Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
“Ziezo, aan de slag!” zei Ide hardop en pakte twee kaarsen.<br />
Ze waren in de hut gaan zitten, klaar om vuur te ontdekken.<br />
Ide en <strong>Rob</strong> staken de kaarsen aan en druppelden het<br />
kaarsvet op de houten lucifers. <strong>Van</strong> de lucifers maakten ze<br />
een piepklein paleisje. Het kaarsvet zorgde dat alles aan<br />
elkaar vast bleef zitten. Het werden hele mooie gebouwen.<br />
Er zaten ramen in, kleine bijgebouwen voor de paarden en<br />
allerlei piepkleine uitkijktorentjes.<br />
Toen het helemaal af was zei <strong>Ome</strong> <strong>Rob</strong>: “zullen we het in<br />
de hens zetten, da’s monster! Of zeg je kaas?” Hij bedoelde<br />
natuurlijk te zeggen: “laten we al de koppen van de lucifers<br />
aansteken, dat vind ik leuk, wat denk jij?”<br />
Ide knikte heftig. Het eerste lucifertje stak de volgende aan<br />
en die weer de volgende *Woosh!* zo ging alles in de fik.<br />
“Heuy!” Riep <strong>Ome</strong> <strong>Rob</strong>, terwijl hij een vuist in de lucht<br />
gooide. “Da’s monster, jonge!” Ide’s rode wangen werden<br />
roder dan ooit, ze gloeiden helemaal “da denk”, zei hij<br />
goedlachs.<br />
Maar dit verhaaltje is nog niet afgelopen. Want <strong>Ome</strong> <strong>Rob</strong><br />
had nóg een idee. In het midden van de hut was een stalen<br />
plaat, waar de jongens lekker fikkie op konden steken. Dat<br />
mocht lang niet iedereen zomaar. Maar <strong>Ome</strong> <strong>Rob</strong> en Ide<br />
waren beide geslaagd voor een test. Nu hadden ze een<br />
insigne op de mouw van de blouse waar ‘Ketelknaapje’ op<br />
stond. Een sprinkhaan waagte buiten een verre sprong.<br />
Ze maakten een klein vuurtje. Toen pakte <strong>Ome</strong> <strong>Rob</strong> een<br />
driepoot die hij erboven zette. In het midden van de<br />
driepoot was een bakje. Als het zo bleef staan, werd dat<br />
bakje heel-heel-heel erg warm. <strong>Ome</strong> <strong>Rob</strong> gooide al het<br />
kaarsvet van de paleizen in dat bakje en gooide er ook nog<br />
wat olie bij. Terwijl <strong>Ome</strong> <strong>Rob</strong> druk in de weer was, lag Ide<br />
in een hoekje van de hut te schaterlachen met z’n vingertjes<br />
over zijn hamburgerbuikje heen. “Hi-hi! Ha-ha! Dat is echt<br />
gevaarlijk!” zei het ketelknaapje. <strong>Ome</strong> <strong>Rob</strong> had zijn brutale<br />
toet staan. Hij wachtte tot het kaarsvet en de olie zo warm<br />
waren dat er bubbeltjes uitkwamen.<br />
“Let op!” zei hij ineens. Ide hield z’n knuistjes voor z’n<br />
ogen. <strong>Rob</strong> gooide er plots ijskoud water op zodat er een<br />
enorme steekvlam onder het bakje vandaan kwam.<br />
*VLAM!* <strong>De</strong> steekvlam kwam helemaal tot de tak waar de<br />
hut aan vastgeknoopt zat.<br />
“Allerbarstens!” zei onze <strong>Ome</strong> <strong>Rob</strong> “Da’s kicke!”<br />
Ide had het niet meer. “Hi-hi! Ha-ha! Dat is toch hartstikke<br />
gevaarlijk!?” zei hij, terwijl het zweet over zijn vetkuif liep.<br />
“Nog een keer, denk” zei <strong>Ome</strong> <strong>Rob</strong> strijdlustig. Hij goot<br />
wat nieuwe olie in het bakje. En een beetje extra kaarsvet<br />
er nog bij.<br />
“Broodje ei met ui” neuriede hij.<br />
“Niet teveel ui, anders proef je de ei niet meer.” Zong hij in<br />
zichzelf.<br />
Het gebeurde wel vaker dat niemand precies wist wat hij<br />
bedoelde.