30.04.2019 Views

TSC Contact - Lente 2019

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

nummer 145 | lente <strong>2019</strong><br />

<strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

‘Lara’- column bestaat tien jaar<br />

Herkenning is een ‘soort troost’<br />

Ledenraadpleging:<br />

‘Trots op de STSN!<br />

‘Gewoon doorgaan’ geen optie’<br />

STSN-lid in beeld:<br />

“Lotgenotencontact is ‘herkenning<br />

en erkenning bij elkaar’ “<br />

www.stsn.nl


in dit nummer<br />

4 Lara<br />

6 Welkom in de wondere wereld van het RNA<br />

9 Even voorstellen: Evelien Peeters<br />

10 Het <strong>TSC</strong>-behandelteam<br />

13 Haalbaarheidsstudie nationale klinische <strong>TSC</strong>-database<br />

14 Column Leonore<br />

15 Hoe is het nu met Johan Mulder?<br />

18 De STSN: Hoe gaat het nu en hoe moet het in de toekomst?<br />

22 Mantelzorg<br />

24 Column Lotte<br />

25 Agenda<br />

26 STSN-lid in beeld<br />

28 Vrijwilligersbijeenkomst 2018<br />

29 Tip en truc hoek<br />

30 Subtypes gevonden in de hersenen van <strong>TSC</strong> patiënten<br />

32 Aangifte inkomstenbelasting: zorgkosten aftrekken over 2018<br />

36 Familiedag <strong>2019</strong><br />

37 Sponsor de STSN<br />

38 De wisselwerking tussen behandelaars en patiëntenorganisaties<br />

colofon<br />

ISSN 1570 - 5145 | jaargang 37 | nummer 145<br />

Bestuur STSN<br />

Jan-Paul Wagenaar, voorzitter<br />

Dave Tuijp, penningmeester<br />

Jos Scheurink<br />

Malti Gangabisoensingh<br />

Marco Muis<br />

Secretariaat STSN<br />

Blauwe Baai 14,<br />

1132 PR Volendam<br />

E-mail: info@stsn.nl<br />

Website: www.stsn.nl<br />

Redactie<br />

Francesco Dioguardi<br />

Corinne Kijl<br />

Yasmara Olyslag<br />

Jos Scheurink<br />

Yvonne Strikwerda<br />

Vormgeving<br />

MEO<br />

Adres <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

Vergulden Wagen 9,<br />

1111 TD Diemen<br />

E-mail: redactie@stsn.nl<br />

<strong>TSC</strong> Expertisecentrum UMC Utrecht<br />

Polikliniek Erfelijke Aandoeningen<br />

(Interne Geneeskunde)<br />

Drs Evelien Peeters,<br />

internist-endocrinoloog<br />

Drs. W.L. de Ranitz-Greven,<br />

internist-endocrinoloog<br />

J. Patist, verpleegkundig specialist<br />

Telefoon: 088-7553232<br />

<strong>TSC</strong> Expertisecentrum /Sylvia Toth Centrum<br />

UMC Utrecht hersencentrum<br />

Dr. F.E. Jansen, kinderneuroloog<br />

E-mail: STcentrum@umcutrecht.nl<br />

Telefoon: 088-7553898<br />

Klinische Genetica Erasmus MC, Rotterdam<br />

Dr. A. Kievit<br />

Telefoon: 010-4636915<br />

(maandag, dinsdag en donderdag)<br />

Multidisciplinaire <strong>TSC</strong> polikliniek voor<br />

kinderen Erasmus MC,<br />

Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam<br />

Dr. M.C.Y. de Wit, kinderneuroloog<br />

Drs. G.C.B. de Heus, kinderarts<br />

E-mail: tubereuzesclerose@erasmusmc.nl<br />

Telefoon: 010-7036341<br />

(polikliniek kinderneurologie)<br />

<strong>TSC</strong>-poli maandelijks op afspraak<br />

<strong>TSC</strong> Expertisecentrum Erasmus MC<br />

(18+poli) Rotterdam<br />

Dr. L. de Graaf-Herder, internist<br />

Dr. A. van Eeghen, arts voor verstandelijk<br />

gehandicapten (AVG)<br />

Email: tubereuzesclerose@erasmusmc.nl<br />

Telefoon: 010-7040115 (polikliniek<br />

Inwendige Geneeskunde; vragen naar<br />

mw. Bruinings)<br />

Expertiseteam <strong>TSC</strong> en Gedrag<br />

Marije Offringa, psycholoog<br />

Leonore Kuijpers, AVG<br />

Richard Slinger, casemanager<br />

Email: E<strong>TSC</strong>G@2davinci.com<br />

Bank<br />

Rekeningnummer:<br />

NL29RABO0118941127<br />

t.n.v. STSN<br />

2 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


4<br />

6<br />

18<br />

26<br />

Welkom in de wonderlijke<br />

wereld van het RNA<br />

TEKST: PIETER LoMANS / FoTo'S: SANDER SToEPKER<br />

Genetisch materiaal dat een tijdlang als nutteloos ‘erfelijk afval’ werd beschouwd, blijkt wel degelijk<br />

een belangrijke rol te spelen in allerlei processen in de cel. Ook in de zenuwcel. En ook bij aandoeningen<br />

zoals epilepsie. Jeroen Pasterkamp onderzoekt hoe allerlei slierten, cirkels en andere vormen van RNA,<br />

afkomstig van het ‘erfelijk afval’, een rol spelen bij epilepsie. Met het uiteindelijke doel dat RNA op<br />

termijn te gebruiken voor het behandelen van epilepsie.<br />

36<br />

Genetisch onderzoek zag er een tijdlang tamelijk overzichtelijk<br />

uit. je had DNA, waarin de code van ons erfelijk<br />

materiaal lag opgeslagen. Slechts een heel klein gedeelte<br />

van dat DNA – ongeveer één procent – bestond uit genen.<br />

Die genen produceren eiwitten via een RNA-kopie, een<br />

Bron: Epilepsie Magazine juni 2018<br />

Kijk voor meer informatie op www.epilepsie.nl<br />

noodzakelijke tussenstap. Eiwitten zijn de ‘arbeiders’ in<br />

onze cellen, zij verzetten al het werk. DNA, RNA, eiwit;<br />

helder en overzichtelijk. De veronderstelling was dus, dat<br />

het overgrote deel van ons DNA niet uit genen bestaat en<br />

er dus eigenlijk maar een beetje werkeloos bij ligt. Dit<br />

31<br />

EPILEPSIE MAGAZINE juNI 2018<br />

5<br />

Van de redactie<br />

Een nieuwe lente, een nieuw geluid!<br />

Het stukje van de redactie schrijf ik altijd als alle kopij verstuurd<br />

is naar MEO, die de vormgeving van het blad verzorgen. Het<br />

geeft altijd een tevreden gevoel als alles de deur uit is. Ik zit<br />

achter mijn bureautje en kijk in mijn tuin waarin krokussen,<br />

narcissen en sneeuwklokjes bloeien. EEN NIEUWE LENTE,<br />

EEN NIEUW GELUID. Dat geldt voor mijzelf in het bijzonder<br />

dit jaar. Ik heb mij voorgenomen om het eindredacteurschap<br />

na vierenhalf jaar over te gaan dragen. Gelukkig hebben we<br />

iemand gevonden die het stokje van mij over gaat nemen. We<br />

zullen haar later aan u voorstellen. Ik heb het redacteurschap<br />

als verrijkend, leerzaam en interessant ervaren. Uit de<br />

ledenraadpleging blijkt in elk geval dat het blad gewaardeerd<br />

wordt en dat is fijn om te horen. De beoogde nieuwe<br />

eindredacteur is jong, en de jeugd brengt vernieuwing! Dus ik<br />

verwacht ‘een nieuw geluid’.<br />

Ook blijkt uit de ledenraadpleging dat de STSN ‘het goed doet<br />

als organisatie’. Dat neemt niet weg dat ‘gewoon doorgaan’<br />

geen optie is. Waarom niet als het toch goed gaat? Het<br />

antwoord is simpel: er zijn te weinig vrijwilligers om alles te<br />

blijven doen zoals we het nu doen. Onze voorzitter noemt dit<br />

regelmatig in zijn stukjes en herhaalt steeds zijn oproep. Dat<br />

blijkt onvoldoende te werken. Het is nu al zo dat we sommige<br />

dingen niet meer kunnen doen op de manier zoals het ging,<br />

die echter wel veel waardering ondervindt. Zie bijvoorbeeld<br />

de veranderde opzet van de <strong>Contact</strong>dag. Nieuwe aanwas van<br />

(jonge) vrijwilligers is dus noodzakelijk.<br />

Weliswaar komt er van tijd tot tijd wel eens iemand bij. Als ik<br />

mij beperk tot het blad wil ik hier Lotte noemen, die zich in het<br />

eervorige nummer al voorgesteld heeft en vanaf dit nummer<br />

een vaste column gaat schrijven. Welkom, Lotte, we zijn heel<br />

blij met jouw nieuwe geluid.<br />

Anderzijds wil ik hier in dit verhaal over vernieuwing iemand<br />

die al 10 jaar een vaste column verzorgt juist ook eens in het<br />

zonnetje zetten. Ik wil Sandra Visch bedanken voor 10 jaar<br />

‘trouwe dienst’ met haar column over haar dochter Lara. Wat<br />

mij betreft zijn de verhalen over Lara nog steeds heel boeiend.<br />

De herkenbare golfbeweging van ‘het gaat goed, het gaat nu<br />

minder, het gaat helemaal niet, gelukkig gaat het weer beter’<br />

zal ons allemaal bekend zijn. Herkenning, informatie, en een<br />

stukje ‘huiselijkheid’ waar we meeleven met het gezin van<br />

Sandra en Marlon, ik zou het nog niet willen missen.<br />

Ik wil besluiten met mijn waardering uit te spreken voor<br />

iedereen waar ik zo fijn mee heb samen gewerkt de afgelopen<br />

jaren: voor alle trouwe schrijvers, voor de redactie van <strong>TSC</strong><br />

<strong>Contact</strong> en voor Lotte, onze nieuwe ‘aanwinst’, en ik wil een<br />

oproep doen aan alle leden om waar het mogelijk is een<br />

steentje bij te dragen aan het werk van de STSN.<br />

Ik wens u zoals altijd veel leesplezier en geniet van de lente!<br />

Yvonne Strikwerda<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

3


Lara<br />

“Ik vind het leuk om naar<br />

school te gaan”<br />

Lara (13 jaar) is de dochter van Sandra en Marlon Visch. Haar zusje heet Tessa (10 jaar). Sandra schrijft<br />

driemaandelijks over de leuke en minder leuke aspecten van leven met een kind met <strong>TSC</strong>.<br />

tekst en foto’s Sandra Visch<br />

Het gaat veel beter<br />

In de vorige column schreef ik over de zware periode waar<br />

we met Lara in zaten. Gelukkig gaat het nu veel beter. Nadat<br />

duidelijk was dat Lara zich niet veilig voelde op school, zijn<br />

er meerdere verbeteringen aangebracht. Ze heeft nu een<br />

eigen pictoschema bij haar tafel, omdat haar dagprogramma<br />

net wat afwijkt van de rest van de klas. Als de anderen<br />

taalwerkbladen gaan maken, mag Lara naar een andere klas<br />

waar ze mondeling in de kring bezig zijn, met bijvoorbeeld<br />

een praatplaat. Ze gaat daar graag heen, dat was het enige<br />

lichtpuntje voor Lara in de zware periode ervoor. De juf<br />

vertelde toen: “Lara kan niet echt rennen, maar ze gaat wel<br />

bijna rennend naar de klas van meester Martijn als ik zeg dat<br />

het tijd is voor taal”. We weten niet precies wat Lara daar<br />

zo fijn vond, maar ik denk dat ze daar het gevoel kreeg dat<br />

ze het goed doet. En dat gevoel kreeg ze niet in haar eigen<br />

klas. Lara heeft sinds eind oktober dagelijks een uur per dag<br />

individuele begeleiding in de klas. De begeleidster is een<br />

jonge meid waar Lara een klik mee heeft. Dat ze Tessa heet<br />

(net als haar zusje) vindt ze ook leuk. Naast het begeleiden<br />

bij taakjes in de klas, gaat ze elke donderdagochtend met<br />

Lara boodschappen doen, gezellig samen op de duofiets.<br />

Nog een grote aanpassing: de juf benadert haar positief,<br />

in plaats van haar elke dag straf te geven als ze niet doet<br />

wat er gezegd is. Ik had verteld dat Lara het heel fijn vindt<br />

om een ‘duimpje omhoog’ te krijgen. Wij doen dat thuis<br />

gewoon met onze duim omhoog en een positief “goed zo<br />

Lara, top”. De juf heeft een stempel aangeschaft van een<br />

duimpje omhoog, en Lara krijgt meerdere keren per dag een<br />

mooi stempel op een blaadje! De juf heeft het ook voor de<br />

andere kids ingevoerd, maar Lara is er het meest enthousiast<br />

over. En de juf zegt nu ook vaak dat het weer een hele<br />

goede dag met Lara was, en dan gaat Lara stralen. Door<br />

deze aanpassingen is het naar school gaan 200% verbeterd,<br />

een wereld van verschil. Lara gaat nu met veel plezier naar<br />

school. En ze zegt het ook heel vaak: “Ik vind het leuk dat<br />

ik morgen weer naar school ga, ik heb zin in school”. Dan<br />

verwacht ze wel iedere keer een enthousiaste reactie van<br />

ons: “Wat fijn Lara dat je zin hebt in school, daar ben ik heel<br />

blij om”. Het is ongelofelijk dat ze nu zo blij naar school gaat,<br />

dat had ik echt niet durven hopen.<br />

‘Een wereld van verschil met<br />

een paar maanden terug’<br />

Niet alles gaat goed: de epilepsie is nog niet rustig, Lara<br />

verdraagt thuis geen enkele prikkel, haar autisme lijkt<br />

vertienvoudigd, af en toe heeft ze nog een agressieve<br />

bui en ze slaapt niet zo best. Maar het lukt me nu vaak<br />

wel om positief te denken, en aan de slag te gaan met<br />

4 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


verbeter-ideeën. Dat is ook een wereld van verschil met<br />

een paar maanden terug, toen ik echt ingestort was en<br />

geen enkel vertrouwen had dat er nog lichtpuntjes aan<br />

zouden komen. Van ‘dit komt nooit meer goed, we komen<br />

hier nooit meer uit’ naar ‘het gaat nu goed op school, en<br />

wat is het volgende punt waar we aan willen werken?’.<br />

Daar hebben we begeleiding bij, zodat we niet met<br />

tien ideeën tegelijk aan de slag gaan, maar ons nu op<br />

één ding richten. Om te beginnen is dat een vernieuwd<br />

pictobord thuis, waar we slechts een dagdeel per keer op<br />

zetten. En dat we structureel gebruiken, dus niet alleen<br />

op een stressvolle dag, maar elke dag. De eerste dag<br />

wilde Lara het bord niet zien, het was een stom bord en<br />

moest weg. Maar de dag erna zag ze het lege bord en<br />

vroeg ze mij (een beetje overstuur) om de plaatjes op te<br />

hangen. Volgens mij heeft het nu, na een week, al een<br />

rustgevende werking op Lara. Weer een stap vooruit!<br />

De column over Lara bestaat 10 jaar!<br />

Ik kan me nog goed herinneren dat ik gevraagd werd<br />

om de column te gaan schrijven voor het <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>.<br />

Lieseth schreef columns over haar zoontje Lucas, maar zij<br />

ging daarmee stoppen en ze had mijn naam genoemd<br />

bij de redactie als mogelijke opvolger. Ik werd gebeld<br />

en mijn eerste reactie was eigenlijk “ik denk niet dat ik<br />

genoeg te vertellen heb voor een column”. Maar toen ik<br />

aan het vertellen was over onze situatie op dat moment,<br />

hoogzwanger van ons tweede kindje, werd ik gevraagd om<br />

daar een column over te schrijven. Ik twijfelde nog steeds of<br />

ik het zou kunnen, maar besloot het wel te doen.<br />

“Ik denk niet dat ik genoeg<br />

te vertellen heb voor een<br />

column”<br />

Bij de eerste columns had ik geen idee wat de lezers ervan<br />

vonden. Ik hoopte dat anderen het leuk vonden om te lezen,<br />

en wilde ook dat andere ouders ‘er iets aan zouden hebben’.<br />

Gelukkig heb ik daarna regelmatig enthousiaste gekregen op<br />

mijn column: “Ik lees altijd meteen de column over Lara”,<br />

“Heel fijn die herkenning als ik je column lees”, “Ga zo door<br />

met de column, ik ben zo benieuwd hoe het met Lara gaat”.<br />

En op een familiedag wordt Lara vaak herkend. In het begin,<br />

als ik de vraag kreeg “Dat is Lara toch?” dacht ik ‘huh, ik<br />

kan me niet herinneren wie jij bent…’, maar dan kwam de<br />

verklaring: “Ik herken haar van de column”.<br />

Toen ik voor het eerst in contact kwam met de STSN was<br />

ik vooral op zoek naar herkenning, en naar nuttige info.<br />

Met Lieseth had ik mijn eerste contact met een ‘lotgenoot’,<br />

ze ving me warm op en ik kon alles vragen. En naast<br />

herkenning en een soort ‘troost’ dat lotgenotencontact biedt,<br />

kwam ik erachter dat het ook gewoon gezellig kan zijn. En<br />

dat is eigenlijk ook wat ik met mijn column wil bieden, naast<br />

de herkenning en soms hopelijk wat nuttige info, ook leuke<br />

verhalen of een leuke uitspraak van Lara. De laatste paar<br />

columns was de vrolijkheid ver te zoeken, maar gelukkig<br />

is er deze keer weer een stukje blijheid. De volgende keer<br />

zal ik een stukje schrijven over onze kerstdagen in Villa<br />

Pardoes, wat niet echt geweldig ging met Lara, maar erop<br />

terugkijkend toch een bijzonder mooie week was! n<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

5


Onderzoek<br />

Welkom in de wonderlijke<br />

wereld van het RNA<br />

Genetisch materiaal dat een tijdlang als nutteloos ‘erfelijk afval’ werd beschouwd, blijkt wel degelijk een belangrijke rol<br />

te spelen in allerlei processen in de cel. Ook in de zenuwcel. En ook bij aandoeningen zoals epilepsie. Jeroen Pasterkamp<br />

onderzoekt hoe allerlei slierten, cirkels en andere vormen van RNA, afkomstig van het ‘erfelijk afval’, een rol spelen bij<br />

epilepsie. Met het uiteindelijke doel dat RNA op termijn te gebruiken voor het behandelen van epilepsie.<br />

tekst Pieter Lomans foto's Sander Stoepker<br />

Genetisch onderzoek zag er een tijdlang tamelijk<br />

overzichtelijk uit. Je had DNA, waarin de code van ons<br />

erfelijk materiaal lag opgeslagen. Slechts een heel klein<br />

gedeelte van dat DNA – ongeveer één procent – bestond<br />

uit genen. Die genen produceren eiwitten via een<br />

RNA-kopie, een noodzakelijke tussenstap. Eiwitten zijn de<br />

‘arbeiders’ in onze cellen, zij verzetten al het werk. DNA,<br />

RNA, eiwit; helder en overzichtelijk. De veronderstelling<br />

was dus, dat het overgrote deel van ons DNA niet uit<br />

genen bestaat en er dus eigenlijk maar een beetje<br />

werkeloos bij ligt. Dit ‘nutteloze DNA’ kreeg de naam<br />

junk-DNA; erfelijk afval. Als onderzoeker hoefde je er geen<br />

rekening mee te houden, want het had toch geen functie.<br />

‘Erfelijk afval’<br />

In dat opzicht zou je kunnen zeggen dat Jeroen Pasterkamp,<br />

hoogleraar Translationele Neurowetenschappen in het UMC<br />

Utrecht, zich heeft gespecialiseerd in erfelijk afval. Waarom?<br />

Omdat al snel bleek dat het helemaal geen afval was.<br />

Integendeel. Stukjes ‘junk-DNA’ bleken juist heel actief, maar<br />

op een andere manier dan gedacht. Dit ‘junk- DNA’ maakt<br />

bijvoorbeeld enorme hoeveelheden RNA. Dit RNA maakt<br />

geen eiwitten, maar bemoeit zich via allerlei sluipwegen wel<br />

degelijk met allerlei processen in de cel.<br />

Zo kunnen heel kleine sliertjes RNA – microRNA (miRNA)<br />

genoemd – stukken RNA blokkeren waar normaal eiwitten<br />

6 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


“Wie weet zijn aan die<br />

circRNA’s allerlei miRNA’s<br />

te plakken die de epilepsie<br />

dempen , wie weet zelfs<br />

blokkeren”<br />

mee worden gevormd. Wordt dit RNA uitgeschakeld, dan<br />

kunnen ook de bijbehorende eiwitten niet meer worden<br />

aangemaakt. Daarnaast bestaat er RNA dat moleculen<br />

transporteert (tRNA), zijn er ook lange stukken RNA die<br />

geen functie hebben, de zogenoemde long non-coding RNA<br />

(lncRNA), en ronde RNA die circulair RNA (circRNA) wordt<br />

genoemd. Welkom in de wondere wereld van het RNA, waar<br />

het gist en borrelt en waar nog van alles te ontdekken valt.<br />

Extra besturingslaag<br />

“In zekere zin is dit RNA te beschouwen als een tussenlaag,<br />

een extra laag in de besturing en regulatie van allerlei<br />

processen in de cel, en dus ook de hersencel”, zegt<br />

Pasterkamp. “In die RNA-wereld is nog veel te ontdekken en<br />

enkele jaren geleden zijn we daar bewust ingedoken. Ook<br />

omdat deze laag heel interessant kan zijn om meer te weten<br />

te komen over epilepsie. In onze eerste onderzoeken, waar<br />

we keken naar het miRNA, werd dat bevestigd. In epileptisch<br />

hersenweefsel van geopereerde patiënten zagen we dat de<br />

aanmaak van bepaalde eiwitten inderdaad door miRNA werd<br />

verstoord. Veel miRNA leidde tot minder eiwitten, weinig<br />

miRNA juist tot meer.” Daarmee startte het onderzoek naar<br />

miRNA’s pas goed. Welke miRNA’s zijn er? Welke zijn niet<br />

goed gereguleerd bij epilepsie? Wat is daar dan anders dan<br />

bij mensen zonder epilepsie? “Bovendien kun je dat miRNA<br />

ook manipuleren”, zegt Pasterkamp.<br />

“Voeg een miRNA toe of haal er juist een weg, wat gebeurt<br />

er dan met een cel? Gaat die dood, wordt die minder actief<br />

of juist hyperactief? Gesteund door het Epilepsiefonds,<br />

werd dat een heel succesvol project, dat ook in Europees<br />

verband werd uitgevoerd en waaraan we een samenwerking<br />

met topinstellingen hebben overgehouden.”<br />

Slierten en cirkels<br />

Dan duiken er ineens onderzoeken op, waarin tot dan toe<br />

onbekende stukjes RNA worden beschreven: het circulaire<br />

RNA. “Dat zijn gesloten cirkels van RNA”, zegt Pasterkamp.<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

7


Onderzoek<br />

Jeroen Pasterkamp doet onderzoek naar ‘erfelijk afval’. Omdat bleek dat dit afval juist heel actief is<br />

“En ze hebben interessante kenmerken. Aan zo’n cirkel kunnen<br />

zich wel zeventig miRNA’s binden. Er zijn inmiddels duidelijke<br />

aanwijzingen dat zo’n cirkel een soort vrachtwagen is die<br />

miRNA’s bijvoorbeeld van de celkern naar andere plaatsen<br />

in de cel kan vervoeren, waar die miRNA’s hun werk kunnen<br />

doen. Daarnaast kunnen ze zelf ook processen in de cel<br />

beïnvloeden die we nog niet helemaal in het vizier hebben.<br />

Maar dat het een belangrijke speler is, dat is inmiddels wel<br />

duidelijk.” Na het miRNA-onderzoek focust de groep van<br />

Pasterkamp met steun van het Epilepsiefonds nu meer op dit<br />

circRNA. Hoe werkt het, kun je zelfgemaakte varianten maken<br />

en die in de cel stoppen? Wat gebeurt er dan? Dat soort<br />

vragen. Pasterkamp: “Dit onderzoek doen we in gekweekte<br />

zenuwcellen van de muis en de mens. Met materiaal van de<br />

muis werken we al heel lang, daar weten we veel vanaf en<br />

hebben we veel ervaring mee. Die menselijke zenuwcellen<br />

kunnen we sinds kort zelf maken uit huid- of bloedcellen van<br />

patiënten. Met een bepaalde techniek maken we daar in<br />

onze onderzoeksfaciliteit, de MIND Facility, stamcellen van,<br />

die we vervolgens laten uitgroeien tot hersencellen. Het zijn<br />

dan hersencellen die precies hetzelfde genetische materiaal<br />

hebben als de patiënt. Het biedt ons echt enorm veel nieuwe<br />

mogelijkheden tot onderzoek. Eerder konden we namelijk niet<br />

over dergelijke cellen beschikken.”<br />

“We zagen dat de aanmaak<br />

van bepaalde eiwitten<br />

inderdaad door miRNA werd<br />

verstoord”<br />

Subtiel (bij)sturen<br />

Het onderzoek van Pasterkamp is niet direct gericht op de<br />

ontwikkeling van een therapie voor patiënten, maar vooral<br />

op het vergaren van kennis over hoe het allemaal werkt.<br />

Dat levert op termijn de basis voor mogelijke therapieën,<br />

want ook bij Pasterkamp is het daar in eerste en laatste<br />

instantie om te doen. Wie weet zijn aan die circRNA’s allerlei<br />

miRNA’s te plakken die de epilepsie dempen, wie weet zelfs<br />

blokkeren. Dat de RNA-wereld als nieuwe besturingslaag<br />

daar in principe uitermate geschikt voor is, daar is<br />

Pasterkamp wel van overtuigd. “RNA stelt processen net iets<br />

nauwkeuriger af, waardoor het allemaal net iets soepeler<br />

loopt”, zegt hij. “Daarin zit de belofte dat je processen in de<br />

cel heel subtiel en specifiek kunt beïnvloeden. Daar is het<br />

RNA in al zijn verschijningsvormen erg geschikt voor. Hoe<br />

subtieler het kan, hoe beter het is.” n<br />

8 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Expertisecentra<br />

Even voorstellen: Evelien Peeters,<br />

nieuwe internist <strong>TSC</strong> Poli UMCU<br />

Zoals reeds per brief is medegedeeld aan de patiënten van Dr. Menno Vergeer, heeft hij, na vele jaren met plezier in<br />

het UMC Utrecht te hebben gewerkt, helaas per 1 februari afscheid genomen van de <strong>TSC</strong> Poli. Dit is uiteraard een verlies<br />

voor de polikliniek en haar patiënten. Gelukkig werd in dezelfde brief ook aangekondigd dat Drs. Evelien Peeters is<br />

aangetrokken als zijn opvolger. Vanaf deze plek willen wij als patiëntenvereniging Menno bedanken voor zijn inspanningen<br />

en Evelien welkom heten. In onderstaand artikel spreken we met Dr. Wendela de Ranitz-Greven, al enkele jaren internistendocrinoloog<br />

bij de <strong>TSC</strong> Poli, over deze verandering en stellen we Evelien Peeters aan u voor.<br />

tekst Francesco Dioguardi<br />

We vragen aan Dr. Wendela de Ranitz-<br />

Greven: In het <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong> van een jaar<br />

geleden (nummer 141) stond een uitgebreid<br />

artikel over de opzet en werkwijze van de<br />

<strong>TSC</strong> Poli van het UMCU. Verandert hier nu<br />

iets aan?<br />

Nee, feitelijk niet. De behandeling van patiënten blijft<br />

ongewijzigd. Sinds het artikel vorig jaar is ook Drs. Cynthia<br />

Maassen als neuropsycholoog aan de poli verbonden. Evelien<br />

neemt de positie van Menno over. Patiënten van Menno Vergeer<br />

zullen tussen haar en mij verdeeld worden. Patiënten zijn hier<br />

inmiddels per brief over geïnformeerd.<br />

We vragen aan Drs. Evelien Peeters, ook<br />

internist-endocrinoloog: Kun je iets over je<br />

eerdere werkzaamheden vertellen? Waren<br />

er al eerder links met <strong>TSC</strong> en wat deed je<br />

besluiten om je in <strong>TSC</strong> te gaan specialiseren?<br />

Wat mij drijft als arts, is echte aandacht. Ik kijk het liefst naar de<br />

patiënt in zijn geheel én de wereld om hem/haar heen. De tijd<br />

nemen vind ik cruciaal voor goede zorg. De tijd nemen voor het<br />

laten uitspreken van verwachtingen is daar een mooi voorbeeld<br />

van. Net als de rust nemen om de dingen helder uit te leggen.<br />

Tijdens mijn specialisatie heb ik Bernard Zonneberg als mentor<br />

leren kennen en via hem natuurlijk de <strong>TSC</strong>-zorg. De afgelopen<br />

jaren hebben Wendela en Menno in korte tijd een professioneel<br />

expertisecentrum opgebouwd met bundeling van ontzettend<br />

veel kennis en kunde. Het vertrek van Menno doet ons allen<br />

zeer, maar het maakt me blij om hem te mogen opvolgen en<br />

de <strong>TSC</strong> Poli Utrecht verder te kunnen brengen.<br />

De afgelopen jaren heb ik mijn focus naast de endocrinologie<br />

en diabetologie gehad op de ‘SOLK’ (Somatisch Onvoldoende<br />

Verklaarde Klachten). Dat communicatie essentieel is in het<br />

bieden van optimale zorg, wordt bij deze groep mensen extra<br />

benadrukt.<br />

Ik haal veel plezier uit langdurige patiëntrelaties en het contact<br />

met ouders en andere familieleden. Binnen de <strong>TSC</strong>-zorg zullen<br />

deze relaties zich nog verder verdiepen.<br />

De <strong>TSC</strong>-zorg ligt wat dat betreft in het verlengde van wat ik<br />

eerder heb gedaan en het verder uitbouwen van de <strong>TSC</strong> Poli zie<br />

ik dan ook als een grote uitdaging. n<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

9


Expertisecentra<br />

Het <strong>TSC</strong>-behandelteam voor<br />

volwassenen van het Erasmus MC<br />

In Nederland zijn twee expertisecentra voor <strong>TSC</strong>: De <strong>TSC</strong> Poli van het UMC Utrecht en de <strong>TSC</strong> Poli voor volwassenen van het<br />

Erasmus MC. In het lentenummer van vorig jaar stond een artikel over de <strong>TSC</strong> Poli van het UMC Utrecht. In onderstaand<br />

artikel komen we meer te weten over de <strong>TSC</strong> Poli voor volwassenen van het Erasmus MC. In dit artikel gaan we in op de<br />

werkwijze in Rotterdam en de overeenkomsten, verschillen en samenwerking tussen deze twee voor onze patiënten zo<br />

belangrijke poliklinieken. Onze gesprekspartner is Agnies van Eeghen, AVG en coördinator van deze <strong>TSC</strong> Poli.<br />

tekst Agnies van Eeghen en Francesco Dioguardi<br />

Kun je kort uitleggen wat de <strong>TSC</strong> Poli doet?<br />

De <strong>TSC</strong> Poli is onderdeel van expertisecentrum ENCORE<br />

(Erfelijke Neurocognitieve Ontwikkelingsstoornissen Erasmus<br />

MC). Dit is een samenwerkingsverband tussen onderzoekers<br />

en behandelaren, om expertise op het gebied van complexe<br />

syndromen zoals <strong>TSC</strong> te bundelen. De polikliniek voor<br />

volwassenen met <strong>TSC</strong> bevindt zich op de Polikliniek Interne<br />

Endocrinologie. Samen met Dr. Laura de Graaff zien wij mensen<br />

met <strong>TSC</strong>. Hierbij vragen wij naar klachten en controleren wij de<br />

nieren, longen, huid en andere organen. Ook behandelen wij<br />

eventuele epilepsie en psychologische klachten.<br />

Uit welke personen bestaat het <strong>TSC</strong> Poli<br />

team en wat is hun functie?<br />

Het kernteam bestaat uit internist Laura de Graaff en<br />

mijzelf. Laura de Graaff is internist erfelijke en aangeboren<br />

aandoeningen (EAA). Dit is een nieuwe specialisatie voor<br />

internisten welke Dr. de Graaff zelf heeft ontwikkeld. Hierdoor<br />

komt er bij internisten meer aandacht voor volwassenen met<br />

zeldzame syndromen zoals <strong>TSC</strong>. De internist is altijd betrokken<br />

bij nieuwe patiënten, en is tijdens controles beschikbaar voor<br />

vragen op haar terrein. Ik ben opgeleid als AVG (arts voor<br />

verstandelijk gehandicapten), maar behandel ook mensen<br />

zonder verstandelijke beperking. Ik breng alle klachten in kaart<br />

en zet op de meeste gebieden de adviezen en behandeling<br />

in gang; soms via onszelf, soms via lokale behandelaren. De<br />

behandeling met everolimus (Votubia) loopt via de internist.<br />

Onmisbaar is ook Marieke Bruinings, de poli-assistente,<br />

die probeert de poli-bezoeken inclusief echo’s, scans en<br />

bloedonderzoek zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.<br />

Bij moeilijk behandelbare epilepsie is Dr. Marie-Claire de<br />

Wit beschikbaar, zij is neuroloog en kinderneuroloog en ook<br />

betrokken bij de <strong>TSC</strong>-kinderpoli. De afdeling Psychiatrie is<br />

ook betrokken, en bouwt ervaring op met de diagnostiek<br />

en behandeling van psychologische klachten bij <strong>TSC</strong>.<br />

Ook worden er samenwerkingsverbanden aangegaan<br />

met psychologen met ervaring met mensen met een<br />

verstandelijke beperking, zodat wij bij vragen over gedrag<br />

patiënten ook van adviezen kunnen voorzien.<br />

De nefroloog Dr. Marcia Kho is altijd al betrokken geweest<br />

bij mensen met <strong>TSC</strong> en ernstige nierproblemen. De<br />

longartsen hebben ook van oudsher al ervaring met<br />

longproblemen die bij <strong>TSC</strong> voorkomen. Omdat wij een<br />

relatief jonge populatie hebben, komen deze problemen<br />

nog slechts bij enkelen voor. Ook hebben dermatologen<br />

zoals Prof. Suzanne Pasmans al veel ervaring, omdat zij ook<br />

bij de kinderen met <strong>TSC</strong> betrokken zijn.<br />

Hoeveel patiënten behandelen jullie?<br />

We hebben nu ongeveer 50 patiënten, en dit groeit ieder<br />

jaar. De meeste patiënten zijn jongvolwassenen, omdat<br />

zij werden doorverwezen vanuit de kinderpoli. Maar we<br />

hebben natuurlijk ook ouders van patiënten, en oudere<br />

patiënten die van elders werden verwezen. Sommigen<br />

hebben nauwelijks problemen door <strong>TSC</strong>, sommige hebben<br />

zeer complexe problemen.<br />

Hoe werkt de <strong>TSC</strong> Poli samen met andere<br />

disciplines? Regelen jullie bijvoorbeeld alle<br />

afspraken met die disciplines en kunnen die<br />

dan allemaal op één dag plaatsvinden?<br />

De internist en ik zien de mensen de eerste keer altijd samen.<br />

Bij controle-bezoeken kunnen over het algemeen de echo’s, de<br />

scans en het bloedonderzoek op dezelfde dag plaatsvinden. In<br />

verband met de verhuizingen in het Erasmus vorig jaar hadden<br />

we helaas vaak problemen met planning en bereikbaarheid,<br />

maar dat gaat nu weer beter – en het ziekenhuis is prachtig<br />

geworden! Onderzoek waarbij rustgevende medicatie of een<br />

roesje nodig is, moet vaak apart ingepland worden. Vergeet<br />

niet, we zijn nog een relatief nieuwe polikliniek en moeten<br />

nog veel zorg opstarten.<br />

Dit is de poli voor volwassenen. Hoe gaat de<br />

10 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


overgang vanuit de kinderpoli?<br />

De overgang vanuit de kinderartsen naar de specialismen<br />

voor volwassenen heet ‘transitie’. Wij hebben de transitie<br />

zo geregeld, dat ik op de kinderpoli al kennismaak met alle<br />

kinderen vanaf 16 jaar. Hierbij kunnen we alvast bespreken<br />

hoe de zorg er in de toekomst uit zal zien. Ouders en kinderen<br />

kunnen dan ook vragen stellen. Ook op andere gebieden<br />

dan de medische zorg kunnen er vragen zijn. Bijvoorbeeld<br />

op het gebied van dagbesteding, wonen, vriendschappen,<br />

anticonceptie, en seksualiteit. Op de leeftijd van 17 jaar<br />

wordt dan de echte ‘transitie’ besproken, onder andere hoe<br />

vervolgafspraken zullen lopen. Dit is best spannend voor zowel<br />

de patiënt als de ouders. De eerste afspraak op de poli interne<br />

geneeskunde is dan als de patiënt 18 jaar is.<br />

Hoe wordt bepaald of een patiënt in<br />

Rotterdam of in Utrecht behandeld gaat<br />

worden? Is dat geografisch bepaald of is het<br />

een keuze van de ouders?<br />

Van oudsher gingen alle volwassen patiënten naar de <strong>TSC</strong><br />

Poli in Utrecht. Sinds de start van onze polikliniek hebben<br />

patiënten en hun ouders de keuze, en gaat het hen vooral<br />

om de geografische locatie. Daarom komen kinderen na de<br />

controles bij de <strong>TSC</strong> Poli van kinderarts Karen de Heus en<br />

kinderneuroloog Marie-Claire de Wit als ze 18 zijn meestal<br />

naar onze polikliniek. Ook zien wij af en toe patiënten uit<br />

Utrecht voor een ‘second opinion’, en vice versa. Soms<br />

komen mensen via Utrecht of uit het hele land speciaal naar<br />

ons toe voor onze expertise op het gebied van epilepsie of<br />

gedrag/psychiatrie bij <strong>TSC</strong>.<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

11


Op welke vlakken wordt er met de poli in<br />

Utrecht samen gewerkt? Zijn er bijvoorbeeld<br />

dezelfde protocollen of projecten waarin<br />

jullie samenwerken?<br />

We werken zoveel mogelijk samen, en op dezelfde manier,<br />

net zoals de artsen van de kinderpoli. We hebben natuurlijk<br />

veel geleerd van de <strong>TSC</strong> Poli in Utrecht en van Dr. Zonnenberg<br />

toen we begonnen. Ook hebben we samen een ‘zorgpad’<br />

opgesteld voor volwassenen. Dat wil zeggen dat we dezelfde<br />

controles uitvoeren. Dit doen we op basis van internationale<br />

richtlijnen en eigen ervaring, en dat betekent dus dat we<br />

dezelfde zorg leveren. In het UMCU vindt bijvoorbeeld<br />

ook ‘warme’ transitie van kinderen naar volwassenen<br />

plaats, net zoals bij ons. Ook werken we hard aan een<br />

landelijke database, waar wij dan samen gegevens in gaan<br />

verzamelen. Dan kunnen we nog beter samen onderzoek<br />

doen omdat we dan precies dezelfde gegevens verzamelen.<br />

De Apotheek van het UMCU maakt de <strong>TSC</strong>zalf.<br />

Kunnen jullie die ook voorschrijven?<br />

Jazeker, wij kunnen ook deze zalf voorschrijven. Het verkrijgen<br />

van de zalf verloopt op dezelfde manier als bij patiënten van<br />

het UMCU. (Zie de artikelen over <strong>TSC</strong>-zalf, redactie).<br />

Er lopen nu ook meerdere aanvragen om ‘<strong>TSC</strong> geassocieerde<br />

neuropsychiatrische problemen’ (TAND) beter te onderzoeken;<br />

daar horen we binnenkort meer over. We hopen dan dat<br />

we meer te weten kunnen komen hierover, zodat we deze<br />

klachten nog beter kunnen begrijpen en behandelen.<br />

Meer informatie over <strong>TSC</strong> of andere poliklinieken van ENCORE<br />

kunt u vinden op www.erasmusmc.nl/encore/Poliklinieken/<br />

tubereuze-sclerose-complex/<br />

<strong>Contact</strong> en informatie: tubereuzesclerose@erasmusmc.nl<br />

In <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong> 136 (winter 2016) schreef Agnies van Eeghen<br />

uitgebreid over de zorgbehoeftes van jongvolwassenen met<br />

<strong>TSC</strong> en hun ouders.<br />

Voor vragen van bestaande patiënten:<br />

interneEAA@erasmusmc.nl <br />

Of bel Marieke Bruinings van de polikliniek Inwendige<br />

Geneeskunde van het Erasmus MC 010-7040115. n<br />

Welke onderzoeksprojecten lopen er op dit<br />

moment?<br />

Momenteel loopt het ‘CHAT-<strong>TSC</strong>’ project. Dit is mede mogelijk<br />

gemaakt door een subsidie van het <strong>TSC</strong> Fonds die wij vorig<br />

jaar ontvangen hebben. We ontwikkelen een vragenlijst die<br />

patiënten en/of hun begeleiders digitaal toegestuurd krijgen<br />

voor een consult. Op basis van deze vragenlijst kunnen<br />

we zien welke klachten er zijn, en welke hulpverleners<br />

betrokken moeten worden tijdens een polibezoek. Ook<br />

kan zo’n vragenlijst helpen met het meten van het effect<br />

van behandelingen. Immers, we willen natuurlijk dat<br />

klachten verminderen als we behandelingen testen. Dat is<br />

helemaal belangrijk nu steeds meer nieuwe behandelingen<br />

beschikbaar komen. Als we ieder jaar de resultaten van de<br />

vragenlijst kunnen volgen, weten we ook beter wat het<br />

beloop is van <strong>TSC</strong>, en op welke leeftijd welke klachten het<br />

meeste voorkomen. Bij dit project zijn ook vele internationale<br />

samenwerkingspartners betrokken.<br />

12 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Nieuws<br />

Haalbaarheidsstudie<br />

nationale klinische <strong>TSC</strong>-database<br />

tekst Jan-Paul Wagenaar<br />

Een nationale klinische <strong>TSC</strong>-database. Een lang gekoesterde<br />

wens van de STSN en van verschillende specialisten<br />

werkzaam in het veld van <strong>TSC</strong>. Maar ook een pittige<br />

uitdaging. Er zijn verschillende initiatieven ontplooid de<br />

afgelopen decennia, met succes, maar nooit Nederlandbreed.<br />

Ook was er de internationale TOSCA-database waarin<br />

een behoorlijk aantal Nederlandse patiënten opgenomen<br />

was. Het TOSCA-project is recentelijk afgerond en deze<br />

database wordt niet voortgezet. Kortom, het belang van<br />

een nationale database werd nog steeds door menigeen<br />

gedeeld en de gekoesterde wens stond nog recht overeind.<br />

Eind 2017 namen bij <strong>TSC</strong> betrokken specialisten uit het<br />

UMCU en het EMC het initiatief om een projectvoorstel<br />

voor een haalbaarheidsstudie op te stellen en gefinancierd<br />

te krijgen. Het <strong>TSC</strong> Fonds, de STSN en Novartis zorgden<br />

ervoor dat er voldoende financiële middelen kwamen, en<br />

aangevuld met een ‘in natura’ bijdrage in tijd van betrokken<br />

specialisten en ziekenhuisstaf kon de haalbaarheidsstudie<br />

van start. Er werd een professionele partij ingehuurd om<br />

het hele proces van het in kaart brengen en realiseren van<br />

een database te begeleiden. Deze partij, Lygature, heeft<br />

veel ervaring met gelijksoortige databasetrajecten. Na een<br />

trage start is er vanaf voorjaar 2018 constructief gewerkt<br />

aan onder andere inhoud, techniek, juridische aspecten,<br />

eigenaarschap en governance. Niet eenvoudig, want de<br />

betrokken ziekenhuizen en (onderzoeks)centra hanteren<br />

allemaal hun eigen systeem, in een eigen ‘grote’ omgeving.<br />

Ongeveer eenmaal per maand kwamen betrokkenen een<br />

avond van zes tot acht uur bij elkaar in het JIM op de<br />

zesde verdieping van het Beatrixgebouw in Utrecht. Na<br />

een lange werkdag, met nog een terugreis naar huis voor<br />

de boeg. Met een stuk pizza of quiche als avondeten en<br />

energiebron om het proces rond de database weer een<br />

stap verder te krijgen. Soms was het een stroperig proces,<br />

soms was het energiek en doortastend. Begin <strong>2019</strong> lijkt<br />

het erop dat we het traject van de haalbaarheidsstudie tot<br />

een goed einde gaan brengen. De contouren van hoe een<br />

nationale <strong>TSC</strong>-database eruit kan gaan zien, zijn gereed en<br />

ook het systeem waarin en de locatie waar de database<br />

opgezet kan worden zijn in principe overeengekomen.<br />

Ten aanzien van hoe een begin gemaakt kan worden met<br />

de implementatie, het daadwerkelijk bij elkaar brengen<br />

van data uit de verschillende databases, hoe het invoeren<br />

van nieuwe gegevens verzorgd wordt en de database in<br />

de praktijk gemanaged en gebruikt gaat worden, worden<br />

voor de zomer de laatste puntjes op de i gezet. Kortom,<br />

de mogelijkheid om over een landelijke database te<br />

beschikken waarvan specialisteen en onderzoekers gericht<br />

gebruik kunnen maken om zorg, diagnose en behandeling<br />

te verbeteren, lijkt in zicht te zijn. Natuurlijk met een slag<br />

om de arm. Alle betrokken partijen moeten hun definitieve<br />

fiat nog geven. En dan zijn er natuurlijk kosten om de<br />

database te gaan maken, te vullen en te onderhouden.<br />

Er is een schatting gemaakt van wat dit gaat kosten. Het<br />

gaat om een serieus bedrag. De STSN vindt het belang<br />

van een nationale klinische database dermate groot dat<br />

ze zich, met anderen, in wil zetten voor het zoeken van<br />

middelen om de database echt van start te laten gaan. We<br />

kunnen hierbij ideeën en hulp gebruiken! Rest mij de bij<br />

de haalbaarheidsstudie betrokken specialisten te bedanken.<br />

We zijn er nog niet, maar ik ben zeer onder de indruk van<br />

eenieders inzet en betrokkenheid. Het is niet ‘gewoon’ om<br />

zoveel avonden op afstand of fysiek een bijdrage te leveren<br />

aan een dergelijk proces. Ik wil ook Sjaak en Kristina van<br />

Lygature bedanken voor hun volhardendheid en geduld om<br />

het traject en ons zo ver te krijgen! n<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

13


Column<br />

Uitvliegen<br />

Leonore Kuijpers is AVG n.p. en werkt al bijna dertig jaar binnen de VG-zorg.<br />

Zij is consulent bij het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) en lid van het<br />

Expertiseteam <strong>TSC</strong> en Gedrag (E<strong>TSC</strong>G)<br />

tekst Leonore Kuijpers<br />

Leonore Kuijpers<br />

Onze vier kinderen zijn allang de deur uit. Op verschillende<br />

leeftijden vertrokken ze om ergens anders te gaan wonen.<br />

De een vanwege een studie, de ander om te gaan<br />

samenwonen. Zo gaat dat, op een gegeven moment staan<br />

ze op eigen benen en beginnen ze ‘voor zichzelf’.<br />

Maar wat moet je als je een kind hebt dat niet op eigen<br />

benen kan staan en waarvan je weet dat dat ook nooit<br />

zal gaan gebeuren? Jaren geleden maakte ik mee dat een<br />

moeder van tegen de tachtig haar veertigjarige zoon met het<br />

syndroom van Down bij het gezinsvervangend tehuis waar ik<br />

toen werkte kwam brengen. Ze was in tranen en voelde zich<br />

vreselijk schuldig, omdat ze de zorg voor hem niet langer<br />

aankon. Buitenstaanders denken al gauw dat dat onnodig<br />

is. Ze heeft namelijk haar halve leven gezorgd voor hem,<br />

waarom dan dat schuldgevoel? Hoog tijd dat ze hem loslaat.<br />

Zo makkelijk is het echter niet. Een kind dat zorg nodig heeft<br />

roept iets op bij ouders en zal dat altijd blijven doen. Dat<br />

geldt trouwens ook voor kinderen die prima op hun eigen<br />

benen kunnen staan. Het doet iets met je als ouder als je<br />

kind verdriet of zorgen heeft, of ziek wordt. Al snel ontstaat<br />

weer de ouder-kind relatie zoals die was toen je kind jong<br />

was. Overigens niet altijd tot groot genoegen van eventuele<br />

partners van die kinderen!<br />

‘Volwassen’<br />

De kunst is om in te schatten of de zorg die je kind nodig<br />

heeft per se door jou gegeven moet worden of dat je die<br />

ook (deels) aan anderen over kan laten. Tijdens het laatste<br />

symposium van de Belgische vereniging be<strong>TSC</strong> hoorde ik<br />

een moeder vertellen dat hun ernstig verstandelijk beperkte<br />

tienerdochter met <strong>TSC</strong> als eerste in het gezin de deur<br />

uitgegaan was en in een instelling was gaan wonen. Haar<br />

verklaring hiervoor was heel bijzonder: onze dochter is als<br />

eerste van de kinderen ‘volwassen’. Dat klinkt vreemd,<br />

omdat we het woord volwassen meestal gebruiken voor<br />

onafhankelijke meerderjarigen. Daarnaast betekent het<br />

ook ‘volgroeid’ en zoals deze ouders het zagen, gold dit<br />

voor hun dochter. Het meisje zou zich niet verder meer<br />

ontwikkelen en was dus eerder volwassen dan de andere<br />

kinderen. Uit huis gaan hoorde daarbij. Om zo te kunnen<br />

denken, wat een wijsheid!<br />

Natuurlijk is het niet zo dat met deze instelling je zorgen<br />

voorbij zijn. Want er blijven volop vragen. Wat is de beste<br />

plek om mijn kind te laten wonen: welke instelling, welke<br />

achterliggende visie, welke locatie, welke groepsgenoten,<br />

welke begeleiders, welke afstand van huis, en ga zo maar<br />

door. Ik zou niet weten hoe ikzelf die keuzes had moeten<br />

maken als ik in zo’n situatie zou zitten. Want overal is wel<br />

iets positiefs en iets negatiefs over te zeggen. Ideaal wordt<br />

het nooit en hoe moeilijk is het dan om een keuze te<br />

moeten maken?<br />

Aan de andere kant, hoe ideaal is het als zware zorg<br />

langdurig op de schouders van de ouders rust? Als er geen<br />

ontspanning meer is, als relaties onder druk komen te staan,<br />

als andere kinderen gaan lijden onder de situatie…<br />

Binnen een gezin speelt er vaak ook van alles, ook als er<br />

geen echte problemen zijn. Daar leer je vervolgens allemaal<br />

weer van. Datzelfde geldt ook voor het wonen binnen een<br />

woongroep. Begeleiders hebben een andere band met hun<br />

cliënten, dan jij met je kind. Daardoor kunnen ze makkelijker<br />

de nodige afstand nemen om niet uitgeput te raken. Ze<br />

hebben kennis en ervaring opgedaan om de ondersteuning<br />

te geven die nodig is.<br />

Een goede woonplek voor je zorgenkind kies je vaak op gevoel.<br />

Als die keuze is gemaakt krijg je de kans om weer ‘ouder’ te<br />

zijn zonder uitgeput te raken, weer partner te zijn voor elkaar en<br />

af en toe eens gewoon te ontspannen. Dat heeft niets te maken<br />

met het feit dat je niet genoeg zou houden van je kind, het<br />

betekent dat je er kunt zijn als het nodig is. n<br />

14 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Interview<br />

Hoe is het nu met Johan Mulder?<br />

tekst Johan Mulder interviewvragen Yasmara Olyslag foto’s Johan Mulder<br />

Veel van onze lezers zullen Johan Mulder kennen als ontwikkelingspsycholoog werkzaam bij het Centrum voor Consultatie<br />

en Expertise (CCE), gespecialiseerd in <strong>TSC</strong>. Hij heeft veel begeleiders en ouders handvatten gegeven om onze kinderen te<br />

begrijpen en te begeleiden in de voor hen onoverzichtelijke wereld. Ook heeft hij persoonlijk jongeren en volwassenen<br />

met <strong>TSC</strong> begeleid. Tevens heeft hij met anderen drie boeken geschreven, “De complexiteit van Tubereuze Sclerose”,<br />

“Gedragsproblemen bij Tubereuze Sclerose Complex” en “<strong>TSC</strong> in de verschillende levensfasen”. In 2018 is Johan met<br />

pensioen gegaan, maar wij zijn benieuwd hoe het met hem gaat. Hieronder vertelt hij zijn persoonlijke verhaal.<br />

Wie is Johan Mulder?<br />

Ik ben in 1951 geboren in Jogjakarta op Java. Daar hebben<br />

drie liefdevolle kinderverzorgsters mij de strikte Javaanse<br />

beleefdheidsregels bijgebracht. De hoofdprincipes waren:<br />

verplaats je altijd in de ander, probeer aan te voelen wat de<br />

ander wenst én bezorg de ander geen nare gevoelens. Deze<br />

grondhouding heb ik later in mijn werk altijd nagestreefd. Het<br />

hielp mij om kwetsbare mensen te begeleiden en steun te<br />

geven. Verder leerde ik duizend en één beleefdheidsregels<br />

als: sla je ogen neer als je met een volwassene praat,<br />

praat zachtjes en zangerig, weiger drie keer voor je een<br />

koekje aanneemt, zeg nooit nee, wees geduldig en haast<br />

je nooit. Op Java is mijn liefde voor dans ontstaan. Urenlang<br />

oefenden wij de sierlijke en trage Javaanse hofdansen. Toen<br />

ik in Nederland kwam als twaalfjarige jongen was het erg<br />

wennen. Ik had altijd honger, maar kreeg geen koekje te<br />

pakken. Ik begreep niets van het jachtige Nederland en de<br />

Nederlanders begrepen mij niet. De trots en vasthoudendheid<br />

die ik als kind geleerd had hielpen mij erdoorheen. Mijn<br />

moeder stond er het eerste half jaar alleen voor en de zorg<br />

voor twee pubers, een twaalfjarig verlegen joch en drie<br />

kleine meisjes viel haar zwaar. Vanzelfsprekend nam ik de<br />

zorg voor mijn drie zusjes op me, zodra ik uit school kwam.<br />

Toen is mijn liefde voor zorgen ontstaan.<br />

Hoe ben je in dit vak terecht gekomen?<br />

Het is voor mij altijd duidelijk geweest dat ik met kinderen<br />

wilde werken. Dus ging ik medicijnen studeren om<br />

kinderarts te worden. De theorie ging goed, maar de<br />

praktijk was geen succes. Druppels titreren, aders sonderen,<br />

organen uitprepareren ……… alles werd een janboel. Wel<br />

heb ik veel geleerd over de anatomie van de hersenen<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

15


en de ontwikkeling van het embryo. Ik vond een uitweg<br />

naar de balletklas op de theaterschool. Tegelijkertijd ben<br />

ik kinderpsychologie gaan studeren. Toen heb ik héél<br />

hard leren werken. Dagelijks vier uur zware lichamelijke<br />

training, studeren en slapen. De balletopleiding bleek<br />

te zwaar en te militaristisch. Mijn liefde voor dansen<br />

heb ik behouden, maar verplaatst naar India waar de<br />

Hindoecultuur dichter bij mijn wortels in Indonesië lag.<br />

De bouwstenen voor mijn karakter waren nu gelegd:<br />

inlevingsvermogen, vriendelijkheid, geduld, liefde voor<br />

zorgen, uithoudingsvermogen en de neiging tot (te) hard<br />

werken. Mijn stage liep ik in een inrichting voor mensen<br />

met een verstandelijke beperking. Dit werk bleek uitstekend<br />

bij mijn persoonlijkheid te passen. Het is een zorgsector die<br />

het uiterste van het geduld van de werkers vraagt.<br />

Hoe is je interesse voor <strong>TSC</strong> ontstaan?<br />

Ik werkte op een activiteitencentrum voor volwassenen en<br />

daar werd een jongeman met <strong>TSC</strong> aangemeld. Zijn vader zei<br />

letterlijk: “Hier weet jij niets vanaf en je moet lid worden<br />

van de STSN en je kennis bijspijkeren.” Dit heb ik meteen<br />

gedaan. Na 10 jaar kreeg ik een brief van de STSN met het<br />

verzoek om deel te nemen aan de werkgroep Gedrag. Toen<br />

heb ik Hans Ploegmakers en Arni Hubbeling leren kennen. Dit<br />

bleek de beste stap te zijn die ik in mijn loopbaan gemaakt<br />

heb. <strong>TSC</strong> is zeer complex en brengt heel veel teweeg. Ik<br />

was genoodzaakt steeds bij te studeren om deze complexe<br />

problemen te leren begrijpen.<br />

Wat was je rol ten aanzien van <strong>TSC</strong>?<br />

Samen met verschillende mensen heb ik de gevolgen van<br />

<strong>TSC</strong> voor de ontwikkeling van emoties en gedrag bestudeerd.<br />

Tegelijk heb ik hulp verleend aan mensen met <strong>TSC</strong> en<br />

aan ouders en familieleden. Een belangrijke taak was het<br />

overbrengen van kennis over <strong>TSC</strong> aan werkers in het veld.<br />

Arni en ik zijn gestart met een gespreksgroep voor ouders van<br />

kinderen die uit huis geplaatst waren. Het was goed voor de<br />

ouders om hun verdriet te delen. We hebben een onderzoek<br />

gedaan naar emotionele problemen bij <strong>TSC</strong>. Opvallend waren de<br />

problemen van jongeren met <strong>TSC</strong> die zich met moeite staande<br />

konden houden in hun persoonlijk leven. Naar aanleiding<br />

hiervan zijn we gespreksgroepen voor jongeren gestart.<br />

In 2003 is het Expertiseteam voor <strong>TSC</strong> en Gedrag<br />

ingesteld bestaande uit Leonore Kuijpers (arts), Richard<br />

Slinger (begeleider en adviseur van teams) en ik<br />

(ontwikkelingspsycholoog). Het team werd ingezet door het<br />

Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE). Onze ervaringen<br />

zijn beschreven in een tweetal boeken.<br />

Wat zijn je mooiste ervaringen ten aanzien<br />

van <strong>TSC</strong>?<br />

Het mooiste vond ik om te zien dat het lukte om mensen<br />

echt te helpen. Een jongen van 8 was niet meer te<br />

handhaven in het begeleidingscentrum, moeder was<br />

ten einde raad en had uithuisplaatsing aangevraagd.<br />

Hulpverleners vonden haar geen goede opvoeder. Wij hebben<br />

als team uitleg kunnen geven aan alle medewerkers en aan<br />

moeder. De eisen aan het kind werden aangepast aan de<br />

problemen samenhangende met <strong>TSC</strong>, namelijk een slecht<br />

geheugen, een slechte informatieverwerking en wisselende<br />

prestaties. De jongen leefde op, op school ging het veel beter<br />

en moeder bleek met de aanwijzingen uitstekend te kunnen<br />

opvoeden. Uithuisplaatsing was niet meer nodig.<br />

Wat zijn de moeilijkste momenten geweest?<br />

Het moeilijkste vond ik pijn bij kinderen en hun onmacht om<br />

hierover te communiceren.<br />

16 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Wat heb je geleerd van onze kinderen?<br />

Heel erg veel. De kinderen maken steeds weer duidelijk<br />

hoe ze zich voelen. Het gaat niet altijd op een makkelijke<br />

manier, vaak door dwars gedrag, door onrust of agressie.<br />

Deze kinderen hebben mij geleerd heel precies te kijken en<br />

te zoeken naar het gevoel waar ze mee zitten. Dit gaf mij<br />

handreikingen om ze te helpen. Door wat ik van hen leerde<br />

kon ik ook andere mensen helpen.<br />

Wat is je kijk op behandeling?<br />

Laat je niet leiden door de gedragsproblemen. Ga op<br />

zoek naar wat de persoon beweegt en naar wat zijn<br />

mogelijkheden zijn. Diagnostiek is hier van levensbelang.<br />

Breng goed in kaart hoe iemand in elkaar zit. Hoe is<br />

de emotionele ontwikkeling? Hoe is de intellectuele<br />

ontwikkeling? Is er chaos in de beleving van de persoon?<br />

Wanneer ontstaat de chaos en welke hulp kan hierbij<br />

gegeven worden? Als je dit allemaal zo goed mogelijk weet,<br />

kun je de begeleiding heel precies afstemmen. En ook dan<br />

blijft het een hele klus. Elke nieuwe levensfase vraagt een<br />

nieuwe aanpassing in de begeleiding.<br />

Wat zijn de belangrijkste tips om een goede<br />

ontwikkeling te bevorderen?<br />

Erken de zwakheden van het kind. Overvraag het op die<br />

gebieden niet, maar geef steun. Een eisende houding helpt<br />

dan niet, want het kind kan niet aan de eisen voldoen<br />

en raakt alleen maar gefrustreerd. Steunen en samen<br />

doen geeft de mogelijkheid tot leren en opbouw van een<br />

positieve relatie. Zoek vooral de krachten van het kind op.<br />

Dingen die een kind goed kan, vindt het kind ook leuk. En<br />

samen leuke dingen doen bevordert het leren! Zorg vooral<br />

goed voor jezelf als opvoeder. De taak kan uitputtend zijn<br />

en steun is hard nodig.<br />

Hoe gaat het nu met je? Houd je je nog<br />

bezig met zaken rond <strong>TSC</strong>?<br />

In één gezin met twee kinderen met veel medische<br />

problemen blijf ik begeleiding geven. Ik praat met ze, steun<br />

ze in hun problemen. Als ze zich goed genoeg voelen gaan<br />

we samen tekenen. Met moeder bespreek ik steeds de<br />

opvoeding. Zij weet intuïtief heel goed wat ze moet doen,<br />

maar toetst haar ideeën graag aan mijn vakkennis.<br />

Verder doe ik niets meer met <strong>TSC</strong>. Mijn taken heb ik<br />

overgedragen aan Marije Offringa. Ik besteed veel aandacht<br />

aan mijzelf, mijn vriend en mijn broers en zussen. Ik vind dat<br />

ik daar nu recht op heb. Ik leg me toe op de schone kunsten.<br />

Ik dans nog, nu niet meer als de jonge prins maar als de<br />

woeste demonenkoning, wat veel leuker is. En ik zit op<br />

teken- en schilderles. Het is leuk om iets nieuw te leren en<br />

het geeft mij rust.<br />

Wat zou je onze lezers nog willen<br />

meegeven?<br />

Wees trots op jezelf. n<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

17


Bestuur<br />

De STSN: Hoe gaat het nu<br />

en hoe moet het in de toekomst?<br />

Uitkomsten ‘Traject Meningspeiling en Strategietraject<br />

onder leden en niet- leden van STSN’<br />

tekst Jan-Paul Wagenaar<br />

Aanleiding<br />

De laatste keer dat de STSN een officiële ledenraadpleging hield<br />

was in 2006. Hoog tijd dus om te temperaturen hoe de STSN en<br />

haar activiteiten de tand des tijds hebben doorstaan. Het vinden<br />

van nieuwe vrijwilligers en bestuursleden is cruciaal. Het bestuur<br />

slaagt er onvoldoende in om genoeg handen te mobiliseren.<br />

Een ledenraadpleging zou ons dus ook kunnen helpen om uit te<br />

vinden hoe we meer met elkaar kunnen delen op het gebied<br />

van ervaring, kennis, expertise en, niet onbelangrijk, plezier. En<br />

hoe we onze achterban meer kunnen betrekken bij het werk<br />

van de STSN. Belangrijke vragen die we in de raadpleging<br />

aan de orde wilden laten komen waren dus: Sluiten we nog<br />

wel aan op de behoefte van de achterban? Wat kan beter?<br />

Hoe krijgen we meer vrijwilligers? Op basis van de feedback<br />

hoopten we gericht aanwijzingen te krijgen hoe we de STSN<br />

efficiënt in stand kunnen houden, het aantal leden vergroten en<br />

vernieuwingen doorvoeren.<br />

Aanpak<br />

Bij het opzetten en uitvoeren van de ledenraadpleging werden<br />

we professioneel ondersteund door Deny de Jong (Offspring),<br />

Willem Visser (Effectmeting) en Jolanda van Dijk (PGO Support).<br />

Het bestuur nodigde een twintigtal mensen uit om deel te<br />

nemen in een ‘meedenkgroep’ en te helpen de ledenraadpleging<br />

vorm te geven. Het betrof leden, vrijwilligers en mensen die<br />

beroepshalve bij <strong>TSC</strong> betrokken zijn. Zij vulden een verkennende<br />

vragenlijst in. Daarnaast werd vanuit het bestuur een speciale<br />

uitgebreide vragenlijst ingevuld. De uitkomsten van de<br />

verkennende vragenlijst die door de meedenkgroep was ingevuld<br />

werden naast die van de uitgebreide vragenlijst gelegd. Vlak na<br />

de zomer werden de uitkomsten vergeleken en besproken tijdens<br />

een gezamenlijke bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst werden<br />

aandachtspunten vastgelegd die meegenomen zouden moeten<br />

worden in de definitieve vragenlijst voor de ledenraadpleging.<br />

Eind oktober was de definitieve vragenlijst klaar en werden 84 (!)<br />

online vragen via verschillende kanalen (email, Facebook, post)<br />

aangeboden aan onze achterban.<br />

Respons<br />

Half november 2018 werd de termijn om de vragenlijst in te<br />

vullen gesloten en hadden we 122 reacties ontvangen. Per<br />

email heeft 24% van de 429 uitgenodigden gereageerd. Daar<br />

zijn we heel tevreden over. Via post reageerde helaas slechts<br />

5%. Via Facebook kwamen nog een dozijn reacties binnen.<br />

18 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


020406080 100<br />

020406080 100<br />

020406080 100<br />

Achtergrond van de mensen die de vragenlijst invulden<br />

Ik ken de STSN, maar ben geen lid<br />

Ik ben lid<br />

Ik ben vrijwilliger of actief lid<br />

Ik ben bestuurslid<br />

Ik ken de STSN niet<br />

0% 20% 40% 60% 80% 100%<br />

Resultaten<br />

We hebben een deel van de resultaten geselecteerd om in dit artikel met u te delen. U begrijpt natuurlijk dat een selectie maken<br />

uit 84 vragen niet meevalt en zelfs als we heel gericht een paar onderwerpen belichten, het materiaal overweldigend is. Dus als u<br />

graag alle resultaten van de ledenraadpleging wilt bekijken, dan kunt u de presentatie downloaden via www.stsn.nl.<br />

Vraag: wat zijn de twee belangrijkste redenen waarom u<br />

… destijds lid bent geworden van de STSN?<br />

Lotgenotencontact<br />

Persoonlijke informatie<br />

en advies via telefoon of e-mail<br />

Betrouwbare bron van informatie<br />

Opkomen voor betere zorg<br />

Bijeenkomsten<br />

Politieke lobby<br />

Anders, namelijk:<br />

0% 20% 40% 60% 80% 100%<br />

... momenteel lid bent van de STSN?<br />

Lotgenotencontact<br />

Persoonlijke informatie<br />

en advies via telefoon of e-mail<br />

Betrouwbare bron van informatie<br />

Opkomen voor betere zorg<br />

Bijeenkomsten<br />

Politieke lobby<br />

Anders, namelijk:<br />

0% 20% 40% 60% 80% 100%<br />

Wat opvalt is dat onze leden de STSN als ‘betrouwbare bron van informatie’ zien. Ook dat de behoefte aan lotgenotencontact iets<br />

lijkt te verschuiven waarbij ‘opkomen voor betere zorg’ een belangrijke reden voor deelname is.<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

19


020406080 100<br />

020406080 100<br />

De onderstaande tabel geeft nog wat aanvullende informatie over de behoefte aan informatie en lotgenotencontact.<br />

Vraag/stelling<br />

Enigzins eens<br />

tot zeer eens<br />

Zeer oneens tot<br />

enigzins oneens<br />

Ik heb behoefte aan meer informatie over het leven met de aandoening 75% 25%<br />

Ik heb behoefte aan meer informatie over de behandeling van mijn aandoening 75% 25%<br />

Via het internet vind ik genoeg informatie over (het leven met een) <strong>TSC</strong> waardoor ik<br />

geen lid hoef te worden van de STSN<br />

Ik vind het belangrijk samen met anderen een blok te vormen en onze stem te laten<br />

horen bij instanties wanneer dat noodzakelijk is<br />

52% 58%<br />

83% 17%<br />

Ik heb interesse in deelname aan bijeenkomsten waarbij ik lotgenoten kan ontmoeten 58% 42%<br />

Een aantal stellingen over de STSN:<br />

Toegevoegde waarde om als vrijwilliger actief te zijn voor de STSN:<br />

Draagt bij aan mijn<br />

persoonlijke ontwikkeling<br />

Goed voor mijn CV<br />

Ik word er blij van<br />

Ik kom in contact met andere leden<br />

Anders, namelijk:<br />

0% 20% 40% 60% 80% 100%<br />

Rapportcijfer voor ondersteuning van de STSN aan vrijwilligers: 7,3<br />

1 - zeer slecht<br />

2 - slecht<br />

3 - ruim onvoldoende<br />

4 - onvoldoende<br />

5 - bijna voldoende<br />

6 - voldoende<br />

7 - ruim voldoende<br />

8 - goed<br />

9 - zeer goed<br />

10 - uitstekend<br />

0% 20% 40% 60% 80% 100%<br />

20 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Lessen<br />

De partijen die de STSN ondersteunden bij de<br />

ledenraadpleging trokken een aantal conclusies:<br />

• De STSN: een organisatie om trots op te zijn!<br />

• De STSN is het middelpunt voor mensen met <strong>TSC</strong> en<br />

krijgt een hoge waardering: rapportcijfer 8!<br />

• Doelgroep (op basis van respondentenpopulatie):<br />

familie en partners/mantelzorger (72%) en zelf met<br />

<strong>TSC</strong> (14%). Opvallend is dat relatief weinig recente<br />

leden reageerden, wel veel leden die al langer lid zijn.<br />

• Betrokkenheid: 91% van de leden voelt zich betrokken<br />

en 44% ambassadeur.<br />

• Kennis en info aangeboden door de STSN is waardevol.<br />

• Belangrijkste redenen om lid te worden/zijn:<br />

betrouwbare informatiebron en lotgenotencontact.<br />

• Mensen die langer lid zijn vinden lotgenotencontact iets<br />

minder belangrijk, belangenbehartiging belangrijker.<br />

• Kanalen: het <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong> en de website zijn de<br />

belangrijkste kanalen; sociale media zijn relatief<br />

onbekend.<br />

• De zichtbaarheid in de media wordt beoordeeld als laag<br />

• Vrijwilligers: waardering: 7, maar instructie kan beter<br />

en werving/vervanging is een zorg?<br />

• Over mogelijke groei van het aantal leden: de kansen<br />

liggen bij mensen die recent te maken krijgen met<br />

diagnose, jongere doelgroep, kanalen gebruiken van<br />

ziekenhuizen en (huis)artsen.<br />

. . . . en hoe nu verder?<br />

Samen met de meedenkgroep hebben we op 28 november<br />

jongstleden de eindresultaten van de ledenraadpleging<br />

besproken. Het bestuur had verwacht een aantal kritische<br />

noten terug te krijgen en, op basis daarvan, een duiding<br />

van richting en een aantal verbeterpunten. Als we alle<br />

resultaten goed doornemen dan zijn er zeker een aantal<br />

zaken waar we mee aan de slag kunnen. Zo is de website<br />

aan een opfrisbeurt toe en ook voor de inhoud van <strong>TSC</strong><br />

<strong>Contact</strong> hebben we een aantal goede leerpunten gekregen.<br />

Tegelijkertijd werden we er tijdens de presentatie op<br />

gewezen dat de STSN het eigenlijk heel goed doet (ook<br />

in vergelijking met andere patiëntenverenigingen waar<br />

dit onderzoek ook is uitgevoerd). We moesten dan vooral<br />

ook niet té kritisch naar onszelf zijn. De reden waarom<br />

de STSN bestaat is duidelijk, wordt gewaardeerd en wat<br />

we aanbieden voldoet tot op zekere hoogte aan de<br />

verwachtingen. Je zou dus concluderen: gewoon doorgaan.<br />

‘Gewoon doorgaan’: kan dat wel? Hoe dan?<br />

Dit advies is helder. De STSN doet het heel goed, dus hou dat<br />

vast. Maar daar zit wel in toenemende mate ons knelpunt.<br />

Heel veel mensen vinden de STSN belangrijk. Vinden dat de<br />

STSN moet blijven bestaan. We doen goed werk en we zijn<br />

er goed in. We hebben al veel bereikt waar <strong>TSC</strong>-patiënten<br />

heel goed van kunnen profiteren. Anderzijds is er ook nog<br />

veel te bereiken. Maar het zetten van de volgende stappen<br />

is verre van vanzelfsprekend. Sterker nog, zelfs het in stand<br />

houden van onze bestaande activiteiten is al langere tijd een<br />

forse uitdaging. Al tijden rust er te veel werk op te weinig<br />

schouders. Schouders die vaak ook worden getroffen door<br />

wat het is om met <strong>TSC</strong> te maken te hebben in je dagelijkse<br />

leven. Wij willen graag door met de STSN, maar dat kan<br />

alleen als we er met zijn allen in slagen om onze activiteiten<br />

voldoende te bemensen en voldoende doorstroming van<br />

vrijwilligers te realiseren. Momenteel zijn wij al gedwongen<br />

om onze activiteiten in aangepaste vorm te organiseren of<br />

het aantal activiteiten terug te brengen omdat onvoldoende<br />

menskracht beschikbaar is. Het geld om alle activiteiten<br />

uit te voeren weten we vaak wel bij elkaar te krijgen,<br />

maar we moeten het ook allemaal kunnen uitvoeren. Deze<br />

ontwikkeling baart ons zorgen voor de toekomst en het<br />

voortbestaan van de STSN. De instroom van vrijwilligers die<br />

een taak op zich willen nemen stagneert. Ook doorstroom<br />

van vrijwilligers om een nieuwe taak te gaan doen is<br />

beperkt. Hierdoor zijn de meeste van onze vrijwilligers al<br />

jarenlang in touw en zien zij geen ruimte om terug te treden<br />

omdat zich geen vervangende vrijwilligers aanmelden.<br />

Wat hebben we dan zoal nodig?<br />

Zoals al aangegeven zijn wij blij met iedereen die een<br />

activiteit wil helpen organiseren. Dan kun je kennis maken<br />

met het werk en kunnen we van daaruit kijken wat iemand<br />

wil en wat er mogelijk is. Natuurlijk hoeft een nieuwe<br />

vrijwilliger niet meteen de zwaarste taken op zich te nemen.<br />

We zoeken altijd in overleg naar een activiteit die bij je past.<br />

Momenteel zouden wij bijvoorbeeld graag de inhoud (en<br />

wellicht ook de opmaak) van onze website actualiseren. Hier<br />

is heel veel vrijheid in. Je hoeft er niet technisch voor te zijn.<br />

Want daar hebben we professionals voor als je dat niet leuk<br />

vindt. Wel is het handig als je het nodige weet van <strong>TSC</strong> of je<br />

daar in wilt inlezen. Dit werkt vaak het beste als je ook in je<br />

dagelijks leven met <strong>TSC</strong> te maken hebt. Je hebt er dan ook<br />

zelf wat aan en je helpt de STSN er mee.<br />

Voor het organiseren van lotgenotencontact zijn wij ook<br />

altijd op zoek naar vrijwilligers. Dit kan varieren van het<br />

organiseren van de dag zelf (locatie, uitnodigingen, etcetera)<br />

tot het begeleiden van de dag zelf (ook weer met ervaren en<br />

soms professionele hulp). n<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

21


Signalement<br />

Mantelzorg<br />

MantelzorgNL: landelijke website en hulplijn<br />

MantelzorgNL (voorheen Mezzo geheten) is de landelijke<br />

vereniging die opkomt voor mantelzorgers en biedt de<br />

volgende vormen van ondersteuning:<br />

• op de website www.mantelzorg.nl vindt u onder andere<br />

informatie over:<br />

o wetten en regels (zoals de Wmo, Zorgverzekeringswet,<br />

Wet landurige zorg en wonen);<br />

o geldzaken (zoals vergoedingen, eigen bijdragen,<br />

persoonsgebonden budget, belastingen, uitkeringen en<br />

samenwonen met AOW/Anw);<br />

o steun en advies, het overdragen van zorg en werk en<br />

mantelzorg.<br />

• bij de Mantelzorglijn kunt u uw verhaal kwijt en u kunt er<br />

terecht voor uw vragen en behoefte aan ondersteuning.<br />

Via deze hulplijn kunt u ook in contact komen met<br />

de Sociaal Juridische Dienst van MantelzorgNL. Deze<br />

dienst kan u helpen bij het schrijven van bezwaar- en<br />

verzoekschriften, klachtbrieven en andere officiële<br />

teksten. Voor deze sociaal juridische dienstverlening is een<br />

MantelzorgNL-lidmaatschap van € 22,50/jaar vereist.<br />

• een emailservice: u kunt per mail 24 uur per dag uw<br />

vragen stellen.<br />

Lokale steunpunten voor mantelzorgers<br />

In veel provincies en gemeenten bestaan zogenaamde<br />

‘mantelzorgsteunpunten’ of ‘mantelzorgwinkels’. Ook hier<br />

kunt u terecht voor informatie en advies. Omdat ze lokaal<br />

werken, kennen ze het aanbod in uw omgeving beter<br />

en kunnen u dus beter doorverwijzen. Ook kunt u via de<br />

steunpunten in contact komen met andere mantelzorgers<br />

(lotgenotencontact) en cursussen volgen. We hebben helaas<br />

geen landelijk overzicht van alle mantelzorgsteunpunten<br />

kunnen vinden. Daarom zult u zelf moeten ‘googelen’ voor<br />

een punt bij u in de buurt. (Tip: kunt u in uw gemeente geen<br />

mantelzorgsteunpunt vinden, neem dan eens contact op met<br />

de lokale welzijnsorganisatie. Vaak vervullen zij dezelfde rol).<br />

Zorgverzekeraars: helpdesk en extraatjes<br />

Zorgverzekeraars kennen steeds vaker een helpdesk waar<br />

mantelzorgers met hun vragen terecht kunnen. Het gaat<br />

dan om vragen zoals: wat vergoedt mijn zorgverzekering en<br />

welke zorgpartijen zijn in mijn gemeente gecontracteerd?<br />

Ook kunnen zorgverzekeraars u doorverwijzen. Sommige<br />

zorgverzekeraars bieden extraatjes voor mantelzorgers, zoals<br />

de Mantelzorgpas (bijvoorbeeld via Univé en VGZ).<br />

22 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Praktische en financiële ondersteuning<br />

Soms heeft u meer nodig dan alleen informatie, advies en<br />

doorverwijzing. De zorgtaken vallen u te zwaar en u heeft<br />

de behoefte om deze met anderen te delen. Of u hebt<br />

behoefte aan financiële ondersteuning. Ook hiervoor zijn<br />

verschillende mogelijkheden.<br />

Uw gemeente: praktische en financiële hulp<br />

en waardering<br />

Uw gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor het<br />

ondersteunen van mantelzorgers. Daarom mag u die<br />

ondersteuning verwachten als u die nodig heeft.<br />

• De gemeente kan u praktische ondersteuning bieden<br />

zoals een parkeervergunning, hulp in het huishouden of<br />

woningaanpassingen.<br />

• Ook kan de gemeente financiële vergoedingen bieden als<br />

u uw zorgtaken (tijdelijk) door iemand wilt laten overnemen<br />

via respijtzorg (zie verderop). Ook kan een persoonsgebonden<br />

budget uitkomst bieden (zie verderop).<br />

• Alle gemeenten hebben ook budget ontvangen om<br />

mantelzorgers te waarderen. Iedere gemeente organiseert<br />

dat op haar eigen manier. Dit kan in de vorm van een<br />

waardebon of een los geldbedrag, maar ook bijvoorbeeld<br />

via een vergoeding voor uw huishoudelijke hulp.<br />

Via het Wmo-loket van uw gemeente kunt u gebruik maken<br />

van bovenstaande ondersteuning.<br />

Mantelzorgmakelaar: overnemen regelwerk<br />

Mantelzorgmakelaars zijn professionals die regel-, papier- en<br />

belwerk overnemen. Daardoor kunt u zich als mantelzorger<br />

concentreren op de zorg zelf. Steeds meer zorgverzekeraars<br />

vergoeden de diensten van een mantelzorgmakelaar via een<br />

aanvullende zorgverzekering. In dit artikel leest u meer over<br />

deze praktische vorm van ondersteuning en op www.bmzm.nl<br />

vindt u een mantelzorgmakelaar bij u in de buurt.<br />

Respijtzorg: tijdelijk overnemen van<br />

mantelzorgtaken<br />

Soms wordt de zorg voor uw partner, familielid of vriend<br />

te zwaar en heeft u nauwelijks meer tijd voor uzelf. Dan is<br />

respijtzorg een goede oplossing. Respijtzorg is de tijdelijke en<br />

volledige overname van mantelzorgtaken met als doel om<br />

de mantelzorg langer vol te houden. Door respijtzorg kan een<br />

mantelzorger weer ‘opladen’ en aandacht aan zichzelf, anderen<br />

of hobby’s besteden. Er zijn verschillende mogelijkheden:<br />

• thuis<br />

• buitenshuis, bijvoorbeeld via een ontmoetingscentrum,<br />

logeerhuis, zorgboerderij, zorghotel, gastgezin, dagopvang,<br />

tijdelijke opname in een verpleeghuis;<br />

• vakantie: samen met degene voor wie u zorgt of een<br />

zorgvrager kan zelf op vakantie zodat u alleen thuis kunt zijn.<br />

Respijtzorg wordt geboden door vrijwilligers en door<br />

professionals. Respijtzorg door professionals kost geld. Deze<br />

kosten kunnen wellicht worden vergoed via een zorgindicatie<br />

door uw gemeente, zorgkantoor, zorgverzekeraar of een<br />

persoonsgebonden budget (pgb). Op respijtwijzer.nl vindt<br />

u meer informatie en kunt u zorgaanbieders op het spoor<br />

komen. Enkele voorbeelden van organisaties die respijtzorg<br />

verlenen zijn Handen-in-huis, Zonnebloem en Rode Kruis.<br />

Financiële vergoedingen<br />

Als mantelzorger kunt u gebruik maken van het<br />

persoonsgebonden budget van de zorgvrager. Uiteraard<br />

alleen met instemming van de zorgvrager. Op die manier<br />

kunt u een financiële tegemoetkoming ontvangen voor uw<br />

mantelzorgtaken. Het persoonsgebonden budget is een<br />

bedrag dat een zorgvrager ontvangt om zelf zorg in te kopen.<br />

Dit budget mag ook besteed worden aan de mantelzorger.<br />

Afhankelijk van de zorgzwaarte van de zorgvrager en<br />

aanvullende voorwaarden, kan de zorgvrager in aanmerking<br />

komen voor een persoonsgebonden budget:<br />

• vanuit de Wmo gaat dit via uw gemeente voor<br />

bijvoorbeeld ‘begeleiding’ en ‘huishoudelijke hulp’;<br />

• vanuit uw zorgverzekering gaat dat via uw<br />

zorgverzekeraar, voor bijvoorbeeld verzorging en<br />

verpleging. Tip: dit is een nieuwe mogelijkheid die nog<br />

niet iedereen kent. Vooral interessant bij een indicatie<br />

voor verzorging en/of verpleging aan huis. Zet het in gang<br />

via uw wijkverpleging!<br />

• vanuit de Wet langdurige zorg gaat dit via uw zorgkantoor<br />

voor zorgverlening.<br />

Digitale ondersteuning: samen plannen en<br />

communiceren<br />

Als u anderen betrekt in het verlenen van mantelzorg,<br />

is communiceren erg belangrijk. Daar zijn tegenwoordig<br />

verschillende digitale hulpmiddelen voor. Feitelijk gaat<br />

het om gedeelde digitale agenda’s via uw computer en/<br />

of smartphone. Het doel van deze digitale agenda’s is om<br />

de zorg te plannen en te delen. U kunt ook informatie<br />

en ervaringen uitwisselen. Voorbeelden zijn ShareCare,<br />

WeHelpen, MantelPlan en Familienet. n<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

23


Column<br />

Schildpadden, hazen<br />

en andere snelheden<br />

Een vriendin van mij zei laatst in een melige bui: “Ik ben net een schildpad: niet zo<br />

snel, maar ik kom er wel”. Afgezien van deze geestige uitspraak, vind ik dan, heeft<br />

ze naar mijn idee gelijk. Jean de la Fontaine schreef er ook over in de fabel ’De haas<br />

en de schildpad’. De haas wil zo snel mogelijk de race halen, maar uiteindelijk faalt<br />

hij. De schildpad doet rustig aan, wandelt in zijn eigen tempo, komt als eerste over de<br />

finish en wint de race.<br />

tekst Lotte van Nifterik<br />

Dit brengt mij bij het belang van ‘het stap voor stap doen’.<br />

Martin Luther King nam dit ooit op in een speech: “If you<br />

can’t fly then run, if you can’t run then walk, if you can’t<br />

walk then crawl, but whatever you do, you have to keep<br />

moving forward.” (Als je niet kan vliegen, ren dan, als je<br />

niet kan rennen, loop dan, als je niet kan lopen, kruip dan,<br />

maar wat je ook doet, je moet vooruitgaan.) Deze quote is<br />

van grote betekenis voor mij, want dit is een leidraad voor<br />

de invulling van mijn leven.<br />

Door <strong>TSC</strong> kán ik niet snel, of in elk geval niet met grote<br />

stappen, de dingen voltooien. Dit maakt dat ik me bewust<br />

ben van dit aspect van mijn leven. Ik ben bijvoorbeeld<br />

stapje voor stapje een onderwijsniveau hoger gegaan,<br />

maar heb ook ervaren wat het is om ‘terug te vallen’. Na<br />

mijn havo wilde ik HBO logopedie studeren. (Logopedie<br />

is in Nederland een HBO+ studie, dit is qua studiedruk<br />

intensiever dan een gemiddelde HBO-studie). Ik kon dit<br />

tempo niet aan en moest na een jaar stoppen. Nu heb ik<br />

weliswaar geen logopedie gedaan, maar wel communicatie,<br />

wat mij achteraf gezien veel beter ligt.<br />

In zulke situaties wil ik sneller dan ik aankan en word ik door<br />

<strong>TSC</strong> automatisch teruggefloten. Dat kan soms confronterend<br />

zijn. Dan realiseer ik me: ‘Je kan niet altijd ‘Speedy Gonzales’<br />

zijn. Even weer pas op de plaats’.<br />

Nog steeds heb ik de ambitie om een studie aan de<br />

universiteit te volgen. Ik wist dat dit een lange weg ging<br />

worden, maar door kleine stapjes te nemen gaat het goed. Ik<br />

ben afgelopen zomer afgestudeerd aan mijn HBO-opleiding<br />

en heb toen besloten om te gaan werken. Gaandeweg begon<br />

het weer te kriebelen en heb ik toch besloten om mijn<br />

aanmelding voor de universiteit te starten. Hoe dit project<br />

gaat verlopen weet ik nog niet, maar de motivatie is er om<br />

het tot een succes te maken.<br />

Zolang ik in mijn eigen tempo mijn pad blijf bewandelen en<br />

tevreden ben met mezelf, kan niemand zeggen dat ik stil ben<br />

blijven staan. Het is een kwestie van niet opgeven en vooral:<br />

ik hoef zeker niet sneller te gaan. Wat Martin Luther King dus<br />

duidelijk maakt: als het doel niet onmiddellijk bereikbaar is,<br />

moet je niet opgeven maar doorgaan, ook al is het soms op<br />

een andere manier, die je minder snél naar je doel brengt,<br />

maar uiteindelijk bereik je het wél.<br />

Sta niet stil, maar ga wel vooruit en dat is zeker iets wat ik<br />

blijf doen in de rest van mijn leven. n<br />

24 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Agenda<br />

STSN <strong>Contact</strong>dag<br />

Datum: Zaterdag 5 oktober <strong>2019</strong><br />

Locatie: Corlaer College, Henri Nouwenstraat 8, Nijkerk<br />

Over het programma volgen nadere details in het<br />

zomernummer. Eén ding is wel al duidelijk:<br />

In het middagprogramma zal een aantal<br />

lotgenotenbijeenkomsten plaatsvinden. Voorheen waren<br />

er op de <strong>Contact</strong>dag ’s middags altijd workshops en de<br />

lotgenotenbijeenkomsten werden op andere data apart<br />

georganiseerd. Aangezien veel activiteiten door een<br />

beperkt aantal vrijwilligers georganiseerd worden heeft<br />

het Bestuur besloten dit anders op te zetten. Zie hierover<br />

ook het stuk van de voorzitter over de ledenraadpleging.<br />

Er is te weinig menskracht om én workshops én aparte<br />

lotgenotenbijeenkomsten te organiseren.<br />

Expertmeeting 29 maart<br />

Op 29 maart wordt de jaarlijkse expertmeeting gehouden, dit<br />

keer in het AMCU. In het zomernummer kunt u een verslag<br />

van de ongetwijfeld interessante bijdragen van de experts<br />

lezen.<br />

Familiedag 22 juni<br />

De Familiedag wordt dit jaar gehouden in Attractiepark<br />

Toverland in Sevenum, tussen Eindhoven en Venlo. De<br />

uitnodiging en mogelijkheid tot aanmelden voor de<br />

Familiedag volgen begin mei <strong>2019</strong> via de post of e-mail.<br />

Voor de mogelijkheid om in de buurt met korting te<br />

overnachten en er een weekend van te maken, zie<br />

verderop in het blad.<br />

Sponsoring<br />

Stichting <strong>TSC</strong> Fonds<br />

Stichting <strong>TSC</strong> Fonds steunt projecten die één of meer van de<br />

volgende doelstellingen nastreven:<br />

• de diagnostiek van <strong>TSC</strong> verbeteren<br />

• het <strong>TSC</strong>-ziekteproces leren kennen en doorgronden<br />

• gerichte behandeling van de aandoening<br />

Stichting <strong>TSC</strong> Fonds stelt jaarlijks € 60.000 beschikbaar voor<br />

onderzoek naar Tubereuze Sclerose Complex. De Stichting<br />

streeft ernaar zoveel mogelijk onderzoeksgroepen met goede<br />

voorstellen een kans te geven.<br />

De Stichting <strong>TSC</strong> Fonds is een ANBI, een algemeen nut<br />

beogende instelling.<br />

Een ANBI kan voor donateurs een interessant<br />

belastingvoordeel opleveren. Bankrekeningnummer:<br />

NL05ABNA0463889584 n<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

25


STSN-lid<br />

in beeld<br />

tekst en foto’s Sabine Oltheten<br />

Corinne Kijl benadert in deze rubriek een STSN-lid om zijn of haar verhaal te vertellen naar aanleiding van de onderstaande<br />

vragen. Dit keer is het Sabine Oltheten.<br />

Zou jij je aan onze lezers willen<br />

voorstellen?<br />

Ik ben Sabine Oltheten, drieënveertig jaar en alleenstaand.<br />

Ik woon nu net weer een jaar in Breda, mijn vrienden<br />

en vriendinnen wonen in de buurt, en het bevalt me<br />

hier uitstekend. Ik rijd geen auto, want door <strong>TSC</strong> heb ik<br />

moeite met concentreren en omschakelen, dus de goede<br />

bereikbaarheid van het openbaar vervoer hier is ook erg fijn.<br />

Ik kom uit een gezin met vier kinderen en ik ben de derde<br />

in rij. Bij mij werd op zesjarige leeftijd <strong>TSC</strong> geconstateerd.<br />

Mijn zus Inge-Marie, die zes jaar ouder is, lag toen ook in het<br />

ziekenhuis voor onderzoek. Men ontdekte dus tegelijkertijd<br />

dat wij allebei <strong>TSC</strong> hebben.<br />

Ik kreeg regelmatig epileptische aanvallen, niet alleen<br />

grote of kleine aanvallen, maar echt allerlei soorten, ook<br />

aanvallen met een soort slaapwandelen erbij. Daardoor<br />

kon ik minder goed leren en onthouden. Ik werd ook fysiek<br />

trager en bleef achter in mijn ontwikkeling.<br />

Uiteindelijk ben ik op acht- of negenjarige leeftijd naar het<br />

speciaal onderwijs gegaan.<br />

Je bent lid van de STSN, wat betekent/<br />

betekende de STSN voor je?<br />

Mijn ouders zijn lid van de STSN geworden vanaf het<br />

moment dat bij ons <strong>TSC</strong> werd ontdekt.<br />

We gingen weleens naar een <strong>Contact</strong>dag, maar ik was<br />

dertien geloof ik, en begreep niet veel van de informatie<br />

die werd verteld en ik vond het erg saai. Ik kreeg altijd<br />

wel een verjaardagskaart van Els den Hollander, herinner<br />

ik me nu. Rond mijn twintigste werd ik benaderd of ik<br />

wilde deelnemen aan de LBO/MBO-groep. Niet veel later<br />

ben ik overgestapt naar de MBO/HBO-groep en daar<br />

voelde ik me al snel thuis. Deze lotgenotencontactgroepen<br />

komen jaarlijks bij elkaar en dan bespreken we bepaalde<br />

onderwerpen of dingen waar we tegenaan lopen. De<br />

groepen worden begeleid door deskundigen en vrijwilligers.<br />

We vinden veel herkenning en erkenning bij elkaar. Dit jaar<br />

komen we voor de negentiende keer bij elkaar!<br />

26 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Wat zou je ons nog graag willen vertellen?<br />

Of welke ervaringen zou je nog met ons<br />

willen delen?<br />

Rond mijn veertiende jaar bleef de epilepsie weg, ik<br />

was ‘eroverheen gegroeid’. Uiteindelijk ben ik op mijn<br />

zestiende ook gestopt met de medicijnen. Dat was nog<br />

wel even spannend.<br />

Ik ben nog lang bang geweest dat de epilepsie terug<br />

zou keren. Maar gelukkig tot nu toe is het niet meer<br />

teruggekomen. Wel weet ik dat, als ik niet goed naar mijn<br />

lichaam luister en bijvoorbeeld te weinig slaap, of stress<br />

heb en dat soort dingen, ik last kan krijgen van migraine.<br />

Momenteel heb ik gelukkig niet veel last van de <strong>TSC</strong>, maar<br />

ik blijf altijd wel alert op de signalen van mijn lichaam<br />

en ga om het jaar voor controle naar het ziekenhuis. Mijn<br />

concentratie en het niet zo snel kunnen schakelen van<br />

het ene naar het andere is eigenlijk het enige waar ik<br />

aan merk dat ik <strong>TSC</strong> heb. Hoe ga ik daar mee om? Ik heb<br />

geleerd om mezelf meer tijd te geven, maar over het<br />

algemeen heb ik er zelf meer last van dan een ander.<br />

Op mijn werk vertel ik er niet veel over, omdat ik denk dat<br />

het zou kunnen leiden tot een verminderd vertrouwen in mij.<br />

Ik heb, na het speciaal onderwijs, op mijn twintigste<br />

mijn Mavodiploma gehaald. Dat was hard werken<br />

en ik ben ieder jaar overgegaan, met een mooi<br />

eindresultaat. Uiteindelijk, na wat speuren, ben ik mijn<br />

kinderopvangdiploma gaan halen en werk ik al weer heel<br />

wat jaartjes in de kinderopvang. Eerst als peuterleidster op<br />

een kinderdagverblijf en later als parttime nanny. Nu ben<br />

ik alweer acht jaar werkzaam als nanny, vier middagen in<br />

de week. Geen crèche maar bij meerdere gezinnen thuis.<br />

En twee ochtenden verzorg ik de thuiszorg bij oudere<br />

mensen thuis. Weer eens wat nieuws. In februari 2018<br />

heb ik de HBO-studie Medische basiskennis afgerond en<br />

daar ben ik erg trots op en heel blij mee. Het was voor<br />

mijn echt een hoogtepunt in mijn leven. Mijn doel voor de<br />

toekomst is nog een studie te gaan volgen, waarschijnlijk<br />

voor energetisch therapeut. n<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

27


Bestuur<br />

Vrijwilligersbijeenkomst 2018<br />

tekst Jan-Paul Wagenaar<br />

Op 12 januari <strong>2019</strong> kwamen ruim twintig vrijwilligers<br />

bijeen voor de jaarlijkse happening. Dit keer was ‘Locatie<br />

78’ in Bunnik uitgekozen: centraal in het land, een aparte<br />

zaal voor onszelf met zowel tafels en stoelen als statafels.<br />

Normaal starten we rond vier uur met een inhoudelijk deel,<br />

gevolgd door een borrel en een etentje. Dit keer hadden<br />

we ingezet op een wat compacter programma qua tijd,<br />

met de nadruk op gezellig samenzijn en elkaar kunnen<br />

spreken. De start was om vijf uur met een borrel, en na<br />

zessen konden we genieten van een goed buffet. Om het<br />

inhoudelijke niet helemaal op afstand te houden keek de<br />

voorzitter tijdens het welkomstwoordje terug op 2018 en<br />

vooruit naar <strong>2019</strong>. In de terugblik werd vastgesteld dat<br />

de STSN haar activiteitenprogramma naar behoren heeft<br />

uitgevoerd. De familiedag in Beekse Bergen was geslaagd en<br />

trok ruim 200 mensen. De contactdag op het Corlaer College<br />

in Nijkerk: altijd spannend om op een nieuwe locatie alles<br />

tot in de puntjes georganiseerd te krijgen, maar uitstekend<br />

gelukt! De lotgenotenbijeenkomsten, het <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong> en alle<br />

individuele acties en administratieve zaken die langs komen:<br />

alles goed verlopen. In 2018 hadden we als extra activiteit<br />

de ledenraadpleging (elders in dit blad kunt u meer over<br />

de resultaten lezen) en het starten van de overdracht van<br />

de administratie, de financiën en het voorraadbeheer naar<br />

Stichting MEO in Alkmaar. Er kan tevreden teruggekeken<br />

worden op de stappen die gezet zijn. En dan <strong>2019</strong>: opnieuw<br />

een programma zoals andere jaren. Het wordt wel een<br />

zoektocht om nieuwe vrijwilligers te vinden en ‘onszelf’<br />

opnieuw uit te vinden. Ondanks dat de ledenraadpleging<br />

aangaf dat onze achterban tevreden is (hoewel er natuurlijk<br />

verschillende verbeter- en aandachtspunten zijn), moeten<br />

we in de uitvoering van onze activiteiten echt aanpassingen<br />

doen. Het vervangen van vrijwilligers die al jaren een grote<br />

bijdrage aan de STSN geven, heeft hoge prioriteit. We gaan<br />

daar niet langer een afwachtende houding in aannemen.<br />

Zo combineren we bijvoorbeeld noodgedwongen op de<br />

contactdag (waarschijnlijk de eerste zaterdag in oktober)<br />

een plenair ochtendgedeelte met middagbijeenkomsten<br />

voor ouders van jonge kinderen, ouders van pubers en<br />

mogelijk ouders van oudere kinderen met <strong>TSC</strong>, daar waar<br />

deze lotgenotenbijeenkomsten voorheen apart georganiseerd<br />

werden. Dit levert een voordeel op in de organisatie en het<br />

mobiliseren van vrijwilligers, maar toch hopen we ook op<br />

een meerwaarde: verschillende groepen lotgenoten hebben<br />

én hun eigen middag én komen in de plenaire bijeenkomst<br />

een bredere groep lotgenoten tegen. Tijdens zijn praatje<br />

gaf de voorzitter aan dat <strong>2019</strong> zijn laatste jaar als voorzitter<br />

wordt. Een verrassing? Na zeven jaar niet echt en het geeft<br />

ook weer kansen voor nieuwe mensen om in te stappen.<br />

Tot slot: we hebben met z’n allen een gezellige namiddag<br />

en avond gehad. Volop bijgepraat, gelachen en een serieuze<br />

noot gekraakt. Rond negen uur gingen de laatste aanwezigen<br />

weer op weg naar huis. Op naar een doortastend en goed<br />

jaar voor de STSN en met voldoende perspectief op weg naar<br />

ons volgende lustrum in 2021! n<br />

28 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Tips<br />

Tip en truc hoek<br />

tekst Yasmara Olyslag<br />

Deze keer in de Tip en truc hoek enkele tips die te<br />

maken hebben met vakantie<br />

www.picturevakanties.nl<br />

Vakantieportaal voor aangepaste vakanties<br />

Ben je op zoek naar een aangepaste vakantie, omdat je<br />

zelf een beperking hebt of omdat een gezinslid zorg nodig<br />

heeft, dan is dit vakantieportaal een goede tip. Picture<br />

Vakanties wil elke vakantiegast in de ‘Picture’ zetten en<br />

een vakantie naar wens en behoeften aanbieden. Al meer<br />

dan vijftien jaar bieden zij een uitgebreid overzicht van<br />

aangepaste vakantieaccommodaties en vakantiereizen voor<br />

mensen met een beperking.<br />

Op vakantie gaan met een beperking kan immers al lastig<br />

genoeg zijn. Zij inventariseren het aanbod en bezoeken veel<br />

van het aanbod zelf. Er is veel meer mogelijk dan je wellicht<br />

in eerste instantie denkt. Picture Vakanties biedt vakanties<br />

aan in diverse landen over de gehele wereld. Je kunt je<br />

vakantie rechtstreeks boeken bij de eigenaar of organisatie.<br />

Wil je graag geholpen worden met het zoeken naar een<br />

geschikte vakantie, dan kun je ook telefonisch (06-4636702)<br />

of per mail (info@picturevakanties.nl) contact met ze<br />

opnemen. Zie www.picturevakanties.nl.<br />

www.vakantie-met-kinderen.com<br />

Ook een mooie website voor aangepaste vakanties is www.<br />

vakantie-met-kinderen.com. Op deze website staan veel<br />

verschillende mogelijkheden van wintersport tot zomervakantie<br />

met kinderen en met kinderen met een beperking.<br />

Kamperen met hulp in Frankrijk<br />

Een camping die je op bovengenoemde site kan vinden<br />

is bijvoorbeeld Camping Parc de la Brenne, Domaine de<br />

Puylagorge. Deze camping is een aanrader en biedt een<br />

bijzonder warm welkom aan gehandicapte kinderen en hun<br />

gezin. Je kunt er kamperen of een glamping accommodatie<br />

huren. De camping ligt in een uniek natuurgebied en heeft<br />

een prachtig uitzicht over het dal. Alles is er ruim opgezet.<br />

Je hebt er een restaurant/bar, een verwarmd zwembad,<br />

jacuzzi, sportvelden, (aangepaste) speeltoestellen, fietsverhuur,<br />

luchtkussens, een snoezelruimte, veel en schoon sanitair, een<br />

dierenboerderij, groepsaccommodatie, een winkeltje en een<br />

broodservice.<br />

Voor eventuele persoonlijke verzorging/<br />

verpleging hebben zij contact met de<br />

Franse thuiszorg en in het hoogseizoen<br />

met Nederlandse stichtingen. Zie<br />

www.camping-parc-de-la-brenne.eu/nl n<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

29


Onderzoek<br />

Subtypes gevonden in de<br />

hersenen van <strong>TSC</strong> patiënten<br />

Tekst en foto’s Jackelien van Scheppingen<br />

Wat gaat er mis in de hersenen van <strong>TSC</strong> patiënten? En kunnen we nieuwe aanknopingspunten voor therapieën vinden?<br />

Dit is wat we ons afvroegen tijdens mijn promotieonderzoek de afgelopen jaren. Binnen het Europese EPISTOP consortium,<br />

waarbij samengewerkt wordt met wetenschappers uit zestien ziekenhuizen en laboratoria in tien verschillende landen,<br />

proberen we antwoorden te vinden op deze vragen. In mijn onderzoek heb ik de moleculaire mechanismen van <strong>TSC</strong><br />

onderzocht, door in de hersenen van <strong>TSC</strong> patiënten te kijken naar zowel de histologische* karakteristieken van <strong>TSC</strong> als naar<br />

moleculaire signaleringsroutes die ten grondslag liggen aan het ziektebeeld. Op 18 september 2018 ben ik gepromoveerd<br />

met mijn proefschrift getiteld “Astrocytes as mediators of inflammation in epilepsy: focus on tuberous sclerosis complex”<br />

(Astrocyten als bemiddelaars voor ontsteking bij epilepsie: focus op tubereuze sclerosis complex).<br />

Subtypes<br />

In het eerste deel van mijn onderzoek hebben we gekeken<br />

naar de histologie: het door middel van kleuringen<br />

kijken naar het voorkomen van verschillende eiwitten in<br />

hersenmateriaal van <strong>TSC</strong> patiënten. We hebben hiervoor<br />

gekeken naar hersenmateriaal dat verkregen is door<br />

epilepsiechirurgie van in totaal 28 <strong>TSC</strong> patiënten. We hebben<br />

onderzocht of er verschillende histologische patronen te<br />

ontdekken zijn in tubers in de hersenschors (corticale tubers),<br />

en of deze patronen in verband gebracht kunnen worden<br />

met medische gegevens met betrekking tot de klachten<br />

en verschijnselen van de patiënt. We hebben gekeken<br />

naar, onder andere, de hoeveelheid verkalkingen, het<br />

aantal abnormaal gevormde neuronen en de zogenaamde<br />

reuscellen, en hebben op basis hiervan een nieuwe typering<br />

voorgesteld voor corticale tubers in <strong>TSC</strong>, namelijk type A,<br />

B en C. We zagen hierbij in type B en C meer activatie<br />

van ontstekingsprocessen. Type A lijkt, ook doordat deze<br />

patiënten een kleiner aantal anti-epileptica voorgeschreven<br />

kregen en minder vaak een hemisferotomie (een zware<br />

hersenchirurgische ingreep bij epilepsie) ondergingen,<br />

een milder ziektebeeld te geven dan de types B en C.<br />

Vervolgens hebben we ook nog de complexiteit van het<br />

moleculaire signaleringsnetwerk in <strong>TSC</strong> bestudeerd door te<br />

kijken naar hoe zowel coderende als niet-coderende genen<br />

tot uitdrukking (expressie) komen. We zagen verhoogde<br />

expressie van genen die verband houden met de immuunen<br />

ontstekingsreactie, en een verlaagde genexpressie van<br />

genen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van het brein<br />

en glutamaat signalering (het belangrijkste stimulerende<br />

signaalmolecuul in neuronen). De grootste groep genen die<br />

vaker tot expressie kwam was de groep van de zogenaamde<br />

microRNAs (miRNAs): kleine moleculen die de expressie van<br />

andere genen kunnen reguleren.<br />

Figuur: Histologie van de<br />

verschillende tuber sybtypes.<br />

Corticale tuber cortex (grijze stof,<br />

bovenste panelen) en witte stof<br />

(onderste panelen) gekleurd met<br />

hematoxyline-eosinekleuring,<br />

waarbij de celstructuren duidelijk<br />

worden. Type B en C bevatten<br />

meer reuscellen en abnormaal<br />

gevormde neuronen (zichtbaar als<br />

de abnormaal grote cellen).<br />

30 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Figuur: Stamcellen die<br />

uitgroeien tot astrocyten (rood<br />

gekleurd) en neuronen (groen<br />

gekleurd). Met microscopie<br />

kunnen we zien dat na<br />

toevoeging van miR146a<br />

of miR147b meer neuronen<br />

ontwikkelen.<br />

Modulatie van genexpressie<br />

Een aantal van deze miRNAs hebben we verder onderzocht.<br />

Enkele van deze miRNAs waren al met verschillende<br />

ziektebeelden, waaronder epilepsie, in verband gebracht,<br />

een reden waarom we deze hebben uitgekozen om verder<br />

te onderzoeken. We vonden dat de miRNAs miR21, miR146a<br />

en miR155 vaker tot expressie kwamen in corticale tubers<br />

en in subependymale reuscel astrocytomen (SEGA's),<br />

vooral in de abnormaal gevormde neuronen, reuscellen<br />

en reactieve astrocyten. We hebben celkweken opgezet<br />

van astrocyten: belangrijke stervormige cellen van het<br />

centrale zenuwstelsel, verkregen van patiëntenmateriaal en<br />

controleweefsel. Deze kweken hebben we gestimuleerd met<br />

een stof genaamd interleukine-1 beta (IL-1β), een stof die<br />

ontstekingsprocessen activeert en die sterk aanwezig is in<br />

de hersenen van patiënten met <strong>TSC</strong>. Hierop zagen we een<br />

verhoogde expressie van de drie miRNAs, en dit bevestigde<br />

dat het beeld dat we zien in het hersenmateriaal in verband<br />

gebracht kan worden met activatie van ontstekingsprocessen.<br />

We vonden dat de verhoging van miR155 stimulerend werkte<br />

op ontsteking, terwijl miR146a juist ontstekingsremmende<br />

eigenschappen had.<br />

Nieuwe targets<br />

Om potentiële nieuwe aangrijpingspunten voor therapie te<br />

vinden, hebben we bovendien in celkweken van humane<br />

astrocyten ontsteking nagebootst door ze te stimuleren<br />

met IL-1β, om vervolgens te kijken naar alle genen die<br />

hierdoor meer of juist minder tot expressie kwamen. We<br />

vonden miR147b als nieuwe belangrijke regulator van IL-1βgemedieerde<br />

ontsteking: het is sterk verhoogd na ontsteking<br />

en is in staat om de ontstane ontstekingsreactie aanzienlijk<br />

te verminderen. Tevens zien we bij ontstekingsprocessen in<br />

het brein vaak een sterke toename van het aantal astrocyten,<br />

zowel door sterke celdeling (proliferatie) van astrocyten als<br />

door het overmatig uitgroeien van stamcellen (differentiatie)<br />

naar astrocyten in plaats van neuronen. We hebben gevonden<br />

dat zowel miR146a als miR147b in staat waren om verstoorde<br />

proliferatie van astrocyten te herstellen en om bij stamcellen<br />

juist de neuronale differentiatie te stimuleren. Het lijkt om deze<br />

reden nuttig om verder onderzoek te doen naar de potentiële<br />

klinische toepasbaarheid van miR146a en miR147b in de<br />

behandeling van neurologische aandoeningen met ontsteking,<br />

zoals epilepsie bij <strong>TSC</strong>. Resultaten van zowel pre-klinische als<br />

klinische studies zijn bemoedigend en wijzen erop dat miRNAs<br />

van therapeutische waarde kunnen zijn in de behandeling van<br />

moeilijk behandelbare epilepsie. Daarom zou het toedienen<br />

van miRNAs een veelbelovende nieuwe therapie kunnen<br />

worden in de behandeling van epilepsie bij <strong>TSC</strong>. n<br />

*histologie: het onderzoek van de bouw en de bijzondere<br />

functies (specialisaties) van weefsels, dus van groepjes cellen<br />

die dezelfde functie vervullen of samen een orgaan vormen<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

31


Tips<br />

Aangifte inkomstenbelasting:<br />

zorgkosten aftrekken over 2018<br />

Belastingaangifte loont<br />

De informatie in dit artikel is afkomstig van de website www.meerkosten.nl van Ieder(in), het landelijke Netwerk van<br />

mensen met een beperking of chronische ziekte.<br />

Een handicap of ziekte levert vrijwel altijd extra kosten op. Voor medische zorg, hulpmiddelen, aanpassingen, extra kleding,<br />

reiskosten, dieetvoeding en nog veel meer. Helaas krijgt u niet al deze kosten vergoed. Betaalt u zelf mee? Dan kunt u een<br />

deel van die kosten terugkrijgen via de aangifte inkomstenbelasting. In dit artikel vindt u een kort stappenplan.<br />

Dit artikel gaat over de aangifte over het belastingjaar<br />

2018. U kunt deze aangifte doen vanaf 1 maart <strong>2019</strong>.<br />

• Hebt u van de Belastingdienst een aangiftebrief<br />

gekregen? Dan moet u in principe vóór 1 mei<br />

aangifte doen. Haalt u dat niet? Vraag dan uitstel tot<br />

1 september. U hoeft alleen even te bellen met de<br />

Belastingtelefoon 0800-0543. Bent u fiscale partners<br />

en wilt u allebei uitstel, dan moet u allebei bellen.<br />

• Hebt u geen aangiftebrief gekregen? Dan hebt u nog tot<br />

eind 2023 de tijd om aangifte te doen over het jaar 2018.<br />

Stap 1: Schakel zo nodig deskundige hulp in<br />

Dat hoeft niet per se, maar vaak is het wel handig.<br />

Gelukkig zijn er veel organisaties die u kunnen<br />

helpen. Neem voor meer informatie contact op met<br />

uw gehandicaptenorganisatie, patiëntenvereniging,<br />

ouderenorganisatie, belastingwinkel of vakbond. Neem<br />

eventueel dit artikel mee en attendeer degene die u helpt<br />

op de website Meerkosten.nl voor uitgebreide uitleg,<br />

achtergrondinformatie en verwijzingen.<br />

Afbeelding 1: U vindt de Zorgkosten in het onderdeel Uitgaven.<br />

32 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Afbeelding 2: De Zorgkosten<br />

Stap 2: Doe aangifte inkomstenbelasting<br />

Zet uw computer aan, ga naar www.belastingdienst.nl en log<br />

in op Mijn Belastingdienst. U kunt inloggen met uw DigiD. Hebt<br />

u nog geen DigiD? Ga naar www.digid.nl en vraag ‘m aan.<br />

Klik op het tabblad Inkomstenbelasting in het menu bovenin.<br />

Klik vervolgens op Belastingjaar 2018 in het menu links.<br />

Open de aangifte inkomstenbelasting 2018.<br />

De Belastingdienst heeft uw persoonlijke gegevens en de<br />

gegevens over uw inkomen en uw vermogen (het saldo op<br />

uw bankrekeningen) alvast voor u ingevuld. Controleer deze<br />

gegevens zorgvuldig. Pas ze aan als ze niet kloppen.<br />

Stap 3: Ga naar het onderdeel Zorgkosten<br />

De aftrek van zorgkosten staat onder het kopje Uitgaven<br />

(zie Afbeelding 1).<br />

Zet een vinkje voor Zorgkosten en klik op Akkoord<br />

rechtsonder. U komt nu in het tabblad Zorgkosten (zie<br />

Afbeelding 2). Van boven naar beneden ziet u eerst een<br />

vermelding van de personen van wie u de zorgkosten mag<br />

aftrekken, dan een vermelding van het drempelbedrag<br />

dat voor u (en uw fiscale partner) geldt en tenslotte een<br />

overzicht van de verschillende posten.<br />

Alleen als u in totaal meer zorgkosten hebt dan de drempel,<br />

mag u de kosten boven de drempel aftrekken. De drempel is<br />

afhankelijk van uw inkomen. Bent u fiscale partners (gehuwd,<br />

geregistreerd partner of samenwonend), dan is de drempel<br />

afhankelijk van uw gezamenlijke inkomen, dus bij elkaar<br />

opgeteld. De online aangifte berekent uw drempel automatisch,<br />

op basis van de gegevens die u eerder hebt ingevuld.<br />

U haalt de drempel overigens vaak gemakkelijker dan u<br />

denkt. Want hebt u een laag inkomen, dan mag u een aantal<br />

specifieke zorgkosten verhogen met een vast percentage.<br />

De grens hiervoor ligt bij een (gezamenlijk) inkomen van<br />

niet meer dan € 34.130. Gebruikt u de online aangifte, dan<br />

berekent het programma automatisch de verhoging. De<br />

verhoging telt mee om de drempel te halen.<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

33


Tips<br />

Voor de aftrek van zorgkosten gelden een aantal algemene<br />

voorwaarden en een aantal beperkingen. De belangrijkste<br />

regel is dat het moet gaan om kosten die u zelf draagt. U<br />

kunt deze kosten betaald hebben voor uzelf, voor uw fiscale<br />

partner, voor kinderen tot 27 jaar (ongeacht waar ze wonen)<br />

of voor gehandicapte of chronisch zieke personen van 27 jaar<br />

en ouder die bij u in huis wonen en die u intensief verzorgt.<br />

U moet de kosten bovendien in 2018 betaald hebben. Verder<br />

gelden er per onderdeel van de aftrek soms gedetailleerde<br />

regels, die erg ingewikkeld zijn.<br />

Als u een vergoeding hebt gekregen (of als u die had kunnen<br />

krijgen), dan kunt u de uitgaven niet ook nog eens aftrekken.<br />

Zorgpremies zijn niet aftrekbaar. Ook kosten die vallen onder<br />

de dekking van de basisverzekering zijn niet aftrekbaar. Eigen<br />

bijdragen voor zorg zijn dat ook niet. Toch blijven er vaak nog<br />

genoeg kosten over, die u wel kunt aftrekken.<br />

Stap 4: Loop de verschillende posten na<br />

Hebt u kosten bij de verschillende onderdelen? Zorg er<br />

dan voor dat u de gegevens hierover overzichtelijk in een<br />

map bewaart. U vult bij elke post in de aangifte alleen het<br />

totaalbedrag in. Maar de Belastingdienst kan u wel om een<br />

onderbouwing vragen. Kunt u die niet leveren, dan zal de<br />

inspecteur de aftrek niet accepteren.<br />

Doet u als fiscale partners samen aangifte? Vul dan één keer<br />

de kosten van u beiden samen in, dus bij elkaar opgeteld.<br />

Geneeskundige hulp<br />

Het gaat hier om kosten voor medische en paramedische<br />

zorg, inclusief tandartskosten. Hieronder vallen ook medische<br />

behandelingen in het buitenland die uw verzekeraar niet<br />

vergoedt. Het moet wel altijd gaan om behandelingen door<br />

artsen of paramedici die werken volgens de in Nederland<br />

geldende medische standaarden. Onder paramedische zorg<br />

vallen ook uitgaven voor particuliere ziekenzorg zonder indicatie<br />

of naast de indicatie (als de indicatie niet toereikend was).<br />

Reiskosten ziekenbezoek<br />

Voor bezoek aan een (voormalige) huisgenoot die minstens<br />

10 km verderop verpleegd wordt. Reisde u per openbaar<br />

vervoer of met een taxi, dan zijn de kosten volledig<br />

aftrekbaar. Nam u de auto, dan geldt een standaardtarief van<br />

€ 0,19 per kilometer.<br />

Medicijnen op doktersvoorschrift<br />

Het gaat om geneesmiddelen en verbandmiddelen, op<br />

voorschrift van een erkende arts. Ook uitgaven voor<br />

homeopathische medicijnen zijn aftrekbaar, maar alleen als<br />

ze door een erkende arts zijn voorgeschreven.<br />

Hulpmiddelen<br />

Denk aan steunzolen, elastische kousen en prothesen<br />

(waaronder ook bruggen die een tandarts aanbrengt),<br />

aanpassingen aan een auto, fiets of ander vervoermiddel.<br />

Niet aftrekbaar zijn de uitgaven voor brillen, contactlenzen,<br />

eenvoudige loophulpmiddelen (stokken, krukken en rollators),<br />

rolstoelen, scootmobielen en woningaanpassingen.<br />

Extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit<br />

Denk vooral aan ziekenvervoer voor bezoeken aan artsen of<br />

andere behandelaars. Reisde u per openbaar vervoer of met<br />

een taxi, dan zijn de kosten volledig aftrekbaar. Nam u de<br />

auto, ga dan uit van de werkelijke kosten per kilometer, dus<br />

inclusief afschrijving en onderhoud. U kunt die kilometerprijs<br />

berekenen op basis van de ANWB Autokostenmodule https://<br />

www.anwb.nl/auto/autokosten#/kenteken. Kreeg u een<br />

vergoeding van de zorgverzekeraar voor het ziekenvervoer,<br />

dan moet u die in mindering brengen op de aftrek.<br />

In sommige gevallen zijn ook de meerkosten voor leefvervoer<br />

(privé vervoer) aftrekbaar, maar in de praktijk is dat lastig.<br />

Extra uitgaven voor kleding en beddengoed<br />

(vast bedrag)<br />

Deze aftrek geldt alleen voor huisgenoten en alleen voor<br />

meerkosten ten opzichte van andere mensen die geen ziekte<br />

of beperking hebben. Er geldt een laag forfait van € 300<br />

voor extra uitgaven die u wel aannemelijk kunt maken, maar<br />

niet hoeft aan te tonen. Zijn uw extra uitgaven aantoonbaar<br />

hoger dan € 600? Dan kunt u € 750 aftrekken.<br />

Afschrijvingen op uitgaven vóór 2014 voor een<br />

rolstoel, scootmobiel of woningaanpassing<br />

Hebt u in 2013 een rolstoel, scootmobiel of<br />

woningaanpassing aangeschaft, schrijft u die af en hebt u<br />

het eerste deel van die afschrijving al over het jaar 2013<br />

afgetrokken als zorgkosten (toen waren deze hulpmiddelen<br />

nog aftrekbaar), dan mag u de restant afschrijving over 2018<br />

ook nog aftrekken.<br />

Extra gezinshulp<br />

Het gaat bij deze post alleen om particuliere huishoudelijke<br />

hulp of persoonlijke ondersteuning, zonder indicatie of naast<br />

een indicatie als de indicatie niet toereikend was. Er geldt<br />

voor de aftrek van gezinshulp een extra drempelbedrag,<br />

afhankelijk van uw inkomen. Alleen uitgaven boven<br />

deze drempel zijn aftrekbaar. Maakt u gebruik van extra<br />

gezinshulp, dan berekent de online aangifte automatisch<br />

deze extra drempel.<br />

34 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Sponsoring<br />

Afbeelding 3: De verdeling van de aftrek tussen fiscale partners.<br />

Dieet op voorschrift van een dokter of diëtist<br />

U kunt alleen dieetkosten opvoeren zoals die genoemd<br />

worden in de tabel van de Belastingdienst. En alleen als u dit<br />

dieet volgt op voorschrift van een arts of een erkende diëtist.<br />

U moet hiervoor over een ondertekende dieetverklaring<br />

beschikken. U vindt de tabel in de online aangifte, onder het<br />

vraagtekentje bij dit onderdeel.<br />

Hebt u alle bedragen correct ingevuld? Klik dan op Akkoord,<br />

rechtsonder.<br />

Stap 5: Verdeel de aftrek<br />

Deze stap is alleen van belang voor fiscale partners. U moet<br />

dan uw eigen zorgkosten en die van uw fiscale partner bij<br />

elkaar optellen en vervolgens verdelen over de aangifte van<br />

u beiden. Met de knop Belasting berekenen (zie afbeelding<br />

3) kunt u uitproberen wat in uw geval de meest voordelige<br />

verdeling is.<br />

Stap 6: Bekijk het resultaat<br />

Bent u tevreden over de verdeling? Of doet u alleen aangifte<br />

en hoeft u dus niets te verdelen? Klik dan nu op overzicht<br />

belasting en premies in het menu links in beeld. U krijgt dan<br />

precies te zien hoeveel belastinggeld u terugkrijgt op basis<br />

van de gegevens die u hebt ingevuld.<br />

Stap 7: Onderteken de aangifte<br />

Dit is de laatste stap. Loop eerst alle gegevens nog en laatste<br />

keer door. Corrigeer zo nodig fouten. Als u zeker weet dat<br />

alles klopt, ondertekent u de aangifte (met uw DigiD) en<br />

stuurt u hem naar de Belastingdienst.<br />

Stap 8: Maak zo nodig bezwaar<br />

Gaat de Belastingdienst niet akkoord met uw aangifte? Of is uw<br />

aangifte door de Belastingdienst bijgesteld, zonder dat u begrijpt<br />

waarom of om een reden waar u het beslist niet mee eens<br />

bent? Maak dan binnen zes weken bezwaar. Op de aangifte<br />

staat hoe u dat moet doen. Het is overigens wel verstandig<br />

om hier een deskundige bij te betrekken. Met een goede<br />

onderbouwing heeft uw bezwaar veel meer kans van slagen.<br />

Tekst: Kees Dijkman. Deze informatie wordt u aangeboden<br />

door Ieder(in). De tekst is met de meeste zorgvuldigheid<br />

samengesteld, maar u kunt er geen rechten aan ontlenen.<br />

Bij het schrijven van dit artikel was de definitieve online<br />

aangifte voor het jaar 2018 nog niet beschikbaar. De aangifte<br />

kan er daardoor op onderdelen iets anders uitzien dan hier<br />

beschreven. Voor meer informatie kijk op www.meerkosten.nl.<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

35


Familiedag<br />

(Lang) weekend naar<br />

de Familiedag <strong>2019</strong> ?<br />

De voorbereidingen voor de Familiedag <strong>2019</strong> zijn in volle gang.<br />

We gaan op zaterdag 22 juni <strong>2019</strong> naar Attractiepark Toverland<br />

in Sevenum, tussen Eindhoven en Venlo.<br />

tekst Bert van Horen foto’s Center Parcs<br />

De uitnodiging en aanmelding voor de Familiedag volgt begin<br />

mei <strong>2019</strong> via de post c.q. e-mail.<br />

Soms is de afstand naar de locatie van de Familiedag, vanuit je<br />

woonplaats op en neer op één dag wel erg ver. Met onze <strong>TSC</strong>-ers<br />

kan dat voor de nodige problemen zorgen en daardoor haken<br />

leden af.<br />

Dit is voor sommige leden de afgelopen 2 jaar reden geweest<br />

om in de buurt van de Familiedag-locatie op een vakantiepark<br />

een huisje te huren voor een (lang) weekend, waardoor het een<br />

heerlijk gezins-weekend werd.<br />

Bij de besprekingen met Toverland werden we op hun voorstel<br />

in contact gebracht met Center Parcs, die ons vervolgens een<br />

aantrekkelijk kortings-aanbod hebben gedaan, speciaal voor een<br />

STSN-Familiedag-weekend. Het scheelt in ieder geval een lange<br />

reis heen en weer op de Familiedag!<br />

Het aanbod geldt voor Center Parcs Limburgse Peel, Peelheideweg<br />

25, 5966 PJ America en ligt 8,6 km (10 minuten rijden !) van<br />

Attractiepark Toverland in Sevenum. De aanbieding geldt voor 2 of<br />

3 nachten, voor 4,5,6 persoons of 4 persoons VIP cottages.<br />

Kijk snel op onderstaande link of dit iets voor jullie is! Via de<br />

link vind je het aanbod speciaal voor STSN-leden, alle info, het<br />

kortingsaanbod en….je kunt indien gewenst direct boeken.<br />

https://www.cognitoforms.com/CenterParcsEvents/<br />

FamiliedagStichtingTubereuzeSclerosisNederland<br />

Meer info over het park en alles wat er te zien en te doen is:<br />

https://www.centerparcs.nl/nl-nl/nederland/<br />

fp_LH_vakantiepark-limburgse-peel<br />

Let op: het betreft hier een aanbod van Center Parcs, dit staat los<br />

van de Familiedag en elke betrokkenheid van de STSN.<br />

Gebruikmaking hiervan geschiedt geheel op eigen risico en<br />

verantwoordelijkheid!<br />

36 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Sponsor de STSN<br />

Nieuwe ideeën en initiatieven<br />

voor sponsoring blijven welkom!<br />

Donaties, giften (bijvoorbeeld uit een nalatenschap) en schenkingen zijn erg belangrijk voor de STSN. Met uw bijdrage<br />

draagt u bij aan het in stand houden van een kleine, efficiënte organisatie van én door vrijwilligers. Help ons helpen!<br />

tekst Jan-Paul Wagenaar<br />

Recente initiatieven<br />

Op het moment van schrijven (half februari <strong>2019</strong>) kan ik<br />

geen recente nieuwe sponsoracties of initiatieven vermelden.<br />

Ik wijs u nog op het traject dat ingezet is richting het<br />

realiseren van een nationale klinische <strong>TSC</strong>-database (zie<br />

artikel Nationale klinische database <strong>TSC</strong>). We proberen<br />

hiervoor een aanzienlijk bedrag bij elkaar te brengen, dus<br />

ideeën en hulp zijn zeer welkom. We komen hier in de loop<br />

van <strong>2019</strong> op terug!<br />

Periodieke schenking<br />

Een schenking aan de STSN kan ook in <strong>2019</strong> een interessant<br />

fiscaal voordeel voor u betekenen. De STSN is door de<br />

Belastingdienst erkend als een Algemeen Nut Beogende<br />

Instelling (ANBI). Met een schenking aan de STSN kunt u in<br />

één klap de STSN blij maken én tegelijkertijd zelf een fiscaal<br />

voordeel hebben. Dat kunt u bijvoorbeeld via een akte van<br />

schenking bij de notaris regelen. Maar een dergelijke akte is<br />

tegenwoordig niet meer verplicht. Voor meer informatie kunt<br />

u altijd contact opnemen met penningmeester Dave Tuijp of<br />

kijken op www.stsn.nl. Klik dan op ‘Word lid of doneer!’.<br />

De STSN opnemen in uw testament<br />

U kunt ons werk ook steunen door de STSN op te nemen in<br />

uw testament. Zo laat u niet alleen iets na aan uw naasten,<br />

maar ook aan een goed doel. Hoe kunt u de STSN opnemen<br />

in uw testament? De eerste stap is het opstellen van een<br />

testament via een notaris. U kunt de STSN in uw testament<br />

aanwijzen als erfgenaam of (mede)erfgenaam. Het hoeft<br />

niet om grote bedragen te gaan, iedere bijdrage is welkom.<br />

Een andere manier is het toekennen van een legaat aan de<br />

STSN. Een legaat kan een vast bedrag in geld zijn, of een<br />

percentage van uw nalatenschap. Het kan ook bestaan uit<br />

effecten, kunst of onroerende goederen. Omdat de STSN een<br />

ANBI-status heeft, hoeft de STSN geen erfbelasting over uw<br />

nalatenschap te betalen.<br />

Waar wordt uw bijdrage aan besteed?<br />

Uw bijdrage komt voor 100 % ten goede aan het werk ten<br />

behoeve van mensen met <strong>TSC</strong>…! Ieder jaar heeft de STSN<br />

herkenbare activiteiten zoals de familiedag, de landelijke<br />

contactdag en diverse lotgenotenbijeenkomsten. Ook zorgen<br />

we vol overgave dat vier keer per jaar ons prachtige blad<br />

<strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong> bij u op de mat valt, vertegenwoordigen we<br />

<strong>TSC</strong> in allerlei processen rondom zorg en behandeling en<br />

onderhouden we gericht contact met medisch specialisten.<br />

Misschien wilt u een specifieke bestemming geven aan<br />

uw bijdrage. In overleg met u bekijken we dan graag wat<br />

mogelijk is. Wilt u het onderzoek naar <strong>TSC</strong> steunen, dan kunt<br />

u stichting <strong>TSC</strong> Fonds (partner van de STSN) opnemen in uw<br />

testament.<br />

Nuttige informatie<br />

Over het opstellen van een testament: www.notaris.nl<br />

Over het nalaten aan goede doelen: www.nalaten.nl<br />

Over de fiscale aspecten:<br />

www.belastingdienst.nl<br />

en www.anbi.nl<br />

Over stichting <strong>TSC</strong> Fonds:<br />

www.tscfonds.nl<br />

<strong>Contact</strong><br />

Voor nadere informatie en vragen kunt u altijd contact<br />

opnemen met onze penningmeester Dave Tuijp:<br />

penningmeester@ststn.nl. n<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

37


Stichting Tubereuze Sclerosis<br />

Nederland<br />

De STSN is een landelijke organisatie van mensen met Tubereuze Sclerose Complex (<strong>TSC</strong>), hun partners, ouders,<br />

verzorgers, familieleden en bij de STSN aangesloten deskundigen.<br />

De STSN behartigt de belangen van alle mensen in Nederland<br />

die te maken hebben met <strong>TSC</strong>.<br />

De STSN stelt zich tot doel een optimale kwaliteit van<br />

leven en zorg voor mensen met <strong>TSC</strong> te realiseren. En, om de<br />

overerving van <strong>TSC</strong> zo veel mogelijk te voorkomen. Hiervoor zijn<br />

o.a. nodig:<br />

• betrouwbare en volledige informatie<br />

• snelle diagnose, tijdige behandeling, zorg op maat<br />

• goede ondersteuning bij het leren omgaan met <strong>TSC</strong><br />

De STSN vindt het belangrijk dat mensen met <strong>TSC</strong>, zover<br />

als hun aandoening dat toestaat, de regie ten aanzien van<br />

behandeling en zorg in eigen hand kunnen houden.<br />

De STSN tracht haar doelstelling te bereiken door:<br />

• belangenbehartiging<br />

• informatievoorziening<br />

• lotgenotencontact<br />

• samenwerking met relevante instanties en organisaties<br />

• stimuleren van geïntegreerde zorg en behandeling in<br />

landelijke expertisecentra<br />

• bevorderen van wetenschappelijk onderzoek<br />

• fondsenwerving<br />

De kennis die nodig is, verkrijgt de STSN in de eerste plaats<br />

van mensen met <strong>TSC</strong> en hun ouders en verzorgers. Daarnaast<br />

ook van zorgverleners (artsen, gedragsdeskundigen) en van<br />

wetenschappelijke onderzoekers. De verzamelde kennis vormt<br />

het fundament voor de activiteiten van de STSN. De STSN<br />

wil de functie van landelijk bekend platform vervullen. Hier<br />

ontmoeten mensen met <strong>TSC</strong>, hun ouders, verzorgers, partners<br />

en andere betrokkenen elkaar en vinden ze informatie en<br />

ondersteuning.<br />

Belangenbehartiging<br />

De STSN behartigt de belangen van alle mensen met <strong>TSC</strong>.<br />

De STSN pleit bij zorgaanbieders voor een gedifferentieerd<br />

en goed zorgaanbod dat uitgaat van de vraag van de<br />

gebruiker. Aansluitend streeft de STSN in haar contacten met<br />

zorgverzekeraars naar een goed pakket van verzekerde zorg.<br />

Samen met andere patiëntenorganisaties voert de STSN een<br />

krachtig pleidooi voor de belangen van mensen met <strong>TSC</strong>.<br />

De STSN werkt samen met een grote groep deskundigen<br />

op medisch en gedragsgebied in een expertnetwerk.<br />

Via nationale en internationale contacten wordt getracht<br />

kennis inzake <strong>TSC</strong> continu uit te bouwen, en ten goede te<br />

laten komen aan mensen met <strong>TSC</strong>.<br />

Mede dankzij de initiatieven van de STSN is er een goede<br />

infrastructuur voor <strong>TSC</strong> in Nederland: DNA-onderzoek<br />

naar <strong>TSC</strong> wordt uitgevoerd bij Klinische Genetica van het<br />

Erasmus MC in Rotterdam.Voor <strong>TSC</strong>-diagnostiek en follow-up<br />

controle bij kinderen kan men terecht bij het Sylvia Tóth<br />

Centrum (Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht) en het<br />

Sophia Kinderziekenhuis (Erasmus MC, Rotterdam). Voor<br />

volwassenen met <strong>TSC</strong> zijn er speciale poliklinieken bij het<br />

Universitair Medisch Centrum te Utrecht en het Erasmus MC<br />

te Rotterdam. De faciliteiten in Utrecht en Rotterdam maken<br />

onderdeel uit van de in 2015 door het Ministerie van VWS<br />

erkende Expertisecentra voor <strong>TSC</strong>. Tenslotte kan een beroep<br />

gedaan worden op een landelijk werkzaam Expertiseteam<br />

<strong>TSC</strong> en Gedrag.<br />

Samen met Stichting <strong>TSC</strong> Fonds (www.tscfonds.nl) stimuleert<br />

de STSN wetenschappelijk onderzoek naar <strong>TSC</strong>. Eind jaren<br />

tachtig van de vorige eeuw verleende de STSN actieve<br />

medewerking aan onderzoek naar de genetische oorsprong<br />

van <strong>TSC</strong>. Dit leidde tot de lokalisatie van het <strong>TSC</strong>2-gen in 1993<br />

en het <strong>TSC</strong>1-gen in 1997. Daarna richtte het onderzoek zich op<br />

het beter begrijpen van de oorzaken van <strong>TSC</strong> en op het vinden<br />

van behandelmogelijkheden. Het STSN lustrumboek uit 2011<br />

‘Het verhaal van dertig jaar onderzoek naar <strong>TSC</strong>’ geeft daar<br />

een goed beeld van. Ook na 2011 is er veel onderzoek naar<br />

<strong>TSC</strong> verricht.<br />

Ook het onderzoek naar gedragsaspecten bij <strong>TSC</strong> wordt<br />

gestimuleerd. Voorbeelden hiervan zijn de publicatie<br />

van Hubbeling en Mulder in 2000, het betrekken van<br />

internationale experts in het netwerk (Professor Petrus<br />

de Vries, Kaapstad, Zuid-Afrika) en het project ‘<strong>TSC</strong> in<br />

verschillende levensfasen’ van het Expertiseteam <strong>TSC</strong> en<br />

Gedrag dat eind 2015 heeft geresulteerd in het handboek<br />

‘<strong>TSC</strong> in verschillende levensfasen – achtergronden , uitleg en<br />

praktische adviezen bij psychische en gedragsproblemen’ en<br />

de hieruit voorkomende brochure.<br />

38 lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>


Informatievoorziening<br />

De STSN geeft voorlichting over de vele aspecten van leven<br />

met <strong>TSC</strong>. Dit gebeurt onder meer in goed leesbare brochures,<br />

filmpjes, een eigen tijdschrift - het ‘<strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong>’ - en via de<br />

website (www.stsn.nl). Ook wordt actief gebruik gemaakt van<br />

Facebook. Op basis van door de STSN verstrekte informatie zijn<br />

betrokkenen beter in staat zelfstandig en bewust beslissingen te<br />

nemen.<br />

De STSN informeert systematisch een aantal relevante<br />

doelgroepen en instanties om <strong>TSC</strong> goed op de kaart te zetten<br />

en te houden én om de mogelijkheden van de STSN te<br />

etaleren. Denk bijvoorbeeld aan publicaties in vaktijdschriften,<br />

links met websites, brochures en gerichte mailings. Maar ook<br />

aan het onderhouden van relaties met kinderartsen, artsen<br />

verstandelijk gehandicapten (AVG), neurologen, huisartsen,<br />

gedragswetenschappers, enzovoorts.<br />

Lotgenotencontact<br />

De STSN organiseert contacten met lotgenoten om onder<br />

deskundige begeleiding van elkaars ervaringen te leren. Dit<br />

gebeurt op verschillende manieren.<br />

In de eerste plaats is er jaarlijks een grote landelijke contactdag<br />

voor alle STSN-ers. Op de contactdag worden inhoudelijke<br />

inleidingen verzorgd door specialisten uit het netwerk en<br />

andere relevante instanties. Ook worden er workshops en<br />

gespreksgroepen gehouden. Een belangrijk onderdeel van de<br />

contactdag is ook het informeel uitwisselen van ervaringen<br />

en inzichten. Nieuwkomers ervaren de contactdag als een<br />

feest van herkenning , ondanks dat er van tevoren best tegen<br />

deelname opgezien wordt.<br />

Ook is er jaarlijks een familiedag. Dit is een grote bijeenkomst<br />

gericht op families van mensen met <strong>TSC</strong>. Belangrijkste doel van<br />

deze dag is elkaar ontmoeten in een sfeer van een ‘dagje uit’.<br />

Daarnaast wordt er elk jaar een aantal kleinere bijeenkomsten<br />

gehouden. Dit betreft bijeenkomsten rond een bepaalde<br />

leeftijdsgroep (bijvoorbeeld ouders met jonge kinderen met<br />

<strong>TSC</strong> of pubers met <strong>TSC</strong>), of rond een specifiek knelpunt. Alle<br />

bijeenkomsten staan onder deskundige begeleiding.<br />

Samenwerken<br />

Samenwerken is voor de STSN van groot belang. Zeker<br />

omdat <strong>TSC</strong> een zeldzame ziekte is. Voor haar partners is de<br />

STSN een waardevolle organisatie vanwege haar kennis met<br />

betrekking tot het omgaan en leven met <strong>TSC</strong>.<br />

Voor wat betreft overstijgende vraagstukken zoals<br />

kwaliteitssystemen of financiering wordt samengewerkt<br />

met organisaties die zich op landelijk niveau richten op de<br />

bredere patiëntenbeweging als geheel. Zo werkt de STSN<br />

samen met Vereniging van Samenwerkende Ouder- en<br />

Patiëntenorganisaties (VSOP), de koepelorganisatie Ieder(in) –<br />

netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte<br />

– de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en<br />

in platformverband met allerlei bij epilepsie betrokken partijen.<br />

Daarnaast wordt samengewerkt met patiëntenorganisaties<br />

die actief zijn op verwante terreinen, zoals Epilepsievereniging<br />

Nederland, Nierpatiëntenvereniging en Nederlandse Vereniging<br />

voor Autisme.<br />

De STSN zoekt ook de samenwerking met partners zoals<br />

zorginstellingen, hulpverleners, zorgverzekeraars en de<br />

wetenschappelijke wereld. Zo vervult de STSN een rol bij<br />

de ontwikkeling van effectieve zorg, medische en sociale<br />

begeleiding of de bevordering van betere voorlichting en<br />

van wetenschappelijk onderzoek. De hiervoor genoemde<br />

<strong>TSC</strong> Expertisecentra en het Expertiseteam <strong>TSC</strong> en Gedrag zijn<br />

rechtstreekse gevolgen van deze aanpak.<br />

Stimuleren van concentratie van zorg in<br />

landelijk werkzame expertisecentra<br />

<strong>TSC</strong> is een multi-orgaan aandoening. Dat betekent per definitie<br />

dat samenwerking noodzakelijk is om tot integrale zorg<br />

voor <strong>TSC</strong>-patiënten te komen. In Nederland zijn twee van<br />

overheidswege erkende Expertisecentra voor <strong>TSC</strong>, namelijk<br />

in Rotterdam en Utrecht. Jaarlijks belegt de STSN samen met<br />

Stichting <strong>TSC</strong> Fonds een expertmeeting om kennis en ideeën<br />

te delen en verdere samenwerking te stimuleren. Ook elders<br />

in de wereld wordt relevant <strong>TSC</strong>-gerelateerd werk gedaan. De<br />

STSN participeert gericht in relevante internationale verbanden.<br />

Stimuleren van wetenschappelijk<br />

onderzoek<br />

De STSN werkt intensief samen met partner Stichting<br />

<strong>TSC</strong> Fonds (www.tscfonds.nl) in het stimuleren van<br />

wetenschappelijk onderzoek naar <strong>TSC</strong>. De STSN ondersteunt<br />

wetenschappelijke initiatieven waar mogelijk in woord en<br />

daad. Stichting <strong>TSC</strong> Fonds ondersteunt onderzoek naar <strong>TSC</strong><br />

financieel. Stichting <strong>TSC</strong> Fonds schrijft jaarlijks een call uit voor<br />

onderzoeksvoorstellen op het gebied van <strong>TSC</strong>. Deze worden<br />

beoordeeld door een internationale commissie van erkende<br />

<strong>TSC</strong>-specialisten.<br />

Fondsenwerving<br />

Naast overheidssubsidie is de STSN aangewezen<br />

op sponsorinitiatieven en fondsenwerving om haar<br />

activiteiten en initiatieven te bekostigen. n<br />

lente <strong>2019</strong> | <strong>TSC</strong> <strong>Contact</strong><br />

39


www.stsn.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!