13.07.2015 Views

Untitled - Prins Bernhard Cultuurfonds

Untitled - Prins Bernhard Cultuurfonds

Untitled - Prins Bernhard Cultuurfonds

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

het <strong>Cultuurfonds</strong> in de dagelijkse praktijk met meer dan één vermogensbeheerderte maken heeft.BeleggingscommissieHet <strong>Cultuurfonds</strong> heeft met ingang van 2004 een door de Raad van Toezicht benoemdebeleggingscommissie. Deze commissie had besloten om in de loop van2005 en 2006 twee Asset Liability Management (alm) studies te laten verrichtenom te beoordelen of de hierboven beschreven asset-mix nog wel de juiste is voorhet <strong>Cultuurfonds</strong>.De uitkomsten van de alm-studies laten zien dat het mogelijk is om het rendementvan het belegd vermogen te verhogen zonder dat er sprake hoeft te zijn vaneen verhoogd risico.Het percentage zou met ongeveer 0,5 kunnen stijgen. Dat is op een belegd vermogenvan rond de € 123.000.000 een bedrag van ruim € 600.000.Er zal een aantal nieuwe beleggingscategorieën aan de huidige mix worden toegevoegd.Het betreft:– indirect onroerend goed– hedge funds– bedrijfsobligaties (credits).De Asset-mix komt er als volgt uit te zien:Euro staatsobligaties 30,0%usd staatsobligaties 15,0%Credits 15,0%Totaal vastrentend 60,0%Aandelen 25,0%Hedge funds (Fund of funds) 2,5%Hedge funds (Market neutral) 2,5%Totaal zakelijk 30,0%Indirect onroerend goed 10,0%100,0%De aandelen, obligaties en het indirect onroerend goed mogen 5 procent onder enboven de hierboven genoemde benchmark bewegen, met dien verstande dat hetminimumpercentage obligaties altijd 55 dient te bedragen.Het totaal van de hedge funds kan 2,5 procent boven en onder de benchmark van5 procent bewegen.Tevens is afgesproken dat meerdere vermogensbeheerders zullen worden gezochtvolgens het ‘best in class’-principe. Dit houdt in dat er per assetklasse een beheerderwordt aangewezen die een goede tracking error heeft in die bewuste categorieen dus beter presteert dan zijn collega’s.De Vermogensgroep te Amsterdam heeft gedurende het verslagjaar de volledige effectenadministratieverzorgd. Deze partij rapporteert maandelijks aan de directie.De beleggingscommissie komt ten minste éénmaal per halfjaar bijeen om samenmet de directie en de vermogensbeheerders de prestaties te evalueren. De beleggingscommissierapporteert even zoveel maal aan de Raad van Toezicht.2. Bestendigen dekking organisatiekostenOm de totale kosten voor de organisatie te kunnen dekken maakt het <strong>Prins</strong> <strong>Bernhard</strong><strong>Cultuurfonds</strong> gebruik van de zogenaamde inkomensfunctie van het vrij besteedbaarvermogen. Om die reden is een reserve gevormd met de naam Reserve alsbron van inkomsten.De reserve is onder deze naam terug te vinden op de balans en bedraagt per 31-12-2006 € 59.955.009.De totale kantoorkosten over 2006 bedroegen € 4.029.651 (kosten eigen fondsenwerving€ 1.473.009 plus uitvoeringskosten eigen organisatie € 2.556.642, zie destaat van baten en lasten).De omvang van de Reserve als bron van inkomstenAls het <strong>Cultuurfonds</strong> volledig risicovrij zou beleggen in staatsobligaties met eenrendement van 3,5 procent, zou een Reserve als bron van inkomsten nodig zijn van€ 4.029.651 gedeeld door 3,5 maal 100 = € 115.132.886. Het is op dit moment overigensbepaald niet eenvoudig met een volledige obligatieportefeuille een rendementvan 3,5 procent te halen.Als het fonds meer risicovol belegt en bijvoorbeeld zou kiezen voor een rendementseisvan 6 procent, zou een reserve nodig zijn van € 4.029.651 gedeeld door 6 maal100 = € 67.160.850.Uit het bovenstaande valt een aantal conclusies te trekken:– Het <strong>Prins</strong> <strong>Bernhard</strong> <strong>Cultuurfonds</strong> is genoodzaakt een beleggingsportefeuille samente stellen die niet alleen kan bestaan uit staatsobligaties (want de Reserveals bron van inkomsten is met € 59.955.009 daarvoor te klein).– De Reserve als bron van inkomsten is op dit moment nog steeds niet groot genoegom de totale kantoorkosten te dekken en moet de komende jaren wordenaangevuld (want zelfs een rendement van 6 procent levert niet voldoendeop om de volledige out of pocketkosten te dekken: € 59.955.009 à 6 procent =€ 3.597.301, t.o.v. € 4.029.651 gerealiseerde kantoorkosten in 2006). De uitkomstvan de hierboven beschreven alm-studie bevestigt deze conclusie.– De kantoorkosten zelf moeten doorlopend zeer goed in de hand gehouden wordenen zouden in ieder geval nooit méér mogen stijgen dan het inflatiepercentage.Overigens heeft het bestuur een eigen norm voor kantoorkosten; zie definanciële meerjarenraming 2007-2010.Omdat de financiële meerjarenraming 2007-2010 (zie aldaar) ons laat zien dat erook de komende jaren nog steeds te weinig zal worden toegevoegd aan de Reserveals bron van inkomsten, is afgesproken dat voor de eerstkomende jaren een aantalmaatregelen zal worden getroffen om deze reserve op het vereiste peil te brengen.Zo zal gedurende de komende jaren de opbrengst uit nalatenschappen aan dereserve worden toegevoegd. (Vanzelfsprekend alleen als er geen bepalingen overhet vormen van bijvoorbeeld een CultuurFonds op Naam in zijn vastgelegd.)Ook heeft de Raad van Toezicht van het <strong>Prins</strong> <strong>Bernhard</strong> <strong>Cultuurfonds</strong> besloten om184 185

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!