13.07.2015 Views

Braaksma - SOVON Vogelonderzoek Nederland

Braaksma - SOVON Vogelonderzoek Nederland

Braaksma - SOVON Vogelonderzoek Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

flink uit te breiden. Zodoende was ik binnen eenpaar jaar in staat om anderen het karteren vanzangvogels en het tellen van wadvogels bij te brengen.Hij leerde mij ook om een dagboek bij tehouden en gegevens vast te leggen in ambtelijkeverslagen. Hierbij kreeg ik door mijn voorgangerWim Resoort gemaakte rapporten als voorbeeld.Wim had vanwege bezuinigingsgeruchten na ruimeen half jaar zijn baan verruild voor een functieelders.Morzer Bruyns stond erop dat zijn medewerkershet niet bij ambtelijke rapporten lieten, maar dat zijook artikelen publiceerden over de flora en faunavan diverse bedreigde natuurgebieden. Zo vroeg hijmij bijvoorbeeld om een artikel te schrijven over deBlauwe Kamer (uiterwaarden van de Rijn bij Rhenen).Het feit dat ik er nog nooit was geweest, deedniet ter zake, want de benodigde basiskennis konik weI ontlenen aan de in ons archief aanwezigegegevens...Mijn collega's en ik moesten trachten om lokalenatuurkenners in te schakelen als correspondentom ons op de hoogte te houden van flora- en faunazakenen diverse ontwikkelingen op natuurbeschermingsgebied.Omdat er desondanks aanvankelijkvan zeer weinig natuurterreinen gegevensaanwezig waren, omvatte onze taak een breed scalavan eigen inventarisatiewerkzaamheden. Mijn"collega's van het eerste uur" Hein Schimmel,Chris van Leeuwen en Jan ter Hoeve beperktenzich meestal respectievelijk tot de vegetatiekundigeen hydrologische aspecten. Morzer Bruyns en ikverzamelden vooral faunistische gegevens. Wijwerden soms geholpen door Herman Misset, dieals tekenaar was aangenomen en zich als zodanigonder meer verdienstelijk maakte door verspreidingskaartente maken en door rapporten vanleuke illustraties te voorzien. Onze inventarisatieactiviteitenwaren deels gebieds- en deels soortgericht.GebiedsinventarisatiesDe gebiedsinventarisaties omvatten aanvankelijkvooral met ontginning bedreigde moeras-, heide-,en hoogveengebieden, zoals de Kraloosche Heide,delen van zuidelijk Friesland en NW-Overijssel, deBethunepolder, de Molenpolder, de moerasgebiedjeslangs de Nieuwe Zuiderlingedijk, de Kil vanHurwenen, de Moerputten, de Maatjes, het SoerendonkseGoor en de Meinweg. Ook werden inventarisatiesverricht ter voorbereiding van aankopenvan weidevogelreservaten en eendenkooien.De landelijke aankoopplannen mocht ik mee helpenopstellen.Bij het verzamelen van gegevens over weidevogeldichthedenwerd onder meer samengewerkt metde Bond van Friese Vogelbeschermingswachten ende Vogelwacht Zaanstreek. Ook mijn vroegere72leermeester Herman Klomp, toen bezig met zijndoctoraal onderzoek naar de oorzaken van de achteruitgangvan de Kievit, verschafte veel inlichtingen.Zelf bezochten wij in het kader van het weidevogelonderzoekonder meer de nog resterendePeelgebieden en de aangrenzende ontgonnen gronden.Het doel was vergelijkende gegevens te verzamelenover de stand van Kievit, Grutto, Turelaaren Wulp in niet- en weI ontgonnen terreinen. Hetwerd een driedaagse veldtocht waaraan, behalvedoor alle eerder genoemde medewerkers van MorzerBruyns, ook werd deelgenomen door ReinHoogervorst van de Rijksdienst voor het NationalePlan. Wij doorkruisten het gebied deels per fiets,deels te voet. Een van ons verloor echter tijdens deterugreis alle door ons gemaakte aantekeningen.Wij hebben toen later op kantoor aan de hand vanherinneringen een, naar mag worden aangenomen,niet al te exact verslag opgesteld over onze bevindingen.Het verlies van de notities werd zorgvuldigverzwegen. Uitgerekend dit verslag leverde ons heteerste schriftelijke schouderklopje op van onzeHaagse opdrachtgever. Het onderzoek gebeurdenamelijk op verzoek van de afdeling Oudheidkundeen Natuurbescherming van het ministerievan Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, waarvooronze afdeling als buitendienst fungeerde.De prioriteiten bij het weidevogelonderzoekwerden grotendeels bepaald door persoonlijkevoorkeuren. Er was zo weinig bekend, dat het weiniguitmaakte welke gebieden het eerst werden onderzocht.Wat weI meespeelde was het beperktereisbudget. Zo werden om financiele redenen onderzoekingennaar jaarlijkse schommelingen in deweidevogelstand kort bij huis verricht. Toen ik nogin Den Bosch woonde, telde ikjarenlang de weidevogelsin de omgeving van de stad en toen ik in 1952naar Utrecht was verhuisd, deed ik daar hetzelfde.De vergaarde gegevens werden vergeleken met dievan monitoring-onderzoeken elders in ons land,zoals van Brada bij Warga, Bangma bij Grouw,Timmerman bij Mastenbroek en Koridon bij Kampen.Mijn ideaal om ten behoeve van het aankoopplanalle eendenkooien in ons land ten minste eenkeer te bezoeken heb ik slechts half kunnen verwezenlijken.Over de meeste andere eendenkooienwaren namelijk al gegevens verzameld door Lebret,Brouwer, Eygenraam en Buisman, die hielpenbij het opstellen van het landelijk aankoopplan.De contacten met Eygenraam resulteerden teyensin een nu al ruim 40 jaar durende medewerkingaan de periodieke waterwildtellingen, die destijdsnog maandelijks werden gehouden. Detellingen werden door mij eerst uitsluitend in deomgeving van Den Bosch verricht. Later werd ookelders geteld.Ik werkte in de jaren vijftig tevens mee aan dekartering van de belangrijke waterwildgebieden inLimosa 66 (1993) 2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!