Plan van aanpak V05 werving en ontwikkeling van junioren
Plan van aanpak V05 werving en ontwikkeling van junioren Er viel het een en ander samen. Op de dag dat minister-president Rutte bekend maakte dat er vanaf 29 april door de jeugd en junioren weer gesport mag worden, kreeg NLroei het rapport van Robert Boeder in handen, In opdracht van de roeibond heeft hij onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om aan de groeiambitie te voldoen: in 2030 zou minstens 15 procent van het totaal aantal roeiers junior moeten zijn. Steun NLroei, doe mee aan onze crowdfunding! Boeder sprak bijna 50 mensen uit de roeiwereld over het juniorenroeien. Hij komt tot drie belangrijke aandachtspunten waaruit mogelijk acties gaan voortvloeien. Boeder adviseert bond en verenigingen de ‘achterdeur dicht te timmeren’ zodat de uitstroom wordt beperkt en de ‘voordeur open te zetten’ waarmee wordt bedoeld dat de toetredingsdrempel verlaagd zou moeten worden. Taart Tot slot adviseert hij ‘de taart te vergroten’, de roeisport zou bekender moet worden en er zouden wervingsevenementen op ‘nationaal format’ moeten komen. De synergie binnen de clubs, tussen verenigingen en met de bond zou gestimuleerd mogen worden. Verder ziet hij kansen om in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen zoals flexibele lidmaatschapsvormen. Dammen Boeder haalt in een rapport een anekdote op die gaat over de branding (dat is zoiets als imago) van de roeisport. “Roeien wordt een elitaire sport genoemd. Alleen de discussie of dat waar is en wat elitair feitelijk is, wordt teniet gedaan door de vraag van een leraar lichamelijke opvoeding: “Dat roeien…dat is toch ongeveer hetzelfde als dammen?” Boeder gaf zijn rapport die uitspraak als ondertitel mee. Het complete document is hieronder te lezen.
Plan van aanpak V05 werving en ontwikkeling van junioren
Er viel het een en ander samen. Op de dag dat minister-president Rutte bekend maakte dat er vanaf 29 april door de jeugd en junioren weer gesport mag worden, kreeg NLroei het rapport van Robert Boeder in handen, In opdracht van de roeibond heeft hij onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om aan de groeiambitie te voldoen: in 2030 zou minstens 15 procent van het totaal aantal roeiers junior moeten zijn.
Steun NLroei, doe mee aan onze crowdfunding!
Boeder sprak bijna 50 mensen uit de roeiwereld over het juniorenroeien. Hij komt tot drie belangrijke aandachtspunten waaruit mogelijk acties gaan voortvloeien. Boeder adviseert bond en verenigingen de ‘achterdeur dicht te timmeren’ zodat de uitstroom wordt beperkt en de ‘voordeur open te zetten’ waarmee wordt bedoeld dat de toetredingsdrempel verlaagd zou moeten worden.
Taart
Tot slot adviseert hij ‘de taart te vergroten’, de roeisport zou bekender moet worden en er zouden wervingsevenementen op ‘nationaal format’ moeten komen. De synergie binnen de clubs, tussen verenigingen en met de bond zou gestimuleerd mogen worden. Verder ziet hij kansen om in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen zoals flexibele lidmaatschapsvormen.
Dammen
Boeder haalt in een rapport een anekdote op die gaat over de branding (dat is zoiets als imago) van de roeisport. “Roeien wordt een elitaire sport genoemd. Alleen de discussie of dat waar is en wat elitair feitelijk is, wordt teniet gedaan door de vraag van een leraar lichamelijke opvoeding: “Dat roeien…dat is toch ongeveer hetzelfde als dammen?” Boeder gaf zijn rapport die uitspraak als ondertitel mee. Het complete document is hieronder te lezen.
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4. Werkwijze
Om tot een plan te komen is moet het nodige worden gedaan. De werkwijze is gericht op enerzijds
het inventariseren van de mogelijkheden binnen de roeiwereld en anderzijds het krijgen van een
beeld van de wereld waarbinnen de roeisport in Nederland opereert. Junioren hebben veel meer
keuzes dan roeien alleen als het gaat om het kiezen van vrijetijdsbesteding.
Ik heb sinds september 2019 een 49 mensen in de roeiwereld gesproken over het thema
juniorenroeien en gevraagd naar hun ervaringen, suggesties voor verbeterpunten en manier van
aanpak. De gesprekken, meestal 1-op-1 en soms in een groep, varieerden van 1,5 tot 4,5 uur in
tijd. Naast de gesprekken heb ik korter contact gehad met de aanwezigen op de brainstorm over
het juniorenroeien georganiseerd door de ARB in januari, het roeicongres, het instructeurscongres
en een trainingsdag junioren van het RTC Groningen.
Daarnaast zijn diverse bronnen geraadpleegd waaronder de bij de KNRB beschikbare
2
ledenaantallen van de verenigingen, het rapport over schoolroeien van British Rowing , KPMG
3
branche rapport sport (oktober 2019)
Bij de werkwijze tot nu toe heb ik mij vooral gericht op de fase 1 uit de opdracht van de KNRB; een
opzet voor een juniorencompetitie. Bij het schrijven van deze versie van het plan (februari 2020) is
het onderzoek nog niet afgerond maar de mogelijkheden binnen de Nederlandse roeiwereld lijken
aardig in beeld.
De vervolgstudie zal bestaan uit een uitgebreidere inventarisatie van het juniorenroeien in ons
omringende- en succesvolle roei-landen om te kijken welke succesfactoren Nederland kan
meenemen de ontwikkeling van het juniorenroeien. Daarnaast kijken we verder naar de sociale en
demografische gegevens van jeugd in Nederland om te kijken hoe we de roeisport daar goed op
aan kunnen laten sluiten.
Naast het raadplegen van onderzoeken en rapporten moet natuurlijk ook de jeugd zelf aan het
woord komen: wat vinden de junioren die nu roeien van de sport en de aanpak op de
verenigingen? En wat hebben de ex-junioren als prettig ervaren en wat hebben ze gemist?
De werkwijze kenmerkt zich door een pragmatische benadering. Fase 1 (opzet juniorencompetitie)
is uiteraard praktisch van aard. De uitkomst van de gesprekken en, zeker niet op de laatste plaats,
het enthousiasme van vrijwel iedereen die ik ontmoet brengt daarnaast zoveel
2
School Rowing review maart 2018. Zie bijlagen.
3
Zie bijlagen
Plan van aanpak werving en ontwikkeling junioren V05 KNRB breedtesportvisie 12