..........................135.2 Buitenvoeler <strong>VRC</strong> 9535 aansluiten .......................135.3 In de woonruimte gemonteerde thermostaataansluiten ....................................................................146 Ingebruikneming .......................................................156.1 Overzicht instellingsmogelijkhedeninstallatieassistent .....................................................156.2 Instellingen voor de gebruiker uitvoeren ............166.3 Andere parameters van de CV-installatieinstellen ........................................................................167 Bediening ....................................................................177.1 Overzicht menustructuur ........................................187.2 Overzicht installateurniveau ................................. 208 Functiebeschrijving ................................................278.1 Service Informatie ....................................................278.1.1 Contactgegevens invullen .......................................278.1.2 Onderhoudsdatum invoeren ..................................278.2 Systeemconfiguratie: Systeem ..............................278.2.1 Systeemstatus aflezen .............................................278.2.2 Waterdruk van de CV-installatie aflezen .............278.2.3 Status van de warmwaterbereiding aflezen .......278.2.4 Collectortemperatuur aflezen ...............................278.2.5 Vorstbescherming instellen ....................................288.2.6 Pompwachttijd instellen .........................................288.2.7 Maximale voorverwarmingstijd instellen ............288.2.8 Maximale vooruitschakeltijd instellen .................288.2.9 Temperatuurgrens voor continu verwarmeninstellen .......................................................................288.2.10 Temperatuurverhoging instellen ...........................298.2.11 Softwareversie aflezen ............................................298.2.12 Bedrijfstand instellen ...............................................298.3 Systeemconfiguratie: warmteopwekker ..............298.3.1 Status van de warmteopwekker aflezen .............298.3.2 Waarde van de temperatuurvoeler VF1aflezen .........................................................................298.3.3 Open verdeler activeren .........................................298.4 Systeemconfiguratie: CV 1 en evt. CV 2 ..............298.4.1 CV circuitsactiveren .................................................298.4.2 Einde van het actuele tijdvenster aflezen ..........298.4.3 Gewenste kamertemperatuur instellen .............. 308.4.4 Kamertemperatuur aflezen ................................... 308.4.5 Nachttemperatuur (verlagingstemperatuur)instellen ...................................................................... 308.4.6 Gewenste aanvoertemperatuur aflezen ............. 308.4.7 Aanvoertemperatuur aflezen ................................ 308.4.8 Status van de CV circuitpomp aflezen ............... 308.4.9 Status van de CV circuitmenger aflezen ........... 308.4.10 Kamerthermostaat activeren ............................... 308.4.11 Automatische zomertijdherkenningactiveren .................................................................... 308.4.12 Stooklijn instellen ......................................................318.4.13 Minimale aanvoertemperatuur voorCV circuits instellen ...................................................318.4.14 Maximale aanvoertemperatuur voormengcircuit instellen.................................................318.4.15 Status van speciale modi aflezen ..........................318.4.16 Regelingsgedrag buiten tijdvensters opgeven ...318.5 Systeemconfiguratie: warm water ........................328.5.1 Gewenste temperatuur voor boiler instellen(gewenste temperatuur warm water) ..................328.5.2 Werkelijke temperatuur van de boileraflezen .........................................................................328.5.3 Status van de boilerpomp aflezen ........................328.5.4 Status van de CV-pomp aflezen ............................328.5.5 Dag voor uitvoering van delegionellabeveiligingsfunctie vastleggen ............322<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Inhoudsopgave8.5.6 Tijdstip voor uitvoering van delegionellabeveiligingsfunctie vastleggen ............328.5.7 Offset voor lading van de boiler vastleggen ......328.5.8 Nalooptijd voor boilerpomp vastleggen ..............328.5.9 Parallelle lading (boiler en mengcircuit)activeren .....................................................................338.5.10 Relaisuitgang boilerpomp en CV-pompinstellen .......................................................................338.6 Systeemconfiguratie: zonnesysteem ...................338.6.1 Waarde van de boilervoeler SP2 aflezen ............338.6.2 Waarde van de zonneopbrengstvoeleraflezen .........................................................................338.6.3 Status van de zonnepomp aflezen .......................338.6.4 Waarde van de voeler TD1 aflezen ........................338.6.5 Waarde van de voeler TD2 aflezen .......................338.6.6 Status van het multifunctioneel relaisaflezen .........................................................................338.6.7 Looptijd van de zonnepomp aflezen ....................348.6.8 Looptijdmeting van de zonnepomp resetten .....348.6.9 Inschakelverschilbesturing voor zonnepompactiveren .....................................................................348.6.10 Voorrang voor lading van de boilersvastleggen ..................................................................348.6.11 Doorstromingshoeveelheid van hetzonnecircuit instellen ...............................................348.6.12 Instelling voor multifunctioneel relaisvastleggen ..................................................................348.6.13 Zonnepompkick activeren ......................................348.6.14 Zonnecircuitbeveiliging instellen ..........................358.6.15 Maximale temperatuur voor zonneboilervastleggen ..................................................................358.6.16 Inschakelverschilwaarde voor zonneladingvastleggen ..................................................................358.6.17 Uitschakelverschilwaarde voor zonneladingvastleggen ..................................................................358.6.18 Inschakelverschilwaarde voor tweedeverschilregeling vastleggen....................................358.6.19 Uitschakelverschilwaarde voor tweedeverschilregeling vastleggen....................................368.7 Uitbreidingsmodule voor sensor-/werkingtestselecteren ...................................................................368.8 Vloerdroogfunctie activeren ..................................368.9 Code voor installateurniveau veranderen ..........368.10 Functies van het gebruikersniveau .......................3712 Buitenbedrijfstelling ...............................................4212.1 Thermostaat buiten bedrijf stellen .......................4212.2 Thermostaat recycleren en afvoeren ..................4212.2.1 Toestel .........................................................................4212.2.2 Verpakking ..................................................................4213 Technische gegevens .............................................4313.1 Thermostaat <strong>calorMATIC</strong> ........................................4313.2 Voelerweerstanden ..................................................4314 Vakwoordenlijst....................................................... 44Trefwoordenregister ............................................................. 469 Overdracht aan de gebruiker ..............................3810 Herkennen en verhelpen van storingen ...........3910.1 Foutmeldingen ...........................................................3910.2 Foutenlijst .................................................................. 4010.3 Fabrieksinstelling herstellen .................................. 4011 Garantie en serviceteam .......................................41<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_003


1Aanwijzingen bij de installatiehandleiding1 Aanwijzingen bij deinstallatiehandleidingDe volgende aanwijzingen vormen een wegwijzer doorde volledige documentatie. In combinatie met dezeinstallatiehandleiding zijn nog andere documenten vantoepassing.Voor schade, ontstaan door het niet naleven van dezehandleidingen, kan <strong>Vaillant</strong> niet aansprakelijk wordengesteld.1.1 Aanvullend geldende documenten in achtnemen> Neem bij de installatie van de <strong>calorMATIC</strong> goed kennisvan alle installatiehandleidingen van onderdelen encomponenten van het systeem.Deze installatiehandleidingen worden meegeleverd metde betreffende onderdelen van de installatie en aanvullendecomponenten.> Neem verder goed nota van alle gebruiksaanwijzingendie bij de componenten van het systeem worden meegeleverd.1.2 Documenten bewaren> U dient deze installatiehandleiding evenals alle aanvullendgeldende documenten en eventueel benodigdehulpmiddelen aan de gebruiker van de installatiete geven.Die draagt zorg voor het bewaren ervan, zodat handleidingenen hulpmiddelen zo nodig beschikbaar zijn.1.4 Geldigheid van de handleidingDeze installatiehandleiding geldt uitsluitend voor toestellenmet de volgende artikelnummers:Typeaanduiding Artikelnummer Landen<strong>VRC</strong> 470 0020108128 BE, NLTab. 1.1Typeaanduidingen en artikelnummersHet 10-cijferige artikelnummer kunt u uit het serienummervan uw toestel aflezen.Het serienummer wordt u getoond als u onder "Informatie/serienummer"de linker functietoets indrukt. Hetstaat in de tweede regel van het display (¬ bedieningshandleiding).CE-markeringMet de CE-markering wordt aangegeven dat de toestellenconform het typeplaatje aan de fundamentele vereistenvan de volgende richtlijnen voldoen:– Richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit(richtlijn 2004/108/EG van de Raad)– Laagspanningsrichtlijn (richtlijn 2006/95/EG van deRaad).1.5 VakwoordenlijstIn de vakwoordenlijst aan het begin van deze handleidingstaat uitleg bij de vakbegrippen.1.3 Gebruikte symbolenHierna zijn de in de tekst gebruikte symbolen verklaard.In deze handleiding worden bovendien tekens voor hetaanduiden van gevaren gebruikt (¬ Hfdst. 2.1.1).iSymboolvoor een nuttige tip en informatie> Symbool voor een vereiste handeling4<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Veiligheid22 Veiligheid2.1 Veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen> Neem bij de installatie van de <strong>calorMATIC</strong> de algemeneveiligheidsvoorschriften en de waarschuwingenin acht die eventueel bij een handeling aangegevenzijn.2.1.1 Classificatie van dewaarschuwingsaanwijzingenDe waarschuwingen zijn als volgt met gevarentekens ensignaalwoorden mbt tot ernst van het mogelijke gevaaringedeeld:GevarentekenSignaalwoorda Gevaar!e Gevaar!a Waarschuwing!b Opgelet!ToelichtingOnmiddellijk levensgevaarof gevaar voor ernstiglichamelijk letselLevensgevaar door eenelektrische schokGevaar voor licht lichamelijkletselKans op materiële schadeof milieuschadeTab. 2.1 Betekenis van gevarentekens en signaalwoorden2.1.2 Opbouw van waarschuwingsaanwijzingenWaarschuwingen herkent u aan een haarlijn boven enonder. Ze zijn volgens het volgende basisprincipe opgebouwd:a Signaalwoord!Soort en bron van het gevaar!Toelichting bij soort en bron van gevaar.> Maatregelen voor afwenden van het gevaar.2.2 Gebruik volgens de voorschriftenDe <strong>Vaillant</strong> thermostaten <strong>calorMATIC</strong> zijn volgens de huidigestand van de techniek en de erkende veiligheidstechnischeregels gebouwd. Toch kan er bij ondeskundigof niet reglementair gebruik levensgevaar voor degebruiker of derden of schade aan het toestel en anderevoorwerpen ontstaan.De <strong>Vaillant</strong> thermostaat <strong>calorMATIC</strong> regelt weersafhankelijken tijdsafhankelijk een CV-installatie. De thermostaatwordt op een <strong>Vaillant</strong> CV-ketel met eBUS-interfaceaangesloten.Het gebruik met volgende componenten en accessoiresis toegestaan:– Boiler (conventioneel)– <strong>Vaillant</strong> gelaagde laadboiler actoSTOR VIH RL– CV-pomp voor de warmwatervoorziening– Tweede verwarmingscircuit– Zonnesysteem– AfstandsbedieningEen ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als nietconform aan de voorschriften. Als niet-beoogd gebruikgeldt ook ieder direct commercieel of industrieelgebruik. Voor schade uit het niet-reglementaire gebruikkan de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk wordengesteld. Hiervoor is uitsluitend de gebruiker verantwoordelijk.Bij het gebruik volgens de voorschriften hoort ook het inacht nemen van:– van de bedienings- en de installatiehandleiding– alle andere documenten die van toepassing zijn– de onderhoudsvoorschriften.Ieder misbruik is verboden!2.3 Fundamentele veiligheidsinstructiesHet toestel moet door een erkend installateur wordengeïnstalleerd, die voor de naleving van de bestaandevoorschriften, regels en richtlijnen verantwoordelijk is.> Neem deze installatiehandleiding volledig door.> Voer de werkzaamheden uit die in deze installatiehandleidingbeschreven zijn.> Neem bij de installatie de volgende veiligheidsinstructiesen voorschriften in acht.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_005


2VeiligheidTegen legionellabacteriën beschermenTer bescherming tegen infecties met de ziekteverwekkerslegionellabacteriën is de thermostaat met de functielegionellabeveiliging uitgerust. Is de functie geactiveerd,wordt het water in de boiler minstens een uur totop 60 °C opgewarmd.> Stel de functie legionellabeveiliging bij de installatievan de thermostaat in.> Leg aan de gebruiker uit hoe de legionellabeveiligingfunctioneert.Verbrandingsgevaar vermijdenAan de tappunten voor warm water bestaat bij temperaturenvan meer dan 60 °C verbrandingsgevaar. Kleinekinderen en oudere mensen lopen zelfs bij lagere temperaturenal risico's.> Kies een gepaste temperatuur.> Informeer de gebruiker over het verbrandingsgevaarals de functie legionellabeveiliging ingeschakeld is.Thermostaat tegen schade beschermen> Installeer de thermostaat alleen in droge ruimtes.Defect vermijden> Zorg ervoor dat de CV-installatie zich in een technischperfecte staat bevindt.> Zorg ervoor dat er geen veiligheids- en bewakingsinrichtingenverwijderd, overbrugd of buiten werkinggesteld zijn.> Verhelp storingen en schade die de veiligheid belemmerenonmiddellijk.> Informeer de gebruiker dat hij de thermostaat nietdoor meubelen, gordijnen of andere voorwerpen magafdekken.> Informeer de gebruiker dat de radiatorkranen in dekamer waarin de thermostaat gemonteerd is, volledigopengedraaid moeten zijn.> Indien de thermostaat geactiveerd is, informeer dande gebruiker, dat in de kamer, waarin de thermostaatis aangebracht, alle radiatorkranen volledig geopendmoeten zijn.2.4 Vereisten aan leidingen> Gebruik voor de bedrading normale in de handel verkrijgbareleidingen.Minimale doorsnede van de leidingen:– Aansluitleiding 230 V (pompen of mengeraansluitkabel):1,5 mm 2– Laagspanningsleidingen (voeler- of busleidingen):0,75 mm 2Maximale leidinglengtes:– Voelerleidingen: 50 m– Busleidingen: 300 m> Leg aansluitleidingen met 230 V en voeler- of busleidingenvanaf een lengte van 10 m apart.> Bevestig de aansluitleidingen met behulp van de trekontlastingin de wandopbouw.> Gebruik de vrije klemmen van de toestellen niet alssteunklemmen voor verdere bekabeling.> Installeer de thermostaat alleen in droge ruimtes.2.5 Richtlijnen, voorschriften en normenBelgië:De installatie dient uitgevoerd te worden in overeenstemmingmet de huidig geldende ARAB-voorschriftenen richtlijnen.Nederland:> Gebruik voor de bedraging algemeen gebruikelijke leidingen.- Minimale doorsnede van de leidingen: 0,75 mm 2De regelaar mag alleen in droge ruimtes geïnstalleerdworden.De elektrische installatie dient uitgevoerd te wordenconform de NEN 1010 (Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties).6<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Systeembeschrijving33 Systeembeschrijving3.2 Werkwijze3.1 SysteemontwerpDe thermostaat <strong>calorMATIC</strong> regelt de <strong>Vaillant</strong> CV-installatieen de warmwaterbereiding.U kunt de thermostaat met de wandsokkel aan een wandmonteren of zonder de wandsokkel in de thermostaatsteekplaatsvan een <strong>Vaillant</strong> CV-ketel inbouwen.1 23230 V~CV-installatieDe <strong>calorMATIC</strong> <strong>VRC</strong> 470 is een weersafhankelijke thermostaatmet een afzonderlijke voeler. De in de openlucht gemonteerde voeler meet de buitentemperatuuren geeft deze aan de thermostaat door. De thermostaatregelt afhankelijk van de buitentemperatuur de aanvoertemperatuurvan de verwarming. Bij een lage buitentemperatuurverhoogt de thermostaat de aanvoertemperatuur,bij een hogere buitentemperatuur verlaagt hij dezeopnieuw. Zo vangt de thermostaat de schommelingenvan de buitentemperatuur op en de kamertemperatuurblijft op de constante vooraf ingestelde temperatuurwaarde.De warmwaterbereiding wordt door de weersafhankelijkeregeling niet beïnvloed.De gegevensuitwisseling en de stroomvoorzieninggebeuren bij de thermostaat via een eBUS-interface.U kunt de thermostaat voor afstandsdiagnose enafstandsinstellingen met de <strong>Vaillant</strong> diagnosesoftwarevrDIALOG 810/2 en met het <strong>Vaillant</strong> internetcommunicatiesysteemvrnetDIALOG uitrusten.WarmwaterbereidingMet de <strong>calorMATIC</strong> <strong>VRC</strong> 470 kunt u de temperatuur ende tijd voor de warmwaterbereiding vastleggen. De CVketelverwarmt het water in de boiler tot op de voorafingestelde temperatuur op. De tijden waarin warm waterin de boiler klaar moet staan, kunt u met behulp van tijdvenstersvastleggen.Als in de CV-installatie een CV-pomp geïnstalleerd is,kunnen eveneens tijdvensters voor de circulatie van hetwarme water ingesteld worden.54Afb. 3.1 SysteemschemaLegenda1 Thermostaat <strong>calorMATIC</strong>2 Buitenvoeler <strong>VRC</strong> 693 of <strong>VRC</strong> 9535 (DCF77)3 CV-ketel4 Kabelverbinding (<strong>VRC</strong> 693: 2-aderig; <strong>VRC</strong> 9535: 3-aderig)5 eBUS-verbinding (2-aderig)<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_007


3Systeembeschrijving3.3 Toestelopbouw3.4 TypeplaatjeHet typeplaatje bevindt zich aan de achterkant van dethermostaatelektronica (printplaat) en is na het inbouwenvan de thermostaat in de CV-ketel of na de montagein het woongedeelte aan een wand van buiten niet meertoegankelijk.1(21)092600200285150907011320N4<strong>calorMATIC</strong> 4709 . . . 24V


Montage44 MontageU kunt de thermostaat naar keuze in de CV-ketel integrerenof afzonderlijk in het woongedeelte aan een wandinstalleren. Bij de wandmontage verbindt u de thermostaatvia een 2-draads eBUS-leiding met de CV-ketel.4.1 Leveringsomvang controlerenAantalBouwdeel1 Thermostaat <strong>calorMATIC</strong> 4701 Buitensensor <strong>VRC</strong> 95351 Buitensensor <strong>VRC</strong> 6931 Bevestigingsmateriaal (2 schroeven en 2 pluggen)1 6-polige randstekker1 Gebruiksaanwijzing1 <strong>Installatie</strong>handleidingTab. 4.1 LeveringsomvangDe thermostaat wordt met één van de volgende buitenvoelersgeleverd:– <strong>VRC</strong> 693wordt via een 2-draads kabel op de CV-ketel aangesloten,– <strong>VRC</strong> 9535 (DCV77)wordt via een 3-draads kabel op de CV-ketel aangesloten.> Monteer de buitenvoeler (¬ Hfdst. 4.5) bij gebouwentot drie verdiepingen op 2/3 van de gevelhoogte, bijgebouwen met meer dan drie verdiepingen tussen de2e en 3e etage.4.3 Thermostaat in de CV-ketel inbouwene Gevaar!Levensgevaar door spanningsvoerende aansluitingen!Bij werkzaamheden in de schakelkast van deCV-ketel bestaat levensgevaar door een elektrischeschok. Ook bij uitgeschakelde aan/uitschakelaarstaat er nog spanning op denetaansluitklemmen!> Voor u werkzaamheden in de schakelkastvan de CV-ketel uitvoert, schakelt u dehoofdschakelaar uit.> Verbreek de verbinding van de CV-ketelmet het elektriciteitsnet door de stekker uitde wandcontactdoos te trekken of deCV-ketel via een scheidingsinrichting meteen contactopening van ten minste 3 mm(b.v. zekeringen of contactverbrekers) spanningsvrijte maken.> Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuwinschakelen.> Open de schakelkast alleen wanneer deCV-ketel niet meer onder spanning staat.4.2 Eisen aan de plaats van montage4.2.1 Thermostaat> Als u de thermostaat aan een wand monteert, plaatshem dan zo dat een perfect registratie van de kamertemperatuurgegarandeerd is; bijv. op een binnenmuurvan de woonkamer op een hoogte van ca. 1,5 m.> Indien de thermostaat geactiveerd is, informeer dande gebruiker, dat in de kamer, waarin de thermostaatis aangebracht, alle radiatorkranen volledig geopendmoeten zijn.4.2.2 BuitenvoeleriNeem bij het plaatsen van de thermostaat inde schakelkast van de CV-ketel de aanwijzingenvoor het inbouwen van een thermostaatin de installatiehandleiding van de CV-ketel inacht.Zo plaatst u de thermostaat in de CV-ketel:> Stel de CV-ketel buiten werking.> Ga na of de CV-ketel spanningvrij is.> Open evt. de mantel aan de CV-ketel.> Til de blinde afdekking voorzichtig van de schakelkast.> Til voorzichtig de thermostaat van de wandsokkel(¬ Hfdst. 4.4.1).> Controleer om welk type schakelkast het gaat:Bij verticaal liggende steekaansluitingen met stiften:> Druk de thermostaat voorzichtig in de steekaansluitingvan de schakelkast.De montageplaats van de buitenvoeler moet zijn:– geen uitgesproken windstille plaats– geen bijzonder tochtige plaats– zonder directe zonnestraling– zonder invloed van warmtebronnen– een noord- of noordwestgevel<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_009


4MontageBij horizontaal liggende steekaansluitingen zonder stiftenaan de schakelkast:4.4 Thermostaat in de woonruimte monteren11726452333Afb. 4.1 Insteken van de stiftlijst> Steek de bij de thermostaat geleverde 3-polige stiftlijstmet de korte einden in de 3 horizontale openingenop de thermostaatprintplaat.> Druk de thermostaat met de stiftlijst voorzichtig in desteekaansluiting van de schakelkast.> Monteer, indien dit nog niet gebeurd is, de buitenvoeler(¬ Hfdst. 4.5).> Voer de elektrische installatie van de buitenvoeler uit(¬ Hfdst. 5).> Schakel de stroomtoevoer naar de CV-ketel in.> Stel de CV-ketel in werking.> Sluit evt. de mantel van de CV-ketel opnieuw.4Afb. 4.2 Montage van de thermostaat1 Thermostaat <strong>calorMATIC</strong>2 Wandsokkel3 Bevestigingsopeningen4 Openingen voor kabeldoorvoer5 Stiftlijst met klemmen voor eBUS-leiding6 Wandsokkelafscherming7 Gleuf voor schroevendraaierVoor u de thermostaat in de woonruimte monteert, moetu de thermostaat van de wandsokkel scheiden. Daarnakunt u de wandsokkel aan de wand bevestigen.4.4.1 Thermostaat van de wandsokkel nemen> Leid een schroevendraaier in de gleuf (7) van dewandsokkel (2).> Til de thermostaat (1) voorzichtig van de wandsokkel(2).4.4.2 Wandsokkel aan de wand bevestigen> Markeer een geschikte plaats op de muur. Houd daarbijrekening met de kabeldoorvoer voor de eBUS-leiding.> Boor twee gaten met een diameter van 6 mm overeenkomstigde bevestigingsopeningen (3).> Plaats de bijgeleverde pluggen in de geboorde gaten.> Leid de eBUS-leiding door één van de kabeldoorvoeren(4).10<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Montage4> Zet de wandsokkel met de bijgeleverde schroevenvast.> Sluit de eBUS-leiding op de klemmen van de steeklijstaan (¬ Hfdst. 5.3).Klokthermostaat monteren> Plaats de thermostaat voorzichtig in de wandsokkel.Zorg ervoor dat de stiftlijst (5) op de wandsokkel inde daarvoor bestemde steekaansluiting van de thermostaatpast.> Druk de thermostaat voorzichtig in de wandsokkel totde grendelnokken van de thermostaat hoorbaar in dezijkanten van de wandsokkel vastklikken.4.5 Buitenvoeler monterenb Attentie!Gevaar voor materiële schade door ondeskundigemontage!Ondeskundige montage kan schade aan hettoestel en de muur van het gebouw veroorzaken,bijv. door vochtigheid.> Volg de instructies voor de kabeldoorvoeren de correcte inbouwplaats van de buitentemperatuurvoelerop.iBehalve bij de onderstaande uitzondering zijnde montagestappen voor beide buitenvoelersgelijk:– de <strong>VRC</strong> 693 heeft een 2-draadsaansluitkabel nodig– de <strong>VRC</strong> 9535 heeft een 3-draadsaansluitkabel nodig1235423Afb. 4.3 Montage van de buitenvoeler <strong>VRC</strong> 6931 Bevestigingsopeningen2 Wartelmoer voor kabeldoorvoer3 Aansluitkabel met druppellus4 Wandsokkel5 Deksel van de behuizing<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0011


4Montage1235423Afb. 4.4 Montage van de buitenvoeler <strong>VRC</strong> 95351 Bevestigingsopeningen2 Wartelmoer voor kabeldoorvoer3 Aansluitkabel met druppellus4 Wandsokkel5 Deksel van de behuizingZo monteert u de buitenvoeler:> Markeer een geschikte plaats op de muur. Houd daarbijrekening met de kabeldoorvoer voor de buitentemperatuurvoeler.> Breng de aansluitkabel (3) ter plaatse onder eenkleine hoek en met een druppellus naar buiten aan.> Neem het deksel van de behuizing (5) van de buitenvoeler.> Boor twee gaten met een diameter van 6 mm overeenkomstigde bevestigingsopeningen (1).> Plaats de bijgeleverde pluggen in de geboorde gaten.> Bevestig de wandsokkel (4) met twee schroeven aande wand. De kabeldoorvoer moet naar buiten wijzen.> Draai de wartelmoer (2) iets los en schuif de aansluitkabelvan onderen door de kabeldoorvoer.> Sluit de buitenvoeler aan, zoals in Hfdst. 5.1 voor de<strong>VRC</strong> 693, resp. zoals in Hfdst. 5.2 voor de <strong>VRC</strong> 9535beschreven.> Draai de wartelmoer (2) weer vast. De afdichting in dekabeldoorvoer past zich aan de diameter van degebruikte kabel aan (kabeldiameter: 4,5 mm tot10 mm).> Plaats de afdichting tussen wandsokkel en behuizingsdeksel.> Druk het behuizingsdeksel op de wandsokkel tot hetbehuizingsdeksel vastklikt.12<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Elektrische installatie55 Elektrische installatiee Gevaar!Levensgevaar door spanningsvoerende aansluitingen!Bij werkzaamheden in de schakelkast van deCV-ketel bestaat levensgevaar door een elektrischeschok. Ook bij uitgeschakelde aan/uitschakelaarstaat er nog spanning op denetaansluitklemmen!> Voor u werkzaamheden in de schakelkastvan de CV-ketel uitvoert, schakelt u dehoofdschakelaar uit.> Verbreek de verbinding van de CV-ketelmet het elektriciteitsnet door de stekker uitde wandcontactdoos te trekken of deCV-ketel via een scheidingsinrichting meteen contactopening van ten minste 3 mm(b.v. zekeringen of contactverbrekers) spanningsvrijte maken.> Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuwinschakelen.> Open de schakelkast alleen wanneer deCV-ketel niet meer onder spanning staat.Zo sluit u de buitenvoeler <strong>VRC</strong> 693 aan de CV-ketel aan:> Sluit de aansluitkabel aan de klemmen van de buitenvoeler(1) aan.> Sluit de aansluitkabel aan de 6-polige randstekkeraan (2).> Leid de aansluitkabel met de randstekker in de schakelkastvan de CV-ketel.> Steek de 6-polige randstekker (2) op steekplaats X41van de printplaat van de schakelkast.5.2 Buitenvoeler <strong>VRC</strong> 9535 aansluiten> Schakel de stroomtoevoer naar de CV-ketel uit.> Beveilig de stroomtoevoer naar de CV-ketel tegenopnieuw inschakelen.15.1 Buitenvoeler <strong>VRC</strong> 693 aansluiten> Schakel de stroomtoevoer naar de CV-ketel uit.> Beveilig de stroomtoevoer naar de CV-ketel tegenopnieuw inschakelen.2Afb. 5.2 Buitensensor <strong>VRC</strong> 9535 aansluiten11 Klemstrip voor buitentemperatuurvoeler <strong>VRC</strong> 95352 6-polige randstekker voor stekkerplaats X41 (ketel)2Zo sluit u de buitenvoeler <strong>VRC</strong> 9535 aan de CV-ketelaan:> Sluit de aansluitkabel aan de klemlijst van de buitenvoeler(1) aan.> Sluit de aansluitkabel aan de 6-polige randstekker(2) aan.> Leid de aansluitkabel met de randstekker in de schakelkastvan de CV-ketel.> Steek de 6-polige randstekker (2) op steekplaats X41van de printplaat van de schakelkast.Afb. 5.1 Buitenvoeler <strong>VRC</strong> 693 aansluiten1 Aansluitkabel naar buitentemperatuurvoeler <strong>VRC</strong> 6932 6-polige randstekker voor stekkerplaats X41 (ketel)<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0013


5Elektrische installatie5.3 In de woonruimte gemonteerde thermostaataansluitenb Attentie!Foute werking door ondeskundige installatie!Zonder brug tussen de klemmen 3 en 4 aande printplaat van de schakelkast is de CVketelzonder functie.> Let er bij het aansluiten van de thermostaatop dat de brug tussen de klemmen 3en 4 geïnstalleerd is.> Schakel de stroomtoevoer naar de CV-ketel uit.> Beveilig de stroomtoevoer naar de CV-ketel tegenopnieuw inschakelen.12Afb. 5.3 Thermostaat aansluitenLegenda1 <strong>calorMATIC</strong> <strong>VRC</strong> 4702 Klemlijst CV-keteliAlsu de eBUS-leiding aansluit, dan moet uniet op de poling letten. Als u de beide aansluitingenverwisselt, dan loopt de communicatiegeen gevaar.Zo sluit u de thermostaat op de CV-ketel aan:> Sluit de eBUS-leiding op de klemmen (1) van de stiftlijstin de wandsokkel van de thermostaat aan.> Sluit de eBUS-leiding op de klemlijst van deCV-ketel (2) aan.14<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Ingebruikneming66 IngebruiknemingAls u de thermostaat na de elektrische installatie of nahet vervangen voor de eerste keer in gebruik neemt, danstart de installatieassistent automatisch. Met behulp vande installatieassistent kunt u de belangrijkste instellingenvoor de CV-installatie uitvoeren.Het bedieningsconcept, een bedieningsvoorbeeld en demenustructuur zijn in de bedieningshandleiding van dethermostaat beschreven (¬ Bedieningshandleiding).Alle instellingen die u via de installatieassistent uitgevoerdhebt, kunt u later via het bedieningsniveau " Installateurniveau"nog wijzigen.De aflees- en instelmogelijkheden van het installateurniveauzijn beschreven in (¬ Hfdst. 7) en (¬ Hfdst. 8).6.1 Overzicht instellingsmogelijkhedeninstallatieassistentInstelling Waarden Eenheid Stappengrootte, keuze Fabrieksinstellingmin. max.EigeninstellingTaal – – – Selecteerbare talen DuitsCV Circuit 1 Verwarming circuit, inactief VerwarmingcircuitCV Circuit 2 2) Zone, meng circuit, inactief MengcircuitRelaisuitgangBoilerpomp, CV-pomp, niet aangesloten Niet aangeslotenLP/ZP 2)Zonne volume stroom 1) 0,0 99,5 l/min 0,5 17,5Multifunctioneel relais 1) Differentiatie regeling, tweede boiler DifferentiatieregelingZonnepomp Kick 1) Uit, aan UitZonne circuit beveiliging 1) UIT, 110 150 °C 1 150Land van opstelling 2) Selecteerbaar land DuitslandBedrijfstand instellen 3) CV Circuit 1, CV Circuit 2,CV Circuit 1 & CV Circuit 2CV 1Open verdeler 4) AAN, UIT UitBoiler Actief, inactief ActiefTab. 6.1 Overzicht instellingsmogelijkheden installatieassistent1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.2) Verschijnt alleen als het zonnestation VMS aangesloten is.3) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0015


6Ingebruikneming6.2 Instellingen voor de gebruiker uitvoerenVoer de volgende instellingen via het bedieningsniveauvoor de gebruiker uit:> Als er geen DCF77-ontvanger geïnstalleerd is, stel dande datum en de tijd in.> Wijzig evt. de af fabriek ingestelde benamingen vande componenten van de CV-installatie.> Stel de modus voor de verwarmingsfunctie in. Demodus voor de warmwaterbereiding is daarvan afhankelijken kan niet afzonderlijk ingesteld worden.> Stel de gewenste kamertemperatuur ("Gewenste temperatuurdag") in.> Stel de verlagingstemperatuur ("Gewenste temperatuurnacht") in.> Stel de warmwatertemperatuur ("Gewenste temperatuurwarm water") in.> Stel tijdvensters voor het automatische bedrijf van deverwarmingsfunctie in.> Stel tijdvensters voor de warmwaterbereiding in.> Stel evt. tijdvensters voor de circulatie in.6.3 Andere parameters van de CV-installatieinstellenAndere parameters kunt u via het bedieningsniveau"Installateur" uitvoeren, (¬ Hfdst. 7) en (¬ Hfdst. 8).16<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Bediening77 BedieningDe menustructuur, het bedieningsconcept en een bedieningsvoorbeeldzijn in de bedieningshandleiding van dethermostaat beschreven (¬ Bedieningshandleiding).De thermostaat beschikt over twee bedieningsniveaus,het gebruikersniveau en het installateurniveauDe aflees- en instelmogelijkheden van het gebruikersniveauzijn eveneens in de bedieningshandleiding beschreven.Hierna vindt u de aflees- en instelmogelijkhedenbeschreven die u met de linker functietoets "Menu" ende optie "Installateurniveau" bereikt.iMeerderedisplays na elkaar geven mogelijkebijkomende CV circuits weer. Grijs weergegevenopties zijn alleen voorhanden als eenbetreffende uitbreidingsmodule aangeslotenis.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0017


7Bediening7.1 Overzicht menustructuurMenuDagen ThuisStandaard InstellingInstallateurniveauVorigeSelecterenCode invullen000InstallateurniveauService InformatieSysteem Configuratiesensor / werking testService InformatieContactgegevens invullenOnderhoudsdatumVorigeOKVorigeSelecterenVorigeSelecterenService InformatieContactgegevens invullenOnderhoudsdatumInstallateurniveauService InformatieSysteem Configuratiesensor / werking testVorigeSysteemStatusWaterdrukWarm waterSelecterenOK2,3barn.opwarmenCV 1Nacht temperatuurAanvoertemp. Gew.AanvoertemperatuurVorigeVorige15,0°C0°C22°CVeranderenVeranderenVorigeSelecterenVorigeSysteemCollectortemperatuurVorst beschermingPomp wachttijd76°C4 u15 minCV 1Pomp statusKamerthermostaatZomerstandVorigeVorigeUitGeen1KVorigeSysteemMax. voorverwarmingMax.voor afschakelenContinu verwarmen0 min0 minUitCV 1StooklijnMin. TemperatuurSysteem Auto uitVorigeVorige1,215°CEcoVeranderenVeranderenVorigeSysteemTemp. verhogingRegelingenCV circuit kiezenVeranderen0 KUitlezingCV 1CV 1Bijzondere functieCV 2 --------------------------------Circuit typeVorigeVorigeGeenActiefVorigeVeranderenWarmteopwekkerWarmteopwekker --------------------------StatusUitVF140°CWarm waterWarm water ---------------------------------BoilerActiefBoiler tenp. Instel.60°CVorigeVorigeWarmteopwekkerOpen verdelerUitCV 1 -------------------------------------------Circuit typeActiefWarm waterBoiler temp.BoilerpompCV-pompVorige59°CUitUitVorigeVorigeCV 1Auto dag totGewenste kamer temp.KamertemperatuurVeranderenVeranderen22:1020,0°C20,0°CWarm waterLegionella bev. DagAnti-legionella TijdBoiler opwarmen aanVorigeUit4:0025KVeranderenVorigeVorigeWarm waterOplaadpomp naloopParal. Boiler opladenrelaisuitgang LP/ZP5 minUitGeen con.VorigeVeranderenAfb. 7.1 Menustructuur installateurniveau deel 118<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Bediening7MenuDagen ThuisStandaard InstellingInstallateurniveauVorigeSelecterenCode invullen000InstallateurniveauService InformatieSysteem Configuratiesensor / werking testZonne systeemZonne systeem-----------------------------Sensor boiler 220°CSensor zon opbrengs10°CSolarMulti. relaisZonne pomp kickZonne circuit bev.Diff. reg.Uit130°CVorigeOKVorigeSelecterenVorigeVorigeVeranderenZonne systeemStatus SolarpumpeSensor TD1Sensor TD2VorigeZonne systeemStatus funct. relaisDraaitijd zonne PompReset DraaitijdVorigeZonne systeemPomp aansturingEerste boilerZonne vollume stroomVorigeAan64°C54°CAan1963uNeeUit1165l/minZonneboiler 1Zonneboiler 1-------------------------------Max. Temperatuur65°CInschakel verschil7KVorigeVorigeZonneboiler 1Uitschakel verschil3KZonneboiler 2 -------------------------------Max. Temperatuur65°CVorigeVorigeVeranderenVeranderen2 deferentie regeling2 deferentie regeling----------------------Inschakel verschil7KUitschakel verschil3KVorigeInstallateurniveauService InformatieSysteem Configuratiesensor / werking testVR 61WerkingSensorLP/ZPVF265°CVorigeSelecterenVorigeSelecterenVR -68WerkingSensorMAKOL176°CVorigeSelecterenactoSTORWerkingSensorZPT155°CVorigeSelecterenInstallateurniveauVloerdroog functieCode veranderen-------------------------------------------------VorigeSelecterenVloerdrogen instellenCV Circuit 1 DagTemperatuurVorigeVorige000,0°CVeranderenVeranderenInstallateurniveauVloerdroog functieCode veranderen-------------------------------------------------VorigeSelecterenCode veranderenNieuwe code000VorigeVeranderenAfb. 7.2 Menustructuur installateurniveau deel 2<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0019


7Bediening7.2 Overzicht installateurniveauKeuzeniveau1Keuzeniveau2Keuzeniveau3Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,min. max.selecterenFabrieksinstellingEigeninstellingInstallateurniveauCode invullen 000 999 – 1 000ServiceinformatieContactgegevensinvullenFirma 1 11 Cijfers A tot Z,0 tot 9,spatiesTelefoonnummer 1 12 Getallen 0 tot 9,spaties, koppeltekenOnderhoudsdatumVolgende onderhoudsbeurtopSysteemStatus Actuele waarde* –DatumWaterdruk Actuele waarde barWarm water Actuele waarde °CSysteemConfiguratieCollectortemperatuurActuele waarde °C1)Vorst bescherming 0 12 u 1 4Pomp wachttijd uit, 5 60 min 1 15Max. voorverwarming0 300 min 10 0Max. voor afschakelen0 120 min 10 0Continu verwarmen uit, -25 10 °C 1 uitTempe. verhoging 2) 0 15 K 0Regelingen display SoftwareversieCV circuit kiezen 2) CV 1, CV 2,CV 1 & CV 2CV 1Tab. 7.1Overzicht installateurniveau1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemoduleVR 68/2 aangesloten is.4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storingis, dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding(¬ Hfdst. 10.2) hier aflezen.20<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Bediening7Keuzeniveau1Keuzeniveau2Keuzeniveau3Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,min. max.selecterenFabrieksinstellingEigeninstellingInstallateurniveauSysteemConfiguratieWarmteopwekkerStatus Actuele waarde Uit,Verwarmen,WarmwaterVF1Actuele waardeOpen verdeler 4) Actuele waarde Aan, Uit UitCV 1Circuit type 2) Inactief actief inactief, actief actiefAuto dag tot Actuele waarde Uur:minGewenste kamertemp. (Dagtemperatuur)Kamertemperatuur 5)(Kamertemperatuur)Nacht temperatuur(Nachttemperatuur)5 30 °C 0,5 20Actuele waarde °C5 30 °C 0,5 15Aanvoertemp. Gew. Actuele waarde °CAanvoertemperatuur Actuele waarde °CPompstatus 2) Actuele waarde aan, uitKamerthermostaatGeen,GeenUit, Thermost.Zomerstand -3 30 K 1 1Stooklijn 0,20 4,0 0,05 1,2Min. Temperatuur 15 90 °C 1 15Systeem Auto uitEco,Nachttemp.,Vorst bev.EcoBijzondere functies Actuele waarde GeenTab. 7.1Overzicht installateurniveau1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemoduleVR 68/2 aangesloten is.4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storingis, dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding(¬ Hfdst. 10.2) hier aflezen.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0021


7BedieningKeuzeniveau1Keuzeniveau2Keuzeniveau3Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,min. max.selecterenFabrieksinstellingEigeninstellingInstallateurniveauSysteemConfiguratieCV2 2)Circuit type Inactief actief Inactief, Actief,ZoneactiefAuto dag tot Actuele waarde Uur:minGewenste kamer 5 30 °C 0,5 20temp. (Dagtemperatuur)Kamertemperatuur Actuele waarde °C(Kamertemperatuur)Nacht temperatuur 5 30 °C 0,5 15(Nachttemperatuur)Aanvoertemp. Gew. Actuele waarde °CAanvoertemperatuur Actuele waarde °CPomp status Actuele waarde aan, uitMengmoduul status Actuele waarde Open,Midden,DichtKamerthermostaatGeen,GeenUit,Thermost.Zomerstand 0 30 K 1 1Stooklijn 0,20 4,0 0,05 1,2Min. Temperatuur 15 90 °C 1 15Max. Temperatuur 15 90 °C 1 75Systeem Auto uitEco,Nachttemp.,Vorst bev.Bijzondere functies Actuele waarde Geen,Vakantie,Thuis,Party,Boiler opl.Vorst bev.Geen1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemoduleVR 68/2 aangesloten is.4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storingis, dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding(¬ Hfdst. 10.2) hier aflezen.22<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Bediening7Keuzeniveau1Keuzeniveau2Keuzeniveau3Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,min. max.selecterenFabrieksinstellingEigeninstellingInstallateurniveauSysteemConfiguratieWarm WaterBoiler Inactief actief Actief, Inactief actiefBoiler temp. Instel. 35 70 °C 1 60Boiler temp. Actuele waarde °CBoilerpomp Actuele waarde Aan, UitCV-pomp Actuele waarde Aan, UitLegionella bev. DagMa, Di, Wo, Do,Vr, Za, Zo,Uit,Ma-ZoUitAnti-legionella Tijd 0:00 23:50 Uur:min 10 min 4:00Boiler opwarmen 15 40 K 1 25aan 3)Oplaadpomp naloop 0 10 min 1 5Paral. BoilerUit Aan Uit, Aan Uitopladen 2)RelaisuitgangLP/ZP 2)Geen con.,CV-pomp,BoilerpompGeen con.1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemoduleVR 68/2 aangesloten is.4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storingis, dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding(¬ Hfdst. 10.2) hier aflezen.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0023


7BedieningKeuzeniveau1Keuzeniveau2Keuzeniveau3Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,min. max.selecterenFabrieksinstellingEigeninstellingInstallateurniveauSysteemConfiguratieZonne systeem 1)Sensor boiler 2 Actuele waarde °CSolar winst sensor Actuele waarde °CStatus zonnepomp Actuele waarde Aan, UitSensor TD1 Actuele waarde °CSensor TD2 Actuele waarde °CStatus funct. relais Actuele waarde Aan, UitDraaitijd zonne Actuele waarde uPompReset Draaitijd Nee Ja Nee, Ja NeePomp aansturing Actuele waarde Aan, Uit UitEerste boiler 1 2 1, 2 1Zonne volumestroomMultifunctioneelrelais0,0 99,0 l/min 0,5 3,5Diff. reg.,boiler2Zonnepomp Kick Aan Uit Aan, Uit UitZonne circuit bev. Uit, 110 150 °C 1 130Diff. reg.Zonneboiler 1 1)Max. Temperatuur 20 90 °C 1 65Inschakel verschil 2 25 K 1 7Uitschakel verschil 1 20 K 1 31) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemoduleVR 68/2 aangesloten is.4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storingis, dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding(¬ Hfdst. 10.2) hier aflezen.24<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Bediening7Keuzeniveau1Keuzeniveau2Keuzeniveau3Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,min. max.selecterenFabrieksinstellingEigeninstellingInstallateurniveauSysteemConfiguratieZonneboiler 2 1)Max. Temperatuur 20 90 °C 1 65Inschakel verschil 2 25 K 1 7Uitschakel verschil 1 20 K 1 32e differentiatieregelingInschakel verschil 2 25 K 1 7Uitschakel verschil 1 20 K 1 3Sensor /werkingtestSelecteren module – – – AangeslotenuitbreidingsmodulesVR 61 2)Werking – LP/ZP, CV1-P,CV2 Uit, CV2Aan, CV2-PSensor VF2 VF2VR 68 1)Werking – – – MA, KOL1-P,LEG-PSensorKOL1, SP1, SP2,opbrengst,TD1, TD2actoSTOR 4)Werking – – – ZP, P1, P2, ALSensor T1, T2, T3, T4,Anode1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemoduleVR 68/2 aangesloten is.4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storingis, dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding(¬ Hfdst. 10.2) hier aflezen.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0025


7BedieningKeuzeniveau1Keuzeniveau2Keuzeniveau3Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,min. max.selecterenFabrieksinstellingEigeninstellingInstallateurniveauVloerdroogfunctieCV 1 Dag 6) 00 29 Dag 1 00Temperatuur 6)Act.waarde45 °CCV 2 Dag 2) 00 29 Dag 1 00TemperatuurAct.waarde45 °CCode veranderenNieuwe code 000 999 1 0001) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemoduleVR 68/2 aangesloten is.4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storingis, dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding(¬ Hfdst. 10.2) hier aflezen.26<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Functiebeschrijving88 FunctiebeschrijvingDe optie " Installateurniveau" in het keuzeniveau 1 van demenustructuur heeft vijf subopties met bijkomende keuzeniveaus:– Service Informatie– Systeem Configuratie– Sensor/werking test– Vloerdroog functie– Code veranderenFuncties met afleesmogelijkheden en functies met instelmogelijkhedenzijn daaronder telkens samengevat.De lijst van het tweede keuzeniveau "Systeem Configuratie"is volgens componenten van de CV-installatie ingedeeld:– Systeem– Warmteopwekker– CV 1– Warm WaterAls een uitbreidingsmodule VR 61/2 aangesloten is, bijkomend:– CV 2Als een uitbreidingsmodule VR 68/2 aangesloten is,bijkomend:– Zonne systeem– Zonneboiler 1– Zonneboiler 2– 2e deferentie regeling8.1 Service InformatieAls de datum voor het volgende onderhoud bereikt is,verschijnt de aanwijzing "Onderhoud" op de basisindicatievan de thermostaat.Als in de CV-ketel een onderhoudsdatum opgeslagen is,dan verschijnt bij het bereiken van deze datum de aanwijzing"Onderhoud verwarmingstoestel" aan de CVketel.De melding wordt uitgeschakeld als:– de datum in de toekomst ligt.– de initiële datum 01.01.2011 ingesteld wordt.8.2 Systeemconfiguratie: Systeem8.2.1 Systeemstatus aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ StatusMet de functie kunt u de status van de CV-installatieaflezen. Als er geen storing is, dan verschijnt "OK". Alser een storing is, dan verschijnt de status "Niet OK". Alsu de rechter functietoets indrukt, krijgt u de lijst van defoutmeldingen te zien.Foutmeldingen zijn beschreven in (¬ Hfdst. 10.2).8.2.2 Waterdruk van de CV-installatie aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ WaterdrukMet de functie kunt u de waterdruk van de CV-installatieaflezen als de CV-ketel deze informatie ter beschikkingstelt.8.1.1 Contactgegevens invullenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Service Informatie¬ Contactgegevens invullenU kunt uw contactgegevens (naam firma en telefoonnummer)in de thermostaat invoeren. Als de datum voorhet volgende onderhoud bereikt is, kan de gebruiker degegevens op het display van de thermostaat laten weergeven.U moet elk teken van de firmanaam en het telefoonnummeroverlopen en afzonderlijk instellen.8.1.2 Onderhoudsdatum invoerenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Service Informatie¬ OnderhoudsdatumU kunt een datum (dag, maand, jaar) voor het volgenderegelmatige onderhoud in de thermostaat opslaan.8.2.3 Status van de warmwaterbereiding aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ Warm waterMet de functie kunt u de status van de warmwaterbereiding(Opwarmen, n.opwarmen) aflezen.8.2.4 Collectortemperatuur aflezenAlleen bij aangesloten VR 68/2Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ CollectortemperatuurMet de functie kunt u de actuele temperatuur aan decollectorvoeler aflezen.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0027


8Functiebeschrijving8.2.5 Vorstbescherming instellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ Vorst beschermingMet de functie kunt u de activering van de vorstbeschermingvertragen door een vertragingstijd in te stellen.De vorstbeschermingsfunctie garandeert in de modi"Uit" en "Eco" (behalve het ingestelde tijdvenster) devorstbescherming in de CV-installatie voor alle aangeslotenCV circuits.Als de buitentemperatuur onder 3°C daalt, dan wordt degewenste kamertemperatuur op de ingestelde verlagingstemperatuurgezet. De CV circuitpomp wordt ingeschakeld.Als de gemeten kamertemperatuur lager is dan de ingesteldeverlagingstemperatuur, dan wordt de vorstbeschermingeveneens geactiveerd (onafhankelijk van degemeten buitentemperatuur).Als u een vertragingstijd instelt, dan wordt de vorstbeschermingsfunctiein deze periode onderdrukt.Deze functie is alleen actief als voor de functie "SysteemAuto uit" de instelling "Eco" gekozen is.8.2.6 Pompwachttijd instellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ Pomp wachttijdOm energie te sparen, kunt u een pompwachttijd instellenwaarin de CV circuitpomp uitgeschakeld blijft.De thermostaat controleert voor elk CV circuit of degemeten aanvoertemperatuur 2 K boven de berekendegewenste waarde ligt Als dit 15 minuten lang het gevalis, dan wordt de pomp van het betreffende CV circuitvoor de ingestelde wachttijd uitgeschakeld. De mengerblijft in zijn actuele positie.De ingestelde wachttijd wordt afhankelijk van de buitentemperatuurevt. verkort.Voorbeeld:Ingestelde wachttijd = 60 minutenBuitentemperatuur 20 °C = wachttijd 60 min.Buitentemperatuur 3 °C = wachttijd 5 min.8.2.7 Maximale voorverwarmingstijd instellenTussen deze beide waarden vindt een lineaire berekeningvan de duur voor de voorverwarmingstijd plaats.8.2.8 Maximale vooruitschakeltijd instellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ Max.voor afschakelenU kunt een onnodige opwarming van de CV-installatieonmiddellijk voor een vastgelegd verlagingstijdstip vermijdendoor een vooruitschakeltijd vast te leggen.De thermostaat berekent de werkelijke periode afhankelijkvan de buitentemperatuur.Stel hier de door de gebruiker gewenste maximale periodein.Als de buitentemperatuur -20 °C bedraagt, dan volgtgeen vooruitschakeling.Als de buitentemperatuur +20 °C bedraagt, dan werkt deingestelde, maximale vooruitschakeltijd.Bij buitentemperaturen van -20 °C tot +20 °Cberekent de thermostaat een waarde die met een lineairverloop tussen -20 °C en +20 °C overeenkomt.iDeberekening gebeurt voor de begonnendag. De vroegste starttijd is 0:00 uur. Bij eeningestelde vooruitschakeltijd van 120 minutenen een tijdvenster van 0:00 tot 01:00 uur,start de vooruitschakeltijd niet om 23:00 uurvan de vorige dag, maar pas om 0:00 uur.8.2.9 Temperatuurgrens voor continu verwarmeninstellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ Continu verwarmenDe "Buitentemperatuur continu verwarmen" is eeninstelbare temperatuurwaarde; vanaf deze waarde wordtpermanent met de aan het CV circuit toegewezengewenste kamertemperatuur/stooklijn buiten het ingesteldetijdvenster continu verwarmd.De functie maakt het vastleggen van een waarde voorde buitentemperatuur mogelijk; bij het bereiken ofonderschrijden van deze waarde vindt een nachtverlagingof totale uitschakeling niet meer plaats.Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ Max. voorverwarmingMet de functie kunt u de verwarmingsfunctie voor de CVcircuits al een instelbare periode voor het eerste tijdvenstervan de dag starten opdat de gewenste kamertemperatuural bij het begin van het eerste tijdvenster bereiktis.De aanvang van de opwarming wordt afhankelijk van debuitentemperatuur (BT) vastgelegd:BT –20 °C : ingestelde duur van de voorverwarmingstijdBT +20 °C : geen voorverwarmingstijd28<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Functiebeschrijving88.2.10 Temperatuurverhoging instellenAlleen bij aangesloten VR 61/2Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ Temp. verhogingDe temperatuurverhoging verhoogt de actuele gewensteCV circuitwaarde voor het mengcircuit met de ingesteldewaarde.De functie maakt het mogelijk om het mengcircuit bijhet opwarmen 's morgens tot op de gewenste temperatuur(ook bij opgewekte temperatuur in de gewenstewaarde) op te warmen, hoewel de vaste bijmenging detemperatuur van het mengcircuit sterk verlaagt.De functie maakt bovendien een optimaal regelbereikvoor het gebruik van de menger mogelijk. Een stabielgebruik is alleen mogelijk als de menger slechts zeldentot tegen de aanslag moet lopen. Daardoor wordt eenhogere regelkwaliteit gegarandeerd.8.2.11 Softwareversie aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ RegelingenMet de functie kunt u de softwareversies van het display,de CV-ketel en alle via eBUS aangesloten uitbreidingsmodulesaflezen.8.2.12 Bedrijfstand instellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Systeem ----] ¬ Bedrijfstand instellenMet de functie kunt u vastleggen op welk(e) CV circuit(s)de instelling van de modus uit het gebruikersniveaumoet werken.Voorbeeld:Er zijn twee CV circuits aangesloten en u stelt CV 1 in.Voor beide CV circuits activeert u met de linker functietoets"Menu ¬ Standaard Instelling ¬ Modus" de modus"Autostand". Als de gebruiker nu met de rechter functietoets"Modus" de modus in "Dagstand" verandert, danwordt alleen voor CV 1 de modus veranderd. CV 2 wordtverder in de modus "Autostand" gebruikt.8.3 Systeemconfiguratie: warmteopwekker8.3.1 Status van de warmteopwekker aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warmteopwekker ----] ¬ StatusMet de functie kunt u de actuele status van de warmteopwekker(CV-ketel) aflezen: Uit, CV-functie, warmwaterbereiding.8.3.2 Waarde van de temperatuurvoeler VF1 aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warmteopwekker ----] ¬ VF1Met de functie kunt u de actuele waarde van de temperatuurvoelerVF1 aflezen.8.3.3 Open verdeler activerenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warmteopwekker ----] ¬ Open verdelerAlleen bij aangesloten actoSTOR VIH RLMet de functie kunt u in de thermostaat instellen ofde boiler via een open verdeler aan de CV-ketel aangeslotenis.8.4 Systeemconfiguratie: CV 1 en evt. CV 28.4.1 CV circuits activerenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ Circuit typeMet de functie kunt u vastleggen of CV 1 of evt. CV 2(als een uitbreidingsmodule VR 61/2 aangesloten is) ofzone (CV 2 zonder mengventiel) telkens actief of gedeactiveerdzijn.CV 1 is altijd als verwarmingscircuit gedefinieerd, CV 2altijd als mengcircuit.8.4.2 Einde van het actuele tijdvenster aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ Auto dag totMet de functie kunt u voor een CV circuit vaststellen ofvoor de modus "Auto" een ingesteld tijdvenster actief isen hoe lang het tijdvenster nog duurt. De thermostaatmoet zich hiervoor in de modus "Autostand" bevinden.De weergave gebeurt in uur:min.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0029


8Functiebeschrijving8.4.3 Gewenste kamertemperatuur instellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ Gewenste kamer temp.Met de functie kunt u de gewenste kamertemperatuurafzonderlijk per CV circuit instellen.8.4.9 Status van de CV circuitmenger aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 2 ----] ¬ Mengmoduul statusMet de functie kunt u de actuele status (Open, Dicht,Midden) van de CV circuitmenger van CV 2 aflezen.8.4.4 Kamertemperatuur aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1 ----] ¬ KamertemperatuurMet de functie kunt u de actuele waarde van de in dethermostaat ingebouwde kamertemperatuurvoeleraflezen.8.4.5 Nachttemperatuur ( verlagingstemperatuur)instellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ Nacht temperatuurMet de functie kunt u de gewenste nachttemperatuur(verlagingstemperatuur) afzonderlijk per CV circuitinstellen. De nachttemperatuur is de temperatuurwaarop de verwarming in tijden van geringe warmtebehoefte(bijv. 's nachts) verlaagd moet worden.8.4.6 Gewenste aanvoertemperatuur aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ Aanvoertemp. Gew.Met de functie kunt u de gewenste aanvoertemperatuurafzonderlijk per CV circuit aflezen.8.4.7 Aanvoertemperatuur aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ AanvoertemperatuurMet de functie kunt u de actuele temperatuur afzonderlijkper CV circuit aflezen.8.4.8 Status van de CV circuitpomp aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ Pomp statusAlleen bij aangesloten VR 61/2Met de functie kunt u de actuele status (aan, uit) van deCV circuitpomp afzonderlijk per CV circuit aflezen.8.4.10 Kamerthermostaat activerenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ KamerthermostaatMet de functie kunt u vastleggen of de ingebouwde temperatuurvoelerin de thermostaat of in de afstandsbedieninggebruikt moet worden.Voorwaarde: de thermostaat is niet in de CV-ketel geïnstalleerd,maar in wandmontage aangebracht of deafstandsbediening VR 81/2 is aangesloten.Geen:De temperatuurvoeler wordt voor de regeling nietgebruikt.Compensatie:De ingebouwde temperatuurvoeler meet de actuelekamertemperatuur in de referentiekamer. Deze waardewordt met de gewenste kamertemperatuur vergelekenen leidt bij een verschil tot een aanpassing van de verwarmingsaanvoertemperatuurdoor de zogenaamde"Effectieve gewenste kamertemperatuur".Effectieve gewenste kamertemp. = ingestelde gewenstekamertemp. + (ingest. gew. kamertemp. - gemeten gew.kamertemp.).In de plaats van de ingestelde gewenste kamertemperatuurwordt dan de effectieve gewenste kamertemperatuurvoor de regeling gebruikt.Thermostaat:Functie zoals compensatie, toch wordt bijkomend het CVcircuit uitgeschakeld als de gemeten gewenste kamertemperatuur+ 3 °C hoger is dan de ingestelde gewenstekamertemperatuur.Als de kamertemperatuur opnieuw 2 °C onder de ingesteldegewenste kamertemperatuur daalt, dan wordt hetCV circuit opnieuw ingeschakeld.Het gebruik van de kamerthermostaat leidt in combinatiemet een zorgvuldige gekozen stooklijn tot een optimaleregeling van de CV-installatie.8.4.11 Automatische zomertijdherkenning activerenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ ZomerstandMet de functie kunt u vastleggen of de thermostaat dooreen temperatuurberekening voor alle CV circuits samenautomatisch de modus "Zomerstand" moet activeren. Dethermostaat blijft verder in de autostand.30<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Functiebeschrijving8U activeert de functie door een offsetwaarde (° K) in testellen. De thermostaat activeert de zomerstand als debuitentemperatuur groter is dan of gelijk aan degewenste kamertemperatuur + ingestelde offsetwaarde.De gewenste kamertemperatuur is bijv. 's nachts de verlagingstemperatuur.De thermostaat deactiveert dezomerstand als de buitentemperatuur lager is dan degewenste kamertemperatuur + de ingestelde offsetwaarde- 1 K.8.4.12 Stooklijn instellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ StooklijnAls de instelling van de stooklijn niet voldoende is omhet woonklimaat volgens de wensen van de gebruiker teregelen, kunt u de bij de installatie uitgevoerde instellingvan de stooklijn aanpassen.8.4.13 Minimale aanvoertemperatuur voor CV circuitsinstellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ Min. TemperatuurU kunt een minimumwaarde voor de aanvoertemperatuurvoor elk CV circuit aangeven die bij de regeling nietonderschreden mag worden. De thermostaat vergelijktde berekende aanvoertemperatuur met de ingesteldewaarde voor de minimumtemperatuur en regelt bij eenverschil bij tot een grotere waarde.8.4.14 Maximale aanvoertemperatuur voormengcircuit instellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 2 ----] ¬ Max. TemperatuurAlleen bij aangesloten VR 61/2U kunt een maximumwaarde voor de aanvoertemperatuurvoor CV 2 opgeven die bij de regeling niet overschredenmag worden. De thermostaat vergelijkt deberekende aanvoertemperatuur met de ingesteldewaarde voor de maximumtemperatuur en regelt bij eenverschil bij tot een kleinere waarde.8.4.15 Status van speciale modi aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ Bijzondere functieMet de functie kunt u vaststellen of voor een CV circuitactueel een speciale modus (bijzondere functie), zoalsbijv. party, stootventilatie enz. actief is.8.4.16 Regelingsgedrag buiten tijdvensters opgevenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[CV 1/2 ----] ¬ Systeem Auto uitMet de functie kunt u het gedrag van de thermostaat inde autostand buiten een actief tijdvenster voor elk CVcircuit afzonderlijk opgeven.Fabrieksinstelling: Vorst bev.U hebt de keuze uit drie regelingsmodi die u door hetgebruik van de kamerthermostaat nog verder kunt aanpassen:– Vorstbescherming: De verwarmingsfunctie is uitgeschakelden de vorstbescherming is actief. De CV circuitpompis uitgeschakeld.Bij een aangesloten tweede CV circuit is de CV circuitpompuitgeschakeld en de CV circuitmenger is gesloten.De buitentemperatuur wordt bewaakt. Als de buitentemperatuuronder 3 °C daalt, dan schakelt dethermostaat na het verstrijken van de vorstbeschermingsvertragingstijdde CV circuitpomp gedurende10 minuten in. Bij een aangesloten tweede CV circuitblijft de CV circuitmenger gesloten. Na het verstrijkenvan de tijd controleert de thermostaat of de aanvoertemperatuurlager is dan 13 °C. Is de temperatuurhoger dan 13 °C, dan wordt de CV circuitpomp uitgeschakeld.Bij een aangesloten tweede CV circuit wordt de temperatuurvan de temperatuurvoeler VF2 geëvalueerden de CV circuitpomp wordt bij een temperatuur vanmeer dan 13 °C uitgeschakeld. Is de temperatuur lagerdan 13 °C, dan schakelt de thermostaat de verwarmingsfunctiein en de CV circuitpomp wordt vrijgegeven.De thermostaat zet de gewenste kamertemperatuurop 5 °C en controleert opnieuw of de buitentemperatuur4 °C bereikt heeft. Is de buitentemperatuurhoger dan 4 °C, dan schakelt hij de verwarmingsfunctieen de CV circuitpomp uit.– ECO: De verwarmingsfunctie is uitgeschakeld.Bij een aangesloten tweede CV circuit is de CV circuitpompuitgeschakeld en de CV circuitmenger is gesloten.De buitentemperatuur wordt bewaakt. Daalt debuitentemperatuur onder 3 °C, dan schakelt de thermostaatna het verstrijken van de vorstbeschermingsfunctiede verwarmingsfunctie in. De CV circuitpompis vrijgegeven.Is een tweede CV circuit aangesloten, dan zijn de CVcircuitpomp en de CV circuitmenger vrijgegeven. Dethermostaat regelt de gewenste kamertemperatuurtot op de ingestelde "Nachttemperatuur". Ondanksingeschakelde verwarmingsfunctie is de branderalleen indien nodig actief. De verwarmingsfunctieblijft ingeschakeld tot de buitentemperatuur boven4 °C stijgt, daarna schakelt de thermostaat de verwarmingsfunctieopnieuw uit, maar de bewaking van debuitentemperatuur blijft actief.– Nachttemperatuur: De verwarmingsfunctie is ingeschakelden de gewenste kamertemperatuur wordt opde ingestelde "Nachttemperatuur" gezet en tot op de"Nachttemperatuur" geregeld.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0031


8Functiebeschrijving8.5 Systeemconfiguratie: warm water8.5.1 Gewenste temperatuur voor boiler instellen(gewenste temperatuur warm water)Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warm Water ----] ¬ Boiler temp. Instel.Met de functie kunt u de gewenste temperatuur vooreen aangesloten boiler ("Gewenste temperatur warmwater") vastleggen.Hiervoor moet aan de CV-ketel de temperatuur voor deboiler op de hoogste waarde ingesteld zijn.De temperatuur moet u zo kiezen dat de warmtebehoeftevan de gebruiker net gedekt wordt.8.5.2 Werkelijke temperatuur van de boiler aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warm Water ----] ¬ Boiler temp.Met de functie kunt u de actuele meetwaarde van de boilervoelerSP1 aflezen.8.5.3 Status van de boilerpomp aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warm Water ----] ¬ BoilerpompMet de functie kunt u de status van de boilerpomp (aan,uit) aflezen.8.5.4 Status van de CV-pomp aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warm Water ----] ¬ CV-pompMet de functie kunt u de status van de CV-pomp (aan,uit) aflezen.8.5.5 Dag voor uitvoering van delegionellabeveiligingsfunctie vastleggenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warm Water ----] ¬ Legionella bev. DagMet de functie kunt u een dag of een blok van dagenvoor de uitvoering van de legionellabeveiligingsfunctievastleggen.Als de legionellabeveiliging geactiveerd is, dan wordenop de vastgelegde dag of het vastgelegde blok vandagen de betreffende boiler en de betreffende warmwaterleidingentot op een temperatuur van meer dan 60 °Copgewarmd. Hiervoor wordt de waarde van de gewensteboilertemperatuur automatisch tot 70 °C (met 5 K–hysterese)verhoogd. De CV-pomp wordt ingeschakeld.De functie wordt automatisch beëindigd als de boilervoelerSP1 langer dan 60 minuten een temperatuur van60 °C vaststelt of na afloop van een tijd van 120 minuten(om "ophangen" in deze functie bij gelijktijdig tappen tevermijden).Fabrieksinstelling = Uit betekent geen legionellabeveiliging(wegens verbrandingsgevaar)!Als "Dagen Buitenshuis" (vakantie) gepland werden, danis de legionellabeveiligingsfunctie gedurende deze dagenniet actief. Deze functie wordt direct op de eerste dag nahet verstrijken van de "Dagen Buitenshuis" (vakantie) enop de vastgelegde dag/het vastgestelde blok van dagenop de vastgelegde tijd uitgevoerd (¬ Hfdst. 8.5.6).Voorbeeld:De legionellabeveiligingsfunctie moet wekelijks op dinsdagom 08:00 uur uitgevoerd worden. De geplande"Dagen buitenshuis" (vakantie) eindigen op zondag om24:00 uur. De legionellabeveiligingsfunctie wordt opmaandag om 00:00 uur geactiveerd en op dinsdag08:00 uur uitgevoerd.8.5.6 Tijdstip voor uitvoering van delegionellabeveiligingsfunctie vastleggenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warm Water ----] ¬ Anti-legionella TijdMet de functie kunt u het tijdstip voor de uitvoering vande legionellabeveiliging vastleggen.Bij het bereiken van de tijd op de vastgelegde dag of hetblok van dagen start de functie automatisch, indien geen"Dagen Buitenshuis" (vakantie) gepland zijn.8.5.7 Offset voor lading van de boiler vastleggenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warm Water ----] ¬ Boiler opwarmen aanAlleen bij aangesloten VR 61/2 of VR 68/2Met de functie kunt u een offsetwaarde ( K) voor degewenste temperatuur voor warm water vastleggen. Deboiler wordt dan met de temperatuur geladen die uit desom van de gewenste temperatuur voor het warmewater en deze offsetwaarde ontstaat.8.5.8 Nalooptijd voor boilerpomp vastleggenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warm Water ----] ¬ Oplaadpomp naloopMet de functie kunt u een nalooptijd voor de boilerpompvastleggen. De voor het laden van de boiler vereistehoge aanvoertemperatuur wordt door de laadpompnaloopnog zoveel mogelijk naar de boiler geleid voor deCV circuits, vooral het brandercircuit, opnieuw voor deverwarmingsfunctie vrijgegeven worden.Als de boilerlading beëindigd is ("Gewenste temperaturwarm water" bereikt), dan schakelt de thermostaat deCV-ketel uit. De nalooptijd voor de boilerpomp begint. De32<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Functiebeschrijving8thermostaat schakelt de boilerpomp na het verstrijkenvan de nalooptijd automatisch uit.Als een boiler VIH RL aangesloten is en als de boilerdirect aan de CV-ketel aangesloten is, dan heeft de functiegeen gevolg.8.5.9 Parallelle lading (boiler en mengcircuit)activerenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warm Water ----] ¬ Paral. Boiler opladenMet de functie kunt u voor het aangesloten mengcircuitvastleggen dat tijdens een lading van de boiler hetmengcircuit verder verwarmd wordt.Als de parallelle lading geactiveerd is, dan loopt tijdenshet laden van de boiler de toevoer naar de mengcircuitsverder. Zolang er verwarmingsbehoefte in het mengcircuitbestaat, schakelt de thermostaat de CV circuitpompin het mengcircuit niet uit.Het CV 1 wordt bij een boilerlading altijd uitgeschakeld.8.5.10 Relaisuitgang boilerpomp en CV-pompinstellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Warm Water ----] ¬ Relaisuitgang LP/ZPAlleen bij aangesloten VR 61/2Met de functie kunt u voor een gerealiseerd hydraulischschema de gewenste aansturing van een boilerpomp(LP) of een CV-pomp (ZP) via de thermostaat activeren.De instelling "Niet aangesloten" betekent dat de uitgangaan de VR 61/2 niet gebruikt wordt.8.6 Systeemconfiguratie: zonnesysteem8.6.1 Waarde van de boilervoeler SP2 aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Sensor boiler 2Alleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u de actuele meetwaarde van deboilervoeler SP2 aflezen.8.6.2 Waarde van de zonneopbrengstvoeler aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ OpbrengstvoelerAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u de actuele meetwaarde van deopbrengstvoeler aflezen.8.6.3 Status van de zonnepomp aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Status zonnepompAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u de actuele status van de zonnepomp(aan, uit) aflezen.8.6.4 Waarde van de voeler TD1 aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Sensor TD1Alleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u de actuele meetwaarde van de boilervoelerTD1 aflezen.8.6.5 Waarde van de voeler TD2 aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Sensor TD2Alleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u de actuele meetwaarde van de boilervoelerTD2 aflezen.8.6.6 Status van het multifunctioneel relais aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Stat. multifunct. relais,Alleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u de actuele status van het multifunctioneelrelais (aan, uit) aflezen.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0033


8Functiebeschrijving8.6.7 Looptijd van de zonnepomp aflezenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Draaitijd zonne PompAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u de gemeten bedrijfsuren van dezonnepomp sinds de ingebruikneming of sinds de laatstereset aflezen.8.6.8 Looptijdmeting van de zonnepomp resettenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Reset DraaitijdAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u de opgetilde bedrijfstijd in urenvan de looptijdmeting van de zonnepomp op 0 terugzetten.8.6.9 Inschakelverschilbesturing voor zonnepompactiverenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Pomp aansturingAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u het zonnecircuit zo lang mogelijkop de inschakelwaarde en hierdoor in werking houden.Hiervoor wordt de pomp afhankelijk van het verschil tussencollector- en "Boiler onder" in cycli in- en uitgeschakeld.Bij het bereiken van het inschakelverschil wordt de functiemet 30% van de inschakelduur gestart – d.w.z., depomp wordt gedurende 18 seconden in- en daarna gedurende42 seconden uitgeschakeld.Stijgt het temperatuurverschil, dan wordt de inschakelduurverhoogd (bijv. 45 s aan, 15 s uit). Daalt het temperatuurverschil,dan wordt de inschakelduur verlaagd(bijv. 20 s aan, 40 s uit). De periodeduur bedraagt altijdeen minuut.iGeldtniet in combinatie met een zonnestationVMS.8.6.10 Voorrang voor lading van de boilersvastleggenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Eerste boilerAlleen bij aangesloten VR 68/2Bij installaties met meer dan een via zonne-energie geladenboiler wordt de eerste boiler prioritair geladen. Metde functie kunt u een eerste boiler vastleggen.1 = boiler 1 is de boiler met boilervoeler SP12 = boiler 2 is de boiler met boilervoeler TD1Deze functie werkt alleen als u bij de instelling voorhet multifunctioneel relais "Boiler 2" instelt(¬ Hfdst. 8.6.12).8.6.11 Doorstromingshoeveelheid van hetzonnecircuit instellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Zonne volume stroomAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u de doorstromingshoeveelheid voorhet zonnecircuit instellen. De juiste instelling van dedoorstromingshoeveelheid is nodig opdat de zonneopbrengstjuist bepaald kan worden.De instelling van de doorstromingshoeveelheid is afhankelijkvan de instelling van de zonnepomp. Een verkeerdeinstelling leidt tot een foute berekening van de zonneopbrengst.8.6.12 Instelling voor multifunctioneel relaisvastleggenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Multifunctioneel relaisAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u vastleggen of afhankelijk van hetgeïnstalleerde hydraulische schema een verschilregelingmoet plaatsvinden en of de tweede boiler geladen moetworden.8.6.13 Zonnepompkick activerenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Zonnepomp KickAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u een pompkick voor de zonnepompactiveren om de temperatuurregistratie van de collectortemperatuurte versnellen.Afhankelijk van het type komt het bij sommige collectorentot een tijdsvertraging bij het bepalen van de meetwaardevoor de temperatuurregistratie. Met de functiezonnepompkick kunt u de tijdsvertraging verkorten.Bij een geactiveerde zonnepompkickfunctie wordt dezonnepomp gedurende 15 s ingeschakeld (zonnepompkick)als de temperatuur aan de collectorvoeler met2 K/uur gestegen is. Daardoor wordt de verwarmdecollectorvloeistof sneller naar het meetpunt getransporteerd.Als het temperatuurverschil tussen collector en boilerhet ingestelde inschakelverschil overschrijdt, dan looptde zonnepomp zo lang tot de boiler opgewarmd is (verschilregeling).34<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Functiebeschrijving88.6.14 Zonnecircuitbeveiliging instellenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Zonne circuit beveiligingAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u een temperatuurgrens voor degemeten collectortemperatuur in het zonnecircuit vastleggen.Als de voorhanden zonnewarmte-energie deactuele warmtebehoefte (bijv. alle boilers volledig geladen)overstijgt, dan kan de temperatuur in het collectorveldsterk stijgen.Wordt de ingestelde veiligheidstemperatuur aan de collectorvoeleroverschreden, dan wordt de zonnepomp terbescherming van het zonnecircuit (pomp, ventielen etc.)tegen oververhitting uitgeschakeld. Na het afkoelen(30 K hysterese) wordt de zonnepomp opnieuw ingeschakeld.In combinatie met een zonnestation VMS wordt deinstelparameter uitgeschakeld. Het zonnestation heefteen eigen veiligheidsfunctie, die altijd is geactiveerd.8.6.15 Maximale temperatuur voor zonneboilervastleggenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] ¬ Max. TemperatuurAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u een maximumwaarde als begrenzingvan de zonneboilertemperatuur vastleggen om eenzo hoog mogelijke opbrengst uit de zonneboileropwarming,maar ook een verkalkingsbeveiliging te garanderen.Voor de meting wordt het maximum van de boilervoelersSP1 en SP2 gebruikt.Voor de tweede boiler (zwembad) wordt de boilervoelerTD1 gebruikt.Als de ingestelde maximumtemperatuur overschredenwordt, dan schakelt de thermostaat de zonnepomp uit.Opwarming m.b.v. zonne-energie wordt pas weer vrijgegeven,wanneer de temperatuur bij de actieve voeler1,5 K beneden de maximumtemperatuur is gedaald.De maximumtemperatuur kunt u voor elke boiler afzonderlijkinstellen.De ingestelde maximumtemperatuur mag niet hoger zijndan de maximaal toegestane boilerwatertemperatuurvan de gebruikte boiler!8.6.16 Inschakelverschilwaarde voor zonneladingvastleggenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] [Zonneboiler1/2 ----] ¬ InschakelverschilAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u een verschilwaarde voor de startvan de zonnelading vastleggen. Als het temperatuurverschiltussen boilervoeler SP2 en collectorvoeler KOL1 deingestelde waarde overschrijdt, dan schakelt de thermostaatde zonnepomp in en de zonneboiler wordt geladen.De verschilwaarde kan afzonderlijk voor twee aangeslotenzonneboilers vastgelegd worden.iGeldtniet in combinatie met een zonnestationVMS.8.6.17 Uitschakelverschilwaarde voor zonneladingvastleggenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] [Zonneboiler1/2 ----] ¬ UitschakelverschilAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u een verschilwaarde voor de stopvan de zonnelading vastleggen. Als het temperatuurverschiltussen boilervoeler SP2 en collectorvoeler KOL1 deingestelde waarde onderschrijdt, dan schakelt de thermostaatde zonnepomp uit en de zonneboiler wordt nietmeer geladen.De uitschakelverschilwaarde moet minstens 1 K kleinerzijn dan de ingestelde inschakelverschilwaarde. Daaromwordt bij het onderschrijden van 1 K automatisch dewaarde voor het instelverschil mee versteld!De verschilwaarde kunt u afzonderlijk voor twee aangeslotenzonneboilers vastleggen.iGeldtniet in combinatie met een zonnestationVMS.8.6.18 Inschakelverschilwaarde voor tweedeverschilregeling vastleggenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] [2e Differentiatie regeling ----]¬ Inschakel verschilAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u een verschilwaarde voor de startvan de zonneondersteuning vastleggen.Als het temperatuurverschil tussen boilervoeler TD1 entemperatuurvoeler TD2 in de retourleiding van het zonnecircuitde ingestelde waarde overschrijdt, dan stuurtde thermostaat de uitgang MA ( multifunctioneel relais)aan.Deze functie is alleen actief als bij de instelling voorhet multifunctioneel relais "Diff.reg." gekozen is(¬ Hfdst. 8.6.12).<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0035


8Functiebeschrijving8.6.19 Uitschakelverschilwaarde voor tweedeverschilregeling vastleggenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie[Zonne systeem ----] [2e Differentiatie regeling ----]¬ Uitschakel verschilAlleen bij aangesloten VR 68/2Met de functie kunt u een verschilwaarde voor de stopvan de zonneondersteuning vastleggen.Als het temperatuurverschil tussen boilervoeler TD1 entemperatuurvoeler TD2 in de retourleiding van het zonnecircuitde ingestelde waarde onderschrijdt, dan schakeltde thermostaat de uitgang MA (multifunctioneelrelais) uit.Deze functie is alleen actief als bij de instelling voor hetmultifunctioneel relais "Diff.reg." gekozen is(¬ Hfdst. 8.6.12).8.7 Uitbreidingsmodule voor sensor-/werkingtestselecterenMenu ¬ Installateurniveau ¬ sensor / werking test¬ [Selecteren module]Met de functie kunt u een aangesloten uitbreidingsmodulevoor de sensor-/werkingstest selecteren.De thermostaat somt de actoren en sensoren van degekozen uitbreidingsmodule op.Als u de keuze van een actor met "OK" bevestigt, danschakelt de thermostaat het relais in. De actor kan opzijn werking gecontroleerd worden. Alleen de aangestuurdeactor is actief, alle andere actoren zijn gedurendedeze tijd "uitgeschakeld".U kunt bijv. een menger in richting "OPEN" laten lopenen controleren of de menger juist aangesloten is of eenpomp aansturen en controleren of de pomp opstart.Als u een sensor selecteert, geeft de thermostaat demeetwaarde van de gekozen sensor weer. Lees de meetwaardenvan de sensoren voor het gekozen componentaf en controleer of de verschillende sensoren de verwachtewaarden (temperatuur, druk, doorstroming ...)leveren.8.8 Vloerdroogfunctie activerenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Vloerdroog functie¬ CV 1/2Met de functie kunt u een pas gelegde afwerklaag volgensde bouwvoorschriften volgens een vastgelegd tijdsentemperatuurplan "droogstoken".Als de vloerdroogfunctie geactiveerd is, dan zijn allegekozen modi onderbroken.De thermostaat regelt de aanvoertemperatuur van hetgeregelde CV circuit onafhankelijk van de buitentemperatuurvolgens een tevoren ingesteld programma.De functie is voor CV 1 en CV 2 beschikbaar, maar nietvoor beide CV circuits tegelijk. Als een mengmoduleVR 61 aangesloten is, dan is de functie alleen voor CV 2beschikbaar. De thermostaat gebruikt CV 1 in de ingesteldemodus.Gewenste aanvoertemperatuur op de startdag 1: 25 °C.Dagen na de start van defunctieGewenste aanvoertemp. voordeze dag [°C]1 252 303 354 405 456 - 12 4513 4014 3515 3016 2517 - 23 10 (Functie vorstbescherming,pomp in bedrijf)24 3025 3526 4027 4528 3529 25Tab. 8.1 Tijd- en temperatuurprofiel vloerdroogfunctieOp het display wordt de bedrijfsmodus met de actueledag en de gewenste aanvoertemperatuur weergegeven,de lopende dag kunt u handmatig instellen.Bij het opstarten van de functie wordt het tijdstip van destart opgeslagen. De dagwisseling verloopt precies volgensdeze tijd.Na net-uit/net-aan start de vloerdroogfunctie met delaatste actieve dag.De functie eindigt automatisch als de laatste dag vanhet temperatuurprofiel afgelopen is (dag = 29)ofals u de startdag op 0 zet (dag = 0).8.9 Code voor installateurniveau veranderenMenu ¬ Installateurniveau ¬ Code veranderenMet de functie kunt u de toegangscode voor het bedieningsniveau"Installateurniveau" veranderen.Als de code niet meer beschikbaar is, moet u de thermostaatop de fabrieksinstelling terugzetten om op nieuwtoegang tot het installateurniveau te verkrijgen.36<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Functiebeschrijving88.10 Functies van het gebruikersniveau– Taal selecteren– Datum, tijd instellen– Zomertijd instellen– Contrast instellen– Offset kamertemperatuur instellen– Offset buitentemperatuur instellen– Modi voor het CV-bedrijf, de warmwaterbereiding ende CV-pomp instellen– CV circuits benamen– Fabrieksinstelling herstellen– Speciale modi activeren– Gewenste temperaturen voor CV 1/CV 2 instellen– Gewenste temperaturen voor warmwaterbereidinginstellen– Tijdsprogramma's voor CV 1/CV 2, warmwaterbereidingen CV-pomp instellen– Dagen buitenshuis (vakantiefunctie)– Dagen thuis (feestdagfunctie)– Zonneopbrengst resetten<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0037


9Overdracht aan de gebruiker9 Overdracht aan de gebruikerDe gebruiker van de thermostaat moet u over de bedieningen functie van de thermostaat informeren.> Overhandig de gebruiker alle gebruiksaanwijzingen enoverige papieren, zodat hij/zij deze kan bewaren.> Geef het artikelnummer van de thermostaat door aande gebruiker.> Wijs de gebruiker erop dat de handleidingen in debuurt van de klokthermostaat moeten wordenbewaard.> Neem samen met de gebruiker de gebruiksaanwijzingdoor en beantwoord eventueel zijn vragen.> Om personen tegen brandwonden te beschermen,dient u de gebruiker erover te informeren– of de functie legionellabeveiliging geactiveerd is,– wanneer de functie legionellabeveiliging start,– of een koudwatermengkraan als beschermingtegen verbranding ingebouwd is.> Om storingen te vermijden, dient u de gebruikererover te informeren welke regels in acht genomenmoeten worden:– de CV-installatie alleen in een technisch perfectestaat gebruiken,– geen veiligheids- en bewakingsinrichtingen verwijderen,overbruggen of buiten werking stellen,– storingen en schade die de veiligheid in gevaarbrengen onmiddellijk laten verhelpen,– als de thermostaat in de woonruimte geïnstalleerdis, erop letten dat de thermostaat niet door meubels,gordijnen of andere voorwerpen afgedekt isen dat alle radiatorkranen in de ruimte waarin dethermostaat gemonteerd is, volledig opengedraaidzijn.> Om vorstschade te vermijden, dient u de gebruiker bijde overdracht erover te informeren dat– de gebruiker ervoor moet zorgen dat bij zijn afwezigheidtijdens een vorstperiode de CV-installatie inwerking blijft en de ruimtes voldoende verwarmdworden,– de gebruiker de aanwijzingen i.v.m. de vorstbeschermingin acht moet nemen.38<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Herkennen en verhelpen van storingen 1010 Herkennen en verhelpen vanstoringen10.1 FoutmeldingenAls er een fout in uw CV-installatie optreedt, dan verschijnteen foutmelding in de plaats van de basisweergaveop het display van de thermostaat. Met de functietoets"Vorige" is het mogelijk om opnieuw naar de basisweergavete gaan.Als het display donker blijft of wanneer u via de functietoetsenof de draaiknop geen verandering op het displaykunt uitvoeren, is er sprake van een toestelfout.U kunt alle actuele foutmeldingen ook onder het menupunt"Informatie/Systeem status" aflezen (¬ 10.2).Weergave Betekenis Aangesloten toestellen OorzaakStoring VerwarmingstoestelStoring van de CV-ketel CV-ketel Zie handleiding CV-ketelCommunicatiefout Storing aansluiting CV-ketel CV-ketel Kabel defect, steekverbinding niet correctCV-ketelCommunicatiefout Storing aansluiting boiler BoilerKabel defect, steekverbinding niet correctVIH RLactoSTOR VIH RLStoringElektrische anodeStoring elektrische anodeBoilerBoileractoSTOR VIH RLKabel defect, steekverbinding niet correct, elektrischeanode defectStoring T1 Sensor Fout temperatuursensor 1 Temperatuursensor 1 Kabel defect, steekverbinding niet correct, temperatuursensordefectStoring T2 Sensor Fout temperatuursensor 2 Temperatuursensor 2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, temperatuurvoelerdefectStoring T3 Sensor Fout temperatuursensor 3 Temperatuursensor 3 Kabel defect, steekverbinding niet correct, temperatuursensordefectStoring T4 Sensor Fout temperatuursensor 4 Temperatuursensor 4 Kabel defect, steekverbinding niet correct, temperatuursensordefectCommunicatiefout Storing aansluiting zonnemodule Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correctVR 68/2 ontbreekt VR 68/2KOL Sensor Defect Storing collectorsensor Zonnemodule VR 68/2 Collectorsensor defectSP1 Sensor Defect Fout boilersensor 1 eerste boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersensordefectSP2 Sensor Defect Fout boilersensor 2 eerste boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersensordefectTD1 Sensor Defect Fout boilersensor 1 tweede boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersensordefectTD2 Sensor Defect Fout boilersensor 2 tweede boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersensordefectStoringZonneopbrengstsensorStoring zonneopbrengssensor Zonneopbrengstsensor Kabel defect, steekverbinding niet correct, zonneopbrengstsensordefectCommunicatiefoutVR 61/2Storing aansluiting mengmoduleVR 61/2Mengmodule VR 61/2Kabel defect, steekverbinding niet correctVF2 Sensor Defect Storing aanvoersensor VF2 Mengmodule VR 61/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, aanvoersensordefectTab. 10.1 Foutmeldingen<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0039


10 Herkennen en verhelpen van storingen10.2 FoutenlijstMenu ¬ Informatie ¬ Systeem status ¬ Status[Niet ok]Als er een storing is, dan verschijnt de status "Niet OK".De rechter functietoets heeft in dit geval de functie "Display".Door het indrukken van de rechter functietoetskunt u de lijst van de foutmeldingen laten weergeven.iNietalle foutmeldingen van de lijst verschijnenautomatisch ook op het display.Weergave Betekenis Aangesloten toestellen OorzaakStoring VerwarmingstoestelStoring van de CV-ketel CV-ketel Zie handleiding CV-ketelCommunicatiefout Storing aansluiting CV-ketel CV-ketel Kabel defect, steekverbinding niet correctCV-ketelBuitensensor reinigen Buitensensor Buitensensor vervuildCommunicatiefout Storing aansluiting boiler BoilerKabel defect, steekverbinding niet correctactoSTORactoSTOR VIH RLFout elektrische anode Storing elektrische anodeBoilerBoileractoSTOR VIH RLKabel defect, steekverbinding niet correct, elektrischeanode defectStoring T1 Sensor Fout temperatuursensor 1 Temperatuursensor 1 Kabel defect, steekverbinding niet correct, temperatuursensordefectStoring T2 Sensor Fout temperatuursensor 2 Temperatuursensor 2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, temperatuursensordefectStoring T3 Sensor Fout temperatuursensor 3 Temperatuursensor 3 Kabel defect, steekverbinding niet correct, temperatuursensordefectStoring T4 Sensor Fout temperatuursensor 4 Temperatuursensor 4 Kabel defect, steekverbinding niet correct, temperatuursensordefectWarmtewisselaar verkalktWarmtewisselaar van de CV-ketel CV-ketelZie handleiding CV-ketelverkalktCommunicatiefout Storing aansluiting zonnemodule Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correctVR 68/2VR 68/2KOL Sensor Defect Collectorvoeler Zonnemodule VR 68/2 Collectorsensor defectSP1 Sensor Defect Fout boilersensor 1 eerste boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersensordefectSP2 Sensor Defect Fout boilersensor 2 eerste boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersensordefectTD1 Sensor Defect Fout boilersensor 1 tweede boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersensordefectTD2 Sensor Defect Fout boilersensor 2 tweede boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersensordefectZonneopbrengstsensorFout van de zonneopbrengstsensorZonneopbrengstsensor Kabel defect, steekverbinding niet correct, zonneopbrengstsensordefectCommunicatiefout Fout aansluiting mengmodule Mengmodule VR 61/2 Kabel defect, steekverbinding niet correctVR 61/2VR 61/2VF2 Sensor Defect Storing aanvoersensor VF2 Mengmodule VR 61/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, aanvoersensordefectTab. 10.2 Lijst van de foutmeldingen10.3 Fabrieksinstelling herstellenU kunt uw instellingen naar de fabrieksinstelling terugzetten(¬ Gebruiksaanwijzing).40<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Garantie en serviceteam1111 Garantie en serviceteamFabrieksgarantie (België)De producten van de NV <strong>Vaillant</strong> zijn gewaarborgd tegenalle materiaal- en constructiefouten voor een periodevan twee jaar vanaf de datum vermeld op de aankoopfactuurdie u heel nauwkeurig dient bij te houden.De waarborg geldt alleen onder de volgende voorwaarden:1. Het toestel moet door een erkend gekwalificeerd vakmangeplaatst worden die er, onder zijn volledigeverantwoordelijkheid, op zal letten dat de normenen installatievoorschriften nageleefd worden.2. Het is enkel aan de technici van de <strong>Vaillant</strong> fabriektoegelaten om herstellingen of wijzigingen aan hettoestel onder garantie uit te voeren, opdat dewaarborg van toepassing zou blijven. De origineleonderdelen moeten in het <strong>Vaillant</strong> toestel gemonteerdzijn, zoniet wordt de waarborg geannuleerd.3. Teneinde de waarborg te laten gelden, moet u ons degarantiekaart volledig ingevuld, ondertekend engefrankeerd terugzenden binnen de veertien dagenna de installatie!De waarborg wordt niet toegekend indien de slechtewerking van het toestel het gevolg is van een slechteregeling, door het gebruik van een niet overeenkomstigeenergie, een verkeerde of gebrekkige installatie, de nietnalevingvan de gebruiksaanwijzing die bij het toestelgevoegd is, door het niet opvolgen van de normenbetreffende de installatievoorschriften, het type lokaalof verluchting, verwaarlozing, overbelasting, bevriezing,elke normale slijtage of elke handeling van overmacht. Indit geval zullen onze prestaties en de geleverde onderdelenaangerekend worden. Bij facturatie, opgesteld volgensde algemene voorwaarden van de na-verkoopdienst,wordt deze steeds opgemaakt op de naam van depersoon die de oproep heeft verricht en/of de naam vande persoon bij wie het werk is uitgevoerd, behoudensvoorafgaand schriftelijk akkoord van een derde persoon(bv. huurder, eigenaar, syndic, enz.) die deze factuur uitdrukkelijkten zijne laste neemt. Het factuurbedrag zalcontant betaald moeten worden aan de fabriekstechnicusdie het werk heeft uitgevoerd. Het herstellen of vervangenvan onderdelen tijdens de garantieperiode heeftgeen verlenging van de waarborg tot gevolg. De toekenningvan garantie sluit elke betaling van schadevergoedinguit en dit tot voor om het even welke reden ze ookgevraagd wordt. Voor elk geschil, zijn enkel de Tribunalenvan het district waar de hoofdzetel van de vennootschapgevestigd is, bevoegd.Om alle functies van het <strong>Vaillant</strong> toestel op termijn vastte stellen en om de toegelaten toestand niet te veranderen,mogen bij onderhoud en herstellingen enkel nog originele<strong>Vaillant</strong> onderdelen gebruikt worden.Fabrieksgarantie (Nederland)Fabrieksgarantie wordt verleend alleen indien de installatieis uitgevoerd door een door <strong>Vaillant</strong> BV erkendeinstallateur conform de installatievoorschriften van hetbetreffende product.De eigenaar van een <strong>Vaillant</strong> product kan aanspraakmaken op fabrieksgarantie die conform zijn aan de algemenegarantiebepalingen van <strong>Vaillant</strong> BV.Garantiewerkzaamheden worden uitsluitend door de servicedienstvan <strong>Vaillant</strong> BV of door een door <strong>Vaillant</strong> BVaangewezen installatiebedrijf uitgevoerd.Eventuele kosten die gemaakt zijn voor werkzaamhedenaan een <strong>Vaillant</strong> product gedurende de garantieperiodekomen alleen in aanmerking voor vergoeding indienvooraf toestemming is verleend aan een door <strong>Vaillant</strong>BV aangewezen installatiebedrijf en als het conform dealgemene garantiebepalingen een werkelijk garantiegevalbetreft.Klantendienst (België)<strong>Vaillant</strong> NV- SARue Golden Hopestraat 151620 DrogenbosTel : 02 / 334 93 52Serviceteam (Nederland)Het Serviceteam dient ter ondersteuning van de installateuren is tijdens kantooruren te bereiken op nummer(020) 565 94 40.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0041


12 Buitenbedrijfstelling12 Buitenbedrijfstellinge Gevaar!Levensgevaar door spanningsvoerende aansluitingen!Bij werkzaamheden in de schakelkast van deCV-ketel bestaat levensgevaar door een elektrischeschok. Ook bij uitgeschakelde aan/uitschakelaarstaat er nog spanning op denetaansluitklemmen!> Voor u werkzaamheden in de schakelkastvan de CV-ketel uitvoert, schakelt u dehoofdschakelaar uit.> Verbreek de verbinding van de CV-ketelmet het elektriciteitsnet door de stekker uitde wandcontactdoos te trekken of de CVketelvia een scheidingsinrichting met eencontactopening van ten minste 3 mm (b.v.zekeringen of contactverbrekers) spanningsvrijte maken.> Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuwinschakelen.> Open de schakelkast alleen wanneer de CVketelniet meer onder spanning staat.12.1 Thermostaat buiten bedrijf stellenBij montage in de CV-ketel:> Open evt. de mantel aan de CV-ketel.> Neem de thermostaat voorzichtig uit de schakelkastvan de CV-ketel.> Maak de 6-polige randstekker op stekkerplaats X41van de CV-ketel los.> Sluit evt. de mantel aan de CV-ketel.12.2 Thermostaat recycleren en afvoerenZowel de thermostaat als de bijbehorende transportverpakkingbestaan hoofdzakelijk uit recyclebaar materiaal.12.2.1 ToestelDe thermostaat en alle toebehoren behoren niet tot hethuishoudelijke afval.> Zorg ervoor dat het oude toestel en eventueel aanwezigetoebehoren op een correcte manier worden afgevoerd.12.2.2 Verpakking> De afvoer van de transportverpakking gebeurt doorde erkende installateur die het toestel geïnstalleerdheeft.Als u de thermostaat van de CV-installatie wilt vervangenof demonteren, dan moet u eerst de CV-ketel buitenbedrijf stellen.> Neem voor de buitenbedrijfstelling de aanwijzingen inacht die in de handleiding van de CV-ketel staan.> Ga na of de CV-ketel spanningvrij is.Het verdere verloop is afhankelijk van de opstellingsplaatsvan de thermostaat.Bij montage aan de wand:> Leid een schroevendraaier in de gleuf (7) van dewandsokkel (2) (¬ Hfdst. 4.4.1).> Til de thermostaat (1) voorzichtig van de wandsokkel(2).> Maak de eBUS-leiding aan de klemlijst van de thermostaatlos.> Maak de eBUS-leiding aan de klemlijst van de CV-ketellos.> Schroef de wandsokkel van de wand.> Maak evt. de gaten in de wand dicht.42<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Technische gegevens1313 Technische gegevens13.1 Thermostaat <strong>calorMATIC</strong>Omschrijving Eenheid <strong>VRC</strong> 470Werkspanning U max V 24Stroomopname mA < 50Doorsnede aansluitleidingen mm 2 0,75…1,5Beschermingsklasse - IP 20Veiligheidscategorie - IIIToegestane omgevingstemperatuurmax.°C 50Hoogte mm 115Breedte mm 147Diepte mm 50Tab. 13.1 Technische gegevens <strong>calorMATIC</strong>13.2 VoelerweerstandenTemperatuur (°C)Weerstand (ohm)-25 2167-20 2067-15 1976-10 1862-5 17450 16195 149410 138715 124620 112825 102030 92035 83140 740Tab. 13.2 Voelerkenwaarden buitentemperatuurvoeler<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0043


14 Vakwoordenlijst14 VakwoordenlijstAanvoertemperatuurZie CV-aanvoertemperatuur.Auto_OffIn de "Modus Auto_Off" (installateurniveau) kan in hetautomatische bedrijf het regelingsgedrag buiten hetactieve tijdsvenster voor elk CV circuit afzonderlijk vastgelegdworden.Er staan drie regelingstypes (vorstbescherming, ECO,nachttemperatuur) ter beschikking die door het gebruikvan de kamerthermostaat nog verder aangepast kunnenworden.CV circuitEen CV circuit is een gesloten circuitsysteem van leidingenen warmteverbruikers (bijv. verwarmingstoestellen).Het opgewarmde water uit de CV-ketel stroom in hetCV circuit en komt als afgekoeld water opnieuw in deCV-ketel aan.Een CV-installatie beschikt normaal gezien over minimaaléén CV circuit. Er kunnen echter bijkomende CVcircuits aangesloten zijn, bijv. voor de voorziening vanmeerdere woningen of een bijkomende vloerverwarming.CV-aanvoertemperatuurDe CV-ketel verwarmt water dat daarna door de CVinstallatiegepompt wordt. De temperatuur van ditwarme water bij het verlaten van de CV-ketel wordt aanvoertemperatuurgenoemd.CV-pompWanneer u de warmwaterkraan opent, kan het – afhankelijkvan de lengte van de leidingen – enkele ogenblikkenduren tot er warm water uit de kraan stroomt. EenCV-pomp pompt het warme water door de warmwaterleiding.Daardoor is bij het openen van de waterkraandirect warm water beschikbaar. Voor de CV-pomp kunnentijdvensters worden ingesteld.DCF77-ontvangerEen DCF77-ontvanger ontvangt via radio een tijdssignaalvan de zender DCF77 (D-Duitsland C-langegolfzenderF-Frankfurt 77). Het tijdssignaal stelt automatisch de tijdvan de thermostaat in en zorgt voor de automatischomschakeling tussen zomertijd en wintertijd. Een DCF77-tijdssignaal is niet in alle landen beschikbaar.Gewenste kamertemperatuur (gewenste temperatuur)De gewenste kamertemperatuur is de temperatuur die inde woning moet heersen en die u op de thermostaatheeft ingevoerd. De CV-ketel verwarmt tot de kamertemperatuurmet de gewenste kamertemperatuur overeenkomt.De gewenste kamertemperatuur geldt als richtwaardevoor de regeling van de aanvoertemperatuurvolgens de stooklijn.Gewenste waardenGewenste waarden zijn de waarden die u met de thermostaatinstelt, bijv. de gewenste kamertemperatuur of degewenste temperatuur voor de warmwaterbereiding.HK2HK2 betekent CV circuit 2 naast het toestelinterneCV circuit 1. Hiermee is het eerste CV circuit van deCV-installatie bedoeld.KamertemperatuurDe kamertemperatuur is de werkelijk gemeten temperatuurin de woning.KamerthermostaatIn de menupagina C8 "HK1 parameters" legt u in hetmenupunt "Kamerthermostaat" vast of u de ingebouwdetemperatuursensor in de thermostaat of in de afstandsbedieninggebruikt. Voorwaarde is, dat de thermostaatop de muur gemonteerd resp. de afstandsbedieningVR 81/2 aangesloten is.LegionellabacteriënLegionellabacteriën zijn in het water levende bacteriëndie zich snel vermeerderen en tot levensgevaarlijke longziekteskunnen leiden. Ze komen voor waar opgewarmdwater hen optimale voorwaarden om te vermeerderenbiedt. Kortstondig opwarmen van het water boven 60 °Cdoodt de legionellabacteriën.ModusMet de modi bepaalt u hoe uw CV-installatie of uwwarmwaterbereiding geregeld wordt, bijv. in het automatischebedrijf of handmatig.SoftkeyfunctieDe functie van de functietoetsen wisselt, afhankelijk vanhet menu waar u zich in bevindt.De actuele functies van de functietoetsen worden inde onderste displayregel weergegeven.StooklijnEen stooklijn geeft de verhouding tussen de buitentemperatuuren aanvoertemperatuur weer. Door de keuzevan een stooklijn kunt u de aanvoertemperatuur van deverwarming beïnvloeden en hierdoor ook de kamertemperatuur.Afb. 1 toont de mogelijke stooklijnen voor een gewenstekamertemperatuur van 20 °C.Als bijv. de stooklijn 0.4 gekozen is, dan wordt bij eenbuitentemperatuur van -15 °C op een aanvoertemperatuurvan 40 °C geregeld.44<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


Vakwoordenlijst 14Aanvoertemp.in °C70605040304.0 3.5 3.0 2.5 2.0 1.8 1.5Stooklijnen1.215 10 5 0 -5 -10 -15 -20Afb. 14.1 Diagram stooklijnenAanvoertemperatuur in °C7060504022 301.00.80.60.40.20.1Buitentemperatuur in °C20 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20Gewenste 18 As aBuitentemperatuur in °CkamertemperatuurAfb. 14.2 Parallelle verschuiving van de stooklijn0.4Als de stooklijn 0.4 gekozen is en voor de gewenstekamertemperatuur niet 20 °C, maar 21 °C opgegeven is,dan verschuift de stooklijn, zoals op afb. 2 weergegeven.Bij de 45° hellende as a wordt de stooklijn parallel verschovenovereenkomstig de waarde van de gewenstekamertemperatuur. Dat betekent dat bij een buitentemperatuurvan -15 °C de regeling voor een aanvoertemperatuurvan 45 °C zorgt.TijdvensterVoor de verwarming, de warmwaterbereiding en deCV-pomp kunnen per dag drie tijdsvensters ingesteldworden.Voorbeeld:Periode 1: Ma 09.00 - 12.00 uurPeriode 2: Ma 15.00 uur - 18.30 uurBij de verwarming wordt aan elk tijdsvenster eengewenste waarde toegewezen die de CV-installatie gedurendedeze tijd in acht neemt.Bij de warmwaterbereiding is voor alle tijdsvensters degewenste warmwaterwaarde doorslaggevend.Bij de CV-pomp bepalen de tijdvensters de bedrijfstijden.In de automatische modus gebeurt de regeling conformde instelwaarden van de tijdvensters.VerlagingstemperatuurDe verlagingstemperatuur is de temperatuur waarop uwCV-installatie de kamertemperatuur buiten geprogrammeerdetijdsvensters verlaagt.VorstbeschermingsfunctieDe vorstbescherming beschermt de CV-installatie en dewoning tegen schade door bevriezing. De functie is ookin de modus "Uit" actief.De vorstbeschermingsfunctie bewaakt de buitentemperatuur.Als de buitentemperatuur onder 3 °C daalt, danwordt de verwarmingspomp gedurende ca. 10 minuteningeschakeld en daarna opnieuw gedurende 10 tot60 min. (afhankelijk van de waarde van de buitentemperatuur)uitgeschakeld. Als de verwarmingsaanvoertemperatuurlager is dan 13 °C, dan wordt de CV-ketel ingeschakeld.De gewenste kamertemperatuur wordt op 5 °Cgeregeld. Als de buitentemperatuur boven 4 °C stijgt,dan blijft de bewaking van de buitentemperatuur actief,de CV-pomp en de CV-ketel worden uitgeschakeld.Als de buitentemperatuur onder -20 °C daalt, dan wordtde CV-ketel ingeschakeld. De gewenste kamertemperatuurwordt op 5 °C geregeld.VorstbeschermingsvertragingstijdDoor het instellen van een vorstbeschermingsvertragingstijd(installateurniveau) kan de activering van devorstbeschermingsfunctie (buitentemperatuur < 3 °C)een bepaalde tijd (1 - 12 uur) vertraagd worden.De ingestelde vertragingstijd voor de vorstbeschermingheeft ook gevolgen voor de functie "ECO" in de modus"Auto_Off" (zie aldaar).De vertragingstijd voor de vorstbescherming wordtactief wanneer de buitentemperatuur onder de 3 °C zakt.WarmwaterbereidingHet water in de warmwaterboiler wordt door het CV-toesteltot de gekozen gewenste temperatuur verwarmd.Als de temperatuur in de boiler met een bepaaldewaarde daalt, dan wordt het water opnieuw tot op degewenste temperatuur opgewarmd. Voor de opwarmingvan de boilerinhoud kunt u tijdsvensters instellen.WeersafhankelijkDe buitentemperatuur wordt door een afzonderlijke, inde open lucht aangebrachte voeler gemeten en naar dethermostaat geleid. Bij lage buitentemperaturen zorgt dethermostaat zo voor een verhoogde verwarmingsvermogen,bij hogere buitentemperaturen voor een gereduceerdverwarmingsvermogen.<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0045


TrefwoordenregisterTrefwoordenregisterAAfstandsbediening VR 81/2 .................................................. 8Artikelnummer ........................................................................ 4Automatische zomertijdherkenning ................................. 30BBedieningsniveaus ................................................................. 17Bedrijfstand instellen ........................................................... 29Bijzondere functies................................................................ 31Binnencompensatie ................................................................. 9Boilerpomp ................................................................. 15, 23, 32Buitentemperatuur ........................................................ 44, 45Buitenvoeler .................................................................... 7, 9, 13Buitenvoeler monteren ..................................................... 11<strong>VRC</strong> 693 aansluiten.......................................................... 13<strong>VRC</strong> 9535 aansluiten ....................................................... 13CCode voor installateurniveau ............................................. 36Collectortemperatuur uitlezen ........................................... 27Contactgegevens invullen .................................................... 27CV circuit ................................... 8, 28, 29, 30, 31, 36, 37, 44activeren ............................................................................ 29CV-pomp ............................................................... 8, 32, 37, 45DDiagnosebus ............................................................................. 8Display ....................................................................................... 8EeBUS-interface .................................................................... 5, 7Elektrische installatieBuitensensor <strong>VRC</strong> 9535 aansluiten ............................. 13In de woonruimte gemonteerde thermostaataansluiten ........................................................................... 14<strong>VRC</strong> 693 aansluiten.......................................................... 13FFabrieksinstelling ............................................................ 37, 40Foutmeldingen ....................................................................... 39GGebruikersniveau ............................................................. 17, 37Gebruik volgens de voorschriften ....................................... 5Gewenste kamertemperatuur ................................. 8, 16, 30Gewenste temperatuur voor boiler .................................. 32IInschakelverschilbesturing ................................................. 34Inschakelverschilwaarde ..................................................... 35Installateurniveau ...................................................... 15, 17, 27<strong>Installatie</strong>assistent ................................................................. 15Instellingen voor de gebruiker ........................................... 16KKamerthermostaat ......................................................... 30, 31activeren ............................................................................ 30LLegionellabacteriën ................................................................. 6Legionellabeveiliging ................................................ 6, 32, 38MMaximale aanvoertemperatuur voor mengcircuit ......... 31Maximale leidinglengtes ......................................................... 6Maximale vooruitschakeltijd instellen ............................. 28Maximale voorverwarmingstijd instellen ........................ 28Mengmodule VR 61/2 ............................................................. 8Menustructuur ............................................................ 17, 18, 27Minimale aanvoertemperatuur voor CV circuits ............ 31Minimale doorsnede van de leidingen: ............................... 6Modi.................................................................................... 37, 44Multifunctioneel relais ..................................... 33, 34, 35, 36Multifunctionele module VR 40 .......................................... 8NNachttemperatuur .......................................................... 30, 31Normen ...................................................................................... 6OOnderhoudsdatum invoeren ............................................... 27Open verdeler ......................................................................... 15activeren ............................................................................ 2946<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_00


TrefwoordenregisterPParallelle lading (boiler en mengcircuit) ......................... 33Parameter ................................................................................. 8Parameters .............................................................................. 16Pompwachttijd ....................................................................... 28RRelaisuitgang LP/ZP............................................................. 33Richtlijnen .................................................................................. 6SSoftwareversie uitlezen ....................................................... 29Stooklijn instellen .................................................................. 31Storings geheugen ............................................................... 40Systeemconfiguratie ............................................................. 27CV 1/2 .................................................................................. 29Systeem ............................................................................... 27Warmtebron ...................................................................... 29warm water ....................................................................... 32Zonnesysteem .................................................................. 33Systeemstatus uitlezen ........................................................ 27TTemperatuurgrens voor continu verwarmen ................. 28Temperatuurverhoging instellen ....................................... 29ThermostaatIn de woonruimte gemonteerde thermostaataansluiten ........................................................................... 14Thermostaat in de CV-ketel inbouwen .......................... 9Thermostaat in de woonruimte monteren ................. 10Toebehoren .............................................................................. 8Typeplaatje ........................................................................... 4, 8VVerlagingstemperatuur ............................. 16, 28, 30, 31, 45Vloerdroog functie ................................................................ 27Vloerdroogfunctieactiveren ............................................................................ 36Voelerweerstanden .............................................................. 43Vorstbeschermingsfunctie .......................................... 28, 45Vorstbeschermingsvertragingstijd ............................. 31, 45<strong>VRC</strong> 693 aansluiten .............................................................. 13<strong>VRC</strong> 9535 aansluiten ............................................................ 13WWarmwaterbereiding ................................................ 16, 27, 37Warmwaterboiler .................................................................. 34Warmwatertemperatuur ....................................................... 16Waterdruk van de CV-installatie ......................................... 27ZZonneboiler ............................................................................ 35Zonnecircuit ........................................................................... 34Zonnecircuitbeveiliging instellen ...................................... 35zonne-energiepomp ...................................................... 24, 34Zonnemodule VR 68/2 .......................................................... 8Zonneopbrengst ............................................................. 34, 37Zonneopbrengstvoeler ........................................................ 33Zonnepompkick activeren .................................................. 34Zonnesysteem ......................................................................... 8UUitschakelverschilwaarde ................................................... 35<strong>Installatie</strong>handleiding <strong>calorMATIC</strong> 0020116707_0047


*2702412_rev0*LeverancierFabrikant0020116707_00 BENLNL 042011 – Wijzigingen voorbehouden

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!