Abstract Zwangerschapsintentie in relatie tot maternale en neonatale uitkomsten bij vrouwen met versus zonder psychiatrische diagnoses Noralie N. Schonewille, arts-onderzoeker afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Inleiding Studies hebben bij vrouwen met psychiatrische stoornissen nadelige uitkomsten geïdentificeerd voor moeders en pasgeborenen. Ook is beschreven dat psychiatrische stoornissen een verhoogd risico vormen voor onbedoelde zwangerschappen, welke negatieve gevolgen kunnen hebben op de bevallingsuitkomsten. Ons onderzoek vergelijkt de incidentie van onbedoelde zwangerschappen bij vrouwen met en zonder psychiatrische diagnosen in het verleden of heden, en onderzoekt of psychiatrische diagnosen de relatie tussen bevallingsuitkomsten bij vrouwen met en zonder onbedoelde zwangerschap beïnvloeden. Methode Een retrospectief cohort werd samengesteld van vrouwen die zijn bevallen in OLVG. Vrouwen van ≥18 jaar met eenlingzwangerschappen en bevalregistraties in Epic tussen 1 januari 2015 en 1 <strong>maart</strong> 2020 werden opgenomen. Patiëntkenmerken (inclusief zwangerschapsintentie en psychiatrische voorgeschiedenis), maternale (zwangerschapsdiabetes, bevallingswijze) en neonatale uitkomsten (zoals zwangerschapsduur, geboortegewicht en Apgar-scores) werden geregistreerd in ziekenhuisdossiers. De incidentie van onbedoelde zwangerschappen werd vergeleken tussen vrouwen met en zonder psychiatrische diagnose. Maternale en neonatale uitkomsten werden vergeleken tussen vrouwen met en zonder onbedoelde zwangerschappen met behulp van lineaire of logistische regressiemodellen, gecorrigeerd voor relevante verstorende factoren met een interactieterm voor onbedoelde zwangerschappen met psychiatrische diagnosen. Resultaten We hebben 1219 vrouwen met en 1093 vrouwen zonder psychiatrische diagnose geïncludeerd. Psychiatrische diagnosen waren significant geassocieerd met onbedoelde zwangerschap na correctie voor verstorende factoren (39,0% vs. 29,6%, OR 1,56, CI 1,23–2,00, p < 0,001). In subanalyses hadden vrouwen met een depressieve stoornis (OR 1,67, CI 1,24–2,26, p = 0,001), een persoonlijkheidsstoornis (OR 2,64, CI 1,38–5,11, p = 0,004) en stoornis in het gebruik van middelen (OR 4,29, CI 1,90–10,03, p = 0,001) een hogere kans op onbedoelde zwangerschap in vergelijking met vrouwen zonder psychiatrische diagnose. Bij vrouwen met onbedoelde zwangerschap bleek dat een psychiatrische diagnose de maternale of neonatale uitkomsten niet veranderde, behalve voor zwangerschapsduur. Het bleek dat vrouwen met zowel onbedoelde zwangerschap als psychiatrische diagnosen een gemiddelde zwangerschapsduur hadden die 2,21 dagen langer was dan die van vrouwen in de referentiegroep (p-waarde interactie = 0,001). Conclusie Psychiatrische diagnosen zijn geassocieerd met een hogere kans op onbedoelde zwangerschap. In onze steekproef waren maternale en neonatale uitkomsten vergelijkbaar voor vrouwen met en zonder onbedoelde zwangerschap, en deze resultaten waren vergelijkbaar voor vrouwen met en zonder psychiatrische diagnosen, behalve voor de zwangerschapsduur. Hoewel ons onderzoek gelimiteerd werd door verschillende factoren, hadden vrouwen met psychiatrische diagnosen, ongeacht hun zwangerschapsintentie, niet meer ongunstige maternale of zwangerschapsuitkomsten. Er is psycho-educatie nodig en gesprekken over zwangerschapsplanning en onbedoelde zwangerschap voor vrouwen met psychiatrische diagnosen. Originele artikel: Schonewille, N. N., N. H. Jonkman, A. A. M. W. van Kempen, M. G. van Pampus, O. A. van den Heuvel and B. F. P. Broekman (2023). “Pregnancy intention in relation to maternal and neonatal outcomes in women with versus without psychiatric diagnoses.” - Acta Psychiatr Scand. Email: n.n.schonewille@olvg.nl. WETENSCHAP@OLVG • 8
Kwartet onderzoekers Hoe is het om onderzoek te doen in OLVG? Vier onderzoekers vertellen erover. WETENSCHAP@OLVG • 9