Digital-PCY_2020-002-pagina's-1,4-5,10-11,26-27,70-71,74-75,100
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Q&A
Mike Teunissen
In de grote ronden en op sprintgebied behoort Jumbo-Visma inmiddels
tot de wereldtop. De volgende stap is ook een dominante factor worden
in de voorjaarsklassiekers. Met Mike Teunissen (27) als een van de
belangrijke pionnen in de kasseienbrigade. “Ik weet dat het erin zit.”
Door Thomas Olsthoorn
Eerst even terug naar vorig jaar.
Denk je aan 2019, dan schieten
direct jouw ritzege in de Tour de
France en de gele trui te binnen.
Maar hoe verliepen de klassiekers?
“Moeizaam. In de Ronde van de Algarve
liep ik een soort longontsteking op. Daardoor
werd het kwakkelen; kan ik wel koersen, kan
ik niet koersen? Elke keer besloot ik toch op
te stappen, maar ik haalde nooit mijn niveau.
Ik ging ook niet met een fijne gedachte de
wedstrijden in: misschien moet ik hier niet
zijn, maar aan de andere kant heb ik het toch
nodig. Pas in Parijs-Roubaix (waar hij zevende
werd) ging het weer de goede kant op. Het
was frustrerend dat het pas aan het einde
van het voorjaar het geval was, maar helaas
ging het herstel niet rapper.”
Met wat voor gevoel ga je nu de klassiekers
in?
“Afgelopen najaar heb ik met veel top tiennoteringen
in de eendaagse koersen laten
zien wat ik eigenlijk in het voorjaar wilde
tonen. Ik weet dus dat het erin zit, maar het
is er in de voorjaarskoersen nog niet altijd
uitgekomen. Hopelijk gaat het deze lente
wel lukken. Met Wout Van Aert hebben
we iemand die vorig seizoen in zijn eerste
voorjaar bij de ploeg meteen een paar keer
podium reed. Daardoor ligt de lat bij ons nu
automatisch hoger.”
Aan de voorbereiding heeft het niet gelegen.
Eind november hebben jullie materiaal
getest in Roubaix en voorafgaand aan de
Omloop Het Nieuwsblad heb je samen met
Van Aert en Amund Grøndahl Jansen een
hoogtestage gedaan op Tenerife.
“Die dag in Roubaix was het moment dat
de klassiekers weer begonnen te leven. En
niet alleen bij mij. We waren met een groepje
van tien, twaalf man. Renners, ploegleiders,
mecaniciens; en iedereen kwam meteen
in de stemming. Naast het testen van het
materiaal was het onderling ook een beetje
spelen: een keer demarreren of hard door
een bocht knallen. Maar ook met het oog op
de koers. Als je zes rondjes doet met elke
keer het Carrefour de l’Arbre weet je een stuk
beter hoe die sector erbij ligt en wat de beste
‘Het hele voorjaar is
keimooi!’
lijn is om te pakken, dan wanneer je een paar
dagen voor de koers er tijdens de laatste
verkenning een keer overheen rijdt. Straks
in april zal ik merken dat ik al wat details in
mijn hoofd heb opgeslagen.
“De optie om op hoogtestage te gaan kwam
afgelopen winter ter sprake. Ik gaf direct aan
dat het me vorig jaar in de aanloop naar de
Tour goed was bevallen en dat ik ervoor
openstond. Het is de eerste keer dat ik dit
heb gedaan als voorbereiding op de klassiekers.
Of het nu net zo goed zal uitpakken als
voor de Tour zullen we gaan zien. Ik had het
zonde gevonden als ik de mogelijkheid had
laten liggen, want ik voel me er goed bij. En
het helpt sowieso. Na een hoogtestage
haal ik waarden die ik daarvoor niet haalde.
Vermogen leveren gaat me net wat makkelijker
af, net als herstellen.”
Op welke wedstrijd richt jij je pijlen?
“Als ik er eentje moet kiezen dan zeg ik
Roubaix. Dat is voor mij dé koers. Ik heb er
alleen een beetje een hekel aan om alles op
één wedstrijd toe te spitsen. Het is niet zo dat
je er een paar kunt laten schieten omdat de
mooiste nog moet komen. Het hele voorjaar
is keimooi!
“Vorig jaar lukte het nog niet helemaal,
maar je ziet wel dat de potentie er is binnen
ons team om in koers een sterk blok te hebben.
Met Wout, Amund, met mij, en ook met
Timo Roosen en Taco van der Hoorn. Er
liggen zeker kansen. Het zou mooi zijn als
het dit jaar op zijn plaats valt.”
Waar heb je het meest zin in als je aan
de klassiekers denkt?
“Aan de spanning. De spanning voor de
start van elke koers. Je weet dat er weer van
alles gaat gebeuren, dat het weer een heel
avontuur gaat worden. Maar hoe het allemaal
gaat lopen, dat weet je nog niet. In een
grote ronde is dat vaak anders. Daar weet
je negen van de tien koersdagen vooraf hoe
de etappe zal verlopen. Dat het een sprint
wordt en tussen welke rappe mannen het zal
gaan. Bij een bergrit hetzelfde verhaal. In het
voorjaar is de groep met renners die kunnen
winnen een stuk groter. De onvoorspelbaarheid
die hoort bij de klassiekers, dat vind
ik het mooist.”
26 PROCYCLING KLASSIEKERGIDS 2020