17.07.2015 Views

Richtlijnen Vaarwegen RVW 2005 - Zaans Industrieel Erfgoed

Richtlijnen Vaarwegen RVW 2005 - Zaans Industrieel Erfgoed

Richtlijnen Vaarwegen RVW 2005 - Zaans Industrieel Erfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VaarwegvakkenObjecten (doorgaande beplanting en bebouwing) langs de oeververoorzaken windluwte. Als indicatie voor ZM-routes, waar men nog kanzeilen, geldt dat de verhouding van de afstand van het object tot devaarbaan van de zeilende zeilboten en de objecthoogte ten opzichte van demaatgevende waterstand groter dan een factor 7 moet zijn voor lange,gesloten objecten en groter dan 5 voor kleine, smalle obstakels.bij sluizen en bruggenhoge bouwwerkenIn het vorige hoofdstuk is aangegeven dat een belangrijk deel van deberoepsschepen over een boegschroef beschikt met een voldoendevermogen om windhinder te compenseren. Daarenboven wordt dewindhinder bij kunstwerken opgevangen door anticiperend gedrag vanschippers. Het is niettemin van belang er bij de inrichting van het gebied rondde sluis op te letten, dat overgangen in blootstelling aan zijwind geleidelijkverlopen.Dicht langs de vaarweg staande hoge bouwwerken kunnen tot niet te voorspellenonregelmatigheden in het windveld leiden, die voor (lege) binnenvaartschepenbuitengewoon hinderlijk zijn en gevaarlijke situaties op devaarweg kunnen veroorzaken. Alvorens toestemming voor het optrekken vandergelijke bouwwerken te geven, dient het ontwerp op windhinder voor descheepvaart getoetst te worden.3.5 Rechte vaarwegvakken beroepsvaartDeze paragraaf definiëert in combinatie met paragraaf 3.11, die betrekkingheeft op kruisende leidingen, het minimum vaarwegprofiel. Het kan inverband met (hoog)waterafvoer of de aanleg van natuurlijke oevers wenselijkzijn de vaarweg breder en/of dieper te maken.vaarwegdiepteBij het normale profiel dient de diepte van de vaarweg (D) tenminste eenfactor 1,4 maal de diepgang van het stilliggende, geladen maatgevende schip(T) te bedragen ten opzichte van MLW. Voor het krappe profiel en hetenkelstrooksprofiel bedraagt deze factor 1,3. De hier genoemde diepte vande vaarweg moet te allen tijde aanwezig zijn. Dat houdt in, dat deonderhoudsdiepte of besteksdiepte groter of gelijk moet zijn aan de hiergenoemde vaarwegdiepte, afhankelijk van de verwachte aanslibbing en defrequentie waarmee gebaggerd zal worden. Meer hierover is te vinden in §9.4.De geladen diepgang van de maatgevende schepen is de afgelopen decenniamet enkele decimeters toegenomen en daarmee ook de vaarwegdiepte intabel 16. Aan de tabel zijn geen rechten te ontlenen; een beheerder kan enmag een andere diepte vaststellen. Bij nieuwbouw en verdieping van eenbestaande vaarweg verdient het wel aanbeveling tabel 16 aan te houden.strokentheorieDe bepaling van de vaarwegbreedte is gebaseerd op de zogeheten strokentheorie.Hierbij is verondersteld, dat de bevaarbare breedte van de vaarwegeen optelling is van een aantal stroken, te weten:<strong>Richtlijnen</strong> <strong>Vaarwegen</strong> 33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!