De Heeren van Alkmaer - Gemeente Alkmaar
De Heeren van Alkmaer - Gemeente Alkmaar
De Heeren van Alkmaer - Gemeente Alkmaar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2. DE SCHOUT<br />
Toen de inwoners <strong>van</strong> <strong>Alkmaar</strong> op 11 juni 1254 <strong>van</strong> graaf Willem II stadsrechten<br />
kregen, ontstond een autonome rechtskring. Het gerecht (tevens bestuur) <strong>van</strong><br />
de stad was samengesteld uit vooraanstaande <strong>Alkmaar</strong>se poorters als vertegenwoordigers<br />
<strong>van</strong> de stedelijke gemeenschap (universitas). Het college <strong>van</strong> schepenen<br />
werd voorgezeten door de schout die de landsheer, de graaf <strong>van</strong> Holland, vertegenwoordigde.<br />
<strong>De</strong> schout verdedigde de belangen <strong>van</strong> de graaf en inde de grafelijke<br />
inkomsten, die hij aan de Rekenkamer moest verantwoorden. Verder handhaafde<br />
hij de openbare orde, vervolgde hen die de wetten en keuren overtraden en eiste<br />
voor schepenen straf, terwijl hij ook zorgdroeg voor de uitvoering er<strong>van</strong>.<br />
Het schoutambt was zeer voordelig, omdat de straffen meestal uit geldboetes<br />
bestonden, waar<strong>van</strong> de schout een deel toeviel, terwijl hij ook wel <strong>van</strong> een vervolging<br />
afzag, wanneer de schuldige een bepaald bedrag betaalde.<br />
Aangezien de graven <strong>van</strong> Holland vermoedden ten aanzien <strong>van</strong> hun inkomsten,<br />
die de baljuw en schout voor hen invorderden, misleid te worden, verpachtten<br />
zij <strong>van</strong>af 1407 deze ambten. Aldus werd in 1407 het schoutambt <strong>van</strong> <strong>Alkmaar</strong><br />
voor ƒ 16:13:4 verpacht.<br />
<strong>De</strong> Kamer <strong>van</strong> Rekening der Domeinen benoemde tot 1724 de schout, op voordracht<br />
<strong>van</strong>uit <strong>Alkmaar</strong>. <strong>De</strong> Staten <strong>van</strong> Holland besloten op 18 november 1724<br />
dat hun ‘<strong>van</strong> alle vaceerde ambten moest kennis gegeven worden, om daarop te<br />
disponeeren en resolveeren’. Na de instelling <strong>van</strong> het Erfstadhouderschap bleven<br />
de Staten <strong>van</strong> Holland de schout op voordracht <strong>van</strong> de <strong>Alkmaar</strong>se vroedschap<br />
benoemen, na zich eerst er<strong>van</strong> verzekerd te hebben dat de voorgedragen persoon<br />
de stadhouder ‘welgevallig’ was. Over het al of niet verenigbaar zijn <strong>van</strong> de<br />
betrekkingen <strong>van</strong> schout en lid <strong>van</strong> de vroedschap zal hierna in de lijst <strong>van</strong> de<br />
leden <strong>van</strong> de vroedschap het nodige worden gezegd. 25<br />
<strong>De</strong> <strong>Alkmaar</strong>se schouten:<br />
Circa 1264: Willem Peregrinuszoon. 26<br />
1303 en 1304: Pelgrim Williaems Scoutensoon 27<br />
Vóór 17 mei 1328: Claes <strong>van</strong> Uytgeest.<br />
17 mei 1328: Sijmon Moyken. 28<br />
In 1339: Jan Wouterszoon.<br />
In 1347: Roelof Arnoutsz.<br />
In 1386: Reymbrand Garbrandsz.<br />
In 1391: Reyner Doevenzoon.<br />
28 juli 1392: Jonkheer <strong>van</strong> Arkel (aangesteld).<br />
In 1393: Jan Bartoutsz.<br />
33<br />
Vanwege de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de noten<br />
zijn deze aan het eind <strong>van</strong> dit hoofdstuk<br />
geplaatst.