Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

42 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015022Vraag nr. 433 van de heer volksvertegenwoordiger RoelDeseyn van 19 februari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Btw-vrijstelling voor het verwerven van financiële steundoor culturele instellingen.In artikel 132, eerste lid, o), van de btw-richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffendehet gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegdewaarde worden de diensten en goederenleveringenin samenhang met activiteiten die zijn bestemd ter verkrijgingvan financiële steun en die uitsluitend ten bate vanzichzelf zijn georganiseerd vrijgesteld van de btw voor debtw-plichtigen waarvan de handelingen overeenkomstig depunten b), g), h), i), l), m) en n) zijn vrijgesteld. Deze bepalingwerd omgezet naar Belgisch recht door artikel 44, § 2,12° W.btw (Wetboek van de belasting over de toegevoegdewaarde).Van de in artikel 44, § 2, 6°, 7°, 8° en 9° W.btw vrijgestelde"culturele" handelingen komen enkel de in artikel44, § 2, 7° W.btw bedoelde handelingen in aanmerkingvoor vrijstelling voor de handelingen die worden verrichtin samenhang met de werkzaamheden die ter verkrijgingvan financiële steun zijn georganiseerd. Het gevolg daarvanis dat instellingen erkend door de bevoegde overheiddie toneel-, ballet- of filmvoorstellingen, tentoonstellingen,concerten of conferenties organiseren, worden uitgeslotenvan de vrijstelling van btw voor de handelingen die gerichtzijn op het verwerven van financiële steun en die samenhangenmet die activiteiten.1. Bent u van mening dat artikel 132, eerste lid, o), vande btw-richtlijn 2006/112/EG tevens de vrijstelling omvatvoor bepaalde culturele diensten alsmede nauw samenhangendegoederenleveringen, verricht door publiekrechtelijkeculturele instellingen of door andere culturele instellingendie door de betrokken lidstaat worden erkend?2. Bent u van mening dat artikel 132, eerste lid, n), vande btw-richtlijn 2006/112/EG naar Belgisch recht werdomgezet door de bepalingen van artikel 44, § 2, 6°, 7°, 8°en 9° W.btw?3. Bent u van mening dat artikel 44, § 2, 12° W.btw in diezin onvolledig de btw-richtlijn 2006/112/EG omzet naarBelgisch recht wanneer enkel wordt verwezen naar artikel44, § 2, 7° W.btw en niet naar artikel 44, § 2, 6°, 8° en 9°W.btw?DO 2009201015022Question n° 433 de monsieur le député Roel Deseyn du19 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Exonération de TVA pour l'obtention d'une aide financièrepar les institutions culturelles.Dans l'article 132, premier alinéa, o), de la directive TVA2006/112/CE du Conseil du 28 novembre 2006 relative ausystème commun de taxe sur la valeur ajoutée, les serviceset les livraisons de biens liées aux activités destinées àobtenir une aide financière et organisées exclusivement àleur profit sont exemptés de la TVA à laquelle sont soumisles assujettis à la TVA dont les opérations sont exonéréesconformément aux points b), g), h), i), l), m) et n). Cettedisposition a été transposée en droit belge par l'article 44, §2, 12° du Code de la TVA (Code de la taxe sur la valeurajoutée).Parmi les opérations "culturelles" exonérées dans l'article44, § 2, 6°, 7°, 8° et 9° du Code de la TVA, seules lesopérations visées par l'article 44, § 2, 7° du Code de laTVA entrent en considération pour l'exonération des opérationsliées aux activités organisées en vue d'obtenir uneaide financière. Cet article a pour conséquence que les institutionsreconnues par les autorités compétentes et quiorganisent des représentations théâtrales, chorégraphiquesou cinématographiques, des expositions, des concerts oudes conférences ne peuvent prétendre à l'exonération de laTVA pour les opérations menées en vue d'obtenir une aidefinancière et en rapport avec ces activités.1. Êtes-vous d'avis que l'article 132, premier alinéa, o),de la directive TVA 2006/112/CE comprend égalementl'exonération pour certains services culturels ainsi que leslivraisons de biens étroitement liés à ceux-ci, effectués pardes institutions culturelles de droit public ou par d'autresinstitutions culturelles reconnues par l'État membreconcerné?2. Estimez-vous que l'article 132, premier alinéa, n), dela directive TVA 2006/112/CE a été transposée en droitbelge par les dispositions de l'article 44, § 2, 6°, 7°, 8° et9° du Code de la TVA?3. Pensez-vous que l'article 44, § 2, 12° du Code de laTVA transpose incomplètement la directive TVA 2006/112/CE en droit belge en ce sens qu'il se réfère uniquement àl'article 44, § 2, 7° du Code de la TVA et non à l'article 44,§ 2, 6°, 8° et 9° du Code de la TVA?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E