You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Toelichting<br />
geeft steeds een andere strijker de solorol.<br />
Ook wisselt ze passages waarin ze het hele<br />
pianokwintet laat spelen af met stukken<br />
waarin alleen de strijkers te horen zijn, of de<br />
piano en een <strong>van</strong> de strijkers. Soms laat ze<br />
strijkers parallel lopen, waarna een <strong>van</strong> hen<br />
uit het gelid breekt en een eigen weg gaat<br />
bewandelen.<br />
Na een bedachtzaam en duister klinkend<br />
Lento heeft het tweede deel aan<strong>van</strong>kelijk een<br />
kordaat karakter, alsof ze de teugels eens flink<br />
aangetrokken heeft. Maar in de laatste maten<br />
keert ze terug naar een Lento. Het Allegro<br />
energico, dat net zo lang is als de eerste twee<br />
korte delen samen, is een energieke dans met<br />
de piano als aanstichter. Net als in het tweede<br />
deel eindigt ze in de laatste maten bij het<br />
tempo waarmee ze de compositie begon.<br />
Reinbert de Leeuw<br />
Etude voor strijkkwartet<br />
<strong>De</strong> Etude voor strijkkwartet die Reinbert de<br />
Leeuw voor het Schönberg Quartet schreef,<br />
is een <strong>van</strong> de weinige composities die hij<br />
op zijn naam schreef. Het is een obscuur<br />
werk, dat sinds de première in 1986 mogelijk<br />
slechts een handvol keren is uitgevoerd.<br />
In een interview met Frits <strong>van</strong> der Waa (in de<br />
Volkskrant <strong>van</strong> 2 mei 1986) vertelt <strong>De</strong> Leeuw<br />
enigszins geringschattend over het werk.<br />
‘Wat er verder ook <strong>van</strong> gevonden wordt, ik<br />
ken geen partituur voor strijkkwartet die<br />
er zo eigenaardig uitziet. Het heet Etude<br />
en dat is precies wat het is. Het stuk is<br />
opgedragen aan altviolist Henk Guittart,<br />
uit waardering voor wat hij al die jaren voor<br />
het Schönberg <strong>Ensemble</strong> gedaan heeft.<br />
Maar ik heb er meteen bij gezegd: als jullie<br />
geen trek hebben om daar zoveel repetities<br />
aan te besteden, want het is een tamelijk<br />
onmenselijke opgave om het te spelen, vind<br />
ik het ook best, dan blijft het liggen. Het kan<br />
me absoluut niet schelen.’ Om er later aan toe<br />
te voegen: ‘Als het zo sterk is dat ik iets te<br />
vertellen heb, dan merk ik het wel.’ Grootste<br />
struikelblokken bij het componeren vond<br />
<strong>De</strong> Leeuw dat hij steeds meer kennis kreeg<br />
<strong>van</strong> de muziekgeschiedenis en dat hij het<br />
moeilijk vond om zijn compositiepraktijk te<br />
combineren met zijn activiteiten als dirigent.<br />
Hij vergelijkt de ritmiek <strong>van</strong> de Etude met de<br />
stijl <strong>van</strong> componeren die Louis Andriessen<br />
bezigde en die geldt als kenmerk <strong>van</strong> de<br />
Haagse School. <strong>De</strong> akkoorden die hij de drie<br />
hoogste strijkers laat spelen lijken aan<strong>van</strong>kelijk<br />
op geluiden <strong>van</strong> een speelgoedaccordeon die<br />
opengetrokken en weer dichtgeduwd wordt.<br />
Daar laat hij de cello tegenin bewegen, terwijl<br />
hij doorlopend de maatsoort wisselt, in snelle<br />
opeenvolging <strong>van</strong> 3/4 naar 3/8 naar 5/8 naar<br />
3/4 naar 7/8, en zo door tot halverwege. Op dat<br />
punt vindt er een omslag plaats. <strong>De</strong> strijkers<br />
gaan lange noten produceren, waarbij steeds<br />
een <strong>van</strong> hen pizzicato speelt en dat doorgeeft<br />
naar de volgende. Vanaf dat punt ook blijft de<br />
maatsoort grotendeels constant. <strong>De</strong> musici<br />
moeten telkens wisselen <strong>van</strong> techniek. <strong>De</strong><br />
Leeuw heeft plotse veranderingen in volume<br />
ingebouwd. <strong>De</strong> benaming Etude is wat dat<br />
betreft goed gekozen.<br />
5