vragenlijst gebruiken. - Gehandicaptensport Nederland
vragenlijst gebruiken. - Gehandicaptensport Nederland
vragenlijst gebruiken. - Gehandicaptensport Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
motorisch geactiveerd. Dit lijkt eveneens aan te tonen dat personen met EVMB weinig<br />
motorisch actief zijn. Wanneer ten slotte naar de voor de cliënt opgestelde doelen wordt<br />
gekeken is tevens te zien dat voor de helft van de cliënten geen doelen zijn opgesteld die<br />
specifiek gericht zijn op motorische activering. Voor één cliënt is daarbij ook geen doel<br />
opgesteld waarbij motorische activering als middel wordt ingezet om het doel te behalen. Dit<br />
gegeven komt overeen met resultaten van ander onderzoek waaruit blijkt dat de meeste doelen<br />
die gesteld worden betrekking hebben op interactie en sociale rollen en veel minder op<br />
training van motorische vaardigheden (Van der Putten, Vlaskamp & Poppes, 2008).<br />
De resultaten laten evenzeer positieve signalen zien. Voor alle participanten was ofwel op het<br />
activiteitencentrum ofwel op de leefgroep elke week een bewegingsactiviteit gepland. Dat is<br />
positief, aangezien in onderzoek van Verheijen en Brussee (2009) voor 24% van de personen<br />
met EVMB geen enkele bewegingsactiviteit was gepland. Het aantal activiteiten zou echter<br />
nog wel kunnen worden uitgebreid; op de leefgroep was namelijk voor de helft van de<br />
participanten geen bewegingsactiviteit gepland en dit was voor twee participanten het geval<br />
op het activiteitencentrum. Uit de resultaten komt ook naar voren dat de begeleiders in hun<br />
communicatie naar de cliënten toe voornamelijk fysiek-verbale instructie <strong>gebruiken</strong>. Ook dit<br />
is een goede uitkomst, aangezien uit onderzoek blijkt dat het praten tegen of het aanraken van<br />
de cliënt kan leiden tot meer activiteit van de persoon met EVMB (Vlaskamp, De Geeter,<br />
Huijsmans & Smit, 2003).<br />
Wanneer de gevonden resultaten vergeleken worden met eerdere onderzoeken naar<br />
motorische activering (Grotenhuis, Van der Kooi & Bosma, 2009; Verheijen & Brussee,<br />
2009) blijkt dat de resultaten grotendeels met elkaar overeenkomen. In de eerdere<br />
onderzoeken worden de participanten gemiddeld net zo vaak verplaatst als de participanten<br />
binnen dit onderzoek; ze krijgen in het eerdere onderzoek echter wel minder vaak motorische<br />
activiteiten aangeboden. Dit zou wellicht verklaard kunnen worden door een hogere leeftijd<br />
van de participanten; de gemiddelde leeftijd ligt in het onderzoek van Grotenhuis, Van der<br />
Kooi en Bosma (2009) zes jaren hoger. Onderzoek (Robertson et al., 2000; Verheijen &<br />
Brussee, 2009; Emerson, 2005) laat namelijk zien dat leeftijd invloed heeft op de hoeveelheid<br />
beweging die personen met een verstandelijke beperking krijgen. Tevens omvat het<br />
onderzoek van Verheijen en Brussee (2009) meer participanten dan het huidige onderzoek,<br />
waardoor een beter beeld verkregen wordt van de werkelijkheid. De resultaten uit het huidige<br />
44