21.12.2018 Views

VB40

Jubileumnummer De Vrije Balloen

Jubileumnummer De Vrije Balloen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Fred Marschall<br />

Paranoïde pepernoten van onschendbare<br />

waarde<br />

Bevolken de wereld, terwijl anussen de<br />

horlepiep dansen.<br />

Afrigidaire incubatiepolen vervallen in<br />

herhalingen.<br />

Kozakkenkoren kanen kaantjes en<br />

Lekkende tapjes druppelen druppelsgewijs<br />

naar benee.<br />

Ik had bijzondere klasgenoten op het gymnasium. Het muzikale<br />

genie Ronald Brautigam, bijvoorbeeld, die onder het pseudoniem<br />

Rheia Ramabuxit bovenstaande regels neerpende op<br />

een feestje, na eerst geroken te hebben (jawel: geroken. Drinken<br />

was in het geheel niet nodig) aan een fles whisky. Het zou me niet<br />

verbazen als die fles speciaal en alleen voor dat doel was meegenomen.<br />

We waren verrukt van absurdistische teksten, van absurdisme in<br />

het algemeen. En reisverhalen. Ook die waren bij ons geliefd. Absurde<br />

reisverhalen waren het dan ook helemaal. De omzwervingen<br />

van Odysseus of de verslonden parasangen van Xenophon (‘Thalatta!<br />

Thalatta!’) konden telkens weer op sappige eigen interpretaties<br />

rekenen.<br />

Zoals die keer - weer op een feestje - toen klasgenoten Jean van<br />

Lingen en Fred Scherf uit het niets een dialoog begonnen, als<br />

voormalige backpackers avant la lettre herinneringen ophalend<br />

aan hun vele waanzinnige reizen. De rest van het gezelschap viel<br />

stil terwijl hun alter ego’s Jan en Piet de ene absurdistische situatie<br />

aan de andere koppelden.<br />

Het was duidelijk: met deze ‘memoires’ moest iets gedaan worden.<br />

Een strip moest het worden. Zo is Jan & Piet in Road to Ukélèlé<br />

ontstaan. Met tekst van Fred Scherf en tekeningen van mij. En de<br />

Commedia dell’Arte-figuur Frit(t)ellino als almachtige vertelinstantie.<br />

Natuurlijk bleek al snel dat de verzinsels van Jean en<br />

Fred zich lang niet allemaal leenden voor een stripbewerking.<br />

Maar absurdistisch bleef het allemaal wel. De titel is, uiteraard,<br />

een verwijzing naar de tussen 1940 en 1962 verschenen populaire<br />

maar o zo melige Road to-films met Bob Hope, Bing Crosby en<br />

Dorothy Lamour. Wij wilden onze eigen versie maken.<br />

Vol beginnersenthousiasme gingen we aan de slag. Na maar liefst<br />

een halve pagina stokte de voortgang. Maar die halve pagina kwam<br />

wel terecht in een overzicht van Nederlandse striptekenaars dat<br />

de Nederlandse Kunststichting uitbracht. Ik was voor deelname<br />

uitgenodigd omdat ik regelmatig meewerkte aan bladen en<br />

blaadjes als Stripje, Formule S en Speedo.<br />

Patty Klein belde me op. Of we er wat voor<br />

voelden Jan & Piet in De Vrije Balloen te<br />

publiceren? Ja, natuurlijk! Enigszins absurd,<br />

een absurd 44-pagina-verhaal in porties van<br />

twee pagina’s opnemen in een onregelmatig<br />

verschijnend maandblad. We waren voor zo’n<br />

twee jaar onder de pannen. Maar bij De Vrije<br />

Balloen kon alles.<br />

Het waren bijzondere jaren. Jaren waarin ik<br />

veel collega’s heb leren kennen. Met redactievergaderingen, bij<br />

Herman van Haasteren thuis, die ware festijnen waren en waarvan<br />

ik me in het geheel niet kan herinneren of er ook daadwerkelijk<br />

over het volgende nummer werd gesproken.<br />

Ik was inmiddels Nederlands gaan studeren en verdiende tijdens<br />

mijn doctoraalstudie bij door voor het NOS-televisieprogramma<br />

Paspoort tekeningen te maken. Nogal hectisch werk. Vaak had je<br />

niet langer dan drie uur de tijd om zo’n vijf tekeningen af te leveren,<br />

compleet met regie-aanwijzingen. Jan & Piet ging intussen<br />

nog een tijdje door. Andere bijdragen en andere tekenopdrachten<br />

volgden. Het tekenen werd steeds belangrijker, ook al maakte ik<br />

samen met oud-klas- en studiegenoot Betty Sluyzer steeds meer<br />

lesmateriaal (over taal, over beeldende kunst en over visuele communicatie).<br />

Van dat laatste kon je niet leven. Ook niet van Stripwerk,<br />

een succesvol schoolboek Nederlands voor de onderbouw,<br />

dat Betty en ik in samenwerking met Cees Tahey samenstelden.<br />

We hebben er nog de Stripschappenning voor gekregen.<br />

Voor Stripwerk konden we een beroep doen op tekenaars uit de<br />

Balloen-stal. Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen tekenden een<br />

twee-paginaverhaal, evenals Paul Schindeler. Werk van Jan van<br />

Haasteren en Andries Brandt, van Willy Lohmann, Bart Slijp, Jan<br />

Steeman, Thé Tjong-Khing en Patty Klein uit De Vrije Balloen<br />

konden we, dankzij de ruimhartige medewerking, opnemen.<br />

Later zouden Patty Klein en Jan van Haasteren nog aan een<br />

ander schoolboek<br />

meewerken. De<br />

Werkwoordwinkel<br />

van Egbert Assink,<br />

waar Betty en ik<br />

de redactie van deden,<br />

zou er zonder<br />

hun medewerking<br />

heel anders hebben<br />

uitgezien.<br />

Jan en Piet zijn, 40 jaar na Ukélèlé, nog altijd zoekende.<br />

46

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!