13.07.2015 Views

De wereld jonge kinderen - hjk

De wereld jonge kinderen - hjk

De wereld jonge kinderen - hjk

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

WERELDVERKENNING<strong>De</strong> <strong>wereld</strong> • In met<strong>jonge</strong> <strong>kinderen</strong>Lot HannikOm <strong>kinderen</strong> te helpen de <strong>wereld</strong> te verkennen, kunnen leidstersen leerkrachten de <strong>wereld</strong> in de klas halen of op stapgaan buiten de school. Als uitwerking van <strong>wereld</strong>oriëntatie,verkeersonderwijs voor <strong>jonge</strong> <strong>kinderen</strong>.In dit artikel gaan we eerst op zoek naarde plaats van verkeersoriëntatie en verkeersonderwijsbinnen de kinderopvangen de basisschool en de kerndoelen.Vervolgens komen de praktijk en de doorgaandelijn aan de orde.Mens en maatschappij<strong>De</strong> kerndoelen Mens en maatschappijzijn ondergebracht in de volgende domeinen:Aardrijkskunde, Geschiedenis,Samenleving, Gezond en Redzaamgedrag en Natuuronderwijs. Verkeerseducatievalt onder gezond en redzaamgedrag. Als we deze onderwerpen vertalennaar peuters, kleuters en <strong>kinderen</strong> uitgroep 3 en 4, dan hebben de uitgewerktekerndoelen niet veel te bieden. Ze hebbenmeestal betrekking op oudere <strong>kinderen</strong>.Helaas zijn er voor deze vakgebiedenook geen leerdoelen annex leerlijnen uitgewerktvoor <strong>jonge</strong> <strong>kinderen</strong>. Gelukkigzijn er door de jaren heen wel enkele uitgeversen ontwikkelinstituten met ditonderwerp bezig geweest. In steeds meermethoden <strong>wereld</strong>verkenning wordt ookaandacht besteed aan kleuters en <strong>kinderen</strong>uit groep 3 en 4. Bijna al deze methodenhebben hun grondslag in het projectSociale <strong>wereld</strong>oriëntatie (SLO, 1984).In dit project wordt de sociale werkelijkheidbekeken vanuit zeven perspectieven. Later is daaraan nog een achtsteperspectief toegevoegd (Mens ennatuur). En wij zouden voor verkeerseducatienog een negende willen definiëren(Mens en omgeving).Voor peuters zijn wel algemene ontwikkelingsdomeinenvastgesteld (zieSpelenderwijs, Onderwijsraad, juni2002). Daarin wordt ook oriëntatievermogenin tijd en ruimte genoemd, metbegrippen als: morgen, gisteren, hier,daar, boven en onder. In feite zijn ruimteen tijd onderwerpen die op debasisschool uitgroeien tot aardrijkskundeen geschiedenis, hoewel ze in eersteinstantie ook ondergebracht kunnen wordenbij (verkennend) rekenen.<strong>De</strong> sociale werkelijkheid vanuit negen perspectievenIndividueelSociaalPolitiekCultureel/levensbeschouwelijkEconomischRuimtelijkTijdNatuurlijk, biologisch, technischVerkeerseducatiefVerkeersoriëntatie is er niet in terug tevinden.<strong>De</strong> mens als individuMens en medemensMens en machtMens en cultuurMens en levensonderhoudMens en ruimteMens en tijdMens en natuurMens en omgevingWereldverkenning met peutersop het moment dat een kind zich gaatbezighouden met meer dan de meest primairelevensbehoeften als eten, drinkenen slapen, zou je al kunnen zeggen dathet bezig is met <strong>wereld</strong>verkenning. <strong>De</strong>peutergroepen zijn daar dan ook volledigop ingericht, met een huishoek,leeshoek, bouwhoek, knutselhoek,teken- en schrijfhoek, ontdekhoek, zandbak,watertafel, spel- en ontwikkelingsmaterialen.Met andere woorden, de peuterkan binnen de peuteropvang al heelwat <strong>wereld</strong>verkennen door de rijke speelleeromgeving.Bij de VVE-programma'skrijgen de peuters en kleuters een woordenschataangeboden die de <strong>wereld</strong>verkenningvan de <strong>kinderen</strong> ondersteunt.Groot, klein, winter, herfst, feest - alles inde directe omgeving van de <strong>kinderen</strong>krijgt een naam. <strong>De</strong> <strong>wereld</strong> wordt zo naarbinnen gehaald voor het kind. Daarnaastkan ook zelf de <strong>wereld</strong> ingegaan worden :met de peuters uitstapjes maken.Belangrijke voorwaarde is wel dat de uitstapjesop een veilige manier gebeuren.<strong>De</strong> <strong>wereld</strong> in met peutersUitstapjes maken met peuters zijn nietvaak verbonden met hogere doelen, zoalshet verkennen van het cultureel erfgoedom ons heen. Even een frisse neus halen,naar de kinderboerderij, de speeltuin ende bibliotheek zijn uitstapjes die regelmatigvoorkomen. Tijdens deze uitstapjeskunnen veel zaken ervaren, benoemd enbesproken worden. Onderweg kan deleidster ook op de verkeerstekens wijzen310juni 2004".,",,, ... ~


die er zijn. Niet dat hele <strong>jonge</strong> <strong>kinderen</strong> alalle verkeersborden moeten kennen, hetis toch handig om ze op het bestaanervan te wijzen.Uitstapjes zijn bij uitstek activiteitenwaarbij ouders ingeschakeld kunnenworden. <strong>De</strong>ze plannen echter wel enigetijd van tevoren bij de ouders bekendmaken. Afspraken die met de peutersworden gemaakt over lopen op straat,kunnen meteen worden vermeld in deoproep aan ouders om zich op te geven.Zelf het goede voorbeeld geven is hon·derd keer meer waard dan de <strong>kinderen</strong> ophet hart te drukken goed uit te kijken metoversteken. Kinderen leren veel meer vanvoorbeeld gedrag dan van goede raad .Peuterleidster EI/y van kinderdagverblijfMathilde gaat samen met haar groep vantien <strong>kinderen</strong> en drie ouders op stap naarde kinderboerderij. <strong>De</strong> lente is aangebroken,er zijn <strong>jonge</strong> konijntjes en het is lekkerweer. In de nieuwsbrief heeft ze hetplan aangekondigd om op een van dekomende dinsdagen met de groep opstap te gaan. In de nieuwsbrief roept zeouders op die mee wil/en om de groep tebegeleiden. Met de ouders die zich aanmelden,prikt ze een datum. In denieuwsbrief heeft ze de regels bij hetlopen op straat duidelijk vermeld, ookvoor de ouders die niet mee gaan, maarwel hun <strong>kinderen</strong> wat verkeersopvoedingwil/en meegeven. EI/y loopt voorop enéén ouder sluit de rij. <strong>De</strong> andere oudershebben zich verdeeld over de groep. Er isafgesproken dat de <strong>kinderen</strong> tot de kinderboerderijhand in hand lopen. Bij elkehoek wordt gestopt, net als bij het hekvan de instelling en de ingang van dekinderboerderij. Er is een veilige routeuitgestippeld met zo min mogelijkgevaarlijke oversteekpunten. Bij elk oversteekpuntstopt EI/yen vraagt: ' Watmoeten we nu doen? En waar moeten weop letten?' Ze wijst op het bord bij deoversteekplaats en legt uit: 'Als je veiligwilt oversteken, is het altijd beter om datbij een zebrapad te doen als die in debuurt is.' Daarnaast wijst ze er steeds opdat de auto' s veel sterker zijn dan mensen:'Als er een auto aankomt, wachtenwe tot de auto stopt en voorrangverleent.' Onderweg komen nog anderezaken aan de orde: ' Welke plantjes staanal in bloei? Wie ziet er duiven (deze zijnvorige week aan de orde geweest metkleurplaten en een prentenboek)?'Ook voor het verblijf op de kinderboerderijzijn duidelijke regels afgesproken:, We blijven als groep bij elkaar. Eerstgaan we naar de konijntjes kijken, dangaan we naar de stal, daarna naar devogels en tenslotte naar het speelpleintje.'Als <strong>kinderen</strong> het binnen te warm vindenof misselijk worden van de lucht, gaatéén ouder met die <strong>kinderen</strong> naar buitenen wacht daar op de rest. EI/y vraagtondertussen aan de <strong>kinderen</strong>, wie er ookeen konijntje heeft of kent, wat ze etenen hoe je ze moet verzorgen.Verkeersoriëntatie enverkeersopvoed i ngKinderen zijn van jongsaf aan in allerleisituaties in het verkeer betrokken. Het isdaarom goed al vroeg met verkeersonderwijste beginnen. Als je met <strong>jonge</strong> kin ­deren op stap gaat, is het heel belangrijkdat er duidelijke afspraken tussen deleidsters en met de peuters gemaakt wordenover gedrag op straat en verkeersregels.Wat mag wel en wat mag niet?Weten de <strong>kinderen</strong> ook waarom iets nietmag? Beseffen ze de mogelijke gevolgenvan het overtreden van afspraken? Op debasisschool wordt er in de verkeersmethodenaandacht besteed aan het lopenop straat, veiligheid, wenselijk gedragvan voetganger(tjes) en fietsers. Voor depeuterspeelzalen en de kinderopvang(inclusief de naschoolse opvang voor<strong>jonge</strong> <strong>kinderen</strong>) is er weinig ontwikkeld.Piramide (Cito, Arnhem) kent wel eenproject Verkeer en het thema voor peutersin dit project heet 'dichtbij huis'. Ookde Oversteekkist (POV, <strong>De</strong>n Haag) is zeerbruikbaar. Daarnaast zijn er flyers te krijgenvoor ouders en leidsters van KO, NSOen BSO over het veilig en zelfstandigopvoeden van <strong>kinderen</strong> als verkeersdeelnemer.<strong>De</strong> theorie en de praktijkJuist peuters zijn een heel kwetsbaregroep, omdat zij nog niet boven demotorkap van de meeste auto's uitsteken.Zonder goede voorbereiding kan eenbezoekje aan de bibliotheek of de kinder·boerderij al gauw een ongewenst avontuurvoor de leidsters worden. Je kunt zetenslotte niet allemaal in de bolderkarstoppen ... Gelukkig zijn er wel materialenwaarmee je op het speelplein en in hetspeellokaal oversteek- en andereverkeerssituaties kunt aanbieden.Als je met de peuters op stap gaat, is hetaan te raden je te verdiepen in de theorievan het verkeersonderwijs aan <strong>jonge</strong> <strong>kinderen</strong>.Op zich kan dit door de kleuterdelenvan de verkeersmethoden open teslaan. Het is alleen even zoeken welkeonderdelen praktisch bruikbaar zijn voorpeuters. <strong>De</strong> volgende tip uit deIdeeënkist oversteken is een heel belang-Verkeer, dat iS"verkeril)9' .. AIS" jeverliefd bel)"Ij dal) 9aje overS"tekel).EI) dal) moet je 90eduitkijkel) met dejOl)gel) Waar je opverliefd bel)t(Hal)l)ah, 5" jaar)rijke: Betrek de <strong>kinderen</strong> onderweg bijjouw verkeersgedrag. Vertel steeds hardopwat je ziet en welke verkeershandelingenje uitvoert. 'Stoeprand, dus wachten!... Let op, hier kunnen fietsers heel hardlangsrijden, dus hier stoppen we even,om eerst goed links en rechts te kijken.Het stoplicht staat op rood voor ons, kijkmaar. Hier moeten we dus ook even stoppen.Als het straks groen is, kijken weeerst goed om ons heen of er niet eenauto, brommer of fiets doorrijdt.'Kinderen spelen ook graag dat ze bezigzijn in en met verkeer. Mohammed zet destoelen twee aan twee achter elkaar enlaat de passagiers plaatsnemen. 'Eerstmoeten jullie de strippenkaart laten zien,dan pas ga ik rijden!' Een verkeerskieed,een garage, nog wat autootjes en poppetjesen je hebt uitstekend spelmateriaalom verkeerssituaties na te spelen. Infeite beginnen de <strong>kinderen</strong> hier al zelfmee als je het klaarzet.juni 2004 311


VerkeerstuinAan het einde van het basisonderwijskennen de leerlingen de verkeersregelsen de betekenis van verkeersborden; zekunnen die kennis toepassen als ze deelnemenaan het verkeer. Daarnaast kun ­nen de leerlingen op een veilige manieraan het verkeer deelnemen, als voetgan ·ger, als fietser en als zelfstandig gebrui·ker van het openbaar vervoer.Het basisonderwijs kan voor verkeerson·derwijs gebruikmaken van kant en klareverkeersmethoden, verkeerskranten, deexamenvoorbereiders en projecten (Vander Schoot, e.a., 1998). Als er in de buurteen verkeerstuin is, dan is dit zeker eenaanrader om die eens met de <strong>kinderen</strong> tebezoeken. Peuters zijn gewoonlijk nog teklein voor de skelters en worden gauwomver gereden als op dat moment de tuingeopend is voor oudere <strong>kinderen</strong>. Ookfietsen ze nog wel eens aan de verkeerdekant van de weg, rijden door rood of hou·den zo maar opeens stiL .. met <strong>kinderen</strong>vanaf een jaar of zes gaat dit al een stukbeter. Loop met de peuter als voetgangerdoor de tuin en bespreek alles wat er tezien is. In de verkeerstuin vanPlaswijckpark te Rotterdam staat ook eenbus waar de jongsten in kunnen spelen.<strong>De</strong> rol van verkeersdeelnemer in hetopenbaar vervoer behoort tenslotte ookin de verkeersopvoeding ter sprake tekomen.Kleuters nemen al deel aan het verkeer:ze spelen buiten, lopen buiten, stekenover, doen een boodschap, rijden meeachterop de fiets. In twee verkeersmethodesvoor groep 1-2 zijn deze activiteitenverwerkt (Stoepie, Claxon!, Bekadidacten Wijzer door het verkeer,WoltersjNoordhoff). Kinderen gaan erzowel binnen als buiten mee aan de slag.Ouders moeten het goede voorbeeldgeven aan hun kind(eren), dat moge duidelijkzijn. Ook kunnen ouders betrokkenworden bij de verkeersactiviteiten opschool. Dit kan bijvoorbeeld door ze opde hoogte te houden via ouderbrieven ofze uit te nodigen om bij de buiten lessenondersteuning te bieden.<strong>De</strong> doorgaande lijnBij peuters zijn leidsters bezig met praktischeverkeersopvoeding: georganiseerdlopen op straat, wijzen op gevaren envaststellen van regels en afspraken in depraktijk. Bij <strong>kinderen</strong> in groep 1·2 zijnleerkrachten bezig met verkeerseducatiein kringgesprekken, het bespreken vanverschillende verkeerssituaties, hetbewust maken van de rol als verkeersdeelnemer.Het oefenen met verkeerssi·tuaties in het speellokaal en uiteraardook het oefenen in de praktijk staan cen ­traal. Het betrekken van ouders zou daarbijeen verplicht onderdeel moeten zijn.<strong>De</strong> verkeerseducatie voor groep 3 en 4 ishier een voortzetting van. In hoeverre erin de praktijk geoefend wordt, is echtervaak een keuze van de individuele leerkrachtof van de school als geheel. Allemethoden houden de mogelijkheid opende oefenlessen op het plein en op straatover te slaan.Toepassing van verkeersregels door hetbeantwoorden van meerkeuzevragen iseen veelgevraagde vaardigheid gewordenen dan vooral tweedimensionaal. Bekijkhet plaatje en geef aan wie er voorrangheeft. Soms is het net begrijpend lezen.Jammer is, dat het toepassen van deregels in een werkboekje nog niet garandeertdat <strong>kinderen</strong> de verkeersregels ookgoed in het verkeer toepassen!Praktisch blijvenNaast een verkeersmethode kan ookgewerkt worden aan fietsvaardigheden .Dit vergt wel meer organisatie dan oefenenin een speellokaal of met een geordendgroepje een educatieve wandelingmaken. Er moet een parcours worden uit·gezet, het plein moet beschikbaar zijn.Wat doe je met de <strong>kinderen</strong> die op hunbeurt moeten wachten, wat doe je als hetflink regent, heb je reservedata als eencollega of de ondersteuning ziek is?In veel dorpen en steden kunnen demeeste <strong>kinderen</strong> in groep 4 al aardig fiet·sen. Toen we het pakket Fietsvaardigheden(Wereldwijs, Zoetermeer) gingenuitproberen op een Rotterdamse achter·standschool, bleek dat de meeste kinde·ren in groep 4 geen fiets hadden, laatstaan enige fietsvaardigheid. We hebbenhet pakket vervolgens uitgeprobeerd ingroep 6. Er kwamen <strong>kinderen</strong> naar schoolmet een fiets van een broer of zus; eenenkeling verscheen zelfs met een fonkelnieuwefiets, aangeschaft vanwege onsverzoek de <strong>kinderen</strong> de bewuste dag meteen fiets naar school te sturen. Oefeningvan de fietsvaardigheid bleek voor veel<strong>kinderen</strong> dus noodzakelijk.VerkeersleerkrachtElke gemeente heeft een verkeersveilig·heidsplan. Echter, in hoeverre verkeerseducatieeen structureel onderdeel uit·maakt van deze plannen, verschilt pergemeente. Nadruk in die plannen ligtmeestal op infrastructurele maatregelen.Veel gemeenten ondersteunen praktischeverkeerseducatie in beperkte mate, bijvoorbeelddoor de organisatie van prakti·sche verkeersexamens voor groep 7. Vooreen degelijke praktische ondersteuningis samenwerking tussen de gemeentelij·ke verkeersveiligheidcoördinator en dedienst onderwijs onontbeerlijk. Scholendie praktische verkeerseducatie willeninvoeren doen er goed aan eerst bij degemeente en de provincie informatie in tewinnen over mogelijkheden en subsidies.<strong>De</strong>nk maar aan : tot verkeerspleinverbouwde schoolpleinen, educatiefmateriaal tegen gereduceerde prijzen ofverkeersleerkrachten die voor een aantalscholen tegelijk worden aangesteld.Meestal is de verkeersleerkracht echter312juni 2004


geen vakleerkracht maar een leerkrachtdie al werkzaam is op school met eenextra taak, waarvoor hij of zij ook vrijgeroosterdis_ Net zoals een bouwcoördinator,ict-coördinator of rekencoördinatorkan er ook een verkeerscoördinator opschool zijn aangesteld. <strong>De</strong> verkeersleerkracht(POV Zuid -Holland) verricht activiteitenaanvullend op de verkeersactiviteitenvan de groepsleerkracht; de meestetijd is de verkeersleerkracht buiten deklas met de <strong>kinderen</strong> praktisch aan hetwerk (lopen, fietsen, oversteken, observeren).In de Stadsregio Rotterdam ligt ernu een plan voor een pilotproject: daarinwordt een bovenschoolse verkeersleerkrachtaangesteld die op diverse scholenkan helpen bij de uitvoering van praktischeverkeerseducatie.VerkeersouderPraktische verkeerseducatie is geen sinecurevoor de basisschool. Op een groeiendaantal scholen is daarom eenverkeersouder aangesteld. <strong>De</strong> verkeersouderis een initiatief van 3VO en kan opschool het aanspreekpunt zijn voor deorganisatie van praktische verkeerseducatie.Helaas hebben de meesteverkeersouders geen onderwijsbevoegdheiden dus blijft de aanwezigheid van degroepsleerkracht een vereiste tijdens debuiten lessen . Dit geldt overigens ookvoor het inzetten van conciërges, klassenassistentenen stagiaires. Het aanstellenvan een verkeersouder heeft velevoordelen. Er is iemand verantwoordelijkvoor het ronselen van andere ouders, hetuitzetten van de parcours en het nalopenvan het verkeerseducatiebeleid van deschool. 3VO geeft cursussen en ondersteuningaan verkeersouders.Eel1 verkers-bordzegt of het 91ibberi9is-f Ik kijk wel altijdeers-t of er eel1 autoaal1komtj maar dal1del1k ik l100it aal1verkeer(Jacob) 7 jaar)Ouders en verkeerseducatieIs praktische verkeerseducatie vooral eentaak van de ouders ofvan de school? Datis al een oud discussiepunt. Feitelijkstaat er in de taakstelling van de schoolen het pedagogisch beleidsplan van deNSO niet zoveel op dit punt. <strong>De</strong> instellinghoeft dus volgens de wet niet erg ver tegaan. Een substantiële bijdrage van deschool aan de verkeersopvoeding is ech ­ter zeer belangrijk om <strong>kinderen</strong> zelfredzaamte maken. Dit geldt nog sterkervoor <strong>kinderen</strong> die het van huis uit nietmee krijgen. Praktische verkeerseducatieheeft een meerwaarde!Lot Hannik is coördinator van hetOnderwijsinformatiecentrum Rotterdam van deeED-groep en onderwijsadviseur.LiteratuurAnnink, H., ). Greven, E. van Vliet (1984),Zo mogelijk in samenhang.Doel, structuur en inhoud van sociale<strong>wereld</strong>oriëntatie. Tweede visiestuk. SLO,Enschede.Bril, Th. e.a. (1999), Stoepie, Claxon!Bekadidact, Baarn.Gemeente Zoetermeer (1999), <strong>De</strong> verkeersleerkracht.ProvinciaalOverlegorgaan Verkeersveiligheid Zuid­Holland, <strong>De</strong>n Haag.Gosens, M. (2002), Wijzer door het verkeer,verkeersmethode voor de basisschool.Wolters Noordhoff, Houten.Onderwijsraad (2002), Spelenderwijs.Kindercentrum en basisschool hand inhand. Onderwijsraad, <strong>De</strong>n Haag.Samenwerkende onderwijsbegeleidingsdienstenZuid-Holland (1999),Project Motorische fietsvaardigheid.Wereldwijs, Zoetermeer.Samenwerkende onderwijsbegeleidingsdienstenZuid-Holland (2000), Ideeënkistoversteken. Provinciaal OverlegorgaanVerkeersveiligheid Zuid-Holland, <strong>De</strong>nHaag.Schoot, F. van der, N.D. Verhelst (1998),Balans van het verkeersonderwijs aanhet het einde van de basisschool: 2 .PPON -reeks nr 11, Cito, Arnhem.k.kirLe kirtderervvvcrrderv J rCJlrtEr komt een moment, dat het kind meer enmeer van de <strong>wereld</strong> wil gaan ontdekken.Het is belangrijk dat peuters en kleuters daarde ruimte voor krijgen. <strong>De</strong> <strong>kinderen</strong> moetendan natuurlijk wel overweg kunnen met hetverkeer. In het artikel van Lot Hannik leest udat peuterspeelzalen, basisscholen en debuitenschoolse opvang (BSO) werken aanverkeersopvoeding. Leidsters en leerkrachtengeven zelf het goede voorbeeld en stimulerende <strong>kinderen</strong> om te werken aan hun verkeersvaardigheid.Ook wordt duidelijk datbij iedere leeftij d een andere werkwijzewordt gehanteerd. Bij de peuters door hetmaken van uitstapj es, waar de volwassenenhet goede voorbeeld (zouden moeten) zijnen er veel besproken en Uitgelegd wordt vanwat ze onderweg allemaal tegenkomen. Ookleren peuters nog veel in spel waarin verkeerssituatiesverwerkt zijn. Bij de kleuters,die al echte verkeersdeelnemers zijn, wordtaan de slag gegaan met verkeersmethodes ,zowel in de praktijk als met de theorie. En inde hogere groepen wordt een breed scalaaangeboden, waar de leerkracht een keuzeuit maakt. Ook kan er dan echt aan fietsvaardighedengewerkt worden.Dit vraagt van de leidsters en leerkrachtenvaardigheden en inzicht om verkeersonderwijspassend bij de leerbehoeften en de situatievan het kind te kunnen geven. Binnende opleidingen is het helaas nog een onderbelichtvakgebied.Echter, na schooltijd krij gt het kind ook verkeersopvoeding,zoals bijvoorbeeld in debuitenschoolse opvang. Het karakter hiervanis gericht op de vrijetijdsbesteding. <strong>De</strong> leidstersgeven de oudere <strong>kinderen</strong> op de BSOzoveel mogelijk zelfstandige bewegingsvrij-heid. Zo leren ze al doende hoe te handelenin het verkeer!Het grote voorbeeld zijn echter de ouders,waar <strong>kinderen</strong> zich als eerste naar richten.En het ligt in de handen van de ouders of<strong>kinderen</strong> genoeg en voldoende veilige praktijkervaringop kunnen doen' Aan die rolmoet veel aandacht besteed worden.Hein van den Bemt is werkzaam bij de eEDgroepte Rotterdam (kennisteam: <strong>wereld</strong>oriëntatie/verkeer/kunstzinnige vorming).D'.''',".''~juni 2004 313

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!