Roots Vogelmagazine 1 - Voorjaar 2021
In Vogelmagazine 1 - Voorjaar 2021 vind je onder meer: Hotspots voor de mooiste vogelsoorten in het Lauwersmeer, met kaart beste plekken - Kraaien: hoe hou je ze uit elkaar? - Dagboek van een steltkluut gezin - Leren vogelen met een ervaren gids - Vogels kijken volgens de natuurkalender - Het bizar uitgebreide imitatie repertoire van de gekraagde roodstaart - Interview met documentairemaker Merel Westrik - Alles over kleurvariaties - De beste pocket kijkers van dit moment - De nieuwste vogelboeken en gadgets - Agenda met vogelweekends en festival. En nog veel meer...
In Vogelmagazine 1 - Voorjaar 2021 vind je onder meer: Hotspots voor de mooiste vogelsoorten in het Lauwersmeer, met kaart beste plekken - Kraaien: hoe hou je ze uit elkaar? - Dagboek van een steltkluut gezin - Leren vogelen met een ervaren gids - Vogels kijken volgens de natuurkalender - Het bizar uitgebreide imitatie repertoire van de gekraagde roodstaart - Interview met documentairemaker Merel Westrik - Alles over kleurvariaties - De beste pocket kijkers van dit moment - De nieuwste vogelboeken en gadgets - Agenda met vogelweekends en festival. En nog veel meer...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
THOMAS HARBIG/NIS
VOORJAARS-
Kijken volgens de natuurkalender
VERSCHIJNSELEN
TJIFTJAF.
Elk jaar begint vanaf half maart de ultieme uitdaging voor veel vogelaars
en andere natuurliefhebbers: wie vindt de eerste van een soort? Zulk speurwerk geeft
niet alleen een kick, het helpt onze kennis van het klimaat ook een handje.
TEKST PAUL BÖHRE FOTO’S ISTOCK E.A.
Elk jaar in maart fiets ik regelmatig
een rondje langs plekken waarvan
ik weet dat de kans groot is dat ik er
de eerste tjiftjaf van het jaar kan zien.
Wélke van die plekken de meeste kans
op succes biedt, is altijd even gokken.
Kriskras rij ik door mijn woonplaats
Schoorl en passeer groenstroken en
parkjes en rij door de duinen met hoge
bomen, de oren gespitst op elk geluid.
Soms hoor en zie ik dagenlang niets,
maar dan opeens is daar het overbekende,
eindeloos herhaalde ‘tjif-tjaftjif-tjaf’,
op twee toonhoogten.
Dichter bij gekomen zoek ik de boomtoppen
af naar dit vrij kleine zangvogeltje,
want ik wil die eerste ook even
zien. Het is een soort bijgeloof: als ik
hem vind, wordt het een goed natuurkijkjaar.
En áls ik dan dat gedrongen postuur
te zien krijg, dat lijfje met overwegend
bruine bovendelen met een groenige
zweem, van onderen witgrijs en met
donkere pootjes en snavel, dan is het
natuurlijk feest.
Onrustig fladdert de tjiftjaf tussen de
takken door, waarbij hij zo nu en dan
stilstaat in de lucht (‘bidt’) om insecten
te vangen. Vlak voordat hij opnieuw
zingt, laat hij enkele snorrende tonen
horen: ‘brrrrr brrrrr’, een extra geluidje
dat hij vooral in het vroege voorjaar
laat horen. De eerste tjiftjaf kan weer
op de jaarlijst gezet worden. Het voorjaar
is begonnen. Heerlijk!
Fenologie: de natuurkalender
Natuurlijke processen, zoals de bloei
van bloemen, bladval en de start van
de vogeltrek, vinden elk jaar in min of
meer vaststaande perioden plaats.
Deze gegevens worden jaar in, jaar uit
trouw bijgehouden door tal van natuurminnaars.
Een spannende bezigheid,
want natuurlijke processen worden
beïnvloed door temperatuur, neerslag
en aantal zonuren. Door het klimaat
dus, en dat dit de laatste decen nia
drastisch verandert, is inmiddels wel
wetenschappelijk bewezen. Des te
belangrijker is het om bij te houden
welke natuurgebeurtenissen zich
wanneer voordoen. Dat wordt ook wel
fenologie genoemd, ofwel de ‘leer van
het verband tussen de periodieke
verschijnselen van de levende natuur
en de jaarlijkse periodieke schommelingen
van de meteorologische elementen,
leer van de invloed van klimaat
en bodem op de groei van planten en
dieren’ (aldus de Van Dale). Simpel
samengevat kun je ook spreken van:
de natuurkalender.
Eerste waarnemingen
Het is dus voor onze kennis van
de klimaatverandering heel relevant
dat ‘eerste waarnemingen’ goed
worden bijgehouden. En dat gebeurt
gelukkig ook: iedere natuurliefhebber
die iets met statistiek heeft, noteert
jaarlijks trouw de eerste waarneming
van een soort in het nieuwe jaar in zijn
of haar opschrijfboekje. Sterker nog:
elke zichzelf respecterende natuurclub,
van IVN-afdeling of vogelwerkgroep
tot landelijke organisaties zoals De
Vlinderstichting, heeft er een speciale
fenologiewerkgroep voor opgericht.
Met daaraan gekoppeld zelfs wedstrijden
waarin de hoofdprijs prestige is:
wie ontdekt de eerste zingende tjiftjaf
of bloeiend maarts viooltje. Onder
vogelaars is tegen het einde van april
de standaardvraag: “Heb jij de eerste
gierzwaluw al?” Niet alleen omdat het
een kick is als je die leuke vogel weer
voor het eerst hoort en ziet boven
de stad, maar ook omdat dat betekent
dat de zomer dichterbij komt. Een
echte vogelaar krijgt er kippenvel van. >
GIERZWALUW.
24 VOGELMAGAZINE
WWW. MAGAZINE.NL 25