03.05.2013 Views

Taalmodellen Fries - Informatie- en Kennispunt Fryslân

Taalmodellen Fries - Informatie- en Kennispunt Fryslân

Taalmodellen Fries - Informatie- en Kennispunt Fryslân

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

alig, twatalich, voorschoolse<br />

, peuter, pjut, taalmodell<strong>en</strong>,<br />

, prate, Nederlands, Nederlânsk,<br />

n, ôfspraak, sam<strong>en</strong>werking,<br />

laitsje, tweetalig, twatalich,<br />

Opvoed<strong>en</strong> tot tweetaligheid<br />

<strong>Taalmodell<strong>en</strong></strong> <strong>Fries</strong><br />

ing, opfieding, peuter, pjut, taal-<br />

g, sprek<strong>en</strong>, prate, Nederlands,<br />

int, afsprak<strong>en</strong>, ôfspraak, sam<strong>en</strong>-<br />

e, lach<strong>en</strong>, laitsje, tweetalig, twa-<br />

pvoeding, opfieding, peuter,<br />

arlochting, sprek<strong>en</strong>, prate,<br />

in de voorschoolse periode<br />

stichting Partoer<br />

Instituut voor zorg <strong>en</strong> welzijn


Verantwoording notitie fries in de voorschoolse periode<br />

1. Uitgangspunt<br />

Verbinding realiser<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de initiatiev<strong>en</strong>, pedagogische visies <strong>en</strong><br />

activiteit<strong>en</strong> middels e<strong>en</strong> onderbouwde notitie gericht op het stimuler<strong>en</strong> van <strong>Fries</strong> in de<br />

voorschoolse periode.<br />

2. Doelstelling<br />

Het realiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gerichte systematische beleidsmatige aanpak waarin partij<strong>en</strong><br />

met gebundelde kracht<strong>en</strong> de wet<strong>en</strong>schappelijke onderbouwing, de ontwikkeling <strong>en</strong><br />

uitwerking van dit onderwerp voor de specifieke <strong>Fries</strong>e situatie kunn<strong>en</strong> optimaliser<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> versnell<strong>en</strong>.<br />

3. Kader van de notitie<br />

De notitie biedt naast overzicht van de relevante theorieën over meertaligheid e<strong>en</strong><br />

voorstel voor het introducer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> drietal modell<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong>:<br />

a. E<strong>en</strong> friestalig programma<br />

b. E<strong>en</strong> tweetalig programma: Nederlands <strong>en</strong> <strong>Fries</strong><br />

c. E<strong>en</strong> nederlandstalig programma<br />

In deze modell<strong>en</strong> zijn naar mijn m<strong>en</strong>ing drie zak<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel, namelijk:<br />

• Het organiser<strong>en</strong> van de taalscheiding.<br />

• Het introducer<strong>en</strong> van <strong>Fries</strong> als instructietaal in e<strong>en</strong> educatieve omgeving.<br />

• Het organiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> longitudinaal educatief aanbod.<br />

Taalscheiding<br />

Het organiser<strong>en</strong> van de taalscheiding <strong>Fries</strong>-Nederlands is e<strong>en</strong> belangrijk aandachtspunt.<br />

Bij het ler<strong>en</strong> van taal in voor jonge kinder<strong>en</strong> vere<strong>en</strong>voudigt e<strong>en</strong> duidelijke taalscheiding<br />

het ler<strong>en</strong> van de taal. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt verondersteld dat het verschil tuss<strong>en</strong> de friese <strong>en</strong><br />

Nederlandse taal zo klein is, dat er e<strong>en</strong> groot risico is voor het m<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van deze tal<strong>en</strong> bij<br />

het aanler<strong>en</strong> hiervan. Dat pleit er voor deze taalscheiding bewust te organiser<strong>en</strong>. In de<br />

notitie is ervoor gekoz<strong>en</strong> om vanuit het perspectief van het jonge kind de taalscheiding<br />

op twee manier<strong>en</strong> te organiser<strong>en</strong>, namelijk:<br />

a. Taalscheiding naar plaats. Thuis sprek<strong>en</strong> de ouders Nederlands; in de groep in het<br />

kinderc<strong>en</strong>trum wordt <strong>Fries</strong> gesprok<strong>en</strong>.<br />

b. Taal volgt persoon: De vader spreekt Nederlands; de moeder <strong>Fries</strong>. De leidster<br />

spreekt <strong>Fries</strong>; de moeder <strong>en</strong>/of vader Nederlands. Leidster 1 spreekt <strong>Fries</strong>; leidster 2<br />

spreekt Nederlands. De leidster spreekt <strong>Fries</strong>; de begeleidster Nederlands.<br />

<strong>Fries</strong> als instructietaal<br />

Daarnaast wordt via het model aandacht gevraagd voor het actief gebruik van het <strong>Fries</strong><br />

als instructietaal in e<strong>en</strong> educatieve omgeving. E<strong>en</strong> taal leer je vooral door er actief mee<br />

te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dat pleit ervoor die taal niet alle<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong> boek in e<strong>en</strong><br />

geïsoleerd lesje aan te bied<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> omgeving te creër<strong>en</strong>, waarin veel <strong>en</strong> actief met<br />

de taal geoef<strong>en</strong>d kan word<strong>en</strong>. Ik sluit daarvoor aan bij de praktijk<strong>en</strong> in andere land<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verwijs tev<strong>en</strong>s naar Cummins, die internationaal als e<strong>en</strong> expert op dit terrein wordt<br />

erk<strong>en</strong>d. Cummins heeft veel aandacht besteed aan het organiser<strong>en</strong> van taalaanbod in<br />

e<strong>en</strong> educatieve omgeving om tot e<strong>en</strong> optimale tweetaligheid te kom<strong>en</strong> aan het eind van<br />

de schoolse periode.<br />

Langetermijn doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<br />

De taalmodell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de evaluaties van modell<strong>en</strong> die ik internationaal vond, hebb<strong>en</strong> dan<br />

ook allemaal e<strong>en</strong> langdurig karakter. Dat wil zegg<strong>en</strong>: ze beginn<strong>en</strong> op de leeftijd vanaf<br />

circa 4 jaar <strong>en</strong> gaan door tot in ons voortgezet onderwijs. Er wordt gekek<strong>en</strong> naar de<br />

effect<strong>en</strong> van het introducer<strong>en</strong> van T2 of juist het eerst naar vor<strong>en</strong> hal<strong>en</strong> van<br />

minderheidstaal T1 op het eindniveau dat door de jeugdig<strong>en</strong> wordt bereikt.<br />

1


4. Valkuil<strong>en</strong><br />

Isoler<strong>en</strong> taaldoel<strong>en</strong> van pedagogische doel<strong>en</strong><br />

Met Cummins <strong>en</strong> als orthopedagoog waarschuw ik voor het isoler<strong>en</strong> van de aandacht<br />

voor taal van de pedagogische bedding, waarin dat plaats moet vind<strong>en</strong>. Zie hiervoor de<br />

randvoorwaard<strong>en</strong> in de notitie. De notitie is bedoeld als aanvulling op het pedagogische<br />

programma in voorschoolse kinderc<strong>en</strong>tra, dit wil zegg<strong>en</strong> als aanvulling op het<br />

gehanteerde pedagogisch beleid <strong>en</strong> de gehanteerde didactische werkwijz<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goed<br />

hanter<strong>en</strong> van de taalscheiding in e<strong>en</strong> slecht pedagogisch klimaat zal uiteraard minder<br />

gew<strong>en</strong>ste taaleffect<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, dan e<strong>en</strong> goed hanter<strong>en</strong> van de taalscheiding in e<strong>en</strong> goed<br />

pedagogisch klimaat <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoog niveau van taalstimulering. Taalaanbod <strong>en</strong><br />

pedagogische aanpak vorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> soort siamese tweeling. Ze vrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aparte<br />

b<strong>en</strong>adering, maar kunn<strong>en</strong> niet los van elkaar gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

<strong>Fries</strong> als instructietaal in de voorschoolse periode<br />

In de voorschoolse periode hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> van 0-4 jaar. Deze<br />

kinder<strong>en</strong> zijn nog erg taalgevoelig <strong>en</strong> de meeste kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> gemakkelijk <strong>en</strong> heel<br />

natuurlijk meerdere tal<strong>en</strong> tegelijkertijd. Bij jonge kinder<strong>en</strong> is de non-verbale taal nog<br />

dominant. We zi<strong>en</strong> dat bijvoorbeeld goed in e<strong>en</strong> crèche in het asielzoekersc<strong>en</strong>trum, waar<br />

kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> grote diversiteit aan tal<strong>en</strong> in staat blijk<strong>en</strong> te zijn tot ‘gewoon’<br />

sam<strong>en</strong>spel. We veronderstell<strong>en</strong> daarom dat jonge kinder<strong>en</strong> niet gauw ‘last’ hebb<strong>en</strong> van<br />

‘hun’ eig<strong>en</strong> taal <strong>en</strong> snel e<strong>en</strong> tweede taal kunn<strong>en</strong> verstaan <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. De valkuil is<br />

dat we deze aanleg bij de meeste kinder<strong>en</strong>, gaan beschouw<strong>en</strong> als algeme<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>d.<br />

Daarnaast vraag ik aandacht voor e<strong>en</strong> organisatorisch probleem. Het is niet goed<br />

mogelijk om heel jonge kinder<strong>en</strong> als ‘groep’ aan te sprek<strong>en</strong>. De meeste ‘instructie’ vindt<br />

plaats op individueel niveau of op het niveau van kleine subgroepjes. Dat heeft gevolg<strong>en</strong><br />

voor het organiser<strong>en</strong> van de taalscheiding. De modell<strong>en</strong> die voor het onderwijs zijn<br />

bedacht lijk<strong>en</strong> niet goed te pass<strong>en</strong> in voorschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die moet<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> met<br />

kinder<strong>en</strong> onder de 4 jaar. Door in ons beleid ook goed rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de<br />

verschill<strong>en</strong>de cognitieve beperking<strong>en</strong> van heel jonge kinder<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> nieuwe<br />

groep ‘schooluitvallers’ voorkom<strong>en</strong>.<br />

Pedagogische kwaliteit <strong>en</strong> (landelijke) ontwikkeling<strong>en</strong> in relatie tot de leidsters<br />

De kwaliteit van de pedagogische omgeving <strong>en</strong> de int<strong>en</strong>siteit van taalstimulering<br />

hierbinn<strong>en</strong> is sterk afhankelijk van de beleidsmatige context waarin het taalaanbod vorm<br />

krijgt.<br />

We hebb<strong>en</strong> het dan over:<br />

• De keuze van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het ambiti<strong>en</strong>iveau voor de professionalisering van<br />

peuterspeelzal<strong>en</strong> <strong>en</strong> de daarop gebaseerde facilitering van de lokale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

• De mate waarin landelijk kwaliteitseis<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontwikkeld, geformuleerd <strong>en</strong> toezicht<br />

hierop wordt geregeld.<br />

• CAO’s met afsprak<strong>en</strong> over (minimale) opleiding van de beroepskracht<strong>en</strong>.<br />

• Opleiding<strong>en</strong>, de afgesprok<strong>en</strong> eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wijze waarop de beroepsvoorbereiding<br />

wordt vormgegev<strong>en</strong>.<br />

• Beleid van <strong>en</strong> ruimte binn<strong>en</strong> maatschappelijke organisaties om middel<strong>en</strong> in te zett<strong>en</strong><br />

op personeelsbeleid.<br />

Praktisch gezi<strong>en</strong> zijn er landelijk nog ge<strong>en</strong> wettelijke kwaliteitseis<strong>en</strong> gesteld voor<br />

peuterspeelzal<strong>en</strong>. Ook de kwaliteitseis<strong>en</strong> voor kinderdagverblijv<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> vooral via<br />

afsprak<strong>en</strong> in de sector kinderopvang tot stand. Wel zijn landelijk dus kwaliteitskaders <strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> aanwezig die iets zegg<strong>en</strong> over wat van deze kinderc<strong>en</strong>tra verwacht kan<br />

word<strong>en</strong>. Er zijn ook system<strong>en</strong> voor toetsing afgesprok<strong>en</strong>. Onder invloed van de aandacht<br />

voor Voor- <strong>en</strong> Vroegschoolse Educatie werk<strong>en</strong> veel geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nu aan professionalisering<br />

van het peuterspeelzaalwerk.<br />

2


Deze geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> op advies van het VNG aan bij de landelijk aangereikte kaders voor<br />

deze sector. Aandacht voor het verder ontwikkel<strong>en</strong> van taalstimulering in de voorschoolse<br />

periode, vraagt aansluiting bij ontwikkeling<strong>en</strong> die op het gebied van professionalisering<br />

peuterspeelzaalwerk breed word<strong>en</strong> ingezet. Sluit<strong>en</strong> we hierbij niet aan, dan neger<strong>en</strong> we e<strong>en</strong><br />

deel van de omgevingsfactor<strong>en</strong> die van invloed zijn op het resultaat dat we will<strong>en</strong> hal<strong>en</strong>. We<br />

lop<strong>en</strong> dan het risico dat de verantwoordelijkheid voor het slag<strong>en</strong> of fal<strong>en</strong> van onze<br />

beleidsmatige inzet in de praktijk gedrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoord moet gaan word<strong>en</strong> door die <strong>en</strong>e<br />

leidster, die met alle inzet voor haar kinder<strong>en</strong>, met <strong>en</strong>thousiasme het <strong>Fries</strong> e<strong>en</strong> plek wil<br />

gev<strong>en</strong> in de taalomgeving van het kind.<br />

Aanbeveling<strong>en</strong><br />

1. Het uitwerk<strong>en</strong> van twee modell<strong>en</strong> voor taalscheiding in concrete praktische handvatt<strong>en</strong><br />

voor taalstimulering binn<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de pedagogische kwaliteitsniveaus in<br />

kinderc<strong>en</strong>tra. Het betreft het friestalige model <strong>en</strong> het tweetalige model. Het is van belang<br />

dat de na te strev<strong>en</strong> niveaus van kwaliteit op de werkvloer aansluit<strong>en</strong> bij de ambities voor<br />

professionalisering die landelijk zijn uitgewerkt. Voor peuterspeelzal<strong>en</strong> geldt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

dat daar geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hun facilitering van voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> daar op (zull<strong>en</strong>) baser<strong>en</strong>.<br />

2. Het verbeter<strong>en</strong> van de onderbouwing van <strong>en</strong> de inhoudelijke sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de<br />

verschill<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> die op het gebied van voorschoolse taalstimulering – in het<br />

bijzonder het stimuler<strong>en</strong> van de friese taal – in de praktijk nu plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

Leeuward<strong>en</strong>, 11 februari 2005<br />

Mevrouw B. Bijlsma<br />

adviseur stichting Partoer<br />

3


NOTITIE<br />

TAALMODELLEN FRIES<br />

Opvoed<strong>en</strong> tot tweetaligheid in de voorschoolse periode<br />

4


Leeuward<strong>en</strong>, december 2004<br />

Mevrouw B. Bijlsma<br />

Stichting Partoer<br />

Postbus 298<br />

8901 BB LEEUWARDEN<br />

Telefoon: (058) 234 85 00<br />

E-mail: bbijlsma@partoer.nl<br />

Ontwerp omslag: Sein<strong>en</strong> & Van Leeuw<strong>en</strong>, Leeuward<strong>en</strong><br />

5


Inhoudsopgave pagina<br />

Hoofdstuk 1 7<br />

Het belang van e<strong>en</strong> bewust taalaanbod <strong>en</strong> tweetaligheid<br />

Hoofdstuk 2 11<br />

Opgroei<strong>en</strong> in tweetalig <strong>Fryslân</strong>: de voor- <strong>en</strong> vroegschoolse periode<br />

Hoofdstuk 3 21<br />

Drie didactische modell<strong>en</strong> in de voorschoolse periode<br />

A. Het Nederlandstalig programma<br />

B. Het <strong>Fries</strong>talig programma<br />

C. Het tweetalige programma<br />

Hoofdstuk 4 33<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

Aanbeveling<strong>en</strong><br />

1. Definitielijst<br />

2. Concretisering planning taalaanbod<br />

3. Voorbeeld<strong>en</strong> dagprogramma in kinderdagverblijf <strong>en</strong><br />

peuterspeelzaal<br />

4. Afbeelding<strong>en</strong> taalgebruik in <strong>Fries</strong>land<br />

Geraadpleegde literatuur<br />

6


Voorwoord<br />

Doel van deze notitie is het stimuler<strong>en</strong> van taalbeleid in de voor- <strong>en</strong> vroegschoolse<br />

periode. Wij hop<strong>en</strong> dat deze notitie kan leid<strong>en</strong> tot:<br />

1. Het verbred<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>nis over de taalontwikkeling van jonge kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

meertalige situatie.<br />

2. Het vergrot<strong>en</strong> van de motivatie van ouders, voor- <strong>en</strong> vroegschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

beleidsmakers in Fryslan om bewust aandacht te bested<strong>en</strong> aan de taalontwikkeling<br />

van jonge kinder<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het <strong>Fries</strong> in het bijzonder.<br />

3. Het bewust implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van didactische taalmodell<strong>en</strong> in voor- <strong>en</strong> vroegschoolse<br />

voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, ter ondersteuning van e<strong>en</strong> tweetalige opvoeding van kinder<strong>en</strong> in<br />

<strong>Fryslân</strong>.<br />

4. Het initiër<strong>en</strong>, faciliter<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> van gericht onderzoek naar de effect<strong>en</strong> van<br />

deze modell<strong>en</strong> op de taalontwikkeling van jonge kinder<strong>en</strong>, zodat we beter in staat<br />

zijn e<strong>en</strong> bij onze specifieke situatie pass<strong>en</strong>d beleid te ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>.<br />

We moet<strong>en</strong> voor taalbeleid in <strong>Fryslân</strong> terugvall<strong>en</strong> op internationaal onderzoek <strong>en</strong> dat<br />

vertal<strong>en</strong> naar onze situatie. Dat is echter niet altijd mogelijk, omdat onze situatie op<br />

bepaalde aspect<strong>en</strong> afwijkt. Zo kunn<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van de aanpak in Ierland 1 niet<br />

voorspell<strong>en</strong> hoe de taalontwikkeling van jonge kinder<strong>en</strong> er met e<strong>en</strong>zelfde aanpak hier<br />

uit zal zi<strong>en</strong>. Allereerst is het verschil tuss<strong>en</strong> het Engels <strong>en</strong> Iers groter dan tuss<strong>en</strong> het<br />

<strong>Fries</strong> <strong>en</strong> het Nederlands. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de taalomgeving in <strong>en</strong> om het kinderc<strong>en</strong>trum<br />

niet per definitie gelijk.<br />

Met onderzoeksresultat<strong>en</strong> uit onze eig<strong>en</strong> situatie kunn<strong>en</strong> wij bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> optimaal<br />

lokaal, regionaal, landelijk onderwijs- <strong>en</strong> taalbeleid. We gev<strong>en</strong> ouders daarmee feit<strong>en</strong> in<br />

hand<strong>en</strong> op basis waarvan zij beter onderbouwd keuzes kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> bijdrage lever<strong>en</strong> aan de internationale k<strong>en</strong>nisvorming over de<br />

ontwikkeling van jonge kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> meertalige situatie.<br />

In het uit te voer<strong>en</strong> onderzoek zal niet alle<strong>en</strong> aandacht moet<strong>en</strong> zijn voor de<br />

taalontwikkeling van kinder<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de programma’s, maar ook voor sociaalemotionele<br />

aspect<strong>en</strong>. Er is namelijk ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel wet<strong>en</strong>schappelijk resultaat voor hand<strong>en</strong><br />

dat laat zi<strong>en</strong> in hoeverre e<strong>en</strong> bepaald taalprogramma (bijv. e<strong>en</strong> <strong>Fries</strong>talig programma, of<br />

e<strong>en</strong> tweetalig programma waarbij één leidster altijd <strong>Fries</strong> teg<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> spreekt, <strong>en</strong><br />

de andere leidster altijd Nederlands) het welbevind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kind in de voorschoolse<br />

instelling beïnvloedt. Theoretisch beschouwd zou opvang in e<strong>en</strong> “andere taal” de<br />

communicatie tuss<strong>en</strong> leidster <strong>en</strong> kind kunn<strong>en</strong> belemmer<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarmee van invloed<br />

kunn<strong>en</strong> zijn op het wel of niet “thuis voel<strong>en</strong>” van het kind. Deze theoretische<br />

mogelijkheid hebb<strong>en</strong> we ook b<strong>en</strong>oemd in de gepres<strong>en</strong>teerde didactische modell<strong>en</strong>. In de<br />

praktijk wordt dit door instelling<strong>en</strong> die werk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> taalprogramma echter niet of<br />

nauwelijks herk<strong>en</strong>d. Aan de andere kant zijn het juist deze sociaal-emotionele aspect<strong>en</strong><br />

die andere instelling<strong>en</strong> do<strong>en</strong> afzi<strong>en</strong> van het kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> duidelijk didactisch model.<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek op dit terrein zal van grote waarde zijn voor de<br />

voorschoolse instelling<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong> voor het bepal<strong>en</strong> van hun taalbeleid.<br />

Deze notitie zal word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> met verteg<strong>en</strong>woordigers van overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn bij taalbeleid voor deze leeftijdsgroep.<br />

1 Hickey, T.(2001). Early Immersion Education in Ireland: Na Naíonraí. Institiúid Teangeolaíochta Éireann,<br />

1997. Dublin.<br />

8


Bij voldo<strong>en</strong>de draagvlak voor deze notitie zoud<strong>en</strong> wij graag met de betrokk<strong>en</strong> partners<br />

e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk gedrag<strong>en</strong> project start<strong>en</strong> met als elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />

A. Voorlichting aan ouders over taalontwikkeling in de meertalige situatie in <strong>Fryslân</strong> <strong>en</strong><br />

de keuzemogelijkhed<strong>en</strong> op het gebied van taalstimulering in de voor- <strong>en</strong><br />

vroegschoolse periode in <strong>Fryslân</strong>.<br />

B. Voorlichting over de mogelijke didactische modell<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van het stimuler<strong>en</strong><br />

van tweetaligheid in voor- <strong>en</strong> vroegschoolse periode aan voorschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> ondersteuning van de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de implem<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> evaluatie van deze<br />

modell<strong>en</strong>.<br />

C. Longitudinaal onderzoek in sam<strong>en</strong>werking met onder andere de Fryske Akademy<br />

naar de effect<strong>en</strong> van deze modell<strong>en</strong> op de taalontwikkeling van jonge kinder<strong>en</strong>.<br />

D. Het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> van nascholingstraject<strong>en</strong> voor t<strong>en</strong>minste die<br />

beroepskracht<strong>en</strong> die werk<strong>en</strong> met deze leeftijdsgroep.<br />

E. Het realiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> integraal taalbeleid voor t<strong>en</strong>minste de voor- <strong>en</strong> vroegschoolse<br />

periode, waar e<strong>en</strong> taal- <strong>en</strong> spraakprotocol onderdeel van uitmaakt.<br />

Ter onderbouwing van e<strong>en</strong> dergelijk project wordt in het eerste hoofdstuk het belang<br />

verwoord van tweetaligheid in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> het <strong>Fries</strong> in het bijzonder. In het tweede<br />

hoofdstuk wordt uitleg gegev<strong>en</strong> over aspect<strong>en</strong> van taalontwikkeling in e<strong>en</strong> meertalige<br />

situatie. Daarbij word<strong>en</strong> onderzoeksgegev<strong>en</strong>s uit <strong>Fryslân</strong> die betrekking hebb<strong>en</strong> op de<br />

voorschoolse periode uiteraard meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Op basis van deze k<strong>en</strong>nis word<strong>en</strong> in het<br />

derde hoofdstuk e<strong>en</strong> drietal didactische modell<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd voor de voorschoolse<br />

periode. In het vierde <strong>en</strong> laatste hoofdstuk wordt e<strong>en</strong> aantal aanbeveling<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.<br />

Deze zijn gericht op het realiser<strong>en</strong> van randvoorwaard<strong>en</strong> die nodig zijn om e<strong>en</strong> dergelijk<br />

project over de hele provincie he<strong>en</strong> succesvol te kunn<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong>.<br />

Aan het tot stand kom<strong>en</strong> van deze notitie hebb<strong>en</strong> meerdere person<strong>en</strong> bijgedrag<strong>en</strong>.<br />

Verteg<strong>en</strong>woordigers van de Stifting Frysktalige Berne-opfang <strong>en</strong> de Fryske Akademy<br />

hebb<strong>en</strong> kritisch meegelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> inhoudelijke suggesties gedaan. Wij will<strong>en</strong> langs deze<br />

weg ieder bedank<strong>en</strong> voor het kritisch meelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gev<strong>en</strong> van reacties, die ons in<br />

staat steld<strong>en</strong> zorgvuldig na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de gangbare visies, mogelijkhed<strong>en</strong>, gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>ties van het voorgestelde taalbeleid.<br />

In het bijzonder onze dank aan Jehannes Ytsma van de Fryske Akademy, voor de<br />

steun<strong>en</strong>de <strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong>de manier waarop hij gedur<strong>en</strong>de het tot stand kom<strong>en</strong> van deze<br />

notitie aanwezig was.<br />

Leeuward<strong>en</strong>, december 2004<br />

Mevrouw B. Bijlsma<br />

adviseur stichting Partoer<br />

9


Hoofdstuk 1<br />

Het belang van e<strong>en</strong> bewust taalaanbod <strong>en</strong> tweetaligheid<br />

De belangstelling voor taalontwikkeling in de voorschoolse periode is erg toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In<br />

<strong>Fryslân</strong> wordt dit veroorzaakt door twee parallelle ontwikkeling<strong>en</strong>. Enerzijds is vanuit de<br />

BANS-accoord<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> het onderwijsachterstand<strong>en</strong>beleid e<strong>en</strong> impuls gegev<strong>en</strong> voor extra<br />

aandacht voor voor- <strong>en</strong> vroegschoolse educatie. E<strong>en</strong> belangrijk onderdeel daarvan is het<br />

tijdig signaler<strong>en</strong> van taalachterstand <strong>en</strong> het beschikbaar stell<strong>en</strong> van educatieve method<strong>en</strong><br />

voor het bestrijd<strong>en</strong> hiervan. Anderzijds is er vanuit provinciaal beleid meer aandacht voor<br />

de positie van <strong>Fries</strong> als minderheidstaal in <strong>Fryslân</strong> 3 . Deze aandacht wordt gevoed vanuit<br />

het Europese Handvest voor de Regionale Tal<strong>en</strong> of Tal<strong>en</strong> van Minderhed<strong>en</strong>. De positie van<br />

het <strong>Fries</strong> is e<strong>en</strong> bijzondere. Het <strong>Fries</strong> is e<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>de minderheidstaal. Vanuit het Europese<br />

Handvest voor de Regionale Tal<strong>en</strong> of Tal<strong>en</strong> van Minderhed<strong>en</strong> zijn specifieke recht<strong>en</strong><br />

verbond<strong>en</strong> aan het gebruik van het <strong>Fries</strong> in deze provincie. Burgers, lokale overhed<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

organisaties moet<strong>en</strong> de mogelijkheid krijg<strong>en</strong> zich in het <strong>Fries</strong> uit te drukk<strong>en</strong>. Deze recht<strong>en</strong><br />

geld<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s alle<strong>en</strong> in de provincie <strong>Fryslân</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> provincie zijn verschill<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> in het gebruik van het <strong>Fries</strong>. <strong>Fries</strong> wordt vaker in<br />

plattelandsgebied<strong>en</strong> als voertaal gebruikt, dan in de sted<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn er -net als in<br />

het Nederlands- verschill<strong>en</strong>de uitingsvorm<strong>en</strong> van het <strong>Fries</strong>. Variant<strong>en</strong> zijn het ‘Kleifries’,<br />

het ‘Woudfries’ <strong>en</strong> het <strong>Fries</strong> in de Zuidwesthoek. Daarnaast bestaan nog m<strong>en</strong>gvorm<strong>en</strong> van<br />

het <strong>Fries</strong> met het Nederlands, het zog<strong>en</strong>aamde Stadsfries.<br />

In de Stellingwerv<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> andere taal gesprok<strong>en</strong>, het Stellingwerfs. Dit is e<strong>en</strong> variant<br />

van het Saksisch, e<strong>en</strong> streektaal. Alhoewel de positie van het Stellingwerfs nog niet gelijk<br />

is aan het <strong>Fries</strong>, wordt er door de Stellingwervers wel hard aan gewerkt dit te bereik<strong>en</strong>.<br />

Het Europese Handvest heeft e<strong>en</strong> aantal bepaling<strong>en</strong> vastgelegd met betrekking tot<br />

‘preschool education’. Letterlijk vertaald betek<strong>en</strong>t dit ‘voorschoolse educatie’.<br />

Internationaal wordt de term ‘preschool’ gebruikt voor de fase die vooraf gaat aan de<br />

introductie van het formele ler<strong>en</strong>. Het formele ler<strong>en</strong> op school start in de meeste Europese<br />

land<strong>en</strong> rond het zesde lev<strong>en</strong>sjaar. Coulon 4 geeft aan dat hiermee wordt gedoeld op<br />

voorschoolse kinderopvang. In Nederland kom<strong>en</strong> voor deze voorschoolse periode echter<br />

meerdere voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in beeld, te wet<strong>en</strong>: de dagopvangvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

(kinderdagverblijf, gastouderopvang), de peuterspeelzal<strong>en</strong>, de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met speciale<br />

zorg (Medisch Kleuterdagverblijf, Kinderdagc<strong>en</strong>tra, REC’s) <strong>en</strong> de eerste twee groep<strong>en</strong> van<br />

het gewone basisonderwijs. Voor e<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>d beleid hebb<strong>en</strong> we zo te mak<strong>en</strong> met de<br />

ministeries VWS, SoZaWe <strong>en</strong> Oc<strong>en</strong>W.<br />

Het Handvest stelt dat ‘onderwijsinstelling<strong>en</strong>’ verplicht zijn ‘e<strong>en</strong> aanmerkelijk deel van het<br />

- aan het onderwijs op school voorafgaande - onderricht, te bied<strong>en</strong> in het <strong>Fries</strong>. Zoals<br />

blijkt uit de hierbov<strong>en</strong> geschetste situatie kan de vertaling van de in het Handvest<br />

gebruikte term ‘preschool’ naar het Nederlandse ‘voorschools’ gemakkelijk leid<strong>en</strong> tot<br />

problem<strong>en</strong> bij de interpretatie van gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> bedoeling<strong>en</strong>. In Nederland wordt voor de<br />

term ‘preschool’ teg<strong>en</strong>woordig de term VVE gebruikt, te wet<strong>en</strong>: Voor- <strong>en</strong> Vroegschoolse<br />

Educatie. E<strong>en</strong> term die het voorbereid<strong>en</strong>de ler<strong>en</strong> in groep 1 <strong>en</strong> 2 van de basisschool in zich<br />

sluit.<br />

2<br />

Bestuurs Accoord<strong>en</strong> Nieuw Stijl (1999): betreft afsprak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de overhed<strong>en</strong>, onder andere gericht op<br />

afstemming <strong>en</strong> meer sam<strong>en</strong>hang in jeugdbeleid.<br />

3 BFTK – Bestjoersôfspraak Fryske Taal <strong>en</strong> Kultuer 2001-2010, 2001.<br />

4 Pjuttepraat, <strong>Fries</strong>taligheid in peuterspeelzal<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinderdagverblijv<strong>en</strong>. Economisch Bureau Coulon, 2000.<br />

7


Dit laat onverlet dat de int<strong>en</strong>tie vanuit het Handvest duidelijk is:<br />

Ouders di<strong>en</strong><strong>en</strong> de mogelijkheid te krijg<strong>en</strong> jonge kinder<strong>en</strong> in voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

voorafgaand aan het formele ler<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> opvang<strong>en</strong> in de zich nog<br />

ontwikkel<strong>en</strong>de moedertaal, in <strong>Fryslân</strong> in ieder geval zowel het <strong>Fries</strong> als het<br />

Nederlands.<br />

Deze int<strong>en</strong>tie wordt ook uitgesprok<strong>en</strong> in de nota ‘De natuurlijke plaats van het <strong>Fries</strong>, Nota<br />

taalbeleid Provincie <strong>Fryslân</strong> 2003-2007’. ’Het taalbeleid is er op gericht m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> tegemoet<br />

te kom<strong>en</strong> in het gebruik van hun eig<strong>en</strong> taal (p.11)’.<br />

In de peuterspeelzal<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinderdagverblijv<strong>en</strong> gaat het vooral om het vergrot<strong>en</strong> van de<br />

kwantiteit <strong>en</strong> de kwaliteit van het aanbod in de <strong>Fries</strong>talige <strong>en</strong> tweetalige c<strong>en</strong>tra (p.18).<br />

Vanuit het perspectief zorg stelt de Provincie: ‘Juist in situaties waarin m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

afhankelijke situatie verker<strong>en</strong>, mag er ge<strong>en</strong> onduidelijkheid bestaan over het goede recht<br />

het <strong>Fries</strong> te kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>’ (p.15). Het behoeft ge<strong>en</strong> toelichting dat jeugdig<strong>en</strong> per<br />

definitie in e<strong>en</strong> afhankelijkheidsrelatie staan. Vanuit deze gedachte zijn de Recht<strong>en</strong> van<br />

het Kind opgesteld. Deze Recht<strong>en</strong> zijn door Nederland ondertek<strong>en</strong>d. Jeugdig<strong>en</strong> die door<br />

ouders in e<strong>en</strong> opvangsituatie zijn geplaatst, zoud<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong> in principe dus de<br />

mogelijkheid moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong> taal te word<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong>.<br />

De bov<strong>en</strong>staande argum<strong>en</strong>tatie is vooral e<strong>en</strong> def<strong>en</strong>sieve, e<strong>en</strong> positionering van e<strong>en</strong><br />

minderheidstaal vanuit de verkreg<strong>en</strong> recht<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> positiever argum<strong>en</strong>tatie voor het belang<br />

van e<strong>en</strong> tweetalige opvoeding in <strong>Fryslân</strong>, kan word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> vanuit het<br />

opvoedingsperspectief in <strong>Fryslân</strong> zelf. Tweetalige kinder<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> te<br />

hebb<strong>en</strong> waardoor ze meer gericht zijn op de betek<strong>en</strong>is van taaluiting<strong>en</strong>, dan op<br />

fonologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van taal. Daardoor kunn<strong>en</strong> ze gemakkelijker e<strong>en</strong> nieuwe taal<br />

aanler<strong>en</strong>. Uit internationaal onderzoek is geblek<strong>en</strong> dat het bied<strong>en</strong> van onderwijs in de<br />

minderheidstaal in de voorschoolse periode ge<strong>en</strong> nadelige gevolg<strong>en</strong> hoeft te hebb<strong>en</strong> voor<br />

het verwerv<strong>en</strong> van de meerderheidstaal, <strong>en</strong> daaraan verbond<strong>en</strong>, het schoolsucces. De<br />

<strong>Fries</strong>e jeugd di<strong>en</strong>t de kans te krijg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> positieve houding te ontwikkel<strong>en</strong> naar beide<br />

tal<strong>en</strong> <strong>en</strong> om ev<strong>en</strong>wichtig tweetalig te word<strong>en</strong>. Dit kan door vooral het gebruik van het<br />

<strong>Fries</strong> als minderheidstaal al op jonge leeftijd te stimuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ontwikkeling van<br />

tweetaligheid als leerlijn in het basisonderwijs serieus te nem<strong>en</strong>. De kans dat zij ook<br />

kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van, <strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan de typisch <strong>Fries</strong>e culturele uiting<strong>en</strong>, zoals<br />

literatuur, zang <strong>en</strong> toneel wordt daarmee groter. Het vergrot<strong>en</strong> van de kwantiteit van<br />

de tweetalige-, <strong>en</strong> friestalige voorschoolse educatie kan word<strong>en</strong> bereikt middels het actief<br />

implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bewust taalbeleid in voorschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Het vergrot<strong>en</strong><br />

van de kwaliteit van het aanbod in de voorschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, zal vooral gericht<br />

moet<strong>en</strong> zijn op het vergrot<strong>en</strong> van de didactische kwaliteit van het taalaanbod in deze<br />

kinderc<strong>en</strong>tra.<br />

In de praktijk betek<strong>en</strong>t dit dus vooral de noodzaak van taalbeleid voor alle <strong>Fries</strong>e<br />

kinderc<strong>en</strong>tra. Op dit mom<strong>en</strong>t zijn het de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die formeel invloed kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

op de kwaliteit, door in hun vergunning<strong>en</strong> voor de kinderdagopvang <strong>en</strong> peuterspeelzal<strong>en</strong><br />

(aanvull<strong>en</strong>de) kwaliteitseis<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>. Voor de kinderdagopvang, gastouderopvang <strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong>schoolse opvang geldt dat, naast de geme<strong>en</strong>telijke vergunning, e<strong>en</strong> Algem<strong>en</strong>e<br />

Maatregel van Bestuur van kracht is, waarin door het Rijk kwaliteitseis<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld.<br />

Dit zijn de ‘Tijdelijke Kwaliteitsregels Kinderopvang’. Er ligt e<strong>en</strong> wetsvoorstel ‘Wet<br />

Basisvoorzi<strong>en</strong>ing Kinderopvang’. De invoering van deze wet is vertraagd. De bedoeling is<br />

nu deze wet te lat<strong>en</strong> ingaan per januari 2005. In het huidige wetsvoorstel 5 staat: ”Daar<br />

waar naast de Nederlandse taal, de <strong>Fries</strong>e taal of e<strong>en</strong> streektaal in lev<strong>en</strong>d gebruik is, kan<br />

de <strong>Fries</strong>e taal of de streektaal mede als voertaal word<strong>en</strong> gebruikt”. Wanneer deze wet is<br />

ingevoerd, zull<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> directe invloed meer hebb<strong>en</strong> op de kwaliteitsregels<br />

in de kinderdagopvang.<br />

5 Tweede nota van wijziging WBK d.d. 21 november 2003.<br />

8


E<strong>en</strong> aantal kwaliteitsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zal tot 2007 via e<strong>en</strong> Algem<strong>en</strong>e Maatregel van bestuur<br />

word<strong>en</strong> vastgesteld. Het toezicht op de naleving van deze kwaliteitseis<strong>en</strong> wordt op<br />

uniforme wijze uitgevoerd door de GGD. Er wordt naar gestreefd de kwaliteit daarna<br />

vooral via e<strong>en</strong> stelsel van zelfregulering te regel<strong>en</strong> 6 . Bij zelfregulering kan gedacht word<strong>en</strong><br />

aan het door de branche zelf ontwikkelde kwaliteitsstelsel met HKZ-certificering.<br />

Taalbeleid raakt de kwaliteit van procesk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> de interactie tuss<strong>en</strong> de<br />

beroepskracht<strong>en</strong>, de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de fysieke omgeving.<br />

Naast het Europese Handvest hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met het Landelijke Beleidskader<br />

Onderwijsachterstand<strong>en</strong>beleid 7 . De VVE-regeling is hier inmiddels in opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zodat wij<br />

die niet apart besprek<strong>en</strong>. Int<strong>en</strong>tie van het GOA-beleid is jeugdig<strong>en</strong> die risico’s lop<strong>en</strong> op<br />

onderwijsachterstand extra kans<strong>en</strong> te bied<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijk aandachtspunt van het GOAbeleid<br />

is de ontwikkeling van de Nederlandse taal. Dit vanuit de constatering uit onderzoek<br />

dat e<strong>en</strong> taalachterstand in het Nederlands bij de start van het formele ler<strong>en</strong>, de kans op<br />

achterstand in het onderwijs aanzi<strong>en</strong>lijk vergroot. Het GOA-beleid wil kinder<strong>en</strong> uit<br />

risicogroep<strong>en</strong> op taalachterstand Nederlands <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vastgestelde<br />

taalachterstand dan ook extra aandacht gev<strong>en</strong> middels het aanbied<strong>en</strong> van voor- <strong>en</strong><br />

vroegschoolse taalstimuler<strong>en</strong>de programma’s. Hierbij is gekoz<strong>en</strong> voor de method<strong>en</strong><br />

‘Kaleidoscoop’ <strong>en</strong> vooral ‘Piramide’, in combinatie met scre<strong>en</strong><strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> in het kader van<br />

de Wet Collectieve Prev<strong>en</strong>tie Volksgezondheid (WCPV). Deze tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> method<strong>en</strong> richt<strong>en</strong><br />

zich slechts op de ontwikkeling van de Nederlandse taal. E<strong>en</strong> andere optie zou moet<strong>en</strong> zijn<br />

<strong>Fryslân</strong> in de geleg<strong>en</strong>heid te stell<strong>en</strong> het <strong>Fries</strong> in de voorschoolse periode te versterk<strong>en</strong>,<br />

alvor<strong>en</strong>s het Nederlands als instructietaal te introducer<strong>en</strong>. Ook ontbreekt het nog aan<br />

scre<strong>en</strong>ingsmethod<strong>en</strong> voor het detecter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taalachterstand in het <strong>Fries</strong>. De huidige<br />

landelijk uitgewerkte regeling botst met de int<strong>en</strong>tie in het eerder g<strong>en</strong>oemde Handvest.<br />

<strong>Fryslân</strong> biedt het Rijk uitstek<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> voor het opbouw<strong>en</strong> van expertise op het<br />

gebied van meertaligheid in relatie tot onderwijs. Het Rijk zou deze situatie beter kunn<strong>en</strong><br />

b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> dan nu het geval is.<br />

Vanuit het landelijk onderwijsbeleid is tot nu toe weinig gerichte aandacht geweest voor de<br />

specifieke situatie in het meertalige <strong>Fryslân</strong> <strong>en</strong> de relatie tuss<strong>en</strong> taalontwikkeling van<br />

kinder<strong>en</strong> hier <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> schoolsucces anderzijds 8 . Landelijk onderwijsachterstandsbeleid<br />

richt zich vooral op de problematiek rond allochton<strong>en</strong> 9 <strong>en</strong> ouders met weinig<br />

opleiding in het algeme<strong>en</strong>. In de Provinciale nota: ’De natuurlijke plaats van het <strong>Fries</strong>’,<br />

vind<strong>en</strong> we al wel aandacht voor de noodzaak te zorg<strong>en</strong> voor <strong>Fries</strong>talig materiaal in onze<br />

voor- <strong>en</strong> vroegschoolse kinderc<strong>en</strong>tra <strong>en</strong> voor het onderzoek<strong>en</strong> van de taalontwikkeling van<br />

jonge kinder<strong>en</strong> (p.18/21). Uit het VVE-beleid, <strong>en</strong> daarmee de nadruk op implem<strong>en</strong>tatie<br />

van het programma ‘Piramide’ in <strong>Fryslân</strong>, blijkt dat landelijk- <strong>en</strong> provinciaal beleid op de<br />

lokale werkvloer niet altijd met elkaar spor<strong>en</strong>.<br />

Hierbov<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd die het realiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> provinciaal<br />

taalbeleid, waar ieder tevred<strong>en</strong> mee is, bemoeilijk<strong>en</strong>. Het doel van deze notitie is e<strong>en</strong><br />

voorstel te do<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> provinciaal kader voor taalbeleid in voor- <strong>en</strong> vroegschoolse<br />

voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, met het acc<strong>en</strong>t op de leeftijd 0-4 jaar. Het gegev<strong>en</strong> voorschoolse kader<br />

moet gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als onderdeel van e<strong>en</strong> programmatische b<strong>en</strong>adering van<br />

taalstimulering dat zonder onderbreking doorloopt tot <strong>en</strong> met het beroepsonderwijs, zoals<br />

dat beschrev<strong>en</strong> is in het “Plan fan Oanpak Frysk yn it Underwiis”. Hieronder wordt<br />

verwoord waarom de voorgestelde aanpak zo belangrijk wordt gevond<strong>en</strong>.<br />

6 Derde nota van wijziging WBK d.d. 6 februari 2004.<br />

7 LBK-GOA, 2002-2005. Ministerie van Onderwijs, Cultuur <strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

8 Zie ook Toon, jrg 6, no. 2 februari 2003: ’De kans<strong>en</strong> van taalondersteun<strong>en</strong>d onderwijs’. p.26<br />

9 Onder allochtoon wordt hier verstaan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> andere etnische groep, met e<strong>en</strong> andere cultuur <strong>en</strong>/of uit<br />

e<strong>en</strong> ander land, die hun eig<strong>en</strong> taal/tal<strong>en</strong> <strong>en</strong> culturele regels thuis actief in de communicatie met hun kinder<strong>en</strong><br />

gebruik<strong>en</strong>. De g<strong>en</strong>eratie na overkomst waartoe deze person<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> of hun formele nationaliteit is hier niet<br />

relevant.<br />

9


Het is vanzelfsprek<strong>en</strong>d dat iedere<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong> het Nederlands leert sprek<strong>en</strong>. Het is<br />

daarnaast w<strong>en</strong>selijk dat iedere<strong>en</strong> die hier woont t<strong>en</strong>minste het <strong>Fries</strong> verstaat of leert<br />

verstaan, maar liever ook in staat is het te sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Het is belangrijk<br />

dat overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beroepsgroep<strong>en</strong> in onderwijs <strong>en</strong> zorg in staat zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ook concreet<br />

de geleg<strong>en</strong>heid te bied<strong>en</strong> zich in zowel <strong>Fries</strong> als Nederlands te uit<strong>en</strong>. Beheersing van het<br />

<strong>Fries</strong> stelt de burgers beter in staat deelg<strong>en</strong>oot te zijn van de <strong>Fries</strong>e cultuur. Het biedt<br />

jeugdig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> breder beroepsperspectief in de eig<strong>en</strong> provincie.<br />

In principe betek<strong>en</strong>t dit dat ook van gezagsdragers op bepaalde post<strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste wordt<br />

verwacht dat zij het <strong>Fries</strong> ler<strong>en</strong> verstaan <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>.<br />

Kortom voor het volwaardig participer<strong>en</strong> in de <strong>Fries</strong>e sam<strong>en</strong>leving is actieve beheersing<br />

van zowel het <strong>Fries</strong> als het Nederlands e<strong>en</strong> belangrijk opvoedingsperspectief.<br />

Met het stimuler<strong>en</strong> van didactisch verantwoorde taalmodell<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong> meerjarige<br />

ontwikkelingslijn tweetaligheid, will<strong>en</strong> wij bereik<strong>en</strong> dat we toegroei<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> situatie<br />

waarin alle jeugdig<strong>en</strong> in <strong>Fries</strong>talige gebied<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong>, bij het verlat<strong>en</strong> van het<br />

basisonderwijs, optimaal tweetalig zijn, dit wil zegg<strong>en</strong> het <strong>Fries</strong> <strong>en</strong> het Nederlands in de<br />

dagelijkse situatie actief kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. Jeugdig<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> in het onderwijs de kans<br />

moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> zowel het <strong>Fries</strong> als Nederlands te ler<strong>en</strong> verstaan, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong>.<br />

In het derde hoofdstuk van deze notitie wordt e<strong>en</strong> drietal didactische taalmodell<strong>en</strong> voor de<br />

voorschoolse periode beschrev<strong>en</strong>. Per model zal word<strong>en</strong> uitgewerkt welke effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

verwacht van het model, <strong>en</strong> welke randvoorwaard<strong>en</strong> nodig zijn om deze effect<strong>en</strong> te<br />

bereik<strong>en</strong>. Op grond van de te verwacht<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> conclusies word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong><br />

over de doelgroep waarvoor de modell<strong>en</strong> geschikt zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn. De in de modell<strong>en</strong><br />

besprok<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> zijn gebaseerd op k<strong>en</strong>nis over taalontwikkeling <strong>en</strong> visies op taalbeleid,<br />

zoals in het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk aan de orde kom<strong>en</strong>.<br />

10


Hoofdstuk 2<br />

Opgroei<strong>en</strong> in tweetalig <strong>Fryslân</strong>: de voor- <strong>en</strong> vroegschoolse periode<br />

Voor het kiez<strong>en</strong> van didactische modell<strong>en</strong> speelt de visie op de gevolg<strong>en</strong> van<br />

‘taaldominantie’ e<strong>en</strong> rol. Daarom zull<strong>en</strong> we aandacht moet<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> aan de specifieke<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de taalomgeving in onze provincie <strong>en</strong> de invloed die dit heeft op de<br />

taalontwikkeling van onze kinder<strong>en</strong>. Over de leeftijdsgroep 0-4 jaar zijn op dit mom<strong>en</strong>t<br />

ge<strong>en</strong> feitelijke gegev<strong>en</strong>s specifiek voor de <strong>Fries</strong>e situatie beschikbaar. Daar waar<br />

uitsprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedaan over deze leeftijdsgroep, berust<strong>en</strong> deze uitsprak<strong>en</strong> vooral op<br />

veronderstelling<strong>en</strong> op basis van de ons ter beschikking staande theorieën, <strong>en</strong> informatie<br />

ontle<strong>en</strong>d aan internationaal onderzoek.<br />

<strong>Fryslân</strong> heeft circa 32.450 kinder<strong>en</strong> in de leeftijd van 0 t/m 3 jaar 9a9 . De inschatting is dat<br />

circa 60% van deze kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> peuterspeelzaal of kinderdagverblijf bezoek<strong>en</strong>.<br />

De ontwikkeling van kinder<strong>en</strong> in de leeftijd van 0-4 jaar verloopt in verhouding tot oudere<br />

kinder<strong>en</strong> heel erg snel. Factor<strong>en</strong> in de omgeving <strong>en</strong> factor<strong>en</strong> in de biologische ontwikkeling<br />

werk<strong>en</strong> op elkaar in. Beperking<strong>en</strong> die zich in deze fase voordo<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>slang<br />

gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor het succes in e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving, die steeds hogere eis<strong>en</strong> stelt aan<br />

het functioner<strong>en</strong> van haar individuele led<strong>en</strong>. Commitm<strong>en</strong>t voor e<strong>en</strong> optimale<br />

opvoedingsomgeving vanuit e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de sector<strong>en</strong> welzijn, zorg <strong>en</strong><br />

onderwijs is dan ook vereist.<br />

Taal als onderdeel van de ontwikkeling<br />

De situatie van het jonge kind is bijzonder omdat het vanuit volledige afhankelijkheid<br />

moet groei<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> kind dat op 6-jarige leeftijd in staat <strong>en</strong> gemotiveerd<br />

is zich schoolse vaardighed<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>. De taalvaardighed<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> zich<br />

tegelijkertijd met het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> op het gebied van waarnem<strong>en</strong>,<br />

herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> herinner<strong>en</strong> van object<strong>en</strong> <strong>en</strong> (gedrags)regels om hem he<strong>en</strong>. In alle<br />

gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> situaties rondom het kind do<strong>en</strong> jonge kinder<strong>en</strong> leerervaring<strong>en</strong> op. Voor<br />

jonge kinder<strong>en</strong> is het zich geborg<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> <strong>en</strong> het spel<strong>en</strong>derwijs ontdekk<strong>en</strong> -ler<strong>en</strong>- van<br />

groot belang voor het toekomstig schoolsucces. Het verwerv<strong>en</strong> van basisveiligheid -<br />

hechting- levert de motivatie om betrokk<strong>en</strong> te will<strong>en</strong> zijn in de sam<strong>en</strong>leving. De ruimte om<br />

‘spel<strong>en</strong>derwijs’ te ler<strong>en</strong> behoudt de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> nieuwsgierigheid, exploratie <strong>en</strong> greep<br />

will<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> op hun omgeving. Al bij heel jonge baby’s is te zi<strong>en</strong> dat zij het prettig vind<strong>en</strong><br />

als hun gedrag effect heeft: zij ton<strong>en</strong> plezier <strong>en</strong> <strong>en</strong>thousiasme, herhal<strong>en</strong> het betreff<strong>en</strong>de<br />

gedrag of br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> er variaties in aan, met opnieuw grote aandacht voor de gevolg<strong>en</strong>. Het<br />

ervar<strong>en</strong> van effectiviteit van het eig<strong>en</strong> gedrag is dus e<strong>en</strong> positieve ervaring, die de<br />

compet<strong>en</strong>tiemotivatie op peil houdt of versterkt 10 . De omgeving beïnvloedt het kind, maar<br />

het kind schept in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate ook zijn eig<strong>en</strong> specifieke omgeving door de keuzes<br />

die hij maakt <strong>en</strong> de reacties die hij uitlokt.<br />

Het kind zal al jong ler<strong>en</strong> dat taaluiting<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk hulpmiddel zijn om de omgeving<br />

te beïnvloed<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs te beheers<strong>en</strong>. Het kind leert aanvankelijk de taal van de ouders.<br />

Sprek<strong>en</strong> de ouders e<strong>en</strong> andere taal dan de kinder<strong>en</strong> in de straat, dan zull<strong>en</strong> de ouders<br />

merk<strong>en</strong> dat naarmate hun kind vaker met de kinder<strong>en</strong> in de straat speelt, het kind ook de<br />

taal van die kinder<strong>en</strong> gaat sprek<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> zijn van nature gemotiveerd om de taal te<br />

ler<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> van de kinder<strong>en</strong> met wie ze will<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> 11 . De veronderstelling is dat<br />

naarmate e<strong>en</strong> kind jonger is, het e<strong>en</strong> tweede taal gemakkelijker aanleert. Dat betreft<br />

overig<strong>en</strong>s de fonologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van taal, niet het aanler<strong>en</strong> van grammatica. Verder<br />

geldt dat hoe intellig<strong>en</strong>ter het kind is, hoe gemakkelijker het zich meer tal<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> maakt.<br />

9a CBS, 2002.<br />

10<br />

Riks<strong>en</strong>-Walrav<strong>en</strong>, M. in: Harpman, A. <strong>en</strong> Tavecchio, L. (red) (1996) Opvoeding als ev<strong>en</strong>wichtskunst. Tje<strong>en</strong>k<br />

Willink, Alph<strong>en</strong> aan de Rijn, p. 137.<br />

11 Harris, J.R. (1998) The Nurture Assumption. Why Childr<strong>en</strong> turn out the way they do. Simon & Schuster, N.Y.<br />

11


De meerderheid van de kinder<strong>en</strong> in de wereld groeit op in e<strong>en</strong> situatie van meertaligheid<br />

<strong>en</strong> beheerst twee of meer tal<strong>en</strong>. De thuistaal 12 van (één van) hun ouders wijkt<br />

bijvoorbeeld af van de taal die door kinder<strong>en</strong> in de buurt wordt gesprok<strong>en</strong>, ofwel van de<br />

formele taal die in het onderwijs wordt gebruikt. Er zijn veel meertalige situaties te<br />

b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>, maar deze situatie is te complex om in dit kader kort <strong>en</strong> volledig te<br />

beschrijv<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong> levert e<strong>en</strong> meertalige situatie ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> op. Het<br />

beheers<strong>en</strong> van meerdere tal<strong>en</strong> vergroot de communicatiemogelijkhed<strong>en</strong> van het kind <strong>en</strong><br />

daarmee de toegang tot sociale contact<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis, cultuur <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schap. Tweetaligheid is<br />

zelfs gunstig voor de verstandelijke ontwikkeling als beide tal<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> goed word<strong>en</strong><br />

beheerst <strong>en</strong> als beide tal<strong>en</strong> door leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere verteg<strong>en</strong>woordigers van de<br />

sam<strong>en</strong>leving met respect word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd 13 . Kinder<strong>en</strong> die tweetalig opgroei<strong>en</strong> zijn<br />

cognitief flexibeler <strong>en</strong> zijn zich meer bewust van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van taal. In e<strong>en</strong> meertalige<br />

situatie is e<strong>en</strong> van de tal<strong>en</strong> meestal de dominante taal. Deze taal heeft meer prestige in<br />

het sociale verkeer. Het gebruik van de dominante taal is vanzelfsprek<strong>en</strong>der, is meer<br />

verspreid <strong>en</strong> wordt meer geassocieerd met succes <strong>en</strong> macht: Alle belangrijke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in<br />

die geme<strong>en</strong>schap sprek<strong>en</strong> die taal vloei<strong>en</strong>d. Uit onderzoek is geblek<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> negatieve<br />

houding t<strong>en</strong> opzichte van de niet-dominante taal <strong>en</strong> cultuur de schoolprestaties kan<br />

verminder<strong>en</strong> 14 . E<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> illustreert dit verschijnsel 15 :<br />

In dit experim<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> van ev<strong>en</strong>wichtige <strong>en</strong> vloei<strong>en</strong>d sprek<strong>en</strong>de tweetalige<br />

kinder<strong>en</strong> in beide tal<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> geluidsdrager. Deze uitsprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

verm<strong>en</strong>gd met uitsprak<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong>, zodat de id<strong>en</strong>titeit van de sprekers moeilijk te<br />

herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> is. De luisteraar wordt gevraagd de vaardigheid <strong>en</strong> aantrekkelijkheid van iedere<br />

spreker te beoordel<strong>en</strong>. Bij herhaling word<strong>en</strong> twee tr<strong>en</strong>ds zichtbaar. T<strong>en</strong> eerste krijg<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>gelstalig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere beoordeling dan anderstalig<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede luisteraars van e<strong>en</strong><br />

niet-<strong>en</strong>gelstalige culturele groep gev<strong>en</strong> <strong>en</strong>gelstalig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere beoordeling dan deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

die hun moedertaal sprek<strong>en</strong>. Feitelijk word<strong>en</strong> hier dus niet de person<strong>en</strong> zelf beoordeeld,<br />

maar word<strong>en</strong> person<strong>en</strong> beoordeeld op grond van de taal die zij sprek<strong>en</strong>.<br />

De zorg over de gevolg<strong>en</strong> van de discrepantie tuss<strong>en</strong> de moedertaal <strong>en</strong> cultuur van het<br />

kind <strong>en</strong> de taal <strong>en</strong> cultuur van het onderwijs op de ontwikkeling van het kind is<br />

wijdverbreid. Educatieve programma’s kunn<strong>en</strong> de negatieve effect<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gaan door<br />

gebruik te mak<strong>en</strong> van de moedertaal van het kind 16 . Cummins, e<strong>en</strong> internationaal erk<strong>en</strong>d<br />

expert op het gebied van tweetaligheid, geeft de voorkeur aan zog<strong>en</strong>aamde ‘additieve<br />

tweetalige educatieve programma’s’. Hij staat e<strong>en</strong> educatieve b<strong>en</strong>adering voor die de<br />

ontwikkeling in beide tal<strong>en</strong> naast elkaar stimuleert. Dit in teg<strong>en</strong>stelling tot e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering<br />

die erop gericht is de moedertaal te vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> andere (dominante) taal 17 . In de<br />

praktijk wordt het programma in twee tal<strong>en</strong> uitgevoerd. Er wordt rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met<br />

het vaardigheidsniveau van het kind in beide tal<strong>en</strong>. De te ler<strong>en</strong> taal wordt ook voor<br />

instructie <strong>en</strong> omgang met elkaar gebruikt. Hierdoor is er meer geleg<strong>en</strong>heid ook praktisch<br />

met de taal te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het taalaanbod van ge<strong>en</strong> van beide tal<strong>en</strong> wordt dus beperkt tot<br />

het gev<strong>en</strong> van ‘taallesjes’.<br />

Er is teg<strong>en</strong>woordig internationaal meer aandacht voor tweetaligheid in onderwijs <strong>en</strong><br />

programma’s die voorbereid<strong>en</strong> op het formele ler<strong>en</strong>. Zo is in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> het<br />

gebruik van de moedertaal in de groep toegestaan, maar tegelijkertijd laat m<strong>en</strong> de<br />

kinder<strong>en</strong> ook oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met de dominante taal, omdat die taal h<strong>en</strong> in staat stelt als<br />

volwass<strong>en</strong>e beter mee te kom<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving 19 .<br />

12 Ook in het gezin kunn<strong>en</strong> ouders meerdere tal<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>.<br />

13<br />

Seifert & Hoffnung (1994) Child and Adolesc<strong>en</strong>t Developm<strong>en</strong>t 3rd Edition, Boston, Ma., V.S.<br />

14<br />

Skutnabb-Kangas, 1984.<br />

16 Fillmore & Valadez ’86; Duquette, ’90.<br />

17 Cummins, J.(1998). Beyond Adversarial Discourse: Searching for Common Ground in the Education of Bilingual<br />

Stud<strong>en</strong>ts. Pres<strong>en</strong>tation to the Calofornia State Board of Education. Sacram<strong>en</strong>to, California.<br />

19 Landry & Allard, ’90; Cummins ’98.<br />

12


In voorschoolse c<strong>en</strong>tra in Ierland (de Naíonraí) kiest m<strong>en</strong> ervoor de kinder<strong>en</strong> eerst te<br />

lat<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met het Iers, voordat taalstimulering in de Engelse taal wordt gegev<strong>en</strong> 20 .<br />

Mogelijk zull<strong>en</strong> de negatieve effect<strong>en</strong> rond tweetaligheid zoals in de literatuur zijn<br />

beschrev<strong>en</strong> eerder optred<strong>en</strong> naarmate het verschil tuss<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> tal<strong>en</strong> <strong>en</strong> cultur<strong>en</strong><br />

groter is. Tegelijkertijd lijkt echter het risico voor ‘interfer<strong>en</strong>tie’ – het door elkaar lop<strong>en</strong><br />

van taalk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> uit twee tal<strong>en</strong> - groter te word<strong>en</strong>, naarmate tal<strong>en</strong> meer op elkaar<br />

lijk<strong>en</strong>. In meerdere land<strong>en</strong> in Europa wordt met educatieve meertalige modell<strong>en</strong> gewerkt.<br />

Helaas zijn nauwelijks effectgegev<strong>en</strong>s uit de vroegkinderlijke ontwikkelingsperiode<br />

voorhand<strong>en</strong>. De onduidelijkheid die op dit mom<strong>en</strong>t heerst heeft vooral te mak<strong>en</strong> met het<br />

mom<strong>en</strong>t waarop formeel met het aanbied<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tweede taal in e<strong>en</strong> taalprogramma<br />

wordt begonn<strong>en</strong>. Er zijn twee b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar. We realiser<strong>en</strong> ons dat voor heel<br />

jonge kinder<strong>en</strong> moeilijk aan te gev<strong>en</strong> is waar de scheiding tuss<strong>en</strong> beide situaties ligt. De<br />

b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> echter zo veelvuldig g<strong>en</strong>oemd, dat we ze hier niet onbesprok<strong>en</strong><br />

will<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>:<br />

a. Tal<strong>en</strong> na elkaar, dit wil zegg<strong>en</strong>: successieve taalverwerving. In deze b<strong>en</strong>adering<br />

verwerft het kind eerst T1 tot e<strong>en</strong> bepaald vaardigheidsniveau, alvor<strong>en</strong>s T2<br />

aangeleerd wordt. Verondersteld wordt dat e<strong>en</strong> stevige verankering van de moedertaal<br />

e<strong>en</strong> goede basis biedt voor het verwerv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tweede taal. Bijvoorbeeld: de<br />

instructietaal op de peuterspeelzaal <strong>en</strong> in groep 1 is in het <strong>Fries</strong>; vervolg<strong>en</strong>s wordt in<br />

groep 2 het Nederlands geïntroduceerd. De instructietijd in het Nederlands wordt<br />

vanaf groep 2 langzaam opgevoerd tot in groep 3 ev<strong>en</strong>veel instructietijd in het<br />

Nederlands <strong>en</strong> <strong>Fries</strong> wordt aangebod<strong>en</strong>. Cummins stelt dat e<strong>en</strong> stevige verankering<br />

van de moedertaal het aanler<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tweede taal vergemakkelijkt; de didactische<br />

tijd die is gebruikt in T1, zou niet t<strong>en</strong> koste gaan van het taalvaardigheidsniveau dat in<br />

T2 bereikt wordt. Het Carpinteria Preschool Program bleek het toepass<strong>en</strong> van T1<br />

(moedertaal Spaans) als instructietaal in het vroegschoolse programma het verwerv<strong>en</strong><br />

van de tweede taal (Engels) zelfs te vergemakkelijk<strong>en</strong> 21 . Hieruit is wel e<strong>en</strong>s<br />

geconcludeerd dat de moedertaalverwerving eerst plaats moet vind<strong>en</strong>, alvor<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

tweede taal wordt aangebod<strong>en</strong>. Voor deze laatste conclusie is tot op hed<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s<br />

Cummins 22 echter ge<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke onderbouwing te vind<strong>en</strong>. Leseman 23 zet<br />

kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de positieve verwachting<strong>en</strong> van dit model. Hij verwijst naar e<strong>en</strong><br />

aantal onderzoek<strong>en</strong> in Nederland <strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> naar successieve<br />

taalverwerving. Hieruit zou blijk<strong>en</strong> dat de extra inspanning die het kind moet lever<strong>en</strong><br />

voor het aanler<strong>en</strong> van communicatieve basisvaardighed<strong>en</strong> in T2, t<strong>en</strong> koste gaat van<br />

het verwerv<strong>en</strong> van schoolse vaardighed<strong>en</strong>. Dit negatieve effect zou beïnvloed kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> door structurele verschill<strong>en</strong> in T1 <strong>en</strong> T2, <strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong> in de toepassing<br />

van T1 thuis <strong>en</strong> T2 op school. Bijvoorbeeld: Hoe groter het verschil tuss<strong>en</strong> de T1 <strong>en</strong><br />

T2, hoe groter de kans op dit negatieve effect. Nederlands verschilt meer van het<br />

Somalisch dan van het Frans. Het aanler<strong>en</strong> van twee tal<strong>en</strong> met gelijkwaardige status,<br />

erk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> gelijksoortig gebruik in de sociale omgeving zou minder risico oplever<strong>en</strong><br />

dan het aanler<strong>en</strong> van tal<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de status <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d gebruik thuis<br />

<strong>en</strong> op school.<br />

b. Tal<strong>en</strong> naast elkaar, dit wil zegg<strong>en</strong>: simultane taalverwerving. In dit model verwerft<br />

het kind T1 <strong>en</strong> T2 tegelijkertijd, al in het eerste lev<strong>en</strong>sjaar. Bijvoorbeeld: in e<strong>en</strong> gezin<br />

wordt door de familieled<strong>en</strong> <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zowel <strong>Fries</strong> als Nederlands met de kinder<strong>en</strong><br />

gesprok<strong>en</strong>. Thuis wordt vanaf de geboorte Nederlands met het kind gesprok<strong>en</strong>; vanaf<br />

6 wek<strong>en</strong> op het kinderdagverblijf <strong>Fries</strong>.<br />

20<br />

Hickey, T. (2001), Early Immersion Education in Ireland: Na Naíonraí<br />

21<br />

Campos & Rosemberg: Preschool Quality, The Carpinteria Preschool Program, in: National Research Council<br />

(2001) Preschool Quality in Eager to Learn, p. 157-159.<br />

22<br />

Cummins, J. (1998). Beyond Adversial Discourse: Searching for Common Ground in the Education of Bilingual<br />

Stud<strong>en</strong>ts. University of Toronto.<br />

23<br />

Leseman, P.P.M. (2002), Early childhood education and care for childr<strong>en</strong> from low-income or minority<br />

backgrounds, OECD.<br />

13


De conclusie is dat er wet<strong>en</strong>schappelijk op het gebied van tweetaligheid nog niet veel<br />

duidelijk is. De gr<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> simultane taalverwerving <strong>en</strong> successieve taalverwerving is in<br />

de praktijk bij heel jonge kinder<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> niet strikt aan te gev<strong>en</strong>. Het is in deze<br />

situatie nog niet mogelijk voor de leeftijdsgroep 0-4 jarig<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

onderbouwde uitsprak<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> over de te verwacht<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> van didactische<br />

taalmodell<strong>en</strong> in kinderc<strong>en</strong>tra 24 .<br />

Ytsma 25 heeft de tweetaligheid van kleuters aan het begin van de basisschool <strong>en</strong><br />

vervolg<strong>en</strong>s na e<strong>en</strong> jaar basisonderwijs in <strong>Fryslân</strong> onderzocht. Hij concludeert dat jonge<br />

<strong>Fries</strong>talige kleuters meer ev<strong>en</strong>wichtig tweetalig zijn dan Nederlandstalige kleuters. De van<br />

huis uit <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> zijn weliswaar iets zwakker op het gebied van actieve<br />

woord<strong>en</strong>schat Nederlands, maar ook dit onderdeel van de taalvaardigheid gaat in het<br />

eerste schooljaar goed vooruit. Dit in teg<strong>en</strong>stelling tot de tweede taalontwikkeling van de<br />

Nederlandstalige kleuters. Ytsma verklaart deze resultat<strong>en</strong> uit de taalomgeving van het<br />

kind. Het in aanraking kom<strong>en</strong> én kunn<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met de tweede taal is belangrijk voor de<br />

taalontwikkeling. <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> op het platteland kom<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig voldo<strong>en</strong>de in<br />

aanraking met het Nederlands <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hiermee in hun omgeving <strong>en</strong> op school<br />

voldo<strong>en</strong>de oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> echter zull<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gunstige situatie wel<br />

<strong>Fries</strong> om h<strong>en</strong> he<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>, maar in de praktijk zull<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> veel minder gestimuleerd<br />

word<strong>en</strong> om zelf <strong>Fries</strong> te prat<strong>en</strong>. Daardoor krijgt de <strong>Fries</strong>e taal minder kans zich voldo<strong>en</strong>de<br />

te ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

Het is onbek<strong>en</strong>d hoeveel van deze <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> Nederlands - of tweetalig<br />

kinderc<strong>en</strong>trum hebb<strong>en</strong> bezocht. Participatie in zo’n omgeving kan immers invloed hebb<strong>en</strong><br />

gehad op de taalvaardigheid in het Nederlands aan het begin van groep 1.<br />

24<br />

Illustratie met toestemming overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> uit: Cummins J. (1981) Bilingualism and Minority language childr<strong>en</strong>.<br />

Toronto: Ontario Institute for Studies in Education.<br />

25 Ytsma, J. (1998). Tweetaligheid bij kleuters in <strong>Fries</strong>land. Fryske Akademy, Ljouwert.<br />

14


In teg<strong>en</strong>stelling tot het onderzoek van Ytsma blijk<strong>en</strong> er grote verschill<strong>en</strong> te zijn op het<br />

gebied van de Nederlandse taalvaardigheid tuss<strong>en</strong> allochtone kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong><br />

autochtone kinder<strong>en</strong> anderzijds. Bij allochtone kinder<strong>en</strong> blijft het niveau van<br />

taalbeheersing in het Nederlands bij het begin van jaargroep 3 ver achter bij dat van<br />

Nederlandse leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> 26 . Ook al lijkt de situatie van allochtone leerling<strong>en</strong> te<br />

verbeter<strong>en</strong>, bij het verlat<strong>en</strong> van het basisonderwijs is de taalachterstand van Antilliaanse,<br />

Turkse <strong>en</strong> Marokkaanse jonger<strong>en</strong> op niet-achterstandsleerling<strong>en</strong> opgelop<strong>en</strong> tot 2 jaar.<br />

Inmiddels is bek<strong>en</strong>d dat de situatie van autochtone achterstandsleerling<strong>en</strong> is verslechterd.<br />

De taalachterstand van deze leerling<strong>en</strong> op niet-achterstandsleerling<strong>en</strong> is aan het eind<br />

groep van 8 één jaar. Deze achterstand heeft gevolg<strong>en</strong> voor de instroom in het<br />

vervolgonderwijs 27 .<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de taalomgeving van jonge kinder<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong><br />

Het laatste onderzoek naar de taalomgeving in relatie tot de voorschoolse periode dateert<br />

van januari 2000 28 . In dit onderzoek vall<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> op:<br />

1. Groep<strong>en</strong> met vooral <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ongeveer ev<strong>en</strong> vaak voor als groep<strong>en</strong><br />

met vooral Nederlandstalige kinder<strong>en</strong>. De meeste groep<strong>en</strong> zijn wat taalachtergrond<br />

betreft gem<strong>en</strong>gde groep<strong>en</strong>.<br />

2. <strong>Fries</strong>taligheid komt op het platteland meer voor dan in de stedelijke gebied<strong>en</strong>. Door de<br />

spreiding van kinderc<strong>en</strong>tra komt daardoor <strong>Fries</strong>taligheid in de groep in<br />

peuterspeelzal<strong>en</strong> waarschijnlijk vaker voor dan in de kinderdagverblijv<strong>en</strong>.<br />

3. Ruim de helft van de leidsters is <strong>Fries</strong>talig, dit wil zegg<strong>en</strong> zij beschouw<strong>en</strong> het <strong>Fries</strong> als<br />

hun moedertaal. Hoe jonger de leidsters zijn, hoe minder vaak ze aangev<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

<strong>Fries</strong>talige achtergrond te hebb<strong>en</strong>.<br />

4. De meerderheid van de leidsters (89%) zegt <strong>Fries</strong> te kunn<strong>en</strong> verstaan <strong>en</strong> (80%) te<br />

kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong>. Niettemin zegt de grote meerderheid ge<strong>en</strong> formele scholing<br />

in het <strong>Fries</strong> in de zin van e<strong>en</strong> cursus of module <strong>Fries</strong> te hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.<br />

5. In het groepsprogramma wordt het <strong>Fries</strong> veel minder vaak dan het Nederlands<br />

gebruikt bij de verschill<strong>en</strong>de groepsactiviteit<strong>en</strong>. Het <strong>Fries</strong> wordt op het platteland<br />

vaker dan in de stad als voertaal bij activiteit<strong>en</strong> gebruikt. In de stedelijke gebied<strong>en</strong><br />

spreekt de groepsleiding bij groepsactiviteit<strong>en</strong> (vooral) Nederlands, op het platteland<br />

wordt meestal <strong>Fries</strong> <strong>en</strong> Nederlands naast elkaar gebruikt. De wijze waarop wordt<br />

omgegaan met de <strong>Fries</strong>e taal, kan word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> als ‘volg<strong>en</strong>d’: als de kinder<strong>en</strong><br />

<strong>Fries</strong> prat<strong>en</strong>, wordt er in beginsel ook <strong>Fries</strong> teg<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>.<br />

6. Opvang 29 van <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> taal is volg<strong>en</strong>s de instelling<strong>en</strong> voor<br />

voorschoolse opvang doorgaans altijd mogelijk, omdat er altijd wel minst<strong>en</strong>s één<br />

<strong>Fries</strong>talige leidster of vrijwilligster op de groep staat.<br />

7. Bij contact met ouders wordt minder vaak <strong>Fries</strong> gesprok<strong>en</strong> dan bij het contact met de<br />

(individuele) kinder<strong>en</strong>.<br />

8. Er is maar beperkt <strong>Fries</strong>talig materiaal aanwezig.<br />

26<br />

Verhoev<strong>en</strong> <strong>en</strong> Vermeer (1986, 1989) in Bleichrodt, N. <strong>en</strong> Van de Vijfer, F. (2001), Diagnostiek bij allochton<strong>en</strong><br />

p. 202.<br />

27<br />

De sociale staat van Nederland 2003, SCP D<strong>en</strong> Haag<br />

28<br />

Boneschansker, E. & Le Rütte, M. (2000) Pjuttepraat. <strong>Fries</strong>taligheid in peuterspeelzal<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinderdagverblijv<strong>en</strong>.<br />

Economisch Bureau Coulon. Fryske Akademy, Ljouwert/Leeuward<strong>en</strong>.<br />

29<br />

Onder opvang wordt hier verstaan het op individueel niveau communicer<strong>en</strong> met het kind om het kind in staat<br />

te stell<strong>en</strong> volwaardig mee te do<strong>en</strong> of om het kind emotioneel nabij te zijn (bijvoorbeeld troost<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong> taal<br />

na het vall<strong>en</strong>).<br />

15


9. Ge<strong>en</strong> van de in het onderzoek b<strong>en</strong>aderde instelling<strong>en</strong> voor voorschoolse opvang k<strong>en</strong>t<br />

e<strong>en</strong> expliciet taalbeleid. Alle<strong>en</strong> de peuterspeelzal<strong>en</strong> die verbond<strong>en</strong> zijn aan de Stifting<br />

Pjutteboartersplak, mak<strong>en</strong> de bewuste keuze tweetaligheid te stimuler<strong>en</strong> middels<br />

opvang in e<strong>en</strong> <strong>Fries</strong>talige groep.<br />

10. Mak<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> instructietaal 30 <strong>en</strong> opvang- 31 of omgangstaal, dan<br />

kan vastgesteld word<strong>en</strong> dat het <strong>Fries</strong> als instructietaal op de groep in verhouding tot<br />

het Nederlands heel beperkt wordt gebruikt. Het is onbek<strong>en</strong>d welke taal de kinder<strong>en</strong><br />

onderling gebruik<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong> lijkt het minder vanzelfsprek<strong>en</strong>d dat<br />

Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> in de c<strong>en</strong>tra met <strong>Fries</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dan andersom.<br />

Taalontwikkeling van kinder<strong>en</strong> 0-4 jaar<br />

Baby’s met e<strong>en</strong> normale ontwikkeling word<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> met de aanleg om te ler<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>.<br />

Voor het ler<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taal is het hor<strong>en</strong> van taal, maar vooral het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met de<br />

taal erg belangrijk. Al oef<strong>en</strong><strong>en</strong>d corrigeert het kind zichzelf <strong>en</strong> wordt de taal uitgebreid. De<br />

taal- <strong>en</strong> spraakontwikkeling is afhankelijk van veel factor<strong>en</strong> in het kind zelf <strong>en</strong> in de<br />

omgeving. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> jonge kinder<strong>en</strong> erg van elkaar, zowel in tempo als<br />

patroon van ontwikkeling 32 . Daarom is er hier voor gekoz<strong>en</strong> niet erg nadrukkelijk in te<br />

gaan op wat ‘normaal’ is <strong>en</strong> wat niet op deze leeftijd.<br />

Bij kinder<strong>en</strong> die tweetalig opgroei<strong>en</strong> is het volg<strong>en</strong>de opgevall<strong>en</strong> 33 :<br />

- De kinder<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> zeld<strong>en</strong> de klank<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>d tot verschill<strong>en</strong>de tal<strong>en</strong> door elkaar.<br />

- Kinder<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> te beginn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel taalsysteem, dat langzaam differ<strong>en</strong>tieert<br />

naar twee aparte tal<strong>en</strong>. Tweetalige kinder<strong>en</strong> in <strong>Fries</strong>e kinderc<strong>en</strong>tra gebruik<strong>en</strong> zowel<br />

Nederlandse als <strong>Fries</strong>e woord<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> zin 34 . In de voor- <strong>en</strong> vroegschoolse periode zijn<br />

de twee tal<strong>en</strong> vooral complem<strong>en</strong>tair aan elkaar. Het ‘m<strong>en</strong>g<strong>en</strong>’ van tal<strong>en</strong> in één zin bij<br />

jonge tweetalige kinder<strong>en</strong> is dus e<strong>en</strong> normaal verschijnsel dat bij de ontwikkeling<br />

hoort. Dit verschijnsel zegt niets over problem<strong>en</strong> later. Aan het eind van de voor- <strong>en</strong><br />

vroegschoolse periode ler<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> de vertaling van de meest voorkom<strong>en</strong>de<br />

woord<strong>en</strong>, maar het proces van het verwerv<strong>en</strong> van de aanvull<strong>en</strong>de woordk<strong>en</strong>nis in de<br />

twee tal<strong>en</strong> gaat nog jar<strong>en</strong> door.<br />

- Tweetalige jonge kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> het eerst grammaticale regels uit de twee tal<strong>en</strong> die op<br />

elkaar lijk<strong>en</strong> (circa 3 jaar). Naarmate het kind ouder wordt kom<strong>en</strong> daar grammaticale<br />

regels bij die specifiek zijn voor iedere taal.<br />

- Het verloop van de ontwikkeling van tweetaligheid verschilt per etnische groep sterk 35 .<br />

- Hoewel er ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele belemmering voor de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> lijkt te zijn om twee tal<strong>en</strong> te<br />

verwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de opslag ervan ge<strong>en</strong> extra belasting betek<strong>en</strong>t, komt uit bijna al het<br />

onderzoek naar de grootte van de woord<strong>en</strong>schat naar vor<strong>en</strong> dat tweetalige kinder<strong>en</strong><br />

30<br />

Instructietaal is de taal die de groepsleiding gebruikt om in het dagprogramma aanwijzing<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> aan de<br />

groep kinder<strong>en</strong>.<br />

31<br />

Opvangtaal of omgangstaal is de taal die de groepsleidster gebruikt om te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> maximale<br />

communicatie met het individuele kind <strong>en</strong> om het kind in staat te stell<strong>en</strong> zich (emotioneel) te uit<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong><br />

taal.<br />

33<br />

Seifert & Hoffnung (1994) Child and Adolesc<strong>en</strong>t Developm<strong>en</strong>t, 3rd edition, p. 300.<br />

34<br />

Sintrum Frysktalige Berne-opfang (2003) Ynformaasje oer taalbelied yn it pjuttewurk <strong>en</strong> de berne-opfang.<br />

St. Partoer <strong>en</strong> St. Pjutteboartersplak, Leeuward<strong>en</strong>.<br />

35<br />

Verhoev<strong>en</strong>, L. in : N. Bleichrodt <strong>en</strong> Fons van de Vijfer (2001). Diagnostiek bij allochton<strong>en</strong>. Swets & Zeitlinger,<br />

Lisse.<br />

16


voor elk van beide tal<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geringere woord<strong>en</strong>schat hebb<strong>en</strong> dan ééntalige kinder<strong>en</strong> in<br />

de betreff<strong>en</strong>de taal 36 . Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat tweetalige kinder<strong>en</strong><br />

de twee tal<strong>en</strong> vaak in verschill<strong>en</strong>de situaties <strong>en</strong> context<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>.<br />

Ze k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> bijvoorbeeld woord<strong>en</strong> uit het thuisdomein in de <strong>en</strong>e taal <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> uit het<br />

schooldomein in de andere taal, <strong>en</strong> daarnaast e<strong>en</strong> groot aantal woord<strong>en</strong> in beide tal<strong>en</strong>.<br />

In totaal hebb<strong>en</strong> ze waarschijnlijk ev<strong>en</strong>veel als of meer concept<strong>en</strong> dan ééntalige<br />

kinder<strong>en</strong>, maar niet voor ieder concept hebb<strong>en</strong> ze in beide tal<strong>en</strong> e<strong>en</strong> label 37 .<br />

E<strong>en</strong> abrupte overgang van T1 naar T2 in immersieprogramma’s 38 heeft ge<strong>en</strong> negatieve<br />

gevolg<strong>en</strong>, terwijl e<strong>en</strong> dergelijke overgang in submersieprogramma’s 39 doorgaans leidt<br />

tot e<strong>en</strong> gering niveau van zowel T1- als T2- vaardigheid. 40<br />

- Praktijkervaring<strong>en</strong> 41 lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat jonge kinder<strong>en</strong> met taalproblem<strong>en</strong> zich vaak<br />

helemaal niet bewust zijn van het verschil <strong>Fries</strong>/Nederlands. Ze pass<strong>en</strong> zich onbewust<br />

aan hun gesprekspartner aan. In e<strong>en</strong> gesprek met e<strong>en</strong> <strong>Fries</strong> sprek<strong>en</strong>d persoon wordt<br />

<strong>Fries</strong> gebruikt, terwijl het kind in e<strong>en</strong> gesprek met e<strong>en</strong> Nederlands sprek<strong>en</strong>d persoon<br />

Nederlands spreekt.<br />

- De Skelp signaleert dat <strong>Fries</strong>e ouders de neiging hebb<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>gelmoes<br />

<strong>Fries</strong>/Nederlands van hun kinder<strong>en</strong> over te nem<strong>en</strong>. Ze gebruik<strong>en</strong> (onbewust) dan ook<br />

Nederlandse woord<strong>en</strong> in hun <strong>Fries</strong>e zinn<strong>en</strong>, omdat ze d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat hun kind hun dan<br />

beter begrijpt <strong>en</strong> het de Nederlandse woord<strong>en</strong> beter kan uitsprek<strong>en</strong>. Andersom komt<br />

m<strong>en</strong> dat niet teg<strong>en</strong>.<br />

Bij kinder<strong>en</strong> die zich tweetalig ontwikkel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de ontwikkelingsfas<strong>en</strong><br />

onderscheid<strong>en</strong> 42 :<br />

Fase 1 (0-2 jaar): - Allerlei geluidjes mak<strong>en</strong> (circa 3 maand<strong>en</strong>).<br />

- Veel <strong>en</strong> gevarieerd brabbel<strong>en</strong>, zowel wat betreft klank als melodie.<br />

- Eén-woord zinn<strong>en</strong> ‘papa’, ‘mama’, paad = paard (ca. 1-2 jaar). De<br />

woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde volgorde ook e<strong>en</strong> relatie<br />

uitdrukk<strong>en</strong>.<br />

- Twee-woord uiting<strong>en</strong> (circa 2 jaar); woordopbouw is nog onvolledig<br />

(fieze buit<strong>en</strong> = ik wil buit<strong>en</strong> fiets<strong>en</strong>). De relatie tuss<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong><br />

wordt vooral uitgedrukt door de intonatie <strong>en</strong> de begeleid<strong>en</strong>de<br />

gebar<strong>en</strong> van het kind. Er lijkt sprake te zijn van één woord<strong>en</strong>schat,<br />

met woord<strong>en</strong> uit beide tal<strong>en</strong>.<br />

Fase 2 (2-3 jaar): - De woord<strong>en</strong>schat voor beide tal<strong>en</strong> wordt gediffer<strong>en</strong>tieerd.<br />

Kinder<strong>en</strong> gaan equival<strong>en</strong>te woord<strong>en</strong> in de twee tal<strong>en</strong> naast elkaar<br />

gebruik<strong>en</strong>.<br />

- Zinnetjes van drie tot vijf woord<strong>en</strong>. De grammaticale structuur<br />

wijkt vaak nog af van de ‘volwass<strong>en</strong>’ grammaticale structuur <strong>en</strong> is<br />

gebaseerd op e<strong>en</strong> zelf geconstrueerd grammaticaal systeem.<br />

36 Vermeer, 1991.<br />

37 L. Verhoev<strong>en</strong> in Bleichrodt & Van de Vijfer (2001) p. 203.<br />

38 Immersieprogramma’s word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt door het feit dat de kinder<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> tot de dominante groep<br />

(bijvoorbeeld Nederlanders) van wie de eig<strong>en</strong> taal (T1=Nederlands) zeer wordt gerespecteerd; ouders het<br />

programma waarin de tweede taal (T2=<strong>Fries</strong>) geleidelijk als e<strong>en</strong> tweede medium voor instructie wordt<br />

geïntroduceerd positief waarder<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve verwachting hebb<strong>en</strong> van de leerresultat<strong>en</strong> van<br />

de kinder<strong>en</strong>.<br />

39 Submersieprogramma’s zijn programma’s die word<strong>en</strong> opgezet voor kinder<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> taal sprek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage<br />

status in de omgeving (Turks), zonder dat sprake is van veel steun van ouders <strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong>. Dit wil zegg<strong>en</strong>:<br />

alle<strong>en</strong> het Nederlands wordt gebruikt in e<strong>en</strong> omgeving, die alle<strong>en</strong> aandacht besteedt aan de dominante<br />

Nederlandse cultuur; ge<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>ning van de eig<strong>en</strong> taal <strong>en</strong> cultuur is in het programma aanwezig.<br />

40 Verhoev<strong>en</strong> L., Detectie van taalachterstand, in: Bleichrodt <strong>en</strong> Van de Vijfer (2001), p. 215.<br />

41 De Skelp, school voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> communicatieve stoornis.<br />

42 Bonnema J.Th. <strong>en</strong> Kapteyn T.S. (1984) Communicatie door taal <strong>en</strong> spraak, FENAC. L. Verhoev<strong>en</strong>, Detectie van<br />

taalachterstand in: N. Bleichrodt <strong>en</strong> F. van de Vijfer (2001) Diagnostiek bij allochton<strong>en</strong>. Mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

beperking<strong>en</strong> van psychologische tests, Swets & Zeitlinger, Lisse.<br />

17


Fase 3 (3–4 jaar): - Sprek<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>voudige, <strong>en</strong>kelvoudige zinnetjes <strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

zich meer bewust van het bestaan van verschill<strong>en</strong>de<br />

grammaticaregels in de tal<strong>en</strong>. De complexiteit van de zinn<strong>en</strong> in de<br />

afzonderlijke tal<strong>en</strong> wordt op grond van impliciete k<strong>en</strong>nis sterk<br />

vergroot.<br />

Jonge kinder<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong> moet<strong>en</strong> dus nog ler<strong>en</strong> dat het taalaanbod waar zij mee in<br />

contact kom<strong>en</strong> behoort tot (twee) verschill<strong>en</strong>de taalsystem<strong>en</strong>. Hoe meer tal<strong>en</strong> op elkaar<br />

lijk<strong>en</strong> in klank <strong>en</strong> structuur, hoe moeilijker het waarschijnlijk is de twee tal<strong>en</strong> uit elkaar te<br />

houd<strong>en</strong>. Nederlands <strong>en</strong> <strong>Fries</strong> lijk<strong>en</strong> erg op elkaar. Het is mogelijk dat als beide tal<strong>en</strong> in de<br />

omgeving veel door elkaar gebruikt word<strong>en</strong>, de tal<strong>en</strong> ook in het taalgebruik van het kind<br />

langer als één taalsysteem beschouwd word<strong>en</strong>, waardoor in de praktijk de tal<strong>en</strong> langer<br />

door elkaar gebruikt word<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> situatie met e<strong>en</strong> meerderheids- <strong>en</strong> minderheidstaal, is<br />

de kans dan groter dat het kind zal gaan kiez<strong>en</strong> voor de meerderheidstaal. Kinder<strong>en</strong> die<br />

moeilijker ler<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> waarschijnlijk extra baat hebb<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> duidelijke scheiding in het<br />

taalaanbod van verschill<strong>en</strong>de tal<strong>en</strong>. Om deze red<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt geadviseerd om het aanbod<br />

<strong>en</strong> gebruik van beide tal<strong>en</strong> op voor kinder<strong>en</strong> duidelijke wijze te scheid<strong>en</strong> 43 / 44 .<br />

In het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk wordt dit nader uitgewerkt.<br />

We zull<strong>en</strong> afsluit<strong>en</strong> met het gev<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele uitgangspunt<strong>en</strong> voor taalbeleid. In het<br />

volg<strong>en</strong>de hoofdstuk zal e<strong>en</strong> drietal taalmodell<strong>en</strong> voor de voorschoolse periode word<strong>en</strong><br />

aangebod<strong>en</strong>. Met behulp van de daarbij gegev<strong>en</strong> voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong><br />

instelling<strong>en</strong> dan zelf e<strong>en</strong> voorkeur uitsprek<strong>en</strong>.<br />

1. Uitgangspunt is dat het didactische programma wordt uitgevoerd binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

persoonsgericht pedagogisch kader 45 . Dat wil zegg<strong>en</strong> dat het belang van e<strong>en</strong> veilige<br />

omgeving voor het kind <strong>en</strong> daarmee het belang van e<strong>en</strong> goede communicatie tuss<strong>en</strong><br />

groepsleiding <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> de basis vormt van al het handel<strong>en</strong>. Taaldoel<strong>en</strong> zijn daaraan<br />

ondergeschikt. Dit dilemma voor de interactie tuss<strong>en</strong> opvoeders <strong>en</strong> kind kan word<strong>en</strong><br />

opgelost door in het programma e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ‘instructietaal 46 ’ <strong>en</strong><br />

‘opvang- of omgangstaal’. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> veronderstelt dit pedagogische kader:<br />

a. e<strong>en</strong> grondhouding waarin (uiting<strong>en</strong> in) beide tal<strong>en</strong> positief word<strong>en</strong> bejeg<strong>en</strong>d<br />

b e<strong>en</strong> grondhouding van waaruit wordt sam<strong>en</strong>gewerkt met ouders met e<strong>en</strong><br />

andere culturele achtergrond, met als doel h<strong>en</strong> als daadwerkelijke<br />

opvoedingspartners te betrekk<strong>en</strong> bij de opvang van hun kind;<br />

c. dat het taalaanbod aansluit bij de persoonlijke <strong>en</strong> culturele ervaring<strong>en</strong> van de<br />

geplaatste kinder<strong>en</strong> 47 .<br />

2. Doel is dat alle jeugdig<strong>en</strong> in <strong>Fries</strong>talige gebied<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong> bij het verlat<strong>en</strong> van het<br />

basisonderwijs optimaal tweetalig zijn, dit wil zegg<strong>en</strong> het <strong>Fries</strong> <strong>en</strong> Nederlands actief<br />

43<br />

C. Baker & S.P. Jones, eds (1987) Encyclopedia of Bilingialism & Bilingual Education. Multilingual Matters Ltd.,<br />

Clevedon, UK.p. 586-589.<br />

45<br />

Cummins J. (1998). Beyond Adversarial Discourse: Searching for Common Ground in the Education of Bilingual<br />

Stud<strong>en</strong>ts. University of Toronto. Zie ook: in: Nomi Bodor ‘Wie spreekt welke taal in de peuterspeelzaal’ in: TOON,<br />

februari 2003.<br />

46<br />

De instructietaal is de taal waarmee de groepsleid(st)er de ‘groep’ aanspreekt tijd<strong>en</strong>s groepsactiviteit<strong>en</strong>, dan<br />

wel het individuele kind functioneel begeleidt bij de spelactiviteit<strong>en</strong>. De opvangtaal is de ‘emotionele’ taal van het<br />

kind; de taal waarin de groepsleidster het kind in e<strong>en</strong> 1:1 situatie in e<strong>en</strong> voor het kind moeilijke situatie<br />

aanspreekt.<br />

47<br />

Cummins J. (1998) Beyond Adversarial Discourse: Searching for Common Ground in the Education of Bilingual<br />

Stud<strong>en</strong>ts. University of Toronto, Toronto.<br />

18


kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. Jeugdig<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s hun schoolperiode nadrukkelijker de kans<br />

moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> zowel het <strong>Fries</strong> als Nederlands te ler<strong>en</strong> verstaan, sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong>. Er zou voor kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> didactisch pass<strong>en</strong>de <strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>de ‘leerlijn’<br />

beschikbaar moet<strong>en</strong> zijn als voorbereiding op het formele tweetalige onderwijs op de<br />

basisschool. Deze educatieve lijn zou vanaf de voorschoolse periode, via de<br />

vroegschoolse periode moet<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> op het curriculum in groep 3. Doel<strong>en</strong><br />

‘ontluik<strong>en</strong>de geletterdheid’ zoud<strong>en</strong> aan het eind van groep 2 voor zowel de<br />

Nederlandstalige als de <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> als streefdoel kunn<strong>en</strong> gaan geld<strong>en</strong> voor<br />

zowel T1 als T2.<br />

De acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het formele onderwijs zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast op basis van<br />

de taalniveaus die de kinder<strong>en</strong> in beide tal<strong>en</strong> aan het begin van groep 3 hebb<strong>en</strong><br />

bereikt <strong>en</strong> de doel<strong>en</strong> die in het curriculum voor het eind van de basisschool zijn<br />

gesteld.<br />

3. Om extra problem<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong> voor groep<strong>en</strong> kwetsbare kinder<strong>en</strong> in het onderwijs,<br />

zoals de groep dyslectische kinder<strong>en</strong>, is het w<strong>en</strong>selijk de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarop het<br />

train<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> in het curriculum word<strong>en</strong> ingebracht zorgvuldig te kiez<strong>en</strong>.<br />

Het kan voor deze groep kinder<strong>en</strong> bijvoorbeeld w<strong>en</strong>selijk zijn het schrijfonderwijs <strong>Fries</strong><br />

uit te stell<strong>en</strong> tot eerst de Nederlandstalige spelling stevig is verankerd.<br />

4. Gezi<strong>en</strong> het feit dat jonge kinder<strong>en</strong> nog moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> dat het taalaanbod behoort tot<br />

twee taalsystem<strong>en</strong>, wordt gepleit voor het organiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> duidelijke<br />

taalscheiding in het taalaanbod. In de didactische modell<strong>en</strong> word<strong>en</strong> daarvoor e<strong>en</strong><br />

aantal mogelijkhed<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>.<br />

5. Duidelijke resultat<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong> in didactische aanpak kunn<strong>en</strong> pas word<strong>en</strong><br />

gemet<strong>en</strong> nadat e<strong>en</strong> leeftijdsgroep kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> longitudinaal programma met e<strong>en</strong><br />

expliciet tweetalig taalbeleid van voorschools tot <strong>en</strong> met groep acht heeft gevolgd.<br />

Immers, bij jonge kinder<strong>en</strong> zijn individueel grote verschill<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> in tempo <strong>en</strong><br />

patroon van taalverwerving. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> wij dat tweetaligheid op<br />

verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> -via verschill<strong>en</strong>de didactische modell<strong>en</strong>- kan word<strong>en</strong><br />

verworv<strong>en</strong>. Bij het verwerv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tweede taal moet gemiddeld 5 tot 7 jaar<br />

gerek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> alvor<strong>en</strong>s de twee tal<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> gelijk niveau door de kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

beheerst. De kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweede taal, maar ondertuss<strong>en</strong> gaat de ontwikkeling<br />

in de eerste taal ook door. Het verschil in niveau wordt slechts langzaam ingehaald.<br />

Dat betek<strong>en</strong>t dat na de voorschoolse fase - aan het begin van groep 1 - bij de<br />

Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> niet al te hoge verwachting<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld op<br />

het gebied van het <strong>Fries</strong>. De meeste kinder<strong>en</strong> bezoek<strong>en</strong> de peuterspeelzaal slechts<br />

twee dagdel<strong>en</strong> per week, gedur<strong>en</strong>de 1 jaar. De omgeving in de stedelijke gebied<strong>en</strong> is<br />

vaak Nederlandstalig, <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groep in het kinderdagverblijf met e<strong>en</strong> meerderheid<br />

van Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> onderling al snel Nederlands<br />

sprek<strong>en</strong>. Het actieve oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met de taal blijft zo beperkt. Wel wordt verwacht dat in<br />

deze periode bij kinder<strong>en</strong> naast NT1 (Nederlands taal 1) in e<strong>en</strong> programma met FT2<br />

(<strong>Fries</strong> taal 2) t<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> basis voor het taalbegrip FT2 wordt gelegd waar in groep<br />

1 <strong>en</strong> 2 op kan word<strong>en</strong> voortgebouwd. Ook mag word<strong>en</strong> verwacht dat e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>maal in<br />

gang gezet actief taalgebruik in FT2 <strong>en</strong> NT2 zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> als deze taal als<br />

instructietaal voor het kind wordt gebruikt <strong>en</strong> door de kinder<strong>en</strong> onderling ook wordt<br />

gesprok<strong>en</strong>. Verondersteld wordt dat e<strong>en</strong> achterstand in NT2 bij de <strong>Fries</strong>e kinder<strong>en</strong> in<br />

groep 1 bij de start in groep 3 voldo<strong>en</strong>de is ingehaald om in het formele<br />

vervolgonderwijs ge<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de onderwijsachterstand in groep 8 tot gevolg te<br />

hebb<strong>en</strong>. Dit mits vanaf groep 3 e<strong>en</strong> adequaat taalaanbod NT2 wordt aangebod<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

het taalaanbod in het <strong>Fries</strong> wordt gecontinueerd. Gestreefd wordt de doel<strong>en</strong> van<br />

ontluik<strong>en</strong>de geletterdheid aan het eind van groep 2 voor zowel T1 als T2 te hal<strong>en</strong>. Uit<br />

onderzoek zal duidelijk moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in hoeverre dit daadwerkelijk voor de kinder<strong>en</strong><br />

die deze programma’s hebb<strong>en</strong> gevolgd kan word<strong>en</strong> bereikt.<br />

19


Hoofdstuk 3<br />

Drie didactische modell<strong>en</strong><br />

Nederlands <strong>en</strong> <strong>Fries</strong> zijn de twee rijkstal<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong>. In de ideale situatie kunn<strong>en</strong> de<br />

inwoners van deze provincie beide tal<strong>en</strong> verstaan <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. Het Nederlands is in het<br />

onderwijs <strong>en</strong> in de media dominant aanwezig. De <strong>Fries</strong>e taal wordt in het dagelijks lev<strong>en</strong> al<br />

snel beschouwd als e<strong>en</strong> taal ‘voor onder ons’. Het is de verwachting dat <strong>Fries</strong>talige<br />

kinder<strong>en</strong> daardoor al heel jong veel Nederlands hor<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook regelmatig in de<br />

geleg<strong>en</strong>heid zijn zelf met het Nederlands te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> gunstige situatie wel <strong>Fries</strong> om h<strong>en</strong> he<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>, maar in de praktijk zull<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong><br />

veel minder gestimuleerd word<strong>en</strong> om zelf <strong>Fries</strong> te prat<strong>en</strong>. Jonge kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />

gemakkelijk e<strong>en</strong> nieuwe taal aan. Door het <strong>Fries</strong> al in de voor- <strong>en</strong> vroegschoolse periode<br />

actief, <strong>en</strong> in voldo<strong>en</strong>de mate in kinderc<strong>en</strong>tra aan te bied<strong>en</strong>, zal de taalontwikkeling van<br />

zowel de <strong>Fries</strong>talige- als de Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gestimuleerd. De<br />

moedertaal van de <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> zal zich steviger kunn<strong>en</strong> veranker<strong>en</strong>. De<br />

Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de geleg<strong>en</strong>heid gesteld al op jonge leeftijd met het<br />

<strong>Fries</strong> te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daardoor zull<strong>en</strong> meer kinder<strong>en</strong> het <strong>Fries</strong> ook actief (kunn<strong>en</strong>) gaan<br />

gebruik<strong>en</strong>. Vanuit deze visie wordt in dit hoofdstuk e<strong>en</strong> taalstrategie voorgesteld, die e<strong>en</strong><br />

optimale omgeving biedt voor het stimuler<strong>en</strong> van tweetaligheid bij de jeugdig<strong>en</strong> in<br />

voorschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

In dit hoofdstuk word<strong>en</strong> daartoe e<strong>en</strong> drietal didactische modell<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. Op dit<br />

mom<strong>en</strong>t beschikk<strong>en</strong> we niet over onderzoeksgegev<strong>en</strong>s naar het stimuler<strong>en</strong> van<br />

tweetaligheid <strong>Fries</strong>-Nederlands in de voorschoolse periode. Het aanbied<strong>en</strong> van didactische<br />

modell<strong>en</strong> is daarom e<strong>en</strong> eerste stap om op e<strong>en</strong> systematische manier meer gegev<strong>en</strong>s op<br />

tafel te krijg<strong>en</strong>. De modell<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> welke resultat<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde aanpak<br />

verwacht word<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat de randvoorwaard<strong>en</strong> zijn om deze resultat<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>. Met<br />

behulp van e<strong>en</strong> model kunn<strong>en</strong> we gericht onderzoek<strong>en</strong> of de gew<strong>en</strong>ste situatie ook de<br />

resultat<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong> die we er van verwacht<strong>en</strong>. We pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> hier ‘didactische’<br />

modell<strong>en</strong>. Didactiek is de kunst van het ‘onderwijz<strong>en</strong>’. De hier beschrev<strong>en</strong> modell<strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> aantal aandachtspunt<strong>en</strong> voor het organiser<strong>en</strong> van het taalaanbod in de educatieve<br />

omgeving van voorschoolse kinderc<strong>en</strong>tra. In praktijksituaties zull<strong>en</strong> altijd meer of minder<br />

van bepaalde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> aanwezig zijn.<br />

In de voorschoolse periode moet e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

peuterspeelzal<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinderdagverblijv<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong> speciale zorg- <strong>en</strong><br />

onderwijsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, zoals kdv, mkd <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> van de regionale expertisec<strong>en</strong>tra<br />

anderzijds. Deze notitie richt zich vooral op de eerste twee voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, maar sluit de<br />

og<strong>en</strong> niet voor beleid dat e<strong>en</strong> doorgaande taallijn voor kinder<strong>en</strong> mogelijk maakt, in welke<br />

voorzi<strong>en</strong>ing het kind zich ook bevindt.<br />

Drie didactische modell<strong>en</strong> in de voorschoolse periode<br />

Er zijn diverse mogelijkhed<strong>en</strong> voor het organiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taalrijke omgeving te<br />

bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Die mogelijkhed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> wel aansluit<strong>en</strong> bij de praktijk. De meest praktische<br />

oplossing lijkt al snel e<strong>en</strong> meertalige taalstrategie te zijn. Immers, je geeft dan zowel het<br />

Nederlandstalige, als het <strong>Fries</strong>talige kind in het kinderc<strong>en</strong>trum het zijne, je br<strong>en</strong>gt het kind<br />

in aanraking met e<strong>en</strong> tweede taal (T2) <strong>en</strong> het anderstalige kind krijgt t<strong>en</strong>minste het voor<br />

schoolsucces zo belangrijke Nederlands al vast mee. Uit internationaal onderzoek is echter<br />

ge<strong>en</strong> harde onderbouwing te vind<strong>en</strong> voor de nadruk op dit model. Het volg<strong>en</strong> van<br />

onderwijs in de voorschoolse periode (buit<strong>en</strong> Nederland tot circa 6 jaar) in de<br />

minderheidstaal blijkt in e<strong>en</strong> meertalige situatie, <strong>en</strong> onder bepaalde voorwaard<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong><br />

taalachterstand<strong>en</strong> voor de kinder<strong>en</strong> op te lever<strong>en</strong> aan het eind van de onderwijsperiode.<br />

Het lijkt dus heel goed mogelijk om ook te kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> <strong>Fries</strong>talig model in de<br />

peuterspeelzaal <strong>en</strong> het kinderdagverblijf.<br />

De Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zo oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met het <strong>Fries</strong> <strong>en</strong> de <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> in de geleg<strong>en</strong>heid gesteld eerst hun moedertaal te verstevig<strong>en</strong> alvor<strong>en</strong>s onderwijs<br />

in het Nederlands wordt geïntroduceerd.<br />

21


Uitgangspunt is het stimuler<strong>en</strong> van tweetaligheid bij de kinder<strong>en</strong>. De taal waarop het<br />

acc<strong>en</strong>t ligt bij de start van kinder<strong>en</strong> in deze (speel-)leerlijn kan echter verschill<strong>en</strong>. De<br />

modell<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> immers in de brede context van de opvoedingssituatie word<strong>en</strong> geplaatst,<br />

waarbij de opvoeding thuis, alsmede de ervaring<strong>en</strong> in het kinderc<strong>en</strong>trum, als de<br />

belangrijkste invloed<strong>en</strong> op de ontwikkeling van de kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd. De<br />

modell<strong>en</strong> zijn:<br />

A. Het <strong>Fries</strong>talige programma<br />

B. Het tweetalige programma<br />

C. Het Nederlandstalig programma<br />

Per didactisch model zal word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> welke effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verwacht van het<br />

model, <strong>en</strong> welke randvoorwaard<strong>en</strong> nodig zijn om deze effect<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>. Bij ieder model<br />

word<strong>en</strong> de verwachte voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> voor de <strong>Fries</strong>talige- <strong>en</strong> Nederlandstalige kinder<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oemd. Zoals eerder vermeld moet<strong>en</strong> de groepsleidsters in de praktijk ook rek<strong>en</strong>ing<br />

houd<strong>en</strong> met anderstalig<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere etnische of culturele achtergrond. Daar waar<br />

dit van belang wordt geacht als overweging bij het kiez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> model, bested<strong>en</strong> we<br />

daarom ook aandacht aan te de verwacht<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> voor anderstalige kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

andere etnische achtergrond.<br />

De invloed uit de omgeving op de taalontwikkeling van jonge kinder<strong>en</strong> is erg complex.<br />

Tal<strong>en</strong> in het gezin, taalgebruik in de buurt, taalgebruik door ouders, broertjes <strong>en</strong> zusjes,<br />

het kijk<strong>en</strong> naar de televisie, <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig ook het spel<strong>en</strong> met de computer, zijn<br />

bijvoorbeeld factor<strong>en</strong> die van invloed zijn op het aanler<strong>en</strong> van taal. Het is echter<br />

onmogelijk om al deze factor<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> taalmodel te besprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> het effect van al deze<br />

factor<strong>en</strong> op het taalgebruik van de kinder<strong>en</strong> te voorspell<strong>en</strong>. Deze didactische modell<strong>en</strong><br />

beperk<strong>en</strong> zich dan ook tot de meest relevante omgevingsfactor<strong>en</strong> in de omgang met de<br />

kinder<strong>en</strong>.<br />

Het is mogelijk het taalbeleid uit te breid<strong>en</strong> naar de communicatie vanuit het<br />

kinderc<strong>en</strong>trum met ouders of andere organisaties. Het zou mooi zijn als alle kinderc<strong>en</strong>tra<br />

deze communicatie in zowel het Nederlands als het <strong>Fries</strong> (kunn<strong>en</strong>) voer<strong>en</strong>. Het stimuler<strong>en</strong><br />

van het <strong>Fries</strong> zou bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gekoppeld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan ouderactiviteit<strong>en</strong>, zoals<br />

ouderavond<strong>en</strong>. Het zelf ook actief betrokk<strong>en</strong> zijn van de ouders bij het taalprogramma van<br />

het kind zal de taalontwikkeling van het kind positief beïnvloed<strong>en</strong>. Praktische<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> voor activiteit<strong>en</strong> voor ouders -ouderprogramma’s- di<strong>en</strong><strong>en</strong> echter elders te<br />

word<strong>en</strong> uitgewerkt.<br />

In het vorige hoofdstuk is aandacht gevraagd voor het belang van het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van<br />

‘taalscheiding’ in meertalige situaties. Het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van taalscheiding in e<strong>en</strong> meertalig<br />

kinderc<strong>en</strong>trum is e<strong>en</strong> belangrijk aandachtspunt bij het gev<strong>en</strong> van taaladviez<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van taalprogramma’s. Voor het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taalscheiding zijn<br />

verschill<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> bedacht, zoals het scheid<strong>en</strong> van tal<strong>en</strong> via de sprekers, de<br />

activiteit<strong>en</strong> of gekoz<strong>en</strong> vaste ‘taaldag<strong>en</strong>’. Of de <strong>en</strong>e strategie beter is dan de andere is niet<br />

bek<strong>en</strong>d. Er is immers nog ge<strong>en</strong> onderzoek gedaan naar de effect<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de<br />

voorschoolse didactische taalmodell<strong>en</strong> op de ontwikkeling van tweetaligheid <strong>Fries</strong> <strong>en</strong><br />

Nederlands bij kinder<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong>.<br />

Met behulp van de didactische modell<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> we zi<strong>en</strong> op welke manier<strong>en</strong> die taalscheiding<br />

voor het jonge kind praktisch kan word<strong>en</strong> georganiseerd. Daarbij kan volg<strong>en</strong>s Baker<br />

gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor de volg<strong>en</strong>de strategieën 48 :<br />

Taal volgt persoon. De <strong>en</strong>e groepsleid(st)er spreekt consequ<strong>en</strong>t <strong>Fries</strong>, de andere<br />

Nederlands. De ‘taal volgt persoon’ strategie wordt vanuit ontwikkelingspsychologisch<br />

perspectief vaak als één van de meest succesvolle strategieën gezi<strong>en</strong>. Jonge kinder<strong>en</strong><br />

richt<strong>en</strong> zich nog erg op de leid(st)er.<br />

48<br />

C.Baker & S.P.Jones, eds (1987) Encyclopedia of Bilingialism & Bilingual Education. Multilingual Matters Ltd.,<br />

Clevedon, UK.p.586-589<br />

22


Om de taalscheiding zo duidelijk mogelijk te krijg<strong>en</strong> is het van belang om in<br />

aanwezigheid van de kinder<strong>en</strong> onder elkaar ook de instructietaal te gebruik<strong>en</strong>. Deze<br />

strategie kan word<strong>en</strong> gekoppeld aan de taal volgt plaats strategie.<br />

Taal volgt tijd. Sommige basisschol<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> naar tevred<strong>en</strong>heid e<strong>en</strong> beleid waarbij<br />

e<strong>en</strong> bepaald deel van het dag- of weekprogramma in het <strong>Fries</strong> gedaan wordt <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

ander deel in het Nederlands. In de voorschoolse situatie klev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal nadel<strong>en</strong><br />

aan deze aanpak. Jonge kinder<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> onbewust aan bij de taal die de leidster<br />

gebruikt, maar ze zijn nog niet in staat dat ‘taalspel’ zelf bewust te gaan spel<strong>en</strong>. Ze<br />

ontber<strong>en</strong> vaak het bewustzijn van tijd <strong>en</strong> het kunstmatige karakter van de situatie. En<br />

wat zal de baby aan taalregels ler<strong>en</strong> wanneer de vertrouwde leidster ’s ocht<strong>en</strong>ds<br />

Nederlands teg<strong>en</strong> haar spreekt <strong>en</strong> ’s middags <strong>Fries</strong>?<br />

Taal volgt activiteit. De taal wordt gekoppeld aan voor kinder<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>bare activiteit<strong>en</strong>.<br />

Bijvoorbeeld al het gerichte activiteit<strong>en</strong>aanbod in het <strong>Fries</strong>, maar het vrij spel<strong>en</strong> in het<br />

Nederlands. Als we deze optie uitwerk<strong>en</strong> in het concrete dagprogramma van de<br />

peuterspeelzaal of het dagverblijf, lijkt het risico van e<strong>en</strong> ‘rommelig aando<strong>en</strong>d geheel’<br />

erg groot. Beperk<strong>en</strong> we ons tot e<strong>en</strong> taalaanbod van T2 in de gerichte<br />

groepsactiviteit<strong>en</strong>, dan levert dit e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ingstijd van circa 30 minut<strong>en</strong> per dagdeel<br />

op. We kunn<strong>en</strong> dan niet meer sprek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtig tweetalig aanbod. In de<br />

hier gepres<strong>en</strong>teerde modell<strong>en</strong> wordt dan ook niet voor deze strategie gekoz<strong>en</strong>.<br />

Taal volgt plaats. De taal wordt gekoppeld aan de plaats waar de kinder<strong>en</strong> verblijv<strong>en</strong>.<br />

Thuis sprek<strong>en</strong> de ouders Nederlands, op het kinderc<strong>en</strong>trum sprek<strong>en</strong> de<br />

groepsleid(st)ers <strong>Fries</strong>. In de ruimte van groep A <strong>Fries</strong>, in de ruimte van groep B<br />

Nederlands. Indi<strong>en</strong> de taal bij jonge kinder<strong>en</strong> niet wordt gekoppeld aan de persoon<br />

bestaat echter het risico dat dit e<strong>en</strong> geforceerde <strong>en</strong> onnatuurlijke scheiding oplevert.<br />

Voor de leid(st)er is het natuurlijker om de eig<strong>en</strong> taal te gebruik<strong>en</strong>, dan om je<br />

taalgebruik te koppel<strong>en</strong> aan de groepsruimte waar je verblijft. Ook voor jonge<br />

kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de ruimte vaak niet voldo<strong>en</strong>de houvast bied<strong>en</strong> voor<br />

e<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> taal. Het is goed mogelijk dat zij in verwarring rak<strong>en</strong> wanneer de<br />

vertrouwde leidster, verblijv<strong>en</strong>d in ruimte B, ope<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> andere taal spreekt.<br />

23


A. Het <strong>Fries</strong>talige programma<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het <strong>Fries</strong>talige programma<br />

* Groepsinstructie: de groep kinder<strong>en</strong> wordt in het <strong>Fries</strong> aangesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> gerichte<br />

groepsactiviteit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor 80-100% in het <strong>Fries</strong> uitgevoerd. Het groepsgerichte<br />

taalaanbod wordt afgestemd op het taalniveau <strong>Fries</strong> van de geplaatste kinder<strong>en</strong>.<br />

* Opvang 49 : voor individuele instructie wordt bij voorkeur het <strong>Fries</strong> gebruikt. Hiervoor<br />

wordt aangeslot<strong>en</strong> bij het taalniveau van het kind. Daar waar naar het oordeel van de<br />

leidster vanuit e<strong>en</strong> responsieve houding <strong>en</strong> voor volwaardige participatie in het<br />

programma opvang in het Nederlands nodig is, wordt voor het individuele kind ev<strong>en</strong><br />

het Nederlands als omgangstaal gebruikt. Voor de emotionele opvang wordt waar<br />

nodig/mogelijk aangeslot<strong>en</strong> bij de moedertaal van het kind. Afhankelijk van de<br />

taalvordering<strong>en</strong> in de w<strong>en</strong>periode kan het aanbod in het Nederlands (NT1) word<strong>en</strong><br />

verminderd.<br />

* De Fysieke omgeving is zodanig ingericht dat zowel Nederlandstalige, <strong>Fries</strong>talige als<br />

anderstalige kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders zich welkom voel<strong>en</strong>. De tweetalige situatie is<br />

duidelijk terug te zi<strong>en</strong> in inrichting <strong>en</strong> (speel)materiaal. Er wordt herk<strong>en</strong>ning gebod<strong>en</strong><br />

voor de culturele achtergrond van alle geplaatste kinder<strong>en</strong>.<br />

Te verwacht<strong>en</strong> effect<strong>en</strong><br />

In het algeme<strong>en</strong> mag word<strong>en</strong> verwacht dat e<strong>en</strong> jong kind na 3-4 maand<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe<br />

tweede taal grot<strong>en</strong>deels begrijpt. Naarmate het kind vertrouwder is met de tweede taal<br />

zal het meer in die taal gaan prat<strong>en</strong>, zodat de taalontwikkeling ook actief wordt<br />

gestimuleerd.<br />

Communicatie<br />

De communicatie levert voor de <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> vanaf de eerste dag ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

op. De Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> <strong>Fries</strong>talige omgeving gew<strong>en</strong>d zijn kunn<strong>en</strong><br />

problem<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> in de communicatie. Hun nog grote gevoeligheid voor non-verbale<br />

uiting<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>seert dat voor e<strong>en</strong> deel in het spel met andere peuters. Voor de<br />

anderstalige peuters is er e<strong>en</strong> grotere kans op gevoel<strong>en</strong>s van onveiligheid 50 . De<br />

Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de veiligheid ervar<strong>en</strong> dat de groepsleid(st)ers h<strong>en</strong> wel<br />

kan verstaan <strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>. Voor anderstalige 52 kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere culturele<br />

achtergrond die het <strong>Fries</strong>talige kinderc<strong>en</strong>trum binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> zou theoretisch het risico<br />

kunn<strong>en</strong> bestaan dat niet alle<strong>en</strong> de verdere ontwikkeling van de moedertaal wordt<br />

afgeremd, maar dat er vanuit onveilige gevoel<strong>en</strong>s ook e<strong>en</strong> ambival<strong>en</strong>te houding naar het<br />

<strong>Fries</strong> ontstaat, met risico’s voor ook de <strong>Fries</strong>talige taalontwikkeling als gevolg daarvan. 53<br />

In de praktijk wordt dit risico niet herk<strong>en</strong>d.<br />

Taalstimulering<br />

De moedertaal van de <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> wordt verstevigd <strong>en</strong> uitgebreid. Daarmee<br />

wordt deze taal e<strong>en</strong> stevige basis voor het verwerv<strong>en</strong> van het Nederlands in de<br />

basisschool. Omdat het Nederlands als dominante taal al overal om het kind aanwezig is,<br />

zal het <strong>Fries</strong>talige kind, door de extra ondersteuning van het <strong>Fries</strong> in het kinderc<strong>en</strong>trum,<br />

de moedertaal beter kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> waarder<strong>en</strong>, wat de kans op e<strong>en</strong> goede ontwikkeling<br />

<strong>en</strong> maximaal gebruik van beide tal<strong>en</strong> vergroot.<br />

Het <strong>Fries</strong>talige kind uit e<strong>en</strong> vooral <strong>Fries</strong>talige omgeving wordt echter wel oef<strong>en</strong>ing met de<br />

Nederlandse taal onthoud<strong>en</strong>, zodat de kans op e<strong>en</strong> vroegtijdige ontwikkeling van<br />

tweetaligheid kleiner wordt. Dit hoeft echter ge<strong>en</strong>szins gevolg<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> voor de<br />

52 Bedoeld wordt: e<strong>en</strong> ander taal dan het Nederlands of <strong>Fries</strong>.<br />

53 L. Verhoev<strong>en</strong>, Detectie van taalachterstand, in: N. Bleichrodt <strong>en</strong> Fons J.R. van de Vijfer, red. (2001),<br />

Diagnostiek bij allochton<strong>en</strong>, mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> van psychologische tests. Swets & Zeitlinger, Lisse.<br />

24


ontwikkeling van de taalvaardigheid Nederlands op de langere termijn. De moedertaal<br />

van de Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> krijgt in het kinderc<strong>en</strong>trum ge<strong>en</strong> extra versterking.<br />

Omdat het Nederlands als dominante taal al overal om het kind he<strong>en</strong> aanwezig is, zal het<br />

kind het Nederlands als belangrijke taal blijv<strong>en</strong> waarder<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel al ontwikkelde<br />

taalid<strong>en</strong>titeit loopt ge<strong>en</strong> gevaar.<br />

Randvoorwaard<strong>en</strong><br />

* De leidsters beheers<strong>en</strong> zowel de Nederlandse als de <strong>Fries</strong>e taal, zodat in beide tal<strong>en</strong><br />

met de kinder<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gecommuniceerd.<br />

* Groepssituatie: in de ideale situatie zijn de peuters in de groep voor de helft<br />

<strong>Fries</strong>talig, zodat de kinder<strong>en</strong> in het vrije spel met elkaar ook voldo<strong>en</strong>de met het <strong>Fries</strong><br />

kunn<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dit oef<strong>en</strong><strong>en</strong> kan bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gestimuleerd word<strong>en</strong> door invloed uit te<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de sam<strong>en</strong>stelling van de groepjes kinder<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de ‘vrije’ spelactiviteit<strong>en</strong>.<br />

* Voldo<strong>en</strong>de geschikt educatief materiaal voor de beroepskracht<strong>en</strong>, dat h<strong>en</strong> ondersteunt<br />

in het aanbied<strong>en</strong> van beide tal<strong>en</strong> op zodanige wijze, dat de gehele ontwikkeling van<br />

het kind, maar daarbinn<strong>en</strong> ook het <strong>Fries</strong>e taalgebruik wordt gestimuleerd.<br />

* Door de beperkte k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring die met deze situatie in <strong>Fries</strong>land is opgedaan is<br />

externe inhoudelijke ondersteuning voor de beroepskracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> must.<br />

* In sam<strong>en</strong>spraak met de ouders wordt van ieder kind bij plaatsing e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde<br />

’taalkaart’ 54 aangelegd, zodat de leid(st)ers altijd wet<strong>en</strong> wat de eerste taal is van de in de<br />

groep geplaatste kinder<strong>en</strong>. Op basis van deze taalkaart kan e<strong>en</strong> inschatting van het<br />

taalniveau word<strong>en</strong> gemaakt. Op basis van de taalkaart wordt het concrete<br />

taalprogramma toegesned<strong>en</strong> op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de geplaatste kinder<strong>en</strong>. Zie bijlage 2.<br />

Red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor ouders om voor dit programma te kiez<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn:<br />

* Ouders will<strong>en</strong> het ontwikkel<strong>en</strong> van de <strong>Fries</strong>e taal bij hun kind in e<strong>en</strong> dominant<br />

Nederlandstalige omgeving e<strong>en</strong> extra stimulans gev<strong>en</strong>.<br />

* Ouders van <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vertraagde <strong>Fries</strong>e taalontwikkeling<br />

besluit<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong> voor het eerst realiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> steviger stimulering van het<br />

<strong>Fries</strong> alvor<strong>en</strong>s het Nederlands via het Nederlandstalige programma in de<br />

basisschool (verder) uit te breid<strong>en</strong>.<br />

Red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor ouders om niet voor dit programma te kiez<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn:<br />

* Ouders van Nederlandstalige of anderstalige kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vertraagde<br />

taalontwikkeling kiez<strong>en</strong> er voor eerst de moedertaal te versterk<strong>en</strong>, alvor<strong>en</strong>s zij de<br />

ontwikkeling van het <strong>Fries</strong> e<strong>en</strong> extra stimulans gev<strong>en</strong>.<br />

54 E<strong>en</strong> taalkaart is e<strong>en</strong> overzicht van de tal<strong>en</strong> die de betrokk<strong>en</strong> opvoeders met de kinder<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. Op grond<br />

van deze taalkaart kan e<strong>en</strong> groepsoverzicht word<strong>en</strong> gemaakt van de thuistal<strong>en</strong> van de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

ingeschatte taalniveau.<br />

25


B. Het tweetalige programma 55<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het tweetalige programma<br />

* Groepsinstructie: de instructie gebeurt in zowel het <strong>Fries</strong> (circa 60%) als het<br />

Nederlands (circa 40%).<br />

* De (taal-)activiteit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgestemd op het taalniveau van de geplaatste kinder<strong>en</strong>.<br />

Met elkaar wordt e<strong>en</strong> ideale omgeving ‘gespeeld’, met als doel de kinder<strong>en</strong> zo vroeg<br />

mogelijk in e<strong>en</strong> optimale tweetalige situatie te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Het ontwikkel<strong>en</strong> van twee<br />

taalsystem<strong>en</strong> gebeurt via het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van taalgebond<strong>en</strong> regels. Dit ontdekk<strong>en</strong> van<br />

‘taalregels’ kan moeilijker verlop<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> omgeving waar tal<strong>en</strong> door elkaar lop<strong>en</strong>. Ook kan<br />

dat moeilijker zijn wanneer de tal<strong>en</strong> relatief veel op elkaar lijk<strong>en</strong>. Dat risico is in dit<br />

tweetalige model nadrukkelijker aanwezig. Daarom is het belangrijk het aanbied<strong>en</strong> van het<br />

<strong>Fries</strong> <strong>en</strong> het Nederlands zo te organiser<strong>en</strong> dat er voor kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zo duidelijk mogelijke<br />

‘taalscheiding’ ontstaat. Hierdoor word<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> geholp<strong>en</strong> om de verschill<strong>en</strong>de tal<strong>en</strong><br />

uit elkaar te houd<strong>en</strong>. De voorkeur wordt gegev<strong>en</strong> aan de strategie:<br />

Taal volgt persoon. Voorlopig wordt deze strategie gezi<strong>en</strong> als de meest duidelijke <strong>en</strong><br />

daarom meest geschikte strategie in de voorschoolse situatie. Dit is mogelijk wanneer er<br />

twee leid(st)ers op de groep staan. De <strong>en</strong>e leid(st)er spreekt consequ<strong>en</strong>t Nederlands, de<br />

andere consequ<strong>en</strong>t <strong>Fries</strong>. In de individuele contact<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> waar nodig extra<br />

ondersteund door de leidster die de ‘eig<strong>en</strong>’ taal spreekt. Als deze strategie voor<br />

taalscheiding niet haalbaar is kan tijdelijk gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of taalscheiding ook op e<strong>en</strong><br />

andere wijze kan word<strong>en</strong> georganiseerd.<br />

Alhoewel de ‘taal volgt persoon’ strategie, voor jonge kinder<strong>en</strong> door vel<strong>en</strong> als het meest<br />

ideale model wordt gezi<strong>en</strong>, zal de vorm voor de taalscheiding over het algeme<strong>en</strong> op basis<br />

van pragmatische overweging<strong>en</strong> tot stand kom<strong>en</strong>. Gestreefd wordt naar zoveel mogelijk<br />

duidelijkheid voor de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo goed mogelijke uitvoerbaarheid voor leid(st)ers.<br />

Voorkom<strong>en</strong> wordt dat meerdere strategieën voor de taalscheiding door elkaar gaan lop<strong>en</strong>.<br />

Wel lijkt het in e<strong>en</strong> beperkt aantal situaties mogelijk om bijvoorbeeld e<strong>en</strong> ‘taal volgt<br />

persoon’ strategie voor de <strong>en</strong>e groep, te combiner<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ‘taal volgt plaats’ strategie<br />

voor de andere groep. D<strong>en</strong>k aan e<strong>en</strong> <strong>Fries</strong>e groep <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweetalige groep, die ’s middags<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecombineerd. De kinder<strong>en</strong> uit de <strong>Fries</strong>e groep gaan naar de groepsruimte<br />

van de tweetalige groep. In die ruimte wordt dan zowel Nederlands als <strong>Fries</strong> gesprok<strong>en</strong>,<br />

terwijl in de eig<strong>en</strong> ruimte alle<strong>en</strong> <strong>Fries</strong> wordt gesprok<strong>en</strong>.<br />

* Opvang: Voor de emotionele opvang wordt waar nodig/mogelijk de moedertaal<br />

gebruikt. Afhankelijk van de taalvordering<strong>en</strong> in de w<strong>en</strong>periode kan het individuele<br />

aanbod in de eerste taal (T1) word<strong>en</strong> verminderd.<br />

* De fysieke omgeving is zodanig ingericht dat zowel Nederlandstalige, <strong>Fries</strong>talige als<br />

anderstalige kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders zich welkom voel<strong>en</strong>.<br />

Te verwacht<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> op de kinder<strong>en</strong><br />

In het algeme<strong>en</strong> mag word<strong>en</strong> verwacht dat e<strong>en</strong> jong kind na 3-4 maand<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe<br />

tweede taal grot<strong>en</strong>deels begrijpt. Naarmate het kind vertrouwder is met de tweede taal zal<br />

het meer in die taal gaan prat<strong>en</strong>, zodat de taalontwikkeling ook actief wordt gestimuleerd.<br />

Communicatie<br />

De communicatie levert voor de <strong>Fries</strong>- <strong>en</strong> Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> vanaf de eerste dag<br />

ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> op. De nog grote gerichtheid van jonge kinder<strong>en</strong> op non-verbale<br />

communicatie comp<strong>en</strong>seert ev<strong>en</strong>tuele taalverschill<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het sam<strong>en</strong>spel.<br />

55 Afhankelijk van de situatie in het kinderc<strong>en</strong>trum kan in de praktische vormgeving van dit model meer nadruk<br />

op het <strong>Fries</strong> of het Nederlands word<strong>en</strong> gelegd. De ‘taalkaart’ van de groep kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van ouders<br />

spel<strong>en</strong> in deze situatie e<strong>en</strong> belangrijke rol.<br />

26


Voor de anderstalige allochtone kinder<strong>en</strong> blijft er door het grotere taalverschil <strong>en</strong> culturele<br />

verschill<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere kans op gevoel<strong>en</strong>s van onveiligheid bestaan. De moedertaal van het<br />

anderstalige allochtone kind wordt niet ondersteund, zodat voor deze kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

theoretische kans bestaat dat zowel de moedertaal als de Nederlandse- <strong>en</strong> <strong>Fries</strong>e taal zich<br />

niet optimaal ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast is er in e<strong>en</strong> tweetalig model waarschijnlijk e<strong>en</strong> grotere kans op problem<strong>en</strong> bij<br />

kinder<strong>en</strong> met cognitieve beperking<strong>en</strong>, die door hun aanleg al moeite hebb<strong>en</strong> met het<br />

ontdekk<strong>en</strong> van regels in de wereld om h<strong>en</strong> he<strong>en</strong>. Het ontdekk<strong>en</strong> van ‘taalregels’ kan<br />

namelijk moeilijker verlop<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> omgeving waarin tal<strong>en</strong> ongestructureerd door elkaar<br />

lop<strong>en</strong>.<br />

Taalstimulering*<br />

De taalstimulering:<br />

Indi<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de Nederlands met de Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> wordt gesprok<strong>en</strong> wordt de<br />

moedertaal verstevigd <strong>en</strong> uitgebreid. Omgekeerd geldt dat ook voor de <strong>Fries</strong>talige<br />

kinder<strong>en</strong>. De actieve stimulering van het <strong>Fries</strong> als minderheidstaal vormt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

comp<strong>en</strong>satie voor het vele Nederlands dat de kinder<strong>en</strong> in hun omgeving aangebod<strong>en</strong><br />

krijg<strong>en</strong>. Daarnaast word<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> die uit e<strong>en</strong> vooral <strong>Fries</strong>talige of anderstalige<br />

omgeving kom<strong>en</strong> vroegtijdig in contact gebracht met het Nederlands, wat de kans op het<br />

actief ontwikkel<strong>en</strong> van de tweede taal vergroot.<br />

Randvoorwaard<strong>en</strong><br />

* De leidsters beheers<strong>en</strong> zowel het Nederlands als het <strong>Fries</strong>, zodat in principe in beide<br />

tal<strong>en</strong> met de kinder<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gecommuniceerd.<br />

* Groepssituatie: in e<strong>en</strong> ideale groepssituatie zijn zowel <strong>Fries</strong>talige als Nederlandstalige<br />

kinder<strong>en</strong> aanwezig, zodat beide tal<strong>en</strong> ook in vrije spelsituaties door de kinder<strong>en</strong><br />

geoef<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dit oef<strong>en</strong><strong>en</strong> kan ook word<strong>en</strong> gestimuleerd door te prober<strong>en</strong><br />

invloed uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de sam<strong>en</strong>stelling van de groepjes kinder<strong>en</strong> in de speelhoek<strong>en</strong><br />

(bijvoorbeeld: bouwhoek, popp<strong>en</strong>hoek, waterbak).<br />

* Van de kinder<strong>en</strong> is bij plaatsing e<strong>en</strong> taalkaart gemaakt, op basis waarvan circa iedere<br />

drie maand<strong>en</strong> (in september, december <strong>en</strong> maart) het aanbod aan de groep opnieuw<br />

wordt geëvalueerd <strong>en</strong> vastgesteld. Het taalaanbod aan de groep wordt op basis van<br />

het verloop van de kinder<strong>en</strong> zo aangepast aan de beheersing van het <strong>Fries</strong>,<br />

respectievelijk het Nederlands als T1 <strong>en</strong> T2 van de geplaatste kinder<strong>en</strong>. Zie bijlage 2.<br />

* Er is voldo<strong>en</strong>de geschikt educatief materiaal in beide tal<strong>en</strong> beschikbaar.<br />

* Door de beperkte k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring die met deze situaties (in <strong>Fryslân</strong>) is opgedaan is<br />

externe inhoudelijke ondersteuning voor de beroepskracht<strong>en</strong> noodzakelijk. Zie<br />

hoofdstuk 4.<br />

Red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor ouders om voor dit programma te kiez<strong>en</strong>:<br />

* Ouders kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> tweetalige situatie waarin hun kind zowel met het <strong>Fries</strong> als<br />

Nederlands actief kan oef<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

* Ouders will<strong>en</strong> gebruik mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kinderc<strong>en</strong>trum dicht in de buurt, waar hun<br />

kind t<strong>en</strong>minste ook in het Nederlands <strong>en</strong>/of <strong>Fries</strong> kan word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong>.<br />

Red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor ouders om niet voor dit programma te kiez<strong>en</strong>:<br />

* Ouders kiez<strong>en</strong> voor hun kind e<strong>en</strong> duidelijke <strong>en</strong> gestructureerde taalomgeving die<br />

aansluit bij de moedertaal van het kind <strong>en</strong> gericht is op het bied<strong>en</strong> van extra<br />

ontwikkelingsstimulering in die moedertaal.<br />

* Ouders kiez<strong>en</strong> voor hun kind e<strong>en</strong> taalomgeving waarin vooral de ontwikkeling van<br />

de tweede taal actief <strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief wordt gestimuleerd.<br />

27


Omdat de ervaring leert dat dit model de meeste vrag<strong>en</strong> oproept, zull<strong>en</strong> hieronder<br />

twee voorbeeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.<br />

Voorbeeld 1: Tweetalige peuterspeelzaal<br />

Peuterspeelzaal ‘De Wetterwille’komt in e<strong>en</strong> nieuwbouwwijk, waar veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van<br />

buit<strong>en</strong> <strong>Fryslân</strong> kom<strong>en</strong> won<strong>en</strong>. Verondersteld wordt dat de jonge kinder<strong>en</strong> daarom<br />

weinig in aanraking zull<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> met het <strong>Fries</strong>. De Stichting Welzijn kiest voor e<strong>en</strong><br />

<strong>Fries</strong>talig model, zodat de kinder<strong>en</strong> in de voorschoolse fase al vertrouwd rak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met het <strong>Fries</strong>. Zij zijn echter bang dat de ouders hier bezwaar teg<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Zij stell<strong>en</strong> daarom e<strong>en</strong> tweetalig model voor. Zij kunn<strong>en</strong> maar 1 leidster<br />

aanstell<strong>en</strong>. Daarnaast kunn<strong>en</strong> ze gebruik mak<strong>en</strong> van vrijwilligers <strong>en</strong> stagiaires.<br />

Uitwerking<br />

De Stichting kan bij de start kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> tweetalig model. In het programma is de<br />

vaste leid(st)er verantwoordelijk voor de groepsgerichte activiteit<strong>en</strong>. De vaste leid(st)er<br />

gebruikt het <strong>Fries</strong> voor de groepsinstructie <strong>en</strong> de individuele contact<strong>en</strong>. De tweede<br />

volwass<strong>en</strong>e gebruikt in de individuele contact<strong>en</strong> met de kinder<strong>en</strong> het Nederlands.<br />

Voorbeeld 2: E<strong>en</strong> kinderdagverblijf<br />

Kinderdagverblijf ‘De Blokk<strong>en</strong>tor<strong>en</strong>’.<br />

Er zijn twee groep<strong>en</strong>. In Groep 1 (GR1) is 50% van de kinder<strong>en</strong> <strong>Fries</strong>talig <strong>en</strong> 50%<br />

Nederlandstalig. In groep 2 (GR2) is 70% van de kinder<strong>en</strong> <strong>Fries</strong>talig. GR1 heeft twee<br />

leidsters, waarvan 1 leidster Nederlandstalig is. Groep 2 heeft 2 tweetalige leidsters<br />

(<strong>Fries</strong>/Nederlands). In verband met capaciteitstekort word<strong>en</strong> GR1 <strong>en</strong> GR2 op<br />

wo<strong>en</strong>sdag- <strong>en</strong> vrijdagmiddag sam<strong>en</strong>gevoegd.<br />

Vraag: Welk didactisch model past bij ons?<br />

Gezi<strong>en</strong> de situatie zou hier gekoz<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> tweetalige strategie, met e<strong>en</strong><br />

sterk acc<strong>en</strong>t op het <strong>Fries</strong> in groep 2. De kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet geplaatst op basis van hun<br />

thuistaal, maar (waar mogelijk) op basis van de voorkeur van de ouders.<br />

Groep1 wordt dan tweetalig op basis van de ‘taal volgt persoon’ strategie. De leidsters van<br />

groep 1 gebruik<strong>en</strong> zoveel mogelijk het <strong>Fries</strong> als omgangs- <strong>en</strong> instructietaal. De kinder<strong>en</strong><br />

van deze groep kom<strong>en</strong> in aanraking met het Nederlands door hun Nederlandstalige<br />

groepsg<strong>en</strong>ootjes <strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong> Nederlandstalige activiteit<strong>en</strong> op de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat de<br />

groep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd. In de individuele contact<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de leidsters op grond<br />

van taalafsprak<strong>en</strong> met de ouders nog aanvull<strong>en</strong>de taalacc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>.<br />

28


C. Het Nederlandstalig programma<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het Nederlandstalige programma<br />

* Instructie: de groepsactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> instructies word<strong>en</strong> voor 80-100% in het<br />

Nederlands gegev<strong>en</strong>. Het taalaanbod wordt afgestemd op het taalniveau Nederlands<br />

van de geplaatste kinder<strong>en</strong>.<br />

* Opvang 56 : waar voor e<strong>en</strong> goede communicatie met het kind nodig/mogelijk, wordt<br />

ook de individuele instructie in het Nederlands aangebod<strong>en</strong>. Hiervoor wordt<br />

aangeslot<strong>en</strong> bij het taalniveau van het kind. Voor de emotionele opvang van deze<br />

jonge kinder<strong>en</strong> wordt in eerste instantie - waar nodig/mogelijk - aangeslot<strong>en</strong> bij de<br />

moedertaal van het kind. Afhankelijk van de taalvordering<strong>en</strong> in de w<strong>en</strong>periode kan de<br />

aanvull<strong>en</strong>de individuele instructie in FT1 word<strong>en</strong> verminderd.<br />

* De fysieke ruimte is zodanig ingericht dat zowel Nederlandstalige, <strong>Fries</strong>talige als<br />

anderstalige kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders zich welkom voel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> herk<strong>en</strong>ning wordt gebod<strong>en</strong> voor<br />

de culturele achtergrond van de geplaatste kinder<strong>en</strong>. De tweetalige situatie in <strong>Fryslân</strong> is<br />

duidelijk terug te zi<strong>en</strong> in inrichting <strong>en</strong> materiaal.<br />

56 Onder opvang wordt hier bedoeld de omgang met het kind buit<strong>en</strong> de doelbewuste educatieactiviteit<strong>en</strong>. Het gaat<br />

dan om het ingaan op spontane contactinitiatiev<strong>en</strong> van het kind, op het belangstell<strong>en</strong>d uitlokk<strong>en</strong> van persoonlijke<br />

reacties van het kind <strong>en</strong> bijvoorbeeld het bemoedig<strong>en</strong>d <strong>en</strong> troost<strong>en</strong>d beschikbaar zijn voor het kind.<br />

29


Te verwacht<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> op de kinder<strong>en</strong><br />

In het algeme<strong>en</strong> mag word<strong>en</strong> verwacht dat e<strong>en</strong> jong kind na 3-4 maand<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe<br />

tweede taal grot<strong>en</strong>deels begrijpt. Naarmate het kind vertrouwder is met de tweede taal<br />

zal het meer in die taal gaan prat<strong>en</strong>, zodat de taalontwikkeling ook actief wordt<br />

gestimuleerd<br />

Communicatie<br />

De meeste <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in hun omgeving al veel met Nederlands in<br />

aanraking zijn gekom<strong>en</strong>, zodat zij t<strong>en</strong>minste het Nederlands verstaan. <strong>Fries</strong>talige peuters<br />

die ge<strong>en</strong> Nederlandstalige omgeving gew<strong>en</strong>d zijn zoud<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> in de communicatie<br />

kunn<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. Hun nog grote gevoeligheid voor non-verbale uiting<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>seert dat<br />

voor e<strong>en</strong> deel in het spel met andere peuters. Voor de <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

anderstalige allochtone kinder<strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> grotere kans op gevoel<strong>en</strong>s van onveiligheid,<br />

maar de <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de veiligheid ervar<strong>en</strong> dat de groepsleid(st)ers h<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong>minste wel kan verstaan <strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>. De communicatie met Nederlandstalige<br />

kinder<strong>en</strong> levert ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> op.<br />

Taalstimulering<br />

De ontwikkeling van het Nederlands als tweede taal wordt bij <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> extra<br />

gestimuleerd. De moedertaal van de <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> (FT1) daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> krijgt ge<strong>en</strong><br />

versterking. Omdat het Nederlands als dominante taal al overal om het kind he<strong>en</strong><br />

aanwezig is, zal het kind de Nederlandse taal ook als belangrijkste taal gaan waarder<strong>en</strong>.<br />

Het <strong>Fries</strong> wordt e<strong>en</strong> taal voor ‘onder ons’.<br />

Allochtone kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere taalachtergrond kunn<strong>en</strong> vroegtijdig oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met het<br />

Nederlands als tweede taal. Dat zal e<strong>en</strong> positief effect op meertaligheid kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>,<br />

mits tegelijkertijd de moedertaal voldo<strong>en</strong>de waardering <strong>en</strong> stimulering blijft krijg<strong>en</strong> 57 .<br />

De moedertaal van de Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> wordt verstevigd <strong>en</strong> uitgebreid.<br />

Daarmee wordt deze taal e<strong>en</strong> stevige basis voor het verwerv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tweede taal. Het<br />

Nederlandstalige kind wordt echter vroegtijdig contact <strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing met de <strong>Fries</strong>e taal<br />

onthoud<strong>en</strong>, zodat de kans op e<strong>en</strong> vroegtijdige actieve ontwikkeling van tweetaligheid erg<br />

klein wordt.<br />

Randvoorwaard<strong>en</strong><br />

* De leidsters beheers<strong>en</strong> zowel de <strong>Fries</strong>e als de Nederlandse taal, opdat <strong>Fries</strong>talige<br />

kinder<strong>en</strong> altijd goed word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>.<br />

* Groepssituatie: in de ideale situatie zijn de peuters in de groep voor de helft<br />

Nederlandstalig, zodat de <strong>Fries</strong>talige <strong>en</strong> allochtone kinder<strong>en</strong> in het vrije spel met elkaar<br />

ook voldo<strong>en</strong>de met het Nederlands kunn<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dit oef<strong>en</strong><strong>en</strong> kan bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

gestimuleerd word<strong>en</strong> door invloed uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de sam<strong>en</strong>stelling van de groepjes<br />

kinder<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de ‘vrije’ spelactiviteit<strong>en</strong>.<br />

* In sam<strong>en</strong>spraak met de ouders wordt van ieder kind bij plaatsing e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde<br />

’taalkaart’ 58 aangelegd, zodat de leid(st)ers altijd wet<strong>en</strong> wat de eerste taal is van de in de<br />

groep geplaatste kinder<strong>en</strong>. Op basis van deze taalkaart kan e<strong>en</strong> inschatting van het<br />

taalniveau word<strong>en</strong> gemaakt. Op basis van de taalkaart wordt het concrete<br />

taalprogramma toegesned<strong>en</strong> op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de geplaatste kinder<strong>en</strong>. Zie bijlage 2.<br />

* Er is voldo<strong>en</strong>de Nederlandstalig <strong>en</strong> <strong>Fries</strong>talig educatief materiaal aanwezig.<br />

* Door de beperkte k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring die met deze situaties (in <strong>Fryslân</strong>) is opgedaan,<br />

is externe inhoudelijke ondersteuning voor de beroepskracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> must.<br />

57 Voor deze kinder<strong>en</strong> is namelijk het risico aanwezig dat niet alle<strong>en</strong> de verdere ontwikkeling van de moedertaal<br />

wordt afgeremd, maar dat er vanuit onveilige gevoel<strong>en</strong>s ook e<strong>en</strong> ambival<strong>en</strong>te houding naar het Nederlands<br />

ontstaat, met risico’s voor ook de Nederlandse taalontwikkeling als gevolg daarvan. In: L. Verhoev<strong>en</strong>, Detectie<br />

van taalachterstand, in: N. Bleichrodt <strong>en</strong> Fons J.R. van de Vijfer, red. (2001), Diagnostiek bij allochton<strong>en</strong>,<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> van psychologische tests. Swets & Zeitlinger, Lisse.<br />

58 E<strong>en</strong> taalkaart is e<strong>en</strong> overzicht van de tal<strong>en</strong> die de betrokk<strong>en</strong> opvoeders met de kinder<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. Op grond<br />

van deze taalkaart kan e<strong>en</strong> groepsoverzicht word<strong>en</strong> gemaakt van de thuistal<strong>en</strong> van de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

ingeschatte taalniveau.<br />

30


Red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor ouders om te kiez<strong>en</strong> voor het Nederlandstalige programma<br />

kunn<strong>en</strong> zijn:<br />

* Ouders hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> Nederlandstalige kind met e<strong>en</strong> vertraagde taalontwikkeling. Voor<br />

deze kinder<strong>en</strong> kan het aanler<strong>en</strong> van twee tal<strong>en</strong> tegelijkertijd e<strong>en</strong> te grote belasting<br />

zijn. In overleg met deskundig<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> zij eerst te kiez<strong>en</strong> voor het realiser<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> steviger stimulering van het Nederlands alvor<strong>en</strong>s het <strong>Fries</strong> uit te breid<strong>en</strong>.<br />

* Kinder<strong>en</strong> van allochtone 59 ouders hecht<strong>en</strong> belang aan het stimuler<strong>en</strong> van het<br />

Nederlands als voorbereiding op de basisschool. Het gaat om kinder<strong>en</strong> die in de eig<strong>en</strong><br />

omgeving weinig geleg<strong>en</strong>heid krijg<strong>en</strong> om met het Nederlands te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, of om<br />

kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vertraagde algem<strong>en</strong>e taalontwikkeling.<br />

Red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor ouders om niet te kiez<strong>en</strong> voor het Nederlandstalig programma<br />

kunn<strong>en</strong> zijn:<br />

• Ouders van Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> will<strong>en</strong> graag dat de actieve ontwikkeling van<br />

twee- of meertaligheid bij hun kinder<strong>en</strong> zo vroeg mogelijk wordt gestimuleerd.<br />

• Ouders van <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> will<strong>en</strong> graag dat de actieve ontwikkeling van het<br />

<strong>Fries</strong> in e<strong>en</strong> dominant Nederlandstalige omgeving zo lang mogelijk extra aandacht<br />

krijgt.<br />

59 Onder allochtoon wordt hier verstaan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> andere etnische groep, met e<strong>en</strong> andere cultuur <strong>en</strong>/of uit<br />

e<strong>en</strong> ander land, die hun eig<strong>en</strong> taal/tal<strong>en</strong> <strong>en</strong> culturele regels thuis actief in de communicatie met hun kinder<strong>en</strong><br />

gebruik<strong>en</strong>. De g<strong>en</strong>eratie na overkomst waartoe deze person<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> of hun formele nationaliteit is hier niet<br />

relevant.<br />

31


Hoofdstuk 4<br />

Aanbeveling<strong>en</strong><br />

In het hiervoor beschrev<strong>en</strong> hoofdstuk is e<strong>en</strong> voorstel gedaan voor e<strong>en</strong> drietal modell<strong>en</strong>. De<br />

eerder beschrev<strong>en</strong> visie op taalontwikkeling <strong>en</strong> meertaligheid, <strong>en</strong> de verzamelde<br />

internationale ervaringsgegev<strong>en</strong>s met meertalige situaties vormd<strong>en</strong> daarvoor het<br />

uitgangspunt. Her <strong>en</strong> der zijn randvoorwaard<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemd <strong>en</strong> kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> geplaatst<br />

Dit hoofdstuk begint met e<strong>en</strong> situatieschets van het werkveld. Gepoogd wordt e<strong>en</strong> indruk<br />

te gev<strong>en</strong> van de wijze waarop nu veelal met meertaligheid wordt omgegaan <strong>en</strong> de<br />

randvoorwaard<strong>en</strong> waaronder wordt gewerkt. Deze informatie is vooral van belang voor<br />

beleidsmakers bij het inschatt<strong>en</strong> van de aanpassing<strong>en</strong> die nog nodig zijn als m<strong>en</strong> met één<br />

van de hiervoor beschrev<strong>en</strong> modell<strong>en</strong> gaat werk<strong>en</strong>.<br />

Bij het ontwikkel<strong>en</strong> van beleid wordt de voorschoolse periode gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> onderdeel van<br />

de ket<strong>en</strong> van organisaties die met elkaar e<strong>en</strong> longitudinale taalleerlijn kunn<strong>en</strong> afsprek<strong>en</strong>.<br />

Naast de voorschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we dan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan basisonderwijs,<br />

voorgezet onderwijs, beroepsonderwijs <strong>en</strong> zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Omdat de invloed van<br />

taalprogramma’s in de voorschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> los van e<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>de aanpak weinig<br />

effect heeft, is in dit afsluit<strong>en</strong>de hoofdstuk voor e<strong>en</strong> breed perspectief gekoz<strong>en</strong>.<br />

De praktijk in de sector kinderopvang<br />

Op dit mom<strong>en</strong>t bezoek<strong>en</strong> de meeste jonge kinder<strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste vanaf de leeftijd van 2,6<br />

e<strong>en</strong> peuterspeelzaal. Peuterspeelzal<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bezocht door peuters in de leeftijd van 2 à<br />

2½ - 4 jaar. Meestal is er e<strong>en</strong> vaste leidster, die ondersteund wordt door e<strong>en</strong> vrijwilliger of<br />

ouder. In e<strong>en</strong> aantal kinderc<strong>en</strong>tra is inmiddels begeleiding door e<strong>en</strong> team van twee<br />

leidsters gerealiseerd. E<strong>en</strong> peutergroep in de peuterspeelzaal is over het algeme<strong>en</strong> redelijk<br />

stabiel van sam<strong>en</strong>stelling. De meeste peuters krijg<strong>en</strong> twee dagdel<strong>en</strong> per week, in e<strong>en</strong> circa<br />

2½ uur dur<strong>en</strong>d programma, gedur<strong>en</strong>de t<strong>en</strong>minste 1 jaar, gerichte taalstimulering<br />

aangebod<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d aantal kinder<strong>en</strong> maakt gebruik van e<strong>en</strong> opvangvoorzi<strong>en</strong>ing, in de vorm<br />

van kinderdagverblijv<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> gastgezin. De meeste kinder<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> 2 - 6 dagdel<strong>en</strong> per<br />

week, afhankelijk van de opvangbehoefte van de ouders. Zij word<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />

team groepsleid(st)ers, waarvan er altijd twee op de groep staan. Zowel de kinder<strong>en</strong> in de<br />

groep, als de leid(st)ers kunn<strong>en</strong> dus per dagdeel wissel<strong>en</strong>.<br />

Het dagprogramma in de peuterspeelzaal <strong>en</strong> in het kinderdagverblijf lijkt erg op elkaar. De<br />

inhoudelijke werkbegeleiding in de voorschoolse periode is in vergelijking met het<br />

onderwijs nauwelijks ontwikkeld.<br />

De meeste voorschoolse kinderc<strong>en</strong>tra in <strong>Fryslân</strong> zijn twee – of zelfs meertalig. Daarmee<br />

bedoel<strong>en</strong> wij, dat er in e<strong>en</strong> groep kinder<strong>en</strong> zijn geplaatst die e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de moedertaal<br />

hebb<strong>en</strong>. In de meeste situaties is dat <strong>Fries</strong> of Nederlands. Niet alle groepsleid(st)ers<br />

beheers<strong>en</strong> echter het <strong>Fries</strong> in voldo<strong>en</strong>de mate om e<strong>en</strong> goed taalmodel voor de kinder<strong>en</strong> te<br />

kunn<strong>en</strong> zijn.<br />

In de meeste kinderc<strong>en</strong>tra wordt nog ge<strong>en</strong> expliciet taalbeleid gevoerd. Pragmatisch wordt<br />

meestal aangeslot<strong>en</strong> bij de taal van de geplaatste kinder<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal kinderc<strong>en</strong>tra kiest<br />

voor het Nederlands als instructietaal, omdat m<strong>en</strong> ervan uitgaat dat iedere<strong>en</strong> dat kan<br />

verstaan. De meeste <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> verstaan wel Nederlands; niet alle<br />

Nederlandstalige kinder<strong>en</strong> verstaan <strong>Fries</strong>, zo is de veronderstelling. In de dorp<strong>en</strong> wordt<br />

vaker voor <strong>Fries</strong> als instructietaal gekoz<strong>en</strong> dan in de stedelijke gebied<strong>en</strong>. In veel<br />

kinderc<strong>en</strong>tra zull<strong>en</strong> de tal<strong>en</strong> <strong>Fries</strong> <strong>en</strong> Nederlands door elkaar word<strong>en</strong> gebruikt, omdat er in<br />

het programma nog relatief weinig groepsgerichte activiteit<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. De meeste tijd<br />

is vrij spel. De meeste talige interactie vindt plaats tuss<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> zelf, of rechtstreeks<br />

tuss<strong>en</strong> leid(st)er <strong>en</strong> kind.<br />

33


Verwacht wordt dat het aantal kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere culturele of etnische achtergrond,<br />

die het kinderc<strong>en</strong>trum bezoek<strong>en</strong> zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Deze kinder<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> dan bijvoorbeeld<br />

Berber, Arabisch of Russisch. In e<strong>en</strong> aantal geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is logopedische ondersteuning voor<br />

de peuterspeelzal<strong>en</strong> geregeld. Deze ondersteuning is vooral gericht op de signalering van<br />

kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> taalachterstand Nederlands.<br />

In e<strong>en</strong> plattelandsgebied als <strong>Fryslân</strong>, zull<strong>en</strong> veel ouders niet kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> uit<br />

verschill<strong>en</strong>de peuterspeelzal<strong>en</strong> of dagverblijv<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> moet het in principe do<strong>en</strong> met de<br />

speelzaal die of het dagverblijf dat beschikbaar is. De landelijke VVE-regeling gaat er van<br />

uit dat het educatieve programma wordt aangebod<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> groep risicokinder<strong>en</strong>.<br />

Verondersteld wordt dan dat de geme<strong>en</strong>te in de geleg<strong>en</strong>heid is voor doelgroepkinder<strong>en</strong><br />

aparte (peuter)groep<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>. Dit is op het platteland vaak onmogelijk. Het is<br />

dus waarschijnlijk niet gemakkelijk om in <strong>Fries</strong>land ouders overal dichtbij huis keuzes aan<br />

te bied<strong>en</strong> op het gebied van taalprogramma’s, bijvoorbeeld: e<strong>en</strong> <strong>Fries</strong>talig programma,<br />

e<strong>en</strong> tweetalig programma, e<strong>en</strong> programma met faciliteit<strong>en</strong> voor kinder<strong>en</strong> met risico’s op<br />

e<strong>en</strong> taalachterstand Nederlands.<br />

Dat betek<strong>en</strong>t dat het programma voor die <strong>en</strong>e groep in de dorpskern e<strong>en</strong> optimale<br />

taalsituatie moet bied<strong>en</strong> aan alle kinder<strong>en</strong>: de Nederlandstalig<strong>en</strong>, de <strong>Fries</strong>talig<strong>en</strong>, de<br />

anderstalig<strong>en</strong> én de kinder<strong>en</strong> met ontwikkelingsrisico’s.<br />

De ouders moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> terugvall<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> kwalitatief goed kinderc<strong>en</strong>trum bij h<strong>en</strong> in de<br />

buurt. E<strong>en</strong> aantal ouders is wellicht echter bereid <strong>en</strong> in staat om voor het bezoek<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> speciaal (taal)programma te reiz<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> kinderc<strong>en</strong>trum in e<strong>en</strong> andere dorpskern<br />

of nabijgeleg<strong>en</strong> stad.<br />

Het implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van deze didactische modell<strong>en</strong> vraagt, naast het realiser<strong>en</strong> van<br />

voldo<strong>en</strong>de randvoorwaard<strong>en</strong> op de werkvloer, besluitvorming op strategisch vlak. We<br />

zull<strong>en</strong> daarom afsluit<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal aanbeveling<strong>en</strong>.<br />

Deze zull<strong>en</strong> we ord<strong>en</strong><strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de aandachtspunt<strong>en</strong>:<br />

4.1 Welzijns- <strong>en</strong> kinderopvangorganisaties<br />

4.2 Onderwijs<br />

4.3 Overhed<strong>en</strong><br />

4.4 Onderzoek<br />

Aan ieder van deze categorieën wordt in e<strong>en</strong> aparte paragraaf aandacht besteed.<br />

De invalshoek van deze notitie is taal. De red<strong>en</strong> daarvoor is dat de taalontwikkeling bij de<br />

leeftijdsgroep 0-4 jaar in kinderc<strong>en</strong>tra zo’n belangrijke plaats inneemt. De aandacht die<br />

deze notitie vraagt voor taal kan uitgelegd word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> symptoom van e<strong>en</strong> taalstrijd<br />

<strong>Fries</strong>-Nederlands. Dat is zeker niet de bedoeling. Wel will<strong>en</strong> we graag meewerk<strong>en</strong> aan het<br />

introducer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taalbeleid dat de voordel<strong>en</strong> van de tweetalige situatie in <strong>Fries</strong>land<br />

b<strong>en</strong>ut. Waar nodig mak<strong>en</strong> we gebruik van de regelgeving die daarvoor inmiddels<br />

beschikbaar is. Om het belang van het beheers<strong>en</strong> van het <strong>Fries</strong> voelbaar te mak<strong>en</strong> pleit<strong>en</strong><br />

we daarnaast voor het meer zichtbaar mak<strong>en</strong> van stukjes <strong>Fries</strong>e cultuur, waar de <strong>Fries</strong>e<br />

taal onderdeel van uitmaakt.<br />

4.1 Welzijns- <strong>en</strong> kinderopvangorganisaties<br />

- Implem<strong>en</strong>tatie taalbeleid. In het algeme<strong>en</strong> is het aan de organisaties om in<br />

sam<strong>en</strong>spraak met ouders <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te besliss<strong>en</strong> of, <strong>en</strong> zo ja welke taalmodell<strong>en</strong> in<br />

hun omgeving w<strong>en</strong>selijk zijn. Het is w<strong>en</strong>selijk om bij deze beslissing k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van<br />

de bevolking in de omgeving te betrekk<strong>en</strong>. Het is dus goed om bij het kiez<strong>en</strong> van<br />

didactische modell<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong> naar de taal die de kinder<strong>en</strong> in het kinderc<strong>en</strong>trum<br />

sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de doelgroep die de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> wordt verwacht. Hiervoor is nauwe<br />

sam<strong>en</strong>werking met de geme<strong>en</strong>te nodig.<br />

34


- Kwaliteitsniveau praktijk. Voordat met de implem<strong>en</strong>tatie van e<strong>en</strong><br />

verbeteringstraject op het gebied van taalbeleid e<strong>en</strong> start wordt gemaakt, zal moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> vastgesteld aan welke kwaliteitseis<strong>en</strong> op het gebied van curriculum,<br />

interactiestijl, taalniveau beroepskracht<strong>en</strong>, materiaal <strong>en</strong> ouderbetrokk<strong>en</strong>heid het<br />

gekoz<strong>en</strong> didactische model minimaal moet voldo<strong>en</strong> <strong>en</strong> welk geheel aan kwaliteitseis<strong>en</strong><br />

uiteindelijk wordt nagestreefd. Vanuit deze uitgangssituatie <strong>en</strong> het gew<strong>en</strong>ste doel, kan<br />

e<strong>en</strong> verbeteringstraject word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemd. Hiervoor wordt e<strong>en</strong> project beschrev<strong>en</strong>.<br />

Daarbij zal rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met de situatie dat op grond van<br />

voortschrijd<strong>en</strong>d inzicht de bedachte modell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de daarbij behor<strong>en</strong>de<br />

randvoorwaard<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast. Dat zal ook wijziging van de in<br />

certificering vastgelegde kwaliteitsnorm<strong>en</strong> voor deze taalmodell<strong>en</strong> noodzakelijk kunn<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong>.<br />

- Taalbeleid. In de tweetalige situatie van <strong>Fryslân</strong> is het belangrijk dat voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

voor jonge kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duidelijk taalbeleid formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Nieuwe tr<strong>en</strong>ds<br />

<strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> vanuit dat kader te word<strong>en</strong> getoetst alvor<strong>en</strong>s tot invoering<br />

van nieuwe method<strong>en</strong> wordt overgegaan. Voorbeeld: implem<strong>en</strong>tatie van VVEprogramma’s<br />

als Piramide; het invoer<strong>en</strong> van taaltoets<strong>en</strong> of andere<br />

scre<strong>en</strong>ingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de (taal)ontwikkeling.<br />

- Kindvolgsysteem. Om goed aan te kunn<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> bij de behoeft<strong>en</strong> van jonge<br />

kinder<strong>en</strong> is het belangrijk goed geïnformeerd te zijn over de taal of tal<strong>en</strong>, die het kind<br />

thuis spreekt. Deze gegev<strong>en</strong>s di<strong>en</strong><strong>en</strong> bij de overige kindgegev<strong>en</strong>s te word<strong>en</strong><br />

geregistreerd. Per groep kunn<strong>en</strong> deze gegev<strong>en</strong>s van de geplaatste kinder<strong>en</strong> in kaart<br />

gebracht word<strong>en</strong>. Dit noem<strong>en</strong> we de ‘taalkaart’. In de individuele omgang met het kind<br />

<strong>en</strong> in de groepsgerichte activiteit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de<br />

taalachtergrond <strong>en</strong> het taalniveau van de kinder<strong>en</strong>, zoals die via het kindvolgsysteem<br />

in beeld word<strong>en</strong> gebracht. In e<strong>en</strong> tweetalige situatie moet het taalniveau van de<br />

kinder<strong>en</strong> in beide tal<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingeschat, alvor<strong>en</strong>s conclusies kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

getrokk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> achterblijv<strong>en</strong>de taalontwikkeling.<br />

- Tweetalig model. Bij het tweetalig model zal gestreefd word<strong>en</strong> naar de<br />

implem<strong>en</strong>tatie van de zog<strong>en</strong>aamde ‘taal volgt persoon’ strategie. De <strong>en</strong>e leid(st)er<br />

krijgt de taalopdracht Nederlands; de andere <strong>Fries</strong>. Voor jonge kinder<strong>en</strong> lijkt hiermee<br />

de beste taalscheiding te word<strong>en</strong> gerealiseerd.<br />

- Didactisch materiaal. Alle drie modell<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweetalige situatie. In<br />

e<strong>en</strong> tweetalige situatie is het belangrijk dat voldo<strong>en</strong>de Nederlands, maar ook <strong>Fries</strong>talig<br />

materiaal voor leid(st)ers <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> beschikbaar is. Bij <strong>Fries</strong>talig materiaal voor<br />

kinder<strong>en</strong> is teg<strong>en</strong>woordig aandacht voor <strong>Fries</strong>talige spelletjes voor op de computer<br />

ge<strong>en</strong> onoverbodige luxe meer. De mogelijkhed<strong>en</strong> van dit medium voor<br />

taalontwikkeling in de voorschoolse periode zijn nog onvoldo<strong>en</strong>de onderzocht <strong>en</strong> onder<br />

de aandacht gebracht. Het materiaal dat wordt gebruikt moet van voldo<strong>en</strong>de kwaliteit<br />

zijn.<br />

- Plaatsingsbeleid. Indi<strong>en</strong> instelling<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> met groep<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de<br />

taalprogramma’s, zal de plaatsing zoveel mogelijk moet<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> op basis van de<br />

voorkeur van de ouders. Het is belangrijk ouders goed te informer<strong>en</strong> over het hoe <strong>en</strong><br />

waarom van de verschill<strong>en</strong>de programma’s. E<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerd aanbod in<br />

taalprogramma’s kan bijdrag<strong>en</strong> aan de concurr<strong>en</strong>tiepositie van de instelling.<br />

- Ouderparticipatie. Beslot<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> op welke wijze de ouders het best<br />

betrokk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij de taalontwikkeling van de kinder<strong>en</strong>. Het kan nodig zijn<br />

hiervoor e<strong>en</strong> ouderprogramma aan te gaan bied<strong>en</strong>. Hierbij kan gedacht word<strong>en</strong> aan<br />

het organiser<strong>en</strong> van ouderavond<strong>en</strong> over taalontwikkeling. Het aanbied<strong>en</strong> van <strong>Fries</strong>talig<br />

materiaal aan ouders.<br />

35


Het in sam<strong>en</strong>werking met onder andere de Afûk faciliter<strong>en</strong> van cursuss<strong>en</strong> <strong>Fries</strong> voor<br />

ouders van de geplaatste kinder<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het informer<strong>en</strong> over <strong>Fries</strong>e culturele activiteit<strong>en</strong><br />

is ook e<strong>en</strong> mogelijkheid om Nederlandstalige ouders meer bij de <strong>Fries</strong>e taal <strong>en</strong> cultuur<br />

te betrekk<strong>en</strong>.<br />

- Personeelsbeleid. Voor het kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goed taalbeleid is het<br />

belangrijk dat alle leid(st)ers in voorschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zowel het <strong>Fries</strong> als het<br />

Nederlands t<strong>en</strong>minste kunn<strong>en</strong> verstaan <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. Hiervoor is e<strong>en</strong> actief wervings- <strong>en</strong><br />

scholingsbeleid nodig. Het is te verwacht<strong>en</strong> dat als bewust met taalmodell<strong>en</strong> wordt<br />

gewerkt, veel personeel zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bijgeschoold.<br />

- Sam<strong>en</strong>werking met onderwijs. De voorschoolse respectering <strong>en</strong> stimulering van<br />

het <strong>Fries</strong> kan alle<strong>en</strong> op langere termijn effect hebb<strong>en</strong>, als ook in het basisonderwijs<br />

voldo<strong>en</strong>de aandacht wordt besteed aan de doorgaande lijn. Er wordt dan ook<br />

geadviseerd waar mogelijk sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong> met het lokale onderwijs, zodat voor de<br />

kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zo goed mogelijk aansluit<strong>en</strong>de ‘leerlijn’ kan word<strong>en</strong> gerealiseerd. Te<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt aan afsprak<strong>en</strong> over het taalaanbod in de eerste twee groep<strong>en</strong> van het<br />

basisonderwijs, <strong>en</strong> aan afsprak<strong>en</strong> over de overdracht van kindgegev<strong>en</strong>s.<br />

4.2 Onderwijs<br />

Het basisonderwijs.<br />

Vergelek<strong>en</strong> met de voorschoolse educatieve programma’s die in het buit<strong>en</strong>land voor<br />

kinder<strong>en</strong> vanaf 3 jaar beschikbaar zijn biedt het bezoek van e<strong>en</strong> peuterspeelzaal of<br />

kinderdagverblijf in de Nederlandse situatie waarschijnlijk maar e<strong>en</strong> beperkte taalimpuls.<br />

Zonder continuering <strong>en</strong> int<strong>en</strong>sivering van deze stimulering in het basisonderwijs zal het<br />

effect van de voorschoolse programma’s op de taalontwikkeling snel verdwijn<strong>en</strong>. Gepleit<br />

wordt voor e<strong>en</strong> realistische didactische taalleerlijn vanaf de voorschoolse periode, waarin<br />

substantieel aandacht is voor de ontwikkeling van het <strong>Fries</strong>.<br />

Het vervolgonderwijs. Gezi<strong>en</strong> het belang van e<strong>en</strong> goede beheersing van het Nederlands<br />

voor alle kinder<strong>en</strong> is de verwachting dat bij het verlat<strong>en</strong> van het basisonderwijs de meeste<br />

kinder<strong>en</strong> het <strong>Fries</strong> nog niet goed zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Daarnaast moet rek<strong>en</strong>ing<br />

gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met tuss<strong>en</strong>tijdse instroom van jeugdig<strong>en</strong> met NT1 uit niet-<strong>Fries</strong>talige<br />

gebied<strong>en</strong>. Deze jeugdig<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gemiddeld 7 jaar nodig om het <strong>Fries</strong> ev<strong>en</strong>goed te<br />

beheers<strong>en</strong> als het Nederlands. Het vervolgonderwijs staat voor de uitdaging de <strong>Fries</strong>e<br />

jeugd te <strong>en</strong>thousiasmer<strong>en</strong> voor het verder opvoer<strong>en</strong> van het taalvaardigheidsniveau in de<br />

<strong>Fries</strong>e taal. Dit kan via het gev<strong>en</strong> van het vak ‘<strong>Fries</strong>e taal <strong>en</strong> cultuur’. Daarnaast kan zoals<br />

uit deze notitie blijkt ook gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het <strong>Fries</strong> bij het gev<strong>en</strong> van andere vakk<strong>en</strong><br />

als instructietaal te gaan gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> als voertaal in de groep toe te staan, zodat ook<br />

praktisch meer met het <strong>Fries</strong> kan word<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>d. Te verwacht<strong>en</strong> is dat bij e<strong>en</strong> deel van<br />

de doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> behoefte aan bij- <strong>en</strong> nascholing op het gebied van de <strong>Fries</strong>e taal <strong>en</strong><br />

cultuur zal ontstaan.<br />

Het beroepsonderwijs. Om organisaties in staat te stell<strong>en</strong> de gevraagde didactische<br />

modell<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong> is het in alle situaties nodig dat de groepsleid(st)ers ook het <strong>Fries</strong><br />

verstaan, kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> liefst ook kunn<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Groepsleid(st)ers zull<strong>en</strong> ook in<br />

de <strong>Fries</strong>e taal aan e<strong>en</strong> minimale objectieve norm moet<strong>en</strong> gaan voldo<strong>en</strong>. Deze norm heeft<br />

zowel betrekking op het niveau van <strong>Fries</strong>e taalbeheersing, als op de methodiekbeheersing<br />

voor het aanbied<strong>en</strong> van taal in e<strong>en</strong> meertalige situatie. Daarnaast zull<strong>en</strong> ook de andere<br />

beroepsgroep<strong>en</strong> die met deze leeftijdsgroep<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

(bij)geschoold op de specifieke tweetalige situatie in <strong>Fryslân</strong>. Het betreft specifieke<br />

aandachtspunt<strong>en</strong> voor voorlichting<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wellicht zelfs het gebruik van specifiek<br />

instrum<strong>en</strong>tarium voor het volg<strong>en</strong>, scre<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> de diagnostiek op het gebied van<br />

taalontwikkeling. Dit biedt e<strong>en</strong> nieuwe uitdaging aan de ROC’s, de HBO <strong>en</strong> WO opleiding<strong>en</strong><br />

in <strong>Fryslân</strong> <strong>en</strong> Groning<strong>en</strong>. De bestaande programma’s zull<strong>en</strong> op de specifieke w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor<br />

het <strong>Fries</strong>e werkveld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorgelicht.<br />

36


Waar het heel specifieke zak<strong>en</strong> betreft zull<strong>en</strong> ‘keuzemodules’ moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegevoegd,<br />

die voor het werk<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong> wel degelijk vereist gaan word<strong>en</strong>. Er zull<strong>en</strong> ook<br />

nascholingstraject<strong>en</strong> voor de diverse beroepsgroep<strong>en</strong> beschikbaar moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. In de<br />

sector kinderopvang is geconstateerd dat met name de oudere groepsleid(st)ers het <strong>Fries</strong><br />

zegg<strong>en</strong> te beheers<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat in ieder geval e<strong>en</strong> bijscholing voor de jongere<br />

groepsleid(st)ers moet word<strong>en</strong> georganiseerd, alsmede voor e<strong>en</strong> deel van de leidsters die<br />

niet zull<strong>en</strong> gaan voldo<strong>en</strong> aan de objectief vast te stell<strong>en</strong> norm<strong>en</strong>. Deze zak<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in het<br />

hierbov<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde project e<strong>en</strong> plaats moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>.<br />

4.3 Overhed<strong>en</strong><br />

Overhed<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke faciliter<strong>en</strong>de rol bij het tot stand kom<strong>en</strong> van goede<br />

voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Nederland bevindt zich in e<strong>en</strong> proces van toegroei<strong>en</strong> naar meer Europese<br />

e<strong>en</strong>heid. De beleidsafstand tuss<strong>en</strong> Europees beleid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te als Tytjerksteradiel is<br />

erg groot. Taal <strong>en</strong> cultuur rak<strong>en</strong> de id<strong>en</strong>titeit van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Nederland heeft vooral kans<strong>en</strong><br />

als k<strong>en</strong>niseconomie. Daarmee wordt e<strong>en</strong> goed onderwijs voor haar inwoners van groot<br />

belang. De rol <strong>en</strong> inzet van goed sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>de overhed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in deze situatie voor<br />

de plaatselijke bevolking van groot belang. Hieronder volg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal relevante<br />

aandachtspunt<strong>en</strong> voor deze gezam<strong>en</strong>lijke regie.<br />

4.3.1 Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

- Integraal jeugdbeleid. Het is e<strong>en</strong> uitdaging voor geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />

breed sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d jeugdbeleid, waarin e<strong>en</strong> expliciet <strong>en</strong> onderbouwd taalbeleid voor<br />

de voorschoolse periode is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Bij het uitwerk<strong>en</strong> van het taalbeleid naar het<br />

plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> beschikbaar stell<strong>en</strong> van taalprogramma’s in voorschoolse kinderc<strong>en</strong>tra zou<br />

rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met bevolkingsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Hiervoor zou goed<br />

sam<strong>en</strong>gewerkt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met de jeugdgezondheidszorg, die contact heeft met de<br />

meeste gezinn<strong>en</strong> met jonge kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> scre<strong>en</strong>ingstak<strong>en</strong> heeft op het gebied van<br />

taalontwikkeling. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan gebruik gemaakt word<strong>en</strong> van toekomstsc<strong>en</strong>ario’s,<br />

zodat tijdig ingespeeld kan word<strong>en</strong> op verandering<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>stelling van de<br />

bevolking in e<strong>en</strong> bepaald gebied.<br />

- Regiefunctie geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Vanuit de verantwoordelijkheid voor het lokale<br />

jeugdbeleid is de geme<strong>en</strong>te het best in de positie om de lokale behoeft<strong>en</strong> aan<br />

programma’s, materiaal <strong>en</strong> deskundigheidsbevordering in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Van de<br />

geme<strong>en</strong>te mag word<strong>en</strong> verwacht dat zij voor het werkveld relevante wet- <strong>en</strong><br />

regelgeving overziet <strong>en</strong> relevante aandachtspunt<strong>en</strong> voor de meertalige <strong>Fries</strong>e situatie<br />

met betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>, zoals betrokk<strong>en</strong> organisaties, Provincie <strong>Fryslân</strong> <strong>en</strong> het Rijk<br />

(VNG) communiceert. E<strong>en</strong> voorbeeld in dit kader zijn de ontwikkeling<strong>en</strong> op het gebied<br />

van GOA-beleid, de Wet Collectieve Prev<strong>en</strong>tie Volksgezondheid <strong>en</strong> de Wet<br />

Basisvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Kinderopvang. Het scre<strong>en</strong><strong>en</strong> op taalontwikkeling zal in de <strong>Fries</strong>e<br />

situatie specifieke aandachtspunt<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Ook het invoer<strong>en</strong> van VVEprogramma’s<br />

als ‘Piramide’, zal in <strong>Fryslân</strong> niet vanzelfsprek<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> oplossing zijn voor<br />

landelijk gesignaleerde achterstandsproblematiek bij met name allochton<strong>en</strong>. Bij de<br />

invoering van de Wet Basisvoorzi<strong>en</strong>ing Kinderopvang krijgt de geme<strong>en</strong>te waarschijnlijk<br />

de verantwoordelijkheid voor het handhav<strong>en</strong> van de kwaliteit in de<br />

dagopvangvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Ook op het gebied van taal zal de kwaliteit op de werkvloer<br />

getoetst moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan de afsprak<strong>en</strong> die gemaakt zijn tuss<strong>en</strong> Rijk <strong>en</strong> provincie<br />

<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> provincie <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Aanvull<strong>en</strong>d op de landelijke kwaliteitseis<strong>en</strong> kan<br />

gewerkt word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> toetsingsinstrum<strong>en</strong>t voor de kwaliteit van het taalbeleid.<br />

Hiervoor is e<strong>en</strong> concept voor e<strong>en</strong> ‘certificeringsinstrum<strong>en</strong>t 60 ’ klaar. In de kom<strong>en</strong>de<br />

jar<strong>en</strong> zou dit model – in sam<strong>en</strong>werking met organisaties <strong>en</strong> provincie - getoetst <strong>en</strong><br />

geperfectioneerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

60 Van Alt<strong>en</strong> A., Santema S., Zylstra A. (sept. 2003) “Fernijd KFyB” (Kwaliteitsramt Frysk yn ‘e Berne-opfang),<br />

foar de Feri<strong>en</strong>ing Frysktalige Berne-Opfang, konsept. Fer. FBO, Ljouwert.<br />

37


Op landelijk niveau zal aandacht gevraagd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor de specifieke situatie<br />

in <strong>Fryslân</strong> bij het vaststell<strong>en</strong> van procedures <strong>en</strong> criteria voor toeleiding naar speciaal<br />

onderwijs.<br />

- Spreiding van de beschikbare taalprogramma’s. Waar mogelijk zou iedere ouder<br />

moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> programma dat optimaal bijdraagt aan de tweetalige<br />

ontwikkeling van zijn/haar kind. Ook moet er aandacht zijn voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

bedreigde taalontwikkeling. Dat betek<strong>en</strong>t dat er in de grotere kinderc<strong>en</strong>tra<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> tot differ<strong>en</strong>tiatie zijn. Met het oog op laagdrempeligheid <strong>en</strong><br />

toegankelijkheid, zal in de kleine kern<strong>en</strong> gezocht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar pass<strong>en</strong>de<br />

programma’s. Verder kan e<strong>en</strong> goed spreidingsbeleid de differ<strong>en</strong>tiatiemogelijkhed<strong>en</strong><br />

vergrot<strong>en</strong>. Dit kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over de geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>s moet<strong>en</strong> gaan<br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, zodat ouders in e<strong>en</strong> plattelandsgebied ook echt kunn<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

pass<strong>en</strong>de kinderc<strong>en</strong>trum. Dit vraagt van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />

- Meer regionale sam<strong>en</strong>werking. We moet<strong>en</strong> ons realiser<strong>en</strong> dat invoering van e<strong>en</strong><br />

kwalitatief goed tweetalig model, van e<strong>en</strong> friestalig model, <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goede opvang<br />

van kinder<strong>en</strong> met risico’s voor de ontwikkeling meer vraagt van de professionalisering<br />

van voorschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Dit kan tot prijsverhoging van die peuterspeelzaal <strong>en</strong><br />

misschi<strong>en</strong> ook van de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor dagopvang leid<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goed afgewog<strong>en</strong><br />

spreidingsbeleid, aansluit<strong>en</strong>d bij bevolkingsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, kan die kost<strong>en</strong> beheersbaar<br />

houd<strong>en</strong>.Voor e<strong>en</strong> succesvolle implem<strong>en</strong>tatie moet e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander voor zowel geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

als ouders immers wel betaalbaar blijv<strong>en</strong>. Deze w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op het gebied van<br />

beschikbaarheid <strong>en</strong> toegankelijkheid vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitdaging voor het geme<strong>en</strong>telijke<br />

beleid.<br />

4.3.2 Provincie<br />

- Afstemming met de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De provincie heeft e<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>de taak op<br />

het gebied van welzijn <strong>en</strong> e<strong>en</strong> regietaak op het gebied van zorg. Daarvoor is nauwe<br />

sam<strong>en</strong>werking met de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van groot belang. Er is onderk<strong>en</strong>d dat de<br />

voorschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ondersteuning nodig hebb<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong> bewust taalbeleid<br />

te kom<strong>en</strong>. Bij dit keuze- <strong>en</strong> besluitvormingsproces wordt mom<strong>en</strong>teel ondersteuning<br />

gebod<strong>en</strong> door het ‘Sintrum Frysktalige Berne-opfang’. Vanuit ’t Sintrum Frysktalige<br />

Berneopfang 61 moet<strong>en</strong> er tuss<strong>en</strong> 2003 <strong>en</strong> 2007 jaarlijks 10 groep<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>Fries</strong>- of<br />

tweetalig programma in peuterspeelzal<strong>en</strong> of dagverblijv<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

inv<strong>en</strong>tarisatie aan het eind van de jar<strong>en</strong> ’90 zijn circa 230 peuterspeelzal<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

kinderdagverblijv<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong> beschikbaar. In die periode speelde ook de<br />

uitbreidingsoperatie voor de dagopvangvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> simpel rek<strong>en</strong>sommetje<br />

leert, dat 4 jaar niet voldo<strong>en</strong>de zal zijn om over de hele provincie e<strong>en</strong> goed taalbeleid<br />

geïmplem<strong>en</strong>teerd te krijg<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is er voor de voorschoolse periode nog<br />

behoefte aan <strong>Fries</strong>talig materiaal vastgesteld. Het betreft onder andere algeme<strong>en</strong><br />

didactisch materiaal, specifiek didactisch materiaal pass<strong>en</strong>d bij landelijk ontwikkelde<br />

educatieve method<strong>en</strong> (Piramide, Kaleidoscoop), geschikt materiaal voor het volg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

scre<strong>en</strong><strong>en</strong> van de taalontwikkeling van <strong>Fries</strong>- <strong>en</strong> tweetalige kinder<strong>en</strong>, onderwijsmodules<br />

voor de beroepsgerichte ROC’s <strong>en</strong> HBO-instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed voorlichtingsmateriaal<br />

voor ouders. In steeds meer gezinn<strong>en</strong> is de computer inmiddels ingeburgerd. Naast<br />

vertrouwde media, zoals boek<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluids- <strong>en</strong> beelddragers is het van belang te gaan<br />

inspel<strong>en</strong> op de mogelijkhed<strong>en</strong> die computerspelletjes bied<strong>en</strong> voor het ontwikkel<strong>en</strong> van<br />

tweetaligheid. Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d is er nog veel werk aan de winkel. Geadviseerd wordt<br />

hiervoor – in sam<strong>en</strong>werking met de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> - e<strong>en</strong> goed uitgewerkt <strong>en</strong> gericht<br />

projectplan – in sam<strong>en</strong>werking met geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> – te mak<strong>en</strong>, waarin de<br />

verantwoordelijkheid van alle betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> duidelijk wordt uitgewerkt. Het<br />

projectplan zou telk<strong>en</strong>s voor e<strong>en</strong> periode van 4 jaar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgewerkt. E<strong>en</strong> in<br />

te stell<strong>en</strong> provinciale adviesgroep met duidelijke opdracht zou de provincie daarbij<br />

kunn<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>.<br />

61 Sam<strong>en</strong>werkingsproject van Stifting Pjutteboartersplak <strong>en</strong> stichting Partoer.<br />

38


- Provinciale regie. Van de provincie wordt verwacht dat zij met het Rijk afsprak<strong>en</strong><br />

kan mak<strong>en</strong> over de wijze waarop de minderheidstal<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong> word<strong>en</strong><br />

gerespecteerd, c.q. gestimuleerd. Concreet is voor de voorschoolse periode in dat<br />

kader afstemming nodig met landelijke regelgeving op het gebied van onderwijs<br />

(GOA, WPO, WVO, REC’s), welzijn, kinderdagopvang (Wet Basisvoorzi<strong>en</strong>ing<br />

Kinderopvang, WBK), Wet op de Jeugdzorg, gezondheidsbeleid (WCPV) <strong>en</strong> beleid<br />

gericht op pedagogische, psychologische, medische 62 <strong>en</strong> paramedische<br />

63 beroepsopleiding<strong>en</strong>.<br />

Ook wetgeving bedoeld voor zorg aan gehandicapt<strong>en</strong> moet in de gat<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong> op consequ<strong>en</strong>ties die deze wetgeving kan hebb<strong>en</strong> voor taalaspect<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ontwikkeling van taal bij kinder<strong>en</strong> in voorschoolse voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> punt van<br />

aandacht is nog de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> zorg. Met name voor jonge<br />

kinder<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> integraal taal- <strong>en</strong> spraakprotocol e<strong>en</strong> belangrijk instrum<strong>en</strong>t om alle<br />

kinder<strong>en</strong> dezelfde kans<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong>. Het landelijke taal- <strong>en</strong> spraakprotocol is met name<br />

gericht op de audiologische c<strong>en</strong>tra. In Fryslan is sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> het audiologisch<br />

c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> de jeugdgezondheidszorg. E<strong>en</strong> integraal <strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>d taal-<strong>en</strong> spraakprotocol<br />

overziet vanuit het perspectief van het kind echter het brede perspectief van<br />

beschikbare traject<strong>en</strong> <strong>en</strong> biedt daarvoor de goede wegwijzer, pass<strong>en</strong>d bij het kind.<br />

Voor iedere beroepsgroep die met deze leeftijdsgroep in aanraking komt, maar ook<br />

voor ouders zelf, zou deze wegwijzer toegankelijk moet<strong>en</strong> zijn.<br />

4.3.3 Rijk<br />

In het algeme<strong>en</strong> mag van het Rijk zichtbare aandacht verwacht word<strong>en</strong> voor de<br />

specifieke situatie in gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> minderheidstaal. Die zichtbare aandacht laat<br />

zich vertal<strong>en</strong> in de aandacht die hieraan wordt besteed in (het proces voor het<br />

ontwerp<strong>en</strong> van) landelijke wet- <strong>en</strong> regelgeving <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> in de adviesrol naar<br />

Europese wetgeving anderzijds. E<strong>en</strong> goede sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> Rijk <strong>en</strong> Provincie is<br />

hiervoor van groot belang. Op korte termijn vraagt vooral het GOA-beleid, de<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> in het kader van de Wet Collectieve Prev<strong>en</strong>tie Volksgezondheid <strong>en</strong> de<br />

Wet Basisvoorzi<strong>en</strong>ing Kinderopvang aandacht. Ook wordt mom<strong>en</strong>teel landelijk de<br />

positie van de peuterspeelzaal bekek<strong>en</strong>. Blijft het peuterspeelzaalwerk vall<strong>en</strong> onder de<br />

Welzijnswet <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dan via e<strong>en</strong> subsidieverordering verantwoordelijk<br />

voor de kwaliteit van de peuterspeelzal<strong>en</strong>? Komt er e<strong>en</strong> Algem<strong>en</strong>e Maatregel van<br />

Bestuur die de kwaliteit van peuterspeelzal<strong>en</strong> moet gaan regel<strong>en</strong>? Het zijn vrag<strong>en</strong> die<br />

direct gevolg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor de mogelijkhed<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> tweetalig beleid in de<br />

voorschoolse periode te voer<strong>en</strong>.<br />

4.4 Onderzoek<br />

- Didactisch materiaal. Er is onvoldo<strong>en</strong>de zicht op de leemt<strong>en</strong> die er nog zijn op het<br />

gebied van didactisch materiaal voor de ontwikkeling, scre<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> diagnostiek van<br />

<strong>Fries</strong>taligheid. Met name ook de mogelijkhed<strong>en</strong> van computergebruik in de<br />

voorschoolse periode zijn nog onbek<strong>en</strong>d terrein. Middels onderzoek zou dit beter in<br />

beeld gebracht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zodat ontwikkeling<strong>en</strong> gericht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangestuurd.<br />

- De <strong>Fries</strong>e gegev<strong>en</strong>s op het gebied van taalbeleid in de voorschoolse periode<br />

dater<strong>en</strong> van het jaar 1999/2000. Na die periode is veel gebeurd. D<strong>en</strong>k aan de effect<strong>en</strong><br />

van de stimuleringsmaatregel<strong>en</strong> kinderopvang, de voorbereiding<strong>en</strong> op de WBK, de<br />

VVE-regeling <strong>en</strong> het GOA-beleid.<br />

62<br />

Jeugdarts<strong>en</strong>, huisarts<strong>en</strong>, kinderarts<strong>en</strong>; verpleegkundig<strong>en</strong> in de JGZ.<br />

63<br />

D<strong>en</strong>k aan logopedist<strong>en</strong>.<br />

39


Aanbevol<strong>en</strong> wordt alvor<strong>en</strong>s deze didactische modell<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> breed project gericht te<br />

gaan implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde ‘nul-meting’ in de betrokk<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit te<br />

zett<strong>en</strong>, zodat de effect<strong>en</strong> van het project beter in beeld gebracht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

- Tot slot is het w<strong>en</strong>selijk om tot e<strong>en</strong> betere wet<strong>en</strong>schappelijke onderbouwing van de<br />

effectiviteit van taalprogramma’s op de tweetalige ontwikkeling van (jonge)<br />

kinder<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Gepleit wordt voor longitudinaal onderzoek van kinder<strong>en</strong>, omdat<br />

anders teveel ruis in de interpretatie van gegev<strong>en</strong>s kan ontstaan. Resultat<strong>en</strong> uit<br />

buit<strong>en</strong>lands onderzoek gev<strong>en</strong> wel indrukk<strong>en</strong>, maar kunn<strong>en</strong> door de verschill<strong>en</strong> in<br />

taalsituaties niet zonder meer in Nederland word<strong>en</strong> gebruikt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong> op<br />

internationaal niveau gegev<strong>en</strong>s over taalstimulering in meertalige situaties bij erg<br />

jonge kinder<strong>en</strong>. De meeste bek<strong>en</strong>de buit<strong>en</strong>landse onderzoek<strong>en</strong> op het gebied bij de Ná<br />

Naíonrai, kijk<strong>en</strong> naar wat voor hun de voorschoolse periode is. Het betreft dan<br />

kinder<strong>en</strong> vanaf 3 jaar.<br />

Met de voorschoolse periode in Nederland wordt echter bedoeld, de opvang van jonge<br />

kinder<strong>en</strong> in de leeftijd van 0-4 jaar in de daarvoor beschikbare voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, zoals:<br />

kinderdagverblijv<strong>en</strong>, peuterspeelzal<strong>en</strong>, gastoudergezinn<strong>en</strong>, kinderdagc<strong>en</strong>tra (kdc of<br />

odc), Medisch Kleuterdagverblijv<strong>en</strong> (MKD), of Regionale Expertise C<strong>en</strong>tra (REC’s). Om<br />

verantwoord taalbeleid te mak<strong>en</strong> zal wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek in de eig<strong>en</strong> <strong>Fries</strong>e<br />

situatie moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd. Het signaler<strong>en</strong> van taalachterstand<strong>en</strong> zal daar<br />

onderdeel van moet<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> positief nev<strong>en</strong>effect van dit onderzoek is dat het<br />

zal bijdrag<strong>en</strong> aan de internationale k<strong>en</strong>nisvorming met betrekking tot twee- <strong>en</strong><br />

meertalige ontwikkeling.<br />

40


Bijlage 1 Definitielijst<br />

Kinder<strong>en</strong> Jeugdig<strong>en</strong> in de leeftijd van 0 tot 13 jaar.<br />

Kinderc<strong>en</strong>trum: E<strong>en</strong> ruimte waar tegelijkertijd vijf of meer kinder<strong>en</strong> onder<br />

leiding van 1 of meer beroepskracht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of e<strong>en</strong><br />

educatief programma volg<strong>en</strong>.<br />

Jeugdig<strong>en</strong> Algem<strong>en</strong>e aanduiding voor kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>.<br />

Jonger<strong>en</strong> In deze notitie wordt bedoeld de jeugdig<strong>en</strong> in de leeftijd van<br />

12-25 jaar.<br />

MKD Medisch Kleuterdagverblijf. Voorzi<strong>en</strong>ing voor dagbehandeling in het<br />

kader van geïndiceerde jeugdzorg.<br />

KDC Voorzi<strong>en</strong>ing voor dagbehandeling <strong>en</strong> opvang van ernstig verstandelijk<br />

<strong>en</strong> meervoudig gehandicapt<strong>en</strong><br />

REC’s Onderwijsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in het kader van de Wet op de Expertise<br />

C<strong>en</strong>tra.<br />

41


Bijlage 2 Concretisering planning taalaanbod<br />

In de didactische modell<strong>en</strong> wordt voorgesteld te gaan werk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ‘taalkaart’ <strong>en</strong> om<br />

het aanbod af te stemm<strong>en</strong> op het taalniveau van de kinder<strong>en</strong> in de tal<strong>en</strong> waarmee het kind<br />

opgroeit. In de praktijk zull<strong>en</strong> dat hooguit de Nederlandse <strong>en</strong> <strong>Fries</strong>e taal zijn, omdat niet<br />

verwacht kan word<strong>en</strong> dat groepsleid(st)ers e<strong>en</strong> inschatting kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> van het<br />

taalniveau van al de mogelijke moedertal<strong>en</strong> die de geplaatste kinder<strong>en</strong> thuis sprek<strong>en</strong>.<br />

Hier zal e<strong>en</strong> praktische uitwerking gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor deze werkwijze.<br />

A. Het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taalkaart.<br />

Vraag bij de aanmelding de ouder(s) naar de tal<strong>en</strong> die thuis met het kind gesprok<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> het kind e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk deel van de tijd op e<strong>en</strong> opvangadres verblijft,<br />

vraag dan ook naar de taal waarmee het kind daar wordt opgevoed. Vraag voor elke taal<br />

of het kind minder goed, ev<strong>en</strong> goed of beter dan leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> deze taal beheerst. Schrijf<br />

dat op het aanmeldingsformulier. Vraag of er op het consultatiebureau naar de<br />

taalontwikkeling is gekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat daar de bevinding<strong>en</strong> war<strong>en</strong> van de jeugdarts. Schrijf<br />

die gegev<strong>en</strong>s ook op het aanmeldingsformulier.<br />

Gebruik deze gegev<strong>en</strong>s uit de aanmeldingsformulier<strong>en</strong> voor het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taalkaart.<br />

Zie daarvoor het hieronder afgebeelde figuur. Deze figuur bevat 16 ‘taartstukk<strong>en</strong>’. stelt<br />

e<strong>en</strong> kind voor. Zodra de groepssam<strong>en</strong>stelling wijzigt, maar t<strong>en</strong>minste 2 x per jaar in<br />

september <strong>en</strong> januari, wordt deze taalkaart ingekleurd. Neem voor iedere taal uit de<br />

aanmeldingsformulier<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kleur. Vul de kleur <strong>en</strong> de taal die erbij hoort op de taalkaart<br />

in. Kleur bij ieder kind in het vakje met de pass<strong>en</strong>de kleur de moedertaal in. Wordt het<br />

kind door de ouders twee of drietalig ingevuld, kleur dan het vakje in 2 of 3 kleur<strong>en</strong> in. Zet<br />

in de brede kant van het taartstuk er de cijfers 1 (moedertaal),<br />

2 (tweede taal) <strong>en</strong> wellicht zelfs 3 (derde taal) bij. Als alle kinder<strong>en</strong> zijn ingekleurd kun je<br />

in de cirkel zi<strong>en</strong> hoe groot het deel van de kinder<strong>en</strong> is dat Nederlandstalig, <strong>Fries</strong>talig <strong>en</strong>/of<br />

anderstalig is. Met de aanduiding<strong>en</strong> v (oldo<strong>en</strong>de), t(wijfelachtig) <strong>en</strong> o(nvoldo<strong>en</strong>de) kun je<br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in het zwart nog aangev<strong>en</strong> bij hoeveel kinder<strong>en</strong> het taalniveau voldo<strong>en</strong>de is of<br />

extra aandacht vraagt.<br />

B. Aansluit<strong>en</strong> bij het taalniveau van de kinder<strong>en</strong>.<br />

De gegev<strong>en</strong>s op het aanmeldingsformulier word<strong>en</strong> overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het kinddossier van<br />

het kindvolgsysteem. Met behulp van de beschikbare hulpmiddel<strong>en</strong> voor het volg<strong>en</strong><br />

van de taalontwikkeling kunn<strong>en</strong> 2x per jaar de vordering<strong>en</strong> van het taalgebruik in het<br />

kinderc<strong>en</strong>trum word<strong>en</strong> gevolgd. Uiteraard wordt vooral aandacht besteed aan de tal<strong>en</strong><br />

die in het kinderc<strong>en</strong>trum word<strong>en</strong> gestimuleerd. In overleg met de ouders word<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>tueel de gegev<strong>en</strong>s over de taal g<strong>en</strong>oteerd waar in het c<strong>en</strong>trum ge<strong>en</strong> aandacht<br />

voor is.Indi<strong>en</strong> er zorg<strong>en</strong> over de taalontwikkeling zijn kan hiervoor ook word<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>gewerkt met het consultatiebureau, mits de ouders daarvoor toestemming<br />

hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.<br />

42


Er zijn diverse hulpmiddel<strong>en</strong> voor de observatie <strong>en</strong> het toets<strong>en</strong> van de<br />

taalontwikkeling Nederlands beschikbaar. Dergelijke instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> specifiek gericht op<br />

het <strong>Fries</strong> ontbrek<strong>en</strong> nog. Toch is het voor het vaststell<strong>en</strong> van ECHTE taalachterstand<br />

belangrijk het niveau van beide tal<strong>en</strong> in te schatt<strong>en</strong>. De e<strong>en</strong>voudigste <strong>en</strong> snelste<br />

oplossing is waarschijnlijk het vertal<strong>en</strong> van de woord<strong>en</strong>lijst van PRAVOO naar het <strong>Fries</strong>.<br />

De daar aanbevol<strong>en</strong> werkwijze maakt het inschatt<strong>en</strong> van functionele taal op jonge<br />

leeftijd goed mogelijk. De werkwijze van het CITO peutervolgsysteem om via het<br />

‘toets<strong>en</strong>’ het taalniveau in beeld te krijg<strong>en</strong> roept voor toepassing bij heel jonge<br />

kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal kritische vrag<strong>en</strong> op.<br />

Op grond van het onder A. g<strong>en</strong>oemde overzicht van taalniveaus <strong>en</strong> het gekoz<strong>en</strong><br />

didactische model, kunn<strong>en</strong> de taalactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wijze waarop de kinder<strong>en</strong><br />

individueel word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> of gestimuleerd word<strong>en</strong> ingepland.<br />

43


Bijlage 3 Voorbeeld<strong>en</strong> dagprogramma in kinderdagverblijf <strong>en</strong> peuterspeelzaal<br />

Dagprogramma<br />

kinderdagverblijf<br />

07.30 – 09.00 Br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong><br />

Vrij spel<strong>en</strong><br />

ca. 09.30 Fruit et<strong>en</strong> <strong>en</strong> sap drink<strong>en</strong><br />

Liedjes/verhaaltjes<br />

Verschon<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong><br />

Waar nodig: slap<strong>en</strong><br />

09.45 – 11.30 Vrij spel<strong>en</strong><br />

Knutsel<strong>en</strong><br />

Buit<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> of<br />

wandel<strong>en</strong><br />

11.30 – 12.00 Broodmaaltijd<br />

Tand<strong>en</strong> poets<strong>en</strong>/verschon<strong>en</strong><br />

12.15 Hal<strong>en</strong> <strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van<br />

kinder<strong>en</strong><br />

13.00 Rest spel<strong>en</strong>/knutsel<strong>en</strong><br />

Thee drink<strong>en</strong>/voorlez<strong>en</strong><br />

Verschon<strong>en</strong>/plass<strong>en</strong><br />

14.30 – 16.00 Spel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> of buit<strong>en</strong><br />

Knutsel<strong>en</strong><br />

vanaf 16.30 Hal<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong><br />

44<br />

Dagprogramma<br />

peuterspeelzaal<br />

08.30 – 08.45 Br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van peuters<br />

Vrij spel<strong>en</strong><br />

09.15 Activiteit<strong>en</strong> in de kring<br />

(voorlez<strong>en</strong>, zing<strong>en</strong>,<br />

muziek mak<strong>en</strong>)<br />

09.30 Knutselactiviteit aan de<br />

tafels.<br />

Klaar: dan vrij spel<br />

10.00 Fruithap et<strong>en</strong>, gevolgd<br />

door verschon<strong>en</strong>/<br />

plass<strong>en</strong><br />

10.30 Buit<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>, of<br />

activiteit binn<strong>en</strong> (spel <strong>en</strong><br />

beweging)<br />

11.00 – 11.15 Peuters word<strong>en</strong> gehaald<br />

Dit programma herhaalt zich in het<br />

middagdeel. Het middagdeel kan iets<br />

korter zijn. Dan wordt vaak het buit<strong>en</strong>-<br />

spel<strong>en</strong> aan het eind wat korter gemaakt.


Bijlage 4<br />

Tradisjonele tal<strong>en</strong> <strong>en</strong> streektal<strong>en</strong><br />

yn <strong>Fryslân</strong><br />

Frysk<br />

Boarne RND, 1955<br />

Frysk/Hollânske streektal<strong>en</strong><br />

Saksyske streektal<strong>en</strong><br />

Frysk prate <strong>en</strong> ferstean kinne<br />

prate ferstean<br />

25 - 49% 65 - 84%<br />

50 - 75% 85 - 95%<br />

> 75% > 95%<br />

<strong>Fryslân</strong>: 74% 94%<br />

provinsjegrins<br />

Boarne<br />

Taal yn <strong>Fryslân</strong>, 1980 / 1994<br />

Harns<br />

Skylge<br />

Midslands<br />

Westers<br />

Harlings<br />

Hylpers<br />

Stavers<br />

Boalsert<br />

Aasters<br />

Franekers<br />

Bolswarders<br />

It Bilt<br />

Frj<strong>en</strong>tsjer<br />

Snits<br />

45<br />

Bildts<br />

Amelands<br />

Klaaifrysk<br />

Súdwesthoeks<br />

Leeuwarders<br />

Ljouwert<br />

Sneekers<br />

Dokkumers<br />

It Hearr<strong>en</strong>fean<br />

Wâldfrysk<br />

Skiermûntseagers<br />

Kollumers<br />

Dracht<strong>en</strong><br />

It Hearr<strong>en</strong>fean<br />

Stellingwarfs<br />

Weststellingwerf<br />

Kollumerlands<br />

© Versloot-kartografy, 2005<br />

De Grinzer<br />

Pein &<br />

De Wylp<br />

Dracht<strong>en</strong><br />

East-<br />

Kollumerlân<br />

Mearum<br />

Eaststellingwerf<br />

© Versloot-kartografy, 2005


Geraadpleegde literatuur<br />

BFTK (2001). Bestjoersôfspraak Fryske Taal <strong>en</strong> Kultuer 2001-2010, Leeuward<strong>en</strong>.<br />

C.Baker. C & Prys Jones,S. eds (1977) Encyclopedia of Bilingialism & Bilingual<br />

Education. Multilingual Matters Ltd., Clevedon, UK.p.586-589.<br />

Berie foar it Frysk (1999). Advys fan it Berie foar it Frysk oer de kearndoel<strong>en</strong> Frysk yn<br />

it basisûnderwiis. Merktek<strong>en</strong> 8-2458. Berie foar it Frysk. Ljouwert.<br />

Bleichrodt, N. <strong>en</strong> Vijfer, F. van de (2001). Diagnostiek bij allochton<strong>en</strong>. Hieruit: Detectie<br />

van taalachterstand, Amersfoort.<br />

Bonnema, J.Th.; Kapteyn, T.S. (1984). Communicatie door taal <strong>en</strong> spraak, FENAC,<br />

Amersfoort.<br />

Bodor, N.(2003). Wie spreekt welke taal in de peuterspeelzaal?, in: Toon, onderwijs <strong>en</strong><br />

welzijn in de multiculturele sam<strong>en</strong>leving, jrg 6 no 2. CPS, Amersfoort.<br />

Boneschansker, E.; Le Rűtte, M. (2000). Pjuttepraat, <strong>Fries</strong>taligheid in peuterspeelzal<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> kinderdagverblijv<strong>en</strong>. Economisch Bureau Coulon, Leeuward<strong>en</strong>.<br />

Brand<strong>en</strong>, K. van d<strong>en</strong>; Nulft, D. van d<strong>en</strong>; Verhelst, M.(2001) NT2 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />

tweede talverwerving, e<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekader voor doelstelling<strong>en</strong> rond vroege NT2verwerving<br />

in Nederland <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>. Nederlandse Taalunie, D<strong>en</strong> Haag.<br />

Cummins, J. (1998). Beyond Adversarial Discourse: Searching for Common Ground in<br />

the Education of Bilingual Stud<strong>en</strong>ts. University of Toronto.<br />

Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> van de Provincie <strong>Fryslân</strong> (2003). De natuurlijke plaats van het<br />

<strong>Fries</strong>. Nota Taalbeleid Provincie <strong>Fryslân</strong> 2003-2007. Leeuward<strong>en</strong>.<br />

Van der Goot, A. (2003). European Charter for Regional or Minority Languages 1999-<br />

2001. Secons report on the measures tak<strong>en</strong> by the Netherlands with regard to the<br />

Frisian language and culture. Ministerie van Binnelandse Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koninkrijksrelaties,<br />

D<strong>en</strong> Haag.<br />

Grimm, N.; Martin, L. (2002). Promoting Endangered Languages and Literatures<br />

Outside Their Local Communities: Strategies for Education. Cleveland State University,<br />

Cleveland OH. V.S.<br />

Harpman, A; Tavecchio, L. (1996). Opvoeding als ev<strong>en</strong>wichtskunst. Tje<strong>en</strong>k Willink,<br />

Alph<strong>en</strong> aan de Rijn.<br />

Harris, J.R. (1998). The nurture assumption. Why childr<strong>en</strong> turn out the way they do.<br />

Simon & Schuster, N.Y.<br />

Hickey, T. (2001). Early Immersion Education in Ireland: Na Naíonraí. Institiúid<br />

Teangeolaíochta Éireann, 1997. Dublin.<br />

Kloprogge, J. (2003). Voetspor<strong>en</strong>: voortgang <strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> van het geme<strong>en</strong>telijk<br />

onderwijsachterstand<strong>en</strong>beleid”. Sardes, Utrecht.<br />

Leseman,P.P.M. (2002), Early childhood education and care for childr<strong>en</strong> from lowincome<br />

or minority backgrounds, OECD.<br />

Mercator-Education (2001) The Frisian language in education in the Netherlands,<br />

3<br />

46<br />

rd edition. Leeuward<strong>en</strong>.


National Research Council (2001) Eager to Learn. Hieruit: Preschool Quality: The<br />

carpinteria Preschool Program. National Academy Press. Washington, D.C.<br />

Nederlandse Taalunie (2001). Refer<strong>en</strong>tiekader voor vroege tweede taalverwerving<br />

(NT2) PMPO, D<strong>en</strong> Haag.<br />

OC<strong>en</strong>W (2003). LBK-GOA 2002-2005.<br />

Platfoarm Lêsbefoardering Taalryk <strong>Fryslân</strong> (2002). Inv<strong>en</strong>tarisatieonderzoek<br />

Leesbevordering <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijk beleid in <strong>Fryslân</strong>. Leeuward<strong>en</strong>.<br />

Provinsje <strong>Fryslân</strong> (2001). Plan fan Oanpak Frysk yn it ûnderwiis. Leeuward<strong>en</strong>.<br />

Ruijv<strong>en</strong>, B.van (2003).<br />

Seifert & Hoffnung (1994) Child and Adolesc<strong>en</strong>t Developm<strong>en</strong>t 3 rd Ed., Boston, Ma. V.S.<br />

Sintrum Frysktalige Berne-opfang (2003). Ynformaasje oer taalbelied yn it pjuttewurk<br />

<strong>en</strong> de berne-opfang. St. Partoer <strong>en</strong> St. Pjutteboartersplak, Leeuward<strong>en</strong>.<br />

Der Spiegel, 29/1997. Hirnforschung. Anatomie der Mühsal. Eine New Yorker<br />

Forscherin durchleuchtete das Hirn – und erklärt, warum es so schwer ist, eine fremde<br />

Sprache zu erlern<strong>en</strong>.<br />

Vogels,R. ;Bronneman-Helmers,R.(2003). Autochtone achterstandsleerling<strong>en</strong>: e<strong>en</strong><br />

verget<strong>en</strong> groep. SCP, D<strong>en</strong> Haag.<br />

Ytsma, J.(1998). Tweetaligheid bij kleuters in <strong>Fries</strong>land. Fryske Akademie,<br />

Leeuward<strong>en</strong>.<br />

Ytsma, J.;Beetsma, D. (2001)“ Drietalig onderwijs in <strong>Fryslân</strong>. Achtergrond van e<strong>en</strong><br />

drietalig project” . In: Moer , Tijdschrift voor het onderwijs in het Nederlands 2001.1<br />

Von bureau, Amsterdam.<br />

47<br />

Leeuward<strong>en</strong>, december 2004<br />

1827a.BB.SY.3518

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!