onderzoek leefbaarheid in dorpen en steden[1].pdf - Informatie- en ...

More documents

Recommendations

Info

I. Aanleiding en doel onderzoek In het Streekplan Fryslân 2007, de bijbehorende Uitvoeringsagenda en in het provinciale woonbeleid vindt een accentverschuiving plaats van kwantiteit naar kwaliteit van de woningbouw. Dit mede in het licht van een afnemende bevolkingsgroei en de kwalitatieve tekortkomingen in delen van het bestaande bebouwde gebied. Vanwege het toenemende belang van herstructurering en vernieuwing van het bestaande bebouwde gebied, wil de provincie inzetten op een ondersteunende provinciale rol bij herstructurerings- en vernieuwingsprojecten van strategisch belang voor de kern en met een bijzondere en vernieuwende betekenis. Provinciale Staten hebben voor 2008 €1 miljoen beschikbaar gesteld voor het aanpakken van herstructureringsproblemen, in de vorm van provinciale cofinanciering van ISV. Een Werkplan voor het bestaand bebouwd gebied is als één van de 10 Beste Fiersichten van Fryske Fiersichten geselecteerd. Dit betekent dat ook voor de jaren daarna voor de kwaliteitsverbetering van het bestaande bebouwde gebied een provinciale inspanning mag worden verwacht. Tijdens de begrotingsbehandeling voor 2007 en ook n.a.v. de landelijke publiciteit rond leefmilieus in sommige stedelijke woonwijken, kwam bij PS de vraag naar voren in hoeverre er in de 6 stedelijke centra van Fryslân (Leeuwarden, Drachten, Heerenveen, Sneek, Harlingen en Dokkum) ook achterstandswijken aanwezig zijn. Aan PS is toegezegd dat de provincie daar bij de betreffende gemeenten naar zou informeren, mogelijk in relatie tot de rol van de provincie bij de aanpak van de problemen. Naar aanleiding hiervan is een quick scan uitgevoerd door een enquête bij de Friese gemeenten uit te zetten. Om voor de provincie een compleet beeld te hebben zijn alle Friese gemeenten benaderd met de vraag: Kunt u globaal aangeven in hoeverre in uw gemeente sprake is van de aanwezigheid van probleemwijken? Voor de uitvoering van de toezegging aan PS is het gewenst dat de resultaten van deze quick scan nader worden onderbouwd op basis van kwantitatief onderzoek. Dit onderzoek moet dan tevens kunnen worden gebruikt voor verdere invulling van de provinciale rol op het gebied van herstructurering en vernieuwing van bestaand bebouwd gebied. Daarmee vormt het onderzoek mede een bouwsteen voor het Werkplan bestaand bebouwd gebied, waaraan de komende periode invulling en uitvoering zal worden gegeven. Door de afdeling Beleids- en Geo-Informatie is daarom in samenwerking met de afdeling Ruimte een onderzoek uitgevoerd naar de leefbaarheidsituatie in de stedelijke wijken en dorpen in Fryslân. Dit onderzoek in Fryslân is een voortvloeisel van de landelijke aanpak van de leefbaarheidproblematiek in 40 stedelijke wijken, de zogenaamde krachtwijken, waar de komende jaren extra in geïnvesteerd gaat worden. De scope van dit Friese onderzoek is echter breder en richt zich ook op wijken en buurten in dorpen. Een beperkende factor daarbij is echter wel het schaalniveau waarop betrouwbare en onderling vergelijkbare statistische gegevens beschikbaar zijn. Doel van dit provinciale onderzoek is om aan de hand van enkele geselecteerde kwantitatieve indicatoren en van beschikbaar (landelijk) onderzoek, een representatief beeld te geven van de leefbaarheidsituatie in wijken en buurten in steden en dorpen in Fryslân. Op grond hiervan moeten vervolgens indicaties kunnen worden gegeven over de aanwezigheid van aandachtswijken/ -buurten in steden en dorpen. Benadrukt wordt dat dit onderzoek is ingestoken op wijken en buurten waar sprake is van cumulatie van achterstanden en problemen. De focus is dus gericht op wijken buurtniveau, mede gelet op de toezegging aan PS om de aanwezigheid van achterstandswijken in de 6 stedelijke centra te inventariseren. 4
Nadien hebben PS de vraagstelling verbreed naar de leefbaarheid op gebiedsniveau, met name op het platteland. Dit als onderdeel van Fryslân impulsprovincie. Voor deze meer regionale insteek is onderhavig onderzoek minder geschikt. Aanvullend onderzoek met een meer regionale invalshoek en op een geëigend regionaal schaalniveau, ook in relatie tot de (toekomstige) krimpproblematiek, zal hiervoor nodig zijn. In onderdeel X. Aanbevelingen zal hier nader op in worden gegaan. Een uitgangspunt voor dit onderzoek is, dat leefbaarheid geen exact gegeven is dat op één manier gemeten kan worden. Daarnaast ontwikkelt de leefbaarheidsituatie zich in de loop van de tijd; wijken en buurten kunnen zich negatief of juist positief ontwikkelen, waardoor aandachtswijken verdwijnen en nieuwe ontstaan. Bovendien ligt de oplossing voor sociale problemen zoals werkloosheid, onvoldoende opleiding, en lage inkomens, soms eerder op een regionaal of nationaal niveau dan op wijken buurtniveau. Oplossingen op wijken buurtniveau zijn zinvol wanneer achterstanden en problemen binnen de geografische eenheid van een wijk/ buurt elkaar duidelijk versterken waardoor de wijk/ buurt in een negatieve spiraal terechtkomt. Het gaat dus om wijken en buurten die er wat betreft de aanwezigheid van achterstanden en problemen opvallend ‘uitspringen’ en die daarin een negatieve dynamiek laten zien. Recentelijk is door het Ministerie van VROM de Leefbaarometer online gepresenteerd. Deze samengestelde index (leefbaarheidscore) is door de onderzoeksbureaus Rigo Research en de Stichting Atlas voor gemeenten ontwikkeld, met als resultaat een betrouwbaar en integraal schattingsinstrument dat de leefbaarheid van het laagste tot het hoogste schaalniveau in kaart brengt. Voor een goed beeld van de leefbaarheid is het uiteraard zinvol om ook de recente resultaten van deze Leefbaarometer voor Fryslân in dit onderzoek te betrekken. Met een benadering vanuit verschillende invalshoeken kan een zo representatief en evenwichtig mogelijk beeld van de leefbaarheidsituatie in wijken en buurten worden gegeven. Daarom worden in dit onderzoek verschillende benaderingen gehanteerd en met elkaar vergeleken, op basis waarvan vervolgens conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden gegeven. 5
Page 1: Onderzoek leefbaarheid en aandachts
Page 6 and 7: II. Onderzoeksopzet a. Landelijk on
Page 8 and 9: Het CBS heeft echter wel regionale
Page 10 and 11: IV. Toelichting Z-score In dit prov
Page 12 and 13: Enige relativering is hierbij op z
Page 14 and 15: gemeente opgegeven probleembuurt/ p
Page 16 and 17: gemeente opgegeven probleembuurt/ p
Page 18 and 19: VII. Vergelijking met enkele 40 lan
Page 20 and 21: VIII. Vergelijking met de Leefbaaro
Page 22 and 23: Tabel 3: overzichtstabel aandachtsw
Page 24 and 25: kaart 2 Leefbaarometer: Leefbaarhei
Page 26 and 27: Volgens de indicatoren zijn vooral
Page 28 and 29: X. Aanbevelingen Het provinciale on
Page 30 and 31: BIJLAGE 1
Page 32 and 33: Kerncijfers wijken en buurten 2003-
Page 54 and 55:
Kerncijfers wijken en buurten 2003-
Page 56 and 57:
Page 58 and 59:
Page 60 and 61:
Page 62 and 63:
Page 64 and 65:
Page 66 and 67:
Page 68 and 69:
Page 70 and 71:
Page 72 and 73:
BIJLAGE 2
Page 74 and 75:
Aandachtswijken en -dorpen in Frysl
Page 76 and 77:
Aandachtswijken en -dorpen in Frysl
Page 78 and 79:
BIJLAGE 4
Page 80:
Veiligheid Vernieling Verstoring op
show all

onderzoek leefbaarheid in dorpen en steden[1].pdf - Informatie- en ...

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?