Taalmodellen Fries - Informatie- en Kennispunt Fryslân
Taalmodellen Fries - Informatie- en Kennispunt Fryslân
Taalmodellen Fries - Informatie- en Kennispunt Fryslân
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In teg<strong>en</strong>stelling tot het onderzoek van Ytsma blijk<strong>en</strong> er grote verschill<strong>en</strong> te zijn op het<br />
gebied van de Nederlandse taalvaardigheid tuss<strong>en</strong> allochtone kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong><br />
autochtone kinder<strong>en</strong> anderzijds. Bij allochtone kinder<strong>en</strong> blijft het niveau van<br />
taalbeheersing in het Nederlands bij het begin van jaargroep 3 ver achter bij dat van<br />
Nederlandse leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> 26 . Ook al lijkt de situatie van allochtone leerling<strong>en</strong> te<br />
verbeter<strong>en</strong>, bij het verlat<strong>en</strong> van het basisonderwijs is de taalachterstand van Antilliaanse,<br />
Turkse <strong>en</strong> Marokkaanse jonger<strong>en</strong> op niet-achterstandsleerling<strong>en</strong> opgelop<strong>en</strong> tot 2 jaar.<br />
Inmiddels is bek<strong>en</strong>d dat de situatie van autochtone achterstandsleerling<strong>en</strong> is verslechterd.<br />
De taalachterstand van deze leerling<strong>en</strong> op niet-achterstandsleerling<strong>en</strong> is aan het eind<br />
groep van 8 één jaar. Deze achterstand heeft gevolg<strong>en</strong> voor de instroom in het<br />
vervolgonderwijs 27 .<br />
K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de taalomgeving van jonge kinder<strong>en</strong> in <strong>Fryslân</strong><br />
Het laatste onderzoek naar de taalomgeving in relatie tot de voorschoolse periode dateert<br />
van januari 2000 28 . In dit onderzoek vall<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> op:<br />
1. Groep<strong>en</strong> met vooral <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ongeveer ev<strong>en</strong> vaak voor als groep<strong>en</strong><br />
met vooral Nederlandstalige kinder<strong>en</strong>. De meeste groep<strong>en</strong> zijn wat taalachtergrond<br />
betreft gem<strong>en</strong>gde groep<strong>en</strong>.<br />
2. <strong>Fries</strong>taligheid komt op het platteland meer voor dan in de stedelijke gebied<strong>en</strong>. Door de<br />
spreiding van kinderc<strong>en</strong>tra komt daardoor <strong>Fries</strong>taligheid in de groep in<br />
peuterspeelzal<strong>en</strong> waarschijnlijk vaker voor dan in de kinderdagverblijv<strong>en</strong>.<br />
3. Ruim de helft van de leidsters is <strong>Fries</strong>talig, dit wil zegg<strong>en</strong> zij beschouw<strong>en</strong> het <strong>Fries</strong> als<br />
hun moedertaal. Hoe jonger de leidsters zijn, hoe minder vaak ze aangev<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
<strong>Fries</strong>talige achtergrond te hebb<strong>en</strong>.<br />
4. De meerderheid van de leidsters (89%) zegt <strong>Fries</strong> te kunn<strong>en</strong> verstaan <strong>en</strong> (80%) te<br />
kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong>. Niettemin zegt de grote meerderheid ge<strong>en</strong> formele scholing<br />
in het <strong>Fries</strong> in de zin van e<strong>en</strong> cursus of module <strong>Fries</strong> te hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.<br />
5. In het groepsprogramma wordt het <strong>Fries</strong> veel minder vaak dan het Nederlands<br />
gebruikt bij de verschill<strong>en</strong>de groepsactiviteit<strong>en</strong>. Het <strong>Fries</strong> wordt op het platteland<br />
vaker dan in de stad als voertaal bij activiteit<strong>en</strong> gebruikt. In de stedelijke gebied<strong>en</strong><br />
spreekt de groepsleiding bij groepsactiviteit<strong>en</strong> (vooral) Nederlands, op het platteland<br />
wordt meestal <strong>Fries</strong> <strong>en</strong> Nederlands naast elkaar gebruikt. De wijze waarop wordt<br />
omgegaan met de <strong>Fries</strong>e taal, kan word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> als ‘volg<strong>en</strong>d’: als de kinder<strong>en</strong><br />
<strong>Fries</strong> prat<strong>en</strong>, wordt er in beginsel ook <strong>Fries</strong> teg<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>.<br />
6. Opvang 29 van <strong>Fries</strong>talige kinder<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> taal is volg<strong>en</strong>s de instelling<strong>en</strong> voor<br />
voorschoolse opvang doorgaans altijd mogelijk, omdat er altijd wel minst<strong>en</strong>s één<br />
<strong>Fries</strong>talige leidster of vrijwilligster op de groep staat.<br />
7. Bij contact met ouders wordt minder vaak <strong>Fries</strong> gesprok<strong>en</strong> dan bij het contact met de<br />
(individuele) kinder<strong>en</strong>.<br />
8. Er is maar beperkt <strong>Fries</strong>talig materiaal aanwezig.<br />
26<br />
Verhoev<strong>en</strong> <strong>en</strong> Vermeer (1986, 1989) in Bleichrodt, N. <strong>en</strong> Van de Vijfer, F. (2001), Diagnostiek bij allochton<strong>en</strong><br />
p. 202.<br />
27<br />
De sociale staat van Nederland 2003, SCP D<strong>en</strong> Haag<br />
28<br />
Boneschansker, E. & Le Rütte, M. (2000) Pjuttepraat. <strong>Fries</strong>taligheid in peuterspeelzal<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinderdagverblijv<strong>en</strong>.<br />
Economisch Bureau Coulon. Fryske Akademy, Ljouwert/Leeuward<strong>en</strong>.<br />
29<br />
Onder opvang wordt hier verstaan het op individueel niveau communicer<strong>en</strong> met het kind om het kind in staat<br />
te stell<strong>en</strong> volwaardig mee te do<strong>en</strong> of om het kind emotioneel nabij te zijn (bijvoorbeeld troost<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong> taal<br />
na het vall<strong>en</strong>).<br />
15