1984-08_compressed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Op de standplaatsen groeien Parodia aureicentra-"reuzen" dikwijls samen<br />
met kleinzadige "dwergen" uit het ondergeslacht Parodia Buxbaum. Zo kan<br />
men ter plaatse de volgende kombinaties tegenkomen: Parodia variicolor met<br />
Parodia lohaniana Weskamp; Parodia aureicentra var. omniaurea met Parodia<br />
heteracantha Ritter nom. nud.; Parodia aureicentra var. albifusca met<br />
een vorm van Parodia kilianana en Parodia muhrii met een wit bedoornde<br />
soort R 755, respektievelijk P 156, een soort die tot nu toe nog niet beschreven<br />
werd. Door de geringe verwantschapsgraad echter is hier geen hybridisering<br />
te vrezen, zelfs wanneer de bloeitijden elkaar gedeeltelijk mochten<br />
overlappen.<br />
De soorten en variëteiten van de Parodia aureicentra-vovmengroep zijn op<br />
hun standplaatsen nog overvloedig, dikwijls massaal voorhanden. Wegens<br />
hun bonte en wilde bedoorning worden ze echter in toenemende mate afgehakt<br />
en uitgevoerd. De op dit ogenblik nog onuitputtelijk lijkende gebieden<br />
worden daardoor bedreigd en het valt te vrezen dat zij binnen afzienbare tijd<br />
geheel kaal geplunderd zullen zijn. Dit is dubbel erg, temeer daar de importplanten,<br />
en dan vooral de oudere planten, wegens het ontbreken van de hoofdwortels<br />
zeer lastig in kuituur te krijgen zijn. Ze bewortelen steeds onvoldoende<br />
en de krachtige, bonte bedoorning wordt merkbaar zwakker. Daarom is<br />
het zeker aan te raden om over schakelen naar zaailingen, die helaas maar al<br />
te zelden worden aangeboden.<br />
Alleen in de eerste 2-3 jaar na de uitzaai zijn de plantjes enigszins lastig in<br />
kuituur. In een mineraal substraat echter en met een stikstofarme voeding<br />
groeien hard gekweekte planten probleemloos. Met enig geduld en op een<br />
heldere standplaats gezet zullen ze echter snel uitgroeien tot pronkstukken<br />
die weldra tot de bijzondere lievelingen in de verzameling zullen behoren.<br />
Literatuur:<br />
Backeberg C. (1942): Stachlige Wildnis: 255 Neumann Verlag Radebeul & Berlin<br />
Backeberg C. (1966): Das Kakteenlexikon: 3 3 9 Gustav Fischer Verlag Stuttgart<br />
Ritter F. (1980): Kakteen in Südamerika: 4 2 2 Selbstverlag Spangenberg<br />
Alle foto's: Piltz<br />
An der Krahenheide 11, D-1000 Berlin 27, BRD<br />
Vertaald met toestemming van de schrijver door W. Verheulpen, Irisstr. 3, 1640 St Genesius Rode, België<br />
B raziliaan se M e lo ca ctu sse n met een H U -num m er (V)<br />
GEERT EERKENS<br />
HU 258<br />
Een enigszins cylindervormig groeiende plant met korte bruinachtige bedoorning,<br />
die niet beschreven is. Zij is beslist niet identiek met HU 258A<br />
zoals wel eens gedacht wordt. De groeiplaats is ten westen van Jacobina,<br />
vandaar de provisorische naam M. jacobinensis.<br />
HU 258A<br />
Melocactus acispinosus Buin. & Bred. beschreven in Krainz, Die Kakteen,<br />
aflevering 1. VII. 1975. Een kleinblijvende plant met naaldvormige, bijna<br />
zwarte bedoorning. Typisch is ook de buikvormige verdikking van de bloem<br />
rond de nektarkamer.<br />
191