Barneveld Magazine 3e jaargang nummer 2

een uitdaging om SDVB zo hoog mogelijk
te laten eindigen. Ik had altijd gezegd dat
ik hier graag nog eens als trainer wilde
terugkeren. Drie jaar geleden kreeg ik de
kans. Tot op de dag van vandaag heb ik
daar een goed gevoel bij.’
Als trainer geeft een goed resultaat
hem voldoening. Maar energie haalt
hij ook uit spelers die zich razendsnel
ontwikkelen. ‘Neem iemand als Ivar van
Beek. Hij staat nu in de basis. Mooi om
aan zo’n proces leiding te geven.’ In de
afgelopen drie jaar heeft de Lunteraan
het team steeds meer kunnen vormen,
vertelt hij. ‘Toen ik drie jaar geleden
begon was dat natuurlijk niet met mijn
elftal. Het tweede seizoen kwam er al
meer balans, ook met spelers waar ik
graag mee wilde werken. En dit seizoen
heeft die lijn zich doorgezet.’
‘Als trainer ben je
nooit klaar’
‘Ik heb gewerkt met Marco van Ginkel en Davy Pröpper. Dat vraagt
uiteindelijk dezelfde dingen als het trainen van Niels Vlugt en Ivar
van Beek’, zegt Hans van Arum. Volgend seizoen is zijn vierde als
hoofdtrainer bij SDV Barneveld.
Het voetbalseizoen is nog niet ten einde
als het gesprek plaatsvindt. Onduidelijk
is of de hoofdmacht van SDV Barneveld
volgend jaar zijn geluk mag beproeven
in de Hoofdklasse. Los van die uitkomst
staat al wel vast dat Van Arum de man
is die ook volgend jaar de trainingen
leidt bij de voetbalvereniging. Vorig
jaar kwamen de Lunteraan en de club
al overeen om twee seizoenen aan het
dienstverband vast te plakken. Voorzitter
Wim Coenen gaf destijds aan zeer
tevreden te zijn met de samenwerking.
‘Van twee kanten is er veel vertrouwen.
Met alle geledingen binnen de club kan
ik goed overweg. Dat is prettig werken’,
geeft de oefenmeester van zijn kant
monter aan. ‘Ik vind het elk seizoen weer
In het betaalde voetbal speelde
Van Arum bij Vitesse, Willem II, RKC
Waalwijk en Go Ahead Eagles. In 352
wedstrijden wist de goalgetter 90
keer het net te vinden. Is één van de
oefenmeesters die hij heeft gehad een
voorbeeld geweest? ‘Je moet altijd
dicht bij jezelf blijven’, benadrukt de
Lunteraan. ‘Van verschillende trainers
heb ik verder wat opgestoken. Martin
Jol was bijvoorbeeld tactisch heel sterk.
Met een enkele omzetting kon hij een
wedstrijd laten kantelen. En trainen is
ook een ‘ervaringsvak’. Je moet je altijd
willen blijven ontwikkelen: cursussen
volgen, trainingen van anderen
bezoeken, boeken lezen over coaching
en management. Je bent nooit klaar.’
Als trainer heeft hij ook ervaring op het
hoogste niveau. Zo fungeerde hij als
assistent-trainer bij Vitesse en had hij
AGOVV Apeldoorn een seizoen onder
zijn hoede. Optrekken met prof- en
amateurvoetballers verschilt volgens
hem niet wezenlijk van elkaar. ‘Ik heb
gewerkt met Marco van Ginkel en
Davy Pröpper’, verwijst hij naar twee
internationals bij PSV. ‘En dat vraagt
uiteindelijk dezelfde dingen als het
trainen van Niels Vlugt en Ivar van
Beek. In beide situaties probeer je over
te brengen hoe jij denkt dat het spel
gespeeld moet worden. Van Pröpper kan
ik natuurlijk wel meer eisen. Hij traint
zeven keer in de week en wij twee keer.’
Barneveld Magazine
pagina 27