Rotterdams Onderwijs Magazine 2020-3
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
GEVOEL VOOR KLEUTERS
Daarbij helpt het als er een warme overdracht
is, en pedagogisch medewerkers en leerkrachten
bij elkaar komen kijken en hun kennis
en expertise delen. ‘Dan loopt het spelend
en ontdekkend leren als vanzelf ook door op
de basisschool’, zegt Irene van Kesteren. ‘Het
is van grote waarde als beide partijen ook
een gemeenschappelijke visie hebben op de
ontwikkeling van jonge kinderen en samen
nadenken over zaken als ouderbeleid en aannamebeleid.’
De entourage van een basisschool leidt ertoe
dat de nadruk ook bij de kleuters op leren ligt,
zegt zij. ‘De kleuterleerkrachten zijn opgeleid
op een pabo en gaan ervan uit dat er moet
worden geleerd. Zij worden vaak aangestuurd
door een directeur die ook niet vanzelf gevoel
heeft voor het wezen van een kleuter. Daar
komt bij dat de kleuterklassen vaak ook niet
zijn ingericht om ontdekkend te leren.’
‘De directeur
heeft ook niet
altijd vanzelf
gevoel voor
kleuters’
AANSLUITEN BIJ DE BELEVING
Tenminste één Rotterdams schoolbestuur
heeft al zijn kleuterleerkrachten al getraind in
spelend en ontwikkelend leren en onderhoudt
nauwe relaties met de aanleverende peuterspeelzalen.
Van Kesteren: ‘Het is ook belangrijk
dat dit tussen de oren komt van leidinggevenden
in het basisonderwijs.’ Uiteindelijk
zal elk schoolbestuur eigen afspraken maken
met de gemeente over wat kinderen aan het
eind van groep 2 geleerd moeten hebben.
‘Dat hoeft niet per se te gaan over kwantitatieve
zaken zoals het tellen tot twintig’, zegt
Van Kesteren. ‘Het kunnen ook kwalitatieve
afspraken zijn, zoals het kunnen luisteren
naar anderen en samen kunnen spelen. Het
gaat erom dat de leerkrachten leren om goed
aan te sluiten bij de beleving van de kleuters
en hen uitdagen om te groeien. Dat is goed
voor hun ontwikkeling en zo vergroot je hun
onderwijskansen.’
ERVARINGEN VAN
DE JACOBUSSCHOOL
Peuterspeelgroep De Guppies van KindeRdam huist in een
lokaal van de Jacobusschool. ‘We zijn officieel nog geen
integraal kindcentrum’, zegt directeur Maike Verboon,
‘maar veel ouders zien ons als één geheel.’ De meeste
peuters stromen dan ook door naar hun groep 1.
De pedagogisch medewerkers (pm’ers) en onderbouwleerkrachten werken nauw samen,
vanuit dezelfde visie op het jonge kind. Ook de leerkrachten doen veel aan betekenisvol
spelonderwijs. De pm’ers en het onderbouwteam overleggen maandelijks
samen en bereiden één keer per jaar hetzelfde thema voor.
Maar ook wanneer de thema’s verschillen, vinden ze raakvlakken. Maike: ‘De onderbouw
werkt momenteel met het thema ‘ziek zijn’, de peuters met ‘de lente’. Samen
hebben ze het over het halen van een frisse neus en gezond eten.’ Bij elk thema hoort
ook een gezamenlijke activiteit, zoals een buitenactiviteit gericht op de motorische
ontwikkeling.
RIJKE SPEELLEEROMGEVING
Maike: ‘Kleuters hebben echt nodig dat de leerkracht hen observeert en aansluit op
hun onderwijsbehoefte. Dat leer je onvoldoende op de pabo. Een leerkracht in onze
onderbouw heeft een opleiding Jonge Kind Specialist gevolgd en ook ik heb me daarin
verdiept. In onze themahoeken komen de thema’s op allerlei manieren terug. Dat
zorgt voor een rijke speelomgeving waarin kinderen fantastisch werken.’ Steeds zoeken
de kleuterleerkrachten de balans tussen verplichte leerstof en betekenisvolle activiteiten.
De kleuters mochten bijvoorbeeld een knuffel van thuis meenemen en daar
een hokje voor bouwen. Naar die ‘dierenwinkel’ kwamen de peuters kijken. ‘Zo wordt
ons onderbouwplein een vertrouwde plek. De kinderen maken contact met elkaar en
daardoor gaat de taalontwikkeling ook omhoog’, ziet Maike Verboon.
WINKEL OP DE GANG
‘Bij onze activiteiten komen de sociaal-emotionele doelen op allerlei manieren aan
bod. Bij de leeftijdsgroep van 2 tot 6 jaar differentiëren we zodat iedereen op zijn
niveau een leerervaring opdoet. Van die kennis hebben ze heel hun sociale leven plezier.’
Het spelend en ontwikkelend leren wordt op de Jacobusschool doorgetrokken naar
leerjaar 3 en 4. ‘We willen het spelen niet afleren, maar er juist in houden’, benadrukt
de directeur. De leerjaren 3 en 4 hebben een winkel op de gang. De leerlingen nemen
speelgoed mee van huis, bepalen daar de prijs van en ‘verkopen’ het aan elkaar. Zo
leren ze met geld rekenen.
Het speelse element stopt niet na leerjaar 4. Het motto van de Jacobusschool – “Zie
en ontdek” – wordt in alle leerjaren toegepast. ‘Je leert het beste door te doen. In
leerjaar 8 leren kinderen bijvoorbeeld over een hectometer door die uit te meten. Zij
weten voor de rest van hun leven precies hoe lang een hectometer is.’
ROM 3 / 23