17.07.2015 Views

Richtlijnen Vaarwegen RVW 2005 - Zaans Industrieel Erfgoed

Richtlijnen Vaarwegen RVW 2005 - Zaans Industrieel Erfgoed

Richtlijnen Vaarwegen RVW 2005 - Zaans Industrieel Erfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Maatgevende schepenvoetnotenCEMT-tabelBij de oorspronkelijke CEMT-tabel zijn bovendien enkele voetnoten geplaatst.Wanneer twee waarden zijn vermeld, heeft het eerste cijfer betrekking op debestaande situatie, terwijl het tweede de toekomstige situatie weergeeft.Het cijfer voor minimum hoogte onder bruggen is inclusief een veiligheidsmargevan 0,30 m tussen het hoogste punt van het schip en de onderkantvan de brug bij volbelasting van de brug. De vermelde minimum doorvaarthoogteinclusief veiligheidsmarge heeft de volgende geldigheid:• 5,25 m voor schepen met 2 lagen containers• 7,00 m voor schepen met 3 lagen containers• 9,10 m voor schepen met 4 lagen containersHierbij mag 50% van de containers leeg zijn of is ballast ingenomen.Sommige, bestaande vaarwegen moeten als klasse IV beschouwd wordenvanwege de maximaal toegelaten scheepslengte, hoewel de maximalescheepsbreedte 11,4 m en maximale diepgang 4,0 m bedraagt.Als standaard voor internationale verbindingen wordt thans tenminste klasseV aangehouden. Bij verbetering van bestaande of aanleg van nieuwe vaarwegenschrijft de CEMT voor tenminste klasse Va na te streven. Daarbij dientmen rekening te houden met de huidige afmetingen van maatgevendeschepen, zoals vermeld in § 2.2.<strong>Vaarwegen</strong> klasse VII (9 duwbakken) komen in Nederland niet voor.Beleidsvisie RecreatieToervaart NederlandLange tijd was er van overheidswege weinig belangstelling voor derecreatievaartof pleziervaart, zoals men het toen noemde. De groep recreatievaarderswas klein en zat de beroepsvaart nauwelijks in de weg. Na 1960 isde recreatievaart met het stijgen der welvaart enorm toegenomen. Thans ishet op een aantal Nederlandse vaarwegen 's zomers vaak drukker met recreatievaartdan met beroepsvaart.Bij het overleg met betrekking tot de partiële herziening van het Structuurschema<strong>Vaarwegen</strong> (lit. 3) werd het als gemis ervaren, dat er geen visie metbetrekking tot de recreatievaart in Nederland beschikbaar was. Juist in diejaren groeide de toervaart sterk, terwijl tegelijkertijd kleine, voor toervaart inaanmerking komende vaarwegen gesloten werden. Besloten werd dat debetrokken landelijke en provinciale overheden, het bedrijfsleven en de belangenorganisatieseen dergelijke visie zouden ontwikkelen. Dit leidde in 1985tot een eerste editie van de Beleidsvisie Recreatietoervaart in Nederland(BRTN), die in 1990 en 2000 een vervolg kreeg en inmiddels de status vanplanologische kernbeslissing heeft (lit. 9).De BRTN richt zich op de toervaart, dat wil zeggen zeil- en motorboten,waarop een vaste accomodatie aanwezig is, zodat aan boord overnacht kanworden en meerdaagse tochten mogelijk zijn. Praktisch gesproken gaat hetom boten met een lengte vanaf ca. 6 m, die voorzien zijn van een motor. Desamenstellers van de BRTN hebben een classificatie voor de vaarwaterenopgesteld, gekoppeld aan een normering voor diepgang en hoogte, omdat erin feite geen standaardtypen zijn in de recreatievaart.<strong>Richtlijnen</strong> <strong>Vaarwegen</strong> 13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!