17.01.2013 Views

Besluit in zaak 6891 - NMa

Besluit in zaak 6891 - NMa

Besluit in zaak 6891 - NMa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Openbare versie<br />

Nederlandse Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteit<br />

BESLUIT<br />

<strong>Besluit</strong> van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteit als bedoeld <strong>in</strong><br />

artikel 37, eerste lid, van de Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswet.<br />

Nummer <strong>6891</strong> / 97<br />

Betreft <strong>zaak</strong>: <strong>6891</strong> / Van Drie - Alpuro<br />

I. MELDING<br />

1. Op 15 februari 2010 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse<br />

Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteit (hierna: <strong>NMa</strong>) een meld<strong>in</strong>g ontvangen van een voorgenomen<br />

concentratie <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van artikel 34 van de Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswet. Hier<strong>in</strong> is medegedeeld dat Van<br />

Drie Hold<strong>in</strong>g B.V., een onderdeel van de Van Drie Groep, voornemens is zeggenschap te<br />

verkrijgen, <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswet, over Alpuro<br />

Hold<strong>in</strong>g B.V., een onderdeel van de Alpuro Groep. Van de meld<strong>in</strong>g is mededel<strong>in</strong>g gedaan <strong>in</strong><br />

Staatscourant 2674 van 22 februari 2010. Naar aanleid<strong>in</strong>g van de meld<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Staatscourant zijn<br />

zienswijzen van derden naar voren gebracht. Deze zienswijzen worden, voorzover er<br />

overweg<strong>in</strong>gen aan zijn ontleend die dragend zijn voor dit besluit, <strong>in</strong> het navolgende nader<br />

uiteengezet. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.<br />

II. PARTIJEN<br />

2. Van Drie Hold<strong>in</strong>g B.V. (hierna: Van Drie) is een besloten vennootschap naar Nederlands<br />

recht. Van Drie is actief op het gebied van de productie en groothandel van weipoeder,<br />

weivetconcentraat en magere melkpoeder, de productie van kalvermelk, de <strong>in</strong>koop van<br />

nieuwgeboren kalveren, het mesten van kalveren, de handel <strong>in</strong> vetgemeste kalveren, de <strong>in</strong>koop<br />

van vetgemeste kalveren en jonge runderen ten behoeve van de slacht en de bewerk<strong>in</strong>g en<br />

verkoop van kalfsvlees en jong rundvlees.<br />

3. Alpuro Hold<strong>in</strong>g B.V. (hierna: Alpuro) is een besloten vennootschap naar Nederlands<br />

recht. Alpuro is actief op het gebied van de productie van kalvermelk, de <strong>in</strong>koop van<br />

nieuwgeboren kalveren, het mesten van kalveren, de <strong>in</strong>koop van vetgemeste kalveren en jonge<br />

runderen ten behoeve van de slacht en de verkoop van kalfsvlees en jong rundvlees.<br />

1 Openbare versie


Openbare versie<br />

III. GEMELDE OPERATIE<br />

4. De gemelde operatie betreft het voornemen van Van Drie om <strong>in</strong> augustus 2010 het<br />

gehele geplaatste en nog uit te geven aandelenkapitaal van Alpuro over te nemen. De hierover<br />

tussen Van Drie en Alpuro gemaakte afspraken zijn vastgelegd <strong>in</strong> een <strong>in</strong>tentieverklar<strong>in</strong>g d.d. 10<br />

juli 2009.<br />

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT<br />

5. De gemelde operatie is een concentratie <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van artikel 27, eerste lid, onder b, van<br />

de Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Van<br />

Drie uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Alpuro.<br />

6. Betrokken ondernem<strong>in</strong>gen zijn Van Drie en Alpuro (hierna gezamenlijk: partijen).<br />

7. Uit de bij de meld<strong>in</strong>g ter beschikk<strong>in</strong>g gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde<br />

concentratie b<strong>in</strong>nen de werk<strong>in</strong>gssfeer van het <strong>in</strong> hoofdstuk 5 van de Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswet geregelde<br />

concentratietoezicht valt.<br />

V. BEOORDELING<br />

A. BESCHRIJVING VAN DE KALFSVLEESKETEN<br />

8. De kalfsvleesketen kent een aantal spelers, waaronder partijen, dat op meerdere niveaus<br />

van de keten voor de productie en verkoop van kalfsvlees actief is, de zogenaamde<br />

keten<strong>in</strong>tegraties. Onderstaand zullen de verschillende niveaus van de kalfsvleesketen worden<br />

beschreven (zie figuur 1).<br />

2 Openbare versie


Openbare versie<br />

MELKVEEHOUDERIJ<br />

9. De benodigde <strong>in</strong>put voor de productie van kalfsvlees is afkomstig van de<br />

melkveehouderij. Koeien die zijn bestemd voor de melkproductie moeten ongeveer elk jaar een<br />

kalf ter wereld brengen om melk te kunnen blijven produceren. Een kle<strong>in</strong> deel van de<br />

nieuwgeboren kalveren is bestemd om op den duur andere melkkoeien te vervangen. De overige<br />

kalveren <strong>in</strong>clusief alle stieren worden, als ze ongeveer veertien dagen oud zijn, door de<br />

melkveehouder verkocht aan keten<strong>in</strong>tegraties, handelaren of kalvermesters om te worden<br />

vetgemest voor de uite<strong>in</strong>delijke productie en verkoop van kalfsvlees. Deze kalveren worden<br />

nuchtere kalveren genoemd. Het melkquotum is bepalend voor het aantal nuchtere kalveren dat<br />

een melkveehouder kan houden.<br />

Inkoop van nucht er e kal ver en<br />

10. De keten<strong>in</strong>tegraties, handelaren en kalvermesters kopen de nuchtere kalveren <strong>in</strong> die door<br />

de veehandelaar of melkveehouder op handelsplaatsen (plaatsen waar de kalveren worden<br />

verzameld, doorgaans verzamelplaatsen genoemd) en veemarkten worden aangeboden.<br />

Nuchtere kalveren worden veelal verkocht op verzamelplaatsen. Er zijn <strong>in</strong> Nederland circa veertig<br />

verzamelplaatsen verspreid over het land. Deze verzamelplaatsen kunnen (gedeeltelijk) eigendom<br />

zijn van keten<strong>in</strong>tegraties of handelaren. Ook kan een verzamelplaats worden gehuurd door een<br />

handelaar of een keten<strong>in</strong>tegratie. Zo huren Van Drie en Alpuro verzamelplaatsen. Het aantal<br />

veemarkten is <strong>in</strong> Nederland de afgelopen jaren afgenomen om de verspreid<strong>in</strong>g van dierziekten te<br />

voorkomen. Van Drie koopt ook nuchtere kalveren <strong>in</strong> op de veemarkt, Alpuro niet.<br />

3 Openbare versie


Openbare versie<br />

11. Nederland kent, ten opzichte van het aantal <strong>in</strong> Nederland geslachte kalveren, een beperkt<br />

aanbod van nuchtere kalveren. Meer dan de helft van de <strong>in</strong> Nederland voor de productie van<br />

kalfsvlees gehouden nuchtere kalveren wordt geïmporteerd vanuit onder meer Duitsland, Polen<br />

en België. Op beperkte schaal worden nuchtere kalveren vanuit Nederland geëxporteerd.<br />

Kal ver houder ij/mest dienst en<br />

12. De nuchtere kalveren worden vervolgens gedurende een periode van 22 tot 32 weken<br />

door kalverhouders, ook wel aangeduid als kalvermesters, gemest tot zogeheten vette kalveren.<br />

De periode waar<strong>in</strong> een nuchter kalf wordt vetgemest wordt aangeduid als mestronde.<br />

Kalverhouders kunnen de kalveren mesten op basis van een contract met handelaren,<br />

(buitenlandse) keten<strong>in</strong>tegraties of voor eigen reken<strong>in</strong>g en risico (vrij mesten). Indien de kalveren<br />

op basis van een contract worden vetgemest, zijn de risico’s voor reken<strong>in</strong>g van de handelaar of<br />

keten<strong>in</strong>tegratie. Een contract wordt (doorgaans) voor een periode van twee of meer mestrondes<br />

afgesloten.<br />

13. Partijen sluiten overeenkomsten met kalverhouders die een vaste vergoed<strong>in</strong>g ontvangen<br />

voor onder meer afschrijv<strong>in</strong>g van de stal, mestafvoer, energiekosten, rente, arbeid, etc. Voorts<br />

voorzien partijen de contractkalvermester van voer (kalvermelk en ruwvoer dat onder meer<br />

bestaat uit gras en maïs) en veter<strong>in</strong>aire ondersteun<strong>in</strong>g.<br />

Voed<strong>in</strong>g van nucht er e kal ver en<br />

14. De nuchtere kalveren kunnen gedurende de mestperiode op verschillende manieren<br />

worden gevoerd. Kalveren die zijn bestemd voor de productie en verkoop van kalfsvlees worden<br />

gevoerd met (gedroogde dan wel vloeibare) kalvermelk en/of ruwvoer. Kalvermelk is speciaal voor<br />

kalveren ontwikkeld voer. De voornaamste grondstoffen van kalvermelk zijn wei en<br />

weivetconcentraat, dierlijk en plantaardig vet en andere plantaardige grondstoffen en<br />

melkproteïnen. Wei is een vloeibaar product dat ontstaat bij de productie van kaas en caseïne.<br />

Wei is beschikbaar <strong>in</strong> zowel gedroogde vorm als <strong>in</strong> vloeibare vorm. Weivetconcentraat is een<br />

mengsel van vloeibare wei en plantaardige olie. Daarnaast kan kalvermelk magere melkpoeder<br />

bevatten. Magere melkpoeder is een product dat ontstaat bij de productie van boter.<br />

15. Van Drie is producent van en groothandel <strong>in</strong> weipoeder, weivetconcentraat en magere<br />

melkpoeder. Van Drie verkoopt de door haar geproduceerde weipoeder, weivetconcentraat en<br />

magere melkpoeder vrijwel uitsluitend b<strong>in</strong>nen de Van Drie Groep. Alpuro koopt de grondstoffen<br />

voor kalvermelk <strong>in</strong> bij derden.<br />

16. Kalvermelk kan zowel <strong>in</strong> vloeibare vorm als <strong>in</strong> gedroogde vorm worden geproduceerd.<br />

Partijen produceren kalvermelk <strong>in</strong> gedroogde vorm. De door Van Drie geproduceerde kalvermelk<br />

is <strong>in</strong> overwegende mate bestemd voor gebruik b<strong>in</strong>nen de Van Drie Groep. Daarnaast verkoopt<br />

4 Openbare versie


Openbare versie<br />

Van Drie de door haar geproduceerde kalvermelk aan derden. De kalvermelk geproduceerd door<br />

Alpuro is nagenoeg geheel bestemd voor eigen gebruik.<br />

Inkoop van vet t e kal ver en<br />

17. Vette kalveren die zijn gemest door contractmesters van keten<strong>in</strong>tegraties met eigen<br />

slachtcapaciteit, waaronder Van Drie en Alpuro, worden onder de voorwaarden van het contract<br />

geleverd aan de slachterij (zie ook punt 12 en punt 21). De overige vette kalveren worden na de<br />

mestronde direct of door tussenkomst van een handelaar aan een slachterij verkocht (zie ook<br />

figuur 1).<br />

18. Verkoop van vette kalveren aan buitenlandse handelaren en slachterijen gebeurt op dit<br />

moment op beperkte schaal. In Nederland werden <strong>in</strong> 2008 754.000 stuks nuchtere kalveren<br />

geboren en 772.000 stuks nuchtere kalveren geïmporteerd (zie figuur 2). In 2008 werden er <strong>in</strong><br />

totaal 76.000 stuks vette kalveren (5%) geëxporteerd naar met name België (61%), Frankrijk<br />

(24%) en Spanje (11%). 1<br />

Pr oduct ie en ver koop van kal f svl ees<br />

19. De vette kalveren worden uite<strong>in</strong>delijk geslacht om te worden verwerkt tot en verkocht als<br />

vlees. Op grond van Europese regelgev<strong>in</strong>g wordt onderscheid gemaakt tussen vlees van runderen<br />

met een leeftijd van acht maanden of jonger (kalfsvlees), vlees van runderen met een leeftijd van<br />

tussen de acht en twaalf maanden (jong rundvlees) en vlees van runderen ouder dan twaalf<br />

maanden (rundvlees).<br />

20. Afnemers van kalfsvlees kunnen het hele karkas of delen van het karkas kopen <strong>in</strong> welk<br />

geval het kalfsvlees <strong>in</strong> verschillende delen (al dan niet uitgebeend) wordt gesneden,<br />

overeenkomstig de specifieke snijvoorschriften van de afnemer. Dit proces leidt tot verschillende<br />

kalfsvleesproducten, waaronder lever, haas, borstvang, staart en hartzwezerik.<br />

21. Jaarlijks worden er <strong>in</strong> Nederland bijna 1,1 miljoen kalveren geslacht en bijna 360.000<br />

jonge runderen (zie figuur 2). Van Drie en Alpuro zijn beide actief op het gebied van het slachten<br />

van vette kalveren. Van Drie benut haar slachtcapaciteit voornamelijk voor het slachten van vette<br />

kalveren die zij <strong>in</strong>koopt bij derden (zie punt 17). Alpuro slacht slechts op beperkte schaal vette<br />

kalveren van vrije mesters en handelaren maar slacht voornamelijk de vette kalveren die door<br />

haar contractmesters zijn gemest. Partijen slachten niet alleen kalveren, maar ook op beperkte<br />

schaal jonge runderen.<br />

1 Zie Productschappen Vee, Vlees en Eieren, Kengetallen Vee, Vlees en Eieren – 2008.<br />

5 Openbare versie


Openbare versie<br />

22. Het merendeel (meer dan 90%) van het <strong>in</strong> Nederland geproduceerde kalfsvlees wordt<br />

geëxporteerd, met name naar Italië (38%), Duitsland (23%) en Frankrijk (19%). 2 De consumptie<br />

van kalfsvlees <strong>in</strong> Italië en Frankrijk ligt per hoofd van de bevolk<strong>in</strong>g veel hoger dan <strong>in</strong> Nederland. 3<br />

Bron: Productschappen Vee, Vlees en Eieren, Kengetallen Vee, Vlees en Eieren – 2008.<br />

B. RELATIE INKOOPMARKTEN – VERKOOPMARKTEN<br />

23. Partijen zijn actief op meerdere niveaus van de productieketen, die uite<strong>in</strong>delijk leidt tot<br />

de productie en verkoop van diverse soorten kalfsvlees. Spelers die actief zijn <strong>in</strong> opeenvolgende<br />

schakels b<strong>in</strong>nen de productieketen staan <strong>in</strong> een <strong>in</strong>koop-verkoop-relatie tot elkaar (zie onderdeel<br />

A).<br />

24. De <strong>NMa</strong> heeft zich eerder over de vraag uitgesproken hoe <strong>in</strong>koopmarkten en<br />

verkoopmarkten meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijk moeten worden beoordeeld. De <strong>NMa</strong> heeft haar<br />

2 Ibid.<br />

3 Zie Productschappen Vee, Vlees en Eieren, Statistisch Jaarverslag 2009 (voorlopig), april 2010.<br />

6 Openbare versie


Openbare versie<br />

standpunt verwoord <strong>in</strong> het Visiedocument Inkoopmacht uit 2004 4 (hierna: Visiedocument<br />

Inkoopmacht), waarvan de lijn recentelijk specifiek voor zorgmarkten is bevestigd. 5<br />

25. De visie van de <strong>NMa</strong> komt er op neer dat (het ontstaan of versterken van) <strong>in</strong>koopmacht<br />

als zodanig niet problematisch is. Centraal staan de gevolgen voor de consument of<br />

e<strong>in</strong>dgebruiker. Onder bepaalde omstandigheden kan <strong>in</strong>koopmacht tot negatieve gevolgen leiden<br />

voor de consument, maar er zijn ook situaties denkbaar waar<strong>in</strong> <strong>in</strong>koopmacht juist tot voordelen<br />

voor de consument leidt. De gedachte hierachter is dat, <strong>in</strong>dien de <strong>in</strong>koper stevig moet<br />

concurreren (op de ‘verkoopmarkt’), het aannemelijk is dat hij zal proberen om de voordelen die<br />

hij verkrijgt door zijn machtige <strong>in</strong>kooppositie ten goede te laten komen aan de consument. 6<br />

Inkoopmacht als zodanig leidt derhalve niet tot nadelige effecten voor de consument.<br />

Integendeel, het is juist aannemelijk dat de consument meeprofiteert van een toename van<br />

<strong>in</strong>koopmacht doordat <strong>in</strong> deze situatie <strong>in</strong>koopmacht de productiekosten verlaagt zonder dat de<br />

meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g op de downstream markt (de verkoopmarkt) wordt beperkt. 7 Kostenbespar<strong>in</strong>gen, die<br />

een gevolg van <strong>in</strong>koopmacht zijn, zullen <strong>in</strong> geval van een concurrerende verkoopmarkt <strong>in</strong> ieder<br />

geval deels worden doorgegeven <strong>in</strong> de vorm van lagere prijzen voor de consument.<br />

26. Het Visiedocument Inkoopmacht beg<strong>in</strong>t dan ook met voorbeelden waar<strong>in</strong> de consument<br />

<strong>in</strong> het algemeen van <strong>in</strong>koopmacht zal profiteren. 8 Nadelige gevolgen van <strong>in</strong>koopmacht voor de<br />

consument beoordeelt de <strong>NMa</strong> slechts <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met te voorziene gevolgen voor de<br />

concurrentie op de verkoopmarkt. 9<br />

27. De visie van de <strong>NMa</strong> sluit aan bij het Europese meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrecht, meer specifiek de<br />

Richtsnoeren voor de beoordel<strong>in</strong>g van horizontale fusies 10 (hierna: Richtsnoeren horizontale<br />

fusies) 11 en recente Nederlandse rechtspraak. 12<br />

4 <strong>NMa</strong>, Visiedocument Inkoopmacht, Den Haag, december 2004, zie www.nmanet.nl.<br />

5 <strong>NMa</strong>, Individueel en collectief onderhandelen tussen vrijgevestigde extramurale zorgaanbieders en zorgverzekeraars,<br />

Visiedocument, Den Haag, december 2009, zie www.nmanet.nl.<br />

6 Visiedocument Inkoopmacht, pag<strong>in</strong>a 45.<br />

7 Zie Richtsnoeren voor de beoordel<strong>in</strong>g van horizontale fusies op grond van de Verorden<strong>in</strong>g van de Raad <strong>in</strong>zake de<br />

controle op concentraties van ondernem<strong>in</strong>gen, 2004/C 31/03, punt 62.<br />

8 Visiedocument Inkoopmacht, punt 1.<br />

9 Zie de voorbeelden zoals genoemd <strong>in</strong> punt 2 van het Visiedocument Inkoopmacht. In punt 72 van het Visiedocument<br />

Inkoopmacht stelt de <strong>NMa</strong>: "Concentraties aan de <strong>in</strong>koopzijde waarbij het om grote marktaandelen gaat en waarbij sprake<br />

is van veel, kle<strong>in</strong>e toeleveranciers, alsmede van een machtige positie op de eigen downstream-markten voor de<br />

geconcentreerde ondernem<strong>in</strong>gen kunnen op meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijke bezwaren stuiten. (...)".<br />

10 Richtsnoeren voor de beoordel<strong>in</strong>g van horizontale fusies op grond van de Verorden<strong>in</strong>g van de Raad <strong>in</strong>zake de controle<br />

op concentraties van ondernem<strong>in</strong>gen, 2004/C 31/03.<br />

7 Openbare versie


Openbare versie<br />

28. De <strong>in</strong> deze documenten gevolgde visie heeft consequenties voor de beantwoord<strong>in</strong>g van<br />

de vraag <strong>in</strong> hoeverre de gevolgen van de onderhavige concentratie op de verschillende <strong>in</strong>koop-<br />

verkoop-relaties op zichzelf staand moeten worden beoordeeld dan wel dat dient te worden<br />

gekeken naar de gevolgen van de concentratie voor afnemers van kalfsvlees, <strong>in</strong> het bijzonder op<br />

de prijs en de kwaliteit van kalfsvleesproducten. De visie van de <strong>NMa</strong> is van groot belang <strong>in</strong> het<br />

licht van de meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijke beoordel<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong> onderhavige <strong>zaak</strong> <strong>in</strong>gediende<br />

zienswijzen. Deze zijn gegeven door (vertegenwoordigers van) diverse spelers die zonder<br />

uitzonder<strong>in</strong>g actief zijn <strong>in</strong> het upstream segment van de productieketen: handelaren <strong>in</strong> nuchtere<br />

en vette kalveren, melkveehouders en (vrije) kalvermesters. De <strong>in</strong>gediende zienswijzen zien met<br />

name op de mogelijke gevolgen van onderhavige concentratie <strong>in</strong> het upstream gedeelte van de<br />

keten en richten zich <strong>in</strong> veel m<strong>in</strong>dere mate op de gevolgen voor de consument.<br />

Toet s<strong>in</strong>gskader <strong>in</strong> onder havige <strong>zaak</strong><br />

29. Gezien het voorgaande zullen de gevolgen van onderhavige concentratie op de<br />

verschillende upstream activiteiten worden beoordeeld <strong>in</strong> het licht van de uite<strong>in</strong>delijke gevolgen<br />

voor de consument. Dat betekent dat de beoordel<strong>in</strong>g van de gevolgen op de verkoopmarkt leidt<br />

tot het e<strong>in</strong>doordeel van de <strong>NMa</strong> <strong>in</strong> onderhavige <strong>zaak</strong>. Deze beoordel<strong>in</strong>g staat <strong>in</strong> het teken van de<br />

vraag of als gevolg van het samengaan van Van Drie en Alpuro de daadwerkelijke meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g<br />

op die markt op significante wijze wordt belemmerd. Bij deze beoordel<strong>in</strong>g worden eventueel te<br />

behalen <strong>in</strong>koopvoordelen <strong>in</strong> de meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijke beoordel<strong>in</strong>g betrokken, <strong>in</strong> zoverre deze<br />

leiden tot een verstor<strong>in</strong>g van de concurrentie op de verkoopmarkt. De verstor<strong>in</strong>g van de<br />

concurrentie op de verkoopmarkt kan onder andere plaatsv<strong>in</strong>den doordat de toegang voor<br />

concurrenten tot belangrijke upstream <strong>in</strong>puts wordt verh<strong>in</strong>derd of doordat partijen tijdelijk zodanig<br />

lage verkoopprijzen hanteren waardoor concurrenten de markt moeten verlaten. In beide gevallen<br />

zouden partijen vervolgens <strong>in</strong> staat zijn de verkoopprijzen van kalfsvlees blijvend w<strong>in</strong>stgevend te<br />

kunnen verhogen.<br />

11 Zie ook de relatief uitgebreide besprek<strong>in</strong>g van het onderwerp <strong>in</strong>koopmacht bij concentraties <strong>in</strong> L<strong>in</strong>dsay A. The EC Merger<br />

regulation: substantive issues, Sweet & Maxwell, 2006, pag<strong>in</strong>a 365 tot en met 373. Dit handboek illustreert de lijn van de<br />

Richtsnoeren aan de hand van diverse beschikk<strong>in</strong>gen van de Commissie.<br />

12 Een recent arrest van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb), waar<strong>in</strong> het zich uitsprak over een<br />

vermeende overtred<strong>in</strong>g van artikel 24 Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswet (misbruik van economische machtspositie van een<br />

zorgverzekeraar ten opzichte van mondhygiënisten) ligt eveneens <strong>in</strong> de lijn van het Visiedocument Inkoopmacht. Hier<strong>in</strong><br />

legt het CBb de nadruk op de gevolgen voor de consument. Mede omdat op de downstream markt (waarop de<br />

zorgverzekeraars actief zijn) voldoende keuzemogelijkheden bestaan voor patiënten/consumenten gaat het CBb niet mee<br />

<strong>in</strong> het betoog van een aantal klagers dat er op neerkwam dat de <strong>NMa</strong> ten onrechte geen onderzoek had <strong>in</strong>gesteld naar de<br />

gevolgen voor producenten (<strong>in</strong> casu de mondhygiënisten) van een bepaald <strong>in</strong>koopbeleid van afnemers (<strong>in</strong> casu de<br />

zorgverzekeraars). Zie CBb, 24 november 2009, AWB 07/736 en 07/737.<br />

8 Openbare versie


Openbare versie<br />

30. De analyse van de gevolgen op de upstream activiteiten (op de ‘<strong>in</strong>koopmarkten’) staat<br />

hiermee derhalve ten dienste van de meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijke beoordel<strong>in</strong>g van de gevolgen van<br />

onderhavige concentratie op de verkoopmarkt en leidt dus als zodanig niet tot een zelfstandige<br />

meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijke conclusie. Bij de behandel<strong>in</strong>g van de gevolgen op de <strong>in</strong>koopmarkten<br />

staat de vraag centraal of als gevolg van het wegvallen van alternatieven voor upstream spelers er<br />

<strong>in</strong> substantiële mate <strong>in</strong>koopmacht ontstaat of wordt versterkt, die zal leiden tot substantiële<br />

<strong>in</strong>koopvoordelen.<br />

C. RELEVANTE MARKTEN<br />

31. De activiteiten van partijen overlappen op zowel de markt voor de productie en verkoop<br />

van kalfsvlees als op een aantal upstream ketenactiviteiten (zie figuur 1).<br />

Samenhang upstream activiteiten<br />

32. Zoals aangegeven <strong>in</strong> het toets<strong>in</strong>gskader (zie met name punt 30) beoordeelt de <strong>NMa</strong> de<br />

vraag of door de concentratie <strong>in</strong>koopmacht ontstaat door te beoordelen <strong>in</strong> hoeverre er als gevolg<br />

van de concentratie belangrijke alternatieven voor leveranciers wegvallen. De marktafbaken<strong>in</strong>g<br />

van de <strong>in</strong>koopmarkten staat ten doel van deze beoordel<strong>in</strong>g. Zo komt bij de behandel<strong>in</strong>g van de<br />

productmarkt aan de orde <strong>in</strong> hoeverre alternatieve slachtcapaciteit (met name van slachterijen die<br />

voornamelijk runderen slachten) als alternatief voor aanbieders van vette kalveren kan dienen. Bij<br />

de behandel<strong>in</strong>g van de geografische markt wordt bezien <strong>in</strong> hoeverre slachtcapaciteit <strong>in</strong> het<br />

buitenland als alternatief voor deze aanbieders kan worden aangemerkt.<br />

33. De upstream activiteiten van partijen op het gebied van kalvermelkproductie,<br />

kalverhouderijen en de handel <strong>in</strong> nuchtere en vette kalveren zijn direct en <strong>in</strong>direct verbonden met,<br />

en afhankelijk van, de activiteiten op het gebied van het slachten van kalveren en de verkoop van<br />

kalfsvlees. De activiteiten van partijen op het gebied van de productie van kalvermelk worden<br />

(grotendeels) verricht <strong>in</strong> het kader van het mesten van de nuchtere kalveren. De activiteiten van<br />

partijen op het gebied van de <strong>in</strong>koop van nuchtere kalveren worden verricht <strong>in</strong> het kader van het<br />

mesten van kalveren door kalverhouders. Het mesten v<strong>in</strong>dt plaats <strong>in</strong> het kader van het slachten<br />

van vette kalveren en de verkoop van kalfsvlees.<br />

34. Het feit dat partijen op meerdere niveaus van de kalfsvleesketen actief zijn, betekent<br />

volgens enkele klagers dat Van Drie en Alpuro over <strong>in</strong>koopvoordelen beschikken die niet<br />

behoeven te worden doorgegeven aan volgende schakels <strong>in</strong> de keten. Meer <strong>in</strong> het bijzonder<br />

hebben enkele klagers aangegeven dat als gevolg van de voorgenomen concentratie één van de<br />

drie keten<strong>in</strong>tegraties met slachtcapaciteit <strong>in</strong> Nederland verdwijnt waardoor zowel de <strong>in</strong>koop van<br />

nuchtere kalveren als de <strong>in</strong>koop van vette kalveren <strong>in</strong> handen zal komen van nagenoeg één partij,<br />

namelijk de comb<strong>in</strong>atie Van Drie/Alpuro. Zij vrezen dat de prijzen die de melkveehouders voor<br />

nuchtere kalveren, en de handelaren en vrije mesters voor vette kalveren ontvangen, zullen dalen.<br />

9 Openbare versie


Openbare versie<br />

35. De activiteiten van iedere speler <strong>in</strong> de productieketen staan ten dienste van de productie<br />

van kalfsvlees. Anders dan partijen beschikken veel spelers niet over eigen slachtcapaciteit. De<br />

slachtcapaciteit van partijen behelst een groot deel van de slachtcapaciteit van kalveren b<strong>in</strong>nen<br />

Nederland (zie verder punt 74). Enkele klagers merken <strong>in</strong> verband hiermee op dat om deze reden<br />

na de voorgenomen concentratie handelaren en vrije mesters voor het slachten van vette kalveren<br />

<strong>in</strong> Nederland uite<strong>in</strong>delijk altijd langs een slachterij van partijen zullen moeten.<br />

36. Partijen zijn van men<strong>in</strong>g dat de verschillende upstream activiteiten, zoals het <strong>in</strong>kopen van<br />

nuchtere kalveren en mesten van nuchtere kalveren (zie figuur 1), afzonderlijk dienen te worden<br />

beoordeeld. Vanwege de beperkte overlap van partijen <strong>in</strong> de diverse schakels, alsmede het feit dat<br />

naast partijen <strong>in</strong> de diverse schakels andere partijen actief zijn (met name handelaren), menen<br />

partijen dat het samengaan van Van Drie en Alpuro slechts tot beperkte gevolgen leidt voor<br />

upstream spelers. Zo koopt Alpuro slechts <strong>in</strong> zeer beperkte mate vette kalveren <strong>in</strong> van vrije<br />

mesters en kunnen melkveehouders met hun nuchtere kalveren naast partijen ook terecht bij<br />

handelaren.<br />

37. De <strong>NMa</strong> volgt het standpunt van partijen niet. Het standpunt van partijen zou er op<br />

neerkomen dat handelaren die nuchtere kalveren van melkveehouders kopen als volwaardige<br />

concurrent van partijen gelden, terwijl diezelfde handelaren uite<strong>in</strong>delijk <strong>in</strong> overwegende mate bij<br />

partijen moeten aankloppen om hun kalveren te laten slachten. Het marktonderzoek bevestigt de<br />

samenhang van de diverse activiteiten b<strong>in</strong>nen de productieketen, alsmede het doorslaggevende<br />

karakter van de slachtcapaciteit. Eén klager merkt <strong>in</strong> dat kader op dat juist doordat partijen op alle<br />

onderdelen van de productieketen actief zijn een analyse per activiteit van de keten afbreuk doet<br />

aan de feitelijke en economische werkelijkheid. 13 Met andere woorden: het is niet van belang op<br />

welke wijze partijen hun activiteiten upstream <strong>in</strong> de kalfsvleesketen hebben <strong>in</strong>gericht, aangezien<br />

alle vette kalveren van alle upstream spelers dienen te worden geslacht. Upstream spelers <strong>in</strong> de<br />

kalfsvleesketen zullen hiervoor altijd bij een slachterij moeten aankloppen. De <strong>NMa</strong> deelt deze<br />

opvatt<strong>in</strong>g.<br />

38. Een aantal klagers vreest voorts dat partijen niet langer gebruik zullen maken van<br />

veemarkten en enkel gebruik zouden gaan maken van eigen verzamelplaatsen. De <strong>NMa</strong> ziet geen<br />

reden nader op deze vrees <strong>in</strong> te gaan, vanwege het ontbreken van meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijke<br />

relevantie. Voor zover de geuite vrees zou worden bewaarheid, waarbij <strong>in</strong> ogenschouw dient te<br />

13 Overigens bestaan er geen belemmer<strong>in</strong>gen voor partijen om bepaalde upstream activiteiten aan derden te laten dan wel<br />

aan derden aan te kunnen bieden. Zo kunnen slachterijen gemakkelijk switchen tussen <strong>in</strong>put door eigen contractmesters<br />

en <strong>in</strong>put door handelaren en vrije mesters. Aan de andere kant kunnen mesters/kalverhouderijen switchen van het<br />

aanbieden van kalveren als contractmesters naar het aanbieden van kalveren als vrije mesters en andersom. Ook kunnen<br />

mesters/kalverhouderijen switchen tussen het voeden met gedroogde kalvermelk naar het voeden met vloeibare<br />

grondstoffen.<br />

10 Openbare versie


Openbare versie<br />

worden genomen dat Alpuro reeds nu geen gebruik maakt van veemarkten (zie punt 10), dient te<br />

worden bedacht dat dit punt van de klagers <strong>in</strong> essentie ziet op de organisatie van de <strong>in</strong>koop van<br />

kalveren. Zoals hiervoor, <strong>in</strong> punt 37 is opgemerkt, is voor de meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijke beoordel<strong>in</strong>g<br />

van onderhavige <strong>zaak</strong> de organisatie van de <strong>in</strong>koop niet van belang. Van belang is óf onderhavige<br />

concentratie leidt tot substantiële <strong>in</strong>koopvoordelen, die uite<strong>in</strong>delijk kunnen leiden tot negatieve<br />

gevolgen voor de consument, maar niet hoe deze worden behaald.<br />

(1) Inkoopmarkten ten behoeve van de productie en verkoop van kalfsvlees<br />

(1a) Productmarkt<br />

39. Zoals aangegeven <strong>in</strong> punt 37 is de slachtcapaciteit doorslaggevend <strong>in</strong> de keten. In een<br />

eerdere beschikk<strong>in</strong>g 14 is het slachten van kalveren onderscheiden van het slachten van andere<br />

diersoorten zoals varkens en kippen. Slachtlijnen <strong>in</strong> een slachterij verschillen voor deze<br />

verschillende diersoorten en kunnen niet b<strong>in</strong>nen een redelijke tijd en tegen redelijke kosten<br />

geschikt worden gemaakt voor het slachten van een andere diersoort.<br />

40. Partijen stellen dat vette kalveren niet alleen door gespecialiseerde kalverslachterijen<br />

kunnen worden geslacht, maar ook door runderslachterijen. Runderslachterijen vormen volgens<br />

partijen voor handelaren en vrije mesters dan ook een alternatief voor de slachtcapaciteit van<br />

partijen. Partijen wijzen hierbij op het feit dat een aantal Nederlandse runderslachterijen <strong>in</strong> het<br />

verleden kalveren heeft geslacht en dat <strong>in</strong> het buitenland verschillende gecomb<strong>in</strong>eerde<br />

slachterijen bestaan. Daarnaast geven partijen aan dat er sprake is van universele Europese<br />

regelgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gs- en hygiëne-eisen. Ook de adm<strong>in</strong>istratieve processen zijn identiek<br />

als gevolg van de Europese wetgev<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>g tot de Identificatie en Registratie (I&R) en<br />

de etiketter<strong>in</strong>g voor zowel runderen als kalveren. Volgens partijen behoort er daarom een<br />

productmarkt te worden gedef<strong>in</strong>ieerd voor de <strong>in</strong>koop van rundvee ten behoeve van de slacht,<br />

bestaande uit runderen, jonge runderen en kalveren.<br />

41. Uit onderzoek onder kalver- en runderslachterijen komt naar voren dat, gezien de<br />

omvang van kalveren en jonge runderen, dezelfde slachtlijn kan worden gebruikt voor het<br />

slachten van kalveren en jonge runderen.<br />

42. Het onderzoek onder kalver- en runderslachterijen wijst daarnaast uit dat de meeste<br />

slachterijen tegen ger<strong>in</strong>ge kosten bepaalde technische aanpass<strong>in</strong>gen kunnen doen zodanig dat de<br />

slachtlijn <strong>in</strong> een runderslachterij ook geschikt zou kunnen zijn voor het slachten van kalveren.<br />

Andersom, runderen slachten <strong>in</strong> een kalverslachterij ligt op grond van het marktonderzoek veel<br />

m<strong>in</strong>der voor de hand.<br />

14 Zie de beschikk<strong>in</strong>g van de Commissie van 8 december 2004 <strong>in</strong> <strong>zaak</strong> COMP/M.3535 – Van Drie/Schils, punt 17.<br />

11 Openbare versie


Openbare versie<br />

43. Echter, naast technische aspecten zijn ook commerciële afweg<strong>in</strong>gen van belang.<br />

Runderslachterijen geven aan dat er wel aanzienlijke economische belemmer<strong>in</strong>gen zijn om over<br />

te stappen op het slachten van kalveren. Door een dalend aanbod van runderen voor de slacht en<br />

gestegen verkoopprijzen voor het kalfsvlees heeft een aantal runderslachterijen afgelopen jaren<br />

op zeer beperkte schaal kalveren geslacht. In ieder geval één runderslachterij is daarmee<br />

<strong>in</strong>middels weer gestopt vanwege onvoldoende f<strong>in</strong>ancieel rendement. Daarnaast dient het<br />

verkoopproces te worden afgestemd op de verkoop van een ander product. Het kalfsvlees moet<br />

immers worden verkocht. Volgens enkele marktpartijen vergt dit een aanpass<strong>in</strong>g van de<br />

verkooporganisatie van runderslachterijen.<br />

concl usie<br />

44. Gelet op eerdere beschikk<strong>in</strong>gen van de Commissie, de specifieke kenmerken van de<br />

slachtlijnen voor kalveren en de beperkte alternatieven die er bestaan voor de kalverslachterijen<br />

zal <strong>in</strong> onderhavige <strong>zaak</strong>, <strong>in</strong> het kader van de vraag of belangrijke alternatieven voor upstream<br />

spelers wegvallen als gevolg van de c0ncentratie, primair worden uitgegaan van de huidige<br />

slachtcapaciteit van kalverslachterijen.<br />

(1b) Geografische markt<br />

45. De upstream activiteiten van partijen op de verschillende <strong>in</strong>koopmarkten ten behoeve van<br />

de slacht v<strong>in</strong>den op verschillende niveaus plaats, echter zoals aangegeven <strong>in</strong> punt 37 zijn voor de<br />

beoordel<strong>in</strong>g voornamelijk de activiteiten op het gebied van het <strong>in</strong>kopen/slachten van vette<br />

kalveren van belang.<br />

46. Uit het marktonderzoek blijkt dat buitenlandse slachterijen niet als volwaardig alternatief<br />

worden beschouwd voor de afzet van vette kalveren/slachtcapaciteit van partijen.<br />

Transportkosten, transportafstanden, veter<strong>in</strong>aire <strong>in</strong>specties en buitenlandse keurmerken worden<br />

door verschillende marktpartijen als belemmer<strong>in</strong>g aangemerkt. Daarbij is volgens marktpartijen<br />

de export van vette kalveren niet zonder gevaar aangezien sterfte en gewichtsverlies f<strong>in</strong>anciële<br />

risico’s vormen.<br />

47. Partijen geven aan dat vette kalveren naar slachterijen kunnen worden vervoerd over<br />

afstanden tot ongeveer duizend kilometer. Ook zijn volgens partijen de kosten voor het vervoer<br />

van vette kalveren relatief laag.<br />

48. Uit gegevens van partijen blijkt echter dat er nauwelijks slachterijen <strong>in</strong> het buitenland zijn<br />

die over een vergelijkbare capaciteit als partijen beschikken. Daarnaast blijkt dat deze<br />

buitenlandse slachterijen op ruime afstand van Nederland liggen (m<strong>in</strong>imale reisafstand vanaf<br />

Nederland ongeveer 500 kilometer).<br />

49. Gelet op het bovenstaande lijkt het niet aannemelijk dat buitenlandse slachtcapaciteit<br />

12 Openbare versie


Openbare versie<br />

voor aanbieders van vette kalveren een volwaardig alternatief vormt ten opzichte van de<br />

slachtcapaciteit <strong>in</strong> Nederland, hoewel het niet ondenkbaar is dat er bij een verslechter<strong>in</strong>g van de<br />

<strong>in</strong>koopvoorwaarden enige handelsstromen naar buitenlandse slachterijen op gang zullen komen.<br />

Derhalve zal bij de beoordel<strong>in</strong>g of <strong>in</strong>koopmacht ontstaat primair de Nederlandse slachtcapaciteit<br />

worden betrokken.<br />

(1c) Conclusie<br />

50. Gelet op het bovenstaande zal het uitgangspunt bij de beoordel<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>koopmarkt<br />

zijn: de Nederlandse slachtcapaciteit voor kalveren.<br />

(2) Productie en verkoop van kalfsvlees<br />

(2a) Productmarkt<br />

<strong>in</strong>wissel baar heid kal f svl ees t en opzicht e van ander e vl eessoor t en<br />

51. Een klager, de Nederlandse Bond van Handelaren <strong>in</strong> Vee (hierna: NBHV), is van men<strong>in</strong>g<br />

dat andere vleessoorten niet of nauwelijks concurrentiedruk uitoefenen op kalfsvlees. Partijen<br />

gaan eveneens uit van een aparte markt voor de verkoop van kalfsvlees, maar wijzen op<br />

concurrentiedruk van andere vleessoorten. In het navolgende zal worden onderzocht of, en zo ja<br />

<strong>in</strong> welke mate, (jong) rundvlees concurrentiedruk uitoefent op kalfsvlees.<br />

52. Ter nadere onderbouw<strong>in</strong>g van haar stell<strong>in</strong>g heeft de NBHV door<br />

PriceWaterhouseCoopers onderzoek laten doen naar de prijselasticiteit van de vraag naar<br />

kalfsvlees. Op basis van onder andere gegevens van onderzoeksbureau GfK met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />

prijzen van kalfsvlees, rundvlees en het verkochte volume aan kalfsvlees wordt <strong>in</strong> dit onderzoek<br />

geconcludeerd dat er geen statistisch significant verband is tussen de prijs van kalfsvlees en het<br />

<strong>in</strong> de Nederlandse supermarkten verkochte volume.<br />

53. Partijen beargumenteren op grond van een onderzoek van LEI-DLO uit 1999 dat de vraag<br />

naar kalfsvlees juist wel elastisch is en dat er tevens een significante positieve kruisl<strong>in</strong>gse<br />

prijselasticiteit is tussen de vraag naar kalfsvlees en de prijs van rundvlees. Op basis hiervan zou<br />

kunnen worden geconcludeerd dat er ten m<strong>in</strong>ste een zekere mate van concurrentiedruk uitgaat<br />

van andere vleessoorten, waaronder rundvlees. 15 Het onderzoek heeft betrekk<strong>in</strong>g op de periode<br />

1986-1997.<br />

15 Bron: LEI-DLO, The relationship between the prices of veal and beef, rapport voor het m<strong>in</strong>isterie van Landbouw, Natuur en<br />

Visserij, 1999, pag<strong>in</strong>a 5: “[…] this report [...] shows an obvious relationship between beef and veal price developments. This<br />

correlation is regarded as significant both <strong>in</strong> the long term and short term.”<br />

13 Openbare versie


Openbare versie<br />

54. Het bovengenoemde onderzoek dat de NBHV heeft laten uitvoeren roept een dusdanig<br />

aantal vragen op dat het niet mogelijk is hierop duidelijke conclusies te baseren. Deze vragen<br />

hebben betrekk<strong>in</strong>g op het gebruik van de data (onder meer de mate waar<strong>in</strong> de gebruikte prijs- en<br />

hoeveelheidsgegevens z<strong>in</strong>vol met elkaar kunnen worden vergeleken), de gebruikte specificatie en<br />

de robuustheid van de conclusies. 16 Daarnaast gaat het onderzoek niet <strong>in</strong> op de kruisl<strong>in</strong>gse<br />

prijselasticiteit van de vraag naar kalfsvlees met de prijzen van andere vleessoorten.<br />

55. De <strong>NMa</strong> overweegt dat kalfsvlees weliswaar een aantal kenmerken heeft dat andere<br />

vleessoorten niet hebben, maar acht het aannemelijk dat enige concurrentiedruk uitgaat van<br />

andere vleessoorten. Het LEI-DLO-onderzoek is weliswaar gedateerd, maar de <strong>NMa</strong> gaat er van<br />

uit dat de consumentenvoorkeuren niet dusdanig zijn gewijzigd dat geen sprake meer zou zijn<br />

van een relatie tussen de prijs van kalfsvlees en ander vlees (met name rundvlees). In het<br />

navolgende gaat de <strong>NMa</strong> uit van aparte markt voor kalfsvlees, waarbij de <strong>NMa</strong> reken<strong>in</strong>g houdt<br />

met enige concurrentiedruk van andere vleessoorten, met name van vlees van (jonge) runderen. 17<br />

Onder scheid naar t ype af nemer<br />

56. In eerdere beschikk<strong>in</strong>gen 18 van de Europese Commissie is uitgegaan van een aparte<br />

productmarkt voor de verkoop van kalfsvlees waarbij mogelijk een nader onderscheid dient te<br />

worden gemaakt naar de verkoop aan groothandelaren, retailers (supermarkten en slagers),<br />

cateraars en <strong>in</strong>dustriële verwerkers.<br />

57. Zodra het kalfsvlees door de slachterijen is gesneden volgens de specifieke<br />

snijvoorschriften van de afnemer (groothandel, retailers, cateraars of <strong>in</strong>dustriële verwerkers) is<br />

het kalfsvlees niet langer geschikt voor lever<strong>in</strong>g aan andere afnemers. Daarnaast zijn er<br />

substantiële verschillen tussen retailers en cateraars. Zo is er een duidelijk verschil <strong>in</strong> de<br />

verpakk<strong>in</strong>g en etiketter<strong>in</strong>g, omdat de voorschriften <strong>in</strong> dit opzicht voor retailers veel strenger zijn.<br />

Bovendien hebben cateraars alleen bepaalde soorten kalfsvlees nodig voor de specifieke<br />

maaltijden die zij bereiden, terwijl retailers klanten het volledige aanbod aan kalfsvlees willen<br />

aanbieden. Evenals <strong>in</strong> de hiervoor genoemde beschikk<strong>in</strong>gen kan <strong>in</strong> onderhavige <strong>zaak</strong> <strong>in</strong> het<br />

midden worden gelaten of er nader onderscheid naar afzetkanaal moet worden gemaakt.<br />

Concl usie<br />

58. Gelet op het bovenstaande en evenals <strong>in</strong> eerdere beschikk<strong>in</strong>gen zal <strong>in</strong> onderhavige <strong>zaak</strong><br />

worden uitgegaan van een aparte markt voor de productie en verkoop van kalfsvlees waarbij een<br />

16 Ook een door partijen <strong>in</strong>geschakelde expert wijst op een aantal kwetsbaarheden <strong>in</strong> het rapport.<br />

17 Zie voor een vergelijkbare aanpak ook de beschikk<strong>in</strong>g van de Commissie van 9 maart 1999 <strong>in</strong> <strong>zaak</strong> IV/M.1313 – Danish<br />

Crown/Vestjyske Slagterier, punt 29.<br />

18 Zie de beschikk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>zaak</strong> COMP/M.3535 – Van Drie/Schils, reeds aangehaald, de beschikk<strong>in</strong>g van 19 maart 2004 <strong>in</strong> <strong>zaak</strong><br />

COMP/M.3337 – Best Agrifund/Nordfleisch, en de beschikk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>zaak</strong> IV/M.1313 – Danish Crown/Vestjyske Slagterier, reeds<br />

aangehaald.<br />

14 Openbare versie


Openbare versie<br />

nadere onderverdel<strong>in</strong>g naar type afnemer (groothandel, retailer, cateraar of <strong>in</strong>dustriële verwerker)<br />

<strong>in</strong> het midden kan worden gelaten aangezien de materiële beoordel<strong>in</strong>g hierdoor niet wordt<br />

beïnvloed (zie de punten 69 en 70 ). In de beoordel<strong>in</strong>g zal reken<strong>in</strong>g worden gehouden met de<br />

concurrentiedruk van vlees van (jonge) runderen (zie punt 71).<br />

(2b) Geografische markt<br />

59. Zoals reeds eerder vermeld <strong>in</strong> punt 22 wordt het <strong>in</strong> Nederland geproduceerde kalfsvlees<br />

voornamelijk buiten Nederland verkocht. In een eerdere beschikk<strong>in</strong>g 19 van de Commissie is<br />

daarom uitgegaan van een markt die ruimer is dan nationaal en waarschijnlijk Europees is.<br />

60. Uit cijfers van de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (hierna: PVE) blijkt dat slechts<br />

een beperkt deel van het <strong>in</strong> Nederland geslachte kalfsvlees <strong>in</strong> Nederland wordt verkocht. Het<br />

grootste gedeelte, meer dan 90%, wordt geëxporteerd naar landen als Italië en Frankrijk (zie ook<br />

punt 22). Het marktonderzoek heeft het <strong>in</strong>ternationale karakter van de verkoopmarkt voor<br />

kalfsvlees bevestigd. Zo heeft een slachterij aangegeven dat zij haar kalfsvlees onder andere <strong>in</strong><br />

deze landen afzet.<br />

61. Daarnaast hebben nagenoeg alle bevraagde Nederlandse afnemers van kalfsvlees<br />

aangegeven dat er voor hen voldoende mogelijkheden zijn om bij andere (buitenlandse)<br />

leveranciers kalfsvlees af te nemen. Als alternatieven werden niet alleen kalfsvlees uit Europese<br />

landen genoemd maar ook bijvoorbeeld kalfsvlees uit Nieuw-Zeeland. Momenteel komt ongeveer<br />

7% van het <strong>in</strong> Nederland verkochte kalfsvlees uit het buitenland (zie ook figuur 2).<br />

62. Ook één van de klagers, de NBHV, is van men<strong>in</strong>g dat de markt voor de verkoop van<br />

kalfsvlees <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong> een Europese markt is. Volgens de NBHV is mogelijk wel sprake van<br />

een nationale markt voor ‘diervriendelijk’ kalfsvlees. Dit omvat volgens haar onder andere<br />

kalfsvlees met het ‘Beter Leven’ kenmerk. Consumenten <strong>in</strong> andere landen zouden geen<br />

belangstell<strong>in</strong>g hebben voor dit type vlees en buitenlandse slachterijen zouden hiervoor niet <strong>in</strong><br />

aanmerk<strong>in</strong>g komen.<br />

63. Het ‘Beter Leven’ kenmerk betreft een sterrensysteem omtrent diervriendelijkheid dat<br />

door de Dierenbescherm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het leven is geroepen om het welzijn van dieren <strong>in</strong> de veehouderij<br />

te verbeteren. De Dierenbescherm<strong>in</strong>g heeft aangegeven dat zowel Nederlandse als buitenlandse<br />

spelers <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g kunnen komen voor het ‘Beter Leven’ kenmerk. Dit blijkt ook uit het feit<br />

dat het Franse keurmerk ‘Label Rouge’ het ‘Beter Leven’ kenmerk heeft gekregen. Het ‘Beter<br />

Leven’ kenmerk van de Dierenbescherm<strong>in</strong>g vormt derhalve geen significante belemmer<strong>in</strong>g voor<br />

de afzet van ‘buitenlands’ kalfsvlees <strong>in</strong> Nederland. Daarnaast ligt volgens de Dierenbescherm<strong>in</strong>g<br />

19 Zie de beschikk<strong>in</strong>g van de Commissie <strong>in</strong> <strong>zaak</strong> COMP/M.3535 – Van Drie/Schils, reeds aangehaald, punten 25 en 39.<br />

15 Openbare versie


Openbare versie<br />

kalfsvlees met het ‘Beter Leven’ kenmerk tussen gangbaar (buitenlands) vlees en biologisch vlees<br />

<strong>in</strong> waardoor ook (buitenlands) biologisch kalfsvlees een alternatief voor de consument vormt.<br />

64. Uit een onderzoek door het LEI blijkt verder dat voor de Nederlandse consument de<br />

oorsprong van het vlees geen belangrijk aankoopcriterium is. 20 Het feit dat partijen het<br />

merendeel van hun omzet behalen buiten Nederland is een zeer sterke aanwijz<strong>in</strong>g dat dit ook<br />

voor consumenten <strong>in</strong> andere Europese lidstaten geldt.<br />

65. De transportkosten voor kalfsvlees zijn ger<strong>in</strong>g, zeker <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g tot de verkoopprijzen<br />

van kalfsvlees. Op basis van gegevens van partijen bedragen de transportkosten voor kalfsvlees<br />

uit Nederland naar verschillende West-Europese landen [0-10]% * van de verkoopprijs.<br />

66. De meeste Nederlandse en buitenlandse retailers verkopen zowel b<strong>in</strong>nenlands als<br />

buitenlands kalfsvlees. Ook groothandelaren, vleesverwerkers en cateraars kopen kalfsvlees vaak<br />

ongeacht het land van herkomst. Dit <strong>in</strong>ternationale <strong>in</strong>kooppatroon blijkt ook uit de<br />

verkoopprijzen die Van Drie hanteert voor het kalfsvlees uit haar verschillende slachterijen <strong>in</strong><br />

Nederland en Frankrijk. Deze verkoopprijzen zijn <strong>in</strong> heel Europa vrijwel hetzelfde en volgen<br />

dezelfde trends.<br />

(2c) Conclusie<br />

67. Gelet op de aanzienlijke exportstromen van kalfsvlees, de ger<strong>in</strong>ge transportkosten, de<br />

mogelijkheid voor de Nederlandse afnemers om kalfsvlees van buiten Nederland te kunnen<br />

betrekken en de afwezigheid van sterke Nederlandse consumentenvoorkeuren en keurmerken zal<br />

<strong>in</strong> onderhavige <strong>zaak</strong> worden uitgegaan van een Europese markt voor de productie en verkoop van<br />

kalfsvlees.<br />

D. BEOORDELING GEVOLGEN<br />

Inl eid<strong>in</strong>g<br />

68. Voor de beoordel<strong>in</strong>g van de gevolgen van onderhavige concentratie past de <strong>NMa</strong> het <strong>in</strong><br />

punten 29 en 30 gepresenteerde toets<strong>in</strong>gskader toe. Eerst v<strong>in</strong>dt een beoordel<strong>in</strong>g plaats van de<br />

gevolgen voor de verkoopmarkt, nog zonder reken<strong>in</strong>g te houden met <strong>in</strong>koopvoordelen. Hierna<br />

volgt een beoordel<strong>in</strong>g van de gevolgen op de upstream activiteiten <strong>in</strong> de keten, waarbij wordt<br />

bezien <strong>in</strong> hoeverre het aannemelijk is dat onderhavige concentratie kan leiden tot een<br />

20 Bron: LEI, Herkomstaanduid<strong>in</strong>g van vlees: nationaal of Europees?, Rapport 6.06.13, 2006, pag<strong>in</strong>a 29.<br />

* In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van<br />

vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In geval van getallen<br />

of percentages kan vervang<strong>in</strong>g hebben plaatsgevonden door vermeld<strong>in</strong>g van bandbreedtes.<br />

16 Openbare versie


Openbare versie<br />

substantieel wegvallen van alternatieven voor upstream spelers en hiermee leidt tot <strong>in</strong>koopmacht<br />

en substantiële <strong>in</strong>koopvoordelen. Zoals <strong>in</strong> het genoemde toets<strong>in</strong>gskader is aangegeven staat deze<br />

analyse van de <strong>in</strong>koopmarkt ten dienste van de meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijke beoordel<strong>in</strong>g van de<br />

gevolgen van onderhavige concentratie op de verkoopmarkt. Bij de uite<strong>in</strong>delijke beoordel<strong>in</strong>g van<br />

de gevolgen van onderhavige <strong>zaak</strong> wordt derhalve bezien <strong>in</strong> hoeverre het al dan niet wegvallen<br />

van alternatieven nood<strong>zaak</strong>t tot aanpass<strong>in</strong>g van de eerste beoordel<strong>in</strong>g van de verkoopmarkt, dan<br />

wel dat deze kan worden gehandhaafd. Van belang hierbij is de vraag <strong>in</strong> hoeverre partijen als<br />

gevolg van die <strong>in</strong>koopvoordelen <strong>in</strong> staat zullen zijn de verkoopprijzen van kalfsvlees blijvend<br />

w<strong>in</strong>stgevend te verhogen, met name door het <strong>in</strong> belangrijke mate uitsluiten van concurrenten op<br />

de verkoopmarkt.<br />

Ver koopmar kt<br />

69. Op basis van gegevens van de PVE is de omvang van de Europese markt voor de<br />

productie en verkoop van kalfsvlees circa 800.000 ton. 21 Partijen behalen op de Europese markt<br />

voor de productie en verkoop van kalfsvlees een gezamenlijk marktaandeel van ongeveer 17%. De<br />

toevoeg<strong>in</strong>g van Alpuro aan het marktaandeel van Van Drie is beperkt, namelijk [0-10]%. Naast<br />

partijen zijn er op deze markt verschillende grote Belgische, Franse en Italiaanse concurrenten<br />

actief zoals Inalca/JBS, Vanlommel/Verveka, Bigard/Socopa en Lactalis/Tendriade Collet. Een<br />

belangrijke Nederlandse concurrent is Paridaans/Vitelco. Indien een onderscheid zou worden<br />

gemaakt tussen de <strong>in</strong> punt 57 genoemde afnemerscategorieën is het niet aannemelijk dat voor elk<br />

van die categorieën de hoogte van het gezamenlijke marktaandeel van partijen significant zal<br />

afwijken van de hiervoor genoemde 17% 22<br />

70. Het marktonderzoek bevestigt de <strong>in</strong>ternationale dimensie van de markt voor de<br />

productie en verkoop van kalfsvlees (zie ook punt 66). Afnemers uit landen <strong>in</strong> (met name) Zuid-<br />

Europa nemen daadwerkelijk kalfsvlees af van slachterijen die niet zijn gevestigd <strong>in</strong> die landen<br />

(zie ook punt 64). 23 Het marktonderzoek onder Nederlandse afnemers heeft het beeld opgeleverd<br />

dat ook deze afnemers hun blikveld niet beperken tot Nederlandse aanbieders van kalfsvlees.<br />

Sommige afnemers geven desgevraagd aan kalfsvlees ook van buitenlandse spelers te betrekken<br />

(soms van buiten de Europese Unie), andere geven aan dat momenteel niet te doen, maar te<br />

overwegen over te stappen naar een buitenlandse leverancier mocht de prijs-kwaliteitverhoud<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> Nederland ten opzichte van het buitenland verslechteren. Eén ondervraagde afnemer heeft <strong>in</strong><br />

21 Bron: Consumptie per hoofd van de bevolk<strong>in</strong>g, Productschappen Vee, Vlees en Eieren, Statistisch Jaaroverzicht 2009 -<br />

voorlopig, pag<strong>in</strong>a 15<br />

22 Gebaseerd op een door partijen <strong>in</strong>geschatte onderverdel<strong>in</strong>g naar afnemersgroepen. De <strong>NMa</strong> heeft geen reden om<br />

hieraan te twijfelen.<br />

23 Verder blijkt dit uit door partijen verstrekte voorbeelden van contracten met buitenlandse afnemers.<br />

17 Openbare versie


Openbare versie<br />

dat verband aangegeven zich voortdurend te oriënteren op het prijsverloop <strong>in</strong> Nederland en <strong>in</strong><br />

het buitenland.<br />

71. Indien ook vlees van jonge runderen tot de markt behoort, is de omvang van de<br />

Europese markt <strong>in</strong> 2008 circa 1,1 miljoen ton. Het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de<br />

markt voor productie en verkoop van kalfsvlees <strong>in</strong>clusief de verkoop van vlees van jonge runderen<br />

is circa [10-20]%. Nagenoeg alle concurrenten van partijen zijn eveneens actief op het gebied van<br />

de productie en verkoop van (jong) rundvlees. De hierboven genoemde marktaandelen zijn<br />

derhalve mogelijk zelfs een overschatt<strong>in</strong>g van de daadwerkelijke concurrentiekracht van partijen.<br />

Tussenconcl usie ver koopmar kt<br />

72. Gelet op bovenstaande marktaandelen is het niet aannemelijk dat de meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g op de<br />

Europese markt voor de productie en verkoop van kalfsvlees op significante wijze zou kunnen<br />

worden belemmerd. Deze conclusie wijzigt niet <strong>in</strong>dien er een onderscheid wordt gemaakt naar<br />

afnemersgroep.<br />

Upst r eam act ivit eit en<br />

73. Zoals aangegeven <strong>in</strong> het toets<strong>in</strong>gkader (punten 29en 30) dienen voor het e<strong>in</strong>doordeel<br />

van de <strong>NMa</strong> <strong>in</strong> onderhavige <strong>zaak</strong> eventueel te behalen <strong>in</strong>koopvoordelen <strong>in</strong> de<br />

meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijke beoordel<strong>in</strong>g te worden betrokken <strong>in</strong> zoverre deze leiden tot een<br />

verstor<strong>in</strong>g van de concurrentie op de verkoopmarkt. Hierna volgt derhalve een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van de<br />

<strong>NMa</strong> <strong>in</strong> hoeverre het aannemelijk is dat dergelijke <strong>in</strong>koopvoordelen ontstaan.<br />

74. In 2008 werden er <strong>in</strong> Nederland ongeveer één miljoen kalveren geslacht. Het<br />

gezamenlijke (<strong>in</strong>koop)aandeel van partijen op de <strong>in</strong>koopmarkt ten behoeve van de productie en<br />

verkoop van kalfsvlees op basis van het aantal slacht<strong>in</strong>gen was circa [90-100]% (Van Drie: [60-<br />

70)70% en Alpuro: [20-30]%).<br />

75. Er zijn <strong>in</strong> Nederland slechts vier gespecialiseerde kalverslachterijen. Naast die van<br />

partijen zijn dit Abattoir Amsterdam en Paridaans/Vitelco. Daarnaast is <strong>in</strong> Nederland een aantal<br />

runderslachterijen actief dat ook kalveren slacht of heeft geslacht, waarvan Weyl Beefproducts<br />

B.V., Vion Rundvee en Exportslachterij J. Gosschalk en Zn. B.V. de grootste spelers zijn.<br />

76. Volgens partijen wordt de markt voor het slachten van kalveren gekenmerkt door een<br />

grote mate van overcapaciteit. Concurrenten zouden dus volgens partijen gemakkelijk hun<br />

productie kunnen uitbreiden als partijen de <strong>in</strong>koopprijzen zouden verlagen en handelaren en vrije<br />

mesters moeten uitwijken naar alternatieven. Het <strong>in</strong>koopaandeel op basis van de door partijen<br />

geschatte capaciteit is <strong>in</strong> 2008 op de Nederlandse <strong>in</strong>koopmarkt ten behoeve van de productie en<br />

verkoop van kalfsvlees circa [60-70]% (Van Drie: [40-50]% en Alpuro: [10-20]%).<br />

18 Openbare versie


Openbare versie<br />

77. Klagers hebben <strong>in</strong> hun zienswijzen aangegeven bedenk<strong>in</strong>gen te hebben ten aanzien van<br />

de cijfers van partijen. Uit het marktonderzoek blijkt dat de daadwerkelijke capaciteit van de<br />

concurrenten van partijen zelfs nog wat lager is en dat deze pas na aanzienlijke <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen kan<br />

worden uitgebreid. Eén van de marktpartijen heeft ook aangegeven dat de marktomstandigheden<br />

met zich meebrengen dat er altijd een bepaalde mate van overcapaciteit aanwezig zal moeten zijn<br />

vanwege de grote fluctuaties <strong>in</strong> de vraag, bijvoorbeeld rond kerst is de vraag veel hoger dan <strong>in</strong> de<br />

zomermaanden.<br />

78. De <strong>NMa</strong> heeft kennis genomen van de relativer<strong>in</strong>gen van partijen op het hoge<br />

<strong>in</strong>koopaandeel, alsmede de tegenwerp<strong>in</strong>gen van de klagers. Zowel wat betreft het <strong>in</strong>zetten van<br />

overcapaciteit van kalverslachterijen, als de al eerder behandelde argumenten ten aanzien van de<br />

capaciteit <strong>in</strong> runderslachterijen en eventuele alternatieven <strong>in</strong> het buitenland (zie de punten 40 tot<br />

en met 43 en de punten 47 en 48) stelt de <strong>NMa</strong> vast dat het aannemelijk is dat deze weliswaar <strong>in</strong><br />

enige mate een alternatief vormen voor upstream spelers, maar dat deze niet van dusdanige aard<br />

zijn dat hiermee volledig wordt gecompenseerd voor het wegvallen van de afzonderlijke<br />

slachtcapaciteit van Alpuro.<br />

79. Gelet op het bovenstaande acht de <strong>NMa</strong> het aannemelijk dat met de overname van<br />

Alpuro door Van Drie een substantieel alternatief voor upstream spelers zou kunnen wegvallen. In<br />

hoeverre de hierdoor mogelijk te behalen <strong>in</strong>koopmacht, die kan worden <strong>in</strong>gezet voor te behalen<br />

substantiële <strong>in</strong>koopvoordelen kan leiden tot een verstor<strong>in</strong>g van de verkoopmarkt, wordt hierna<br />

behandeld.<br />

Ver koopmar kt <strong>in</strong>cl usief <strong>in</strong>koopvoor del en<br />

80. Uit voorgaande beoordel<strong>in</strong>g blijkt dat de voorgenomen concentratie op de verkoopmarkt<br />

<strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie niet leidt tot significante meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijke bezwaren (zie punt 72). In<br />

punt 79 is echter geoordeeld dat als gevolg van de voorgenomen concentratie er mogelijk<br />

alternatieven wegvallen voor upstream spelers <strong>in</strong> Nederland. Onderzocht is of als gevolg hiervan<br />

concurrenten van partijen, zoals genoemd <strong>in</strong> punt 69, <strong>in</strong> belangrijke mate zouden kunnen worden<br />

uitgesloten zodat partijen vervolgens <strong>in</strong> staat zouden zijn de verkoopprijzen van kalfsvlees<br />

blijvend w<strong>in</strong>stgevend te kunnen verhogen.<br />

81. Het mogelijk wegvallen van alternatieven voor upstream spelers <strong>in</strong> Nederland heeft<br />

echter geen significante gevolgen voor de alternatieven voor de concurrenten van partijen. De<br />

analyse van de verkoopmarkt heeft het beeld opgeleverd van een sector waar<strong>in</strong> vele partijen actief<br />

zijn en <strong>in</strong> sterke mate met elkaar <strong>in</strong> concurrentie staan. Het relatief beperkte marktaandeel van<br />

partijen op de verkoopmarkt duidt er op dat afnemers beschikken over voldoende alternatieven.<br />

De consument zou dan ook slechts nadeel van onderhavige concentratie onderv<strong>in</strong>den als de door<br />

Van Drie en Alpuro mogelijk te behalen <strong>in</strong>koopvoordelen ertoe zouden leiden dat de concurrentie<br />

19 Openbare versie


Openbare versie<br />

op de verkoopmarkt <strong>in</strong> substantiële mate zou worden belemmerd. Dit is niet aannemelijk. De<br />

buitenlandse kalverslachterijen betrekken <strong>in</strong> zeer beperkte mate nuchtere dan wel vette kalveren<br />

uit Nederland. Het is dus niet zo dat de aanvoer van kalveren voor deze partijen als gevolg van de<br />

concentratie wordt beïnvloed. Hieruit volgt dat er geen verstor<strong>in</strong>g van de concurrentie op de<br />

verkoopmarkt kan plaatsv<strong>in</strong>den als gevolg van het verh<strong>in</strong>deren van de toegang voor concurrenten<br />

tot belangrijke upstream <strong>in</strong>puts (zie punt 29).<br />

Concl usie<br />

82. Gelet op het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de Europese markt voor de<br />

productie en verkoop van kalfsvlees en de beperkte toevoeg<strong>in</strong>g van Alpuro aan dit marktaandeel<br />

is het niet aannemelijk dat als gevolg van onderhavige concentratie de daadwerkelijke<br />

meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g op de markt voor de productie en verkoop van kalfsvlees op significante wijze zou<br />

kunnen worden belemmerd, ook als reken<strong>in</strong>g wordt gehouden met eventuele <strong>in</strong>koopvoordelen.<br />

VI. CONCLUSIE<br />

83. Na onderzoek van deze meld<strong>in</strong>g is de Raad van Bestuur van de Nederlandse<br />

Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie b<strong>in</strong>nen de<br />

werk<strong>in</strong>gssfeer valt van het <strong>in</strong> hoofdstuk 5 van de Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswet geregelde<br />

concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat die concentratie de<br />

daadwerkelijke meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze<br />

zou kunnen belemmeren.<br />

84. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse<br />

Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de<br />

meld<strong>in</strong>g betrekk<strong>in</strong>g heeft geen vergunn<strong>in</strong>g is vereist.<br />

Datum: 4 mei 2010<br />

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Meded<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteit,<br />

W.g. P. Kalbfleisch<br />

Voorzitter Raad van Bestuur<br />

20 Openbare versie


Openbare versie<br />

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, b<strong>in</strong>nen zes weken na de<br />

dag van bekendmak<strong>in</strong>g van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift <strong>in</strong>dienen bij de Rechtbank te<br />

Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam<br />

21 Openbare versie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!