onderzoek leefbaarheid in dorpen en steden[1].pdf - Informatie- en ...

Uit de tabel blijkt ook dat de gemiddelde woningwaarde tussen de verschillende wijken/ buurten
nogal verschilt van stad tot stad. Hoe verder van de Randstad, hoe goedkoper de woningen.
Ook het gemiddelde inkomen per inwoner kan variëren. Op een paar uitzonderingen na,
is het percentage huurwoningen in alle wijken relatief hoog. Het percentage huishoudens
met een laag inkomen is vrijwel altijd meer dan 50%, terwijl het percentage niet-actieven ook
relatief hoog is waarbij wel verschillen optreden. Het aandeel uitkeringsontvangers > 1 jaar
ligt overal boven de 70%.
Opvallend is dat de absolute scores op de indicatoren geen grote verschillen laten zien tussen
de Friese aandachtswijken en enkele aandachtswijken buiten Fryslân. Wel is het aandeel
niet-actieven in de Friese wijken gemiddeld lager dan in de andere wijken. Daarnaast is
de gemiddelde woningwaarde in de Friese wijken gemiddeld wat lager dan in de andere wijken,
maar dit heeft vooral te maken met de lagere huizenprijzen in Fryslân t.o.v. het landelijke
gemiddelde.
Dit duidt er op dat de sociaaleconomische achterstanden in deze Friese wijken/ buurten niet
wezenlijk verschillen van de achterstanden in de landelijke krachtwijken. De uitgangssituatie
is redelijk vergelijkbaar. De 40 landelijke krachtwijken hebben hoge totaalscores doordat in
het landelijke onderzoek van ABF-research daarnaast is gekeken naar leefbaarheids- en
fysieke problemen zoals criminaliteit, vernielingen, overlast en verloedering e.d. Het zijn
vooral deze uitingen van probleemgedrag die de scherpte van de problematiek in deze wijken
naar voren brengen en die de landelijke aandacht daarop gevestigd hebben.
Een nadere analyse hiervan is echter wel op z’n plaats, waarbij op lokaal niveau wat nauwkeuriger
wordt gekeken naar eventuele probleemsituaties in de Friese wijken/ buurten met
de grootste achterstanden. De vergelijking met de gemeentelijke opgaven als onderdeel van
de quick scan in paragraaf VI, heeft daarvoor al een goede aanzet gegeven.
In het volgende hoofdstuk wordt nog vergeleken met de resultaten van de Leefbaarometer
die recentelijk door het Ministerie van VROM is gepresenteerd en is ontwikkeld door de onderzoeksbureaus
Rigo Research en Advies BV en de Stichting Atlas voor gemeenten.
19