Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

2 QRVA 52 10029-03-2010Staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid,Gezinsbeleid en Federale Culturele InstellingenStaatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen meteen handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke IntegratieStaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie enArmoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratieBlz.Page110 Secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration etd'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturellesfédérales- Secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé des Personneshandicapées, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale- Secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre lapauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration socialeIII. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.Page/Blz. 115Eerste minister, belast met de coördinatie van het Migratie- enasielbeleidVice-eersteminister en minister van Financiën en InstitutioneleHervormingenVice-eersteminister en minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met Maatschappelijke IntegratieVice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken enInstitutionele HervormingenVice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen,belast met het Migratie- en asielbeleidBlz.Page115 Premier ministre, chargé de la coordination de la Politique demigration et d'asile- Vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles119 Vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale158 Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles- Vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalitédes chances, chargée de la Politique de migration et d'asileVice-eersteminister en minister van Begroting - Vice-premier ministre et ministre du BudgetMinister van Pensioenen en Grote Steden 191 Ministre des Pensions et des Grandes villesMinister van Justitie 200 Ministre de la JusticeMinister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid245 Ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de laPolitique scientifiqueMinister van Landsverdediging 256 Ministre de la DéfenseMinister van Klimaat en Energie 293 Ministre du Climat et de l'ÉnergieMinister van Ontwikkelingssamenwerking 314 Ministre de la Coopération au développementMinister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven 317 Ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiquesMinister voor Ondernemen en Vereenvoudigen 342 Ministre pour l'Entreprise et la SimplificationMinister van Binnenlandse Zaken 353 Ministre de l'IntérieurStaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eersteminister401 Secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministreStaatssecretaris voor de coördinatie van de Fraudebestrijding,toegevoegd aan de Eerste minister, en staatssecretaris,toegevoegd aan de minister van JustitieStaatssecretaris voor de Modernisering van de federaleoverheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en deBestrijding van de fiscale fraude, toegevoegd aan de ministervan FinanciënStaatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan deminister van Buitenlandse ZakenStaatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid,Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen423 Secrétaire d'État à la coordination de la Lutte contre la fraude,adjoint au premier ministre, et secrétaire d'Etat, adjoint auministre de la Justice428 Secrétaire d'État à la Modernisation du service public fédéralFinances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre lafraude fiscale, adjoint au ministre des Finances430 Secrétaire d'État aux Affaires européennes, adjoint au ministredes Affaires étrangères431 Secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration etd'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturellesfédéralesK A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20103Staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen meteen handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke IntegratieStaatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie enArmoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van SocialeZaken en Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratieIV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.IV. Sommaire par ministre et mentionnant l'objet.Blz.Page- Secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé des Personneshandicapées, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale- Secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre lapauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration socialePage/Blz. 435K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

4 QRVA 52 10029-03-2010K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20105Lijst afgesloten op 29/03/2010.Liste clôturée le 29/03/2010.I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn,vanaf de 1ste januari 2009I. Liste cumulative des questions auxquelles il n'a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir du1er janvier 2009.DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVAVice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele HervormingenVice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles04-12-2009 1 Dirk Vijnck 90 04-12-2009 2 Christian90Brotcorne04-12-2009 3 Dirk Vijnck 90 04-12-2009 8 Christian90Brotcorne04-12-2009 13 Dirk Vijnck 90 04-12-2009 16 Dirk Vijnck 9004-12-2009 20 ChristianBrotcorne07-12-2009 23 ChristianBrotcorne08-12-2009 35 Robert Van deVelde08-12-2009 41 Dirk Van derMaelen08-12-2009 48 Dirk Van derMaelen08-12-2009 50 Dirk Van derMaelen08-12-2009 56 Dirk Van derMaelen90 07-12-2009 22 ChristianBrotcorne9090 07-12-2009 27 Christian90Brotcorne90 08-12-2009 37 Robert Van de90Velde90 08-12-2009 47 Dirk Van der90Maelen90 08-12-2009 49 Dirk Van der90Maelen90 08-12-2009 53 Dirk Van der90Maelen90 08-12-2009 59 Renaat Landuyt 9008-12-2009 62 Renaat Landuyt 90 08-12-2009 63 Renaat Landuyt 9008-12-2009 64 Renaat Landuyt 90 09-12-2009 71 Georges Gilkinet 9009-12-2009 72 Georges Gilkinet 90 09-12-2009 73 Georges Gilkinet 9009-12-2009 74 Georges Gilkinet 90 09-12-2009 75 Georges Gilkinet 9009-12-2009 76 Georges Gilkinet 90 09-12-2009 79 Stefaan Van Hecke 9009-12-2009 81 Wouter De Vriendt 90 09-12-2009 82 Wouter De Vriendt 9010-12-2009 83 Hilde Vautmans 91 15-12-2009 90 Barbara Pas 9115-12-2009 93 Bart Laeremans 91 15-12-2009 94 Bart Laeremans 9115-12-2009 95 Bart Laeremans 91 15-12-2009 96 Bart Laeremans 9115-12-2009 97 Kristof91 15-12-2009 100 Sofie Staelraeve 91Waterschoot16-12-2009 101 Bert Schoofs 91 16-12-2009 104 Bruno91Stevenheydens16-12-2009 108 Christian91 16-12-2009 109 Michel Doomst 91Brotcorne17-12-2009 113 Xavier Baeselen 91 17-12-2009 117 François-Xavier 91de Donnea17-12-2009 120 Guy D'haeseleer 91 17-12-2009 121 Guy D'haeseleer 91K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20107DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur14-01-2010 313 Jenne De Potter 95 14-01-2010 314 Ingrid Claes 9515-01-2010 315 Georges Gilkinet 95 18-01-2010 319 Daniel Ducarme 9518-01-2010 321 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 324 Dirk Van der95Maelen18-01-2010 326 Barbara Pas 95 18-01-2010 327 Wouter De Vriendt 9519-01-2010 329 Peter Logghe 95 19-01-2010 331 Hagen Goyvaerts 9520-01-2010 333 Peter Logghe 95 20-01-2010 334 Wouter De Vriendt 9521-01-2010 336 Jan Mortelmans 96 22-01-2010 342 Christian96Brotcorne22-01-2010 343 Georges Gilkinet 96 22-01-2010 345 Jenne De Potter 9622-01-2010 346 KristofWaterschoot96 25-01-2010 347 KristofWaterschoot25-01-2010 348 Bert Schoofs 96 25-01-2010 349 Georges Gilkinet 9625-01-2010 350 Kristof96 25-01-2010 351 Kristof96WaterschootWaterschoot25-01-2010 352 Luk Van Biesen 96 25-01-2010 353 Dirk Van der96Maelen25-01-2010 355 Robert Van de96 25-01-2010 356 Georges Gilkinet 96Velde25-01-2010 357 François Bellot 96 25-01-2010 358 Georges Gilkinet 9625-01-2010 359 Georges Gilkinet 96 25-01-2010 361 Kristof96Waterschoot25-01-2010 362 Georges Gilkinet 96 25-01-2010 363 Christian96Brotcorne25-01-2010 364 Jenne De Potter 96 25-01-2010 366 Peter Logghe 9626-01-2010 367 Leen Dierick 96 26-01-2010 368 Daniel Ducarme 9626-01-2010 369 Leen Dierick 96 26-01-2010 370 Jan Jambon 9627-01-2010 372 Renaat Landuyt 96 27-01-2010 373 Stefaan Van Hecke 9602-02-2010 376 Roel Deseyn 97 04-02-2010 380 KristofWaterschoot9804-02-2010 381 KristofWaterschootQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur98 04-02-2010 382 KristofWaterschootQRVAQRVA04-02-2010 384 Alain Mathot 98 05-02-2010 387 Leen Dierick 9808-02-2010 388 Dirk Van der98 08-02-2010 390 Sabien Lahaye- 98MaelenBattheu08-02-2010 391 Daniel Ducarme 98 08-02-2010 392 Leen Dierick 9808-02-2010 394 Jenne De Potter 98 08-02-2010 395 Bert Schoofs 9808-02-2010 396 Raf Terwingen 98 08-02-2010 397 Karine Lalieux 9808-02-2010 398 Jenne De Potter 98 08-02-2010 399 Jenne De Potter 9809-02-2010 400 Jenne De Potter 98 09-02-2010 401 David Clarinval 9809-02-2010 402 Servais98 09-02-2010 405 Jenne De Potter 98Verherstraeten09-02-2010 406 Peter Logghe 98 10-02-2010 407 Peter Logghe 9810-02-2010 408 Peter Luykx 98 10-02-2010 411 Eric Jadot 9811-02-2010 415 Peter Logghe 99 11-02-2010 416 Daniel Ducarme 9911-02-2010 417 Peter Logghe 99 11-02-2010 418 Renaat Landuyt 9911-02-2010 419 Jean Cornil 99 11-02-2010 420 André Perpète 9917-02-2010 422 Daniel Ducarme 99 18-02-2010 423 Daniel Ducarme 1009698K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

8 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA18-02-2010 424 Ingrid Claes 100 18-02-2010 425 Ingrid Claes 10018-02-2010 428 Eric Jadot 100 19-02-2010 430 Daniel Ducarme 10019-02-2010 431 Dirk Vijnck 100 19-02-2010 432 Hagen Goyvaerts 10019-02-2010 433 Roel Deseyn 100 19-02-2010 434 Daniel Ducarme 10019-02-2010 435 Roel Deseyn 100 22-02-2010 436 Ben Weyts 10022-02-2010 437 Michel Doomst 100 22-02-2010 438 Michel Doomst 10022-02-2010 439 Jan Jambon 100 22-02-2010 441 Leen Dierick 10023-02-2010 442 Jenne De Potter 100 23-02-2010 443 Hagen Goyvaerts 10023-02-2010 444 François Bellot 100 24-02-2010 446 Sonja Becq 10024-02-2010 447 Ben Weyts 100Vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke IntegratieVice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale08-12-2009 4 Clotilde Nyssens 90 08-12-2009 6 Robert Van de90Velde09-12-2009 15 Georges Gilkinet 90 09-12-2009 19 Wouter De Vriendt 9010-12-2009 30 Katia della Faille 91 14-12-2009 35 Maggie De Block 91de Leverghem14-12-2009 37 Maggie De Block 91 15-12-2009 42 Sabien Lahaye- 91Battheu15-12-2009 44 Sofie Staelraeve 91 15-12-2009 47 YolandeAvontroodt9115-12-2009 49 YolandeAvontroodt15-12-2009 52 YolandeAvontroodt91 15-12-2009 50 Yolande91Avontroodt91 16-12-2009 54 Bert Schoofs 9117-12-2009 66 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 71 Koen Bultinck 9118-12-2009 74 Koen Bultinck 91 18-12-2009 81 Peter Logghe 9118-12-2009 82 Peter Logghe 91 21-12-2009 85 Olivier Destrebecq 9121-12-2009 88 Josée Lejeune 91 23-12-2009 100 Hendrik Bogaert 9123-12-2009 101 Hendrik Bogaert 91 28-12-2009 102 Daniel Ducarme 9328-12-2009 104 Daniel Ducarme 93 28-12-2009 107 Daniel Ducarme 9328-12-2009 110 Daniel Ducarme 93 28-12-2009 116 Daniel Ducarme 9328-12-2009 120 Daniel Ducarme 93 28-12-2009 123 Daniel Ducarme 9328-12-2009 126 Daniel Ducarme 93 29-12-2009 131 Luc Goutry 9329-12-2009 132 Mia DeSchamphelaere93 29-12-2009 133 Mia DeSchamphelaere30-12-2009 143 Sonja Becq 93 04-01-2010 146 Zoé Genot 9304-01-2010 148 Daniel Ducarme 93 06-01-2010 158 Jean-Jacques93Flahaux06-01-2010 159 Josée Lejeune 93 06-01-2010 161 Josée Lejeune 9306-01-2010 162 Josée Lejeune 93 06-01-2010 163 Kattrin Jadin 9306-01-2010 164 Olivier Destrebecq 93 06-01-2010 167 Olivier Maingain 9306-01-2010 168 Xavier Baeselen 93 06-01-2010 169 Ilse Uyttersprot 9306-01-2010 170 Xavier Baeselen 93 06-01-2010 174 Lieve Van Daele 9307-01-2010 181 Luc Goutry 94 07-01-2010 183 Daniel Ducarme 9408-01-2010 186 Meyrem Almaci 94 08-01-2010 187 Daniel Ducarme 9493K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20109DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA11-01-2010 194 Daniel Ducarme 94 11-01-2010 196 Filip De Man 9412-01-2010 200 Bart Laeremans 94 12-01-2010 204 Guy D'haeseleer 9415-01-2010 259 Ben Weyts 95 15-01-2010 261 Lieve Van Daele 9518-01-2010 263 Daniel Ducarme 95 18-01-2010 264 Daniel Ducarme 9518-01-2010 265 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 270 Katia della Faille 95de Leverghem18-01-2010 275 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 276 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 278 Michel Doomst 95 19-01-2010 281 François Bellot 9519-01-2010 285 Bert Schoofs 95 20-01-2010 286 Luc Goutry 9521-01-2010 288 Jan Mortelmans 96 21-01-2010 289 Zoé Genot 9625-01-2010 295 Georges Gilkinet 96 26-01-2010 298 Sonja Becq 9626-01-2010 299 Lieve Van Daele 96 28-01-2010 304 Peter Logghe 9703-02-2010 305 Philippe Collard 97 04-02-2010 308 Kristof98Waterschoot04-02-2010 310 Leen Dierick 98 05-02-2010 311 Maggie De Block 9808-02-2010 313 Peter Logghe 98 08-02-2010 314 Daniel Ducarme 9808-02-2010 316 Daniel Ducarme 98 08-02-2010 318 Bert Schoofs 9809-02-2010 321 Sofie Staelraeve 98 10-02-2010 324 Sofie Staelraeve 9811-02-2010 325 Daniel Ducarme 99 11-02-2010 326 Daniel Ducarme 9911-02-2010 327 Daniel Ducarme 99 11-02-2010 328 Daniel Ducarme 9911-02-2010 330 Daniel Ducarme 99 11-02-2010 332 Katia della Faille 99de Leverghem11-02-2010 333 Katia della Faille 99 11-02-2010 334 Roland Defreyne 99de Leverghem11-02-2010 335 Katia della Faille 99 11-02-2010 336 Jean Cornil 99de Leverghem17-02-2010 337 Daniel Ducarme 99 17-02-2010 338 David Clarinval 9918-02-2010 339 Koen Bultinck 100 18-02-2010 341 Clotilde Nyssens 10018-02-2010 342 Leen Dierick 100 19-02-2010 343 Daniel Ducarme 10019-02-2010 344 Lieve Van Daele 100 19-02-2010 345 Peter Logghe 10023-02-2010 349 PatrickCocriamont100Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele HervormingenVice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles08-12-2009 2 Robert Van deVelde08-12-2009 8 Dirk Van derMaelen90 08-12-2009 7 Dirk Van der90Maelen90 10-12-2009 10 Wouter De Vriendt 9110-12-2009 11 Zoé Genot 91 10-12-2009 13 Hendrik Daems 9110-12-2009 14 Hendrik Daems 91 14-12-2009 20 Katia della Faille 91de Leverghem15-12-2009 29 Alexandra Colen 91 15-12-2009 32 Alexandra Colen 9116-12-2009 34 Bart Laeremans 91 16-12-2009 38 Daniel Ducarme 9117-12-2009 39 Zoé Genot 91 17-12-2009 40 Filip De Man 9117-12-2009 41 Francis Van denEynde91 21-12-2009 43 Daniel Ducarme 91K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

10 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA23-12-2009 45 Francis Van den 91 29-12-2009 48 Lieve Van Daele 93Eynde29-12-2009 49 Mark Verhaegen 93 29-12-2009 50 Mia De93Schamphelaere30-12-2009 51 Michel Doomst 93 04-01-2010 55 Daniel Ducarme 9304-01-2010 57 Daniel Ducarme 93 04-01-2010 60 Daniel Ducarme 9304-01-2010 64 Daniel Ducarme 93 04-01-2010 66 Daniel Ducarme 9305-01-2010 84 Jan Jambon 93 05-01-2010 85 Jan Jambon 9305-01-2010 95 Daniel Ducarme 93 05-01-2010 106 Daniel Ducarme 9305-01-2010 110 Daniel Ducarme 93 05-01-2010 114 Daniel Ducarme 9305-01-2010 115 Daniel Ducarme 93 06-01-2010 121 Daniel Ducarme 9306-01-2010 132 Denis Ducarme 93 06-01-2010 135 Xavier Baeselen 9306-01-2010 137 Daniel Ducarme 93 07-01-2010 145 Peter Logghe 9408-01-2010 150 Bart Laeremans 94 08-01-2010 154 Daniel Ducarme 9408-01-2010 156 Daniel Ducarme 94 11-01-2010 163 Daniel Ducarme 9411-01-2010 165 Daniel Ducarme 94 12-01-2010 167 Xavier Baeselen 9412-01-2010 172 Lieve Van Daele 94 15-01-2010 176 Alexandra Colen 9518-01-2010 182 Daniel Ducarme 95 25-01-2010 195 Filip De Man 9625-01-2010 196 Daniel Ducarme 96 25-01-2010 198 Daniel Ducarme 9626-01-2010 200 Daniel Ducarme 96 26-01-2010 203 Daniel Ducarme 9626-01-2010 209 Daniel Ducarme 96 27-01-2010 213 Daniel Ducarme 9627-01-2010 215 Daniel Ducarme 96 27-01-2010 216 Daniel Ducarme 9605-02-2010 229 Daniel Ducarme 98 08-02-2010 234 Ilse Uyttersprot 9811-02-2010 248 Daniel Ducarme 99 12-02-2010 249 Daniel Ducarme 9912-02-2010 251 Daniel Ducarme 99 17-02-2010 254 Daniel Ducarme 9923-02-2010 258 Clotilde Nyssens 100 23-02-2010 259 Peter Logghe 100Vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleidVice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration etd'asile07-12-2009 1 Martine De Maght 90 07-12-2009 2 Martine De Maght 9007-12-2009 3 Martine De Maght 90 08-12-2009 4 Clotilde Nyssens 9008-12-2009 5 Clotilde Nyssens 90 08-12-2009 6 Robert Van de90Velde08-12-2009 7 Robert Van de90 08-12-2009 9 Josy Arens 90Velde08-12-2009 10 Josy Arens 90 08-12-2009 11 Dirk Van der90Maelen08-12-2009 12 Josy Arens 90 08-12-2009 13 Josy Arens 9008-12-2009 14 Hans Bonte 90 08-12-2009 16 Renaat Landuyt 9009-12-2009 20 Georges Gilkinet 90 09-12-2009 21 Juliette Boulet 9009-12-2009 22 Stefaan Van Hecke 90 09-12-2009 23 Stefaan Van Hecke 9009-12-2009 24 Wouter De Vriendt 90 10-12-2009 25 Zoé Genot 9110-12-2009 26 Zoé Genot 91 10-12-2009 27 Zoé Genot 9110-12-2009 28 Geert Versnick 91 10-12-2009 29 Alexandra Colen 9110-12-2009 30 Alexandra Colen 91 10-12-2009 31 Hilde Vautmans 9110-12-2009 32 Maggie De Block 91 10-12-2009 33 Hilde Vautmans 91K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201011DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur10-12-2009 34 Alexandra Colen 91 10-12-2009 35 Hans Bonte 9110-12-2009 36 Hans Bonte 91 10-12-2009 37 Hans Bonte 9110-12-2009 38 Hans Bonte 91 10-12-2009 39 Hans Bonte 9110-12-2009 40 Hans Bonte 91 10-12-2009 41 Hans Bonte 9110-12-2009 42 Hans Bonte 91 10-12-2009 43 Hans Bonte 9110-12-2009 44 Hans Bonte 91 10-12-2009 45 Hans Bonte 9110-12-2009 46 Hans Bonte 91 11-12-2009 47 Hans Bonte 9111-12-2009 48 Hans Bonte 91 11-12-2009 49 Katia della Faillede Leverghem9111-12-2009 50 Katia della Faillede Leverghem11-12-2009 52 Katia della Faillede Leverghem91 11-12-2009 51 Katia della Faillede Leverghem91 11-12-2009 53 Katia della Faillede Leverghem11-12-2009 54 Hans Bonte 91 11-12-2009 55 Hans Bonte 9111-12-2009 56 Hans Bonte 91 11-12-2009 57 Katia della Faille 91de Leverghem11-12-2009 58 Katia della Faillede Leverghem91 11-12-2009 59 Katia della Faillede Leverghem9111-12-2009 60 Katia della Faillede LeverghemQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur91 11-12-2009 61 Katia della Faillede LeverghemQRVAQRVA11-12-2009 62 Hans Bonte 91 11-12-2009 63 Hans Bonte 9111-12-2009 64 Hans Bonte 91 11-12-2009 65 Hans Bonte 9111-12-2009 66 Hans Bonte 91 11-12-2009 67 Hans Bonte 9111-12-2009 68 Hans Bonte 91 11-12-2009 69 Hans Bonte 9111-12-2009 70 Hans Bonte 91 11-12-2009 71 Hans Bonte 9111-12-2009 72 Hans Bonte 91 11-12-2009 73 Hans Bonte 9111-12-2009 74 Hans Bonte 91 11-12-2009 75 Hans Bonte 9111-12-2009 76 Hans Bonte 91 11-12-2009 77 Hans Bonte 9111-12-2009 78 Hans Bonte 91 11-12-2009 79 Hans Bonte 9111-12-2009 80 Hans Bonte 91 11-12-2009 81 Hans Bonte 9111-12-2009 82 Hans Bonte 91 11-12-2009 83 Hans Bonte 9111-12-2009 84 Hans Bonte 91 11-12-2009 85 Hans Bonte 9111-12-2009 86 Hans Bonte 91 11-12-2009 87 Hans Bonte 9111-12-2009 88 Hans Bonte 91 11-12-2009 89 Hans Bonte 9111-12-2009 90 Hans Bonte 91 11-12-2009 91 Hans Bonte 9111-12-2009 92 Hans Bonte 91 11-12-2009 93 Hans Bonte 9111-12-2009 94 Hans Bonte 91 11-12-2009 95 Hans Bonte 9111-12-2009 96 Hans Bonte 91 11-12-2009 97 Hans Bonte 9114-12-2009 98 Hans Bonte 91 14-12-2009 99 Hans Bonte 9114-12-2009 100 Hans Bonte 91 14-12-2009 101 Hans Bonte 9114-12-2009 102 Hans Bonte 91 14-12-2009 103 Hans Bonte 9114-12-2009 104 Hans Bonte 91 14-12-2009 105 Hans Bonte 9114-12-2009 106 Hans Bonte 91 14-12-2009 107 Hans Bonte 9114-12-2009 108 Hans Bonte 91 14-12-2009 109 Hans Bonte 9114-12-2009 110 Hans Bonte 91 14-12-2009 111 Hans Bonte 9114-12-2009 112 Hans Bonte 91 14-12-2009 113 Hans Bonte 9114-12-2009 114 Hans Bonte 91 14-12-2009 115 Hans Bonte 9114-12-2009 116 Hans Bonte 91 14-12-2009 117 Hans Bonte 91919191K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

12 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur14-12-2009 118 Hans Bonte 91 14-12-2009 119 Hans Bonte 9114-12-2009 120 Hans Bonte 91 14-12-2009 121 Hans Bonte 9114-12-2009 122 Hans Bonte 91 14-12-2009 123 Hans Bonte 9114-12-2009 124 Hans Bonte 91 14-12-2009 125 Hans Bonte 9114-12-2009 126 Maggie De Block 91 14-12-2009 127 Maggie De Block 9114-12-2009 128 Maggie De Block 91 14-12-2009 129 Maggie De Block 9114-12-2009 130 Maggie De Block 91 14-12-2009 131 Maggie De Block 9114-12-2009 132 Maggie De Block 91 14-12-2009 133 Maggie De Block 9114-12-2009 134 Maggie De Block 91 14-12-2009 135 Maggie De Block 9114-12-2009 136 Maggie De Block 91 14-12-2009 137 Maggie De Block 9114-12-2009 138 Maggie De Block 91 14-12-2009 139 Maggie De Block 9114-12-2009 140 Maggie De Block 91 14-12-2009 141 Maggie De Block 9114-12-2009 142 Maggie De Block 91 15-12-2009 143 Maggie De Block 9115-12-2009 144 Maggie De Block 91 15-12-2009 145 Maggie De Block 9115-12-2009 146 Maggie De Block 91 15-12-2009 147 Maggie De Block 9115-12-2009 148 Mathias De Clercq 91 15-12-2009 149 Mathias De Clercq 9115-12-2009 150 Mathias De Clercq 91 15-12-2009 151 Sabien Lahaye- 91Battheu15-12-2009 152 Sofie Staelraeve 91 15-12-2009 153 Sofie Staelraeve 9115-12-2009 154 Sofie Staelraeve 91 15-12-2009 155 Bart Laeremans 9115-12-2009 156 Sofie Staelraeve 91 15-12-2009 157 Bart Laeremans 9115-12-2009 158 Sofie Staelraeve 91 15-12-2009 159 Bart Laeremans 9115-12-2009 160 Bart Laeremans 91 15-12-2009 161 Sofie Staelraeve 9115-12-2009 162 Sofie Staelraeve 91 16-12-2009 163 Bert Schoofs 9116-12-2009 164 Daniel Ducarme 91 16-12-2009 165 Bruno91Stevenheydens17-12-2009 166 Filip De Man 91 17-12-2009 167 Filip De Man 9117-12-2009 168 Filip De Man 91 17-12-2009 169 Filip De Man 9117-12-2009 170 Filip De Man 91 17-12-2009 171 Francis Van denEynde9117-12-2009 172 Francis Van denEynde17-12-2009 174 Francis Van denEyndeQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur91 17-12-2009 173 Francis Van denEynde91 17-12-2009 175 Francis Van denEyndeQRVAQRVA17-12-2009 176 Gerolf Annemans 91 17-12-2009 177 Guy D'haeseleer 9117-12-2009 178 Guy D'haeseleer 91 17-12-2009 179 Guy D'haeseleer 9117-12-2009 180 Guy D'haeseleer 91 17-12-2009 181 Guy D'haeseleer 9117-12-2009 182 Guy D'haeseleer 91 17-12-2009 183 Jan Mortelmans 9117-12-2009 184 Jan Mortelmans 91 17-12-2009 185 Jan Mortelmans 9117-12-2009 186 Jan Mortelmans 91 17-12-2009 187 Dirk Van der91Maelen18-12-2009 188 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 189 Koen Bultinck 9118-12-2009 190 Koen Bultinck 91 18-12-2009 191 Koen Bultinck 9118-12-2009 192 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 193 Guy D'haeseleer 9118-12-2009 194 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 195 Guy D'haeseleer 9118-12-2009 196 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 197 Guy D'haeseleer 9118-12-2009 198 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 199 Guy D'haeseleer 9118-12-2009 200 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 201 Guy D'haeseleer 919191K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201013DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA18-12-2009 202 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 203 Guy D'haeseleer 9118-12-2009 204 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 205 Guy D'haeseleer 9118-12-2009 206 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 207 Guy D'haeseleer 9118-12-2009 208 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 209 Guy D'haeseleer 9118-12-2009 210 Guy D'haeseleer 91 21-12-2009 212 Hagen Goyvaerts 9121-12-2009 213 Sarah Smeyers 91 22-12-2009 214 Hagen Goyvaerts 9122-12-2009 215 Hagen Goyvaerts 91 22-12-2009 216 Camille Dieu 9122-12-2009 217 Eric Thiébaut 91 22-12-2009 218 Karine Lalieux 9122-12-2009 219 Karine Lalieux 91 22-12-2009 220 Valérie Déom 9122-12-2009 221 Peter Logghe 91 22-12-2009 222 Peter Logghe 9122-12-2009 223 Peter Logghe 91 22-12-2009 224 Peter Logghe 9122-12-2009 225 Peter Logghe 91 22-12-2009 226 Peter Logghe 9122-12-2009 227 Peter Logghe 91 22-12-2009 228 Peter Logghe 9122-12-2009 229 Peter Logghe 91 22-12-2009 230 Peter Logghe 9122-12-2009 231 Peter Logghe 91 22-12-2009 232 Peter Logghe 9122-12-2009 233 Peter Logghe 91 22-12-2009 234 Peter Logghe 9123-12-2009 235 Francis Van den 91 23-12-2009 236 Rita De Bont 91Eynde23-12-2009 237 Rita De Bont 91 23-12-2009 238 Rita De Bont 9123-12-2009 239 Rita De Bont 91 23-12-2009 240 Hendrik Bogaert 9128-12-2009 241 Ingrid Claes 93 28-12-2009 242 Daniel Ducarme 9328-12-2009 243 Daniel Ducarme 93 28-12-2009 244 Daniel Ducarme 9328-12-2009 245 Daniel Ducarme 93 28-12-2009 246 Daniel Ducarme 9328-12-2009 247 Daniel Ducarme 93 28-12-2009 248 Jef Van den Bergh 9328-12-2009 249 Daniel Ducarme 93 28-12-2009 250 Daniel Ducarme 9328-12-2009 251 Daniel Ducarme 93 28-12-2009 252 Daniel Ducarme 9328-12-2009 253 Kristof93 28-12-2009 254 Leen Dierick 93Waterschoot29-12-2009 255 Luc Goutry 93 29-12-2009 256 Luc Goutry 9330-12-2009 257 Nathalie Muylle 93 30-12-2009 258 Nathalie Muylle 9330-12-2009 259 Francis Van den 93 30-12-2009 260 Roel Deseyn 93Eynde30-12-2009 261 Roel Deseyn 93 30-12-2009 262 Roel Deseyn 9330-12-2009 263 Roel Deseyn 93 30-12-2009 264 Roel Deseyn 9330-12-2009 265 Roel Deseyn 93 30-12-2009 266 Servais93Verherstraeten30-12-2009 267 Servais93 30-12-2009 268 Sonja Becq 93Verherstraeten30-12-2009 269 Sonja Becq 93 30-12-2009 270 Sonja Becq 9330-12-2009 271 Sonja Becq 93 30-12-2009 272 Sonja Becq 9330-12-2009 273 Sonja Becq 93 30-12-2009 274 Hilde Vautmans 9330-12-2009 275 Sonja Becq 93 30-12-2009 276 Sonja Becq 9330-12-2009 277 Sonja Becq 93 30-12-2009 278 Sonja Becq 9330-12-2009 279 Sonja Becq 93 30-12-2009 280 Sonja Becq 9330-12-2009 281 Sonja Becq 93 30-12-2009 282 Sonja Becq 9330-12-2009 283 Sonja Becq 93 30-12-2009 284 Sonja Becq 9330-12-2009 285 Sonja Becq 93 30-12-2009 286 Stefaan Vercamer 9330-12-2009 287 Stefaan Vercamer 93 30-12-2009 288 Stefaan Vercamer 93K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

14 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA30-12-2009 289 Stefaan Vercamer 93 30-12-2009 290 Stefaan Vercamer 9330-12-2009 291 Stefaan Vercamer 93 30-12-2009 292 Stefaan Vercamer 9330-12-2009 293 Stefaan Vercamer 93 30-12-2009 294 Stefaan Vercamer 9330-12-2009 295 Stefaan Vercamer 93 30-12-2009 296 Stefaan Vercamer 9330-12-2009 297 Stefaan Vercamer 93 30-12-2009 298 Daniel Ducarme 9330-12-2009 299 Daniel Ducarme 93 30-12-2009 300 Daniel Ducarme 9305-01-2010 301 Daniel Ducarme 93 05-01-2010 304 Xavier Baeselen 9306-01-2010 305 Sarah Smeyers 93 06-01-2010 306 Sarah Smeyers 9306-01-2010 307 Sarah Smeyers 93 06-01-2010 308 Sarah Smeyers 9306-01-2010 309 Jean-Jacques93 06-01-2010 310 Sonja Becq 93Flahaux06-01-2010 311 Stefaan Vercamer 93 06-01-2010 312 Stefaan Vercamer 9306-01-2010 313 Stefaan Vercamer 93 06-01-2010 314 Olivier Destrebecq 9306-01-2010 315 Olivier Maingain 93 06-01-2010 316 Olivier Maingain 9306-01-2010 317 Olivier Maingain 93 06-01-2010 318 Olivier Maingain 9306-01-2010 319 Olivier Maingain 93 06-01-2010 320 Ilse Uyttersprot 9306-01-2010 321 Xavier Baeselen 93 06-01-2010 322 Xavier Baeselen 9306-01-2010 323 Peter Logghe 93 06-01-2010 324 Luc Goutry 9307-01-2010 325 Camille Dieu 94 07-01-2010 326 Zoé Genot 9407-01-2010 327 Daniel Ducarme 94 07-01-2010 328 Camille Dieu 9408-01-2010 329 Wouter De Vriendt 94 11-01-2010 330 Jenne De Potter 9411-01-2010 331 Georges Gilkinet 94 11-01-2010 332 Koen Bultinck 9411-01-2010 333 Ingrid Claes 94 11-01-2010 334 Raf Terwingen 9411-01-2010 335 Ingrid Claes 94 12-01-2010 336 Bart Laeremans 9412-01-2010 337 Daniel Ducarme 94 12-01-2010 338 Daniel Ducarme 9412-01-2010 339 Guy D'haeseleer 94 12-01-2010 340 Gerolf Annemans 9412-01-2010 341 Francis Van den 94 12-01-2010 342 Sofie Staelraeve 94Eynde13-01-2010 343 Sofie Staelraeve 94 13-01-2010 344 Sofie Staelraeve 9413-01-2010 345 Mark Verhaegen 94 13-01-2010 346 Sofie Staelraeve 9413-01-2010 347 André Frédéric 94 14-01-2010 348 Guy D'haeseleer 9515-01-2010 349 Ben Weyts 95 15-01-2010 350 Guy D'haeseleer 9515-01-2010 351 Guy D'haeseleer 95 15-01-2010 352 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 353 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 354 Daniel Ducarme 9518-01-2010 355 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 356 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 357 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 358 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 359 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 360 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 361 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 362 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 363 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 364 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 365 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 366 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 367 Olivier Maingain 95 18-01-2010 368 Valérie De Bue 9519-01-2010 369 Guy D'haeseleer 95 19-01-2010 370 Hagen Goyvaerts 9521-01-2010 372 Jan Mortelmans 96 21-01-2010 373 Zoé Genot 9625-01-2010 374 Sarah Smeyers 96 25-01-2010 375 Guy D'haeseleer 9625-01-2010 376 Georges Gilkinet 96 25-01-2010 377 Guy D'haeseleer 9625-01-2010 378 Guy D'haeseleer 96 25-01-2010 379 Guy D'haeseleer 9625-01-2010 380 Guy D'haeseleer 96 25-01-2010 381 Leen Dierick 9626-01-2010 382 Leen Dierick 96 26-01-2010 383 Daniel Ducarme 96K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201015DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA26-01-2010 384 Jan Jambon 96 03-02-2010 385 Daniel Ducarme 9703-02-2010 386 Maggie De Block 97 03-02-2010 387 Sofie Staelraeve 9703-02-2010 388 Sofie Staelraeve 97 04-02-2010 389 Kristof98Waterschoot05-02-2010 390 Maggie De Block 98 05-02-2010 391 Daniel Ducarme 9805-02-2010 392 Roel Deseyn 98 05-02-2010 393 Filip De Man 9808-02-2010 394 Sofie Staelraeve 98 08-02-2010 395 Daniel Ducarme 9808-02-2010 396 Martine De Maght 98 09-02-2010 397 Ingrid Claes 9809-02-2010 398 Peter Logghe 98 09-02-2010 399 Sofie Staelraeve 9809-02-2010 400 Philippe Collard 98 10-02-2010 401 Hilde Vautmans 9811-02-2010 402 Daniel Ducarme 99 11-02-2010 403 Sarah Smeyers 9911-02-2010 404 Jean Cornil 99 11-02-2010 405 Peter Logghe 9911-02-2010 406 Wouter De Vriendt 99 17-02-2010 407 Sonja Becq 9917-02-2010 408 Georges Gilkinet 99 18-02-2010 409 Leen Dierick 10019-02-2010 410 Francis Van den 100 23-02-2010 411 Peter Logghe 100Eynde24-02-2010 412 Peter Logghe 100Vice-eersteminister en minister van BegrotingVice-premier ministre et ministre du Budget04-02-2010 26 Kristof98 05-02-2010 27 Maggie De Block 98Waterschoot10-02-2010 28 Hagen Goyvaerts 98 23-02-2010 31 Jan Jambon 100Minister van Pensioenen en Grote StedenMinistre des Pensions et des Grandes villes28-12-2009 11 Jenne De Potter 93 30-12-2009 29 Daniel Ducarme 9330-12-2009 30 Daniel Ducarme 93 06-01-2010 35 Wouter De Vriendt 9306-01-2010 36 Maggie De Block 93 11-01-2010 43 Koen Bultinck 9411-01-2010 44 Ingrid Claes 94 18-01-2010 51 Guy D'haeseleer 9522-01-2010 54 Maggie De Block 96 22-01-2010 55 Maggie De Block 9605-02-2010 59 Maggie De Block 98 18-02-2010 65 Maggie De Block 10023-02-2010 67 Isabelle Tasiaux-De Neys100Minister van JustitieMinistre de la Justice04-12-2009 3 Dirk Vijnck 90 04-12-2009 4 Dirk Vijnck 9004-12-2009 5 Dirk Vijnck 90 04-12-2009 6 Dirk Vijnck 9007-12-2009 7 Dirk Vijnck 90 07-12-2009 8 Dirk Vijnck 9007-12-2009 9 Dirk Vijnck 90 07-12-2009 10 Dirk Vijnck 9007-12-2009 14 ChristianBrotcorne90 07-12-2009 15 ChristianBrotcorne07-12-2009 21 Clotilde Nyssens 90 07-12-2009 22 Clotilde Nyssens 9007-12-2009 23 Clotilde Nyssens 90 07-12-2009 24 Clotilde Nyssens 9090K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

16 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur08-12-2009 25 Robert Van deVelde08-12-2009 29 Robert Van deVelde90 08-12-2009 27 Robert Van de90Velde90 08-12-2009 31 Clotilde Nyssens 9008-12-2009 34 Joseph George 90 08-12-2009 35 Josy Arens 9008-12-2009 40 Hans Bonte 90 08-12-2009 41 Marie-Martine 90Schyns08-12-2009 46 Renaat Landuyt 90 08-12-2009 47 Renaat Landuyt 9008-12-2009 55 Renaat Landuyt 90 08-12-2009 58 Renaat Landuyt 9008-12-2009 59 Renaat Landuyt 90 08-12-2009 60 Renaat Landuyt 9008-12-2009 61 Renaat Landuyt 90 08-12-2009 62 Renaat Landuyt 9008-12-2009 63 Renaat Landuyt 90 08-12-2009 64 Renaat Landuyt 9008-12-2009 65 Renaat Landuyt 90 08-12-2009 66 Renaat Landuyt 9008-12-2009 67 Renaat Landuyt 90 08-12-2009 68 Renaat Landuyt 9008-12-2009 69 Renaat Landuyt 90 08-12-2009 70 Renaat Landuyt 9008-12-2009 71 Renaat Landuyt 90 08-12-2009 72 Renaat Landuyt 9008-12-2009 73 Renaat Landuyt 90 08-12-2009 74 Renaat Landuyt 9009-12-2009 79 Fouad Lahssaini 90 09-12-2009 80 Fouad Lahssaini 9009-12-2009 81 Georges Gilkinet 90 09-12-2009 84 Stefaan Van Hecke 9009-12-2009 88 Stefaan Van Hecke 90 09-12-2009 89 Stefaan Van Hecke 9009-12-2009 91 Stefaan Van Hecke 90 10-12-2009 97 Zoé Genot 9110-12-2009 98 Zoé Genot 91 10-12-2009 100 Alexandra Colen 9110-12-2009 102 Carina VanCauter91 10-12-2009 104 Carina VanCauter9110-12-2009 105 Carina VanCauter10-12-2009 107 Carina VanCauter10-12-2009 109 Carina VanCauter91 10-12-2009 106 Carina VanCauter9191 10-12-2009 108 Carina Van91Cauter91 10-12-2009 110 Alexandra Colen 9110-12-2009 112 Herman De Croo 91 10-12-2009 113 Alexandra Colen 9110-12-2009 119 Alexandra Colen 91 10-12-2009 120 Hilde Vautmans 9110-12-2009 121 Alexandra Colen 91 10-12-2009 124 Hilde Vautmans 9110-12-2009 125 Hilde Vautmans 91 10-12-2009 126 Hilde Vautmans 9110-12-2009 127 Hilde Vautmans 91 10-12-2009 129 Katia della Faille 91de Leverghem14-12-2009 131 Ludo Van91 14-12-2009 132 Luk Van Biesen 91Campenhout14-12-2009 133 Maggie De Block 91 15-12-2009 138 Barbara Pas 9115-12-2009 143 Sabien Lahaye-Battheu15-12-2009 151 Sabien Lahaye-Battheu15-12-2009 154 Sabien Lahaye-BattheuQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur91 15-12-2009 145 Sabien Lahaye-Battheu91 15-12-2009 153 Sabien Lahaye-Battheu91 15-12-2009 155 Sabien Lahaye-BattheuQRVAQRVA15-12-2009 156 Bart Laeremans 91 15-12-2009 159 Bart Laeremans 9115-12-2009 162 Bart Laeremans 91 15-12-2009 163 Bart Laeremans 9115-12-2009 165 Bart Laeremans 91 15-12-2009 166 Barbara Pas 91919191K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201017DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur15-12-2009 168 Bart Laeremans 91 15-12-2009 170 Sofie Staelraeve 9115-12-2009 174 Bart Laeremans 91 15-12-2009 175 Bart Laeremans 9115-12-2009 177 Bart Laeremans 91 15-12-2009 179 Yolande91Avontroodt16-12-2009 180 Bert Schoofs 91 16-12-2009 181 Bert Schoofs 9116-12-2009 182 Bert Schoofs 91 16-12-2009 188 Bert Schoofs 9116-12-2009 189 Bert Schoofs 91 16-12-2009 190 Bert Schoofs 9116-12-2009 191 Bert Schoofs 91 16-12-2009 192 Bert Schoofs 9116-12-2009 193 Bert Schoofs 91 16-12-2009 194 Bert Schoofs 9116-12-2009 195 Bert Schoofs 91 16-12-2009 196 Bert Schoofs 9116-12-2009 198 Bert Schoofs 91 16-12-2009 199 Bert Schoofs 9116-12-2009 200 Bert Schoofs 91 16-12-2009 204 BrunoStevenheydens9116-12-2009 206 BrunoStevenheydens16-12-2009 213 BrunoStevenheydens16-12-2009 217 BrunoStevenheydens91 16-12-2009 210 BrunoStevenheydens91 16-12-2009 214 BrunoStevenheydens91 16-12-2009 218 BrunoStevenheydens16-12-2009 220 Bert Schoofs 91 16-12-2009 221 BrunoStevenheydens16-12-2009 222 BrunoStevenheydens16-12-2009 226 BrunoStevenheydens16-12-2009 229 BrunoStevenheydens16-12-2009 231 BrunoStevenheydens91 16-12-2009 225 BrunoStevenheydens9191 16-12-2009 227 Bruno91Stevenheydens91 16-12-2009 230 Bruno91Stevenheydens91 17-12-2009 234 Bruno Valkeniers 9117-12-2009 237 Filip De Man 91 17-12-2009 239 Filip De Man 9117-12-2009 246 Filip De Man 91 17-12-2009 249 Filip De Man 9117-12-2009 250 Guy D'haeseleer 91 17-12-2009 251 Guy D'haeseleer 9117-12-2009 252 Guy D'haeseleer 91 17-12-2009 253 Guy D'haeseleer 9117-12-2009 254 Francis Van denEynde17-12-2009 256 Francis Van denEynde17-12-2009 258 Francis Van denEyndeQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur91 17-12-2009 255 Francis Van denEynde91 17-12-2009 257 Francis Van denEynde91 17-12-2009 259 Francis Van denEyndeQRVAQRVA17-12-2009 260 Gerolf Annemans 91 17-12-2009 262 Gerolf Annemans 9117-12-2009 263 Guy D'haeseleer 91 17-12-2009 265 Guy D'haeseleer 9117-12-2009 266 Guy D'haeseleer 91 17-12-2009 267 Guy D'haeseleer 9117-12-2009 268 Guy D'haeseleer 91 17-12-2009 270 Jan Mortelmans 9117-12-2009 271 Jan Mortelmans 91 17-12-2009 272 Jan Mortelmans 9118-12-2009 273 Peter Logghe 91 18-12-2009 276 Peter Logghe 9118-12-2009 277 Peter Logghe 91 18-12-2009 278 Peter Logghe 9118-12-2009 279 Peter Logghe 91 18-12-2009 280 Peter Logghe 9118-12-2009 281 Peter Logghe 91 18-12-2009 282 Peter Logghe 9191919191919191K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

20 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur12-01-2010 503 Renaat Landuyt 94 12-01-2010 505 Renaat Landuyt 9412-01-2010 506 Daniel Ducarme 94 12-01-2010 507 Daniel Ducarme 9412-01-2010 508 Daniel Ducarme 94 12-01-2010 510 Bert Schoofs 9412-01-2010 512 Bert Schoofs 94 12-01-2010 519 Valérie De Bue 9412-01-2010 520 Dirk Van derMaelen94 12-01-2010 522 Carina VanCauter12-01-2010 524 Annick Ponthier 94 12-01-2010 529 Bart Laeremans 9412-01-2010 532 Renaat Landuyt 94 12-01-2010 533 Clotilde Nyssens 9412-01-2010 535 Raf Terwingen 94 12-01-2010 541 Francis Van den 94Eynde12-01-2010 543 Els De94 12-01-2010 544 Ben Weyts 94Rammelaere12-01-2010 546 Renaat Landuyt 94 13-01-2010 550 Luk Van Biesen 9413-01-2010 551 Raf Terwingen 94 13-01-2010 554 Raf Terwingen 9413-01-2010 555 Francis Van denEynde94 13-01-2010 556 Sonja Becq 9413-01-2010 558 Mia DeSchamphelaere94 13-01-2010 559 Sabien Lahaye-Battheu13-01-2010 560 Stefaan Van Hecke 94 13-01-2010 561 Renaat Landuyt 9413-01-2010 562 Carina Van94 13-01-2010 563 Sabien Lahaye- 94CauterBattheu14-01-2010 564 Els DeRammelaere14-01-2010 568 Carina VanCauterQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA95 14-01-2010 565 Carina Van95Cauter95 14-01-2010 569 Renaat Landuyt 9514-01-2010 571 Bart Laeremans 95 14-01-2010 572 Renaat Landuyt 9514-01-2010 573 Robert Van de95 14-01-2010 574 Els De95VeldeRammelaere14-01-2010 581 Peter Logghe 95 14-01-2010 582 Els De95Rammelaere14-01-2010 583 Ilse Uyttersprot 95 14-01-2010 586 Stefaan Van Hecke 9514-01-2010 587 Fouad Lahssaini 95 14-01-2010 588 Stefaan Van Hecke 9514-01-2010 589 Stefaan Van Hecke 95 14-01-2010 591 Bart Laeremans 9514-01-2010 592 Leen Dierick 95 14-01-2010 593 Xavier Baeselen 9514-01-2010 595 Christian95 15-01-2010 596 Peter Logghe 95Brotcorne15-01-2010 597 Ben Weyts 95 15-01-2010 598 Bert Schoofs 9515-01-2010 599 Guy D'haeseleer 95 15-01-2010 600 Daniel Ducarme 9515-01-2010 601 Sonja Becq 95 18-01-2010 602 Els De95Rammelaere18-01-2010 603 Bert Schoofs 95 18-01-2010 604 Peter Logghe 9518-01-2010 605 Daniel Ducarme 95 18-01-2010 606 Peter Logghe 9518-01-2010 608 Bert Schoofs 95 18-01-2010 609 Daniel Ducarme 9518-01-2010 610 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 612 Renaat Landuyt 9518-01-2010 614 Luk Van Biesen 95 18-01-2010 615 Xavier Baeselen 9518-01-2010 616 Sabien Lahaye- 95 18-01-2010 617 Sofie Staelraeve 95Battheu18-01-2010 618 Sofie Staelraeve 95 18-01-2010 619 Sofie Staelraeve 959494K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201021DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur19-01-2010 621 Daniel Ducarme 95 19-01-2010 624 Peter Logghe 9520-01-2010 625 Sarah Smeyers 95 20-01-2010 626 Peter Luykx 9520-01-2010 627 Jef Van den Bergh 95 20-01-2010 628 André Perpète 9520-01-2010 629 Rita De Bont 95 20-01-2010 632 Peter Logghe 9520-01-2010 633 Sonja Becq 95 21-01-2010 635 Jan Mortelmans 9621-01-2010 637 Hans Bonte 96 21-01-2010 638 Daniel Ducarme 9621-01-2010 639 Filip De Man 96 21-01-2010 640 Hagen Goyvaerts 9621-01-2010 641 Hagen Goyvaerts 96 22-01-2010 642 Carina Van96Cauter22-01-2010 643 Carina Van96 22-01-2010 644 Clotilde Nyssens 96Cauter25-01-2010 645 Mark Verhaegen 96 25-01-2010 647 Georges Gilkinet 9625-01-2010 648 Francis Van den 96 25-01-2010 649 Peter Logghe 96Eynde26-01-2010 650 Bart Laeremans 96 26-01-2010 651 Eric Thiébaut 9626-01-2010 652 Daniel Ducarme 96 26-01-2010 653 Sabien Lahaye- 96Battheu26-01-2010 654 Sabien Lahaye- 96 26-01-2010 655 Daniel Ducarme 96Battheu26-01-2010 657 Carina Van96 29-01-2010 658 Meyrem Almaci 97Cauter29-01-2010 659 Leen Dierick 97 01-02-2010 660 Dalila Douifi 9702-02-2010 661 Peter Logghe 97 03-02-2010 662 Philippe Collard 9703-02-2010 663 Peter Logghe 97 04-02-2010 664 Peter Logghe 9804-02-2010 665 Kristof98 04-02-2010 666 Jenne De Potter 98Waterschoot05-02-2010 668 Daniel Ducarme 98 05-02-2010 669 Daniel Ducarme 9808-02-2010 670 Filip De Man 98 08-02-2010 671 Daniel Ducarme 9809-02-2010 674 Stefaan Van Hecke 98 10-02-2010 676 Stefaan Van Hecke 9810-02-2010 677 GeorgesDallemagne98 10-02-2010 678 Robert Van deVelde10-02-2010 679 Clotilde Nyssens 98 10-02-2010 680 Xavier Baeselen 9810-02-2010 681 Robert Van de98 10-02-2010 682 Daniel Ducarme 98Velde10-02-2010 683 Filip De Man 98 10-02-2010 685 Raf Terwingen 9811-02-2010 686 Peter Logghe 99 11-02-2010 687 Daniel Ducarme 9911-02-2010 688 David Geerts 99 11-02-2010 689 Jean Cornil 9911-02-2010 690 Denis Ducarme 99 12-02-2010 692 Daniel Ducarme 9918-02-2010 694 Marie-Martine 100 18-02-2010 695 Sabien Lahaye- 100SchynsBattheu19-02-2010 696 Peter Logghe 100 19-02-2010 697 Eric Thiébaut 10022-02-2010 698 André Frédéric 100 22-02-2010 699 Stefaan Van Hecke 10022-02-2010 700 Peter Logghe 100 22-02-2010 701 Guy D'haeseleer 10022-02-2010 702 Willem-FrederikSchiltz23-02-2010 705 Francis Van denEyndeQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA100 23-02-2010 704 Francis Van den 100Eynde100 23-02-2010 706 Sonja Becq 10098K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

22 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur23-02-2010 707 Francis Van denEynde23-02-2010 709 Carina VanCauterQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur100 23-02-2010 708 Filip De Man 100100 23-02-2010 710 Willem-FrederikSchiltzQRVAQRVA24-02-2010 711 Daniel Ducarme 100 24-02-2010 712 Valérie De Bue 10024-02-2010 713 Kattrin Jadin 100 24-02-2010 714 Peter Logghe 10024-02-2010 718 Alexandra Colen 100 24-02-2010 719 Daniel Ducarme 10024-02-2010 721 Bert Schoofs 100 24-02-2010 722 Els De100Rammelaere24-02-2010 724 Bart Laeremans 100 24-02-2010 725 Ben Weyts 10024-02-2010 726 Philippe Collard 100100Minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en WetenschapsbeleidMinistre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique10-12-2009 3 Hendrik Daems 91 15-06-2009 10 Peter Logghe 91Minister van Klimaat en EnergieMinistre du Climat et de l'Énergie09-12-2009 6 Tinne Van der90 22-12-2009 14 Eric Thiébaut 91Straeten22-12-2009 23 Daniel Ducarme 91 22-12-2009 32 Daniel Ducarme 9105-01-2010 43 Els De93 07-01-2010 57 Cathy Plasman 94Rammelaere18-01-2010 79 Daniel Ducarme 95 21-01-2010 88 Daniel Ducarme 9603-02-2010 95 Daniel Ducarme 97 05-02-2010 98 Maggie De Block 9808-02-2010 99 Eric Jadot 98 08-02-2010 100 Peter Logghe 9811-02-2010 112 Daniel Ducarme 99 19-02-2010 113 Daniel Ducarme 10022-02-2010 114 Philippe Collard 100 22-02-2010 115 Eric Jadot 10023-02-2010 116 Tinne Van derStraeten23-02-2010 118 Tinne Van derStraeten23-02-2010 120 Tinne Van derStraeten23-02-2010 122 Tinne Van derStraeten23-02-2010 124 Tinne Van derStraeten100 23-02-2010 117 Tinne Van derStraeten100100 23-02-2010 119 Tinne Van der 100Straeten100 23-02-2010 121 Tinne Van der 100Straeten100 23-02-2010 123 Tinne Van der 100Straeten100 24-02-2010 125 Paul Vanhie 10024-02-2010 126 Luc Goutry 100 24-02-2010 127 Peter Logghe 100Minister van Ambtenarenzaken en OverheidsbedrijvenMinistre de la Fonction publique et des Entreprises publiques04-12-2009 1 Dirk Vijnck 90 07-12-2009 2 ChristianBrotcorne90K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201023DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur07-12-2009 3 ChristianBrotcorne07-12-2009 5 ChristianBrotcorne90 07-12-2009 4 ChristianBrotcorne90 07-12-2009 6 ChristianBrotcorneQRVAQRVA9007-12-2009 7 Paul Vanhie 90 08-12-2009 8 Robert Van de90Velde08-12-2009 9 Robert Van de90 08-12-2009 10 David Geerts 90Velde08-12-2009 11 David Geerts 90 08-12-2009 12 David Geerts 9008-12-2009 13 David Geerts 90 08-12-2009 14 David Geerts 9008-12-2009 15 David Geerts 90 08-12-2009 16 David Geerts 9008-12-2009 17 David Geerts 90 08-12-2009 18 David Geerts 9008-12-2009 19 David Geerts 90 08-12-2009 20 David Geerts 9008-12-2009 21 Dirk Van der90 08-12-2009 22 Alexandra Colen 90Maelen09-12-2009 23 Eric Jadot 90 09-12-2009 24 Eric Jadot 9009-12-2009 26 Georges Gilkinet 90 09-12-2009 27 Georges Gilkinet 9009-12-2009 28 Georges Gilkinet 90 09-12-2009 29 Georges Gilkinet 9009-12-2009 31 Georges Gilkinet 90 09-12-2009 32 Georges Gilkinet 9009-12-2009 33 Georges Gilkinet 90 09-12-2009 34 Georges Gilkinet 9009-12-2009 35 Georges Gilkinet 90 09-12-2009 37 Ronny Balcaen 9009-12-2009 38 Stefaan Van Hecke 90 09-12-2009 39 Stefaan Van Hecke 9009-12-2009 40 Stefaan Van Hecke 90 09-12-2009 41 Stefaan Van Hecke 9009-12-2009 42 Stefaan Van Hecke 90 09-12-2009 43 Stefaan Van Hecke 9009-12-2009 44 Stefaan Van Hecke 90 09-12-2009 45 Stefaan Van Hecke 9009-12-2009 46 Thérèse Snoy etd'Oppuers90 09-12-2009 47 Thérèse Snoy etd'Oppuers10-12-2009 48 Ine Somers 91 10-12-2009 50 Ine Somers 9110-12-2009 51 Ine Somers 91 10-12-2009 52 Ine Somers 9110-12-2009 53 Katia della Faillede Leverghem10-12-2009 56 Katia della Faillede Leverghem14-12-2009 58 Ludo VanCampenhoutQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur91 10-12-2009 54 Katia della Faille 91de Leverghem91 11-12-2009 57 Peter Logghe 9191 14-12-2009 59 Ludo VanCampenhout14-12-2009 61 Maggie De Block 91 15-12-2009 63 Jef Van den Bergh 9115-12-2009 64 Sonja Becq 91 15-12-2009 65 David Geerts 9115-12-2009 66 Barbara Pas 91 15-12-2009 69 Sabien Lahaye- 91Battheu15-12-2009 71 Bart Laeremans 91 15-12-2009 72 Bart Laeremans 9115-12-2009 73 Bart Laeremans 91 15-12-2009 75 Bart Laeremans 9115-12-2009 76 Sofie Staelraeve 91 15-12-2009 77 Sofie Staelraeve 9115-12-2009 78 David Geerts 91 16-12-2009 79 Bruno91Stevenheydens16-12-2009 81 Jenne De Potter 91 16-12-2009 82 Ronny Balcaen 9116-12-2009 83 Daniel Ducarme 91 16-12-2009 84 Ronny Balcaen 9116-12-2009 86 Jef Van den Bergh 91 16-12-2009 87 David Geerts 9116-12-2009 88 Roel Deseyn 91 16-12-2009 89 Georges Gilkinet 91909091K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

24 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur16-12-2009 91 Roel Deseyn 91 17-12-2009 96 Camille Dieu 9117-12-2009 97 Bruno Valkeniers 91 17-12-2009 98 Francis Van den 91Eynde17-12-2009 99 Francis Van denEynde91 17-12-2009 100 Francis Van denEynde9117-12-2009 101 Francis Van denEynde17-12-2009 105 Francis Van denEynde17-12-2009 107 Francis Van denEynde91 17-12-2009 103 Francis Van denEynde9191 17-12-2009 106 Francis Van den 91Eynde91 17-12-2009 108 Gerolf Annemans 9117-12-2009 109 Gerolf Annemans 91 17-12-2009 110 Guy D'haeseleer 9117-12-2009 112 Jan Mortelmans 91 18-12-2009 115 Peter Logghe 9118-12-2009 117 Peter Logghe 91 18-12-2009 119 Peter Logghe 9118-12-2009 121 Peter Logghe 91 18-12-2009 123 Peter Logghe 9118-12-2009 126 Peter Logghe 91 18-12-2009 127 Peter Logghe 9118-12-2009 128 Peter Logghe 91 21-12-2009 130 David Geerts 9121-12-2009 132 Hagen Goyvaerts 91 21-12-2009 133 Hagen Goyvaerts 9122-12-2009 134 André Perpète 91 22-12-2009 138 Camille Dieu 9122-12-2009 139 Camille Dieu 91 22-12-2009 141 Eric Thiébaut 9115-10-2009 143 Jan Mortelmans 91 22-12-2009 144 Jan Mortelmans 9122-12-2009 145 Jan Mortelmans 91 22-12-2009 146 Linda Musin 9122-12-2009 148 Linda Musin 91 22-12-2009 149 Linda Musin 9122-12-2009 152 Daniel Ducarme 91 23-12-2009 155 Rita De Bont 9123-12-2009 156 Rita De Bont 91 23-12-2009 157 Rita De Bont 9128-12-2009 159 Jef Van den Bergh 93 28-12-2009 160 Jef Van den Bergh 9328-12-2009 161 Jef Van den Bergh 93 28-12-2009 162 Jef Van den Bergh 9328-12-2009 163 Jef Van den Bergh 93 28-12-2009 164 Jef Van den Bergh 9328-12-2009 165 Jef Van den Bergh 93 28-12-2009 166 Jef Van den Bergh 9328-12-2009 167 Jef Van den Bergh 93 28-12-2009 168 Jef Van den Bergh 9328-12-2009 169 Jef Van den Bergh 93 28-12-2009 170 Jef Van den Bergh 9328-12-2009 171 Jef Van den Bergh 93 28-12-2009 172 Jef Van den Bergh 9328-12-2009 173 Jenne De Potter 93 28-12-2009 174 Jenne De Potter 9328-12-2009 175 Jenne De Potter 93 28-12-2009 176 Jenne De Potter 9328-12-2009 177 Katrien Partyka 93 28-12-2009 178 Katrien Partyka 9328-12-2009 179 KristofWaterschootQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur93 28-12-2009 181 KristofWaterschootQRVAQRVA28-12-2009 183 Leen Dierick 93 29-12-2009 185 Leen Dierick 9329-12-2009 188 Michel Doomst 93 29-12-2009 189 Michel Doomst 9329-12-2009 191 Michel Doomst 93 29-12-2009 192 Michel Doomst 9329-12-2009 193 Michel Doomst 93 30-12-2009 194 Michel Doomst 9330-12-2009 195 Jenne De Potter 93 30-12-2009 196 Roel Deseyn 9330-12-2009 197 Roel Deseyn 93 30-12-2009 198 Roel Deseyn 9330-12-2009 199 Roel Deseyn 93 30-12-2009 200 Roel Deseyn 9330-12-2009 201 Roel Deseyn 93 30-12-2009 202 Sonja Becq 9330-12-2009 203 Hagen Goyvaerts 93 30-12-2009 205 Stefaan Vercamer 9304-01-2010 208 Ben Weyts 93 04-01-2010 209 Ben Weyts 9393K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201025DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur04-01-2010 212 Els De93 05-01-2010 213 Jan Jambon 93Rammelaere05-01-2010 219 Patrick De Groote 93 05-01-2010 220 Peter Luykx 9305-01-2010 222 Jan Mortelmans 93 06-01-2010 223 Sarah Smeyers 9306-01-2010 224 Sarah Smeyers 93 06-01-2010 225 François Bellot 9306-01-2010 226 François Bellot 93 06-01-2010 227 Jean-Jacques93Flahaux06-01-2010 228 Olivier Maingain 93 06-01-2010 229 Olivier Maingain 9306-01-2010 230 Valérie De Bue 93 07-01-2010 231 Bruno VanGrootenbrulle9407-01-2010 232 Bruno VanGrootenbrulle07-01-2010 234 Bruno VanGrootenbrulleQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA94 07-01-2010 233 Bruno Van94Grootenbrulle94 07-01-2010 235 André Frédéric 9407-01-2010 237 Linda Musin 94 07-01-2010 238 André Frédéric 9407-01-2010 239 Michel Doomst 94 08-01-2010 241 David Geerts 9408-01-2010 242 Stefaan Van Hecke 94 08-01-2010 245 Roel Deseyn 9408-01-2010 249 Stefaan Van Hecke 94 08-01-2010 250 Roel Deseyn 9408-01-2010 251 Kristof94 08-01-2010 252 David Geerts 94Waterschoot08-01-2010 253 David Geerts 94 08-01-2010 254 David Geerts 9411-01-2010 255 David Geerts 94 11-01-2010 256 Jenne De Potter 9411-01-2010 257 Georges Gilkinet 94 11-01-2010 258 David Geerts 9411-01-2010 259 Koen Bultinck 94 11-01-2010 260 Sonja Becq 9411-01-2010 261 Michel Doomst 94 11-01-2010 262 Jef Van den Bergh 9411-01-2010 263 Patrick De Groote 94 11-01-2010 265 Bruno94Stevenheydens12-01-2010 268 Ludo Van94 12-01-2010 269 Camille Dieu 94Campenhout12-01-2010 270 Camille Dieu 94 12-01-2010 272 Leen Dierick 9412-01-2010 275 Georges Gilkinet 94 12-01-2010 277 Ronny Balcaen 9412-01-2010 278 Jenne De Potter 94 12-01-2010 279 Patrick De Groote 9412-01-2010 281 Camille Dieu 94 12-01-2010 283 Josy Arens 9412-01-2010 284 David Lavaux 94 13-01-2010 285 David Lavaux 9413-01-2010 287 Georges Gilkinet 94 13-01-2010 288 Georges Gilkinet 9413-01-2010 289 David Lavaux 94 14-01-2010 290 Patrick De Groote 9515-01-2010 292 Ben Weyts 95 18-01-2010 296 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 297 Bruno Van95 18-01-2010 298 Annick Ponthier 95Grootenbrulle18-01-2010 299 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 300 Stefaan Van Hecke 9518-01-2010 301 Bruno Van95 18-01-2010 303 Guy D'haeseleer 95Grootenbrulle18-01-2010 304 Michel Doomst 95 18-01-2010 306 Michel Doomst 9518-01-2010 307 Paul Vanhie 95 18-01-2010 308 Michel Doomst 9518-01-2010 309 Michel Doomst 95 18-01-2010 310 Sofie Staelraeve 9518-01-2010 311 Jef Van den Bergh 95 18-01-2010 312 Jef Van den Bergh 9519-01-2010 313 Daniel Ducarme 95 19-01-2010 314 ChristianBrotcorne95K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

26 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur19-01-2010 315 Luc Goutry 95 19-01-2010 316 Bruno VanGrootenbrulle20-01-2010 317 Bruno VanGrootenbrulle20-01-2010 319 Bruno VanGrootenbrulle95 20-01-2010 318 Bruno VanGrootenbrulle95 20-01-2010 320 Bruno VanGrootenbrulleQRVAQRVA9520-01-2010 321 Roel Deseyn 95 20-01-2010 323 Luk Van Biesen 9521-01-2010 326 Bruno Van96 22-01-2010 328 Michel Doomst 96Grootenbrulle25-01-2010 330 Christian96 25-01-2010 331 David Geerts 96Brotcorne25-01-2010 332 Paul Vanhie 96 26-01-2010 333 Flor Van Noppen 9626-01-2010 335 Mathias De Clercq 96 27-01-2010 336 Georges Gilkinet 9627-01-2010 337 Linda Musin 96 27-01-2010 338 Linda Musin 9627-01-2010 339 Camille Dieu 96 27-01-2010 341 Linda Musin 9629-01-2010 342 André Perpète 97 29-01-2010 343 Guy Milcamps 9703-02-2010 345 Kristof97 03-02-2010 346 Linda Musin 97Waterschoot03-02-2010 349 Sabien Lahaye- 97 04-02-2010 350 Mathias De Clercq 98Battheu05-02-2010 353 Maggie De Block 98 08-02-2010 354 David Geerts 9809-02-2010 355 Eric Jadot 98 09-02-2010 356 Hendrik Bogaert 9809-02-2010 357 Flor Van Noppen 98 09-02-2010 358 Flor Van Noppen 9809-02-2010 359 Stefaan Vercamer 98 09-02-2010 360 Eric Jadot 9810-02-2010 361 Peter Logghe 98 10-02-2010 363 Ben Weyts 9810-02-2010 364 Ben Weyts 98 10-02-2010 365 Ben Weyts 9810-02-2010 366 Bruno98 10-02-2010 367 Patrick De Groote 98Stevenheydens11-02-2010 368 Camille Dieu 99 11-02-2010 369 Michel Doomst 9911-02-2010 370 Josy Arens 99 11-02-2010 374 Peter Logghe 9911-02-2010 375 Francis Van denEynde99 11-02-2010 376 Francis Van denEynde9911-02-2010 377 Francis Van denEynde11-02-2010 379 Francis Van denEyndeQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur99 11-02-2010 378 Francis Van den 99Eynde99 12-02-2010 380 François Bellot 9912-02-2010 381 Xavier Baeselen 99 17-02-2010 382 Jef Van den Bergh 9917-02-2010 383 Koen Bultinck 99 17-02-2010 384 Francis Van den 99Eynde18-02-2010 385 Philippe Collard 100 19-02-2010 386 David Geerts 10019-02-2010 387 David Geerts 100 19-02-2010 388 David Geerts 10019-02-2010 389 David Geerts 100 19-02-2010 390 David Geerts 10022-02-2010 391 David Geerts 100 24-02-2010 394 Luc Goutry 10024-02-2010 395 Eric Thiébaut 1009595K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

28 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA29-12-2009 251 Michel Doomst 93 29-12-2009 252 Michel Doomst 9329-12-2009 254 Michel Doomst 93 29-12-2009 255 Michel Doomst 9330-12-2009 267 Daniel Ducarme 93 30-12-2009 268 Daniel Ducarme 9330-12-2009 270 Michel Doomst 93 04-01-2010 290 Daniel Ducarme 9304-01-2010 293 Daniel Ducarme 93 04-01-2010 297 Daniel Ducarme 9304-01-2010 298 Daniel Ducarme 93 04-01-2010 300 Daniel Ducarme 9304-01-2010 301 Daniel Ducarme 93 04-01-2010 306 Ben Weyts 9304-01-2010 309 Ben Weyts 93 04-01-2010 310 Ben Weyts 9304-01-2010 311 Ben Weyts 93 04-01-2010 312 Ben Weyts 9306-01-2010 325 Josée Lejeune 93 06-01-2010 328 Olivier Maingain 9306-01-2010 332 Olivier Maingain 93 06-01-2010 334 Olivier Maingain 9306-01-2010 339 Michel Doomst 93 06-01-2010 341 Hagen Goyvaerts 9307-01-2010 344 Peter Logghe 94 08-01-2010 348 Bart Laeremans 9408-01-2010 350 Peter Logghe 94 08-01-2010 351 Peter Logghe 9408-01-2010 352 Guy Coëme 94 11-01-2010 356 Paul Vanhie 9411-01-2010 361 Peter Logghe 94 11-01-2010 362 Hagen Goyvaerts 9412-01-2010 369 Bart Laeremans 94 12-01-2010 372 Michel Doomst 9412-01-2010 376 Peter Logghe 94 12-01-2010 378 Roel Deseyn 9414-01-2010 386 Ben Weyts 95 15-01-2010 390 Hagen Goyvaerts 9515-01-2010 397 Ben Weyts 95 18-01-2010 405 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 406 Philippe Collard 95 18-01-2010 407 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 411 Olivier Maingain 95 18-01-2010 415 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 416 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 417 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 418 Peter Logghe 95 19-01-2010 426 Peter Logghe 9519-01-2010 427 Peter Logghe 95 19-01-2010 430 Daniel Ducarme 9520-01-2010 433 Peter Logghe 95 20-01-2010 434 Peter Logghe 9520-01-2010 435 Peter Logghe 95 21-01-2010 438 Zoé Genot 9621-01-2010 441 Leen Dierick 96 25-01-2010 449 Georges Gilkinet 9625-01-2010 452 Leen Dierick 96 26-01-2010 457 Jan Jambon 9629-01-2010 462 Hagen Goyvaerts 97 01-02-2010 463 Daniel Ducarme 9701-02-2010 465 Peter Logghe 97 03-02-2010 468 Hagen Goyvaerts 9704-02-2010 469 Hagen Goyvaerts 98 04-02-2010 470 Hagen Goyvaerts 9804-02-2010 472 Ben Weyts 98 05-02-2010 473 Maggie De Block 9808-02-2010 475 Xavier Baeselen 98 08-02-2010 476 Filip De Man 9808-02-2010 478 Peter Logghe 98 08-02-2010 479 Leen Dierick 9808-02-2010 481 Daniel Ducarme 98 09-02-2010 482 Hendrik Bogaert 9809-02-2010 485 Francis Van den 98 10-02-2010 486 Peter Logghe 98Eynde10-02-2010 487 Leen Dierick 98 10-02-2010 489 Peter Logghe 9810-02-2010 490 Martine De Maght 98 10-02-2010 491 Daniel Ducarme 9810-02-2010 493 Daniel Ducarme 98 11-02-2010 496 Jean Cornil 9912-02-2010 501 Daniel Ducarme 99 12-02-2010 503 Daniel Ducarme 9917-02-2010 505 Koen Bultinck 99 17-02-2010 506 Hendrik Bogaert 9917-02-2010 507 Olivier Maingain 99 22-02-2010 511 Michel Doomst 10022-02-2010 512 Filip De Man 100 22-02-2010 513 Leen Dierick 10022-02-2010 514 Leen Dierick 100 22-02-2010 515 Peter Logghe 10023-02-2010 516 Olivier Maingain 100 23-02-2010 517 Hagen Goyvaerts 10023-02-2010 519 Hagen Goyvaerts 100 23-02-2010 520 Leen Dierick 100K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201029DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurDatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA23-02-2010 522 LudwigVandenhoveQRVAQRVA100Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste ministerSecrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre11-01-2010 62 BrunoStevenheydens94Staatssecretaris voor de coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de Eerste minister, enstaatssecretaris, toegevoegd aan de minister van JustitieSecrétaire d'État à la coordination de la Lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'Etat,adjoint au ministre de la Justice17-12-2009 2 Guy D'haeseleer 91 17-12-2009 3 Guy D'haeseleer 9117-12-2009 4 Guy D'haeseleer 91 17-12-2009 5 Guy D'haeseleer 9121-12-2009 7 Dirk Van der91 05-01-2010 9 Daniel Ducarme 93Maelen12-01-2010 12 Daniel Ducarme 94 18-01-2010 15 Hagen Goyvaerts 9518-01-2010 17 Hagen Goyvaerts 95 08-02-2010 21 Sofie Staelraeve 9808-02-2010 22 Luc Goutry 98Staatssecretaris voor de Modernisering van de federale overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en deBestrijding van de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van FinanciënSecrétaire d'État à la Modernisation du service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à laLutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances21-12-2009 4 Dirk Van der91 23-12-2009 6 Rita De Bont 91Maelen23-12-2009 7 Rita De Bont 91 04-01-2010 8 Ben Weyts 9312-01-2010 17 Peter Logghe 94 18-01-2010 18 Peter Logghe 9519-01-2010 19 Peter Logghe 95 19-01-2010 20 Peter Logghe 9520-01-2010 21 Peter Logghe 95 09-02-2010 26 Peter Logghe 9822-02-2010 27 Peter Logghe 100Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse ZakenSecrétaire d'État aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères08-12-2009 1 Robert Van deVelde90 23-12-2009 5 Francis Van denEynde12-01-2010 10 Bart Laeremans 94 03-02-2010 15 Daniel Ducarme 9710-02-2010 17 Dirk Vijnck 98 10-02-2010 18 Peter Logghe 9812-02-2010 19 Daniel Ducarme 9991K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

30 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVAStaatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele InstellingenSecrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales07-12-2009 1 Jean MarieDedecker07-12-2009 4 Jean MarieDedecker07-12-2009 6 Jean MarieDedecker08-12-2009 11 Robert Van deVelde90 07-12-2009 3 Jean MarieDedecker9090 07-12-2009 5 Jean Marie90Dedecker90 08-12-2009 9 Robert Van de90Velde90 08-12-2009 12 Dalila Douifi 9008-12-2009 14 Josy Arens 90 10-12-2009 16 Zoé Genot 9110-12-2009 17 Zoé Genot 91 10-12-2009 18 Zoé Genot 9110-12-2009 20 Zoé Genot 91 15-12-2009 23 Maggie De Block 9115-12-2009 24 Alexandra Colen 91 15-12-2009 25 Alexandra Colen 9115-12-2009 27 Daniel Ducarme 91 16-12-2009 29 Bart Laeremans 9116-12-2009 30 Michel Doomst 91 16-12-2009 31 Daniel Ducarme 9117-12-2009 34 Filip De Man 91 17-12-2009 39 Filip De Man 9117-12-2009 40 Filip De Man 91 17-12-2009 41 Filip De Man 9117-12-2009 42 Filip De Man 91 17-12-2009 43 Filip De Man 9117-12-2009 44 Filip De Man 91 17-12-2009 45 Filip De Man 9117-12-2009 46 Filip De Man 91 17-12-2009 47 Filip De Man 9118-12-2009 51 Guy D'haeseleer 91 18-12-2009 52 Guy D'haeseleer 9121-12-2009 54 Guy D'haeseleer 91 21-12-2009 57 Gerolf Annemans 9122-12-2009 59 André Frédéric 91 22-12-2009 62 Hagen Goyvaerts 9123-12-2009 63 Francis Van den 91 23-12-2009 65 Peter Logghe 91Eynde23-12-2009 66 Peter Logghe 91 23-12-2009 67 Rita De Bont 9129-12-2009 70 Leen Dierick 93 29-12-2009 72 Leen Dierick 9329-12-2009 74 Michel Doomst 93 29-12-2009 75 Michel Doomst 9330-12-2009 76 Raf Terwingen 93 30-12-2009 77 Raf Terwingen 9330-12-2009 80 Michel Doomst 93 30-12-2009 81 Stefaan Vercamer 9304-01-2010 83 Daniel Ducarme 93 04-01-2010 85 Daniel Ducarme 9305-01-2010 90 Daniel Ducarme 93 06-01-2010 91 Sarah Smeyers 9306-01-2010 95 Sarah Smeyers 93 06-01-2010 96 Stefaan Vercamer 9306-01-2010 98 Xavier Baeselen 93 07-01-2010 99 Zoé Genot 9411-01-2010 103 Georges Gilkinet 94 11-01-2010 105 Sonja Becq 9411-01-2010 106 Mia De94 11-01-2010 107 Raf Terwingen 94Schamphelaere11-01-2010 108 Hilde Vautmans 94 11-01-2010 109 Xavier Baeselen 9412-01-2010 110 Bart Laeremans 94 12-01-2010 111 Leen Dierick 9412-01-2010 113 Guy D'haeseleer 94 18-01-2010 119 Bert Schoofs 9518-01-2010 120 KristofWaterschoot95 19-01-2010 121 KristofWaterschoot19-01-2010 122 Daniel Ducarme 95 20-01-2010 123 Daniel Ducarme 9521-01-2010 125 Zoé Genot 96 25-01-2010 126 Georges Gilkinet 9695K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201031DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurQRVAQRVA25-01-2010 129 Martine De Maght 96 05-02-2010 131 Daniel Ducarme 9808-02-2010 132 Daniel Ducarme 98 10-02-2010 133 Leen Dierick 9811-02-2010 134 Daniel Ducarme 99 17-02-2010 135 Filip De Man 9918-02-2010 136 Leen Dierick 100 18-02-2010 137 Leen Dierick 10019-02-2010 138 Leen Dierick 100 22-02-2010 139 Luc Goutry 10023-02-2010 140 Zoé Genot 100 24-02-2010 141 Xavier Baeselen 100Staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke IntegratieSecrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé des Personnes handicapées, adjoint à la ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale07-12-2009 1 Martine De Maght 90 07-12-2009 2 Martine De Maght 9008-12-2009 4 Robert Van de90 08-12-2009 5 Robert Van de90VeldeVelde08-12-2009 6 David Geerts 90 08-12-2009 7 David Geerts 9008-12-2009 8 David Geerts 90 08-12-2009 9 David Geerts 9008-12-2009 10 Dirk Van der90 09-12-2009 11 Georges Gilkinet 90Maelen09-12-2009 12 Meyrem Almaci 90 09-12-2009 13 Meyrem Almaci 9009-12-2009 14 Meyrem Almaci 90 09-12-2009 15 Stefaan Van Hecke 9009-12-2009 16 Stefaan Van Hecke 90 09-12-2009 17 Stefaan Van Hecke 9009-12-2009 18 Wouter De Vriendt 90 09-12-2009 19 Wouter De Vriendt 9010-12-2009 20 Wouter De Vriendt 91 10-12-2009 21 Zoé Genot 9110-12-2009 22 Zoé Genot 91 11-12-2009 23 Katia della Faille 91de Leverghem11-12-2009 24 Katia della Faille 91 15-12-2009 25 Maggie De Block 91de Leverghem15-12-2009 26 Mathias De Clercq 91 15-12-2009 27 Alexandra Colen 9115-12-2009 28 Alexandra Colen 91 15-12-2009 29 Michel Doomst 9116-12-2009 30 Bruno91 17-12-2009 31 Gerolf Annemans 91Stevenheydens17-12-2009 32 Jan Mortelmans 91 17-12-2009 33 Jan Mortelmans 9117-12-2009 34 Jan Mortelmans 91 18-12-2009 35 Koen Bultinck 9118-12-2009 36 Koen Bultinck 91 18-12-2009 37 Koen Bultinck 9121-12-2009 38 Guy D'haeseleer 91 21-12-2009 39 Guy D'haeseleer 9121-12-2009 40 Guy D'haeseleer 91 21-12-2009 41 Guy D'haeseleer 9121-12-2009 42 Guy D'haeseleer 91 21-12-2009 43 Guy D'haeseleer 9121-12-2009 44 Guy D'haeseleer 91 22-12-2009 45 Bruno Van91Grootenbrulle22-12-2009 46 Bruno Van91 22-12-2009 47 Hagen Goyvaerts 91Grootenbrulle23-12-2009 48 Francis Van den 91 23-12-2009 50 Rita De Bont 91Eynde23-12-2009 51 Rita De Bont 91 22-10-2008 52 Rita De Bont 9123-12-2009 53 Rita De Bont 91 23-12-2009 54 Rita De Bont 9128-12-2009 55 Ingrid Claes 93 28-12-2009 56 Jef Van den Bergh 9328-12-2009 57 Jenne De Potter 93 29-12-2009 58 Luc Goutry 93K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

32 QRVA 52 10029-03-2010DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur29-12-2009 59 Mia De93 30-12-2009 60 Michel Doomst 93Schamphelaere30-12-2009 61 Michel Doomst 93 30-12-2009 62 Nathalie Muylle 9330-12-2009 63 Nathalie Muylle 93 30-12-2009 64 Roel Deseyn 9330-12-2009 65 Sonja Becq 93 30-12-2009 66 Sonja Becq 9330-12-2009 67 Sonja Becq 93 30-12-2009 68 Sonja Becq 9330-12-2009 69 Sonja Becq 93 30-12-2009 70 Stefaan Vercamer 9304-01-2010 71 Bruno VanGrootenbrulle93 04-01-2010 72 Bruno VanGrootenbrulle04-01-2010 73 Ben Weyts 93 05-01-2010 74 Flor Van Noppen 9306-01-2010 79 François Bellot 93 06-01-2010 80 François Bellot 9306-01-2010 81 Sarah Smeyers 93 06-01-2010 82 Sonja Becq 9306-01-2010 83 Sonja Becq 93 06-01-2010 84 Flor Van Noppen 9307-01-2010 85 Isabelle Tasiaux-De NeysQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur94 07-01-2010 86 Isabelle Tasiaux-De NeysQRVAQRVA08-01-2010 87 Wouter De Vriendt 94 11-01-2010 88 Georges Gilkinet 9411-01-2010 89 Koen Bultinck 94 12-01-2010 90 Bart Laeremans 9412-01-2010 91 Guy D'haeseleer 94 18-01-2010 92 Guy D'haeseleer 9518-01-2010 93 Guy D'haeseleer 95 18-01-2010 94 Stefaan Van Hecke 9520-01-2010 95 Koen Bultinck 95 21-01-2010 96 Jan Mortelmans 9621-01-2010 97 Zoé Genot 96 11-02-2010 99 Koen Bultinck 9912-02-2010 100 Daniel Ducarme 999394Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke IntegratieSecrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale08-12-2009 2 Robert Van deVelde90 08-12-2009 3 Robert Van deVelde08-12-2009 4 Dalila Douifi 90 09-12-2009 7 Juliette Boulet 9010-12-2009 9 Zoé Genot 91 10-12-2009 11 Geert Versnick 9110-12-2009 12 Geert Versnick 91 10-12-2009 15 Herman De Croo 9111-12-2009 16 Katia della Faille 91 15-12-2009 17 Mathias De Clercq 91de Leverghem15-12-2009 18 Alexandra Colen 91 15-12-2009 19 Sabien Lahaye- 91Battheu17-12-2009 24 Filip De Man 91 17-12-2009 26 Filip De Man 9117-12-2009 27 Filip De Man 91 21-12-2009 32 Sarah Smeyers 9121-12-2009 33 Guy D'haeseleer 91 21-12-2009 34 Guy D'haeseleer 9123-12-2009 41 Peter Logghe 91 23-12-2009 42 Peter Logghe 9123-12-2009 44 Rita De Bont 91 23-12-2009 45 Rita De Bont 9123-12-2009 47 Rita De Bont 91 23-12-2009 48 Rita De Bont 9128-12-2009 49 Katrien Partyka 93 29-12-2009 50 Leen Dierick 9329-12-2009 52 Michel Doomst 93 29-12-2009 53 Michel Doomst 9330-12-2009 54 Michel Doomst 93 30-12-2009 55 Michel Doomst 9330-12-2009 56 Michel Doomst 93 30-12-2009 57 Michel Doomst 9330-12-2009 58 Nathalie Muylle 93 30-12-2009 59 Daniel Ducarme 9390K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201033DatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur04-01-2010 60 Daniel Ducarme 93 04-01-2010 61 Bruno Van93Grootenbrulle04-01-2010 62 Ben Weyts 93 05-01-2010 65 Leen Dierick 9305-01-2010 66 Nathalie Muylle 93 06-01-2010 67 Eric Libert 9306-01-2010 68 Sarah Smeyers 93 06-01-2010 69 Kattrin Jadin 9306-01-2010 70 Olivier Destrebecq 93 06-01-2010 71 Xavier Baeselen 9306-01-2010 72 Xavier Baeselen 93 06-01-2010 73 Xavier Baeselen 9306-01-2010 74 Xavier Baeselen 93 06-01-2010 75 Xavier Baeselen 9311-01-2010 76 Georges Gilkinet 94 11-01-2010 77 Koen Bultinck 9411-01-2010 78 Mathias De Clercq 94 12-01-2010 79 Filip De Man 9412-01-2010 80 Bart Laeremans 94 12-01-2010 81 Martine De Maght 9412-01-2010 82 Sonja Becq 94 12-01-2010 83 Sonja Becq 9412-01-2010 84 Guy D'haeseleer 94 12-01-2010 85 Daniel Ducarme 9413-01-2010 86 Bruno94 18-01-2010 87 Daniel Ducarme 95Stevenheydens18-01-2010 88 Philippe Collard 95 18-01-2010 89 Filip De Man 9518-01-2010 90 Sonja Becq 95 20-01-2010 91 Peter Logghe 9520-01-2010 92 Sonja Becq 95 21-01-2010 93 Jan Mortelmans 9621-01-2010 94 Zoé Genot 96 21-01-2010 95 Rita De Bont 9625-01-2010 96 Georges Gilkinet 96 25-01-2010 97 Wouter De Vriendt 9625-01-2010 98 Wouter De Vriendt 96 27-01-2010 100 Servais96Verherstraeten01-02-2010 101 Ben Weyts 97 01-02-2010 102 Georges Gilkinet 9703-02-2010 103 Maggie De Block 97 04-02-2010 104 Geert Versnick 9804-02-2010 105 KristofWaterschootQRVAQRVADatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteur98 04-02-2010 106 KristofWaterschootQRVAQRVA08-02-2010 107 Daniel Ducarme 98 10-02-2010 108 Martine De Maght 9811-02-2010 109 Ben Weyts 99 12-02-2010 110 Daniel Ducarme 9998K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

34 QRVA 52 10029-03-2010K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201035(Fr.): In het Frans gestelde vraag. - (N.): In het Nederlands gestelde vraag.(N.): Question posée en néerlandais. - (Fr.): Question posée en français.II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste totvierde lid van het reglement van de Kamer).II. Nouvelles questions auxquelles il n'a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1 à 4du règlement de la Chambre).Vice-eersteminister en minister van Financiën enInstitutionele HervormingenVice-premier ministre et ministre des Finances etdes Réformes institutionnellesDO 2009201014987Vraag nr. 423 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 18 februari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Belastingvermindering voor giften.In de krant De Zondag van 31 januari 2010 preciseerdede woordvoerder van de FOD Financiën, Francis Adyns,dat "de federale overheid gemiddeld 40 procent van de giftenbetaalt". Burgers of ondernemingen die 30 euro of meerschenken, komen in aanmerking voor een belastingvermindering.Wie 100 euro schenkt, krijgt ongeveer 40 eurodaarvan terug via zijn belastingaangifte. Voor het inkomstenjaar2003 bedroeg het totaalbedrag van de giften inBelgië 126 miljoen euro, waarvan de schenkers 51,5 miljoenterugkregen via hun belastingaangifte. In 2004, hetjaar van de tsunami, werd er 160 miljoen euro geschonken,waarvan de overheid 57,8 miljoen euro voor haar rekeningnam. Het totaalbedrag van de giften is sindsdien niet meeronder de 60 miljoen euro gedaald: 68,9 miljoen in 2005, 61miljoen in 2006 en 66,1 miljoen in 2007.1. a) Overweegt u de belastingwetgeving inzake giften tewijzigen?DO 2009201014987Question n° 423 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 18 février 2010 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:La réduction fiscale en matière de dons.Dans "De Zondag" le 31 janvier 2010, Francis Adyns,du SPF Finances, a précisé que "le gouvernement fédéralpaye en moyenne 40% des dons". Ainsi, le citoyen oul'entreprise qui verse au moins 30 euros de don peutdemander une réduction fiscale. Ainsi, s'il verse 100 euros,il récupère environ 40 euros via ses impôts. En 2003, lesBelges ont versé des dons pour un montant total de 126millions d'euros et ont récupéré 51,5 millions via leursimpôts. En 2004, l'année du tsunami, ils ont versé 160 millions,ce qui a coûté 57,8 millions d'euros à l'État. Cettepart n'est ensuite plus descendue sous la barre des 60 millionsd'euros, passant de 68,9 millions en 2005, à 61 millionsd'euros en 2006 et 66,1 millions d'euros en 2007.1. a) Envisagez-vous de changer la réglementation fiscaleen matière de dons?b) Zo ja, hoe? b) Dans l'affirmative, de quelle manière?c) Zal het belastingvoordeel naar beneden bijgesteld worden?2. Kan u in grote lijnen aangeven welke belastingaftrekregelingener inzake giften bestaan in de andere EU-landen?c) Est-il envisagé de diminuer la réduction fiscale?2. Pourriez-vous indiquer globalement quels sont les systèmesde réduction fiscale mis en place en matière de donsdans les autres pays de l'Union européenne?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

36 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014991Vraag nr. 424 van mevrouw de volksvertegenwoordigerIngrid Claes van 18 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Afschrijvingsstelsels en -ritmes van ICT-materialen. - Economischewaardeverminderingen.Zowel uit boekhoudkundig als uit fiscaal oogpunt zou"software" blijkbaar als een immaterieel actief moetenworden aangemerkt en worden geactiveerd wanneer dezebestemd is om duurzaam voor de uitoefening van deberoepswerkzaamheid te worden gebruikt (cfr. onder meerook de strenge artikelen 24, eerste lid, 4° en 63 van hetWetboek van de inkomstenbelastingen 1992) .Bij ICT-materialen (pc's, lap- en desktops en handcomputers)vormen soft-, firm- en hardware echter één nauwtechnisch samenwerkend geheel. Op administratief vlak ishet onderscheid tussen die soft-, firm- en hardware dan ookzeer moeilijk te maken en is ook het aankoopbedrag boekhoudkundigveelal niet uit te splitsen wegens gebrek aannadere specificaties op de facturen en/of op de bestelbons.In de wetenschap dat het merendeel van de software in depraktijk absoluut geen vijf jaar meegaat, rijzen - niet alleenop fiscaal vlak maar tevens op boekhoudkundig vlak -zowel voor de bedrijven werkzaam in de ICT-sector alsvoor alle andere firma's onder meer de volgende algemenevragen:1. In welke gemiddelde procentuele mate en/of op welkepragmatische wijze dient de aanschaffingsprijs van allecomputermaterialen en ICT-producten boekhoudkundig ofin de jaarrekening (fictief) te worden uitgesplitst inafschrijfbare soft-, firm- en hardware?2. Welke aanneembare lineaire en/of vaste afschrijvingspercentagesworden er door de belastingadministraties endoor de Commissie voor Boekhoudkundige Normen thansalgemeen aanbevolen voor:a) geactiveerde software of programmatuur (computerprogramma's,bibliotheken en bijhorende data die niet aanwezigzijn bij het starten van een computer, maar achterafworden geladen);b) computer hardware (dit wil zeggen: interne componentenen randapparatuur);DO 2009201014991Question n° 424 de madame la députée Ingrid Claes du18 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Régimes et rythmes d'amortissement des équipements ICT.-Réductions de valeur économique.D'un point de vue comptable comme d'un point de vuefiscal, les logiciels devraient, semble-t-il, être considéréscomme une immobilisation incorporelle et activéslorsqu'ils sont destinés à être utilisés durablement dans lecadre de l'activité professionnelle (cf. notamment les trèsstricts articles 24, premier alinéa, 4° et 63 du Code desimpôts sur les revenus 1992) .Parmi les équipements ICT (ordinateurs de bureau, ordinateursportables, desktops et ordinateurs de poche), logiciels,micrologiciels et matériel de traitement informatiqueconstituent toutefois un ensemble technique en interactionétroite. Il est dès lors très difficile d'établir la distinctionentre ces software, firmware et hardware d'un point de vueadministratif et, en l'absence de spécifications plusdétaillées sur les factures et/ou bons de commande, le prixd'achat est généralement impossible à répartir d'un point devue comptable.Sachant qu'en pratique, la durée de vie de l'essentiel dusoftware n'atteint jamais cinq ans, les questions suivantesse posent notamment tant d'un point de vue fiscal quecomptable, pour les entreprises actives dans le secteur ICT,mais aussi pour toutes les autres entreprises:1. Quel est le pourcentage moyen et/ou la méthode pragmatiquepour procéder à la répartition du prix d'achat detous les équipements informatiques et des produits ICTdans la comptabilité ou dans les comptes annuels (demanière fictive) en software, firmware et hardware amortissables?2. Quels sont actuellement les pourcentages linéaires et/ou pourcentages d'amortissement fixes recommandés parl'administration fiscale et la Commission des Normescomptables pour:a) le software ou les logiciels activés (programmes informatiques,bibliothèques et données afférentes absents lorsdu démarrage d'un ordinateur, mais installés ultérieurement);b) le hardware informatique (en d'autres termes: composantsinternes et périphériques);c) firmware (ingebedde software)? c) le firmware (software intégré)?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010373. a) Kan software en firmware zowel boekhoudkundigals fiscaal "degressief" worden afgeschreven, hetgeen overigensook volledig zou stroken met de huidige werkelijkeeconomische waardeverminderingen in de zin van artikel61, eerste lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen1992?3. a) L'amortissement des software et firmware peut-ilêtre "dégressif" tant d'un point de vue comptable que fiscal,pratique qui serait parfaitement conforme à la réduction devaleur économique réelle, au sens de l'article 61, premieralinéa du Code des impôts sur les revenus 1992?b) Zo neen, waarom telkens niet (meer)? b) Si ce n'est pas le cas, pourquoi?c) Hoe wordt een verschil tussen het boekhoudrecht enhet fiscaal recht eventueel in rechteen/of in feite uitgelegd?4. a) Kunnen op hardware, software en op firmware vanmeet af aan ook andere vormen van (versnelde) afschrijvingenof van uitzonderlijke waardeverminderingen wordentoegepast?b) Zo ja, op grond van welke wettelijke of reglementairebeschikkingen?c) Comment éventuellement expliquer en droit et/ou dansles faits, une différence entre le droit comptable et le droitfiscal?4. a) Est-il possible d'appliquer dès le départ d'autres formesd'amortissements (accélérés) ou de réductions devaleur exceptionnelles aux hardware, software et firmware?b) Dans l'affirmative sur la base de quelles dispositionslégislatives ou réglementaires?c) Zo neen, waarom niet? c) Si ce n'est pas le cas, pourquoi?5. Kunt u punt per punt uw huidige algemene zienswijzemeegeven niet alleen zowel op het vlak van de personenbelastingals op het vlak van de vennootschapsbelasting,maar tevens op boekhoudkundig vlak?5. Pouvez-vous développer votre vision générale pointpar point dans les domaines de l'impôt sur les personnesphysiques, de l'impôt des sociétés, mais aussi dans ledomaine comptable?DO 2009201014993Vraag nr. 425 van mevrouw de volksvertegenwoordigerIngrid Claes van 18 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever. - Individueleakkoorden met de lokale belastingdiensten. -Rechtspersonenbelasting. - Personenbelasting.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 50, § 1 van hetWetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de instructieCi.RH.421/456.942 van 3 december 1993 is het mogelijkom met betrekking tot "terugbetalingen van kosten eigenkosten van de werkgever" toegekend aan bedrijfsleiders,kaderleden en personeelsleden een individueel akkoord tesluiten met de lokale directeurs A of met de lokale eerstaanwezendinspecteur-dienstchefs van de Inspecties A (zieook vraag nr. 1096 van mevrouw Trees Pieters van18 januari 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 113, blz. 21567-21569).DO 2009201014993Question n° 425 de madame la députée Ingrid Claes du18 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Remboursement de frais propres à l'employeur. - Accordsindividuels avec les services des contributions locaux. -Impôt des personnes morales. - Impôt des personnes physiques.Conformément aux dispositions de l'article 50, § 1 duCode des impôts sur les revenus 1992 et à l'instructionCi.RH.421/456.942 du 3 décembre 1993, il est possible designer un accord individuel avec les directeurs locaux A ouavec les inspecteurs chefs de service principaux des InspectionsA (cf. aussi question n° 1096 de madame TreesPieters du 18 janvier 2006, Questions et Réponses, Chambre,2005-2006, n° 113, p. 21567-21569) sur le "remboursementde frais propres à l'employeur" accordé aux chefsd'entreprise, cadres et membres du personnel.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

38 QRVA 52 10029-03-2010Naar verluidt wordt dit in de praktijk blijkbaar echterslechts zo geïnterpreteerd dat die onderrichting en mogelijkheidenkel en alleen betrekking zou hebben op "vennootschappen"onderworpen aan de vennootschapsbelasting,doch niet op belastingplichtigen onderworpenaan de personenbelasting en nog veel minder op rechtspersonen,verenigingen, ziekenhuizen, openbare lokale overheden,enzovoort onderworpen aan de rechtspersonenbelastingwaarvan sprake in artikel 220, 1° tot 3° WIB1992.1. Strookt deze beperkende interpretatie met de bedoelingvan de centrale belastingadministratie en met de letteren de geest van de fiscale wet?2. Tot al welke lokale ambtenaren van de klassieke belastingdienstenkunnen niet alleen de geïnteresseerde natuurlijkepersonen (werkgevers), maar ook alle rechtspersonenbeoogd in artikel 220 WIB 1992 zich dan wel rechtstreekswenden om voor sommige van de bij hen tewerkgesteldepersoneelsleden een "individueel akkoord" te bekomen inde zin van eerdergenoemd artikel 50, §1 WIB 1992 metbetrekking tot kosten eigen aan de werkgever waarvansprake in artikel 31, tweede lid, 1°, laatste zinsnede WIB1992?Il me revient que sur le terrain, l'interprétation donnée àcette instruction n'ouvrirait cependant cette possibilitéqu'aux seules "sociétés" assujetties à l'impôt des sociétés,excluant ainsi les contribuables assujettis à l'impôt des personnesphysiques, de même que les personnes morales,associations, établissements hospitaliers, administrationspubliques locales, etc., assujettis à l'impôt des personnesmorales, dont question à l'article 220, 1° à 3° du CIR 1992.1. Cette interprétation restrictive est-elle conforme auxintentions de l'administration fiscale centrale et à la lettre età l'esprit de la législation fiscale?2. À quels fonctionnaires locaux des services des contributionsclassiques peuvent directement s'adresser non seulementles personnes physiques intéressées (employeurs),mais aussi toutes les personnes morales visées à l'article220 du CIR 1992 de manière à obtenir pour certaines despersonnes qu'elles emploient un "accord individuel" ausens de l'article 50, §1 du CIR 1992 précité, pour ce quiconcerne les frais propres à l'employeur mentionnés dansl'article 31, deuxième alinéa, 1°, dernière phrase du CIR1992?DO 2009201015004Vraag nr. 428 van de heer volksvertegenwoordiger EricJadot van 18 februari 2010 (Fr.) aan de viceeersteministeren minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Fiscale maatregelen voor de aanschaf van milieuvriendelijkevoertuigen. (MV 19013)Van 14 tot en met 22 januari 2010 vond de 88e 'EuropeanMotor Show Brussels' plaats. Men kan alleen maar toejuichendat ook de federale overheid met een stand op hetAuto- en Motorsalon van Brussel aanwezig was, waar hetgrote publiek duidelijke en betrouwbare informatie konkrijgen over de belastingverminderingen die aan de kopersvan milieuvriendelijke auto's worden verleend. Ook desamenwerking tussen de FOD Economie, KMO, Middenstanden Energie, de FOD Financiën, de FOD Mobiliteit enVervoer en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van deVoedselketen en Leefmilieu, die alle vier op die federalestand vertegenwoordigd waren, was alleszins een lovenswaardiginitiatief.DO 2009201015004Question n° 428 de monsieur le député Eric Jadot du18 février 2010 (Fr.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Mesures fiscales en matière d'achat de véhicules "propres".(QO 19013)Du 14 au 22 janvier 2010 s'est déroulé le 88e "EuropeanMotor Show Brussels". L'on ne peut que saluer positivementla mise en place d'un "guichet fédéral' au Salon del'auto-moto de Bruxelles dispensant une information dequalité au grand public "sur les déductions fiscales accordéesaux acheteurs de voitures dites "propres". De la mêmemanière, l'on ne peut qu'encourager l'initiative de mise entransversalité dudit stand rassemblemant le SPF Économie,PME, Classes moyennes et Énergie, le SPF Finances, leSPF Mobilité et Transport et le SPF Santé publique, Sécuritéde la Chaîne alimentaire et Environnement.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201039Naar verluidt gingen de voordelen en kortingen die deondernemingen op het Autosalon aanboden, veel verderdan de belastingaftrekmaatregelen die uw departement toekentaan de kopers van schone auto's (in 2008 waren diegoed voor zo'n 40 miljoen euro).1. Wordt het huidige fiscale beleid in dat opzicht nietveeleer een premie voor de autosector, ten koste van de stimulansvoor de particulieren om milieuoverwegingen telaten meespelen bij de aanschaf van hun auto?2. Komen de fiscale premies van uw departement niet inonevenredige mate ten goede aan gezinnen die een tweedeauto kopen?3. Zo ja, wordt er overwogen de billijkheid en de efficiëntievan de belastingverminderingen die toegekend wordenbij de aankoop van een nieuwe auto, te evalueren?4. Zal uw departement naast de voormelde fiscale stimulansenook ontradende maatregelen nemen, meer bepaaldeen belastingverhoging voor auto's die veel CO2 uitstoten?5. Buigt uw departement zich over de invoering van eenbelasting op de inverkeersstelling naar rata van de CO2-uitstoot van het voertuig in plaats van het vermogen?Il me revient toutefois que les avantages et remises commercialesoffertes par les entreprises présentes au sein dusalon dépassaient de loin les mesures de déduction fiscalesaccordées par votre département aux acquéreurs de véhiculespropres dont le montant s'élevait à près de 40 millionsd'euros pour l'année 2008.1. Dans ce contexte, ne peut-on pas considérer que lapolitique fiscale aujourd'hui mise en oeuvre se mue singulièrementen une prime au secteur automobile et ce, audétriment des incitations à la prise en compte des facteursenvironnementaux par les particuliers acquéreurs?2. Les primes fiscales mises en oeuvre par votre départementne bénéficient-elles pas de façon déséquilibrée auxménages faisant l'acquisition d'un second véhicule?3. Dans l'affirmative, une réflexion est-elle à l'ordre dujour afin d'évaluer les aspects d'équités et d'efficacité dansle panel de réductions fiscales accordées lors de l'achatd'un nouveau véhicule?4. Au-delà des mesures incitatives précitées, des mesuresdissuasives sont-elles envisagées par votre départementvisant notamment à accroître la taxation des véhicules àforte émission de CO2?5. La mise en oeuvre d'une taxe de mise en circulationproportionnelle aux émissions de CO2 des véhicules plutôtqu'à leur puissance est-elle étudiée par votre département?DO 2009201015010Vraag nr. 430 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 19 februari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Groen fonds van het IMF.Op 30 januari 2010 kondigde de directeur-generaal vanhet IMF, Dominique Strauss-Kahn, op het Wereld EconomischForum in Davos aan dat het Internationaal MonetairFonds (IMF) werkte aan de oprichting van een groen fondsom de lidstaten te ondersteunen in hun strijd tegen degevolgen van de opwarming van de aarde. De hulp van degeïndustrialiseerde landen aan de ontwikkelingslanden iseen van de belangrijkste knelpunten in de onderhandelingenmet het oog op het sluiten van een nieuw klimaatverdrag.Door de economische crisis is de schuldenlast van derijke landen echter sterk toegenomen, waardoor die mindergeneigd zijn om de ontwikkelingslanden steun te geven,aldus nog de directeur van het IMF, die een pleidooi hieldvoor innovatieve oplossingen.DO 2009201015010Question n° 430 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 19 février 2010 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Le fonds vert du FMI.Le directeur général du FMI, monsieur DominiqueStrauss-Kahn, a annoncé le 30 janvier 2010 au Forum économiquede Davos que le Fonds monétaire international(FMI) travaillait à la création d'un "fonds vert" pour aiderles États membres à faire face aux conséquences duréchauffement climatique. L'aide des pays industrialisésaux états en développement est l'un des principaux pointsde frictions dans les négociations entamées en vue de laconclusion d'un nouveau traité sur la lutte contre les changementsclimatiques. Or, la crise économique a creusé ladette des premiers, désormais plus réticents à accordercette aide aux seconds, a souligné le directeur du FMI,plaidant pour des solutions innovantes.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

40 QRVA 52 10029-03-2010Het IMF zal besprekingen aanknopen met de centralebanken en de ministers van Financiën om de levensvatbaarheidvan dat groen fonds te bestuderen. Volgens deheer Dominique Strauss-Kahn zou het kunnen wordengefinancierd met bijzondere trekkingsrechten, en zou er tot100 miljard dollar per jaar kunnen worden bijeengebracht.De lidstaten van het IMF hebben er vorig jaar mee ingestemd250 miljard dollar aan bijzondere trekkingsrechtenuit te geven om de liquiditeit te verhogen en de daling vande wisselreserves als gevolg van de financiële crisis op tevangen.1. Is de regering voorstander van de oprichting van ditfonds?Le FMI va entamer des discussions avec les banques centraleset les ministres des Finances pour étudier la viabilitéde ce fonds vert, qui pourrait être constitué à l'aide dedroits de tirages spéciaux et "atteindre 100 milliards dedollars par an", a précisé monsieur Dominique Strauss-Kahn. Les États membres du FMI ont accepté l'an dernierd'émettre 250 milliards de dollars de droits de tirage spéciauxpour accroître les liquidités et faire face à la réductiondes réserves de change due à la crise financière.1. Le gouvernement serait-il favorable à la création de cefonds?2. Zo ja, zal België eraan deelnemen? 2. Dans l'affirmative, la Belgique y participera-t-elle?3. Zo ja, voor welk bedrag? 3. Et si oui, à hauteur de quel montant?4. Zal de Europese Unie hieraan bijdragen? 4. Qu'en est-il de la participation de l'Union européenne?DO 2009201011251Vraag nr. 431 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVijnck van 19 februari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Rechtsplegingvergoeding. - Rechtzetting van fouten. -Nalatigheids- en moratoriuminteresten. - Achtereenvolgendeinkohieringen. - Waarde van het fiscaal geschil(SV 907).Met de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheidvan erelonen en de kosten verbonden aan de bijstandvan een advocaat, werd een nieuwe rechtsplegingsvergoedingingevoerd, die gedefinieerd werd in artikel 1022 vanhet Gerechtelijk Wetboek.In de praktijk zijn evenwel nog steeds meerdere vragenonbeantwoord met betrekking tot de berekening van degrondslag van die rechtsplegingvergoeding, in het bijzonderop het vlak van fiscale zaken.1. Op welke wettelijke en/of administratieve wijze dienenfeitelijke dwalingen en berekenings- of telfoutenbegaan bij de becijfering van de rechtsplegingvergoeding,al dan niet reeds geacteerd op het authentiek zittingsbladvan de rechter, te worden rechtgezet, met uitdrukkelijk verzoekde procedure voor een gerechtelijke dan wel een minnelijkeregeling te willen meedelen?2. In welke mate, vanaf welke begindatum en tot welkeeinddatum moet er rekening worden gehouden met "nalatigheidsinteresten"in de zin van artikel 414 van het Wetboekvan de inkomstenbelastingen 1992 en/of met"moratoriuminteresten" in de zin van artikel 418 WIB1992?DO 2009201011251Question n° 431 de monsieur le député Dirk Vijnck du19 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Indemnité de procédure. - Rectification d'erreurs. - Intérêtsde retard et moratoires. - Enrôlements successifs. -Valeur du contentieux fiscal.La loi du 21 avril 2007 relative à la répétibilité des honoraireset frais liés à l'assistance d'un avocat a instauré unenouvelle indemnité de procédure qui a été définie à l'article1022 du Code judiciaire.Dans la pratique toutefois, des questions restent toujourssans réponse en ce qui concerne le calcul de la base decette indemnité de procédure, particulièrement dans ledomaine des dossiers fiscaux.1. Légalement et administrativement, comment doiventêtre corrigées les erreurs de fait et les fautes de calcul commiseslors de l'établissement de l'indemnité de procédure,qu'elles aient déjà été actées ou non dans la feuilled'audience authentique du juge, avec la demande expressede communiquer la procédure pour un règlement judiciaireou amiable?2. Dans quelle mesure, à partir de quelle date initiale etjusqu'à quelle date finale faut-il tenir compte des intérêtsde retard au sens de l'article 414 du Code des impôts sur lerevenu 1992 et/ou des intérêts "moratoires" au sens del'article 418 CIR 1992?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010413. Hoe dient de "waarde van het fiscaal geschil" praktischte worden becijferd wanneer er in taxatiefase achtereenvolgendnegatieve en positieve aanslagen werden ingekohierden/of er in fase van bezwaar reeds gedeeltelijke ontheffingenof ontlastingen werden verleend die het voorwerp kunnenuitmaken van een vordering tot integralenietigverklaring voor de rechtbanken of de hoven?3. Comment convient-il de chiffrer pratiquement lavaleur du contentieux fiscal lorsque des cotisations négativeset positives ont été enrôlées successivement et/ou oùont déjà été accordées dans la phase de réclamation desdispenses ou des décharges qui peuvent faire l'objet d'unedemande en annulation intégrale devant les cours ou tribunaux?DO 2009201015021Vraag nr. 432 van de heer volksvertegenwoordigerHagen Goyvaerts van 19 februari 2010 (N.) aande vice-eersteminister en minister van Financiënen Institutionele Hervormingen:Fiscale korting op milieuvriendelijke wagens. - Afhandelingdossiers.Reeds enige tijd wordt door de federale overheid, afhankelijkvan de CO2-uitstoot, een korting van 3 of 15 procentgegeven bij de aankoop van een milieuvriendelijke wagen.Vanuit de groepering van autodealers is kritiek te horenop het feit dat de autodealers de korting dienen voor tefinancieren en dat bovendien de federale overheid steedslanger wacht met de terugbetaling van die korting.1. Bent u op de hoogte van de kritiek van de groeperingvan autodealers aangaande de voorfinanciering van de kortingbij de verkoop milieuvriendelijke wagens?2. Klopt de kritiek van de groepering van autodealers datuw diensten steeds langer wachten met de terugbetalingvan de toegekende korting?3. Wat zijn de redenen voor de alsmaar langere wachttijdeninzake terugbetaling?4. Welke initiatieven heeft u reeds genomen of overweegtu te nemen om die terugbetaling door uw diensten binneneen redelijke termijn uit te voeren?DO 2009201015021Question n° 432 de monsieur le député HagenGoyvaerts du 19 février 2010 (N.) au vice-premierministre et ministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Ristourne fiscale sur les voitures écologiques. - Traitementdes dossiers.Cela fait quelque temps déjà que l'État fédéral accordeune ristourne de 3% ou de 15% à l'achat d'une voiture écologiqueen fonction des émissions de CO2 de la voitureachetée.Or l'association des concessionnaires critique le fait queles concessionnaires doivent préfinancer cette ristourne etqu'en outre, l'État fédéral attend de plus en plus longtempsavant de la leur rembourser.1. Avez-vous connaissance des critiques émises parl'association des concessionnaires au sujet du préfinancementde la ristourne accordée à tout acquéreur d'une voitureécologique?2. L'association des concessionnaires dit-elle la véritéquand elle affirme que vos services attendent de plus enplus longtemps avant de procéder au remboursement deladite ristourne?3. À quoi ces délais d'attente de plus en plus longs sontilsdus?4. Quelles initiatives avez-vous déjà prises ou envisagezvousde prendre afin de veiller à ce que vos services procèdentà ce remboursement dans un délai raisonnable?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

42 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015022Vraag nr. 433 van de heer volksvertegenwoordiger RoelDeseyn van 19 februari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Btw-vrijstelling voor het verwerven van financiële steundoor culturele instellingen.In artikel 132, eerste lid, o), van de btw-richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffendehet gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegdewaarde worden de diensten en goederenleveringenin samenhang met activiteiten die zijn bestemd ter verkrijgingvan financiële steun en die uitsluitend ten bate vanzichzelf zijn georganiseerd vrijgesteld van de btw voor debtw-plichtigen waarvan de handelingen overeenkomstig depunten b), g), h), i), l), m) en n) zijn vrijgesteld. Deze bepalingwerd omgezet naar Belgisch recht door artikel 44, § 2,12° W.btw (Wetboek van de belasting over de toegevoegdewaarde).Van de in artikel 44, § 2, 6°, 7°, 8° en 9° W.btw vrijgestelde"culturele" handelingen komen enkel de in artikel44, § 2, 7° W.btw bedoelde handelingen in aanmerkingvoor vrijstelling voor de handelingen die worden verrichtin samenhang met de werkzaamheden die ter verkrijgingvan financiële steun zijn georganiseerd. Het gevolg daarvanis dat instellingen erkend door de bevoegde overheiddie toneel-, ballet- of filmvoorstellingen, tentoonstellingen,concerten of conferenties organiseren, worden uitgeslotenvan de vrijstelling van btw voor de handelingen die gerichtzijn op het verwerven van financiële steun en die samenhangenmet die activiteiten.1. Bent u van mening dat artikel 132, eerste lid, o), vande btw-richtlijn 2006/112/EG tevens de vrijstelling omvatvoor bepaalde culturele diensten alsmede nauw samenhangendegoederenleveringen, verricht door publiekrechtelijkeculturele instellingen of door andere culturele instellingendie door de betrokken lidstaat worden erkend?2. Bent u van mening dat artikel 132, eerste lid, n), vande btw-richtlijn 2006/112/EG naar Belgisch recht werdomgezet door de bepalingen van artikel 44, § 2, 6°, 7°, 8°en 9° W.btw?3. Bent u van mening dat artikel 44, § 2, 12° W.btw in diezin onvolledig de btw-richtlijn 2006/112/EG omzet naarBelgisch recht wanneer enkel wordt verwezen naar artikel44, § 2, 7° W.btw en niet naar artikel 44, § 2, 6°, 8° en 9°W.btw?DO 2009201015022Question n° 433 de monsieur le député Roel Deseyn du19 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Exonération de TVA pour l'obtention d'une aide financièrepar les institutions culturelles.Dans l'article 132, premier alinéa, o), de la directive TVA2006/112/CE du Conseil du 28 novembre 2006 relative ausystème commun de taxe sur la valeur ajoutée, les serviceset les livraisons de biens liées aux activités destinées àobtenir une aide financière et organisées exclusivement àleur profit sont exemptés de la TVA à laquelle sont soumisles assujettis à la TVA dont les opérations sont exonéréesconformément aux points b), g), h), i), l), m) et n). Cettedisposition a été transposée en droit belge par l'article 44, §2, 12° du Code de la TVA (Code de la taxe sur la valeurajoutée).Parmi les opérations "culturelles" exonérées dans l'article44, § 2, 6°, 7°, 8° et 9° du Code de la TVA, seules lesopérations visées par l'article 44, § 2, 7° du Code de laTVA entrent en considération pour l'exonération des opérationsliées aux activités organisées en vue d'obtenir uneaide financière. Cet article a pour conséquence que les institutionsreconnues par les autorités compétentes et quiorganisent des représentations théâtrales, chorégraphiquesou cinématographiques, des expositions, des concerts oudes conférences ne peuvent prétendre à l'exonération de laTVA pour les opérations menées en vue d'obtenir une aidefinancière et en rapport avec ces activités.1. Êtes-vous d'avis que l'article 132, premier alinéa, o),de la directive TVA 2006/112/CE comprend égalementl'exonération pour certains services culturels ainsi que leslivraisons de biens étroitement liés à ceux-ci, effectués pardes institutions culturelles de droit public ou par d'autresinstitutions culturelles reconnues par l'État membreconcerné?2. Estimez-vous que l'article 132, premier alinéa, n), dela directive TVA 2006/112/CE a été transposée en droitbelge par les dispositions de l'article 44, § 2, 6°, 7°, 8° et9° du Code de la TVA?3. Pensez-vous que l'article 44, § 2, 12° du Code de laTVA transpose incomplètement la directive TVA 2006/112/CE en droit belge en ce sens qu'il se réfère uniquement àl'article 44, § 2, 7° du Code de la TVA et non à l'article 44,§ 2, 6°, 8° et 9° du Code de la TVA?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010434. Bent u van mening dat artikel 132, eerste lid, n), vande btw-richtlijn 2006/112/EG onvoorwaardelijk en voldoendenauwkeurig is opdat de betrokken bepaling eenrechtstreekse werking heeft zodat de betrokken verenigingenen organisaties zich rechtstreeks op die vrijstellingkunnen beroepen?5. Bent u van mening dat wanneer een EU-lidstaat nalaataan de vrijstelling van artikel 132, eerste lid, n), van debtw-richtlijn 2006/112/EG de mogelijke beperkingen in tevoeren, met name ten aanzien van het aantal evenementenof het bedrag van de opbrengsten, niettemin de vrijstellingvan artikel 132, eerste lid, o), btw-richtlijn 2006/112/EGrechtstreekse werking heeft?6. Bent u van mening dat artikel 132, tweede lid btwrichtlijn2006/112/EG niet inhoudt dat een lidstaat allehandelingen van artikel 132, eerste lid, o), btw-richtlijn2006/112/EG van de vrijstelling van btw mag uitsluiten?4. Considérez-vous que l'article 132, premier alinéa, n),de la directive TVA 2006/112/CE est inconditionnel et suffisammentprécis pour que la disposition concernée ait uneffet direct de manière à permettre aux associations et auxorganisations concernées d'invoquer directement cette exonération?5. Pensez-vous que lorsqu'un État membre omet d'introduired'éventuelles limitations à l'exonération de l'article132, premier alinéa, n), de la directive TVA 2006/112/CE,notamment en ce qui concerne le nombre d'événements oule montant des recettes, l'exonération de l'article 132, premieralinéa, o), de la directive TVA 2006/112/CE a un effetdirect?6. Estimez-vous que l'article 132, deuxième alinéa de ladirective TVA 2006/112/CE n'implique pas qu'un Étatmembre peut exclure de l'exonération de la TVA toutes lesopérations de l'article 132, premier alinéa, o), de la directiveTVA 2006/112/CE?DO 2009201014421Vraag nr. 434 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 19 februari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:De beveiliging van het Justitiepaleis te Brussel.Op 4 januari 2010 kondigde u aan dat de eerste fase vande werken voor de beveiliging van het Justitiepaleis teBrussel in februari zou aanvangen. Het is de bedoeling tezorgen voor een betere beveiliging (installatie van nieuwedetectiepoorten en nieuwe deuren met een badgesysteem)van het cellencomplex, van het traject dat de gedetineerdenvolgen, van de raadkamers en van de kamers van inbeschuldigingstelling.Die werken, die medio december 2009door de Regie der Gebouwen voor een bedrag van 580.933euro werden vastgelegd, zullen ongeveer vijf maandenduren. In een tweede fase zullen er beveiligingswerken opmiddellange termijn worden uitgevoerd.1. a) Op welke precieze datum zal de tweede fase van dewerken van start gaan?b) Welke concrete beveiligingswerken zullen er tijdensdie tweede fase worden uitgevoerd?DO 2009201014421Question n° 434 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 19 février 2010 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:La sécurisation du Palais de Justice de Bruxelles.Vous avez annoncé le 4 janvier 2010 que la premièrephase des travaux de sécurisation du Palais de Justice deBruxelles débuterait dans le courant du mois de février. Ils'agit d'assurer "une meilleure sécurisation (installation denouveaux portails et de nouvelles portes avec un systèmede badge) du complexe cellulaire, du circuit des détenus,des chambres du conseil et des chambres de mises en accusation."Engagés mi-décembre 2009 par la Régie des Bâtimentspour un montant de 580.933 euros, ces travauxdureront environ cinq mois. Une deuxième phase consisteraen l'exécution de travaux de sécurisation qui serontréalisés à moyen terme.1. a) Pourriez-vous indiquer avec plus de précision quandla deuxième phase des travaux démarrera?b) Quels seront concrètement les travaux de sécurisationréalisés lors de cette deuxième phase?2. Welke werken zijn er gepland op langere termijn? 2. Quels sont les travaux envisagés à plus long terme?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

44 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015036Vraag nr. 435 van de heer volksvertegenwoordiger RoelDeseyn van 19 februari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Btw. - Muziekverenigingen.Lokale muziekverenigingen hebben als doel het beoefenenvan muziek te bevorderen. Daarvoor repeteren deleden geregeld samen met het oog op het geven van concerten(winterconcert en lenteconcert) of voor het begeleidenvan gemeentelijke activiteiten zoals met carnaval of deplechtigheden op 1 en 11 november. Naast subsidies, giftenen sponsoring door de lokale middenstand financiert devereniging met de inkomsten uit de concerten de werkingvan de vereniging. Immers het ter beschikking stellen vanmuziekinstrumenten tegen waarborg aan de muzikanten,de voorfinanciering van duurdere muziekinstrumentenaangekocht door muzikanten, het herstellen en het onderhoudvan de muziekinstrumenten, het aanschaffen van uniformen,de huisvesting kosten handenvol geld. Daarnaastkan de vereniging nog randactiviteiten organiseren voor deleden waarvoor inschrijvingsgeld wordt gevraagd voor dekosten die daaraan verbonden zijn. Het mag duidelijk zijndat dergelijke verenigingen geen winstoogmerk hebben.Ten aanzien van de toepasselijke btw-regels rijzen volgendevragen:1. Dient uit de plaats van randnummer 92 in de btwhandleiding(1 oktober 2007) en randnummer 4/833 en 4/834 in de btw-commentaar en de woorden "belastbarewerkzaamheid" (belaste en vrijgestelde werkzaamheid), deorganisatoren van culturele of sportieve samenkomsten envan vermakelijkheden niet aan als btw-plichtige te wordenaangemerkt onder de voorwaarden zoals die werden opgenomenin de administratieve aanschrijving 13 mei 1971, nr.81/1971?2. a) Wat dient men te verstaan onder de voorwaarde dat"de vereniging of groepering niet mag opgericht zijn speciaalmet het oog op de organisatie van culturele of sportievesamenkomsten of van vermakelijkheden"?b) Is bij de interpretatie van deze voorwaarde van belangof de samenkomsten met publiek (concerten, gemeentelijkefeestgelegenheden) of in besloten groep (repetities)plaatsvinden?3. a) Wat dient men te verstaan onder de voorwaarde dat"de samenkomsten niet van blijvende aard mogen zijn"?b) Zijn wekelijkse repetities, samenkomsten van blijvendeaard?c) Is deze voorwaarde verenigbaar met het langetermijnkarakter van een vereniging?DO 2009201015036Question n° 435 de monsieur le député Roel Deseyn du19 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:TVA. - Sociétés musicales.Les sociétés musicales locales ont pour but de promouvoirla pratique de la musique. C'est la raison pour laquelleleurs membres répètent régulièrement pour donner desconcerts (concerts d'hiver et de printemps) ou pour accompagnerdes activités communales comme le carnaval, lescérémonies des 1er et 11 novembre. En plus des subsides,des dons et du sponsoring des commerçants locaux, lefonctionnement des sociétés est assuré par les recettes desconcerts. En effet, la mise à la disposition des musiciensd'instruments de musique contre garantie, le préfinancementd'instruments de musique coûteux achetés par lesmusiciens, la réparation et l'entretien des instruments demusique, l'acquisition d'uniformes et l'hébergement coûtentdes sommes importantes. De plus, l'association peutégalement organiser des activités accessoires pour sesmembres auxquels elle réclame des droits d'inscriptionpour couvrir les frais qui y sont liés. Il est évident que cesassociations ne poursuivent aucun but lucratif.Les questions suivantes se posent quant aux règles TVAd'application:1. N'y a-t-il pas lieu de considérer, vu le numéro 92 dumanuel de la TVA (1er octobre 2007), les numéros 4/833 et4/834 du commentaire de la TVA et les termes "activitéd'assujetti" (activité imposée et exonérée), les organisateursde manifestations culturelles, sportives et de divertissementcomme assujettis à la TVA aux conditions figurantdans la circulaire administrative n°81/1971 du 13 mai1971?2. a) Que faut-il entendre par la condition que " l'associationou le groupement ne peut avoir été constitué en vueprécisément d'organiser des manifestations culturelles,sportives ou de divertissement"?b) Pour interpréter cette condition, est-il important desavoir si les manifestations se déroulent en présence dupublic (concerts, festivités communales) ou en cercle privé(répétitions)?3. a) Que faut-il entendre par la condition que "les manifestationsne peuvent avoir aucun caractère permanent"?b) Les répétitions hebdomadaires sont-elles des manifestationsayant un caractère permanent?c) Cette condition est-elle conciliable avec l'aspect delongue durée d'une association?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010454. Is de voorwaarde dat "de vereniging of groepering nietde hoedanigheid van belastingplichtige wegens anderehandelingen mag hebben" om een vereniging aan de btwplichtte onderwerpen, in deze nog verenigbaar met het feitdat sinds 1 januari 1993 de activiteiten van artikel 44W.btw 1992 (Wetboek van de belasting over de toegevoegdewaarde) aan de btw onderworpen handelingen zijn,weliswaar vrijgesteld van btw en zonder recht op aftrek?5. Waarin onderscheidt volgens deze administratievecommentaren de niet-btw-plicht zich van de vrijstellingvan artikel 44, § 2, 11° W.btw ten aanzien van de handelingenten behoeve en in het gemeenschappelijk belang vanhun leden, [...] door instellingen die geen winst beogen endoeleinden van politieke, syndicale, religieuze, levensbeschouwelijke,vaderlandslievende, filantropische of staatsburgerlijkeaard nastreven?6. a) Is een activiteit zoals hiervoor omschreven van eenlokale muziekvereniging naar uw mening vrijgesteld vanbtw op grond van artikel 44, § 2, 9° W.btw dan wel opgrond van artikel 44, § 2, 11° W.btw?b) Is het van belang of een in Vlaanderen gevestigdelokale muziekvereniging werd erkend door Vlamo?c) Wat zijn de gevolgen ten aanzien van activiteiten diegericht zijn ter verkrijging van financiële steun, zoals bijvoorbeeldde sponsoring van de concerten?4. La condition selon laquelle "l'association ou le groupementne peut avoir la qualité d'assujetti en raison d'autresopérations" pour l'assujettir à la TVA reste-t-elle conciliableavec le fait que, depuis le 1er janvier 1993, les activitésvisées à l'article 44 du code TVA 1992 (Code de la taxe surla valeur ajoutée) sont des activités soumises à la TVA,quoique exonérées de TVA et sans droit à la déduction?5. En quoi, selon ces commentaires administratifs, lenon-assujettissement se distingue-t-il de l'exonérationvisée à l'article 44, § 2, 11° du Code TVA des activitésentreprises au profit de et dans l'intérêt collectif de leursmembres, [...] par des organismes n'ayant aucun but lucratifet qui poursuivent des objectifs de nature politique, syndicale,religieuse, humanitaire, patriotique,philanthropique ou civique?6. a) Les activités des sociétés musicales telles qu'ellessont décrites ci-dessus sont-elles, selon vous, exonérées dela TVA sur la base de l'article 44, § 2, 9° du Code TVA oude l'article 44, § 2, 11° du Code TVA?b) Est-il important qu'une société musicale locale soitagréée par le Vlamo?c) Quelles sont les répercussions sur les activités visantl'obtention d'un soutien financier comme le sponsoring desconcerts?DO 2009201014522Vraag nr. 436 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 22 februari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Fiscale aftrek voor investeringen in beveiliging.In de laatste beleidsnota Binnenlandse Zaken stipte deminister initiatieven aan in verband met de (bekendmaking)van de fiscale stimulansen voor particulieren en zelfstandigendie investeren in beveiliging tegen diefstal.Graag had ik zicht gehad op het gebruik van zulke fiscalestimulansen in het verleden.1. a) Hoeveel particulieren maakten, voor elk ambtsgebiedvan de controledienst personenbelasting, gebruik vande belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiligingtegen inbraak in de aanslagjaren 2007, 2008, 2009(vak IX)?b) Hoeveel percent is dit van het totaal aantal belastingaangiftendoor particulieren?c) Voor welk totaalbedrag werd er belastingverminderingtoegekend in de respectieve aanslagjaren?DO 2009201014522Question n° 436 de monsieur le député Ben Weyts du22 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Déductibilité fiscale des investissements en sécurisation.Dans sa dernière note de politique générale, la ministrede l'Intérieur évoquait des initiatives liées à (la publication)des incitants fiscaux pour les particuliers et les indépendantsqui investissent dans des dispositifs antivol. Je souhaiteraisêtre informé de l'usage fait, dans le passé, de telsincitants fiscaux.1. a) Par ressort des services de contrôle des contributions(impôt des personnes physiques), combien de particuliersont-ils bénéficié de réductions fiscales pour avoirinvesti dans des dispositifs contre le cambriolage pour lesexercices d'imposition 2007, 2008 et 2009 (cadre IX)?b) Quel pourcentage des déclarations fiscales ce nombrereprésente-t-il?c) Quel est le montant total des réductions octroyées pourles exercices d'imposition précités?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

46 QRVA 52 10029-03-20102. a) Hoeveel zelfstandigen en vrije beroepen maakten,voor elk ambtsgebied van de controledienst personenbelasting,gebruik van de verhoogde investeringsaftrek voorinvesteringen in beveiliging van de beroepslokalen in depersonenbelastingen in de aanslagjaren 2007, 2008, 2009?b) Hoeveel percent is dit van het totaal aantal belastingaangiftendoor zelfstandigen en vrije beroepen in de personenbelastingen?c) Voor welk totaal bedrag werd er belastingverminderingtoegekend in de respectieve aanslagjaren?3. a) Hoeveel vennootschappen maakten, voor elk ambtsgebiedvan de controledienst vennootschapsbelasting,gebruik van de verhoogde investeringsaftrek voor beveiligingvan beroepslokalen in de vennootschapsbelasting inde aanslagjaren 2007, 2008, 2009 (code 834, doc.275U)?b) Hoeveel percent is dit van het totaal aantal vennootschappen?c) Voor welk totaal bedrag werd er belastingverminderingtoegekend in de respectieve aanslagjaren?2. a) Par ressort des services de contrôle des contributions(impôt des personnes physiques), combien d'indépendantset de titulaires de professions libérales ont-ilsbénéficié, pour les exercices d'imposition 2007, 2008 et2009, de déductions majorées pour avoir investi dans lasécurisation des locaux professionnels?b) Quel pourcentage du nombre total de déclarations fiscalesd'indépendants et de titulaires de professions libéralesce chiffre représente-t-il?c) Quel est le montant total des réductions octroyées pourles exercices d'imposition précités?3. a) Par ressort des services de contrôle des contributions(impôt des sociétés), combien de sociétés ont-ellesbénéficié, pour les exercices d'imposition 2007, 2008 et2009, de déductions majorées pour investissements ensécurisation des locaux professionnels (code 834,doc.275U)?b) Quel pourcentage du nombre total de sociétés ce chiffrereprésente-t-il?c) Quel est le montant total des réductions fiscales parexercice d'imposition?DO 2009201015038Vraag nr. 437 van de heer volksvertegenwoordigerMichel Doomst van 22 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Inning van strafrechtelijke boetes. - Het investeringsproject"ICT STIMER".In 2007 zou er ongeveer 100 miljoen euro aan boetes nietgeïnd zijn, een bedrag dat elk jaar toeneemt. Het grootsteprobleem bleek te zijn dat Financiën in de meeste gevallennaliet de openstaande vorderingen door te sturen naar eengerechtsdeurwaarder.De minister kondigde als reactie aan dat een nieuw investeringsprojectmet de naam ICT STIMER ontwikkeldwerd. Vanaf 1 januari 2010 zou het overal gebruikt worden.1. Wat is de stand van zaken van de implementatie vanhet project?2. Welk bedrag aan strafrechtelijke boetes was in 2008 en2009 te innen en om hoeveel dossiers ging het?3. Welk bedrag aan strafrechtelijke boetes werd in 2008en 2009 door de ontvangers ingevorderd?4. Welk bedrag aan strafrechtelijke boetes werd in 2008en 2009 gedwongen ingevorderd?DO 2009201015038Question n° 437 de monsieur le député Michel Doomstdu 22 février 2010 (N.) au vice-premier ministreet ministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Perception des amendes pénales. -Projet d'investissement"ICT STIMER".En 2007, quelque 100 millions d'euros d'amendesn'auraient pas été encaissés, somme qui augmente d'annéeen année. Le principal problème résiderait dans le fait queles Finances négligeraient, dans la plupart des cas, detransmettre les créances ouvertes à un huissier de justice.En réaction, le ministre a annoncé qu'un nouveau projetd'investissement, baptisé ICT STIMER, a été mis au point.Dès le 1er janvier 2010, il devait être d'application partout.1. Qu'en est-il de la mise en oeuvre du projet?2. Quel était le montant des amendes pénales à encaisseren 2008 et 2009 et de combien de dossiers s'agissait-il?3. Quel a été le montant des amendes pénales perçu parles receveurs en 2008 et 2009?4. Quel a été le montant des amendes pénales ayant faitl'objet d'un recouvrement forcé en 2008 et 2009?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010475. Graag voor alle cijfers ook een onderverdeling perarrondissement.5. J'aimerais obtenir, pour tous ces chiffres, la répartitionpar arrondissement.DO 2009201015039Vraag nr. 438 van de heer volksvertegenwoordigerMichel Doomst van 22 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Pensioensparen.In 2008 steeg het aantal Belgen dat stortingen verrichtvoor pensioensparen tot 2,1 miljoen euro.Voor het aanslagjaar 2008 bedroeg de budgettaire kostvan de belastingvermindering voor het pensioensparen471,4 miljoen euro. Voor het langetermijnsparen metbetrekking tot de individuele levensverzekering gaat hetom 224,5 miljoen euro.DO 2009201015039Question n° 438 de monsieur le député Michel Doomstdu 22 février 2010 (N.) au vice-premier ministreet ministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Épargne pension.Le nombre de Belges qui effectuent des versements pourleur épargne pension a atteint le chiffre de 2,1 millions en2008.Pour l'exercice d'imposition 2008, le coût budgétaire dela réduction fiscale s'élevait à 471,4 millions d'euros pourl'épargne pension et à 224,5 millions d'euros pour l'épargneà long terme afférente à une assurance-vie individuelle.1. Heeft u reeds cijfers voor 2009? 1. Disposez-vous déjà des chiffres pour 2009?2. Hoe ziet de gewestelijke verdeling er uit, met anderewoorden hoe zien de aangehaalde cijfers er uit voor Wallonië,Brussel en Vlaanderen? Graag een duidelijk overzichtvan de gewestelijke verdeling voor de jaren 2006, 2007 en2008.2. Qu'en est-il de la répartition régionale? Autrement dit,quels sont les chiffres pour la Wallonie, Bruxelles et laFlandre, si possible pour les années 2006, 2007 et 2008?DO 2009201015047Vraag nr. 439 van de heer volksvertegenwoordiger JanJambon van 22 februari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Personeelsbezetting van de btw-administratie.A. Graag had ik per klassieke controle en per taalkadervan de btw-administratie de volgende cijfers gekregen:1) Wat is de voorziene personeelsformatie van deze dienstenin voltijdse equivalenten?2) Wat is de huidige personeelsbezetting van de dienstenin voltijdse equivalenten?DO 2009201015047Question n° 439 de monsieur le député Jan Jambon du22 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Effectifs de l'administration TVA.A. Je souhaiterais obtenir les chiffres suivants par contrôleclassique et par cadre linguistique de l'administrationTVA:1) Quel est, en équivalents temps plein, le cadre du personnelde ces services?2) Quels sont, en équivalents temps plein, les effectifsactuels des services?3) Wat was de personeelsbezetting vijf jaar geleden? 3) Quels étaient les effectifs il y a cinq ans?4) Hoeveel van ambtenaren zijn op deze diensten ouderdan 50 jaar?B. Graag had ik per controlecentra en per taalkader devolgende gegevens verkregen in verband met de ambtenarendie de btw-controles doen:1) Wat is de voorziene personeelsformatie van deze dienstenin voltijdse equivalenten?4) Combien de fonctionnaires de ces services ont plus de50 ans?B. Serait-il possible d'obtenir, par centre de contrôle etpar cadre linguistique, les renseignements suivants relatifsaux contrôleurs TVA:1) Quel est, en équivalents temps plein, le cadre du personnelde ces services?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

48 QRVA 52 10029-03-20102) Wat is de huidige personeelsbezetting van de dienstenin voltijdse equivalenten?2) Quels sont, en équivalents temps plein, les effectifsactuels des services?3) Wat was de personeelsbezetting vijf jaar geleden? 3) Quels étaient les effectifs il y a cinq ans?4) Hoeveel van ambtenaren zijn op deze diensten ouderdan 50 jaar?C. Graag had ik over de centrale diensten de volgendegegevens verkregen:1) Wat is de voorziene personeelsformatie van deze dienstenin voltijdse equivalenten?2) Wat is de huidige personeelsbezetting van de dienstenin voltijdse equivalenten?4) Combien de fonctionnaires de ces services ont plus de50 ans?C. Je souhaiterais obtenir les informations suivantes surles services centraux:1) Quel est, en équivalents temps plein, le cadre du personnelde ces services?2) Quels sont, en équivalents temps plein, les effectifsactuels des services?3) Wat was de personeelsbezetting vijf jaar geleden? 3) Quels étaient les effectifs il y a cinq ans?4) Hoeveel van ambtenaren zijn op deze diensten ouderdan 50 jaar?D. Graag had ik over het management de volgende gegevensverkregen:1) Wat is de voorziene personeelsformatie van deze dienstenin voltijdse equivalenten?2) Wat is de huidige personeelsbezetting van de dienstenin voltijdse equivalenten?4) Combien de fonctionnaires de ces services ont plus de50 ans?D. Je souhaiterais obtenir les renseignements suivants surla direction:1) Quel est, en équivalents temps plein, le cadre du personnelde ces services?2) Quels sont, en équivalents temps plein, les effectifsactuels des services?3) Wat was de personeelsbezetting vijf jaar geleden? 3) Quels étaient les effectifs il y a cinq ans?DO 2009201015053Vraag nr. 441 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 22 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:De registratie van alarmsystemen. - Fiscale aftrek.In 2009 stelde ik een parlementaire vraag aan de ministervan Binnenlandse Zaken over de registratie van alarmsystemen(Vraag nr. 15220, Integraal Verslag, Kamer, 2008-2009, Commissie voor de Binnenlandse Zaken, 7 oktober2009, CRIV 52 COM 653, blz. 37). Vanaf september 2009moet iedereen die beschikt over een alarmsysteem tegeninbraken, dit immers laten registreren. De registratie kanenkel gebeuren via de site www.police-on-web.be, meerbepaald met behulp van de elektronische identiteitskaart.Personen die aangesloten zijn op een alarmcentrale, hoevenniets te doen: de centrales zorgen zelf voor de registratievan hun klanten. Op die manier wordt een centraalmeldpunt voor alarmsystemen ingericht zodat alle Communicatie-en Informatiecentra over de nodige gegevenszouden beschikken.DO 2009201015053Question n° 441 de madame la députée Leen Dierick du22 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:L'enregistrement des systèmes d'alarme. - Déduction fiscale.J'ai posé en 2009 une question parlementaire sur l'enregistrementdes systèmes d'alarme (Question n° 15220,Compte rendu intégral, Chambre, 2008-2009, commissionde l'Intérieur, 7 octobre 2009, CRIV 52 COM 653, p. 37).Depuis le mois de septembre 2009, toute personne disposantd'un système d'alarme contre les cambriolages doitprocéder à son enregistrement. Celui-ci se fait exclusivementpar le biais du site www.police-on-web.be, à l'aide dela carte d'identité électronique. Les personnes reliées à unecentrale d'alarme ne doivent prendre aucune initiative dansla mesure où les centrales assurent l'enregistrement pourleurs clients. Il sera ainsi possible de mettre en place unpoint de contact central pour les systèmes d'alarme, demanière à ce que tous les centres de communication etd'information puissent disposer des données nécessaires.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201049De overheid stimuleert de aansluiting van alarmsystemenop alarmcentrales. Voor de kosten van een aansluiting opeen alarmcentrale genieten zowel particulieren als zelfstandigenvan een verhoogde fiscale aftrek.Heeft u zicht op de fiscale impact van deze stimulans tijdensde jongste jaren?Les pouvoirs publics encouragent le raccordement dessystèmes d'alarme aux centrales d'alarme. Les particulierscomme les indépendants peuvent bénéficier d'une déductionfiscale majorée pour les frais de raccordement à unecentrale d'alarme.Quelle a été l'incidence fiscale de cet incitant au coursdes dernières années?DO 2009201015091Vraag nr. 442 van de heer volksvertegenwoordigerJenne De Potter van 23 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Toekomstige financiering van de Nationale Delcrederedienstmet ontwikkelingsgeld.1. Hoeveel was het jaarlijkse bedrag waarmee de Directie-GeneraalOntwikkelingssamenwerking (DGOS) deNationale Delcrederedienst (NDD) vergoedde voor toegestaneschuldkwijtschelding sinds u minister van Financiënwerd?2. a) Hoeveel van dit bedrag per jaar diende om schuldkwijtscheldingbeslist in de Club van Parijs te betalen(multilaterale operaties)?b) Hoeveel diende om DGOS schuldvorderingen te latenkopen van de NDD (en vervolgens kwijt te schelden (bilateraleoperaties)?c) Welke zijn de bedragen per jaar en per begunstigdschuldenland?3. Zijn er nog andere leden van de OESO waar het departementOntwikkelingssamenwerking de publieke exportkredietverzekeraarjaarlijks vergoed voor toegestaneschuldverlichting in de Club van Parijs?4. Volgens onze inlichtingen loopt de overeenkomst diebegin jaren 1990 tussen het ministerie van Financiën enerzijdsen Ontwikkelingssamenwerking anderzijds werdgesloten, zeer binnenkort af of is deze reeds afgelopen.a) Zal deze overeenkomst worden vervangen dooreen andere?DO 2009201015091Question n° 442 de monsieur le député Jenne De Potterdu 23 février 2010 (N.) au vice-premier ministreet ministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Futur financement de l'Office national du Ducroire à l'aidede fonds de la coopération.1. Quel est le montant annuel de l'indemnisation del'Office national du Ducroire (OND) par la Direction généralede la Coopération au Développement (DGCD) pourl'annulation de dettes depuis que vous êtes devenu ministredes Finances?2. a) Quelle part de ce montant a servi chaque année àrégler l'annulation de dettes décidée au Club de Paris (opérationsmultilatérales)?b) Quel montant a servi pour permettre à la DGCDd'acheter des créances de l'OND et ensuite de les annuler(opérations bilatérales)?c) Quels montants ont été versés chaque année et à chaquepays débiteur?3. Le département de la Coopération au développementd'autres pays membres de l'OCDE indemnise-t-il chaqueannée l'assureur public de crédits à l'exportation pour l'allégementde dettes au Club de Paris?4. D'après nos renseignements, le contrat conclu au débutdes années 1990 entre le ministère des Finances d'une partet la Coopération au développement d'autre part expireratrès prochainement ou a déjà expiré.a) Ce contrat sera-t-il remplacé par un autre?b) Zo ja, welke? b) Dans l'affirmative, lequel?c) Hoeveel is het bedrag dat Ontwikkelingssamenwerkingde volgende jaren zal moeten betalen voor schuldkwijtscheldingtoegestaan door de NDD?5. a) Wat is de rol van de Belgische Ontwikkelingssamenwerkingin de Belgische standpuntname in de Clubvan Parijs?c) Quel montant la Coopération au développement devrat-ellerégler dans les prochaines années pour l'annulationde dettes par l'OND?5. a) Quel est le rôle de la Coopération au développementbelge dans la prise de position de la Belgique au Club deParis?b) Hoe is deze rol geformaliseerd? b) Comment ce rôle a-t-il été formalisé?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

50 QRVA 52 10029-03-2010c) Hoe vaak neemt Ontwikkelingssamenwerking deelaan vergaderingen van de Club van Parijs in Parijs?c) À quelle fréquence la Coopération au développementparticipe-t-elle aux réunions du Club de Paris?DO 2009201015092Vraag nr. 443 van de heer volksvertegenwoordigerHagen Goyvaerts van 23 februari 2010 (N.) aande vice-eersteminister en minister van Financiënen Institutionele Hervormingen:Schuldbeheer. - OLO's. - Verdeling binnenland versus buitenland.Uit het jongste jaarverslag van het Agentschap van deSchuld (jaarverslag 2008, juni 2009) over de federaleschuld, blijkt dat steeds meer lineaire obligaties of OLO'sin het buitenland geplaatst worden. Zo zouden van de verschillendenieuwe lijnen (OLO's) in 2008 voor ongeveereen kwart in België verkocht worden, terwijl het saldo doorbuitenlandse tegenpartijen word gekocht.DO 2009201015092Question n° 443 de monsieur le député HagenGoyvaerts du 23 février 2010 (N.) au vice-premierministre et ministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Gestion de la dette. - OLO. - Répartition entre les ordresplacés en Belgique et à l'étranger.Il ressort du dernier rapport annuel de l'Agence de laDette (rapport annuel 2008 publié en juin 2009) concernantla dette fédérale que de plus en plus d'obligations linéairesou OLO sont placées à l'étranger. Un quart environ des différentesnouvelles lignes adjugées en 2008, auraient étévendues en Belgique, le solde ayant été acquis par desacheteurs étrangers.1. Zal de trend van 2008 zich verder zetten? 1. La tendance de 2008 se perpétuera-t-elle?2. Blijft de buitenlandse interesse voor Belgische schuldinstrumententoenemen of niet?3. Wat is de geografische spreiding per internationaleregio (Azië, Amerika, Europa) en per land van de totaleschuld (absolute cijfers en percentages)?4. a) Voor het overheidspapier dat in het binnenlandwordt aangehouden: zijn er indicaties over de regionalespreiding (Vlaams Gewest - Waals Gewest - BrusselsGewest) ervan?2. L'intérêt à l'étranger pour des instruments de dette belgescontinue-t-il ou non à croître?3. Qu'en est-il de la répartition géographique par régioninternationale (Asie, Amérique, Europe) et par pays de ladette globale (en chiffres absolus et en pourcentages)?4. a) Concernant la détention du papier souverain en Belgique,disposez-vous d'indications relatives à la répartitionrégionale (Région flamande, wallonne et Région deBruxelles-Capitale)?b) Zo ja, wat is de verdeling over de Regio's? b) Dans l'affirmative, qu'en est-il de la répartition entreles différentes Régions?DO 2009201013526Vraag nr. 444 van de heer volksvertegenwoordigerFrançois Bellot van 23 februari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Betalingsachterstallen van de verschillende categorieënschuldeisers.1. Kunt u het bedrag van de betalingsachterstallen vanhet departement Justitie meedelen voor:a) de gerechtsdeskundigen; a) les experts judiciaires;b) de huurgelden voor lokalen die door de FOD dienstenJustitie betrokken worden;c) de door de parkettten bevolen takeldiensten voor hetwegslepen van voertuigen?2. Kunt u die gegevens per gerechtelijk arrondissementmeedelen?DO 2009201013526Question n° 444 de monsieur le député François Bellotdu 23 février 2010 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:Arriéré de paiement des différentes catégories decréanciers. (QE 39)1. Pouvez-vous indiquer quel est le montant des arriérésde paiement du département de la Justice pour:b) les loyers pour les locaux occupés par des services duSPF Justice;c) les dépanneurs requis pour les déplacements de véhiculesordonnés par les parquets?2. Pourriez-vous fournir ces données, arrondissementjudiciaire par arrondissement judiciaire?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201051DO 2009201015121Vraag nr. 446 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSonja Becq van 24 februari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:Verzekering voor vrijwilligers via subsidies NationaleLoterij.Reeds verschillende jaren nemen de provincies een verzekeringvoor vrijwilligers via de subsidies van de NationaleLoterij. Provincies betoelagen hiermee op grond vaneen uniform reglement diverse vrijwilligersorganisatiesvoor specifieke activiteiten.De Nationale Loterij verdeelt subsidies op grond van eensubsidieverdelingsplan, dat bepaald wordt via koninklijkbesluit in uitvoering van de wet van 19 april 2002 tot rationaliseringvan de werking en het beheer van de NationaleLoterij. In principe wordt hiervoor 1 miljoen euro voorzien.Via het koninklijk besluit van 10 september 2009werd het definitieve subsidieverdelingsplan van de NationaleLoterij voor het dienstjaar 2008 gepubliceerd. Hieruitis er gebleken dat er maar 850.000 euro werd vrijgemaaktvoor de verzekering van het vrijwilligerswerk.DO 2009201015121Question n° 446 de madame la députée Sonja Becq du24 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:L'assurance volontariat contractée par le biais des subventionsde la Loterie Nationale.Depuis plusieurs années déjà, les provinces contractentune assurance volontariat par le biais des subventions provenantde la Loterie Nationale. Les provinces octroientainsi des subventions à diverses organisations de volontairespour des activités spécifiques sur la base d'un règlementuniforme.La Loterie Nationale répartit les subventions sur la based'un plan de répartition des subsides fixé par un arrêtéroyal pris en application de la loi du 19 avril 2002 relativeà la rationalisation du fonctionnement et de la gestion de laLoterie Nationale. En principe, un montant de 1 milliond'euros est prévu à cet effet. L'arrêté royal du 10 septembre2009 déterminant le plan de répartition définitif des subsidesde l'exercice 2008 de la Loterie Nationale ne prévoitcependant qu'une subvention de 850.000 euros pour l'assurancevolontariat.1. a) Kunt u bovenstaande bevestigen? 1. a) Confirmez-vous ces informations?b) Indien ja, waarom werd er dan maar 850.000 euro vrijgemaaktvoor de verzekering van het vrijwilligerswerkvoor het jaar 2009?2. Hoeveel middelen werden enerzijds in de federalebegroting vrijgemaakt en anderzijds via de Nationale Loterijeffectief uitgekeerd voor de verzekering van vrijwilligers,opgesplitst per provincie, voor de jaren 2006, 2007,2008 en 2009?3. Gebeurt deze uitkering automatisch of moet hiervooreen specifieke aanvraag worden ingediend door de verschillendeprovincies afzonderlijk?4. Wat is de huidige stand van zaken bij de opmaak vanhet subsidieverdelingsplan van de Nationale Loterij voorhet dienstjaar 2010?b) Dans l'affirmative, pourquoi n'avoir prévu pour 2009qu'un montant de 850.000 euros pour l'assurance volontariat?2. Quels moyens ont été dégagés dans le cadre du budgetfédéral et quels montants ont été effectivement attribués,par province, pour l'assurance volontariat par le biais de laLoterie Nationale pour les années 2006, 2007, 2008 et2009?3. Cette allocation est-elle automatique ou les différentesprovinces doivent-elles introduire des demandes spécifiqueset distinctes en ce sens?4. Où en est l'élaboration du plan de répartition des subsidesde l'exercice 2010 de la Loterie Nationale?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

52 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015124Vraag nr. 447 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 24 februari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Financiën enInstitutionele Hervormingen:CDVU. - Fouten. - Terugvorderingen.De Centrale Dienst voor Vaste Uitgaven (CDVU) maaktwel eens fouten in de betaling van lonen en vergoedingenaan ambtenaren. Wanneer zo'n fout vastgesteld wordt,volgt er een terugvordering.1. Hoeveel dossiers inzake terugvordering van tenonrechte betaalde lonen en/of vergoedingen werden doorde CDVU in de periode 2007-2009 geopend?2. Voor welk bedrag en ten laste van hoeveel personengebeurde dit?3. a) Klopt het dat de CDVU het brutobedrag van de tenonrechte betaalde lonen en/of vergoedingen op de betrokkenambtenaren terugvordert, terwijl aan de ambtenarenzelf enkel het nettobedrag wordt uitgekeerd?b) De betrokken ambtenaar zou dan het teveel zelf op deRSZ/fiscus moeten terugvorderen.DO 2009201015124Question n° 447 de monsieur le député Ben Weyts du24 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Finances et des Réformesinstitutionnelles:SCDF. - Erreurs. - Récupérations.Le Service Central des Dépenses Fixes (SCDF) commetparfois des erreurs dans lla liquidation des traitements etdes rémunérations de fonctionnaires. Ces erreurs,lorsqu'elles sont constatées, donnent lieu à récupération.1. Combien de dossiers le SCDF a-t-il ouverts en vue dela récupération de traitements et de rémunérations indûmentversés au cours de la période 2007-2009?2. De quel montant s'agit-il et combien de personnes sontconcernées?3. a) Est-il exact que le SCDF récupère le montant brutdes traitements et/ou des rémunérations auprès des fonctionnairesconcernés, alors que ces derniers n'en ont reçuque le montant net?b) Il appartiendrait aux fonctionnaires concernés de récupérerensuite la différence auprès de l'ONSS/du fisc.Waarom gebeurt dit op deze manier? Pourquoi procède-t-on de la sorte?4. a) Welk bedrag (verschil in netto- en brutoloon van deten onrechte betaalde lonen en/of vergoedingen) werd erdoor de RSZ/fiscus in de periode 2007-2009 aan de betrokkenambtenaren opnieuw uitgekeerd?4. a) Quels montant (correspondant à la différence entreles montants net et brut des traitements et/ou rémunérationsindûment versés) l'ONSS/fisc a-t-il reversés auxfonctionnaires concernés au cours de la période 2007-2009?b) Om hoeveel ambtenaren gaat het? b) De combien de fonctionnaires s'agit-il?5. Voor hoeveel ambtenaren moet dit nog gebeuren envoor welk bedrag?5. Pour combien de fonctionnaires doit-on encore procéderà cette opération et à concurrence de quel montant?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201053Vice-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratieVice-première ministre et ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration socialeDO 2009201014990Vraag nr. 339 van de heer volksvertegenwoordigerKoen Bultinck van 18 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Het "afleggen" van overleden personen in ziekenhuizen.Recentelijk werd ik een aantal maal geconfronteerd metberichten van familieleden van een overleden persoon, diemeldden dat hun overleden familielid niet meer "afgelegd"werd door verpleegkundigen.Dit zorgt dikwijls voor pijnlijke momenten voor familieledenwanneer die hun overleden familielid gaan groeten inhet ziekenhuis.Een aantal verpleegkundigen melden dat ze een aantalhandelingen, zoals sluiten van de oogleden en mond, nietmeer mogen stellen.1. Kan u bevestigen dat de regelgeving met betrekkingtot het "afleggen" van overledenen door verpleegkundigenis gewijzigd?DO 2009201014990Question n° 339 de monsieur le député Koen Bultinckdu 18 février 2010 (N.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:La "toilette mortuaire" dans les hôpitaux.Récemment, j'ai eu connaissance à plusieurs reprises derécits de familles signalant après le décès d'un proche quela toilette mortuaire du défunt n'avait pas été effectuée parle personnel infirmier.Cette situation est douloureuse pour les membres de lafamille qui vont saluer un parent décédé à l'hôpital.Certains infirmiers ont fait savoir qu'ils ne peuvent plusposer certains actes, comme fermer les yeux et la bouchedes défunts.1. Pouvez-vous confirmer que les dispositions relatives àla "toilette mortuaire" par les infirmiers ont été modifiées?2. Welke regelgeving betreft het hier? 2. De quelle réglementation s'agit-il en l'occurrence?3. Of gaat het over interne regelgeving van een aantalziekenhuisfederaties?3. Ou s'agit-il du règlement interne d'un certain nombrede fédérations d'hôpitaux?DO 2009201015003Vraag nr. 341 van mevrouw de volksvertegenwoordigerClotilde Nyssens van 18 februari 2010 (Fr.) aande vice-eersteminister en minister van SocialeZaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie:Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijkonderzoek op embryo's in vitro. (MV 18263)Bij de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek opembryo's in vitro werd er een Federale Commissie voormedisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo's invitro opgericht om elk onderzoek op embryo's in vitrovoorafgaandelijk te kunnen controleren.Ik betreur dat deze commissie momenteel niet naar behorenwerkt.DO 2009201015003Question n° 341 de madame la députée ClotildeNyssens du 18 février 2010 (Fr.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:La Commission fédérale pour la recherche médicale etscientifique sur les embryons in vitro. (QO 18263)La loi du 11 mai 2003 relative à la recherche sur lesembryons in vitro a institué une Commission fédérale pourla recherche médicale et scientifique sur les embryons invitro devant permettre un contrôle préalable sur la recherchepratiquée sur des embryons in vitro.Je déplore à l'heure actuelle le non-fonctionnement decette commission.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

54 QRVA 52 10029-03-2010Overeenkomstig de wetgeving zou deze commissieimmers moeten beschikken over een secretariaat,bestaande uit een secretaris van niveau 1 - rang 13 en eenadjunct-secretaris van niveau B. In de praktijk zou het erechter al geruime tijd helemaal anders toegaan. Momenteelvervult de secretaris van niveau 1 die twee functies op zijneentje, terwijl hij daarnaast nog voltijds werkt voor hetKankerplan. Naar verluidt zou het secretariaat van dezecommissie trouwens nooit behoorlijk zijn samengesteld.Omdat een groot aantal van de arbeidsovereenkomstenweinig jobzekerheid bieden en heel wat flexibiliteit vereisen,geraken de betrekkingen bij dat secretariaat moeilijkingevuld. Overeenkomstig artikel 2, § 2, van het koninklijkbesluit van 22 september 2004 houdende vaststelling vande administratieve en financiële middelen die worden toegekendaan de Federale Commissie voor medisch enwetenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro dient devoor Volksgezondheid bevoegde minister nochtans eenambtenaar van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu aan tewijzen, indien de openbare oproep tot kandidaten niet toelaatom een kandidaat aan te wijzen die aan de voorwaardenvoor die functie voldoet.Aangezien de commissie over onvoldoende administratieveslagkracht beschikt, kan ze niet goed functioneren.Zo dient de commissie overeenkomstig voormelde wet elkjaar ten behoeve van de Wetgevende Kamers een rapportop te stellen waarin verslag wordt uitgebracht over de uitoefeningvan haar taken. Begin 2010 had de commissieechter haar verslag voor 2008 nog steeds niet ingediend,precies omdat het secretariaat niet behoorlijk is samengesteld.Als gevolg daarvan dreigen meerdere projecten in hetwater te vallen: dit geldt onder meer voor de deelname aande jaarlijkse meeting in Rome van de European Society ofHuman Reproduction and Embryology (een gerenommeerdinternationaal symposium), de organisatie van eenstudienamiddag in Brussel, enzovoort.1. Wanneer zal die commissie over een secretariaatbeschikken zodat ze haar wettelijke taken kan uitvoeren?2. Wanneer zal de commissie haar volgende verslagenaan de Kamers overzenden?En effet, cette commission devrait être dotée, selon leprescrit législatif, d'un secrétariat composé d'un secrétairede niveau 1-rang 13 ainsi que d'un secrétaire adjoint deniveau B. Il semble pourtant qu'il en est tout autre dans lapratique et cela depuis déjà longtemps. En ce moment, lesecrétaire de niveau 1 assume à lui seul les deux casquettesalors qu'il preste déjà un temps plein au sein du "plan cancer".Il semble d'ailleurs que le secrétariat de cette commissionn'ait jamais trouvé une composition adéquate.De nombreux contrats de travail marqués par la précaritéet la flexibilité n'ont jusqu'à présent eu pour effet qu'unéloignement du personnel de ces fonctions. Il appartientpourtant au ministre ayant la Santé publique dans ses attributionsde désigner un agent du service public fédéral Santépublique, Sécurité de la Chaîne alimentaire etEnvironnement lorsque l'appel public aux candidatures nepermet pas de désigner un candidat répondant aux conditionsrequises pour la fonction, et cela en vertu de l'article2, § 2 de l'arrêté royal du 22 septembre 2004 fixant lesmoyens administratifs et financiers qui sont attribués à laCommission fédérale pour la recherche médicale et scientifiquesur les embryons in vitro.Ce manque de moyens administratifs empêche la commissionde fonctionner correctement. Ainsi, alors que la loiprévoit l'obligation pour la commission d'établir chaqueannée, à l'intention des chambres législatives, un rapportrendant compte de l'exercice de ces fonctions, la commissionn'a, au début 2010, pas encore rendu son rapport relatifà l'année 2008 et cela précisément en raison du fait de lacomposition inadéquate de son secrétariat.Plusieurs projets risquent dès lors de ne pas pouvoir êtreréalisés: il en va ainsi de la participation à l"annual meeting"organisé à Rome par l'European Society of HumanReproduction and Embryology (colloque de renomméeinternationale) ou de l'organisation d'une après-midi d'étudeà Bruxelles, etc.1. Dans quel délai, ladite commission sera-t-elle dotéed'un secrétariat lui permettant de remplir les missions légales?2. Dans quel délai, la commission transmettra-t-elle sesprochains rapports aux Chambres?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201055DO 2009201015009Vraag nr. 342 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 18 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:De DIMONA-meldingen. - Bisregisternummers.Momenteel is het mogelijk om een persoon via Dimona(Déclaration immédiate/onmiddellijke aangifte) in teschrijven zonder dat hij in het bezit is van volledige identiteitsdocumenten.Via een dergelijke inschrijving wordtautomatisch een bisregisternummer toegekend en wordtbetrokkene in Dimona ingeschreven. Met dit bisregisternummerkan deze persoon een SIS-kaart en uitkeringen(kinderbijslag, enzovoort) verkrijgen.1. Hoeveel Dimona-meldingen zijn er de jongste drie jaargeweest?2. Hoeveel bisregisternummers werden de jongste driejaar aangemaakt?3. Welke controlemaatregelen worden genomen om misbruikin te perken?DO 2009201015009Question n° 342 de madame la députée Leen Dierick du18 février 2010 (N.) à la vice-première ministre etministre des Affaires sociales et de la Santépublique, chargée de l'Intégration sociale:Déclarations DIMONA. - Numéros bis.Actuellement, il est possible d'inscrire une personne parle biais du système Dimona (Déclaration immédiate/onmiddellijke aangifte) sans qu'elle soit en possession dedocuments d'identité complets. Cette procédure crée automatiquementun numéro bis dans le registre national etl'intéressé est inscrit dans le système Dimona. Avec cenuméro bis, l'intéressé peut obtenir une carte SIS et desallocations sociales (allocations familiales, etc.).1. Combien de déclarations Dimona a-t-on établies aucours des trois dernières années?2. Combien de numéros bis du registre national a-t-onattribués au cours des trois dernières années?3. Quelles mesures de contrôle a-t-on prises pour limiterles abus?DO 2009201015014Vraag nr. 343 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 19 februari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Toegang tot abortus en contraceptie.Op 1 februari 2010 maakte het Franse persbureau AFP(Agence France-Presse) gewag van een rapport van IGAS(Inspection Générale des Affaires Sociales) waarin wordtgesteld dat men in Frankrijk - ondanks enige vooruitgang -nog altijd maar moeizaam toegang krijgt tot abortus encontraceptie, terwijl er in dat land jaarlijks toch meer dan200.000 vrijwillige zwangerschapsafbrekingen worden uitgevoerd.In dat rapport, dat op 2 februari 2010 aan deFranse minister van Volksgezondheid Roselyne Bachelotzou worden overhandigd, wordt onder andere aanbevolenom de preventie te versterken, meer bepaald ten aanzienvan de jeugd.1. Hoe beoordeelt u de evolutie van de preventie inzakecontraceptie in ons land?2. IGAS stelt vast dat er in Frankrijk verontrustend veel"ongelukjes" gebeuren met anticonceptiva en herinnerteraan dat 72 procent van de vrijwillige zwangerschapsafbrekingenwordt uitgevoerd bij vrouwen die wel degelijkanticonceptiva gebruiken.DO 2009201015014Question n° 343 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 19 février 2010 (Fr.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:L'accès à l'IVG et à la contraception.Dans un rapport de l'Inspection Générale des AffairesSociales (IGAS) cité par l'AFP (Agence France-Presse) le1er février 2010, l'accès à l'interruption volontaire de grossesse(IVG) et à la contraception en France serait encorecompliqué malgré quelques progrès, alors que la Francecompte plus de 200.000 IVG par an. Dans ce rapport quidevait être remis le 2 février 2010 à la ministre française dela Santé, Roselyne Bachelot, il est notamment recommandéde renforcer la prévention, en particulier en directiondes plus jeunes.1. Comment jugez-vous l'évolution de la prévention enBelgique en matière de contraception?2. L'IGAS note pour la France un "niveau préoccupant"d'échecs des moyens de contraception et rappelle que 72%des IVG sont réalisées sur des femmes qui étaient souscontraception.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

56 QRVA 52 10029-03-2010Wat is de situatie in België?3. In het rapport wordt voorts gewezen op het dalendeaantal abortusklinieken, dat wellicht te verklaren valt doorhet feit dat zwangerschapsafbreking een weinig rendabeleactiviteit is.Wat is de situatie van de Belgische abortusklinieken?Pourriez-vous nous indiquer ce qu'il en est en Belgique?3. La baisse du nombre d'établissements pratiquantl'IVG, activité peu rentable, est aussi pointée par le rapport.Quelle est la situation en Belgique des établissementspratiquant l'IVG?DO 2009201015024Vraag nr. 344 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLieve Van Daele van 19 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Stijging van het aantal kankerdiagnoses.Op 4 februari 2010 werd wereldwijd extra aandachtgeschonken aan kanker, op de "Wereld Kankerdag". Eengoed initiatief, want de ziekte krijgt steeds meer mensen inhaar greep. Dat bewijzen ook rapporten van het Kankerregister.Dat brengt sinds enkele jaren de evolutie van deziekte in kaart.In het laatste rapport kwam aan het licht dat twintig procentmeer diagnoses van kanker worden gesteld in België.Dat hoeft niet noodzakelijk alarmerend te zijn: hoe vroegerde diagnose gesteld wordt, hoe meer kans op genezing.Toch staan we volgens het rapport aan de top in Europamet het hoogste aantal kankerdiagnoses. Voor diagnosesbij vrouwen staat België zelfs op de eerste plaats. Een triesthoogtepunt.DO 2009201015024Question n° 344 de madame la députée Lieve Van Daeledu 19 février 2010 (N.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Augmentation du nombre de diagnostics du cancer.La "Journée mondiale du Cancer" du 4 février 2010 étaitl'occasion d'attirer l'attention sur le cancer. Excellente initiatives'il en est car la maladie touche un nombre sanscesse croissant de personnes, comme en témoignent lesrapports du registre du cancer qui permet de retracer l'évolutionde la maladie depuis quelques années.Le dernier rapport a fait apparaître une augmentation desdiagnostics du cancer de vingt pour cent en Belgique. Cettenouvelle n'est pas alarmante en soi puisque plus le diagnosticest précoce, plus les chances de guérison sont grandes.Il n'empêche, ce rapport nous place en tête du classementeuropéen du nombre le plus élevé de cancers diagnostiqués.La Belgique vient même en première position pource qui est des cancers diagnostiqués chez les femmes, untriste record.1. Bent u verrast door de bevindingen van het rapport? 1. Les constats du rapport vous surprennent-ils?2. Wordt de stijging van het aantal diagnoses ookgevolgd door een evenredige stijging van het aantal genezingen?2. L'augmentation du nombre de diagnostics s'accompagne-t-elled'une augmentation proportionnelle du nombrede guérisons?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201057DO 2009201015026Vraag nr. 345 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 19 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Evolutie van het aantal tumoren.In verschillende Vlaamse kranten stond onlangs een vrijalarmerend bericht: "Het aantal vastgestelde tumoren bijVlamingen is op zeven jaar tijd met 20% gestegen". Cijfersuit het Kankerregister die natuurlijk moeten geplaatst wordentegenover Europese cijfers op dit vlak en op die termijn,en tegenover de Belgische gegevens uit degezondheidssfeer.1. a) Heeft u cijfergegevens betreffende de evolutie vantumoren bij de Belgische bevolking?DO 2009201015026Question n° 345 de monsieur le député Peter Logghe du19 février 2010 (N.) à la vice-première ministre etministre des Affaires sociales et de la Santépublique, chargée de l'Intégration sociale:Évolution du nombre de tumeurs.Plusieurs quotidiens flamands ont récemment fait paraîtreun article alarmiste faisant état d'une augmentation de20 % du nombre de tumeurs diagnostiquées chez les Flamandsen l'espace de sept ans. Il convient évidemmentd'apprécier ces chiffres provenant du Registre du cancer enles comparant aux chiffres européens dans ce domaine etau cours du même laps de temps, et aussi aux chiffres belgesrelatifs au secteur de la santé.1. a) Disposez-vous de chiffres relatifs à l'évolution dunombre de tumeurs dans la population belge?b) Heeft u hierover cijfers voor de jongste vijf jaar? b) Disposez-vous de chiffres à ce sujet pour les cinq dernièresannées?2. Op welke manier worden de cijfergegevens bijgehouden:via de ziekenhuizen, via de dokters en eerstelijnsgezondheidszorg, via de mutualiteiten?2. Comment ces chiffres sont-ils tenus à jour? Le sont-ilspar l'entremise des hôpitaux ou des médecins généralisteset des soins de première ligne, ou encore des mutualités?3. Hoe evolueren de tumorcijfers op Europees vlak? 3. Comment les chiffres relatifs aux tumeurs évoluent-ilsà l'échelon européen?4. a) Stijgt het aantal tumoren in het Vlaamse Gewestsneller dan het aantal tumoren in de andere Gewesten?b) Heeft u een verklaring voor de ene of voor de anderetendens?5. Met de stijging van het aantal tumoren valt er misschienook iets te zeggen over de stijgende overlevingskansenvan patiënten met tumoren.Heeft u daarover soms gegevens over de betrokkenjaren?4. a) Le nombre de tumeurs croît-il plus rapidement enRégion flamande que dans les autres Régions?b ) Pouvez-vous expliquer comment il se fait que le nombrede tumeurs croît plus rapidement, ou éventuellementmoins rapidement, en Flandre?5. Cette augmentation du nombre de tumeurs est peutêtrel'occasion d'aborder la question de l'augmentation deschances de survie des patients atteints d'une tumeur.Disposeriez-vous de chiffres relatifs aux chances de surviede ces patients pour les années concernées?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

58 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015063Vraag nr. 349 van de heer volksvertegenwoordigerPatrick Cocriamont van 23 februari 2010 (Fr.)aan de vice-eersteminister en minister van SocialeZaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie:Stijgend aantal gevallen van tuberculose.Uit de gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie(WHO) blijkt dat tuberculose - een ziekte waarvan wedachten dat die in Europa niet meer voorkwam - in onzecontreien weer in opmars is. In 2007 werden er in België1.034 nieuwe gevallen vastgesteld. De overgrote meerderheidvan die tbc-patiënten was afkomstig uit landen buitenEuropa.Tuberculose is dodelijker dan de A/H1N1-griep, maartoch worden er weinig middelen ingezet voor tbc-bestrijding.1. Welke maatregelen zal u in het licht van de nieuwetbc-statistieken nemen om die hoogst besmettelijke ziekteuit te bannen?2. Hoe zal u het probleem van de nieuwkomers die dragervan die ziekte zijn, aanpakken?DO 2009201015063Question n° 349 de monsieur le député PatrickCocriamont du 23 février 2010 (Fr.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:Recrudescence de la tuberculose.Selon les données de l'Organisation mondiale de la Santé(OMS), on assiste dans nos régions à une recrudescence dela tuberculose - une maladie que nous croyions éradiquéeen Europe. En 2007, on comptait en Belgique 1.034 nouveauxcas. Ces malades étaient, dans leur écrasante majorité,originaires de pays extra-européens.La tuberculose provoque plus de décès que la grippeH1N1, alors que peu de moyens sont mis en oeuvre pour lacombattre.1. En tenant compte des nouvelles données concernant latuberculose, quelles sont les mesures que vous envisagezde prendre afin de stopper cette maladie hautement contagieuse?2. Comment envisagez-vous d'aborder le problème desétrangers primo-arrivants porteurs de cette maladie?Vice-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele HervormingenVice-premier ministre et ministre des Affairesétrangères et des Réformes institutionnellesDO 2009201015073Vraag nr. 258 van mevrouw de volksvertegenwoordigerClotilde Nyssens van 23 februari 2010 (Fr.) aande vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en InstitutioneleHervormingen:Europees Universitair Instituut in Firenze. - Ontoereikendefinanciering.De Belgische Staat is een van de stichtende leden van hetEuropees Universitair Instituut in Firenze, een internationaalgerenommeerd opleidingsinstituut voor hoger onderwijsen doctoraatsonderzoek. De bijdrage van de BelgischeStaat bedraagt 5,48 procent van de begroting van het Instituut;voor 2008 heeft België 1.198.389 euro bijgedragen.In ruil daarvoor worden er elk jaar vijf Belgische onderzoekerstot het doctoraatsprogramma van het Instituut toegelaten,na een zeer strikt selectieprocedure die opacademische verdiensten steunt.DO 2009201015073Question n° 258 de madame la députée ClotildeNyssens du 23 février 2010 (Fr.) au vice-premierministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:L'Institut Universitaire Européen de Florence. - Sousfinancement.L'État belge est l'un des membres fondateurs de l'InstitutUniversitaire Européen de Florence, institut de recherchedoctorale jouissant d'une réputation internationale prestigieuse.A ce titre, l'État belge contribue à hauteur de 5,48%au budget de l'Institut, à savoir un montant de 1.198.389euros pour l'année 2008. En contrepartie, cinq chercheursbelges ont la possibilité d'être admis chaque année au programmede doctorat de l'Institut, au terme d'un processusde sélection très strict fondé sur le mérite académique.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201059Uit onze informatie blijkt echter dat de Belgische onderzoekersbij het Instituut een studiebeurs van 1.170 euro permaand krijgen, wat ruim ontoereikend is om in Firenze inhun onderhoud te voorzien. Bovendien genieten ze eenbeperkte sociale verzekering, in de vorm van een ziekteverzekeringspolisbij een privémaatschappij. Het statuutdat België verleent, is het op vier na schamelste statuutonder de onderzoekers van het Instituut. Alleen Cyprus,Slovenië, Estland en Griekenland bieden nog minder.Ter vergelijking: Belgische onderzoekers die in Belgiëhun doctoraatsproefschrift verdedigen, en die door hetFonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) of hetFonds National de la Recherche Scientifique (FNRS)gesteund worden, krijgen een beurs van 1.650 euro tot1.825 euro per maand. Ze zijn bovendien volledig sociaalverzekerd, doordat ze onder het socialezekerheidsstelselder loontrekkenden vallen.Nu iedereen erkent dat de internationale mobiliteit vanonderzoekers gestimuleerd moet worden, lijkt het onbegrijpelijkdat jonge Belgische vorsers die beslissen om hundissertatie in het buitenland te schrijven, en dan nog in eenzo prestigieuze instelling als het Europees UniversitairInstituut in Firenze, benadeeld worden.Zoals te verwachten was, heeft dat ontoereikende financieringsbeleideen rechtstreeks effect gehad op het aantalen de kwaliteit van de Belgische kandidaten voor het Instituut.Zo hebben er zich vorig jaar slechts tien mensen kandidaatgesteld, van wie er slechts één aanvaard werd bij hetInstituut, ondanks het feit dat de Belgische Staat, boven opzijn jaarlijkse bijdrage van nagenoeg 1.200.000 euro, elkjaar vijf doctoraatsbeurzen toekent. Ook dit jaar heeft hetInstituut slechts tien Belgische kandidaturen ontvangen.Tot slot lijkt die verschillende behandeling van doctorandidie in België promoveren en doctorandi die dat bijhet Instituut van Firenze doen, ook juridisch betwistbaar,zowel in het licht van het principe van non-discriminatiedat in de Grondwet verankerd is, als in het licht van hetvrije verkeer dat door het Europese recht gegarandeerdwordt.De Belgische onderzoekers bij het Instituut hebben dieontoereikende financiering al bij herhaling bij uw dienstenaan de kaak gesteld. Gezien de inertie van die dienstenstaan ze nu op het punt juridische actie te ondernemen, enzowel bij de Europese Commissie als bij de Belgischerechtbanken rechtsvorderingen in te stellen tegen de BelgischeStaat.Cependant, il ressort de nos informations que les chercheursbelges de l'Institut perçoivent une bourse de 1.170euros par mois, un montant tout à fait insuffisant pour faireface au coût de la vie à Florence. En outre, ils bénéficientd'une couverture sociale limitée à une police d'assurancesoins de santé contractée auprès d'une compagnie privée.Le statut offert par la Belgique constitue ainsi le cinquièmestatut le plus faible octroyé aux chercheurs de l'Institut,uniquement devancé à ce triste palmarès par Chypre, laSlovénie, l'Estonie, et la Grèce.En comparaison, les chercheurs belges effectuant leurthèse de doctorat en Belgique, lesquels sont financés parl'intermédiaire du Fonds National de la Recherche Scientifique(FNRS) ou du Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek(FWO), perçoivent une bourse mensuelle dont lemontant varie entre 1.650 euros et 1.825 euros. En outre,ceux-ci bénéficient d'une couverture sociale intégrale, depar leur assujettissement au régime de la sécurité socialedes travailleurs salariés.À l'heure où la nécessité d'encourager la mobilité internationaledes chercheurs est unanimement reconnue, il paraîtincompréhensible de pénaliser de jeunes chercheurs belgesqui prennent la décision de faire leur thèse de doctorat àl'étranger, qui plus est dans un établissement aussi prestigieuxque l'Institut Européen de Florence.De manière prévisible, cette politique de sous-financementa eu un effet direct sur le nombre et la qualité descandidatures belges auprès de l'Institut. Ainsi, seules dixcandidatures ont été introduites l'année dernière, dont uneseulement a été jugée digne d'être retenue par l'Institut,alors même que l'État belge, en plus de sa contributionannuelle de près de 1.200.000 euros, offre annuellementcinq bourses de doctorat. Cette année, à nouveau, seulesdix candidatures belges sont parvenues à l'Institut.Enfin, cette différence de traitement entre doctorantseffectuant leur thèse en Belgique et doctorants effectuantleur thèse à l'Institut de Florence semble critiquable d'unpoint de vue juridique, tant au regard du principe de nondiscriminationinscrit dans la Constitution qu'au regard deslibertés de circulation garanties par le droit européen.À de multiples reprises, les chercheurs belges de l'Institutont dénoncé cette situation de sous-financement auprès devos services. Confrontés à l'inertie de ces derniers, ils sontà présent sur le point d'introduire des actions contre l'Étatbelge, tant devant la Commission européenne que devant lajustice belge.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

60 QRVA 52 10029-03-2010Zal u die ontoereikende financiering rechttrekken, en zoja, wanneer en hoe?Pourriez-vous indiquer si, quand et comment vous envisagezde remédier à cette situation de sous-financement?DO 2009201012410Vraag nr. 259 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 23 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Omzetting van EU-richtlijnen in nationale wetgeving. -Veroordelingvan België door Europees Hof van Justitie (SV888).In 2009 werd België al tien keer veroordeeld voor het telaat omzetten van EU-richtlijnen in nationale wetgeving.Laatst was dit het geval voor de omzetting van de richtlijninzake witwaspraktijken en de financiering van terrorisme.De richtlijn moest omgezet zijn tegen het eind van demaand december 2007.1. België deelt regelmatig in de klappen die het EuropeesHof van Justitie uitdeelt. In 2009 werden we tien keer veroordeeld.Kan u een idee geven van het aantal veroordelingenvan België door dit Europees Hof in de afgelopen jaren(2006 tot nu)?2. Belangrijk om weten is of andere landen hetzelfdetempo aan veroordelingen halen of niet.Kan u een idee geven van het aantal veroordelingen vanandere EU-lidstaten?3. Misschien kan er wel een objectieve reden zijnwaarom bepaalde EU-richtlijnen niet sneller konden wordenomgezet in nationale wetgeving.a) Kan u de reden opgeven waarom in het verleden en ditjaar zovele richtlijnen niet op tijd werden omgezet?b) Heeft men deze "objectieve redenen" ook aan het Hofmedegedeeld?DO 2009201012410Question n° 259 de monsieur le député Peter Logghe du23 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:Transposition de directives UE dans la législation nationale.- Condamnation de la Belgique par la Cour européennede Justice.Depuis le début de cette année (2009), la Belgique a déjàsubi dix condamnations pour transposition tardive dedirectives européennes dans la législation nationale. Ainsi,dernièrement, notre pays a été condamné pour la transpositiontardive de la directive relative au blanchiment d'argentet au financement du terrorisme, qui devait être transposéefin décembre 2007.1. La Belgique est régulièrement dans le colimateur de laCour européenne de Justice. En 2009, notre pays a essuyédix condamnations. Pouvez-vous donner une idée du nombrede condamnations infligées à la Belgique par la Coureuropéenne au cours des dernières années (de 2006 àaujourd'hui)?2. Il importe de savoir si d'autres pays se voient infligerun nombre analogue de condamnations.Pouvez-vous donner une idée du nombre de condamnationssubies par les autres États membres de l'UE?3. Peut-être une raison objective explique-t-elle pourquoinotre pays a tardé à transposer certaines directives en législationnationale?a) Pouvez-vous donner une raison pour laquelle, par lepassé et cette année-ci, tant de directives ont été transposéestardivement?b) Ces "raisons objectives" ont-elles été communiquées àla Cour?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201061Vice-eersteminister en minister van Werk enGelijke Kansen, belast met het Migratie- enasielbeleidVice-première ministre et ministre de l'Emploi etde l'Égalité des chances, chargée de la Politique demigration et d'asileDO 2009201015009Vraag nr. 409 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 18 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Werk enGelijke Kansen, belast met het Migratie- enasielbeleid:De DIMONA-meldingen. - Bisregisternummers.Momenteel is het mogelijk om een persoon via Dimona(Déclaration immédiate/onmiddellijke aangifte) in teschrijven zonder dat hij in het bezit is van volledige identiteitsdocumenten.Via een dergelijke inschrijving wordtautomatisch een bisregisternummer toegekend en wordtbetrokkene in Dimona ingeschreven. Met dit bisregisternummerkan deze persoon een SIS-kaart en uitkeringen(kinderbijslag, enzovoort) verkrijgen.1. Hoeveel Dimona-meldingen zijn er de jongste drie jaargeweest?2. Hoeveel bisregisternummers werden de jongste driejaar aangemaakt?3. Welke controlemaatregelen worden genomen om misbruikin te perken?DO 2009201015009Question n° 409 de madame la députée Leen Dierick du18 février 2010 (N.) à la vice-première ministre etministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances,chargée de la Politique de migration et d'asile:Déclarations DIMONA. - Numéros bis.Actuellement, il est possible d'inscrire une personne parle biais du système Dimona (Déclaration immédiate/onmiddellijke aangifte) sans qu'elle soit en possession dedocuments d'identité complets. Cette procédure crée automatiquementun numéro bis dans le registre national etl'intéressé est inscrit dans le système Dimona. Avec cenuméro bis, l'intéressé peut obtenir une carte SIS et desallocations sociales (allocations familiales, etc.).1. Combien de déclarations Dimona a-t-on établies aucours des trois dernières années?2. Combien de numéros bis du registre national a-t-onattribués au cours des trois dernières années?3. Quelles mesures de contrôle a-t-on prises pour limiterles abus?DO 2009201015015Vraag nr. 410 van de heer volksvertegenwoordigerFrancis Van den Eynde van 19 februari 2010 (N.)aan de vice-eersteminister en minister van Werken Gelijke Kansen, belast met het Migratie- enasielbeleid:Medewerker CGKR. - Interview Radio 1. - Programma"De Ochtend".Een medewerker van het Centrum voor gelijkheid vankansen en voor racismebestrijding (CGKR) werd op30 januari 2010 door Radio 1 in het programma "De Ochtend"aan het woord gelaten.De man vond het nodig het standpunt omtrent homoseksualiteitvan zowel aartsbisschop Léonard als van deDuitse en Oostenrijkse bisschoppen sterk aan de kaak testellen.Hij had het bovendien ook over de OCMW's die eroverklagen dat ze door asielzoekers overspoeld worden. Hijstelde dat het woord "overspoeld" misplaatst was.DO 2009201015015Question n° 410 de monsieur le député Francis Van denEynde du 19 février 2010 (N.) à la vice-premièreministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité deschances, chargée de la Politique de migration etd'asile:Collaborateur du CECLR. - Interview Radio 1. - Émission"De Ochtend".Le 30 janvier 2010, les animateurs de l'émission deRadio 1 intitulée "De Ochtend" ont tendu leur micro à uncollaborateur du Centre pour l'égalité des chances et lalutte contre le racisme (CECLR).L'intéressé a cru bon de dénoncer vigoureusement laposition sur l'homosexualité de l'archevêque Léonard etdes évêques allemands et autrichiens.En outre, il a critiqué les CPAS qui se plaignent d'êtresubmergés par des demandeurs d'asile, ajoutant que selonlui, le terme "submergé" est inapproprié.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

62 QRVA 52 10029-03-20101. Kan u meedelen of het CGKR de bevoegdheid heeftkerkelijke instanties in het openbaar voor hun standpuntente berispen en om het taalgebruik van gemeentebesturen teberispen en hen eventueel een soort "new speak" op tedringen?2. Ik herhaal dat de man tot tweemaal toe voorgesteldwerd als een medewerker van het Centrum, zodat ik magveronderstellen dat hij in naam van deze instelling sprak.Mocht dit niet het geval zijn, wil ik graag weten of hijwel de indruk mocht wekken dat hij hiertoe gemachtigd is?1. Pourriez-vous faire savoir si le CECLR dispose de lacompétence requise pour adresser une réprimande publiqueaux autorités écclésiastiques en raison de leurs prisesde position ou pour critiquer des pouvoirs communaux enraison du vocabulaire dont ils usent, et s'il peut légitimementleur dicter, le cas échéant, une sorte de "novlangue"?2. Je répète que lors de cette émission de radio, l'intéresséa été présenté à deux reprises comme un collaborateur duCentre de sorte qu'il me semble permis d'en déduire qu'ils'exprimait au nom de cet organisme.Si tel n'était pas le cas, j'aimerais savoir si l'intéressé pouvaitlégitimement donner l'impression d'être habilité às'exprimer comme il l'a fait lors de l'émission "De Ochtend"de Radio 1?3. Welke maatregelen werden er getroffen? 3. Quelles mesures avez-vous prises à l'encontre de cecollaborateur du Centre pour l'égalité des chances et lalutte contre le racisme?DO 2009201014439Vraag nr. 411 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 23 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Werk enGelijke Kansen, belast met het Migratie- enasielbeleid:Interregionale werknemers.Voor het verhogen van de tewerkstellingsgraad in Walloniëen het meer open stellen van de Vlaamse arbeidsmarktvoor Waalse werkzoekenden - vooral dan in de Oost- enWest-Vlaamse grensstreek, werden er in november 2008tussen Henegouwen en Kortrijk en Oudenaarde door deTEC een drietal interregionale buslijnen opgezet. Daardoorzouden Waalse werknemers gemakkelijker tot bij hunVlaamse werkgevers kunnen geraken. We vernemen datdeze buslijnen wegens een gebrek aan interesse onlangswerden stopgezet. Ik vraag mij af hoeveel werknemers"over de grens" gaan werken, hoeveel Vlaamse werknemersin Wallonië werken en hoeveel Waalse werknemersin Vlaanderen?1. Kan u cijfergegevens meedelen betreffende het aantalWaalse werknemers in Vlaamse bedrijven tussen 2000 en2010, en alleszins voor de jongste vijf jaar?2. Kan u cijfergegevens meedelen betreffende het aantalVlaamse werknemers in Waalse bedrijven tussen 2000 en2010, en alleszins voor de jongste vijf jaar?3. a) Kan u een opdeling geven naargelang de aard van debedrijven?DO 2009201014439Question n° 411 de monsieur le député Peter Logghe du23 février 2010 (N.) à la vice-première ministre etministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances,chargée de la Politique de migration et d'asile:Travailleurs interrégionaux.Afin d'augmenter le taux d'emploi en Wallonie et d'ouvrirdavantage le marché du travail flamand aux demandeursd'emploi wallons, principalement dans les zones frontalièresde la Flandre orientale et occidentale, trois lignes debus interrégionales ont été mises en place par les TEC ennovembre 2008 entre le Hainaut, Courtrai et Audenaerde.Cette initiative devait permettre aux travailleurs wallons dese rendre plus facilement chez leur employeur flamand.Nous apprenons que ces lignes ont récemment été suppriméesà cause d'un manque d'intérêt. Je me demande combiende personnes travaillent "de l'autre côté de lafrontière", combien de Flamands travaillent en Wallonie etcombien de Wallons travaillent en Flandre.1. Pourriez-vous communiquer le nombre de Wallonsayant travaillé dans des entreprises flamandes entre 2000 et2010, ou du moins au cours des cinq dernières années?2. Pourriez-vous communiquer le nombre de Flamandsayant travaillé dans des entreprises wallonnes entre 2000 et2010, ou du moins au cours des cinq dernières années?3. a) Pourriez-vous répartir ces chiffres en fonction de lanature des entreprises?b) Gaat het om dienstverlenende bedrijven? b) S'agit-il d'entreprises prestataires de services?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201063c) Bedrijven in de primaire en secundaire sector? c) S'agit-il d'entreprises des secteurs primaire et secondaire?d) Gaat het om zorgverstrekkende bedrijven? d) S'agit-il d'établissements de soins?4. Gaat het dan vooral om dag- of nachtarbeid? 4. S'agit-il essentiellement de travail de jour ou de nuit?5. Op welke manier wordt er overleg gepleegd tussenVlaamse en Waalse werkgevers en overheden om tot eenmeer transparant beleid te komen en de knelpuntberoepenaan weerszijden van de grens efficiënter op te vullen?5. Comment les employeurs wallons et flamands et lesautorités se sont-ils concertés afin de parvenir à une politiqueplus transparente et de combler plus efficacement lapénurie de certains métiers de part et d'autre de la frontière?DO 2009201013676Vraag nr. 412 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 24 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Werk enGelijke Kansen, belast met het Migratie- enasielbeleid:Stress op de werkvloer.Volgens een studie van Regus - een bedrijf dat kantooroplossingenaanbiedt - zou de stress op de werkvloer dejongste jaren toegenomen zijn. Vooral België zou het opdat vlak slecht doen: 64% van de Belgische werknemerservaart aanzienlijk meer stress op de werkplek dan tweejaar geleden, waarmee we slechter scoren dan het gemiddeldein de Europese Unie (58%). Vooral in de kmo's zouer sprake zijn van een sterke toename van stressgevoelens,tot 66% van de werknemers zegt dit te ervaren.DO 2009201013676Question n° 412 de monsieur le député Peter Logghe du24 février 2010 (N.) à la vice-première ministre etministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances,chargée de la Politique de migration et d'asile:Stress au travail.Selon une étude menée par Regus - une entreprise proposantdes solutions bureautiques - le stress au travail auraitaugmenté au cours des dernières années. La Belgique afficheraitdes résultats particulièrement médiocres sur ceplan: 64% des travailleurs belges se sentent beaucoup plusstressés qu'il y a deux ans, ce qui est davantage que lamoyenne au sein de l'Union européenne (58%). Le phénomènese renconterait surtout dans les PME, où 66% des travailleursaffirment ressentir un stress plus élevé.1. Kan u de resultaten van deze studie bevestigen? 1. Pouvez-vous confirmer les résultats de cette étude?2. Bestaan er stressgegevens van werknemers in Belgiëover de jaren 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009?3. a) Is het mogelijk de cijfers op te delen naargelang hetgaat om bedienden of arbeiders?2. Dispose-t-on de données en matière de stress au travailpour les années 2005, 2006, 2007, 2008 et 2009?3. a) Pourriez-vous faire la distinction entre employés etouvriers?b) Zijn er fundamentele verschillen? b) Constate-t-on des différences fondamentales?4. Kunnen de cijfers ook uitsluitsel geven op de vraag ofvooral jonge werknemers door stressgevoelens wordengetroffen, dan wel oudere werknemers?5. Kan u een opdeling maken in de cijfers naargelang hetGewest: hoe zit het met de stressgevoelens in het VlaamsGewest, in het Waals Gewest en in het Brussels HoofdstedelijkGewest?4. Les chiffres permettent-ils de savoir si le stress touchesurtout les jeunes travailleurs ou plutôt les travailleurs plusâgés?5. Pourriez-vous ventiler les différents chiffres entre laRégion wallonne, la Région de Bruxelles-Capitale et laRégion flamande?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

64 QRVA 52 10029-03-2010Vice-eersteminister en minister van BegrotingVice-premier ministre et ministre du BudgetDO 2009201015059Vraag nr. 31 van de heer volksvertegenwoordiger JanJambon van 23 februari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Begroting:Berekeningswijze aandeel van lokale besturen in het stabiliteitsprogramma.In het Stabiliteitsprogramma dat werd ingediend bijEuropa werd het aandeel van het tekort voor de lokalebesturen zowel voor 2011 als voor 2012 vastgelegd op 0,2% van het BBP. Uit de cijfers die u tijdens de commissievergaderingvan 3 februari 2010 ter beschikking steldewerden de percentages voor de begrotingsjaren 2009 en2010 vastgelegd op 0,21 % en 0,40 % of respectievelijk708.000.000 euro en 1.370.200.000 euro.Een begroting (budget) van een lokaal bestuur (bijvoorbeeldgemeente) bestaat steeds uit twee duidelijk onderscheidengedeelten, een gewone dienst en een buitengewonedienst. Tevens wordt er voor de gemeenten jaarlijkseen meerjarenplan opgemaakt voor de volgende vijfdienstjaren.Kan u meedelen welke cijfers worden gebruikt voor hetvaststellen van het aandeel van de lokale besturen in dehogervermelde percentages voor de dienstjaren 2011 en2012?DO 2009201015059Question n° 31 de monsieur le député Jan Jambon du23 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre du Budget:Mode de calcul de la part des pouvoirs locaux dans le Programmede Stabilité.Dans le Programme de Stabilité communiqué à l'Europe,la part du déficit à couvrir par les pouvoirs locaux, tantpour 2011 que pour 2012, a été fixée à 0,2 % du PIB. Il ressortdes chiffres que vous avez mis à notre disposition lorsde la réunion de la commission du 3 février 2010 que lespourcentages ont été fixés pour les années budgétaires2009 et 2010 à 0,21% et 0,40%, soit 708.000.000 et1.370.200.000 euros.Le budget d'un pouvoir local (par exemple, d'une commune)s'articule toujours en deux parties clairement distinctes,à savoir le service ordinaire et le serviceextraordinaire. De plus, les communes établissent chaqueannée un plan pluriannuel pour les cinq exercices suivants.Pouvez-vous spécifier quels chiffres sont utilisés pourétablir la part des pouvoirs locaux dans les pourcentagesprécités pour les exercices 2011 et 2012?Minister van Pensioenen en Grote StedenMinistre des Pensions et des Grandes villesDO 2009201014997Vraag nr. 65 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMaggie De Block van 18 februari 2010 (N.) aande minister van Pensioenen en Grote Steden:Ambtenaren van de ondergeschikte besturen. - Financieringpensioenen.De financiering van de pensioenen van ambtenaren vanondergeschikte besturen staat ter discussie. Tegen debegrotingscontrole moet de minister van Pensioenen eenhervorming ten gronde voorstellen.1. Wat zijn de reserves in pool 1, 2, 3, 4 en 5 op dit ogenbliken wat zullen zij zijn op het einde van het jaar?DO 2009201014997Question n° 65 de madame la députée Maggie De Blockdu 18 février 2010 (N.) au ministre des Pensionset des Grandes villes:Fonctionnaires des pouvoirs locaux. - Financement despensions.Le financement des pensions des fonctionnaires des pouvoirslocaux est au coeur des débats. D'ici au contrôle budgétaire,le ministre des Pensions doit proposer une réformesur le fond.1. Quelles sont à l'heure actuelle les réserves dans lespools 1, 2, 3, 4 et 5 et quelle sera leur situation à la fin del'année?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010652. Wat zijn de inkomsten van pool 1, 2 en 5 voor dekomende vijf jaar berekend op de bijdragen zoals ze vandaaggelden, opgesplitst per jaar?3. Wat zijn de pensioenverplichtingen van pool 1, 2, 3, 4en 5 voor de komende vijf jaar bij ongewijzigd beleid?2. Quelles sont pour les cinq prochaines années, les recettesdes pools 1, 2 et 5, calculées sur les cotisations actuelles,réparties par année?3. Quelles sont, à politique inchangée, les obligations depension des pools 1, 2, 3, 4 et 5 pour les cinq prochainesannées?4. a) Hoeveel besturen zijn aangesloten bij pool 1? 4. a) Combien de pouvoirs sont affiliés au pool 1?b) Over hoeveel ambtenaren gaat het, opgesplitst tussenactieve ambtenaren en gepensioneerde ambtenaren?b) De combien de fonctionnaires s'agit-il, répartis entrefonctionnaires actifs et retraités?5. a) Hoeveel besturen zijn aangesloten bij pool 2? 5. a) Combien de pouvoirs sont affiliés au pool 2?b) Over hoeveel ambtenaren gaat het, opgesplitst tussenactieve ambtenaren en gepensioneerde ambtenaren?6. Hoeveel politiemensen zijn op dit ogenblik aangeslotenbij pool 5 van de politie?b) De combien de fonctionnaires s'agit-il, répartis entrefonctionnaires actifs et retraités?6. Combien de policiers sont actuellement affiliés au pool5 de la police?DO 2009201015096Vraag nr. 67 van mevrouw de volksvertegenwoordigerIsabelle Tasiaux-De Neys van 23 februari 2010(Fr.) aan de minister van Pensioenen en GroteSteden:Gezinspensioen.Het rustpensioen wordt berekend voor een gezin of eenalleenstaande. Het gezinspensioen bedraagt 75 procent vanhet geherwaardeerde loon, het alleenstaandenpensioen 60procent van het geherwaardeerde loon.Het gezinspensioen wordt toegekend aan gehuwde werknemersvan wie de echtgenoot niet werkt (behalve binnende limieten van de toegestane beroepsactiviteit voor gepensioneerden)en geen pensioen of vervangingsinkomen ontvangtdat groter is dan het verschil tussen hetgezinspensioen en het pensioen voor een alleenstaande.Het huwelijk heeft dus een grote invloed op het pensioenbedrag.Daarom moet een gepensioneerde die huwt, de Rijksdienstvoor Pensioenen daarvan op de hoogte brengen dooreen officieel document van de gemeente in te vullen.1. Hoe lang doet de RVP er gemiddeld over om hetnieuwe pensioenbedrag te berekenen?2. Betaalt de RVP in afwachting van de berekening vanhet nieuwe pensioenbedrag voort het oude bedrag, of wordende uitbetalingen opgeschort?3. Overweegt u het gezinspensioen toe te kennen aanwettelijk of zelfs aan feitelijk samenwonenden, teneindeelke vorm van discriminatie te vermijden?DO 2009201015096Question n° 67 de madame la députée Isabelle Tasiaux-De Neys du 23 février 2010 (Fr.) au ministre desPensions et des Grandes villes:Le taux ménage.La pension de retraite peut être calculée sur base du tauxménage (75%) ou du taux isolé (60%).Le taux ménage est appliqué lorsque le travailleur estmarié et que son conjoint ne travaille pas (sauf dans leslimites du travail autorisé des pensionnés) et qu'il ne bénéficiepas d'une pension ou d'un revenu de remplacementsupérieur à la différence entre le taux ménage et le tauxisolé.Le mariage a donc un effet important sur la pension.C'est pourquoi le pensionné qui se marie doit systématiquementen informer l'Office national des pensions (ONP)en remplissant un document officiel de la commune.1. Combien de temps faut-il en moyenne à l'ONP pourrecalculer la pension en fonction du nouveau taux quis'applique?2. Dans l'attente du paiement de la pension au nouveautaux, que prévoit l'ONP: le paiement de l'ancienne pensionou une suspension du paiement?3. Envisagez-vous d'accorder le taux ménage aux cohabitantslégaux, voire aux ménages de fait pour éviter toutesdiscriminations?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

66 QRVA 52 10029-03-2010Minister van JustitieMinistre de la JusticeDO 2009201014992Vraag nr. 694 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMarie-Martine Schyns van 18 februari 2010 (Fr.)aan de minister van Justitie:Afschaffing van een buurtweg door verjaring.De vrederechter is bevoegd om, met toepassing van artikel12 van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen(waarin wordt bepaald dat een buurtweg openbaar iszolang hij tot het openbaar gebruik dient, maar naderhanddoor verjaring verkregen kan worden als wordt aangetoonddat hij al dertig jaar niet meer tot het openbaar gebruikdient), de afschaffing door dertigjarige verjaring uit tespreken van in de atlas der buurtwegen opgenomen buurtwegenof -paden, na dagvaarding van de betrokkengemeente door een belanghebbende eiser.Die bepaling, die zou kunnen leiden tot de aantasting vande integriteit van het openbaar domein wat de buurtwegenbetreft, werd in een arrest van het Hof van Cassatie van13 januari 1994 (Plombières tegen Leclercq c.s.) naderomschreven: wie aldus een buurtweg of -pad tot zijn eigendomwil maken, moet voortaan bewijzen dat er gedurende30 jaar over die buurtweg of dat buurtpad geen overgang,ook geen toevallige overgang, is geweest.Een aantal vrederechters zou evenwel niet de nodige lessenhebben getrokken uit dit belangwekkende arrest vanhet Hof, of zou van het bestaan van dat arrest niet eens opde hoogte zijn.1. Werden de vrederechters (of meer algemeen gesprokenalle rechtscolleges van het land) via een omzendbrief ofeen andere beschikking gelast bij het opstellen van hunvonnissen te putten uit de eventuele rechtspraak van hetHof van Cassatie?2. Mocht een dergelijke beschikking niet bestaan, acht uhet dan niet opportuun zo een omzendbrief uit te vaardigen?3. Krachtens de bovenvermelde procedure met betrekkingtot de buurtwegen moet de eiser de gemeente dagvaardenvoor de vrederechter met het oog op een vonnis totafschaffing van een buurtweg door dertigjarige verjaring.DO 2009201014992Question n° 694 de madame la députée Marie-MartineSchyns du 18 février 2010 (Fr.) au ministre de laJustice :La suppression d'un chemin vicinal par l'effet de la prescription.Les juges de paix sont compétents pour prononcer, surcitation de la commune concernée par un requérant intéressé,la suppression de chemins et sentiers vicinaux inscritsà l'atlas des chemins vicinaux par l'effet de laprescription trentenaire, en application des dispositions del'article 12 de la loi du 10 avril 1841 sur les chemins vicinaux(qui prescrit qu'un chemin vicinal est public aussilongtemps qu'il sert à l'usage public, mais qu'il peut ensuiteêtre frappé de prescription s'il est démontré qu'il ne sertplus à l'usage public depuis trente ans).Cette disposition qui permet de porter atteinte à l'intégritédu domaine public en ce qui concerne les chemins vicinauxa certes été recadrée par un arrêt de la Cour de cassation du13 janvier 1994 (Plombières contre consorts Leclercq): elleoblige désormais celui qui veut s'accaparer ainsi un cheminou sentier vicinal de faire la preuve qu'il n'y a pas eu depassage, même occasionnel, sur le chemin ou sentier vicinalpendant trente ans.Néanmoins, il semble que certains juges de paix n'aienttoujours pas tiré les enseignements de cet arrêt importantde la Cour suprême, ou en ignorent tout simplement l'existence.1. Pourriez-vous communiquer si une circulaire ou uneautre disposition enjoint aux juges de paix (ou plus généralementà toutes les juridictions du pays) de puiser dans lajurisprudence de la Cour de cassation, quand elle existe, leséléments utiles à la confection des jugements?2. À partir du moment où il n'existe pas de disposition ence sens, ne considérez-vous pas qu'il serait opportun deprévoir une telle circulaire?3. La procédure évoquée ci-avant en matière de cheminsvicinaux implique que le requérant cite la commune devantle juge de paix à l'effet de voir prononcer la suppressiond'un chemin vicinal par prescription trentenaire.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201067In dergelijke aangelegenheden vertegenwoordigt degemeente het algemeen belang, maar al te vaak zijn eiseren gemeentebestuur het erover eens dat die kleine buurtwegen(veelal buurtpaden die over eigendommen lopen enopenbare erfdienstbaarheden van overgang vormen) bestworden afgeschaft.Dergelijke dossiers worden vaak afgehandeld tussen hetgemeentebestuur en de eiser, buiten het medeweten van deeventuele gebruikers van de bewuste buurtweg, aangeziendagvaardingen niet bekendgemaakt mogen worden.Normaal gezien mag de griffie van het vredegerecht nietaan derden meedelen of er een dagvaarding hangende is(zelfs niet als het vonnis al is uitgesproken).a) Vindt u een dergelijke situatie geen anachronisme eneen schending van het gelijkheidsbeginsel, aangezienbuurtwegen een openbaar goed zijn, en de gebruikers vankleine buurtwegen in dezen toch niet kunnen weten welkewegen en paden bedreigd worden naar aanleiding van dagvaardingendie buiten hun medeweten werden gedaan?b) Is het niet mogelijk de griffies van de vredegerechtente instrueren dat ze desgevraagd informatie mogen verstrekkenover elk dossier met betrekking tot buurtwegen(op het openbaar domein) dat door het vredegerecht wordtbehandeld?Dans ce type d'affaire, la commune représente l'intérêtpublic, mais il arrive trop fréquemment que le requérant etl'autorité communale partagent une même opinion favorablequant à l'opportunité de supprimer ces petits cheminsvicinaux (souvent des servitudes publiques de passage sousforme de sentiers vicinaux traversant des propriétés).La plupart des dossiers de ce type se traitent entre uneautorité communale et un requérant, à l'insu des utilisateurséventuels dudit chemin vicinal, puisqu'aucune publicitépeut n'être donnée aux citations.Par ailleurs, le greffe de la justice de paix n'est normalementpas autorisé à informer des tiers, s'il y a une citationen cours d'instruction (ni même si le jugement a déjà eulieu).a) Alors que ces chemins vicinaux sont un bien public,n'estimez-vous pas que pareille situation est anachroniqueet heurte l'équité, dans la mesure où les utilisateurs du petitchemin vicinal ne sont en l'occurrence pas en mesure deconnaître les chemins et sentiers menacés par des citationsfaites à leur insu?b) Des instructions ne pourraient-elles pas être donnéesaux greffes des justices de paix afin qu'ils puissent informerles personnes qui en feraient la demande sur tout dossierrelatif aux chemins vicinaux (domaine public) quiserait traité à la justice de paix?DO 2009201014998Vraag nr. 695 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSabien Lahaye-Battheu van 18 februari 2010 (N.)aan de minister van Justitie:Arbeidsrechtbanken. - Dossiers collectieve schuldenregeling.De arbeidsrechtbanken zijn sinds 1 september 2007bevoegd voor de dossiers collectieve schuldenregeling.Vanaf 1 september 2008 hebben de arbeidsrechtbankenook de oude dossiers collectieve schuldenregeling overge?fdvan de rechtbanken van eerste aanleg.Gelet op de wet van 5 juli 1998, en gelet op artikel 1675/7, § 3 van het Gerechtelijk Wetboek kan de schuldbemiddelaarde arbeidsrechtbank verzoeken om over te gaan tot deverkoop van onroerende goederen, dit in het kader van decollectieve schuldenregeling.1. Hoeveel keer werd, per arbeidsrechtbank in België,door de schuldbemiddelaar de vraag gericht aan dearbeidsrechtbank om over te gaan tot de verkoop vanonroerende goederen in het kader van een collectieveschuldenregeling, en dit in 2007, 2008 en 2009?DO 2009201014998Question n° 695 de madame la députée Sabien Lahaye-Battheu du 18 février 2010 (N.) au ministre de laJustice :Tribunaux du travail. - Dossiers de règlement collectif dedettes.Les tribunaux du travail sont compétents depuis le 1erseptembre 2007 pour les dossiers de règlement collectif dedettes. Depuis le 1er septembre 2008, ils ont égalementhérité des anciens dossiers de règlement collectif de dettesdes tribunaux de première instance.Vu la loi du 5 juillet 1998 et l'article 1675/7, § 3, du Codejudiciaire, le médiateur de dettes peut demander au tribunaldu travail de procéder à la vente de biens immobiliers,et ce dans le cadre du règlement collectif de dettes.1. À combien de reprises, par tribunal du travail en Belgique,le médiateur de dettes a-t-il demandé, en 2007, 2008et 2009, au tribunal du travail de procéder à la vente debiens immobiliers dans le cadre d'un règlement collectif dedettes?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

68 QRVA 52 10029-03-20102. Hoeveel keer werden deze verzoeken in voornoemdejaren, door de bevoegde arbeidsrechtbank geweigerd, enom welke reden?2. À combien de reprises le tribunal du travail compétenta-t-il rejeté ces demandes au cours des années susmentionnées,et pour quel motif?DO 2009201015028Vraag nr. 696 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 19 februari 2010 (N.) aan deminister van Justitie:Minderjarige criminelen.Men krijgt soms de indruk dat criminelen steeds gewelddadigermanieren gebruiken om hun doeleinden te bereiken.Men krijgt ook de indruk dat de leeftijd vancriminelen allerhande steeds lager wordt. Ook stelt men inde pers vast dat voor heel wat van die jonge boefjes in dejeugdinstellingen geen plaats is en dat ze heel snel, zonderplaatsing dus, op vrije voeten worden gesteld. Een onbegrijpelijksignaal voor de burgers, slachtoffers of niet vanhet jeugdig geweld.1. a) Hoeveel minderjarigen worden er jaarlijks opgepaktvoor allerlei criminele daden?b) Heeft u cijfergegevens van de jongste vijf jaar (indienmogelijk gegevens voor de jaren 2000 tot en met 2009)?2. a) Hoeveel van die jongeren worden door de rechtbankennaar een jeugdinstelling verwezen?DO 2009201015028Question n° 696 de monsieur le député Peter Logghe du19 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :Criminels mineurs d'âge.L'on a parfois l'impression que les criminels usent demoyens de plus en plus violents pour parvenir à leurs fins.L'on a aussi l'impression que les criminels, quelle que soitla catégorie à laquelle ils appartiennent, sont de plus enplus jeunes. En outre, l'on constate en lisant la presse qu'iln'y a pas de place pour nombre de ces jeunes bandits dansles établissements pour la jeunesse de sorte qu'ils sontremis en liberté très rapidement, sans avoir été placés. Unsignal incompréhensible est ainsi adressé aux citoyens,qu'ils aient été victimes ou non de faits de violence commispar des jeunes.1. a) Combien de mineurs d'âge auteurs des faits les plusdivers sont-ils arrêtés chaque année?b) Disposez-vous de chiffres relatifs aux cinq dernièresannées (si possible pour les années 2000 et suivantes,jusqu'à l'année 2009 incluse)?2. a) Combien de ces jeunes les tribunaux renvoient-ilsvers un établissement pour la jeunesse?b) Heeft u ook hiervan jaarlijkse cijfers? b) Disposez-vous également de chiffres annuels relatifsce point?3. a) Hoeveel van die jongeren worden wegens plaatsgebrekterug op vrije voeten gesteld?3. a) Combien de ces jeunes sont-ils remis en liberté enraison d'un manque de place?b) Ook hier graag jaarlijkse cijfers. b) Pourriez-vous également fournir des chiffres annuelsrelatifs à ce point?4. Wat is de recidive onder jonge, al dan niet geplaatste,criminelen?4. Quel est le taux de récidive chez ces jeunes criminels,qu'ils aient été placés ou non?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201069DO 2009201015033Vraag nr. 697 van de heer volksvertegenwoordiger EricThiébaut van 19 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Justitie:Kosten van telefoontaps.Uw recente besparingsmaatregelen ten koste van dekodes ter terechtzitting en het rechtbankpersoneel hebbenveel stof doen opwaaien. Het bericht dat de regering miljoeneneuro's zou kunnen besparen op de kosten voor telefoontapsop de begroting van Justicie heeft dan ook tedenken.In België bedroeg die begrotingspost in 2009 bijna 20miljoen euro, en jaar na jaar stijgen die kosten spectaculair.In 2008 kostte het afluisteren van telefoongesprekken destaatskas nog 16 miljoen euro.Volgens bepaalde rechters, die zich hiervoor onder meerbaseren op een studie van de federale politie waarin demogelijke besparingen op 12 à 15 miljoen euro geraamdworden, zouden de telefoniekosten gehalveerd kunnenworden.In Frankrijk en Nederland, zo onderstrepen zij, stellen detelecomoperatoren de gegevens met betrekking tot de telefoontapsgrotendeels gratis ter beschikking van het gerecht.1 Vindt u net als een aantal rechters dat de kosten voortelefoontaps te hoog liggen in ons land?2. Zo ja, overweegt u maatregelen om daar wat aan tedoen?3. In een brief aan de federale regering vraagt de Commissievoor de Modernisering van de Rechterlijke Orde datde contracten met de telecomoperatoren opengebrokenworden en dat er opnieuw over onderhandeld wordt.DO 2009201015033Question n° 697 de monsieur le député Eric Thiébautdu 19 février 2010 (Fr.) au ministre de la Justice :Les frais engendrés par les écoutes téléphoniques.Alors que vos mesures adoptées récemment en vue defaire des économies au détriment des huissiers d'audienceset du personnel des tribunaux font grand bruit, l'informationselon laquelle le gouvernement pourrait économiser denombreux millions d'euros sur les frais engendrés par lesécoutes téléphoniques sur le budget de la Justice interpellent.En effet, en Belgique, les coûts pour ces postes atteignaientpratiquement les 20 millions d'euros en 2009 etconnaissent chaque année une augmentation spectaculaire.En 2008, il s'agissait encore de 16 millions d'euros.Selon certains juges, qui se basent entre autres sur uneétude de la police fédérale qui évalue les économies à réaliserentre 12 et 15 millions d'euros, les coûts liés à la téléphoniepourraient être réduits de moitié.Ils soulignent notamment qu'en France et aux Pays-Bas,les opérateurs télécom mettent en grande partie gratuitementles données relatives aux écoutes téléphoniques à ladisposition de la Justice.1. Partagez-vous le constat établi par certains juges quiestiment que les frais liés aux écoutes téléphoniques sonttrop importants dans notre pays?2. Si oui, envisagez-vous des mesures pour y remédier?3. Dans une lettre au gouvernement fédéral, la Commissionde modernisation de l'Ordre judiciaire demande queles contrats avec les opérateurs télécom soient renégociés.a) Zal u die aanbeveling opvolgen, en zo ja, hoe? a) Quelle suite envisagez-vous d'accorder à cette recommandation?b) Zouden we het voorbeeld kunnen volgen van Frankrijken Nederland?b) L'exemple de nos voisins français et néerlandais pourrait-ilêtre suivi?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

70 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014053Vraag nr. 698 van de heer volksvertegenwoordigerAndré Frédéric van 22 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Justitie:Opdoeken van een handel in valse papieren in Brussel.(MV 17602)We lazen in La Libre Belgique dat de politie tijdens hetweekend van 5 en 6 december 2009 in Brussel een zwendelin valse documenten heeft ontmanteld. De documentenwerden gebruikt voor naturalisatieaanvragen. Volgens dekrant hebben de zwendelaars jarenlang hun gang kunnengaan, en hebben heel wat vreemdelingen langs deze weghun situatie in België kunnen regulariseren, met de medeplichtigheidvan een aantal in België gevestigde nepvzw's.Tegen vier personen zou er een aanhoudingsbevel zijnuitgevaardigd wegens valsheid in geschrifte en gebruik vanvalse stukken.Een van de verdachten zou een beëdigd vertaler zijn bijhet Brusselse parket en de jeugdrechtbank. Hij heeft volledigebekentenissen afgelegd. Onder de verdachten zoudener ook nog drie bestuurders van vzw's zijn.De leden van dat netwerk vroegen grof geld voor devalse documenten (valse huwelijksakten, schoolattesten,arbeidsovereenkomsten, enz.). Voor een valse arbeidsovereenkomstin verband met een tewerkstellingsperiode inBelgië, bijvoorbeeld, vroegen ze tot 4.000 euro.DO 2009201014053Question n° 698 de monsieur le député André Frédéricdu 22 février 2010 (Fr.) au ministre de la Justice :Le démantèlement d'un trafic de faux papiers à Bruxelles.(QO 17602)Nous apprenions via La Libre Belgique que la police adémantelé le week-end du 5 et 6 décembre 2009 à Bruxellesun trafic de naturalisations avec de faux documents.Trafic d'après le quotidien ayant permis, pendant desannées, à de nombreux étrangers de régulariser leur situationen Belgique, avec la complicité de fausses ASBLimplantées en Belgique.Apparemment, quatre personnes seraient sous le coupd'un mandat d'arrêt pour faux et usage de faux.Parmi les suspects, on trouverait un traducteur juréauprès du parquet de Bruxelles et du tribunal de la jeunesse.Il est en aveux complets. Trois dirigeants d'ASBLferaient aussi partie des suspects.Les membres de ce réseau réclamaient des prix exorbitantspour les faux documents qu'ils fournissaient (fauxcertificats de mariage, fausses attestations de scolarité,faux contrats de travail, etc.). Ils réclamaient ainsi jusqu'à4.000 euros pour un faux contrat de travail en Belgique.1. Kan u die informatie bevestigen? 1. Confirmez-vous ces informations?2. a) Zo ja, hoe lang was dat handeltje al aan de gang? 2. a) Si oui, depuis combien de temps ce trafic a-t-il lieu?b) Hebt u enig idee van het aantal valse documenten datop die manier verkocht werd?3. Had die zwendel enkel betrekking op naturalisaties, ofwerden er ook valse documenten verhandeld in het kadervan asiel- en/of regularisatieaanvragen?4. Kunt u me, wat de aanhoudingsbevelen betreft, meerinformatie bezorgen over de betrokken vzw's?5. a) Kunt u me meer vertellen over de verdachte beëdigdevertaler?b) Klopt die informatie? b) Qu'en est-il?b) A-t-on un chiffre quant au nombre de faux documentsdélivrés?3. Ce trafic ne concernait-il que des naturalisations ouétait-il déjà actif en amont en ce qui concerne les demandesd'asile et/ou les régularisations?4. Concernant les mandats d'arrêts, pouvez-vous nousdonner plus de précisions quant aux ASBL concernées?5. a) Au sujet du traducteur juré suspecté?c) Loopt er een intern onderzoek? c) Une enquête interne est-elle en cours?d) Hebt u deze zaak met uw collega van Justitie besproken?d) En avez-vous discuté avec votre collègue de la Justice?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201071DO 2009201014320Vraag nr. 699 van de heer volksvertegenwoordigerStefaan Van Hecke van 22 februari 2010 (N.) aande minister van Justitie:Strijd tegen cannabisplantages. - Informatie-uitwisselingelektriciteitsleveranciers en politie.Politiediensten kunnen in hun strijd tegen cannabisplantagesrekenen op de steun van onder meer de elektriciteitsleveranciers.Die verwittigen wanneer in bepaaldewoningen of opslagplaatsen de energierekening zonderaanwijsbare reden plots enorm is gestegen.Hoewel de strijd tegen illegale cannabisplantages geenszinsgeminimaliseerd mag worden, rijzen toch enkele vragenbij deze samenwerking.1. Op welke wettelijke basis gebeurt deze informatie-uitwisseling?2. Welke criteria worden gehanteerd om over te gaan totinformatie-uitwisseling?DO 2009201014320Question n° 699 de monsieur le député StefaanVan Hecke du 22 février 2010 (N.) au ministre dela Justice :Lutte contre les plantations de cannabis. - Échanged'informations entre les fournisseurs d'électricité et lapolice.Dans le cadre de la lutte contre les plantations de cannabis,les services de police peuvent notamment compter surle soutien des fournisseurs d'électricité. Ces derniers avertissentla police lorsque la facture d'énergie de certainslogements ou entrepôts augmente soudain fortement sansraison apparente.Bien que la lutte contre les plantations illégales de cannabisne doive en aucun cas être minimisée, cette collaborationsoulève quelques questions.1. Sur quelle base légale cet échange d'informations a-t-illieu?2. Sur quels critères repose cet échange d'informations?3. Is dit niet in strijd met de privacy-wetgeving? 3. Cet échange ne va-t-il pas à l'encontre de la législationsur la vie privée?4. Staat vermeld in de gebruiksvoorwaarden van de klantendat hun gebruik kan doorgeseind worden aan de politie?4. La possibilité que leur consommation soit communiquéeà la police figure-t-elle dans les conditions d'utilisationdes clients?DO 2009201014028Vraag nr. 700 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 22 februari 2010 (N.) aan deminister van Justitie:Minderjarige autobestuurders.Ook dit soort berichten leest men wel vaker in de media:een zestienjarige autobestuurder werd onlangs in Mechelengeklist, terwijl hij door de stad reed. Natuurlijk beschikt ditsoort jonge bestuurders niet over een rijbewijs, en dus isook het verzekeringsbewijs eigenlijk ongeldig, met allegevolgen van dien. En hoewel de bestuurder rondreed meteen niet-verzekerd of niet-ingeschreven voertuig, en datook de nummerplaat geseind was als gestolen, werd de tienerna verhoor vrijgelaten.1. a) Hoeveel gevallen van minderjarige bestuurders werdener geregistreerd bij politiecontroles?b) Zijn er cijfers voor 2005, 2006, 2007 en 2008 beschikbaar?DO 2009201014028Question n° 700 de monsieur le député Peter Logghe du22 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :Conducteurs mineurs.Les médias relayent de plus en plus souvent ce genred'informations: un automobiliste de seize ans a été récemmentintercepté au volant d'une voiture dans les rues deMalines. Un conducteur de cet âge ne détenant évidemmentpas de permis de conduire, le certificat d'assurancen'est en fait pas valable avec tout ce que cela implique.Bien que circulant dans un véhicule non assuré ou nonimmatriculé, avec une plaque minéralogique signaléecomme volée, l'adolescent a été libéré après audition.1. a) Combien de cas de conducteurs mineurs ont étéenregistrés lors de contrôles de police?b) Dispose-t-on de chiffres pour 2005, 2006, 2007 et2008?c) Zijn er al voorlopige cijfers voor 2009? c) Existe-t-il déjà des chiffres provisoires pour 2009?2. a) Wat zijn de gevolgen op het vlak van de verplichteautoverzekering?2. a) Quelles sont les conséquences au niveau de l'assuranceautomobile obligatoire?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

72 QRVA 52 10029-03-2010b) Wordt er door de verzekeringsmaatschappij vergoedingbetaald voor de materiële of de stoffelijke schade diedoor minderjarige bestuurders wordt veroorzaakt?b) La compagnie d'assurance dédommage-t-elle lesdégâts matériels occasionnés par des automobilistesmineurs d'âge?3. a) Waarom werd de tiener na verhoor vrijgelaten? 3. a) Pourquoi l'adolescent a-t-il été libéré après audition?b) Er zijn toch voldoende inbreuken vastgesteld om deminderjarige tenminste voor verder onderzoek vast te houden?b) Les infractions constatées ne suffisent-elles pas pourmaintenir en détention le mineur pour enquête ultérieure?4. a) Wat zal het verder gevolg zijn van deze zaak? 4. a) Quelles seront les suites réservées à cette affaire?b) Wordt de minderjarige vervolgd? b) Le mineur d'âge sera-t-il poursuivi?c) Hoe is het de andere minderjarige bestuurders in devorige jaren vergaan?d) Werden zij vervolgd? d) Ont-ils été poursuivis?5. a) Kan er een regionale opsplitsing van het cijfermateriaalworden gemaakt?b) Hoeveel geregistreerd in het Vlaams Gewest, in hetBrussels Hoofdstedelijk en in het Waals Gewest?c) Qu'est-il advenu des autres automobilistes mineurs lesannées précédentes?5. a) Une ventilation régionale des chiffres est-elle possible?b) Combien de cas ont été enregistrés en Région flamande,dans la Région de Bruxelles-Capitale et en Régionwallonne?DO 2009201014270Vraag nr. 701 van de heer volksvertegenwoordiger GuyD'haeseleer van 22 februari 2010 (N.) aan deminister van Justitie:Het overnemen van de taken van cipiers door de politiediensten.Meestal wordt er, wanneer er stakingen uitbreken bijgevangenispersoneel, beroep gedaan op politiediensten omde taken over te nemen. Volgens de vakbonden brengt hetveelvuldig beroep doen op deze politiemensen de goedewerking van de politie zélf in het gedrang.1. Kan u meedelen hoeveel manuren er in 2009 werdenbesteed door de politiediensten om de taken van cipiersover te nemen, opgesplitst per gevangenis?2. Werden er reeds afspraken gemaakt met de vakbondenvan het gevangenispersoneel hieromtrent om de interventiestot een minimum te beperken?DO 2009201014270Question n° 701 de monsieur le député Guy D'haeseleerdu 22 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :Prise en charge des missions des gardiens de prison parles services de police.Généralement, en cas de grève du personnel pénitentiaire,il est fait appel aux services de police pour assurer lesmissions dévolues aux gardiens de prison. D'après les syndicats,le recours fréquent à des policiers met en péril lebon fonctionnement de la police elle-même.1. Pouvez-vous préciser pour l'année 2009, par prison,combien d'heures-homme les services de police ont consacréaux tâches normalement assurées par les gardiens deprison?2. Des accords ont-ils déjà été conclus avec les syndicatsdu personnel pénitentiaire pour limiter au maximum cesinterventions?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201073DO 2009201015055Vraag nr. 702 van de heer volksvertegenwoordigerWillem-Frederik Schiltz van 22 februari 2010(N.) aan de minister van Justitie:De inconsistentie van besparingsplannen binnen Justitie.Aan de hand van tal van besparingsmaatregelen, tracht deCommissie voor de modernisering van de gerechtelijkeorde, de magistraten aan te sporen tot zuiniger gedrag. Zomoet er bij Justitie dit jaar 25 miljoen euro bespaard wordenop middelen en personeel.Toch worden bepaalde terreinen ongemoeid gelaten,ondanks hun potentieel op besparingen. Zo blijkt uit eenstudie van de federale politie dat de telefoonkosten op hetgebied van telefoonregistratie en -aftappen met 12 tot 15miljoen euro zouden verminderd kunnen worden. In 2009liepen die kosten op tot bijna 20 miljoen euro. Bovendienblijken de kosten ook elk jaar spectaculair toe te nemen. Zonam in 2009 het bedrag voor telefonie toe met 3,5 miljoeneuro ten opzichte van 2008. Zeer merkwaardig is echter,dat de telecomoperatoren in Frankrijk en Nederland dezegegevens over telefoonaftappen en -registratie grotendeelsgratis ter beschikking stellen aan Justitie.Daarnaast blijkt ook dat Justitie te veel betaalt voorDNA-testen. In 2009 bedroeg de hoeveelheid reeds 7,5miljoen euro. Bovendien zouden, in vergelijking met denormale tarieven, de honoraria voor genetisch onderzoekeen stuk hoger liggen.1. Heeft u weet van de inconsistentie van besparingsplannenbinnen Justitie?2. Welke concrete initiatieven overweegt u te nemen omdit recht te trekken?DO 2009201015055Question n° 702 de monsieur le député Willem-Frederik Schiltz du 22 février 2010 (N.) auministre de la Justice :Le manque de cohérence des plans d'économie au sein dudépartement de la Justice.En proposant toute une série de mesures d'économie, laCommission de modernisation de l'ordre judiciaire entendinciter les magistrats à se montrer plus économes. Cetteannée, le département de la Justice doit en effet économiser25 millions d'euros sur les plans tant humain que matériel.Or certains domaines ne semblent pas être pris en comptealors que de sérieuses économies pourraient y être réalisées.Il ressort ainsi d'une étude de la police fédérale queles coûts liés aux enregistrements et aux écoutes téléphoniquespourraient être réduits de 12 à 15 millions d'euros. En2009 les coûts en question se sont élevés à pratiquement 20millions d'euros. Il apparaît en outre que lesdits coûts augmententchaque année de manière spectaculaire. C'est ainsiqu'en 2009 le montant pour la téléphonie a augmenté de3,5 millions d'euros par rapport à 2008. Étonnamment, enFrance et aux Pays-Bas les opérateurs télécom mettent engrande partie gratuitement à la disposition de la Justice lesdonnées relatives aux enregistrements et aux écoutes téléphoniques.Il semblerait en outre que le département de la Justicepaie trop cher les tests ADN. Il a ainsi déboursé 7,5 millionsd'euros dans ce cadre en 2009. Les honoraires pourles recherches génétiques seraient par ailleurs nettementplus élevés que les tarifs normaux.1. Êtes-vous conscient du manque de cohérence des plansd'économie au sein du département de la Justice?2. Quelles initiatives concrètes envisagez-vous de prendrepour y remédier?DO 2009201015064Vraag nr. 704 van de heer volksvertegenwoordigerFrancis Van den Eynde van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Justitie:Jaarverslag van de Staatsveiligheid. - Het begrip "institutioneelextreemrechts".Alhoewel het niet bij naam genoemd wordt, is het duidelijkdat de eerste partij die door de Staatsveiligheid bedoeldwordt in hoofdstuk II "Inlichtingenopdracht" van haarjaarverslag en dan nog wel onder de titel "Extremisme enterrorisme" het Vlaams Belang is.DO 2009201015064Question n° 704 de monsieur le député FrancisVan den Eynde du 23 février 2010 (N.) auministre de la Justice :Rapport annuel de la Sûreté de l'État. - Notion d' "extrêmedroite institutionnelle".Même si son nom n'est pas explicitement cité, il est évidentque le premier parti mentionné dans le chapitre II "Lerenseignement" du rapport annuel de la Sûreté de l'État,puis sous le titre "Extrémisme et terrorisme", est le VlaamsBelang.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

74 QRVA 52 10029-03-2010Het heet dat het hier gaat om "Institutioneel Extreemrechts",namelijk groepen en partijen die zich binnen onzedemocratische staatsinstelling "genesteld hebben".1. Wat wordt hier met het werkwoord "nestelen"bedoeld?2. Het heet dat verder dat wat "Institutioneel Extreemrechts"genoemd wordt, in Vlaanderen vooral op het themavan de Vlaamse onafhankelijkheid en op dat van de toenemendeislamisering focust. Als voorbeeld wordt dan eenprotestbetoging tegen de bouw van een moskee of eeninternationale actie zoals "Steden tegen Islamisering" aangehaald.Wat moet hier als terroristisch of extremistischbeschouwd worden?3. Is het de taak van de Staatsveiligheid bepaalde politiekemeningen en partijen uit het parlement te controleren?Le rapport ajoute qu'il s'agit d'une "extrême droite institutionnelle"qui a "fait son nid" au sein de nos institutionsdémocratiques.1. Qu'entend-on ici par l'expression verbale "faire sonnid"?2. Le rapport précise que cette "extrême droite institutionnelle"se focalise surtout en Flandre sur le thème del'indépendance flamande et de l'islamisation croissante. Ilcite les exemples d'une manifestation de protestationcontre la construction d'une mosquée et d'une action internationalecomme "Villes contre l'Islamisation".Que doit-on considérer comme terroriste ou extrémiste,dans ce cadre?3. Le contrôle de certaines opinions et de certains partispolitiques relève-t-il de la mission de la Sûreté de l'État?DO 2009201015066Vraag nr. 705 van de heer volksvertegenwoordigerFrancis Van den Eynde van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Justitie:Jaarverslag van de Staatsveiligheid. - Controle van hetVlaams-nationalisme.In het hoofdstuk II "Inlichtingenopdracht" van het jaarverslagvan de Staatsveiligheid lees ik onder het hoofdstuk"Extremisme en terrorisme" dat de ultranationalistischeactiegroep Voorpost de politiek-institutionele moeilijkhedenvan 2008 aangegrepen heeft om Vlaams-nationaleacties te voeren en dit vaak met steun van de ultranationalistischestudentenorganisatie NSV (Nationalistische Studentenvereniging)en van sommige afdelingen van hetKVHV (Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond).1. Is het de taak van de Staatsveiligheid het Vlaams-nationalismete controleren?DO 2009201015066Question n° 705 de monsieur le député Francis Van denEynde du 23 février 2010 (N.) au ministre de laJustice :Rapport annuel de la Sûreté de l'État. - Contrôle du nationalismeflamand.On peut lire au chapitre II ("Le renseignement") du rapportannuel de la Sûreté de l'État, sous le chapitre "Extrémismeet terrorisme", que "les difficultés institutionnelleset politiques qu'a connues la Belgique en 2008 ont constituéle terreau dont s'est nourri le groupe d'action ultranationalisteVoorpost pour poursuivre ses traditionnelles actionsteintées de nationalisme flamand (...)" et que "le Voorpostbénéficie certes souvent du soutien de l'organisation estudiantineultranationaliste "Nationalistische Studentenvereniging"(NSV) et de certaines branches du "KatholiekVlaams Hoogstudentenverbond"(KVHV)".1. La Sûreté de l'État a-t-elle pour tâche de contrôler lenationalisme flamand?2. Wat wordt met de term "ultranationalistisch" bedoeld? 2. Qu'entend-on par "ultranationaliste"?3. In hetzelfde hoofdstuk lees ik dat nogal wat Vlaamsnationalistener expliciete antiliberale standpunten opnahouden, waarbij wordt gepleit voor sociaal-economischeveranderingen.Kan u meedelen wat de Staatsveiligheid met deze ideeënte maken heeft?3. Dans le même chapitre, on peut aussi lire que de nombreuxnationalistes flamands ont des conceptions antilibéralesexplicites prônant l'introduction de changementséconomiques et sociaux.Pourriez-vous m'indiquer en quoi la Sûreté de l'État estconcernée par ces idées?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201075DO 2009201015067Vraag nr. 706 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSonja Becq van 23 februari 2010 (N.) aan deminister van Justitie:Raadpleging van het Rijksregister door gerechtsdeurwaarders.Tijdens de bespreking van het wetsvoorstel inzake debetekening in strafzaken werd ons vermeld dat gerechtsdeurwaardersrechtstreeks het Rijksregister kunnen consulterenin functie van het betekenen van exploten en hettenuitvoerleggen van gerechtelijke beslissingen (wetsvoorsteltot wijziging van diverse bepalingen wat de betekeningen de kennisgeving bij gerechtsbrief betreft, ParlementaireStukken, Kamer, 2007-2008, nrs. 1211/1 tot 9).1. Op grond van welke wetgeving zijn zij hiertoebevoegd?2. Kan dit enkel in het kader van een concreet dossier ofkunnen ze van willekeurig wie het Rijksregister inzien?3. Hoe wordt hierop controle uitgeoefend en op welkemanier?4. In hoeverre zijn gerechtsdeurwaarders strafbaar (welkestraffen) indien ze deze gegevens doorverkopen aan bijvoorbeeldverzekeringsmaatschappijen?5. Wat is de werkelijke kostprijs van een raadpleging vanhet Rijksregister en wat is de kostprijs die gerechtsdeurwaardershiervoor aanrekenen?DO 2009201015067Question n° 706 de madame la députée Sonja Becq du23 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :Consultation du Registre national par des huissiers de justice.Lors de l'examen de la proposition de loi relative à lasignification en matière pénale, il nous avait été dit que leshuissiers de justice sont habilités à consulter directement leRegistre national dans le cadre de la signification parexploit d'huissier de justice et de l'exécution des décisionsjudiciaires (proposition de loi modifiant diverses dispositionsen ce qui concerne la signification et la notificationpar pli judiciaire, Documents parlementaires, Chambre,2007-2008, n°s 1211/1 à 9).1. Sur la base de quelle législation y sont-ils habilités?2. La consultation du Registre national n'est-elle autoriséeque dans le cadre d'un dossier concret ou les huissiersde justice peuvent-ils consulter les données de tout un chacun?3. Quel contrôle est-il prévu et selon quelles modalitésest-il organisé?4. Dans quelle mesure les huissiers de justice sont-ilspunissables (et quelles peines encourent-ils) s'ils revendentdes données, par exemple à des sociétés d'assurance?5. Quel est le coût réel d'une consultation du Registrenational et quels frais les huissiers de justice facturent-ilsdans ce cadre?DO 2009201015069Vraag nr. 707 van de heer volksvertegenwoordigerFrancis Van den Eynde van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Justitie:Jaarverslag van de Staatsveiligheid. - Het begrip "extremisme".In haar jaarverslag 2008 heeft de Staatsveiligheid hetregelmatig over "extremisme".Welke definitie met betrekking tot dit begrip wordtgehanteerd?DO 2009201015069Question n° 707 de monsieur le député FrancisVan den Eynde du 23 février 2010 (N.) auministre de la Justice :Rapport annuel de la Sûreté de l'État. - La notion d'"extrémisme".Dans son rapport annuel 2008, la Sûreté de l'État parlerégulièrement d'"extrémisme".Quelle est la définition retenue pour cette notion?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

76 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015071Vraag nr. 708 van de heer volksvertegenwoordiger FilipDe Man van 23 februari 2010 (N.) aan de ministervan Justitie:De procedure tot vervallenverklaring van de Belgischenationaliteit.Artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit(WBN) regelt de procedure tot vervallenverklaring van deBelgische nationaliteit van de Belgen die hun nationaliteitniet hebben verkregen van een ouder die Belg was op dedag van hun geboorte en van de Belgen aan wie de Belgischenationaliteit niet werd toegekend op grond van artikel11 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit.De vervallenverklaring kan worden uitgesproken indiende betrokkene de Belgische nationaliteit heeft verkregenop frauduleuze wijze (artikel 23, §1, 1° WBN) dan welindien hij/zij ernstig tekortkomt aan zijn/haar verplichtingenals Belgische burger (artikel 23, §1, 2° WBN).Sinds de Tweede Wereldoorlog leidde artikel 23 WBNeen sluimerend bestaan. De vervallenverklaring werdbeschouwd als een uitzonderlijke procedure. In de praktijkwerd er geen gebruik van gemaakt. Pas de laatste jaren is ermeer belangstelling gekomen voor de procedure tot vervallenverklaring.Onder meer in de Algemene BeleidsnotaJustitie bij de begroting 2010 werd een uitbreiding van demogelijkheden tot het uitspreken van de vervallenverklaringin het vooruitzicht gesteld.In antwoord op mijn vraag nr. 15770, gesteld in de commissieop 10 november 2009, deelde de minister van Justitiemee dat er gedacht wordt aan een vervallenverklaringbij welbepaalde misdaden (Integraal Verslag, Kamer,2009-2010, commissie voor de Justitie, 10 november 2009,CRIV 52 COM 688, blz. 15). Hij voegde daaraan toe datde wetteksten daarover nog hetzelfde jaar zouden ingediendworden. In De Morgen van 28 januari 2010 stondevenwel te lezen dat de verstrenging van de wettekstenover - onder meer - de nationaliteitswetgeving uitblijftomdat men binnen de regering niet tot overeenstemmingkomt over dit onderwerp.1. Kan u meedelen hoeveel keer de vervallenverklaringvan de Belgische nationaliteit werd uitgesproken sinds1 januari 2001 indien mogelijk, of alleszins gegevens voorde jongste vijf jaar?2. a) In hoeveel gevallen werd de vervallenverklaring uitgesprokenwegens fraude (artikel 23, §1, 1° WBN)?b) In welke rechtsgebieden werden deze arresten gewezen?DO 2009201015071Question n° 708 de monsieur le député Filip De Man du23 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :La procédure de déchéance de la nationalité belge.L'article 23 du Code de la Nationalité belge (CNB) règlela procédure de déchéance de la nationalité belge des Belgesqui n'ont pas acquis leur nationalité d'un auteur denationalité belge au jour de leur naissance et des Belges àqui la nationalité belge n'a pas été accordée sur la base del'article 11 du Code de la Nationalité belge.La déchéance peut être prononcée si l'intéressé a acquisla nationalité belge de manière frauduleuse (article 23, §1,1° CNB) ou si il/elle manque gravement à ses devoirs decitoyen belge (article 23, §1, 2° CNB).Depuis la deuxième guerre mondiale, l'article 23 du CNBétait en état de veille. La déchéance était considéréecomme une procédure exceptionnelle et n'était pas appliquée.Ce n'est que ces dernières années que la procédure dedéchéance a connu un certain regain d'intérêt. Dans lecadre du budget 2010, la Note de politique générale de laJustice promettait l'extension des possibilités de déchéancede la nationalité.En réponse à ma question n° 15770, posée en commission,le 10 novembre 2009, le ministre de la Justice aannoncé qu'une déchéance pourrait être envisagée pourcertaines crimes précis (Compte Rendu Intégral, Chambre,2009-2010, commission de la Justice, 10 novembre 2009,CRIV 52 COM 688, p. 15). Il ajoutait que les textes de loiseraient encore déposés avant la fin de l'année. Dans l'éditiondu 28 janvier 2010 du quotidien De Morgen on pouvaitcependant lire que le renforcement des texteslégislatifs, notamment en matière de nationalité, tardait enraison de l'absence d'unanimité à ce sujet au sein du gouvernement.1. Pouvez-vous indiquer combien de fois, si possibledepuis le 1er janvier 2001 ou en tout cas au cours de cescinq dernières années, la déchéance de la nationalité belgea été prononcée?2. a) Combien de fois la déchéance a été prononcée enraison de fraude (article 23, §1, 1° CNB)?b) Dans quelles juridictions ces arrêts ont-ils été prononcés?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010773. a) In hoeveel gevallen werd de vervallenverklaring uitgesprokenomwille van het "tekortkomen aan de verplichtingenals Belgische burger" (artikel 23, §1, 2° WBN)?b) Kan u nader bepalen welke feiten aan deze beslissingenten grondslag lagen?c) In welke rechtsgebieden werden deze arresten gewezen?4. Hoeveel procedures werden afgehandeld zonder dat zijuitmondden in de vervallenverklaring van de nationaliteitvan de gedaagde?5. a) Hoeveel procedures tot vervallenverklaring zijnmomenteel nog lopende?b) Welke feiten liggen aan de vorderingen tot vervallenverklaringten gronde?3. a) Combien de fois la déchéance a été prononcée enraison de "manquements graves aux devoirs de citoyenbelge" (article 23, §1, 2° CNB)?b) Pouvez-vous préciser les faits ayant dicté ces décisions?c) Dans quelles juridictions ces arrêts ont-ils été prononcés?4. Combien de procédures n'ont pas débouché sur unedéchéance de la nationalité de la personne assignée?5. a) Combien de procédures de déchéance sont actuellementen cours?b) Quels sont, sur le fond, les faits à la base des actionsen déchéance?c) Voor welke hoven van beroep dienen deze zaken? c) Quelles sont les juridictions d'appel où ces affairessont traitées?6. Bent u van oordeel dat de grond "tekortkomen aan deverplichtingen als Belgische burger" voldoende precies isgeformuleerd opdat deze door de hoven van beroep zoudenkunnen worden gehanteerd?7. a) Wanneer zal het wetsontwerp tot uitbreiding van demogelijkheden tot vervallenverklaring ingediend wordenin het Parlement?6. Estimez-vous que la formulation du motif "pour manquementsgraves à ses obligations de citoyen belge" estsuffisamment précise pour pouvoir être appliqué par lescours d'appel?7. a) Quand le projet de loi élargissant les possibilités dedéchéance sera-t-il déposé au Parlement?b) Waarom is dat nog niet gebeurd? b) Pourquoi n'a-t-il pas encore été déposé?8. Tot welke gevallen zal de mogelijkheid tot vervallenverklaringvan de Belgische nationaliteit worden uitgebreid?8. À quels cas la possibilité de déchéance de la nationalitébelge sera-t-elle élargie?DO 2009201015094Vraag nr. 709 van mevrouw de volksvertegenwoordigerCarina Van Cauter van 23 februari 2010 (N.) aande minister van Justitie:DO 2009201015094Question n° 709 de madame la députée CarinaVan Cauter du 23 février 2010 (N.) au ministre dela Justice :De beheersing van de gerechtskosten (MV 19111). La maîtrise des frais de justice. (QO 19111)ln de beleidsnota van november 2009 werd verwezennaar een rapport van de Commissie voor de Moderniseringvan de Rechterlijke Orde om de gerechtskosten beter tebeheersen. Ik verneem dat de Commissie thans opnieuw deregering zou aangeschreven hebben en dan meer in het bijzondermet betrekking tot de telefonietarieven bij registratieen aftapping.1. Welke stappen werden sedert het rapport ondernomenom de gerechtskosten te beheersen en welke zullen in detoekomst worden genomen?2. Klopt de berichtgeving dat een besparing van 12 tot 15miljoen euro mogelijk zou zijn?Il est fait référence dans la note de politique de novembre2009 à un rapport de la Commission de Modernisation del'Ordre judiciaire prônant une meilleure maîtrise des fraisde justice. Il m'est revenu que ladite Commission aurait ànouveau récemment attiré l'attention du gouvernement surce problème et plus particulièrement sur la question destarifs applicables à l'enregistrement et à l'écoute de communicationstéléphoniques.1. Quelles initiatives ont été prises depuis la rédaction dece rapport en vue de maîtriser les frais de justice et quellesdémarches seront encore prises à l'avenir?2. Les informations selon lesquelles l'économie potentielleserait de 12 à 15 millions d'euros sont-elles exactes?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

78 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015095Vraag nr. 710 van de heer volksvertegenwoordigerWillem-Frederik Schiltz van 23 februari 2010(N.) aan de minister van Justitie:Te hoge tarieven voor afluisteren, telefoonregistratie enDNA-analyse bij Justitie (MV 19010).Om de gerechtskosten binnen de perken te houden,bezoekt de Commissie voor de modernisering van degerechtelijke orde alle gerechtelijke arrondissementen.Aan de hand van tal van besparingsmaatregelen, trachtmen de magistraten aan te sporen tot zuiniger gedrag. Zomoet er bij Justitie dit jaar 25 miljoen euro bespaard wordenop middelen en personeel.Toch worden bepaalde terreinen ongemoeid gelaten,ondanks hun potentieel op besparingen. Zo blijkt uit eenstudie van de federale politie dat de telefoniekosten op hetgebied van telefoonregistratie en -aftappen met 12 tot 15miljoen zouden verminderd kunnen worden. In 2009 liependie kosten op tot bijna 20 miljoen euro. Bovendien blijkende kosten ook elk jaar spectaculair toe te nemen. Zo nam in2009 het bedrag voor telefonie toe met 3,5 miljoen euro tenopzicht van 2008. Zeer merkwaardig is echter, dat de telecom-operatorenin Frankrijk en Nederland deze gegevensover telefoonaftappen en -registratie grotendeels gratis terbeschikking stellen aan Justitie.Daarnaast blijkt ook dat Justitie te veel betaalt voorDNA-testen. In 2009 ging het om 7,5 miljoen euro. Bovendienzouden, in vergelijking met de normale tarieven, dehonoraria voor genetisch onderzoek een stuk hoger liggen.1. Heeft u weet van de inconsistentie van besparingsplannenbinnen Justitie?2. a) Bent u bereid concrete initiatieven te nemen omdeze inconsistentie opnieuw recht te trekken?DO 2009201015095Question n° 710 de monsieur le député Willem-Frederik Schiltz du 23 février 2010 (N.) auministre de la Justice :Tarifs trop élevés pour les enregistrements et les écoutestéléphoniques ainsi que les analyses ADN au sein dudépartement de la Justice. (QO 19010).Dans le but de limiter les frais judiciaires, la Commissionde modernisation de l'ordre judiciaire effectue des visitesdans l'ensemble des arrondissements judiciaires. Le but estde proposer des mesures d'économie et d'inciter les magistratsà se montrer économes. Cette année, le départementde la Justice doit en effet économiser 25 millions d'eurossur les plans tant humain que matériel.Or certains domaines ne semblent pas être pris en comptealors que de sérieuses économies pourraient y être réalisées.Il ressort ainsi d'une étude de la police fédérale queles coûts liés aux enregistrements et aux écoutes téléphoniquespourraient être réduits de 12 à 15 millions d'euros. En2009 les coûts en question se sont élevés à pratiquement 20millions d'euros. Il apparaît en outre que lesdits coûts augmententchaque année de manière spectaculaire. C'est ainsiqu'en 2009 le montant pour la téléphonie a augmenté de3,5 millions d'euros par rapport à 2008. Etonnamment, enFrance et aux Pays-Bas les opérateurs télécom mettent engrande partie gratuitement à la disposition de la Justice lesdonnées relatives aux enregistrements et aux écoutes téléphoniques.Il semblerait en outre que le département de la Justicepaie trop cher les tests ADN. Il a ainsi déboursé 7,5 millionsd'euros dans ce cadre en 2009. Les honoraires pourles recherches génétiques seraient par ailleurs nettementplus élevés que les tarifs normaux.1. Etes-vous conscient du manque de cohérence des plansd'économie au sein du département de la Justice?2. a) Etes-vous disposé à prendre des initiatives concrètespour y remédier?b) Zo ja, welke initiatieven en binnen welke tijdstermijn? b) Dans l'affirmative, quelles initiatives êtes-vous disposéà prendre et dans quel délai?c) Zo neen, waarom niet? c) Dans la négative, pourquoi?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201079DO 2009201012873Vraag nr. 711 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 24 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Justitie:DO 2009201012873Question n° 711 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 24 février 2010 (Fr.) au ministre de la Justice :Opmars van aids in Azië. Progression du sida en Asie. (QE 515)Volgens een rapport van UNAIDS dat op 11 augustus2009 gepubliceerd werd, lopen 50 miljoen vrouwen inAzië het risico met het aidsvirus besmet te worden doorhun sekspartner. Vorig jaar waren 35 procent van de seropositievenin Azië vrouwen, tegen 17 procent in 1990. Deaidsepidemie blijft in Azië een probleem als gevolg vanonveilig vrijen, het gemeenschappelijk gebruik vanbesmette injectienaalden door meerdere drugsgebruikersen onbeschermde seksuele handelingen.1. Zal UNAIDS een specifiek preventiebeleid voor deAziatische vrouwen uitwerken om de opmars van het aidsvirusin Azië te stoppen?2. Volgens UNAIDS vormen de Aziatische mannen dievoor seks betalen de grootste met het hiv-virus besmettebevolkingsgroep.a) Hoe moet men de evolutie van de strijd tegen prostitutieen sekstoerisme in Azië beoordelen?b) Vindt België dat de dwingende wettelijke bepalingenvolstaan of moet de regelgeving, in het bijzonder op hetEuropese niveau, verder worden uitgebouwd?Selon un rapport publié le 11 août 2009 par l'ONUSIDA,en Asie, 50 millions de femmes sont exposées au risque decontracter le virus du sida avec leur partenaire intime. L'andernier, les femmes représentaient 35% des infections auVIH en Asie, contre 17% en 1990. L'épidémie du sida enAsie reste problématique par les rapports sans protection,l'utilisation commune de matériel d'injection contaminé parles consommateurs de drogues injectables et les actessexuels non protégés.1. L'ONUSIDA compte-t-elle mettre en place une politiquespécifique de prévention pour les femmes asiatiquesafin de tenter d'enrayer la progression du virus en Asie?2. Selon l'ONUSIDA, les hommes asiatiques qui achètentdes rapports sexuels représentent le premier groupe depopulation infecté.a) Comment juger l'évolution de la lutte contre la prostitutionet le tourisme sexuel en Asie?b) La Belgique estime-t-elle que l'encadrement légalcoercitif est suffisant ou faudrait-il renforcer l'arsenallégislatif, notamment au niveau européen?DO 2009201015104Vraag nr. 712 van mevrouw de volksvertegenwoordigerValérie De Bue van 24 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Justitie:Alternatieve straffen.De gerechtelijke alternatieve straffen vormen een goedalternatief voor de klassieke sancties, die overtreders nietecht inzicht bieden in hun verantwoordelijkheid. Dat geldtin het bijzonder voor verkeersovertredingen, en dan vooralbij jonge bestuurders. Een aantal politierechtbanken enzelfs parketten stellen een alternatieve maatregel voor bijzware overtredingen zoals zware snelheidsovertredingen,rijden onder invloed van alcohol en drugs, mobiel telefonerentijdens het rijden, onverzekerd rijden, enz. Wat meerbepaald de tweewielers betreft, vormen het rijden zonderhelm en het opvoeren van bromfietsen zware overtredingen.DO 2009201015104Question n° 712 de madame la députée Valérie De Buedu 24 février 2010 (Fr.) au ministre de la Justice :Peines alternatives.Les peines judiciaires alternatives constituent une solutionprobante aux sanctions classiques qui ne permettentpas de responsabiliser de manière effective les contrevenants.C'est particulièrement vrai en matière de roulage etnotamment pour les jeunes conducteurs. Un certain nombrede tribunaux de police, voire même de parquets proposentune mesure alternative pour des infractions gravestelles que les importants excès de vitesse, la conduite sousinfluence d'alcool et drogue, l'usage du téléphone portable,le défaut d'assurance, etc. Plus particulièrement en matièrede deux roues, le non-port du casque, ainsi que la transformationdes cyclomoteurs pour débrider la vitesse constituentdes infractions graves.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

80 QRVA 52 10029-03-2010Diverse verenigingen zonder winstoogmerk trachten deovertreders zo goed mogelijk bewust te maken van hunverkeersgedrag. Ze bieden onder meer cursussen defensiefrijden aan, en organiseren bezoeken aan ziekenhuizen,maar ze worden daar weinig of niet voor gefinancierd.1. Hoe dikwijls werden er de afgelopen drie jaar alternatievestraffen opgelegd, per arrondissement?Des associations sans but lucratif existent et conscientisentautant que possible les contrevenants. Elles proposentnotamment des cours de conduite défensive et des visitesdans des hôpitaux, mais ne sont que peu ou pas financées.1. Quels sont les chiffres d'utilisation des peines alternativespar arrondissement sur les trois dernières années?2. a) Met welk resultaat? 2. a) Quels sont les résultats?b) Beïnvloeden die straffen de recidive? b) Ces peines ont-elles un effet sur la récidive?3. Welk budget wordt er uitgetrokken om het gebruik vande alternatieve straffen te bevorderen?3. Quel budget est prévu pour favoriser l'usage de cespeines alternatives?DO 2009201015105Vraag nr. 713 van mevrouw de volksvertegenwoordigerKattrin Jadin van 24 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Justitie:Omzetting van Europese richtlijn 2006/24/EG die de telecomoperatorenverplicht privégegevens bij te houden(MV 18969 + 18970)Op 26 januari 2010 gaf de staatssecretaris voor EuropeseZaken mij, met betrekking tot de omzetting van de Europeserichtlijn 2006/24/EG, de toelichting dat die omzettingeen bevoegdheid is van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen, de minister van Justitie en de ministervan Binnenlandse Zaken.Die richtlijn verplicht de telecomoperatoren en de leveranciersvoor internettoegang een hele reeks privégegevenste bewaren. Het betreft de contacten tussen alle gebruikerszonder onderscheid, met name de verzender, de ontvanger,de duur van de contacten, het uur, het soort communicatie(sms, e-mail en dergelijke), het gaat niet om de inhoud vande boodschappen.Ik begrijp uiteraard het doel van de tekst, namelijk beterde strijd tegen terreuractiviteiten te kunnen voeren, maar ikheb ook oor voor de algemene ontevredenheid die onder degebruikers ontstaat, in het bijzonder bij degenen die doorhet beroepsgeheim gebonden zijn (advocaten, artsen enjournalisten).Ik plaats vraagtekens bij de noodzaak om, in naam van deterreurdreiging, zo ver te gaan, en alle burgers als verdachtente beschouwen. De Liga voor de mensenrechten, deOrde van Franstalige en Duitstalige balies, de Verenigingvan beroepsjournalisten, om er maar enkele op te sommen,hebben al aan de alarmbel getrokken.DO 2009201015105Question n° 713 de madame la députée Kattrin Jadindu 24 février 2010 (Fr.) au ministre de la Justice :La transposition de la directive européenne 2006/24/CEimposant aux Télécoms la sauvegarde des données privées.(QO 18969 + 18970)Le 26 janvier 2010 le secrétaire d'État aux Affaires européennes,concernant la transposition de la directive européenne2006/24/CE m'a précisé que cette transpositionrelève de la compétence du ministre pour l'Entreprise et laSimplification, du ministre de la Justice et du ministre del'Intérieur.Cette directive impose aux opérateurs de télécommunicationainsi qu'aux fournisseurs d'accès internet, de sauvegardertoute une série de données privées. Celles-ciconcernent les contacts entre tous les utilisateurs, sans distinctionet portent sur l'émetteur, le récepteur, la durée descontacts, l'heure, le type de communication (SMS, courriel,etc.), le contenu des messages n'étant pas visé.Si je comprends bien l'objectif de ce texte, qui est de permettreune meilleure lutte contre les activités terroristes,j'entends aussi le mécontentement général qui gagne lesutilisateurs, notamment dans le chef de celles et ceux quisont soumis au secret professionnel (avocats, médecins etjournalistes notamment).Je m'interroge sur la nécessité, au nom de la menace terroriste,d'aller si loin et de considérer l'ensemble descitoyens comme suspects. La ligue des droits de l'homme,l'Ordre des barreaux francophones et germanophone,l'Association des journalistes professionnels, pour ne citerqu'eux, ont d'ores et déjà tiré la sonnette d'alarme.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201081Volgens de informatie die uw collega, de staatssecretarisvoor Europese Zaken, de heer Chastel, verstrekt heeft,blijkt dat een voorontwerp van wet tot wijziging van artikel126 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronischecommunicatie en een ontwerp van koninklijkbesluit tot vaststelling van de te bewaren gegevens, werdenuitgewerkt. Daarin staat dat de tijd voor het bewaren vande gegevens twaalf maanden bedraagt en naar verluidtheeft de Privacycommissie een gunstig advies uitgebrachtheeft over dat punt en de tekst in zijn geheel.Selon les informations fournies par votre collègue, lesecrétaire d'État aux Affaires européennes, monsieur Chastel,il apparaît qu'un avant-projet de loi modifiant l'article126 de la loi du 13 juin 2005 relative aux les communicationsélectroniques et un projet d'arrêté royal fixant lesdonnées à conserver ont été élaborés. Ceux-ci prévoient untemps de conservation des données de douze mois et ilsemble que la Commission de la vie privée ait rendu unavis favorable sur ce point, comme sur l'ensemble du texte.1. Hoe rechtvaardigt u die duur van twaalf maanden? 1. Comment justifiez-vous cette durée de douze mois?2. a) Bent u benaderd geworden door gebruikers diegebonden zijn door het beroepsgeheim?2. a) Avez-vous été sollicitée par les utilisateurs soumisau secret professionnels?b) Zo ja, wat vinden zij van het ontwerp van de regering? b) Si oui, que pensent-ils du projet du gouvernement?DO 2009201015106Vraag nr. 714 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 24 februari 2010 (N.) aan deminister van Justitie:Huisjesmelkers.Huisjesmelkers blijven een maatschappelijk probleem,en moeten met de nodige daadkracht worden aangepakt.Het kan niet dat mensen, die meestal al in erge miserie verkeren,nog eens financieel worden uitgebuit. Het betreftdan nog eens meestal zeer armtierige bewoning waar de"huurders" schandalig hoge prijzen voor moeten betalen.Goed dus dat de overheid hiertegen optreedt, al stelt zichde vraag naar cijfergegevens op dit vlak.1. Kan u cijfergegevens meedelen voor de jongste vijfjaar betreffende de vervolging van huisjesmelkers over eenaantal jaren?2. Zijn er significante verschillen tussen de Gewesten ophet vlak van bestrijding van huisjesmelkers en vervolgingdoor Justitie?DO 2009201015106Question n° 714 de monsieur le député Peter Logghe du24 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :Marchands de sommeil.Les pratiques des marchands de sommeil demeurent unproblème de société qui appelle une approche ferme. Il estinacceptable que des personnes qui, souvent, se retrouventdéjà dans une situation des plus précaires, soient en outreexploitées sur le plan financier. Par ailleurs, il s'agit le plussouvent de logements miteux loués à des prix scandaleusementélevés. Si l'on ne peut dès lors que se réjouir de touteinitiative prise par le gouvernement à cet égard, l'on peut sedemander si des données chiffrées existent concernant cephénomène.1. Pourriez-vous communiquer des chiffres quant auxprocédures judiciaires intentées contre des marchands desommeil au cours des cinq dernières années?2. Existe-t-il des différences significatives par Région ence qui concerne la lutte contre les marchands de sommeil etles poursuites judiciaires à leur encontre?3. a) Hoe zit het met de straffen? 3. a) Quelles peines ont été prononcées dans ce contexte?b) Wat is de verhouding tussen geldboetes en gevangenisstraffenwat betreft huisjesmelkers in de betrokken periode?b) Quel est le rapport entre les amendes et les peinesd'emprisonnement infligées aux marchands de sommeilpendant cette même période?c) Zijn daar cijfergegevens over? c) Existe-t-il des données chiffrées à ce sujet?4. Wat is de graad van recidive bij huisjesmelkers? 4. Combien de marchands de sommeil se rendent coupablesde récidive?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

82 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201011911Vraag nr. 718 van mevrouw de volksvertegenwoordigerAlexandra Colen van 24 februari 2010 (N.) aande minister van Justitie:Sharia-rechtbanken in het Verenigd Koninkrijk. (SV 36)1. a) Bent u bekend met de berichten over het bestaan van85 sharia-rechtbanken in Groot-Brittannië, zoals recentelijkgemeld door ettelijke Britse kranten?http://www.telegraph.co.uk/news/newstopics/religion/5675166/At-least-85-sharia-courts-operating-in-Britainsays-Civitas-report.htmlDO 2009201011911Question n° 718 de madame la députée AlexandraColen du 24 février 2010 (N.) au ministre de laJustice :Tribunaux de la charia au Royaume-Uni.1. a) Êtes-vous informé de l'existence au Royaume-Unide 85 tribunaux de la charia rapportée par plusieurs journauxbritanniques?http://www.dailymail.co.uk/news/article-1196165/Britain-85-sharia-courts-The-astonishing-spread-Islamic-justice-closed-doors.htmlhttp://www.dailymail.co.uk/news/article-1196165/Britain-85-sharia-courts-The-astonishing-spread-Islamic-justice-closed-doors.htmlhttp://www.telegraph.co.uk/news/newstopics/religion/5675166/At-least-85-sharia-courts-operating-in-Britainsays-Civitas-report.htmlb) Is dit bericht juist? b) Cette information est-elle exacte?2. a) Deelt u de mening dat sharia en democratie en vrijheidniet samengaan en dat formele of informele shariarechtspraaknooit mag worden geaccepteerd en met krachtmoet worden bestreden?2. a) Partagez-vous l'opinion selon laquelle charia etdémocratie et liberté sont incompatibles et qu'il faut interdireet farouchement combattre la jurisprudence formelleou informelle de ces tribunaux de la charia?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?3. a) Worden er in ons land eveneens conflicten volgenshet sharia-recht beslecht door imams of anderen in of buitenmoskeeën?b) Is de minister van Justitie bereid hiernaar een uitvoerigonderzoek te laten verrichten?3. a) Dans notre pays, des imams ou d'autres personnesstatuent-ils également sur des conflits en vertu du droit dela charia à l'intérieur ou à l'extérieur des mosquées?b) Le ministre de la Justice est-il disposé à ordonner uneenquête approfondie à ce sujet?c) Zo neen, waarom niet? c) Dans la négative, pourquoi?4. a) Deelt de minister van Justitie de mening dat er inons land nooit formele of informele sharia-rechtspraakmag komen dan wel voorkomen moet worden dat er in onsland door imams of anderen conflicten worden beslecht opgrond van het islamitisch recht?4. a) Le ministre de la Justice partage-t-il l'opinion selonlaquelle notre pays doit interdire toute jurisprudence formelleou informelle de tribunaux de la charia et empêcher àtout prix que, dans notre pays, des imams ou d'autres personnesstatuent sur des conflits en vertu du droit islamique?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi?5. a) Is de minister van Buitenlandse Zaken bereid deBritse regering ertoe te bewegen deze 85 sharia-rechtbankenonmiddellijk te sluiten?5. a) Le ministre des Affaires étrangères est-il disposé àdemander au gouvernement britannique à fermer immédiatementces 85 tribunaux de la charia?b) Welke stappen overweegt hij hiertoe te nemen? b) Quelles démarches envisage-t-il en la matière?c) Zo neen, waarom niet? c) Dans la négative, pourquoi?d) Zijn er andere EU-landen waar formele of informelesharia-rechtbanken zijn?d) Des tribunaux de la charia formels ou informels existent-ilsdans d'autres pays de l'UE?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201083DO 2009201013287Vraag nr. 719 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 24 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Justitie:Gewelddadige straatbendes.De Franse Assemblée nationale heeft, in het kader van debestrijding van groepsgeweld en geweld op school, op29 juni 2009 een wetsvoorstel goedgekeurd waarin het deeluitmaken van een gewelddadige bende strafbaar wordtgesteld.In artikel 1 van de wet wordt een nieuw misdrijf geïntroduceerd:het bewust deel uitmaken van een groep, zelfs éénvan tijdelijke aard, met als oogmerk, zoals blijkt uit één ofmeerdere materiële feiten, het plegen van opzettelijkgeweld tegen personen of het vernielen of beschadigen vaneigendommen, wordt bestraft met drie jaar gevangenisstrafen 45.000 euro boete.Meent u dat het zinvol zou zijn om een soortgelijke wetin België in te voeren?DO 2009201013287Question n° 719 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 24 février 2010 (Fr.) au ministre de la Justice :Les bandes urbaines violentes. (QE177)L'Assemblée nationale française a adopté le 29 juin 2009l'instauration d'un délit d'appartenance à une bande violentecontre les violences de groupes et à l'école.La loi instaure dans son article 1er un nouveau délit: "Lefait de participer, en connaissance de cause, à un groupement,même formé de façon temporaire, qui poursuit lebut, caractérisé par un ou plusieurs faits matériels, de commettredes violences volontaires contre les personnes oudes destructions ou dégradations de biens, est puni de troisans d'emprisonnement et de 45.000 euros d'amende".À votre estime, une telle loi aurait-elle sa raison d'être enBelgique?DO 2009201015116Vraag nr. 721 van de heer volksvertegenwoordiger BertSchoofs van 24 februari 2010 (N.) aan de ministervan Justitie:FOD Justitie. - Contracten met de telecomoperatoreninzake telefoonregistratie en telefoontap. - Kosten. (MV19050)Naar verluidt zou de regering tientallen miljoenen euro'skunnen besparen op de kosten voor telefoonregistratie entelefoontap.Het zou echter handelen om "contracten die niet eenzijdigkunnen worden herroepen", aldus een woordvoerdervan de minister.In sommige buurlanden zouden de voormelde kostenvrijwel niet aangerekend worden door de operatoren.1. Hoevel bedroegen de exacte kosten van respectievelijktelefoonregistratie en telefoontap in het jaar 2007, 2008 en2009?DO 2009201015116Question n° 721 de monsieur le député Bert Schoofs du24 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :SPF Justice. - Les contrats signés avec les opérateurs detélécommunications pour l'enregistrement et l'écoute deconversations téléphoniques. - Coûts. (QO 19050)Le gouvernement pourrait semble-t-il économiser plusieursdizaines de millions d'euros sur les coûts d'enregistrementet d'écoute de conversations téléphoniques.Selon un porte-parole du ministre, les contrats en questionne seraient cependant pas révocables unilatéralement.Dans certains pays voisins, ces coûts ne seraient guèrefacturés par les opérateurs.1. À combien se sont élévés précisément les coûts facturésrespectivement pour l'enregistrement et pour l'écoute deconversations téléphoniques en 2007, 2008 et 2009?2. Hoeveel is hiervoor begroot in 2010? 2. Quel est le coût estimé de ces opérations pour 2010?3. Op welke basis worden contracten met operatorengesloten?4. a) Wat houden deze contracten in op het vlak van kostenberekening?b) Wat is de respectievelijke duurtijd en wat zijn deopzeggingsmogelijkheden?5. Waarom kan er geen voorbeeld genomen worden aanbijvoorbeeld Frankrijk en Nederland?3. Sur quelle base les contrats sont-ils conclus avec lesopérateurs?4. a) Quelle est la teneur de ces contrats sur le plan ducalcul des coûts?b) Quelle est la durée respective de ces contrats et quellesen sont les possibilités de résiliation?5. Pourquoi ne pourrions-nous pas nous inspirer, parexemple, du modèle français ou néerlandais?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

84 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015117Vraag nr. 722 van mevrouw de volksvertegenwoordigerEls De Rammelaere van 24 februari 2010 (N.) aande minister van Justitie:Kostprijs voor telefoonregistratie en telefoonaftappen.(MV 19016)De kosten voor telefoonregistratie en -aftappen lopen inons land op tot een 20 miljoen euro. Dat blijkt uit een studievan de federale politie.In andere landen (Nederland, Frankrijk) worden dezegegevens grotendeels gratis aangeboden.De Commissie voor de modernisering van de rechterlijkeorde heeft, naar verluidt, in een brief gevraagd om opnieuwte onderhandelen over de contracten met de Belgische telecommoperatorenom tot redelijke tarieven te komen.U reageerde reeds dat er nog geen concrete initiatievenzijn om over de contracten opnieuw te onderhandelen.In het kader van de besparingen moeten allerlei pistesbekeken worden.1. Overweegt u om ook de contracten met de telecomoperatorenopnieuw te bekijken en te onderhandelen?DO 2009201015117Question n° 722 de madame la députée ElsDe Rammelaere du 24 février 2010 (N.) auministre de la Justice :Coût de l'enregistrement et de l'écoute de conversationstéléphoniques (QO 19016)Selon une étude de la police fédérale, le coût de l'enregistrementet de l'écoute de conversations téléphoniquesreprésente environ 20 millions d'euros dans notre pays.Dans d'autres pays (les Pays-Bas, la France), l'accès à cesinformations est généralement gratuit.Il semblerait que la Commission de modernisation del'ordre judiciaire ait demandé dans un courrier que lescontrats conclus avec les opérateurs de télécommunicationsbelges soient renégociés pour obtenir des tarifs raisonnables.Vous avez déjà réagi en disant qu'aucune initiativeconcrète n'avait été prise à ce jour pour renégocier lescontrats.Pour réaliser des économies, toutes les pistes doivent êtreexaminées.1. Envisagez-vous de réexaminer et de renégocier lescontrats conclus avec les opérateurs de télécommunications?2. Zo ja, hoe denkt u dit aan te pakken? 2. Dans l'affirmative, comment pensez-vous réduire leurcoût?3. Zo neen, waarom niet? 3. Dans la négative, pourquoi ne renégociez-vous pas lescontrats?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201085DO 2009201015120Vraag nr. 724 van de heer volksvertegenwoordiger BartLaeremans van 24 februari 2010 (N.) aan deminister van Justitie:De organisatie "Al Minara".Eind januari 2010 veroorzaakte de uitzending op "Eén"van het eerste deel van de reeks "In Godsnaam" heel watdeining. In die uitzending werden onder meer de activiteitengevolgd van de organisatie Al Minara. Deze verenigingwerd enkele jaren geleden opgericht en richt zich in hoofdzaakop Vlaamse meisjes en vrouwen die zich tot de islambekeerd hebben of willen bekeren. Naar eigen zeggen zoude vereniging reeds ongeveer 700 leden tellen. De werkinggebeurt onder de vorm van steunpunten per streek of regio.In de uitzending was er sprake van dat Al Minara zougesponsord worden vanuit Saoedi-Arabië. Een van de spilfigurenvan de organisatie zou bovendien niemand minderdan de omstreden imam Nordine Taouil zijn. Over Taouilzei de baas van de Belgische Staatsveiligheid AlainWinants vorig jaar dat hij dient beschouwd te worden alseen extremistische moslim van salafistisch-wahabitischestrekking, die actief militeert in salafistische kringen inbinnen- en buitenland. Het gaat om een strekking die wilterugkeren naar de oorspronkelijke islam en alle Westerseinvloeden op de islam verwerpt.1. a) Is Al Minara bij Justitie en/of Staatsveiligheidgekend?b) Wordt zij opgevolgd door Justitie en/of Staatsveiligheid?2. Bestaan er aanwijzingen dat de vereniging gesponsordwordt vanuit Saoedi-Arabië?3. Wat is de band tussen Al Minara en de imam NordineTaouil?4. a) Wordt de invloed van extremistische stromingenbinnen de islam zoals het salafisme op Al Minara onderzocht?DO 2009201015120Question n° 724 de monsieur le député Bart Laeremansdu 24 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :L'organisation "Al Minara".Fin janvier 2010, la première partie de la série télévisée"In Godsnaam" diffusée sur la chaîne de télévision flamande"Één" a suscité un vif émoi. Dans cette émission,les journalistes avaient entre autres suivi les activités del'organisation Al Minara. Celle-ci a été créée il y a quelquesannées et elle s'adresse principalement aux jeunesfilles et aux femmes flamandes qui se sont converties ousouhaitent se convertir à l'islam. Selon ses propres dires,l'association compterait quelque 700 membres déjà. Ellefonctionne en s'appuyant sur des structures régionales etbénéficierait du soutien de l'Arabie saoudite. Un des protagonistesde l'organisation ne serait en outre personned'autre que l'imam controversé, Nordine Taouil. Le chef dela Sûreté de l'État belge, Alain Wynants, a déclaré l'annéedernière à propos de M. Taouil qu'il doit être considérécomme un islamiste extrémiste du mouvement salafistewahabite,qui milite activement dans les milieux salafistesdans notre pays et à l'étranger. Il s'agit d'un mouvement quisouhaite revenir à l'islam originel et qui rejette toutes lesinfluences occidentales sur l'islam.1. a) L'organisation Al Minara est-elle connue de la Justiceet/ou de la Sûreté de l'État?b) Fait-elle l'objet d'un suivi par la Justice et/ou la Sûretéde l'État?2. Existe-t-il des indications selon lesquelles l'associationest soutenue par l'Arabie saoudite?3. Quel est le lien entre Al Minara et l'imam NordineTaouil?4. a) L'influence des courants extrémistes au sein del'islam, tels que le salafisme, sur Al Minara a-t-elle été étudiée?b) Wat zijn de bevindingen ter zake? b) Quels enseignements peut-on en tirer?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

86 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015127Vraag nr. 725 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 24 februari 2010 (N.) aan de ministervan Justitie:De aanpak van spijbelaars en niet-ingeschreven leerplichtigen.Op 10 februari 2010 zei u in de commissie voor de Justitiehierover toen niet over cijfers te beschikken. Ik wil deminister er echter op wijzen dat de minister van Justitie in2005, als antwoord op een vraag van de heer Marinowerwél over dergelijke gegevens beschikte (vraag nr. 450 van23 november 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 97, blz. 17384).1. a) Hoeveel spijbelaars (zorgwekkende dossiers) werdenin elk van de afgelopen twee jaar geregistreerd pergerechtelijk arrondissement?b) In hoeveel gevallen werd vervolging ingesteld voor depolitierechtbank?DO 2009201015127Question n° 725 de monsieur le député Ben Weyts du24 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :Approche du problème des absentéistes scolaires et desélèves soumis à l'obligation scolaire non inscrits.Le 10 février 2010, vous avez déclaré en commission dela Justice que vous ne disposiez pas de chiffres relatifs à cepoint. Je voudrais dire toutefois au ministre qu'en 2005, laministre de la Justice avait déclaré, en réponse à une questionde M. Marinower, qu'elle disposait bien de ces chiffres(question n° 450 du 23 novembre 2004, Questions et Questions,Chambre, 2005-2006, n° 97, page 17384).1. a) Combien d'absentéistes scolaires (faisant l'objet dedossiers préoccupants) ont-ils été enregistrés par arrondissementjudiciaire au cours de chacune des deux annéesécoulées?b) Dans combien de cas des poursuites ont-elles été engagéesdevant le tribunal de police?c) In hoeveel gevallen voor de jeugdrechtbank? c) Dans combien de cas des poursuites ont-elles été engagéesdevant le tribunal de la jeunesse?2. a) Hoeveel niet-ingeschreven leerplichtigen (dossiersin het kader van de leerplichtcontrole) werden in elk van deafgelopen twee jaar geregistreerd per gerechtelijk arrondissement?b) In hoeveel gevallen werd vervolging ingesteld voor depolitierechtbank?2. a) Combien d'élèves soumis à l'obligation scolaire noninscrits (faisant l'objet de dossiers ouverts dans le cadre ducontrôle de l'obligation scolaire) ont-ils été enregistrés pararrondissement judiciaire au cours de chacune des deuxannées écoulées?b) Dans combien de cas des poursuites ont-elles été engagéesdevant le tribunal de police?c) In hoeveel gevallen voor de jeugdrechtbank? c) Dans combien de cas des poursuites ont-elles été engagéesdevant le tribunal de la jeunesse?DO 2009201015129Vraag nr. 726 van de heer volksvertegenwoordigerPhilippe Collard van 24 februari 2010 (Fr.) aande minister van Justitie:De reglementering inzake levenloos geboren kinderen.De huidige wetgeving bepaalt dat alleen aangifte vanlevenloos geboren kinderen dient te worden gedaan als deduur van de zwangerschap minstens 180 dagen bedraagt.Enkel in die omstandigheden kan een voornaam wordengegeven aan het kind. Als de zwangerschap minder dan180 dagen duurt, vloeit daaruit voort dat het doodgeborenkind niet wordt opgenomen in de registers van de burgerlijkestand en dus helemaal geen voornaam krijgt.Die vorm van "burgerlijk niet-bestaan" en niet-erkenningvan het kind wordt als bijzonder pijnlijk ervaren door deouders.DO 2009201015129Question n° 726 de monsieur le député Philippe Collarddu 24 février 2010 (Fr.) au ministre de la Justice :La réglementation relative aux enfants nés sans vie.La législation actuelle ne prévoit la déclaration desenfants nés sans vie que lorsque la durée de la grossesse aatteint 180 jours. Dans ces circonstances, seul un prénompeut-être donné à l'enfant. Si la grossesse ne dépasse pas180 jours, il en résulte que l'enfant mort-né n'est pas portésur les registres de l'état civil et ne reçoit donc aucun prénom.Cette forme de "non-existence civile" et de non-reconnaissancede l'enfant est vécue de manière particulièrementpénible pour les parents.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201087Aan het verdwenen kind een voornaam kunnen geven enkunnen bevestigen dat het door zijn/haar naam bij de familiehoort, is nauw verweven met de waardigheid van hetkind, en met een diepgewortelde behoefte om het te erkennenals een persoon als een ander wiens/wier wegvalleneven belangrijk is.Teneinde de ouders te helpen hun rouw te verwerken,lijkt het dus van heel groot belang rekening te houden methun lijden door het bestaan van die kinderen te erkennen enze de mogelijkheid te bieden de naam en voornaam van hetkind in de registers van de burgerlijke stand in te schrijven.Anderzijds is het belangrijk eraan te herinneren dat deneonatologie de leefbaarheidsdrempel vastlegt op 140dagen (20 weken) maar ook dat de deelstaten de begravingof de crematie van levenloos geboren kinderen vanaf 12 of15 weken toelaten.Pouvoir donner un prénom à l'enfant disparu et affirmerson appartenance à la famille par le nom, est intimement liéà la dignité de l'enfant, à un besoin profond de le reconnaîtrecomme une personne semblable à tout autre dontl'absence est tout aussi importante.Dans le but d'aider les parents à faire leur deuil, il sembledonc primordial de prendre en compte leur douleur enreconnaissant l'existence de ces enfants et en permettantl'inscription des nom et prénom de l'enfant sur les registresde l'état civil.Il est d'autre part important de rappeler que la néonatologiesitue actuellement le seuil de viabilité à 140 jours (20semaines), mais également que les entités fédérées autorisentl'inhumation ou la crémation des enfants nés sans viedès 12 ou 15 semaines.1. Graag vernam ik uw standpunt in die problematiek. 1. Quelle est votre position face à cette problématique?2. Overweegt u de limiet van 180 dagen te verlagen? 2. Envisagez-vous l'abaissement de la limite des 180jours?3. Zou de inschrijving van de familienaam van het kindin de aangifte ook niet mogelijk moeten zijn?3. L'inscription du nom de famille de l'enfant dans ladéclaration ne devrait-elle pas être également possible?Minister van Klimaat en EnergieMinistre du Climat et de l'ÉnergieDO 2009201015013Vraag nr. 113 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 19 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Klimaat en Energie:VN-Raamovereenkomst inzake klimaatverandering.Naar aanleiding van de klimaattop van Kopenhagen indecember 2009 verklaarde het orgaan van de VN-Raamovereenkomstinzake klimaatverandering (UNFCCC, UnitedNations Framework Convention on Climate Change)op 2 februari 2010 dat 55 landen hebben beloofd om hunuitstoot van broeikasgassen tegen 2020 af te bouwen enbinnen de perken te houden. Samen zijn die 55 landen verantwoordelijkvoor 78 procent van de globale uitstoot doorenergieverbruik, aldus UNFCCC. De volgende formeleonderhandelingsronde vindt eind mei 2010 plaats in hetDuitse Bonn. Na afloop van de klimaattop van Kopenhagen,waarvoor op 19 december 2009 na twee weken onderhandelenhet doek viel, verklaarde VN-secretaris-generaalBan Ki-moon dat het bereikte akkoord weliswaar een"essentieel begin" is, maar dat die intentieverklaring nog ineen wettelijk bindend verdrag dient te worden gegoten.DO 2009201015013Question n° 113 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 19 février 2010 (Fr.) au ministre du Climat etde l'Énergie:La Convention cadre des Nations Unies sur les changementsclimatiques.Suite au Sommet sur le changement climatique à Copenhagueen décembre 2009, la Convention cadre des NationsUnies sur les changements climatiques (CCNUC) a déclaréle 2 février 2010 avoir reçu de la part de 55 pays des promessesen termes de réduction et de limitation des émissionsde gaz à effet de serre d'ici 2020. Ces 55 paysreprésentent au total 78% des émissions mondiales liées àla consommation d'énergie, a précisé la CCNUC. Le prochaincycle de négociations formelles est prévu à Bonn, enAllemagne, à la fin du mois de mai 2010. À l'issue du Sommetde Copenhague qui s'est achevé le 19 décembre 2009après deux semaines de négociations, le secrétaire généralde l'ONU, Ban Ki-moon, avait estimé que l'accord obtenuétait un "début essentiel" mais qu'il restait à faire de cettedéclaration d'intention un traité légalement contraignant.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

88 QRVA 52 10029-03-20101. a) Is België één van die 55 landen? 1. a) La Belgique est-elle un de ces 55 pays?b) Zo ja, welke beloftes heeft onze regering aanUNFCCC gedaan?b) Dans l'affirmative, quelles ont été les promesses faitespar le gouvernement au CCNUC?2. Kan u ons tevens de lijst van die 55 landen bezorgen? 2. Pourriez-vous également nous communiquer la listedes 55 pays qui se sont manifestés?3. Hoe denkt u dat de volgende onderhandelingsrondevan mei 2010 zal verlopen?3. Comment envisagez-vous le prochain round de négociationsdevant se dérouler en mai 2010 à Bonn?DO 2009201015037Vraag nr. 114 van de heer volksvertegenwoordigerPhilippe Collard van 22 februari 2010 (Fr.) aande minister van Klimaat en Energie:Strategische voorraad aardolieproducten.Naar verluidt zou België de verplichting niet naleven diedoor de Europese Unie werd ingesteld met betrekking tothet aanhouden van een voorraad aardolieproducten (benzine,middelzware distillaten en zware fuel) gelijk aannegentig dagen consumptie. Het gebrek aan opslaginfrastructuurin België zou het grootste probleem zijn waarmeeApetra, het agentschap dat met het beheer van die voorraadbelast is, te kampen heeft.DO 2009201015037Question n° 114 de monsieur le député Philippe Collarddu 22 février 2010 (Fr.) au ministre du Climat etde l'Énergie:Les stocks stratégiques de produits pétroliers.Il semblerait que la Belgique ne respecte pas l'obligationimposée par l'Union européenne de disposer d'un stock denonante jours de produits pétroliers (essence, distillats, fuellourd). Le problème majeur auquel serait confrontéel'Apetra, agence chargée de la gestion de cette réserve,serait la pénurie d'infrastructures de stockage en Belgique.1. Kloppen die berichten? 1. Ces informations sont-elles exactes?2. Wat is de huidige opslagcapaciteit? 2. Quelles sont les capacités des réserves actuelles?3. Wat heeft precies tot die situatie geleid? 3. Quelles sont les raisons précises qui ont conduit à cettesituation?4. Op welke termijn zal België zijn verplichtingen kunnennakomen?4. À quelle échéance, les obligations de la Belgique pourront-ellesêtre remplies?5. Welke maatregelen zullen daartoe worden genomen? 5. Quelles sont les mesures prises dans ce sens?6. Wat is het standpunt van de Europese Commissie metbetrekking tot de Belgische situatie?7. Is een gedeeld beheer van op zijn minst een deel vande voorraden van de onderscheiden EU-lidstaten denkbaar?6. Quelle est la position de la Commission européenneface à la situation belge?7. La voie d'une "communautarisation", au moins partielle,des réserves des différents pays membres de l'Unioneuropéenne est-elle envisageable?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201089DO 2009201015048Vraag nr. 115 van de heer volksvertegenwoordiger EricJadot van 22 februari 2010 (Fr.) aan de ministervan Klimaat en Energie:Prospectieve studie elektriciteit (PSE).- Energievoorzieningsstrategie.De resultaten van de prospectieve studie elektriciteit(PSE), die door uw departement werd gefinancierd engepresenteerd, zijn thans bekend. De doelstellingen van diestudie zijn van groot belang voor de energievoorzieningsstrategievan ons land. De studie strekt er immers toe devraag naar en de behoeften inzake elektriciteit op het nationaleniveau in te schatten, evenals de verplichtingen in hetkader van de openbare dienstverlening op het stuk vanenergieproductie en diversificatie van de energiebronnen,rekening houdend met het milieu en de bevordering vantechnologieën met een lage CO2-emissie.Ik kijk ook uit naar de nakende publicatie van de prospectievestudie gas (PSG). Uit de PSE blijkt immers datgasvormige brandstoffen goed zijn voor 30,7 procent vande elektriciteitsproductie. De continuïteit van de elektriciteitsvoorzieninghangt dus gedeeltelijk af van de continuïteitvan de gasvoorzieningIn zijn jaarverslag over 2009 attendeert het InternationaalEnergieagentschap IEA (International Energy Agency) destaten op de productiepiek die in een nabije toekomst verwachtkan worden. De oliemaatschappijen stellen vast datde oliebronnen droogvallen, ondanks de investeringen ende technologische ontwikkeling. Het valt te vrezen dat destagnerende olieproductie de vraag naar gas zal doen toenemen,en dat de reserves daardoor snel uitgeput zullengeraken.Het verwondert me dan ook dat er in de PSE enkel rekeningwordt gehouden met de verhouding reserves/productie,en dat de gevolgen van de productiepiek niet mee onderde loep genomen worden. Net als bij aardolie zal er ookvoor aardgas een piek optreden in de vraag. Ondergraaftdat dreigende tekort de resultaten van de PSE niet in verbandmet de investeringen die aanbevolen worden in gasgestookteelektriciteitscentrales? Dreigen onze bedrijvenen burgers niet onvoldoende voorbereid te zijn op watkomen gaat, als er geen rekening wordt gehouden met diekomende piek in de aardolie- en gasproductie, en dreigt datook niet funest te zijn voor onze economie?1. Wat is uw standpunt over de gevolgen van de piek inde aardolie- en gasproductie voor het energiebeleid?2. a) Waarom werd er in de PSE geen aandacht besteedaan de wetenschappelijke analyses van de piek in de aardolie-en gasproductie?DO 2009201015048Question n° 115 de monsieur le député Eric Jadot du22 février 2010 (Fr.) au ministre du Climat et del'Énergie:L'Étude Prospective Électricité (EPE) en matière de stratégieénergétique.Nous connaissons aujourd'hui les résultats de l'ÉtudeProspective Électricité (EPE) commanditée et présentéepar votre département. Les objectifs de cette étude recèlentune importance capitale pour la stratégie énergétiquede notre pays puisqu'elle vise à estimer la demande et lesbesoins en fourniture électrique nationale, les obligationsde service public en termes de production énergétique et deredéploiements des outils en prenant en compte contraintesenvironnementale et promotion de technologies à faibleémission de CO².Je reste également attentif à la prochaine publication del'Enquête Prospective Gaz (EPG) attendu que le rendu del'EPE souligne que près de 30,7% de la production d'électricitédépend de la production de gaz. La sécurité d'approvisionnementen électricité dépend donc pour partie de lasécurité d'approvisionnement gazier.Dans son rapport annuel de 2009, l'Agence Internationalede l'Énergie (AIE) attire l'attention des états quant au pic deproduction se profilant dans un avenir proche. Les firmesd'extractions voient l'extraction de pétrole diminuer, malgréles investissements et les développements technologiques.Il est à craindre que le plafonnement de la productionpétrolière appellera une hausse de la demande en gaz et dèslors, un épuisement rapide des réserves de gaz.Je m'étonne dès lors de la prise en compte du seul ratioRessources/Production au sein de l'EPE et de l'absence del'examen des enjeux du pic de production. Tout comme lepic de pétrole, le pic de gaz est une réalité à prendre encompte: ce manque ne met-il pas sensiblement en questionles résultats de l'EPE concernant les préconisations d'investissementdans les outils de production électrique au gaz?Cet écueil de prise en compte du pic de production pétrogazierne risque-t-il pas d'engendrer le manque de préparationdes citoyens et des entreprises et partant, une mise àmal de notre économie?1. Quelle est votre position quant aux enjeux du picpétro-gazier en matière de politique énergétique?2. a) Quelles sont les raisons de la mise de côté des analysesscientifiques sur le pic de pétrole et de gaz au sein del'EPE?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

90 QRVA 52 10029-03-2010b) Zal dat aspect meegenomen worden in een toekomstigrapport of de toekomstige ontwikkeling van het onderzoek?3. a) Zullen de productiepieken van de gas- en olieveldenin de geplande PSG in overweging genomen worden?b) Heeft de administratie wat dat betreft de nodige expertisein huis?c) Op welke manier werd er gevolg gegeven aan deopmerkingen van het IEA in dat verband?b) Àdéfaut, l'intégration de cette dimension est-elle envisagéedans le cadre d'un rapport à venir ou de développementsfuturs de la recherche?3. a) Les pics de production de pétrole et de gaz seront-ilspris en compte dans l'EPG à venir?b) Y a-t-il une expertise de l'administration sur le sujet?c) Quelles suites ont été données aux remarques de l'AIEà ce sujet?DO 2009201015074Vraag nr. 116 van mevrouw de volksvertegenwoordigerTinne Van der Straeten van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Klimaat en Energie:NIRAS. - Gebouw 280. - Investering.De Nationale Instelling voor Radioactief afval en splijtstoffen(NIRAS) heeft de jongste jaren een belangrijkeinvestering gedaan in het gebouw 280, dit via een procedurevan beperkte offerte aanvraag.1. Op welke studie- of architectenbureaus werd eenberoep gedaan voor de voorbereiding en de opvolging vanhet project?2. Hoeveel werden die bureaus in totaal in het kader vandit project betaald (bedragen per bureau)?3. Hoeveel bedroeg de initieel geschatte kostprijs van hetproject?4. Hoeveel bedroeg de uiteindelijke kostprijs van het project?5. Welke bedrijven werden door NIRAS als kandidatengeselecteerd om een offerte in te dienen?6. Welke bedragen werden uiteindelijk betaald aan de vijfbelangrijkste bedrijven die het project hebben uitgevoerd(belangrijk in de zin van hoogte van het voor de werkengefactureerd bedrag)?7. Wanneer werden de werken gegund en wanneer werdde definitieve oplevering goedgekeurd?DO 2009201015074Question n° 116 de madame la députée TinneVan der Straeten du 23 février 2010 (N.) auministre du Climat et de l'Énergie:ONDRAF. - Bâtiment 280. - Investissements.L'Office national des déchets radioactifs et des matièresfissiles (ONDRAF) a beaucoup investi au cours des dernièresannées dans le bâtiment 280, et ce par le biais de la procédured'appel d'offre restreint.1. À quels bureaux d'études et d'architectes a-t-il été faitappel pour la préparation et le suivi du projet?2. Quels montants ont été versés aux bureaux en questiondans le cadre de ce projet (montants par bureau)?3. À combien avait été évalué initialement le coût du projet?4. Combien le projet a-t-il coûté in fine?5. Quelles entreprises ont été sélectionnées parl'ONDRAF pour l'introduction d'une offre?6. Quels montants ont finalement été payés aux cinq principalesentreprises qui ont réalisé le projet (principales ausens de l'importance du montant facturé pour les travaux)?7. Quand les travaux ont-ils été adjugés et quand a eu lieula réception définitive?DO 2009201015075Vraag nr. 117 van mevrouw de volksvertegenwoordigerTinne Van der Straeten van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Klimaat en Energie:NIRAS. - Installatie A3X. - Investering.De Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen(NIRAS) heeft de jongste jaren een belangrijkeinvestering gedaan in de installatie A3X, dit via een procedurevan beperkte offerte-aanvraag.DO 2009201015075Question n° 117 de madame la députée Tinne Van derStraeten du 23 février 2010 (N.) au ministre duClimat et de l'Énergie:ONDRAF. - Installation A3X. - Investissements.L'Office national des déchets radioactifs et des matièresfissiles (ONDRAF) a beaucoup investi au cours des dernièresannées dans l'installation A3X, et ce par le biais de laprocédure d'appel d'offre restreint.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010911. Op welke studie- of architectenbureaus werd eenberoep gedaan voor de voorbereiding en de opvolging vanhet project?2. Hoeveel werden die bureaus in totaal in het kader vandit project betaald (bedragen per bureau)?3. Hoeveel bedroeg de initieel geschatte kostprijs van hetproject?4. Hoeveel bedroeg de uiteindelijke kostprijs van het project?5. Welke bedrijven werden door NIRAS als kandidatengeselecteerd om een offerte in te dienen?6. Welke bedragen werden uiteindelijk betaald aan de vijfbelangrijkste bedrijven die het project hebben uitgevoerd(belangrijk in de zin van hoogte van het voor de werkengefactureerd bedrag)?7. Wanneer werden de werken gegund en wanneer werdde definitieve oplevering goedgekeurd?1. À quels bureaux d'études et d'architectes a-t-il été faitappel pour la préparation et le suivi du projet?2. Quels montants ont été versés aux bureaux en questiondans le cadre de ce projet (montants par bureau)?3. À combien avait été évalué initialement le coût du projet?4. Combien le projet a-t-il coûté in fine?5. Quelles entreprises ont été sélectionnées parl'ONDRAF pour l'introduction d'une offre?6. Quels montants ont finalement été payés aux cinq principalesentreprises qui ont réalisé le projet (principales ausens de l'importance du montant facturé pour les travaux)?7. Quand les travaux ont-ils été adjugés et quand a eu lieula réception définitive?DO 2009201015076Vraag nr. 118 van mevrouw de volksvertegenwoordigerTinne Van der Straeten van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Klimaat en Energie:NIRAS. - Aanpassing van de Pamela installatie. - Investering.De Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen(NIRAS) heeft de jongste jaren een belangrijkeinvestering gedaan in de aanpassing van de Pamela installatie,dit via een procedure van beperkte offerte aanvraag.1. Op welke studie- of architectenbureaus werd eenberoep gedaan voor de voorbereiding en de opvolging vanhet project?2. Hoeveel werden die bureaus in totaal in het kader vandit project betaald (bedragen per bureau)?3. Hoeveel bedroeg de initieel geschatte kostprijs van hetproject?4. Hoeveel bedroeg de uiteindelijke kostprijs van het project?5. Welke bedrijven werden door NIRAS als kandidatengeselecteerd om een offerte in te dienen?6. Welke bedragen werden uiteindelijk betaald aan de vijfbelangrijkste bedrijven die het project hebben uitgevoerd(belangrijk in de zin van hoogte van het voor de werkengefactureerd bedrag)?7. Wanneer werden de werken gegund en wanneer werdde definitieve oplevering goedgekeurd?DO 2009201015076Question n° 118 de madame la députée TinneVan der Straeten du 23 février 2010 (N.) auministre du Climat et de l'Énergie:ONDRAF. - Adaptation de l'installation Pamela. - Investissements.L'Office national des déchets radioactifs et des matièresfissiles (ONDRAF) a beaucoup investi au cours des dernièresannées dans l'adaptation de l'installation Pamela, et cepar le biais de la procédure d'appel d'offre restreint.1. À quels bureaux d'études et d'architectes a-t-il été faitappel pour la préparation et le suivi du projet?2. Quels montants ont été versés aux bureaux en questiondans le cadre de ce projet (montants par bureau)?3. À combien avait été évalué initialement le coût du projet?4. Combien le projet a-t-il coûté in fine?5. Quelles entreprises ont été sélectionnées parl'ONDRAF pour l'introduction d'une offre?6. Quels montants ont finalement été payés aux cinq principalesentreprises qui ont réalisé le projet (principales ausens de l'importance du montant facturé pour les travaux)?7. Quand les travaux ont-ils été adjugés et quand a eu lieula réception définitive?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

92 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015077Vraag nr. 119 van mevrouw de volksvertegenwoordigerTinne Van der Straeten van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Klimaat en Energie:NIRAS. - Investering in een pyrolyse-installatie.De Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen(NIRAS) heeft de jongste jaren een belangrijkeinvestering gedaan in een pyrolyse installatie, dit via eenprocedure van beperkte offerte aanvraag.1. Op welke studie- of architectenbureaus werd eenberoep gedaan voor de voorbereiding en de opvolging vanhet project?2. Hoeveel werden die bureaus in totaal in het kader vandit project betaald (bedragen per bureau)?3. Hoeveel bedroeg de initieel geschatte kostprijs van hetproject?4. Hoeveel bedroeg de uiteindelijke kostprijs van het project?5. Welke bedrijven werden door NIRAS als kandidatengeselecteerd om een offerte in te dienen?6. Welke bedragen werden uiteindelijk betaald aan de vijfbelangrijkste bedrijven die het project hebben uitgevoerd(belangrijk in de zin van hoogte van het voor de werkengefactureerd bedrag)?7. Wanneer werden de werken gegund en wanneer werdde definitieve oplevering goedgekeurd?DO 2009201015077Question n° 119 de madame la députée Tinne Van derStraeten du 23 février 2010 (N.) au ministre duClimat et de l'Énergie:ONDRAF. - Investissments dans une installation de pyrolyse.L'Office national des déchets radioactifs et des matièresfissiles (ONDRAF) a beaucoup investi au cours des dernièresannées dans une installation de pyrolyse, et ce par lebiais de la procédure d'appel d'offre restreint.1. À quels bureaux d'études et d'architectes a-t-il été faitappel pour la préparation et le suivi du projet?2. Quels montants ont été versés aux bureaux en questiondans le cadre de ce projet (montants par bureau)?3. À combien avait été évalué initialement le coût du projet?4. Combien le projet a-t-il coûté in fine?5. Quelles entreprises ont été sélectionnées parl'ONDRAF pour l'introduction d'une offre?6. Quels montants ont finalement été payés aux cinq principalesentreprises qui ont réalisé le projet (principales ausens de l'importance du montant facturé pour les travaux)?7. Quand les travaux ont-ils été adjugés et quand a eu lieula réception définitive?DO 2009201015078Vraag nr. 120 van mevrouw de volksvertegenwoordigerTinne Van der Straeten van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Klimaat en Energie:NIRAS. - Gebouw 155. - Investering.De Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen(NIRAS) heeft de jongste jaren een belangrijkeinvestering gedaan in het gebouw 155, dit via een procedurevan beperkte offerte aanvraag.1. Op welke studie- of architectenbureaus werd eenberoep gedaan voor de voorbereiding en de opvolging vanhet project?2. Hoeveel werden die bureaus in totaal in het kader vandit project betaald (bedragen per bureau)?3. Hoeveel bedroeg de initieel geschatte kostprijs van hetproject?4. Hoeveel bedroeg de uiteindelijke kostprijs van het project?DO 2009201015078Question n° 120 de madame la députée Tinne Van derStraeten du 23 février 2010 (N.) au ministre duClimat et de l'Énergie:ONDRAF. - Bâtiment 155. - Investissements.L'Office national des déchets radioactifs et des matièresfissiles (ONDRAF) a beaucoup investi au cours des dernièresannées dans le bâtiment 155, et ce par le biais de la procédured'appel d'offre restreint.1. À quels bureaux d'études et d'architectes a-t-il été faitappel pour la préparation et le suivi du projet?2. Quels montants ont été versés aux bureaux en questiondans le cadre de ce projet (montants par bureau)?3. À combien avait été évalué initialement le coût du projet?4. Combien le projet a-t-il coûté in fine?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010935. Welke bedrijven werden door NIRAS als kandidatengeselecteerd om een offerte in te dienen?6. Welke bedragen werden uiteindelijk betaald aan de vijfbelangrijkste bedrijven die het project hebben uitgevoerd(belangrijk in de zin van hoogte van het voor de werkengefactureerd bedrag)?7. Wanneer werden de werken gegund en wanneer werdde definitieve oplevering goedgekeurd?5. Quelles entreprises ont été sélectionnées parl'ONDRAF pour l'introduction d'une offre?6. Quels montants ont finalement été payés aux cinq principalesentreprises qui ont réalisé le projet (principales ausens de l'importance du montant facturé pour les travaux)?7. Quand les travaux ont-ils été adjugés et quand a eu lieula réception définitive?DO 2009201015079Vraag nr. 121 van mevrouw de volksvertegenwoordigerTinne Van der Straeten van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Klimaat en Energie:NIRAS. - Gebouw 136. - Investering.De Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen(NIRAS) heeft de jongste jaren een belangrijkeinvestering gedaan in het gebouw 136, dit via een procedurevan beperkte offerte aanvraag.1. Op welke studie- of architectenbureaus werd eenberoep gedaan voor de voorbereiding en de opvolging vanhet project?2. Hoeveel werden die bureaus in totaal in het kader vandit project betaald (bedragen per bureau)?3. Hoeveel bedroeg de initieel geschatte kostprijs van hetproject?4. Hoeveel bedroeg de uiteindelijke kostprijs van het project?5. Welke bedrijven werden door NIRAS als kandidatengeselecteerd om een offerte in te dienen?6. Welke bedragen werden uiteindelijk betaald aan de vijfbelangrijkste bedrijven die het project hebben uitgevoerd(belangrijk in de zin van hoogte van het voor de werkengefactureerd bedrag)?7. Wanneer werden de werken gegund en wanneer werdde definitieve oplevering goedgekeurd?DO 2009201015079Question n° 121 de madame la députée Tinne Van derStraeten du 23 février 2010 (N.) au ministre duClimat et de l'Énergie:ONDRAF. - Bâtiment 136. - Investissements.L'Office national des déchets radioactifs et des matièresfissiles (ONDRAF) a beaucoup investi au cours des dernièresannées dans le bâtiment 136, et ce par le biais de la procédured'appel d'offre restreint.1. À quels bureaux d'études et d'architectes a-t-il été faitappel pour la préparation et le suivi du projet?2. Quels montants ont été versés aux bureaux en questiondans le cadre de ce projet (montants par bureau)?3. À combien avait été évalué initialement le coût du projet?4. Combien le projet a-t-il coûté in fine?5. Quelles entreprises ont été sélectionnées parl'ONDRAF pour l'introduction d'une offre?6. Quels montants ont finalement été payés aux cinq principalesentreprises qui ont réalisé le projet (principales ausens de l'importance du montant facturé pour les travaux)?7. Quand les travaux ont-ils été adjugés et quand a eu lieula réception définitive?DO 2009201015080Vraag nr. 122 van mevrouw de volksvertegenwoordigerTinne Van der Straeten van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Klimaat en Energie:NIRAS. - Gebouw 156. - Investering.De Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen(NIRAS) heeft de jongste jaren een belangrijkeinvestering gedaan in het gebouw 156, dit via een procedurevan beperkte offerte aanvraag.DO 2009201015080Question n° 122 de madame la députée Tinne Van derStraeten du 23 février 2010 (N.) au ministre duClimat et de l'Énergie:ONDRAF. - Bâtiment 156. - Investissements.L'Office national des déchets radioactifs et des matièresfissiles (ONDRAF) a beaucoup investi au cours des dernièresannées dans le bâtiment 156, et ce par le biais de la procédured'appel d'offre restreint.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

94 QRVA 52 10029-03-20101. Op welke studie- of architectenbureaus werd eenberoep gedaan voor de voorbereiding en de opvolging vanhet project?2. Hoeveel werden die bureaus in totaal in het kader vandit project betaald (bedragen per bureau)?3. Hoeveel bedroeg de initieel geschatte kostprijs van hetproject?4. Hoeveel bedroeg de uiteindelijke kostprijs van het project?5. Welke bedrijven werden door NIRAS als kandidatengeselecteerd om een offerte in te dienen?6. Welke bedragen werden uiteindelijk betaald aan de vijfbelangrijkste bedrijven die het project hebben uitgevoerd(belangrijk in de zin van hoogte van het voor de werkengefactureerd bedrag)?7. Wanneer werden de werken gegund en wanneer werdde definitieve oplevering goedgekeurd?1. À quels bureaux d'études et d'architectes a-t-il été faitappel pour la préparation et le suivi du projet?2. Quels montants ont été versés aux bureaux en questiondans le cadre de ce projet (montants par bureau)?3. À combien avait été évalué initialement le coût du projet?4. Combien le projet a-t-il coûté in fine?5. Quelles entreprises ont été sélectionnées parl'ONDRAF pour l'introduction d'une offre?6. Quels montants ont finalement été payés aux cinq principalesentreprises qui ont réalisé le projet (principales ausens de l'importance du montant facturé pour les travaux)?7. Quand les travaux ont-ils été adjugés et quand a eu lieula réception définitive?DO 2009201015081Vraag nr. 123 van mevrouw de volksvertegenwoordigerTinne Van der Straeten van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Klimaat en Energie:NIRAS. - Gebouw "CILVA". - Investering.De Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen(NIRAS) heeft de jongste jaren een belangrijkeinvestering gedaan in de installatie en het gebouw"CILVA", dit via een procedure van beperkte offerte aanvraag.1. Op welke studie- of architectenbureaus werd eenberoep gedaan voor de voorbereiding en de opvolging vanhet project?2. Hoeveel werden die bureaus in totaal in het kader vandit project betaald (bedragen per bureau)?3. Hoeveel bedroeg de initieel geschatte kostprijs van hetproject?4. Hoeveel bedroeg de uiteindelijke kostprijs van het project?5. Welke bedrijven werden door NIRAS als kandidatengeselecteerd om een offerte in te dienen?6. Welke bedragen werden uiteindelijk betaald aan de vijfbelangrijkste bedrijven die het project hebben uitgevoerd(belangrijk in de zin van hoogte van het voor de werkengefactureerd bedrag)?7. Wanneer werden de werken gegund en wanneer werdde definitieve oplevering goedgekeurd?DO 2009201015081Question n° 123 de madame la députée Tinne Van derStraeten du 23 février 2010 (N.) au ministre duClimat et de l'Énergie:ONDRAF. - Bâtiment "CILVA". - Investissements.L'Office national des déchets radioactifs et des matièresfissiles (ONDRAF) a beaucoup investi au cours des dernièresannées dans le bâtiment "CILVA", et ce par le biais dela procédure d'appel d'offre restreint.1. À quels bureaux d'études et d'architectes a-t-il été faitappel pour la préparation et le suivi du projet?2. Quels montants ont été versés aux bureaux en questiondans le cadre de ce projet (montants par bureau)?3. À combien avait été évalué initialement le coût du projet?4. Combien le projet a-t-il coûté in fine?5. Quelles entreprises ont été sélectionnées parl'ONDRAF pour l'introduction d'une offre?6. Quels montants ont finalement été payés aux cinq principalesentreprises qui ont réalisé le projet (principales ausens de l'importance du montant facturé pour les travaux)?7. Quand les travaux ont-ils été adjugés et quand a eu lieula réception définitive?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201095DO 2009201015099Vraag nr. 124 van mevrouw de volksvertegenwoordigerTinne Van der Straeten van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Klimaat en Energie:Het sluiten van "kadercontracten" door NIRAS.De Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen(NIRAS) heeft met verschillende studie- en architectenbureauszogenaamde "kadercontracten" gesloten.1. Kan u, voor al deze kadercontracten, de volgendeinformatie geven? Dit per bedrijf waarmee NIRAS eenkadercontract sloot:DO 2009201015099Question n° 124 de madame la députée Tinne Van derStraeten du 23 février 2010 (N.) au ministre duClimat et de l'Énergie:Conclusion de contrats-cadre par l'ONDRAF.a) naam van het bedrijf; a) le nom de l'entreprise;b) datum van beslissing van de Raad van Bestuur inzakede goedkeuring van het contract;c) manier van aanwijzen door de Raad van Bestuur vanhet bedrijf (zoals offerteaanvraag);d) motivatie waarom deze manier van aanwijzengevolgd werd;e) bedrag dat NIRAS aan het bedrijf de jongste vijf jaarbetaalde, met gegevens per jaar en korte toelichting bij deaard van de geleverde prestaties.2. a) Bent u van mening dat het werken met dit soortkadercontracten conform de wetgeving is?L'Organisme national des déchets radioactifs et desmatières fissiles (ONDRAF) a conclu des "contrats-cadre"avec différents bureaux d'étude et d'architecture.1. Pourriez-vous me fournir les informations suivantespour chaque entreprise avec laquelle l'ONDRAF a concluun contrat-cadre:b) la date de la décision d'approbation du contrat par leconseil d'administration;c) la procédure de désignation appliquée par le conseild'administration de l'entreprise (appel d'offres, par exemple);d) les raisons qui motivent cette procédure de désignation;e) le montant payé par l'ONDRAF à l'entreprise au coursdes cinq dernières années, en répartissant les données parannée et en fournissant une brève description de la naturedes prestations fournies.2. a) Estimez-vous que la procédure des contrats-cadreest conforme à la législation?b) Zo ja, waarom? b) Dans l'affirmative, pourquoi?c) Zo neen, welke maatregelen heeft u genomen? c) Dans la négative, quelles mesures avez-vous prises?DO 2009201015101Vraag nr. 125 van de heer volksvertegenwoordiger PaulVanhie van 24 februari 2010 (N.) aan de ministervan Klimaat en Energie:Stijging gasprijzen. - Studie CREG. (MV 18924)ln De Morgen van 23 januari 2010 verklaarde de Commissievoor de regulering van de elektriciteit en het gas(CREG) dat de grote stijging van de gasprijzen in 2007slechts gedeeltelijk te wijten was aan de verhogingen in deinternationale prijzen. Een nieuwe studie vanwege deCREG zou desbetreffende aan de bevoegde minister zijngepresenteerd. De CREG merkt ook op dat bij de jongstedaling van de olie- en gasprijzen vastgesteld werd dat deprijsdalingen niet volledig werden doorgerekend aan deeindverbruiker, maar dat de maatschappijen de prijsdalingeneerder gebruikten om hun winstmarges omhoog tekrikken.DO 2009201015101Question n° 125 de monsieur le député Paul Vanhie du24 février 2010 (N.) au ministre du Climat et del'Énergie:Augmentation des prix du gaz - Étude de la CREG. (QO18924)Dans le quotidien De Morgen du 23 janvier 2010, laCommission de régulation de l'électricité et du gaz(CREG) a déclaré que la forte augmentation des prix dugaz en 2007 était seulement partiellement due à la haussedes tarifs internationaux. Une nouvelle étude réalisée par laCREG aurait été présentée au ministre compétent. LaCREG constate également qu'au moment de la dernièrediminution des prix du pétrole et du gaz, il a été constatéque les diminutions de prix n'étaient pas répercutées totalementsur le consommateur final mais que les sociétés utilisaientplutôt les diminutions de prix pour accroître leursmarges bénéficiaires.1. Kan u het genoemde rapport ter beschikking stellen? 1. Pouvez-vous nous transmettre le rapport en question?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

96 QRVA 52 10029-03-20102. a) Wat is uw zienswijze omtrent de vaststellingen vanwegede CREG?b) Heeft de CREG desbetreffende maatregelen voorgesteld?3. Welke initiatieven worden genomen om het teveelbetaalde geld terug te laten vloeien naar de consument?2. a) Quel est votre point de vue sur les conclusions de laCREG?b) La CREG a-t-elle proposé des mesures à ce sujet?3. Quelles initiatives seront prises pour que les sommesexcédentaires versées soient répercutées sur le consommateur?DO 2009201015102Vraag nr. 126 van de heer volksvertegenwoordiger LucGoutry van 24 februari 2010 (N.) aan de ministervan Klimaat en Energie:Toekenningsvoorwaarden sociaal tarief gas en elektriciteit.Alle personen die een tegemoetkoming voor personenmet een handicap, een inkomensgarantie voor ouderen(IGO) of een leefloon krijgen, zijn gerechtigd op het sociaaltarief gas en elektriciteit.In de praktijk wordt vastgesteld dat een aantal betrokkenmaatschappijen dit recht ook toekennen op basis van eenattest van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, hetgeennormaliter hiervoor niet geldig is.1. Klopt het dat enkel de eerste hierboven genoemdecategorieën voor het sociaal tarief in aanmerking komen?2. Overweegt u desgevallend een initiatief te nemen omde toepassing stringent te maken?DO 2009201015102Question n° 126 de monsieur le député Luc Goutry du24 février 2010 (N.) au ministre du Climat et del'Énergie:Conditions régissant l'octroi du tarif social pour le gaz etl'électricité.Toutes les personnes bénéficiant d'une allocation pourpersonnes handicapées, d'une garantie de revenus aux personnesâgées (GRAPA) ou d'un revenu d'intégration ontdroit au tarif social pour le gaz et l'électricité.Dans la pratique, il semblerait que certaines sociétésaccordent également le tarif social sur la base d'une attestationémanant de l'assurance maladie-invalidité qui, normalement,n'est pas un document valable à cet effet.1. Est-il exact que seules les catégories susmentionnéesentrent en ligne de compte pour le tarif social?2. Envisagez-vous, le cas échéant, de prendre une initiativepour que les règles soient appliquées plus strictement?DO 2009201015107Vraag nr. 127 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 24 februari 2010 (N.) aan deminister van Klimaat en Energie:Recycleren van glas.België is blijkbaar niet alleen kampioen van de openbareschuld, neen, het blijkt volgens cijfers van de EuropeseFederatie van verpakkingsglas (FEVE) ook kampioen tezijn in het sorteren van glas. Ligt het Europese gemiddeldeop 64% van recyclage van glas, dan scoort België met 96%bijzonder hoog. Zwitserland is tweede met 95% en Zwedenderde met 94%. Interessante cijfers, die wijzen op eengevoeligheid voor duurzame ontwikkeling, cijfers ook diewat meer specificatie vragen.1. Hoeveel ton glas recycleerde België jaarlijks de jongstevijf jaar (indien mogelijk cijfers voor de termijn van1999 tot en met 2009)?DO 2009201015107Question n° 127 de monsieur le député Peter Logghe du24 février 2010 (N.) au ministre du Climat et del'Énergie:Recyclage du verre.Il ressort des chiffres publiés par la Fédération Européennedu Verre d'Emballage (FEVE) que la Belgique, outrequ'elle est championne de la dette publique, est égalementchampionne du tri du verre. Le taux de recyclage du verreen Belgique est de 96 %, ce qui est particulièrement élevépar rapport à la moyenne européenne qui est de 64 %. LaSuisse occupe la deuxième place, avec un taux de recyclagede 95 %, suivie par la Suède avec un taux de 94 %. Sices chiffres intéressants témoignent d'une sensibilitéaccrue pour le développement durable, ils méritent parailleurs d'être précisés.1. Combien de tonnes de verre la Belgique a-t-elle recycléesau cours des cinq dernières années (je souhaiterais sipossible des chiffres pour la période de 1999 à 2009)?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010972. a) Kan u die tonnages ook regionaal opsplitsen? 2. a) Pourriez-vous répartir ces chiffres entre les différentesRégions?b) Hoeveel ton glas recycleerde men in het VlaamsGewest, in het Waals Gewest en in het Brussels HoofdstedelijkGewest?3. a) Kan u een lijst geven van andere recycleerbare producten?b) Kan u ook daar regionaal opgesplitst cijfermateriaalmeedelen over de betrokken periode?b) Combien de tonnes de verre ont été recyclées enRégion flamande, en Région wallonne et dans la Région deBruxelles-Capitale?3. a) Pourriez-vous me fournir un aperçu des autres produitsrecyclables?b) Pourriez-vous répartir également ces chiffres entre lesRégions pour la même période?Minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijvenMinistre de la Fonction publique et desEntreprises publiquesDO 2009201014996Vraag nr. 385 van de heer volksvertegenwoordigerPhilippe Collard van 18 februari 2010 (Fr.) aande minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven:De Post. - Overplaatsing van de werknemers van Vaux-sur-Sûre.Mijn vraag heeft onder andere betrekking op de overhevelingvan het uitreikingskantoor van De Post van Vauxsur-Sûre.In een antwoord aan de gemeente Vaux-sur-Sûre, waarmen zich terecht zorgen maakt over die beslissing, schreefu dat de overbrenging van het uitreikingskantoor in verbandstond met de optimalisatie van het logistieke net.Een aantal aspecten van de zaak lijken echter niet inoverweging te zijn genomen.Om te beginnen kan men zich met recht en rede afvragenof die maatregel ter optimalisatie van het logistieke net welzinvol is, aangezien de bestelling van poststukken extraverplaatsingen zal vergen en dus minder snel zal verlopen.Voorts is het nog maar de vraag of de operatie echt eenbesparing zal opleveren, aangezien die nieuwe verplaatsingenook meerkosten zullen meebrengen. Bovendien steltde gemeente Vaux-sur-Sûre voor de huurprijs van hetgebouw dat De Post ter beschikking wordt gesteld, te verlagen.Tot slot werd een dergelijke beslissing tot nu toe alleengenomen ten aanzien van het postkantoor van Vaux-sur-Sûre en vooral van de werknemers van dat kantoor.1. Hoeveel winst en welke mate van optimalisatie denktmen met deze maatregel te realiseren?DO 2009201014996Question n° 385 de monsieur le député Philippe Collarddu 18 février 2010 (Fr.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:La Poste. - Le transfert des agents de Vaux-sur-Sûre.Ma question concerne entre autres le transfert de la distributiondu bureau de poste de Vaux-sur-Sûre.Dans un courrier que vous avez envoyé en réponse à lacommune de Vaux-sur-Sûre qui s'inquiétait légitimementde cette décision, vous avez répondu qu'elle était liée à uneoptimisation du réseau logistique.Cependant, certains éléments ne semblent pas avoir étépris en compte.Tout d'abord, la question de la pertinence de cette mesureen vue d'une "optimisation du réseau logistique" peut légitimementêtre posée puisque des déplacements supplémentairesdevront être réalisés pour la distribution, ce quidiminuera sa rapidité.Ensuite, la réalité des économies réalisées doit égalementêtre mise en cause puisque ces nouveaux déplacementsentraîneront un coût plus important. De plus, la communede Vaux-sur-Sûre propose de réduire le loyer du local quiest mis à disposition de La Poste.Enfin, le bureau de Vaux-sur-Sûre, mais surtout lesagents qui y sont attachés restent les seuls à subir ce typede mesure pour l'instant.1. Quelles sont les gains et optimisations exacts attenduspar cette mesure?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

98 QRVA 52 10029-03-20102. a) Hoeveel denkt men zo te besparen? 2. a) Quelles sont les économies attendues?b) Werd het voorstel van de gemeente Vaux-sur-Sûre inoverweging genomen?3. Waarom is de bijl blijkbaar enkel gevallen voor hetpostkantoor van Vaux-sur-Sûre?4. a) Werden de gevolgen voor het personeel geëvalueerd?b) Welke specifieke begeleidingsmaatregelen worden ervoor de werknemers genomen?b) La proposition de la commune de Vaux-sur-Sûre a-telleété prise en compte?3. Pour quelles raisons seul le bureau de Vaux-sur-Sûreest-il touché?4. a) Les effets sur le personnel ont-ils été évalués?b) Quelles sont les mesures d'accompagnement exactesprévues pour les agents?DO 2009201015016Vraag nr. 386 van de heer volksvertegenwoordigerDavid Geerts van 19 februari 2010 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. - Reizigers. - Het compensatiesysteem.1. Hoeveel reizigers hebben gebruik gemaakt van hetcompensatiesysteem dat na 2007 werd ingevoerd (weergegevenper jaar)?2. Welke acties heeft de NMBS ondernomen om haarklanten te informeren over dit systeem?DO 2009201015016Question n° 386 de monsieur le député David Geerts du19 février 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. - Voyageurs. - Système de compensation.1. Combien de voyageurs ont-ils bénéficié chaque annéedu système de compensation depuis son instauration début2008?2. Quelles actions la SNCB a-t-elle entreprises pour eninformer ses clients?DO 2009201015017Vraag nr. 387 van de heer volksvertegenwoordigerDavid Geerts van 19 februari 2010 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. - Treinen. - Verhoging van het aantal zitplaatsen.Zoals bepaald in het investeringsplan 2008-2012, moettegen 2012 het aantal zitplaatsen in de treinen met ruim15% worden verhoogd.DO 2009201015017Question n° 387 de monsieur le député David Geerts du19 février 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. - Trains. - Augmentation du nombre de places assises.Le plan d'investissement 2008-2012 de la SNCB prévoitl'augmentation de plus de 15% du nombre de places assisesdans les trains d'ici 2012.1. Welk percentage werd tot nu al gerealiseerd? 1. Quel pourcentage d'augmentation a été réalisé jusqu'àprésent?2. Welke acties heeft de NMBS in dit verband ondernomen?2. Quelles actions la SNCB a-t-elle entreprises en cettematière?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201099DO 2009201015018Vraag nr. 388 van de heer volksvertegenwoordigerDavid Geerts van 19 februari 2010 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven:NMBS. - Uitgaven van het reclamebureau EURORSCG.1. Wat waren de uitgaven van EURORSCG, het reclamebureauvan de NMBS, de afgelopen vijf jaar?2. Hoeveel werd besteed aan de vernieuwing van de huisstijldie in 2009 werd doorgevoerd?DO 2009201015018Question n° 388 de monsieur le député David Geerts du19 février 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. - Dépenses de l'agence publicitaire EURORSCG.1. Quelles ont été les dépenses d'EURORSCG, l'agencepublicitaire de la SNCB, au cours des cinq dernièresannées?2. Quels montants ont été affectés à la modernisation del'image de marque de la SNCB en 2009?DO 2009201015019Vraag nr. 389 van de heer volksvertegenwoordigerDavid Geerts van 19 februari 2010 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. - Vertragingen die het gevolg zijn van een technischgebrek.1. a) Bestaan er statistieken omtrent vertragingen die hetgevolg zijn van een technisch gebrek aan het volledigetreinstel in het algemeen en aan de locomotief in het bijzonder?b) Zo ja, wat zeggen de cijfers op jaarbasis voor de afgelopenvijf jaar?c) Kan ook de impact, in aantal minuten vertraging, vande incidenten te wijten aan het materiaal worden weergegevenvoor de afgelopen vijf jaar?2. a) Bestaan er statistieken omtrent afgeschafte treinendie het gevolg zijn van een technisch gebrek aan het volledigetreinstel in het algemeen en aan de locomotief in hetbijzonder?b) Zo ja, wat zeggen de cijfers op jaarbasis voor de afgelopenvijf jaar?DO 2009201015019Question n° 389 de monsieur le député David Geerts du19 février 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. - Retards occasionnés par une défaillance technique.1. a) Dispose-t-on de statistiques sur les retards occasionnéspar une défaillance technique de l'ensemble de la ramed'une part et de la locomotive d'autre part?b) Dans l'affirmative, pourriez-vous me fournir des chiffresen la matière sur une base annuelle, pour les cinq dernièresannées?c) Est-il également possible de connaître en nombre deminutes de retard, l'incidence des incidents imputables aumatériel pour les cinq dernières années?2. a) Dispose-t-on de statistiques sur le nombre de trainssupprimés à la suite d'une défaillance technique del'ensemble de la rame d'une part et de la locomotive d'autrepart?b) Dans l'affirmative, pourriez-vous me fournir des chiffresen la matière sur une base annuelle, pour les cinq dernièresannées?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

100 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015020Vraag nr. 390 van de heer volksvertegenwoordigerDavid Geerts van 19 februari 2010 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. - De jaarlijkse promoactie.Zoals bepaald in de beheersovereenkomst, moet deNMBS jaarlijks een initiatief nemen om minstens één promoactiete voeren om nieuwe klanten naar het spoor tebrengen.DO 2009201015020Question n° 390 de monsieur le député David Geerts du19 février 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. - Action de promotion.Le contrat de gestion de la SNCB stipule que "chaqueannée, la SNCB prend l'initiative d'organiser au moins uneaction de promotion destinée à attirer une clientèle nouvellevers le mode ferroviaire."1. Welke acties ondernam de NMBS de afgelopen jaren? 1. Quelles actions la SNCB a-t-elle entreprises ces dernièresannées?2. Welke promoacties werden gevoerd? 2. Quelles actions de promotion ont été organisées?3. Welke doelstellingen werden bij de promoacties nagestreefd?4. Welk budget werd voor deze promoacties vrijgemaakt?3. Quels étaient les objectifs de ces actions de promotion?4. Quels moyens budgétaires ont été prévus à cette fin?DO 2009201015042Vraag nr. 391 van de heer volksvertegenwoordigerDavid Geerts van 22 februari 2010 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. - Railflexkaart. - Halftijdse treinkaarten. - Prijsverhoging.Op 1 februari 2010 veranderde de Railflexkaart in eenhalftijdse treinkaart. Niet alleen veranderde de naam, maarook de prijs werd aangepast. Voor het traject Komen-Gentbetaalt de treinreiziger nu 52 euro, voordien 47,50 euro.Dit is een prijsverhoging met 9,5%In welke mate is dit conform met het beheerscontract?DO 2009201015042Question n° 391 de monsieur le député David Geerts du22 février 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. - Carte Railflex. - Cartes Train Mi-Temps. - Augmentationtarifaire.Le 1er février 2010, la carte Railflex est devenue uneCarte Train Mi-Temps. Or ce changement de nom a étéassorti d'une adaptation des prix. Pour le trajet Comines-Gand, le voyageur paie dorénavant 52 euros, contre 47,50euros auparavant. Il s'agit d'une augmentation de 9,5%.Une telle augmentation tarifaire est-elle conforme aucontrat de gestion?DO 2009201015126Vraag nr. 394 van de heer volksvertegenwoordiger LucGoutry van 24 februari 2010 (N.) aan de ministervan Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:Toekenningsvoorwaarden sociaal telefoontarief.Normaliter kunnen 65-plussers profiteren van het sociaaltelefoontarief, op voorwaarde dat hun inkomen, samengevoegdmet dat van alle met hen samenwonende personen,onder de grens ligt van het toegelaten inkomen om de verhoogdetegemoetkoming in de ziekteverzekering te kunnenkrijgen.DO 2009201015126Question n° 394 de monsieur le député Luc Goutry du24 février 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:Conditions d'octroi du tarif téléphonique social.Normalement, les personnes de plus de 65 ans peuventbénéficier du tarif téléphonique social à condition que leurrevenu, cumulé avec celui de toutes les personnes cohabitantavec elles, soit inférieur au montant maximum autorisépour pouvoir bénéficier de l'intervention majorée de l'assurancemaladie.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010101Door de uitbreiding van de categorieën rechthebbendenop de verhoogde tegemoetkoming, kan het zijn datbepaalde personen dit recht krijgen zonder inkomensonderzoek.Dit is bijvoorbeeld het geval voor alle mensen diebehoren tot de categorie rechthebbenden op een tegemoetkomingvoor personen met een handicap.Ze ontlenen hun rechten aan deze categorie zelf en moetenniet noodzakelijk voldoen aan de inkomensbegrenzing.Dit kan bij de toekenning van het recht op sociaal telefoontarieftot verwarring leiden omdat de ene operator hetinkomensbewijs opvraagt en een andere operator somsgenoegen neemt met een attest verhoogde tegemoetkomingzonder inkomensonderzoek.1. Bent u het er mee eens dat er ter zake duidelijkheid enrechtlijnigheid dient gecreëerd te worden?Il est possible qu'en raison de l'élargissement des catégoriesd'ayants droit à l'intervention majorée, certaines personnesobtiennent ce droit sans devoir se soumettre à uneenquête sur leurs revenus. C'est le cas, par exemple, detoutes les personnes appartenant à la catégorie des ayantsdroit à une allocation pour personnes handicapées.Celles-ci bénéficient de ces droits du fait de leur appartenanceà cette catégorie et ne doivent pas forcément satisfaireaux conditions de revenus.Cette situation peut prêter à confusion dans le cadre del'octroi du tarif téléphonique social, dans la mesure où unopérateur demandera un document attestant du montantdes revenus, alors qu'un autre opérateur se contentera d'uneattestation relative à l'intervention majorée sans enquêtesur les revenus.1. Êtes-vous d'accord pour dire qu'il convient de faire laclarté et d'adopter une attitude rigoureuse en la matière?2. Welk initiatief overweegt u desgevallend te nemen? 2. Quelle initiative envisagez-vous de prendre, le caséchéant?DO 2009201015130Vraag nr. 395 van de heer volksvertegenwoordiger EricThiébaut van 24 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. Halte in het station van Saint-Ghislain voor de ICverbindingtussen Herstal (Luik) en Doornik.De verantwoordelijken voor het beheer van het stationvan Saint-Ghislain vertolken al jaren het verzoek van pendelaarsuit de Borinage en de Hauts-Pays, die in Namenwerken, om in het station van Saint-Ghislain eindelijk eenhalte te krijgen van de IC-trein die de verbinding tussenDoornik en Herstal (Luik) verzorgt.Met tal van argumenten tonen die pendelaars aan hoebelangrijk een bijkomende halte in het station van Saint-Ghislain is voor de IC-verbinding Herstal-Doornik.Om te beginnen werd de infrastructuur van het stationvernieuwd zodat de hogesnelheidstrein er 160 km/uur kanhalen. De parking werd uitgebreid, gemoderniseerd enwordt ondergebruikt. Hij is even goed aangelegd als die inde naburige stad Bergen, en is even toegankelijk via dewegen en snelwegen.Met het oog op de renovatie van het station van Bergenen de werken die er zullen op volgen, zou het nuttig zijn,Bergen te ontlasten door de pendelaars uit de Borinage ende Hauts-Pays die in Namen werken, de mogelijkheid tebieden, de parking van Bergen, waar al te vaak onvoldoendeplaats is, te ruilen voor die van Saint-Ghislain.DO 2009201015130Question n° 395 de monsieur le député Eric Thiébautdu 24 février 2010 (Fr.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:SNCB. Arrêt en gare de Saint-Ghislain pour la liaison ICentre Herstal (Liège) et Tournai.Cela fait des années que les responsables de la gestion dela gare de Saint-Ghislain relayent les demandes des navetteursdu Borinage et des Hauts-Pays travaillant à Namurafin que le train IC faisant la liaison entre Tournai et Herstal(Liège) puisse enfin faire arrêt en gare de Saint-Ghislain.Ces derniers mettent en avant de nombreux argumentsqui démontrent l'intérêt d'un arrêt supplémentaire en garede Saint-Ghislain pour la liaison IC Herstal - Tournai.Tout d'abord, les infrastructures de la gare ont été renouvelées,avec la possibilité pour les trains à grande vitessede traverser les voies à 160 km/h. Le parking a été agrandi,modernisé et est en sous-occupation. Il est aussi bien aménagéque celui de sa ville voisine, Mons, et est tout autantaccessible via les routes et autoroutes.Dans la perspective de la rénovation de la gare de Monset les travaux qui s'ensuivront, il serait utile de désengorgerMons en permettant aux navetteurs du Borinage et desHauts- Pays qui travaillent à Namur, de délaisser le parkingde Mons, trop souvent encombré, pour celui de Saint-Ghislain.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

102 QRVA 52 10029-03-2010Ten slotte, door een bijkomende halte van een IC-trein inhet station van Saint-Ghislain in te lassen, zou om het halfuur een verbinding tussen Bergen en Saint-Ghislain totstand komen.1. Overweegt u bijzondere aandacht te schenken aan devraag van de verantwoordelijken van het station van Saint-Ghislain, die wensen dat de IC-trein die de verbinding verzorgttussen Herstal (Luik) en Doornik in hun stationstopt?Enfin, un arrêt supplémentaire d'un train IC en gare deSaint-Ghislain permettrait la création d'une liaison toutesles demi-heures entre Mons et Saint-Ghislain.1. Envisagez-vous d'accorder une attention particulière àla demande des responsables de la gare de Saint-Ghislainqui souhaitent que le train IC reliant Herstal (Liège) etTournai s'arrête en leur gare?2. Wat vindt u van hun argumenten? 2. Quel est votre avis sur les arguments avancés par cesderniers?3. Denkt u dat de bijkomende halte van een IC-trein inhet station van Saint-Ghislain een relevante optie is om hetstation van Bergen te ontlasten met het oog op de toekomstigerenovatiewerken?3. Pensez-vous que l'arrêt supplémentaire d'un train IC engare de Saint-Ghislain est une piste pertinente pour désengorgerla gare de Mons dans l'optique de ses futurs travauxde rénovation?4. Kan daaroaan een studie worden gewijd? 4. Une étude à ce sujet pourrait-elle être lancée?Minister van Binnenlandse ZakenMinistre de l'IntérieurDO 2009201015040Vraag nr. 511 van de heer volksvertegenwoordigerMichel Doomst van 22 februari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Ziekteverzuim bij de politie.Vorig jaar bleken de Waalse agenten de helft meer ziek tezijn dan hun Vlaamse collega's. In 2007 bedroeg het ziekteverzuimin Wallonië 6,84 procent tegenover 4,6 procentin Vlaanderen en 5,7 procent in Brussel. De jaren voordienzouden de verschillen nog groter zijn.Er werd toen aan de ministers van Binnenlandse Zakenen Volksgezondheid gevraagd om dit fenomeen te onderzoeken.1. Is het ziekteverzuim vorig jaar van naderbij onderzocht?DO 2009201015040Question n° 511 de monsieur le député Michel Doomstdu 22 février 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:Absences pour cause de maladie auprès des services depolice.L'année dernière, il y a eu moitié plus d'absences pourcause de maladie auprès des agents wallons qu'auprès deleurs collègues flamands. En 2007, le taux d'absentéismepour maladie était de 6,84% en Wallonie, pour 4,6% enFlandre et 5,7% à Bruxelles. La différence était semble-t-ilencore plus sensible au cours des années précédentes.Il avait alors été demandé aux ministres de l'Intérieur etde la Santé publique d'examiner ce phénomène de plusprès.1. La question de l'absentéisme pour cause de maladie a-t-elle été examinée de plus près l'année dernière?2. Wat leren de cijfers van 2008 en 2009 ons? 2. Que révèlent les chiffres pour 2008 et 2009?3. Hoe zag de gewestelijke indeling van de cijfers er uitin 2008 en 2009?4. Heeft u zicht op het aantal controles (gewestelijkeindeling) die uitgevoerd werden?5. Hoeveel personen waren onwettig afwezig in 2008 en2009 (ook gewestelijke indeling)?3. Comment se présentaient les chiffres par Région en2008 et 2009?4. Qu'en est-il du nombre de contrôles réalisés (parRégion)?5. Combien de personnes ont été absentes illégalement(par Région) en 2008 et 2009?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20101036. Hoe personen werden door middel van de controlesbetrapt in 2008 en 2009 (ook gewestelijke indeling)?6. Combien de personnes ont été surprises en situationd'irrégularité à l'occasion de contrôles (par Région) en2008 et 2009?DO 2009201015046Vraag nr. 512 van de heer volksvertegenwoordiger FilipDe Man van 22 februari 2010 (N.) aan de ministervan Binnenlandse Zaken:Federale subsidies voor het gemeentelijk veiligheidsbeleid.Diverse kleinere gemeenten stellen zich vragen bij deverdeling van de federale subsidies voor het veiligheids- enpreventiebeleid. Het ziet er immers naar uit dat de ministerde oude criteria zal aanhouden voor de toekenning van denieuwe middelen, waarbij zowat vijf zesde van allegemeenten uit de boot dreigt te vallen. Op basis van enkelecriteria die eind negentiger jaren werden opgesteld, zoalsde mate van criminaliteit en het aantal inwoners, werden defederale middelen voor veiligheid en preventie toegekendaan 102 van de 589 steden en gemeenten.Nu de subsidies voor de 102 gemeenten aflopen in 2010,moet er weldra een nieuwe verdeling van het federale geldgebeuren. Uit de gesprekken die de lokale gemeentebesturenmet uw kabinet hebben gevoerd, blijkt dat men nietgeneigd is de oude criteria te herzien. Dezelfde 102gemeenten zullen dus opnieuw ongeveer dezelfde bedragenontvangen.1. Is het verschil tussen gemeenten (veel geld of helemaalniets) nog verdedigbaar aangezien de maatschappelijkeproblemen, zoals toenemende criminaliteit en dito vervreemding,bijna overal (behalve in Zichem) bestaan?2. Moeten degenen die al veel geld hebben gehad, resultatenbewijzen?3. Kunnen steden/gemeenten die de gelden onoordeelkundigbesteedden, een deel van de subsidie verliezen?4. Kunnen daardoor middelen vrijkomen voor anderegemeenten?DO 2009201015046Question n° 512 de monsieur le député Filip De Man du22 février 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Subventions fédérales destinées à la politique communalede sécurité.Un certain nombre de petites communes s'interrogent surla répartition des subventions fédérales destinées à la politiquede sécurité et de prévention. Il semble en effet que,pour l'attribution des nouveaux moyens, la ministre s'entiendra aux anciens critères, risquant ainsi de laisser sur latouche environ une commune sur six. Les moyens financiersfédéraux alloués à la sécurité et à la prévention ont étéattribués à 102 villes et communes sur 589 sur la base dequelques critères arrêtés à la fin des années nonante,comme le taux de criminalité et le nombre d'habitants.Les subventions accordées aux 102 communes expiranten 2010, il faudra très prochainement procéder à une nouvellerépartition des moyens fédéraux. Il ressort des discussionsentre les administrations communales locales et votrecabinet que la révision des anciens critères n'est pas vraimentenvisagéer. Ce sont par conséquent les mêmes 102communes qui percevront une nouvelle fois à peu près lesmêmes subventions fédérales.1. Une différenciation des communes (beaucoup d'argentou rien) est-elle encore défendable, les problèmes de sociétécomme la recrudescence de la criminalité et l'aliénationqui en découle se manifestant presque partout (sauf àZichem)?2. Les communes ayant déjà reçu des sommes considérablesdoivent-elle démontrer des résultats?3. Les villes/communes ayant dépensé cet argent sansdiscernement risquent-elles de perdre une partie des subventions?4. Cela permettrait-il de libérer des moyens en faveurd'autres communes?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

104 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015050Vraag nr. 513 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 22 februari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:De veiligheidssubsidies bij de gemeenten. (MV 19014)Diverse kleinere gemeenten maken zich zorgen over defederale subsidies die ze al dan niet zullen ontvangen voorhun veiligheids- en preventiebeleid. Het ziet er immersnaar uit dat de oude criteria zullen behouden blijven voorde toekenning van de nieuwe middelen, waarbij zowat vijfzesde van alle gemeenten uit de boot dreigt te vallen.1. Hoeveel wordt voor 2010 begroot voor de veiligheidsenpreventiecontracten?DO 2009201015050Question n° 513 de madame la députée Leen Dierick du22 février 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Subventions en matière de sécurité octroyées aux communes(QO 19014)Plusieurs petites communes s'inquiètent de l'attributionincertaine des subventions fédérales dans le cadre de leurpolitique de sécurité et de prévention. Il semblerait en effetque les anciens critères seront maintenus pour l'octroi desnouveaux moyens, si bien qu'environ cinq sixièmes descommunes risquent de ne plus entrer en ligne de compte.1. Quels moyens ont-ils été inscrits au budget 2010 pourles contrats de sécurité et de prévention?2. Welke gemeenten komen in aanmerking? 2. Quelles communes entrent en ligne de compte pourl'octroi de ces subventions?3. Over welke periode loopt de erkenning van de huidigecontracten?3. À quelle période la reconnaissance des contrats actuelsse rapporte-t-elle?DO 2009201015052Vraag nr. 514 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 22 februari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:De registratie van alarmsystemen.In 2009 stelde ik een parlementaire vraag over de registratievan alarmsystemen (Vraag nr. 15220, Integraal Verslag,Kamer, 2008-2009, commissie voor de BinnenlandseZaken, 7 oktober 2009, CRIV 52 COM 653, blz. 37).Vanaf september 2009 moet iedereen die beschikt over eenalarmsysteem tegen inbraken, dit immers laten registreren.De registratie kan enkel gebeuren via de site www.policeon-web.be,meer bepaald met behulp van de elektronischeidentiteitskaart. Personen die aangesloten zijn op eenalarmcentrale, hoeven niets te doen: de centrales zorgenzelf voor de registratie van hun klanten. Op die manierwordt een centraal meldpunt voor alarmsystemen ingerichtzodat alle communicatie- en informatiecentra over denodige gegevens zouden beschikken.1. Hoeveel elektronische aangiftes werden tot nu toegeregistreerd?2. Hoeveel aangiftes gebeurden er door de alarmcentraleszelf?DO 2009201015052Question n° 514 de madame la députée Leen Dierick du22 février 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:L'enregistrement des systèmes d'alarme.J'ai posé en 2009 une question parlementaire sur l'enregistrementdes systèmes d'alarme (Question n° 15220,Compte Rendu Intégral, Chambre, 2008-2009, commissionde l'Intérieur, 7 octobre 2009, CRIV 52 COM 653, p. 37).Depuis le mois de septembre 2009, toute personne disposantd'un système d'alarme contre les cambriolages doitprocéder à son enregistrement. Celui-ci se fait exclusivementpar le biais du site www.police-on-web.be, à l'aide dela carte d'identité électronique. Les personnes reliées à unecentrale d'alarme ne doivent prendre aucune initiative dansla mesure où les centrales assurent l'enregistrement pourleurs clients. Il sera ainsi possible de mettre en place unpoint de contact central pour les systèmes d'alarme, demanière à ce que tous les centres de communication etd'information puissent disposer des données nécessaires.1. Combien de déclarations électroniques ont été enregistréesjusqu'à présent?2. Combien de déclarations ont été faites par les centralesd'alarme?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010105DO 2009201015054Vraag nr. 515 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 22 februari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Gasexplosies.Onlangs geraakte bekend dat het dodenaantal van deexplosie in het centrum van Luik ondertussen opgelopen istot veertien. Een bijzonder hoge tol, waarbij moet gezegddat de vergoeding van de lichamelijke en de stoffelijke letsels,benevens het burenverhaal, een eindeloos ingewikkeldverhaal dreigt te worden, nu ook gebleken is dat deeigenaar van het appartementsgebouw niet verzekerd was.Een bijzonder tragisch ongeval dus, met langdurig menselijkleed.1. a) Hoeveel (gas-) explosies werden en worden er jaarlijksin België geregistreerd?DO 2009201015054Question n° 515 de monsieur le député Peter Logghe du22 février 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Explosions de gaz.On a appris récemment que le nombre de victimes del'explosion qui s'est produite dans le centre de Liège étaitpassé à quatorze morts. Il s'agit d'un tribut particulièrementlourd et il faut considérer qu'outre les questions de voisinage,l'indemnisation des dommages physiques et matérielsrisque d'être particulièrement longue et complexepuisqu'il est également apparu que le propriétaire del'immeuble à appartements n'était pas assuré. L'accident estdès lors particulièrement tragique et occasionne des souffranceshumaines prolongées.1. a) Combien d'explosions (de gaz) sont recensées enBelgique chaque année?b) Heeft u cijfergegevens voor de jongste vijf jaar? b) Disposez-vous des chiffres pour les cinq dernièresannées?2. Is het mogelijk de schadegevallen regionaal op tedelen?3. a) Kan u tevens gegevens meedelen van het aantalslachtoffers dat hierbij jaarlijks moest worden betreurd?2. Est-il possible de répartir les sinistres par région?3. a) Pouvez-vous également préciser le nombre de victimesdéplorées chaque année?b) Hoeveel gewonden vielen er? b) Combien de blessés ont été dénombrés?4. a) Hoeveel van de eigendommen die door een explosiewerden geraakt, bleken verzekerd te zijn?b) Hoeveel van de schadegevallen werden door de verzekeringsmaatschappijenbetaald?c) Welke percentages van de werkelijke schade werdenuiteindelijk door de verzekeraars betaald?4. a) Parmi les biens endommagés par une explosion,combien étaient assurés?b) Combien de sinistres ont été indemnisés par les compagniesd'assurances?c) Quel pourcentage des dommages réels a en définitiveété payé par les assureurs?5. Heeft u soms vergelijkende cijfers in het buitenland? 5. Disposez-vous éventuellement de chiffres comparatifsen ce qui concerne d'autres pays?DO 2009201015060Vraag nr. 516 van de heer volksvertegenwoordigerOlivier Maingain van 23 februari 2010 (Fr.) aande minister van Binnenlandse Zaken:Brandweerscholen. - Verdeling over de provincies. -Inschrijvingen. - Personeel.De opleiding van het beroeps- en het vrijwillige brandweerpersoneelis bijzonder belangrijk.Het personeel wordt opgeleid in de provinciale brandweerscholen.1. Hoeveel brandweerscholen zijn er vandaag in België,en hoe zijn ze over het land verdeeld?2. Hoeveel personen zijn er momenteel voor een opleidingingeschreven bij elk van die scholen?DO 2009201015060Question n° 516 de monsieur le député OlivierMaingain du 23 février 2010 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:Ecoles du feu. - Répartition par province. - Inscriptions. -Personnel.La formation des pompiers tant professionnels quevolontaires revêt une importance considérable.Celle-ci est assurée par les écoles du feu qui sont répartiespar province.1. Quel est le nombre actuellement d'écoles du feu enBelgique ainsi que leur répartition géographique?2. Au sein de chacune d'elles, quel est actuellement lenombre d'inscrits aux formations?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

106 QRVA 52 10029-03-20103. Hoeveel personeelsleden zorgen er voor de omkaderingvan de cursisten (instructeurs en administratief personeel)?4. Welke budgettaire enveloppe trekt uw departement uitvoor al die scholen samen? Hoeveel ontvangt elk van diescholen?5. Wat is het aandeel van de federale overheid enerzijdsen van de afzonderlijke provincies anderzijds in de budgettaireenveloppe van die scholen?3. Quel est le nombre de membres du personnel d'encadrement(formateurs et personnel administratif)?4. Quel est le budget actuellement consacré par votredépartement globalement à ces écoles et également écolepar école?5. Quelle est la ventilation budgétaire de l'enveloppeconsacrée à ces écoles d'une part par l'État fédéral,d'autre part, par les provinces, et ce province par province?DO 2009201015061Vraag nr. 517 van de heer volksvertegenwoordigerHagen Goyvaerts van 23 februari 2010 (N.) aande minister van Binnenlandse Zaken:Uitval van het radiologisch Telerad. - Oorzaken.Via de website van het Federaal Agentschap voor NucleaireControle werd op vrijdag 5 februari 2010 meldinggemaakt van de uitval van het radiologisch meetnet Telerad.Destijds werd het informaticagedeelte van het Teleradmeetnet zodanig ontworpen dat bij uitval van de hoofdcomputeralle taken zouden overgenomen worden door eenandere computer welke het spiegelbeeld is van de hoofdcomputer.1. Wat waren de oorzaken van de uitval van het radiologischmeetnet Telerad op 5 februari 2010?DO 2009201015061Question n° 517 de monsieur le député HagenGoyvaerts du 23 février 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:Défectuosité du réseau de mesure de la radioactivité Telerad.- Raisons.Vendredi 5 février 2010, le site web de l'Agence fédéralede Contrôle nucléaire a fait état de la défectuosité duréseau national de mesure de la radioactivité Telerad.À l'époque, le volet informatique du réseau de mesureTelerad a été conçu de manière à ce que, en cas de défectuositéde l'ordinateur principal, toutes les mesures soienteffectuées par un autre ordinateur, équivalent de l'ordinateurprincipal.1. Quelles étaient les raisons de la défectuosité du réseaude mesure de la radioactivité Telerad le 5 février 2010?2. Hoelang heeft de uitval geduurd? 2. Quelle a été la durée de la défectuosité?3. a) Was de uitval van het meetnet te voorkomen? 3. a) La défectuosité était-elle évitable?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi pas?4. Hoe komt het dat de redundantie van de informaticaniet heeft gewerkt?4. Comment se fait-il que la redondance de l'informatiquen'ait pas fonctionné?5. Zijn er radiologische gegevens verloren gegaan? 5. Des données de radioactivité ont-elles été perdues?6. Wat zou er gebeurd zijn indien er tijdens de uitval vanhet meetnet een werkelijk radiologisch alarm zou hebbenplaatsgevonden?6. Que se serait-il passé si une réelle alarme de radioactivités'était produite pendant la défectuosité du réseau demesure?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010107DO 2009201015085Vraag nr. 519 van de heer volksvertegenwoordigerHagen Goyvaerts van 23 februari 2010 (N.) aande minister van Binnenlandse Zaken:FANC. - Uitval van het radiologisch meetnet Telerad. -Alarm via ASTRID-netwerk.Via de website van het Federaal Agentschap voor NucleaireControle (FANC) werd op vrijdag 5 februari 2010melding gemaakt van de uitval van het radiologisch meetnetTelerad.Naar ik verneem zou er nagenoeg tegelijkertijd met deuitval een alarm gegenereerd zijn op het ASTRID-netwerk.Het betreft de tijdsperiode van 15.20 uur van 5 februari2010 waarbij er een meetwaarde van 0,419 microSievertper uur (0,419 µSv/h) werd weergegeven voor een meetbakenin de omgeving van Kasterlee. Dit is een significanteoverschrijding van het achtergrondsignaal dat in degrootte-orde van 0,1 µSv/h ligt.1. Kan het FANC bevestigen dat er een alarm door debetrokken meetbaken werd gegenereerd?DO 2009201015085Question n° 519 de monsieur le député HagenGoyvaerts du 23 février 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:AFCN. - Panne du réseau de mesure radiologique Telerad.- Alarme par le biais du réseau ASTRID.Le vendredi 5 février 2010, le site de l'Agence fédéralede Contrôle nucléaire (AFCN) signalait une panne duréseau de mesure radiologique Telerad.Il me revient qu'une alerte aurait été déclenchée sur leréseau ASTRID presqu'en même temps que la défaillance.L'alerte a été enregistrée le 5 février 2010 à 15.20 heures,moment auquel une balise située dans les environs de Kasterleea affiché une mesure de 0,419 microSievert parheure (0,419 µSv/h). Il s'agit d'un dépassement significatifdu signal de base qui se situe dans un ordre de grandeur de0,1 µSv/h.1. L'AFCN peut-elle confirmer le déclenchement d'unealarme par la balise concernée?2. Wat was de oorzaak van het alarm? 2. Quelle était la cause de l'alarme?3. Op welke manier is het FANC met het ASTRID-netwerkverbonden?4. Werden er nog andere diensten over dit alarm geïnformeerden zo ja, welke acties werden door die dienstenondernomen?3. Comment l'AFCN est-elle connectée au réseauASTRID?4. D'autres services ont-ils été informés de cette alerte etdans l'affirmative, quelles sont les dispositions prises parlesdits services?DO 2009201015088Vraag nr. 520 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 23 februari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:De aanbesteding van stemcomputers (MV 19338).De aanbesteding voor de ontwikkeling van nieuwe stemcomputersloopt vertraging op. De stemcomputers moestenal in 2006 vervangen worden, maar dat is nog niet gebeurd.Volgens de media is de procedure lopende, maar kan u nietbevestigen dat de nieuwe computers op tijd in de gemeentenzullen zijn.1. Heeft men bij de begrotingscontrole alsnog middelenvrijgemaakt voor de ontwikkeling van het elektronischstemsysteem?DO 2009201015088Question n° 520 de madame la députée Leen Dierick du23 février 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:L 'adjudication relative au développement des nouveauxordinateurs pour le vote électronique (QO 19338).L'adjudication relative au développement des nouveauxordinateurs pour le vote électronique a pris du retard. Lesordinateurs de vote devaient déjà être remplacés en2006 mais ils ne l'ont toujours pas été. Selon les médias, laprocédure est en cours mais pouvez-vous confirmer que lesnouveaux ordinateurs seront disponibles à temps dans lescommunes?1. Lors du contrôle budgétaire, a-t-on dégagé les moyensnécessaires au développement du système de vote électronique?2. Wat is het toekomstplan? 2. Quels sont les projets pour l'avenir?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

108 QRVA 52 10029-03-20103. Kan men alsnog voor de verkiezingen van 2011 hetstemmen met computers garanderen of is men reeds voorbijhet kritische punt waarbij de administratie het elektronischstemmen niet meer kan realiseren?3. Pouvez-vous encore garantir que le vote sera réalisépar ordinateur pour les élections de 2011 ou le moment critiqueà partir duquel l'administration ne peut plus organiserle vote électronique a-t-il déjà été dépassé?DO 2009201015090Vraag nr. 522 van de heer volksvertegenwoordigerLudwig Vandenhove van 23 februari 2010 (N.)aan de minister van Binnenlandse Zaken:Elektronisch stemmen. - Aanschaf van nieuwe computers(MV 19017).Via de media vernemen we allerlei problemen metbetrekking tot de aanschaf van nieuwe computers met hetoog op het elektronisch stemmen.DO 2009201015090Question n° 522 de monsieur le député LudwigVandenhove du 23 février 2010 (N.) à la ministrede l'Intérieur:Vote électronique. - Acquisition de nouveaux ordinateurs(QO 19017).Nous avons appris par les médias que différents problèmesse posent dans le cadre de l'acquisition de nouveauxordinateurs de vote électronique.1. In hoeverre is deze informatie correct? 1. Dans quelle mesure ces informations sont-elles exactes?2. Hoever staat het op dit ogenblik met dit dossier, vooralmet de komende federale verkiezingen in het vooruitzicht?2. Où en est ce dossier aujourd'hui, notamment dans laperspective des prochaines élections fédérales?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010109Staatssecretaris voor de Modernisering van defederale overheidsdienst Financiën, deMilieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscalefraude, toegevoegd aan de minister van FinanciënSecrétaire d'État à la Modernisation du servicepublic fédéral Finances, à la Fiscalitéenvironnementale et à la Lutte contre la fraudefiscale, adjoint au ministre des FinancesDO 2009201015049Vraag nr. 27 van de heer volksvertegenwoordiger PeterLogghe van 22 februari 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor de Modernisering van defederale overheidsdienst Financiën, deMilieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscalefraude, toegevoegd aan de minister vanFinanciën:Bijstandsmaatschappijen.In België zijn verschillende reisbijstandsmaatschappijenaan de slag. Er zijn aan de ene kant de verzekeringsmaatschappijenzoals Europ Assistance Groep, IPA/AXA, enandere, er zijn ook de bijstandsmaatschappijen als Touringen VAB, die geen verzekeraars zijn. De oudste, tevens debelangrijkste verzekeraar is Europ Assistance, die onlangsheeft aangekondigd haar aanbod te willen verruimen totook bijstand op vlak van bijstand aan huis, diensten, informatieen advies. Dit omdat de resultaten in die mate tegenvallendat ze wel moet diversifiëren en ook omdat dediversificatie in Europa al een realiteit is.1. Kan u cijfers meedelen over de resultaten van de verschillendebijstandsmaatschappijen die op onze marktactief zijn, zowel verzekeringsmaatschappijen als niet-verzekeringsmaatschappijen?2. Kan u cijfergegevens hierover meedelen wat de jongstevijf jaar betreft (2005 tot en met 2009)?DO 2009201015049Question n° 27 de monsieur le député Peter Logghe du22 février 2010 (N.) au secrétaire d'État à laModernisation du service public fédéralFinances, à la Fiscalité environnementale et à laLutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministredes Finances:Sociétés d'assistance.Plusieurs sociétés d'assistance voyage sont actives enBelgique. Il y a d'une part les compagnies d'assurancescomme le Groupe Europ Assistance, IPA/AXA, etc.,d'autre part les sociétés d'assistance telles que Touring etVAB qui ne sont pas des assureurs. La plus ancienne et laplus importante de ces compagnies d'assurance est EuropAssistance qui a annoncé son intention d'élargir son offre àl'assistance en matière d'assistance à domicile, de services,d'informations et de conseils. La société est obligée de sediversifier à cause de ses résultats décevants et de la diversificationen cours en Europe.1. Pouvez-vous nous donner un aperçu des résultats desdifférentes sociétés d'assistance actives sur notre marché,assureurs et non assureurs?2. Pouvez-vous citer des chiffres pour les cinq dernièresannées (de 2005 à 2009 inclus)?3. Over hoeveel personeelsleden spreken wij in totaliteit? 3. De combien de membres de personnel s'agit-il en tout?4. Hoeveel bijstandsmaatschappijen zijn op de Belgischemarkt actief?4. Combien de sociétés d'assistance sont actives sur lemarché belge?5. Hoeveel contracten beheren zij gezamenlijk? 5. Combien de contrats gèrent-elles dans la totalité?6. a) Hoeveel van die maatschappijen diversifiëren hunaanbod nu reeds?6. a) Combien de ces sociétés diversifient-elles déjà leuroffre?b) Heeft u daar gegevens over? b) Disposez-vous de renseignements à ce sujet?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

110 QRVA 52 10029-03-2010Staatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingenSecrétaire d'État au Budget, à la Politique demigration et d'asile, à la Politique des familles etaux Institutions culturelles fédéralesDO 2009201014989Vraag nr. 136 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 18 februari 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Aandacht voor vrouwen in een regularisatieprocedure.Steeds meer gezinnen worden geregulariseerd of zitten ineen lopende regularisatieprocedure. Vaak zijn de herkomstlandenvan deze asielzoekers landen waarin nauwelijks ofgeen bijzondere aandacht voor de vrouwen in de samenlevingheerst. In onze contreien zijn er tal van instituten,organisaties, werkgroepen, enzovoort bezig met de gelijkheidvan mannen en vrouwen.1. Zijn er voldoende initiatieven op poten gezet om vrouwenin een regularisatieprocedure te begeleiden?2. Is er bijzondere aandacht voor hun specifieke problemenop het gebied van integratie, medische opvolging,pedagogische ondersteuning, enzovoort?DO 2009201014989Question n° 136 de madame la députée Leen Dierick du18 février 2010 (N.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:L'attention accordée aux femmes dans le cadre d'une procédurede régularisation.Un nombre croissant de familles sont régularisées ousont concernées par une procédure de régularisation encours. Souvent, ces demandeurs d'asile proviennent depays dans lesquels les femmes ne font pas ou guère l'objetd'une attention particulière au sein de la société. Dans noscontrées, de nombreux instituts, organisations et autresgroupes de travail se penchent sur l'égalité des hommes etdes femmes.1. Met-on suffisamment d'initiatives en oeuvre pouraccompagner les femmes au cours d'une procédure derégularisation?2. Accorde-t-on une attention particulière à leurs problèmesspécifiques, notamment sur le plan de l'intégration, dusuivi médical et de l'appui pédagogique?DO 2009201014994Vraag nr. 137 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 18 februari 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Asielzoekers. - Regularisaties. - Misbruik van de arbeidskaart.Eén van de manieren om geregulariseerd te worden alsasielzoeker, is in het bezit zijn van een geldige arbeidskaart.1. Hoeveel aanvragen in het kader van de regularisatieperiodedie liep van 15 september 2009 tot en met15 december 2009, werden geregistreerd op basis van eenmogelijk arbeidscontract?2. a) Hoeveel van die aanvragen werden ondertussenreeds behandeld?b) Hoeveel hiervan waren positieve en hoeveel negatievebeslissingen?DO 2009201014994Question n° 137 de madame la députée Leen Dierick du18 février 2010 (N.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:Demandeurs d'asile. - Régularisations. - Abus du permisde travail.Pour les demandeurs d'asile, l'une des méthodes pourobtenir la régularisation consiste à être titulaire d'un permisde travail valide.1. Dans le cadre de la campagne de régularisation s'étalantdu 15 septembre 2009 au 15 décembre 2009 inclus,combien de demandes ont été enregistrées sur la base d'unéventuel contrat de travail?2. a) Combien parmi ces demandes ont depuis déjà ététraitées?b) Combien de décisions positives et combien de décisionsnégatives sur l'ensemble?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20101113. a) Welke gevolgen worden gegeven aan mensen diewerkloos worden na een verblijfsvergunning op basis vaneen arbeidsovereenkomst?b) Vervalt na verloop van tijd ook hun verblijfsvergunning?3. a) Quel est le sort réservé aux personnes perdant leuremploi après l'obtention d'un permis d'un séjour accordésur la base d'un contrat de travail?b) Leur permis de séjour expire-t-il également à terme?DO 2009201015025Vraag nr. 138 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 19 februari 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Misbruik van het zelfstandigenstatuut.Een aantal personen, waaronder veel Oost-Europeanen,sluiten zich aan als "zelfstandige" (veelal "werkend vennoot")bij een sociaal verzekeringsfonds en laten zich naenkele kwartalen - al dan niet retroactief - schrappen. Dikwijlswordt geen sociale bijdrage betaald of wordt vrijstellingvan de betaling der bijdragen toegekend door decommissie voor vrijstelling van bijdragen. Deze personenwensen van zodra ze aangesloten zijn, in het bezit gesteldte worden van een "attest van aansluiting". Er wordt vermoeddat deze personen het zelfstandigenstatuut misbruikenom middels dit attest een duurzaam verblijfrecht teverkrijgen in België.1. Niet-EU-onderdanen moeten een beroepskaart aanvragenbij de dienst Economische Vergunningen die eenonderzoek instelt naar de uit te oefenen activiteit. Een uitwisselingvan de resultaten van deze onderzoeken metandere partners (zoals RSVZ, Dienst Vreemdelingenzaken,enz.) zou bijdragen tot een vroegtijdige opsporing van eenaantal misbruiken.Welke maatregelen kunnen genomen worden om ditfenomeen te analyseren en misbruiken in te perken?2. Welke maatregelen kunnen genomen worden om debeweegredenen (onder meer het verblijfsrecht) voor dergelijkepraktijken een halt toe te roepen (wijziging van dewetgeving, invoering van sancties en dergelijke)?3. Welke samenwerking bestaat er tussen uw diensten ende Dienst Vreemdelingenzaken om verder gevolg te gevenaan die gevallen waarbij misbruik wordt vastgesteld omeen verblijfsvergunning te bekomen?DO 2009201015025Question n° 138 de madame la députée Leen Dierick du19 février 2010 (N.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:Abus du statut d'indépendant.Un certain nombre de personnes, parmi lesquelles denombreux européens de l'Est, s'affilient en tant que "travailleurindépendant" (souvent comme "associé actif")auprès d'une caisse d'assurances sociales et demandent leurradiation, à titre rétroactif ou non, après quelques trimestres.Souvent, aucune cotisation sociale n'est versée ou ladispense de cotisations est accordée par la Commission desdispenses de cotisations. Dès leur inscription, ces personnesprétendent obtenir une "attestation d'affiliation". Ellessont soupçonnées d'abuser du statut de travailleur indépendantpour obtenir, grâce à cette attestation, un droit deséjour permanent en Belgique.1. Les non-ressortissants de l'Union européenne doiventdemander une carte professionnelle auprès du serviceAutorisations économiques qui enquête sur l'activité quisera exercée. Un échange d'informations sur les résultatsde ces enquêtes avec d'autres partenaires (ONSS, Officedes Étrangers, etc.) contribuerait à la détection précoced'une série d'abus.Quelles mesures peuvent être prises pour analyser cephénomène et juguler les abus?2. Quelles mesures peuvent être prises pour éliminer lesmotivations (entre autres le droit de séjour) de telles pratiques(par exemple la modification de la législation ou l'instaurationde sanctions)?3. Comment s'organise la coopération entre vos serviceset l'Office des Étrangers pour donner suite aux cas où desabus sont constatés en vue de l'obtention d'un permis deséjour?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

112 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015051Vraag nr. 139 van de heer volksvertegenwoordiger LucGoutry van 22 februari 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Evolutie van het aantal uitgesproken en beëindigde verlengdeminderjarigheden.Bij wet van 29 juni 1973 werd de verlengde minderjarigheidin ons recht ingevoerd. Luidens artikel 487bis van hetBurgerlijk Wetboek kan een minderjarige van wie is geblekendat hij wegens ernstige geestelijke achterlijkheid ongeschiktis - en schijnt te zullen blijven - om zichzelf te leidenen zijn goederen te beheren, in staat van verlengde minderjarigheidworden verklaard.De wet van 18 juli 1991 voerde het voorlopig bewindover de goederen toebehorend aan een meerderjarige in.Overeenkomstig artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboekkan de meerderjarige die, geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk,wegens zijn gezondheidstoestand, niet in staat iszijn goederen te beheren, met het oog op de beschermingervan, een voorlopige bewindvoerder toegevoegd worden,als hem nog geen wettelijke vertegenwoordiger werd toegevoegd.Door de invoering van het voorlopig bewind rijst devraag of het zware statuut van de verlengde minderjarigheidnog gehanteerd wordt.1. Hoeveel verzoeken tot het onderbrengen van een persoononder het statuut van verlengde minderjarigheid werdener ingediend, opgedeeld per jaar en per arrondissementde jongste vijf jaar (indien mogelijk), in de periode 2000-2009?2. Hoeveel personen werden er daadwerkelijk onder hetstatuut van verlengde minderjarigheid geplaatst, opgedeeldper jaar en per arrondissement, in dezelfde periode?3. Hoeveel verzoeken tot beëindiging van het statuut vanverlengde minderjarigheid werden er ingediend, opgedeeldper jaar en per arrondissement, in dezelfde periode?4. Voor hoeveel personen werd daadwerkelijk het statuutvan verlengde minderjarigheid opgeheven, opgedeeld perjaar en per arrondissement, in dezelfde periode?5. Kunt u meedelen op welke leeftijd de verlengd minderjarigeonder dit statuut werd geplaatst, opgedeeld perjaar, in dezelfde periode?DO 2009201015051Question n° 139 de monsieur le député Luc Goutry du22 février 2010 (N.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:Évolution du nombre des minorités prolongées prononcéeset levées.La minorité prolongée a été instaurée dans notre droit parla loi du 29 juin 1973. Aux termes de l'article 487bis duCode civil, le mineur qui est et paraît devoir rester incapablede gouverner sa personne et d'administrer ses biens enraison d'unearriération mentale grave peut être déclaré enétat de minorité prolongée.La loi du 18 juillet 1991 a instauré l'administration provisoiredes biens appartenant à un majeur. Conformément àl'article 488bis du Code civil, toute personne majeure totalementou partiellement hors d'état de gérer ses biens enraison de son état de santé peut se voir désigner un administrateurprovisoire de biens pour en assurer la protection,pour autant qu'un représentant légal n'ait pas encore étédésigné.L'instauration de l'administration provisoire pose la questiondu maintien de l'application du statut contraignant dela minorité prolongée.1. Au cours de ces cinq dernières années, combien derequêtes de placement d'une personne sous le statut deminorité prolongée ont été introduites, réparties par annéeet par arrondissement (si possible, au cours de la période2000-2009)?2. Au cours de cette même période, combien de personnesont été réellement placées sous le statut de minoritéprolongée, réparties par années et par arrondissement?3. Au cours de cette même période, combien de requêtesde levée du statut de minorité prolongée ont été introduites,réparties par année et par arrondissement?4. Au cours de cette même période, combien de personnesont réellement obtenu la levée du statut de minoritéprolongée, répartie par année et par arrondissement?5. Pour cette même période, pouvez-vous indiquer l'âgeauquel le mineur prolongé a été placé sous ce statut?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010113DO 2009201015100Vraag nr. 140 van mevrouw de volksvertegenwoordigerZoé Genot van 23 februari 2010 (Fr.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Bezoekers in gesloten centra. - Tassen. - Lockers.Toen een aantal bezoekers van het centrum 127bis, diehun tas bij hun aankomst in een locker hadden moetenachterlaten, hun tas terugkregen, stond die naar verluidtopen, wat de indruk kon wekken dat iemand erin gesnuffeldhad. De locker gaat wel op slot, maar de sleutel wordtniet meegegeven.DO 2009201015100Question n° 140 de madame la députée Zoé Genot du23 février 2010 (Fr.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:Les visiteurs de centres fermés. - Sac. - Casier.Il me revient que des visiteurs du centre 127bis, quiavaient dû laisser à l'entrée leur sac dans un casier quiferme à clef (mais dont on ne leur remet pas la clef), ontrécupéré leur sac ouvert, ce qui donnait l'impression quequelqu'un avait examiné leur contenu.1. Is dat de normale gang van zaken? 1. Pourriez-vous communiquer s'il s'agit d'une pratiquenormale?2. Zo niet, zou het niet wenselijk zijn, zowel voor debezoekers als voor het personeel, dat dan niet meer verdachtzou kunnen worden van diefstal of het doorzoekenvan persoonlijke bezittingen, dat bezoekers die hun tas ineen locker opbergen, de sleutel van die locker krijgen?2. Dans la négative, ne pensez-vous pas qu'il serait plussain (tant pour les visiteurs que pour le personnel quiserait, dès lors, en dehors de tout soupçon de fouille ou devol) que les visiteurs qui déposent leur sac dans un casierdu centre soient mis en possession de la clef de ce casier?DO 2009201012166Vraag nr. 141 van de heer volksvertegenwoordigerXavier Baeselen van 24 februari 2010 (Fr.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Bevel om het grondgebied te verlatenUw antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 777 van4 augustus 2009 verwondert me (vraag nr. 777, Schriftelijkevragen en antwoorden, Kamer, 2008-2009, nr. 80, blz.137). Ik vroeg u hoeveel gedetineerden in onze Belgischegevangenissen er op 1 juli 2009 in het bezit waren van eenbevel om het grondgebied te verlaten. U antwoorddedaarop dat u niet over deze cijfers beschikte. Ik ben danook zo vrij om u deze vraag nu, vier maanden later,opnieuw te stellen, of u op zijn minst te vragen of u weetom hoeveel mensen het naar schatting zou gaan.DO 2009201012166Question n° 141 de monsieur le député Xavier Baeselendu 24 février 2010 (Fr.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:Ordres de quitter le territoire.Je m'étonne de votre réponse à une question écrite que jevous ai posée le 4 août 2009 (question n°777, Questions etRéponses, Chambre, 2008-2009, n° 80, p. 137). En effet, jevous demandais si vous pouviez me communiquer le nombrede détenus dans nos prisons belges qui, au 1er juillet2009, se sont vu délivrer un ordre de quitter le territoire.Vous m'avez répondu que vous ne disposiez pas de ceschiffres. Je me permets toutefois, quatre mois après, devous reposer la même question ou du moins de vousdemander si vous savez estimer l'ampleur du phénomène.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

114 QRVA 52 10029-03-2010K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010115III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.Eerste minister, belast met de coördinatie van hetMigratie- en asielbeleidPremier ministre, chargé de la coordination de laPolitique de migration et d'asileDO 2009201015084Vraag nr. 29 van de heer volksvertegenwoordigerWouter De Vriendt van 23 februari 2010 (N.) aande Eerste minister, belast met de coördinatie vanhet Migratie- en asielbeleid:DO 2009201015084Question n° 29 de monsieur le député WouterDe Vriendt du 23 février 2010 (N.) au premierministre, chargé de la coordination de la Politiquede migration et d'asile:Het sociaal overleg. (MV 19386) La concertation sociale. (QO 19386)Op maandag 8 februari 2010 vond overleg plaats tussende eerste minister en de werkgevers- en werknemersorganisaties.1. Kan u toelichting geven bij het tijdpad en de verdereplanning van het sociaal overleg?2. Vindt u niet dat een meer actieve rol van de regeringaangewezen is?Antwoord van de Eerste minister, belast met decoördinatie van het Migratie- en asielbeleid van29 maart 2010, op de vraag nr. 29 van de heervolksvertegenwoordiger Wouter De Vriendt van23 februari 2010 (N.):1. Op 8 maart heeft de regering overlegd met de socialepartners over de verdere aanpak van de sociale dialoog in2010. Ten eerste hebben de sociale partners hun wil te kennengegeven om een interprofessioneel akkoord (hiernaIPA) af te sluiten op het einde van dit jaar. Zij hebbenbovendien aangegeven dat een dergelijk akkoord maximaalrekening moet houden met competitiviteit, werkgelegenheiden sociale cohesie. Namens de federale regering hebik die intentie verwelkomd. Daarnaast heb ik ten aanzienvan de sociale partners herhaald dat de federale overheidvandaag niet meer de middelen heeft om een loonakkoordmassaal met overheidsgeld te vergemakkelijken.Voordat de partners aan de onderhandelingen over hetIPA beginnen, willen zij vier ruimere sociaal-economischethema's behandelen:- de evaluatie van het huidige IPA (2009-2010), waarvaneen aantal punten nog verder moeten worden uitgevoerd,- de sociale partners wensen een contact met de regeringover de problematiek van de energiekost,Une concertation a eu lieu le lundi 8 février 2010 entre lepremier ministre et les organisations patronales et syndicales.1. Pouvez-vous nous décrire le calendrier prévu pour lasuite de la concertation sociale?2. N'estimez-vous pas que le gouvernement devrait jouerun rôle plus actif?Réponse du premier ministre, chargé de lacoordination de la Politique de migration et d'asile du29 mars 2010, à la question n° 29 de monsieur le députéWouter De Vriendt du 23 février 2010 (N.):1. Le 8 mars, le gouvernement s'est concerté avec les partenairessociaux sur la manière de poursuivre le dialoguesocial en 2010. Tout d'abord, les partenaires sociaux ontfait part de leur volonté de conclure un accord interprofessionnel(ci-après AIP) à la fin de cette année. Ils ont enoutre déclaré qu'un tel accord doit au maximum tenircompte de la compétitivité, de l'emploi et de la cohésionsociale. J'ai salué cette intention au nom du gouvernementfédéral. J'ai également rappelé aux partenaires sociaux quel'autorité fédérale n'a actuellement plus les moyens de facilitermassivement un accord salarial à l'aide de denierspublics.Avant d'entamer les négociations sur l'AIP, les partenairesentendent traiter quatre thèmes socioéconomiques pluslarges:- l'évaluation de l'actuel AIP (2009-2010), dont une sériede points doivent encore être exécutés plus avant,- le contact avec le gouvernement demandé par les partenairessociaux pour discuter de la problématique du coût del'énergie,K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

116 QRVA 52 10029-03-2010- het dossier van de pensioenen, met het oog op de voorbereidingvan het witboek van de pensioenconferentie,- de coherente voorbereiding van het volgende IPA(2011-2012).Parallel met al deze werkzaamheden hebben de socialepartners aangegeven dat zij de dialoog over het statuutarbeiders-bedienden constructief willen voortzetten. Desociale partners geven daarbij aan dat zij het dossier ineigen beheer willen houden. Gezien de complexiteit van dematerie vinden de sociale partners het zinvol om tweeexperten aan te stellen op wie ze een beroep kunnen doenvoor specifieke opdrachten gericht op het vinden vanoplossingen. Met deze aanpak streven de sociale partnersernaar om tegen de eerste helft van 2011 tot een globaleoplossing te komen.De sociale partners en de regering zijn overeengekomenom elkaar goed te informeren en geregeld contact te houdenin de komende maanden. Een nieuwe ontmoeting tussende regering en de sociale partners, onder meer over deEuropese agenda, is voorzien voor het einde van april.2. De stappen die de regering heeft ondernomen om hetsociaal overleg, na het vastlopen van het overleg over deverlenging van de crisismaatregelen en het statuut arbeiders-bediendeneind 2009, terug vlot te krijgen, bestondenerin om de sociale partners opnieuw aan tafel te krijgen.Dat valt te omschrijven als de bemiddelende, maar daaromniet minder actieve, rol van de federale regering. Het sociaaloverleg moet nu alle kansen krijgen om in de gezamenlijkvastgelegde agenda te slagen. Een tussenkomst van deregering in kernpunten van de sociale dialoog is immerssteeds de minst wenselijke optie. Akkoorden tussen departners laten toe om een evenwicht te bereiken waariniedereen zich kan vinden. Een bemiddelende rol is geenpassieve rol. Het is misschien wel een minder zichtbare rol,maar vaak ook de meest efficiënte.- le dossier des pensions, en vue de la préparation du livreblanc de la conférence sur les pensions,- la préparation cohérente du prochain AIP (2011-2012).Parallèlement à tous ces travaux, les partenaires sociauxse sont dits désireux de poursuivre le dialogue sur le statutouvriers-employés dans un esprit constructif. À cet égard,les partenaires sociaux soulignent qu'ils souhaitent continuerà gérer eux-mêmes le dossier. Vu la complexité de lamatière, les partenaires sociaux estiment judicieux de désignerdeux experts à qui ils pourraient faire appel pour desmissions spécifiques axées sur la recherche de solutions.Cette approche devrait permettre aux partenaires sociauxde dégager une solution globale d'ici le premier semestrede 2011.Les partenaires sociaux et le gouvernement sont convenusde bien s'informer mutuellement et de rester régulièrementen contact au cours des prochains mois. Une nouvellerencontre entre le gouvernement et les partenaires sociaux,notamment au sujet de l'agenda européen, est prévue pourla fin du mois d'avril.2. Après le blocage de la concertation concernant la prolongationdes mesures de crise et le statut ouvriersemployésfin 2009, les démarches entreprises par le gouvernementpour renouer le dialogue social, ont consisté àremettre les partenaires sociaux autour de la table. L'onpeut parler d'un rôle de médiation - mais pas pour autantmoins actif - du gouvernement fédéral. Il faut donner à laconcertation sociale toutes les chances d'aboutir pour cequi regarde l'agenda fixé conjointement. En effet, uneintervention du gouvernement sur des points essentiels dudialogue social est toujours l'option la moins souhaitable.Des accords conclus entre les partenaires permettentd'atteindre un équilibre satisfaisant tout le monde. Un rôlede médiation n'est pas un rôle passif. Si ce rôle est peutêtremoins visible, il est souvent aussi le plus efficace.DO 2009201015201Vraag nr. 30 van de heer volksvertegenwoordiger JanJambon van 01 maart 2010 (N.) aan de Eersteminister, belast met de coördinatie van hetMigratie- en asielbeleid:De federale culturele instellingen. - Raden van bestuur. -Taalaanhorigheid.De federale culturele instellingen zoals het Paleis voorSchone Kunsten, de Koninklijke Muntschouwburg en hetNationaal Orkest van België spelen een belangrijke rol inhet culturele leven.DO 2009201015201Question n° 30 de monsieur le député Jan Jambon du01 mars 2010 (N.) au premier ministre, chargé dela coordination de la Politique de migration etd'asile:Institutions culturelles fédérales. - Conseils d'administration.- Appartenance linguistique.Les institutions culturelles fédérales telles que le Palaisdes Beaux-Arts, le Théâtre royal de la Monnaie etl'Orchestre national de Belgique jouent un rôle importantdans la vie culturelle.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010117Deze instellingen worden gefinancierd door de federaleStaat. Het is dan ook van het grootste belang dat beidegrote Gemeenschappen in dit land op een gelijkwaardigemanier betrokken worden bij het beheer van deze instellingen.Kan u een lijst meedelen met de leden van de raden vanbestuur van deze federale culturele instellingen met vermeldingvan hun taalaanhorigheid?Antwoord van de Eerste minister, belast met decoördinatie van het Migratie- en asielbeleid van26 maart 2010, op de vraag nr. 30 van de heervolksvertegenwoordiger Jan Jambon van 01 maart2010 (N.):Onderstaande tabel vermeldt de leden van de raad vanbestuur van elke federale culturele instelling en hun taalaanhorigheid.Ces institutions sont financées par l'Etat fédéral. Il est dèslors essentiel que les deux grandes Communautés du payssoient également impliquées dans leur gestion.Pourriez-vous me procurer une liste des membres desconseils d'administration de ces institutions culturellesfédérales, avec leur rôle linguistique?Réponse du premier ministre, chargé de lacoordination de la Politique de migration et d'asile du26 mars 2010, à la question n° 30 de monsieur le députéJan Jambon du 01 mars 2010 (N.):Le tableau ci-dessous reprend les membres du conseild'administration de chaque institution culturelle fédérale etleur appartenance linguistique.Federale culturele instellingInstitution culturelle fédéralePaleis voor Schone KunstenPalais des Beaux-ArtsNationaal Orkest van BelgiëOrchestre national de BelgiqueNederlandstalige ledenMembres néerlandophonesGeertrui Windels, Eric Antonis,Jean-Pierre de Bandt, Marleen VanWaeyenberghe, Jan Cornillie, MichelPraet, Marie-Paule Quix (lid metraadgevende stem – membre avec voixconsultative)August Lodewijk Vriens (voorzitter –président), Rosita Moeyersoons, JozefDauwe, Rudy Van QuakebekeFranstalige ledenMembres francophonesEtienne Davignon (voorzitter – président),Jean Courtin, Jean-Pierre de Launoit,Isabelle Verhaegen, Henri Simons,Antoine Drzymala, Marc-Yves Blanpain(lid met raadgevende stem – membre avecvoix consultative)Julie de Groote, Rudy Ankaert, FrancisBurstinKoninklijke MuntschouwburgThéâtre royal de la MonnaieLuc Coene (voorzitter – président),Karel Vinck, Philip Heyninck, FrederikErdman, Etienne Dubois, HansBracqueneRoger Lallemand, Rita Coulon,Clémentine Barzin, Philippe Delusinne,Jacques Bauduin, François-XavierBlanpainYves Kreins (waarnemend lid die behoort tot de Duitstalige Gemeenschap - membreobservateur appartenant à la Communauté germanophone)K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

118 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015231Vraag nr. 31 van de heer volksvertegenwoordiger JeanCornil van 03 maart 2010 (Fr.) aan de Eersteminister, belast met de coördinatie van hetMigratie- en asielbeleid:FOD Kanselarij van de Eerste minister.- Rationalisatie vande verplaatsingen van de ambtenaren.Actie 17 van het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling(FPDO) 2004-2008 betreft de voorbeeldfunctievan de overheid. Daarin wordt gesteld dat de verplaatsingenvan de ambtenaren aanzienlijke milieuhinder veroorzaken.Daarom moet een door een onafhankelijk orgaangecertificeerd internationaal milieuzorgsysteem op termijneen verplicht instrument worden voor alle FOD's. Die verplichtingwerd op 20 juli 2005 bekrachtigd door de ministerraad.Die besliste ook dat elke federale overheidsdienst(FOD) uiterlijk in 2007 een door de Europese Commissieingevoerd en erkend milieuzorgsysteem zou moeten hanteren.Door dergelijke systemen worden administraties verplichtde milieu-impact van hun activiteiten te verminderenen hun milieuperformantie geleidelijk aan te verbeteren,ook op het stuk van mobiliteit.De rationalisatie van de vliegreizen van de ambtenarenvan de federale overheidsdiensten, waarbij die indienmogelijk met de trein zouden reizen, en de compensatievan de CO2-uitstoot van vliegreizen komen in die contextnaar voren als prioritaire maatregelen.1. a) Reizen de ambtenaren van de FOD Kanselarij vande Eerste minister met de trein in plaats van per vliegtuigvoor dienstreizen over afstanden van minder dan 300 km(naar Parijs, Londen, Den Haag, Luxemburg, enz.)?b) In hoeverre gebeurt dat? b) Dans quelle proportion?2. a) Reizen de ambtenaren van de FOD Kanselarij vande Eerste minister met de trein in plaats van per vliegtuigvoor dienstreizen waarvan de bestemming op minder dan 8uur reizen ligt (Marseille, Genève, Lausanne, enz.)?b) In hoeverre gebeurt dat? b) Dans quelle proportion?3. Welke maatregelen neemt de FOD Kanselarij van deEerste minister om de koolstofuitstoot van vliegreizen tecompenseren?DO 2009201015231Question n° 31 de monsieur le député Jean Cornil du03 mars 2010 (Fr.) au premier ministre, chargé dela coordination de la Politique de migration etd'asile:SPF Chancellerie du premier ministre. - La rationalisationdes déplacements des agents.L'action 17 du PFDD 2004-2008 (Plan fédéral de développementdurable) établit que la mobilité des fonctionnairesentraîne d'importantes nuisances environnementales, etqu'à terme un système international reconnu de gestionenvironnementale doit devenir un instrument obligatoirepour tous les SPF. Cette obligation a été entérinée par ladécision du Conseil des ministres du 20 juillet 2005, imposantà chaque service public fédéral (SPF) de se doter, auplus tard en 2007, d'un système de gestion environnementalmis en place et agrée par la Commission européenne.Ce type de système impose aux administrations de réduirel'impact de leurs activités sur l'environnement et d'améliorerprogressivement leurs performances environnementales,y compris les aspects liés à la mobilité.Dans ce contexte, la rationalisation des déplacements enavion des agents des services publics fédéraux par lerecours au train lorsque cela est praticable et la compensationdes émissions de CO2 générées par les déplacementspar avion apparaissent comme des mesures prioritaires.1. a) Est-ce que le SPF Chancellerie du premier ministrerecourt au train à la place de l'avion pour le déplacement deses fonctionnaires lorsque celui-ci est au minimum inférieurà 300 km (Paris, Londres, La Haie, Luxembourg,etc.)?2. a) Est-ce que le SPF Chancellerie du premier ministrerecourt au train à la place de l'avion pour le déplacement deses fonctionnaires lorsque la destination est atteignabledans un délai inférieur à 8 heures (Marseille, Genève, Lausanne,etc.)?3. Quelles sont les mesures de compensation carbone prisespar le SPF Chancellerie du premier ministre pour compenserles déplacements effectués par avion?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010119Antwoord van de Eerste minister, belast met decoördinatie van het Migratie- en asielbeleid van26 maart 2010, op de vraag nr. 31 van de heervolksvertegenwoordiger Jean Cornil van 03 maart 2010(Fr.):1. De personeelsleden van de Federale OverheidsdienstKanselarij van de Eerste minister nemen steeds de treinvoor hun verplaatsingen van minder dan 300 km.Réponse du premier ministre, chargé de lacoordination de la Politique de migration et d'asile du26 mars 2010, à la question n° 31 de monsieur le députéJean Cornil du 03 mars 2010 (Fr.):1. Les membres du personnel du Service public fédéralChancellerie du premier ministre prennent systématiquementle train pour leurs déplacements inférieurs à 300 km.2. 95% van deze verplaatsingen gebeuren met de trein. 2. 95% de ces déplacements se font par train.3. De Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eersteminister neemt geen compenserende maatregelen.3. Le Service public fédéral Chancellerie du premierministre ne prend pas de mesures compensatoires.Vice-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratieVice-première ministre et ministre des Affairessociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration socialeDO 2009201013368Vraag nr. 147 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 04 januari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Handel in namaakgeneesmiddelen.Op 12 oktober 2009 deed de Franse oud-presidentJacques Chirac in Benin de zogenaamde "oproep van Cotonou",een aansporing gericht tot de internationale gemeenschapom de handel in de namaakgeneesmiddelen tegen tegaan en om volgend jaar een internationale conferentie tehouden over die materie, die uit het oogpunt van de volksgezondheideen bijzonder urgent probleem vormt. Met dieoproep wil men politieke leiders wereldwijd ertoe aanzettende handen ineen te slaan om de handel in namaakgeneesmiddelente beteugelen. Die vertegenwoordigt volgensde WHO (World Health Organization) tien procent van dewereldmarkt van farmaceutische producten en is goed voorongeveer 45 miljard euro. Volgens de WHO vallen er jaarlijks200.000 doden door het gebruik van namaakgeneesmiddelen.De WHO heeft getracht de wereldwijdesamenwerking te versterken via het IMPACT-netwerk(International Medical Products Anti-Counterfeiting Taskforce),en het aantal aanhoudingen is verveelvoudigd. Zokonden er in 2008 in Azië in het kader van de operatieStorm voor 6,6 miljoen dollar namaakantibiotica en -aidsremmersin beslag worden genomen.DO 2009201013368Question n° 147 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 04 janvier 2010 (Fr.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Le trafic de faux médicaments.L'ancien président français Jacques Chirac a lancé le12 octobre 2009 au Bénin l' "appel de Cotonou", soit unappel à la communauté internationale pour lutter contre letrafic de faux médicaments et pour la tenue l'année prochained'une conférence internationale sur ce sujet, quiconstitue "une urgence de santé publique". L'appel vise àinciter des responsables politiques du monde entier às'enrôler contre le trafic de faux médicaments, qui, selonl'Organisation mondiale de la santé (OMS), correspondraità 10% du marché pharmaceutique mondial, soit quelque 45milliards d'euros. Les faux médicaments tuent 200.000 vieschaque année, selon l'OMS. L'OMS a essayé de renforcerla coopération mondiale avec la mise en place du réseauImpact, et les arrestations se sont multipliées. Ainsi en2008, l'opération Storm a abouti en Asie à la saisie de 6,6millions de dollars de faux antibiotiques et de faux traitementscontre le sida.1. a) Wat vindt u van dat initiatief? 1. a) Que pensez-vous de cette initiative?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

120 QRVA 52 10029-03-2010b) Welke acties hebben de Europese Unie en Belgiëondernomen om de handel in namaakgeneesmiddelen tebestrijden?2. a) Hoe beoordeelt u de vooruitgang die met hetIMPACT-project van de WHO geboekt werd?b) Acht u de resultaten bevredigend, en vindt u dat u overafdoende personele en financiële middelen beschikt?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 147 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 04 januari 2010 (Fr.):1. a) Wij dienen ons zorgen te maken wat betreft de toegangtot kwaliteitsvolle en betaalbare geneesmiddelen voorpatiënten in ontwikkelingslanden. De afwezigheid vanstructuren op het niveau van de productie, distributie en degeneesmiddelenanalyse maken ontwikkelingslanden zeerkwetsbaar. Maar de toegang tot geneesmiddelen is eenessentieel basisrecht in het kader van de rechten van demens. Dit initiatief "appel de Cotonou" dient dus zeker teworden verwelkomd op voorwaarde dat het structureel enop correcte wijze wordt ingepast in de noden eigen aan ontwikkelingslanden.In tegenstelling tot de ontwikkelde landenworden die veroorzaakt door structurele armoede enzodoende kan men dergelijk initiatief niet los zien van eenaanpaste maatschappelijke aanpak.b) De HMA-WGEO (Head of Medecines Agencies WorkingGroup Enforcement Officers) werd opgericht in 2004,coördineert de 27 lidstaten en buigt zich regelmatig over hetrespect voor de regels en de informatie-uitwisseling. Ditmultidisciplinaire en multisectorieel platform bestaande uitpolitie, douane en geneesmiddelenautoriteiten is een effectiefnetwerk dat over de grenzen heen de farmaceutischecriminaliteit mee helpt bestrijden Het voorziet zelf in opleidingenter zake. De Raad van Europa (waar België actiefheeft meegewerkt aan een Conventie ter bestrijding vanNamaakgeneesmiddelen en Farmaceutische Criminaliteit)is een ander maar normerend platform. Zelfs op het globalevlak (de PFIPC of Permanent Forum on InternationalPharmaceutical Crime) is België actief. Ook binnen hetIMPACT (International Medical Products AnticounterfeitingTaskforce) initiatief van de WHO heeft België bijdragengeleverd. Vooral op het vlak van Netwerking enSPOC's (Single Points of Contact) speelt België een sturenderol. Bij de oprichting in 2007 van het Federaal Agentschapvoor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten(FAGG) werd voorzien in een Speciale OnderzoeksEenheid(SOE). Het FAGG neemt eveneens deel aan de InterdepartementaleCommissie voor de coördinatie van de fraudebestrijdingin de economische sectoren van de FODEconomie.b) Quelles sont les actions menées par l'Union européenneet la Belgique pour lutter contre le trafic de médicaments?2. a) Quel regard portez-vous sur les progrès du projetImpact mis en place par l'OMS?b) Jugez-vous les progrès satisfaisants et les moyenshumains et financiers mis à votre disposition adéquats?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la question n°147 de monsieur le député Daniel Ducarme du04 janvier 2010 (Fr.):1. a) L'accès à des médicaments de qualité à un prix raisonnablepour tous les patients vivant dans les pays en voiede développement doit nous préoccuper. L'absence destructures au niveau de la production, de la distribution etde l'analyse des médicaments, rend ces pays particulièrementvulnérables. Or, l'accès aux médicaments est un droitfondamental et essentiel dans le cadre des droits del'homme. L'initiative "appel de Cotonou" mérite donc certainementd'être applaudie, à condition qu'elle soit implémentéede manière structurelle et correcte en fonction desbesoins propres aux pays en voie de développement.Contrairement aux pays développés, ces besoins sont causéspar la pauvreté structurelle; une telle initiative doit doncêtre accompagnée d'une approche sociale adéquate.b) Le HMA-WGEO (Head of Medecines Agencies WorkingGroup Enforcement Officers), créé en 2004 et composéde 27 États membres, se penche régulièrement sur le respectdes règles et l'échange d'informations. Cette plateformemultidisciplinaire et multisectorielle composée de lapolice, des douanes et de l'inspection des médicamentsconstitue un réseau effectif qui aide à lutter contre la criminalitépharmaceutique au-delà des frontières. Elle prévoitmême des formations en la matière. Le Conseil de l'Europe(au sein duquel la Belgique a participé activement à l'élaborationde la Convention de lutte contre les médicamentscontrefaits et la criminalité pharmaceutique) constitue uneautre plate-forme de normalisation au sein de laquelle laBelgique est active, même au niveau global (PFIPC ou PermanentForum on International Pharmaceutical Crime). LaBelgique a également prêté sa collaboration à l'initiativeIMPACT de l'OMS. La Belgique joue surtout un rôleimportant au niveau du Networking et des SPOC (SinglePoints of Contact). En 2007, lors de la création de l'AgenceFédéral des Médicaments et des Produits de Santé(AFMPS), une Unité Spéciale d'Enquête (USE) a été créée.En outre, l'AFMPS participe à la Commission Interdépartementalepour la Coordination de la lutte contre la Fraudedans les secteurs économiques du SPF Économie.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010121Op het binnenlandse vlak worden eveneens binnen deMultidisciplinaire Hormonen-cel de krachten gebundeldtussen politie, douane, FAGG, FAVV, DG4 en Justitie. Demandaten van deze cel omvatten actueel de illegale vetmesting,doping in de sport maar ook alles wat te makenheeft met namaak van geneesmiddelen en andere vormenvan farmaceutische criminaliteit. Het spreekt vanzelf datook binnen het FAGG de samenwerking met de andereinspecteurs voor de detectie, preventie of repressie vanonregelmatigheden een belangrijke factor is.2. a) Het IMPACT initiatief werd in 2006 opgestart metde verklaring van Rome. IMPACT is een vrijwillige coalitiedie ertoe strekt om de internationele activiteiten te coördinerenin het kader van de strijd tegen namaakgeneesmiddelen.Dit initiatief wordt gevormd door merdere werkgroependie zich over de wetgeving, de regelende infrastructuur,het respect voor de wetgeving, de communicatieen de technologische benadering buigen.Sindsdien werden al drie algemene vergaderingen gehoudenwaarvan de laatste in Hammamet Tunisië in december2008. Hierbij werd een definitie van "counterfeit" naarvoor geschoven die niet op algemeen bijval kon rekenenvooral vanwege sommige ontwikkelingslanden zoals Indiëen Brazilië. Dit heeft veel te maken met IntellectueelEigendomsRecht (IER) en de vrees dat het IMPACT initiatiefmet de naar voor gebrachte definitie de produktie vangoedkope generische geneesmiddelen in ontwikkelingslandenzou verstoren. Anderzijds bestaat de vrees dat hetcounterfeit argument zou misbruikt worden om de vrijhandelte beperken.De zwakte van het IMPACT initiatief bestaat inderdaaduit zijn ambitie een globale oplossing te willen aanbiedendaar waar de regionale verschillen en de verschillen tussenontwikkelingslanden en ontwikkelde landen dergelijkeéénduidige aanpak onmogelijk maken.b) Op het Europese vlak zijn de middelen en de capaciteitvoor de aanpak van namaak geneesmiddelen en aanverwantefarmaceutische criminaliteit onvoldoende ter hoogtevan de douane. Substantiële verbetering kan echter wordendoorgevoerd met betere en doorgedreven risico analysetechnieken, beter uitwisseling van informatie en samenwerkingop multidisciplinair en multisectorieel vlak. Politiekebewustwording voor het probleem en zijncomplexiteit zijn noodzakelijk evenals sensibilisatie naarpatiënten, zorgverstrekkers en publiek via mediacampagnes.Au niveau intérieur, une collaboration a également étéétablie entre la police, la douane, l'AFMPS, l'AFSCA, laDG4 et la Justice et ce, au sein de la cellule MultidisciplinaireHormones. Pour l'heure, les mandats de cette celluleont trait à l'engraissement illégal, le dopage dans le mondesportif et tout ce qui se rapporte à la contrefaçon de médicamentset autres formes de criminalité pharmaceutique. Ilva de soi que la collaboration au sein de l'AFMPS avec lesautres inspecteurs en matière de détection, prévention ourépression d'irrégularités, constitue également un facteurimportant.2. a) L'initiative IMPACT a été prise, en 2006, à l'occasionde la déclaration de Rome. IMPACT est une coalitionvolontaire visant à coordonner les activités internationalesdans le cadre de la lutte contre les médicaments contrefaits.Cette initiative est composée de plusieurs groupes de travailse penchant sur la législation, l'infrastructure régulatrice,le respect de la législation, la communication etl'approche technologique.Depuis, trois assemblées générales ont eu lieu, dont ladernière s'est tenue à Hammamet en Tunisie, en décembre2008. Lors de cette réunion, une définition de "counterfeit"a été avancée, laquelle n'a pas été accueillie très favorablement,en particulier par certains pays en voie de développementtels que l'Inde et le Brésil et ce, en raison des Droitsde Propriété Intellectuelle (DPI, Droit des marques ou brevets)et de la crainte que le projet IMPACT, perturbe laproduction de médicaments génériques à bas prix dans lespays en voie de développement. D'autre part, l'argument"counterfeit" pourrait être abusé dans le but de limiter lelibre-échange.En effet, le point faible de l'initiative IMPACT est l'ambitionde vouloir proposer une solution globale alors qu'unetelle approche univoque est impossible en raison des différencesrégionales et des différences entre les pays en voiede développement et les pays développés.b) À l'échelon européen, les ressources et la capacitémises en oeuvre dans le cadre de la lutte contre la contrefaçonde médicaments et contre la criminalité pharmaceutiqueconnexe sont insuffisantes au niveau de la douane.Toutefois, une amélioration substantielle est possiblemoyennant des techniques d'analyse des risques amélioréeset poussées, un meilleur échange d'informations et une collaborationmultidisciplinaire et multisectorielle. Une prisede conscience politique sur le problème et sa complexités'impose, ainsi qu'une sensibilisation des patients, des prestatairesde soins et du public par des campagnes médiatiques.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

122 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201013384Vraag nr. 150 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 05 januari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Het nieuwe plan in de strijd tegen longontsteking.De Wereldgezondheidsorganisatie en het VN-Kinderfonds(Unicef) stelden op 2 november 2009 een actieplanvoor om tegen 2015 ongeveer 5,3 miljoen kinderen te reddenvan de dood door longonsteking. Longontsteking is debelangrijkste doodsoorzaak voor de 1,8 miljoen kinderenjonger dan vijf jaar die elk jaar in de wereld overlijden,waarvan 98 procent in in 68 ontwikkelingslanden. Omlongonsteking te voorkomen en te bestrijden geeft hetWereldactieplan aanbevelingen over wat dient te wordengedaan, formuleert het doelstellingen, specifieke doelgroepen,evenals ramingen over de kostprijs en het aantallevens dat men zal kunnen redden. Het heeft tot doel debevolking te sensibiliseren voor het probleem als belangrijkedoodsoorzaak bij kinderen, en richt een oproep tot depolitieke beleidsmensen nationaal en wereldwijd, de donateursen het maatschappelijk middenveld om het programmamet onmiddellijke ingang door te voeren.1. Longontsteking is de belangrijkste doodsoorzaak vankinderen onder de vijf jaar en volgens Unicef overlijdenmeer dan 4.000 kinderen elke dag tengevolge van longonsteking.Welke acties overwegen de Belgische regering en deEuropese Unie om die problematiek te proberen terug tedringen in Europa en de ontwikkelingslanden?2. Wat is het sterftecijfer van aan longontsteking lijdendekinderen ten opzichte van de andere lidstaten van de EuropeseUnie?3. Men schat dat het doorvoeren van het actieplan dat deaanbevolen maatregelen van 2010 tot 2015 in 68 sterkgetroffen landen opdrijft, 39 miljard dollar zal kosten.Hoeveel dragen België en de Europese Unie er financieeltoe bij?DO 2009201013384Question n° 150 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 05 janvier 2010 (Fr.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Le nouveau plan de lutte contre la pneumonie.L'Organisation mondiale de la santé (OMS) et le Fondsdes Nations Unies pour l'enfance (Unicef) ont présenté le2 novembre 2009 un plan d'action pour sauver quelque 5,3millions d'enfants de la mort par pneumonie d'ici 2015.Avec 1,8 million de décès d'enfants de moins de cinq anspar an dans le monde, dont plus de 98% dans 68 pays endéveloppement, la pneumonie est la première cause demortalité chez l'enfant. Le Plan d'action mondial pour préveniret combattre la pneumonie donne des recommandationssur ce qui doit être fait, des buts et des ciblesspécifiques, ainsi que des estimations sur son coût et lenombre de vies qu'il permettra de sauver. Il a pour objectifde sensibiliser au problème de la pneumonie, en tant quecause majeure de mortalité chez l'enfant, et demande auxresponsables politiques aux niveaux mondial et national,aux donateurs et à la société civile de prendre des mesurespour une mise en oeuvre immédiate.1. La pneumonie est la première cause de mortalité avantl'âge de cinq ans et plus de 4.000 enfants en meurent chaquejour, selon l'Unicef.Quelles sont les actions que le gouvernement belge etl'Union européenne envisagent de prendre pour tenterd'endiguer cette problématique en Europe et dans les paysen développement?2. Quel est le taux de mortalité des enfants en Belgiqueatteint de pneumonie par rapport aux autres pays membresde l'Union européenne?3. On estime à 39 milliards de dollars le coût de la miseen oeuvre du plan d'action de 2010 à 2015 en intensifiantles mesures recommandées dans les 68 pays fortement touchés.Quelle sera la participation financière de la Belgique etde l'Union européenne?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010123Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 150 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 05 januari 2010 (Fr.):Naar aanleiding van de 126ste sessie van de WorldHealth Assembly op 22 januari 2010 en volgend op depublicaitie van het bestrijdingsplan, heeft België in samenwerkingmet enkele andere landen een resolutie ingediend.Deze vraagt dringende actie en stelt bovendien dat hetverminderen van de globale last die gepaard gaat met dezeaandoening, cruciaal is in het bereiken van de MillenniumDevelopment Goal nummer 4 betreffende de verminderingvan de kindersterfte.Concreet maant de resolutie lidstaten aan om binnen hunspecifieke context het beleid, de strategie en de tools, aanbevolendoor de WHO toe te passen. Nationale beleidsmaatregelenen operationele plannen moeten zorgen vooreen versterking van gezondheidssystemen en voor hetintensifiëren van de preventieve inspanningen. Landenmoeten de performantie van deze programma's evaluerenen worden gevraagd de noodzakelijk nationale en internationalemiddelen te identificeren en vrij te maken. Ze dienenbovendien de aanbevelingen van het GlobaleActieplan te implementeren (immunisering door middelvan vaccinatie, promoten van borstvoeding, verbeteringvan de voeding, preventie en beheer van HIV-infectie,enzovoort). Tot slot benadrukt de resolutie de noodzaakaan een geïntegreerde aanpak voor de preventie en behandelingvan pneumonie door middel van multisectoralesamenwerking, gedeelde verantwoordelijkheid en participatie.Met ingang van 1 juli 2010 neemt België, voor een periodevan zes maanden, het EU-voorzitterschap op zich. Belgiëorganiseert in het kader van dit voorzitterschap, envanuit haar betrokkenheid bij de problematiek rond chronischeziekten, een conferentie rond dit thema. Binnen dezeconferentie wordt een preconferentie gehouden, specifiektoegespitst op respiratoire aandoeningen, onder anderepneumonie en met de bedoeling hier een bijzondere aandachtaan te besteden.De doelstelling van de conferentie zal het voorstellen zijnvan concrete initiatieven gerelateerd aan preventie en deorganisatie van gezondheidszorgsystemen, met het oog ophet stimuleren van een innovatieve benadering van chronischeziekten op het Europese niveauRéponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 150 de monsieur le député Daniel Ducarme du05 janvier 2010 (Fr.):Pendant la 126ième session du Conseil Exécutif del'OMS du 22 janvier 2010 et suite à la publication du plande lutte, la Belgique a introduit, en collaboration avec quelquespays, une résolution.Celle-ci exige une action urgente et insiste sur le fait quela réduction de la charge globale, produite par la pneumonie,soit d'une importance capitale pour atteindre l'OMDnuméro 4 relatif à la réduction de la mortalité infantile.Concrètement la résolution veut pousser les pays à mettreen pratique la stratégie recommandée par l'OMS. Ceciimplique la mise en oeuvre des mesures politiques nationaleset plans opérationnels orientés vers la consolidation dessystèmes de santé et l'intensification des efforts de prévention.Les pays doivent s'investir dans l'évaluation de cesprogrammes ainsi que dans l'identification des ressourcesnécessaires tant nationales qu'internationales. Ils sontpoussés à implémenter les recommandations indiquéesdans le plan de lutte (immunisation au moyen de vaccination,promotion d'allaitement maternel, amélioration de lanutrition, prévention et gestion des infections VIH, etc.).En définitive, la résolution insiste sur une approche intégréepour la prévention et le traitement de la pneumonie aumoyen d'une collaboration multisectoriel, responsabilitépartagée et participation.À partir du 1er juillet 2010, la Belgique présidera leConseil de l'UE. Dans le cadre de cette présidence et sesentant concernée par la problématique des maladies chroniques,la Belgique organise une conférence sur ce thème.Au sein de cette conférence, une pré-conférence se tiendrasur les maladies respiratoires, y inclus la pneumonie.Cette conférence visera à proposer des initiatives concrètesautour du développement et du renforcement de la préventionet de l'organisation de la santé publique. Le butétant de générer, au niveau européen une approche innovatriceen ce qui concerne les maladies chroniques.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

124 QRVA 52 10029-03-2010Wat betreft de mortaliteitsgegevens in België: deze wordengeëncodeerd door de Gemeenschappen. De meestrecente gegevens waarover wij momenteel beschikkendateren van 2004. Deze gegevens zijn te consulteren opvolgende link: http://www.iph.fgov.be/epidemio/spma/index.htm. Het gaat om een interactieve website waarbij ukunt kiezen tussen verschillende criteria.Wij beschikken jammer genoeg niet over informatieomtrent de prevalentie van pneumonie bij kinderen inandere lidstaten van de Europese Unie. Eurostat beschiktwel over mortaliteitsgegevens met betrekking tot pneumoniegeordend volgens gender maar niet volgens leeftijdscategorie.Voor wat in het bijzonder de financiering betreft van deontwikkelingslanden, nodig ik u uit om u te wenden totmijn collega, de minister van Ontwikkelingssamenwerking,Charles Michel (Vraag nr. 116 van 21 april 2010).En ce qui concerne le taux de mortalité infantiles en Belgique,ces données sont encodées par les Communautés.Les données les plus récentes dont nous disposons, datentde 2004. Les données de la Belgique sont disponibles viasurle lien suivant: http://www.iph.fgov.be/epidemio/spma/index.htm. Il s'agit d'un site interactif sur lequel des critèrespeuvent être mis en place.Nous ne disposons toutefois pas d'information sur la prévalencede la pneumonie pour les autres États membres del'Union européenne. Eurostat dispose de quelques statistiquesmais il s'agit des données de mortalité rangées selonle genre et non par groupe d'âge.En ce qui concerne plus particulièrement le financementdes pays en voie de développement, je vous invite à vousadresser à mon collègue Charles Michel, ministre de laCoopération au Développement (Question n° 116 du21 avril 2010).DO 2009201013529Vraag nr. 153 van de heer volksvertegenwoordigerFrançois Bellot van 06 januari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Departementen.- Administraties.- Rekrutering van contractuelen1. Hoeveel contractuele medewerkers werkten er, respectievelijkvia het Rosettaplan en met het gewone statuut, op31 december 2004, 2005, 2006, 2007 en 2008 (indienmogelijk vanaf 2000) voor de besturen die onder uw departementressorteren?2. Kunt u die cijfers uitsplitsen naar taalrol (Nederlandstaligeen Franstalige contractuelen)?3. Kunt u de cijfers voor de contractuelen die op31 december (eventueel 2000), 2004 en 2008 aan de slagwaren, opsplitsen naar woonplaats, waarbij de postcodesper 100 samengevoegd worden: postcode 1000 omvat allegemeenten met een postcode tussen 1000 en 1099, postcode1100 alle gemeenten met een postcode tussen 1100 en1199 enz.? Kunt u die cijfers voor heel België berekenen?Bij de voorstelling van die cijfers moet er uiteraard eenonderscheid gemaakt worden tussen de Rosettacontractuelen(startbaanovereenkomst) en de gewone contractuelenvan de andere categorieën, uitgezonderd Rosetta.DO 2009201013529Question n° 153 de monsieur le député François Bellotdu 06 janvier 2010 (Fr.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Départements. - Administrations. - Recrutement de personnelcontractuel. (QE 248)1. Pourriez-vous communiquer le nombre d'agentscontractuels, sous le statut "Rosetta" et contractuels sous lestatut ordinaire, employés par les administrations dépendantde votre département au 31 décembre de chacune desannées suivantes, soit en 2004, 2005, 2006, 2007 et 2008(si possible à partir de 2000)?2. Pourriez-vous fournir ces éléments en distinguant lesagents néerlandophones et francophones?3. Pour les agents en poste au 31 décembre (de 2000éventuellement), de 2004 et de 2008, pouvez-vous répartirces chiffres en fonction des lieux de résidence, ceux-ciétant agrégés par le code postal correspondant à la centaine,c'est-à-dire que pour les codes 1000, c'est pour lescommunes dont le code postal va de 1000 à 1099, pour les1100, de 1100 à 1199, etc., et ce pour l'ensemble du territoirebelge?Pour la présentation de ces chiffres, il y aura bienentendu distinction entre les agents "Rosetta" (conventionde 1er emploi) et les agents contractuels ordinaires toutescatégories confondues hors "Rosetta".K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010125Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 153 van de heer volksvertegenwoordigerFrançois Bellot van 06 januari 2010 (Fr.):Het antwoord op deze vraag is het geachte Kamerlidrechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar ligt het ter inzage bij deGriffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienstParlementaire vragen).Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 153 de monsieur le député François Bellot du06 janvier 2010 (Fr.):La réponse à cette question a été transmise directement àl'honorable membre. Étant donné son caractère de puredocumentation, il n'y a pas lieu de l'insérer au bulletin desQuestions et Réponses, mais elle peut être consultée auGreffe de la Chambre des représentants (service des Questionsparlementaires).DO 2009201013712Vraag nr. 177 van de heer volksvertegenwoordigerBruno Van Grootenbrulle van 07 januari 2010(Fr.) aan de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie:MRSA-stam in varkenshouderijen.Uit een studie die op vraag van voormalig minister vanVolksgezondheid Rudy Demotte werd uitgevoerd, bleekdat de ST398, een op de mens overdraagbare stam van demethicillineresistente Staphylococcus aureus (MRSA), inbijna 68 procent van de Belgische varkenshouderijen voorkomt.MRSA is eveneens aanwezig in de ziekenhuizen,waar ze verantwoordelijk is voor een groot deel van denosocomiale infecties (ziekenhuisinfecties). Bovendien isdie MRSA-bacteriestam volgens wetenschappers resistenttegen de meest gangbare antibiotica.Ook al lijkt het probleem de ziekenhuizen en rusthuizennog niet massaal te bedreigen, toch moeten er maatregelenworden genomen ter voorkoming van een eventuele massaleverspreiding van die stam, want elke drager die in hetziekenhuis terechtkomt, zou de omgeving heel snel kunnenbesmetten.1. In maart 2009 richtte de federale regering een MRSAtaskforceop die bestaat uit vertegenwoordigers van hetdepartement Volksgezondheid, de ziekenhuizen, de universiteitenen de BAPCOC (Belgian Antibiotic Policy CoordinationCommittee). Die taskforce heeft als taak een reeksmaatregelen en onderzoekspistes aan te reiken met betrekkingtot de MRSA-stam.Wat is er uit die werkzaamheden voortgekomen?DO 2009201013712Question n° 177 de monsieur le député Bruno VanGrootenbrulle du 07 janvier 2010 (Fr.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:La souche de la bactérie MRSA présente dans les porcheries.Selon une étude réalisée en son temps à la demande duministre sortant de la Santé publique, monsieur RudyDemotte, une souche MRSA (ST398) - ou Staphylococcusaureus - est présente dans près de 68% des porcheries belgeset est transmissible à l'homme. Il apparaît, par ailleurs,que cette bactérie est également présente dans les milieuxhospitaliers au sein desquels elle est responsable d'unegrande partie des maladies nosocomiales (c'est-à-direcontractées en milieu hospitalier). Enfin, selon les avisscientifiques, la souche bactérienne MRSA est résistanteaux antibiotiques les plus courants.Par ailleurs, même s'il semble que le problème ne se soitpas encore répandu "massivement" dans les hôpitaux et lesmaisons de repos, des mesures doivent être mises enoeuvre afin d'éviter une éventuelle propagation massive dela souche incriminée car toute personne porteuse de laditebactérie se trouvant en milieu hospitalier pourrait rapidementcontaminer celui-ci.1. En mars 2009, le gouvernement fédéral a mis sur piedune "Task Force MRSA" composée de représentants de laSanté publique, des hôpitaux, des universités et du BAP-COC (Belgian Antibiotic Policy Coordination Committee)chargée d'établir une série de mesures et des pistes derecherche face à la souche MRSA.Quelles sont les conclusions qui y ont été établies?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

126 QRVA 52 10029-03-20102. Welke maatregelen moeten de ziekenhuizen en de varkenskwekersnemen om de opmars van MRSA een halt toete roepen en de verspreiding van de bacterie in te perken,alsook om de gezondheidsrisico's te beperken of uit te sluiten?3. Zal er een doelgerichte informatie- en sensibiliseringscampagneworden gevoerd?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 177 van de heer volksvertegenwoordigerBruno Van Grootenbrulle van 07 januari 2010 (Fr.):1. De MedVet MRSA Task Force heeft beknopte, praktijkgerichterichtlijnen gemaakt over de preventie, diagnose enbehandeling van dierhouderijgerelateerde MRSA (MRSAST398) voor drie doelgroepen:- huisartsen (opgenomen in de 2de editie van de "Belgischegids voor anti-infectieuze behandeling in de ambulantepraktijk" van BAPCOC, gepubliceerd in de FoliaPharmacotherapeutica van het BCFI en beschikbaar op dewebsites van de partners van de Task Force);- dierenartsen (gepubliceerd in de Folia Veterinaria vanhet BCFI en beschikbaar op de websites van de partnersvan de Task Force) en- varkenshouders en hun medewerkers en familieleden(beschikbaar op de websites van de partners van de TaskForce).Daarnaast werd een inventaris opgemaakt van alle studiesover deze thematiek, zowel afgewerkte, lopende alsgeplande studies.2. De aanbevelingen inzake preventie en aanpak vanMRSA in de ziekenhuizen, zoals beschreven in de richtlijnvan de Belgian Infection Control Society (BICS), zijneveneens van toepassing op dierhouderijgerelateerdeMRSA. Het strekt wel tot aanbeveling dat de ziekenhuizenvarkenshouders en hun medewerkers en familieleden, alsookdierenartsen die frequent varkensbedrijven bezoeken,beschouwen als een risicogroep voor MRSA-dragerschapen deze personen screenen op MRSA bij opname in hetziekenhuis.2. Quelles mesures les hôpitaux et les éleveurs de porcsdoivent-ils prendre pour contrer l'émergence et limiter lapropagation du MRSA ainsi que pour limiter ou exclure lesrisques sanitaires?3. Une campagne d'information et de sensibilisationciblée est-elle prévue?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 177 de monsieur le député Bruno Van Grootenbrulledu 07 janvier 2010 (Fr.):1. La MedVet MRSA Task Force a élaboré des directivesconcises et pratiques en matière de prévention, de diagnosticet de traitement du MRSA associé à l'élevage (MRSAST398) pour trois groupes cibles:- les médecins généralistes (directives reprises dans la2ème édition du "Guide belge des traitements anti-infectieuxen pratique ambulatoire" de la BAPCOC, publiéesdans le Folia Pharmacotherapeutica du CBIP et disponiblessur les sites web des partenaires de la Task Force);- les vétérinaires (directives publiées dans le Folia Veterinariadu CBIP et disponibles sur les sites web des partenairesde la Task Force) et- les éleveurs de porcs et leurs collaborateurs et familles(directives disponibles sur les sites web des partenaires dela Task Force).De même, toutes les études traitant de cette thématique,aussi bien les études finalisées que celles en cours et prévues,ont été inventoriées.2. Les recommandations en matière de prévention et deprise en charge du MRSA en milieu hospitalier, telles quedécrites dans la directive de la Belgian Infection ControlSociety (BICS), s'appliquent également au MRSA associéà l'élevage. Il est recommandé aux hôpitaux de considérerles éleveurs de porcs, leurs collaborateurs et les membresde leurs familles, de même que les vétérinaires qui visitentfréquemment des exploitations porcines, comme étant ungroupe à risque de portage MRSA, et de procéder au dépistagedu MRSA chez ces personnes à leur admission àl'hôpital.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010127Bovenvermelde richtlijn voor varkenshouders brengt dealgemene principes van goede en hygiënische bedrijfsvoeringin herinnering en roept op tot verantwoord gebruikvan geneesmiddelen en antibiotica. Daarnaast worden aanbevelingengeformuleerd ter preventie van de overdrachtvan MRSA van mens op mens. Voor meer informatie hierover,gelieve u te richten tot mevrouw Laruelle, die dezeministeriële bevoegheid heeft (Vraag nr. 124 van 21 april2010).3. Alle betrokken partijen werden reeds in 2008, toen deproblematiek aan het licht kwam, geïnformeerd en gesensibiliseerdvia verschillende kanalen.De situatie wordt nog steeds opgevolgd en verder onderzochtvia verschillende lopende studies. Aangezien de situatiezeker niet verslechterd is, is er voorlopig geen nieuweinformatie- en sensibilisatieronde voorzien.La directive susmentionnée pour les éleveurs de porcsrappelle les principes généraux de bonne gestion hygiéniqued'une exploitation et appelle à un usage rationnel desmédicaments et antibiotiques. Par ailleurs, des recommandationssont formulées en vue de prévenir la transmissioninterhumaine du MRSA. Pour plus d'informations, je vousprie de vous adresser à madame Laruelle dont cette compétenceministérielle relève (Question n° 124 du 21 avril2010).3. Déjà en 2008, à l'époque où la problématique vit lejour, toutes les parties concernées furent informées et sensibiliséesau moyen de différents canaux.La situation continue à être suivie de près et fait l'objetd'un examen approfondi dans le cadre de plusieurs étudesen cours. La situation n'ayant certainement pas empiré,aucune nouvelle campagne d'information et de sensibilisationn'est prévue pour le moment.DO 2009201013849Vraag nr. 193 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 11 januari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Toename van het aantal hiv-geïnfecteerden.Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV)publiceerde op 24 november 2009 een rapport waarin staatdat er in België in 2008 in totaal 1.079 nieuwe diagnosesvan hiv-infectie werden gesteld, het hoogste aantal datgeregistreerd werd sinds het begin van de epidemie. Voortswerden er in 2008 128 aidsdiagnoses gerapporteerd. Nadater vanaf 1997 een stijging werd vastgesteld van het aantalpersonen dat seropositief werd bevonden, stabiliseerde datcijfer zich vanaf 2004. Het schommelt tussen 1.000 en1.079 gevallen per jaar, wat overeenkomt met gemiddeld 3infecties per dag, aldus het WIV. Volgens het rapport is debesmetting via heteroseksuele contacten de voorbije jarenproportioneel gedaald, van 67 procent van de gediagnosticeerdeinfecties in 2002 tot 48 procent in 2008. Het aantalinfecties dat gediagnosticeerd werd bij homo-/biseksuelemannen nam dan weer sterk toe.DO 2009201013849Question n° 193 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 11 janvier 2010 (Fr.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Recrudescence des cas de VIH.Selon un rapport de l'Institut de Santé Publique (ISP)publié le 24 novembre 2009, au cours de l'année 2008, untotal de 1.079 nouveaux diagnostics d'infection par le VIHauraient été rapportés en Belgique, soit le nombre le plusélevé enregistré depuis le début de l'épidémie. Par ailleurs,128 cas de SIDA ont été dépistés l'an dernier. "Après uneaugmentation observée à partir de 1997, le nombre de personnesqui découvrent leur séropositivité s'est stabilisédepuis 2004 et se situe entre 1.000 et 1.079 cas par an, cequi correspond à 3 infections diagnostiquées par jour enmoyenne", écrit l'Institut. D'après le rapport, les infectionspar contacts hétérosexuels ont vu leur proportion diminuerau cours du temps, passant de 67% des infections diagnostiquéesen 2002 à 48% des infections l'année dernière. "Al'opposé, le nombre d'infections diagnostiquées chez leshomo/bisexuels masculins est en nette augmentation", précisele rapport.1. a) Klopt die informatie? 1. a) Pourriez-vous confirmer ces informations?b) Zal u, in het licht van die gegevens, binnenkort nieuwepreventieve maatregelen nemen, in overleg met de Gewestenen de Gemeenschappen?b) Au vu des chiffres annoncés, envisagez-vous de prendreprochainement de nouvelles mesures de prévention, enconcertation avec les Régions et les Communautés?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

128 QRVA 52 10029-03-20102. In het rapport staat dat het aantal infecties dat bijhomo-/biseksuele mannen gediagnosticeerd wordt, sterk isgestegen.2. Selon le rapport, le nombre d'infections diagnostiquéeschez les homo/bisexuels masculins est en nette augmentation.a) Hoe kan dat verklaard worden? a) Comment expliquer ce phénomène?b) Zullen er, in samenwerking met de homo-organisaties,gerichtere preventiecampagnes op touw gezet worden?3. Bent u van plan nieuwe maatregelen te treffen inzakede follow-up van en de zorg voor hiv-geïnfecteerden?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 193 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 11 januari 2010 (Fr.):1. a) Ik bevestig de informatie gepubliceerd in november2009 in het rapport van het Wetenschappelijk InstituutVolksgezondheid (WIV).b) Aangezien de preventie een communautaire bevoegdheidis, bestaat er geen budget "preventie" in de strikte zinvan het woord. Maar er wordt een bijdrage geleverd aan depreventie door onze interventies op het niveau van terugbetalingvan tests en van de behandelingen. Het tijdig stellenvan de HIV-diagnose, laat immers een gedragsveranderingtoe bij de persoon die drager is van de infectie, en door hettoedienen van een antiretrovirale behandeling die de viralelading verlaagt en bijgevolg ook de overdraagbaarheid vanhet virus verlaagt.Aangezien België een federale staat is, hebben we in deschoot van de interministeriële conferentie mechanismenontwikkeld voor de samenwerking tussen de eenheden, inhet kader van de interministeriële conferentie. Een werkgroepAIDS is momenteel actief teneinde praktische informatieuit te wisselen, maar er worden ook ideeën eninformatie uitgewisseld over projecten die al dan niet goedwerken, teneinde de aanpak te harmoniseren.2. a) De stijging van het aantal infecties gediagnosticeerdbij homo/biseksuele mannen is gelinkt aan de toename vanrisicogedrag en aan de frequentie van onbeschermde seksuelecontacten. Verschillende enquêtes uitgevoerd in hetbuitenland en in België hebben deze evolutie aangetoondin de loop van de afgelopen jaren. (Cfr.: Martens V, HuynenP. Knowledge and behaviour of men who have sex withmen towards HIV/AIDS in the French Community of Belgium.Arch Public Health. 2006;64:13-26. Defraye A,Sasse A. SOA surveillance systeem via een peilnetwerk vanclinici in België. Jaarrapport 2008. WetenschappelijkInstituut Volksgezondheid, afdeling Epidemiologie: Brussel;2009.)b) Est-il envisagé en association avec les organisationsreprésentant la communauté homosexuelle des campagnesde prévention plus ciblées?3. Envisagez-vous de prendre de nouvelles mesuresconcernant le suivi et l'aide aux personnes atteint du VIH?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 193 de monsieur le député Daniel Ducarme du11 janvier 2010 (Fr.):1. a) Je confirme les informations publiées en novembre2009 dans le rapport de l'Institut scientifique de Santépublique (ISP).b) Comme la prévention est une compétence communautaire,nous n'avons pas de budget "prévention" au sensstrict du mot. Nous contribuons à la prévention par nosinterventions au niveau du remboursement des tests et destraitements. En effet, la connaissance du diagnostic VIHpermet un changement de comportement de la part de lapersonne porteuse de l'infection, et le traitement antirétroviralabaisse la charge virale et par conséquence la transmissibilitéde l'infection.La Belgique étant un état fédéral, nous avons développé,au sein de la conférence interministérielle, des mécanismesde collaboration entre les entités. Actuellement, un groupede travail SIDA est actif pour échanger des informationspratiques sur des projets et pour harmoniser les approches.2. a) L'augmentation du nombre d'infections diagnostiquéeschez les homo/bisexuels masculins est liée à larecrudescence de comportements à risque et à la fréquencedes rapports sexuels non protégés. Plusieurs enquêtesmenées à l'étranger et en Belgique ont mis en évidencecette évolution au cours des dernières années. (Cf.: MartensV, Huynen P. Knowledge and behaviour of men whohave sex with men towards HIV/AIDS in the French Communityof Belgium. Arch Public Health. 2006;64:13-26.Defraye A, Sasse A. Surveillance des IST via un réseausentinelle de cliniciens en Belgique. Rapport annuel 2008.Institut scientifique de Santé Publique, section Epidémiologie:Bruxelles; 2009.)K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010129b) Sinds 1 januari 2006 bestaat er een overeenkomst tussenhet Verzekeringscomité van het RIZIV en drie aidsbehandelcentra(Antwerpen, Brussel en Luik) voor definanciering van de specifieke verstrekkingen op het vlakvan de secundaire preventie, de behandeling en de bestrijdingvan HIV/aids. In het kader van die overeenkomst hebbende centra in samenwerking met verschillendeverenigingen die op het terrein actief zijn en die door dedoelgroepen, waaronder de homoseksuele gemeenschap,zijn erkend, een aangepaste methode ontwikkeld en actiesopgezet die op de risicogroepen zijn gericht.Aan de hand van die acties wil men het doelpubliek nietalleen sensibiliseren en beter informeren over de risico's opHIV-infectie en andere seksueel overdraagbare infecties,maar wil men ook een screening aanbieden, met anoniemeen gratis counseling zowel voor als na de test en psychosocialebegeleiding bij de doorverwijzing van de gescreendegevallen naar een behandelcentrum.3. In het kader van die overeenkomst zijn die drie geconventioneerdecentra belast met de ontwikkeling en het testenvan nieuwe benaderingen van de doelgroepen, met deevaluatie van die verschillende benaderingen. Vanuit eenruim gezondheidsperspectief moeten ze aanbevelingendoen aan de beleidsmakers en andere zorgverleners op hetvlak van de organisatie en de functionele aanpak van deverzorging. Na de evaluatie van de reële doeltreffendheiden afhankelijk van het beschikbare budget kunnen de uitgetestemaatregelen op ruimere schaal worden geïmplementeerd.Het is de bedoeling om de zorgverlening die wordt aangebodendoor de referentiecentra voor patiënten die dragerzijn van het HIV-virus, beter toegankelijk te maken. Op ditogenblik zijn er negen dergelijke referentiecentra in onsland. Die referentiecentra worden onder meer gefinancierdop basis van een overeenkomst die ze hebben gesloten methet Verzekeringscomité van het Riziv, op voorstel van hetCollege van geneesheren-directeurs ingesteld bij het Riziv.Het is de bedoeling om die overeenkomst aan te passen,teneinde mogelijkheden te creëren voor sommige andereregionale ziekenhuizen om als plaatselijke antenne te fungerenvan een bestaand referentiecentrum, en dit in nauwesamenwerking met en onder supervisie van een bestaandreferentiecentrum. Hiertoe is een budget van 800.000 eurovoorzien.b) Depuis le 1er janvier 2006, il existe une conventionentre le Comité de l'assurance de l'INAMI et trois centresde traitement SIDA (Anvers, Bruxelles et Liège) ayantpour objet le financement de prestations de forme spécifiquede prévention secondaire, de traitement et de luttecontre le VIH/SIDA. Dans le cadre de cette convention, lescentres ont développé une approche ciblée, des actionsciblées vers les groupes à risques, en partenariat avecdiverses associations de terrain reconnues par les populationsciblées, dont la population homosexuelle.Les actions consistent à sensibiliser et à mieux informerle public cible sur les risques d'infection VIH et autresinfections sexuellement transmissibles, à proposer undépistage, avec councelling pré et post test, anonyme etgratuit, ainsi qu'un accompagnement psychosocial des casdépistés vers un centre de traitement.3. Dans le cadre de cette convention, les trois centresconventionnés ont pour mission de développer et de testerde nouvelles approches des groupes cibles, d'évaluer cesdifférentes approches et de produire des recommandationsà l'intention des responsables politiques dans une perspectivede santé large, et aux autres dispensateurs de soins ence qui concerne l'organisation, l'approche fonctionnelle dessoins. Ce n'est qu'après évaluation de l'efficacité réelle eten fonction des budgets disponibles que les mesures testéespourront être implémentées à plus large échelle.L'intention est de rendre plus accessibles les soins dispenséspar les centres de référence existants pour la priseen charge des patients atteints du VIH. En effet, à l'heureactuelle, neuf centres de référence sont reconnus dans notrepays. Ces centres de référence sont financés sur base d'uneconvention conclue avec le Comité de l'assurance soins desanté de l'INAMI, sur proposition du Collège des médecins-directeursinstitué auprès de l'INAMI. Il est dansl'intention d'adapter cette convention afin de donner la possibilitéà d'autres hôpitaux régionaux de fonctionner en tantqu'antenne locale d'un centre de référence existant, enétroite collaboration avec ce centre de référence et sous sasupervision. Un budget de 800.000 euros a été prévu à ceteffet.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

130 QRVA 52 10029-03-2010De overeenkomst tussen Riziv (via het Verzekeringscomité)en de AIDS referentiecentra betreffende de profylactischebehandeling door antiretrovirale middelen in gevalvan accidentele blootstelling, professioneel of niet-professioneelvan het AIDS-virus,. Dit project is begonnen in2009 en tot loopt tot einde 2010. In dat kader zijn tussenkomstenvoorzien voor de patiënt: +/- 800 euro voor debehandeling met medicatie en 150 euro de administratievekosten.La convention conclue entre l'INAMI (via le Comité del'assurance) et les centres de référence SIDA concernant laprise en charge du traitement de prophylaxie par antirétrovirauxen cas d'exposition accidentelle, professionnelle ounon, au virus du SIDA, a débuté en 2009 et se prolongejusque fin 2010. Dans ce cadre, des interventions sont prévuespar patient: +/- 800 euros pour le traitement médicamenteuxet de 150 euros pour les frais administratifs.DO 2009201013875Vraag nr. 195 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 11 januari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Binge drinking.Binge drinking of comazuipen is een vorm van drankmisbruikwaarbij men in korte tijd zoveel mogelijk drank achteroverslaat.Het fenomeen dook eerst op in Groot-Brittannië, maar verspreidde zich vervolgens over heelEuropa. Vooral jongeren tussen 15 en 35 jaar oud bezondigenzich eraan. Buitensporig alcoholgebruik door jongerenkan onmiddellijke gevolgen hebben (ze kunnen een ongevalveroorzaken of er het slachtoffer van worden, ongewensteof onbeschermde seksuele betrekkingen hebben endergelijke), maar kan op langere termijn ook tot hersenschadeleiden. Binge drinking komt meer voor bij meisjesdan bij jongens, en het is in Europa aan een opmars bezig.DO 2009201013875Question n° 195 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 11 janvier 2010 (Fr.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Le binge drinking.Le "binge drinking" est un comportement qui consiste àboire le plus possible en très peu de temps. Provenantd'Angleterre, ce phénomène s'est répandu à travers toutel'Europe et touche essentiellement les jeunes de 15 à 35ans. Une consommation excessive d'alcool chez de jeunessujets peut avoir des répercussions sur le moment (provoquerou être victime d'un accident, avoir des rapportssexuels non désirés ou non protégés, etc.), et peut causerultérieurement des lésions cérébrales. Le "binge drinking",qui touche davantage les filles que les garçons, s'amplifieraiten Europe.1. a) Hoe staat het in ons land met dit fenomeen? 1. a) Quelle est la situation du binge drinking dans notrepays?b) Is het de jongste jaren ook bij ons in opmars? b) Remarque-t-on également un phénomène d'accélérationde cette pratique parmi la population ces dernièresannées?2. In verscheidene Europese landen gingen recentelijkpreventiecampagnes van start.Welke maatregelen zal de regering, in overleg met deGewesten, nemen met het oog op voorlichting en preventieomtrent comazuipen ten aanzien van de voormelde leeftijdscategorie?2. Plusieurs pays européens ont lancé récemment descampagnes de prévention.Quelles actions le gouvernement, en concertation avecles Régions, envisage-t-il de prendre afin d'assurer l'informationet la prévention auprès des 15 à 35 ans?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010131Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 195 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 11 januari 2010 (Fr.):1. Via de Gezondheidsenquête, beschikken we overgegevens over het overmatig alcoholgebruik. Een alcoholgebruikwordt als overmatig gedefinieerd vanaf zes glazenper dag. Het is een bruikbare, verwante indicator met alsbeperking dat binge drinking wordt overschat.In 2004 kwam overmatig alcoholgebruik bij 32,1% vande bevolking tussen 15 jaar en ouder in België wel eensvoor.2. Hiernavolgende gegevens betreffen voornamelijk desituatie in 2004. De gegevens met betrekking tot de situatiein 2008 worden in de loop van dit jaar bekend en zullendoor het WIV gepresenteerd worden.- Overmatig alcoholgebruik komt veel vaker voor bijmannen dan bij vrouwen.- Wat betreft het frequent en chronisch zwaar drinken ishet overwicht van mannen nog groter.- Overmatig alcoholgebruik, ook frequent en chronischzwaar drinken, komt meer voor bij jongeren tussen 15 en24 jaar dan in andere leeftijdsgroepen.- Binge drinking komt meer voor bij studenten in hethoger onderwijs dan in andere groepen.- Er is een duidelijke stijging van het aandeel overmatigalcoholgebruikers in de bevolking tussen 1997 en 2004,ook van de frequente en chronische zware drinkers.- De stijging is veel groter bij vrouwen dan bij mannen,ook op jonge leeftijd en ook bij frequente en chronischezware drinkers.Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 195 de monsieur le député Daniel Ducarme du11 janvier 2010 (Fr.):1. Via l'enquête de santé, nous disposons de données surla consommation abusive d'alcool. Une consommation estconsidérée comme abusive à partir de six verres par jour. Ils'agit d'un indicateur analogue et efficace dont la seule restrictionest de surestimer le binge drinking.En 2004, en Belgique, 32,1% de la population âgée de 15ans ou plus s'est adonnée au moins une fois à la consommationabusive d'alcool.2. Les données ci-après ont trait à la situation en 2004.Les données relatives à la situation en 2008 seront publiéesdans le courant de cette année et seront présentées parl'ISP.- La pratique de la consommation abusive d'alcool estplus fréquente chez les hommes que chez les femmes.- En ce qui concerne la consommation abusive fréquenteet chronique, il y a une prépondérance encore plus importantedes hommes.- Les jeunes âgés de 15 à 24 ans s'adonnent également àla consommation abusive fréquente et chronique de façonplus importante que les autres catégories d'âge.- Bien plus qu'au sein de tout autre groupe, la pratique dela "biture expresse" est plus importante chez les étudiantsde l'enseignement supérieur.- Il y a eu une augmentation évidente du pourcentage depersonnes ayant une consommation abusive dans la populationentre 1997 et 2004, et également des personnes ayantce comportement de manière fréquente et chronique.- L'augmentation est bien plus importante chez les femmesque chez les hommes, et ce, également à un jeune âge,ainsi que chez les personnes ayant une consommation abusivefréquente et chronique, mais la consommation abusivereste cependant toujours plus fréquente chez les hommes.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

132 QRVA 52 10029-03-20103. Op 22 april 2009 werd een nationale informatiecampagnerond alcohol gelanceerd. Deze campagne werd gefinancierddoor het Fonds ter bestrijding van deverslavingen. De doelstellingen van deze campagne waren:het verlagen van de leeftijd waarop voor het eerst alcoholwordt geconsumeerd, het ondersteunen van een verantwoordgebruik, het aanbieden en opwaarderen van alternatievenvoor alcoholconsumptie, vroeginterventiesfaciliteren, alsook het beperken van de sociale en gezondheidsrisico'sdie verbonden zijn aan misbruik. De doelgroepbestond uit jongeren tussen 15 en 35 jaar. De sloganvan deze campagne was "Maak jezelf niets wijs. Te veeldrinken heeft nooit leuke gevolgen".Om deze doelgroep te bereiken heeft de campagnegebruik gemaakt van media en aangepast materiaal. In eeneerste fase werden twee tv-spots uitgezonden, die daarnaruim werden verspreid via het internet. De verschillendeboodschappen werden daarenboven verspreid via affichesen kartonnen bierviltjes. U vindt meer informatie over dezecampagne op de websites www.infor-drogues.be enwww.druglijn.be.Ter versterking van de acties van de federale overhedenen die van de Gemeenschappen en Gewesten met betrekkingtot het bestrijden van verslavingen, werd recent deAlgemene Cel Drugsbeleid geïnstalleerd om de acties vande federale overheid en de Gemeenschappen en Gewestente versterken en op elkaar af te stemmen. Een InterministeriëleConferentie Drugs bekrachtigt de voorstellen van deAlgemene Cel Drugsbeleid.Op 25 januari 2010 heeft de Interministeriële ConferentieDrugs voor de eerste maal vergaderd. Zij heeft eenGemeenschappelijke Verklaring aangenomen betreffendeeen globaal en geïntegreerd drugsbeleid voor België. DezeVerklaring zal de basis vormen voor de verdere acties in ditdomein, die zullen uitgewerkt worden door de AlgemeneCel Drugsbeleid. Deze Verklaring is beschikbaar op dewebsite www.health.fgov.be/drugs en zal ook gepubliceerdworden in het Belgisch Staatsblad.3. Le 22 avril 2009, une campagne nationale d'informationalcool, subventionnée via le Fonds fédéral de luttecontre les assuétudes, a été lancée. Cette campagne avaitpour objectifs de retarder l'âge de la première consommation,de soutenir un comportement responsable vis-à-vis dela consommation, d'offrir et de valoriser les alternatives àla consommation, de faciliter les interventions précocesainsi que de réduire les risques sociaux et sanitaires liésaux consommations abusives. Le public visé était les jeunesde 15-35 ans. Le slogan de cette campagne était "Nevous racontez-pas d'histoires. Boire ne finit jamais bien".Pour atteindre ces groupes-cibles, la campagne a utilisédes médias et des supports adaptés. Deux spots ont été diffusésdans un premier temps à la télévision pour êtreensuite largement diffusés via Internet. De plus, les différentsmessages ont été transmis via des affiches et dessous-verres en cartons. Vous trouverez plus d'informationssur cette campagne sur le site www.infor-drogues.be ouwww.druglijn.be.La Cellule Générale de Politique Drogues a été récemmentmise en place pour renforcer et faire concorder lesactions du fédéral et des Communautés et Régions enmatière de lutte contre les assuétudes, donnant suite à unaccord de coopération entre tous les gouvernements denotre pays. Une Conférence Interministérielle Droguesapprouve les propositions de la Cellule Générale de PolitiqueDrogues.Le 25 janvier 2010, la Conférence s'est réunie pour lapremière fois et a adopté une Déclaration Conjointe surune politique globale et intégrée pour la Belgique. CetteDéclaration sera la base des travaux ultérieurs en la matière,qui seront élaborés par la Cellule Générale de PolitiqueDrogues. La Déclaration est disponible sur le site webwww.health.fgov.be/drugs et sera également publiée auMoniteur belge.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010133Tijdens de Interministeriële Conferentie Volksgezondheidvan september 2009 werd tevens beslist om eensamenwerkingsakkoord te onderhandelen betreffende eengemeenschappelijk beheer van het Fonds ter bestrijdingvan de verslavingen door de ministers van Gezondheid. Ditakkoord geeft de mogelijkheid om zogenaamde"gemengde projecten" te financieren, met name deze dieonder de bevoegdheden vallen van meerdere overheden.Op die manier worden de krachten gebundeld en zoudenoverlappingen en hiaten in de financiering frequenter moetenkunnen vermeden worden. De onderhandelingen voordit akkoord lopen op dit moment.De plus, lors de la Conférence Interministérielle SantéPublique de septembre 2009, il a été décidé qu'un accordde coopération serait négocié concernant la cogestion duFonds de lutte contre les assuétudes entre les ministres dela Santé. Cet accord donnera l'occasion de financer desprojets dits "mixtes", à savoir ceux qui sont de la compétencede plusieurs autorités. De cette manière, les forcess'unissent et les doublons et les lacunes dans les financementsdevraient être évités plus fréquemment. Les négociationspour cet accord sont actuellement en cours.DO 2009201014047Vraag nr. 205 van de heer volksvertegenwoordigerOlivier Maingain van 13 januari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Griepepidemie of -pandemie. - Koninklijk besluit van10 november 2009. - Verenigbaarheid met de eerbiedigingvan de privacy.Op 17 november 2009 werd het koninklijk besluit van10 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 5°, van dewet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan deKoning in geval van een griepepidemie of -pandemie, inhet Belgisch Staatsblad gepubliceerd.Krachtens dat koninklijk besluit kunnen bepaalde gegevensuit de federale databank van de beoefenaars van degezondheidszorgberoepen meegedeeld worden aan de burgemeestersen de gouverneurs.In het verslag aan de Koning wordt gepreciseerd dat er"om reden van hoogdringendheid [...] geen advies [werd]ingewonnen van de Commissie voor de bescherming vande persoonlijke levenssfeer, overeenkomstig artikel 4 vanvoornoemde wet, [...]" en "dat het akkoord van het sectoraalComité van de sociale zekerheid en volksgezondheid[...] voorafgaand aan deze mededeling [is] voorzien."Daar het koninklijk besluit terugwerkende kracht heeftvanaf 30 april 2009, is het akkoord van het voornoemdesectoraal comité niet vereist, aangezien dat comité zijnakkoord niet met terugwerkende kracht kan verlenen en degegevens reeds werden meegedeeld. Dat is het eerste puntwaar ik een vraagteken bij plaats.DO 2009201014047Question n° 205 de monsieur le député OlivierMaingain du 13 janvier 2010 (Fr.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:Épidémie ou pandémie de grippe. - Arrêté royal du10 novembre 2009. - La compatibilité avec le respect dela vie privée.Le 17 novembre 2009, a été publié au Moniteur belgel'arrêté royal du 10 novembre 2009 portant exécution del'article 3, 5° de la loi du 16 octobre 2009 accordant despouvoirs au Roi en cas d'épidémie ou pandémie de grippe.Cet arrêté royal vise à pouvoir communiquer certainesdonnées de la banque de données fédérale des professionnelsde la santé aux bourgmestres et aux gouverneurs.Le rapport au Roi précise que "pour des raisonsd'urgence, l'avis de la Commission de la protection de lavie privée n'a pas été sollicité, conformément à l'article 4de la loi précitée ... et que l'accord du Comité sectoriel dela sécurité sociale et de la santé, (...) est quant à lui prévupréalablement à cette communication".Or, l'arrêté royal ayant un effet rétroactif au 30 avril2009, l'accord du comité sectoriel précité n'est pas requis,étant donné que ce comité ne peut donner son accord demanière rétroactive et que la communication des données adéjà eu lieu. Ceci constitue une première interrogation.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

134 QRVA 52 10029-03-2010Het tweede punt is het volgende. Artikel 4 van de wetvan 16 oktober 2009 maakt het mogelijk om de koninklijkeuitvoeringsbesluiten uit te vaardigen zonder dat de wettelijkof reglementair voorgeschreven adviezen voorafgaandelijkworden ingewonnen. Het advies van de Commissievoor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer hoeftbijgevolg niet gevraagd te worden.Ik wens er echter op te wijzen dat de Raad van State inhet kader van het koninklijk besluit van 3 november 2009houdende oprichting van een federale gegevensbankbetreffende de vaccinaties met het anti-A/H1N1-griepvirusvaccin,om advies werd gevraagd en toen al van oordeelwas dat de vraag rees of er voor de toegang tot die databankniet meer garanties moesten worden geboden ommisbruik in het kader van de eerbiediging van de privacyzo veel mogelijk te voorkomen.1. Waarom wordt er in het dispositief van het koninklijkbesluit nog altijd verwezen naar het advies van het sectoraalComité van de sociale zekerheid en volksgezondheid,terwijl er geen advies moet worden ingewonnen wanneerde gegevens al meegedeeld werden?2. Kan u, onverminderd de toepassing van artikel 4 vande wet van 16 oktober 2009, de redenen opgeven voor hetfeit dat het advies van de Commissie voor de beschermingvan de persoonlijke levenssfeer niet werd gevraagd in hetkader van het koninklijk besluit van 10 november 2009?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 205 van de heer volksvertegenwoordigerOlivier Maingain van 13 januari 2010 (Fr.):Voordat ik een antwoord formuleer op de specifieke vragendie mij gesteld worden, wens ik nog eens te wijzen opde bedoeling van dat koninklijk besluit van 10 november2009. Er worden een aantal gegevens uit de federale databankvan de gezondheidszorgbeoefenaars aan de burgemeestersen gouverneurs meegedeeld opdat deze zoudenweten welke gezondheidszorgbeoefenaars er in hungemeenten aanwezig zijn zodat de lokale zorgmeldpuntendie in geval van een griepepidemie of -pandemie moetopgericht worden, zouden kunnen worden opgestart. In hetkader van het crisisbeheer kunnen deze zorgmeldpunteneventueel verschillende functies vervullen en onder anderedienst doen als lokaal callcenter, technische en logistiekeondersteuning bieden en zelfs eventueel gebruikt wordenals centrale raadplegingsplaats voor artsen.Enkel de identificatiegegevens worden meegedeeld: ditzijn alle gegevens aan de hand waarvan een gezondheidszorgbeoefenaargeïdentificeerd kan worden.Quant à la seconde, certes, l'article 4 de la loi du16 octobre 2009 permet d'adopter les arrêtés royaux d'exécutionsans que les avis légalement ou réglementairementsoient préalablement recueillis, ce qui peut effectivementdispenser de prendre l'avis de la Commission de protectionde la vie privée.Cependant, je rappelle que déjà le Conseil d'État, consultédans le cadre de l'arrêté royal du 3 novembre 2009 relatifà la création d'une banque de données fédérale relativeaux vaccinations contre le virus de la grippe A/H1N1, avaitconsidéré que la question se posait de savoir si l'accès àcette banque de données ne doit pas être assortie de garantiesplus importantes afin de prévenir les abus autant quepossible (dans le cadre du droit au respect de la vie privée).1. Pourquoi a-t-on maintenu dans le dispositif de l'arrêtéroyal la référence à l'avis du Comité sectoriel de la sécuritésociale et de la santé, dès lors que l'avis n'est pas requispour la communication des données qui a déjà eu lieu?2. Sans préjudice de l'application de l'article 4 de la loi du16 octobre 2009, pourriez-vous communiquer les raisonsqui ont justifié le fait de ne pas requérir l'avis de la Commissionde protection de la vie privée dans le cadre du présentarrêté royal?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 205 de monsieur le député Olivier Maingain du13 janvier 2010 (Fr.):Avant de répondre aux questions précises qui me sontposées, je tiens à rappeler quel était l'objet de cet arrêtéroyal du 10 novembre 2009. La communication de certainesdonnées de la banque de données fédérale des professionnelsdes soins de santé aux bourgmestres et auxgouverneurs vise à permettre à ces derniers de connaître lesprofessionnels des soins de santé présents dans leurs communes,afin d'organiser les points de contact locaux desoins en cas d'une épidémie ou pandémie de grippe. Dansle cadre de la gestion de la crise, ces points de contact peuventpotentiellement prendre en charge différentes fonctions,dont notamment celles de call-center local, desoutien technique et logistique, et même, éventuellement,de lieu de consultation central pour les médecins.La communication est limitée aux données d'identification,soit toutes les données permettant d'identifier un professionneldes soins de santé.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20101351. Een eerste mededeling was noodzakelijk in het kadervan de maatregelen die getroffen werden in het begin vande griepcrisis, om deze zorgmeldpunten te kunnen opstarten.Dat is de reden waarom het voornoemde besluit eenterugwerkende kracht had tot 30 april 2009.Overeenkomstig artikel 4 van de wet van 16 oktober2009 werd de Commissie voor de bescherming van de persoonlijkelevenssfeer niet om redenen van hoogdringendheidgevraagd om advies uit te brengen over hetontwerpbesluit. Er moest immers zo snel mogelijk een wettelijkkader gecreëerd worden om de gegevens uit de federaledatabank van de gezondheidszorgbeoefenaars aan deburgemeesters en de gouverneurs te kunnen bezorgen. Omde bescherming van de privacy echter zo veel mogelijk tegaranderen werd vastgelegd dat vóór elke nieuwe mededelinghet akkoord van het sectoraal comité van de socialezekerheid en van de gezondheid, bedoeld in artikel 37 vande wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatievan een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, zalworden gevraagd.2. Doordat er dringend een wettelijk en reglementairkader moest worden gecreëerd toe te laten om deze gegevensopnieuw mee te delen was het niet mogelijk om hetadvies van de Commissie in te winnen. De Raad van State,waaraan het ontwerpbesluit werd voorgelegd, heeft geenenkel bezwaar geformuleerd. Om echter een evenwicht tevinden tussen de fundamentele belangen van de beschermingvan de privacy enerzijds en het efficiënt beheer vande epidemie anderzijds, werd overeengekomen om hetakkoord van het sectoraal comité te vragen, zoals reedsaangegeven.Het sectoraal comité heeft trouwens op 15 december2009 zijn akkoord gegeven voor die mededeling.1. Une première communication a été nécessaire dans lecadre des mesures prises au début de la crise grippale, pourpermettre la mise en place de ces points de contact. C'estpourquoi l'arrêté précité a eu un effet rétroactif au 30 avril2009.Comme l'article 4 de la loi du 16 octobre 2009 le permet,l'avis de la Commission de la protection de la vie privée surle projet d'arrêté n'a pas été sollicité pour des raisonsd'urgence. Il était, en effet, nécessaire de créer au plus viteun cadre légal permettant de communiquer des données dela banque de données fédérale des professionnels des soinsde la santé aux gouverneurs et aux bourgmestres. Parcontre, afin de fournir un maximum de garanties en matièrede protection de la vie privée, il a été prévu que l'accord duComité sectoriel de la sécurité sociale et de la santé, définià l'article 37 de la loi du 15 janvier 1990 relative à l'institutionet à l'organisation d'une Banque-carrefour de la sécuritésociale, sera quant à lui demandé préalablement à toutenouvelle communication.2. L'urgence de tracer le cadre légal et réglementaireautorisant une nouvelle communication de ces données nepermettait pas que l'avis de la Commission soit demandé.Le Conseil d'État, interrogé sur le projet d'arrêté, n'y a émisaucune objection. Afin toutefois de trouver un équilibredans la mise en balance des intérêts fondamentaux queconstituent la protection de la vie privée d'une part, et lagestion efficiente de l'épidémie d'autre part, il a étéconvenu de demander l'accord du Comité sectoriel, commeje viens de vous l'indiquer.Le Comité sectoriel a d'ailleurs donné son accord surcette communication, le 15 décembre 2009.DO 2009201014191Vraag nr. 254 van de heer volksvertegenwoordigerXavier Baeselen van 14 januari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Beliris.- Bijakte nr. 10.- Kardinaal Mercierplein.-Mijn vraag betreft de bijakte nr. 10 bij het Samenwerkingsakkoordvan 15 september 1993 tussen de FederaleStaat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekkingtot bepaalde initiatieven om de internationale rol ende hoofdstedelijke functie van Brussel te bevorderen (Beliris).DO 2009201014191Question n° 254 de monsieur le député Xavier Baeselendu 14 janvier 2010 (Fr.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Beliris avenant n° 10. - Place Cardinal Mercier.Ma question concerne Beliris avenant n° 10 à l'accord decoopération du 15 septembre 1993 entre l'État fédéral et laRégion de Bruxelles-Capitale, relatif à certaines initiativesdestinées à promouvoir le rôle international et la fonctionde capitale de Bruxelles.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

136 QRVA 52 10029-03-20101. De overdracht in de bijakten + 2008 voor punt 3.13(Kardinaal Mercierplein) bedraagt 3.814.088,63 euro.Welke bedragen werden er uitgegeven, en voor welkewerkzaamheden?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 29 maart 2010, op devraag nr. 254 van de heer volksvertegenwoordigerXavier Baeselen van 14 januari 2010 (Fr.):Geen enkel budget werd vastgelegd voor dit initiatief.Het volledige budget zal na het afleveren van het stedenbouwkundigevergunning in 2010 worden vastgelegd.Le report de l'avenant +2008 pour le point 3.13, PlaceCardinal Mercier, est de 3.814.088,63 euros.Quels montants ont été dépensés et pour quels travaux?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 29 mars 2010, à la question n°254 de monsieur le député Xavier Baeselen du14 janvier 2010 (Fr.):Aucun budget n'a été engagé pour cette initiative. L'intégralitédu budget sera, suite à la délivrance du permisd'urbanisme, engagé en 2010.DO 2009201014333Vraag nr. 273 van de heer volksvertegenwoordiger GuyD'haeseleer van 18 januari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Controle op het verbod op de verkoop van tabaksproductenaan min-zestienjarigen.Het beleid van de Tabakscontroledienst heeft aandachtvoor het verbod op de verkoop van tabaksproducten aanmin-zestienjarigen.1. Hoeveel specifieke controles werden in dit kader in2009 uitgevoerd, opgesplitst per Gewest?2. In hoeveel van deze gevallen werd er een overtredingvastgesteld, opgesplitst per Gewest?3. In hoeveel gevallen werd er een boete opgelegd, opgesplitstper Gewest?4. a) Hoe evalueert u de naleving van het verbod op deverkoop van tabaksproducten aan min-zestienjarigen?DO 2009201014333Question n° 273 de monsieur le député Guy D'haeseleerdu 18 janvier 2010 (N.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Le contrôle de l'interdiction de la vente de produits dutabac aux moins de 16 ans.Le service de contrôle du tabac est notamment chargé decontrôler le respect de l'interdiction de vente de produits dutabac aux moins de 16 ans.1. Combien de contrôles spécifiques ont été menés dansce cadre en 2009, par Région?2. Dans combien de cas une infraction a-t-elle été constatée,par Région?3. Dans combien de cas une amende a-t-elle été imposée,par Région?4. a) Quelle évaluation faites-vous du respect de l'interdictionde vente de produits du tabac aux moins de 16 ans?b) Zijn er verdere maatregelen nodig? b) D'autres mesures sont-elles nécessaires?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 273 van de heer volksvertegenwoordiger GuyD'haeseleer van 18 januari 2010 (N.):1. Het verbod op de verkoop van tabaksproducten aanmin-zestienjarigen is een prioriteit voor de Tabakscontroledienst.Daarom werden er nog meer controles in het kadervan dat verbod uitgevoerd dan in 2008.Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 273 de monsieur le député Guy D'haeseleer du18 janvier 2010 (N.):1. L'interdiction de vendre des produits du tabac auxmoins de seize ans est une priorité pour le service d'inspection"tabac". C'est la raison pour laquelle le nombre decontrôles concernant cette interdiction est encore plus élevéqu'en 2008.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010137Vorig jaar heeft de Tabakscontroledienst van de FODVolksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen enLeefmilieu 2.929 controles op het verkoopsverbod vantabak aan min-zestienjarigen verricht. Dit is ongeveer 30%meer dan in 2008.L'année dernière, le service de contrôle Tabac du SPFSanté publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnementa réalisé 2.929 contrôles portant sur l'interdictionde vente aux moins de seize ans, ce qui représente uneaugmentation des contrôles d'environ 30% par rapport à2008.Totaal aantal controles in 2009Nombre total de contrôles en 2009VlaanderenFlandrePer Gewest – Par RégionWalloniëWallonieBrusselBruxelles2 929 1 523 1 311 952. In 2009 werden op de 2.929 controles 84 inbreukenvastgesteld. De controleurs kunnen dergelijke inbreukenenkel maar op heterdaad vaststellen. Het is onder meerdaarom dat het aantal vastgestelde inbreuken relatief laagis.2. En 2009, 84 infractions ont été constatées sur les 2.929contrôles effectués. Il faut savoir que le contrôleur ne peutconstater de telles infractions que s'il observe un flagrantdélit. C'est en partie pour ces raisons que le nombred'infractions constatées est relativement faible.België–BelgiquePer Gewest–Par RégionVlaanderenFlandreWalloniëWallonieBrusselBruxellesConformConformeNiet-conformNon ConformeConformConformeNiet-conformNon ConformeConformConformeNiet-conformNon ConformeConformConformeNiet-conformNon Conforme2009 2 845 84 1 477 46 1 275 36 93 23. Bij het vaststellen van een inbreuk kan de Tabakscontrolediensteen waarschuwing of een proces-verbaal (PV)opstellen. In principe wordt voor elke inbreuk op de verkoopvan tabak aan min-zestienjarigen een pv opgesteld.Voor de inbreuken die in 2009 werden vastgesteld, werdenin totaal 53 processen-verbaal opgesteld (32 in Vlaanderen,19 in Wallonië en 2 in Brussel). Dit is meer dan eenverdubbeling ten opzichte van het aantal PV's in 2008.Na elk proces-verbaal wordt aan de geverbaliseerde persooneen administratieve boete voorgesteld waarvan hetbedrag varieert tussen de 150 en 1500 euro. Dit bedrag kanverdubbeld worden als men kan aantonen dat de verkoperde inbreuk bewust heeft gepleegd.3. Lorsqu'une infraction est constatée, le service decontrôle Tabac a la possibilité de la sanctionner en rédigeantun avertissement ou un procès-verbal. En principe,chaque infraction en rapport avec la vente de tabac à unjeune de moins de seize ans est sanctionnée par un procèsverbal.Parmi les infractions constatées en 2009, 53 d'entre-ellesont donné lieu à la rédaction d'un procès-verbal (32 enFlandre, 19 en Wallonie et 2 à Bruxelles). Il faut noter que,le nombre de procès-verbaux relatifs à ce type d'infractiona plus que doublé par rapport à 2008.Chaque procès-verbal entraîne la proposition d'uneamende administrative au verbalisé dont le montant variede 150 à 1500 euro. Ce montant peut être doublé si l'onpeut montrer que le vendeur a commis cette infractionsciemment.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

138 QRVA 52 10029-03-20104. a) Het aantal controles is met 30% gestegen tussen2008 en 2009 maar het aantal processen-verbaal is met130% gestegen. Deze toename van het aantal vastgesteldeinbreuken doet ons besluiten dat dit soort controles een prioriteitmoet blijven voor de Tabakscontroledienst. Bovendiengaat het zonder enige twijfel om een wet die op veelsteun kan rekenen in onze samenleving en die overigensdoor een ruime meerderheid in het Parlement is goedgekeurd.b) Deze beschermingsmaatregel alleen zal jongeren nietweerhouden om te roken. De maatregel geeft de jongerenen de verkopers wel aan dat sigaretten geen gewone productenzijn. Het gaat hier, zoals iedereen weet, om productenwaarvan het gebruik dramatische gevolgen voor degezondheid heeft, en meer bepaald voor het risico ombepaalde kankers te ontwikkelen.Het is de combinatie van deze maatregel met andere,zoals de foto's op de pakjes sigaretten, het rookverbod, depreventiecampagnes, enzovoort, die ervoor zou moetenzorgen dat jongeren niet beginnen te roken.4. a) Le nombre de contrôles a augmenté de 30% entre2008 et 2009 mais le nombre de procès-verbaux a quant àlui augmenté de 130%. Cette augmentation du nombred'infractions constatées nous mène à la conclusion que cetype de contrôle doit rester une priorité pour le serviced'inspection tabac. De plus, il s'agit sans aucun douted'une loi qui bénéficie d'un large soutien au sein de notresociété et qui a, de surcroît, été votée au Parlement avecune large majorité.b) Cette mesure de protection n'empêchera pas, à elleseule, les jeunes de fumer. Elle rappelle néanmoins auxjeunes et aux vendeurs que les cigarettes ne sont pas desproduits ordinaires. Il s'agit, comme tout le monde le sait,de produits dont la consommation a des effets dommageablessur la santé et plus particulièrement sur les risques dedévelopper certains cancers.C'est la combinaison de cette mesure avec d'autrescomme les photos sur les paquets de cigarettes, l'interdictionde fumer, les campagnes de prévention, etc. quidevrait amener les jeunes à ne pas commencer à fumer.DO 2009201014391Vraag nr. 282 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMagda Raemaekers van 19 januari 2010 (N.) aande vice-eersteminister en minister van SocialeZaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie:De Q-koorts (MV 17795). La fièvre Q (QO 17795).Het Federaal Voedselagentschap had in december 2009officieel weet van twee geitenhouderijen waar de Q-koortsaanwezig is. In Vlaanderen registreerden men tot nu toe 19besmettingen met de "geitenziekte".Tijdens de plenaire vergadering van de Kamer van10 december 2009 hebt u verklaard dat u voorlopig geennood tot vaccinatie ziet en dat u diezelfde dag nog overlegzou hebben met de Vlaams minister-president Kris Peetersover de omvang van de Q-koorts die in ons land een mogelijkprobleem zou kunnen vormen en de mogelijke aanpakdaarvan wanneer het probleem zich voordoet.De Boerenbond heeft echter te kennen gegeven dat zijvoorstander is om op korte termijn toch een vaccinbeschikbaar te maken om een doordachte aanpak van deziekte mogelijk te maken. Mocht het nodig zijn, dan moetde sector immers op een korte tijdspanne de dieren kunnenvaccineren.1. Wat is het resultaat geweest van uw bespreking met deVlaamse Regering over de Q-koorts?DO 2009201014391Question n° 282 de madame la députée MagdaRaemaekers du 19 janvier 2010 (N.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:L'Agence fédérale pour la Sécurité de la chaîne alimentaireavait officiellement connaissance en décembre 2009de la présence de la fièvre Q dans deux exploitations caprines.Quelque 19 cas de contamination par la "maladiecaprine" ont été enregistrés en Flandre jusqu'à présent.Vous avez déclaré lors de la séance plénière de la Chambredu 10 décembre 2009 que vous ne jugiez pas la vaccinationutile pour le moment et que vous vous concerteriezle jour même avec le ministre-président flamand Kris Peeterssur l'importance de la fièvre Q et des problèmes quecela pourrait poser dans notre pays ainsi que sur l'approcheà adopter en cas de réel problème.Le Boerenbond a toutefois fait savoir qu'il préconisait lamise à disposition d'un vaccin à court terme dans le cadred'une approche réfléchie de la maladie. Le secteur doitpouvoir vacciner les animaux dans les meilleurs délais encas de nécessité.1. Quel a été le résultat de votre entretien avec le gouvernementflamand à propos de la fièvre Q?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20101392. Kan u op korte termijn het vaccin beschikbaar makenvoor eventuele nodige vaccinatie van de dieren zodra ditnodig blijkt?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 282 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMagda Raemaekers van 19 januari 2010 (N.):De vergadering van 10 december 2009 voorgezeten doorminister-president Kris Peeters werd afgesloten met volgendeconclusies:De situatie met betrekking tot Q-koorts is op dit ogenblikonder controle en neemt niet dezelfde proporties aan als inNederland.Omwille van de toestand in Nederland is er een verhoogdewaakzaamheid noodzakelijk. De bevoegde dienstenvoor volksgezondheid, zowel op federaal niveau alsop niveau van de Gemeenschappen en de bevoegde dienstenvoor dierengezondheid volgen de toestand in eigenland op de voet.Tevens heb ik nog in december 2009 dringend adviesgevraagd aan de Hoge Gezondheidsraad voor wat hethumane aspect van deze koorts betreft. Die heeft eind januarieen voorlopig advies gegeven over de tijdelijk te nemenmaatregelen. Hij pleit onder meer voor soepele, maar permanentemaatregelen. Hiervoor wenst hij te beschikkenover meer tijd om een definitief en gestaafd advies te verstrekkendat de hele problematiek zal behandelen en dit incoördinatie met het Wetenschappelijk Comité van FAVV.De verdere aanpak van de Q-koorts problematiek werdbesproken tijdens een algemene Task Force-vergadering.Deze vergadering werd georganiseerd door mijn dienstenop 23 december 2009 in het vooruitzicht van de bekendmakingdoor het FAVV (Voedselagentschap) van de resultatenvan een recente monitoring op geitenbedrijven. Voor meerinformatie over de resultaten van deze monitoring verwijsik naar mijn collega minister Laruelle (Vraag nr. 126 van21 april 2010).Tijdens deze vergadering werd door het FAGG meegedeeldwelke de mogelijkheden zijn voor het gebruik vaneen vaccin bij geiten.Het FAGG volgt het dossier dat de fabrikant via de centraleprocedure heeft ingediend bij het EMA (EuropeanMedicines Agency) in Londen voor het op de markt brengenvan een vaccin tegen Q koorts. Het vaccin wordtgeëvalueerd op zijn kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid.Hiervan wordt ten vroegste een resultaat verwacht in juni2010.2. Le vaccin peut-il être mis rapidement à disposition sila vaccination des animaux s'avérait indispensable?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 282 de madame la députée Magda Raemaekers du19 janvier 2010 (N.):La réunion du 10 décembre 2009 présidée par le ministre-président,monsieur Peeters, a abouti aux conclusionssuivantes:La situation relative à la fièvre Q est pour l'instant souscontrôle et ne prend pas les mêmes proportions qu'auxPays-Bas.En raison de la situation hollandaise, une vigilanceaccrue est néanmoins nécessaire. Les services compétentsen santé publique, tant au niveau fédéral que communautaireet les services compétents en médecine vétérinairesuivent la situation de très près.J'ai aussi demandé un avis en urgence au mois de décembredernier au Conseil supérieur de la Santé en ce quiconcerne la stratégie à mettre en place au sujet de l'aspecthumain de cette fièvre. Celui-ci a rendu un avis provisoirefin janvier au sujet des mesures temporaires à prendre. Ilplaide notamment pour des mesures souples mais permanentes. Pour ce faire, il a souhaité disposer de plus detemps pour rendre un avis étayé définitif couvrant l'entiéretéde la problématique et ce en coordination avec le Comitéscientifique de l'AFSCA .L'approche à avoir de la problématique de la fièvre Q aété débattue lors d'une réunion générale de la task force.Cette réunion a été organisée par mes services le23 décembre 2009 parce que l'AFSCA devait communiquersur les résultats d'un monitoring fait dans les exploitationsavec chèvres. Je vous invite à vous renseigner auprèsde ma collègue, la ministre Laruelle pour avoir les résultatsde ce monitoring (Question n° 126 du 21 avril 2010).Lors de cette réunion, l'AFMPS a expliqué quellesétaient les possibilités de vacciner les chèvres.L'AFMPS suit le dossier introduit par le fabricant, via laprocédure générale, à l'EMA (European MedicinesAgency) à Londres pour la commercialisation d'un vaccincontre la grippe Q. Le vaccin est évalué sur le plan de laqualité, la sécurité et de la vigilance. Un résultat est attendupour le mois de juin 2010.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

140 QRVA 52 10029-03-2010Inmiddels heeft de Geneesmiddelencommissie van hetFAGG een positief advies gegeven met enkele opmerkingendie voor reactie overgemaakt werden aan de fabrikant.Een formeel voorstel van tijdelijke gebruiksvergunning(TGV) zou me in de loop van maart moeten voorgelegdworden.Het vaccin is momenteel echter niet, zeker niet op kortetermijn, beschikbaar omdat de fabrikant nagenoeg allebeschikbare voorraad heeft bestemd voor Nederland waarhet op grote schaal wordt ingezet op geitenbedrijven.Dans l'intervalle, la Commission des médicaments del'AFMPS a rendu un avis positif avec quelques remarquesqui ont été transmises au fabricant pour réaction. Une propositionformelle d'ATU (autorisation temporaire d'utilisation)devrait m'être soumise dans le courant du mois demars.Le vaccin n'est pas encore disponible, et ne le sera pas àcourt terme parce que le fabricant a destiné presque tout lestock disponible aux Pays-Bas où il a été donné à grandeéchelle dans les exploitations avec chèvres.DO 2009201014608Vraag nr. 303 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 26 januari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Omzendbrief over energydrinks.Tijdens de plenaire vergadering van 7 januari 2010 kondigdeu aan dat u een omzendbrief zou voorbereiden omeen aantal vermeldingen op het etiket van energydrinksverplicht te stellen. Daarnaast stelde u ook dat de federaleoverheid een voorlichtingscampagne zou kunnen organiseren.1. Welke informatie en vermeldingen met betrekking totde consumptie van energydrinks wil u op de etiketten latenaanbrengen?DO 2009201014608Question n° 303 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 26 janvier 2010 (Fr.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:La circulaire sur les boissons énergétiques.Vous avez annoncé en séance plénière le 7 janvier 2010que vous comptiez préparer une circulaire qui rendraitobligatoires plusieurs mentions sur l'étiquette des boissonsénergisantes. Outre l'annonce de la circulaire, vous avezaussi souligné que le pouvoir fédéral pourrait organiser unecampagne d'information.1. Pourriez-vous nous indiquer les indications et les mentionsque vous voulez voir apposées sur les étiquettes enmatière de consommation?2. Wanneer zal die omzendbrief gepubliceerd worden? 2. Pour quand envisagez-vous la publication de cette circulaire?3. Overweegt u de consumptie van dergelijke drinks teverbieden voor jongeren onder de 16 jaar?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 303 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 26 januari 2010 (Fr.):1. Deze omzendbrief zal een reeks instructies bevatten,gericht aan de administraties opdat deze in het bijzonderzouden kunnen toezien op de naleving van de fabrikantenen de handelaars van de voorstellen geuit door de HogereGezondheidsraad betreffende de voorzorgmaatregeleninzake het gebruik van producten rijk aan cafeïne.In dit kader zullen een reeks aanbevelingen in de etiketteringmoeten voorkomen. Deze vermeldingen die aanbevolenworden door de Hogere Gezondheidsraad zijn devolgende:3. Envisagez-vous d'en interdire la consommation auxmoins de 16 ans?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 303 de monsieur le député Daniel Ducarme du26 janvier 2010 (Fr.):1. Cette circulaire contiendra une série d'instructions àdestination de l'administration afin que celle-ci veille particulièrementau respect des fabricants et des distributeurs,des propositions émises par le Conseil Supérieur de la Santéquant aux précautions en matière d'utilisation des produitsriches en caféine.Dans ce cadre, une série de recommandations sur l'étiquetagedevront apparaitre:- Hoog gehalte aan cafeïne (+ gebruiksdosis per dag); - Teneur élevée en caféine (+ dose consommée par jour);K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010141- Noch regelmatig noch bovenmatig te gebruiken; - Ne pas consommer de manière régulière et/ou excessive;- Niet te verbruiken samen met alcoholhoudende drankenof bij een intensieve lichamelijke activiteit;- Het verbruik door zwangere en lacterende vrouwen afte raden;- Het verbruik door kinderen (-16 jaar) en door personengevoelig aan cafeïne af te raden.2. Deze omzendbrief is in de redactionele eindfase, wantmen moest onder meer rekening houden met de laatstegegevens die in de verschillende Europese landen werdengepubliceerd. Hij zou beschikbaar moeten zijn in de loopvan de maand maart.3. Hij wordt momenteel niet overwogen om de verkoopaan de personen van minder dan 16 jaar te verbieden. Indeze context zou een dergelijk verbod op Europees niveauin overleg met mijn Europese collega's moeten genomenworden. Ik herinner u eraan dat in het Europese kader, eenproduct die wettelijk in lidstaten van de Europese Unie inde handel worden gebracht, vrij op het geheel van de Europesemarkt moet kunnen circuleren. Dit dossier zal dus ophet niveau van Europa behandeld moeten worden.- Ne pas consommer lors de la prise de boissons alcooliséesou lors de la pratique intense d'une activité physique;- Ne convient pas aux femmes enceintes et/ou allaitantes;- Ne convient aux enfants (- de 16 ans) ni aux personnessensibles à la caféine.2. Cette circulaire est en phase finale de rédaction car ellea notamment dû tenir compte des dernières donnéespubliées dans les différents pays européens. Elle devraitêtre disponible courant du mois de mars.3. Il n'est actuellement pas envisagé d'interdire la venteaux personnes de moins de 16 ans. Une telle interdictiondevrait se prendre au niveau européen en concertation avecmes collègues européens. Je vous rappelle que dans lecadre européen, un produit légalement commercialisé dansun pays membres de l'Union européenne doit pouvoir circulerlibrement sur l'entièreté du marché européen.DO 2009201014669Vraag nr. 307 van de heer volksvertegenwoordigerKristof Waterschoot van 04 februari 2010 (N.)aan de vice-eersteminister en minister van SocialeZaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie:Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid vande Voedselketen en Leefmilieu. - Interne audit.Ik verwijs naar de koninklijke besluiten van 17 augustus2007 betreffende het intern controlesysteem binnen sommigediensten van de federale uitvoerende macht en betreffendede interne auditactiviteiten binnen sommige dienstenvan de federale uitvoerende macht. Op 20 januari 2010stelde de regeringscommissaris belast met de interne auditvan de federale overheid zijn beleidsnota voor in deKamercommissie voor de Financiën en de Begroting.Ondanks herhaalde vragen van commissieleden weigerdehij te antwoorden hoever de verschillende federale overheidsdiensten(FOD's), programmatorische overheidsdiensten(POD's), het ministerie van Landsverdediging en debetrokken parastatalen van categorie A staan met het overnemenvan de bovengenoemde koninklijke besluiten.1. Beschikt de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu overeen eigen auditdienst?DO 2009201014669Question n° 307 de monsieur le député KristofWaterschoot du 04 février 2010 (N.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la chaînealimentaire et Environnement. - Audit interne.Je me réfère aux arrêtés royaux du 17 août 2007 relatifsau système de contrôle interne dans certains services dupouvoir exécutif fédéral et aux activités d'audit internedans certains services du pouvoir exécutif fédéral. Le20 janvier 2010, le commissaire du gouvernement chargéde l'audit interne de l'administration fédérale a présenté sanote de politique en commission des Finances et du Budgetde la Chambre. Malgré des demandes répétées de membresde la commission, il a refusé de répondre à la question desavoir où en était la mise en oeuvre des arrêtés royaux précitésau sein des différents services publics fédéraux (SPF)et services publics de programmation (SPP), du ministèrede la Défense nationale et des parastataux de catégorie Aconcernés.1. Le Service public fédéral Santé publique, Sécurité dela chaîne alimentaire et Environnement dispose-t-il de sonpropre service d'audit?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

142 QRVA 52 10029-03-20102. a) Hoeveel personeelsleden zijn er actief binnen dezeauditdienst?2. a) Combien de personnes sont occupées au sein de ceservice d'audit?b) Van welk niveau zijn deze personeelsleden? b) À quel niveau ces membres du personnel appartiennent-ils?3. Hoeveel interne audits zijn er uitgevoerd? 3. Combien d'audits internes ont été réalisés?4. Is er een controlesysteem ingevoerd dat voldoet aan denormen van COSO/INTOSAI?5. Is er een organisatiewijd risicobeheer ingevoerd volgensCOSO/ERM?6. Heeft de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu beroepgedaan op externe audits?4. Un système de contrôle répondant aux normes COSA/INTOSAI a-t-il été mis en place?5. Un système global de gestion des risques du typeCOSO/ERM a-t-il été mis en place?6. Le Service public fédéral Santé publique, Sécurité dela chaîne alimentaire et Environnement a-t-il eu recours àdes audits externes?7. Zo ja, over welke themata? 7. Dans l'affirmative, dans quels domaines?8. Welk bedrag werd er aan deze externe audits besteed? 8. Quel montant a été affecté à la réalisation de ces auditsexternes?9. Hoe vaak is de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu aldoor het regeringscommissariaat belast met de interneaudit van de federale overheid bevraagd?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 25 maart 2010, op devraag nr. 307 van de heer volksvertegenwoordigerKristof Waterschoot van 04 februari 2010 (N.):1. Ja. 1. Oui.2. a) Eén persoon. 2. a) Une personne.2. b) Niveau A - Attaché. b) Niveau A - Attaché.9. À combien de reprises le Service public fédéral Santépublique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnementa-t-il déjà dû répondre à des questions du commissariatdu gouvernement chargé de l'audit interne del'administration?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 25 mars 2010, à la questionn° 307 de monsieur le député Kristof Waterschoot du04 février 2010 (N.):3. In 2009 zijn er twee audits afgerond. 3. Deux audits ont été terminés en 2009.4 en 5. Vragen 4 en 5 kunnen het best samen wordenbeantwoord. We herinneren eraan dat COSO een referentiemodelvoor interne controle is, dat ontwikkeld is door deCommittee Of Sponsoring Organizations of the TreadwayCommission. Dit referentiemodel dat oorspronkelijk voorde privésector ontwikkeld was, werd onder meer gebruiktin het kader van de toepassing van de bepalingen die onderde Sarbanes-Oxley-wetgeving vallen. Door het succeservan hebben de hoge controle-instellingen, of andersgezegd de rekenhoven, dit model herschreven om het aante passen aan de overheidssector. Dit model kreeg toen denaam INTOSAI (International Organization of SupremeAudit Institutions). Ondertussen is het oorspronkelijkereferentiemodel, COSO 1 genaamd, sinds 2002 geëvolueerdnaar een tweede corpus, COSO 2 genaamd. In COSO2 wordt het onderdeel risicobeheer, dat eerder in het kort inCOSO 1 aan bod was gekomen, verder uitgebouwd. DieCOSO 2 wordt ook COSO ERM genoemd, wat staat voorCOSO Enterprise Risk Management.4 et 5. Les questions 4 et 5 appellent à une réponse commune.Rappelons que le COSO est un référentiel de contrôleinterne défini par le Committee Of SponsoringOrganizations of the Treadway Commission. Ce référentielécrit au départ pour le secteur privé est notamment utilisédans le cadre de la mise en place des dispositions relevantdes lois Sarbanes-Oxley. De par son succès, les institutionssupérieures de contrôle, ou autrement dit les cours descomptes, ont réécrit ce modèle pour l'adapter au secteurpublic. Ce modèle est alors repris sous la dénominationINTOSAI (International Organization of Supreme AuditInstitutions). Entretemps, le référentiel initial appeléCOSO 1 a évolué depuis 2002 vers un second corpusdénommé COSO 2. Ce COSO 2 développe la partie gestionde risques qui était abordée plus sommairement dansle COSO 1. Ce COSO 2 est aussi appelé COSO ERM pourCOSO Enterprise Risk management.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010143De verschillende benamingen verwijzen dus naar één enhetzelfde referentiekader maar waarin minder of meernadruk wordt gelegd op bepaalde onderdelen. We merkenook op dat COSO 1 wordt aangeprezen in de wetgeving,zoals bijvoorbeeld in het Koninklijk Besluit van17 augustus 2007 betreffende het intern controlesysteembinnen sommige diensten van de federale uitvoerendemacht.Welke COSO ook gebruikt wordt, het systeem werkt volgensvijf relatief homogene hoofdcriteria, namelijk: hetbestuderen van de controleomgeving, het risicobeheer, decontroleactiviteiten, de sturing, en de informatie en communicatie.Het intern controlesysteem is in elke organisatie geïntegreerd.Het is een systeem dat toegepast wordt door elkemedewerker en dat inherent is aan elk orgaan. Het moetdus niet gecreëerd worden maar wel verder worden uitgebouwd.COSO is een referentiemodel dat ervoor zorgt datde leidinggevenden zich gemakkelijker zullen uitdrukkenover hun intern controlesysteem.De FOD is sinds 2009 een traject gestart waarbijgestreefd wordt naar continue verbetering en gebruikgemaakt wordt van COSO 2. Hiertoe heeft de FOD het initiatiefgenomen tot een CAF-project (Common AssessmentFramework) teneinde de controleomgeving te evalueren,wat de eerste fase is in een goed intern controlesysteem.Naar aanleiding van het CAF-project worden lokale entransversale acties opgenomen in het managementplan, terversterking van het intern controlesysteem.De tweede fase, die dit jaar begint, betreft het risicobeheer.Dit risicobeheer wordt voor het ogenblik op meerintuïtieve wijze geëvalueerd. Tegen eind 2010 moet eenglobaal beleid inzake risicobeheer worden uitgestippeld.6. Ja. 6. Oui.7. Het beheer van de Juridische Diensten en het beheervan de Management Offices.8. 83.459,75 euro. 8. 83.459,75 euros.9. Eén keer. 9. 1 fois.Les différentes dénominations représentent donc un seulet même cadre de référence mais dont certaines parties sontplus ou moins accentuées. Notons également que les obligationslégales, telles que l'arrêté royal du 17 août 2007relatif au système de contrôle interne dans certains servicesdu pouvoir exécutif fédéral, prônent le COSO 1.Quel que soit le COSO utilisé, la démarche opère seloncinq critères majeurs relativement homogènes à savoir:l'étude de l'environnement de contrôle, la gestion des risques,les activités de contrôle, le pilotage et "l'informationet la communication".Le système de contrôle interne est intégré à chaque organisation.C'est un système qui est mis en oeuvre par chaqueagent et existe de façon innée à chaque organisme. Il neconvient donc pas de le créer mais de le renforcer. LeCOSO est un référentiel qui va aider les responsables às'exprimer sur leur système de contrôle interne.Le SPF s'est engagé depuis 2009 dans une démarched'amélioration continue le liant au COSO 2. À cet effet, leSPF a initié un projet CAF (Common Assessment Framework)afin d'évaluer l'environnement de contrôle, quiconstitue la première étape d'un bon système de contrôleinterne. Suite au projet CAF, des actions locales et transversalessont intégrées au plan de management et visent aurenforcement du système de contrôle interne.La seconde étape, qui débute cette année, est la gestiondes risques. Cette gestion des risques est pour le momentévaluée de manière plus intuitive. Une politique globale degestion des risques doit être édictée pour fin 2010.7. La gestion des Services juridiques et la gestion desManagement offices.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

144 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014671Vraag nr. 309 van de heer volksvertegenwoordigerKristof Waterschoot van 04 februari 2010 (N.)aan de vice-eersteminister en minister van SocialeZaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie:Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten(FAGG). - Interne audit.Ik verwijs naar de koninklijke besluiten van 17 augustus2007 betreffende het intern controlesysteem binnen sommigediensten van de federale uitvoerende macht en betreffendede interne auditactiviteiten binnen sommige dienstenvan de federale uitvoerende macht. Op 20 januari 2010stelde de regeringscommissaris belast met de interne auditvan de federale overheid zijn beleidsnota voor in deKamercommissie voor de Financiën en de Begroting.Ondanks herhaalde vragen van commissieleden weigerdehij te antwoorden hoever de verschillende federale overheidsdiensten(FOD's), programmatorische overheidsdiensten(POD's), het ministerie van Landsverdediging en debetrokken parastatalen van categorie A staan met het overnemenvan de hogergenoemde koninklijke besluiten.1. Beschikt het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelenen Gezondheidsproducten over een eigen auditdienst?2. a) Hoeveel personeelsleden zijn er actief binnen dezeauditdienst?DO 2009201014671Question n° 309 de monsieur le député KristofWaterschoot du 04 février 2010 (N.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé(AFMPS). - Audit interne.Je me réfère aux arrêtés royaux du 17 août 2007 relatifsau système de contrôle interne dans certains services dupouvoir exécutif fédéral et aux activités d'audit internedans certains services du pouvoir exécutif fédéral. Le20 janvier 2010, le commissaire du gouvernement chargéde l'audit interne de l'administration fédérale a présenté sanote de politique en commission des Finances et du Budgetde la Chambre. Malgré des demandes répétées de membresde la commission, il a refusé de répondre à la question desavoir où en était la mise en oeuvre des arrêtés royaux précitésau sein des différents services publics fédéraux (SPF)et services publics de programmation (SPP), du ministèrede la Défense nationale et des parastataux de catégorie Aconcernés.1. L'Agence Fédérale des Médicaments et des Produitsde Santé dispose-t-elle de son propre service d'audit?2. a) Combien de personnes sont occupées au sein de ceservice d'audit?b) Van welk niveau zijn deze personeelsleden? b) À quel niveau ces membres du personnel appartiennent-ils?3. Hoeveel interne audits zijn er uitgevoerd? 3. Combien d'audits internes ont été réalisés?4. Is er een controlesysteem ingevoerd dat voldoet aan denormen van COSO/INTOSAI?5. Is er een organisatiewijd risicobeheer ingevoerd volgensCOSO/ERM?6. Heeft het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelenen Gezondheidsproducten beroep gedaan op externeaudits?4. Un système de contrôle répondant aux normes COSA/INTOSAI a-t-il été mis en place?5. Un système global de gestion des risques du typeCOSO/ERM a-t-il été mis en place?6. L'Agence Fédérale des Médicaments et des Produitsde Santé a-t-elle eu recours à des audits externes?7. Zo ja, over welke themata? 7. Dans l'affirmative, dans quels domaines?8. Welk bedrag werd er aan deze externe audits besteed? 8. Quel montant a été affecté à la réalisation de ces auditsexternes?9. Hoe vaak is het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelenen Gezondheidsproducten al door het regeringscommissariaatbelast met de interne audit van de federaleoverheid bevraagd?9. À combien de reprises l'Agence Fédérale des Médicamentset des Produits de Santé a-t-elle déjà dû répondre àdes questions du commissariat du gouvernement chargé del'audit interne de l'administration?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010145Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 25 maart 2010, op devraag nr. 309 van de heer volksvertegenwoordigerKristof Waterschoot van 04 februari 2010 (N.):1. Neen. 1. Non.Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 25 mars 2010, à la questionn° 309 de monsieur le député Kristof Waterschoot du04 février 2010 (N.):2. a) Niet van toepassing, zie vraag 1. 2. a) Pas d'applicatio, voir réponse question 1.2. b) Niet van toepassing, zie vraag 1. 2. b) Pas d'application, voir réponse question 1.3. Nul. 3. Zéro.4. Neen. 4. Non.5. Neen. 5. Non.6. Ja. 6. Oui.Het FAGG neemt deel aan de BEMA (BenchmarkingEuropean Medecines Agencies) en werd dus doorgelichtdoor vertegenwoordigers van de andere Europese agentschappen.L'AFMPS participe au BEMA (Benchmarking EuropeanMedecines Agencies) et a donc été auditée par des représentantsdes autres agences européennes.7. Het auditteam heeft 19 thema's onderzocht: 7. L'équipe d'audit a examiné 19 thèmes:- Planning en prestaties business; - Planification métier et performances;- Communicatie met de stakeholders; - Communication avec stakeholders;- Risicobeheer (in het bereiken van de doelstellingen); - Gestion du risque (dans l'atteinte des objectifs);- Veiligheid; - Sécurité;- Vermogen om middelen inzake wetenschappelijke enreglementaire expertise te verstrekken;- Capacité à fournir des ressources en expertise scientifiqueet réglementaire;- Competentie van de evaluatoren; - Compétence des évaluateurs;- Evaluatie van de adviesprocedure; - Evaluation de la procédure d'avis;- Besluitvorming; - Prise de décision;- Wetenschappelijk advies; - Avis scientifique;- Samenwerking met de geneesmiddelenbewaking (ophet niveau van de evaluatie);- Samenwerking met de inspecteurs en OMCL's (OfficialMedecines Control Laboratories);- Elektronische indiening; - Soumission électronique;- Interface avec la pharmacovigilance (du point de vueévaluateur);- Interface avec les inspecteurs et OMCL (Official MedecinesControl Laboratories);- Verzamelen van meldingen van bijwerkingen; - Récolte des rapports d'effets indésirables;- Middelen van de risico-evaluatie; - Ressources de l'évaluation de risque;- Risicobeheer (vermogen om op Europees niveau actieste leiden in het kader van de veiligheid van geneesmiddelen);- Samenwerking met de evaluatoren over de inspectieresultaten;- Gestion du risque (aptitude à mener au niveau européendes actions en relation avec la sécurité des médicaments);- Interface avec les évaluateurs sur les constatationsd'inspection;- Samenwerking met de klinische proeven; - Interface avec les essais cliniques;- Samenwerking met de geneesmiddelenbewaking (ophet niveau van de inspectie);- Samenwerking met de autoriteiten die toezicht houdenop de Goede Laboratoriumpraktijken (GLP).8. Geen kosten voor het FAGG. Het FAGG moet evenwelde kosten dragen wanneer zijn "auditeurs" de prestatiesvan andere Europese agentschappen evalueren.- Interface avec la pharmocovigilance (du point de vueinspection);- Interface avec les autorités de surveillance des BonnesPratiques de Laboratoire (GLP).8. Aucun frais pour l'AFMPS. Toutefois l'AFMPS doitsupporter les frais quand ses agents "auditeurs" évaluentles prestations d'autres agences européennes.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

146 QRVA 52 10029-03-20109. Twee keer. 9. Deux fois.DO 2009201014722Vraag nr. 315 van de heer volksvertegenwoordigerKoen Bultinck van 08 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Melkschandaal in China.Net zoals in 2008 berichtten de media begin januari 2010over het feit dat melamine werd aangetroffen in allerleimelkproducten in China.1. Welke maatregelen werden door het Federaal Agentschapvoor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)genomen om er zeker van te zijn dat geen Chinese melkproductenin onze voedselketen kwamen?2. Werden de regelmatige problemen met voedselveiligheidin China op internationale overlegfora aangekaart?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 19 maart 2010, op devraag nr. 315 van de heer volksvertegenwoordigerKoen Bultinck van 08 februari 2010 (N.):1. Deze vraag behoort niet tot mijn bevoegdheden, maartot die van mijn collega, de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid.2. De problematiek van de voedselveiligheid van productenuit China wordt zeer regelmatig binnen de verschillendeinternationale organisaties besproken, niet opalgemene wijze maar wel geval per geval. Ik kan u alsvoorbeeld geven: de melamine. Dit onderwerp werd in verschillendeinternationale instellingen aangesneden, waaronder:- De Europese Commissie heeft verschillende maatregelengenomen die de invoer van bepaalde categorieën vanChinese producten verbieden en regelgeving die de controlesop de invoer betreffen.- De Codex Alimentarius: er werd beslist een norm opwereldniveau aan te nemen betreffende de besmetting vande voedingsmiddelen. Het is de Werkgroep Contaminantendie het onderwerp bestudeert. Het punt staat op de agendavan de vergadering van de "Codexwerkgroep Contaminaten"van april 2010.DO 2009201014722Question n° 315 de monsieur le député Koen Bultinckdu 08 février 2010 (N.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Scandale du lait en Chine.Comme en 2008, les médias se sont faits l'écho, débutjanvier 2010, de la découverte de mélamine dans diversproduits laitiers commercialisés sur le marché chinois.1. Quelles mesures l'Agence fédérale pour la sécurité dela chaîne alimentaire (AFSCA) a-t-elle prises afin des'assurer qu'aucun produit laitier chinois ne s'infiltre dansnotre chaîne alimentaire?2. Les problèmes d'insécurité alimentaire qui se posent àintervalles réguliers en Chine ont-ils été abordés dans lecadre de forums de concertation internationaux?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 19 mars 2010, à la questionn° 315 de monsieur le député Koen Bultinck du08 février 2010 (N.):1. Cette question ne relève pas de mes compétences,mais de celles de ma collègue, la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique.2. La problématique de la sécurité alimentaire concernantles produits en provenance de Chine est très régulièrementdiscutée au sein des différentes organisationsinternationales non de façon générale mais bien au cas parcas. Je peux vous donner comme exemple la mélamine. Cesujet a été abordé dans différentes institutions internationalestelles que:- La Commission européenne: celle-ci a pris plusieursmesures interdisant l'importation de certaines catégories deproduits chinois et des règlements concernant les contrôlesà l'importation.- Le Codex Alimentarius: l'adoption d'une norme mondialeconcernant la contamination des denrées alimentairesa été décidée. C'est le groupe de travail contaminant quiétudie le sujet. Le point est à l'ordre du jour de la réunion"codex groupe contaminant" du mois d'avril 2010.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010147- De Wereldgezondheidsorganisatie heeft een wereldalarmverspreid via het netwerk Infosan (InternationalFood Safety Authorities Network) op het moment van decrisis, is eveneens overgegaan tot een evaluatie van hetgezondheidsrisico betreffende deze substantie en heeft eennorm voor de toegestane dagelijkse opname vastgelegd(0,2 mg/kg lichaamsgewicht). Deze wetenschappelijkeevaluatie dient als basis voor de werkzaamheden van deCodex Alimentarius.- L'Organisation Mondiale de la Santé: celle-ci a diffuséune alerte mondiale via le réseau Infosan (Réseau internationaldes autorités de sécurité sanitaire des aliments) aumoment de la crise mais également procédé à une évaluationdu risque sanitaire concernant cette substance et fixéune dose journalière tolérable (0,2 mg/kg de poids corporel).Cette évaluation scientifique sert de base au travail duCodex alimentarius.DO 2009201014771Vraag nr. 320 van de heer volksvertegenwoordigerChristian Brotcorne van 09 februari 2010 (Fr.)aan de vice-eersteminister en minister van SocialeZaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie:DO 2009201014771Question n° 320 de monsieur le député ChristianBrotcorne du 09 février 2010 (Fr.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:PC-Privéplan. - RSZ. (MV 17378) Le volet ONSS du Plan PC-privé. (QO 17378)Met het PC-Privéplan, dat in 2003 werd ingevoerd, wilmen het privaat computerbezit bij de Belgische gezinnenbevorderen. Daartoe wordt een fiscale incentive toegekendaan werkgevers die hun personeel de mogelijkheid biedenom een pc aan te kopen.Bij de wet van 6 mei 2009 houdende diverse bepalingenwerd een aantal wijzigingen aangebracht in dat plan, meerbepaald wat het fiscale aspect ervan betreft:- de werkgever hoeft niet langer een georganiseerd planop te stellen;Le Plan PC-privé a été instauré en 2003 afin de stimulerl'acquisition d'un pc personnel par les ménages belges grâceà un incitant fiscal en faveur des employeurs qui permettentà leurs travailleurs d'acheter un pc.La loi du 6 mai 2009 portant des dispositions diverses aapporté quelques modifications à ce Plan en ce quiconcerne le volet fiscal:- l'employeur n'est plus tenu de rédiger un plan organisé;- de bijdrage van de werkgever wordt geplafonneerd; - le montant de l'intervention de l'employeur est plafonné;- er wordt een inkomensvereiste ingevoerd ten gunstevan de laagverdieners.Die aanpassingen zijn op 1 januari 2009 van krachtgeworden.De RSZ-regeling zou met die nieuwe fiscale bepalingenin overeenstemming worden gebracht.Daartoe moeten de sociale regels worden aangepast diezijn vastgelegd in artikel 19, § 2, 20° van het koninklijkbesluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wetvan 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheidder arbeiders.1. a) Hebt u het beheerscomité van de RSZ geraadpleegdmet het oog op een wijziging van de sociale regels betreffendehet PC-Privéplan, teneinde deze af te stemmen op denieuwe fiscale bepalingen die sinds 1 januari 2009 vankracht zijn?b) Wat is het standpunt van dat beheerscomité? b) Quel est son avis?- une condition de revenus est introduite pour cibler lesbas revenus.Ces modifications sont entrées en vigueur depuis le 1erjanvier 2009.Il était prévu que le volet ONSS soit harmonisé avec cesnouvelles dispositions fiscales.Une adaptation des règles sociales contenues à l'article19, § 2, 20°, de l'arrêté royal du 28 novembre 1969 pris enexécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleursdevait donc être réalisée.1. a) Avez-vous consulté le comité de gestion de l'ONSSen vue d'une modification des règles sociales concernant lePlan PC-privé pour parvenir à une harmonisation avec lesnouvelles règles fiscales en vigueur depuis le 1er janvier2009?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

148 QRVA 52 10029-03-20102. Wanneer zal u die sociale regels kunnen aanpassen? 2. Quand pourrez-vous modifier ces règles sociales?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 25 maart 2010, op devraag nr. 320 van de heer volksvertegenwoordigerChristian Brotcorne van 09 februari 2010 (Fr.):In antwoord op uw vraag, verwijs ik u naar het schriftelijkeantwoord op de vraag nr. 178 van 18 maart 2010, methetzelfde onderwerp (Vragen en Antwoorden, Kamer,2009-2010, nr. 99, blz. 151).Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 25 mars 2010, à la question n°320 de monsieur le député Christian Brotcorne du09 février 2010 (Fr.):En réponse à votre question, je vous renvoie à la réponseécrite à la question n° 178 du 18 mars 2010, portant sur lemême sujet (Questions et Réponses, Chambre, 2009-2010,n° 99, p. 151).DO 2009201014883Vraag nr. 329 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 11 februari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Forfait per pathologie.In zijn "Haalbaarheidsstudie voor de invoering van een"all-in" pathologiefinanciering voor Belgische ziekenhuizen",die op 26 januari 2010 werd gepubliceerd, pleit hetFederaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg ervoorom de prestatiefinanciering, het huidige systeem voor definanciering van de ziekenhuizen, te vervangen door eensysteem waarbij de ziekenhuizen een eenmalig forfait perbehandelde pathologie zouden ontvangen. Dat forfait, datafhankelijk van de ernst van de pathologie en mogelijkecomplicaties kan variëren, zou voor alle ziekenhuizen hetzelfdezijn.1. a) Bent u voornemens een debat aan deze aangelegenheidte wijden?b) Zou de regering te vinden zijn voor zo'n "all-in" pathologiefinanciering?c) Welke gevolgen kan die beslissing voor de begrotingvan de gezondheidszorg hebben?2. Denkt u niet dat de invoering van een identiek forfaitper pathologie voor alle ziekenhuizen de begroting transparanterkan maken en ook kostenbesparend kan werkenvoor de ziekenhuizen?3. In België wordt de ziekenhuisactiviteit gefinancierd opbasis van de geleverde prestaties.In welke andere EU-lidstaten wordt dat systeem eveneenstoegepast?DO 2009201014883Question n° 329 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 11 février 2010 (Fr.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Le forfait par pathologie.Dans une étude sur la faisabilité d'un financement "all in"des hôpitaux publiée le 26 janvier 2010, le Centre fédérald'expertise des soins de santé plaide pour l'abandon dufinancement à l'acte dans les hôpitaux. Elle prône un forfaitunique par pathologie - selon la gravité des cas. Ce forfaitpeut varier en fonction de la gravité des cas et d'éventuellescomplications. Mais il est identique pour chaque hôpital.1. a) Envisagez-vous de débattre sur cette problématique?b) Le gouvernement pourrait-il être favorable au financementpar pathologie?c) Quel pourrait être l'impact budgétaire de cette décisionsur le budget des soins de santé?2. L'adoption d'un forfait par pathologie identique pourchaque hôpital ne pourrait-il pas permettre plus de transparencedans les budgets mais aussi dans le chef des hôpitaux,une meilleure compression des coûts?3. L'activité hospitalière est financée à l'acte en Belgique.Y'a-t-il d'autres États membres de l'Union européennequi procède de cette manière?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010149Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 25 maart 2010, op devraag nr. 329 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 11 februari 2010 (Fr.):Het betreft inderdaad een studie die goedgekeurd werddoor de Raad van Bestuur van het KCE en ter beschikkingwerd gesteld van het publiek sinds 26 januari 2010.Verschillende medewerkers en diensten van mijn departementenhebben er kennis van genomen, maar het is nogwat te vroeg om er formele conclusies uit te trekken. Ik kanechter nu al zeggen dat ik het grotendeels eens ben met deopinie van de auteurs, wanneer ze erop wijzen dat het overeen grootscheepse hervorming gaat, die niet alleen veel tijdzou vergen, maar ook grote veranderingen zou meebrengenop het gebied van mentaliteit, cultuur, enzovoort.Op het vlak van de klinische biologie of van de geneesmiddelen,zijn er eveneens systemen van toepassing overforfaits en/of forfaits per types van pathologieën.Voor wat de etappes betreft naar meer forfaitarisering bijde ziekenhuisfinanciering, wil ik nu al benadrukken dat hethuidige systeem weliswaar gefragmenteerd is, toch al grotendeelsgebaseerd is op forfaitaire logica: zo is het Budgetvan Financiële Middelen bijvoorbeeld voor wat de financieringbetreft van onderdeel B2 (dat toch bijna de helftuitmaakt van de financiering) gebaseerd op gestandaardiseerdeactiviteitsparameters (klinische en verpleegkundigegegevens, nomenclatuur en dergelijke).In de mate dat het mijn wens is om onze sociale zekerheiden een optimale financiering van de ziekenhuizen tebehouden, wil ik niet roekeloos beginnen aan hypothetischewijzigingen die in fine slechts tot het in gevaar brengenvan de tussenkomst van de overheid in de financieringzouden leiden. Laten we niet vergeten dat de invoering vanhet huidig financieringsstelsel dateert van minder dan tienjaar geleden, en dat dit een belangrijke hervorming waswaarvan de duurzame effecten nauwelijks beginnen hetvoorwerp uit te kunnen maken van een serieuze analyse.Het lijkt me in dit stadium a priori verkieslijk de bestaandesystemen te verfijnen vooraleer de sector in nieuwe grotehervormingen te storten.Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 25 mars 2010, à la questionn° 329 de monsieur le député Daniel Ducarme du11 février 2010 (Fr.):Il s'agit effectivement d'une étude qui a été approuvée parle conseil d'administration du KCE et mise à disposition dupublic depuis le 26 janvier 2010.Différents collaborateurs et services de mes départementsen ont pris connaissance, mais il est encore un peu tôt pouren tirer des conclusions formelles. Je puis toutefois déjàdire que je partage en partie l'opinion des auteurs quand ilsmentionnent qu'il s'agit d'une réforme d'envergure, quinécessiterait, outre du temps, de grands changements dementalité, de culture, etc.Au niveau de la biologie clinique, ou des médicaments,des systèmes de forfaits et/ou de forfaits par types depathologies sont déjà d'application.En ce qui concerne les étapes vers davantage de forfaitarisationdans le financement hospitalier, je tiens aussi àsouligner que le système actuel, même s'il est fragmentaire,est déjà fondé en grande partie sur des logiques forfaitaires:ainsi, à titre d'exemple, le Budget des Moyens Financiersse base, pour ce qui concerne le financement de lasous-partie B2 (qui représente tout de même prés de lamoitié du financement), sur des paramètres d'activités standardisées(données cliniques et infirmières, nomenclature,entre autres).Dans la mesure où ma volonté est de maintenir en placenotre couverture sociale et un financement optimal deshôpitaux, je ne veux pas me lancer dans d'hypothétiquesmodifications qui n'aboutiraient in fine qu'à une précarisationde l'intervention de l'État dans le financement.N'oublions pas que l'instauration du système de financementactuel date d'il y a moins de dix ans, et a constituéune réforme majeure dont les effets durables commencentà peine à pouvoir faire l'objet d'une analyse sérieuse. Il meparaît a priori préférable à ce stade d'affiner les systèmesexistants avant de lancer le secteur dans de nouveauxgrands remaniements.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

150 QRVA 52 10029-03-2010Het is natuurlijk een beetje te vroeg om in te gaan op demogelijke budgettaire weerslag hiervan, zonder precies teweten naar welk systeem men evolueert. De financieringssystemenzijn zeer verschillend van het ene land tenopzichte van het andere. In haar studie maakt het KCE hiertrouwens melding van, en zelfs de financieringssystemenwelke gebaseerd zijn op de activiteit en het forfait perpathologie blijven moeilijk te vergelijken.Ik herinner U eraan dat de ziekenhuisactiviteit momenteelvoor een niet verwaarloosbaar gedeelte gefinancierdwordt door het Budget van Financiële Middelen, en dusniet specifiek per medische verrichting. Deze laatste hebbenenkel betrekking op de honoraria.Il est évidemment un peu tôt pour s'avancer sur les incidencesbudgétaires que cela pourrait avoir, sans savoirexactement vers quel système on irait. Les systèmes definancement sont très différents d'un pays à l'autre. Dansson étude le KCE en fait d'ailleurs mention, et même lessystèmes de financement basés sur l'activité et le forfait parpathologie restent difficiles à comparer.L'activité hospitalière est actuellement, je vous le rappelle,financée pour une partie non négligeable par le Budgetdes Moyens Financiers, et donc pas spécifiquement àl'acte. Ceux-ci ne concernent que les honoraires.DO 2009201014898Vraag nr. 331 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMaggie De Block van 11 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Gebruik van autobanden als speelgoed. - Europese richtlijnen.Sinds 1 januari 2010 geldt een Europese richtlijn (zevenentwintigstewijziging van Richtlijn 76/769/EEG van deRaad) waardoor het voor de Europese autofabrikanten verbodenis om kankerverwekkende PAK's (PolycyclischeAromatische Koolwaterstoffen) te gebruiken voor de productievan autobanden.PAK's kunnen aanwezig zijn in oliën. Sommige van dieoliën worden gebruikt als procesoliën (weekmakers) bij deproductie van banden. De olie wordt in de rubbermatrixingesloten en blijft zo in het eindproduct, de band, aanwezig.De olie kan bijgevolg ook in bandenafval aanwezigzijn.Veel afgedankte autobanden worden evenwel gebruikt opspeelterreinen als onderdelen van schommels, klimelementen,enzovoort. Om veiligheidsreden worden uit deze bandende scherpe metalen bewapeningsdraden verwijderd.Dergelijke draden zouden tijdens het spelen kunnen loskomen,en worden daarom uit de oude banden verwijderd.Daarnaast worden oude autobanden ook verwerkt in demeeste rubberen speeltegels.DO 2009201014898Question n° 331 de madame la députée MaggieDe Block du 11 février 2010 (N.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:Pneumatiques de voitures utilisés comme jouets. - Directiveseuropéennes.Une directive européenne (vingt-septième modificationde la directive 76/769/CEE du Conseil) est d'applicationdepuis le 1er janvier 2010. Il en résulte une interdictionpour les constructeurs automobiles européens d'utiliser deshydrocarbures aromatiques polycycliques (HAP) cancérigènespour la production des pneumatiques de voitures.Les HAP peuvent être présents dans des huiles. Certainesd'entre elles sont utilisées comme huile de dilution (adjuvantd'assouplissement) dans la production de pneumatiques.L'huile est incorporée dans la matrice de caoutchoucet reste ainsi présente dans le produit final, à savoir lepneumatique. Par conséquent, l'huile peut également êtreprésente dans les déchets de pneumatiques.De nombreux pneumatiques usés de voitures sont toutefoisutilisés comme éléments de balançoires, de dispositifsd'escalade, etc. sur les terrains de jeux. Les fils métalliquestranchants des armatures de pneumatiques sont enlevéspour des raisons de sécurité. Ils pourraient se détacher pendantle jeu et c'est pourquoi ils sont retirés des pneumatiquesusés. Ceux-ci sont également incorporés dans laplupart des dalles de jeu en caoutchouc.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010151Het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheidbesliste in 2005 om een verbod in te voeren op het gebruikvan autobanden voor varkensbedrijven. In veel varkensbedrijvenworden oude autobanden gebruikt als speelgoedvoor de varkens. Het verbod kwam er om het gevaar vanloskomende metalen stukken maar ook omdat er verbodenstoffen kunnen vrijkomen.L'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentairea décidé en 2005 d'instaurer une interdiction de l'utilisationde pneumatiques usés de voitures dans lesexploitations porcines où ils sont souvent utilisés commejouet pour les porcs. L'interdiction a été introduite pourparer au danger des morceaux de métal qui se détachentmais aussi parce que des substances interdites pourraient sedégager.1. Bent u op de hoogte van de Europese richtlijn? 1. Avez-vous connaissance de la directive européenne?2. Welke maatregelen overweegt u te nemen om dezerichtlijn om te zetten in de Belgische wetgeving?2. Quelles mesures envisagez-vous de prendre afin detransposer cette directive dans la législation belge?3. Welke timing zal hierbij gevolgd worden? 3. Quel calendrier sera suivi en l'occurrence?4. Bent u op de hoogte van de schadelijke gevolgen vanhet gebruik van autobanden als speelgoed?5. Welke stappen overweegt u te ondernemen om autobandente verbieden als speelgoed?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 331 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMaggie De Block van 11 februari 2010 (N.):In antwoord op de vraag, kan ik u meedelen dat dezevraag niet behoort tot mijn bevoegdheden, maar tot die vanmijn collega, de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid (Vraag nr. 125 van 21 april2010).4. Avez-vous connaissance des effets néfastes de l'utilisationde pneumatiques de voitures comme jouet?5. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour interdirel'utilisation de pneumatiques de voitures commejouet?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la question n°331 de madame la députée Maggie De Block du11 février 2010 (N.):En réponse à la question, je vous informe que la questionne rélève pas de mes compétences, mais bien de celles dema collègue, la ministre des PME, des Indépendants, del'Agriculture et de la Politique scientifique (Question n°125 du 21 avril 2010).DO 2009201015035Vraag nr. 346 van de heer volksvertegenwoordigerMichel Doomst van 19 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Ziekteverzuim bij de politie.Vorig jaar bleken de Waalse agenten de helft meer ziek tezijn dan hun Vlaamse collega's.In 2007 bedroeg het ziekteverzuim in Wallonië 6,84 procenttegenover 4,6 procent in Vlaanderen en 5,7 procent inBrussel. De jaren voordien zouden de verschillen nog groterzijn.Er werd toen aan de ministers van Binnenlandse Zakenen Volksgezondheid gevraagd om dit fenomeen te onderzoeken.DO 2009201015035Question n° 346 de monsieur le député Michel Doomstdu 19 février 2010 (N.) à la vice-premièreministre et ministre des Affaires sociales et de laSanté publique, chargée de l'Intégration sociale:Absences pour cause de maladie auprès des services depolice.L'année dernière, il y a eu moitié plus d'absences pourcause de maladie auprès des agents wallons qu'auprès deleurs collègues flamands.En 2007, le taux d'absentéisme pour maladie était de6,84% en Wallonie, pour 4,6% en Flandre et 5,7% àBruxelles. La différence était semble-t-il encore plus sensibleau cours des années précédentes.Il avait alors été demandé aux ministres de l'Intérieur etde la Santé publique d'examiner ce phénomène de plusprès.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

152 QRVA 52 10029-03-20101. Is het ziekteverzuim vorig jaar van naderbij onderzocht?1. La question de l'absentéisme pour cause de maladie a-t-elle été examinée de plus près l'année dernière?2. Wat leren de cijfers van 2008 en 2009 ons? 2. Que révèlent les chiffres pour 2008 et 2009?3. Hoe zag de gewestelijke indeling van de cijfers er uitin 2008 en 2009?4. Heeft u zicht op het aantal controles (gewestelijkeindeling) die uitgevoerd werden?5. Hoeveel personen waren onwettig afwezig in 2008 en2009 (ook gewestelijke indeling)?6. Hoeveel personen werden door middel van de controlesbetrapt in 2008 en 2009 (ook gewestelijke indeling)?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 346 van de heer volksvertegenwoordigerMichel Doomst van 19 februari 2010 (N.):Het is mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken,die bevoegd is voor het beheer van de afwezighedenwegens ziekte bij de politie (Vraag nr. 634 van 21 april2010).Het Bestuur van de medische expertise (MEDEX), datonder mijn bevoegdheid ressorteert, staat niet in voor deziektecontroles van de politie.3. Comment se présentaient les chiffres par Région en2008 et 2009?4. Qu'en est-il du nombre de contrôles réalisés (parRégion)?5. Combien de personnes ont été absentes illégalement(par Région) en 2008 et 2009?6. Combien de personnes ont été surprises en situationd'irrégularité à l'occasion de contrôles (par Région) en2008 et 2009?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 346 de monsieur le député Michel Doomst du19 février 2010 (N.):C'est mon collègue, le ministre des Affaires Intérieures,qui est compétent pour la gestion des absences pour maladiede la police (Question n° 634 du 21 avril 2010).L'Administration de l'expertise médicale (MEDEX), quiressort de ma compétence, n'effectue pas les contrôlesmédicaux pour la police.DO 2009201015247Vraag nr. 362 van de heer volksvertegenwoordigerXavier Baeselen van 04 maart 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:DO 2009201015247Question n° 362 de monsieur le député Xavier Baeselendu 04 mars 2010 (Fr.) à la vice-première ministreet ministre des Affaires sociales et de la Santépublique, chargée de l'Intégration sociale:OCMW. - Personeelsselectie. (MV 18584) CPAS. - La sélection de personnel. (QO 18584)De aanwervingsproblematiek van het verzorgend en verplegendpersoneel in de openbare structuren, met name debejaardentehuizen die van de OCMW's afhangen, trokkenmijn aandacht als schepen in Watermaal-Bosvoorde,bevoegd voor het toezicht op de OCMW's.We hebben dan ook heel grote moeilijkheden om verplegendpersoneel te vinden dat wil komen werken in de overheidsinstellingen,in het bijzonder vanwege het statuut ende aantrekkelijkheid van de functie.En tant qu'échevin (à Watermael-Boitsfort) en charge dela tutelle sur les CPAS, mon attention a été attirée sur laproblématique de l'engagement du personnel de soins et dupersonnel infirmier dans les structures publiques, notammentles homes pour personnes âgées dépendant desCPAS.En effet, nous faisons face à d'énormes difficultés pourtrouver du personnel infirmier qui accepte de venir travaillerdans les établissements publics, notamment en raisondu statut et de l'attractivité de la fonction.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010153Voor die rekruteringen mogen de OCMW's een beroepdoen op de agentschappen die gespecialiseerd zijn in hetaanwerven van personeel zoals de uitzendkantoren of dekantoren die gespecialiseerd zijn in een bepaalde sector.Sommige van die agentschappen gaan nog verder in hunspecialisatie en werven personeel aan in het buitenland.1. Beschikt u over cijfers over die praktijken waarbij eenberoep wordt gedaan op buitenlands medisch personeel inde OCMW's, de ziekenhuizen en de openbare zorgverstrekkingsvoorzieningen?2. Overweegt u dat personeel aan te werven via instantieszoals Selor zodat de OCMW's gebruik kunnen maken vandoe wervingsreserve?3. Zijn die praktijken waarbij buitenlands medisch personeelwordt ingezet courant bij de OCMW's, de ziekenhuizenen de andere openbare zorgverstrekkingsvoorzieningen?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 362 van de heer volksvertegenwoordigerXavier Baeselen van 04 maart 2010 (Fr.):De vraag heeft betrekking op de aanwerving van personeelin het buitenland, meet in het bijzonder verpleegkundigen,door de publieke structuren, in de rusthuizen diebeheerd worden door de OCMW's.De werkgevers, zowel uit de publieke als uit de privatesector, moeten de geldende reglementering naleven: voorze in het buitenland of in België worden aangeworven,moeten de verpleegkundigen beschikken over een erkenddiploma dat gelijkgesteld is met die welke in België wordenafgeleverd.Zowel op het niveau van de Europese Unie als van delanden buiten de EU bestaan er regels.Richtlijn 2005/36/EG organiseert de erkenning van deverpleegkundige titels en bekwaamheden, ofwel automatisch(wederzijdse erkenning tussen de lidstaten), ofwelaan de hand van een specifieke procedure.Indien de kandidaat niet beschikt over een bekwaamheiddie erkend is in de EU, moet hij de gelijkwaardigheid vanhet diploma aanvragen: dit behoort tot de bevoegdhedenvan de Gemeenschappen.De loonvoorwaarden zijn identiek voor iedereen, vaneender welke herkomst.We beschikken over geen enkel gegeven betreffende derekruteringspraktijken die tot de verantwoordelijkheidbehoren van de werkgevers.Pour effectuer ce recrutement, les CPAS peuvent faireappel à des agences spéciales dans le recrutement de personnel.C'est le cas des agences d'intérim ou des agencesspécialisées dans un secteur déterminé. Certaines de cesagences sont encore plus spécialisées et recrutent du personnelà l'étranger.1. Disposez-vous de chiffres sur ces pratiques d'appel àdu personnel médical étranger dans les CPAS, hôpitaux etstructures de soins publiques?2. Envisagez-vous de recruter ce personnel via les instancescomme le Selor et faire bénéficier aux CPAS de laréserve de recrutement?3. Ces pratiques d'appel à du personnel médical étrangerssont-elles courantes dans les CPAS, les hôpitaux et autresstructures de soins publiques?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 362 de monsieur le député Xavier Baeselen du04 mars 2010 (Fr.):La question porte sur le recrutement de personnel àl'étranger, d'infirmiers en particulier, par les structurespubliques, dont les Maisons de repos gérées par les CPAS.Les employeurs, qu'ils soient publics ou privés, sonttenus de respecter la réglementation en vigueur: les infirmiers,qu'ils soient recrutés à l'étranger ou en Belgique,doivent disposer d'un diplôme reconnu équivalent à ceuxqui sont octroyés en Belgique.Des règles existent, tant au niveau de l'Union Européenneque pour les pays hors UE.La Directive 2005/36/CE organise la reconnaissance destitres et qualifications infirmières, soit de manière automatique(reconnaissance mutuelle entre les Etats membres),soit selon une procédure spécifique.Si un candidat ne dispose pas d'une qualification reconnueau sein de l'UE, il lui revient de solliciter une équivalencede diplôme: celle-ci est de la compétence desCommunautés.Les conditions salariales et d'emploi sont identiques pourtous, quelle que soit leur origine.Nous ne disposons d'aucune donnée relative à ces pratiquesde recrutements, qui relèvent de la responsabilité desemployeurs.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

154 QRVA 52 10029-03-2010We weten dat het bestaat en dat de akkoorden vaak tijdelijkzijn. Geen enkel geval van het niet-respecteren van degeldende wetgeving werd mij ter kennis gebracht.Aanwervingen organiseren van buitenlandse verpleegkundigenvia SELOR is niet voorzien.Ik werk daarentegen aan de aanwending van het Planvoor de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep,zodat de gekwalificeerde verpleegkundigen die in Belgiëopgeleid zijn en/of in België verblijven, op de arbeidsmarktkomen en daar stabiel aan het werk blijven.Nous savons que cela existe et que ces accords sont, leplus souvent, temporaires. Aucun cas de non respect deslégislations en vigueur n'a été porté à ma connaissance.Il n'est pas prévu d'organiser des recrutements d'infirmiersétrangers via le SELOR.En revanche, je m'emploie à mettre en oeuvre le Planpour l'attractivité de la profession infirmière, en sorte queles infirmiers qualifiés formés et/ou résidant en Belgique,rejoignent le marché de l'emploi et s'y stabilisent.DO 2009201015377Vraag nr. 370 van mevrouw de volksvertegenwoordigerChristine Van Broeckhoven van 15 maart 2010(N.) aan de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie:Het stijgende aantal ouderen beneden de armoedegrens inBelgië. (MV 19322)Op 18 januari 2010 publiceerde Eurostat cijfers rondarmoede in Europa. In 2008 balanceerde gemiddeld 17%van de Europese bevolking op de armoedegrens. België zitmet een gemiddelde van 15% daar net onder, maar opvallendis dat we in de leeftijdsgroep 65-plus duidelijk hogerscoren, namelijk 21% in vergelijking met het Europesegemiddelde van 19%.2010 is het Europese jaar tegen armoede en sociale uitsluiting.Het startschot hiervan werd op 21 januari 2010gegeven door Spanje, dat momenteel het voorzitterschapvan Europa opneemt. In de tweede helft van 2010 neemtBelgië het voorzitterschap van Spanje over.Armoede, sociale uitsluiting, en volksgezondheid liggenvaak in elkaars verlengde. Een toestand van algemeen welzijn,wordt immers vaak bepaald door de energiewaardedie dagelijks via de voeding wordt opgenomen, maar ookdoor het sociale netwerk waarop ouderen beroep kunnendoen, voor zowel de dagelijkse zorgen, ais voor de communicatieen interactie.ln september 2004, gaf professor Loriaux van de UCLeen toelichting in de Kamer van volksvertegenwoordigers,vanuit het Instituut voor demografie statistieken, over demate waarin de vergrijzing inspeelt op andere sociale factoren.Naast financiering van de sociale zekerheid, heeft detoenemende vergrijzing vooral een impact op de gezondheiden levenskwaliteit, de woonkwaliteit, vormen vansolidariteit op het familiale en maatschappelijke vlak, en deverhouding tussen de generaties onderling.DO 2009201015377Question n° 370 de madame la députée Christine VanBroeckhoven du 15 mars 2010 (N.) à la vicepremièreministre et ministre des Affaires socialeset de la Santé publique, chargée de l'Intégrationsociale:Le nombre croissant de personnes âgées vivant en dessousdu seuil de pauvreté en Belgique. (QO 19322)Le 18 janvier 2010, Eurostat a publié des chiffres concernantla pauvreté en Europe. En 2008, en moyenne 17% dela population européenne vivait à la limite de la pauvreté.Avec un taux de pauvreté de 15%, la Belgique se situejuste en deçà de la moyenne européenne mais il faut soulignerque pour la catégorie d'âge des plus de 65 ans, la Belgiqueatteint un taux de pauvreté de 21%, soit nettementplus que la moyenne européenne de 19%.2010 est l'année européenne de lutte contre la pauvreté etl'exclusion sociale. Le coup d'envoi de cette thématique aété donné le 21 janvier 2010 par l'Espagne, qui assumeactuellement la présidence européenne et passera le flambeauà la Belgique pour le deuxième semestre de 2010.La pauvreté, l'exclusion sociale et la santé publique sontsouvent liées. En effet, l'état de bien-être est souvent déterminépar la valeur énergétique de la nourriture absorbéequotidiennement mais aussi par le réseau social auquel lespersonnes âgées peuvent avoir recours, tant pour leurssoins quotidiens que pour la communication et les lienssociaux.En septembre 2004, le professeur Loriaux de l'Institut dedémographie de l'UCL a présenté un exposé à la Chambredes représentants sur le degré d'influence du vieillissementsur d'autres facteurs sociaux. Outre le financement de lasécurité sociale, le vieillissement croissant a essentiellementune incidence sur la santé et la qualité de vie, la qualitédu logement, les formes de solidarité familiale etsociale et les rapports entre les générations.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010155Door de toenemende levensverwachting stijgt het aantalouderen in onze samenleving. In 2030 verwacht men datéén op vier mensen ouder zal zijn dan 65 jaar. Het isdaarom belangrijk om ouderen een duidelijke en respectvolleplaats te geven binnen onze samenleving, en ook deinteracties met andere groepen in de samenleving in kaartte brengen.1. Heeft u op het aantal ouderen dat vandaag onder dearmoedegrens leeft?2. a) Zijn er initiatieven ondernomen in het kader van hetEuropees jaar tegen de armoede om binnen afzienbare termijnde situatie te verbeteren?Compte tenu de l'augmentation de l'espérance de vie, lespersonnes âgées sont plus nombreuses dans notre société.En 2030, on s'attend à ce qu'une personne sur quatre soitâgée de plus de 65 ans. Il est donc important de donner auxpersonnes âgées une place digne de ce nom au sein denotre société et d'analyser les interactions avec d'autresgroupes dans la société.1. Connaissez-vous le nombre de personnes âgées quivivent en dessous du seuil de pauvreté à l'heure actuelle?2. a) Des initiatives ont-elles été prises dans le cadre del'année européenne de lutte contre la pauvreté pour améliorerla situation dans un délai raisonnable?b) Zo ja, welke? b) Dans l'affirmative, lesquelles?3. Welke visie heeft u op de integratie van ouderen inonze maatschappij?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 24 maart 2010, op devraag nr. 370 van mevrouw de volksvertegenwoordigerChristine Van Broeckhoven van 15 maart 2010 (N.):In antwoord op uw vraag, deel ik u mee dat de inhoudervan tot de uitsluitende bevoegdheid behoort van mijncollega, de heer Philippe Courard, staatssecretaris voorMaatschappelijke Integratie (Vraag nr. 132 van 21 april2010).3. Quel est votre point de vue sur l'intégration des personnesâgées dans notre société?Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 24 mars 2010, à la questionn° 370 de madame la députée Christine VanBroeckhoven du 15 mars 2010 (N.):En réponse à votre question, je vous fais savoir que soncontenu relève de la compétence exclusive de mon collègue,monsieur Philippe Courard, secrétaire d'État à l'IntégrationSociale (Question n° 132 du 21 avril 2010).DO 2009201015488Vraag nr. 389 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSarah Smeyers van 17 maart 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid, belast met MaatschappelijkeIntegratie:Het financieel evenwicht van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.(MV 19810)Op woensdag 17 februari 2010 werd het jaarverslag overde economische en financiële ontwikkeling van Belgiëvoor het jaar 2009 door de Nationale Bank van België aanhet publiek voorgesteld. Dit verslag bevat een pleïade vanbelangwekkende cijfers. Eén gegeven sprong mij in hetoog, en wel over de uitgaven in de ziekte- en invaliditeitsverzekering.DO 2009201015488Question n° 389 de madame la députée Sarah Smeyersdu 17 mars 2010 (N.) à la vice-première ministreet ministre des Affaires sociales et de la Santépublique, chargée de l'Intégration sociale:L'équilibre financier de l'assurance maladie-invalidité.(QO 19810)Le mercredi 17 février 2010, la Banque nationale de Belgiquea présenté au public le rapport annuel 2009 relatif audéveloppement économique et financier de la Belgique. Cerapport comporte une pléiade de chiffres importants. Leschiffres concernant les dépenses dans le secteur de l'assurancemaladie-invalidité ont particulièrement attiré monattention.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

156 QRVA 52 10029-03-2010Terwijl het nationale inkomen in 2009 gezakt is met 3%,stegen in datzelfde jaar de uitgaven voor gezondheidszorgmet 7,2% - en dat in een jaar waarin voor het eerst eendaling van de index van de consumptiegoederen werdwaargenomen. In de wetenschap dat onze ziekte- en invaliditeitsverzekeringde jaren daarvoor al stevig gestegen is (uhad maar liefst een jaarlijkse stijging met 4%, buiten inflatie),stevenen we hier af op ernstige problemen. U bentzich daar zelf blijkbaar bewust van: in De Standaard van18 februari 2010 stond er breeduit geblokletterd: "Als zelfsLaurette Onkelinx de financiering van ons systeemonhoudbaar noemt, is er zeker iets aan de hand".Het is duidelijk dat, na de pensioenen en de werkloosheidsvergoedingen,nu ook de ziekteverzekering in zwaarweer terechtgekomen is.Overweegt u nu, op basis van het cijfermateriaal van devorige jaren, om de uitgaven op het vlak van de ziekte- eninvaliditeitsverzekering, eindelijk te begrenzen - en als uhet mij vraagt - vlak te houden voor de komende vijf jaar?Het is immers algemeen bekend dat er inzake de gezondheidszorgnog een hele weg kan afgelegd worden in derichting van een hogere efficiëntie.Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanSociale Zaken en Volksgezondheid, belast metMaatschappelijke Integratie van 29 maart 2010, op devraag nr. 389 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSarah Smeyers van 17 maart 2010 (N.):De uitgaven van de ziekte- en invaliditeitsverzekeringevolueren binnen de grenzen die daarvoor vastgelegd werdendoor de regering en dit tot in 2011.Een strikt budgettair beheer is uiteraard onmisbaar,zowel in deze sector als in de andere, maar men moet hetwel afwegen tegen de noodzaak om ons systeem vanziekte- en invaliditeitsverzekering binnen de sociale zekerheidte behouden, want de stabiliserende macro-economischerol ervan is in tijden van crisis bijzonder belangrijk.In deze optiek zijn de gezondheidszorgen van fundamenteelbelang, zowel uit het oogpunt van het behouden vaneen hoog welzijnsniveau van de bevolking als van hetscheppen van banen met een hoge toegevoegde solidairewaarde.Alors que les recettes nationales ont diminué de 3 % en2009, les dépenses de soins de santé ont augmenté de 7,2% au cours de cette même année, alors qu'une diminutionde l'indice des prix à la consommation a été enregistréepour la première fois. Sachant que les dépenses inhérentesà l'assurance maladie-invalidité ont déjà fortement augmentéles années précédentes (une augmentation de pasmoins de 4 %, hors inflation), nous risquons d'êtreconfrontés à de sérieux problèmes. Vous semblez en êtreconsciente, car on a pu lire dans le quotidien De Standaarddu 18 février 2010 que si même Laurette Onkelinx affirmeque le financement de notre système est intenable, il estévident qu'un problème se pose.Il est clair qu'après les pensions et les allocations de chômage,l'assurance maladie traverse à présent aussi unepériode houleuse.Envisagez-vous, sur la base des chiffres des dernièresannées, de limiter enfin les dépenses en matière d'assurancemaladie-invalidité et - ce que je préconise - à lesmaintenir au même niveau pour les cinq prochainesannées? Chacun sait en effet que de multiples progrès peuventencore être réalisés en matière d'efficacité des soins desanté.Réponse de la vice-première ministre et ministre desAffaires sociales et de la Santé publique, chargée del'Intégration sociale du 29 mars 2010, à la question n°389 de madame la députée Sarah Smeyers du 17 mars2010 (N.):Les dépenses de l'assurance maladie-invalidité évoluentdans les limites qui lui ont été fixées par le gouvernement.Et ce jusqu'en 2011.La rigueur budgétaire est évidemment indispensable,dans ce secteur comme les autres, mais elle est à mettre enbalance avec la nécessité de préserver notre systèmed'assurance maladie-invalidité au sein de la sécuritésociale, dont le rôle de stabilisateur macroéconomique estparticulièrement important en période de crise.Les soins de santé ont, dans cette optique, une importancefondamentale tant du point de vue du maintien d'unhaut niveau de bien-être de la population, que de celui de lacréation d'emplois à haute valeur solidaire ajoutée.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010157Wat de gezondheidszorg betreft is het de norm van 4,5%,waarbij de gezondheidsindex wordt gevoegd, die de budgettairedoelstelling vastlegt. Deze budgettaire doelstellingis al sinds meerdere jaren meer dan gerespecteerd, aangeziener niet alleen boni zijn uit voortgevloeid, maar er binnendeze budgettaire doelstelling middelen vrijgemaaktzijn in het Toekomstfonds voor de gezondheidszorg, zodatmen op middellange termijn kan zorgen voor de groeiendebehoefte aan zorg die samengaat met de vergrijzing van debevolking.De volgende regering zal bij de oprichting ervan beslissenbinnen welke marges men de uitgaven voor de ziekteeninvaliditeitsverzekering wil zien evolueren na 2011.Wat mij betreft, zult u zeker niet verbaasd zijn te horendat ik verder een sterke sociale zekerheid zal verdedigendie beantwoordt aan de behoeften van onze bevolking.Voor wat meer efficiëntie van de gezondheidszorgbetreft, kan ik het natuurlijk alleen met u eens zijn dat diegroter zou kunnen zijn.Maar ik zal u ook antwoorden dat dit zoeken naar meerefficiëntie een constante bezorgdheid is in de maatregelendie genomen worden op het niveau van de gezondheidszorg,zowel op het niveau van de controle van de uitgaven,aangezien er elk jaar talrijke besparingsmaatregelen genomenworden in de sectoren waarvan blijkt dat de middelenniet efficiënt worden gebruikt (zie de maatregelen in deklinische biologie en de medische beeldvorming, de maatregelenbij de geneesmiddelen of de talrijke vereenvoudigingenvan de nomenclatuur), als bij het zoeken naaradministratieve efficiëntie met wijzigingen in verband metde verzekerbaarheid of het uitwisselen van gegevensstromen(eHealth, CareNet en dergelijke).De plus, en ce qui concerne les soins de santé, c'est lanorme de 4,5%, à laquelle s'ajoute l'indice-santé, qui fixel'objectif budgétaire. Objectif budgétaire qui depuis plusieursannées est plus que respecté puisque non seulementdes boni sont dégagés mais aussi, à l'intérieur de cet objectifbudgétaire, des moyens sont dégagés au sein du Fondsd'Avenir pour les soins de santé, afin de pouvoir assumer àmoyen terme la croissance des besoins en soins liés auvieillissement de la population.Le prochain gouvernement décidera, au moment de saconstitution, des marges dans lesquelles il voudra voir lesdépenses de l'assurance maladie-invalidité évoluer au-delàde 2011.En ce qui me concerne, vous ne serez pas étonnéed'entendre que je continuerai à défendre une sécuritésociale forte qui réponde aux besoins de notre population.En ce qui concerne la plus grande efficience des soins desanté, je peux évidemment vous rejoindre sur le fait qu'ellepourrait être plus grande.Mais je vous répondrai aussi que cette recherche d'uneplus grande efficience est un souci constant dans les mesuresqui sont prises au niveau des soins de santé, aussi bienau niveau du contrôle des dépenses, puisque chaque annéede nombreuses mesures d'économies sont prises dans dessecteurs où il apparaît que les moyens ne sont pas utilisésefficacement (voyez les mesures dans la biologie cliniqueet l'imagerie médicale, les mesures dans les médicamentsou encore les nombreuses simplification de la nomenclature),que de la recherche d'une efficience administrativeavec des modifications en matière d'assurabilité oud'échange de flux de données (eHealth, CareNet, entreautres).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

158 QRVA 52 10029-03-2010Vice-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele HervormingenVice-premier ministre et ministre des Affairesétrangères et des Réformes institutionnellesDO 2009201011937Vraag nr. 33 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 15 december 2009 (Fr.) aande vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en InstitutioneleHervormingen:Terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Irak.Op 30 september 2009 verklaarde generaal RaymondOdierno, de bevelhebber van de Amerikaanse troepen inIrak, dat er tegen eind oktober 2009 nog slechts 120.000Amerikaanse soldaten in Irak gestationeerd zouden zijn.Een jaar geleden waren het er nog meer dan 145.000, vandaagzijn het er 124.000. Aan het begin van het jaar warener 149.000 contractors, d.i. private onderaannemers, actiefin de kampen en basissen om de logistiek van het leger teverzorgen; dat aantal mannen en vrouwen is vandaagteruggelopen tot 115.000.Volgens de akkoorden die eind 2008 met Irak werdengesloten, moeten alle Amerikaanse troepen tegen eind2011 het land hebben verlaten.1. Denkt u dat die vertrekdatum zal kunnen wordengerespecteerd?2. Weet u nu al hoe de geleidelijke terugtrekking van detroepen georganiseerd zal worden?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 33 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van15 december 2009 (Fr.):Ik verwijs het geachte Kamerlid naar mijn antwoord van25 februari 2010 op de schriftelijke vraag nr. 217, die identiekis (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2009-2010, nr. 96,blz. 252).DO 2009201011937Question n° 33 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 15 décembre 2009 (Fr.) au vice-premierministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Le retrait des forces américaines d'Irak.Selon une déclaration le 30 septembre 2009 du commandanten chef du contingent américain en Irak, le généralRaymond Odierno, à la fin octobre 2009, il n'y aura plusque 120 000 soldats américains en Irak. Ils étaient plus de145 000 il y a encore un an, 124 000 à présent. Les effectifsdes sous-traitants civils du corps expéditionnaire, sont passésde 149 000 au début de l'année à environ 115 000 hommeset femmes qui travaillent dans les camps, les bases ets'occupent de la logistique de l'armée.Conformément aux accords conclus fin 2008 avec l'Irak,le "retrait total et complet" des forces américaines doitintervenir à la fin 2011.1. Pensez-vous que cette date de sortie pourra être respectée?2. Savez-vous d'ores et déjà comment va s'organiser leretrait graduel des troupes?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du29 mars 2010, à la question n° 33 de monsieur le députéDaniel Ducarme du 15 décembre 2009 (Fr.):Je renvois l'honorable membre à ma réponse du25 février 2010 à la question écrite n° 217 qui est identique(Questions et Réponses, Chambre, 2009-2010, n° 96, p.252).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010159DO 2009201013155Vraag nr. 53 van de heer volksvertegenwoordiger RoelDeseyn van 30 december 2009 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Heropstart van het vredesproces in het Israëlisch-Palestijnsconflict (SV 210).De nieuwe Israëlische minister van Buitenlandse Zaken,Avigdor Lieberman, liet zich recentelijk ontvallen naaraanleiding van het vredesproces dat het stimuleren van dePalestijnse economie een grotere prioriteit is dan de stagnerendeonderhandelingen met de Palestijnen. De kersverseminister zei dat de internationale gemeenschaptermen zoals "land-voor-vrede" en "tweestatenoplossing"zou moeten laten vallen omdat ze een te complexe realiteitversimplificeren. De heer Lieberman sprak in deze contextvan "nieuwe benaderingen", "nieuwe ideeën" en "nieuwevisies", maar noch hij en premier Netanyahu lijken - integenstelling tot de minister van Defensie, Ehud Barak -veel haast te willen maken met het heropstarten van hetvredesproces op een geloofwaardige manier om zo tekomen tot de oprichting van een volwaardige PalestijnseStaat als tweede staat naast Israël.Volgens waarnemers zien zowel de Amerikaanse presidentObama als zijn secretary of state, Hillary Clinton, detweestatenoplossing echter als hét middel om een einde temaken aan het Israëlisch-Palestijns conflict. Er wordt danook gesuggereerd dat Israëls trouwste bondgenoot zijngeduld aan het verliezen is, zeker omdat Washington wilaansturen op een breder regionaal vredesinitiatief.1. Kan u deze analyse bevestigen, nuanceren of weerleggen?2. Indien Washington effectief wil aansturen om eindelijkte komen tot de tweestatenoplossing, gebeurt dit dan inoverleg met de EU en/of de Europese lidstaten?3. Welke inschatting kan u ons momenteel geven van denieuwe Israëlische premier en minister van BuitenlandseZaken, en hun opstelling ten aanzien van de Israëlischeminister van Defensie?DO 2009201013155Question n° 53 de monsieur le député Roel Deseyn du30 décembre 2009 (N.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Relance du processus de paix israélo-palestinien.Le nouveau ministre israélien des Affaires étrangères,monsieur Avigdor Lieberman, a récemment laissé entendreà propos du processus de paix que la stimulation de l'économiepalestinienne constituait une plus grande prioritéque les négociations stériles avec les Palestiniens. Le toutnouveau ministre a affirmé que la communauté internationalene devrait plus parler "de l'échange de territoirescontre la paix" et de "solution biétatique" parce que cesexpressions simplifient à outrance une réalité trop complexe.Dans ce contexte, monsieur Lieberman a parlé denouvelles approches, de nouvelles idées et de nouvellesvisions, mais ni lui, ni le premier ministre Netanyahu nesemblent pressés - contrairement au ministre de la Défense,Ehud Barak - de relancer le processus de paix de façon crédiblepour aboutir ainsi à la création d'un État palestinien àpart entière, aux côtés d'Israël.Selon certains observateurs, tant le président américainBarack Obama que sa secrétaire d'État, Hillary Clinton,considèrent toutefois la solution biétatique comme lemoyen le plus indiqué de mettre fin au conflit israélopalestien.D'aucuns suggèrent dès lors que l'allié le plusfidèle d'Israël perd peu à peu patience, d'autant plus queWashington souhaite promouvoir une initiative de paixrégionale plus large.1. Pouvez-vous confirmer, nuancer ou réfuter cette analyse?2. Si Washington souhaite effectivement mettre le cap surune solution biétatique, cela se fera-t-il en concertationavec l'Union européenne et/ou ses États membres?3. Quelle évaluation faites-vous actuellement des nouveauxpremier ministre et ministre des Affaires étrangèresisraéliens et de leur attitude à l'égard du ministre israéliende la Défense?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

160 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 53 van de heervolksvertegenwoordiger Roel Deseyn van 30 december2009 (N.):In 2008 liepen er rechtstreekse gesprekken tussen Israelen de Palestijnen. De oorlog in Gaza maakte echter eeneind aan deze onderhandelingen. Vanuit Israëlische zijdehebben de verkiezingen ondertussen gezorgd voor de vervangingvan Ehud Olmert met wie deze onderhandelingengeleid hebben tot de terugkeer van Benjamin Netanyahuals eerste minister. In overeenstemming met de traditie vande vorige Israëlische regeringen wordt het dossier van hetvredesproces in eerste instantie rechtstreeks door de eersteminister behandeld. minister Lieberman en minister Barakvertegenwoordigen bovendien andere partijen dan die vande eerste minister, met een specifieke visie op het vredesproces,zoals op andere dossiers.Als antwoord op het onmiddellijk engagement van presidentObama voor een herneming van de onderhandelingenom tot de zogenaamde tweestatenoplossing te komen, heefteerste minister Netanyahu in juni 2009 het principe van deoprichting van een onafhankelijke Palestijnse Staat aanvaard,maar onder verschillende nieuwe voorwaarden. Op25 november 2009 kondigde de Israëlische regeringbovendien een bouwstop af van tien maanden, die inhoudtdat er geen nieuwe burgerlijke woningen mogen wordengebouwd of gepland in de bezette Westelijke Jordaanoever.Deze gedeeltelijke bouwstop heeft geen bijkomendebetrekking op Oost-Jeruzalem.Door het aannemen van de conclusies van de Raad BuitenlandseZaken van 8 december 2009, actief ondersteunddoor België, heeft de Europese Unie het onwettelijkekarakter van elke nederzetting in de bezette gebieden metbetrekking tot het internationaal recht herhaald, als ookhaar gekende standpunten over bepaalde parameters van deoplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict. Ook heefthij zijn erkenning herhaald voor de zogenaamde tweestatenoplossingen de vraag van Jeruzalem om de hoofdstad teworden van de twee staten Israël en Palestina. Net zoalsherhaaldelijk is gebeurd in 2010, heeft de Europese Uniebovendien haar steun herhaald aan de inspanningen vanpresident Obama om het vredesproces te hervatten.Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 53 de monsieur le députéRoel Deseyn du 30 décembre 2009 (N.):Des négociations directes entre Israéliens et Palestiniensont eu lieu en 2008. La guerre à Gaza a toutefois mis fin àces négociations. Côté israélien, des élections ont entretempsconsacré le remplacement d'Ehud Olmert avec quices négociations avaient été menées avec le retour de BenjaminNetanyahu au poste de premier ministre. Conformémentà la tradition établie par les gouvernements israéliensprécédents, le dossier du processus de paix est traité avanttout directement par le premier ministre. Le ministre Liebermanet le ministre Barak représentent par ailleurs despartis différentes de celui du premier ministre avec unevision spécifique sur le processus de paix, comme surd'autres dossiers.En réponse à l'engagement immédiat du président Obamaen faveur d'une reprise des négociations pour arriver à lasolution dite des deux états, le premier ministre Netanyahua accepté en juin 2009 le principe de l'édification d'un ÉtatPalestinien indépendant, mais sous réserve de plusieursnouvelles conditions. Le 25 novembre 2009 le gouvernementisraélien a par ailleurs annoncé un gel de dix mois dela colonisation qui implique qu'aucune nouvelle habitationcivile ne peut être construite ou planifiée dans les territoiresoccupés de Cisjordanie. Ce gel partiel n'inclut de surcroîtpas Jérusalem-Est.Par l'adoption activement soutenue par la Belgique desconclusions du Conseil des Affaires étrangères le8 décembre 2009, l'Union Européenne a répété le caractèreillégal au regard du droit international de toute activité decolonisation dans les territoires occupés, ainsi que ses positionsconnues sur certains paramètres de la solution auconflit israélo-palestinien, son attachement à la solutiondite des deux états et la vocation de Jérusalem de devenir lacapitale des deux états israélien et palestinien. Comme ellel'avait déjà fait à plusieurs reprises courant 2010, l'Unioneuropéenne a par ailleurs répété son soutien aux efforts duprésident Obama pour relancer le processus de paix.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010161De Amerikaanse diplomatie is er de laatste weken eindelijkin geslaagd om opnieuw gesprekken tussen Palestijnenen Israël op gang te brengen over de basis van een akkoordvan beide partijen om aan de indirecte onderhandelingen("proximity talks") deel te nemen. Die indirecte gesprekkenbetekenen een positieve ontwikkeling, in de zin dat die eeneerste en daarom noodzakelijke stap zijn op weg naarresultaatsgerichte onderhandelingen over alle onderwerpen,die binnen een afzienbare tijd afgerond moeten kunnenworden. Dit is ook de boodschap die ik hebovergemaakt tijdens mijn recente onderhouden met presidentAbbas en minister Lieberman.Ondertussen is de aankondiging van het plan om in Oost-Jeruzalem 1600 bijkomende verblijfseenheden te bouweneen nieuwe bedreiging voor deze fragiele hoop. Het is binnendit kader dat België de veroordeling door de EuropeseUnie en de Verenigde Staten van deze aankondiging is bijgetreden.Deze veroordeling gebeurde ook door het Kwartet,dat één van de concrete kanalen is van de nauwesamenwerking tussen de Europese Unie en de VS omtrentdit dossier. Ik roep dan ook op tot een intensievere rol vanhet Kwartet voor een actieve steun aan voor de inspanningendie ondernomen zijn om het vredesproces opnieuw opte starten.Ces dernières semaines, la diplomatie américaine a finalementréussi à relancer les pourparlers entre Israéliens etPalestiniens sur la base d'un accord des deux parties à participerà des négociations indirectes ("proximity talks").Ces pourparlers indirects constituent une évolution positivecar ils sont la première étape nécessaire vers des négociationsfinales, portant sur toutes les questions qui restentà régler, et qui devraient pouvoir être achevées dans unlaps de temps bien défini. C'est également le message quej'ai transmis à l'occasion de mes rencontres récentes avec leprésident Abbas et le ministre Lieberman.Entre-temps, l'annonce de la planification de 1.600 unitésde logement supplémentaires à Jérusalem-Est est une nouvellemenace pour cet espoir fragile. C'est dans ce cadreque la Belgique a rejoint la condamnation de cetteannonce par l'Union européenne et par les États-Unis, maisaussi par le Quartet qui est un des canaux concrets del'étroite coopération entre l'Union européenne et les États-Unis sur ce dossier. J'appelle d'ailleurs à une intensificationdu rôle du Quartet pour un soutien actif aux efforts entreprispour relancer le Processus de Paix.DO 2009201013500Vraag nr. 129 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 06 januari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:DO 2009201013500Question n° 129 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 06 janvier 2010 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Palestijns-Israëlisch vredesproces. Le processus de paix israélo-palestinien. ( QE 26)De Israëlische eerste minister Benjamin Netanyahu heefthet principe van een Palestijnse staat aanvaard, op voorwaardedat die toekomstige staat wordt gedemilitariseerden de Palestijnse overheid Israël als de staat van het Joodsevolk erkent. Daarmee zwichtte hij voor de diplomatiekedruk van de Amerikaanse president Obama, die zich in zijnverzoeningstoespraak die hij op 4 juni 2009 in Caïro tot deislamitische wereld richtte, uitsprak voor een tweestatenoplossing.De nieuwe Amerikaanse regering heeft blijkbaar deoplossing van het Palestijns-Israëlisch conflict tot een prioriteitverheven.1. Welke rol is er in dit dossier voor de Europese diplomatieweggelegd?Le premier ministre israélien Benjamin Netanyahu aaccepté le principe d'un État palestinien sous conditions àsavoir la démilitarisation du futur État palestinien et lareconnaissance par la direction palestinienne d'Israëlcomme État du peuple juif. Ses propos font suite aux pressionsdiplomatiques du président américain Barack Obamase disant favorable à une solution à deux États lors de sondiscours de réconciliation avec le monde musulman prononcéle 4 juin 2009 au Caire.La nouvelle administration américaine semble avoir faitde la résolution du conflit israélo-palestinien une de sespriorités.1. Quel va être le rôle de la diplomatie européenne dansce dossier?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

162 QRVA 52 10029-03-20102. Het Midden-Oosten Kwartet, de werkgroep van deVerenigde Staten, de Europese Unie, Rusland en de VerenigdeNaties, heeft in 2003 een stappenplan opgesteld,waarin voorzien wordt in de oprichting van een Palestijnsestaat in de door Israël bezette gebieden. Tot op heden is datplan echter een dode letter gebleven.Zal dat stappenplan naar aanleiding van die recente verklaringennieuw leven worden ingeblazen?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 25 maart 2010, op de vraag nr. 129 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van06 januari 2010 (Fr.):De Europese Unie heeft beslist om, naast haar eigen politiekeactie, de initiatieven tot herneming van het vredesprocesin het Midden-Oosten te ondersteunen die werdengenomen door de Verenigde Staten (VS) sinds de aanstellingvan president Obama. Daarnaast vervullen de EuropeseUnie en haar lidstaten een concrete rol op het terreinvia projecten van financiële en technische bijstand in verschillendesectoren, zowel in de klassieke sectoren van ontwikkelingssamenwerkingals in de sector van deveiligheid, meer bepaald de civiele politie.Wat betreft het stappenplan dat in 2003 werd voorgesteld,is het belangrijk te erkennen dat men nog ver van dedoelstelling verwijderd blijft om voor eind 2005 een stapsgewijzeoplossing uit te werken voor de twee Israëlische enPalestijnse staten, die in vrede en veiligheid samenleven.Samen met de andere leden van het Kwartet blijft de EuropeseUnie echter de partijen oproepen om de verbintenissenna te komen die werden aangenomen bij hetaanvaarden van het stappenplan. In deze context steuntBelgië het idee om het stappenplan in te voegen tussen deuitgangspunten van het voorstel van indirecte onderhandelingen("Proximity Talks") die door de VS en hun SpeciaalGezant voor het Midden-Oosten, senator George Mitchellaan de partijen werd voorgesteld.2. Le Quartette pour le Proche-Orient qui regroupe lesÉtats-Unis, l'Union européenne, la Russie et l'ONU a misau point une feuille de route en 2003 qui prévoit la créationd'un Etat palestinien dans les territoires occupés par Israël.Elle est restée lettre morte depuis son lancement.Va-t-elle être relancée suite à ces nouvelles déclarations?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du25 mars 2010, à la question n° 129 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 06 janvier 2010 (Fr.):En plus de son action politique propre, l'Union européennea décidé de soutenir les initiatives de relance du processusde paix au Moyen-Orient prises par les États-Unisdepuis la prise de fonctions du président Obama. L'Unioneuropéenne et ses États membres remplissent également unrôle concret sur le terrain par l'intermédiaire de projetsd'assistance financière et technique dans différents secteurs,tant les secteurs traditionnels de la coopération audéveloppement, que dans le domaine de la sécurité, plusparticulièrement la police civile.S'agissant de la feuille de route lancée en 2003, force estde reconnaitre que l'on est resté très en deçà de son objectifde mise en oeuvre graduelle avant fin 2005 de la solutionde deux états israélien et palestinien, coexistant dans lapaix et la sécurité. Avec les autres membres du Quartet,l'Union européenne a toutefois continué ses appels aux partiesde mettre en place les engagements qu'elles ont pris enacceptant la feuille de route. Dans ce contexte, la Belgiquesoutient l'inclusion de la feuille de route parmi les termesde référence de la proposition de négociations indirectes("Proximity Talks") faites aux parties par les États-Unis etleur Envoyé Spécial pour le Moyen-Orient, le sénateurGeorge Mitchell.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010163DO 2009201013934Vraag nr. 166 van de heer volksvertegenwoordiger BartLaeremans van 12 januari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Departementen. - Omzetting van Europese richtlijnen. -Europees Hof van Justitie. - Veroordelingen.Op 17 december 2009 werd België voor de zestiendekeer dit jaar veroordeeld door het Europese Hof van Justitiewegens een niet correcte of niet tijdige omzetting vaneen Europese richtlijn.1. a) Hoeveel keer werd België respectievelijk in 2007,2008 en 2009 veroordeeld voor een richtlijn die betrekkingheeft op uw departement(en)?b) Kan daarbij ook telkens zeer beknopt de reden van deveroordeling worden meegedeeld alsook de initiatieven diesindsdien door u werden genomen?2. a) Welke omzetting van nieuwe Europese richtlijnenworden momenteel door u voorbereid?b) Kan per dossier de opgelegde timing en de stand vande procedure worden meegedeeld?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 166 van de heervolksvertegenwoordiger Bart Laeremans van12 januari 2010 (N.):Het antwoord op deze vraag is het geachte Kamerlidrechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar ligt het ter inzage bij deGriffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienstParlementaire Vragen).DO 2009201013934Question n° 166 de monsieur le député Bart Laeremansdu 12 janvier 2010 (N.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Départements. - Transposition des directives européennes.- Cour de Justice de l'Union européenne. - Condamnations.Le 17 décembre 2009, la Belgique a été condamnée pourla seizième fois cette année par la Cour de Justice del'Union européenne pour n'avoir pas transposé ou avoirtransposé tardivement une directive européenne.1. a) À combien de reprises la Belgique a-t-elle étécondamnée à la suite d'un problème de transposition d'unedirective ayant trait à votre (vos) département(s) en 2007,2008 et 2009?b) Pouvez-vous également indiquer succinctement la raisonde chaque condamnation ainsi que les initiatives quevous avez prises depuis lors?2. a) De quelles nouvelles directives européennes préparez-vousactuellement la transposition?b) Pouvez-vous indiquer, par dossier, le calendrier fixéainsi que l'état d'avancement de la procédure?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 166 de monsieur ledéputé Bart Laeremans du 12 janvier 2010 (N.):La réponse à cette question a été transmise directement àl'honorable membre. Étant donné son caractère de puredocumentation, il n'y a pas lieu de l'insérer au bulletin desQuestions et Réponses, mais elle peut être consultée auGreffe de la Chambre des représentants (service des Questionsparlementaires).DO 2009201014483Vraag nr. 193 van de heer volksvertegenwoordigerRenaat Landuyt van 22 januari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:De Russische invoertaks.Het afgelopen jaar werden verschillende bedrijven hetslachtoffer van protectionistische maatregelen op de Russischemarkt.DO 2009201014483Question n° 193 de monsieur le député Renaat Landuytdu 22 janvier 2010 (N.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Les droits d'importation appliqués par la Russie.L'an passé, plusieurs sociétés ont été victimes des mesuresprotectionnistes appliquées sur le marché russe.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

164 QRVA 52 10029-03-2010Het West-Vlaamse bedrijf Case New-Holland, een producentvan maaidorsers waarvan Rusland een belangrijkeafzetmarkt was, was hier één van. Case New Hollandvoerde per jaar ongeveer 1.000 maaidorsers uit naar Rusland.Ingevolge een Russische invoertaks van 30.000 europer machine viel deze export grotendeels stil. Dat dezemaatregel nefaste gevolgen heeft gehad voor de tewerkstellingbij dit West-Vlaamse bedrijf spreekt voor zich.Volgens de laatste informatie waarover ik beschik, golddeze invoertaks tot eind september 2009.1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de Russischeinvoertaks?2. Welke maatregelen heeft u genomen opdat Ruslandeen dergelijk protectionistisch beleid in de toekomst achterwegezou laten?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 25 maart 2010, op de vraag nr. 193 van de heervolksvertegenwoordiger Renaat Landuyt van22 januari 2010 (N.):Op 20 maart 2009 hebben collega minister Van Quickenborneen mijn voorganger een gezamenlijke brief gerichtaan mijn ambtgenoot Sergei Lavrov en aan de ministervoor Economische Ontwikkeling van de Russische Federatie,mevrouw Nabioullina, over de verhoging met 5 à 15%van de invoerrechten voor maaidorsers die Rusland op15 februari 2009 doorvoerde, met zware gevolgen voor hetBelgische bedrijf Case New Holland, een constructeur vanmaaidorsers met wereldfaam die sinds 2005 machines uitvoertnaar Rusland. In deze brief werd erop gewezen datdeze verhoging indruist tegen een voorgaand akkoord overdit soort producten dat in het kader van de WTO werdgesloten en dat ze een zware bedreiging vormt voor detewerkstelling in het bedrijf. Op 13 mei 2009 antwoorddede Russische overheid dat het tijdelijke tariefmaatregelenbetreft en dat Rusland zich niet aan de WTO-verbintenissendient te houden zolang het geen lid is van de organisatie.Une des entreprises concernées est Case New-Holland.Établie en Flandre Occidentale, cette société produit desmoissonneuses-batteuses principalement destinées au marchérusse. Les exportations vers la Russie, qui représentaientautrefois environ 1.000 machines par an, ont presquecessé en raison du prélèvement de droits d'importation del'ordre de 30.000 euros par machine par la Russie. Il va desoi que cette mesure a eu des répercussions néfastes surl'emploi dans cette entreprise de Flandre Occidentale.Selon les dernières informations dont je dispose, cesdroits d'importation devaient cesser d'être prélevés fin septembre2009.1. Qu'en est-il actuellement des droits d'importationappliqués en Russie?2. Quelles mesures avez-vous prises en vue d'inciter laRussie à renoncer à ce type de politique protectionniste àl'avenir?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du25 mars 2010, à la question n° 193 de monsieur ledéputé Renaat Landuyt du 22 janvier 2010 (N.):Le 20 mars 2009, mon collègue le ministre Van Quickenborneet mon prédeceseur avons adressé une lettreconjointe à mon homologue Sergei Lavrov et au ministredu Développement économique de la Fédération de Russie,madame Nabioullina, concernant la hausse de 5 à 15% desdroits d'importation russes sur les moissonneuses batteusesintervenue le 15 février 2009, et frappant l'entreprise belgeCase New Holland qui exporte depuis 2005 des moissonneuses-batteusesde renommée mondiale vers la Russie.Cette lettre signalait que cette hausse est en contradictionavec un accord préalable sur ces produits souscrit dans lecontexte de l'OMC, et qu'elle fait peser une menace sérieusesur l'emploi dans l'entreprise concernée. Dans leurréponse du 13 mai 2009, les autorités russes font valoir lecaractère temporaire de ces mesures tarifaires et affirmentque la Russie n'est pas tenue par les engagements pris àl'OMC tant qu'elle n'en est pas membre.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010165Deze zogenaamde Russische "anti-crisismaatregelen"werden voor een minimumperiode van negen maandengenomen, na verloop waarvan - aan de hand van een studieomtrent de economische situatie in het land - moest wordenbepaald of deze invoerrechten dienden verlengd teworden. Op basis van deze studie hebben de Russischeautoriteiten op 14 november 2009 het decreet 940 uitgevaardigddat voor een bijkomende periode van negenmaanden de douane-tarieven op bepaalde geïmporteerdemaaidorsers aanhoudt. Anderzijds bestaat het risico datdoor de in juni 2009 aangekondigde douane-unie tussenRusland, Wit-Rusland en Kazakstan, het Russische beleidinzake invoerrechten nog complexer wordt, en dat ditgegeven remmend zal werken op de toetredingsonderhandelingenvan Rusland tot de WTO.Ik wil erop wijzen dat de Europese Commissie en de EUlidstaten,waaronder uiteraard België, deze verhoging vande invoerrechten, die voor tal van Europese exporteurskwalijke gevolgen heeft, al herhaaldelijk hebben aangekaartbij de Russische autoriteiten. De bestaande Partnerschaps-en Samenwerkingsovereenkomst tussen Ruslanden de EU bepaalt trouwens dat over elke verhoging vaninvoerrechten eerst moet worden overlegd. Dit overleg isin het bovenstaande geval niet gevoerd. De Europese Unielaat niet na de Russische overheid eraan te herinneren datdergelijke maatregelen afbreuk doen aan de Standstill-verbintenisinzake protectionisme die Rusland in het kadervan de G20 is aangegaan en dat ze niet stroken met degeest van zijn kandidatuur voor de WTO. Samen met devoortgang van de onderhandelingen inzake de toetredingvan de Russische Federatie tot de WTO, is mijn Departementactief begaan met dit dossier in het kader van hetComité voor het Handelsbeleid van de Raad van de EU datde Europese Commissie bijstaat bij het voeren van hetgemeenschappelijke handelsbeleid. Daarnaast onderhoudtde Europese Commissie regelmatig contacten met de vertegenwoordigersvan de sector in België via de federatieAGORIA. Mijn Departement wordt over deze contactenten volle geïnformeerd.Ces mesures russes dites "anticrise" furent adoptées pourune période minimale de neuf mois, au terme de laquelleune étude concernant la situation économique du paysdevait permettre de déterminer la nécessité du maintien deces droits relevés. Sur base de cette étude, les autoritésrusses ont adopté le 14 novembre 2009 le décret 940 portantsur la prorogation pour neuf mois additionnels destarifs douaniers sur l'importation de certains types de moissonneuses-batteuses.D'autre part, l'annonce en juin dernierde la mise en place d'une union douanière entre laFédération de Russie, le Belarus et le Khazakhstan, risquede rendre la politique tarifaire russe encore plus complexe,tout en retardant les négociations d'adhésion à l'OMC.Je tiens à souligner que cette hausse des droits, qui a desconséquences néfastes pour plusieurs exportateurs européens,fait objet de démarches fréquentes de la Commissioneuropéenne et des États membres de l'UE auprès desautorités russes, dont bien entendu la Belgique. En vertude l'Accord de Partenariat et de Coopération entre la Fédérationde Russie et l'UE, toute augmentation des taxes àl'importation doit en effet faire objet de consultations préalables,ce qui n'a pas été le cas en l'occurrence. L'Unioneuropéenne continue à insister auprès des autorités russessur le fait que de telles mesures sont contraires à l'engagementde "Standstill" en matière de protectionnisme souscritpar la Russie dans le cadre du G20, et à l'esprit de la candidaturede ce pays à l'OMC. En lien avec l'évolution desnégociations d'adhésion de la Fédération de Russie àl'OMC, mon Département suit activement ce dossier dansle cadre du Comité de la Politique Commerciale du Conseilde l'UE, qui assiste la Commission européenne dans l'exercicede la politique commerciale commune. La Commissioneuropéenne entretient également des contactsfréquents avec les représentants du secteur en Belgique viala fédération AGORIA, dont mon Département se tientpleinement informé.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

166 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014528Vraag nr. 197 van de heer volksvertegenwoordigerGeorges Gilkinet van 25 januari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Toezicht.- Instellingen.- Controle van de rekeningen.Uit hoofde van het toezicht dat de minister of staatssecretarisop de instellingen van openbaar nut (ION) en andereparastatale instellingen uitoefent, beslist hij of zij (mee)over de aanstelling van de revisoren die zich over de rekeningenvan die instellingen buigen.Kan u voor elke ION of parastatale instelling en voorelke publiekrechtelijke of privaatrechtelijke vennootschapwaarvan de Staat meerderheidsaandeelhouder is, en waarvooru als voogdijminister verantwoordelijk bent, meedelen:DO 2009201014528Question n° 197 de monsieur le député GeorgesGilkinet du 25 janvier 2010 (Fr.) au vice-premierministre et ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Tutelle. - Organismes. - Contrôle des comptes.La tutelle exercée par le/la ministre ou le secrétaire d'Étatsur les Organismes d'intérêt public (OIP) et autres organismesparapublics l'amène à désigner ou participer à la désignationdes réviseurs pour chacun d'entre eux.Pouvez-vous m'indiquer pour chacun des OIP ou organismeparapublic, ainsi que toute société de droit public ouprivé dont l'État détient la majorité des parts, sur lequelvous exercez votre tutelle:1. wie er momenteel als revisor is aangesteld; 1. le nom du ou des réviseurs actuels;2. a) welke procedure er werd gevolgd voor de aanstellingvan de revisoren en hoeveel inschrijvers er op deofferteaanvraag gereageerd hebben;b) of er een openbare aanbesteding werd uitgeschrevenvoor deze overheidsopdrachten voor diensten;3. wanneer de revisor(en) werd(en) aangesteld, en hoelang zijn(hun) contract loopt?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 197 van de heervolksvertegenwoordiger Georges Gilkinet van25 januari 2010 (Fr.):1. De huidige bedrijfsrevisor van het Agentschap voorBuitenlandse Handel is ScPRL Jean-Louis Prignon, Réviseurd'entreprises, rue de Chaudfontaine 13, 4020 Luik.2. a) De bedrijfsrevisor is aangeduid conform artikel 13van bijlage 2 van het Samenwerkingsakkoord van 24 mei2002 met betrekking tot de oprichting van het Agentschapvoor Buitenlandse Handel. Dit artikel stipuleert: "De controleop de financiële toestand, op de jaarrekeningen en opde regelmatigheid van de verrichtingen weer te geven in dejaarrekening, wordt opgedragen aan twee commissarissendie tot een verschillende taalrol dienen te behoren. HetRekenhof benoemt een commissaris onder de leden van hetHof. De andere commissaris wordt benoemd door de Raadvan Bestuur, buiten zijn leden, en onder de leden, natuurlijkepersonen of rechtspersonen, van het Instituut voorbedrijfsrevisoren."b) Er is een offerteaanvraag verstuurd aan 26 bedrijfsrevisoren.3. Datum van aanstelling: 1 januari 2008. Periode vancontract: 3 jaar (hernieuwbaar).2. a) la procédure utilisée pour les désigner, le nombre desoumissionnaires qui y ont répondu;b) y a-t-il eu marché public pour l'attribution de ces marchésde service?3. la date de désignation de celui-ci, et la durée ducontrat?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 197 de monsieur ledéputé Georges Gilkinet du 25 janvier 2010 (Fr.):1. Le réviseur actuel de l'Agence pour le Commerce extérieurest ScPRL Jean-Louis Prignon, Réviseur d'entreprises,rue de Chaudfontaine 13, 4020 Liège.2. a) Le réviseur a été désigné conformément à l'article13 de l'annexe 2 de l'Accord de coopération du 24 mai2002 relatif à la création d'une Agence pour le Commerceextérieur. Cet article stipule: "Le contrôle de la situationfinancière des comptes annuels et de la régularité des opérationsà reproduire dans les comptes annuels est confié àdeux commissaires qui doivent appartenir à un rôle linguistiquedifférent. La Cour des comptes nomme un commissaireparmi les membres de la Cour. L'autre commissaireest nommé par le Conseil d'administration en dehors de sesmembres et parmi les membres personnes morales de l'Institutdes Réviseurs d'Entreprise."b) Un appel d'offres à été envoyé à 26 réviseurs d'entreprises.3. Date de désignation: 1 janvier 2008. Période ducontrat: 3 ans (renouvelable).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010167DO 2009201014566Vraag nr. 199 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 26 januari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Diplomatiek bezoek aan Centraal-Afrika.Op 18 januari 2010 begon u aan een rondreis door hetgebied van de Grote Meren in de Democratische RepubliekCongo, Burundi en Rwanda. Dit bezoek van een weekvond plaats tegen de achtergrond van de komende verkiezingen.In 2010 vinden er in Burundi algemene en inRwanda presidentsverkiezingen plaats. In 2011 zijn er verkiezingengepland in de DRC, die dit jaar ook een halveeeuw onafhankelijkheid viert.1. Wat was het doel van deze missie in het gebied van deGrote Meren?2. Hoe staat het met de normalisering van de betrekkingentussen België en de DRC?3. België is het belangrijkste donorland van Rwanda enBurundi, die op hun beurt in 2011 de vijftigste verjaardagvan hun onafhankelijkheid zullen vieren.Welke rol wil de regering eerlang spelen in het kader vande Economische Gemeenschap van de Landen van deGrote Meren (CEPGL)?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 199 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van26 januari 2010 (Fr.):Wat uw vraag betreft over mijn rondreis die ik ondernamin januari 2010 in de Democratische Republiek Congo,Burundi en Rwanda, verwijs ik naar de uiteenzetting die ikter zake heb gegeven in de Kamercommissie BuitenlandseBetrekkingen op 3 februari 2010. (Integraal Verslag,Kamer, 2009-2010, CRIV 52 COM 781)DO 2009201014566Question n° 199 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 26 janvier 2010 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Visite diplomatique en Afrique centrale.Vous avez entamé le 18 janvier 2010 une tournée dans larégion des Grands lacs en RDC, au Burundi et au Rwanda.Cette visite d'une semaine intervient alors que des électionssont prévues en 2010 dans deux des trois pays (généralesau Burundi et présidentielle au Rwanda) et en 2011 enRDC, qui célèbre aussi cette année un demi-siècle d'indépendance.1. Quel était le but de cette mission dans la région desGrands Lacs?2. Où en est l'évolution du processus de normalisationdes relations entre la Belgique et la RDC?3. La Belgique es le premier pays donateur pour leRwanda et le Burundi, qui célébreront à leur tour en 2011le cinquantenaire de leur indépendance.Le gouvernement peut-il nous indiquer le rôle qu'ilcompte jouer prochainement par le biais de la Communautééconomique des Pays des Grands Lacs (CEPGL)?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du29 mars 2010, à la question n° 199 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 26 janvier 2010 (Fr.):En ce qui concerne votre question relative au voyage quej'ai entrepris en janvier 2010 en République Démocratiquedu Congo, au Burundi et au Rwanda, je vous renvoie àl'exposé que j'ai donné à ce sujet au sein de la commissiondes Relations extérieures de la Chambre le 3 février 2010.(Compte Rendu Intégral, Chambre, 2009-2010, CRIV 52COM 781)K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

168 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014760Vraag nr. 237 van de heer volksvertegenwoordigerWouter De Vriendt van 09 februari 2010 (N.) aande vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en InstitutioneleHervormingen:DO 2009201014760Question n° 237 de monsieur le député WouterDe Vriendt du 09 février 2010 (N.) au vicepremierministre et ministre des Affairesétrangères et des Réformes institutionnelles:De Gaza Freedom March. (MV 18133) La Marche de la Liberté pour Gaza. (QO 18133)Onder de deelnemers aan de Gaza Freedom March zijn44 landgenoten. Vanuit de delegatie ontvingen wij zorgwekkendeberichten. Bedoeling was om via Egypte hetGaza-gebied binnen te trekken om humanitaire hulp te verlenenaan de Palestijnse bevolking die er als ratten in de valzit.De deelnemers aan de mars werden op de avond van5 januari 2010 bedreigd door de Egyptische oproerpolitie,aldus de Belgische deelnemers. Ze spreken van een "kritiekesituatie" en een "bedreigende sfeer". Er waren onderhandelingenlopend tussen de deelnemers van de mars eneen afgevaardigde van de Egyptische overheid in de middagvan 5 januari 2010. Hoewel er een oplossing in demaak leek, keerde de onderhandelaar niet terug met hetbeloofde definitieve antwoord.ln plaats daarvan kwamen tegen de valavond meer dan1.000 leden van de oproerpolitie, in wapenuitrusting enondersteund door waterkanonnen, zo meldden de deelnemersons.De hele delegatie werd verplicht naar de haven te gaanwaar hun voertuigen stonden. Er was voor de meer danvijfhonderd vrijwilligers geen slaapgelegenheid en ze haddenenkel het eten dat ze met zich meedroegen. De deelnemersvreesden dat de oproerpolitie met geweld devoertuigen en het medisch materiaal dat ze mee hadden, inbeslag wou nemen.1. a) Bent u op de hoogte van de situatie van de deelnemersaan de Gaza Freedom March?b) Volgde onze ambassade de mars en de situatie van de(Belgische) deelnemers op de voet?2. a) Over welke informatie beschikt u over de situatievan de deelnemers?b) Welke houding nemen de Egyptische autoriteiten enordediensten aan?3. Wat is uw visie op de situatie, de politieke opportuniteitvan deze mars en de acties van de Egyptische autoriteiten?4. a) Heeft u gereageerd op de toestand bij de Egyptischeautoriteiten?Quarante-quatre de nos compatriotes participent à laMarche de la Liberté pour Gaza. La délégation nous a faitparvenir des messages inquiétants. Le but était d'entrer surle territoire de Gaza en passant par l'Égypte pour apporterde l'aide humanitaire à la population palestinienne prise aupiège.À en croire les participants belges, le soir du 5 janvier2010, la police anti-émeutes égyptienne aurait menacé lesparticipants à la marche. Ces derniers évoquent une "situationcritique" et une "atmosphère menaçante". L'après-mididu 5 janvier 2010, des négociations avaient eu lieu entreles participants à la marche et un représentant du gouvernementégyptien. Bien qu'une solution semblait se profiler, lenégociateur n'est pas revenu avec la réponse définitive promise.En lieu et place, selon les participants, plus de 1000agents de la police anti-émeutes armés et appuyés par desautopompes ont débarqué à la tombée du jour.Toute la délégation a été contrainte à se rendre au port oùse trouvaient les véhicules. Plus de cinq cents volontairesn'avaient aucun hébergement et n'avaient d'autre nourritureque celle qu'ils avaient emportée. Les participants craignaientque la police anti-émeutes ne veuille procéder avecviolence, à la saisie des véhicules et du matériel médicalqu'ils transportaient.1. a) Etes-vous informé de la situation des participants àla Marché de la Liberté pour Gaza?b) La marche et la situation des participants (belges) ontellesété suivies de près par notre ambassade?2. a) De quelles informations disposez-vous à propos dela situation des participants?b) Quelle est l'attitude des autorités égyptiennes et desforces de l'ordre?3. Quelle est votre perception de la situation, de l'opportunitéde cette marche et des actions des autorités égyptiennes?4. a) Avez-vous réagi auprès des autorités égyptiennes?b) Zo ja, hoe heeft u dat gedaan? b) Dans l'affirmative, de quelle manière?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010169Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 237 van de heervolksvertegenwoordiger Wouter De Vriendt van09 februari 2010 (N.):Mijn diensten en ikzelf ontvangen geregeld informatieover verschillende konvooien met humanitaire goederenvoor Gaza, begeleid door een soms omvangrijke groep personen.Het gaat om private initiatieven.Uiteraard volgen onze posten in de regio de situatie vannabij op. Dit geldt in de eerste plaats voor onze ambassadein Cairo, gezien het merendeel van de konvooien hun oversteekvia Egypte plannen. De Belgische ambassade inCairo onderhoudt contacten met de Egyptische autoriteiten,vooral met het oog op het verlenen van consulaire bijstand,in de mate dat die effectief kan geleverd wordengezien de heersende, bijzonder moeilijke omstandigheden.Zoals de FOD Buitenlandse Zaken ook in zijn reisadviesvoor Gaza verduidelijkte, heeft de Egyptische overheidimmers verbod opgelegd aan de Vredesmars naar Gaza, diegepland werd vanaf 27 december 2009 vanuit Egypte.Tegelijk kondigde Egypte ook aan dat streng zou wordenopgetreden tegen personen die zich niet aan dit verbodzouden houden en/of andere politieke acties zouden plannenin Egypte.Het beheer van de grensstrook met Gaza is complex. Datbleek ook uit de officiële hulpoperatie die België met en inEgypte heeft uitgevoerd in januari 2009 ten voordele vande gewonde Palestijnse kinderen. Uit de feiten blijkt jammergenoegdat de situatie ook gevaarlijk is. Zo is er eendodelijk slachtoffer gevallen bij de Egyptische ordediensten,na beschietingen uit Gaza.De Europese Unie blijft bovendien Israël oproepen omde grensovergangen van Gaza te openen voor humanitairegoederen, economisch verkeer en personen.Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 237 de monsieur ledéputé Wouter De Vriendt du 09 février 2010 (N.):Mes services et moi-même sommes régulièrement informésde l'existence de convois transportant des biens humanitairespour Gaza, conduits par un nombre parfoisimportant de personnes. Il s'agit d'initiatives privées.Il va de soi que nos postes dans la région suivent la situationde près. Cela vaut en particulier pour notre ambassadeau Caire car la plupart des convois planifient leur transitpar l'Egypte. L'ambassade de Belgique au Caire entretientdes contacts avec les autorités égyptiennes, notamment envue de fournir une assistance consulaire, dans la mesure oùcelle-ci peut être effectivement être fournie vu les circonstancesparticulièrement difficiles. Comme le SPF Affairesétrangères l'a spécifié dans son avis de voyage concernantGaza, le gouvernement égyptien a interdit la tenue de laMarche pour la paix à Gaza, qui devait avoir lieu le27 décembre 2009 au départ de l'Egypte. L'Egypte a égalementannoncé que des mesures strictes seraient prisescontre les personnes qui braveraient cette interdiction et/ouqui projetteraient d'autres actions politiques sur le solégyptien.La gestion de la frontière avec Gaza est délicate et complexe.Cela s'est confirmé notamment lors de l'opérationbelge officielle d'aide aux enfants blessés palestiniensorganisée avec et en Egypte en janvier 2009. La situationest également dangereuse, ce que les faits ont malheureusementdémontré. Un membre des forces de sécurité égyptiennesest ainsi décédé à la suite de tirs en provenance deGaza.L'Union européenne maintient par ailleurs sa demande àIsraël d'ouvrir les points de passage vers Gaza aux bienshumanitaires, au commerce et aux personnes.DO 2009201014761Vraag nr. 238 van de heer volksvertegenwoordigerXavier Baeselen van 09 februari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Senegal. - Aanhoudingen wegens homoseksualiteit. (MV18013)Op kerstdag 's avonds werden in Senegal 24 mannen aangehoudenin een badplaats ten zuiden van Dakar, wegens"homoseksuele activiteiten".DO 2009201014761Question n° 238 de monsieur le député Xavier Baeselendu 09 février 2010 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Sénégal. - Arrestations pour homosexualité. (QO 18013)Le soir de Noël, au Sénégal, un groupe de 24 hommes aété arrêté dans une station balnéaire au sud de Dakar pour"activités homosexuelles".K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

170 QRVA 52 10029-03-2010De personen in kwestie werden de volgende ochtendweer vrijgelaten, maar konden "op elk ogenblik weer opgeroepenworden" zegt een politiebron die in de pers geciteerdwerd.Ter herinnering, op homoseksualiteit staat in Senegal eengevangenisstraf tot vijf jaar. Meer algemeen gesproken zoude problematiek van het opnieuw strafbaar stellen vanhomoseksualiteit ongetwijfeld moeten leiden tot een scherpereen vastberadenere reactie van ons land, maar ook envooral van de hele groep van Europese landen.1. Wat is het standpunt van België ten aanzien van discriminatievan homo's?2. Bent u van plan gebruik te maken van officiële en/ofdiplomatieke kanalen om te reageren op dat soort gedrag?3. In een ruimere context, bent u van plan het dossier vande decriminalisatie van de homoseksualiteit op de agendate plaatsen tijdens het Belgisch voorzitterschap van deEuropese Unie?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 238 van de heervolksvertegenwoordiger Xavier Baeselen van09 februari 2010 (Fr.):1. De strijd tegen elke vorm van discriminatie, ook discriminatieop basis van seksuele geaardheid, is voor onsland een prioritair aandachtspunt. België veroordeelt tenstelligste de strafbaarstelling van homoseksualiteit alsmedealle vormen van discriminatie van homoseksuelen in derdelanden. Ons land brengt deze kwestie op alle niveaus tersprake met de betrokken autoriteiten. Ik verzeker u datikzelf bereid ben deze kwestie met mijn gesprekspartnersaan te kaarten zodra de gelegenheid zich voordoet. De VN-Mensenrechtenraad biedt België ook een forum om enigevooruitgang te bewerkstelligen inzake de erkenning van derechten van homoseksuelen. Toen de Mensenrechtenraadin februari 2009 het universeel periodiek onderzoek vanSenegal deed, is België tussengekomen om ten aanzien vanSenegal een aantal aanbevelingen te formuleren zoals hetuit het strafboek verwijderen van homoseksualiteit en hetvrijlaten van personen die op grond van hun seksuelegeaardheid zijn opgesloten.Ces personnes ont été relâchées le lendemain, mais pourraientêtre "convoquées à tout moment", indique unesource policière rapportée dans la presse.Pour rappel, l'homosexualité est passible au Sénégald'une peine d'emprisonnement allant d'un à cinq ans. Et,plus généralement, la problématique de la repénalisation del'homosexualité devrait sans aucun doute donner lieu à uneréaction plus vive et plus ferme de notre pays, mais aussi etsurtout de l'ensemble des pays européens.1. Quelle est l'atitude de la Belgique face à cette discriminationhomosexuelle?2. Envisagez-vous de faire usage de la voie officielle et/ou diplomatique pour réagir face à ce type de comportements?3. Dans un cadre plus général, envisagez-vous de porterle dossier de la décriminalisation de l'homosexualité àl'agenda de la Présidence belge de l'Union européenne?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 238 de monsieur ledéputé Xavier Baeselen du 09 février 2010 (Fr.):1. La lutte contre toutes les formes de discriminations, ycompris celles basées sur l'orientation sexuelle, est unepriorité pour notre pays. La Belgique condamne fermementla criminalisation de l'homosexualité ainsi que les différentesformes de discriminations à l'encontre des personneshomosexuelles existant dans les pays tiers. C'est une questionque notre pays aborde avec les autorités en question àtous les niveaux. Je vous rassure que je suis moi-mêmetout à fait disposé à soulever cette question avec mes interlocuteursdes que l'opportunité s'y présente. La Belgiqueutilise également le Conseil des droits de l'homme del'ONU pour faire avancer la reconnaissance des droits deshomosexuels. Notre pays est par exemple intervenu lors del'examen périodique universel du Sénégal au Conseil desdroits de l'homme en février 2009, pour recommander à cepays de dépénaliser les relations homosexuelles et de libérerles personnes emprisonnées en raison de leur orientationsexuelle.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20101712. We zijn er ons evenwel van bewust dat de mentaliteitin Afrika aanzienlijk verschilt van onze opvattingen terzake. We moeten sensibiliseren door blijk te geven vanvastberadenheid, maar ook van geduld. Onze actie moet inde eerste plaats zijn ingegeven door doeltreffendheid. Hetis dus zaak om tegenreacties van onze gesprekspartners tevermijden, want dat zou de erkenning van de rechten vanhomoseksuelen nog meer in het gedrang kunnen brengen.We betwijfelen ook of het afleggen van opzienbarende verklaringenin het openbaar de beste manier is om terzakevooruitgang te boeken. We verwijzen in dat verband naarRwanda waar het nieuwe strafwetboek tot onze tevredenheidvermoedelijk geen melding zal maken van homoseksualiteit,in tegenstelling tot wat eerder was aangekondigd.3. De Europese Unie hecht veel belang aan de strijd tegenalle vormen van discriminatie op grond van seksuelegeaardheid, ook in het kader van haar extern beleid. HetSpaanse voorzitterschap plaatst dit vraagstuk hoog op deagenda en België zal ervoor blijven ijveren dat het denodige aandacht blijft krijgen.2.Nous sommes cependant conscients du fait que lesmentalités en Afrique diffèrent encore grandement desnôtres dans ce domaine, et que nous devons mener un travailde sensibilisation en faisant preuve de déterminationmais aussi de patience. L'efficacité doit rester le premierobjectif de notre action. Nous devons donc éviter descontre-réactions de nos interlocuteurs, qui pourraientremettre en question encore plus la reconnaissance desdroits des homosexuels. Nous doutons dès lors du fait quedes déclarations publiques fracassantes soit la meilleurefaçon d'engranger des avancées. Nous pouvons par exempleciter l'exemple du Rwanda ou nous pouvons nousréjouir du fait que le nouveau Code pénal ne devrait finalementpas contenir de disposition sur l'homosexualité,contrairement à ce qui avait été annoncé.3. L'Union européenne attache une grande importance àla lutte contre les formes de discriminations basées surl'orientation sexuelle, y compris dans le cadre de sa politiqueextérieure. La présidence espagnole a fait de cettequestion une de ses priorités et la Belgique poursuivra lesefforts en la matière afin que ce sujet continue à recevoirtoute l'attention nécessaire.DO 2009201014836Vraag nr. 240 van de heer volksvertegenwoordigerBruno Tuybens van 10 februari 2010 (N.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:De Economische Partnerschapsakkoorden (EPA's) tussende Europese Unie en de ACS-landen.1. Kan u meedelen tegen welke datum de onderhandeldeEconomische Partnerschapsakkoorden (EPA's) zullenvoorgelegd worden aan het Parlement en wat de stand vanzaken is met betrekking tot de onderhandelingen?DO 2009201014836Question n° 240 de monsieur le député Bruno Tuybensdu 10 février 2010 (N.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Accords de Partenariat économique (APE) entre l'Unioneuropéenne et les pays ACP.1. À quelle date les Accords de Partenariat économique(APE) négociés seront-ils soumis au Parlement et qu'enest-il de l'état d'avancement des négociations?2. a) Welke landen hebben reeds ondertekend? 2. a) Quels pays ont déjà signé ces accords?b) Met welke landen zullen nog akkoorden wordengesloten?b) Avec quels pays des accords seront-ils encore conclus?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

172 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 240 van de heervolksvertegenwoordiger Bruno Tuybens van10 februari 2010 (N.):1. Wat de stand van zaken betreft in de onderhandelingenaangaande de Economische Partnerschapsakkoorden(EPA's), kan ik u meedelen dat enkel met de Cariforumregioeen volledig, regionaal EPA werd afgesloten. DitEPA omvat naast de handel in goederen ook diensten,investeringen en standaarden. De ratificatieprocedure voordit akkoord zal eerstdaags opgestart worden waardoor hetwetsontwerp naar alle waarschijnlijkheid in de loop vanhet voorjaar aan het Parlement voorgelegd zal worden.Met de andere ACP-regio's is de Commissie nog steedsin onderhandeling en werden in vele gevallen interim-EPA's ondertekend. Dit was noodzakelijk omwille van hetaflopen van het Cotonou-handelsregime en de hiermeegekoppelde "waiver" of toelating van de Wereldhandelsorganisatieop 31 december 2007. Aldus konden de ACPlandendie nog geen definitief Economisch Partnerschapsakkoordhadden getekend, zich in regel stellen met deregels van de Wereldhandelsorganisatie.2. Op uw vraag welke landen reeds hebben ondertekenden met welke landen nog akkoorden zullen worden gesloten,stel ik voor om, aangezien het om meer dan 70 landengaat, een exhaustieve overzichtstabel te overhandigen meteen stand van zaken wat het handelsregime en de ondertekeningvan deze akkoorden betreft.Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du29 mars 2010, à la question n° 240 de monsieur ledéputé Bruno Tuybens du 10 février 2010 (N.):1. En ce qui concerne l'état d'avancement des négociationsrelatives aux Accords de Partenariat Économique, jepeux vous annoncer qu'un APE complet, régional n'a étéconclu qu'avec la seule région du Cariforum. Cet APEporte non seulement sur le commerce des biens, mais égalementsur celui des services, les investissements et les normes.La procédure de ratification de cet accord sera lancéeprochainement, ce qui permet d'envisager que de toutevraisemblance, le projet de loi sera soumis au parlement auprintemps.Les négociations sont toujours en cours entre la Commissionet les autres régions ACP et débouchent dans de nombreuxcas sur la signature d'APE intérimaires, unenécessité du fait que le régime commercial de Cotonou etla dérogation ("waiver") correspondante accordée parl'Organisation Mondiale du Commerce ont pris fin le31 décembre 2007. Les pays ACP qui n'avaient pas encoresigné d'accord de partenariat économique définitif ont ainsipu se mettre en ordre avec les règles de l'OrganisationMondiale du Commerce.2. Pour répondre à votre question de savoir quels paysont déjà signé un accord et avec quels pays un accord doitencore être signé, je propose, étant donné que plus de 70pays sont concernés, de présenter l'état des lieux concernantle régime commercial et la signature des accords sousla forme d'un tableau récapitulatif exhaustif.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010173(bijlage 1) (annexe 1)Huidig handelsregime per ACS Land[1] / Régime commercial en vigueur par pays ACP[1]EPA (10 MOL, 26 niet-MOL)APE (10 PMA, 26 non PMA)GSP-EBA (31 MOL)SPG-TSA (31 PMA)GSP (10 niet-MOL)[2]SPG (10 non PMA)[2]Caribischelanden-CaraïbesAntigua & Barb -Antigua & BarbudaBahamas - BahamasBarbados - BarbadeBelize - BelizeDominica -DominiqueDom. Republiek -Republique dominGrenada - GrenadeGuyana - GuyanaHaïti - HaïtiJamaica -JamaïqueSt Kitts & Nevis -St Christophe-et-NevisSt Lucia - Ste LucieSt Vinc. & Gren.Suriname - SurinameTrinidad &Tob. -Trinidad-et-Tob.CentraalAfrika-AfriquecentraleKameroen -CamerounCentraal Africaan Rep. -Rép. CentraficaineDR Congo (Kinshasa) -RD Congo (Kinshasa)Tsjaad - TchadEquatoriaal Guinea -Guinée EquatorialeSão Tome - São TomeGabon - GabonRep. Congo (Brazzaville) -Rép. Congo (Brazzaville)Oostelijk&ZuidelijkAfrika-Afriqueorientale& australeEAC - CAEBurundi - BurundiKenia - KenyaRwanda - RwandaTanzania - TanzanieUganda - OugandaESA - AFOAKomoren - ComoresMadagaskar -MadagascarMauritius -MauriceSeychellen -SeychellesZimbabwe -ZimbabweZambia[3] -Zambie[3]Djibouti - DjiboutiEritrea - ErythréeEthiopië - EthiopieMalawi - MalawiSomalië - SomalieSoedan - SoudanStilleZuidzee-PacifiquePapoea-Nieuw-Guinea - Papouasie-Nouvelle-GuinéeFiji - FidjiOost Timor -Timor-OrientalKiribati - KiribatiSamoa - SamoaSalomon Eilanden -Iles SalomonTuvalu - TuvaluVanuatu - VanuatuCook Eilanden - Iles CookTonga - TongaMarshall Eilanden - IlesMarshallNiue - NiuéMicronesië - MicronésiePalau - PalauNauru - NauruWestAfrika-Afrique del’OuestIvoorkust - Côte d’IvoireGhana - GhanaBenin - BéninBurkina Faso -Burkina FasoKaapverdië[4] -Cap-Vert[4]Gambia - GambieGuinee - GuinéeGuinee Bissau -Guinée BissauLiberia - LiberiaMali - MaliMauritanië -MauritanieNiger - NigerSenegal -SénégalSierra Leone -Sierra LeoneTogo - TogoNigeria - NigeriaSADCCDAABotswana -BotswanaLesotho - LesothoNamibië - NamibieMozambique -MozambiqueSwaziland -SwazilandAngola - AngolaACS: Afrika, Caribisch Gebied, Stille Oceaan; EPA: Europees Partnerschapsakkoord; MOL: minst ontwikkelde landen; GSP: Generalised System of Preferences; EBA: Everything butArms; EAC: Eastern African Community; ESA: Eastern and Southern Africa; SADC: Southern African Development Community.ACP: Afrique, Caraïbes, Pacifique; APE: Accord de partenariat européen; PMA: pays moins avancés; SPG: Système de Préférences généralisées; TSA: Tout sauf les armes; CAE;Communauté de l’Afrique de l’Est; AFOA: Afrique orientale et australe; CDAA: communauté de développement d’Afrique australe.1 Niet-MOLs staan vetgedrukt en Zuid-Afrika is niet opgenomen omdat het onder de TDCA handelt (in parallel met lopende EPA onderhandelingen).1 Les non-PMA sont indiqués en gras et l’Afrique du Sud ne figure pas dans le tableau, étant donné qu’elle bénéficie de l’accord CDC (parallèlement aux négociations APE en cours).2 De landen van de Stille Zuidzee hebben goederenakkoorden met de EU, terwijl Nigeria, Gabon en Congo (Brazzaville) weigerden om interim akkoorden te sluiten.2 Les pays du Pacifique ont conclu avec l’UE des accords concernant les biens, tandis que le Nigeria, le Gabon et le Congo (Brazzaville) ont refusé de conclure des accords intérimaires.3 Zambia initieerde een interim EPA, legde een markttoegang aanbod voor in september 2008 en werd bijgevolg toegevoegd aan de EPA Markttoegang verordening.3 La Zambie a paraphé l’APE intérimaire et présenté une offre d’accès au marché en septembre 2008, suite à quoi elle a été ajoutée à la liste figurant dans le règlement sur l’accès auxmarchés au titre des APE.4 Kaapverdië heeft niet langer MOL status maar blijft tijdens een transitieperiode genieten van GSP EBA.4 Le Cap-Vert n’a plus le statut de PMA mais continuera de bénéficier des dispositions SPG-TSA pendant une période transitoire.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

174 QRVA 52 10029-03-2010(bijlage 2) (annexe 2)Stand van zaken ondertekening EPA’s / État des lieux signature APEStatus / Statut Akkoord / Accord Commentaar / CommentaireOndertekende akkoorden goedgekeurd door het EP /Accords signés approuvés par le PEOndertekende akkoorden /Accords signésNog niet ondertekend /Accords pas encore signésCARIFORUM /CARIFORUMIvoorkust /Côte d’IvoireKameroen /CamerounSADC /CDAAStille Zuidzee /PacifiqueESA / AfOAGhana /GhanaEAC / CAEOndertekend op 15 oktober 2008 en goedgekeurd door het EP op 25 maart2009. Uitzondering: Haïti dat tekende op 11 december 2009 /Signé le 15 octobre 2008 et approuvé par le PE le 25 mars 2009.Exception: Haïti, qui a signé le 11 décembre 2009.Ondertekend op 26 november 2008 en goedgekeurd door het EP op25 maart 2009 /Signé le 26 novembre 2008 et approuvé par le PE le 25 mars 2009.Ondertekend op 15 januari 2009 /Signé le 15 janvier 2009.Ondertekend door de EU en door Botswana, Lesotho en Swaziland op 4juni 2009. Mozambique heeft het akkoord ondertekend op 15 juni 2009. /Signé par l’UE et par le Botswana, le Lesotho et le Swaziland le 4 juin2009. Le Mozambique a signé l’accord le 15 juin 2009.Namibië heeft nog niet ondertekend / La Namibie n’a pas encore signé.Ondertekend door de EU en Papoea-Nieuw-Guinea op 30 juli 2009 en doorFiji op 11 december 2009 /Signé par l’UE et par la Papouasie-Nouvelle-Guinée le 30 juillet 2009 etpar Fidji le 11 décembre 2009.Ondertekend door de EU en door Madagaskar, Mauritius, de Seychellenen Zimbabwe op 29 augustus 2009. De Komoren vragen meer tijd om hetakkoord te bestuderen en Zambia heeft de intentie geuit om te overleggenmet andere MOL in de regio /Signé par l’UE et par Madagascar, Maurice, les Seychelles et le Zimbabwele 29 août 2009. Les Comores demandent un peu plus de temps pourétudier l’accord et la Zambie a exprimé l’intention de se concerter avecd’autres PMA de la région.Ondertekening door Ghana en de Europese Gemeenschap wordt verwacht /Signature par le Ghana et l’UE attendue.Ondertekening van kader EPA door EAC wordt verwacht /Signature APE cadre par la CAE attendue.EPA: Europees Partnerschapsakkoord; CARIFORUM: Caribbean Forum of African, Caribbean and Pacific States; SADC: Southern African Development Community;ESA: Eastern and Southern Africa; EAC: Eastern African Community.CARIFORUM: Caribbean Forum of African, Caribbean and Pacific States; CDAA: Communauté de développement d’Afrique australe; AfOA: Afrique orientale et australe, CAE:Communauté de l’Afrque de l’Est.Bijkomende informatie:Enkel de EPA met het CARIFORUM betreft een “volledige, regionale” EPA. De andere akkoorden zijn “interim EPA’s” (of “kader EPA” in het geval van EAC) en behandelenenkel handel in goederen.Zowel het akkoord met Ivoorkust als met Kameroen werd in 2009 aan de WTO gemeld. Negen bijkomende landen ondertekende interim EPA’s, in Oostelijk en Zuidelijk Afrika enin de Stille Zuidzee. Handtekeningen van de Komoren en Zambia (beide ESA), Namibië (SADC), Fiji (Stille Zuidzee), Ghana en de Eastern African Community zijn onderweg.7 Stille Zuidzee eilandstaten (met minimale handel met de EU) en drie Afrikaanse landen – Nigeria, Republiek van de Congo en Gabon – hebben noch een interim akkoordonderhandeld of geïnitieerd. Zij exporteren goederen naar de EU onder het “Generalised System of Preferences” (GSP). Hoewel het GSP minder voordelig is dan Cotonou of EPA,is er geen handelsverstoring vastgesteld in deze gevallen. Zuid-Afrika handelt met de EU onder het bestaande vrijhandelsakkoord met de EU, namelijk het “Trade, Developmentand Cooperation Agreement” (TDCA) /Informations complémentaires:Seul l’APE avec le CARIFORUM est un APE “complet, régional”. Les autres accords sont des “APE intérimaires” (ou “APE cadre” dans le cas de la CAE) et ne portent que surle commerce de biens.Les accords avec la Côte d’Ivoire et le Cameroun ont été notifiés à l’OMC en 2009. Neuf pays supplémentaires, d’Afrique orientale et australe et du Pacifique, ont signé des APEintérimaires. Les accords avec les Comores et la Zambie (tous deux AfOA), la Namibie (CDAA), Fidji (Pacifique), le Ghana et la CAE sont en attente de signature.7 États insulaires du Pacifique (dont les échanges commerciaux avec l’UE sont restreints) et trois pays africains – Nigeria, République du Congo et Gabon – n’ont pas négocié niparaphé d’accord intérimaire. Ils exportent des biens vers l’UE en vertu du “Système de Préférences généralisées” (SPG). Bien que le SPG soit moins avantageux que Cotonouou un APE, il n’a pas été fait état de perturbations des échanges dans ces cas. L’Afrique du Sud poursuit ses échanges commerciaux avec l’UE dans le cadre de l’accord de libreéchangeen vigueur entre les deux parties (accord sur le commerce, le développement et la coopération ou accord CDC).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010175DO 2009201014894Vraag nr. 246 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 11 februari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Betrekkingen met Turkmenistan.President Berdymukhamedov van Turkmenistan, een vande meest gesloten landen ter wereld, bracht op 1 februari2010 een staatsbezoek aan Frankrijk. Slechts weinigenweten dit, maar dit Centraal-Aziatische land is, samen metNoord-Korea, een van de dictaturen waar de persvrijheidhet sterkst beknot wordt. Voorts heeft het land, dat zes miljoeninwoners telt, de op drie na grootste aardgasreserve terwereld.1. a) Welke (handels)betrekkingen onderhouden de EuropeseUnie en Turkmenistan?b) Heeft de Europese Unie belangen in dat land of werktze daaraan, meer bepaald in het licht van haar beleid inzakede diversificatie van de energiebronnen en -voorziening?2. a) Welke bilaterale betrekkingen onderhouden Belgiëen Turkmenistan?b) Heeft ons land belangen in dat land, en lopen er Belgischeeconomische en handelsinvesteringen in Turkmenistan?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 246 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van11 februari 2010 (Fr.):1. a) De betrekkingen tussen de EU en Turkmenistankaderen nog steeds in het Handels- en Samenwerkingsakkoorddat in 1989 werd afgesloten tussen de EU en devoormalige USSR. In dit kader vindt jaarlijks een EU-Turkmenistan Gemengd Comité plaats.In 1997 besloot de EU om haar relaties met Turkmenistante verdiepen via een Partnerschaps- en Samenwerkingsakkoord(PSA). Dit PSA gaf niet enkel zicht op eenversterking van de politieke dialoog, maar voorzag ook eennauwere samenwerking inzake handel en investeringen.Dit akkoord werd echter slechts geratificeerd door twaalflidstaten en dient ook nog geratificeerd te worden door hetEuropees Parlement.Ondertussen werd in november 1998 een interimakkoordondertekend dat in april 2009 door het Europees Parlementwerd aangenomen en dat voorziet in een voorlopige implementatievan het handelsluik van het PSA.DO 2009201014894Question n° 246 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 11 février 2010 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Les relations avec le Turkménistan.Le président Berdymouhamedov du Turkménistan, l'undes pays les plus fermés du monde, est arrivé le 1er février2010 en visite officielle en France. Particulièrementméconnue, cette dictature d'Asie centrale est l'une despires, avec la Corée du Nord, en terme de liberté de lapresse. Par ailleurs, ce pays de six millions d'habitantsrecèle les quatrième réserves mondiales de gaz.1. a) Où en sont l'évolution des relations, en ce compriscommerciales entre l'Union européenne et le Turkménistan?b) L'Union européenne a-t-elle des intérêts dans ce paysou compte-t-elle en avoir notamment dans le cadre de sapolitique de diversification énergétique et d'approvisionnement?2. a) Quel est l'état des relations bilatérales entre la Belgiqueet le Turkménistan?b) Notre pays a-t-il des intérêts et des investissementséconomiques et commerciaux dans ce pays?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du29 mars 2010, à la question n° 246 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 11 février 2010 (Fr.):1. a) Les relations entre l'UE et le Turkménistan sesituent encore dans le cadre de l'Accord de Commerce etde Coopération qui a été conclu en 1989 entre l'UE etl'ancienne URSS. Dans ce cadre, un comité mixte UE-Turkménistan a lieu chaque année.En 1997, l'UE a décidé d'approfondir ses relations avec leTurkménistan par un Accord de Partenariat et de Coopération(APC). Cet APC ne donnait pas seulement la perspectived'un renforcement du dialogue politique maisprévoyait aussi une coopération plus étroite concernant lecommerce et les investissements. Cet accord n'a été ratifiéque par douze États membres et doit encore être ratifié parle Parlement européen.Entre temps, un accord intérimaire, qui prévoit une miseen oeuvre provisionnelle du volet commercial de l'APC, aété signé en novembre 1998. Il a été adopté par le Parlementeuropéen en avril 2009.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

176 QRVA 52 10029-03-2010Verder vinden de relaties tussen de EU en Turkmenistaneveneens plaats in het kader van de EU-Strategie voorCentraal-Azië die door de Europese Raad werd aangenomenop 22 juni 2007. Deze Strategie wil zowel de EU-relatiesmet de hele regio bevorderen als met elk van deCentraal-Aziatische republieken afzonderlijk. Economischeontwikkeling, handel en investeringen werden hierbijals prioritaire samenwerkingsdomeinen door de EU vooropgesteld.Specifiek voor wat betreft de handelsrelaties, genietTurkmenistan op dit moment, net zoals haar Centraal-Aziatischebuurlanden, van het GSP (Generalised System ofPreferences). Het exporteerde in 2008 voor ongeveer 1,8miljard euro naar de EU, vnl. brand- en grondstoffen (resp.60% en 38%). Opvallend is dat dit een stijging betekentmet 460 % vergeleken met 2007. De EU exporteerde ophaar beurt voor ongeveer 540 miljoen euro, hoofdzakelijkmachines en transportmateriaal (60%), een stijging met 36% in vergelijking tot 2007. Hiermee is de EU voor Turkmenistande 2de handelspartner, na Oekraïne. Voor de EUstaat Turkmenistan op de 71ste plaats in de lijst van debelangrijkste handelspartners.b) Turkmenistan is het enige Centraal-Aziatische landmet voldoende gasreserves om de Europese Unie jaren tebevoorraden en speelt om die reden een cruciale rol in deenergiediversificatiepolitiek van de Europese Unie. Via diepolitiek, die de afhankelijkheid van een klein aantal exporterendelanden wil verminderen, tracht de Europese Uniede zekerheid van toevoer te verhogen. Eén uiting daarvanis de constructie van nieuwe toevoerroutes vanuit onderandere het Kaspische Zeegebied.Het is voorts de bedoeling dat Turkmenistan een belangrijkerol speelt in het Nabucco gaspijpleiding project, datCentraal-Aziatische landen via Azerbeidzjan, Georgië enTurkije met de Europese Unie moet verbinden. Via hetNabucco-project zal een totaal van 31 miljard kubiekemeter gas per jaar Europa binnenkomen, waarvan eenderde uit Turkmenistan.2. a) Ons land onderhoudt goede betrekkingen met Turkmenistan.De voorbije jaren vonden meerdere contactenplaats op het hoogste niveau. In december 2007 was voormaligminister De Gucht nog in Turkmenistan op bezoek.2. b) Een aantal bedrijven is werkzaam in de visteelt, demetaalindustrie (fabriek van metalen lamellen), de exploitatievan olie- en gasvelden en de textielsector.Les relations entre l'UE et le Turkménistan se situentégalement dans le cadre de la Stratégie UE pour l'Asie centralequi a été adopté par le Conseil européen le 22 juin2007. Cette Stratégie souhaite promouvoir autant les relationsavec l'ensemble de la région qu'avec les républiquescentrasiatiques individuellement. Le développement économique,le commerce et les investissements y sont identifiéscomme des domaines prioritaires par l'UE.Concernant spécifiquement les relations commerciales,le Turkménistan profite en ce moment, tout comme lesautres pays voisins centrasiatiques, du système GSP(Generalised System of Preferences). Le pays a exporté en2008 pour environ 1,8 milliard d'euros vers l'UE, essentiellementdes carburants et des matières brutes (respectivement60% et 38%), ce qui signifie une augmentationremarquable de 460 % en comparaison avec 2007. L'UE aexporté à son tour pour environ 540 millions d'euros,essentiellement des machines et du matériel de transport(60%), une augmentation de 36 % en comparaison avec2007. L'UE est dès lors le deuxième partenaire commercialdu Turkménistan, après l'Ukraine. Pour l'UE, le Turkménistanse situe à la 71ième place dans la liste des partenairescommerciaux les plus importants.b) Le Turkménistan est le seul pays centrasiatique quicontient assez de réserves de gaz pour approvisionnerl'Union européenne pendant des années et joue donc unrôle clé dans la politique de diversification énergétique del'UE. Par cette politique, qui a pour objectif de diminuer sadépendance vis-à-vis d'un petit nombre de pays d'exportation,l'Union européenne essaie d'augmenter sa sécuritéd'approvisionnement en matières premières via, entreautre, la construction de nouvelles routes à partir de larégion de la mer Caspienne.En plus, le but est que le Turkménistan joue un rôleimportant dans le projet du gazoduc Nabucco, qui relierales pays centrasiatiques avec l'Union européenne parl'Azerbaïdjan, la Géorgie et la Turquie. C'est par Nabuccoqu'entrera près de 31 milliards de mètre cube de gaz enEurope, dont un tiers vient du Turkménistan.2. a) Nos relations avec le Turkménistan peuvent êtrequalifiées de bonnes. Les dernières années, plusieurs visitesà haut niveau ont eu lieu. En décembre 2007, l'ancienministre De Gucht s'était rendu au Turkménistan.2. b) Quelques entreprises belges sont actives dans lessecteurs de la pisciculture, le secteur métallique (usine delamelles de métal), dans l'exploitation de champs de pétroleet de gaz, et enfin dans le secteur textile.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010177DO 2009201014915Vraag nr. 247 van de heer volksvertegenwoordiger JeanCornil van 11 februari 2010 (Fr.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.-Cel duurzame ontwikkeling.-Het koninklijk besluit van 22 september 2004 regelt deoprichting van cellen duurzame ontwikkeling in de federaleoverheidsdiensten, de programmatorische federaleoverheidsdiensten en het ministerie van Defensie.De cel duurzame ontwikkeling heeft velerlei opdrachten,waaronder het opstellen van een ontwerpactieplan voor dedienst waaronder ze ressorteert; het uitvoeren van eenduurzame ontwikkelingseffectbeoordeling (DOEB), dit ishet bestuderen van de mogelijke sociale, economische enmilieueffecten van een voorgesteld beleid vooraleer de uiteindelijkebeslissing genomen wordt; het sensibiliserenvan de dienst omtrent duurzame ontwikkeling; de internecoördinatie van de uitvoering van de maatregelen van hetlopende Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling; hetopvolgen van de duurzaamheid van de overheidsopdrachtenvan de dienst; en het opvolgen van de uitvoering vanhet beleid inzake interne milieuzorg van de dienst.1. Hoe zijn de samenstelling en het budget van die cel bijde FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerkingsinds het begin van deze zittingsperiodegeëvolueerd?2. Welke acties heeft deze cel in 2007, 2008 en 2009 inhet kader van de bovengenoemde opdrachten ondernomen?DO 2009201014915Question n° 247 de monsieur le député Jean Cornil du11 février 2010 (Fr.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopérationau Développement. - La cellule développement durable.L'arrêté royal du 22 septembre 2004 a permis la créationdes cellules de développement durable au sein des servicespublics fédéraux, des services publics fédéraux de programmationet du Ministère de la Défense.La mission de cette cellule est multiple et comprendnotamment la rédaction d'un projet de plan d'action pourson service; l'étude des effets sociaux, économique et environnementauxd'une politique proposée avant la prise dedécisions finales; la sensibilisation de son service au développementdurable; l'exécution des mesures du plan fédéralde Développement durable en cours; le suivi de la durabilitédes marchés publics du service ainsi que le suivi del'exécution de la politique en matière de gestion environnementaleinterne du service.1. Quelle est l'évolution de la composition et du budgetalloué à cette cellule au sein du SPF Affaires étrangères,Commerce extérieur et Coopération au Développementdepuis le début de cette législature?2. Quelles sont les actions menées au sein de cette celluledurant les années 2007, 2008 et 2009 dans le cadre desmissions citée ci-dessus?3. Met welke resultaten? 3. Quels sont les résultats de ces actions?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

178 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 247 van de heervolksvertegenwoordiger Jean Cornil van 11 februari2010 (Fr.):1. In de Cel Duurzame Ontwikkeling van de FOD BuitenlandseZaken, Ontwikkelingssamenwerking en BuitenlandseHandel zijn zowel vertegenwoordigers van debeleidscellen van de minister van Buitenlandse Zaken, deminister van Ontwikkelingssamenwerking als de staatssecretarisvan Europese Zaken opgenomen als vertegenwoordigersvan de administratie zoals een verantwoordelijkevoor het intern milieubeheer of de interne communicatie.Het secretariaat wordt verzorgd door de Dienst DuurzameOntwikkeling en Leefmilieu van de Directie-GeneraalMultilaterale Zaken. Er is geen enkel personeelslid voltijdsbelast met de Cel Duurzame Ontwikkeling en er is ookgeen apart budget beschikbaar voor haar werking.2. De Cel Duurzame Ontwikkeling zorgt voor de opvolgingvan de acties uit de Federale Plannen Duurzame Ontwikkeling(zoals deze rond biodiversiteit), van acties overhet intern milieubeheer en van sensibiliseringsacties rondduurzame ontwikkeling zoals de organisatie van de dagduurzame ontwikkeling. Andere thema's die in de CelDuurzame Ontwikkeling besproken werden waren ondermeer het duurzaam beheer van de gebouwen van de diplomatiekeposten in het buitenland en het onderzoeken vande mogelijkheden om de CO2-uitstoot van dienstreizen inhet buitenland te compenseren.3. Via de interne elektronische nieuwsbrief, een specifiekeintranetsite 'Milieubeleid en duurzame ontwikkeling'en de jaarlijkse organisatie van een 'dag duurzame ontwikkeling'worden de personeelsleden bewust gemaakt van hetbelang van duurzame ontwikkeling. De FOD is in het bezitvan het certificaat van ecodynamische onderneming uitgereiktdoor het Brussels Instituut voor Milieubeheer. Er wordenook stappen ondernomen om het Europees EMAScertificaat(Eco-management and audit scheme) te verwerven.Bij verbouwingen of de bouw van nieuwe ambassadeswordt rekening gehouden met duurzaamheidscriteria.Zo wordt de nieuwe Belgische ambassade in Dublingebouwd volgens het principe van een passiefhuis.Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 247 de monsieur ledéputé Jean Cornil du 11 février 2010 (Fr.):1. La Cellule développement durable du SPF Affairesétrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développementcompte aussi bien des représentants des cellulesstratégiques du ministre des Affaires étrangères, du ministrede la Coopération au Développement et du secrétaired'État aux Affaires européennes que des représentants del'administration tels que le responsable de la gestion del'environnement interne ou de la communication interne.Le secrétariat est assuré par le service Développementdurable et Environnement de la Direction Générale desAffaires multilatérales. Aucun membre du personnel n'estaffecté à temps plein à la Cellule développement durable etaucun budget spécifique n'est disponible au fonctionnementde celle-ci.2. La Cellule développement durable assure le suivi desactions des Plans fédéraux de développement durable tellesque l'action en matière de biodiversité, de la gestion del'environnement interne et des actions de sensibilisation enmatière de développement durable telles que l'organisationde la journée du développement durable. D'autres thèmesdébattus au sein de la Cellule développement durable sont,entre autres, la gestion durable des bâtiments des postesdiplomatiques à l'étranger et l'examen des possibilités decompensation des émissions de CO2 lors des voyages deservice à l'étranger.3. Le bulletin d'information électronique interne, le siteIntranet spécifique "Politique environnementale et développementdurable" et l'organisation annuelle de la "journéedu développement durable" contribuent à sensibiliserles membres du personnel à l'importance du développementdurable. Le SPF Affaires étrangères détient le labeld'entreprise écodynamique délivré par l'Institut bruxelloispour la gestion environnementale. En outre, des démarchessont entreprises pour obtenir le certificat européen EMAS("Eco management and audit scheme). Lors de la transformationou de la construction de nouvelles ambassades, descritères de durabilité sont pris en compte.Ainsi, la nouvelle ambassade de Belgique à Dublin estconstruite selon le principe de la maison passive.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010179DO 2009201014958Vraag nr. 250 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 12 februari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Viering van 31 jaar Iraanse revolutie.In Iran werd op 1 februari 2010 de terugkeer van ayatollahRuhollah Khomeini naar Teheran herdacht, die uitmonddein de islamitische revolutie van 1979. Devieringen, die tien dagen duren, worden dit jaar overschaduwddoor de ernstige politieke crisis van het regime. Dittraditionele eerbetoon van Iran aan de stichter van de IslamitischeRepubliek vormde het startschot voor een tiendagen durende periode van officiële vieringen, met alshoogtepunt een aantal massabijeenkomsten in heel het landop 11 februari 2010, de officiële verjaardag van de val vande monarchie van de sjahs.Deze 31ste verjaardag van de islamitische revolutie vindtplaats tegen de achtergrond van een van de ergste politiekecrisissen ooit die het regime doormaakt, sinds de betwisteherverkiezing van president Mahmoud Ahmadinejad injuni 2009.1. Hoe ziet u, zo'n dertig jaar na de revolutie, de evolutievan Iran op het internationale toneel, en de evolutie van debilaterale betrekkingen tussen België en Iran?2. Zal er een officiële Belgische afvaardiging aanwezigzijn tijdens de vieringen op 11 februari 2010, de officiëleverjaardag van de val van het regime van de sjahs?3. Hoe evolueert de repressie in Iran, waarbij er al tientallendoden en honderden gewonden vielen en er duizendenmensen werden opgepakt?DO 2009201014958Question n° 250 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 12 février 2010 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:Célébration des 31 ans du régime iranien.L'Iran célébrait le 1er février 2010 l'anniversaire duretour de l'ayatollah Ruhollah Khomeiny à Téhéran, élémentdéclencheur de la révolution islamique de 1979, quiouvre dix jours de célébrations, assombries cette année parla grave crise politique que traverse le régime. Cet hommagetraditionnel de l'Iran au fondateur de la Républiqueislamique a donné le coup d'envoi de dix jours de diversescommémorations officielles, qui doivent culminer avec degrands rassemblements dans tout le pays le 11 février2010, anniversaire officiel du renversement du régimeimpérial.Ce 31e anniversaire de la Révolution islamique intervientalors que le régime est secoué par l'une des pires crisespolitiques de son histoire, depuis la réélection contestée duprésident Mahmoud Ahmadinejad en juin 2009.1. Environ trente ans après la révolution, comment jugezvousl'évolution de l'Iran sur la scène internationale etl'évolution des relations bilatérales entre la Belgique etl'Iran?2. Une délégation officielle belge sera-t-elle présente lorsdes commémorations du 11 février 2010, anniversaire officieldu renversement du régime impérial?3. Quelle est l'évolution de la répression en Iran qui a faitdes dizaines de morts, des centaines de blessés et des milliersd'arrestations?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

180 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 250 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van12 februari 2010 (Fr.):1. Iran staat tegenwoordig in een slecht daglicht op deinternationale scène door zijn machthebbers. Dit komt ookdoor de provocaties van president Ahmadinejad die hethistorisch bestaan van de Shoah ontkent, oproept tot devernietiging van Israel en het bestaan van de aanslagen van11 september 2001 in twijfel trekt. Andere redenen zijn deachteruitgang van de mensenrechtensituatie en de rol vande vrouw, zoals dat dit jaar werd herinnerd door de Mensenrechtenraadvan de VN, de gewelddadige onderdrukkingvan de democratische, interne oppositiebeweging dievolgde na het frauduleuze verloop van de presidentsverkiezingenvan 2009. Maar ook de flagrante weigering omsamen te werken om de serieuze twijfels van de internationalegemeenschap over het vredig karakter van het Iraansnucleair programma te laten verdwijnen, ondanks de herhaaldeoproepen van het Internationaal Atoomagentschapen de bindende resoluties die werden aangenomen door deVN-Veiligheidsraad en ondanks meerdere voorstellen totonderhandelen die door de Hoge Vertegenwoordiger vande Raad van de Europese Unie werden overgebracht innaam van de Verenigde Staten, Rusland, China, Frankrijk,het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, spelen een rol.Binnen deze context zijn de bilaterale relaties tussen Belgiëen Iran nog niet ten volle benut.2. Net als de meerderheid van de lidstaten van de EuropeseUnie en het Spaanse EU-voorzitterschap, was Belgiëtijdens de plechtigheden die werden georganiseerd op11 februari 2010 vertegenwoordigd door zijn ambassadeurte Teheran. Net zoals tijdens een nationale feestdag, brengendeze plechtigheden in eerste plaats hulde aan hetIraanse volk en niet aan hun leiders. In het kader van eengecoördineerd standpunt met onze partners van de EuropeseUnie, hadden de aanwezige Europese ambassadeursals instructie om de feestelijkheden te verlaten indien ernieuwe provocerende verklaringen zouden worden afgelegd.3. Na een zeer gewelddadige onderdrukking van de betogingentijdens het Ashoura-feest in december 2009, gaat derepressie op een minder zichtbare manier verder, waarbijvooral de vrijemeningsuiting en de communicatie via hetinternet geviseerd worden. België heeft, net zoals de EuropeseUnie, de executie van opposanten veroordeeld.Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 250 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 12 février 2010 (Fr.):1. L'Iran s'illustre actuellement sous un jour particulièrementdéfavorable sur la scène internationale du fait de sesdirigeants. Par les provocations du président Ahmadinejadqui nie la réalité historique de la Shoah, appelle à la destructiond'Israël ou remet en cause l'existence des attentatsdu 11 septembre 2001. Par la dégradation de la situationdes droits de l'homme et la dépréciation du rôle de lafemme, comme encore rappelé cette année au Conseil desdroits de l'homme de l'ONU. Par la répression violente dumouvement interne d'opposition démocratique qui a suivile déroulement frauduleux des élections présidentielles de2009. Mais aussi par son refus flagrant de coopérer afin delever les doutes sérieux de la communauté internationalesur le caractère pacifique du programme nucléaire iranien,malgré les appels répétés de l'Agence internationale pourl'énergie atomique et les résolutions contraignantes adoptéespar le Conseil de Sécurité des Nations Unies et malgréplusieurs propositions de négociations transmises par leHaut Représentant du Conseil de l'Union européenne aunom des États-Unis, de la Russie, de la Chine, de la France,du Royaume-Uni et de l'Allemagne.Dans ce contexte, les relations bilatérales entre la Belgiqueet l'Iran n'ont pas encore réalisé leur plein potentiel.2. Comme la majorité des États membres de l'UE et laprésidence espagnole de l'UE, la Belgique a été représentéepar son ambassadeur à Téhéran aux cérémonies organiséesle 11 février 2010. Équivalent d'une fête nationale, cescérémonies rendent avant tout hommage au peuple iranienet non à leurs dirigeants. Dans le cadre d'une position coordonnéeavec nos partenaires de l'Union européenne, lesambassadeurs européens présents avaient pour instructionde quitter les célébrations en cas de nouvelles déclarationsprovocatrices.3. Après une répression très violente des manifestationsde l'Achoura en décembre 2009, la répression continue demanière moins visible, en visant la liberté d'expression etde communication via internet. La Belgique, commel'Union européenne, a condamné les exécutions d'opposants.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010181DO 2009201014977Vraag nr. 253 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 17 februari 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Heropening van het Belgische consulaat in Bukavu.De Congolese minister van Buitenlandse Zaken, AlexisThambwe Mwanba, heeft België er op 21 januari 2010 toeaangemoedigd zijn consulaat in Bukavu, in het oosten vande Democratische Republiek Congo (DRC), te heropenen.Het consulaat werd in 2008 gesloten op het hoogtepunt vaneen diplomatieke crisis tussen Brussel en Kinshasa, en zouvolgens u niet meteen opnieuw heropend worden.1. Het consulaat in Lubumbashi werd in augustus 2009 alheropend.a) Wat staat de heropening van het consulaat in Bukavuin de weg, behalve de politieke toestand in Kivu?b) Wanneer is de regering van plan dat consulaat te heropenen?2. a) Hoeveel Belgen verblijven er in het oosten van deDRC?b) Welke andere Europese landen hebben er een consulaireen diplomatieke vertegenwoordiging waartoe Belgischeburgers zich, krachtens de verdragen van de EuropeseUnie, kunnen wenden?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 253 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van17 februari 2010 (Fr.):1.a) Nadat de Congolese autoriteiten tijdens mijn bezoekaan de DRC in januari 2010 hun principieel akkoord gavenvoor de heropening van het Consulaat-generaal te Bukavu,werd zoals gebruikelijk een schriftelijk en formeel verzoekhiertoe door de Belgische ambassadeur in Kinshasa overgemaaktaan de Congolese minister van BuitenlandseZaken.Eens het schriftelijke antwoord hierop verkregen, zalBelgië de naam van de persoon overmaken die we als Consul-generaalnaar voor dragen. Hieraan moet de Congoleseminister van Buitenlandse Zaken vervolgens zijn "exequatur"verlenen.1.b) In afwachting van de voltrekking van deze formaliteiten,bereidt mijn departement ondertussen de concreteheropening van het Consulaat-generaal voor. Ik hoop dathet Consulaat-generaal in de komende maanden zal kunnenheropend worden, maar één en ander hangt af van desnelheid waarmee ook een aantal logistieke kwesties kunnenworden opgelost.DO 2009201014977Question n° 253 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 17 février 2010 (Fr.) au vice-premier ministreet ministre des Affaires étrangères et desRéformes institutionnelles:La réouverture du consulat belge de Bukavu.Le ministre congolais des Affaires étrangères, AlexisThambwe Mwanba, a "encouragé" le 21 janvier 2010 laBelgique à rouvrir son consulat à Bukavu, dans l'est de laRépublique démocratique du Congo (RDC), fermé en 2008au plus fort d'une crise diplomatique entre Bruxelles etKinshasa. Vous avez estimé que cette réouverture "n'étaitpas pour demain".1. Le consulat de Lubumbashi a déjà rouvert ses portesen août 2009.a) Outre la situation politique dans le Kivu, quels sont lesobstacles entravant cette réouverture?b) Pour quand le gouvernement envisage-t-il la réouverturede ce consulat?2. a) Pourriez-vous nous indiquer le nombre de Belgesrésidant dans l'est de la RDC?b) Quelles sont les autres pays européens qui ont unereprésentation consulaire et diplomatique où les citoyensbelges peuvent s'adresser en vertu des traités de l'Unioneuropéenne?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 253 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 17 février 2010 (Fr.):1.a) Après que les autorités congolaises aient donné leuraccord de principe sur la réouverture du Consulat général àBukavu lors de ma visite en RDC en janvier 2010, l'ambassadeurbelge à Kinshasa a introduit une demande écrite etformelle en ce sens auprès du ministre congolais des Affairesétrangères, ainsi qu'il est d'usage de le faire.Une fois que l'on aura reçu la réponse écrite à cettedemande, la Belgique communiquera le nom de la personnequ'elle souhaite présenter en tant que Consul général.Il faudra ensuite que le ministre congolais des Affairesétrangères donne son exequatur.1.b) En attendant la finalisation de ces formalités, monDépartement prépare la réouverture concrète du Consulatgénéral. J'espère que le Consulat général pourra être rouvertdans les mois qui viennent, mais cette réouverturedépendra entre autres de la rapidité avec laquelle un certainnombre de questions logistiques pourront être résolues.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

182 QRVA 52 10029-03-20102.a) Op basis van het aantal aanmeldingen bij onzeambassade te Kinshasa, kan men stellen dat er op ditmoment ongeveer 200 Belgen verblijven in de Kivu, meerbepaald in de provincies Noord-Kivu, Zuid-Kivu enManiema. De heropening van het Consulaat-generaal zalongetwijfeld een aantal landgenoten, die zich nog niet hebbenaangemeld, ertoe aansporen dit wel te doen maar danbij het Consulaat-generaal.2.b) Geen enkel Europees land heeft een consulaireberoepsvertegenwoordiging in Oost-Congo. Frankrijk enZweden worden vertegenwoordigd door ereconsuls.2.a) Si l'on se fonde sur le nombre de personnes qui sesont manifestées auprès de notre ambassade à Kinshasa, onpeut dire qu'il y a actuellement environ 200 Belges auKivu, plus précisément dans les provinces du Nord-Kivu,Sud-Kivu et Maniema. On s'attend à ce que la réouverturedu Consulat général incite un certain nombre de compatriotesqui ne se sont pas encore manifestés à le faire auprèsdu Consulat général.2.b) Aucun pays européen n'a de représentation consulairede carrière à l'est du Congo. La France et la Suèdesont représentées par des consuls honoraires.DO 2009201014988Vraag nr. 255 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVijnck van 18 februari 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:De inzet van B-FAST in Haïti.Het B-FAST in Haïti werd initieel ingezet zonder Belgischemilitaire begeleiding in een land dat gekend is voorzijn politieke instabiliteit. Het is de taak van de VN-missieMinustah om de transitieregering te begeleiden inzake conflictbeëindigingen institutionele hervormingen na destaatsgreep in 2004. Tijdens de reddingswerkzaamhedenmoest het verplegende deel van de B-FAST-missie haarhulppost 's nachts ontruimen omwille van veiligheidsredenen.De USAR-ploeg werd na enkele dagen teruggetrokken.1. a) Welke instantie gaf het bevel om het verplegendpersoneel van B-FAST 's nachts terug te trekken uit dehulppost?b) Wat was de mening van de B-FAST-ploeg ter plaatseover hun nachtelijke terugtrekking?c) Welke impact had dit op de verzorging van hulpbehoevendemensen in de hulppost?2. In welke mate geniet de B-FAST-ploeg ter plaatse overeen autonome beslissingsbevoegdheid?3. a) Om welke redenen werd er besloten om het USARteamna enkele dagen terug te trekken naar België?b) In welke mate kwam hun veiligheid in het gedrangdoor het gebrek aan gewapende bescherming?4. Waarom werd er bij het sturen van een B-FAST-ploegnaar Haïti niet onmiddellijk beslist om een militaire beveiligingsdetachementmee te sturen gezien de conflictgeschiedenisvan Haïti en het potentieel aan geweld door debestuurlijke destabilisatie die teweeg werd gebracht doorde aardbeving?DO 2009201014988Question n° 255 de monsieur le député Dirk Vijnck du18 février 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:L'engagement de B-FAST en Haïti.Au départ, l'équipe B-FAST avait été engagée en Haïtisans aucun encadrement militaire belge dans un pays pourtantréputé pour son instabilité politique. Depuis le coupd'État de 2004, il appartient à la Minustah, mission del'ONU, d'accompagner le gouvernement de transition dansla résolution des conflits et les réformes institutionnelles.Pendant les opérations de secours, le personnel infirmier dela mission B-Fast a été obligé d'évacuer son poste desecours la nuit pour des raisons de sécurité. L'équipeUSAR a été rapatriée après quelques jours.1. a) Quelle est l'instance qui a ordonné l'évacuation nocturnedu personnel infirmier de B-Fast du poste desecours?b) Quel était l'avis de l'équipe B-Fast sur place sur cetteévacuation nocturne?c) Quelle a été l'incidence de cette mesure sur les soinsaux blessés dans le poste de secours?2. Dans quelle mesure l'équipe B-Fast bénéficie-t-elled'une autonomie de décision sur place?3. a) Pourquoi le rapatriement en Belgique de l'équipeUSAR a-t-il été décidé après quelques jours?b) Dans quelle mesure l'absence de protection arméemenaçait-elle sa sécurité?4. Pourquoi l'envoi d'un détachement de protection militairen'a-t-il pas été immédiatement décidé lors de l'envoid'une équipe B-Fast en Haïti, connaissant le passé conflictueldu pays et les possibilités de violence induites par ladéstabilisation administrative du pays à la suite du tremblementde terre?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20101835. a) Werd er militaire hulp gevraagd aan andere landenter bescherming van B-FAST?b) Zo ja, aan welke landen en waarom konden zij geenbijstand leveren?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 255 van de heervolksvertegenwoordiger Dirk Vijnck van 18 februari2010 (N.):1. a) De beslissing werd genomen in samenspraak met deVerenigde Naties ter plaatse (MINUSTAH) die geenbescherming konden sturen naar het veldhospitaal en aanraaddente overnachten in het beschermde VN-kamp.b) De gevoelens waren gemengd: enerzijds was het B-FAST-team liever ter plaatse gebleven om de hulpbehoevendemensen verder te verzorgen, anderzijds primeert deveiligheid.c) De hulpbehoevende mensen moesten met een minimalehulpverlening de nacht doorbrengen. Er was één dokteraanwezig voor de 25 aanwezige slachtoffers, die erinslaagde alle patiënten stabiel te houden totdat de B-FASTploegnaar het veldhospitaal kon terugkeren.2. Het missiehoofd van B-FAST is het best geplaatst omde situatie ter plaatse in te schatten. B-FAST schrijft zichechter steeds in in de internationale hulpverlening waarvande coördinatie bij de VN ligt. In België gebeurt een opvolgingvan de B-FAST-operatie. Beslissingen worden dussteeds genomen in overleg en samenspraak.3. a) Het USAR-team was als een van de eerste actief ophet terrein. De beslissing voor de terugtrekking werd genomenin samenspraak met de VN (OCHA) die de noodhulpter plaatse coördineerde en werd gebaseerd op een combinatievan factoren zoals de verminderde kans om nogslachtoffers levend van onder het puin te halen, voldoendeinternationale USAR-teams aanwezig, mogelijkheid vantransport en dergelijke.b) De veiligheid in de hen toegewezen zones werd gegarandeerddoor toegewezen militairen van de VN en anderelanden aanwezig ter plaatse.4. Het is niet gebruikelijk humanitaire hulp te combinerenmet gewapende militaire aanwezigheid. Bovendienwaren de VN goed aanwezig met de missie MINUSTAH.5. a) Ja. 5. a) Oui.5. a) L'aide militaire d'autres pays a-t-elle été demandéepour assurer la protection de B-Fast?b) Dans l'affirmative, quels sont les pays contactés etpourquoi n'ont-ils pu apporter leur assistance?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 255 de monsieur ledéputé Dirk Vijnck du 18 février 2010 (N.):1. a) La décision a été prise en consultation avec lesNations Unies sur place (MINUSTAH). Ces derniers, nepouvant pas protéger l'hôpital de campagne, conseillèrentde passer la nuit dans le camp protégé de l'ONU.b) Les sentiments étaient mitigés: d'une part on auraitpréféré rester sur le terrain pour continuer à fournir dessoins aux patients, d'autre part, la sécurité est primordiale.c) Les patients ont du passer la nuit avec un minimum desoins. Il y avait un médecin pour les 25 victimes présentes,qui a réussi à maintenir tous les patients dans un état stablejusqu'à ce que l'équipe B-FAST puisse revenir à l'hôpital decampagne.2. Le chef de la mission B-FAST est la mieux placé pourévaluer la situation sur place. Toutefois, B-FAST s'intègredans l'aide internationale coordonnée par l'ONU. En Belgique,il y a aussi un suivi de l'opération B-FAST. Les décisionssont donc toujours prises en consultation etconcertation.3. a) L'équipe USAR était l'une des premières actives surle terrain. La décision de retirer cette équipe a été prise enconcertation avec l'ONU (OCHA) qui coordonnait l'aided'urgence sur place, et était basée sur une combinaison defacteurs: probabilité moindre de retrouver des victimesvivantes sous les décombres, présence suffisante d'équipesde USAR internationales, possibilité de transport, entreautres.b) La sécurité des zones dans lesquels ils étaient affectésétait garantie par des soldats de l'ONU et d'autres pays.4. Il n'est pas habituel de combiner l'aide humanitaireavec une présence militaire armée. En outre, l'ONU quadrillaitbien le secteur grâce à la mission de la MINUS-TAH.b) Verenigde Staten, Canada, Frankrijk, Spanje, VN. b) Éats-Unis, Canada, France, Espagne, ONU.Er werd bijstand gegeven in functie van hun beschikbaarheiden eigen noden.Une assistance a été donnée en fonction de leur disponibilitéet de leurs propres besoins.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

184 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015065Vraag nr. 257 van de heer volksvertegenwoordigerPatrick Cocriamont van 23 februari 2010 (Fr.)aan de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en InstitutioneleHervormingen:Toetreding van niet-Europese landen tot de EU.-Op 1 februari 2010 verklaarde de Italiaanse premier SilvioBerlusconi tijdens een staatsbezoek aan Israël in deKnesset dat het zijn droom is dat Israël een volwaardig lidwordt van de Europese Unie (EU).Het weze duidelijk dat de toetreding van Israël tot de EUop vele vlakken consequenties zou hebben. Zo mogen weeen verslechtering verwachten van onze diplomatiekebetrekkingen met de buurlanden van Israël, wier bevolkingover het algemeen vijandig staat tegenover het zionisme.Het valt zelfs te vrezen dat de EU-instellingen in Brusselhet doelwit worden van terreuraanslagen.Een internationale commissie van onafhankelijke expertsheeft Israël formeel beschuldigd van oorlogsmisdaden tijdenshet jongste grootscheepse Israëlische offensief tegenGaza. De Europese Unie veroordeelt oorlogvoering tegenburgers.Wat is het Belgische standpunt met betrekking tot deeventuele toetreding van niet-Europese landen (Israël enTurkije) tot de EU?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 257 van de heervolksvertegenwoordiger Patrick Cocriamont van23 februari 2010 (Fr.):Het Verdrag over de Europese Unie bepaalt, in de artikelen6 en 49, dat elke Europese staat die de principes vanvrijheid, democratie, het respect van de mensenrechten enfundamentele vrijheden, zowel als de rechtstaat, respecteert,kan vragen om lid te worden van de Unie.Binnen dit kader heeft de EU zich sinds oktober 2005geëngageerd in toetredingsonderhandelingen met Turkije.België ondersteunt deze onderhandelingen en herhaalt datde toetredingsonderhandelingen een open proces blijvenwaarvan de afloop niet op voorhand kan worden gegarandeerd.De EU is bovendien verplicht om kandidaat-landente evalueren op basis van hun eigen verdiensten. Het vervullenvan het geheel van de Kopenhagencriteria is eenessentiële voorwaarde om tot de EU toe te treden.Voor zover ik weet, stelt de vraag naar toetreding vanIsraël tot de EU zich niet.DO 2009201015065Question n° 257 de monsieur le député PatrickCocriamont du 23 février 2010 (Fr.) au vicepremierministre et ministre des Affairesétrangères et des Réformes institutionnelles:L'entrée de pays non européens au sein de l'UE.Le 1er février 2010, en visite officielle en Israël, monsieurBerlusconi, président du Conseil italien, a déclarédevant la Knesset que son plus cher désir était "de faired'Israël un membre de plein droit de l'Union européenne(EU)".Il va de soi que l'entrée d'Israël au sein de l'UE engendreraitdes conséquences multiples. Si l'État hébreu devenaitmembre de d'Uion européenne, nous pourrions nous attendreà une dégradation de nos relations diplomatiques avecles pays voisins d'Israël - dont les populations sont majoritairementhostiles au sionisme. Nous pourrions mêmeredouter une série d'actes terroristes visant les institutionsde l'UE établies à Bruxelles.Une commission internationale d'experts indépendants aformellement accusé Israël de crimes de guerre lors de sadernière offensive de masse contre la ville de Gaza. Laguerre contre les civils est condamnée par l'Union européenne.Quelle est la position de la Belgique concernant uneéventuelle entrée de pays non européens (Israël et la Turquie)au sein de l'UE?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du29 mars 2010, à la question n° 257 de monsieur ledéputé Patrick Cocriamont du 23 février 2010 (Fr.):Le Traité sur l'Union européenne stipule, aux articles 6 et49 que tout État européen qui respecte les principes deliberté, de démocratie, de respect des droits de l'homme etdes libertés fondamentales, ainsi que de l'État de droit, peutdemander à devenir membre de l'Union.Dans ce cadre, l'UE s'est engagée depuis octobre 2005dans des négociations d'adhésion avec la Turquie. La Belgiquesoutient ces négociations et rappelle que les négociationsd'adhésion restent un processus ouvert dont l'issue nepeut pas être garantie à l'avance. L'UE se doit par ailleursd'évaluer les pays candidats sur base de leurs mérites propres.Remplir l'ensemble des critères de Copenhague estune condition essentielle pour adhérer à l'UE.D'après mes informations, la question d'adhésion à l'UEd'Israël ne se pose pas.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010185DO 2009201015311Vraag nr. 270 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 09 maart 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:NAVO. - Bedreiging voor Rusland.Volgens een bericht van de Russische persagentschappenvan 9 februari 2010 zou de secretaris van de Russische VeiligheidsraadNikolai Patrushev hebben verklaard dat deNAVO en de uitbreiding van de NAVO tot de Oost-Europeselanden nog steeds een ernstige bedreiging vormenvoor Rusland. Rusland kant zich al jarenlang tegen de toetredingvan ex-Oostbloklanden tot het Atlantisch Bondgenootschapen doet er op diplomatiek vlak alles aan om teverhinderen dat Georgië en Oekraïne tot de NAVO zoudentoetreden.1. Op 5 februari 2010 ondertekende de Russische presidentDmitri Medvedev een nieuwe militaire doctrine,waarbij de NAVO als de belangrijkste bedreiging voor deveiligheid van Rusland wordt bestempeld. In dit documentwordt aan de kaak gesteld dat de militaire infrastructuurvan de NAVO-lidstaten almaar verder opschuift naar deRussische grenzen, met name door de uitbreiding van hetNAVO-blok.Welke maatregelen en initiatieven zullen België en deNAVO nemen om de angst van de Russische regering wegte nemen?2. Denkt de regering dat de toetreding van Georgië enOekraïne tot de NAVO ingevolge de nieuwe Russischemilitaire doctrine met meerdere jaren zal worden uitgesteld?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 270 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van 09 maart2010 (Fr.):1. De secretaris-generaal van het Bondgenootschap, diede verbetering van de relaties tussen de NAVO en Ruslandprioritair stelt, heeft tijdens recente gesprekken in Moskouverklaard dat "de NAVO geen bedreiging voor Ruslandvormt en Rusland nooit zal binnenvallen, net zoals wij (deNAVO) Rusland niet beschouwen als een bedreiging."De woordvoerder van minister van Buitenlandse zakenLavrov heeft aangegeven dat de NAVO op zich geenbedreiging vormde, maar wel de uitbreiding van deNAVO-infrastructuur tot aan de grenzen van Rusland.DO 2009201015311Question n° 270 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 09 mars 2010 (Fr.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:L'OTAN. - Menace pour la Russie.Selon le secrétaire du Conseil russe de sécurité NikolaïPatrouchev, cité par les agences russes de presse le9 février 2010, l'OTAN et son élargissement vers les paysde l'Europe de l'Est représenteraient toujours une menace"sérieuse" pour la Russie. Moscou dénonce depuis desannées l'entrée d'États de l'ex-bloc soviétique dansl'Alliance atlantique, et fait tout, sur le terrain diplomatique,pour empêcher la Géorgie et l'Ukraine de rejoindrel'OTAN.1. Le 5 février 2010 , le président russe Dmitri Medvedeva validé une nouvelle doctrine militaire qui place l'OTANen tête des menaces pesant sur la sécurité de la Russie. Ledocument dénonce le rapprochement des frontières russes"de l'infrastructure militaire des pays membres de l'OTAN,notamment par la voie de l'élargissement du bloc".Quelles sont les mesures et actions envisagées par la Belgiqueet l'OTAN pour apaiser les craintes du gouvernementrusse?2. Le gouvernement pense-t-il que la mise en place de lanouvelle doctrine militaire russe repousse à plusieursannées, l'intégration de la Géorgie et de l'Ukraine dansl'OTAN?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 270 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 09 mars 2010 (Fr.):1. Le secrétaire général de l'Alliance, qui fait de l'améliorationdes relations de l'OTAN avec la Russie, a déclarélors de récents entretiens à Moscou, que "l'Otan n'est pasune menace pour la Russie et qu'elle n'envahira jamais laRussie de même que nous (l'OTAN) ne considérons pas laRussie comme une menace". La Belgique partage cette vuedu secrétaire général.Le porte-parole du ministre des Affaires étrangèresLavrov a indiqué que L'OTAN en tant que telle ne constituaitpas une menace mais bien l'extension de ses infrastructuresjusqu'aux frontières de la Russie.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

186 QRVA 52 10029-03-2010Het Bondgenootschap wenst dat de verbetering van derelaties snel concreet wordt door een open, ferme en constructievedialoog binnen de NAVO-Rusland Raad; in dieRaad moeten alle kwesties kunnen worden besproken, ookdegene die een bron van meningsverschillen vormen.2. De beslissing over de toetreding van Oekraïne enGeorgië kan enkel door het Bondgenootschap wordengenomen, bij consensus, naar aanleiding van een vrijwilligeaanvraag vanwege die landen.Tijdens de top van Straatsburg-Kehl hebben de staats- enregeringsleiders vastgesteld dat er, wat deze twee landenbetreft, nog talrijke en diepgaande inspanningen dienen tegebeuren alvorens een Actieplan voor toetreding (MembershipAction Plan - MAP) kan worden opgestart.L'Alliance souhaite que cette amélioration des relationss'expriment rapidement à travers un dialogue ouvert, francet constructif au sein du Conseil OTAN - Russie; conseildans lequel toutes les questions doivent pouvoir être abordéesmême celles qui sont sources de différends.2. L'adhésion de l'Ukraine et de la Géorgie relève de laseule décision de l'Alliance, prise au consensus, suite à unedémarche volontaire de la part de ces pays.Lors du sommet de Strasbourg-Kehl, les chefs d'état et degouvernement ont noté qu'en ce qui concernait ces deuxpays candidats, des efforts importants devaient encore êtreaccomplis avant qu'un plan d'action pour l'adhésion (MembershipAction Plan - MAP) ne puisse être mis en place.DO 2009201015480Vraag nr. 280 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 17 maart 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Toenadering tussen Montenegro en de NAVO.Op 22 februari 2010 bezocht de Montenegrijnse ministervan Landsverdediging, Boro Vuini, de zetel van deNAVO en ontmoette hij de adjunct-secretaris-generaal vande NAVO, ambassadeur Claudio Bisogniero. De adjunctsecretaris-generaalsprak zijn waardering uit voor deinspanningen van Montenegro en voor de vooruitgang diegeboekt werd met betrekking tot de uitvoering van eenambitieus hervormingsprogramma. Hij herhaalde dat deNAVO de Montenegrijnse overheid in dat kader de nodigehulp en expertise wil blijven bieden. Hij was ook tevredenmet de beslissing van Montenegro om een bijdrage te leverenaan de ISAF-missie in Afghanistan.1. Hoe ver staan de toetredingsonderhandelingen tussenMontenegro en de NAVO?b) In welke opzichten moet Montenegro nog vooruitgangboeken en verdere inspanningen leveren, teneinde de toepasselijkenormen te halen?2. Is België voorstander van de toetreding van Montenegrotot de NAVO?DO 2009201015480Question n° 280 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 17 mars 2010 (Fr.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:Le rapprochement entre le Monténégro et l'OTAN.Le 22 février 2010, le ministre de la Défense du Monténégro,Boro Vucinic, était en visite au siège de l'OTAN, oùil a rencontré le secrétaire général délégué de l'OTAN,l'ambassadeur Claudio Bisogniero. Bisogniero a salué lesefforts du Monténégro et les progrès accomplis dans lamise en oeuvre d'un ensemble ambitieux de réformes. Il aréaffirmé que l'OTAN souhaitait continuer à apporter uneaide et des compétences appropriées aux autorités monténégrinesdans ce cadre. Il s'est en outre déclaré satisfait dela décision du Monténégro de contribuer à la mission de laFIAS en Afghanistan.1. a) Où en sont les négociations d'adhésion entre leMonténégro et l'OTAN?b) Quels sont les progrès et les efforts que ce pays doitencore accomplir pour satisfaire aux normes pertinentes?2. La Belgique sera-t-elle favorable à l'adhésion du Monténégroà l'OTAN?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010187Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 280 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van 17 maart2010 (Fr.):1. Op de top van Brussel in december 2009 hebben debondgenoten positief gereageerd op het verzoek van Montenegroom deel te nemen aan het "Membership ActionPlan" (MAP), de laatste stap voor een volledig lidmaatschap.Een tijdspad is als zodanig niet vastgelegd.Montenegro moet zijn defensiehervormingen nog vervolledigenteneinde zijn defensie in te krimpen en te beantwoordenaan de behoeften van het land, en deinteroperabiliteit tussen Montenegrijnse troepen en NAVOtroepente verbeteren. In september 2010 zal Montenegrozijn eerste Jaarlijkse Nationale Programma (ANP) neerleggen,waarin de verschillende hervormingen die zullen leidentot de toetreding zullen opgesomd worden.2. België steunt volledig Montenegro's kandidatuur voorde NAVO. Ons land is van mening dat Montenegro in deafgelopen jaren aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt inhet kader van een geïntensiveerde dialoog over zijn lidmaatschapaspiraties(gelanceerd in 2008) en in de uitvoeringvan zijn "Individual Partnership Action Plan" (IPAP).Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du29 mars 2010, à la question n° 280 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 17 mars 2010 (Fr.):1. Lors du sommet de Bruxelles en décembre 2009, lesAlliés ont répondu positivement à la demande du Monténégrode participer au Plan d'action pour l'adhésion (MAP),dernière étape avant une adhésion complète. Aucun calendriern'est cependant fixé.En effet, le Monténégro doit encore achever ses réformesen matière de défense afin, notamment, de réduire ce secteurpour qu'il corresponde aux besoins du pays et d'améliorerl'interopérabilité entre l'armée monténégrine et lestroupes de l'Alliance. En septembre 2010, le Monténégrodevra remettre son premier Programme Annuel National(ANP), reprenant les différentes réformes qui le mèneront àl'adhésion.2. La Belgique soutient pleinement la candidature duMonténégro à l'OTAN. En effet, elle considère que ce paysa fait, durant ces dernières années, des progrès substantielsdans le cadre du dialogue intensifié sur ses aspirations àl'adhésion (lancé en 2008) et dans la mise-en-oeuvre de sonplan d'action individuel pour le Partenariat (IPAP).DO 2009201015484Vraag nr. 282 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 17 maart 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Nieuw VN-vrouwenagentschap.Naar aanleiding van de Internationale Vrouwendag deedVN-secretaris-generaal Ban Ki-moon op 3 maart 2010 eenvurige oproep om vrouwen overal ter wereld dezelfde rechtenen kansen te geven als mannen. Vijftien jaar nadat tijdensde Internationale Vrouwenconferentie in Peking totgendergelijkheid werd opgeroepen, betreurde de heer BanKi-moon dat onrecht en discriminatie ten aanzien vanvrouwen nog steeds niet overal uit de wereld geholpen zijn.Hij noemde de empowerment van vrouwen een economischeen sociale noodzaak, en herinnerde eraan dat de verklaringvan Peking vrouwen en meisjes overal ter wereld deondubbelzinnige boodschap gebracht heeft dat gelijke rechtenen kansen een onvervreemdbaar recht zijn. Hij erkendedat de VN een voorbeeldfunctie vervullen en spoorde deAlgemene Vergadering van de VN er dan ook toe aan delaatste hand te leggen aan de voorbereidende werkzaamhedenmet het oog op de oprichting van een dynamische entiteitbinnen de VN-structuur die moet ijveren voorgendergelijkheid en empowerment van vrouwen.DO 2009201015484Question n° 282 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 17 mars 2010 (Fr.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:Le nouveau département de l'ONU consacré aux femmes.Le secrétaire général de l'ONU, Ban Ki-moon, a marquéle 3 mars 2010 la Journée internationale de la Femme parun appel vibrant à l'octroi aux femmes à travers le mondede droits et de chances égales à celles des hommes. Quinzeans après l'appel à l'égalité des sexes lors de la Conférenceinternationale de Pékin sur les femmes, monsieur Ban adéploré que "l'injustice et la discrimination envers les femmespersistent partout". Il a qualifié l'autonomisation desfemmes d'"impératif économique et social", rappelant quela déclaration de Pékin avait "permis d'envoyer aux femmeset aux filles à travers le monde un message clair selonlequel l'égalité des droits et des chances était un droit inaliénable."Reconnaissant que les Nations unies devaient montrerl'exemple, il a exhorté l'Assemblée générale de l'ONU àachever les préparatifs en vue de la création, "au sein de lastructure de l'Organisation, d'une entité dynamique chargéede l'égalité des sexes et de l'autonomisation des femmes".K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

188 QRVA 52 10029-03-20101. Welke opdrachten zal dat nieuwe VN-vrouwenagentschapvervullen, en welke reeds bestaande VN-organenzullen er eventueel in opgaan?2. Over welke financiële en personele middelen zal dienieuwe entiteit beschikken?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 25 maart 2010, op de vraag nr. 282 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van 17 maart2010 (Fr.):1. Op 14 september 2009 werd door de Algemene Vergaderingvan de VN resolutie 63/311 aangenomen, waarin delidstaten een principebeslissing namen om de vier huidigegenderinstellingen bij de VN te fusioneren. Het gaat omUNIFEM (United Nations Development Fund for Women),Division on the Advancement of Women, INSTRAW (UnitedNations International Research and Training Institutefor the Advancement of Women) en OSAGI (Office of theSpecial Adviser to the Secretary-General on Gender Issuesand Advancement of Women).In uitvoering van de resolutie heeft de secretaris-generaaleen voorstel opgemaakt met betrekking tot het 'missionstatement', de structuur, de financiering en de Beheerraadvoor de nieuwe genderinstelling. In plaats van nieuwe procedureste creëren, stelt de VN voor om bestaande procedureste verbeteren.Het mandaat omvat de mandaten van de vier huidigegenderinstellingen, maar bevat ook de relatie met de oefeningrond System Wide Coherence (SWC) en de versterkingvan de 'accountability'. Inzake gendermainstreamingin de VN, zal deze nieuwe genderinstelling aan monitoringen rapportering doen.Het mandaat zal een blijvend normatief luik bevatten datzal uitgevoerd worden in de hoofdzetel en een operationeelluik. Dit operationeel luik zal, in vergelijking met het verleden,een stabielere, meer diepgaande en coherentereondersteuning bieden aan de regeringen, maar ook aan deVN-agentschappen, de VN-programma's, enzovoort.2. Met betrekking tot het budget veronderstelt men dat demiddelen vanuit drie hoeken zullen komen:- 'Assessed contributions': Deze bijdragen zouden ongeveerzes miljoen USD per jaar bedragen en zijn enkelbedoeld om het normatieve luik te financieren. Dit wordtonderhandeld in de Algemene Vergadering.1. Quelles seront les futures missions de ce nouveaudépartement de l'ONU et pourriez-vous communiquerquels organes déjà existants il pourrait regrouper?2. Quels seront les moyens financiers et humains dont cenouveau département disposerait?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du25 mars 2010, à la question n° 282 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 17 mars 2010 (Fr.):1. Dans la résolution 63/311 adoptée par l'AssembléeGénérale le 14 septembre 2009, les états membres del'ONU ont décidé de fusionner les quatre entités genreexistantes au sein des Nations unies: UNIFEM (UnitedNations Development Fund for Women), Division on theAdvancement of Women, INSTRAW (United Nations InternationalResearch and Training Institute for the Advancementof Women) et OSAGI (Office of the Special Adviser tothe Secretary-General on Gender Issues and Advancementof Women).En exécution de la résolution, le secrétaire-général a préparéune proposition portant entre autres sur le 'missionstatement', la structure, le financement et le Conseil exécutifpour les activités opérationnelles de la nouvelle entité"genre". La vision générale est de prendre en compte lesprocédures existantes et de les améliorer, plutôt que d'encréer de nouvelles.Le mandat décrit couvre entièrement les mandats desquatre entités actuelles, mais s'étend au-delà de ceux-ci,notamment en relation avec la cohérence du système(SWC) et le renforcement de la redevabilité (accountability).En ce qui concerne l'équilibre genre au sein du systèmedes NU, il s'agirait d'une fonction de suivi etrapportage.Le mandat continue de comporter un volet normatif, baséau siège, et un volet opérationnel. Ce dernier se concrétiseraen particulier en un soutien beaucoup plus stable, approfondiet cohérent (que par le passé) aux gouvernementsmais aussi aux agences présentes, aux programmes, etc.2. Du côté des revenus, on suppose que les moyens proviendrontde trois sources:- 'Assessed contributions': cette contribution s'élève à sixmillions USD/an et elle est destinée uniquement à la fonctionnormative. Elle est négociée au sein de l'AssembléeGénérale.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010189- Vrijwillige bijdragen van regeringen: de bijdragen voorUNIFEM stijgen de laatste jaren geleidelijk tot 100 miljoenUSD in 2009. Met eenzelfde groei kan dit stijgen tot400 miljoen USD binnen vier jaar.- Vrijwillige bijdragen van de privé-sector en het maatschappelijkmiddenveld: ongeveer 100 miljoen USD perjaar.- Contributions volontaires des gouvernements: onobserve la croissance graduelle des contributions à UNI-FEM, qui s'élève à 100 millions USD en 2009. En faisantune projection, les contributions volontaires arriveraient à400 millions USD/an sur quatre années.- Contributions volontaires en provenance du secteur privéet de la société civile: montant estimé de 100 millionsUSD/an.DO 2009201015504Vraag nr. 286 van de heer volksvertegenwoordiger BartSomers van 17 maart 2010 (N.) aan de viceeersteministeren minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Sociale huurders. - Sociale woning. - Tweede verblijf. -Verdragen.Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering ter uitvoeringvan titel VII van de Vlaamse Wooncode tot reglementeringvan het sociale huurstelsel van 12 oktober 2007bepaalt dat een sociale huurder die zich wil laten inschrijvenin het register om een sociale woning te huren geenwoning of perceel mag bezitten in binnen- en/of buitenland.Dit is in de praktijk niet altijd even eenvoudig te controleren.Met bepaalde landen bestaan immers geen verdragenwaardoor gegevens met betrekking tot een tweede verblijfvrij kunnen worden gegeven. Gevolg is dat sociale woningenworden verhuurd aan personen met een eigendom inhet buitenland en dat de wachtlijsten voor een socialewoning niet afnemen. Dit leidt dus tot mistoestanden.1. Met welke landen hebben wij op dit moment een verdragdat toelaat na te gaan of een persoon in het bezit is vaneen woning in het buitenland?2. Hoeveel personen hebben via deze verdragen eenwoning in het buitenland aangegeven?3. Bent u bereid om de noodzakelijke verdragen te sluitenof minstens hiertoe het initiatief te nemen?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 286 van de heervolksvertegenwoordiger Bart Somers van 17 maart2010 (N.):Ik verwijs het geachte Kamerlid naar de minister vanFinanciën, die materieel bevoegd is voor deze materie. Hetgeachte lid wordt verzocht zijn vraag te richten tot debevoegde minister.DO 2009201015504Question n° 286 de monsieur le député Bart Somers du17 mars 2010 (N.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:Locataires sociaux. - Logement social. - Seconde résidence.- Traités.L'article 3 de l'arrêté du gouvernement flamand réglementantle régime de location sociale et portant exécutiondu titre VII du Code flamand du Logement du 12 octobre2007 stipule qu'un locataire social souhaitant se faire inscriredans le registre des candidats à la location d'un logementsocial ne peut avoir la propriété d'une habitation oud'une parcelle en Belgique ou à l'étranger.Dans la pratique, les contrôles en la matière peuvents'avérer malaisés. Pour certains pays, il n'existe en effetpas de traités permettant la communication de donnéesconcernant une seconde résidence. Il en résulte que deslogements sociaux sont loués à des personnes disposantd'une propriété à l'étranger et que les listes d'attente pourl'obtention d'un logement social ne diminuent pas. Il estdonc question d'abus.1. Avec quels pays avons-nous pour l'heure conclu untraité permettant de vérifier si une personne dispose d'uneseconde résidence?2. Combien de personnes ont déclaré par le biais de telstraités être propriétaires d'un logement à l'étranger?3. Êtes-vous disposé à conclure les traités qui s'imposenten la matière ou du moins à prendre une initiative en cesens?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 286 de monsieur ledéputé Bart Somers du 17 mars 2010 (N.):Je renvoie l'honorable membre au ministre des Finances,matériellement compétent en cette matière. L'honorablemembre est invité à s'adresser au ministre compétent.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

190 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015542Vraag nr. 290 van de heer volksvertegenwoordigerPatrick Moriau van 18 maart 2010 (Fr.) aan device-eersteminister en minister van BuitenlandseZaken en Institutionele Hervormingen:Terugroeping van de consul in Alicante naar België. (MV20168)Een aantal weken geleden deden er geruchten de rondeover een mogelijke sluiting van het consulaat in Alicante.U heeft die geruchten trouwens ontkend.Destijds werd er een e-mail naar het consulaat gestuurdmet het bericht dat de Belgische regering voornemens washet consulaat om besparingsredenen binnen afzienbare tijdte sluiten. Daarop heeft de consul een vergadering bijeengeroepenom zijn personeel van die plannen op de hoogtete brengen.De belangrijkste Belgische groeperingen en verenigingenin Alicante hebben voor het consulaat betoogd om hunongenoegen over die voorgenomen sluiting te uiten. Debetogers werden door de consul ontvangen en hebben hemeen aantal petities overhandigd opdat hij deze zou overzendenaan de betrokken ministers, onder wie uzelf.Enige tijd nadien zou de consul naar België zijn teruggeroepen.DO 2009201015542Question n° 290 de monsieur le député Patrick Moriaudu 18 mars 2010 (Fr.) au vice-premier ministre etministre des Affaires étrangères et des Réformesinstitutionnelles:Le rappel du consul d'Alicante en Belgique. (QO 20168)Il y a plusieurs semaines, des rumeurs, que vous avezd'ailleurs démenties, circulaient sur la fermeture éventuelledu consulat d'Alicante.À ce propos, à l'époque, un e-mail mentionnant l'intentiondu gouvernement belge de fermer, dans un délai relativementcourt, ce consulat pour restriction budgétaire a étéenvoyé au consulat. Suite à cet e-mail, le consul a convoquéune réunion afin d'informer son personnel de l'intentiondu gouvernement de fermer le consulat d'Alicante.Ayant pris connaissance de cette fermeture, les principauxgroupements et associations belges de la région d'Alicanteont exprimé, par le biais d'une manifestation devantle consulat, leur mécontentement face à cette fermeture.Lors de cette manifestation, le consul a reçu les manifestantsafin que ces derniers lui remettent plusieurs pétitionspour transmission auprès des ministres concernés dontvous.Quelque temps après ces événements, il apparaîtrait quele consul aurait été rappelé en Belgique.1. Kunt u die informatie bevestigen? 1. Confirmez-vous que le consul a bien été rappelé enBelgique?2. Zo ja, om welke redenen werd de consul teruggeroepen?3. Bestaat er een verband tussen de terugroeping, de aangekondigdesluiting van het consulaat en de daaropvolgendevergadering en betoging?4. Heeft de consul zijn functie intussen opnieuw opgenomen?Antwoord van de vice-eersteminister en minister vanBuitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingenvan 26 maart 2010, op de vraag nr. 290 van de heervolksvertegenwoordiger Patrick Moriau van 18 maart2010 (Fr.):2. Si oui, pouvez-vous nous en donner les raisons?3. À ce propos, cela a-t-il un lien avec l'annonce de la fermeturedu consulat, de la réunion et de la manifestation quis'en sont suivi?4. Le consul a-t-il, depuis, repris ses fonctions?Réponse du vice-premier ministre et ministre desAffaires étrangères et des Réformes institutionnelles du26 mars 2010, à la question n° 290 de monsieur ledéputé Patrick Moriau du 18 mars 2010 (Fr.):1. De consul werd nooit teruggeroepen. 1. Le consul n'a jamais été rappelé.De andere vragen zijn bijgevolg zonder voorwerp.Les autres questions sont donc sans objet.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010191Minister van Pensioenen en Grote StedenMinistre des Pensions et des Grandes villesDO 2009201012451Vraag nr. 6 van de heer volksvertegenwoordiger GuyD'haeseleer van 18 december 2009 (N.) aan deminister van Pensioenen en Grote Steden:FOD's. - Gerechtelijke procedures tegen andere overheden.(SV 39)De Federale Overheidsdiensten zijn dikwijls betrokkenpartij in gerechtelijke procedures tegen andere overheden,zoals de gemeenten, provincies, intercommunales, Gewestenen Gemeenschappen, enzovoort.1. Kan u meedelen in hoeveel gerechtelijke proceduresuw administratie betrokken was, opgesplitst voor de jongstevijf jaar, en opgesplitst al naargelang het ging om eengeschil met een gemeente, provincie, Gewest, Gemeenschap,intercommunale, andere federale overheidsdienst ofandere instelling?2. a) Wat is de aard van het overgrote deel van deze procedures?b) Op wat hebben ze betrekking? b) Sur quoi portent-elles?3. Wat waren de kosten die hieraan verbonden waren,opgesplitst naargelang de aard van de kosten, en opgesplitstvoor de jongste vijf jaar?4. Op welke manier tracht uw administratie dure proceskostente vermijden?Antwoord van de minister van Pensioenen en GroteSteden van 26 maart 2010, op de vraag nr. 6 van deheer volksvertegenwoordiger Guy D'haeseleer van18 december 2009 (N.):DO 2009201012451Question n° 6 de monsieur le député Guy D'haeseleerdu 18 décembre 2009 (N.) au ministre desPensions et des Grandes villes:SPF. - Procédures judiciaires contre d'autres administrations.Les Services publics fédéraux sont souvent partie dansdes procédures judiciaires contre d'autres administrations,comme les communes, les provinces, les intercommunales,les Régions et les Communautés, etc.1. Dans combien de procédures judiciaires votre administrationa-t-elle été impliquée au cours des cinq dernièresannées, par année et selon qu'il s'agissait de litiges avecune commune, une province, une Région, une Communauté,une intercommunale, un autre service public fédéral ouune autre institution?2. a) De quelle nature sont la majorité de ces procédures?3. À combien s'élevaient les coûts liés à ces procédures?Pourriez-vous me fournir ces chiffres par année, pour lescinq dernières années et en fonction de la nature des coûts?4. De quelle manière votre administration s'efforce-t-elled'éviter d'onéreux frais de procédure?Réponse du ministre des Pensions et des Grandesvilles du 26 mars 2010, à la question n° 6 de monsieur ledéputé Guy D'haeseleer du 18 décembre 2009 (N.):A. Rijksdienst voor Pensioenen A. Office national des Pensions1. 5 procedures kunnen worden vermeld: twee tegengemeenten, één tegen een provincie, één tegen een OCMWen één tegen een Gewest.1. 5 procédures sont à mentionner: deux contre des communes,une contre une province, une contre un CPAS etune contre une région.2. Het betreft de volgende onderwerpen: 2. Les matières concernées sont:- de overdracht van pensioenbijdragen (procedures tegende gemeenten en de provincie)- de betaling van pensioenen: voorschotten door eenOCMW- een vraag om schadevergoeding ingevolge de declasseringvan gronden (procedure tegen het Gewest)3. Werden betaald: 3. Ont été payés:- le transfert de cotisations de pensions (procédurescontre les communes et la province)- paiement de pensions: avances faites par un CPAS- une demande d'indemnisation suite au déclassement deterrains (procédure contre la Région)- in 2005: 5.000 euro erelonen advocaten - en 2005: 5.000 euros d'honoraires d'avocats,- in 2006: 2.000 euro erelonen advocaten en 162 eurokosten- en 2006: 2.000 euros d'honoraires d'avocats et 162euros de dépens,- in 2007: 2.000 euro erelonen advocaten - en 2007: 2.000 euros d'honoraires d'avocats,K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

192 QRVA 52 10029-03-2010- in 2008: niets - en 2008: néant,- op 9 november 2009: 6.750 euro erelonen advocaten - au 9 novembre 2009: 6.750 euros 'honoraires d'avocats.4. Behalve in de procedure tegen het Gewest, handelt deRijksdienst voor Pensioenen als verweerder en heeft hijgeen vat op de procedure. Over het algemeen wordt er eenadvocatenkantoor aangesteld in functie van de materie envan de nodige specialisatie. Deze twee elementen bepalenhet bedrag van de erelonen.4. Sauf dans la procédure contre la région, l'Office nationaldes Pensions agit en qualité de défendeur et ne peutmaîtriser la procédure. D'une manière générale, le cabinetd'avocats est désigné en fonction de la matière et de la spécialisationnécessaire. Ces deux éléments déterminent leniveau d'honoraires.B. Pensioendienst voor de Overheidssector B. Service des Pensions du Secteur Public1. De Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS) isde laatste vijf jaar in drie procedures betrokken geweestmet een andere overheid, meer in het bijzonder met intercommunales.1. Ces cinq dernières années, le Service des Pensions duSecteur public (SdPSP) a été concerné par trois procédurescontre une autre autorité publique, plus particulièrementune intercommunale.2. a) Het gaat steeds om een burgerrechtelijke procedure. 2. a) Il s'agit toujours d'une procédure judiciaire civile.b) De procedures hebben betrekking op de pensioenenvan de overheidssector.3. Het gaat hier om procedurekosten. Uiteraard wordenmaar kosten betaald ingeval van verlies van een rechtszaak.Uit nazicht is gebleken dat de PDOS enkel in één vande drie voormelde rechtszaken een bedrag van 9.214 euroten titel van procedurekosten betaalde.4. De PDOS tracht duidelijk te communiceren en informatiete verschaffen om betwistingen te vermijden. Dediensten van de PDOS zijn goed bereikbaar, zowel telefonisch,per fax als per e-mail. Er is een website(www.pdos.fgov.be) waar ook een rubriek FAQ (veelgestelde vragen) is voorzien. De PDOS beschikt over eenviertal brochures die tevens op voormelde website kunnenworden geraadpleegd. Bovendien richt de PDOS, sindsenkele jaren, workshops in voor de overheidsdienstenwaarvoor hij de pensioenen beheert. Deze workshops biedenvoormelde overheidsdiensten de mogelijkheid op eeninteractieve manier informatie uit te wisselen.b) Les procédures sont en rapport avec les pensions dusecteur public.3. Il s'agit ici de frais de procédure. De par leur nature,ces frais ne sont payés que lorsque le Service a étécondamné en justice. Des recherches effectuées, il apparaîtque le SdPSP n'a payé des frais de procédure que dans uneseule des trois affaires visées ci-dessus, et ce pour un montantde 9.214 euros.4. Le SdPSP s'efforce de communiquer clairement et defournir l'information pour éviter des contestations. Les servicesdu SdPSP sont facilement joignables, que ce soit partéléphone, télécopie ou courriel. Le SdPSP dispose d'unsite Internet (www.sdpsp.fgov.be) où une rubrique FAQ(questions souvent posées) existe. Il met également à dispositionquatre brochures qui peuvent être consultées surce site Internet. De surcroît, le SdPSP organise depuis plusieursannées des "workshops" à destination des servicespublics dont il gère les pensions. Ces workshops offrent àces services publics la possibilité d'échanger des informationsde manière interactive.DO 2009201013810Vraag nr. 40 van de heer volksvertegenwoordiger KoenBultinck van 08 januari 2010 (N.) aan de ministervan Pensioenen en Grote Steden:De website van de pensioenconferentie.Wanneer men de website van de Pensioenconferentie(www.pensioenconferentie.be) bezoekt, dan blijkt dat delaatste bijgewerkte nota dateert van 30 april 2009.1. Wat is de reden waarom de website van de pensioenconferentieniet regelmatig bijgewerkt wordt?DO 2009201013810Question n° 40 de monsieur le député Koen Bultinck du08 janvier 2010 (N.) au ministre des Pensions etdes Grandes villes:Le site web de la Conférence des Pensions.En consultant le site web de la Conférence des Pensions(www.conferencepensions.be), il apparaît que la dernièrenote mise à jour date du 30 avril 2009.1. Pourquoi le site web de la Conférence des Pensionsn'est-il pas mis à jour régulièrement?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20101932. Waarom wordt er geen melding gemaakt van onderandere de nieuwe minister van Pensioenen of van recentebegrotingsbeslissingen?Antwoord van de minister van Pensioenen en GroteSteden van 24 maart 2010, op de vraag nr. 40 van deheer volksvertegenwoordiger Koen Bultinck van08 januari 2010 (N.):1. Om uw eerste vraag te beantwoorden: weet dat, in hetkader van de Nationale Pensioenconferentie, de Task Forceverzocht heeft dat de thema's zonder a priori, taboe ofvooroordeel konden besproken worden en dat de werkzaamhedenrelatief discreet konden verlopen.Het zou bijgevolg misplaatst zijn om de site te voorzienvan de inhoud van de werkzaamheden in kwestie. Allemogelijke publieke informatie zal echter ter beschikkinggesteld worden op de site. Het is zo dat, zodra het "groenboek"aanvaard wordt door de regering, het beschikbaarzal zijn op de website van de Nationale Pensioenconferentie.Ik ben eveneens van plan ervoor te zorgen dat andereactuele inlichtingen erop geplaatst zullen worden, zoalsinformatie over de rondetafelgesprekken die ik zou invoeren.2. Wat uw tweede vraag betreft zal u, in tegenstelling totwat u beweert, wel degelijk een presentatie vinden die ikopgesteld heb, later dan op 30 april 2009, over de stand vanzaken van de Nationale Pensioenconferentie. Bovendienvloeien de recentste budgettaire beslissingen niet rechtstreeksvoort uit de Nationale Pensioenconferentie enhoren ze bijgevolg niet thuis op deze website.2. Pourquoi n'y est-il pas fait mention du nouveau ministredes Pensions ou de décisions budgétaires récentes, parexemple?Réponse du ministre des Pensions et des Grandesvilles du 24 mars 2010, à la question n° 40 de monsieurle député Koen Bultinck du 08 janvier 2010 (N.):1. Pour répondre à votre première question, sachez quedans le cadre de la Conférence nationale des pensions, laTask Force a demandé que les thèmes puissent être débattussans a priori, sans tabou ni préjugé et que les travauxpuissent se dérouler dans une relative discrétion.Il serait dès lors malvenu d'alimenter le site avec lecontenu des travaux en questions. Par contre, toute informationpublique sera mise à disposition sur le site. C'estainsi que, dès que le "livre vert" sera adopté par le gouvernement,il sera disponible sur le site web de la Conférencenationale des pensions.Je compte également faire en sorte que soient placésd'autres renseignements d'actualité comme, par exemple,des informations sur les tables rondes que je compte mettreen place.2. En ce qui concerne votre deuxième question et contrairementà ce que vous affirmez, vous trouverez bien sur lesite une présentation, postérieure au 30 avril 2009 et quej'ai rédigée, sur l'état d'avancement de la Conférence nationaledes pensions. De surcroît, les décisions budgétairesrécentes ne résultent pas directement de la Conférencenationale des pensions et n'ont dès lors pas leur place sur cesite.DO 2009201014460Vraag nr. 52 van de heer volksvertegenwoordiger JanMortelmans van 21 januari 2010 (N.) aan deminister van Pensioenen en Grote Steden:Departementen. - Gebouwen. - Warmte-, isolatie-, elektriciteits-en waterhuishouding.In verband met de warmte-, isolatie-, elektriciteits- enwaterhuishouding, in de gebouwen die ressorteren onderuw diensten rijzen volgende vragen.DO 2009201014460Question n° 52 de monsieur le député Jan Mortelmansdu 21 janvier 2010 (N.) au ministre des Pensionset des Grandes villes:Départements. - Bâtiments. - Gestion du chauffage, del'isolation, de l'électricité et de l'eau.Mes questions ont trait à la gestion du chauffage, de l'isolation,de l'électricité et de l'eau dans les bâtiments relevantde vos services.1. Hoeveel gebouwen ressorteren er onder uw diensten? 1. Combien de bâtiments relèvent-ils de vos services?2. a) Hoeveel kilowatt elektriciteit verbruiken dezegebouwen in het totaal per jaar, en dit voor de jaren 2008en 2009?b) Hoeveel personen zijn in het totaal tewerkgesteld indeze gebouwen?2. a) Quelle a été la consommation totale d'électricité deces bâtiments en 2008 et 2009?b) Combien de personnes au total sont occupées dans cesbâtiments?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

194 QRVA 52 10029-03-20103. a) Bij welke stroomleverancier(s) onttrekken dezegebouwen hun elektriciteit?b) Hoeveel percent groene stroom zit er in de stroom diedeze stroomleverencier(s) levert/leveren?4. Hoeveel van deze gebouwen zijn voorzien van eenelektrovoltaïsch systeem?5. Hoeveel van deze gebouwen zijn (deels) voorzien vanelektrische verwarming?6. a) Bij hoeveel van deze gebouwen is de vaste verlichtingvolledig voorzien van spaarlampen?b) Bij hoeveel van deze gebouwen is de vaste verlichtingvolledig voorzien van spaarlampen en/of tl-verlichting?c) Bij hoeveel van deze gebouwen werkt de vaste verlichting(deels) nog met klassieke lichtperen en/of halogeenlampen?7. a) In hoeveel van deze gebouwen wordt de vaste verlichting's avonds volledig gedoofd?3. a) De quel(s) fournisseur(s) provient l'électricitéconsommée dans ces bâtiments?b) Quel pourcentage représente l'électricité verte livréepar les fournisseurs en question?4. Parmi ces bâtiments, combien disposent-ils d'un systèmephotovoltaïque?5. Combien de bâtiments sont-ils chauffés (en partie) àl'électricité?6. a) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-ilentièrement assuré par des lampes économiques?b) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-il entièrementassuré par des lampes économiques et/ou des tubesfluorescents?c) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-ilencore (en partie) assuré par des ampoules à incandescenceclassiques et/ou des lampes halogènes?7. a) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-ilcomplètement éteint le soir?b) Gebeurt dit manueel of automatisch? b) L'extinction s'effectue-t-elle manuellement ou automatiquement?8. a) Hoeveel van deze gebouwen zijn voorzien vangevelverlichting en/of grondspots aan de buitenzijde?b) Blijft deze verlichting permanent branden, of enkel tijdensde nachturen, of enkel deels 's nachts?9. a) Hoeveel kubieke meter water verbruiken dezegebouwen in het totaal per jaar, en dit voor de jaren 2008en 2009?b) Hoeveel personen zijn in het totaal tewerkgesteld indeze gebouwen?8. a) Combien de bâtiments sont-ils équipés d'un éclairagede façade et/ou d'un éclairage par spots au sol?b) Cet éclairage fonctionne-t-il en permanence, uniquementla nuit ou seulement à certaines heures de la nuit?9. a) Quelle a été, en 2008 et 2009, la consommationtotale d'eau de ces bâtiments (en mètres cubes)?b) Combien de personnes au total sont occupées dans cesbâtiments?10. a) Hoeveel wc's tellen deze gebouwen in het totaal? 10. a) De combien de WC ces bâtiments sont-ils équipésau total?b) Hoeveel van deze wc's zijn uitgerust met een waterspaardrukknop?b) Combien de ces WC sont-ils dotés d'une commande dechasse d'eau économique?11. a) Hoeveel douches tellen deze gebouwen? 11. a) De combien de douches ces bâtiments sont-ilséquipés?b) Hoeveel van deze douches zijn uitgerust met eenwaterspaarkop?12. Hoeveel van deze gebouwen hebben een vollediggescheiden afwateringssysteem voor afval- en regenwater?13. Hoeveel van deze gebouwen hebben één of meerdereregenputten?14. a) Worden de leidingen en kranen van deze gebouwenautomatisch en regelmatig gecontroleerd op waterlekken?b) Combien de ces douches sont-elles dotées d'un pommeaude douche économique?12. Dans combien de ces bâtiments les systèmes d'évacuationdes eaux usées et de l'eau de pluie sont-ils totalementindépendants l'un de l'autre?13. Combien de bâtiments disposent-ils d'une ou plusieursciternes à eau de pluie?14. a) Les conduites et les robinets de ces bâtiments sontilscontrôlés systématiquement et régulièrement afin dedéceler les fuites?b) Zo ja, over welke tussenperiodes? b) Dans l'affirmative, à quel intervalle?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201019515. a) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegendverwarmd met aardgas en over hoeveel kubieke meteraardgas in totaal gaat het jaarlijks, wat 2008 en 2009betreft?b) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegend verwarmdmet stookolie en over hoeveel liter stookolie intotaal gaat het jaarlijks, wat 2008 en 2009 betreft?c) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegend verwarmdmet elektriciteit en over hoeveel kilowatt elektriciteitin totaal gaat het jaarlijks, wat 2008 en 2009 betreft?d) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegend verwarmdmet een andere energiebron, en welke?16. a) Hoeveel verwarmingsinstallaties in deze gebouwenhebben een rendement dat lager is dan 95%?15. a) Parmi ces bâtiments, combien sont-ils principalementchauffés au gaz naturel, et quelle quantité totale degaz (en mètres cubes) a-t-elle été consommée annuellementen 2008 et 2009?b) Combien de ces bâtiments sont-ils essentiellementchauffés au mazout, et quelle quantité totale de mazout (enlitres) a-t-elle été consommée annuellement en 2008 et2009?c) Combien de bâtiments sont-ils essentiellement chauffésà l'électricité, et quelle a été la consommation annuelletotale d'électricité (en kilowatts) en 2008 et 2009?d) Combien de bâtiments sont-ils principalement chauffésau moyen d'autres sources d'énergie, et quelles sontelles?16. a) Combien d'installations de chauffage équipant cesbâtiments ont-elles un rendement inférieur à 95%?b) Wordt dit rendement jaarlijks gemeten? b) Ce rendement est-il mesuré chaque année?17. Hoeveel van deze gebouwen bezitten een warmtepomp?18. Hoeveel van deze gebouwen bezitten een zonnepanelensysteemdat met water en zonne-energie voorverwarmt?19. In hoeveel van deze gebouwen zijn alle warmwaterleidingengeïsoleerd?20. In hoeveel van deze gebouwen zijn alle ramen uitgerustmet dubbel glas en bij hoeveel gebouwen zijn alleramen uitgerust met superisolerend dubbel glas?21. In hoeveel van deze gebouwen zijn alle buitenmurengeïsoleerd volgens de vigerende normen?22. In hoeveel van deze gebouwen zijn de daken geïsoleerdvolgens de vigerende normen?23. Hoeveel van deze gebouwen hebben een airconditioningsysteem?24. Hoeveel van deze gebouwen zijn passieve gebouwen?25. Hoeveel van deze gebouwen hebben een energie- ofisolatie-audit ondergaan?Antwoord van de minister van Pensioenen en GroteSteden van 26 maart 2010, op de vraag nr. 52 van deheer volksvertegenwoordiger Jan Mortelmans van21 januari 2010 (N.):17. Parmi ces bâtiments, combien sont-ils équipés d'unepompe à chaleur?18. Combien de ces bâtiments sont-ils équipés de panneauxsolaires thermiques?19. Dans combien de ces bâtiments toutes les conduitesd'eau chaude sont-elles isolées?20. Dans combien de ces bâtiments toutes les fenêtressont-elles équipées de double vitrage et dans combien debâtiments sont-elles toutes équipées de vitrage super isolant?21. Dans combien de ces bâtiments tous les murs extérieurssont-ils isolés conformément aux normes envigueur?22. Combien de ces bâtiments ont-ils une toiture isoléeconformément aux normes en vigueur?23. Combien de ces bâtiments sont-ils équipés d'un systèmede conditionnement d'air?24. Combien de ces bâtiments sont-ils des immeublespassifs?25. Combien de ces bâtiments ont-ils fait l'objet d'unaudit en matière d'énergie ou d'isolation?Réponse du ministre des Pensions et des Grandesvilles du 26 mars 2010, à la question n° 52 de monsieurle député Jan Mortelmans du 21 janvier 2010 (N.):A. Rijksdienst voor Pensioenen A. Office National des Pensions1. 14 1. 14.2. a) 2008: 9 923 178 2. a) 2008: 9 923 1782009: gedeeltelijke gegevens: 11 sites, waarvan de Zuidertoren,op 14: 9 674 905b) 2150 b) 21502009: données partielles 11 sites, dont la Tour du Midi,sur 14: 9 674 905K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

196 QRVA 52 10029-03-20103. a) Electrabel 3. a) Electrabelb) 100 % b) 100%4. Geen 4. Aucun5. Geen 5. Aucun6. a) Elk gebouw is ervan voorzien, maar enkel gedeeltelijk.b) Elk gebouw is zowel van spaarlampen als van tl-verlichtingvoorzien.c) Geen c) Aucun7. a) In alle gebouwen. 7. a) Dans tous les sitesb) In de Zuidertoren: automatisch om 20.00 uur; in deandere gebouwen: manueel8. Geen 8. Aucun.9. a) 2008: 48 328 9. a) 2008: 48 3282009: voor 6 sites, waarvan de Zuidertoren, op 14: 41454b) 2150 b) 21506. a) Chaque site en est équipé, mais uniquement demanière partielleb) Chaque site est équipé à la fois de lampes économiqueset d'éclairage TLb) A la Tour du Midi: de manière automatique à20.00heures; dans les autres sites, de manière manuelle2009: pour six sites, dont la Tour du Midi, sur 14: 41 45410. a) 495 wc's (en 308 urinoirs) 10. a) 495 WC (et 308 urinoirs)b) 11 wc's b) 11 WC11. a) 19 11. a) 19b) Geen b) Aucune.12. Geen 12. Aucun.13. Geen 13. Aucun.14. a) Ja. 14. a) Oui.b) Semestrieel b) Une fois par semestre.15. a) 8 gebouwen in 2008: 1 666 816 kWh 15. a) 8 sites en 2008: 1 666 816 kWhen 9 gebouwen in 2009: gegevens gekend voor 7 gebouwen:1 560 155 kWhWat betreft de Zuidertoren, wordt ook een verbruik van237 502 kWh aardgas voor 2008 en van 276 030 kWh voor2009 vastgesteld; dit verbruik is exclusief bestemd voor dekeukens en het appartement van de huisbewaarder.De lokalen, met een klein volume, van twee sites (Malmedyen Mouscron), vallen onder het stelsel van de medeëigendom,waardoor het aparte verbruik niet kan wordenbepaald.et 9 sites en 2009: données connues pour 7 sites: 1 560155 kWhEn ce qui concerne la Tour du Midi, une consommationde gaz naturel de 237 502 kWh pour 2008 et de 276 030kWh pour 2009 est aussi observée; cette consommation estdestinée exclusivement aux cuisines et à l'appartement duconcierge.Les locaux, de faible volume, de deux sites (Malmedy etMouscron) sont soumis au régime de la Copropriété, ce quisignifie qu'aucune consommation ne peut être isolée.b) 4 gebouwen in 2008: 743 225 liter b) 4 sites en 2008: 743 225 litresen 3 gebouwen in 2009: 740 963 literc) Geen c) Aucund) Geen d) Aucunet 3 sites en 2009: 740 963 litres16. a) Het rendement ligt tussen 90 en 95%. 16. a) Les rendements sont compris entre 90 et 95%.b) Ja. b) Oui.17. Geen 17. Aucun.18. Geen 18. Aucun.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201019719. Wat betreft de warmwaterleidingen bestemd voor deverwarming, zijn ze volledig geïsoleerd in minimum 4sites.20. 13 gebouwen zijn volledig voorzien van dubbel glas,maar geen enkel gebouw is voorzien van superisolerendglas.21. Alle. 21. Tous.22. Alle. 22. Tous.23. 9. 23. 9.24. Geen 24. Aucun.25. 1 (de Zuidertoren), de energieaudit is uitgevoerd ende energieboekhouding is operationeel.4 sites in het Vlaamse Gewest zijn het onderwerp van eenprocedure van energieprestatiecertificaat.19. En ce qui concerne les canalisations d'eau chaudedestinées au chauffage, elles sont complètement isoléesdans 4 sites au moins.20. 13 sites sont totalement équipés de doubles vitrages,mais aucun d'entre eux n'est pourvu de vitres superisolantes.25. 1 (la Tour du Midi), l'audit énergétique a été exécutéet la comptabilité énergétique est opérationnelle.4 sites en Région flamande sont l'objet d'une procédurede certificat de performance énergétique.B. Pensioendienst van de Overheidssector. B. Service des Pensions du Secteur Public.De Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS)maakt als huurder gebruik van twee verdiepingen van hetEurostation II- gebouw dat gelegen is naast het Zuidstationte Brussel. Dit gebouw wordt, tezamen met het aanpalendeEurostation I - gebouw voor alles wat de technischeuitbating aangaat, beheerd door een ploeg van de Regie derGebouwen. Principebeslissingen inzake uitbating enbeheer worden genomen in samenspraak met de Raad vanBeheer, bestaande uit vertegenwoordigers van de onderscheidenbezettende overheidsdiensten en de Regie derGebouwen. Gemeenschappelijke werkingskosten wordenomgeslagen volgens een overeengekomen verdeelsleutel,gebaseerd op het aantal m² ingenomen ruimte door iederehuurder.Daarom is het voor de PDOS niet mogelijk om eenafdoend antwoord te geven op de door u gestelde vragendie technisch van aard zijn en het volledige gebouw betreffen.Ik verzoek u dan ook deze vragen te stellen aan deminister die de Regie der Gebouwen onder zijn bevoegdheidheeft.Le Service des Pensions du Secteur Public (SdPSP)occupe en sa qualité de locataire deux étages du bâtimentEurostation II, lequel se situe à côté de la gare du Midi àBruxelles. Pour son exploitation technique, ce bâtiment estgéré par une équipe de la Régie des Bâtiments, en mêmetemps que celui avoisinant de l'Eurostation I. Les décisionsde principe concernant l'exploitation et la gestion sont prisesen concertation avec le Comité de gestion, lequel estcomposé de représentants des différents services publicsoccupant l'édifice et de la Régie des Bâtiments. Les fraisde gestion communs sont répartis selon une clé de répartitionconcertée et basée sur le nombre de m² occupé parchaque locataire.C'est la raison pour laquelle le SdPSP n'est pas en mesurede délivrer une réponse adéquate aux questions posées,questions d'ordre technique et concernant le bâtiment dansson entièreté. Je ne puis donc que vous suggérer de soumettrevos questions au ministre compétent pour la Régiedes Bâtiments.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

198 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015068Vraag nr. 66 van de heer volksvertegenwoordigerChristian Brotcorne van 23 februari 2010 (Fr.)aan de minister van Pensioenen en Grote Steden:Pensionering om gezondheidsredenen in de overheidssector.- Verslag van het Rekenhof.In een verslag van december 2009 onderzoekt het Rekenhofde regeling van het rustpensioen wegens lichamelijkeongeschiktheid, een pensioenregeling die eigen is aan deoverheidssector. In de particuliere sector krijgt een werknemerin geval van invaliditeit tot de normale pensioenleeftijdeen uitkering van het RIZIV, waarna hij overstapt inhet pensioenstelsel. In de overheidssector wordt een statutairambtenaar op pensioen gesteld zodra zijn invaliditeitwerd vastgesteld door de bevoegde dienst MedischeExpertise. Het pensioen wordt in dat geval betaald door dePDOS (Pensioendienst voor de overheidssector).Het Rekenhof formuleert verscheidene aanbevelingen,die als volgt kunnen worden samengevat:- de regel die bepaalt dat het personeelslid op eenbepaalde datum voor de dienst Medische Expertise moetverschijnen, moet opnieuw worden ingevoerd. In elk gevalmoeten de werkgevers van de overheidssector worden herinnerdaan de verplichting om de verschijning voor dedienst Medische Expertise te vragen. Momenteel lopen determijnen sterk uiteen, wat een ongelijke behandeling vande personeelsleden van het openbaar ambt in de handwerkt, en financiële gevolgen heeft voor de Staat, die depensioenlasten moet dragen;- de diensten Medische Expertise moeten meer tijd krijgenom hun beslissing te formuleren, want de huidige termijnvan dertig dagen is te kort;- de mogelijkheden op het vlak van reaffectatie moetenworden verbeterd, wanneer de ambtenaar in staat is om eenandere functie uit te oefenen.In antwoord op het verslag van het Rekenhof stelde u datde opmerkingen van het Rekenhof niet onder uw bevoegdheidvallen en opperde u dat deze reflectie zou moetenplaatsvinden met de verschillende openbare werkgevers,bijvoorbeeld in het Gemeenschappelijk Comité voor alleoverheidsdiensten.1. De wijziging van de wettelijke en reglementaire bepalingenbetreffende de statuten van de overheidssectorbehoort inderdaad niet tot uw bevoegdheden. Heeft u desondankscontact opgenomen met de minister van Ambtenarenzaken,meer bepaald om oplossingen te vinden voorde financiering van de overheidspensioenen (de pensioenenwegens lichamelijke ongeschiktheid worden immersbetaald door de PDOS)?DO 2009201015068Question n° 66 de monsieur le député ChristianBrotcorne du 23 février 2010 (Fr.) au ministre desPensions et des Grandes villes:La mise à la retraite pour raisons de santé dans le secteurpublic. - Rapport de la Cour des comptes.Dans un rapport de décembre 2009, la Cour des comptesanalyse le système de la pension de retraite pour inaptitudephysique qui est un régime spécifique au secteur public.En effet, dans le secteur privé, un salarié qui devient invalideperçoit une allocation de l'INAMI jusqu'à l'âge de lapension, moment où le salarié entre dans le régime de lapension. Dans le secteur public, le fonctionnaire statutaireest mis directement à la retraite lorsque son invalidité estconstatée par un service d'expertise médicale. La pensionest alors payée par le SdPSP (Service des pensions du secteurpublic).La Cour des comptes formule plusieurs recommandationsque l'on peut résumer comme suit:- réintroduire la règle de la demande de comparution àune date définie et, en tous cas, rappeler aux employeurspublics l'obligation de demander la comparution del'agent. Actuellement, les délais sont disparates, ce quiimplique des inégalités entre les agents du service public etdes conséquences budgétaires pour l'État qui a la charge deces pensions;- donner plus de temps aux services d'expertise médicalepour rendre leurs décisions car le délai actuel de trentejours est insuffisant;- améliorer les possibilités de réaffectation lorsque lefonctionnaire est apte à l'exercice d'une autre fonction.En réponse au rapport de la Cour des comptes, vous avezrépondu que les remarques de la Cour des comptesn'entraient pas dans vos compétences et vous suggérez demener cette réflexion avec les divers employeurs publics,par exemple au sein du Comité commun à l'ensemble desservices publics.1. Bien que la modification des textes légaux et réglementairesrelatifs aux statuts du secteur public ne fasse paspartie de vos compétences, avez-vous pris contact avec laministre en charge de la Fonction publique, notammentafin de trouver des solutions pour le financement des pensionspubliques, les pensions pour inaptitude physiqueétant payées par le SdPSP?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20101992. Bent u van plan om een bredere reflectie op gang tebrengen met het oog op een harmonisatie van de verschillendeBelgische pensioenregelingen?Antwoord van de minister van Pensioenen en GroteSteden van 25 maart 2010, op de vraag nr. 66 van deheer volksvertegenwoordiger Christian Brotcorne van23 februari 2010 (Fr.):De problematiek die door het Rekenhof werd opgeworpen,belangt meerdere overheden aan. Terwijl de pensioenwetgevingeen federale materie is gebleven, valt hetpersoneelsstatuut daarentegen gedeeltelijk onder debevoegdheid van de gefedereerde entiteiten, de lokale enprovinciale besturen, de overheidsbedrijven. De federaleminister van Ambtenarenzaken is enkel bevoegd voor hetpersoneelsstatuut van de federale ambtenaren.Het is dan ook in deze context dat het geachte lid mijnantwoord aan het Rekenhof moet interpreteren. Op 1 maart2010 heb ik de opmerkingen van dit hoog College eveneensvoorgelegd aan de verschillende overheden die vertegenwoordigdzijn in het Comité A. Ik herhaal nochtans datik dienaangaande geen enkele bevoegdheid heb om beslissingenop te leggen.De problematiek van de financiering van de overheidspensioenenis nauw verwant met de discussie over de responsabiliseringsbijdrage.Deze discussie raakt echter deafspraken die gemaakt zijn rond de financieringswet en hetstabiliteitspact hetgeen betekent dat een structurele oplossingvoor de financiering van de overheidspensioenenenkel mogelijk is in het kader van een ruim communautairdebat.De harmonisering van de Belgische pensioenstelsels iseen thema van de Nationale Pensioenconferentie waarvande resultaten nu nog niet gekend zijn.2. Envisagez-vous de mener une réflexion plus largevisant à harmoniser les différents régimes de pensions belges?Réponse du ministre des Pensions et des Grandesvilles du 25 mars 2010, à la question n° 66 de monsieurle député Christian Brotcorne du 23 février 2010 (Fr.):La problématique évoquée par la Cour des comptesconcerne plusieurs autorités. Alors que la législation enmatière de pension est restée une matière fédérale, le statutdu personnel est pour partie de la compétence des entitésfédérées, des administrations locales et provinciales, desentreprises publiques. La ministre fédérale de la Fonctionpublique n'est compétente que pour le statut du personneldes fonctionnaires fédéraux.C'est par conséquent dans ce contexte que l'honorablemembre doit interpréter la réponse que j'ai donnée à laCour des comptes. J'ai également relayé les préoccupationsde ce haut Collège auprès des différentes autorités représentéesau Comité A en date du 1er mars 2010. Je rappelletoutefois que je n'ai cependant aucune compétence pourimposer des décisions à cet égard.La problématique du financement des pensions du secteurpublic est étroitement liée à la discussion relative à lacotisation de responsabilisation. Cette discussion touchecependant aux accords qui ont eu lieu autour de la loi definancement et du pacte de stabilité, ce qui signifie qu'unesolution structurelle pour le financement des pensions dusecteur public n'est possible que dans le cadre d'un largedébat communautaire.L'harmonisation des régimes de pension est un thème dela Conférence Nationale des Pensions dont les résultats nesont pas encore connus.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

200 QRVA 52 10029-03-2010Minister van JustitieMinistre de la JusticeDO 2009201011469Vraag nr. 45 van de heer volksvertegenwoordigerRenaat Landuyt van 08 december 2009 (N.) aande minister van Justitie:De gerechtelijke achterstand.Ik verwijs naar de wet van 26 april 2007 tot wijzigingvan het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijdenvan de gerechtelijke achterstand. Enkele topmagistratenbeweren in De Tijd van 3 april 2009 evenwel dat sindsdiende achterstand in de meeste hoven en rechtbanken nog isaangedikt.DO 2009201011469Question n° 45 de monsieur le député Renaat Landuytdu 08 décembre 2009 (N.) au ministre de laJustice :L'arriéré judiciaire.Je me réfère à la loi du 26 avril 2007 modifiant le Codejudiciaire en vue de lutter contre l'arriéré judiciaire. Dansle journal "De Tijd" du 3 avril 2009, plusieurs hauts magistratsont affirmé que, depuis l'instauration de cette loi,l'arriéré auquel sont confrontés la plupart des cours et tribunauxn'a cessé de croître.1. a) Klopt dit? 1. a) Pouvez-vous confirmer la véracité de cette affirmation?b) Kunt u precieze cijfers geven over de evolutie van degerechtelijke achterstand in 2007, 2008 en 2009?2. Hoe komt het dat, ondanks de wet, de achterstand nogtoeneemt?b) Pouvez-vous me communiquer des chiffres précisrelatifs à l'évolution de l'arriéré judiciaire en 2007, 2008 et2009?2. Comment expliquer que, malgré l'instauration de cetteloi, l'arriéré devient toujours plus important?3. Overweegt u maatregelen te nemen? 3. Envisagez-vous de prendre des mesures afin d'y remédier?Antwoord van de minister van Justitie van 23 maart2010, op de vraag nr. 45 van de heer volksvertegenwoordigerRenaat Landuyt van 08 december 2009 (N.):1. a) De realiteit van de gerechtelijke achterstand is veelcomplexer dan u voorstelt. Men kan niet zomaar besluitendat dit klopt.Vooreerst is het belangrijk te melden dat er geen eenduidigedefinitie is van "gerechtelijk achterstand". Er circulerendiverse concepten van achterstand.Tot recent beschouwde men een zaak die langer dan zesmaanden moest wachten op een pleitdatum na de instaatstellingvan de zaak door de advocaten, als achterstand.Maar sinds de wet van 26 april 2007 tot wijziging van hetGerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijden van degerechtelijke achterstand moet de rechter uiterlijk zesweken na de inleidingszitting een zittingsdag vastleggen.De termijn van zes maanden is dus niet langer relevant alsindicator. We moeten dus op zoek naar een nieuwe indicator.Réponse du ministre de la Justice du 23 mars 2010, àla question n° 45 de monsieur le député RenaatLanduyt du 08 décembre 2009 (N.):1. a) La réalité de l'arriéré judiciaire est beaucoup pluscomplexe que vous ne le pensez. On ne peut pas conclureaussi simplement que les affirmations évoquées sont exactes.Tout d'abord, il est important de signaler qu'il n'existe pasde définition univoque de "l'arriéré judiciaire". Plusieursconcepts circulent à ce sujet.Jusqu'il y a peu, toute affaire devant attendre une dated'audience de plaidoirie plus de six mois après sa mise enétat par les avocats était considérée comme faisant partiede l'arriéré. Toutefois, depuis la loi du 26 avril 2007 modifiantle Code judiciaire en vue de lutter contre l'arriéréjudiciaire, le juge doit fixer l'affaire au plus tard six semainesaprès l'audience d'introduction. Le délai de six moisn'est donc plus un indicateur pertinent. Nous devons doncen rechercher un nouveau.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010201Een van de mogelijkheden is nagaan of de output vaneindarresten in een rechtbank gelijke tred houdt of hogerligt dan de input van nieuwe zaken. Dit is immers een indicatievan een groeiende of afnemende achterstand. Maardaaraan koppelt men best een tweede indicator, met namede doorlooptijd.Zoals u weet heeft mijn voorganger het initiatief genomenvoor een werklastmeting te organiseren binnen demagistratuur en gerechtspersoneel van de zetel.Het Vast Bureau Statistiek en Werklastmeting heeft in2009 belangrijk werk verzet. In het kader van de statistiekenhebben zij een overzicht gemaakt van de evolutie vanhet aantal dossiers in burgerlijke zaken binnen de hovenvan beroep.Uit hun overzicht blijkt dat het aantal van eindarrestensinds 2000 groter is dan de input van nieuwe zaken. Daardooris het aantal hangende zaken jaar na jaar gezakt van63.995 in 2000 naar 40.615 in 2008.Dit getal komt niet noodzakelijk overeen met de achterstandomdat hierin ook zaken opgenomen zijn die pasrecentelijk ingeleid zijn. Deze kunnen moeilijk als achterstandworden gedefinieerd.Daarom moet ook de doorlooptijd in rekening wordengenomen. Als we kijken naar het aantal burgerlijke zakendat gedurende meer dan een jaar hangende is voor dehoven van beroep, zien we dat het aantal van deze langdurigezaken zakte van 49.834 in 2000 naar 26.329 in 2008.Uit deze, partiële, cijfers blijkt dus dat de hoven erin slagende gerechtelijk achterstand fors af te bouwen.Het Vast Bureau Statistiek en Werklastmeting werkt nuaan gelijkaardige betrouwbare cijfers voor de correctionelezaken in de hoven van beroep zodat we een volledig beeldhebben van de evolutie van de hangende zaken met eenduurtijd van meer dan één jaar. Naar mate de werklastmetingverder wordt uitgebouwd zal het Vast Bureau gelijkaardigecijfers van alle rechtbanken kunnen geven.b) Voorlopig beschikken we voor de overige rechtbankenenkel over cijfers van het aantal inkomende zaken en hetaantal eindarresten, zónder duurtijd.Voor de concrete cijfers verwijs ik u naar de brochure"Justitie in Cijfers 2008" die u kan terug vinden op de websitevan de FOD Justitie. Voor cijfers van 2009 is het tevroeg.Une des possibilités est de vérifier si l'output d'arrêtsdéfinitifs dans un tribunal est équivalent ou supérieur àl'input de nouvelles affaires. En effet, c'est une indicationde l'augmentation ou de la diminution de l'arriéré. Il esttoutefois préférable d'y associer un deuxième indicateur, àsavoir le délai de traitement.Comme vous savez, mon prédécesseur a pris l'initiatived'organiser une mesure de la charge de travail au sein de lamagistrature et du personnel judiciaire du siège.Le Bureau permanent Statistiques et Mesure de la chargede travail a accompli un travail important en 2009. Dans lecadre des statistiques, il a dressé un aperçu de l'évolutiondu nombre de dossiers en matière civile dans les coursd'appel.Il en ressort que depuis 2000, le nombre d'arrêts définitifsest supérieur à l'input de nouvelles affaires. De ce fait, lenombre d'affaires pendantes est passé au fil des années de63.995 en 2000 à 40.615 en 2008.Ces chiffres ne correspondent pas nécessairement àl'arriéré car ils englobent également des affaires qui n'ontété introduites que récemment. Or, celles-ci peuvent difficilementêtre définies comme faisant partie de l'arriéré.C'est la raison pour laquelle il convient également detenir compte du délai de traitement. Si nous examinons lenombre d'affaires civiles qui ont été pendantes durant plusd'un an devant les cours d'appel, nous constatons que lenombre de ces affaires de longue durée a diminué de49.834 en 2000 à 26.329 en 2008.Il ressort donc de ces chiffres, certes partiels, que lescours parviennent à réduire fortement l'arriéré judiciaire.Le Bureau permanent Statistiques et Mesure de la chargede travail s'emploie actuellement à obtenir des chiffres fiablesde même type pour les affaires correctionnelles dansles cours d'appel afin que nous ayons un panorama completde l'évolution des affaires pendantes depuis plus d'un an. Àmesure que se développera la mesure de la charge de travail,le Bureau permanent sera à même de fournir des chiffresanalogues pour tous les tribunaux.b) Pour les autres tribunaux, nous ne disposons provisoirementque de chiffres concernant le nombre d'affairesentrantes et le nombre d'arrêts définitifs, sans indication dedurée.Pour les chiffres concrets, je vous renvoie à la brochure"Justice en chiffres 2008", que vous pouvez trouver sur lesite internet du SPF Justice. Les chiffres de 2009 ne sontpas encore disponibles.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

202 QRVA 52 10029-03-2010Daaruit blijkt dat voor de meeste rechtbanken de nieuween afgehandelde zaken in de periode 2000-2008 gelijketred houden. Voor zowel de burgerlijke als de strafrechtelijkafdelingen van de rechtbanken van eerste aanleg laghet aantal afgehandelde zaken vaak hoger dan het aantalnieuwe zaken.Alleen bij burgerlijke jeugdzaken zien we een stijgingvan nieuwe zaken die het aantal afgehandelde zaken overtreft.En ook voor de strafrechtafdelingen van de hovenvan beroep werden er tussen 2004 en 2007 minder zakenafgehandeld dan er bijkwamen. In 2008 werd deze trendgekeerd.De vraag of het aantal eindarresten er in slaagt om gelijketred te houden of beter doet dan de input van nieuwezaken, is slechts een indicator van een groeiende of afnemendeachterstand. Maar de meeste rechtbanken doen hetop dit vlak echter zeer goed, zodat niet kan worden beslotendat de achterstand in globo aandikt.Maar, in het algemeen is het misschien wenselijk om inde toekomst een indicator te ontwikkelen voor achterstanddie rekening houdt met de doorlooptijd van een zaak of deduurtijd van een hangende zaak.2. In de meeste hoven en rechtbanken is er een afnamevan het aantal hangende zaken. De problemen in de jeugdzakenen strafrechtelijke afdelingen bestonden al voor dewet. Er is integendeel in 2008 een kentering voor de hovenvan beroep. Het is nu wachten op cijfers van 2009.3. De werklastmeting is lopende en krijgt mijn vollesteun. Ik wens eind dit jaar een debat te voeren over de tijdelijkekaders van de raadsheren in de hoven van beroep ennaar structurele maatregelen te gaan, rekening houden metde eerste voorlopige resultaten van de werklastmeting. Diezijn misschien niet definitief sluitend, omdat het gaat omeen eerste nulmeting, maar misschien wel richtinggevendom een debat te voeren over de tijdelijke raadsheren en deaanvullende kamers bij de hoven van beroep.Pour la plupart des tribunaux, il apparaît que les nouvellesaffaires et les affaires clôturées ont suivi la même tendanceau cours de la période 2000-2008. Tant dans lessections civiles que dans les sections pénales des tribunauxde première instance, le nombre d'affaires clôturées étaitsouvent plus élevé que celui des nouvelles affaires.Seules les nouvelles affaires civiles en matière de jeunessesont en augmentation et dépassent le nombre d'affairesclôturées. De même, dans les sections pénales descours d'appel, entre 2004 et 2007, le nombre d'affaires clôturéesétait inférieur au nombre d'affaires entrantes. Cettetendance s'est inversée en 2008.La question de savoir si on arrive à un nombre d'arrêtsdéfinitifs équivalent ou supérieur à l'input de nouvellesaffaires constitue uniquement un indicateur d'une augmentationou d'une diminution d'un arriéré. Mais la plupart destribunaux obtiennent de très bons résultats dans cedomaine, de sorte qu'il ne peut être dit que l'arriéré augmenteglobalement.Néanmoins, il est peut-être souhaitable de manière généralede développer à l'avenir un indicateur concernantl'arriéré qui tienne compte du délai de traitement d'uneaffaire ou de la durée d'une affaire pendante.2. Dans la plupart des cours et tribunaux, le nombred'affaires pendantes diminue. Les problèmes rencontrés enmatière de jeunesse et dans les sections pénales existaientdéjà avant la loi. Un revirement s'est par contre produit en2008 pour ce qui est des cours d'appel. il faut à présentattendre les chiffres de 2009.3. La mesure de la charge de travail est en cours et reçoittout mon soutien. Je souhaite mener un débat à la fin decette année sur les cadres temporaires de conseillers dansles cours d'appel et passer à des mesures structurelles, entenant compte des premiers résultats provisoires de lamesure de la charge de travail. Ils ne sont peut-être pasdéfinitivement concluants car il s'agit d'une premièremesure de référence, mais ils permettront sans doute dedonner une orientation en vue d'un débat sur les conseillerstemporaires et les chambres supplémentaires près les coursd'appel.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010203DO 2009201012057Vraag nr. 186 van de heer volksvertegenwoordiger BertSchoofs van 16 december 2009 (N.) aan deminister van Justitie:Ouders. - Omgangsrechts kinderen. - Informatie (SV 756).Mijn vraag betreft het inlichten van ouders die niet overhet omgangsrecht beschikken naar aanleiding van feitenwaarvan hun kinderen het slachtoffer zijn.Eind juni 2009 stierf een peuter, vermoedelijk tengevolge van een accidentele inname van methadon. Hetkind stond onder de hoede van zijn moeder en had naarverluidt nog geen omgangsrecht met de vader, die ditpoogde te verkrijgen via gerechtelijke weg.De vader van het kind diende het overlijden van zijnzoontje te vernemen via de krant en werd blijkbaar nietingelicht door het parket.1. Bestaan er standaardprocedures om ouders aan wie hetomgangsrecht (nog) niet toegewezen is in te lichten overfeiten die het voorwerp uitmaken van een gerechtelijk- ofopsporingsonderzoek met betrekking tot hun kinderen?2. Zo neen, bent u bereid om op dit vlak de nodige maatregelente treffen opdat een minimum aan informatie kanworden verstrekt aan de ouders die zich in de hiervoorgeschetste situatie bevinden?Antwoord van de minister van Justitie van 24 maart2010, op de vraag nr. 186 van de heervolksvertegenwoordiger Bert Schoofs van 16 december2009 (N.):1. Wat betreft het inlichten van ouders die niet over hetrecht op persoonlijk contact met hun kinderen beschikkenin de zin van artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek overfeiten die het voorwerp uitmaken van een gerechtelijk ofopsporingsonderzoek met betrekking tot hun kinderen, zijner geen specifieke regels in de wet voorzien.Niettemin bepaalt artikel 3bis, eerste lid van de VoorafgaandeTitel van het Wetboek van Strafvordering datslachtoffers van misdrijven en hun verwanten zorgvuldigen correct dienen te worden bejegend, in het bijzonder doorde terbeschikkingstelling van de nodige informatie en, invoorkomend geval, het bewerkstelligen van contact met degespecialiseerde diensten en met name met de justitieassistenten.DO 2009201012057Question n° 186 de monsieur le député Bert Schoofs du16 décembre 2009 (N.) au ministre de la Justice :Parents. - Droit aux relations personnelles entre parents etenfants. - Information.Ma question concerne l'information à fournir aux parentsne disposant pas d'un droit de visite à propos de faits dontleurs enfants ont été victimes.Fin juin 2009, un jeune enfant est décédé, probablementà la suite d'une ingestion accidentelle de méthadone. Lagarde de l'enfant avait été confiée à sa mère et il n'entretenait,semble-t-il, encore aucune relation personnelle avecson père qui avait tenté d'obtenir un droit de visite par lavoie judiciaire.Il a fallu que le père apprenne le décès de son enfant parla presse et il n'avait manifestement pas été informé par leparquet.1. Existe-t-il des procédures standard pour informer lesparents qui n'ont pas (encore) obtenu de droit de visite àpropos de faits concernant leurs enfants, faits faisant l'objetd'une instruction ou d'une information judiciaire?2. Dans le cas contraire, êtes-vous disposé à prendre lesmesures nécessaires dans ce domaine afin qu'un minimumd'informations puissent être fournies aux parents se trouvantdans la situation évoquée ci-dessus?Réponse du ministre de la Justice du 24 mars 2010, àla question n° 186 de monsieur le député Bert Schoofsdu 16 décembre 2009 (N.):1. Aucune règle spécifique n'est prévue dans la loiconcernant l'information des parents ne disposant pas dudroit d'entretenir des contacts personnels avec leursenfants, au sens de l'article 374 du Code civil, sur des faitsqui font l'objet d'une instruction ou d'une informationconcernant leurs enfants.L'article 3bis, alinéa 1er, du Titre Préliminaire du Coded'Instruction criminelle dispose que les victimes d'infractionset leurs proches doivent être traitées de façon correcteet consciencieuse, en particulier en leur fournissant l'informationnécessaire, et en les mettant, s'il échet, en contactavec les services spécialisés et, notamment, avec les assistantsde justice.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

204 QRVA 52 10029-03-2010De magistraten en het personeel van de parketten enrechtbanken moeten iemand die slachtoffer is van een misdrijfof zijn verwanten zorgvuldig en correct bejegenen,hen de nodige informatie verstrekken en zonodig verwijzennaar de gespecialiseerde diensten. Zij worden hierinbijgestaan door justitieassistenten voor het slachtofferonthaal.De magistraat die het dossier behandelt, beslist overde tussenkomst van een justitieassistent voor slachtofferonthaal.De magistraat houdt rekening met de ernst van delichamelijke, psychologische, materiële of sociale gevolgenvan het misdrijf waarvan men slachtoffer is, en met derelatie tussen het slachtoffer en de dader. Bij zware misdrijvenzal hij de justitieassistent steeds vragen om zijn dienstverleningaan te bieden. Zo kan de justitieassistentoptreden als tussenpersoon tussen het slachtoffer en degerechtelijke overheden zoals het parket of de onderzoeksrechteren informatie doorgeven over de stand van de procedure.Van deze regeling kunnen gebruik maken:- slachtoffers van misdaden of wanbedrijven en hun verwanten;- slachtoffers en/of verwanten van slachtoffers van verkeersongevallenmet doden of zwaar gekwetsten alsgevolg;- nabestaanden van personen die in verdachte omstandighedenzijn overleden;- verwanten van vermiste personen, als de vermissing alsonrustwekkend wordt beschouwd.Uw vragen werden overgemaakt aan de gerechtelijkeoverheden teneinde u verder te kunnen inlichten over hunwerking hieromtrent.Les magistrats ainsi que le personnel des parquets et destribunaux doivent traiter la victime d'une infraction ou sesproches de façon correcte et consciencieuse, lui fournirl'information nécessaire et, au besoin, l'orienter vers lesservices spécialisés. Ils sont assistés dans cette tâche pardes assistants de justice pour l'accueil des victimes. Lemagistrat en charge du dossier décide de l'intervention d'unassistant de justice pour l'accueil des victimes. Le magistrattient compte de la gravité des conséquences physiques,psychologiques, matérielles ou sociales de l'infraction donton est victime, ainsi que de la relation entre la victime etl'auteur. En cas d'infraction grave, il demandera systématiquementà l'assistant de justice de proposer ses services.L'assistant de justice pourra notamment intervenir commeintermédiaire entre la victime et les autorités judiciaires,comme le parquet ou le juge d'instruction et transmettredes informations concernant l'état d'avancement de la procédure.Les personnes qui peuvent bénéficier de ce dispositifsont les suivantes:- les victimes de crimes ou de délits et leurs proches;- les victimes et/ou proches de victimes d'accidents de lacirculation ayant entraîné la mort ou de graves blessures;- les proches de personnes décédées dans des circonstancessuspectes;- les proches de personnes disparues, lorsque la disparitionest qualifiée d'inquiétante.Vos questions ont été transmises aux autorités judiciairesafin de pouvoir vous renseigner davantage sur leur fonctionnementen la matière.DO 2009201012102Vraag nr. 219 van de heer volksvertegenwoordigerBruno Stevenheydens van 16 december 2009 (N.)aan de minister van Justitie:Het verwittigen via telefoon of e-post bij uitstel van eenzaak op de rechtbank (SV 497).Recentelijk stelde veiligheidsexpert de heer Brice DeRuyver het gebrek aan verandering bij Justitie aan de kaak.Een aantal zaken - die momenteel verkeerd lopen of getuigenvan de mentaliteit bij Justitie - zouden binnen de weekveranderd kunnen worden.DO 2009201012102Question n° 219 de monsieur le député BrunoStevenheydens du 16 décembre 2009 (N.) auministre de la Justice :La notification par téléphone ou courriel d'une remise decause au tribunal.Monsieur Brice De Ruyver, expert en sécurité, a récemmentpointé du doigt le manque de changements au niveaude la Justice. Plusieurs problèmes actuels, parfois révélateursd'une certaine mentalité à la Justice, pourraient êtrerésolus en une semaine.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20102051. Waarom kunnen burgers en advocaten niet per e-postof telefoon door de griffie verwittigd worden dat de zaakwordt uitgesteld zodat mensen niet voor niets een vrije dagop het werk moeten vragen en zich voor niets naar derechtbank moeten verplaatsen?1. Pourquoi le greffe ne peut-il pas avertir les citoyens etles avocats d'une remise de cause par courriel ou par téléphonede façon à éviter à ces personnes des démarches enl'occurrence inutiles telles que devoir prendre une journéede congé et se rendre au tribunal?2. Bent u bereid dit te veranderen? 2. Êtes-vous disposé à apporter un tel changement?Antwoord van de minister van Justitie van 29 maart2010, op de vraag nr. 219 van de heervolksvertegenwoordiger Bruno Stevenheydens van16 december 2009 (N.):Artikel 754 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt alsvolgt:"Art. 754. Wordt de zaak verdaagd, dan zendt de griffierdaarvan een gewoon bericht aan de advocaten van de partijen,of aan de partij zelf indien zij geen advocaat heeft."Het Gerechtelijk Wetboek voorziet dus in een waarschuwingdoor de griffier in gevallen van verdaging.Blijft de vraag of een dergelijke waarschuwing telefonischof per elektronisch bericht kan gebeuren.Wat betreft de telefonische verwittiging, kan worden verwezennaar het Verslag over de Gerechtelijke Hervormingdoor de heer Charles Van Reepinghen van 1964, beterbekend als het "Verslag Van Reepinghen" (zie www.senate.be, Parlementair Stuk Senaat nr. 60 Zitting 1963-64). Op pagina 186 van het verslag, dat handelt over deartikelen 749 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek,vinden de volgende passage:"Ongetwijfeld zal de doeltreffendheid van deze dienst,waarvan de pleitbezorgers van de Hoven van beroep inzekere mate een prefiguratie waren door de officieuzeregeling van de rollen, afhangen van diegenen die ermeebelast zijn. Zij zullen er bewijzen moeten leveren van vlijt,tact en gevatheid: de telefoon die de opstellers van hetWetboek van burgerlijke rechtspleging onbekend was, kanhet nu mogelijk maken vlugger dan in 1806 afspraken temaken of af te zeggen."Hieruit kan men afleiden dat de telefoon wel degelijk alseen mogelijks te gebruiken instrument werd beschouwdvoor wat betreft de artikelen 749 en volgende van hetGerechtelijk Wetboek.Men kan aannemen dat eenzelfde houding mogelijk isvoor wat betreft het gebruik van e-mail. Ook de bewoordingzelf van artikel 754 lijkt zich hiertegen niet te verzetten,aangezien de term "gewoon bericht" geen echtevereisten lijkt op te leggen aan de precieze vorm van decommunicatie.Réponse du ministre de la Justice du 29 mars 2010, àla question n° 219 de monsieur le député BrunoStevenheydens du 16 décembre 2009 (N.):L'article 754 du Code judiciaire dispose ce qui suit:"Art. 754. En cas de remise de la cause, le greffier envoieun simple avis de celle-ci aux avocats des parties ou à lapartie elle-même, si elle n'a pas d'avocat."Le Code judiciaire prévoit donc un avertissement par legreffier en cas de remise.Reste à savoir si un tel avertissement peut être notifié partéléphone ou par courrier électronique.En ce qui concerne l'avertissement téléphonique, il peutêtre référé au "Rapport sur la réforme judiciaire" de monsieurCharles Van Reepinghen (1964), mieux connu sous lenom de "Rapport Van Reepinghen" (voir www. senate.be,Document Sénat n° 60, Session 1963-64). La page 186 durapport, qui porte sur les articles 749 et suivants du Codejudiciaire, contient le passage suivant:"Sans doute l'efficacité de ce service dont les avoués descours d'appel ont déjà préfiguré en une certaine mesurel'aménagement dans une préparation officieuse des rôles,sera-t-elle à la mesure de ceux qui en assumeront la charge.ils devront y faire preuve de diligence, de tact et d'à-propos:le téléphone qu'ignoraient les rédacteurs du Code deprocédure civile peut aujourd'hui permettre de conclure oude décommander des rendez-vous plus promptement qu'en1806."On peut en déduire que le téléphone était bel et bienconsidéré comme un moyen éventuellement utilisable pource qui concerne les articles 749 et suivants du Code judiciaire.On peut supposer qu'une même approche peut être adoptéeà l'égard de l'usage du courrier électronique. Les termesmêmes de l'article 754 ne semblent eux non plus pas s'yopposer; en effet, les mots "simple avis" ne semblent imposeraucune exigence réelle quant à la forme précise decommunication.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

206 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201012195Vraag nr. 244 van de heer volksvertegenwoordiger FilipDe Man van 17 december 2009 (N.) aan deminister van Justitie:Het recht op Koranstudie in de gevangenissen (I) (SV 780).In uw antwoord op mijn vraag nr. 289 (Kamer, Vragen enAntwoorden, 2008-2009, nr. 63) schrijft u dat zowel deGrondwet als de basiswet de Koranstudies in onze gevangenissenzouden garanderen. De Koran bulkt van hatelijkeboodschappen zoals "niet-moslims zijn ziek" (soera 2, vers10), "Joden zijn apen" (2, 65) of nog "Christenen zijnafvalligen, ruziestokers en haatdragend" (5, 14).1. a) Welk specifiek artikel van de Grondwet maaktKoranstudie mogelijk in de Belgische gevangenissen?b) Valt een maatschappelijk en politiek systeem dat zichbaseert op een boek dat bol staat van haatdragende boodschappenten opzichte van Christenen en Joden onder degodsdienstvrijheid?c) Bedoelde de Grondwetgever niet eerder dat het belijdenvan een godsdienst moet vrij zijn?2. Welk specifiek artikel van de basiswet garandeert deKoranstudie in de Belgische gevangenissen?3. Blijft de regering er bij dat de islam "een maatschappelijkbelang vertegenwoordigt" en "geen enkele activiteitontwikkelt die tegen de maatschappelijke orde indruist"?4. Waarom mogen dergelijke haatdragende boodschappendoor moslims onderwezen worden, maar is het vooreen niet-moslim strafbaar om de boodschap te verspreidendat de islam een achterlijke en gevaarlijke godsdienst is?Antwoord van de minister van Justitie van 23 maart2010, op de vraag nr. 244 van de heervolksvertegenwoordiger Filip De Man van 17 december2009 (N.):1. a) Twee fundamentele principes regelen de materievan de erediensten in België:- de vrijheid van erediensten (artikelen 19 en 20 van deGrondwet);- de onafhankelijkheid van de Kerk ten opzichte van deStaat (artikel 21 van de Grondwet).Erediensten kunnen via wettelijke weg door de Staaterkend worden als ze beantwoorden aan welomschrevencriteria.DO 2009201012195Question n° 244 de monsieur le député Filip De Man du17 décembre 2009 (N.) au ministre de la Justice :Le droit d'étudier le Coran dans les prisons (I).Dans votre réponse à ma question n° 289 (Questions etRéponses, Chambre, 2008-2009, n° 63), vous indiquez queles études du Coran dans nos prisons seraient garanties tantpar la Constitution que par la loi de principes. Le Coran estémaillé de messages de haine tels que "les non-musulmanssont malades" (sourate 2, verset 10), "les juifs sont des singes"(2, 65) ou encore "les chrétiens sont des infidèles, desquerelleurs et des gens haineux" (5, 14).1. a) Quel article spécifique de la Constitution permetl'étude du Coran dans les prisons belges?b) Un système social et politique fondé sur un livre quiest émaillé de messages de haine à l'égard des chrétiens etdes juifs relève-t-il de la liberté de culte?c) Le Constituant n'a-t-il pas plutôt voulu dire que la pratiqued'une religion doit être libre?2. Quel article spécifique de la loi de principes garantit lapossibilité d'étudier le Coran dans les prisons belges?3. Le gouvernement maintient-il que l'islam représenteun intérêt social et ne développe aucune activité qui va àl'encontre de l'ordre social?4. Pourquoi les musulmans peuvent-ils enseigner de telsmessages de haine, alors qu'un non-musulman qui déclareen public que l'islam est une religion arriérée et dangereuses'expose à des sanctions?Réponse du ministre de la Justice du 23 mars 2010, àla question n° 244 de monsieur le député Filip De Mandu 17 décembre 2009 (N.):1. a) Deux principes fondamentaux régissent la matièredes cultes en Belgique:- la liberté des cultes (articles 19 et 20 de la Constitution);- l'indépendance de l'Église par rapport à l'État (article 21de la Constitution).Les cultes peuvent être reconnus par voie légale par l'États'ils répondent à des critères bien définis.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010207b) Als antwoord op deze vraag kan volstaan de vaststellingdat de islamitische eredienst erkend is in België, en ditsinds 1974. De erkenning gebeurt door of krachtens dewet. Een eredienst komt voor erkenning in aanmerkingindien deze voldoende volgelingen heeft, gestructureerd is,gedurende een vrij lange tijd in het land gevestigd is, eenmaatschappelijk belang vertegenwoordigt en geen enkeleactiviteit ontwikkelt die tegen de maatschappelijke ordeindruist.c) Zoals gezegd garandeert artikel 19 van de Grondwetde vrijheid van eredienst. De vrijheid van eredienst betekentniet alleen de eerbied voor de individuele overtuiging,maar ook het erkennen van de gemeenschapsvormen vaneen gelovige overtuiging.2. Er is geen specifiek artikel van de basiswet dat hetrecht op Koranstudie in de gevangenissen garandeert. Welkan die mogelijkheid door de vertegenwoordigers van deIslamitische godsdienst worden aangeboden als onderdeelvan het door de basiswet (artikelen 71 tot 75) erkende rechtvoor de gedetineerde om zijn godsdienst of levensbeschouwingindividueel of in gemeenschap te beleven en te belijden,mits inachtneming van de rechten van anderen. Debasiswet garandeert het recht om zonder beperkingen, naareigen keuze deel te nemen aan de uitoefening van de eredienstenen de daarmee samenhangende gemeenschappelijkeactiviteiten, evenals aan de bijeenkomsten enactiviteiten die georganiseerd worden door de morele consulenten.De gedetineerde wordt tot deze activiteiten toegelatenmits hij zich verbindt tot naleving vanvoorwaarden van orde, waardigheid en verdraagzaamheiddie met deze activiteiten samengaan.3. Het zijn inderdaad twee van de criteria voor de erkenningvan een eredienst; bij de wet van 19 juli 1974 toterkenning van de besturen belast met het beheer van detemporaliën van de islamitische eredienst, heeft de wetgeverdeze eredienst erkend.4. Wat deze vraag betreft, moeten de gerechtelijke overhedenoordelen over de opportuniteit om vervolging in testellen.b) Le constat que le culte islamique est reconnu en Belgiquedepuis 1974 suffit à répondre à ce point de la question.La reconnaissance intervient par ou en vertu de la loi. Unculte entre en ligne de compte pour être reconnu s'ilcompte un nombre suffisant d'adeptes, s'il est structuré, s'ilest établi depuis relativement longtemps dans le pays, s'ilreprésente un intérêt social et s'il ne développe aucune activitéqui va à l'encontre de l'ordre social.c) Comme déjà indiqué, l'article 19 de la Constitutiongarantit la liberté des cultes. La liberté des cultes n'impliquepas seulement le respect de la conviction individuellemais également la reconnaissance des formes de communautéd'une conviction croyante.2. Aucun article spécifique de la loi de principes garantitle droit à l'étude du Coran dans les prisons. Néanmoins,cette possibilité peut être proposée par les représentants dela religion islamique dans le cadre du droit reconnu audétenu par la loi de principes (articles 71 à 75) de vivre etde pratiquer sa religion ou sa philosophie individuellementou en communauté avec d'autres, dans le respect des droitsd'autrui. La loi de principes garantit le droit de prendrepart, sans restriction et suivant son propre choix, à la pratiquedes cultes et aux activités communes qui s'y rattachent,ainsi qu'aux rencontres et activités organisées par lesconseillers moraux. Le détenu est autorisé à prendre part àces activités pour autant qu'il s'engage à respecter lesconditions d'ordre, de dignité et de tolérance indissociablesde ces activités.3. Il s'agit en effet de deux des critères de reconnaissanced'un culte et, par la loi du 19 juillet 1974 portant reconnaissancedes administrations chargées de la gestion dutemporel du culte islamique, le législateur a reconnu ceculte.4. Concernant ce point de la question, il appartient auxautorités judiciaires d'apprécier l'opportunité d'engager despoursuites.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

208 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201012436Vraag nr. 295 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 18 december 2009 (N.) aan deminister van Justitie:Enkelbandsysteem. - Uitbreiding (SV 602).De persberichten zijn duidelijk: om de overbevolking inde gevangenissen tegen te gaan, wenst u het systeem vande enkelbanden uit te breiden. Veroordeelden komen nogalleen naar de cel als ze meer dan drie jaar cel hebbengekregen. De anderen zitten thuis hun straf uit met eenelektronische enkelband.1. a) Hoeveel enkelbanden waren beschikbaar in 2005,2006, 2007 en 2008?DO 2009201012436Question n° 295 de monsieur le député Peter Logghe du18 décembre 2009 (N.) au ministre de la Justice :Surveillance électronique. - Extension.Les articles de presse ne laissent aucun doute à ce sujet:pour lutter contre la surpopulation dans les prisons, voussouhaitez étendre le système des bracelets électroniques.Les condamnés ne seront plus emprisonnés que lorsqu'ilsont écopé d'une peine d'emprisonnement dépassant troisans. Les autres purgeront leur peine chez eux, avec un braceletélectronique à la cheville.1. a) Combien de bracelets électroniques étaient disponiblesen 2005, 2006, 2007 et 2008?b) Hoeveel zijn er momenteel beschikbaar? b) Combien de bracelets sont disponibles en ce moment?2. Hoeveel enkelbanden werden uitgereikt in 2005, 2006,2007 en 2008?3. a) Hoeveel veroordeelden komen in aanmerking omeen enkelband te dragen?2. Combien de bracelets électroniques ont été mis en serviceen 2005, 2006, 2007 et 2008?3. a) Combien de condamnés entrent en ligne de comptepour être placés sous surveillance électronique?b) Op welke termijn is dit realiseerbaar? b) Dans quel délai cet objectif pourra-t-il être atteint?4. Heikel punt zal opnieuw de controle zijn. Onder devorige ministers van Justitie werd de enkelband ook al toegepast,maar de controle bleek mank te lopen. Zo gingeneen aantal veroordeelden op de loop omdat ze erin slaagdenhun enkelband te verwijderen, zonder dat de controledienstdat doorhad.4. Le contrôle continuera à poser problème. Sous vosprédécesseurs, la surveillance électronique avait égalementdéjà été appliquée, mais les contrôles s'étaient avérésdéfaillants. Ainsi, certains condamnés avaient pris la clefdes champs après avoir réussi à enlever leur bracelet électronique,à l'insu du service de contrôle.a) Komt er personeel voor controlerende opdrachten bij? a) Du personnel supplémentaire sera-t-il affecté aux missionsde contrôle?b) Wanneer? b) Quand?c) Hoeveel? c) Combien de personnes supplémentaires seront affectéesau contrôle?5. Hoeveel veroordeelden die een enkelband kregen,slaagden erin hun enkelband te verwijderen en zich aanelke controle te onttrekken?Antwoord van de minister van Justitie van 29 maart2010, op de vraag nr. 295 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 18 december 2009 (N.):De cijfergegevens uit onderstaande antwoorden werdenverkregen uit de programma's SIPAR van het DirectoraatgeneraalJustitiehuizen (DGMJH) en PROGSEET (NationaalCentrum voor Elektronisch Toezicht (NCET) bij hetDGMJH.Voorafgaande opmerkingen: het aantal beschikbareenkelbanden (Tx) is per definitie niet gelijk aan het aantalbeschikbare bewakingsboxen. Het NCET huurt bij AlertServices apart de twee soorten bewakingsmateriaal.5. Combien de condamnés placés sous surveillance électroniqueont réussi à enlever leur bracelet électronique et àse soustraire à toute forme de contrôle?Réponse du ministre de la Justice du 29 mars 2010, àla question n° 295 de monsieur le député Peter Logghedu 18 décembre 2009 (N.):Les chiffres fournis dans les réponses ci-dessous ont étéobtenues des programmes informatiques SIPAR de laDirection générale des Maisons de Justice (DGMJH) etPROGSEET du Centre National de Surveillance Electronique(CNSE) attaché à la DGMJH.Remarques préliminaires: Le nombre de bracelets disponibles(Tx) n'est, par définition, pas égal au nombre de boxde surveillance. Le Centre National de Surveillance Electronique(CNSE) loue séparément ces deux types de matérielde contrôle auprès d'Alert Services.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010209- HMRU-bewakingsboxen zijn boxen die functionerenvia een vaste telefoonlijn.- HMRU sont des box de surveillance qui fonctionnentvia une ligne de téléphone fixe.- DCU-boxen werken via gsm en satelliet. - DCU sont des box fonctionnant par contre via le réseaugsm et le satellite.Het systeem van het elektronisch toezicht functioneertdoor de combinatie van een enkelband (TX) en een bewakingsbox(DCU of HMRU).In principe worden de boxen HMRU niet meer gebruiktaangezien ze de justitiabele verplicht om over een vastetelefoonlijn te beschikken en omdat ze niet meer compatibelzijn met de moderne technologieën. De bedrijven stellendit type van bewakingssysteem dus niet meer voor.Niettemin werden er acht boxen HMRU geïnstalleerd,voornamelijk in gebieden waar er slechts een beperkt netwerkvan mobiele telefonie voorhanden is.1. a) Tabel 1: het aantal beschikbare enkelbanden (Tx) enbewakingsboxen (DCU en HMRU) per jaar.Le système de la surveillance électronique fonctionne parla combinaison d'un bracelet (TX) et d'un box (DCU ouHMRU)En principe, les box HMRU ne sont plus utilisés car ilsimposent au justiciable le fait d'avoir un téléphone fixe etne sont plus compatibles avec les technologies modernes.Les firmes ne proposent d'ailleurs plus ce type de système.Néanmoins, huit box HMRU sont placés, essentiellementdans les zones où il y a peu de réseau de téléphonie mobile.1. a) Le tableau 1: le nombre de bracelets (Tx) et box desurveillance disponibles (DCU et HMRU) par an.Tx DCU HMRU2005 450 110 3802006 700 360 3802007 1 000 660 3802008 1 240 870 380b) In 2009 werd een aanhangsel bij de overeenkomstondertekend en werden 281 bijkomende DCU-boxen geleverd.Op 5 februari 2010 werden er 1151 DCU-boxen, 380HMRU-boxen en 1700 enkelbanden geteld in de voorraad.Dit betekent niet dat er evenveel plaatsingen mogelijkzijn als het aantal beschikbare bewakingsboxen. Zoals eerderwerd uitgelegd, worden de HMRU-boxen immers zeerweinig gebruikt.Bovendien wordt de effectieve plaatsingscapaciteitbepaald door het aantal beschikbare DCU-boxen. Dezeworden echter niet allemaal tegelijk in gebruik gesteld. HetNCET behoudt steeds een permanente reserve van 10 à15% die moet dienen voor de herstelling of vervanging vandefect materiaal.2. Tabel: het aantal personen geplaatst onder elektronischtoezicht per jaar.Dit aantal betreft enkel de effectieve plaatsingen onderET die in de loop van een bepaald jaar worden gerealiseerden niet het aantal ET-dossiers die in de loop van datzelfdejaar in een justitiehuis werden geopend.b) En 2009, un avenant au contrat a été signé et 281 boxDCU supplémentaires ont été fournis. Au 5 février 2010,1151 box DCU, 380 box HMRU et 1700 bracelets (Tx)étaient comptabilisés dans le stock.Cela ne signifie pas qu'il y a autant de placements possiblesque de box disponibles. En effet, comme expliqué précédemment,les box HMRU sont peu utilisés.De plus, la capacité effective de placement est déterminéepar le nombre de box DCU disponibles. Toutefois, cesbox ne sont pas tous mis en service en même temps. Eneffet, le CNSE garde une réserve permanente de 10 à 15%devant servir au dépannage ou au remplacement du matérieldéfectueux.2. Tableau: Le nombre total des personnes placées soussurveillance électronique par an.Ce nombre concerne uniquement les placements effectifssous SE réalisés au cours d'une année déterminée et non, lenombre de dossier SE ouvert en maison de justice au coursde cette même année.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

210 QRVA 52 10029-03-2010Nombre total de placements sous SE–Aantal plaatsingen onder ET2005 1 2502006 2 0472007 1 9192008 2 1243. Voorafgaande opmerking: 3. Remarque préliminaire:Er moet benadrukt worden dat niet alle personen die inaanmerking komen om onder ET geplaatst te worden, ookeffectief deze strafuitvoeringsmodaliteit verkrijgen.De toekenning van het elektronisch toezicht behoortimmers tot de bevoegdheid van de opdrachtgever. Enkel dejustitiabelen die voldoen aan de noodzakelijke voorwaardenvoor de toekenning van het ET komen in aanmerkingom van deze maatregel te genieten.De beslissing tot toekenning van een ET wordt genomendoor:- de gevangenisdirecteur (of in bepaalde gevallen door deDirectie Detentiebeheer, ex-DIG) voor de veroordeeldentot een vrijheidsstraf waarvan het uitvoerbaar gedeelde driejaar of minder bedraagt. Bij het nemen van een beslissingwordt rekening gehouden met eventuele tegenindicaties.- de Strafuitvoeringsrechtbank (SURB) voor de veroordeeldentot een vrijheidsstraf waarvan het uitvoerbaargedeelte drie jaar of meer bedraagt. De SURB baseert zichvoor zijn beslissing onder meer op het reclasseringsplanvan de justitiabele en de afwezigheid van tegenaanwijzingenmet betrekking tot een goed verloop van de maatregel.a) Het programma SIPAR van het DGMJH is niet in staatom cijfers te verschaffen over het aantal van alle veroordeeldendie in aanmerking komen voor de plaatsing onderET. De meerderheid onder hen zijn immers nog gedetineerden zijn ingeschreven in het register van het DGEPI.b) Op basis van het voorgaande, beschikt het DGMJHniet over de gegevens met betrekking de veroordeelden diezich in het detentieregime bevinden.Wanneer de beslissing tot toekenning van ET is genomendoor de opdrachtgever:- wordt de veroordeelde die valt onder de bevoegdheidvan de SURB, onmiddellijk onder ET geplaatst. Voor dezegroep veroordeelden zijn er geen wachttijden voorzien.Il est à préciser que tous ceux qui entrent en ligne decompte pour être placés sous SE n'obtiennent pas obligatoirementcette modalité d'exécution de la peine privativede liberté.En effet, l'octroi d'une surveillance électronique relèvede la compétence de l'autorité mandante. Seuls les justiciablesqui remplissent des conditions préalables à une admissionà la SE entrent en ligne de compte pour bénéficier decette mesure.La décision d'octroi d'une SE est prise par:- Le directeur de prison (ou la direction Gestion de laDétention: DGD (ex-SCI) dans certains cas) pour descondamnés à des peines privatives de liberté dont la partieexécutoire est inférieure ou égale à trois ans. La prise dedécision tient compte des éventuelles contre-indications.- Le Tribunal de l'Application des Peines (TAP) à l'égarddes condamnés à des peines privatives de liberté dont lapartie exécutoire est supérieure à trois ans. Le TAP fondesa décision en se basant notamment sur le plan de reclassementdu justiciable et l'absence des contre-indicationsrelatives au bon déroulement de la mesure.a) Le programme SIPAR de la DGMJH ne permet pas defournir le nombre de tous les condamnés qui entrent enligne de compte en vue de placement sous SE. En effet, lamajorité d'entre eux sont encore en régime de détention etinscrits au registre de la DGEPI.b) Sur base de ce qui précède, la DGMJH ne dispose desdonnées relatives aux condamnés en régime de détention.Par contre, dès qu'une décision d'octroi d'une SE est prisepar une autorité mandate:- Le condamné est directement placé sous SE à la dateoù le jugement devient exécutoire pour les justiciablesrelevant du TAP. Donc, pour ces condamnés, il n'y a pas dedélai d'attente.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010211- Voor veroordeelden die in strafonderbreking geplaatstzijn, tonen de opgevraagde gegevens uit SIPAR aan dat ergemiddeld 67 dagen verstrijken tussen de datum van hetontvangen van het mandaat door het justitiehuis en deeffectieve aanvangsdatum van de begeleiding.4. Vanaf het moment dat een persoon onder elektronischtoezicht wordt geplaatst, wordt hij 24 uur op 24 uur gemonitoreddoor het NCET (= registratie van alle in- en uitgaandebewegingen van een persoon) en wordt een alarmgegeven wanneer hij of zij zich onttrekt aan de controle(door onder meer het verwijderen van de enkelband). Elkeveroordeelde onder ET krijgt vanaf het begin van de begeleidingeen justitieassistent toegewezen. Het NCET verwittigtbij alle problemen en via bewegingsfiches, onverwijldde justitieassistent die, na verificatie en indien nodig, deopdrachtgever inlicht via een meldingsverslag. Op basisvan de ernst van dit meldingsverslag, maakt de opdrachtgevereen inschatting over het verdere verloop van de maatregel.a) b) en c) Ten gevolge van het actieplan dat in 2009 doorhet DGMJH werd opgesteld, werd besloten om de meerderheidvan de nieuwe justitieassistenten toe te wijzen aande opdrachten van elektronisch toezicht. Ook het personeelskadervan het NCET werd vervolledigd.Momenteel stelt het Nationaal Centrum voor Elektronischtoezicht 32 ambtenaren te werk (17 NL + 15 FR) diebelast zijn met het toezicht op afstand (de "monitoring")van de bewegingen van komen en gaan van de veroordeeldendie in hun verblijfplaats onder ET zijn geplaatst. Veertienambtenaren van de mobiele ploeg, die behoort tot hetDirectoraat-generaal van de Penitentiaire Inrichtingen, zorgenvoor de plaatsing van het elektronisch materiaal(enkelbanden en bewakingsbox) en voor de technischeinterventies die hiermee gepaard gaan.De justitieassistenten die belast zijn met de opvolgingvan de justitiabelen onder ET in het kader van een socialebegeleiding, vertegenwoordigen momenteel 75,7 VoltijdseEquivalenten (40 NL en 35,7 FR).5. Het feit dat een justitiabele onder ET zijn enkelbandafneemt, is niet zomaar gelijk te stellen met een ontsnappingaangezien hij zich niet noodzakelijk aan elke vormvan controle onttrekt. Zo kan bijvoorbeeld het afnemen vande enkelband gevolgd worden door een verzoek van de justitiabeleen zelfs door een aanbieding bij de gevangenis omopgesloten te worden. De poging tot ontsnapping wordtdan ook als een verzoek tot wederopsluiting geïnterpreteerd.- Pour les condamnés placés en interruption de peine: en2009, les données issues de SIPAR indique qu'en moyenne,il s'écoule 67 jours entre la date d'introduction du mandatdans une maison de justice et la date de début effective dela guidance.4. Dès l'instant où une personne est placée sous surveillanceélectronique, il est surveillé 24 heures sur 24 parle monitoring du CNSE (= enregistrement de tous les mouvementsd'entrée et de sortie de la personne) et une alarmeest déclenchée au monitoring du CNSE lorsqu'elle tente dese soustraire à la surveillance (par exemple en arrachant lebracelet). Chaque personne condamnée et placée sous SEbénéficie dès le début de sa mesure d'une guidance assuréepar un assistant de justice. Le CNSE avertit sans délail'assistant de justice, via les fiches de mouvement, sur toutincident constaté. L'assistant de Justice, après vérification,informe le cas échéant, l'autorité mandante via un rapportde signalement. Suivant la gravité des informationsrapportées, l'autorité mandante évaluera de l'opportunité dela poursuite ultérieure du déroulement de la mesure.a) b) et c) Suite au plan d'action élaboré en 2009 par laDGMJH, il a été décidé d'affecter la majorité des nouveauxassistants de justice vers les missions de surveillance électronique.Le cadre relatif au personnel du CNSE a égalementété complété.Actuellement, le Centre National de Surveillance Electroniqueemploie 32 agents (17NL + 15 FR) chargés de lasurveillance à distance dite "monitoring" des allées etvenues des condamnés placées sous surveillance électroniqueà leur résidence. Quatorze agents de l'équipe mobiledépendant de la Direction générale des Établissementspénitentiaires assurent le placement du matériel électronique(Bracelets et box) et les interventions techniques yafférentes.En ce qui concerne les assistants de justice chargés desuivre ces justiciables sous SE dans le cadre d'une guidancesociale, ils représentent actuellement 75,7 ÉquivalentsTemps Plein (40 NL et 35,7 FR).5. Le fait pour un justiciable sous SE d'enlever son braceletn'est pas synonyme d'une évasion car il ne se soustraiepas nécessairement à toute forme de contrôle. À titred'illustration, un arrachage de bracelet peut être suivi d'unedemande et même d'une présentation devant la prison pourune réintégration. La tentative d'évasion est ainsi interprétéecomme une demande de réincarcération.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

212 QRVA 52 10029-03-2010Het verwijderen van de elektronische enkelband vormtwel een aspect van niet-naleving van de voorwaarden dieaan de justitiabele werden opgelegd. Zodra dergelijke situatiewordt vastgesteld door de monitoring en nadien doorde justitieassistent, wordt dit onmiddellijk gesignaleerd aande opdrachtgever (SURB, gevangenis, DDB). Vervolgensis het aan deze opdrachtgever om een gepaste beslissing tenemen; in het bijzonder de opschorting of de herroepingvan de maatregel.In 2009, werden er door de opdrachtgevers 401 beslissingentot herroeping genomen op een totaal van 3007 begeleidingenafgesloten tussen 1 januari en 31 december 2009.Dat wil zeggen 13,3% van de beslissingen die verbandhouden met een of andere vorm van onttrekking aan hettoezicht.En effet, l'arrachage du bracelet électronique constitueun aspect de non respect des conditions imposées au justiciable.Dès qu'une telle situation est constatée par le monitoringpuis par l'assistant de justice, elle est directementsignalée à l'autorité mandante (TAP, Prison, DGD). Ilrevient dès lors à l'autorité mandante de prendre une décisionappropriée; notamment la révocation de la mesure.En 2009, 401 décisions de révocations ont été prises parles autorités mandantes sur un ensemble de 3007 guidancesclôturées entre le 1er janvier et le 31 décembre 2009.Soit 13,3% des décisions ayant un rapport avec l'une oul'autre forme de soustraction au contrôle.DO 2009201012512Vraag nr. 314 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 21 december 2009 (Fr.) aande minister van Justitie:"Schijnliefdeshuwelijken".-De Franse regering maakte op 12 november 2009 bekenddat ze via een wetgevend initiatief wil optreden tegen dezogenaamde "mariages gris" of schijnliefdeshuwelijken. Integenstelling tot een schijnhuwelijk waarbij beide echtgenotenbewust trouwen enkel opdat een van de partnersbepaalde rechten zou genieten die uit het huwelijk voortvloeien(in casu het verkrijgen van een verblijfsvergunning,maar het kan ook gaan om het legitimeren van eenkind of om vermogensrechtelijke redenen), wordt in zo een"schijnliefdeshuwelijk" de ene partner opgelicht door deandere, die langs deze weg wil immigreren. Vaak zoekenhuwelijkszwendelaars hun slachtoffer in vakantiehotels ofvia internet. Evenveel mannen als vrouwen worden verleiden lopen in de val. Het heeft echter heel wat voeten in deaarde om achteraf voor de rechter te bewijzen dat er sprakewas van emotionele oplichting en het huwelijk nietig telaten verklaren. Het duurt gemiddeld drie tot vier jaar voorer uitspraak gedaan wordt. In Frankrijk worden er jaarlijks84.000 gemengde huwelijken gesloten, waaronder naarschatting enkele duizenden "mariages gris".Volgens de cijfers van het Franse ministerie van Immigratieverwierven er in 2007 alleen al via het huwelijkbijna 30.000 personen de Franse nationaliteit, op een totaalvan 100.000 naturalisaties.1. In Frankrijk bestaat er geen enkele juridische kwalificatiemet betrekking tot de "mariages gris" of "schijnliefdeshuwelijken".DO 2009201012512Question n° 314 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 21 décembre 2009 (Fr.) au ministre de laJustice :L'existence de "Mariages gris".Le gouvernement français a annoncé le 12 novembre2009 vouloir légiférer sur les mariages "gris". Contrairementau mariage "blanc" où les deux conjoints savent qu'ilsse marient uniquement pour jouir des conséquences secondairesqui en découlent (à savoir ici le titre de séjour maiscela peut être aussi pour légitimer un enfant ou pour raisonspatrimoniales), le "mariage gris" signifie que l'un desdeux conjoints est trompé par l'autre. Souvent, les escrocsà la recherche de victime à séduire et à piéger rodent dansles hôtels de vacances à l'étranger ou sur Internet. Hommeset femmes tombent dans le piège dans les mêmes proportions.Mais pour prouver à la justice qu'il y a escroqueriesentimentale et obtenir l'annulation du mariage, la route estlongue. En moyenne, un dossier aboutit au bout de trois ouquatre années de procédure. Les unions "grises" s'élèveraientà plusieurs milliers par an tandis que 84.000 mariagesmixtes sont conclus chaque année.Selon les chiffres du ministère français de l'Immigration,sur 100.000 acquisitions de nationalité française en 2007,les accessions par mariage ont représenté à elles seulesprès de 30.000.1. En France, les mariages gris ne font l'objet d'aucunequalification juridique.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010213a) Geldt dat ook voor de Belgische wetgeving? a) Qu'en est-il pour la législation belge?b) Zo ja, zou de regering dienaangaande een wetgevendinitiatief kunnen nemen? Die huwelijkszwendel zouimmers een belangrijk immigratiekanaal kunnen zijn.2. Zijn er in België ook gevallen bekend van mensen diehet slachtoffer werden van een dergelijk "schijnliefdeshuwelijk"?Antwoord van de minister van Justitie van 24 maart2010, op de vraag nr. 314 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 21 december 2009(Fr.):Artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat ergeen huwelijk is wanneer, ondanks de gegeven formeletoestemmingen tot het huwelijk, uit een geheel vanomstandigheden blijkt dat de intentie van minstens één vande echtgenoten kennelijk niet gericht is op het totstandbrengenvan een duurzame levensgemeenschap, maarenkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeeldat is verbonden aan de staat van gehuwde.Deze definitie van schijnhuwelijk omvat ook de huwelijkenwaarbij slechts één van de echtgenoten de intentieheeft om een schijnhuwelijk aan te gaan en waarbij deandere echtgenoot denkt een echt huwelijk aan te gaan eneen duurzame levensgemeenschap wil tot stand brengen.De zogenaamde "grijze" huwelijken vallen dus onderdezelfde juridische kwalificatie als een schijnhuwelijk.b) Dans la négative, le gouvernement pourrait-il envisagerde légiférer sur cette matière sachant que ces escroqueriespeuvent constituer une importante filièred'immigration?2. Avez-vous connaissance de l'existence également enBelgique de ces mariages "gris"?Réponse du ministre de la Justice du 24 mars 2010, àla question n° 314 de monsieur le député DanielDucarme du 21 décembre 2009 (Fr.):L'article 146bis du Code civil prévoit qu'il n'y a pas demariage lorsque, bien que les consentements formels aientété donnés en vue de celui-ci, il ressort d'une combinaisonde circonstances que l'intention de l'un au moins des épouxn'est manifestement pas la création d'une communauté devie durable, mais vise uniquement l'obtention d'un avantageen matière de séjour, lié au statut d'époux.Cette définition de mariage blanc englobe également lesmariages où seul un des conjoints a l'intention de contracterun mariage blanc et où l'autre conjoint pense contractervéritablement mariage et souhaite créer une communautéde vie durable.Les mariages "gris" tombent donc sous la même qualificationjuridique que les mariages blancs.DO 2009201012532Vraag nr. 317 van de heer volksvertegenwoordigerHagen Goyvaerts van 21 december 2009 (N.) aande minister van Justitie:Implementatie van de nieuwe comptabiliteitswetgeving.(SV 28)De voorbereiding van de nieuwe Comptabiliteitswet van22 mei 2003 vraagt een aantal fundamentele wijzigingen inde methodologie en de structuur van de vermogenscomptabiliteitvan de Staat.Met het Fedcom-project is het de bedoeling een nieuwerijkscomptabiliteit in te voeren en het voorziet bovendienin de installatie van een ondersteunend computerplatform.1. Op welke manier wordt op uw departement momenteelaan actief financieel beheer gedaan of welke voorbereidingenworden daartoe getroffen?DO 2009201012532Question n° 317 de monsieur le député HagenGoyvaerts du 21 décembre 2009 (N.) au ministrede la Justice :Mise en oeuvre de la nouvelle loi sur la comptabilité del'État.La préparation de la nouvelle loi sur la comptabilité del'État du 22 mai 2003 exige un certain nombre de modificationsfondamentales dans la méthodologie et la structurede la comptabilité patrimoniale de l'État.Le projet Fedcom a pour objectif d'introduire une nouvellecomptabilité de l'État. Il prévoit en outre dans cecadre la mise en place d'une plateforme informatiqued'appui.1. De quelle façon pratique-t-on à l'heure actuelle, au seinde votre département, une gestion financière active ouquelles dispositions préparatoires y sont adoptées dansl'optique d'une telle gestion?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

214 QRVA 52 10029-03-20102. Op welke manier wordt op uw departement aan activabeheergedaan of welke voorbereidingen worden daartoegetroffen?3. Hoeveel personeelsleden zijn er binnen uw departementhierbij betrokken?4. Welke budgetten werden er voor de implementatie vanFedcom binnen uw departement uitgetrokken?5. a) Doen er zich binnen uw departement specifieke problemenvoor bij de voorbereidingen van de implementatievan de dubbele boekhouding?2. De quelle façon pratique-t-on à l'heure actuelle, au seinde votre département, une gestion des actifs ou quelles dispositionspréparatoires y sont adoptées dans l'optique d'unetelle gestion?3. Combien de membres du personnel sont affectés à cestâches au sein de votre département?4. Quels budgets ont été prévus au sein de votre départementpour la mise en oeuvre du projet Fedcom?5. a) Des problèmes spécifiques se posent-ils au sein devotre département dans le cadre des préparatifs liés à lamise en oeuvre de la comptabilité en partie double?b) Zo ja, welke? b) Dans l'affirmative, lesquels?Antwoord van de minister van Justitie van 24 maart2010, op de vraag nr. 317 van de heer volksvertegenwoordigerHagen Goyvaerts van 21 december 2009(N.):1. Onder de huidige wetgeving is het niet de bedoelingdat de departementen aan financieel beheer doen. Ook inde nieuwe wetgeving is er geen sprake van dat aan dedepartementen financiële autonomie zou worden toegekend.Er wordt wel een toepassing ontwikkeld ter ondersteuningvan de boekhouding van de vastgestelde rechten.Dit systeem voorziet één algemeen opvolgingssysteemvoor de opvolging van de eerder toevallige rechten envoorziet twee verbijzonderingen: één gericht op de opvolgingvan de sommen verschuldigd door licentiehoudersvoor uitbating van kansspelen, een ander gericht op deopvolging van de rechten die voortvloeien uit publicatiesuit het staatsblad. De algemene toepassing zal opgaan inhet project Fedcom zodra dit beschikbaar is. Voor de tweeoverige zal voorzien worden in een interface voor uitwisselingvan globale gegevens. Deze laatste benadering wordtingegeven door de concrete toegevoegde waarde van elkvan deze specifieke systemen bovenop de louter boekhoudkundigeaspecten die door Fedcom zullen worden verzekerd.2. Het departement heeft hier beslist om zich volledig inte schrijven in het project Fedcom. Er worden op dit vlakmomenteel geen andere nieuwe initatieven genomengezien Fedcom het activa-beheer zal faciliteren.3. Het is niet duidelijk wat u met deze betrokkenheidbedoelt: activabeheer of het geheel van fedcom. Indien uhet volledige project bedoelt zijn er momenteel 40 mensenbetrokken. Bij de implementatie en de roll-out over dediensten zal dit aantal schommelen tussen 200 en 800. Ditin functie van de penetratiegraad van het project in deorganisatie. Op dit ogenblik zijn de analyses aan de gangwelk scenario binnen Justitie zal toegepast worden.Réponse du ministre de la Justice du 24 mars 2010, àla question n° 317 de monsieur le député HagenGoyvaerts du 21 décembre 2009 (N.):1. Dans le cadre de l'actuelle législation, les départementsne sont pas censés faire de la gestion financière. La nouvellelégislation ne contient elle non plus aucune dispositionvisant à accorder une autonomie financière auxdépartements. En revanche, une application est en cours dedéveloppement pour soutenir la comptabilité des droits établis.Cette application prévoit un système général uniquede suivi des droits plutôt casuels ainsi que deux systèmesparticuliers: le premier vise le suivi des sommes dues parles titulaires de licence pour l'exploitation de jeux dehasard, le second vise le suivi des droits découlant depublications du Moniteur belge. L'application générales'intégrera dans le projet Fedcom dès qu'il sera disponible.Concernant les deux autres systèmes, une interface seraprévue pour l'échange de données globales. Cette dernièreapproche est inspirée par la valeur ajoutée que chacun deces systèmes spécifiques apporte concrètement au-delà desaspects purement comptables, lesquels seront assurés parFedcom.2. À cet égard, le département a décidé d'adhérer pleinementau projet Fedcom. Sur ce plan, aucune initiative n'estprise pour l'instant étant donné que Fedcom facilitera lagestion des actifs.3. Qu'entendez-vous par "affectés à ces tâches"? S'agit-ilde l'affectation à la gestion des actifs ou à l'intégralité deFedcom? Dans cette dernière hypothèse, je peux vousrépondre que pour l'instant 40 personnes sont affectées àces tâches. Lors de l'implémentation et du roll-out vers lesservices, ce nombre oscillera entre 200 et 800, ce en fonctiondu degré de pénétration du projet dans l'organisation.Pour le moment, les analyses sont en cours pour déterminerle scénario qui sera appliqué au sein de la Justice.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20102154. De kost voor de implementering van het project (teweten de ontwikkeling en de gebruikerslicenties) wordtgedragen door het project zelf. Hiervoor zijn in mijn departementdus geen voorzieningen ingeschreven. Wat de hardwarebetreft, ga ik ervan uit dat de informatica-uitrustingvan Justitie momenteel reeds voldoet aan de algemene toetredingsnormenvan het project . Specifieke investeringenzijn op dit vlak niet vereist. In de begroting 2010 is er weleen voorziening ingeschreven met het oog op het aantrekkenvan een dienstverlener die kan voorzien in de vormingsbehoeftenvan het personeel van het departement.Deze kost wordt, omwille van het principe "train the trainer"dat door het project wordt voorgesteld, inderdaadafgewend op de respectievelijke FOD's.5. Ik vestig er uw aandacht op dat de sponsors van hetproject er zelf de nadruk opleggen dat Fedcom slechtsgedeeltelijk een dubbele boekhouding invoert. Het zal uniet ontgaan zijn dat een groot aantal niet-financiële stromendie in een volwaardige dubbele boekhouding tochaanleiding geven tot registreren binnen Fedcom niet aanbod komen. In feite zal de overheid een kasboekhoudingvoeren volgens de principes van het dubbel boekhouden.(Zo zal het bijvoorbeeld mogelijk zijn om een resultatenrekeningvoor te leggen maar geen balans). Gevolg van dezebenadering is dat enkel vrij elementaire transacties aan bodkomen die niet van aard zijn om grote moeilijkheden teveroorzaken.4. Le coût de la mise en oeuvre du projet (c'est-à-dire ledéveloppement et les licences d'utilisateurs) est supportépar le projet lui-même. Aucune provision n'a donc été inscriteau budget de mon département à cet effet. En ce quiconcerne le hardware, je pars du principe que l'équipementinformatique de la Justice répond d'ores et déjà aux normesgénérales d'adhésion du projet. Des investissements spécifiquesne sont pas requis sur ce plan. Par contre, une provisiona été inscrite au budget 2010 afin d'attirer unprestataire de services pouvant répondre aux besoins enformation du personnel du département. En raison du principe"train the trainer" proposé par le projet, ce coût seraeffectivement mis à charge des différents SPF.5. J'attire votre attention sur le fait que les sponsors duprojet soulignent eux-mêmes que Fedcom n'instaure quepartiellement une double comptabilité. Vous aurez remarquéqu'un grand nombre de flux non financiers qui donnentmalgré tout lieu à un enregistrement dans une doublecomptabilité à part entière n'entreront pas en ligne decompte dans Fedcom. En fait, l'État tiendra une comptabilitéde caisse selon les principes de la double comptabilité(il sera dès lors par exemple possible de présenter uncompte de pertes et profits mais pas de bilan). Conséquencede cette approche, seules les transactions relativementélémentaires qui ne sont pas susceptibles d'occasionner degrosses difficultés entreront en ligne de compte.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

216 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201012657Vraag nr. 339 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 22 december 2009 (Fr.) aande minister van Justitie:DO 2009201012657Question n° 339 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 22 décembre 2009 (Fr.) au ministre de laJustice :Voorstellen van de ASM. Propositions de l'ASM. (QE 852)Vrederechter Thierry Marchandise, voorzitter van deFranstalige Vereniging van Magistraten ASM, pleitte op16 september 2009 voor een grootscheepse hervormingvan het gerecht, en wees op de noodzaak om het gerechtelijkapparaat nieuw leven in te blazen. Volgens de ASMzou de rechter meer in teamverband of met een team moetenwerken, zoals dat al het geval is bij de rechtbank vankoophandel of de arbeidsrechtbank, teneinde de kwaliteitvan het werk te vergroten en de druk op de magistraten teverlichten. De heer Marchandise suggereert ook om hetconcept van het vermoeden van onschuld te herzien. Volgenshem zijn er in gerechtelijke kringen mensen die stelselmatighun beroepsgeheim schenden. Hij vraagt zich danook af waarom het Engelse systeem niet wordt gepromoot.Hij voegt eraan toe dat daar geen namen worden genoemdzolang er in de rechtszaak geen vonnis is uitgesproken,maar dat zulks niet belet dat er wel over de rechtszaak kanworden gesproken.1. Deelt u de standpunten van de Franstalige Verenigingvan Magistraten ASM?Le juge de paix Thierry Marchandise, président del'Association syndicale des magistrats (ASM), a plaidé le16 septembre 2009 pour une importante réforme de la justice,évoquant la nécessité d'apporter "un nouveau souffleau monde judiciaire". Selon l'ASM, le juge devrait ainsi deplus en plus travailler en équipe, ou avec une équipe,comme cela se fait déjà au tribunal de commerce ou de travail,afin d'augmenter la qualité du travail mais aussi deréduire les pressions sur les magistrats. Monsieur Marchandisesuggère aussi de repenser la présomption d'innocence."Dans le monde judiciaire, il y a des gens quiviolent systématiquement leur secret professionnel. Alors,pourquoi ne pas promouvoir le système anglais? Là, on necite aucun nom tant que l'affaire n'est pas jugée. Celan'empêche évidemment pas d'en parler".1. Partagez-vous les positions développées par l'Associationsyndicale des magistrats (ASM)?2 Denkt u aan wetgevende initiatieven in die zin? 2. Envisagez-vous de légiférer en ce sens?3. Zo ja, met welk tijdpad? 3. Dans l'affirmative, avec quel calendrier?Antwoord van de minister van Justitie van 23 maart2010, op de vraag nr. 339 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van22 december 2009 (Fr.):1. Ik vestig uw aandacht erop dat ik louter op basis vanhet uittreksel van de verklaringen van de heer Marchandisedie u aanhaalt, niet kan beoordelen of deze twee vermeldepunten de kern vormen van de hervorming zoals voorgestelddoor de ASM.2. Ik stel echter met voldoening vast dat de ASM vooreen grootscheepse hervorming van justitie pleit. Zoals uweet heb ik zelf het initiatief tot een belangrijke hervormingvan het gerechtelijk landschap genomen. Het debatwerd in de Atomium-werkgroep op 19 oktober 2009 aangevat.Thans zijn de werkzaamheden opgeschort. Wel ligthet nog steeds in mijn bedoeling om te komen tot een politiekakkoord inzake de krachtlijnen van de toekomstigehervorming van het gerechtelijk landschap.Réponse du ministre de la Justice du 23 mars 2010, àla question n° 339 de monsieur le député DanielDucarme du 22 décembre 2009 (Fr.):1. J'attire votre attention sur le fait que je ne puis, surbase du seul extrait des déclarations de monsieur Marchandiseque vous citez, juger si les deux points mentionnéssont les points clés de la réforme proposée par l'ASM.2. Je constate toutefois avec satisfaction que l'ASMplaide pour une importante réforme de la justice. Commevous le savez, j'ai moi-même pris l'initiative d'une réformeimportante du paysage judiciaire. Le débat dans le cadredu groupe Atomium a été entamé le 19 octobre 2009. Lestravaux sont à ce moment suspendus. Mais mon objectifreste de dégager un accord politique sur les lignes de forcede la future réforme du paysage judiciaire.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010217De beoogde hervorming heeft niet als doel de kamersmet drie rechters te veralgemenen noch nieuwe categorieënlekenrechters en -raadsheren te creëren. De rechtbankenwaarin niet-professionele magistraten kunnen aangesteldworden zijn trouwens vermeld in de artikelen 150 en 157van de Grondwet.De gebeurtenissen van het afgelopen jaar hebben aangetoonddat werken in teamverband of met een team op zichgeen afdoende garantie biedt om magistraten te vrijwarenvan druk.Uit werkzaamheden van de Hoge Raad voor de Justitieop het vak van deontologie blijkt overigens dat er binnende zittende magistratuur thans verschillende opvattingenover collegialiteit bestaan. Sommigen menen dat collegialiteiteen vertrouwensband ten aanzien van de collegaeinhoudt, anderen vinden dat elk zijn rechtsprekendebevoegdheden ten volle moet uitoefenen.Het werken in teamverband of met een team is dus geenzaligmakende oplossing.Wat uw tweede thema van uw vraag betreft, met name deinformatieverstrekking door de gerechtelijke overheden ende in dit verband gesuggereerde herziening van het vermoedenvan onschuld kan ik het volgende onderlijnen.Sinds de inwerkingtreding op 2 oktober 1998 van de wetvan 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtsplegingin het stadium van het opsporingsonderzoek en hetgerechtelijk onderzoek (de wet "Franchimont") is een wettelijkebasis gecreëerd voor de informatieverstrekking doorhet parket aan de pers in verband met gerechtelijke dossierstijdens de fase van het vooronderzoek.De artikelen 28quinquies, § 3 en 57, § 3 van het Wetboekvan strafvordering vormen een belangrijke uitzondering ophet beroepsgeheim en op het in de wet verankerde geheimvan het opsporingsonderzoek en van het gerechtelijkonderzoek.De voormelde artikelen preciseren dat:- de procureur des Konings gegevens aan de pers kanverstrekken indien het openbaar belang het vereist;- de procureur des Konings daarbij moet waken over deinachtneming van: het vermoeden van onschuld, de rechtenvan de verdediging van de verdachte of inverdenkinggestelde,het slachtoffer en derden, het privé-leven en dewaardigheid van personen;- voor zover als mogelijk de identiteit van de in het dossiergenoemde personen niet wordt vrijgegeven.La réforme envisagée n'a pas pour objectif de généraliserles chambres à trois juges ni de créer de nouvelles catégoriesde juges et de conseillers laïcs. Les juridictions danslesquelles des magistrats non professionnels peuvent êtredésignés sont d'ailleurs énumérées aux articles 150 et 157de la Constitution.L'actualité de l'année dernière nous a démontré que le travailen équipe ou avec une équipe n'est pas en soi unegarantie suffisante pour mettre les magistrats à l'abri depressions.Par ailleurs, il ressort des travaux menés par le Conseilsupérieur de la Justice en matière de déontologie qu'ilexiste actuellement différentes conceptions de la collégialitéparmi les magistrats du siège. Les uns considèrent quela collégialité implique un rapport de confiance à l'égarddes collègues, les autres que chacun doit exercer la plénitudede ses pouvoirs juridictionnels.Le travail en équipe ou avec une équipe n'est donc pas lapanacée.Concernant le second thème de votre question, à savoir lacommunication d'informations par les autorités judiciaires,et la révision suggérée de la présomption d'innocence dansce contexte, je peux souligner ce qui suit.Depuis le 2 octobre 1998, date d'entrée en vigueur de laloi du 12 mars 1998 relative à l'amélioration de la procédurepénale au stade de l'information et de l'instruction (loi"Franchimont"), une assise légale a été créée pour la communication,par le parquet, d'informations à la presseconcernant des dossiers judiciaires durant la phase del'enquête préparatoire.Les articles 28quinquies, § 3 et 57, § 3 du Code d'Instructioncriminelle constituent une exception notable ausecret professionnel et au secret de l'information et de l'instructionancré dans la loi.Les articles précités précisent que:- le procureur du Roi peut communiquer des informationsà la presse lorsque l'intérêt public l'exige;- le procureur du Roi doit en outre veiller au respect de laprésomption d'innocence, des droits de la défense du suspectou de l'inculpé, de la victime et des tiers, de la vie privéeet de la dignité des personnes;- dans la mesure du possible, l'identité des personnescitées dans le dossier n'est pas communiquée.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

218 QRVA 52 10029-03-2010De gemeenschappelijke omzendbrief van de minister vanJustitie en het College van procureurs-generaal "betreffendede informatieverstrekking aan de pers door degerechtelijke overheden en de politiediensten gedurende defase van het vooronderzoek", die in werking is getreden op15 mei 1999, beoogt een uniforme, praktische invulling tegeven aan het voormeld wettelijk kader.De voormelde wettelijke bepalingen en de omzendbriefzouden een evenwichtige relatie moeten kunnen creërentussen gerechtelijke autoriteiten en pers op het vlak van deinformatieverstrekking tijdens het gerechtelijk vooronderzoek.Een wetgevend initiatief lijkt zich terzake derhalveniet op te dringen.La circulaire commune du ministre de la Justice et duCollège des procureurs généraux "concernant les informationsqui peuvent être transmises à la presse par les autoritésjudiciaires et les services de police durant la phase del'enquête préparatoire", entrée en vigueur le 15 mai 1999,tend à conférer un contenu uniforme et pratique au cadrelégal précité.Les dispositions légales précitées ainsi que la circulairecréent des relations équilibrées entre les autorités judiciaireset la presse quant à la communication des informationsdurant l'enquête préparatoire. Une initiative législative nes'impose dès lors pas en la matière.DO 2009201012667Vraag nr. 345 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 22 december 2009 (Fr.) aande minister van Justitie:Raad van Europa. - Kwestie van de mensenrechten en degevangenissen in België.De commissaris voor de mensenrechten van de Raad vanEuropa, Thomas Hammarberg, maant België in zijn verslagvan 17 juni 2009 aan tot het nemen van een reeksmaatregelen om de bescherming van de mensenrechten opzijn grondgebied te verbeteren. Hoewel hij de goedkeuringvan een programma voor de renovatie en de bouw vangevangenissen toejuicht, vraagt de commissaris voor demensenrechten België aanstonds maatregelen te treffen omde onaanvaardbare overbevolking weg te werken en dedetentieomstandigheden te verbeteren.1. De Raad van Europa kan geen dwingende maatregelenopleggen, maar heeft wel een ontegenzeglijk symbolischgezag. De Raad van Europa stelt de detentieomstandighedenin sommige gevangenissen aan de kaak en vraagt deBelgische regering de voor opsluiting ongeschikte cellenniet langer te gebruiken.a) Hoeveel procent van de cellen wordt volgens de statistiekenals onbruikbaar aangemerkt?b) Welke voorzieningen zou de penitentiaire administratiein voorkomend geval kunnen treffen om dat probleemte ondervangen?2. In het verslag worden ook problemen inzake de rechtsbedelingten aanzien van minderjarigen aangekaart, en erwordt aanbevolen om meer middelen uit te trekken opdatde alternatieve gerechtelijke maatregelen ten volle zoudenkunnen worden benut.a) Welke alternatieve gerechtelijke maatregelen kunnener vandaag opgelegd worden?DO 2009201012667Question n° 345 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 22 décembre 2009 (Fr.) au ministre de laJustice :Le Conseil de l'Europe. - La question des droits del'homme et des prisons en Belgique. (QE725)Le commissaire aux droits de l'homme du Conseil del'Europe, Thomas Hammarberg, a appelé le 17 juin 2009 laBelgique à prendre une série de mesures pour améliorer laprotection des droits de l'homme sur son territoire. Mêmes'il salue l'adoption d'un programme de rénovation et deconstruction de nouvelles prisons, le commissaire auxdroits de l'homme demande que la Belgique prenne des"mesures immédiates" pour diminuer la surpopulationinadmissible et les conditions de détention.1. Le Conseil de l'Europe n'a pas de pouvoir coercitifmais a un pouvoir symbolique indéniable. Le Conseil del'Europe met en exergue les conditions de détention danscertaines prisons et appelle le gouvernement belge à fermerles cellules impropres à la détention.a) Pouvez-vous nous indiquer, statistiquement, le pourcentagede cellules jugées impropres?b) Le cas échéant, pourriez-vous communiquer le dispositifque pourrait mettre en place l'administration pénitentiairepour y remédier?2. Le rapport soulève aussi des problèmes relatifs à lajustice des mineurs et recommande d'accroître les ressourcesafin de rendre pleinement efficaces les mesures alternativesà la détention.a) Quel est actuellement l'éventail de mesures alternativesdont vous disposez?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010219b) Hoe staat uw administratie daartegenover, eventueel insamenspraak met de Gemeenschappen?Antwoord van de minister van Justitie van 29 maart2010, op de vraag nr. 345 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 22 december 2009(Fr.):1. a) Wij beschikken niet over cijfers betreffende ongeschiktgeachte cellen, te meer omdat de criteria variabel entalrijk zijn: ouderdom van de gevangenissen, afwezigheidvan sanitair in sommige ervan, overbevolking waardoorsommige oorspronkelijk geschikte cellen ongeschikt worden,en dergelijke.b) Het masterplan 2008-2012, waarvan de uitvoering isgestart, berust op vier pijlers en is erop gericht de problemenin de strafinrichtingen te verhelpen:- renovatieprogramma voor het herstel van de verlorencapaciteit (1);b) Quelle est la position de votre administration à ce sujetéventuellement en lien avec les Communautés?Réponse du ministre de la Justice du 29 mars 2010, àla question n° 345 de monsieur le député DanielDucarme du 22 décembre 2009 (Fr.):1. a) Nous ne disposons pas de données chiffrées relativesaux cellules jugées impropres, d'autant que les critèressont variables et multiples: ancienneté des prisons, absencesde sanitaires pour certaines d'entre elles, surpopulationrendant certaines cellules initialement très correctes,impropres, etc.b) Le masterplan 2008-2012, dont l'exécution a débuté,tend à répondre aux difficultés rencontrées dans les établissementspénitentiaires et repose sur quatre piliers:- plan de rénovation pour la restauration de la capacitéperdue (1);- uitbreiding van de capaciteit op de bestaande sites (2); - élargissement de la capacité sur les sites existants (2);- nieuwe strafinrichtingen - 2012 (3); - nouveaux établissements pénitentiaires - 2012 (3);- nieuwe strafinrichtingen ter vervanging van de verouderdeinrichtingen - 2016 (4).De vraag heeft hoofdzakelijk betrekking op de pijlers 1en 4 van het masterplan.Pijler 1: Renovatie - herstel- De werkzaamheden voor het herstel van de douches ende dakgoten, en het daarmee gepaard gaande verlies vancelcapaciteit, te Sint-Gillis en te Vorst zijn volop aan degang. Een groot deel van de cellen zijn al opnieuw ingebruik. De werken in de laatste reeks cellen lopen teneinde.- Een nieuwe planning is opgesteld voor het herstel vande douches in de vleugels C en D in de strafinrichting teVorst.- De sectie geïnterneerden te Turnhout is afgewerkt en isin gebruik sinds mei 2008.- De omvangrijke werken te Doornik (renovatie van 90cellen) zijn sinds november 2009 voltooid.- In Hoogstraten - waar eveneens een aantal renovatiewerkenworden opgestart - is de eerste fase van de werkenafgerond in oktober 2009 en werd deze gevolgd door eentweede aanneming in het najaar van 2009 (werken uit tevoeren in 2010). Deze investering leidt enerzijds tot eenverhoging van de capaciteit, maar het gaat anderzijds ookom de renovatie van onmisbare uitrusting, zoals de keukenen de bakkerij.- nouveaux établissements pénitentiaires, en remplacementdes établissements vétustes - 2016 (4).La question soumise porte essentiellement sur les piliers1 et 4 du masterplan.Pilier 1: Rénovation-réparation.- Les travaux pour la réparation des douches et des gouttièreset la capacité perdue à Saint-Gilles et Forest sont encours d'exécution. Une grande partie des cellules sont déjàremises en service. Les travaux s'achèvent pour la dernièresérie de cellules.- Un nouveau planning est établi pour la rénovation desdouches des ailes C et D de l'établissement pénitentiaire deForest.- La section des internés à Turnhout est terminée et enservice depuis mai 2008.- Les importants travaux à Tournai (rénovation de 90 cellules)sont terminés depuis novembre 2009.- À Hoogstraten - où débute également une série de travauxde rénovation - la première partie des travaux est terminésdepuis octobre 2009 et elle est suivie d'un deuxièmeengagement à l'automne 2009 (travaux à réaliser en 2010).D'une part, cet investissement conduit à une augmentationde la capacité, mais d'autre part il s'agit de la rénovationd'équipements vitaux comme la cuisine et la boulangerie.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

220 QRVA 52 10029-03-2010- De werken met het oog op de heringebruikname van devolledige vleugel B te Sint-Gillis zijn aan de gang en durentot 2011. Daardoor zullen 80 cellen opnieuw in gebruikgenomen kunnen worden.Pijler 4: Nieuwe strafinrichtingen ter vervanging van deverouderde inrichtingen.Vastgesteld is dat de noden in de meest verouderdeinrichtingen zodanig groot en talrijk zijn dat ze jarenlangeinspanningen zouden vereisen.Daarom is beslist zes nieuwe inrichtingen te bouwen opvier locaties, ter vervanging van de oude gebouwen:- Sint-Gillis/Vorst/Berkendael (vrouwen) worden BrusselI, Brussel II en Brussel III (gepland 2016);- Dinant en Namen worden Marche-en-Famenne(gepland 2013);- Antwerpen wordt vervangen door een nieuw gebouw teAntwerpen (gepland 2016);- Merksplas (cellulair) wordt vervangen door een nieuwgebouw te Merksplas (gepland 2013).Voor deze nog op te richten gebouwen is voorzien indouches op de cellen, in wasmachines op de secties, in eencomplex van naakte cellen met wandeling en douches,enzovoort.Bovenop het masterplan voorziet het meerjarenplan2009 in extra budgetten voor de uitvoering van de noodzakelijkerenovatiewerken, voornamelijk om het probleemvan het sanitair in de gevangenis aan te pakken. Dat probleemdoet zich voor in de gevangenissen te Vorst, Merksplasen Doornik. In afwachting van de nieuwe gebouwen,zullen in deze drie gevangenissen de nodige werken wordenuitgevoerd.- In Vorst zullen de nodige renovatiewerken worden uitgevoerdin afwachting van een nieuwe gevangenis te Brussel.- Voor Merksplas wordt er, in samenwerking met deRegie der Gebouwen, een actieplan uitgewerkt waarinrekening zal worden gehouden met het nieuwe gebouw ende mogelijkheid om de bestaande structuren te renoveren.- Wat Doornik betreft, zijn de werken in vleugel B sindsnovember 2009 voltooid en beschikt het merendeel van degevangenis over sanitair (90 cellen).2. a) Artikel 37 van de wet van 8 april 1965 betreffendede jeugdbescherming, beoogt naast de plaatsingsmaatregeleneen hele reeks alternatieve maatregelen:De jeugdrechtbank kan:- Concernant la remise en service de l'aile B complète àSaint-Gilles, les travaux sont en cours d'exécution et lestravaux dureront jusqu'au 2011. Cela permettra de remettre80 cellules en service.Pilier 4. Nouveaux établissements pénitentiaires en remplacementdes établissements vétustesPour les établissements les plus vétustes, il a été constatéque les besoins sont tellement importants et nombreuxqu'ils nécessiteraient des années d'efforts.C'est pourquoi nous avons décidé de construire six nouvellesinfrastructures sur quatre lieux pour remplacer lesbâtiments anciens:- Saint-Gilles /Forest/ Berkendael (femmes) deviennentBruxelles I, Bruxelles II et Bruxelles III (prévu pour 2016).- Dinant et Namur deviennent Marche-en Famenne (prévupour 2013).- Anvers sera remplacé par un nouveau bâtiment àAnvers (prévu pour 2016).- Merksplas (cellulaire) sera remplacé par un nouveaubâtiment à Merksplas (prévu pour 2013)Pour ces nouvelles constructions, il est prévu des douchesen cellules, des machines à laver le linge en section,un complexe de cellule nue avec préau et douches, entreautres.Outre le masterplan, le plan pluriannuel 2009 prévoit desbudgets supplémentaires pour réaliser des travaux de rénovationnécessaires, notamment pour régler la question dessanitaires en prison. Ce problème touche les prisons deForest, Merksplas et Tournai. Les travaux nécessairesseront effectués dans ces trois prisons en attendant les nouvellesconstructions.- À Forest, les travaux de rénovation nécessaires serontréalisés dans l'attente d'une nouvelle prison à Bruxelles.- Pour Merksplas, un plan d'action sera élaboré en collaborationavec la Régie des Bâtiments, dans lequel il seratenu compte de la nouvelle construction et de la possibilitéde rénover les structures existantes.- En ce qui concerne Tournai, les travaux dans l'aile Bsont terminés depuis novembre 2009 et maintenant lamajeure partie de la prison disposera de sanitaires (90 cellules).2. a) Outre des mesures de placement, l'article 37 de la loidu 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse prévoittoute une série de mesures alternatives.Le tribunal de la jeunesse peut:- de betrokkene berispen; - réprimander l'intéressé;K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010221De minderjarige wordt gewaarschuwd dat hij geenandere misdrijven meer mag plegen.- de betrokkene onder het toezicht plaatsen van debevoegde sociale dienst;De minderjarige blijft bij zijn ouders gehuisvest terwijlde sociale dienst van de jeugdrechtbank meer informatieover zijn opvoeding verzamelt. Deze dienst kan eventueelnieuwe maatregelen opleggen.- de betrokkene onder een intensieve educatieve begeleidingen onder de geïndividualiseerde omkadering van eenreferentieopvoeder plaatsen;Deze opvoeder is verbonden aan een gemeenschapsinstellingof beantwoordt aan de door de Gemeenschapgestelde criteria. Het is de bedoeling dat de referentieopvoederde minderjarige van nabij volgt en een programma"op maat" van de minderjarige uitwerkt.- de betrokkene opleggen een prestatie van opvoedkundigeaard en van algemeen nut te leveren;Het is daarbij de bedoeling de minderjarige bewust temaken van zijn gedrag. De maatregel mag niet alleen totdoel hebben dat de minderjarige zijn schulden ten aanzienvan de samenleving zou vereffenen, maar moet ook eenopvoedkundig doel hebben.- de minderjarige opleggen een ambulante behandeling tevolgen bij een psychologische, psychiatrische of anderedienst;De minderjarige volgt een therapie vanuit zijn thuismilieu.Deze therapie kan ook gevolgd worden bij een dienstvoor seksuele opvoeding of bij een dienst deskundig op hetgebied van alcohol- of drugsverslaving.- de betrokkene toevertrouwen aan een rechtspersoon dievoorstelt de verwezenlijking van een positieve prestatie tebegeleiden;Deze positieve prestatie bestaat in hetzij een opleiding,hetzij in de deelname aan een georganiseerde activiteit.- de betrokkene toevertrouwen aan een vertrouwenspersoon;De minderjarige kan toevertrouwd worden aan een familielid(de grootouders, bijvoorbeeld) of aan een persoon diezich voorstelt namens een pleeggezin, onder toezicht vande sociale dienst.Deze bepalingen zijn echter nog niet allemaal in werkinggetreden omdat er met de Gemeenschappen nog akkoordenter zake dienen te worden afgesloten.Le mineur est mis en garde de ne pas commettre d'autresinfractions.- soumettre l'intéressé à la surveillance du service socialcompétent;Le mineur continue à résider chez ses parents tandis quele service social du tribunal de la jeunesse réunit davantaged'informations sur son éducation. Ce service peut éventuellementpréconiser de nouvelles mesures.- soumettre l'intéressé à un accompagnement éducatifintensif et à un encadrement individualisé d'un éducateurréférent;Cet éducateur est attaché à une institution communautaireou répond à des critères fixés par la Communauté.L'objectif est que l'éducateur référent suive le mineur deprès et élabore un programme "taillé sur mesure" pour lemineur.- imposer à l'intéressé d'effectuer une prestation éducativeet d'intérêt général;Le but est d'amener le mineur à prendre conscience deson comportement. La mesure ne doit pas avoir pour seulobjet de permettre au mineur de s'acquitter de sa dette visà-visde la société, elle doit également poursuivre un butéducatif.- imposer au mineur de suivre un traitement ambulatoireauprès d'un service psychologique, psychiatrique ou autre;Le mineur suit une thérapie depuis son milieu familial.Cette thérapie peut également être suivie auprès d'un serviced'éducation sexuelle ou d'un service spécialisé dans ledomaine de l'alcoolisme ou de la toxicomanie.- confier l'intéressé à une personne morale proposantl'encadrement de la réalisation d'une prestation positive;Cette prestation positive consiste soit en une formation,soit en la participation à une activité organisée.- confier l'intéressé à une personne digne de confiance;Le mineur peut être confié à un membre de la famille(par exemple, aux grands-parents) ou à une personne seproposant comme famille d'accueil, sous le contrôle du servicesocial.Ces dispositions ne sont toutefois pas encore toutesentrées en vigueur car des accords doivent encore êtreconclus avec les Communautés en la matière.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

222 QRVA 52 10029-03-2010De minderjarige zelf kan aan de rechtbank een schriftelijkproject voorstellen met betrekking tot een aantal verbintenissenzoals bijvoorbeeld het aanbieden vanverontschuldigingen, herstel van de aangebrachte schade,hernieuwd schoolbezoek, en dergelijke.Een herstelrechtelijk aanbod van bemiddeling of van herstelgerichtgroepsoverleg kan ook worden voorgesteld.Herstelgerichte bemiddeling houdt in dat de minderjarige,onder begeleiding van een erkende dienst, een overeenkomstinzake herstel in natura afsluit. In kader vanherstelgericht groepsoverleg (HGO) treedt de confrontatiemet het slachtoffer meer op het voorplan. Met hulp van eenneutrale bemiddelaar moet de minderjarige het slachtoffereen oplossing voorstellen om de "relationele en materiëlegevolgen" van het misdrijf te verhelpen.b) Deze alternatieven worden gefinancierd op basis vanakkoorden met de Gemeenschappen, zoals de samenwerkingsovereenkomstvan 13 december 2006 tussen de FederaleStaat, de Vlaamse Gemeenschap, de FranseGemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en deGemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffendede organisatie en de financiering van het herstelrechtelijkaanbod bedoeld in de wet van 8 april 1965betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen vanminderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebbengepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakteschade.Le mineur peut lui-même proposer au tribunal un projetécrit portant sur un certain nombre d'engagements tels que,par exemple, formuler des excuses, réparer les dommagescausés, se réinsérer dans la vie scolaire, etc.Une offre restauratrice de médiation ou de concertationrestauratrice en groupe peut également être proposée.La médiation restauratrice implique que le mineur, encadrépar un service agréé, conclut un contrat sur la réparationen nature. Dans le cadre d'une concertationrestauratrice en groupe (CRG), la confrontation avec lavictime passe davantage à l'avant-plan. Avec l'aide d'unmédiateur neutre, le mineur doit proposer à la victime unesolution pour remédier aux 'conséquences relationnelles etmatérielles' de l'infraction.b) Ces alternatives sont financées par le biais d'accordsavec les Communautés, tels que l'accord de coopérationdu 13 décembre 2006 entre l'État fédéral, la Communautéflamande, la Communauté française, la Communauté germanophoneet la Commission communautaire communeportant sur l'organisation et le financement de l'offre restauratricevisée à la loi du 8 avril 1965 relative à la protectionde la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayantcommis un fait qualifié infraction et à la réparation dudommage causé par ce fait.DO 2009201012762Vraag nr. 348 van mevrouw de volksvertegenwoordigerRita De Bont van 23 december 2009 (N.) aan deminister van Justitie:Secretariaten en beleidsorganen. - Omzendbrief. - De vergroeningvan het wagenpark. (SV 860)Volgens de omzendbrief inzake de CO2-uitstoot metbetrekking tot het wagenpark van de secretariaten en debeleidsorganen van de ministers, beslist op de ministerraadvan 1 februari 2008, moet per secretariaat en per cel minstenséén voertuig een uitstoot hebben die niet hoger is dan120 g/km, en minstens één voertuig een uitstoot die niethoger is dan 105 g/km. Via progressieve vervanging moesttegen eind 2008 gekomen worden tot een gemiddelde uitstootvan 150 g/km per wagenpark per regeringslid. Eind2009 moet het gemiddelde 140 g/km bereiken en eind 2012is de norm 130 g/km. Dieselmotoren moeten uitgerust zijnmet een roetfilter. Controle op de omzendbrief gebeurtdoor de Kanselarij.DO 2009201012762Question n° 348 de madame la députée Rita De Bont du23 décembre 2009 (N.) au ministre de la Justice :Secrétariats et organes stratégiques. - Circulaire. - Évolutionvers un parc de véhicules moins polluants.Aux termes de la circulaire relative aux émissions deCO2 du parc automobile des secrétariats et organes stratégiquesdes ministres, approuvée lors du Conseil des ministresdu 1er février 2008, chaque secrétariat et chaquecellule doit compter dans son parc au minimum un véhiculen'émettant pas plus de 120 g/km et au moins un véhiculedont les émissions ne dépassent pas 105 g/km. Le remplacementprogressif du parc automobile devait permettred'atteindre une moyenne d'émissions de 150 g/km pourchaque parc de véhicule et par membre du gouvernementfin 2008. La moyenne devra baisser à 140 g/km fin 2009 et130 g/km fin 2012. Les moteurs diesel doivent quant à euxêtre équipés d'un filtre à particules. La Chancellerie estchargée de contrôler le respect de la circulaire.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20102231. Welke initiatieven ter zake werden sinds de omzendbriefondertussen ondernomen?2. a) Verwacht u dat tegen het einde van 2009 de vooropgesteldedoelstellingen zullen gehaald worden?1. Quelles initiatives ont été prises en la matière depuis lapublication de cette circulaire?2. a) Prévoyez-vous que les objectifs fixés seront atteintsfin 2009?b) Kan u dit met concrete gegevens aantonen? b) Pouvez-vous étayer cette réponse par des donnéesconcrètes?Antwoord van de minister van Justitie van 23 maart2010, op de vraag nr. 348 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Rita De Bont van 23 december2009 (N.):1. Sinds het aantreden van de huidige minister van Justitieis enkel het dienstvoertuig van de minister gewijzigd.Voor de andere auto's worden de lopende leasingcontractenverder gezet tot hun vervaldag.2. Op 31 december 2009 bestond het wagenpark van debeleidscel uit vier voertuigen met navolgende CO2-uitstoot:- 125 g/km - 125 g/km- 130 g/km - 130 g/km- 140 g/km - 140 g/km- 194 g/km - 194 g/kmHet gemiddelde bedraagt derhalve 147,25 g/km.Réponse du ministre de la Justice du 23 mars 2010, àla question n° 348 de madame la députée Rita De Bontdu 23 décembre 2009 (N.):1. Depuis l'entrée en fonction du ministre actuel de laJustice, seul le véhicule de fonction du ministre a changé.Pour les autres véhicules, les contrats de leasing en coursse poursuivent jusqu'à leur échéance.2. Au 31 décembre 2009, le parc de véhicules de la cellulestratégique était composé de quatre véhicules dont lesémissions de CO2 sont les suivantes:La moyenne s'élève par conséquent à 147,25 g/km.DO 2009201012763Vraag nr. 349 van mevrouw de volksvertegenwoordigerRita De Bont van 23 december 2009 (N.) aan deminister van Justitie:Departement. - Gebouwen. - Energie-efficiëntie en hetgebruik van groene energie. (SV 574)Ik herinner u aan de beleidsnota van de minister van Klimaaten Energie, waarin staat dat de federale overheden terzake een voorbeeldfunctie hebben in het implementerenvan doelstellingen en realisaties in het kader van duurzameontwikkeling. Ook in het "Voorontwerp van het FederaalPlan inzake Duurzame Ontwikkeling 2009-2012" leestmen in die zin: "Een beleid voor duurzame ontwikkelinghoudt niet enkel maatregelen in die op bepaalde onderdelenvan de samenleving gericht zijn. Enerzijds moet deoverheid zelf het goede voorbeeld geven. Duurzame ontwikkelingmoet als het ware geïntegreerd zijn in de dagelijksewerking van de overheid. Ook in het aankoopbeleid.Anderzijds dient de regering aandacht te besteden aan horizontalebeleidsinstrumenten die kunnen bijdragen tot meerduurzame ontwikkeling. Impactanalyse, fiscaliteit, communicatieen indicatoren zijn daar voorbeelden van."DO 2009201012763Question n° 349 de madame la députée Rita De Bont du23 décembre 2009 (N.) au ministre de la Justice :Départements. - Bâtiments. - Efficacité énergétique et utilisationd'énergie verte.Je vous rappelle que la note de politique générale duministre du Climat et de l'Énergie indique que les autoritésfédérales remplissent en la matière un rôle d'exemple dansle cadre de la mise en oeuvre des objectifs et des réalisationsen matière de développement durable. On peut parailleurs lire ce qui suit dans "l'avant-projet de plan fédéralde développement durable 2009-2012": "Une politique dedéveloppement durable ne doit pas se limiter à des mesuresciblées vers certains secteurs de la société. D'une part, lespouvoirs publics eux-mêmes doivent donner l'exemple. Ledéveloppement durable doit en fait s'intégrer dans le fonctionnementquotidien des pouvoirs publics, et plus particulièrementdans la politique des achats. D'autre part, legouvernement doit se pencher sur les instruments politiqueshorizontaux qui peuvent également renforcer le développementdurable. L'analyse de l'impact, la fiscalité, lacommunication et les indicateurs en sont quelques exemples."K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

224 QRVA 52 10029-03-2010Ter zake stelde ik u reeds een reeks vragen, waarop iknog geen antwoord mocht ontvangen.1. Heeft u ondertussen reeds initiatieven genomen omeen audit te laten verrichten in de gebouwen van zijndepartement?2. Is het de bedoeling dat u een EMAS-certificaat (Eco-Management and Audit Scheme) voor de milieu-initiatievenop uw departement wenst te verwerven? (EMAS is eenEuropees instrument dat de organisaties erkent die eencontinue verbetering van hun milieuprestaties nastreven enzich willen conformeren aan de milieuwetgeving door hunpersoneelsleden nog meer bewust te maken van de milieubescherming.)3. a) Overweegt u om alsnog binnen een redelijke termijneen inspanning te leveren teneinde tegemoet te komen aande doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling in hetalgemeen en de terugdringing van de CO2-uitstoot middelsenergiebesparende maatregelen in het bijzonder?b) Welke concrete maatregelen overweegt u in de nabijetoekomst?4. Fedesco faciliteert en financiert energie-efficiëntieprojectenin federale overheidsgebouwen. Door gericht adviesand state-of-the-art diensten en technologieën dragen webij tot de vermindering van de uitstoot van broeikasgassenen kostenbesparingen.Vindt u een samenwerking met Fedesco nuttig ter zake?Antwoord van de minister van Justitie van 23 maart2010, op de vraag nr. 349 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Rita De Bont van 23 december2009 (N.):Aangezien deze vraag over een gelijkaardig onderwerphandelt als de vraag nr. 574 van 20 maart 2009 vanmevrouw Rita De Bont, verwijs ik het geachte Kamerlidnaar de antwoordelementen die toen gegeven werden (Vragenen Antwoorden, Kamer, 2009-2010, nr. 87 blz. 162).Je vous ai déjà posé plusieurs questions à ce sujet, maisje n'y ai pas encore obtenu de réponse.1. Avez-vous entre-temps déjà pris des initiatives pourfaire réaliser un audit dans les bâtiments de votre département?2. Avez-vous l'intention d'obtenir un certificat EMAS(Eco-Management and Audit Scheme) pour les initiativesprises au sein de votre département en matière d'environnement?(L'EMAS est un instrument européen qui reconnaîtles organisations qui tendent vers une amélioration continuede leurs performances environnementales et souhaitentse conformer à la législation environnementale en sensibilisantdavantage les membres de leur personnel à la protectionde l'environnement.)3. a) Envisagez-vous d'encore fournir un effort dans undélai raisonnable pour respecter les objectifs en matière dedéveloppement durable en général et de réduction desémissions de CO2 par le biais de mesures d'économied'énergie en particulier?b) Quelles mesures concrètes envisagez-vous de prendredans un avenir proche?4. Fedesco facilite et finance des projets d'efficacité énergétiquedans des bâtiments publics fédéraux. A l'aide deconseils ciblés et des meilleurs services et technologiesdisponibles, Fedesco contribue à la réduction des émissionsde gaz à effet de serre tout en réduisant les coûtsénergétiques.Jugez-vous une collaboration avec Fedesco utile en lamatière?Réponse du ministre de la Justice du 23 mars 2010, àla question n° 349 de madame la députée Rita De Bontdu 23 décembre 2009 (N.):La question n° 349 ayant un objet similaire à celle quemadame la députée Rita De Bont a déjà posée précédemment,j'invite l'honorable membre à se référer aux élémentsde réponse que j'ai fournis à ladite question n°574 du20 mars 2009 (Questions et Réponses, Chambre, 2009-2010, n°87, page 162).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010225DO 2009201013797Vraag nr. 478 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 08 januari 2010 (N.) aan deminister van Justitie:Gedetineerde vreemdelingen.In de beleidsnota "Asiel en Migratie" wordt veel aandachtbesteed aan de gedetineerde vreemdelingen inonwettig verblijf en de vreemdelingen in onwettig verblijfdie op basis van het gemeen recht worden beschuldigd.Aangezien het aantal gedetineerde vreemdelingen inonwettig verblijf van wie de identiteit onzeker of onbekendis de jongste jaren gestegen is, werd bij de Dienst Vreemdelingenzakeneen Dienst voor de identificatie van gevangenengecreeërd.1. Hoeveel gedetineerde vreemdelingen in onwettig verblijfvan wie de identiteit onzeker of onbekend is, werdende jongste vijf jaar opgesloten? Indien mogelijk, graag cijfersopgesplitst per jaar, per geslacht en per leeftijdscategorie.2. Welke zijn de herkomstlanden (top 5) van de gedetineerdevreemdelingen?3. Welke inspanningen worden geleverd om de identificatievan de gedetineerde vreemdelingen te vereenvoudigen?Antwoord van de minister van Justitie van 23 maart2010, op de vraag nr. 478 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Leen Dierick van 08 januari2010 (N.):1. Gedetineerden worden opgesloten en geregistreerdonder de identiteit die vermeld wordt op de opsluitingsstukken.Het al dan niet onzekere karakter van die identiteitwordt niet geregistreerd. Bovendien wordt hetverblijfsrecht niet geverifieerd voorafgaand aan de opsluiting.Het is pas met het oog op de invrijheidsstelling (ofals de gedetineerde in aanmerking komt voor tussenstaatseoverbrenging) dat de verblijfssituatie van de buitenlandsegedetineerde door de Dienst Vreemdelingenzaken wordthergeëvalueerd.2. In 2009 waren op een totaal van 18.000 gedetineerden(de instellingen van sociaal verweer in Bergen en Doornik,het gesloten federaal centrum in Tongeren en de gesloteninstelling in Everberg niet meegerekend) volgende vijfnationaliteiten het sterkst vertegenwoordigd:DO 2009201013797Question n° 478 de madame la députée Leen Dierick du08 janvier 2010 (N.) au ministre de la Justice :Détenus étrangers.- 1475 Marokkanen; - 1475 Marocains;- 890 Algerijnen; - 890 Algériens;- 564 Fransen; - 564 Français;- 470 Nederlanders; - 470 Néerlandais;- 428 ex-Joegoeslaven. - 428 ex-Yougoslaves.Dans la note de politique générale "Asile et Migration",une attention particulière est accordée aux détenus étrangersen séjour irrégulier et aux étrangers en séjour irrégulierqui sont prévenus de droit commun. Face àl'augmentation, ces dernières années, du nombre de détenusétrangers en séjour irrégulier dont l'identité est incertaineou inconnue, un Service d'identification des détenus(DID) a été créé au sein de l'Office des Étrangers.1. Combien de détenus étrangers en séjour irrégulier dontl'identité est incertaine ou inconnue, ont été emprisonnésau cours des cinq dernières années? Pourriez-vous fournirleur répartition par an, par sexe et par tranche d'âge?2. Quels sont les pays d'origine des détenus étrangers?Pouvez-vous donner un aperçu des cinq principaux paysconcernés?3. Quelles mesures seront prises pour faciliter l'identificationdes détenus étrangers?Réponse du ministre de la Justice du 23 mars 2010, àla question n° 478 de madame la députée Leen Dierickdu 08 janvier 2010 (N.):1. Les détenus sont incarcérés et enregistrés sous l'identitémentionnée sur les pièces d'écrou. Le caractère certainou non de cette identité n'est pas enregistré. En outre, ledroit de séjour n'est pas vérifié préalablement à l'écrou. Cen'est qu'en vue de la mise en liberté (ou si le détenu entreen considération pour un transfèrement interétatique) quela situation de séjour du détenu étranger sera réévaluée parl'Office des Étrangers.2. En 2009, sur un total de 18.000 détenus (les établissementsde défense sociale de Mons et de Tournai, le centrefédéral fermé de Tongres et l'institution fermée d'Everbergnon compris), les cinq nationalités les plus fortement représentéesétaient les suivantes:K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

226 QRVA 52 10029-03-2010Echter, indien de top vijf van gedetineerde vreemdelingenin onwettig verblijf wordt bedoeld (zie vraag 1), kan ikhierop geen antwoord geven.3. Op initiatief van de Dienst Vreemdelingenzaken werdeen project opgestart genaamd "unieke identificatie". Ditproject is nog steeds lopende en hieraan nemen verschillendepartners deel, onder meer: politie, Rijksregister,Dienst Vreemdelingenzaken, FOD Buitenlandse Zaken, Dekruispuntbank. Hierbij wordt getracht om de processenvan registratie, verificatie en identificatie van de vreemdelingte optimaliseren teneinde te voorkomen dat gebruikgemaakt wordt van meervoudige identiteiten en ervoor tezorgen dat de correcte identiteit kan worden vastgesteld.Si l'on entend toutefois le top cinq des nationalités lesplus fortement représentées pour les étrangers en séjourirrégulier, je ne puis répondre à ce point de la question(voir point 1).3. Un projet appelé "Identification unique" a été lancé àl'initiative de l'Office des Étrangers. Ce projet est toujoursen cours et plusieurs partenaires y participent: la police, leRegistre national, l'Office des Étrangers, le SPF Affairesétrangères, la Banque-Carrefour, entre autres. L'objectif estd'optimaliser les processus d'enregistrement, de vérificationet d'identification des étrangers afin d'éviter l'utilisationd'identités multiples et de permettre l'établissement del'identité correcte.DO 2009201013936Vraag nr. 504 van de heer volksvertegenwoordigerBruno Stevenheydens van 12 januari 2010 (N.)aan de minister van Justitie:Het uitzitten van hun straf in het land van herkomst.Reeds eerder stelde ik vragen omtrent de overeenkomstentussen België en andere landen om het mogelijk temaken dat veroordeelde criminelen hun straf in hun landvan herkomst uitzitten.In uw antwoord staat er geen overzicht van welke landenwaarmee een bilaterale overeenkomst geldt.1. Kan u meedelen voor welke landen deze overeenkomstgeldt en voor welke landen de onderhandelingen momenteelnog lopen?2. Ik verbaas mij over het geringe aantal personen datsinds de inwerkingtreding van het overbrengingsverdrag in2005 effectief werd overgebracht; namelijk 21 personen (4naar Bulgarije, 3 naar Polen, 8 naar Roemenië, 4 naarNederland en 2 naar Frankrijk).Voor hoeveel personen werd de aanvraag om een overbrengingnaar een gevangenis in het land van herkomstreeds gesteld?3. a) Hoeveel gevangenen in ons land - waarvoor er methet land van herkomst een overeenkomst geldt - komen inaanmerking om hun straf in hun land van herkomst uit tezitten?DO 2009201013936Question n° 504 de monsieur le député BrunoStevenheydens du 12 janvier 2010 (N.) auministre de la Justice :L'exécution de la peine dans le pays d'origine.J'ai déjà posé par le passé des questions sur les accordspassés entre la Belgique et d'autres pays pour permettreaux criminels condamnés de purger leur peine dans leurpays d'origine.Votre réponse ne précise pas avec quels pays un accordbilatéral a été conclu.1. Pouvez-vous nous préciser avec quels pays desaccords ont été conclus et avec quels pays des négociationssont encore en cours?2. Je m'étonne du nombre peu élevé de personnes effectivementtransférées depuis l'entrée en vigueur de la conventionsur le transfèrement en 2005, à savoir 21 personnes (4vers la Bulgarie, 3 vers la Pologne, 8 vers la Roumanie, 4vers les Pays-Bas et 2 vers la France).Pour combien de personnes une demande de transfertvers une prison dans le pays d'origine a-t-elle déjà étéintroduite?3. a) Combien de personnes incarcérées en Belgique -pour lesquelles un accord a été conclu avec le pays d'origine- sont susceptibles de purger leur peine dans leur paysd'origine?b) Wordt er hier wel voldoende aandacht aan besteed? b) Cette question retient-elle suffisamment l'attention?c) Is dit geen mogelijkheid om de overbevolking in onzegevangenissen tegen te gaan?c) Ne s'agit-il pas d'un moyen de remédier en partie à lasurpopulation dans nos prisons?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010227Antwoord van de minister van Justitie van 23 maart2010, op de vraag nr. 504 van de heervolksvertegenwoordiger Bruno Stevenheydens van12 januari 2010 (N.):1. Naast de 64 landen die zich verbonden hebben tot hetEuropees Verdrag inzake de overbrenging van gevonnistepersonen van 21 maart 1983, zijn er momenteel onderhandelingenlopende met verschillende landen om tot een bilateraleovereenkomst te komen.De Democratische Republiek Congo, de DominicaanseRepubliek, Thailand en Brazilië hebben reeds zo'n overeenkomstondertekend, die op zijn beurt zal dienen te wordengeratificeerd. Met Hong Kong en Marokko bestaatreeds een bilaterale overeenkomst.Daarnaast is het sinds 1 september 2005 (ratificatie vanhet Aanvullend Protocol van 18 december 1997 bij hetoverbrengingsverdrag van 21 maart 1983) in bepaaldeomstandigheden ook mogelijk dat de buitenlandse gedetineerdewordt overgebracht zonder dat daarvoor zijnakkoord vereist is. Naast de 34 landen die zich verbondenhebben tot het Aanvullend Protocol bij het overbrengingsverdragvan de Raad van Europa zijn er momenteel onderhandelingenlopende met verschillende landen om tot eenbilaterale overeenkomst te komen. Het is de bedoeling deoverbrenging zonder de toestemming van de gevonnistepersoon zoveel mogelijk te blijven promoten. Daarbijneemt België het standpunt in om zoveel mogelijk landenover te halen het Aanvullend Protocol van 18 december1997 bij het overbrengingsverdrag van de Raad vanEuropa te ratificeren. Met landen die niet tot dit instrumentwillen toetreden, wordt overwogen een apart bilateraalinstrument af te sluiten. De onderhandelingen met volgendelanden hebben reeds geleid tot ondertekening vaneen overeenkomst tot overbrenging zonder akkoord van deveroordeelde; de Democratische Republiek Congo enMarokko. Deze dienen op hun beurt te worden geratificeerd.2. Op basis van het Europees Verdrag inzake de overbrengingvan gevonniste personen van 21 maart 1983, hebbensinds januari 2005 tot op heden reeds 192 buitenlandsegedetineerden een verzoek ingediend om hun celstraf uit tezitten in hun land van oorsprong of verblijf.Sinds 1 januari 2005 tot op heden werden 42 personenovergebracht.Opgesplitst per land: 2 naar Bulgarije, 1 naar Italië, 1naar Duitsland, 2 naar Groot-Brittannië, 1 naar Litouwen, 2naar Spanje, 1 naar Noorwegen, 1 naar Portugal, 1 naarDenemarken, 2 naar Turkije, 8 naar Frankrijk en 20 naarNederland.Réponse du ministre de la Justice du 23 mars 2010, àla question n° 504 de monsieur le député BrunoStevenheydens du 12 janvier 2010 (N.):1. En dehors des 64 pays qui ont adhéré à la Conventioneuropéenne du 21 mars 1983 sur le transfèrement des personnescondamnées, des négociations sont actuellement encours avec plusieurs pays en vue de conclure une conventionbilatérale.La République démocratique du Congo, la Républiquedominicaine, la Thaïlande et le Brésil ont déjà signé uneconvention de ce type, laquelle devra à son tour être ratifiée.Une convention bilatérale existe déjà avec HongKong et le Maroc.Par ailleurs, depuis le 1er septembre 2005 (ratification duProtocole additionnel du 18 décembre 1997 à la Conventioneuropéenne du 21 mars 1983 sur le transfèrement despersonnes condamnées), il est également possible dans certainescirconstances que le détenu étranger soit transférésans que son accord soit requis à cet effet. En dehors des 34pays qui ont adhéré au Protocole additionnel à la Conventionsur le transfèrement des personnes condamnées duConseil de l'Europe, des négociations sont actuellement encours avec plusieurs pays en vue de conclure une conventionbilatérale. Le but est de continuer à promouvoir autantque possible le transfèrement sans le consentement de lapersonne jugée. La Belgique considère qu'il faut pour cefaire persuader un maximum de pays de ratifier le Protocoleadditionnel du 18 décembre 1997 à la Convention surle transfèrement des personnes condamnées du Conseil del'Europe. Un instrument bilatéral particulier est envisagépour les pays qui ne veulent pas adhérer à l'instrument précité.Les négociations avec les pays suivants ont déjàconduit à la signature d'une convention de transfèrementsans le consentement du condamné: République démocratiquedu Congo et Maroc. Ces différentes conventions doiventà leur tour être ratifiées.2. De janvier 2005 à ce jour, 192 détenus étrangers ontdéjà introduit une demande en vue de subir leur peine dansleur pays d'origine ou de résidence sur la base de laConvention européenne sur le transfèrement des personnescondamnées du 21 mars 1983.Du 1er janvier 2005 à ce jour, 42 personnes ont été transférées.La répartition par pays est la suivante: 2 vers la Bulgarie,1 vers l'Italie, 1 vers l'Allemagne, 2 vers le Royaume-Uni,1 vers la Lituanie, 2 vers l'Espagne, 1 vers la Norvège, 1vers le Portugal, 1 vers le Danemark, 2 vers la Turquie, 8vers la France et 20 vers les Pays-Bas.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

228 QRVA 52 10029-03-2010Wat het Aanvullend Protocol bij het overbrengingsverdragbetreft werden reeds voor 307 gedetineerden eenoverbrenging zonder akkoord naar een gevangenis in hetland van herkomst gevraagd en afgesloten.Sinds de inwerkingtreding van het Aanvullend Protocolbij het overbrengingsverdrag in 2005 werden 26 personennaar hun land van nationaliteit of herkomst overgebracht.Opgesplitst per land: 5 naar Bulgarije; 3 naar Polen, 9naar Roemenië, 7 naar Nederland en 2 naar Frankrijk.Er werden 2 Belgen uit Nederland gedwongen overgebracht.3. a) Het is onmogelijk om mee te delen hoeveel gedetineerdenexact in aanmerking komen om hun straf in hunland van herkomst te ondergaan, gelet op de verschillendetoekenningsvoorwaarden waaraan voldaan moet zijn.b) Hier wordt zeker aandacht aan besteed. De veroordeeldendie prima facie voldoen aan de criteria voor eentussenstaatse overbrenging worden geïnformeerd door degevangenisdirectie over de mogelijkheid hiertoe. Bij dezegesprekken wordt hen uitdrukkelijk gevraagd of ze vandeze mogelijkheid gebruik willen maken.Voor de veroordeelden die onderdaan zijn van een staatdie het Aanvullend Protocol bij het Europees Verdraginzake de overbrenging van gevonniste personen heeftgeratificeerd worden de dossiers ambtshalve onderzochtdoor de penitentiaire administratie en de Centrale AutoriteitInternationale Samenwerking in Strafzaken.c) Het is een mogelijk instrument om de overbevolkingtegen te gaan maar het is echter afhankelijk van de verschillendevoorwaarden die vervuld moeten zijn.En ce qui concerne le Protocole additionnel à la Conventionsur le transfèrement des personnes condamnées, untransfèrement sans le consentement du condamné vers uneprison dans le pays d'origine a déjà été formulé et conclupour 307 détenus.Depuis l'entrée en vigueur du Protocole additionnel à laConvention sur le transfèrement des personnes condamnéesen 2005, 26 personnes ont été transférées vers le paysdont elles possèdent la nationalité ou dont elles sont originaires.La répartition par pays est la suivante: 5 vers la Bulgarie,3 vers la Pologne, 9 vers la Roumanie, 7 vers les Pays-Baset 2 vers la France.Deux Belges ont été transférés sous la contrainte depuisles Pays-Bas.3. a) Vu les diverses conditions d'octroi qui doivent êtreremplies, il est impossible de communiquer le nombreexact de détenus susceptibles de subir leur peine dans leurpays d'origine.b) Cette question retient certainement l'attention. Lescondamnés qui, à première vue, satisfont aux critères pourun transfèrement interétatique sont informés de cette possibilitépar la direction de la prison. Lors de ces entretiens, illeur est explicitement demandé s'ils souhaitent recourir àcette possibilité.Pour les condamnés qui sont ressortissants d'un Etatayant ratifié le Protocole additionnel à la Convention sur letransfèrement des personnes condamnées, les dossiers sontexaminés d'office par l'administration pénitentiaire et parl'Autorité centrale de Coopération internationale en matièrepénale.c) Il s'agit d'un instrument possible pour lutter contre lasurpopulation mais qui dépend toutefois des différentesconditions devant être remplies.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010229DO 2009201013988Vraag nr. 516 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVan der Maelen van 12 januari 2010 (N.) aan deminister van Justitie:DO 2009201013988Question n° 516 de monsieur le député Dirk Van derMaelen du 12 janvier 2010 (N.) au ministre de laJustice :De herverdeling van parketjuristen. (MV 17625) La redistribution des juristes de parquet. (QO 17625)In een interview verklaarde de Antwerpse procureur HermanDams dat de geplande herverdeling van de parketjuristennefaste gevolgen kan hebben voor de strijd tegen definanciële criminaliteit van het Antwerpse parket. Ik citeer:"Als men mij zeven parketjuristen wil afnemen - en datzijn de plannen -, dan zal ik één van mijn prioriteiten moetenlaten vallen. Ik zal bijvoorbeeld het financiële luikmoeten halveren of helemaal niet meer werken op drugs.Dat zal een groot verlies zijn en ik vrees dat de winst diegemaakt zal worden op kleinere parketten daar niet tegenopweegt. De beslissing om Antwerpen minder parketjuristente geven zal dus niet efficiënt zijn."Uit hetzelfde interview blijkt dat in 2007 in Antwerpenliefst 70% van al het fraudegeld dat verbeurd is verklaard,wordt geïnd.Bent u het met mij eens dat het geen goed idee is om Antwerpenzeven parketjuristen af te nemen zodat de financiëlesectie gehalveerd dreigt te worden?Antwoord van de minister van Justitie van 26 maart2010, op de vraag nr. 516 van de heervolksvertegenwoordiger Dirk Van der Maelen van12 januari 2010 (N.):Het aantal parketjuristen en referendarissen per rechtsmachtis niet vastgelegd in een wettelijk kader, maar in eennationale personeelsenveloppe die voor zowel parketjuristenals referendarissen telt en waarvan het maximum perrechtsgebied gebaseerd is op een percentage van het aantalmagistraten in het rechtsgebied (art. 162, §3 GerechtelijkWetboek).De verdeling geschiedt volgens de behoeften van dedienst en op advies van de rechterlijke overheden.Elk rechtsgebied telt momenteel een aantal parketjuristenen een aantal referendarissen, welke op grond van dezeadviezen van de rechterlijke overheden werden vastgesteld.Krachtens het Gerechtelijk Wetboek, geeft de procureurgeneraalvoor wat betreft de parketjuristen in zijn rechtsgebiedeen advies aan de minister van Justitie omtrent de aanwijzingaan een parket. Hieromtrent zijn geen richtlijnenof criteria meegedeeld aan de procureurs-generaal.Le procureur anversois Herman Dams a déclaré dans uneinterview que le projet de redistribution des juristes de parquetpouvait avoir des conséquences néfastes pour la luttecontre la criminalité financière du parquet anversois. Jecite: "Si on m'enlève sept juristes de parquet comme le prévoitle projet, je devrai renoncer à une des mes priorités. Jedevrai par exemple réduire le volet financier de moitié oune plus donner suite aux affaires de drogue. Ce sera unegrande perte qui ne sera pas compensée, je le crains, parl'avantage que peuvent en tirer les petits parquets. La décisionde réduire le nombre de juristes de parquet à Anversne sera donc pas productive."Toujours selon la même interview, il semblerait qu'àAnvers, quelque 70% de l'argent fraudé saisi ait pu êtreperçu en 2007.Convenez-vous avec moi qu'il serait peu judicieux de priverAnvers de sept juristes de parquet, au risque de priverla section financière de la moitié de ses effectifs?Réponse du ministre de la Justice du 26 mars 2010, àla question n° 516 de monsieur le député Dirk Van derMaelen du 12 janvier 2010 (N.):Le nombre de juristes de parquet et de référendaires parjuridiction n'est pas fixé dans un cadre légal, mais dans uneenveloppe nationale du personnel, commune aux juristesde parquet et aux référendaires. Leur nombre maximumpar ressort se fonde sur un pourcentage du nombre demagistrats dans le ressort (art. 162, § 3 du Code judiciaire).La répartition s'effectue en fonction des nécessités duservice et sur avis des autorités judiciaires.Chaque ressort compte actuellement un certain nombrede juristes de parquet et un certain nombre de référendaires,nombres fixés sur la base des avis des autorités judiciaires.En vertu du Code judiciaire, le procureur général remet,pour ce qui concerne les juristes de parquet de son ressort,un avis au ministre de la Justice quant à leur désignationdans un parquet. Sur ce plan, aucune directive ou aucuncritère n'est communiqué(e) aux procureurs généraux.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

230 QRVA 52 10029-03-2010De voorbije jaren werd de personeelsenveloppe parketjuristenen referendarissen uitgebreid van 246 naar 294 eenheden.In 2008 werd het accent gelegd op de uitbreidingvan het aantal parketjuristen, waar in 2009 het accent ligtop de zetel, met een uitbreiding van het aantal referendarissen.In 2008 werden vijftien extra eenheden van parketjuristverdeeld over de diverse rechtsgebieden, waarbij hetzwaartepunt lag bij de grootsteden Antwerpen en Brussel.Daarenboven werd in 2009 eveneens één extra parketjuristper rechtsgebied toegekend.De procureurs-generaal van de diverse rechtsgebiedenhebben mij een voorstel overgemaakt om deze plaatsen toete kennen aan een parket binnen hun rechtsgebied.In het kader van de verdeling van de nieuwe eenhedenparketjurist werd in september de vraag gesteld naar alleprocureurs-generaal om, naast een voorstel omtrent de toewijzingvan de nieuwe eenheid, eveneens na te gaan of zijde huidige verdeling van parketjuristen binnen hun rechtsgebiedwensten te wijzigen. Er werden geen wijzigingenvan de bestaande toewijzingen aan de parketten gevraagddoor de procureurs-generaal.Ik heb ook geopteerd om aan de huidige verdeling van deparketjuristen per rechtsgebied niets te wijzigen bij gebrekaan enige objectieve werklastmeting.Indien in de toekomst één van de procureurs-generaalwenst dat de toewijzing van de parketjuristen over de verschillenderechtsgebieden wordt gewijzigd, dient eengemotiveerd dossier overgemaakt te worden.De procureur-generaal van Gent heeft in zijn schrijvenvan 29 september 2009 betreffende de verdeling van deparketjuristen binnen zijn rechtsgebied reeds gewezen opde onevenwichtige verdeling van de parketjuristen over deverschillende ressorten.De procureur des Konings van Gent - tevens voorzittervan de Raad van de procureurs des Konings - heeft bij depersoneelsdienst een overzicht opgevraagd met de huidigeverdeling van de parketjuristen.Procureur des Konings Johan Sabbe wil binnen de Raadvan de procureurs des Konings een discussie op gang brengenom de huidige verdeling op een objectieve manier teherbekijken.Binnen het College van procureurs-generaal wordt opvoorstel van de Raad van de procureur des Konings thanseen ontwerp van objectieve herverdeling van de parketjuristenbekeken waarbij rekening wordt gehouden met inenuitstroom dossiers, bevolkingsaantallen en het huidigewettelijk kader magistraten.Ces dernières années, l'enveloppe du personnel concernantles juristes de parquet et les référendaires a été portéede 246 à 294 unités. En 2008, l'accent a été mis sur l'augmentationdu nombre de juristes de parquet tandis qu'en2009, il a été mis sur le siège et l'augmentation du nombrede référendaires.En 2008, quinze juristes de parquet supplémentaires ontété répartis entre les différents ressorts, le centre de gravitése situant dans les métropoles d'Anvers et de Bruxelles. Enoutre, chaque ressort s'est vu attribuer un juriste de parquetsupplémentaire en 2009.Les procureurs généraux des différents ressorts m'ontadressé une proposition en vue de l'attribution de ces postesdans un parquet faisant partie de leur ressort.Dans le cadre de la répartition des nouveaux juristes deparquet, tous les procureurs généraux ont été sollicités enseptembre afin qu'en plus de rendre une proposition surl'affectation de leur nouveau juriste de parquet, ils s'expriment,après analyse, sur l'éventualité de modifier la répartitionactuelle des juristes de parquet au sein de leur ressort.Les procureurs généraux n'ont demandé aucune modificationconcernant les affectations existantes dans les parquets.À défaut de mesure objective de la charge de travail, j'aiégalement choisi de ne rien changer à la répartition actuelledes juristes de parquet dans chaque ressort.Si à l'avenir un des procureurs généraux souhaite quel'affectation des juristes de parquet entre les différents ressortssoit modifiée, un dossier motivé devra être communiqué.Dans son courrier du 29 septembre 2009 relatif à larépartition des juristes de parquet au sein de son ressort, leprocureur général de Gand a déjà souligné la répartitioninégale des juristes de parquet entre les différents ressorts.Le procureur du Roi de Gand - qui est également présidentdu Conseil des procureurs du Roi - a demandé au servicedu personnel une vue d'ensemble de la répartitionactuelle des juristes de parquet.Le procureur du Roi Johan Sabbe souhaite initier undébat au sein du Conseil des procureurs du Roi afin que larépartition actuelle soit réexaminée de manière objective.Le Collège des procureurs généraux examine actuellement,sur proposition du Conseil des procureurs du Roi, unprojet de nouvelle répartition objective des juristes de parquetqui tient compte des flux entrants et sortants des dossiers,des chiffres de la population et de l'actuel cadre légaldes magistrats.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010231Zodra de resultaten van deze bespreking mij zullen overgemaaktworden dit dossier uiteraard grondig bestudeerdworden en de criteria die hiervoor worden gehanteerdbekeken worden.Dès que les résultats de cette discussion me seront communiqués,ce dossier sera évidemment analysé en profondeuret les critères utilisés pour parvenir à cette répartitionseront examinés.DO 2009201014132Vraag nr. 579 van mevrouw de volksvertegenwoordigerCarina Van Cauter van 14 januari 2010 (N.) aande minister van Justitie:Burgerlijke stand. - Centraal register voor buitenlandseakten (MV 17455).Krachtens artikel 164 van de Grondwet behoren hetopmaken van de akten van de burgerlijke stand en het houdenvan de registers exclusief tot de bevoegdheid van degemeentelijke overheid. Vandaag is het zo dat akten envonnissen uit het buitenland soms in de ene gemeente wordenerkend, maar nadien op een "neen" van de DienstVreemdelingenzaken stoten. Sommige gemeenten passenhun register aan na deze weigering.Het is evenwel van belang dat betrokkenen duidelijkheidkrijgen over wat tenslotte toch hun eigen burgerlijke staatis. Het moet dus vermeden worden dat verschillende overhedentegenstrijdige oordelen vellen.Tijdens de parlementaire besprekingen van het WetboekInternationaal Privaatrecht (WIPR) was men niet blindvoor deze problematiek. Om de rechtszekerheid een handjete helpen, werd toen voorgesteld om bijvoorbeeld binnenhet departement Justitie een centraal register van akten enrechterlijke beslissingen die uitdrukkelijk zijn erkend, aante leggen. Dit voorstel sneuvelde echter, maar in artikel 31,§ 3 van het WIPR is wel voorzien in de mogelijkheid voorde Koning om dergelijk register aan te leggen en de werkingervan te regelen. Dit geldt voor akten en beslissingendie op grond van het WIPR erkend kunnen worden en diebetrekking hebben op Belgen of vreemdelingen die in Belgiëverblijven.Het register zou voorkomen dat iemand in één gemeenteals gehuwd en in een andere als ongehuwd of gescheidenzou worden beschouwd.In de praktijk zou dus één gemeente oordelen over het aldan niet erkennen, dit oordeel zou dan worden overgenomenin een gecentraliseerd systeem dat daarna kan wordengeraadpleegd door andere gemeenten of overheden.Een aantal gemeenten is al jaren vragende partij voor zoeen gecentraliseerd systeem, onder meer omdat dit de taakvan de ambtenaren van de burgerlijke stand aanzienlijk zouverlichten.DO 2009201014132Question n° 579 de madame la députée CarinaVan Cauter du 14 janvier 2010 (N.) au ministrede la Justice :État civil. - Registre central pour les actes étrangers (QO17455).En vertu de l'article 164 de la Constitution, la rédactiondes actes de l'état civil et la tenue des registres ressortissentexclusivement aux autorités communales. Actuellement, ilarrive que des actes et jugements provenant de l'étrangersoient reconnus dans certaines communes, mais se heurtentensuite à un refus de l'Office des Étrangers.Or il est important d'apporter aux intéressés des clarificationsau sujet de ce qui sera tout de même leur propre étatcivil. Il faut donc éviter que les différentes autorités rendentdes jugements contradictoires.Lors des débats parlementaires au sujet du Code de droitinternational privé (CODIP), cette problématique n'a pasété ignorée. Afin d'améliorer la sécurité juridique, on avaitalors proposé par exemple la création, au sein du départementde la Justice, d'un registre central mentionnant lesactes et décisons judiciaires ayant fait l'objet d'une décisionexpresse de reconnaissance. Cette proposition a toutefoisété abandonnée, mais l'article 31, § 3 du CODIP laisse auRoi la possibilité de créer un tel registre et d'en régler lefonctionnement. Cela vaut pour les actes et décisions quipeuvent être reconnues sur la base du CODIP et quiconcernent des Belges ou des étrangers séjournant en Belgique.Le registre éviterait qu'une personne soit considéréecomme mariée dans une commune et célibataire ou séparéedans une autre.Dans la pratique, une seule commune se prononceraitquant à la reconnaissance ou non, ensuite ce jugementserait intégré dans un système centralisé qui par la suitepourrait être consulté par d'autres communes ou autorités.Un certain nombre de communes sont demandeuses d'untel système centralisé depuis des années, notamment parcequ'il allégerait fortement la tâche des officiers de l'étatcivil.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

232 QRVA 52 10029-03-20101. Wat is uw visie op het creëren van dergelijk centraalregister?1. Que pensez vous de la création d'un tel système central?2. Heeft u weet van initiatieven in deze zin? 2. Avez-vous connaissance d'initiatives en ce sens?3. Overweegt u zelf een initiatief tot het opzetten van dergelijkcentraal register te nemen?Antwoord van de minister van Justitie van 29 maart2010, op de vraag nr. 579 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Carina Van Cauter van14 januari 2010 (N.):Ter herinnering, het erkenningsysteem in België van buitenlandseaktes, dat opgesteld werd door de wet van 16 juli2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht,heeft als doel, zoals daarvóór al het geval was, deerkenning te vergemakkelijken door te voorzien in deerkenning van rechtswege ervan.Dit houdt in dat het niet nodig is zich systematisch terichten tot een rechter om de geldigheid van de ingeroepenakte te laten vaststellen, maar dat het integendeel tot detaak van elke overheid behoort om de erkenning te onderzoekenwanneer ze ermee wordt belast in de uitoefeningvan haar bevoegdheden.Naargelang het geval kan deze overheid een notaris zijn,een ambtenaar van de burgerlijke stand, de Dienst Vreemdelingenzaken,een rechtsmacht die moet beslissen overeen voorafgaand verschil van staat, enzovoort. In elk gevalbeschikt de particulier die acht schade te hebben geledendoor een beslissing van de betrokken overheid, over rechtsmiddelentegen deze beslissing (bijvoorbeeld een beroeptegen de weigering om een verblijfsvergunning af te leveren).De betrokkene kan ook op basis van het artikel 27 vanhet Wetboek van internationaal privaatrecht, vragen aan derechtbank van eerste aanleg om een uitspraak te doen overde weigering van een overheid anders dan de rechterlijkeoverheid, om de geldigheid van een akte te erkennen.Wat de oprichting van het centraal register betreft, voorziethet artikel 31, § 3, van het Wetboek van InternationaalPrivaatrecht, in de mogelijkheid om per koninklijk besluiteen register op te richten met de beslissingen uitgesprokenin het buitenland en de aktes opgesteld in het buitenlanddie Belgen betreffen of vreemdelingen die in België verblijven.In de huidige staat van de wetgeving kan de oprichtingvan een dergelijk centraal register een overheid niet ontheffenvan de taak om over te gaan tot de controle van deakte of de beslissing voorzien in de wet.3. Envisagez-vous personnellement une initiative de miseen place d'un tel système central?Réponse du ministre de la Justice du 29 mars 2010, àla question n° 579 de madame la députée Carina VanCauter du 14 janvier 2010 (N.):Pour rappel, le système de reconnaissance en Belgiquedes actes étrangers mis en place par la loi du 16 juillet2004 portant le Code de droit international privé, a pourobjectif, comme c'était déjà le cas auparavant, de faciliterla reconnaissance en prévoyant la reconnaissance de pleindroit de ceux-ci.Ceci implique qu'il n'y a pas lieu de s'adresser systématiquementau juge pour faire constater la validité de l'acteinvoqué, mais bien au contraire qu'il appartient à touteautorité d'examiner la reconnaissance lorsqu'elle en estsaisie dans l'exercice de ses compétences.Selon le cas, cette autorité pourrait être un notaire, unofficier de l'état civil, l'Office des Étrangers, une juridictiondevant statuer sur une question préalable d'état, etc.Dans tous les cas, le particulier qui s'estime lésé par ladécision prise par l'autorité concernée dispose de voies derecours à l'encontre de cette décision (par exemple unrecours contre le refus de délivrer un titre de séjour).L'intéressé peut aussi, sur base de l'article 27 du Code dedroit international privé, demander au tribunal de premièreinstance de statuer sur le refus d'une autorité autre que juridictionnellede reconnaître la validité d'un acte.S'agissant de la création du registre central, l'article 31, §3, du Code de droit international privé, prévoit la possibilitéde créer, par arrêté royal, un registre reprenant les décisionsrendues à l'étranger et les actes dressés à l'étrangerqui concernent des Belges ou des étrangers résidant en Belgique.Dans l'état actuel de la législation, la création de ce registrecentral ne pourrait toutefois dispenser toute autorité deprocéder à la vérification de l'acte ou de la décision prévuepar la loi.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010233Het feit dat een akte of een beslissing zou overgenomenworden in dit register zou inderdaad noch andere administratieveoverheden noch a fortiori een administratieverechtsmacht kunnen binden aangezien een dergelijkeerkenning in de rechtsleer onderhevig is aan de inherenteonzekerheid van een erkenning "van rechtswege" (F.Rigaux et M. Fallon, Droit international privé, Bruxelles,Larcier, 3ème édition, 2005, page 431, n° 10.16).De opstelling van een centraal erkenningsysteem vanbuitenlandse beslissingen en de authentieke aktes houdtdus ook in dat de wet moet veranderd worden en het huidigeerkenningsysteem van rechtswege moet herzien wordendoor elke overheid.In dit opzicht zou men zich kunnen beroepen op hetsysteem dat opgesteld werd voor de internationale adaptatie,met de beslissing van de erkenning die genomen wordtdoor de centrale overheid en in geval van weigering demogelijkheid op beroep bij de rechtbank van eerste aanlegvan Brussel.Dit vereist echter dat er wordt rekening gehouden met debudgettaire en personele middelen die nodig zijn voor deopstelling van een dergelijk systeem.Le fait de reprendre un acte ou une décision dans ceregistre ne saurait en effet lier ni d'autres autorités administrativesni a fortiori une juridiction administrative, une tellereconnaissance étant, selon la doctrine, sujette à la précaritéinhérente à une reconnaissance "de plein droit" (F.Rigaux et M. Fallon, Droit international privé, Bruxelles,Larcier, 3ème édition, 2005, page 431, n° 10.16).La mise en place d'un système centralisé de reconnaissancedes décisions et des actes authentiques étrangersimplique donc de modifier la loi et de revoir le systèmeactuel de reconnaissance de plein droit par toute autorité.À cet égard, on pourrait se référer au système mis enplace en matière d'adoption internationale, avec décisionde reconnaissance prise par l'autorité centrale et, en cas derefus, possibilité de recours auprès du tribunal de premièreinstance de Bruxelles.Ceci nécessite toutefois de prendre en considération lesmoyens budgétaires et en personnel nécessaires pour lamise en place d'un tel système.DO 2009201014407Vraag nr. 620 van mevrouw de volksvertegenwoordigerBarbara Pas van 19 januari 2010 (N.) aan deminister van Justitie:Aanvragen tot naamswijziging.De wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamenmaakt het mogelijk om, wanneer aan bepaaldevoorwaarden voldaan is, de naam of voornaam te laten wijzigen.De aanvrager moet hiervoor volgens artikel 2 vanbovenvermelde wet een met redenen omkleed verzoekindienen bij de FOD Justitie. Deze redenen kunnen vansociologische, historische, familiale en andere aard zijn.Pesterijen en integratieproblemen kunnen daarom aanleidingvormen tot een aanvraag tot wijziging van de naam ofvoornaam. Werkgevers durven hun werknemers soms vrageneen andere, meer westerse naam aan te nemen in huncontacten met klanten.1. Hoeveel aanvragen tot naamsverandering en hoeveelaanvragen tot voornaamsverandering werden er ingediendin 2007, 2008 en 2009 (graag een opdeling per Gewest)?2. a) Wat zijn de meest voorkomende redenen waaropeen aanvraag tot naamswijziging gestoeld is?b) Zijn er in de loop van de afgelopen jaren verschuivingenvast te stellen?DO 2009201014407Question n° 620 de madame la députée Barbara Pas du19 janvier 2010 (N.) au ministre de la Justice :Le nombre de demandes de changement de nom.La loi du 15 mai 1987 relative aux noms et aux prénomsautorise la modification du nom ou du prénom lorsque certainesconditions sont remplies. En vertu de l'article 2 decette loi, le demandeur doit en adresser la demande motivéeau SPF Justice. Les raisons invoquées peuvent êtred'ordre sociologique, historique, familial et autres. Ainsi, leharcèlement moral et des difficultés d'intégration peuventdonner lieu à une demande de changement de nom ou deprénom. Certains employeurs vont parfois jusqu'à demanderà leurs collaborateurs de se présenter à leurs clientssous un autre nom plus familier dans la région concernée.1. Combien de demandes de changement de nom et combiende demandes de changement de prénom ont été introduitesen 2007, 2008 et 2009 (répartition par Région)?2. a) Quelles raisons sont le plus souvent invoquées pourdemander un changement de nom?b) Une évolution est-elle perceptible au cours des dernièresannées?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

234 QRVA 52 10029-03-20103. Hoeveel aanvragen tot naamsverandering werden er inde jaren 2007, 2008 en 2009 ingediend door personen meteen vreemd klinkende naam (een niet-westers klinkendenaam) (graag een opdeling per Gewest)?4. Hoeveel dossiers tot voornaamsverandering en hoeveeldossiers tot naamsverandering werden door de ministerin de jaren 2007, 2008 en 2009 goedgekeurd en terondertekening aan de Koning voorgelegd (graag een opdelingper Gewest)?5. a) Hoelang duurde de procedure van aanvraag totgoed- of afkeuring door de minister gemiddeld in de jaren2007, 2008 en 2009?3. Combien de demandes de changement de nom ont étéintroduites en 2007, 2008 et 2009 par des personnes portantun nom à consonance non occidentale (répartition parRégion)?4. Combien de dossiers de changement de prénom etcombien de dossiers de changement de nom ont étéapprouvés par le ministre compétent en 2007, 2008 et 2009et soumis à la signature royale (répartition par Région)?5. a) Quelle a été la durée moyenne de la procédure dedemande jusqu'au stade de l'approbation ou du rejet par leministre compétent en 2007, 2008 et 2009?b) Als er verschillen zijn, waar zijn deze aan te wijten? b) Si l'on constate des différences, à quoi sont-elles dues?Antwoord van de minister van Justitie van 24 maart2010, op de vraag nr. 620 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Barbara Pas van 19 januari2010 (N.):1. In 2007 zijn 1317 verzoeken ingediend: 573 verzoekentot naamsverandering (314 Nederlandstalig - 259 Franstalig),643 verzoeken tot voornaamsverandering (347 Nederlandstalig- 296 Franstalig) en 101 verzoeken tot naams- envoornaamsverandering (49 Nederlandstalig - 52 Franstalig).In 2008 zijn 1543 verzoeken ingediend: 672 verzoekentot naamsverandering (325 Nederlandstalig - 347 Franstalig),733 verzoeken tot voornaamsverandering (360 Nederlandstalig- 373 Franstalig) en 138 verzoeken tot naams- envoornaamsverandering (45 Nederlandstalig - 93 Franstalig).In 2009 zijn 1670 verzoeken ingediend: 780 verzoekentot naamsverandering (365 Nederlandstalig - 415 Franstalig),745 verzoeken tot voornaamsverandering (371 Nederlandstalig- 374 Franstalig) en 145 verzoeken tot naams- envoornaamsverandering (46 Nederlandstalig - 99 Franstalig).2. a) De vaakst aangehaalde redenen zijn onder meer: denaam van de moeder, onderscheiden naamgeving doordubbele nationaliteit, vereenvoudiging van een samengesteldefamilienaam, de naam van de vader die zijn kinderkend heeft, de naam van de adoptanten.b) De laatste jaren is er een duidelijke stijging merkbaarvan het aantal ingediende verzoeken (1108 in 2001 - 1242in 2005 - 1670 in 2009).3. Er bestaan geen statistieken die het mogelijk makenom het aantal personen met een niet-westers klinkendenaam te bepalen die een verzoek tot naamsveranderingindienen.Réponse du ministre de la Justice du 24 mars 2010, àla question n° 620 de madame la députée Barbara Pasdu 19 janvier 2010 (N.):1. En 2007, 1317 requêtes ont été introduites dont 573requêtes en changement de nom (314 néerlandophones -259 francophones), 643 requêtes en changement de prénoms(347 néerlandophones - 296 francophones), et 101requêtes en changement de nom et de prénom (49 néerlandophones- 52 francophones).En 2008, 1543 requêtes ont été introduites dont 672requêtes en changement de nom (325 néerlandophones -347 francophones), 733 requêtes en changement de prénoms(360 néerlandophones - 373 francophones), et 138requêtes en changement de nom et de prénom (45 néerlandophones- 93 francophones).En 2009, 1670 requêtes ont été introduites dont 780requêtes en changement de nom (365 néerlandophones -415 francophones), 745 requêtes en changement de prénoms(371 néerlandophones - 374 francophones), et 145requêtes en changement de nom et de prénom (46 néerlandophones- 99 francophones).2. a) Les motifs les plus souvent invoqués sont, parexemple: le nom de la mère, la divergence de noms pourcause de double nationalité, la simplification d'un nom defamille composé, le nom du père qui a reconnu son enfant,le nom des adoptants.b) L'évolution perceptible au cours des dernières annéesest l'augmentation du nombre de requêtes introduites (1108en 2001 - 1242 en 2005 - 1670 en 2009).3. Il n'existe pas de statistiques qui permettent de déterminerle nombre de personnes portant un nom à consonancenon occidentale et qui introduisent une demande enchangement de nom.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010235In de gegevensbank van de dienst zijn de redenen opgenomendie ten grondslag liggen aan een verzoek tot naamsverandering.Een persoon die een niet-westers klinkendenaam draagt, kan om diverse redenen een verzoek totnaamsverandering indienen: om de naam van de vader diehem erkend heeft te krijgen, om zijn moeilijk uitspreekbarenaam te vereenvoudigen, om zijn naam te uniformeren ingeval van onderscheiden naamgeving door dubbele nationaliteit,onder andere.4. De gegevensbank van de dienst biedt niet om het aantalgunstige beslissingen toegekend door de minister vast testellen. Toch kan het aantal naamsveranderingen dat wordttoegestaan geschat worden tussen 65 en 70% en bedraagthet aantal voornaamsveranderingen dat wordt toegestaanongeveer 97% van het totaal aantal dossiers dat elk jaar aande minister wordt voorgelegd. Deze schatting geldt zowelvoor Franstalige als Nederlandstalige dossiers.In 2007 werden 1717 dossiers aan de minister voorgelegd:813 dossiers naamsverandering (345 Nederlandstalig- 468 Franstalig), 823 dossiers voornaamsverandering (422Nederlandstalig - 401 Franstalig) en 167 dossiers naamsenvoornaamsverandering (56 Nederlandstalig - 111 Franstalig).In 2008 werden 1579 dossiers aan de minister voorgelegd:728 dossiers naamsverandering (331 Nederlandstalig- 397 Franstalig), 734 dossiers voornaamsverandering (373Nederlandstalig - 361 Franstalig) en 117 dossiers naamsenvoornaamsverandering (46 Nederlandstalig - 71 Franstalig).In 2009 werden 1478 dossiers aan de minister voorgelegd:683 dossiers naamsverandering (265 Nederlandstalig- 418 Franstalig), 727 dossiers voornaamsverandering (373Nederlandstalig - 354 Franstalig) en 68 dossiers naams- envoornaamsverandering (28 Nederlandstalig - 40 Franstalig).5. a) De gemiddelde duur van de procedure tot naamsveranderingbedroeg in 2009 twaalf tot achttien maanden, terwijlzij in 2005 achttien maanden in beslag nam.De gemiddelde duur van de procedure tot voornaamsveranderingbedroeg in 2009 zes maanden, terwijl zij in 2005zes tot negen maanden in beslag nam.b) De procedure tot naamsverandering kan langer durenals een onderzoek door het parket vereist is. De gemiddeldebehandelingstermijn van de verzoeken daalt alsmaar,zulks dankzij het verbeterde dossierbeheer.La banque de données du service reprend les motifs quisous-tendent la demande en changement de nom. Une personnequi porte un nom à consonance non occidentalepourrait introduire une demande en changement de nompour des motifs variés: par exemple, pour obtenir le nomdu père qui l'a reconnu, simplifier son nom qui présentedes difficultés de prononciation, uniformiser son nom encas de divergence de noms pour cause de double nationalité.4. La base de données du service ne permet pas de déterminerle nombre de décisions favorables accordées par leministre. On peut toutefois estimer entre 65 et 70% le nombrede changements de nom accordés et à 97% le nombrede changements de prénoms accordés sur l'ensemble desdossiers soumis chaque année au ministre. Ces estimationsvalent tant pour les dossiers francophones que néerlandophones.En 2007, 1717 dossiers ont été soumis au ministre dont813 dossiers de changement de nom (345 néerlandophones- 468 francophones), 823 dossiers de changement de prénom(422 néerlandophones - 401 francophones) et 167dossiers de changement de nom et de prénom (56 néerlandophones- 111 francophones).En 2008, 1579 dossiers ont été soumis au ministre dont728 dossiers de changement de nom (331 néerlandophones- 397 francophones), 734 dossiers de changement de prénom(373 néerlandophones - 361 francophones) et 117dossiers de changement de nom et de prénom (46 néerlandophones- 71 francophones).En 2009, 1478 dossiers ont été soumis au ministre dont683 dossiers de changement de nom (265 néerlandophones- 418 francophones), 727 dossiers de changement de prénom(373 néerlandophones - 354 francophones) et 68 dossiersde changement de nom et de prénom (28néerlandophones - 40 francophones).5. a) La durée moyenne de la procédure en changementde nom était en 2009 de douze à dix-huit mois, alors qu'elleétait de dix-huit mois en 2005.La durée moyenne de la procédure en changement deprénoms était en 2009 de six mois alors qu'elle était de sixà neuf mois en 2005.b) La durée de la procédure en changement de nom peutse prolonger si une enquête de parquet est requise. Ladurée moyenne de traitement des demandes a tendance àdiminuer grâce à une amélioration dans la gestion des dossiers.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

236 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014443Vraag nr. 634 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 20 januari 2010 (Fr.) aan deminister van Justitie:Succes van de elektronische enkelband.Volgens een persbericht van 22 december 2009 zou hetaantal veroordeelden onder elektronisch toezicht in 2009van 666 tot 987 gestegen zijn. Op dit ogenblik zouden nogeens 1.730 personen wachten op een elektronische enkelband.Voor 1.275 onder hen werd de strafuitvoering onderbroken.Die veroordeelden werden ingeschreven op eenlijst in afwachting van de toewijzing van een justitiehuis.De 455 veroordeelden die al bij een justitiehuis ingeschrevenzijn, wachten tot hun dossier aan een justitieassistentwordt toevertrouwd. Sinds mei 2009 staan er ongeveer duizendveroordeelden onder elektronisch toezicht. Het is debedoeling deze vorm van strafuitvoering in 2010 uit tebreiden tot 1.500 enkelbanden.1. a) Hoe komt het dat er nog steeds 1.730 personenwachten op een elektronische enkelband met het oog op destrafuitvoering?DO 2009201014443Question n° 634 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 20 janvier 2010 (Fr.) au ministre de la Justice :Le succès du bracelet électronique.Selon une information parue dans la presse le22 décembre 2009, le nombre de personnes condamnéessous surveillance électronique a grimpé en 2009 de 666 à987. Actuellement, 1.730 personnes seraient toujours enattente d'un bracelet électronique. Pour 1.275 de ceux-ci,l'exécution de la peine a été interrompue. Ces condamnésfigurent sur une liste et doivent encore se voir désigner unemaison de justice. Les 455 condamnés déjà inscrits auprèsd'une maison de justice attendent, quant à eux, que leurdossier soit confié à un assistant de justice. Depuis mai2009, le nombre de condamnés sous surveillance électroniqueavoisine le millier. L'objectif est d'étendre ce systèmed'exécution de peine à 1.500 bracelets en 2010.1. a) Comment expliquer que près de 1730 personnessont toujours en attente de bracelet électronique afin depouvoir effectuer leur peine?b) Hoe zal u die achterstand inlopen? b) Comment envisagez-vous de rattraper ce retard?2. Denkt u eraan om het systeem van de elektronischeenkelband op langere termijn ook toe te passen voornieuwe categorieën van misdrijven of die maatregel opkortere termijn in te voeren in het kader van de voorlopigehechtenis?Antwoord van de minister van Justitie van 29 maart2010, op de vraag nr. 634 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 20 januari 2010 (Fr.):1. a) Het cijfer van 1.275 betreft de justitiabelen die instrafonderbreking zijn geplaatst door de gevangenisdirecteursen voor wie nog geen enkele beslissing werd genomenover het al dan niet toekennen van het elektronischtoezicht (ET). Dit betekent dat niet al deze justitiabelen eenmaatregel van elektronisch toezicht zullen verkrijgen. Hetal dan niet toekennen van zulke maatregel wordt immersaltijd bepaald door een beslissing van de opdrachtgever.Het cijfer van 455 dat in de vraag wordt vermeld, betreftde veroordeelden waarvoor reeds een beslissing werdgenomen tot toekenning van ET en die, op een bepaaldedatum, op de wachtlijst van de justitiehuizen stonden methet oog op hun effectieve plaatsing onder ET.Deze wachtlijsten zijn te verklaren door het feit dat dejustitiehuizen zich bevinden aan het einde van een keten, ineen positie waar ze over geen enkel systeem beschikkenom de toevloed te beheren. Alles wat toekomt, moet uitgevoerdworden. Structureel impliceert dit de creatie vanwachtlijsten die beheerd moeten worden.2. Envisagez-vous à plus long terme la possibilité du portdu bracelet électronique pour de nouvelles catégories dedélit, voire de l'utiliser davantage prochainement pour lesdétentions préventives?Réponse du ministre de la Justice du 29 mars 2010, àla question n° 634 de monsieur le député DanielDucarme du 20 janvier 2010 (Fr.):1. a) Le chiffre de 1.275 avancé dans la question poséeconcerne les justiciables placés en interruption de peine parles directeurs de la prison et pour lesquels aucune décisiond'octroi ou non de la surveillance électronique (SE) n'a étéprise. Cela veut dire qu'ils ne vont pas tous obtenir unemesure de SE. L'octroi ou non d'une telle mesure est toujoursconditionnée par une décision de l'autorité mandante.Le chiffre de 455 renseigné dans la question, concerneles condamnés pour lesquels une décision d'octroi de SE aété prise et qui, à une date donnée, étaient sur la listed'attente des maisons de justice en vue de leur placementeffectif sous SE.Ces listes d'attente s'expliquent par le fait que les maisonsde justice se situent en bout de chaîne et dans une position,où elles ne disposent d'aucun système pour gérer le tropplein. Tout ce qui y arrive doit être exécuté. Structurellement,cela implique la création de files d'attente qui doiventêtre gérées.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010237b) De algemene beleidsnota 2009-2010 voorziet in eenuitbreiding van de toepassing van het ET in 2010. Dezeuitbreiding zal progressief van start gaan vanaf 1 april2010, meer bepaald de datum van de inwerkingtreding vanhet nieuw contract (afgesloten met de firma Elmo-Tech)dat voorziet in de vervanging van het materiaal van hetelektronisch toezicht. Dit contract zal het mogelijk makenom de technische capaciteit voor de dagelijkse opname vanpersonen onder ET gradueel te verhogen tot 1.500 personen.Met het oog op deze toename, werden ook bijkomendemiddelen voorzien voor het personeel van dejustitiehuizen. De budgettaire ramingen voorzien bovendieneen proportionele stijging van ongeveer 50% van hetaantal personeelsleden van de monitoring van het NationaalCentrum voor Elektronisch Toezicht in vergelijkingmet het huidige personeelskader.Deze verschillende maatregelen zullen ongetwijfeld eenimpact hebben op het terugdringen van de wachtlijsten.2. De vraag om op langere termijn de mogelijkheid teoverwegen om het dragen van een enkelband uit te breidennaar nieuwe categorieën van misdrijven, is niet aan deorde. In België is de uitvoering van een vrijheidsstraf onderde vorm van ET immers al mogelijk voor alle types vanmisdrijven.Betreffende het gebruik van het elektronisch toezicht inhet kader van de voorlopige hechtenis, heeft het NICC onsin januari 2010 een eindrapport overgemaakt over de toepassingsmogelijkhedenvan ET in deze context. Het rapportbevat geen eenduidige voorstellen voor deonmiddellijke invoering van het ET in de fase van hetvooronderzoek in strafzaken. De studie geeft onder meereen overzicht van de kosten, de juridische en praktischebezwaren bij de invoering van het ET in de fase van devoorlopige hechtenis. Daarnaast wordt ook de reëleinvloed van deze invoering op de gevangenispopulatie invraag gesteld.Dit onderzoeksrapport moet de basis vormen voor verderoverleg met de verschillende betrokkenen.b) La note de politique générale 2009-2010 prévoit uneextension de l'application de la SE en 2010. Cette extensioncommencera progressivement à prendre effet à partirdu 1er avril 2010, date d'entrée en vigueur du nouveaucontrat (conclus avec la firme Elmo-Tech) prévoyant leremplacement du matériel de surveillance électronique.Cela permettra d'augmenter graduellement la capacitétechnique de prise en charge journalière des personnes placéessous SE à 1.500 personnes. Des moyens supplémentairespour cet accroissement sont prévus au sein dupersonnel des maisons de justice. De plus, les prévisionsbudgétaires prévoient une augmentation proportionnellede l'ordre de 50% du nombre du personnel du monitoringdu Centre National de Surveillance Electronique (CNSE)par rapport au cadre actuel.Ces différentes mesures devraient incontestablementavoir un impact sur la résorption des listes d'attente.2. La question d'envisager à plus long terme la possibilitédu port du bracelet électronique pour de nouvelles catégoriesde délit est sans objet. En effet, en Belgique, l'exécutiond'une peine privative de liberté sous-forme de SEs'applique déjà pour tous types de délit.Concernant l'utilisation de la surveillance électroniquedans le cadre des détentions préventives, l'INCC nous aremis, en janvier 2010, un rapport final sur les possibilitésd'application de la surveillance électronique dans ce cadre.Le rapport ne contient pas de propositions univoques pourintroduire immédiatement la surveillance électroniquedans la phase de l'enquête préliminaire dans les affaires criminelles.L'étude indique, entre autres, le coût, les objectionsjuridiques et pratiques lors de l'introduction de lasurveillance électronique dans la phase de détention préventive;elle pose également des questions quant à l'effetréel sur la population pénitentiaire.Le rapport de recherche doit former la base pour uneconcertation ultérieure avec les différents acteurs.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

238 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014461Vraag nr. 636 van mevrouw de volksvertegenwoordigerZoé Genot van 21 januari 2010 (Fr.) aan deminister van Justitie:Gewestelijke herkomst van het personeel van de FOD's.A. Kan u voor het volledige personeelsbestand van defederale overheidsdienst (FOD) waarvoor u als ministerverantwoordelijk bent, meedelen:1. Hoeveel personeelsleden wonen in het VlaamsGewest?DO 2009201014461Question n° 636 de madame la députée Zoé Genot du21 janvier 2010 (Fr.) au ministre de la Justice :Provenance régionale des membres du personnel des SPF.A. Parmi l'ensemble du personnel qui travaille dans leService public fédéral (SPF) dont vous avez la tutelle, pouvezvous communiquer:1. Quel est le nombre de personnes qui habitent enRégion flamande?2. Hoeveel personeelsleden wonen in het Waals Gewest? 2. Quel est le nombre de personnes qui habitent enRégion wallonne?3. Hoeveel personeelsleden wonen in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest?B. Kan u voor de categorie van personeelsleden die bij deFOD waarvoor u als minister verantwoordelijk bent, functiesvervullen waarvoor geen diploma universitair of nietuniversitairhoger onderwijs vereist is, meedelen:1. Hoeveel personeelsleden wonen in het VlaamsGewest?3. Quel est le nombre de personnes qui habitent enRégion bruxelloise?B. Parmi la catégorie de personnel employé par le SPFdont vous avez la tutelle à des fonctions ne requérant pasde diplôme d'études supérieures universitaires ou non universitaires,pouvez-vous communiquer:1. Quel est le nombre de personnes qui habitent enRégion flamande?2. Hoeveel personeelsleden wonen in het Waals Gewest? 2. Quel est le nombre de personnes qui habitent enRégion wallonne?3. Hoeveel personeelsleden wonen in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest?C. Kan u voor elke instelling of organisatie die ressorteertonder de FOD waarvoor u als minister verantwoordelijkbent, meedelen:1. Hoeveel personeelsleden wonen in het VlaamsGewest?3. Quel est le nombre de personnes qui habitent enRégion bruxelloise?C. Pour chaque institution ou organisme dépendant duSPF dont vous avez la tutelle, pouvez-vous communiquer?1. Quel est le nombre de personnes qui habitent enRégion flamande?2. Hoeveel personeelsleden wonen in het Waals Gewest? 2. Quel est le nombre de personnes qui habitent enRégion wallonne?3. Hoeveel personeelsleden wonen in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest?D. Heeft uw departement bewust geprobeerd om tot eenevenwichtige verdeling van de ambtelijke functies over dedrie Gewesten te komen?3. Quel est le nombre de personnes qui habitent enRégion bruxelloise?D. Votre département a-t-il entepris certaines démarchespour essayer d'équilibrer la provenance de ses agents?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010239Antwoord van de minister van Justitie van 26 maart2010, op de vraag nr. 636 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Zoé Genot van 21 januari 2010(Fr.):A. De onderstaande tabel geeft de geografische verdelingvan de personeelsleden van de Federale OverheidsdienstJustitie weer:Réponse du ministre de la Justice du 26 mars 2010, àla question n° 636 de madame la députée Zoé Genot du21 janvier 2010 (Fr.):A. Voici la répartition géographique de l'ensemble dupersonnel qui travaille pour le Service public fédéral Justice:VlaamsGewest–RégionflamandeWaalsGewest–RégionwallonneBrusselsHoofdstedelijkGewest–Région BXLCentrale dienstenServices centrauxStrafinrichtingenÉtablissements PénitentiairesRechterlijke ordeOrdre judiciaireJustitiehuizenMaisons de JusticeTotaal:Total:1 030 584 3844814 4679 2136915 4689 812581 546 5013 340 10 498 1 459B. De onderstaande tabel geeft de geografische verdelingvan de personeelsleden van de FOD Justitie weer die functiesbekleden waarvoor geen diploma van hogere (universitaireof niet-universitaire) studies is vereist:B. Voici la répartition géographique pour la catégorie depersonnel employé par Service public fédéral Justice à desfonctions ne requérant pas de diplôme d'études supérieuresuniversitaires ou non universitaires:VlaamsGewest–RégionflamandeWaalsGewest–RégionwallonneBrusselsHoofdstedelijkGewest–Région BXLCentrale dienstenServices centrauxStrafinrichtingenÉtablissements PénitentiairesRechterlijke ordeOrdre judiciaireJustitiehuizenMaisons de JusticeTotaal:Total:507 292 1604 282 4 210 1333 756 2 713 374102 104 68 647 7 319 673C. Wat de geografische verdeling betreft van de personeelsledenvan elke instelling of elk orgaan dat ressorteertonder de FOD Justitie: niet van toepassing.C. En ce qui concerne la répartition géographique pourchaque institution ou organisme dépendant du Servicepublic fédéral Justice: pas d'application.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

240 QRVA 52 10029-03-2010D. De FOD Justitie voert hieromtrent geen specifiekbeleid. Iedereen is vrij om, met inachtneming van de taalwetten,naar de voor hem/haar passende functie te solliciteren.De rechtbanken zijn immers over het hele landverdeeld. Binnen de rechtbanken bestaat ook de mogelijkheidtot overplaatsing.D. Il n'y a pas de politique particulière menée en cettematière par le SPF Justice. Chacun est libre de postulerpour la place qui lui convient, dans le respect des lois linguistiques,les juridictions étant réparties dans tout leRoyaume. Une possibilité de mutation existe également ausein des juridictions.DO 2009201014746Vraag nr. 672 van de heer volksvertegenwoordiger RafTerwingen van 08 februari 2010 (N.) aan deminister van Justitie:DO 2009201014746Question n° 672 de monsieur le député Raf Terwingendu 08 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :De evolutie van het rolrecht (MV 18362). L'évolution du droit de mise au rôle (QO 18362).Voor iedere zaak die voor een rechtbank wordt gebracht,is steeds rolrecht verschuldigd. Dit rolrecht varieert naargelang de procedure en naar gelang de rechtbank waar derechtsvordering wordt ingeleid.Un droit de mise au rôle est réclamé pour toute affaireportée devant un tribunal. Ce droit varie en fonction de laprocédure et du tribunal devant lequel la procédure judiciaireest introduite.1. Hoe wordt het bedrag van het rolrecht bepaald? 1. Comment le montant du droit de mise au rôle est ildéterminé?2. Wat is de evolutie van de bedragen van de rolrechtende laatste decennia?2. Comment ont évolué les montants des droits de miseau rôle au cours de la dernière décennie?3. Hoeveel brengen deze rolrechten jaarlijks op? 3. Combien rapportent-ils chaque année?Antwoord van de minister van Justitie van 29 maart2010, op de vraag nr. 672 van de heer volksvertegenwoordigerRaf Terwingen van 08 februari 2010 (N.):Deze parlementaire vraag valt niet onder mijn bevoegdheidmaar wel onder de bevoegdheid van mijn collega deminister van Financiën (Vraag nr. 608 van 23 april 2010).Réponse du ministre de la Justice du 29 mars 2010, àla question n° 672 de monsieur le député Raf Terwingendu 08 février 2010 (N.):Cette question parlementaire ne relève pas de ma compétencemais bien de celle de mon collègue le ministre deFinances (Question n° 608 du 23 avril 2010).DO 2009201014834Vraag nr. 684 van de heer volksvertegenwoordiger FilipDe Man van 10 februari 2010 (N.) aan de ministervan Justitie:Vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit van eenveroordeelde terrorist.Voorheen stelde ik reeds schriftelijke vragen over eenMarokkaanse Belg die effectief is veroordeeld wegens terrorismedoor de rechter. Het is immers zo dat de vervallenverklaringvan de nationaliteit een sluitstuk moet zijn vande aanpak van dergelijke allochtone criminelen. Het zoumisdadig zijn mocht men tolereren dat dergelijke personenhier zouden blijven rondlopen en hun kwaardaardige idee?verspreiden.Het hof van beroep moest zich toen nog uitspreken overde vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit vandie man.DO 2009201014834Question n° 684 de monsieur le député Filip De Man du10 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :Déchéance de la nationalité belge d'un terroriste condamné.J'ai déjà posé par le passé des questions écrites à proposd'un Belge d'origine marocaine condamné pour actes deterrorisme. La déchéance de la nationalité doit être la clefde voûte de la lutte contre les criminels d'origine allochtone.Il serait scandaleux de tolérer que de tels individuscontinuent à circuler sur le territoire belge et à y répandreleurs idées nocives.La cour d'appel devait encore se prononcer sur ladéchéance de la nationalité belge de l'individu en question.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010241Op 10 november 2009 zei u mij dat het dossier zoubehandeld worden op 19 januari 2010.Vous m'aviez indiqué le 10 novembre 2009 que le dossierserait traité le 19 janvier 2010.1. Is er nu een beslissing ter zake? 1. Une décision a-t-elle été prise dans ce dossier?2. Zo ja, welke beslissing? 2. Le cas échéant, quelle est cette décision?Antwoord van de minister van Justitie van 29 maart2010, op de vraag nr. 684 van de heer volksvertegenwoordigerFilip De Man van 10 februari 2010 (N.):Ik kan u melden dat de behandeling van de zaak werd uitgesteldnaar de zitting van 19 oktober 2010 gezien deraadsman van de betrokkene nog wenste te concluderen.Réponse du ministre de la Justice du 29 mars 2010, àla question n° 684 de monsieur le député Filip De Mandu 10 février 2010 (N.):Je peux vous communiquer que l'examen de l'affaire a étéremis à l'audience du 19 octobre 2010, le conseil de l'intéressésouhaitant encore conclure.DO 2009201014976Vraag nr. 693 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSarah Smeyers van 17 februari 2010 (N.) aan deminister van Justitie:De reglementering van de belspelletjes op tv.In mei 2008 kondigde uw voorganger de heer Jo Vandeurzeneen wijziging van de reglementering van de belspelletjesop tv aan (zie www.jovandeurzen.be - persbericht21 mei 2008). Voormalig minister Vandeurzen kondigdeonder meer aan dat "onjuiste antwoorden continu in beeldzouden moeten te zien zijn".Op 12 mei 2009 ging effectief een nieuw koninklijkbesluit in voege dat de regels voor wie zo'n spelletjesmaakt en uitzendt een pak strenger heeft gemaakt. In hetnieuwe koninklijk besluit vinden we de voorgenoemdebepaling echter niet terug. Dat is jammer, want ondanks destrengere reglementering duiken nog tal van misbruikenop. Ik verwijs graag naar de montages die "fanriktorfs"hierover op YouTube zette. Minstens een aantal van diemisbruiken zou vermeden kunnen worden met deze bijkomendemaatregel.1. Kan u meedelen waarom deze regel niet werd opgenomenin het koninklijk besluit van 12 mei 2009?DO 2009201014976Question n° 693 de madame la députée Sarah Smeyersdu 17 février 2010 (N.) au ministre de la Justice :Réglementation des jeux téléphoniques à la télévision.En mai 2008, votre prédécesseur, monsieur Jo Vandeurzen,avait annoncé son intention de modifier la réglementationdes jeux téléphoniques à la télévision (voirwww.jovandeurzen.be - communiqué de presse du 21 mai2008). Il avait annoncé notamment, je cite, "que les mauvaisesréponses devraient apparaître en permanence àl'écran."Le 12 mai 2009 est entré en vigueur un nouvel arrêtéroyal qui a très sensiblement durci les règles que doiventrespecter les concepteurs et programmateurs de tels jeux.Toutefois, dans ce nouvel arrêté royal, nous ne trouvonspas trace de la modification annoncée par monsieur Vandeurzen.Nous pouvons le regretter car en dépit du fait quela réglementation a été durcie, quantité d'abus sont encorecommis. Quelle meilleure illustration de mon propos queles montages postés sur YouTube par "fanriktorfs". Lamodification concernée permettrait, si elle était instaurée,d'éviter au moins certains de ces abus.1. Pourriez-vous expliquer pourquoi cette modificationn'a pas été incluse dans l'arrêté royal du 12 mai 2009?2. Is dit een bewuste keuze of een vergetelheid? 2. Est-ce un choix délibéré ou un oubli?3. Bent u bereid deze bepaling alsnog toe te voegen aanhet koninklijk besluit van 12 mei 2009?3. Êtes-vous disposé à apporter cette modification àl'arrêté royal du 12 mai 2009?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

242 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de minister van Justitie van 29 maart2010, op de vraag nr. 693 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Sarah Smeyers van17 februari 2010 (N.):1.-2. De regel dat de onjuiste antwoorden continu inbeeld dienen te worden getoond, werd inderdaad in het initiëleproject van koninklijk besluit opgenomen onder hethoofdstuk "bescherming van de speler":"artikel 10.6. De onjuiste antwoorden die tijdens de spelduurreeds werden gegeven, moeten continu in beeld wordengetoond".Naar aanleiding van het opgestelde project, werd een vergaderinggeorganiseerd met alle actoren binnen de sectorvan de belspelen op 10 juni 2008. Op deze vergaderingwerd bovengenoemd artikel bediscussieerd door de sector.Enerzijds zou deze maatregel voor verwarring zorgenvoor de kijker (deelnemer) omdat het scherm reeds gevuldwordt met allerhande informatie zoals telefoonnummer ofde sms-code waarmee kan deelgenomen worden, hethoogst mogelijke tarief per oproep, het verbod tot deelnamevoor minderjarigen, de verwijzing naar de teletekstpagina'sen de website, de opgave van het spel, alle tewinnen prijzen en de wijze waarop die gewonnen kan worden,het aantal oproepen gedurende de afgelopen minuutvan de spelduur en het e-mailadres van de Kansspelcommissie.Indien naast deze informatie, nog eens alle foutieve antwoordencontinu op het scherm dienen te worden gebracht,dan is er geen overzichtelijk geheel meer voor de kijker(deelnemer). Op die manier wordt niet tegemoetgekomenaan de bescherming van de speler, wel integendeel. Dergelijkprobleem stelt zich zeker in geval er reeds vele antwoordenzijn gegeven.Hierop werd door de Kansspelcommissie een alternatiefvoorgesteld in de vorm van een "lopende-band-systeem".Ook dit alternatief bleek technisch moeilijk haalbaar voorde sector.Anderzijds merkte de sector op de vergadering van10 juni 2008 op dat een continue weergave van de gegevenantwoorden een ongelijkheid (oneerlijkheid) teweegbrengtvoor de aandachtige kijker die reeds van bij het begin vande uitzending het programma volgt. Het in beeld tonen vande reeds gegeven antwoorden, zou daarom een positievediscriminatie inhouden voor de spelers die later het belspelbeginnen te volgen.De Kansspelcommissie heeft om bovenstaande redenenartikel 10.6. in beraad genomen en heeft na evaluatie ervanin haar vergadering van 7 augustus 2008 het artikelgeschrapt.Réponse du ministre de la Justice du 29 mars 2010, àla question n° 693 de madame la députée SarahSmeyers du 17 février 2010 (N.):1.-2. En effet, la règle selon laquelle les réponses inexactesdoivent être affichées à l'écran en continu, figurait dansle projet initial d'arrêté royal au chapitre "Conditions spécifiquesen matière de protection des joueurs":"article 10.6. Les réponses inexactes déjà données pendantla durée de jeu doivent être affichées en continu àl'écran."Dans le sillage du projet rédigé, une réunion a été organiséele 10 juin 2008 avec tous les acteurs au sein du secteurdes jeux téléphoniques. Dans le cadre de cette réunion,l'article susmentionné a été débattu par le secteur.D'une part, cette mesure prêterait à confusion pour lespectateur (participant), parce que l'écran est déjà remplide toutes sortes d'informations telles que le numéro de téléphoneou le code sms via lesquels il est possible de participer,le tarif maximum possible par appel, l'interdiction pourles mineurs de participer, le renvoi vers certaines pages dutélétexte et vers le site internet, l'énoncé du jeu, tous lesprix et la manière dont ils peuvent être remportés, le nombred'appels enregistrés pendant la minute précédente de ladurée de jeu et l'adresse email de la Commission des jeuxde hasard.Si, outre ces informations, il faut également afficher encontinu à l'écran toutes les réponses inexactes, le téléspectateur(participant) n'aura plus d'aperçu clair. Cela necontribuerait pas à la protection du joueur, bien aucontraire. Pareil problème se pose certainement dans le casoù de nombreuses réponses ont déjà été formulées.Ensuite, la Commission des jeux de hasard a proposé unealternative sous la forme d'un "message défilant". Cettealternative semblait également difficilement réalisable surle plan technique pour le secteur.D'autre part, le secteur a observé à la réunion du 10 juin2008 que l'affichage continu des réponses données causaitune inégalité (injustice) pour le téléspectateur attentif quisuit le programme depuis le début de l'émission. Pour cetteraison, l'affichage des réponses déjà données impliqueraitune discrimination positive pour les joueurs qui commencentà suivre le jeu téléphonique plus tard.Pour les raisons précitées, la Commission des jeux dehasard a mis en délibéré l'article 10.6. et, après évaluation,a rayé l'article au cours de sa réunion du 7 août 2008.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010243De weglating van de door u geciteerde bepaling, werdderhalve bewust uit het koninklijk besluit weggelaten.3. Artikel 12 van het koninklijk besluit van 12 mei 2009voorziet in een jaarlijkse evaluatie van de belspelen doorde Kansspelcommissie.Daarenboven voorziet de wet van 10 januari 2010 totwijziging van de wetgeving inzake kansspelen (BelgischStaatsblad van 1 februari 2010) in een inbedding van debelspelen in de vorm van een vergunning G2.Aan de hand van de evaluatie, zullen de belspelen al danniet in gewijzigde vorm in de wet worden opgenomen.Indien de Kansspelcommissie derhalve van oordeel is dateen continue weergave van de gegeven antwoorden, debescherming van de speler kan garanderen, zal zij een dergelijkemaatregel zeker opnemen.Wat betreft de montages waarnaar wordt verwezen vanene "fanriktorfs" op YouTube, kan worden geantwoord datde Kansspelcommissie bekend is met het bestaan van eengroepering die zich organiseert tegen de belspelen. Dezepersonen schijnen zich bezig te houden met de montagesvan dergelijke filmpjes en bezorgen de Commissie een pakwerk met de verwerking van vele lasterlijke e-mails. Hetspreekt vanzelf dat deze berichten - in geval van gegrondheid-worden geverifieerd en beantwoord. Sommige vandeze zogezegde "klachten" zijn echter loutere uitscheldmailswaarvan de getoonde beelden op YouTube indezelfde context dienen te worden geplaatst.La disposition que vous citez a donc été omise délibérémentde l'arrêté royal.3. L'article 12 de l'arrêté royal du 12 mai 2009 prévoitune évaluation annuelle des jeux téléphoniques par laCommission des jeux de hasard.En outre, la loi du 10 janvier 2010 portant modificationde la législation relative aux jeux de hasard (Moniteurbelge du 1 février 2010) prévoit une base pour les jeuxtéléphoniques sous la forme d'une licence G2.Après évaluation, les jeux téléphoniques seront intégrés àla loi sous forme modifiée ou non. Par conséquent, si laCommission des jeux de hasard est d'avis qu'un affichageen continu des réponses données peut garantir la protectiondes joueurs, elle insérera certainement pareille mesure.En ce qui concerne les montages d'un certain "fanriktorfs"auxquels il est renvoyé sur YouTube, il peut êtrerépondu que la Commission des jeux de hasard connaîtl'existence d'un groupe qui s'organise contre les jeux téléphoniques.Ces personnes semblent s'occuper du montagede pareils films et procurent beaucoup de travail à la Commission,qui doit traiter de nombreux mails calomnieux. Ilva de soi que ces avis - s'ils sont fondés - sont vérifiés etqu'une réponse y est apportée. Néanmoins, certaines de cessoi-disant 'plaintes' constituent de simples mails d'injures,dont les images visibles sur YouTube doivent être situéesdans le même contexte.DO 2009201015388Vraag nr. 788 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 15 maart 2010 (N.) aan de ministervan Justitie:De Europese Justitiële Atlas voor Burgerzaken. - Verstrekkenvan gegevens. - Taalgebruik. (MV 19116)Op de website van de Europese Justitiële Atlas voor BurgerlijkeZaken staat een zoekmachine waarmee men perlidstaat voor elke gemeente de bevoegde rechtbanken enhoven en bijhorende adresgegevens kan opzoeken.Nu blijkt dat de gegevens van alle rechtbanken en hovendie zich in Brussel bevinden, uitsluitend in het Frans wordenaangegeven, zelfs indien men vertrekt van de Nederlandstaligestartpagina. Dit is onaanvaardbaar gelet op hetfeit dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest officieel tweetaligis.DO 2009201015388Question n° 788 de monsieur le député Ben Weyts du15 mars 2010 (N.) au ministre de la Justice :L'atlas judiciaire européen en matière civile. - Communicationd'informations. - Emploi des langues. (QO 19116)Le site internet de l'atlas judiciaire européen en matièrecivile est équipé d'un moteur de recherche permettant, pourchaque État membre, de rechercher les cours et tribunauxcompétents dans chaque commune ainsi que leurs adressesrespectives.Il s'avère que les données de tous les tribunaux et coursde Bruxelles figurent uniquement en français sur le site,même en partant de la page d'accueil en langue néerlandaise.Cette situation est inacceptable étant donné que laRégion de Bruxelles-capitale est officiellement bilingue.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

244 QRVA 52 10029-03-2010De Europese Justitiële Atlas voor Burgerlijke Zakenwordt beheerd door het directoraat-generaal Justitie, Vrijheiden Veiligheid. De inhoud van de site - de gegevens ende adressenlijsten - wordt echter door de lidstaten geleverd.1. Wie of welke dienst is verantwoordelijk voor het verstrekkenvan de gegevens en adressenlijsten aan de EuropeseCommissie?2. Waarom wordt deze informatie enkel in het Frans verstrekt?L'atlas judiciaire européen en matière civile est géré parla direction générale Justice, Liberté et Sécurité. Les donnéeset les listes d'adresses qui figurent sur le site sont fourniespar les États membres.1. Qui ou quel département est responsable de la transmissiondes données et des listes d'adresses à la Commissioneuropéenne?2. Pourquoi ces informations sont-elles fournies uniquementen français?3. a) Overweegt u deze situatie recht te zetten? 3. a) Envisagez-vous de remédier à cette situation?b) Tegen wanneer mogen we dit verwachten? b) Dans quel délai?c) Heeft de Europese Commissie hieromtrent reeds contactopgenomen met de federale regering regering?Antwoord van de minister van Justitie van 23 maart2010, op de vraag nr. 788 van de heer volksvertegenwoordigerBen Weyts van 15 maart 2010 (N.):De informatie op de internetsite van de Europese JustitiëleAtlas werd door de verschillende diensten en AlgemeneDirecties van de FOD Justitie meegedeeld in functie van debehandelende materie.Deze internetsite wordt beheerd door de Europese Commissieen de Europese Commissie neemt de vertaling vande verklaringen voor haar rekening. Wat betreft de adressen,is er blijkbaar een materiële fout geslopen welkeonmiddellijk is meegedeeld aan de Commissie opdat zedeze fout rechtzet. Ik benadruk echter dat deze fout geenimpact heeft op de taal van de procedure die in Belgiëgevoerd zou worden.c) La Commission européenne a-t-elle déjà pris contactavec le gouvernement fédéral à ce sujet?Réponse du ministre de la Justice du 23 mars 2010, àla question n° 788 de monsieur le député Ben Weyts du15 mars 2010 (N.):L'information figurant sur le site internet de l'Atlas judiciaireeuropéen a été fournie par les différents services etdifférentes directions générales du SPF Justice, en fonctionde la matière traitée.Le site internet est géré par la Commission européenne etc'est la Commission européenne qui se charge de la traductiondes déclarations. Une erreur matérielle s'est apparemmentproduite au niveau des adresses et elle a étéimmédiatement signalée à la Commission pour qu'elle corrigecette erreur. Je tiens toutefois à souligner que cetteerreur n'a aucune répercussion sur la langue de la procédurequi aurait cours en Belgique.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010245Minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleidMinistre des PME, des Indépendants, del'Agriculture et de la Politique scientifiqueDO 2009201015043Vraag nr. 72 van de heer volksvertegenwoordiger LucGoutry van 22 februari 2010 (N.) aan de ministervan KMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid :Zelfstandigenstatuut. - Meewerkende echtgenoot. - Vervalvan het recht op uitkeringen. - Administratieve geldboetes.Enkele jaren geleden voorzag u in het zelfstandigenstatuuteen specifieke plaats voor de meewerkendeechtgenoot. U heeft daarvoor een artikel 7bis in hetkoninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 laten inschrijven,het ankerartikel voor het statuut van de meewerkende echtgenoot.Dit statuut gaat uit van een weerlegbaar wettelijk vermoedendat de echtgenoot van een zelfstandige, echtgenootdie zelf geen eigen, gelijkwaardige sociale zekerheidsrechtenheeft aan het statuut onderworpen is.In feite is het in de praktijk een "à la carte systeem"geworden, want door een simpele verklaring op erewoordkan de betrokkenen zich aan de toepassing van dit statuutonttrekken...In de derde alinea van het bewuste artikel zijn er tweetypes van sancties bepaald, namelijk een verval van hetrecht op uitkeringen en de mogelijkheid om een administratievegeldboete op te leggen.1. Hoeveel keer werd inmiddels de sanctie toegepast vanhet verval van het recht op uitkeringen?2. Heeft u aan de Koning reeds een ontwerp van koninklijkbesluit voorgelegd om effectief de administratievegeldboete van maximaal 500 euro op te kunnen leggen?3. Indien niet, overweegt u desgevallend dit boetesysteemin te voeren in het kader van het ontworpen systeemvan administratieve geldboeten, zoals aangekondigd in deartikelen 85-96 van de programmawet van 23 december2009? Mij lijkt het immers dat een meewerkende echtgenootdie zich niet schikt naar de voorschriften, evenzeerzwartwerk presteert als de gevallen beoogt in de voornoemdeprogrammawet.DO 2009201015043Question n° 72 de monsieur le député Luc Goutry du22 février 2010 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique:Statut des travailleurs indépendants. - Conjoint aidant. -Déchéance du droit aux allocations. - Amendes administratives.Il y a quelques années, vous avez conféré une place spécifiqueau conjoint aidant dans le statut des travailleursindépendants en faisant inscrire à cet effet un article 7bisdans l'arrêté royal n°38 du 27 juillet 1967, l'article fondateurdu statut du conjoint aidant.Cet article repose sur une présomption légale réfutableselon laquelle le conjoint d'un travailleur indépendant nebénéficiant pas d'un statut social propre équivalent est soumisau statut.Sur le terrain, ce système s'est en réalité mué en un "systèmeà la carte", puisqu'une simple déclaration sur l'honneursuffit pour que l'intéressé puisse se soustraire àl'application dudit statut.Le troisième alinéa de l'article concerné prévoit deuxtypes de sanctions:la déchéance du droit à des allocationset la possibilité d'infliger une amende administrative.1. À combien de reprises la déchéance du droit à des allocationsa-t-elle été prononcée depuis?2. Avez-vous déjà soumis au Roi un projet d'arrêté royalpermettant d'infliger effectivement l'amende administrativede 500 euros maximum?3. Dans la négative, envisagez-vous le cas échéant d'instaurerce système d'amende dans le cadre du systèmed'amendes administratives prévu aux articles 85-96 de laloi-programme du 23 décembre 2009? Il me paraît en effetqu'un conjoint aidant qui ne se conforme pas aux règlesprescrites effectue du travail au noir, comme dans les casvisés dans la loi-programme précitée.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

246 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 25 maart 2010,op de vraag nr. 72 van de heer volksvertegenwoordigerLuc Goutry van 22 februari 2010 (N.):Sinds 1 januari 2003 wordt er inderdaad een socialebescherming voorzien ten voordele van meewerkendeechtgenoten van zelfstandigen. Voordien was de meewerkendeechtgenoot niet verplicht om zich aan te sluiten alshelper; zijn statuut was dus niet erkend ten aanzien van desociale zekerheid. Hij had in eigen naam geen rechten in desociale zekerheid.Elke echtgenoot die in eigen naam geen enkel recht opentop sociale uitkeringen wordt vermoed, tot bewijs van hettegendeel, een meewerkende echtgenoot te zijn.Dit vermoeden kan weerlegd worden door een eenvoudigeverklaring op eer waarin de echtgenoot verklaart dathij zijn echtgenoot niet (of slechts af en toe) helpt. Dezeverklaring op eer heeft geen retroactieve werking meersedert 30 november 2005.Het derde lid van artikel 7bis van het koninklijk besluitnr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaalstatuut der zelfstandigen waarnaar u verwijst, voorzietinderdaad sancties: het verlies van de uitkeringen en eenadministratieve geldboete van maximum 500 euro die deKoning moet voorzien. Hierbij moet er worden benadruktdat deze sancties voorzien zijn voor de personen die hunechtgenoot niet helpen, maar die toch nalaten om een verklaringop eer op te stellen die hen zou toelaten om het vermoedenvan onderwerping te weerleggen. Op die maniergenieten deze personen ten onrechte het statuut van meewerkendeechtgenoot. De sanctie bestaat erin om de uitkeringendie dit statuut hen gegeven zou hebben, terug tevorderen.1.-2. De sanctie die het verval van het recht op uitkeringenoplegt, bedoeld in artikel 7bis, derde lid van hetkoninklijk besluit nr. 38 werd tot nu toe niet toegepast. Hoedan ook, zouden de wettelijke of reglementaire bepalingenbetreffende de uitkeringen moeten worden aangepast omde sanctie toe te passen.Anderzijds werd er ook geen enkel koninklijk besluitvoorgelegd aan de Koning om toe te laten de administratievegeldboete (maximum 500 euro), bedoeld in artikel7bis, derde lid van het koninklijk besluit nr. 38 op te leggen.Te noteren valt echter dat de betaling van deze socialebijdragen al een beletsel voor deze fraude vormt.Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du25 mars 2010, à la question n° 72 de monsieur le députéLuc Goutry du 22 février 2010 (N.):Depuis le 1er janvier 2003, il est effectivement prévu unecouverture sociale en faveur des conjoints aidants d'indépendants.Jusque-là, le conjoint aidant n'était pas tenu des'affilier en tant qu'aidant; son statut n'était donc pasreconnu au regard de la sécurité sociale. Il n'avait pas dedroits en son nom personnel à la sécurité sociale.Est présumé, jusqu'à preuve du contraire, être un conjointaidant tout conjoint qui n'ouvre aucun droit en son nompersonnel, à des prestations sociales.Cette présomption peut être renversée par simple déclarationsur l'honneur par laquelle le conjoint déclare qu'iln'aide pas (ou seulement occasionnellement) son conjoint.Cette déclaration sur l'honneur n'a plus de portée rétroactivedepuis le 30 novembre 2005.L'alinéa 3 de l'article 7bis de l'arrêté royal n° 38 du27 juillet 1967 organisant le statut social des travailleursindépendants auquel vous faites référence prévoit effectivementdes sanctions: la perte des allocations et une sanctionadministrative de 500 euros maximum à prévoir par leRoi. Il convient de souligner que ces sanctions visent lespersonnes qui n'aident pas leur conjoint mais qui omettentcependant de souscrire une déclaration sur l'honneur quileur permettrait de renverser la présomption d'assujettissement.De la sorte, ces personnes bénéficient du statut deconjoint aidant à tort. La sanction consiste à récupérer lesprestations que leur aurait procurées ce statut.1.-2. La sanction infligeant la perte du droit aux allocationsvisée à l'article 7bis, alinéa 3 de l'arrêté royal n° 38n'a pas été appliquée jusqu'ici. De toute façon, pourl'appliquer, les dispositions légales ou réglementaires relativesaux prestations devraient être adaptées.Par ailleurs, aucun arrêté royal n'a davantage été soumisau Roi pour permettre d'infliger l'amende administrative(500 euros maximum) visée à l'article 7bis, alinéa 3 del'arrêté royal n° 38.Il faut noter, toutefois que le paiement de cotisationssociales constitue déjà un obstacle à la fraude.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20102473. De artikelen 3 en 9 ter van het koninklijk besluit van19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoeringvan het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967,houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen,voeren artikel 7bis uit voor wat betreft de verklaringop eer. Artikel 3, §2 voorziet dat, wanneer de verklaring opeer niet overeenstemt met de werkelijkheid, de Koning,vertegenwoordigd door de minister van Middenstand, eenadministratieve geldboete van 500 euro kan opleggen aandiegene die de (valse) verklaring ondertekend heeft. Dezebepalingen beogen de meewerkende echtgenoten die eenvalse verklaring op eer ondertekenen om zich te onttrekkenaan een onderwerping als meewerkende echtgenoot.De artikelen 85 tot 93 van de programmawet van23 december 2009 voorzien administratieve geldboetes dieopgelegd worden aan elke persoon die een zelfstandigeberoepsactiviteit uitoefent of uitgeoefend heeft in hoofdewaarvan hij verplicht was om zich aan te sluiten bij eensociaal-verzekeringsfonds voor zelfstandigen en die ditniet gedaan heeft.De meewerkende echtgenoten die een valse verklaringop eer ondertekend hebben worden eveneens beoogd doordeze sancties, die juist van toepassing zijn op de personendie bewust een zelfstandige activiteit uitoefenen of uitgeoefendhebben zonder in die hoedanigheid aangesloten tezijn bij een sociaal-verzekeringsfonds.Deze administratieve geldboetes kunnen oplopen van500 tot 2 000 euro.3. Les articles 3 et 9 ter de l'arrêté royal du 19 décembre1967 portant règlement général en exécution de l'arrêtéroyal n° 38 du 27 juillet 1967 organisant le statut social destravailleurs indépendants, exécutent l'article 7bis en ce quiconcerne la déclaration sur l'honneur. L'article 3, §2 prévoitque lorsque la déclaration sur l'honneur ne correspondpas à la réalité, le Roi, représenté par le ministre des Classesmoyennes, peut infliger une amende administrative de500 euros à celui qui a signé la (fausse) déclaration. Cesdispositions visent les conjoints aidants qui signent unefausse déclaration sur l'honneur afin de se soustraire à unassujettissement en tant que conjoint aidant.Les articles 85 à 93 de la loi-programme du 23 décembre2009 prévoient des sanctions administratives infligées àtoute personne qui exerce ou a exercé une activité professionnelleindépendante du chef de laquelle elle était tenuede s'affilier à une caisse d'assurances sociales pour travailleursindépendants et ne l'a pas fait.Les conjoints aidants qui ont signé une fausse déclarationsur l'honneur sont également visés par ces sanctions lesquelless'appliquent précisément aux personnes qui exercentou ont exercé sciemment une activité indépendantesans être affiliées, en cette qualité, à une caisse d'assurancessociales.Ces sanctions administratives peuvent s'élever de 500 à 2000 euros.Ze zullen in werking getreden op 1 april 2010. Elles entreront en vigueur le 1er avril 2010.DO 2009201015062Vraag nr. 73 van de heer volksvertegenwoordiger LucGoutry van 23 februari 2010 (N.) aan de ministervan KMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid :Palliatief verlof voor zelfstandigen.Onlangs verschenen de maatregelen die palliatief verlofvoor zelfstandigen mogelijk maken (koninklijk besluit van22 januari 2010 houdende toekenning van een uitkering tenvoordele van de zelfstandige die tijdelijk zijn activiteitstopzet om palliatieve zorgen te geven aan een kind of aanzijn partner). Dit is een terechte en humane maatregel dietoch nog enkele vragen onbeantwoord laat.DO 2009201015062Question n° 73 de monsieur le député Luc Goutry du23 février 2010 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique:Congé pour soins palliatifs pour les travailleurs indépendants.Les mesures ouvrant l'accès des travailleurs indépendantsau congé pour soins palliatifs ont été récemment publiées(arrêté royal du 22 janvier 2010 accordant une allocationen faveur du travailleur indépendant qui cesse temporairementson activité pour donner des soins palliatifs à unenfant ou à son partenaire). Cette mesure à la fois juste ethumaine laisse néanmoins une série de questions sansréponse.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

248 QRVA 52 10029-03-20101. Wanneer in de schoot van een gezin met vader en moederrespectievelijk zelfstandige en meewerkende echtgenoot,een kindje ziek is, betekent zulks dat vader enmoeder elk desgevallend opeenvolgend een uitkering kunnenontvangen (cumulatie in de schoot van hetzelfdegezin)?2. a) Is het de bedoeling dat de palliatieve zorg door debetrokken vader/moeder als het ware eigenhandig gegevenwordt, zonder inschakeling van een palliatieve dienst?b) Ik neem aan dat het besluit niet zo letterlijk moetgenomen worden en dat de inschakeling door toedoen vanprofessionele zorgverstrekkers of andere gespecialiseerdeinstanties (zelfs vrijwilligerswerk) de tegemoetkoming nietonmogelijk maakt?3. Ik neem aan dat u in deze aangelegenheid geen controleopdrachtenzult laten uitschrijven inzake onderbreking?4. a) Welke maatregelen werden er genomen om ter zakehet medisch geheim bij de sociale verzekeringsfondsen tedoen respecteren?b) Heeft u speciale instructies gegeven om dit specifiekeaspect van de privacywetgeving te doen naleven? Dit lijktme nodig omdat diezelfde sociale verzekeringsfondsenvoor de vrije aanvullende pensioenen bijvoorbeeld, samenwerkingsverbandenhebben met verzekeraars.5. Zouden de ziekenfondsen niet eerder de aangewezeninstanties zijn geweest om gelast te worden met de uitkeringvan deze tegemoetkoming? Zij komen zo reeds tussenbeidevoor (bijvoorbeeld) de moederschapsuitkering.Daarnaast zal het in de praktijk ook zo zijn dat wanneerbijvoorbeeld één van de ouders zwaar ziek is, zij reedsbeschikken over een lopend dossier.Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 24 maart 2010,op de vraag nr. 73 van de heer volksvertegenwoordigerLuc Goutry van 23 februari 2010 (N.):In antwoord op uw vragen, deel ik u de volgende elementenmee betreffende de bepalingen over palliatieve zorgenten voordele van zelfstandigen, die recent goedgekeurdwerden.1. Elke zelfstandige in hoofdberoep of elke helper inhoofdberoep of ook elke meewerkende echtgenoot, kandesgevallend de maatregelen betreffende de palliatievezorgen gegeven aan zijn kind of aan zijn partner kunnengenieten.1. Lorsqu'un enfant est malade dans une famille où lepère est travailleur indépendant et la mère conjoint aidant,cela signifie-t-il que le père et la mère peuvent , le caséchéant, percevoir chacun successivement une allocation(cumul au sein d'une même famille)?2. a) Le père/la mère concernés doivent-ils dispenser personnellementles soins palliatifs, en dehors de toute interventiond'un service de soins palliatifs?b) Je présume que cet arrêté ne doit pas être pris au piedde la lettre et que l'intervention de prestataires de soins professionnelsou d'autres instances spécialisées (y comprisdes volontaires) pour l'administration des soins ne rend pasla perception de l'allocation impossible?3. Je suppose qu'en la matière vous vous abstiendrez dedemander des contrôles relatifs à l'interruption effective del'activité?4. a) Quelles sont les mesures prises pour imposer le respectdu secret médical aux caisses d'assurances sociales?b) Avez-vous donné des instructions particulières pourgarantir le respect de ce volet particulier de la législationsur la protection de la vie privée? Elles me semblent indispensables,ces mêmes caisses d'assurances sociales ayantdes accords de coopération avec des assureurs dans ledomaine par exemple des pensions libres complémentaires.5. Les mutualités n'auraient-elles pas été mieux placéespour assurer le paiement de cette allocation? Elles interviennenten effet déjà pour l'allocation de maternité (parexemple). En outre, sur le terrain, si l'un des parents est parexemple gravement malade, elles disposent déjà d'un dossieren cours.Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du24 mars 2010, à la question n° 73 de monsieur le députéLuc Goutry du 23 février 2010 (N.):En réponse à vos questions, je vous communique les élémentssuivants à propos des dispositions relatives auxsoins palliatifs en faveur des travailleurs indépendants quiont été adoptées récemment.1. Tout travailleur indépendant à titre principal ou aidantà titre principal ou encore tout conjoint-aidant peut, le caséchéant, bénéficier des mesures relatives aux soins palliatifsdonnés à son enfant ou à son partenaire.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010249Bijgevolg is het antwoord op uw vraag ja. Wanneer detwee partners binnen eenzelfde gezin zelfstandigen zijn,kunnen ze allebei de uitkeringen voorzien in geval van palliatievezorgen ontvangen, als ze aan de toekenningsvoorwaardenvan deze uitkering voldoen.2. a) Geen controle op dat vlak. Inderdaad als het kind ofde echtgenoot, bij wie een fatale ziekte wordt vastgesteld,wordt verzorgd in een speciale dienst voor palliatieve zorgen,wordt de aanwezigheid van de zelfstandige nuttig enbelangrijk geacht en zal de zelfstandige dus deze tijdelijkebijstand worden toegewezen.b) Het feit dat iemand palliatieve zorgen geeft aan zijnpartner of aan zijn kind sluit, uiteraard de tussenkomst vanprofessionals of vrijwilligers helemaal niet uit.3. Er wordt geen enkele specifieke bijkomende controlemet betrekking tot de onderbreking voorzien.4. a) De sociale verzekeringsfondsen zullen niet op dehoogte zijn van gedetailleerde gegevens betreffende deaandoening van het zieke kind of de echtgenoot, zelfs nietbetreffende de behandeling. Er wordt geen enkel medischgegeven gevraagd. Er wordt enkel een attest gevraagd vande geneesheer van de persoon die de zorgen krijgt, datbevestigt dat deze palliatieve zorgen krijgt.Om budgettaire redenen moesten de maatregelen betreffendede palliatieve zorgen beperkt worden tot de echtgenotenof kinderen van de zelfstandige. Om te kunnencontroleren of deze beperking wel degelijk nageleefdwordt, moet de identiteit van de zieke personen gekendzijn.b) De sociale verzekeringsfondsen moeten de vertrouwelijkheidrespecteren met betrekking tot de talrijke gegevensvan persoonlijke aard die hen meegedeeld worden (inkomsten,staat van behoefte, arbeidsongeschiktheid, enzovoort).Voor het gebruik van de gegevens betreffende depalliatieve zorgen zal hetzelfde gelden. Het geven vanextra instructies is dan ook niet noodzakelijk.5. De maatregelen betreffende de palliatieve zorgenvoorzien de toekenning van een uitkering, de vrijstellingvan de sociale bijdrage voor een kwartaal en de gelijkstellingvan het vrijgestelde kwartaal met een periode van activiteitvoor wat betreft het pensioen. De tussenkomst van desociale verzekeringsfondsen voor de uitbetaling van dezeuitkering is bijgevolg niet de meest doeltreffende.Inderdaad de zelfstandige moet zich voor de vrijstellingvan bijdrage noodzakelijkerwijze tot zijn sociaal verzekeringsfondsrichten.De genomen bepalingen voorzien bijgevolg dat men zichslechts tot één enkele instantie moet richten die het bestdeze aanvragen kan behandelen.Dès lors, la réponse à votre question est oui. Lorsqu'ausein d'une même famille, les partenaires sont tous les deuxindépendants, ils peuvent recevoir chacun l'allocation prévueen cas de soins palliatifs, s'ils entrent dans les conditionsd'octroi de ladite allocation.2. a) Aucun contrôle à cet égard. En effet, si l'enfant ou leconjoint à qui on a diagnostiqué une maladie dont l'issueest fatale est soigné dans un service spécial de soins palliatifs,la présence du travailleur indépendant à ses côtésdemeure utile et importante et par conséquent le travailleurindépendant mérite l'octroi de cette aide temporaire.b) Le fait de donner des soins palliatifs à son partenaireou à son enfant n'exclut évidemment pas l'intervention deprofessionnels ou de bénévoles.3. Aucun contrôle spécifique supplémentaire relatif àl'interruption n'est prévu.4. a) Les caisses d'assurances sociales n'auront pas àconnaître de données détaillées relatives à la maladie del'enfant ou du conjoint malade, ni même à son traitement.Aucune donnée médicale n'est demandée. Seule une attestationdu médecin de la personne concernée par les soinsest réclamée attestant que des soins palliatifs doivent êtreprodigués à cette personne.Les mesures relatives aux soins palliatifs ont dû, pour raisonsbudgétaires, se limiter aux conjoints ou enfants du travailleurindépendant. Pour pouvoir vérifier si cettelimitation est bien respectée, l'identité des personnes maladesdoit être connue.b) Les caisses d'assurances sociales sont tenues de respecterla confidentialité relative aux nombreuses données àcaractère personnel qui leur sont communiquées (revenus,état de besoin, incapacité de travail, etc.). Il en sera demême pour l'application des données relatives aux soinspalliatifs. Il n'est donc pas nécessaire de donner des instructionssupplémentaires.5. Les mesures relatives aux soins palliatifs prévoientl'octroi d'une allocation, d'une dispense de cotisationsociale pour un trimestre et de l'assimilation à une périoded'activité en matière de pension du trimestre dispensé.L'intervention des mutualités pour le paiement de cetteallocation n'est, dès lors, pas la plus efficace.En effet, pour la dispense de cotisation, l'indépendantdoit inévitablement s'adresser à sa caisse d'assurancesociale.Les dispositions prises prévoient, dès lors, de ne s'adresserqu'à un seul organisme qui est le plus à même de traiterces demandes.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

250 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015139Vraag nr. 77 van mevrouw de volksvertegenwoordigerNathalie Muylle van 25 februari 2010 (N.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid :De traceerbaarheid in de pluimveesector.Het Voedselagentschap heeft tussen 1 en 5 februari 2010de traceerbaarheid in de pluimveesector getest. Hierbijwerd de verontreiniging gesimuleerd van een bepaald aantalloten pluimvee die werden geslacht en in de voedselketenterechtkwamen. Hoofddoel was te testen of zowel hetVoedselagentschap als de vleessector adequaat kunnen reagerenwanneer een contaminatie zich in werkelijkheidvoordoet. Het onderzoek bestond uit twee luiken. In heteerste luik werd stroomafwaarts de traceerbaarheid gecontroleerd,vertrekkende van de slachthuizen, over de uitsnijderijen,de vleesverwerkers tot bij de slagers en andereverkooppunten. Het tweede luik focuste zich op de stroomopwaartsetraceerbaarheid om zo de oorzaak van de verontreinigingte achterhalen. Ook werden de andereveehouders geïdentificeerd bij wie dezelfde partijen verontreinigdveevoeder terechtkwamen.Zijn er reeds resultaten gekend omtrent de twee verschillendeluiken, dat wil zeggen de stroomafwaartse en destroomopwaartse traceerbaarheid?Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 29 maart 2010,op de vraag nr. 77 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Nathalie Muylle van25 februari 2010 (N.):De crisisoefening die het FAVV van 1 tot 5 februari 2010heeft opgezet in samenwerking met de betreffende sectororganisatieshad betrekking op de traceerbaarheid in deproductiekolommen pluimveevlees en pluimveevoeders.Het was de tweede oefening van deze aard sinds traceerbaarheidin 2005 een verplichting werd in alle schakels vande voedselketen.De oefening zal binnenkort samen met de sectororganisatiesworden geëvalueerd. Vervolgens zal deze via die organisatiesen de website van het Agentschap wordenverspreid. Enkele conclusies kunnen echter nu reeds wordenbekendgemaakt.DO 2009201015139Question n° 77 de madame la députée Nathalie Muylledu 25 février 2010 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique:Traçabilité dans le secteur avicole.Entre le 1er et le 5 février 2010, l'agence de la sécuritéalimentaire a testé la traçabilité dans le secteur avicole.Dans ce cadre, un certain nombre de lots de volailles abattueset destinées à la chaîne alimentaire ont été fictivementcontaminées. L'objectif principal était de vérifier sil'agence de la sécurité alimentaire et le secteur de la viandeétaient à même de réagir adéquatement à une contaminationréelle. L'enquête comportait deux volets. Le premierconcernait le contrôle de la traçabilité en aval, au départdes abattoirs vers les ateliers de découpe, l'industrie detransformation de la viande et jusqu'aux boucheries etautres points de vente. Le deuxième volet était consacré àla traçabilité en amont, afin de découvrir l'origine de lacontamination. Par ailleurs, d'autres élevages utilisant lesmêmes aliments contaminés ont été identifiés.Les résultats des deux volets - concernant la traçabilité enamont et en aval - sont-ils connus?Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du29 mars 2010, à la question n° 77 de madame la députéeNathalie Muylle du 25 février 2010 (N.):L'exercice de crise organisé par l'AFSCA du 1er au5 février 2010 en collaboration avec les organisations sectoriellesconcernées portait sur la traçabilité au sein de lafilière de la viande de volaille et des aliments pourvolailles. Il s'agissait du second exercice de ce type depuisla mise en place obligatoire de la traçabilité, en 2005, auniveau de tous les maillons de la chaîne alimentaire.L'exercice fait l'objet d'une évaluation en commun avecles organisations sectorielles concernées. Elle sera ensuitediffusée par l'intermédiaire de ces organisations et du siteweb de l'Agence. Quelques conclusions peuvent cependantdéjà être dévoilées.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010251De oefening bestond uit twee delen. Het eerste deelbetrof de productiekolom pluimveevoeders. De traceringliep daarbij stroomopwaarts van de slachthuizen via depluimveehouderijen, de producenten en de verkopers vanmengvoeders tot de leveranciers van de fictief verontreinigdegrondstof. Daarna werden ook alle pluimveebedrijvengeïdentificeerd die een partij fictief besmet voederhadden ontvangen.Het was voor deze productieketen de eerste dergelijkeoefening die door het FAVV werd opgezet. De traceringomvatte de hele productiekolom en alle 37 betrokken operatorendeden eraan mee. Gemiddeld werd de door hetFAVV aangegeven termijn van vier uur voor het verstrekkenvan de traceerbaarheidsgegevens nageleefd. De aangeleverdegegevens werden op het terrein gecontroleerd doormedewerkers van het FAVV. Globaal is de evaluatie voordeze operatoren dus positief. Bepaalde individuele operatorendaarentegen bleken soms, gelet op hun trage reactiviteit,slecht voorbereid te zijn op een tracering van dezeomvang.Het tweede deel van de oefening had betrekking op deproductiekolom pluimveevlees. Fictief verontreinigdpluimvee werd stroomafwaarts getraceerd vanuit hetslachthuis tot het eindpunt van de productiekolom, dat wilzeggen tot bij de uitvoer, de opslag of de distributie. 400operatoren deden mee aan dit deel van de oefening. Demeesten waren operatoren uit de distributie. Ook hier werdvan het ene naar het andere uiteinde van de productiekolomgetraceerd. De aangegeven termijn van vier uur werdevenwel meestal niet gehaald. Deze tekortkoming werdook al vastgesteld tijdens de vorige oefening, die in 2008in de productiekolom varkensvlees werd georganiseerd.Er werd voor dit tweede deel van de oefening vastgestelddat hoewel de operatoren zich bewust zijn van de traceerbaarheiden dat zij de gevraagde gegevens kunnenaanleveren, deze toch niet altijd reactief genoeg blijken,althans binnen het kader van deze oefening. Een groot aantalkleine operatoren uit de distributie namen om uiteenlopenderedenen niet spontaan deel aan de oefening. HetFAVV zal daarom de instructies en de documenten voor diesector verfijnen tijdens een volgende oefening of incidentin de voedselketen. Het lidmaatschap van deze kleine operatorenuit de distributie van een representatieve sectororganisatiezou eveneens een grotere sensabilisatie met zichmeebrengen.L'exercice était scindé en deux parties. L'une concernaitla filière des aliments pour volailles. Le traçage effectuépartait des abattoirs, vers l'amont, jusqu'aux fournisseursde la matière première fictivement contaminée, en passantpar les élevages puis les producteurs et vendeurs d'alimentscomposés. Par la suite, il s'agissait également d'identifier,toutes les exploitations de volailles ayant également reçuun lot d'aliment contenant cette matière première ditecontaminée.Pour cette filière, il s'agissait du premier exercice de cestyle organisé par l'AFSCA. Le traçage a eu lieu d'un boutà l'autre de la filière et les 37 opérateurs concernés ont tousparticipé. En moyenne, le délai de quatre heures demandépar l'AFSCA pour fournir les données de traçabilité nécessairesa été respecté. Les données fournies ont été contrôléessur le terrain par les agents de l'AFSCA. Globalement,l'évaluation est donc positive pour ces opérateurs. Auniveau individuel par contre, on observe que, vu leur manquede réactivité, certains opérateurs sont probablementmal préparés à un traçage de cet ampleur et que le logicielde traçabilité utilisé ne permet pas toujours une manipulationaisée des données par l'AFSCA.La seconde partie de l'exercice concernait la filière de laviande de volaille. Le traçage des volailles dites contaminéess'effectuait au départ de l'abattoir, vers l'aval, jusqu'àla fin de la filière, c'est-à-dire une exportation, un stockageou la mise à disposition du consommateur. 400 opérateursont participé à cette partie de l'exercice. Il s'agit en majoritéd'opérateurs de la distribution. Le traçage a également eulieu d'un bout à l'autre de la filière mais globalement ledélai de quatre heures attendu n'a pas été respecté. Il s'agissaitd'une lacune déjà observée en 2008 lors de l'exerciceprécédent dans la filière de la viande porcine.Concernant cette deuxième partie de l'exercice, onobserve que les opérateurs sont sensibilisés à la traçabilitéet peuvent fournir les données demandées mais ne sont pasassez réactifs, en tout cas dans le cadre d'un exercice. Bonnombre de petits opérateurs de la distribution n'ont pas participéspontanément à l'exercice et ce pour diverses raisons.Ceci amènera l'AFSCA notamment à affiner lesconsignes et les documents mis à disposition de ce secteurlors d'un prochain exercice ou d'un incident dans la chaînealimentaire. L'affiliation de ces petits opérateurs de la distributionà une organisation sectorielle représentative permettraitégalement une meilleure sensibilisation de ceuxci.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

252 QRVA 52 10029-03-2010Deze oefening was voor het FAVV ook een kans om eennieuwe procedure over het begeleiden van de stroomafwaartsetracering door operatoren te toetsen. Die procedurewerd uitgewerkt in navolging van de vorige oefening en deincidenten die zich sindsdien in de voedselketen hebbenvoorgedaan. Deze procedure heeft de betrokken dienstenvan het Agentschap (meer bepaald de provinciale controleeenhedenen het crisiscentrum) toegelaten om vakkundigsamen te werken. Enkele kleinere aanpassingen aan dewerkwijze blijken nog nodig te zijn.Als besluit kan worden gesteld dat de capaciteit van deoperatoren van de betrokken productiekolommen om consequenteen tracering uit te voeren, niet ter discussie staat.Een zwak punt is evenwel de trage reactietijd. Dit kangedeeltelijk worden verklaard doordat een aantal operatorenniet spontaan meededen. Om de sector blijvend te sensibiliserenen de paraatheid van de medewerkers van hetFAVV op peil te houden, zullen dergelijke oefeningen nogworden herhaald in deze én andere productiekolommen.La réalisation de cet exercice était également l'occasionpour l'AFSCA de tester une nouvelle procédure encadrantle traçage des opérateurs vers l'aval. Cette procédure a étédéveloppée à la suite de l'exercice précédent et des incidentsayant eu lieu dans la chaîne alimentaire depuis lors.Sur cette base, la collaboration entre les entités impliquéesde l'Agence (Unités provinciales de contrôle et centre decrise notamment) a été performante même si quelquesaméliorations mineures doivent encore être apportées.En conclusion, la capacité globale des opérateurs de cesfilières à effectuer un traçage conséquent n'est pas remiseen cause. Un point faible observé est le délai de réaction,qui peut être en partie expliqué par la non-participationspontanée des certains opérateurs. Afin de continuer à sensibiliserle secteur et à maintenir un certain entraînementdes agents de l'AFSCA, ce type d'exercice sera répété encommençant par d'autres filières de la chaîne alimentaire.DO 2009201015142Vraag nr. 78 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 26 februari 2010 (N.) aan deminister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouwen Wetenschapsbeleid :De Federale Wetenschappelijke Instellingen. - Raden vanbesturen. - Competenties. - Taalaanhorigheid.De federale wetenschappelijke instellingen zoals hetAlgemeen Rijksarchief en de Rijksarchieven in de provincies,de Koninklijke Bibliotheek, het Koninklijk Instituutvoor het Kunstpatrimonium enzovoort beschikken nietalleen over een uitzonderlijk rijk cultuurhistorisch patrimoniummaar spelen ook een belangrijke rol in het wetenschappelijkonderzoek.Zij worden gefinancierd door de federale Staat. Het isdan ook van het grootste belang dat beide grote Gemeenschappenin dit land op een gelijkwaardige manier betrokkenworden bij het beheer van deze instellingen.1. Kan u een lijst meedelen met de leden van de radenvan bestuur van de federale wetenschappelijke instellingenmet vermelding van hun specifieke competenties en taalaanhorigheid?2. Kan u een lijst meedelen met de leden van de "WetenschappelijkeRaden" en de "Jury van de Federale WetenschappelijkeInstellingen" met vermelding van hunspecifieke competenties en taalaanhorigheid?DO 2009201015142Question n° 78 de madame la députée Leen Dierick du26 février 2010 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique:Institutions scientifiques fédérales. - Conseils d'administration.- Compétences. - Appartenance linguistique.Non seulement les institutions scientifiques fédérales tellesque les Archives générales du Royaume et les Archivesde l'État dans les provinces, la Bibliothèque Royale, l'Institutroyal du Patrimoine artistique, etc. possèdent un patrimoineculturel et historique d'une richesse exceptionnellemais elles jouent aussi un rôle important dans le domainede la recherche scientifique.Elles sont financées par l'État fédéral. Aussi est-il de laplus grande importance que les deux grandes Communautésde notre pays soient associées de façon équivalente à lagestion de ces institutions.1. Pourriez-vous fournir une liste des membres desconseils d'administration des institutions scientifiquesfédérales en mentionnant leurs compétences spécifiques etleur appartenance linguistique?2. Pourriez-vous fournir une liste des membres des"Conseils scientifiques" et du "Jury des Institutions scientifiquesfédérales" en mentionnant leurs compétences spécifiqueset leur appartenance linguistique?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010253Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 29 maart 2010,op de vraag nr. 78 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Leen Dierick van 26 februari2010 (N.):Het antwoord op deze vraag is het geachte Kamerlidrechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar ligt het ter inzage bij deGriffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienstParlementaire Vragen).Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du29 mars 2010, à la question n° 78 de madame la députéeLeen Dierick du 26 février 2010 (N.):La réponse à cette question a été transmise directement àl'honorable membre. Étant donné son caractère de puredocumentation, il n'y a pas lieu de l'insérer au bulletin desQuestions et Réponses, mais elle peut être consultée auGreffe de la Chambre des représentants (service des Questionsparlementaires).DO 2009201015199Vraag nr. 80 van de heer volksvertegenwoordiger LucGoutry van 01 maart 2010 (N.) aan de ministervan KMO's, Zelfstandigen, Landbouw enWetenschapsbeleid :Werkgroep verbetering kwaliteit van inspecties.Er bestaat een systeem waarbij zowel werknemers alszelfstandigen die erkend zijn als arbeidsongeschikt, in hetkader van hun re-integratie, onder bepaalde voorwaardenen onder toezicht het werk gedeeltelijk kunnen hernemen.Voor zelfstandigen werd in een nabij verleden de regelingversoepeld. Tegelijk werd begin 2006 binnen hetBeheerscomité van RIZIV beslist om een werkgroep op terichten die zou moeten nagaan hoe de kwaliteit van deinspectieverslagen het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringenvan de zelfstandigen (RSVZ) verbeterd kon worden.Vastgesteld werd immers dat de geneesheren, die belastzijn met de evaluatie en de controle van de begeleide werkhervatting,onvoldoende zicht hebben op de inhoudelijkeaspecten van de zelfstandige activiteit (uit welke concretetaken bestaat deze) en op de effectieve stopzetting van dezelfstandige beroepsbezigheid.Kan u meedelen wat de resultaten zijn van de werkzaamhedenvan deze werkgroep en of de RSVZ-inspectie eringeslaagd is om hierbij op afdoende wijze rekening te houdenmet de bevindingen van betrokken geneeshereninspecteurs?DO 2009201015199Question n° 80 de monsieur le député Luc Goutry du01 mars 2010 (N.) à la ministre des PME, desIndépendants, de l'Agriculture et de la Politiquescientifique:Groupe de travail relatif à l'amélioration de la qualité desinspections.Il existe un système autorisant les salariés et les indépendantsreconnus en incapacité de travail à reprendre leursactivités à temps partiel dans le cadre de leur réintégration,sous certaines conditions et sous contrôle.Ce système a été assoupli pour les indépendants dans unpassé recent. Le comité de gestion de l'Inami avait dans lemême temps décidé, début 2006, de créer un groupe de travailchargé d'examiner comment améliorer la qualité desrapports d'inspection de l'Institut national d'assurancessociales pour travailleurs indépendants (Inasti).On a en effet constaté que les médecins chargés de l'évaluationet du contrôle de la reprise de travail accompagnéen'étaient pas suffisamment informés des aspects propres àl'activité indépendante (les tâches concrètes exercées) et del'arrêt effectif de l'activité professionnelle indépendante.Pouvez-vous me communiquer les résultats des travauxde ce groupe de travail et m'indiquer si l'inspection del'Inasti est ainsi parvenue à prendre efficacement encompte les constatations des médecins-inspecteurs concernés?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

254 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de minister van KMO's, Zelfstandigen,Landbouw en Wetenschapsbeleid van 29 maart 2010,op de vraag nr. 80 van de heer volksvertegenwoordigerLuc Goutry van 01 maart 2010 (N.):Een ad-hocwerkgroep die als onderwerp het vereenvoudigenvan de administratieve formaliteiten in het kader vande uitkeringsverzekering voor zelfstandigen had, werd op12 juni 2007 in de schoot van de Dienst voor Uitkeringenvan het RIZIV georganiseerd. Deze werkgroep bestond uitvertegenwoordigers van de representatieve zelfstandigenorganisaties,van de verzekeringsinstellingen, van de adviserendegeneesheren van de verzekeringsinstellingen, vande Dienst voor Uitkeringen van het RIZIV, van de DirectiegeneraalZelfstandigen van de Federale OverheidsdienstSociale Zekerheid, van het Rijksinstituut voor de SocialeVerzekeringen der Zelfstandigen (hierna genoemd RSVZ)en van de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging.Deze ad-hocwerkgroep heeft de formulieren en de vragenom inlichtingen onderzocht die worden gebruikt doorde verschillende instellingen en diensten die samenwerkenaan de uitvoering van het koninklijk besluit van 20 juli1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering eneen moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigenen van de meewerkende echtgenoten. Ik wens deaandacht van de heer volksvertegenwoordiger te wijzen ophet feit dat er geen geneesheren-inspecteurs aan deze adhocwerkgroepdeelnamen, maar wel geneesheren van deverzekeringsinstellingen (adviserend-geneesheren).Onder deze formulieren werd onder meer het enquêteverslaginzake de beroepsactiviteiten van de gerechtigde zelfstandige,bedoeld in artikel 63, §1 van het voornoemdekoninklijk besluit van 20 juli 1971 en ingevuld door decontroleurs van de dienst Inspectie van het RSVZ, onderzocht,alsook de vragenlijst betreffende de beroepsactiviteitvan de zelfstandige. Dit enquêteverslag is een modeldat van tevoren werd vastgesteld in samenspraak met deinstanties die in de werkgroep werden vertegenwoordigd.Het gaat in het bijzonder over de beschrijving van de takendie door de zelfstandige worden uitgevoerd, meer bepaaldover de effectieve stopzetting van de persoonlijke beroepsactiviteitvan de zelfstandige en dit in tegenstelling tot devoortzetting van de activiteit van de onderneming. Aan dewerkgroep werd gevraagd zich uit te spreken over de wenselijkheidvan het integreren van de vragenlijst in de verklaringvan arbeidsongeschiktheid.Réponse de la ministre des PME, des Indépendants,de l'Agriculture et de la Politique scientifique du29 mars 2010, à la question n° 80 de monsieur le députéLuc Goutry du 01 mars 2010 (N.):Un groupe de travail ad hoc ayant pour objet la simplificationdes formalités administratives dans le cadre del'assurance-indemnité des travailleurs indépendants s'esttenu le 12 juin 2007 auprès du Service Indemnités del'INAMI. Ce groupe de travail était composé de membresreprésentant les organisations représentatives des travailleursindépendants, des organismes assureurs, desmédecins-conseils des organismes assureurs, du ServiceIndemnités de l'INAMI, de la Direction générale Indépendantsdu Service public fédéral Sécurité sociale, de l'Institutnational d'Assurances sociales pour Travailleursindépendants (ci-après appelé INASTI) et de l'Agence pourla Simplification administrative.Ce groupe de travail ad hoc a examiné les formulaires etdemandes de renseignements utilisés par les différentsorganismes et services qui collaborent à l'exécution del'arrêté royal du 20 juillet 1971 instituant une assuranceindemnités et une assurance maternité en faveur des travailleursindépendants et des conjoints aidants. Je souhaiteattirer l'attention de l'honorable membre, sur le fait qu'il n'yavait pas de médecins-inspecteurs qui ont participé à cegroupe de travail ad hoc, mais qu'il y avait bien des médecinsdes organismes assureurs (médecins-conseils).Parmi ces formulaires, ont été examinés entre autres lerapport d'enquête relatif aux activités professionnelles dutitulaire travailleur indépendant, visé à l'article 63, §1er del'arrêté royal du 20 juillet 1971 précité et complété par lescontrôleurs du service de l'Inspection de l'INASTI, ainsique le questionnaire concernant l'activité professionnelledu travailleur indépendant. Ce rapport d'enquête est unmodèle préétabli en concertation avec les instances quiétaient représentées dans le groupe de travail. Il portenotamment sur la description des tâches effectuées par letravailleur indépendant, plus précisément sur la cessationeffective de l'activité professionnelle personnelle du travailleurindépendant et ce contrairement à la poursuite del'activité de l'entreprise. Il a été demandé au groupe de travailde se prononcer sur le souhait d'intégrer le questionnairedans la déclaration d'incapacité de travail.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010255De leden van de werkgroep hebben besloten dat het huidigemodel van dit enquêteverslag, alsook de verklaringvan arbeidsongeschiktheid en de vragenlijst betreffende deberoepsactiviteit van de zelfstandige niet moeten wordenaangepast en dat alle gevraagde gegevens relevant zijn.Ik wens te benadrukken dat zowel de vragenlijst betreffendede beroepsactiviteit van de zelfstandige als hetenquêteverslag van het RSVZ een aantal jaren geledenwerd vereenvoudigd.Bovendien zou het integreren van de vragenlijst betreffendede beroepsactiviteit van de zelfstandige in de verklaringvan de arbeidsongeschiktheid ertoe leiden dat degenoemde verklaring van arbeidsongeschiktheid veel laterbij de adviserend-geneesheren zou toekomen. Dit zou eenvertraging van het arbeidsongeschiktheidsdossier met zichmeebrengen, hetgeen uiteraard niet wenselijk is. Er maghier immers niet uit het oog verloren worden dat de aangiftevan de arbeidsongeschiktheid via de voornoemde verklaringessentieel is voor het bepalen van het recht opuitkeringen. Van zodra de adviserend-geneesheer beschiktover deze aangifte, kan hij een beslissing nemen omtrentde erkenning van de arbeidsongeschiktheid en zijn de rechtenvan de zelfstandige gewaarborgd.Sinds het afsluiten van de werkzaamheden van dezewerkgroep op 12 juni 2007 werd bij het RSVZ geen verzoekaanhangig gemaakt over hetzij de wijziging van hetbedoelde model van enquêteverslag, hetzij de kwaliteit vande enquêteverslagen die door de inspectiedienst van hetRSVZ worden opgesteld. Aan de Directie-generaal Zelfstandigenvan de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheidwerd evenmin gevraagd om de integratie van devragenlijst in de verklaring van arbeidsongeschiktheid tevoorzien. Dit bevestigt bijgevolg dat de huidige procedure,die erin bestaat eerst een aangifte van arbeidsongeschiktheid(via de voornoemde verklaring van arbeidsongeschiktheid)te doen en pas daarna de vragenlijst betreffendede beroepsactiviteit van de zelfstandige (eventueel vergezeldvan het enquêteverslag vanwege het RSVZ) door tezenden, voldoet. Dit werd tijdens die bijeenkomst van12 juni 2007 door alle betrokken actoren bevestigd.Les membres du groupe de travail ont conclu que lemodèle actuel de ce rapport d'enquête, ainsi que la déclarationd'incapacité de travail et le questionnaire concernantl'activité professionnelle du travailleur indépendant, nedoivent pas être adaptés et que toutes les données demandéessont pertinentes.Je souhaite souligner que tant le questionnaire concernantl'activité professionnelle du travailleur indépendantque le rapport d'enquête de l'INASTI ont été simplifiés il ya quelques années.En outre, l'intégration du questionnaire relatif à l'activitéprofessionnelle du travailleur indépendant dans la déclarationd'incapacité de travail aurait pour conséquence queladite déclaration d'incapacité de travail parviendrait beaucoupplus tard aux médecins-conseils. Cela entraînerait unretard du dossier d'incapacité de travail, ce qui, naturellement,n'est pas souhaitable. En effet, on ne peut pas perdrede vue que le fait de déclarer l'incapacité de travail à traversladite déclaration est essentielle pour la déterminationdu droit à des prestations. Dès que le médecin-conseil disposede cette déclaration, il peut prendre une décision ausujet de la reconnaissance de l'incapacité de travail et lesdroits du travailleur indépendants sont garantis.Depuis la clôture des travaux de ce groupe de travail le12 juin 2007, l'INASTI n'a pas été saisi de demande portantsoit sur la modification du modèle de rapport d'enquêtedont question soit sur la qualité des rapports d'enquête établispar le service d'inspection de l'INASTI Il n'a pas étédemandé non plus à la Direction générale Indépendants duService public fédéral Sécurité sociale de prévoir l'intégrationdu questionnaire dans la déclaration d'incapacité detravail. Par conséquent, cela confirme que la procédureactuelle, qui consiste à introduire d'abord une déclarationd'incapacité de travail (à travers ladite déclaration d'incapacitéde travail) et ne transmettre le questionnaire concernantl'activité professionnelle du travailleur indépendant(éventuellement accompagné du rapport d'enquête de lapart de l'INASTI) qu'après, suffit. Cela avait été confirmépar tous les acteurs concernés pendant cette réunion du12 juin 2007.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

256 QRVA 52 10029-03-2010Minister van LandsverdedigingMinistre de la DéfenseDO 2009201014995Vraag nr. 120 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVijnck van 18 februari 2010 (N.) aan de ministervan Landsverdediging:Communicatiestrategie in het kader van het nieuwe rekruteringsconcept.De minister van Landsverdediging verklaarde in DeStandaard van 7 oktober 2009 dat er een noodzaak is omjongeren aan te trekken. Een actief rekruteringsbeleid metbijhorende communicatiestrategie is dan uiteraard essentieelom nieuwe rekruten aan te trekken. De afgelopenmaanden heeft men onder andere in NMBS-stations rekruteringspostersvan Defensie kunnen opmerken en zijn erregelmatig televox-reportages te zien op de regionale televisiekanalenen maandelijks op de nationale openbare zenders.Deze keer is er sprake van een nieuwrekruteringsconcept met een vernieuwde jobsite, een gratistelefoonnummer en aangepaste rekruteringstesten. GezienDefensie voornamelijk jongeren wenst te rekruteren dientzij zich toe te spitsen op dat doelpubliek, een doelpubliekdat tegenwoordig zeer actief is op het internet. Dusver lijkthet erop dat Defensie enkel door middel van een jobsiteeen actief communicatiebeleid, in het kader van de rekrutering,voert op het internet. Graag had ik antwoorden bekomenomtrent de communicatiestrategie gehanteerd doorDefensie ten aanzien van jongeren.1. a) Welke communicatiekanalen worden hedengebruikt om jongeren aan te spreken voor een loopbaan bijDefensie?b) Hoeveel bedraagt het totale budget dat hiervoorgehanteerd wordt, opgesplitst per communicatiekanaal?2. a) In hoeverre is de communicatiestrategie van Defensiein het kader van de rekrutering succesvol geweest?b) Op welke wijze heeft Defensie het succes hiervangemeten?3. a) In hoeverre wordt MilTV gehanteerd in de communicatiestrategievan Defensie voor rekruteringsdoeleinden?b) Waarom mankeert er een duidelijke verwijzing naarMilTV op de jobsite van Defensie?DO 2009201014995Question n° 120 de monsieur le député Dirk Vijnck du18 février 2010 (N.) au ministre de la Défense:Stratégie de communication dans le cadre du nouveauconcept de recrutement.Dans une interview réalisée par le quotidien De Standaarddu 7 octobre 2009, le ministre de la Défense a déclaréqu'il était indispensable d'attirer les jeunes vers l'armée.Une politique de recrutement active associée à une stratégiede communication adaptée est bien sûr essentielle pourattirer de nouvelles recrues. Au cours des mois écoulés, ona pu remarquer des affiches de recrutement de la Défenseentre autres dans des gares de la SNCB et des reportages deTelevox sont régulièrement diffusés sur les canaux de télévisionrégionaux et sur les émetteurs publics nationauxchaque mois. Il est à présent question d'un nouveauconcept de recrutement avec une nouvelle page 'jobs' sur lesite de la Défense, un numéro de téléphone gratuit et desépreuves de recrutement adaptées. Étant donné que laDéfense souhaite recruter essentiellement des jeunes, elledoit se concentrer sur ce public cible, qui est de nos jourstrès actif sur l'internet. Jusqu'à présent, il semble que laDéfense ne mène une campagne de communication activedans le cadre du recrutement que par le biais de sa page'jobs' sur son site Internet. J'aurais aimé obtenir quelquesprécisions sur la stratégie de communication adoptée par laDéfense vis-à-vis des jeunes.1. a) Quels canaux de communication sont utilisésaujourd'hui pour intéresser les jeunes à une carrière à laDéfense?b) Quel est le montant du budget total prévu à cet effetpour chaque canal de communication?2. a) Dans quelle mesure la stratégie de communicationde la Défense s'est-elle avérée fructueuse dans le cadre durecrutement?b) De quelle manière la Défense en a-t-elle évalué le succès?3. a) Dans quelle mesure MilTV est-elle utilisée dans lastratégie de communication de la Défense aux fins derecrutement?b) Pourquoi le site emplois de la Défense ne renvoie-t-ilpas clairement à MilTV?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010257c) Waarom heeft Defensie ervoor gekozen om geen informatiefilmpjesintegraal toe te voegen op de jobsite ter illustratiebij de openstaande vacatures?4. a) Werden rekruten of een ander testpubliek bevraagdover het mediaformat waarin MilTV werkt?b) Werd hierbij een vergelijking gemaakt met het formatgehanteerd door de Nederlandse en de Zweedse krijgsmachtenop YouTube?5. a) Beschikt Defensie over een eigen "YouTubekanaal"zoals de Zweedse en de Nederlandse krijgsmacht?c) Pourquoi la Défense n'a-t-elle pas présenté des petitesvidéos d'information sur son site pour illustrer les emploisvacants?4. a) Des recrues ou un autre public test ont-ils été interrogéssur le format multimédia de MilTV?b) Une comparaison a-t-elle été établie avec le formatutilisé par les forces armées néerlandaises et suédoises surYouTube?5. a) La Défense dispose-t-elle de son propre canal 'You-Tube' comme c'est le cas pour les forces armées suédoiseset néerlandaises?b) Zo neen, waarom niet? b) Dans la négative, pourquoi pas?c) Zo ja, hoeveel abonnees zijn er en waarom is er geenduidelijke verwijzing aanwezig op de jobsite van Defensie?6. a) Zijn er enige communicatiecampagnes gepland diezich richten op de fenomenen YouTube en Facebook?c) Dans l'affirmative, combien d'abonnés y a-t-il et pourquoin'y a-t-il pas de référence claire sur le site emplois dela Défense?6. a) Des campagnes de communication sont-elles prévuessur YouTube et Facebook?b) Zo ja, wat is men precies van plan? b) Dans l'affirmative, quels sont plus précisément les projets?c) Zo neen, waarom niet? c) Dans la négative, pourquoi pas?7. a) Beschikt Defensie over een eigen facebookgroep,opgericht om gemakkelijker te communiceren met jongerendie gebruik maken van deze sociale netwerksite?7. a) La Défense dispose-t-elle de son propre groupe surFacebook pour faciliter la communication avec les jeunesqui ont recours à ce type de réseaux sociaux?b) Zo ja, in hoeverre is deze succesvol? b) Dans l'affirmative, dans quelle mesure ce groupe a-t-ildu succès?c) Zo neen, waarom niet? c) Dans la négative, pourquoi pas?Antwoord van de minister van Landsverdediging van25 maart 2010, op de vraag nr. 120 van de heervolksvertegenwoordiger Dirk Vijnck van 18 februari2010 (N.):1. a) De communicatiekanalen die gebruikt worden omjongeren aan te spreken voor een militaire loopbaan zijnonder andere: de jobsite mil.be/jobsite, het "contact center"met haar nieuwe groene nummer 0800-DEF4U, de "homepage"van de site mil.be, de informatiecentra, de "activerecruiters", deelname aan jobbeurzen en aan evenementen,samenwerking met VDAB, FOREM "Arbeitsamt derDeutsprachigen Gemeinschaft", "Actiris" en "Bruxellesformation", schoolbezoeken, organisatie van jobdays,Open Campus Days, verdeling van brochures, gadgets,publiciteitsinserties, tv-spots, affichering op het openbaarvervoer en in de omgeving van kazernes. De medewerkersvan Defensie worden aangemoedigd om een rol vanambassadeur op te nemen en worden geïnformeerd engesensibiliseerd via specifieke communicatiemiddelen(intranet, intern informatieblad, affiches, nota's en briefingsaan militaire autoriteiten).Réponse du ministre de la Défense du 25 mars 2010, àla question n° 120 de monsieur le député Dirk Vijnckdu 18 février 2010 (N.):1. a) Les canaux de communication qui sont utilisés pourinciter les jeunes à s'engager dans une carrière militairesont entre autres: le site job mil.be/jobsite, le "contact center"avec son nouveau numéro vert 0800-DEF4U, "homepage"du site mil.be, centres d'information, "activerecruiters", participation à des bourses d'emploi et à desévénements, collaboration avec VDAB, FOREM, "Arbeitsamtder Deutsprachigen Gemeinschaft", "Actiris" et"Bruxelles formation", visites d'écoles, organisation dejobdays, Open Campus Days, distribution de brochures,gadgets, insertions publicitaires, spots TV, affichage dansles transports en commun et aux alentours des casernes.Les collaborateurs de la Défense sont encouragés à jouerun rôle d'ambassadeur et sont informés et sensibilisés viades moyens de communication spécifiques (intranet, journalinterne, affiches, notes et briefings aux autorités militaires).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

258 QRVA 52 10029-03-2010b) Het budget dat besteed wordt aan de aankoop vanmediaruimte bedraagt jaarlijks 1.120.000 euro waarvantwee derde exclusief gereserveerd is voor rekrutering.2. a) De rekruteringscommunicatie moet in belangrijkemate bijdragen om Defensie kenbaar te maken bij onsdoelpubliek als potentiële en aantrekkelijke werkgever.Communicatie is dus "slechts" één van de middelen om derekrutering te laten slagen. Het finale doel is het tijdig vervullenvan zowel de kwantitatieve als kwalitatieve behoeftenaan personeel. De afgelopen jaren heeft Defensie debehoeften ingevuld (Zie tabel in bijlage).b) Op basis van de communicatiebehoeften van Defensiewordt door een externe mediacentrale een mediamix opgesteld.De evaluatie en eventuele aanpassingen gebeurendoor de mediacentrale. Occasioneel wordt de impact vanspecifieke campagnes ook afzonderlijk gemeten.3. a) Het doel van MilTv is allereerst een groot publiekinformeren over de activiteiten van Defensie. In datopzicht draagt ze bij tot het informeren van potentiële kandidatenvoor rekrutering.b) Le budget consacré à l'achat d'espace média s'élève à1.120.000 euros par an dont deux tiers est réservé exclusivementpour le recrutement.2. a) La communication de recrutement doit contribueren grande partie à faire connaître la Défense en tantqu'employeur potentiel et attrayant auprès de nos publicscibles. La communication ne représente donc qu'un desmoyens qui contribuent à la réussite du recrutement.L'objectif final est de répondre aussi bien quantitativementque qualitativement les besoins en personnel. Ces dernièresannées, les besoins de la Défense ont été remplis (Voirtableau en annexes).b) En fonction des besoins en communication de laDéfense, une centrale média externe propose un mixmédia. L'évaluation et les adaptations éventuelles sont opéréespar la centrale média. L'impact de campagnes spécifiquesest également effectué occasionnellement.3. a) L'objectif de la MilTv est avant tout d'informer unlarge public sur les activités de la Défense. Elle participe àce titre à l'information des candidats potentiels au recrutement.b) De link werd toegevoegd aan de jobsite. b) Le lien a été rajouté sur le site job.c) De capaciteit van de huidige servers beperkt de mogelijkheden.De prioriteit werd gegeven aan reportages metalgemene informatie. Reportages over bepaalde functieszijn evenwel beschikbaar op de jobsite.4. a) MilTv herneemt de nationale en regionale televoxreportages,reportages met korte actualiteitsitems, tv-spotsen dergelijke. Elk van deze producten werd in eersteinstantie ontwikkeld in functie van de formaten opgelegddoor het eerste verspreidingskanaal, het doelpubliek (grootpubliek) en de communicatieobjectieven (hoofdzakelijkinformatie).b) Neen. b) Non.5. a) Ja. 5. a) Oui.b) - b) -c) Door de beperkte beschikbare bandbreedte is hetmomenteel niet mogelijk om "YouTube" structureel te integrerenals communicatiemiddel voor de rekrutering.6. a) Voor sommige campagnes is het gerichte gebruikvan bepaalde sites zoals "YouTube" of "Linked-in" voorzien.b) De promotiecampagne voor de Open Campus Daysgebruikt "YouTube" voor de verspreiding van een televisiespot.c) La capacité des serveurs actuels limite les possibilités.La priorité a été donnée aux reportages d'information générale.Des reportages sur certaines fonctions sont néanmoinsdisponibles sur le site job.4. a) La MilTv reprend les reportages Televox nationauxet régionaux, des reportages préparés pour illustrer des brèvesd'actualité, des spots tv, etc. Chacun de ces produits estd'abord développé en fonction des formats imposés par soncanal de diffusion premier, son public cible (grand public)et ses objectifs de communication (principalement l'information).c) Les performances de la bande passante ne permettentpas l'utilisation de "YouTube" comme moyen de communicationrégulier pour le recrutement.6. a) Pour certaines campagnes, l'utilisation ponctuellede sites tels que "YouTube" ou "Linked-in" est prévue.b) La campagne de promotion pour les Open CampusDays utilise "YouTube" pour diffuser un spot video.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010259c) Voor het gebruik van "YouTube" zie antwoord 5c).Wat betreft het gebruik van "Facebook": Defensie bestudeerten evalueert de opportuniteit om dit type van kanalente gebruiken. Enquêtes tonen namelijk aan dat het beroepdoen op deze kanalen een belangrijk aantal mogelijke kandidatenzou kunnen ergeren.7. a) Neen. 7. a) Non.b) - b) -c) Zie 6 c). c) Voir 6. c).c) Pour l'utilisation de "YouTube" voir réponse 5c. En cequi concerne l'utilisation de "Facebook", la Défense étudieet évalue l'opportunité d'utiliser ce genre de canaux. Eneffet, des enquêtes ont révélé que le recours à ces canauxpouvait offusquer un nombre important de candidatspotentiels.DO 2009201015007Vraag nr. 121 van de heer volksvertegenwoordigerWouter De Vriendt van 18 februari 2010 (N.) aande minister van Landsverdediging:Defensie-inspanningen op langere termijn in Haïti. (MV18491)Het Parlement is vol lof over de inzet van B-FAST inHaïti en vooral de snelheid waarmee B-FAST kon reageren.Onlangs keerden al tweeëntwintig Belgische reddingswerkersterug. De kans om nog overlevenden te vinden zounu heel klein geworden zijn. Tegelijk stuurt ons land 36militairen, meer dan eerst aangekondigd, om de achtergeblevenreddingswerkers en het diplomatiek personeel tebeschermen. Er is een reële vrees voor geweld en anarchiebij de radeloze bevolking die van hulp verstoken blijft.Recentelijk kwam ook een buitengewone Raad van deministers van Buitenlandse Zaken bijeen om de situatie inte schatten en de noodzaak aan gecoördineerde hulp tebespreken.We kunnen stilaan nadenken hoe we Haïti op de middellangeen lange termijn kunnen helpen met de heropbouw.Toen op 26 december 2004 een tsunami de landen in deGolf van Bengalen trof, startte operatie Tsunami Solidarity.In totaal bijna 300 militaire vrijwilligers hielpen van8 januari 2005 tot halverwege mei 2005 bij de wederopbouwvan Willigama en Galle (Sri-Lanka). Geniespecialistendeden aan opruimingswerken en wederopbouw vanscholen en andere openbare nutsvoorzieningen. Genie- enmarineduikers borgen gezonken vissersschepen. Mecaniciensen rompherstellers voerden nadien de nodige herstellingenuit en het medische team dat de Belgenondersteunde, verzorgde ook de lokale bevolking.DO 2009201015007Question n° 121 de monsieur le député Wouter DeVriendt du 18 février 2010 (N.) au ministre de laDéfense:Les efforts éventuellement fournis à long terme par laDéfense en Haïti. (QO 18491)Le Parlement ne tarit pas d'éloges sur le déploiement deB-Fast en Haïti et en particulier, sur la rapidité de réactionde l'équipe. Vingt-deux sauveteurs belges sont déjà revenusrécemment. Il est désormais semble-t-il très peu probableque des survivants soient encore retrouvés. Dans le mêmetemps, notre pays envoie 36 militaires sur place, c'est-àdiredavantage que prévu, pour protéger les sauveteurs et lepersonnel diplomatique restés en Haïti. La crainte de voirla population désespérée et privée d'aide se livrer à desactes de violence et se laisser aller à l'anarchie est tout àfait fondée.Un Conseil extraordinaire des ministres des Affairesétrangères s'est réuni récemment pour évaluer la situationet débattre de la nécessité de mettre en place une aide coordonnée.Nous devrions peu à peu réfléchir à la manière dont nouspourrions soutenir la reconstruction d'Haïti à moyen et àlong terme.Le tsunami qui a touché les pays du golfe du Bengale le26 décembre 2004 a donné lieu à l'opération Tsunami Solidarity.Du 8 janvier 2005 à la mi-mai 2005, un total de prèsde 300 volontaires militaires ont aidé à reconstruire Willigamaet Galle (Sri Lanka). Des spécialistes du génie onteffectué des travaux de déblaiement et ont reconstruit desécoles ainsi que d'autres équipements d'utilité publique.Des plongeurs du génie et de la marine ont assuré le renflouementde bateaux de pêche qui avaient coulé. Desmécaniciens et des réparateurs de coques ont ensuite effectuéles réparations nécessaires, tandis que l'équipe médicalequi appuyait les Belges s'est également chargée desoigner la population locale.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

260 QRVA 52 10029-03-2010Toen de Belgische militairen vertrokken, viel het werkniet stil maar namen ngo's de fakkel over.1. a) Hoe groot is het B-FAST-team ter plaatse en welkehulp wordt nu nog verleend?Le travail n'a pas cessé lorsque les militaires belges sontpartis, puisque des ONG ont pris le relais.1. a) Quelle est l'ampleur de l'équipe de B-Fast présentesur place et en quoi consiste l'aide encore apportée actuellement?b) Hoe lang zal het B-FAST-team nog ter plaatse blijven? b) Combien de temps l'équipe de B-Fast restera-t-elleencore sur place?2. a) Hoe is de veiligheidssituatie en hoe verloopt hetwerk van de 36 militairen die voor de bescherming zorgen?b) Is er nood aan bijkomende inspanningen om de veiligheidte waarborgen?3. a) Op de korte termijn heeft België, in bijzonder demilitairen en het B-FAST-team, schitterend werk verleend,maar heeft Defensie ook plannen om op de middellangetermijn structurele hulp te bieden bij de heropbouw tot dengo's de fakkel kunnen overnemen?b) Zal het B-FAST-team op termijn vervangen wordendoor een medische component vanuit Defensie, aangevuldmet genietroepen om een gelijkaardig werk te doen zoalsin operatie Tsunami Solidarity?Antwoord van de minister van Landsverdediging van29 maart 2010, op de vraag nr. 121 van de heervolksvertegenwoordiger Wouter De Vriendt van18 februari 2010 (N.):1. De B-FAST-operatie "Haïti" werd op 3 februari 2010bij beslissing van de "Kern" beëindigd. Zowel het B-FASTteamalsook het beveiligingsdetachement zijn op 5 februariteruggekomen.2. Niet van toepassing, cfr. 1. 2. Sans objet, cf. 1.3. a) Defensie heeft geen plannen om structurele hulp tebieden naar analogie met "Tsunami Solidarity". Gespecialiseerdehumanitaire organisaties zetten zich hier momenteelvoor in. De inzet van militaire middelen in het kader vanrampen rechtvaardigt zich wanneer niemand anders dezemiddelen binnen de termijn van de "noodhulpfase" kanleveren. Defensie werd hiervoor trouwens ook nietgevraagd.b) Het B-FAST-team zal niet vervangen worden door eenmedisch- of een geniedetachement maar Defensie is echterbereid, in functie van de beschikbare luchtmiddelen, bijkomendtransport van humanitaire hulpgoederen te organiserenindien dit door de regering beslist wordt.2. a) Pouvez-vous décrire la situation en termes de sécurité?Comment se déroule le travail des 36 militaires quiveillent à la sécurité?b) Des efforts supplémentaires sont-ils nécessaires en vuede garantir la sécurité?3. a) La Belgique, et en particulier les militaires de l'équipede B-Fast, a fourni un travail remarquable à court terme.La Défense envisage-t-elle également, à moyen terme, decontribuer structurellement à la reconstruction jusqu'à ceque les ONG reprennent le flambeau?b) L'équipe de B-Fast sera-t-elle remplacée à terme parune composante médicale de la Défense et des troupes dugénie en vue d'offrir une aide comparable à celle qui avaitété fournie dans le cadre de l'opération Tsunami Solidarity?Réponse du ministre de la Défense du 29 mars 2010, àla question n° 121 de monsieur le député WouterDe Vriendt du 18 février 2010 (N.):1. Par décision du "Kern", l'opération B-FAST "Haïti" aété clôturée le 3 février 2010. Tant l'équipe B-FAST que ledétachement de protection sont rentrés le 5 février 2010.3. a) La Défense n'a pas de plan en vue d'offrir une aidestructurelle analogue à "Tsunami Solidarity". Des organisationshumanitaires spécialisées s'y consacrent actuellement.La mise en oeuvre de moyens militaires pour faireface aux conséquences de catastrophes se justifie si personned'autre n'est en mesure de fournir des moyens similairesdans les délais de la phase d'urgence. La Défense n'ad'ailleurs pas été sollicitée.b) L'équipe B-FAST ne sera pas remplacée par un détachementmédical ou du génie mais la Défense se tient prête,en fonction des moyens aériens disponibles, à organiserdes transports supplémentaires de matériel d'aide humanitairesi le gouvernement en décide ainsi.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010261DO 2009201015011Vraag nr. 122 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 19 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Landsverdediging:Einde van de missie van het Belgisch leger in Kosovo.Zo'n 130 Belgische militairen keerden op 1 februari 2010terug uit Kosovo, wat meteen het einde betekent van detienjarige aanwezigheid van het Belgisch leger in dat kleinBalkanland. De terugkeer van de Belgische militairenmaakt deel uit van de geleidelijke terugtrekking van deNAVO, die nu nog maar 10.000 troepen ter plaatse heeft enin stilte de fakkel doorgeeft aan de Kosovaarse politie ende missie "Rechtsstaat" van de Europese Unie in Kosovo(EULEX).1. Die tien jaar durende vredesmissie is de langste dieooit door België ondernomen werd.a) Welke balans maakt de regering op van de tienjarigeBelgische militaire aanwezigheid in Kosovo?b) Hoeveel soldaten zijn er in totaal op missie geweestnaar Kosovo?2. Welke lessen, met name op het stuk van de interventieconcepten,zijn er getrokken uit de Belgische aanwezigheidin Kosovo?3. Hoe zal de geleidelijke terugtrekking van de KFOR ende NAVO uit Kosovo verlopen?Antwoord van de minister van Landsverdediging van25 maart 2010, op de vraag nr. 122 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van19 februari 2010 (Fr.):1. a) Tijdens de tien jaar aanwezigheid in Kosovo heeftBelgië een significante en een unaniem erkende bijdrageaan het vredesproces geleverd. De opdrachten van de Belgischedetachementen waren het beveiligen van de zone,de steun aan UNMIK (United Mission In Kosovo) en hetbijdragen tot de wederopbouw. België heeft het bevelgevoerd over een multinationale "battle-group" met afwisselendmilitairen uit Luxemburg, Oekraïne, Roemenië ofMongolië. In functie van de evolutie van de opdracht envan de bedreiging werden de manoeuvre-eenhedengesteund door helikopters en genie, logistieke of medischeelementen. De omvang van het detachement en het ontplooidematerieel wijzigden grondig doorheen de periode.1. b) 15.900 soldaten werden ontplooid in Kosovo, waarvan11.051 verschillende individuen omdat sommigenmeermaals deelgenomen hebben.DO 2009201015011Question n° 122 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 19 février 2010 (Fr.) au ministre de la Défense:La fin de la mission de l'armée belge au Kosovo.Près de 130 soldats belges sont revenus le 1er février2010 du Kosovo mettant fin à une présence d'une décenniede l'armée belge dans ce petit pays des Balkans. Le retraitbelge s'inscrit dans le désengagement progressif del'OTAN, qui ne compte désormais plus que 10.000 soldatssur le terrain et passe discrètement le flambeau à la policekosovare et à la mission européenne de soutien à l'État dedroit, EULEX.1. Dix ans représente la plus longue opération de maintiende la paix jamais entreprise par la Belgique.a) Le gouvernement peut-il nous indiquer quel bilan iltire des dix années de présence militaire belge au Kosovo?b) Combien de soldats ont au total effectué une missionau Kosovo?2. Quels sont les enseignements, notamment les conceptsd'intervention qui ont été développés suite à la présencebelge au Kosovo?3. Comment va se dérouler le retrait progressif de laKFOR et de l'OTAN au Kosovo?Réponse du ministre de la Défense du 25 mars 2010, àla question n° 122 de monsieur le député DanielDucarme du 19 février 2010 (Fr.):1. a) Durant les dix années de présence au Kosovo, laBelgique a apporté une contribution significative et unanimementreconnue au processus de paix. Les missions desdétachements belges ont consisté à sécuriser la zone, àappuyer l'UNMIK (United Nation Mission in Kosovo) et àparticiper à la reconstruction. La Belgique a assuré le commandementd'un groupe de combat multinational incluantpar moment des militaires du Luxembourg, d'Ukraine, deRoumanie ou de Mongolie. En fonction de l'évolution de lamission et de la menace, les unités de manoeuvre ont étéappuyées par des éléments de génie, d'appui logistique,médicaux et des hélicoptères. La taille du détachement et lematériel déployé ont profondément évolué durant cettepériode.1. b) 15.900 soldats belges ont été déployés au Kosovo,soit 11.051 individus différents puisque certains ont participéà plusieurs déploiements.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

262 QRVA 52 10029-03-20102. Tijdens de tien jaar aanwezigheid in Kosovo werdenbelangrijke lessen getrokken in het domein van de tactiek(patrouilles, mobiele check-points, grenscontrole), het voerenvan het bevel over een multinationale "battle-group",de verbetering van de individuele uitrusting en ten slotte deintegratiefactoren van een Belgische compagnie in eenmultinationaal bataljon. De laatste jaren werden meerderelessen getrokken in verband met het gebruik van nieuwmaterieel in bergachtige gebieden in een koud tot zeerkoud klimaat. De opdracht in Kosovo heeft geleid tot hetontwikkelen van de procedures voor de ordehandhaving(Crowd and Riot Control - CRC) en het concept van Liaisonand Monitoring Teams (LMT). De opdracht heeft ookaangetoond dat het arsenaal van niet letale wapens uitgebreidmoest worden.3. De progressieve terugtrekking van KFOR is nietgekoppeld aan een tijdslijn (time driven), maar is afhankelijkvan het voldoen aan voorwaarden met betrekking totde veiligheidssituatie ter plaatse (event driven). De Noord-Atlantische Raad (NAC) beoordeelt op regelmatige tijdstippenin welke mate de vooropgestelde voorwaardenworden bereikt. In functie van de resultaten van de beoordelingbeslist de NAC wanneer er overgegaan wordt naareen volgende stap in de uitvoering van de opdracht. In dehuidige fase van de operatie KFOR, "Deterrent Presence"genaamd, werden 3 stappen (Gates) gedefinieerd waarbijtelkens kan overgegaan worden naar een volgende verminderingvan de KFOR troepen. "Gate 1" werd in januari2010 bereikt en betekende een vermindering van 15.000naar 10.000 militairen in Kosovo. Op "Gate 2" voorziet deNAVO een verdere vermindering van de effectieven naarongeveer 5.500 militairen en op "Gate 3" een verminderingnaar plus minus 2.500. Als de situatie het verder toelaat,zal de NAC beslissen om over te gaan van de fase "DeterrentPresence" naar de laatste fase "Minimum Presence".Deze laatste fase zal de overgang zijn van een minimalemilitaire aanwezigheid naar de volledige terugtrekking vanNAVO troepen uit Kosovo.2. Durant les dix ans de présence au Kosovo, des leçonsimportantes ont été tirées dans le domaine de la tactique(patrouilles, check-points mobiles, surveillance de frontière),du commandement d'un battle-group multinational, del'amélioration de l'équipement individuel et enfin des facteursà prendre en considération pour intégrer une compagniebelge dans un bataillon multinational. Durant lesdernières années, de nombreuses leçons ont été tirées quantà l'utilisation de nouveau matériels en terrain montagneuxdans un climat froid à très froid. La mission au Kosovo apermis de développer les procédures de maintien de l'ordre(Crowd and Riot Control - CRC) et le concept de Liaisonand Monitoring Teams (LMT) et a montré que la panopliedes armes non létales devait être élargie.3. Le retrait progressif de la KFOR n'est pas lié à uneéchelle temporelle (time driven) mais dépend de la mesuredans laquelle des conditions liées à la situation sécuritairesur place sont remplies (event driven). Le Conseil del'Atlantique Nord (NAC) évalue à intervalles réguliersdans quelle mesure les conditions fixées a priori sontatteintes. En fonction des résultats de l'appréciation, leNAC décide du moment opportun pour activer l'étape suivantedans l'exécution de la mission. Pour la phase actuellede l'opération KFOR, dénommée "Deterrent Presence",trois étapes (Gates) ont été définies pour lesquelles il est àchaque fois possible de procéder à une réduction supplémentairedes troupes de la KFOR. "Gate 1" a été atteinte enjanvier 2010 et représentait une diminution de 15.000 vers10.000 militaires au Kosovo. Pour "Gate 2" l'OTAN prévoitune réduction additionnelle des effectifs vers environ5.500 militaires, et à "Gate 3" une diminution vers plus oumoins 2.500. Ensuite, si la situation le permet, le NACdécidera d'effectuer la transition de la phase "DeterrentPresence" vers la phase finale "Minimum Presence". Cettedernière phase aura pour objet d'effectuer la transitiond'une présence militaire minimale vers un retrait completdes troupes de l'OTAN du Kosovo.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010263DO 2009201015031Vraag nr. 123 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVijnck van 19 februari 2010 (N.) aan de ministervan Landsverdediging:De VPD-ploegen.In het kader van de strijd tegen de Somalische piraterijkunnen Belgische rederijen gebruik maken van Belgischemilitaire ploegen, de zogenaamde Vessel ProtectionDetachment (VPD). Een VPD-ploeg zou de Pompeï aanboord begeleid hebben nadat deze werd vrijgegeven doorde Somalische kapers. In juli 2009 was er sprake van verdereoefening van een VPD-ploeg aan boord van dePanama Express (Gazet van Antwerpen, 10 juli 2009).1. Welke training inzake maritieme bescherming, vesselprotection, kregen de leden van de Vessel ProtectionDetachment voorafgaand aan hun missie om de Pompeï tebegeleiden nadat deze werd vrijgegeven?2. Welke diverse opleidingen moeten de militairen diedeel uitmaken van de Vessel Protection Detachments volgen?3. a) Werden in het kader van deze opleidingen schietoefeningenen drills gehouden aan boord van zeeschepen terwijldeze zich op zee bevonden?b) Werden hierbij verschillende aanvalsscenario's gesimuleerd?c) Hebben zij eveneens opleidingen gevolgd om zeeschepensuccesvol te boarden?4. Wat is de mening van de militairen over de diverseopleidingen die zij dienden te volgen in het kader van deVessel Protection Detachment?5. a) Welke ondersteuning biedt de marinecomponent aande VPD-ploegen?b) In hoeverre zijn de leden van de marinecomponent ende SFG (Special Forces Group) betrokken bij de verdereomkadering en opleiding van de VPD-ploegen?6. Welke conclusies werden getrokken na deze eersteVPD-missie met betrekking tot opleiding, uitvoer van demissie, accommodatie en uitrusting van de VPD-ploeg?7. a) Werden na de Pompeï nog VPD-missies door Belgischemilitairen uitgevoerd?b) Zo ja, welke waren de conclusies van de militairen metbetrekking tot hun inzet op vlak van uitrusting en opleiding?c) Welke waren de opmerkingen of conclusies van derederij die gebruik maakte van deze VPD-ploegen?DO 2009201015031Question n° 123 de monsieur le député Dirk Vijnck du19 février 2010 (N.) au ministre de la Défense:Les équipes VPD.Dans le cadre de la lutte contre la piraterie somalienne,les sociétés d'armateurs belges peuvent faire appel auxéquipes militaires belges faisant partie du Vessel ProtectionDetachment (VPD). Une équipe du VPD serait montée àbord du Pompéi après sa libération par les pirates somaliens.En juillet 2009, la presse (Gazet van Antwerpen,10 juillet 2009) a laissé entendre qu'une équipe du VPDparticiperait à un nouvel exercice à bord du PanamaExpress.1. Quel entraînement en matière de protection maritimeou vessel protection les membres du Vessel ProtectionDetachment ont-ils suivi avant leur mission d'accompagnementdu Pompéi après sa libération?2. Quelles sont les différentes formations que doiventsuivre les militaires faisant partie des Vessel ProtectionDetachments?3. a) Dans le cadre de ces formations, des exercices de tiret des drills ont-ils été organisés à bord de navires en mer?b) Différents scénarios d'attaque ont-ils été simulés àcette occasion?c) Ces militaires ont-ils également bénéficié de formationssur l'abordage efficace des navires?4. Quelle est l'opinion des militaires sur les différentesformations qui leur ont été prodiguées dans le cadre duVessel Protection Detachment?5. a) Quel soutien la composante Marine offre-t-elle auxéquipes VPD?b) Dans quelle mesure les membres de la composanteMarine et du SFG (Special Forces Group) sont-ils impliquésdans l'encadrement et la formation supplémentairesdes équipes VPD?6. Quelles conclusions a-t-on tirées de cette premièremission VPD en ce qui concerne la formation, l'exécutionde la mission, le logement et l'équipement de l'équipeVPD?7. a) Après le Pompéi, d'autres missions VPD ont-ellesété exécutées par des militaires belges?b) Dans l'affirmative, quelles ont été les conclusions desmilitaires en ce qui concerne l'utilisation de leur équipementet de leur formation?c) Quelles ont été les remarques ou conclusions de lasociété d'affrètement qui a fait appel à ces équipes VPD?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

264 QRVA 52 10029-03-20108. a) Hoe verloopt de procedure die rederijen moetendoorlopen om de bescherming van een VPD-ploeg of vaneen Belgisch fregat te bekomen?b) In welke tijdspanne wordt zo'n procedure afgehandeld?9. Hoe denkt Defensie te voldoen aan de "Golden Hour"-regel in geval van verwonde militairen of bemanningsledenvan het beschermde schip tijdens de uitvoer van eenVPD-missie?10. Defensie zou 115.000 euro per week aanrekenen aande rederijen voor de bescherming door een VPD-ploeg.Kan Defensie ons op een gedetailleerde manier de kostenstructuurweergeven van de aangerekende kosten?11. a) Welke overige Europese landen hanteren VPDploegenals beschermingselement aan boord van koopvaardijschependie doorheen het Somalische piraterijgebiedvaren?b) Uit hoeveel manschappen bestaan die buitenlandseVPD-ploegen en over welke bewapening beschikken zij?8. a) Comment se déroule la procédure que doivent suivreles sociétés d'armateurs pour obtenir la protection d'uneéquipe VPD ou d'une frégate belge?b) Dans quel délai cette procédure est-elle menée à bien?9. Comment la Défense envisage-t-elle de satisfaire à larègle de "l'heure d'or" au cas où des militaires ou des membresde l'équipage du navire sous protection seraient blessésau cours de l'exécution d'une mission VPD?10. La Défense facturerait 115.000 euros par semaine auxsociétés d'armement pour leur protection par une équipeVPD.La Défense peut-elle nous communiquer, dans les détails,la structure des frais facturés?11. a) Quels sont les autres pays européens qui utilisentdes équipes VPD comme élément de protection à bord desnavires marchands naviguant dans les eaux où sévissent lespirates somaliens?b) De combien d'équipages se composent ces équipesVPD étrangères et de quel armement disposent-elles?c) Welke kosten rekenen zij aan de rederijen aan? c) Quels frais facturent-elles aux sociétés d'affrètement?Antwoord van de minister van Landsverdediging van29 maart 2010, op de vraag nr. 123 van de heervolksvertegenwoordiger Dirk Vijnck van 19 februari2010 (N.):1 - 2. De militairen dienden te beantwoorden aan de vereistenvan hun jaarlijkse functionele training. De uitgevoerdevorming en training bestonden uit:- het oefenen van een aantal schootstechnieken op eengevechtsstand, en dit met individuele en collectieve bewapening,afwisselend met en zonder nachtzichtapparatuur;- een doorgedreven training over de voorziene transmissiemiddelen;- een uitgebreide vorming en rondleiding aan boord vankoopvaardijschepen;- het bijwerken van de technieken "Eerste Hulp BijOngevallen"(EHBO);- briefings door de stafdepartementen "Operaties Training"en de veiligheidsdienst.3. a) Er werd geen schietoefening gehouden aan boordvan koopvaardijschepen op zee.Réponse du ministre de la Défense du 29 mars 2010, àla question n° 123 de monsieur le député Dirk Vijnckdu 19 février 2010 (N.):1 - 2. Les militaires devaient être en ordre au point de vuede leur entraînement fonctionnel annuel. La formation etl'entrainement se composaient de:- l'exécution d'un certain nombre d'exercices sur uneposition de combat, avec armement individuel et collectif,en alternance avec et sans appareils de vision de nuit;- une formation approfondie sur les moyens de transmissionprévus;- une formation et visite approfondie à bord de naviresmarchands;- une mise à jour des techniques 'Aidman';- des briefings par les départements d'état major "OpérationsEntraînement" et le service de sécurité.3. a) Il n'y a pas eu d'exercices de tir à bord de naviresmarchands en mer.b) Er werd geen aanvalsscenario gesimuleerd. b) Il n'y a pas eu de simulation de scénario d'attaque.c) Het gaat hier om de VPD-ploegen die enkel voorzienzijn voor het begeleiden van koopvaardijschepen en nietvoor het uitvoeren van 'boarding' opdrachten.4. De militairen waren tevreden met hun voorbereidingen hebben geen bijzondere opmerkingen aangekaart.c) Il s'agit des équipes VPD qui ne sont engagées quepour l'accompagnement de navires marchands et pas pourexécuter des missions de 'boarding'.4. Les militaires étaient satisfaits de leur préparation etn'ont fait aucune remarque spécifique à ce sujet.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20102655. a - b) De Marine levert een marineofficier die gekwalificeerdis om de leiding van de beschermingsploeg te voeren.Hij is de link tussen de kapitein van hetkoopvaardijschip en de beschermingsploeg. De Marineorganiseert de "Mission Oriented Training" van de VPD,stelt schepen ter beschikking en geeft haar expertise dooraan de leden van de ploegen.6. Buiten een noodzakelijke aanpassing met betrekkingtot het verbindingsmateriaal, tonen de getrokken "lessonslearned" van deze eerste VPD-opdracht aan dat, enerzijdszowel de opleiding en de uitvoering van de opdracht alsanderzijds de accommodatie en de uitrusting van de VPDploeg,voldoen aan de geïdentificeerde noden. De aanwezigheidvan een Marine-officier was wel noodzakelijk enzeker een meerwaarde in het kader van het maritiemgebeuren. De training werd dan ook aangepast en wat meergericht op de zeevaardigheid.7. Er werd geen VPD opdracht meer uitgevoerd na dezeaan boord van de Pompeï.8. a) Eerst dient de Belgische reder een verzoek totbescherming te richten aan het operationeel hoofdkwartiervan de operatie Atalanta in Northwood via de internetsite'Maritime Security Centre Horn Of Africa'. WanneerEUNAVFOR geen beschermingsmiddelen (een escorteschipof een VPD) kan toekennen, mag de reder een aanvraagtot bescherming indienen bij de Belgische Defensie.In het geval dat Defensie van oordeel is dat er kan ingegaanworden op de vraag, zal de reder eerst een contractmet Defensie moeten ondertekenen alvorens te kunnenbeschikken over de gevraagde beschermingsmiddelen.Elke aanvraag maakt dus het onderwerp uit van een specifiekebeoordeling, waarvan de besluiten steeds ter beslissingworden voorgelegd aan de Chef Defensie en deminister van Landsverdediging.b) Men dient rekening te houden met een minimum termijnvan drie weken tussen het initieel verzoek en de effectieveinzet van een VPD aan boord. Deze termijn wordthoofdzakelijk verklaard door een aantal tijdsgebondenbeperkingen die noodzakelijk zijn om de vereiste administratieveformaliteiten af te kunnen ronden, zoals de"Diplomatic Clearances" voor het luchtvervoer van militairemiddelen, bewapening en munitie.5. a et b) La Marine fournit un officier qualifié pourprendre le commandement de l'équipe de protection. Il estle lien entre le capitaine du navire marchand et l'équipe deprotection. La Marine organise le "Mission Oriented Training"des VPD, met des navires à disposition et transmetson expertise aux membres des équipes.6. En dehors d'une adaptation nécessaire des moyens detransmissions, les "lessons learned" tirées après cette premièremission VPD montrent que la préparation et l'exécutionde la mission ainsi que les conditions de logement etl'équipement de l'équipe VPD répondent aux besoins identifiés.La présence de l'officier de Marine était nécessaire etune plus-value en matière d'expertise marine. L'entraînementa donc été adapté et plus axé sur les aspects maritimes.7. Il n'y a pas eu de mission VPD exécutée après celle àbord du Pompéi.8. a) L'armateur belge doit d'abord introduire unedemande de protection en s'inscrivant sur le site Iternet'Maritime Security Centre Horn Of Africa' du QG opérationnelde l'opération Atalanta à Northwood. Si EUNAV-FOR ne peut pas affecter de moyens de protection (unnavire d'escorte ou un VPD), l'armateur peut alors introduireune demande de protection auprès de la Défensebelge. Dans le cas où la Défense se déclare en mesured'honorer cette demande, l'armateur doit tout d'abordsigner un contrat avec la Défense avant de se voir attribuerles moyens de protection sollicités. Chaque demande faitdonc l'objet d'une appréciation spécifique dont les conclusionssont soumises pour décision au Chef de la Défenseou au ministre de la Défense.b) Il faut tenir compte d'un délai minimum de troissemaines entre la demande initiale et la mise en placeeffective d'un VPD sur un navire. Ce délai s'expliqueessentiellement par des contraintes de temps nécessairespour le règlement de formalités administratives indispensablestelles que par exemple les "Diplomatic Clearances"pour le transport aérien de moyens militaires, d'armementet de munitions.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

266 QRVA 52 10029-03-20109. Volgens het NATO "Golden Hour" principe dienengewonden binnen het uur door bevoegd medisch personeelgezien te worden. De Aidman van het VPD-team heeft eenuitgebreide medische vorming gekregen. Bovendien hebbende andere leden van de VPD-ploeg een individueletraining gekregen in het kader van de "Tactical CasualtyCombat Care" (TCCC). Iedereen dient in staat te zijn omde spoedtechnieken ("secure airways stop bleedings") binnende tien minuten toe te kunnen passen, teneinde deoverlevingskansen van een gewonde te verhogen. De kapiteinkan met de thuisbasis contact opnemen voor een "telegeneeskundig"advies. Hij kan eveneens trachten omschepen in de omgeving te contacteren. In de Hoorn VanAfrika zijn er verschillende operaties lopende zoals "ATA-LANTA" (EU), "OCEAN SHIELD" (NATO), de "MaritimeTask Force 151" (US) en nog andere nationaleinitiatieven (zoals deze van Japan, China en Rusland).Voor elk van deze operaties zijn er heel wat middelen voorzien,en dit zowel voor de medische steun (chirurgischecapaciteit aan boord) als voor de evacuatie van zieken engewonden. Er zijn in de regio tenslotte ook nog enkele volwaardigehospitalen (Djibouti, Nairobi, Pretoria).10. Het bedrag van 115.000 euro dekt de uitgaven voorde toelagen en vergoedingen waarop de betrokken militairenrecht hebben in overeenstemming met de pecuniairestatuten die van toepassing zijn voor het personeel vanDefensie, de functionerings-kosten ter plaatse (zoals voedingen reiskosten) en voor het in plaats stellen/terughalenvan de militairen inclusief het benodigde materieel.11. a) Wij hebben enkel weet van Frankrijk, dat als enigEuropese land op dit ogenblik eveneens VPD's inzet. DezeVPD dragen in principe bij tot de bescherming van deFranse vissersvloot die actief is in de zone die door de piraterijwordt bedreigd.b) De samenstelling van een Frans VPD hangt af van degrootte van het te beschermen schip maar bestaat meestaluit vier militairen.c) De reder dekt het geheel van de kosten voor de inzetvan de VDP, behalve het salaris van de militairen wat tenlaste blijft van de Franse Staat.9. Selon le principe OTAN de la "Golden Hour", les blessésdoivent être vus endéans l'heure par du personnel médicalcompétent. l'Aidman de l'équipe VPD a obtenu uneformation médicale étendue. Les autres membres de l'équipeVPD ont suivi un entraînement individuel dans le cadredu "Tactical Casualty Combat Care" (TCCC). Chacun doitêtre capable d'appliquer les techniques d'urgences ("secureairways stop bleedings") endéans les dix minutes, afind'augmenter les chances de survie du blessé. Le capitainepeut prendre contact avec son port d'attache pour un avispar télémédecine. Il peut également essayer de contacterdes navires à proximité. En effet autour de la Corne del'Afrique, diverses opérations sont en cours telles que"ATALANTA" (UE), "OCEAN SHIELD" (OTAN), "MaritimeTask Force 151" (USA) ainsi que d'autres initiativesnationales (comme celle du Japon, de la Chine et celles dela Russie). Pour chacune de ces opérations, des moyenssont prévus tant pour l'appui médical (avec des moyenschirurgicaux à bord) que pour l'évacuation de malades etblessés. Il y a, enfin, dans la région plusieurs hôpitaux dequalité (Djibouti, Nairobi ou Pretoria).10. Le montant de 115.000 euros couvre les dépensespour les allocations et les indemnités auxquelles les militairesont droit conformément aux statuts pécuniaires envigueur à la Défense, les frais de fonctionnement sur place(comme la nourriture et les frais de voyage) et aller/retourpour les militaires inclusif le matériel nécessaire.11. a) À notre connaissance, le seul pays européen quimet actuellement des VPD en oeuvre est la France. CesVPD contribuent principalement à la protection de la flottede pêche française qui est actif dans la zone menacée par lapiraterie.b) La composition d'un VPD français dépend de la tailledu navire à protéger mais est le plus souvent de quatremilitaires.c) L'armateur couvre l'ensemble des frais pour la mise enoeuvre des VPD, sauf le salaire des militaires qui reste àcharge de l'État français.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010267DO 2009201015032Vraag nr. 124 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVijnck van 19 februari 2010 (N.) aan de ministervan Landsverdediging:Saneringswerken in te vervreemden kazernes.In het kader van het hervormingsplan "de voltooiing vande transformatie" worden aanzienlijk wat kazernes endomeinen van Defensie vervreemd. De minister heeft aangegevendat bij verschillende domeinen nog saneringswerkenop kosten van Defensie moeten worden uitgevoerdvoordat ze overgedragen worden aan de FOD Financiënvoor verkoop.Kan u, per kazerne die vervreemdbaar wordt geacht inhet kader van het hervormingsplan, meedelen:1. Welke vervuilende producten of potentieel gevaarlijkeproducten dienen door middel van saneringswerken teworden verwijderd?2. Binnen welkr tijdspanne verwacht men de saneringswerkenuit te voeren?3. Welke vooronderzoeken inzake sanering werden reedsuitgevoerd of moeten nog worden uitgevoerd?4. Hoeveel bedragen de kosten van de vooronderzoekendie reeds werden uitgevoerd en op hoeveel raamt men dekosten voor nog uit te voeren vooronderzoeken?5. a) Welke instanties, bedrijven of bodemsaneringsdeskundigenwerden ingeschakeld om de vooronderzoeken uitte voeren?b) Op welke wijze werden deze vooronderzoeken aanhen toegewezen?6. Wat zijn de geschatte kosten voor de uit te voerensaneringswerken?7. a) Overweegt Defensie om deze saneringswerken alséén geheel voor alle kazernes aan te besteden of apart vooriedere kazerne?DO 2009201015032Question n° 124 de monsieur le député Dirk Vijnck du19 février 2010 (N.) au ministre de la Défense:Travaux d'assainissement dans les casernes à céder.La Défense cèdera un grand nombre de casernes et dedomaines dans le cadre du plan de réforme "la finalisationde la transformation". Le ministre a fait savoir que pourplusieurs domaines, des travaux d'assainissement devrontêtre réalisés aux frais de la Défense avant de pouvoir êtremis en vente par le SPF Finances.Pouvez-vous nous indiquer pour chaque caserne susceptibled'être cédée dans le cadre du plan de réforme:1. Quels produits polluants ou potentiellement dangeureuxdoivent être éliminés par des travaux d'assainissement?2. Quel est le calendrier d'excution des travaux d'assainissement?3. Quelles études préliminaires en matière d'assainissementont déjà été réalisées ou doivent encore l'être?4. À combien s'élève le coût des études préliminairesdéjà réalisées et à combien estime-t-on le coût des étudespréliminaires qui restent à effectuer?5. a) À quelles instances, quelles entreprises ou quelsexperts en assainissement du sol ces études préliminairesont-elles été confiées?b) Par quel biais ces études préliminaires leur ont-ellesété attribuées?6. À combien estime-t-on le coût des travaux d'assainissementà effectuer?7. a) La Défense compte-t-elle mettre ces travauxd'assainissement en adjudication comme un tout pourl'ensemble des casernes ou pour chaque caserne séparément?b) Hoeveel aanbestedingen zijn inmiddels lopende? b) Combien d'adjudications sont déjà en cours?8. Binnen welk tijdskader zal men aanbestedingen voorsaneringswerken kenbaar maken voor de kazernes waarvoornog geen aanbesteding werd uitgeschreven?8. Dans quel délai annoncera-t-on les adjudications pourles travaux d'assainissement à effectuer dans les casernespour lesquelles aucune adjudication n'a encore été lancée?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

268 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de minister van Landsverdediging van25 maart 2010, op de vraag nr. 124 van de heervolksvertegenwoordiger Dirk Vijnck van 19 februari2010 (N.):Het bodembeleid binnen Defensie is gebaseerd op dewettelijke verplichtingen van toepassing in de verschillendeGewesten. Elk kwartier waar een risico-activiteitvoor de bodem plaatsvond, en deel uitmaakt van een verkoop,maakt het onderwerp uit van bodemonderzoekenteneinde de aanwezigheid van al dan niet verontreinigingvast te stellen. Sommige kwartieren hebben al het onderwerpuitgemaakt van bodemonderzoeken, andere dan weerniet.Een eerste noodzakelijke studie is een oriënterendbodemonderzoek om te weten te komen of het kwartierverontreinigd is of niet. In het geval van verontreinigingzal een beschrijvend bodemonderzoek worden uitgevoerdom de omvang van de vervuiling vast te stellen, alsook omde noodzaak van sanering te bepalen. Indien een bodemsaneringnodig is, zal een bodemsaneringsproject moetenworden opgesteld alvorens met de saneringswerken tebeginnen.De meest frequente verontreinigingen in de militairekwartieren zijn minerale oliën, BTEX's (benzeen, tolueenethylbenzeen en xyleen), PAK's (polycyclische aromatischekoolwaterstoffen) en zware metalen. Deze verontreinigingenkomen voornamelijk voort van petroleumprodukten,batterijen, afval of munitie.In functie van het aantal noodzakelijke onderzoeken, denoodzaak van al dan niet te saneren, het type en de ernstvan de verontreiniging, de techniek van sanering alsook determijnen van de wettelijke adviezen van de gewestelijkebevoegde overheden, kan een bodemonderzoeks- en eventueelsaneringsdossier enkele maanden tot jaren in beslagnemen.Betreffende de kwartieren vermeld in het plan ter voltooiingvan de transformatie zijn bodemonderzoeken, saneringsprojectenen/of saneringen reeds begonnen ofgerealiseerd voor de kwartieren: Asiat (Vilvoorde), Limbosch(Diest), Général Leman (Ans), De Bersacques(Goetsenhoven), Westakkers (Haasdonk), Helchteren,Tholomé (Baronville), De Pelichy (Sijsele), De Cuyper-Beniest (Saive), Moorslede (Leopoldsburg), De Wispelaere(Jambes) en Sart-Hulet (Jambes). Sommige van dezebodemonderzoeken of saneringsprojecten dienen geactualiseerdte worden. De kosten van deze verschillendebodemonderzoeken of saneringsprojecten die al gerealiseerdwerden is geraamd op 140.000 euro.Réponse du ministre de la Défense du 25 mars 2010, àla question n° 124 de monsieur le député Dirk Vijnckdu 19 février 2010 (N.):La politique de gestion des sols de la Défense se base surles impositions légales en vigueur dans les différentesRégions. Chaque quartier dans lequel il y a présence d'uneactivité classée à risque pour le sol fait l'objet, avant savente, d'études de sol afin de déterminer la présence ou nonde pollution. Certains quartiers ont déjà fait l'objet d'étudesde sol dans le passé et d'autres non.La première étude nécessaire est une étude d'orientationdu sol permettant de savoir si le quartier est pollué ou non.En cas de pollution, une étude de caractérisation du sol estréalisée afin de connaître l'étendue de la pollution, demême que la nécessité ou non d'assainir. Si un assainissementest nécessaire, un projet d'assainissement doit êtreréalisé avant de débuter les travaux d'assainissement.Les principales pollutions rencontrées dans les quartiersmilitaires sont les huiles minérales, les BTEX (benzène,toluène, éthylbenzène et xylène), les HAP (hydrocarburesaromatiques polycycliques) et les métaux lourds. Ces polluantsproviennent principalement de produits pétroliers,batteries, déchets ou encore des munitions.En fonction du nombre d'études nécessaires, de la nécessitéou non d'assainir, du type et de l'importance de la pollution,de la technique d'assainissement ainsi que des délaisdes avis légaux des autorités régionales compétentes, undossier d'étude de sol et éventuellement d'assainissementpeut durer de quelques mois à quelques années.Dans le quartiers concernés par le plan de finalisation dela transformation, des études de sol, des projets d'assainissementet/ou des assainissements ont déjà débuté ou étéréalisées pour les quartiers Asiat (Vilvoorde), Limbosch(Diest), Général Leman (Ans), De Bersacques (Goetsenhoven),Westakkers (Haasdonk), Helchteren, Tholomé(Baronville), De Pelichy (Sijsele), De Cuyper-Beniest(Saive), Moorslede (Leopoldsburg), De Wispelaere (Jambes)et Sart-Hulet (Jambes). Certaines de ces études ouprojets d'assainissement nécessitent une actualisation. Lecoût de ces différentes études ou projets d'assainissementdéjà réalisés est estimé à 140.000 euros.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010269Voor de andere kwartieren van het plan ter voltooiing vande transformatie zijn er nog geen bodemonderzoeken en/ofbodemsaneringsprojecten uitgevoerd.Het is moeilijk om een nauwkeurige kostprijs voor debodemonderzoeken en de nog te realiseren bodemsaneringsprojectenop te geven, aangezien de omvang van deverontreinigingen niet gekend is. Een oriënterend bodemonderzoekkost tussen de 2.000 euro en 5.000 euro maarkan in sommige gevallen hoger oplopen, tot meerdere tienduizendeneuros. Een beschrijvend bodemonderzoek kosttussen 5.000 euro en 50.000 euro maar kan hoger oplopen.Een bodemsaneringsproject kost in het algemeen tussen3.000 en 10.000 euro.Defensie beschikt over meerjarige contracten die het uitvoerenvan bodemonderzoeken mogelijk maken. Defirma's zijn Enviro+ bvba voor het Vlaams Gewest, BouwenMilieu nv voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewesten Service Pédologique de Belgique ASBL voor het WaalsGewest. De meerjarige contracten zijn opgemaakt viaopenbare aanbesteding.De bodemsaneringsprojecten worden actueel gerealiseerddoor middel van punctuele overheidsopdrachten.Aldus kunnen meerdere studieburelen erbij betrokken worden.Een correcte raming van de kostprijs van de sanering isslechts mogelijk na de opmaak en de goedkeuring van hetbodemsaneringsproject of tenminste van het beschrijvendbodemonderzoek.De saneringswerken zullen uitgevoerd worden per kwartiermet aparte contracten, aangezien de werken varierenqua techniek, in aanvang en in looptijd. Een tweede contractvoor de begeleiding, door een onafhankelijke enerkende bodemsaneringsdeskundige, is eveneens voorzienvoor elke sanering.Momenteel is geen enkel saneringscontract, gelinkt aanhet plan ter voltooiing van de transformatie, in uitvoeringaangezien de fases van bodemonderzoeken nog niet zijnafgesloten. De aanbesteding van de verschillende saneringswerkenis momenteel voorzien tussen 2010 en 2015.De saneringswerken zullen zo snel mogelijk aangevat wordenen dit conform de geldende wettelijke en technischeverplichtingen.Les autres quartiers repris dans le plan de finalisation dela transformation n'ont pas encore fait l'objet d'études desol et/ou de projets d'assainissement.Il est difficile de donner un coût précis pour les études desol et les projets d'assainissement encore à réaliser, vuqu'on ne connaît pas toujours l'ampleur des pollutions. Uneétude d'orientation du sol coûte en général entre 2000 et5000 euros mais peut monter jusqu'à plusieurs dizaines demilliers d'euros dans certains cas. Une étude de caractérisationcoûte en général, selon l'ampleur de la pollution, entre5000 euros et 50.000 euros, voire plus. Un projet d'assainissementcoûte en général entre 3000 et 10.000 euros.La Défense dispose de contrats pluriannuels permettantde réaliser les études de sol. Les firmes sont Enviro+ bvbapour la Région flamande, Bouwen Milieu nv pour laRégion de Bruxelles-Capitale et le Service Pédologique deBelgique ASBL pour la Région wallonne. Les marchéspluriannuels sont passés par adjudication publique.Les projets d'assainissement sont réalisés actuellement àl'aide de marchés publics ponctuels. Par conséquent, denombreux bureaux d'études peuvent être concernés.Une estimation sérieuse du coût de l'assainissement n'estpossible qu'après la rédaction et l'approbation du projetd'assainissement ou, au minimum, de l'étude de caractérisationdu sol.Les travaux d'assainissement seront réalisés pour chaquequartier par l'intermédiaire de marchés séparés, les travauxétant très variables dans les techniques, dans le temps etdans la durée. Un second marché destiné au suivi del'assainissement par un expert en sol indépendant et agrééest également prévu pour chaque assainissement.Aucun contrat d'assainissement lié au plan de finalisationde la transformation n'est actuellement en cours, les phasesd'étude de sol n'étant pas encore clôturées. L'adjudicationdes différents travaux d'assainissement est prévue actuellemententre 2010 et 2015. Les travaux d'assainissementseront entrepris aussi rapidement que possible et ceciconformément aux contraintes technico-légales d'application.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

270 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015057Vraag nr. 125 van de heer volksvertegenwoordiger LucGoutry van 23 februari 2010 (N.) aan de ministervan Landsverdediging:De site "Dodengang" in Kaaskerke (Diksmuide). Duitsebunker uit de Eerste Wereldoorlog.Op 9 december 2009 vond een overleg plaats over deconsolidatie en integratie van de Duitse bunker in de site"Dodengang" in Kaaskerke, site die beheerd wordt doorDefensie.Aan dit overleg namen alle betrokken partijen deel:DO 2009201015057Question n° 125 de monsieur le député Luc Goutry du23 février 2010 (N.) au ministre de la Défense:Le site du "Boyau de la Mort" à Kaaskerke (Dixmude).Bunker allemand de la Première Guerre mondiale.Le 9 décembre 2009 a eu lieu une concertation sur laconsolidation du bunker allemand situé à proximité du sitedu "Boyau de la Mort" à Kaaskerke, et sur son intégrationdans ce site, qui est géré par la Défense.Toutes les parties concernées ont participé à cette concertation,à savoir:- Waterwegen en Zeekanaal nv; - Waterwegen en Zeekanaal nv;- de stad Diksmuide; - la ville de Dixmude;- Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen; - Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen;- de regiowerking Oorlog en Vrede in de Westhoek; - le réseau régional Oorlog en Vrede in de Westhoek;- en het ministerie van Defensie. - et le ministère de la Défense.Op dit overleg werd een door de vzw Monumentenwachtopgemaakt rapport besproken, met daarin een evaluatievan de toestand van de bunker en de te ondernemen werkenvoor integratie en consolidatie of restauratie. Aan ditrapport was ook een kostprijsraming gekoppeld.Voor het ministerie van Defensie leken de voorgesteldeintegratie- en consolidatiewerken, op basis van haar ervaring,ontoereikend. Hierdoor bleken ook de daaraan gekoppeldekostprijsramingen niet langer realistisch te zijn. Ookde kosten voor de integratie van deze bunker in de doorDefensie beheerde site van de Dodengang, met omheining,wandelpaadje, infobord, moeten bijgestuurd worden.Eind januari 2010 zou het ministerie van Defensie eenverfijning van de lijst der nodige werken ter consolidatieen ter restauratie, alsook een bijsturing van de kostprijsraming,opmaken. Aansluitend hierop zou dan een nieuwoverleg tussen alle betrokken partijen plaatsvinden, waaropook de kostenverdeling voor dit project besproken zouworden.1. Is er al een nieuwe kostenraming voor de consolidatiedan wel restauratie van deze bunker opgemaakt en zo ja,hoeveel bedraagt deze raming?2. Is er al een nieuwe kostenraming voor de integratievan deze bunker in de site van de "Dodengang" met omheining,wandelpaadje, infobord en zo ja, hoeveel bedraagtdeze raming?3. Wat is de stand van zaken in de bespreking van de kostenverdelingdoor de betrokken partijen?Lors de cette réunion, les parties concernées ont discutéd'un rapport rédigé par Monumentenwacht vzw, qui comportaitune évaluation de l'état du bunker et des travaux àréaliser afin de le consolider ou de le restaurer et de l'intégrersur le site du Boyau de la Mort. Le rapport comportaitégalement une évaluation du coût de ces travaux.Se basant sur son expérience, le ministère de la Défense aestimé que les travaux proposés en vue de consolider et derestaurer le bunker étaient insuffisants. De ce fait, l'estimationdu coût de ces travaux ne semblait plus réaliste. Demême, les coûts de l'intégration de ce bunker sur le site duBoyau de la Mort, qui nécessite notamment une clôture, unsentier et un panneau d'information, doivent également êtrerevus.Il était prévu qu'à la fin janvier 2010, le ministère de laDéfense présenterait une liste plus détaillée des travaux deconsolidation et de restauration nécessaires, ainsi qu'unenouvelle estimation des coûts. Sur la base de ces informations,une nouvelle réunion de concertation réunissant toutesles parties concernées devait avoir lieu, où il seraitégalement question de la clé de répartition des coûts de ceprojet.1. Une nouvelle estimation des coûts de consolidation etde restauration de ce bunker a-t-elle été effectuée, et, dansl'affirmative, quel en est le montant?2. Une nouvelle estimation des coûts d'intégration de cebunker sur le site du Boyau de la Mort (comportant uneclôture, un sentier et un panneau d'information) a-t-elle étéeffectuée, et, dans l'affirmative, quel en est le montant?3. Où en sont les discussions sur la clé de répartition descoûts à supporter par les différentes parties concernées?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20102714. Binnen welke termijn denkt Defensie de consolidatieen restauratie van deze bunker te kunnen realiseren?5. Binnen welke termijn denkt Defensie de integratie vandeze bunker in de site "Dodengang" te kunnen realiseren?Antwoord van de minister van Landsverdediging van29 maart 2010, op de vraag nr. 125 van de heervolksvertegenwoordiger Luc Goutry van 23 februari2010 (N.):1. Het Koninklijk Leger Museum (KLM) wil een historischcentrum oprichten dat de huidige Dodengang en denabijgelegen Duitse bunker herneemt, alsook de toegangdie deze verbindt.Dit zou de mogelijkheid bieden aan de bezoekers om tebegrijpen hoe dichtbij de vijandelijke linies in werkelijkheidwaren.2. Het Vlaams Gewest (Waterwegen en Zeekanaal nv) isbereid de consolidatiewerken voor haar rekening te nementerwijl het KLM bereid is om de kosten van de inrichtingen de exploitatie van de bunker ten zijne laste te nemen.De raming voor de inrichtingswerken door het KLM (±20.000 euro exclusief btw) dient nog verder te worden verfijnd.3. Een voorwaarde is onontbeerlijk aan deze investering:Defensie moet op termijn eigenaar van de bunker wordenen toegang tot deze bunker hebben. Het is wenselijk omonderhandelingen met het Vlaams Gewest op te starten inoverleg met het bevoegde Aankoopcomité voor deze zone.4. en 5. 4. et 5.Het is tot op heden niet evident om een termijn te bepalenom dit proces te realiseren, maar met de goede wil van allebetrokken partijen kan dit tot een minimum herleid worden,rekening houdend met de termijnen om de overheidsopdrachtenaf te sluiten die absoluut noodzakelijk zijn omdit tot een goed einde te brengen.4. Dans quel délai la Défense pense-t-elle pouvoir réaliserla consolidation et la restauration de ce bunker?5. Dans quel délai la Défense pense-t-elle pouvoir réaliserl'intégration de ce bunker sur le site du Boyau de laMort?Réponse du ministre de la Défense du 29 mars 2010, àla question n° 125 de monsieur le député Luc Goutry du23 février 2010 (N.):1. Le Musée Royal de l'Armée (MRA) souhaite créer unCentre d'interprétation historique reprenant l'actuel Boyaude la Mort et le bunker allemand situé à proximité ainsique l'accès qui les relient.Cela permettrait de faire comprendre aux visiteurs la réalitéde la très grande proximité des lignes ennemies.2. La Région flamande (nv Waterwegen en Zeekanaal)est prête à prendre les travaux de consolidation à soncompte tandis que Le MRA est disposé à prendre à sacharge les coûts d'aménagement et d'exploitation du bunker.L'estimation des travaux d'aménagement par le MRA (±20.000 euros hors TVA) doit encore être affinée.3. Un préalable s'avère indispensable à cet investissement:la Défense doit à terme devenir propriétaire du bunkeret avoir accès à celui-ci. Il convient d'entamer desnégociations avec la Région flamande en concertation avecle Comité d'acquisition d'immeubles compétent pour cesecteur.Il n'est, à ce jour, pas évident de déterminer le délai deréalisation de cette opération, mais, la bonne volonté detous les partenaires permettra sans nul doute de le réduireau minimum, compte tenu, toutefois, des délais de passationdes marchés publics indispensables pour mener l'opérationà bonne fin.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

272 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015072Vraag nr. 126 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVijnck van 23 februari 2010 (N.) aan de ministervan Landsverdediging:Diverse aanbestedingen.Afgelopen maanden werden diverse aanbestedingengegund aan diverse bedrijven, in een aantal gevallen werdenaanbestedingen uiteindelijk niet vergund. Ik had graagmeer toelichting gekregen bij enkele van deze aanbestedingen.1. a) Welke bedrijven schreven zich in voor de aanbestedingvoor het onderhoud van dienstvaartuigen van deMarinecomponent?b) Hoeveel bedroegen de BAFO's van de diverse bedrijvendie zich inschreven voor deze aanbesteding?c) Wat was de motivering van Defensie om de aanbestedingvoor het onderhoud van dienstvaartuigen te gunnenaan SKB en niet aan de andere bedrijven?d) Wat was het advies van Inspectie van Financiën metbetrekking tot deze aanbesteding?2. Wat was het advies van Inspectie van Financiën om deaanbesteding voor het onderhoud van de Tripartite mijnenjagersdat gegund werd aan SKB?3. a) Hoeveel eenheden 30mm TP-T werden besteld inhet kader van de verwerving van trainingsmunitie voor deBushmaster MK44 op de AIV? Binnen welk tijdskaderzullen deze geleverd worden?b) Welke bedrijven dienden een offerte in voor de aanbestedingter verwerving van 30mm trainingsmunitie voor deBushmaster MK44 kanonnen?c) Hoeveel bedroegen de BAFO's van de diverse bedrijvendie zich inschreven voor deze aanbestedingen?d) Wat was de motivering van Defensie om de aanbestedingvoor de verwerving van 30mm trainingsmunitie voorde Bushmaster MK44 op de AIV's te gunnen aan SantaBarbara Sistemas en niet aan de andere bedrijven?e) Wat was het advies van Inspectie van Financiën metbetrekking tot deze aanbesteding?4. a) Welke bedrijven dienden een offerte in voor de aanbestedingter verwerving van 25mm trainingsmunitie voorhet 25mm kanon op de AIFV's?b) Hoeveel bedroegen de BAFO's van de diverse bedrijvendie zich inschreven voor deze aanbestedingen?c) Hoeveel eenheden 25mm munitie wou men hiermeeverwerven? Voor welke redenen werd deze aanbestedingniet vergund?DO 2009201015072Question n° 126 de monsieur le député Dirk Vijnck du23 février 2010 (N.) au ministre de la Défense:Adjudications diverses.Ces derniers mois, des adjudications ont été attribuées àplusieurs entreprises. Dans un certain nombre de cas, ellesn'ont finalement pas été attribuées. Je souhaiterais obtenirun complément d'informations à propos de certaines de cesadjudications.1. a) Quelles entreprises ont soumissioné pour l'adjudicationde l'entretien des navires de service de la ComposanteMarine?b) À combien s'élevaient les BAFO des diverses entreprisessoumissionaires?c) Comment le département de la Défense a-t-il motivésa décision d'attribuer l'adjudication de l'entretien des naviresde service à SKB et pas aux autres entreprises?d) Quel avis l'Inspection des Finances a-t-elle rendu àpropos de cette adjudication?2. Quel avis l'Inspection des Finances a-t-elle rendu àpropos de l'adjudication de l'entretien des chasseurs demines du type tripartite qui a été attribuée à SKB?3. a) Combien de munitions 30mm TP-T ont été commandéesdans le cadre de l'achat de munitions d'exercicepour le canon Bushmaster MK44 installé sur les AIV?Dans quel délai seront-elles livrées?b) Quelles entreprises ont introduit une offre de prix pourl'adjudication de l'achat de munitions d'exercice pour lescanons Bushmaster MK44?c) À combien s'élevaient les BAFO des diverses entreprisessoumissionnaires?d) Comment le département de la Défense a-t-il motivésa décision d'attribuer l'adjudication de l'achat de munitionsd'exercice pour le canon Bushmaster MK44 installésur les AIV à Santa Barbara Sistemas et pas aux autresentreprises?e) Quel avis l'Inspection des Finances a-t-elle rendu àpropos de cette adjudication?4. a) Quelles entreprises ont introduit une offre de prixpour l'adjudication de l'achat de munitions d'exercice pourle canon 25mm installé sur les AIFV?b) À combien s'élevaient les BAFO des diverses entreprisessoumissionnaires?c) Combien de munitions de 25mm était-il prévu d'acheter?Pour quelles raisons cette adjudication n'a-t-elle pasété attribuée?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010273d) Wat was het advies van Inspectie van Financiën mbtdeze aanbesteding?5. a) Welke bedrijven dienden een offerte in voor de aanbestedingter verwerving van 40mm Low Velocity HE/SD,Practice Tracer en CS granaten voor gebruik met de GL1op de F2000?b) Hoeveel bedroegen de BAFO's van de diverse bedrijvendie zich inschreven voor deze aanbesteding?c)Hoeveel eenheden 40mm LV HE/SD, PT en CS granatenwerden met deze aanbesteding verworven?d) Welke was de motivering om de aanbesteding ter verwervingvan 40mm Low Velocity HE/SD, PT en CS granatente gunnen aan Rheinmetall Waffe Munition?e) Wat was het advies van Inspectie van Financiën metbetrekking tot deze aanbesteding?6. a) Welke bedrijven hebben zich ingeschreven voor deaanbesteding ter verwerving van 40mm Low VelocityShock granaten voor gebruik door de GL1 op de F2000?b) Voor welke redenen werd deze aanbesteding nietgegund?c) Wat was het advies van Inspectie van Financiën metbetrekking tot deze aanbesteding?d) Hoeveel bedroegen de BAFO's van de diverse bedrijvendie zich inschreven voor deze aanbesteding?Antwoord van de minister van Landsverdediging van25 maart 2010, op de vraag nr. 126 van de heervolksvertegenwoordiger Dirk Vijnck van 23 februari2010 (N.):1. a-c) De postpublicatie die uitgevoerd werd na de gunningvan de opdracht kan u terugvinden in het Bulletin derAanbestedingen van 6 januari 2010 onder het nummer 102,pagina 151.1. d) Het advies van de Inspectie van Financiën is eenintern document dat gegeven wordt aan de bevoegdeordonnateur en wordt, bijgevolg, niet openbaar gemaakt.2. Zie 1. d) 2. Voir 1. d)3. a) De hoeveelheden zoals voorzien in het bestek samenmet de leveringstermijnen worden in bijlage A weergegeven.d) Quel avis l'Inspection des Finances a-t-elle rendu àpropos de cette adjudication?5. a) Quelles entreprises ont introduit une offre de prixpour l'adjudication de l'achat de grenades 40mm bassevitesse HE/SD, traceuses d'exercice et CS nécessaires pouralimenter le lance-grenades GL1 sur le F2000?b) À combien s'élevaient les BAFO des diverses entreprisessoumissionnaires?c) Combien de grenades 40mm basse vitesse HE/SD, traceusesd'exercice et CS ont été achetées par le biais de cetteadjudication?d) Comment a été motivée la décision d'attribuer l'adjudicationde l'achat de grenades 40mm basse vitesse HE/SD,traceuses d'exercice et CS à Rheinmetall Waffe Munition?e) Quel avis l'Inspection des Finances a-t-elle rendu àpropos de cette adjudication?6. a) Quelles entreprises se sont inscrites pour l'adjudicationde l'achat de grenades 40mm basse vitesse Shocknécessaires pour alimenter le lance-grenades GL1 sur leF2000?b) Pour quelles raisons cette adjudication n'a-t-elle pasété attribuée?c) Quel avis l'Inspection des Finances a-t-elle rendu àpropos de cette adjudication?d) À combien s'élevaient les BAFO des diverses entreprisessoumissionnaires?Réponse du ministre de la Défense du 25 mars 2010, àla question n° 126 de monsieur le député Dirk Vijnckdu 23 février 2010 (N.):1. a) Vous pouvez retrouver la post publication, effectuéeaprès l'attribution du marché, dans le Bulletin des Adjudicationsdu 6 janvier 2010 sous le numéro 102, page 151.1. d) L'avis de l'Inspection des Finances est un documentinterne qui est donné à l'ordonnateur compétent et qui, parconséquent, n'est pas divulgué en public.3. a) Les quantités prévues dans le cahier spécial descharges sont reprises en annexe A ainsi que les délais delivraison.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

274 QRVA 52 10029-03-2010JaarAnnéeHoeveelhedenQuantitésTermijnDélai2009 6 488 patronen – 6 488 cartouches 8 maanden – 8 mois201020112012Min 4 240 patronen – Min 4 240 cartouchesMax 5 300 patronen – Max 5 300 cartouchesMin 4 240 patronen – Min 4 240 cartouchesMax 5 300 patronen – Max 5 300 cartouchesMin 4 240 patronen – Min 4 240 cartouchesMax 5 300 patronen – Max 5 300 cartouches8 maanden – 8 mois8 maanden – 8 mois8 maanden – 8 mois3. b-d) De postpublicatie die uitgevoerd werd na de gunningvan de opdracht kan u terugvinden in het Bulletin derAanbestedingen van 7 december 2009 onder het nummer024002, pagina 35336.3. e) Zie 1. d) 3. e) Voir 1. d)4. a-b) De postpublicatie die uitgevoerd werd na de gunningvan de opdracht kan u terugvinden in het Bulletin derAanbestedingen van 7 december 2009 onder het nummer024013, pagina 35339.4. c) De hoeveelheden voorzien in het bestek worden inbijlage A weergegeven.3. b-d) Vous pouvez retrouver la post publication, effectuéeaprès l'attribution du marché, dans le Bulletin desAdjudications du 7 décembre 2009 sous le numéro 024002,page 35336.4. a-b) Vous pouvez retrouver la post publication, effectuéeaprès l'attribution du marché, dans le Bulletin desAdjudications du 7 décembre 2009 sous le numéro 024013,page 35339.4. c) Les quantités prévues dans le cahier spécial descharges sont reprises en annexe A.JaarAnnéeHoeveelhedenQuantités2009 6 400 patronen – 6 400 cartouches201020112012Min 3 440 patronen – Min 3 440 cartouchesMax 5 760 patronen – Max 5 760 cartouchesMin 3 440 patronen – Min 3 440 cartouchesMax 5 760 patronen – Max 5 760 cartouchesMin 3 440 patronen – Min 3 440 cartouchesMax 5 760 patronen – Max 5 760 cartouchesTen gevolge van het herstructureringsplan van Defensiewerd de geleidelijke uitomloopname van de AIFV beslist.Rekening houdend met deze beslissing ging de aankoopvan 25 mm TP-T munitie niet door en werd de opdrachtniet gegund.4. d) Zie 1. d) 4. d) Voir 1. d)5. a, b, d) De postpublicatie die uitgevoerd werd na degunning van de opdracht kan u terugvinden in het Bulletinder Aanbestedingen van 12 januari 2010 onder het nummer000485, pagina 633.Suite au plan de restructuration de la Défense, il a étédécidé de retirer d'emploi progressivement l'AIFV.Compte tenu de cette décision, l'acquisition de munitions25 mm TP-T n'a plus lieu d'être et le marché a fait l'objetd'une non-attribution.5. a, b, d) Vous pouvez retrouver la post publication,effectuée après l'attribution du marché, dans le Bulletin desAdjudications du 12 janvier 2010 sous le numéro 000485,page 633.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20102755. c) De hoeveelheden voorzien in het bestek worden inbijlage A weergegeven.5. c) Les quantités prévues dans le cahier spécial descharges sont reprises en annexe A.JaarAnnéeHoeveelheden HEQuantités HE2009 6 315 patronen – 6 315 cartouches201020112012Min 2 100 patronen – Min 2 100 cartouchesMax 2 705 patronen – Max 2 705 cartouchesMin 2 100 patronen – Min 2 100 cartouchesMax 2 705 patronen – Max 2 705 cartouchesMin 2 100 patronen – Min 2 100 cartouchesMax 2 705 patronen – Max 2 705 cartouchesJaarAnnéeHoeveelheden PTQuantités PT2009 8 520 patronen – 8 520 cartouches201020112012Min 3 300 patronen – Min 3 300 cartouchesMax 4 185 patronen – Max 4 185 cartouchesMin 3 300 patronen – Min 3 300 cartouchesMax 4 185 patronen – Max 4 185 cartouchesMin 3 300 patronen – Min 3 300 cartouchesMax 4 185 patronen – Max 4 185 cartouchesJaarAnnéeHoeveelheden CSQuantités CS2009 6 510 patronen – 6 510 cartouches201020112012Min 2 300 patronen – Min 2 300 cartouchesMax 2 960 patronen – Max 2 960 cartouchesMin 2 300 patronen – Min 2 300 cartouchesMax 2 960 patronen – Max 2 960 cartouchesMin 2 300 patronen – Min 2 300 cartouchesMax 2 960 patronen – Max 2 960 cartouches5. e) Zie 1. d) 5. e) Voir 1. d)6. a, b, d) De postpublicatie die uitgevoerd werd na degunning van de opdracht kan u terugvinden in het Bulletinder Aanbestedingen van 17 maart 2010 onder het nummer005142, pagina 7278.6. c) Zie 1. d). 6. c) Voir 1. d)6. a, b, d) Vous pouvez retrouver la post publi-cation,effectuée après l'attribution du marché, dans le Bulletin desAdjudications du 17 mars 2010 sous le numéro 005142,page 7278.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

276 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015093Vraag nr. 127 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVan der Maelen van 23 februari 2010 (N.) aan deminister van Landsverdediging:De F-16's (MV 18982). Les F-16 (QO 18982).Sinds de introductie van de F-16 neemt ons land deel aanhet internationale samenwerkingsverband "Multi NationalFighter Program" (MNFP). Onze F-16's worden ook periodischgemoderniseerd.In 2009 communiceerde het departement dat een vervangingvan de F-16's niet aan de orde was. De toestellen kondenmet een paar nieuwe updates mee tot 2020, aldus dewoordvoerder. Ook in de politieke oriëntatienota is ersprake van continuïteit van het F-16 programma in hetkader van het MNFP.DO 2009201015093Question n° 127 de monsieur le député DirkVan der Maelen du 23 février 2010 (N.) auministre de la Défense:Depuis la mise en service des F-16, notre pays participe àl'accord de collaboration "Multi National Fighter Program"(MNFP). Nos F-16 font également l'objet de modernisationspériodiques.En 2009, le département a fait savoir que le remplacementdes F-16 n'était pas envisagé, le porte-parole déclarantque les appareils pouvaient être maintenus en servicejusqu'en 2020 moyennant quelques mises à jour. La continuitédu programme F-16 dans le cadre du MNFP est égalementévoquée dans la note d'orientation politique.1. a) Staat u nog steeds achter deze uitspraak? 1. a) Défendez-vous encore cette position?b) Blijft de timing - 2020 - met andere woorden nogsteeds van toepassing?2. a) Wordt er nog nagedacht over een mogelijke opvolgervoor de F-16?b) Zo ja, over welke types gaat het en welke pro's en contra'sworden hierbij in overweging genomen?3. Wat is de stand van zaken en timing met betrekking totde modificatiecyclus, alsook de kostprijs voor ons land vanhet huidige modificatieprogramma?Antwoord van de minister van Landsverdediging van25 maart 2010, op de vraag nr. 127 van de heervolksvertegenwoordiger Dirk Van der Maelen van23 februari 2010 (N.):1. Conform het Stuurplan van Defensie 2003 en in uitvoeringvan de Politieke Oriëntatienota van juni 2008,houdt Defensie zijn F-16 vloot samen met zijn MNFP(Multinational Fighter Program) partners constant up todate.MNFP bestaat uit een consortium van de EPAF landen(European Participating Air Forces) en de USAF (UnitedStates Air Force).Alle Europese partners binnen het MNFP, meer bepaaldNederland, Noorwegen, Portugal en Denemarken, voorzienhet gebruik van de F-16 tot na 2020.2. Op dit moment bestaat er geen concreet project voorde vervanging van de vloot F-16.3. De F-16 wordt op niveau gehouden door regelmatigeprogressieve updates bepaald binnen het MNFP met hetdoel de opera-tionele levensduur van de vliegtuigen te verlengenen te blijven zorgen voor een optimale interoperabiliteitbinnen de NAVO en de EU.b) En d'autres termes, envisage-t-on encore de mainteniren service les F-16 jusqu'en 2020?2. a) Se penche-t-on encore sur la question d'un éventuelsuccesseur des F-16?b) Dans l'affirmative, à quels types d'avions pense-t-on etquels défauts et qualités sont pris en considération?3. Qu'en est-il du cycle de modification, quel calendrier aété élaboré à cet égard et quel est le coût du programme demodification actuel pour notre pays?Réponse du ministre de la Défense du 25 mars 2010, àla question n° 127 de monsieur le député DirkVan der Maelen du 23 février 2010 (N.):1. Conformément au Plan Directeur 2003 et en exécutionde la Note d'Orientation Politique de juin 2008, la Défensemaintient sa flotte F-16 à jour de concert avec ses partenairesMNFP (Multinational Fighter Program).Le MNFP consiste en un consortium des pays EPAF(European Participating Air Forces) et la USAF (UnitedStates Air Force).Tous les partenaires européens au sein du MNFP, plusprécisément les Pays-Bas, la Norvège, le Portugal et leDanemark, prévoient la mise en oeuvre du F-16 au-delà de2020.2. À l'heure actuelle, il n'y existe aucun projet concretrelatif au remplacement de la flotte F-16.3. Le F-16 est maintenu à jour au moyen d'évolutionsrégulières et progressives déterminées au sein du MNFPavec pour but de prolonger la durée de vie opérationnelledes avions et de continuer à assurer une interopérabilitéoptimale au sein de l'OTAN et de l'UE.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010277In het kader van die updates wordt, in het 'minimum programmavan dringende investeringen voor Defensie in2010', een modificatieprogramma, ten belope van twaalfmiljoen euro voorgesteld.Deze modificatie heeft tot doel de nieuwe standaard vande identificatie-apparatuur op de F-16 te implementeren.Dans le cadre de ces mises à jour, dans le 'Programmeminimum des investissements urgents pour la Défense en2010', un programme de modification à concurrence dedouze millions d'euros est proposé.Cette modification a pour objectif d'implé-menter le nouveaustandard du dispositif d'identification sur le F-16.DO 2009201015103Vraag nr. 128 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVijnck van 24 februari 2010 (N.) aan de ministervan Landsverdediging:De in- en uitstroom van Defensiepersoneel.In het kader van de finalisatie van de hervorming vanLandsverdediging heeft men besloten om de getalsterktevan Defensie verder terug te dringen naar 34.000 personeelsledentegen 2012. Zowat een daling van 5000 personeelsleden.Daarnaast gaat Defensie meer inspanningenuitvoeren inzake rekrutering. Graag had ik wat meer duidelijkheidbekomen over de in- en uitstroom van personeelsledenbij Defensie.1. a) Hoeveel personen waren kandidaat voor een militairefunctie binnen Defensie in het jaar 2007, dit per categorie:vrijwilliger - onderofficier - officier?b) Hoeveel van deze personen namen deel aan de opleiding,hoeveel slaagden voor de hele opleidingscyclus enhoeveel zijn momenteel nog steeds actief binnen Defensie,nogmaals opgedeeld volgens voornoemde categorie?2. a) Hoeveel personen waren kandidaat voor een militairefunctie binnen Defensie in het jaar 2008, dit per categorie:vrijwilliger - onderofficier - officier?b) Hoeveel van deze personen namen deel aan de opleiding,hoeveel slaagden voor de hele opleidingscyclus enhoeveel zijn momenteel nog steeds actief binnen Defensie,nogmaals opgedeeld volgens voornoemde categorie?3. a) Hoeveel personen waren kandidaat voor een militairefunctie binnen Defensie in het jaar 2009, dit per categorie:vrijwilliger - onderofficier - officier?b) Hoeveel van deze personen namen deel aan de opleiding,hoeveel slaagden voor de hele opleidingscyclus enhoeveel zijn momenteel nog steeds actief binnen Defensie,nogmaals opgedeeld volgens voornoemde categorie?DO 2009201015103Question n° 128 de monsieur le député Dirk Vijnck du24 février 2010 (N.) au ministre de la Défense:Recrutement et dégagement de personnel à la DéfenseDans le cadre de la finalisation de la réforme de la Défense,il a été décidé de ramener, d'ici à 2012, les effectifs dela Défense à 34.000 personnes, soit une réduction de quelque5.000 membres du personnel. Parallèlement, la Défensefournira des efforts complémentaires en matière derecrutement. Je souhaiterais obtenir des clarificationsconcernant la politique mise en oeuvre par la Défense enmatière de recrutement et de dégagement de personnel.1. a) Combien de candidats se sont-ils présentés à unefonction militaire au sein de la Défense en 2007? Merci deventiler les chiffres par catégorie: volontaires, sous-officiers,officiers.b) Parmi ces candidats, combien ont participé à une formation,combien ont réussi l'ensemble du cycle de formationet combien sont encore actuellement actifs au sein dela Défense? Ici aussi, merci de ventiler les chiffres en fonctiondes catégories précitées.2. a) Combien de candidats se sont-ils présentés à unefonction militaire au sein de la Défense en 2008? Merci deventiler les chiffres par catégorie: volontaires, sous-officiers,officiers.b) Parmi ces candidats, combien ont participé à une formation,combien ont réussi l'ensemble du cycle de formationet combien sont encore actuellement actifs au sein dela Défense? Ici aussi, merci de ventiler les chiffres en fonctiondes catégories précitées.3. a) Combien de candidats se sont-ils présentés à unefonction militaire au sein de la Défense en 2009? Merci deventiler les chiffres par catégorie: volontaires, sous-officiers,officiers.b) Parmi ces candidats, combien ont participé à une formation,combien ont réussi l'ensemble du cycle de formationet combien sont encore actuellement actifs au sein dela Défense? Ici aussi, merci de ventiler les chiffres en fonctiondes catégories précitées.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

278 QRVA 52 10029-03-20104. a) Hoeveel burgerpersoneelsleden werden in de periode2007-2009 effectief gerekruteerd, jaarlijks weergegeven?b) Hoeveel van deze personeelsleden zijn tot op hedennog steeds actief, weergegeven per jaar van rekrutering?5. a) Welke enquêtes voert Defensie uit bij de rekrutenvoor militaire en burgerfuncties?4. a) Combien de membres du personnel civils ont étérecrutés effectivement, chaque année, au cours de la période2007-2009?b) Combien de ces membres du personnel sont toujoursactifs, par année de recrutement?5. a) Quelles enquêtes la Défense mène-t-elle auprès desrecrues à des fonctions militaires et civiles?b) Wat zijn de resultaten van die enquêtes? b) Quels sont les résultats de ces enquêtes?c) Specifiek, welke zijn volgens hen de voor- en de nadelenvan tewerkstelling bij Defensie en wat vonden zij vande gehanteerde rekruteringsstrategie?6. a) Welke enquêtes voert Defensie uit bij kandidaatmilitairenen burgerpersoneelsleden die tijdens hun opleidinguiteindelijk afhaakten?c) De l'avis des recrues interrogées, quels sont spécifiquementles avantages et les inconvénients d'un emploi ausein de la Défense? Quelle est leur opinion concernant lastragétie de recrutement de la Défense?6. a) Quelles enquêtes la Défense mène-t-elle auprès descandidats à une fonction militaire ou civile au sein del'armée qui ont décroché dans le courant de leur formation?b) Wat zijn de resultaten van die enquêtes? b) Quels sont les conclusions de ces enquêtes?c) Specifiek, voor welke redenen haakten zij af en watvonden zij van de rekruteringsstrategie gehanteerd doorDefensie?7. a) Welke enquêtes voert Defensie uit bij de uitdiensttredingvan militairen en burgerpersoneelsleden?b) Specifiek, welke zijn volgens hen de voor- en de nadelenvan tewerkstelling bij Defensie?8. Hoeveel burgerpersoneelsleden van Defensie zullen inde periode 2010-2012 de pensioengerechtigde leeftijdbereiken, jaarlijks weergegeven?9. Hoeveel militaire personeelsleden van Defensie, opgedeeldper categorie: vrijwilliger - onderofficier - officier,zullen in de periode 2010-2012 de pensioengerechtigdeleeftijd bereiken, jaarlijks weergegeven?10. Hoeveel militairen, opgedeeld per categorie: vrijwilliger- onderofficier - officier, overweegt men toe te latentot het stelsel van de Vrijwillige Opschorting van Prestatiesin de periode 2010-2012, jaarlijks weergegeven?11. Rekening houdend met het personeelsverloop van deafgelopen jaren voor andere redenen dan pensionering,hoeveel personeelsverloop verwacht Defensie bij haar burgerpersoneelvoor de periode 2010-2012?c) Quelles sont, spécifiquement, les raisons de ce décrochageet quelle est l'opinion des intéressés concernant lastratégie de recrutement de la Défense?7. a) Quelles enquêtes la Défensie mène-t-elle auprès desmilitaires et des civils au moment où ceux-ci quittentl'armée?b) De l'avis des intéressés, quels sont, spécifiquement, lesavantages et les inconvénients d'un emploi au sein de laDéfense?8. Combien de membres du personnel civils de la Défenseatteindront-il l'âge de la retraite au cours de la période2010-2012? Merci de ventiler les chiffres par année.9. Combien de membres du personnel militaires de laDéfense atteindront-il l'âge de la retraite au cours de lapériode 2010-2012? Merci de ventiler les chiffres parannée et par catégorie de personnel: volontaires, sous-officiers,officiers.10. Combien de militaires, ventilés par catégorie - volontaires,sous-officiers et officiers - envisage-t-on d'admettreau régime de la Suspension volontaire de prestations aucours de la période 2010-1012? Merci de ventiler les chiffrespar année.11. Compte tenu de la rotation de personnel pour desmotifs autres que l'admission à la retraite, observée aucours des années écoulées, quelle rotation du personnel laDéfense prévoit-elle au sein du personnel civil pour lapériode 2010-2012?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201027912. Rekening houdend met het personeelsverloop van deafgelopen jaren voor andere redenen dan pensionering,hoeveel personeelsverloop verwacht Defensie bij haarmilitair personeel voor de periode 2010-2012 - opgedeeldper categorie: vrijwilliger - onderofficier - officier?Antwoord van de minister van Landsverdediging van29 maart 2010, op de vraag nr. 128 van de heervolksvertegenwoordiger Dirk Vijnck van 24 februari2010 (N.):1 tot 4. De gevraagde cijfergegevens wordenhernomen in de respectievelijke tabellen 1 tot 4 in bijlageaan dit antwoord. Ik wens evenwel te verduidelijken dat deduur van de kandidatuurperiode van de meerderheid van demilitairen vier jaar bedraagt.12. Compte tenu de la rotation de personnel pour desmotifs autres que l'admission à la retraite, observée aucours des années écoulées, quelle rotation du personnel laDéfense prévoit-elle au sein du personnel militaire pour lapériode 2010-2012? Merci de ventiler les chiffres par catégorie:volontaires, sous-officiers, officiers?Réponse du ministre de la Défense du 29 mars 2010, àla question n° 128 de monsieur le député Dirk Vijnckdu 24 février 2010 (N.):1 à 4. Les données chiffrées demandées sont reprisesdans les tableaux respectifs 1 à 4 en annexe à la présenteréponse. Je tiens toutefois à préciser que la période decandidature de la majorité des militaires a une durée dequatre ans.Tabel 1: Overzicht van 2007–Tableau 1: Aperçu de 2007Kandidaat–CandidatSollicitanten–PostulantsKandidatuurbegonnen–CandidatureentaméeKandidatuur metsucces beëindigd–Candidatureterminée avecsuccèsKandidatuur nogniet ten einde–Candidaturenon-terminéeKandidatuurvroegtijdig beëindigden militair gebleven–Candidature terminéeprécocement et restémilitaireKandidatuur vroegtijdigbeëindigd en het legerverlaten–Candidature terminéeprécocement et quitté laDéfenseOfficierOfficierOnderofficierSous-officierSoldaten en matrozenSoldats et matelots1 163 285 3 187 12 832 121 387 8 249 22 1084 694 820 8 353 49 410Tabel 2: Overzicht van 2008–Tableau 2: Aperçu de 2008Kandidaat–CandidatSollicitanten–PostulantsKandidatuurbegonnen–CandidatureentaméeKandidatuur metsucces beëindigd–Candidatureterminée avecsuccèsKandidatuur nogniet ten einde–Candidaturenon-terminéeKandidatuurvroegtijdig beëindigden militair gebleven–Candidature terminéeprécocement et restémilitaireKandidatuur vroegtijdigbeëindigd en het legerverlaten–Candidature terminéeprécocement et quitté laDéfenseOfficierOfficierOnderofficierSous-officierSoldaten en matrozenSoldats et matelots1 047 232 2 150 12 681 862 308 2 225 7 744 206 690 8 355 41 286K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

280 QRVA 52 10029-03-2010Tabel 3: Overzicht van 2009–Tableau 3: Aperçu de 2009Kandidaat–CandidatSollicitanten–PostulantsKandidatuurbegonnen–CandidatureentaméeKandidatuur metsucces beëindigd–Candidatureterminée avecsuccèsKandidatuur nogniet ten einde–Candidaturenon-terminéeKandidatuurvroegtijdig beëindigden militair gebleven–Candidature terminéeprécocement et restémilitaireKandidatuur vroegtijdigbeëindigd en het legerverlaten–Candidature terminéeprécocement et quitté laDéfenseOfficierOfficierOnderofficierSous-officierSoldaten en matrozenSoldats et matelots1 079 224 0 210 1 132 156 339 0 280 0 595 468 806 0 626 13 167Tabel 4: Overzicht burgerpersoneel 2007-2009–Tableau 4: Aperçu personnel civil 2007-2009Aantal effectief gerekruteerd–Nombre effectivement recrutéNog actief op 1 maart 2010–Toujours actif le 1 mars 20102007 104 812008 73 602009 91 825. a) Defensie tracht informatie over de motivatie te vergarenvia verschillende kanalen:- onderzoeken in het kader van afstudeerwerken enschoolstages in de communicatiewereld;- onderzoeken in het kader van de Wetenschappelijke enTechnologische Onderzoeken Defensie;5. a) La Défense tente de recueillir des informationssur la motivation par le biais de différents canaux:- études dans le cadre de travaux de fin d'études et de stagesdans le monde de la communication;- études dans le cadre des Recherches scientifiques ettechnologiques de Défense;- onderzoeken tijdens Public Relations Events; - enquêtes lors d'événements de relations publiques;- straatenquêtes; - sondages en rue;- onderzoeken via de website www.mil.be; - enquêtes par le biais du site Internet www.mil.be;- bevragingen op motivatie tijdens de selectie-interviews; - questions sur la motivation lors des entretiens de sélection;- onderzoeken naar de wervings- en selectieprocedures. - études sur les procédures de recrutement et de sélection.b) De resultaten variëren in functie van de beoogde doelenvan de verschillende onderzoeken. Het is onmogelijkom de besluiten in alle domeinen op te sommen, maar tweeresultaten van recente onderzoeken zijn de volgende:- drie factoren beïnvloeden op positieve wijze de intentieom bij Defensie te solliciteren: een positieve attitude, eengunstige invloed van een derde en zelfvertrouwen;b) Les résultats varient en fonction des objectifsvisés par les différentes études. Il est impossible d'énumérerles conclusions dans tous les domaines, mais les résultatsde deux enquêtes récentes sont les suivants:- trois facteurs influencent de manière positive l'intentionde postuler à la Défense: une attitude positive, uneinfluence favorable d'un tiers et la confiance en soi;K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010281- de sollicitanten verwachten van de militaire selectieproceduresdat:- ze tijdens de procedure op een respectvolle manierbehandeld worden;- ze tijdens de procedure in de mogelijkheid zullen zijnom te tonen wat ze waard zijn;- niemand het selectiepersoneel tijdens de procedureom de tuin kan leiden;- les attentes des postulants en matière de procédures desélection militaire sont les suivantes:- être traités, tout au long de la procédure, demanière respectueuse;- avoir la possibilité, lors de cette procédure, de montrerce qu'ils valent;- personne ne puisse tromper le personnel de sélectionlors de la procédure;- de beoordeling objectief zal verlopen; - bénéficier d'une appréciation objective;- ze feedback zullen krijgen over hun testprestaties. - recevoir un feed-back quant à leurs prestations lorsdes tests.c) De meest voorkomende antwoorden die als voordelengeciteerd werden in 2009 zijn: avontuur en actie, mensenhelpen, sport en fysieke uitdaging, buitenlandse missies,kameraadschap en teamwork.Nadelen werden niet systematisch onderzocht. Het is duidelijkdat wat voor een bepaald profiel van kandidaat alseen voordeel wordt gezien, voor een ander als een nadeeloverkomt. Defensie rekruteert momenteel uitsluitend vooroperationele functies. We zoeken daarom ook zeer gerichtdie profielen die beantwoorden aan bovenstaande voordelen.6. a) Bij Defensie worden systematisch alle kandidaat-militairendie Defensie vroegtijdig verlaten, aaneen exitonderzoek onderworpen. Dit exitonderzoek houdteen antecedentenonderzoek, de afname van een vragenlijsten een interview met één van onze medewerkers in.b) Bij deze onderzoeken wordt niet systematisch gepeildnaar wat de kandidaten vinden van de rekruteringscampagnevan Defensie. Spontaan zullen zij daar weinigergernissen over uiten. Vooral de vertrekredenen zijn hetdoel van deze onderzoeken.c) De voornaamste vertrekredenen aangehaald door dekandidaten voor wat 2009 betreft, hadden vooral betrekkingop:- een tekort aan middelen en professionele mogelijkheden;- de beslissing van de Commissie waarbij de kandidatenverplicht worden Defensie te verlaten wegens professionele,medische, fysieke of karakteriële redenen;- ongepast gedrag vanwege kaderleden of vanwege collega'sin de eenheid, de school of het vormingsorganisme;- te hoge eisen die volgens de kandidaat door het vormingsorganismeen de eenheid gesteld worden;- Medische aspecten die een kandidaat de beslissing doennemen om vroegtijdig af te haken.c) Les réponses les plus fréquemment citées commeavantages, en 2009, sont: l'aventure et l'action, l'aide auxpersonnes, le défit sportif et physique, les missions àl'étranger, la camaraderie et le travail d'équipe.Les désavantages n'ont pas été systématiquement étudiés.Il est évident que ce qui est considéré comme un avantagepour un profil donné de candidat est perçu comme un désavantagepour un autre. La Défense recrute, à l'heureactuelle, exclusivement pour des fonctions opérationnelles.C'est pourquoi, nous recherchons de manière ciblée desprofils qui répondent aux avantages susmentionnés.6. a) À la Défense, tous les candidats militaires qui quittentprématurément la Défense sont soumis à une enquêteexit. Cette enquête comprend une enquête sur les antécédents,un questionnaire et un entretien avec un de nos collaborateurs.b) Lors de ces enquêtes, on ne cherche pas systématiquementà savoir ce que les candidats pensent de la campagnede recrutement de la Défense. Ils n'exprimeraient spontanémentque peu de critiques en la matière. L'objectif essentielde ces enquêtes est de déterminer les motifs du départ.c) Les principaux motifs de départ cités par les candidatsen 2009 concernaient essentiellement:- un manque de moyens et de possibilités professionnelles;- la décision de la commission par laquelle les candidatssont contraints de quitter la Défense pour des raisons professionnelles,médicales, physiques ou caractérielles;- le comportement inapproprié de membres du cadre oude collègues au sein de l'unité, de l'école ou de l'organismede formation;- les exigences, considérées comme trop élevées par lecandidat, de l'organisme de formation et de l'unité;- les aspects médicaux qui poussent le candidat à prendrela décision de renoncer prématurément.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

282 QRVA 52 10029-03-20107. a) Deze enquêtes situeren zich voornamelijk in hetkader van de militairen die vertrekken in het systeem vande Vrijwillige Opschorting van de Prestaties (VOP). Ditgebeurt door middel van een online vragenlijst die peiltnaar aspecten zoals de actuele werksituatie, de evolutie vanDefensie, de werkrelaties en de reacties op de maatregelenin het kader van de transformatie.b) Voor 2009 situeerden de voornaamste vertrekredenenvan de militairen die voor de VOP kozen, zichvoornamelijk rond hun gezondheid, het woon/werk verkeer,de vrije tijd en het eventueel verder uitbreiden vaneen bezoldigde nevenactiviteit.De voornaamste positieve aspecten van Defensie waren:- het menselijke aspect van de werkrelaties onder collega's;7. a) Ces enquêtes concernent principalement les militairesqui quittent la Défense selon le système de la suspensionvolontaire des prestations (SVP). Ceci se fait aumoyen d'un questionnaire en ligne qui sonde des aspectstels que la situation de travail actuelle, l'évolution de laDéfense, les relations de travail et les réactions aux mesuresdans le cadre de la transformation.b) En 2009, les principaux motifs de départ des militairesqui ont opté pour la SVP, concernent essentiellement leursanté, le trajet travail/domicile, les temps libres et l'extensionéventuelle d'une activité complémentaire rémunérée.Les principaux aspects positifs de la Défense étaient:- l'aspect humain des relations de travail;- de jobinhoud; - le contenu du travail;- de mogelijkheden die Defensie geboden heeft op hetvlak van de cursussen, buitenlandse opdrachten en dergelijke.De voornaamste negatieve aspecten van Defensie waren:- les possibilités offertes par la Défense dans le domainedes cours, des missions à l'étranger, etc.Les principaux aspects négatifs de la Défense étaient:- de aanhoudende herstructureringen; - les restructurations incessantes;- de beperkingen op het vlak van de budgetten en hetmaterieel;- het managersaspect van Defensie ten nadele van hetmenselijk aspect.8 en 9. De gevraagde cijfergegevens worden hernomenin de tabellen 5 en 6 in bijlage aan dit antwoord.- les limitations sur le plan des budgets et du matériel;- l'aspect manager de la Défense qui l'emporte surl'aspect humain.8 et 9. Les données chiffrées demandées sont reprisesdans les tableaux 5 et 6 en annexe à la présente réponse.Tabel 5: Overzicht burgerpersoneel oppensioengerechtigde leeftijd in de periode 2010-2012–Tableau 5: Aperçu personnel civil qui a atteint l’âgelimite de la pension en 2010-20122010 142011 202012 35K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010283Tabel 6: Overzicht militair personeel op pensioengerechtigdeleeftijd in de periode 2010-2012–Tableau 6: Aperçu personnel militaire qui a atteint l’âgelimite de la pension dans la période 2010-2012OfficierOfficierCategorieCatégorieOnderofficierSous-officierSoldaten en matrozenSoldats et matelots2010 2011 201284 97 123212 246 252279 280 354Opmerking: Op basis van hun actuele graadRemarque : Sur base de leur grade actuel10. In 2010 zullen 31 officieren, 517 onderofficieren en576 soldaten en matrozen vertrekken in het systeem van deVOP. Voor de jaren 2011 en 2012 werd nog geen definitievebeslissing genomen omtrent het aantal militairen datzal toegelaten worden tot het systeem van de VOP.11. Bij het burgerpersoneel van Defensie wordt verwachtdat voor de periode 2010-2012 er ongeveer 79 statutairenen 34 contractuelen het departement zullen verlaten.12. Bij het militair personeel wordt verwacht dat voor deperiode 2010-2012 er ongeveer 42 officieren, 163 onderofficierenen 278 soldaten en matrozen jaarlijks het departementzullen verlaten.10. En 2010, il y aura 31 officiers, 517 sous-officiers et576 soldats et matelots qui partiront dans le système deSVP. Pour les années 2011 et 2012, aucune décision définitiven'a été prise concernant le nombre de militaires quisera admis dans le système de SVP.11. Pour le personnel civil de la Défense, il est attenduque dans la période 2010-2012, environ 79 statutaires et 34contractuels quitteront le département.12. Pour le personnel militaire, il est attendu que dans lapériode 2010-2012 environ 42 officiers, 163 sous-officierset 278 soldats et matelots quitteront annuellement le département.DO 2009201015110Vraag nr. 129 van de heer volksvertegenwoordigerPhilippe Collard van 24 februari 2010 (Fr.) aande minister van Landsverdediging:Vredesactivisten dringen binnen op de luchtmachtbasis vanKleine-Brogel.Tegen kernwapens gekante vredesactivisten zijn eronlangs in geslaagd de luchtmachtbasis van Kleine-Brogelbinnen te dringen. Naar verluidt zijn ze tot diep in de basiskunnen doordringen en hebben ze verscheidene bunkerskunnen benaderen, en filmen... dat alles gedurende verscheidenetientallen minuten.1. Graag vernam ik hoe die gebeurtenissen precies verlopenzijn.2. Hoe valt te verklaren dat het mogelijk was de basisbinnen te dringen?3. Welke veiligheidstekortkomingen heeft men kunnenidentificeren?DO 2009201015110Question n° 129 de monsieur le député Philippe Collarddu 24 février 2010 (Fr.) au ministre de la Défense:L'intrusion de pacifistes sur la base aérienne de Kleine-Brogel.Des militants pacifistes antinucléaires ont récemmentréussi à s'introduire à l'intérieur de la base aérienne deKleine-Brogel. Il semble qu'ils aient pénétré en profondeurdans la base et qu'ils aient pu s'approcher de plusieursabris, ainsi que les filmer... le tout durant plusieurs dizainesde minutes.1. Pourriez-vous préciser le déroulement exact de cesévénements?2. Comment expliquer que cette intrusion ait pu être possible?3. Quelles son les failles de sécurité qui ont été identifiées?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

284 QRVA 52 10029-03-20104. Welke concrete maatregelen zullen in de toekomstworden genomen om nieuwe incidenten te voorkomen?Antwoord van de minister van Landsverdediging van29 maart 2010, op de vraag nr. 129 van de heervolksvertegenwoordiger Philippe Collard van24 februari 2010 (Fr.):1. Op 31 januari 2010 om 14.19 uur werden zes vredesactivisten,na het overschrijden van de buitenomheining,opgepakt door de vliegveldbewaking van Kleine-Brogel.Na hun aanhouding werden de activisten ondervraagd doorpersoneel van de 10 Tac Wing en de militaire inlichtingsdienst.Vervolgens werden ze overhandigd aan de lokalepolitie en werden ze administratief aangehouden.2. De basisperimeter bedraagt veertien kilometer en detotale oppervlakte van de vliegbasis beslaat 450 hectarewaarvan één derde bebost is. Het verhinderen van eenindringing is, gelet op de getalsterkte van het beveiligingsdetachement,uiterst moeilijk. De veiligheidsmaatregelendie in voege zijn op de vliegbasis van Kleine-Brogel zijnnochtans volledig conform met de voorschriften van deNAVO.3. Naar aanleiding van het incident werd een onderzoekingesteld. De voornaamste besluiten tonen aan dat hetnoodzakelijk is om bijkomende elektronische bewakingsenwachtsystemen te installeren, teneinde de interventietijdenverder te kunnen inkorten.4. Een investeringsprogramma, gefinancierd door deNAVO, ligt ter goedkeuring bij de bevoegde instanties.Ondertussen neemt Defensie in overleg met de Amerikaanseautoriteiten, maatregelen door het in plaats stellenvan bewakingssystemen, het voorzien van fysieke hindernissenen het opvoeren van de patrouilles. Bijkomendebeveiligingsvoorzieningen, die de voorgaande maatregelendienen te bestendigen, worden gepland en getoetst op hunbudgettaire haalbaarheid.4. Quelles mesures concrètes seront prises à l'avenir afind'éviter de nouveaux incidents?Réponse du ministre de la Défense du 29 mars 2010, àla question n° 129 de monsieur le député PhilippeCollard du 24 février 2010 (Fr.):1. Le 31 janvier 2010, à 14.19 heures, six activistes pacifistesont été arrêtés par la garde d'aérodrome de Kleine-Brogel après avoir franchi la clôture extérieure. Après leurarrestation les activistes ont été interrogés par le personneldu 10 Wing Tac et du service de renseignement militaire.Ils ont ensuite été remis à la police locale et ont été arrêtésadministrativement.2. Le périmètre de la base s'étend sur quatorze kilomètreset la superficie totale s'élève à 450 hectares dont un tiers estboisé. Empêcher une intrusion est, vu la taille du détachementde protection, extrêmement difficile. Cependant lesmesures de sécurité en vigueur sur la base aérienne deKleine-Brogel sont entièrement conformes aux règlementsde l'OTAN.3. Suite à l'incident, une enquête a été menée. Lesconclusions principales démontrent la nécessité d'introduiredes systèmes électroniques de surveillance et degarde supplémentaires afin de pouvoir raccourcir les délaisd'intervention.4. Un programme d'investissement, financé par l'OTAN,est à l'approbation des instances appropriées. Entretemps,la Défense en concertation avec les autorités américaines,prend des mesures en installant des systèmes de surveillance,en mettant des obstacles physiques en place et enaugmentant les patrouilles. Des dispositions de protectionadditionnelles, destinées à perpétuer ces mesures sont planifiéeset leur faisabilité budgétaire est examinée.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010285DO 2009201015122Vraag nr. 130 van de heer volksvertegenwoordiger DirkVijnck van 24 februari 2010 (N.) aan de ministervan Landsverdediging:Het historisch materieel uit de depots Kapellen en Vissenaken.Onder druk van de Franstalige coalitiepartners blijft demilitaire kazerne Heintz te Bastenaken open. De kazernezal omgevormd worden tot een historisch centrum ondervoogdij van het Koninklijke Legermuseum (KLM). Deminister verduidelijkte in de commissie dat historischmaterieel uit de depots in Vissenaken en Kapellen overgebrachtzullen worden naar de Heintz-kazerne in Bastenaken.In beide depots wordt onder andere materiaal van hetTankmuseum opgeslagen en onderhouden door een aanzienlijkaantal vrijwilligers.1. Welk historisch materieel uit de depots van Vissenakenen Kapellen zal overgebracht worden naar de Heintzkazerne?Graag had ik een gedetailleerd overzicht bekomenvan welk materieel vanuit de voornoemde depots naarde Heintz-kazerne zou verhuizen.2. a) Welk overig historisch materieel uit de depots vanVissenaken en Kapellen zou niet naar de Heintz-kazerneverhuizen? Graag had ik een gedetailleerd overzicht bekomenvan welk historisch materieel niet zou verhuizen naarde Heintz-kazerne.b) Naar welke andere kazernes verhuist dit overige historischmaterieel afkomstig van de depots Vissenaken enKapellen?3. a) Werd de beslissing, om historisch materieel opgeslagenin de depots van Vissenaken en Kapellen naar deHeintz-kazerne te verhuizen, doorgesproken met hetKoninklijk Legermuseum?b) Wat was de mening van het KLM om een nieuw historischcenter in het Heintz-kazerne op te richten?4. a) Werd de beslissing, om historisch materieel opgeslagenin de depots van Vissenaken en Kapellen naar deHeintz-kazerne te verhuizen, doorgesproken met de verenigingendie werkzaam zijn in beide depots?b) Wat was hun standpunt met betrekking tot de genomenbeslissing om historisch materieel naar de Heintz kazernete verhuizen?5. Hoeveel bedragen de geschatte kosten voor het transportvan al het gekozen historisch materieel vanuit dedepots van Vissenaken en Kapellen naar de Heintzkazerne?6. a) Hoeveel bedragen de geschatte kosten om deHeintz-kazerne om te vormen tot een historisch centrum?DO 2009201015122Question n° 130 de monsieur le député Dirk Vijnck du24 février 2010 (N.) au ministre de la Défense:Le matériel historique des dépôts de Kapellen et de Vissenaken.La caserne militaire Heintz à Bastogne restera ouverte,compte tenu des pressions exercées par les partenairesfrancophones de la coalition. Elle sera transformée en uncentre historique sous la tutelle du Musée royal de l'Armée(MRA). Le ministre a précisé en commission que le matérielhistorique des dépôts de Vissenaken et de Kapellensera transféré à la caserne Heintz à Bastogne. Du matériel,entre autres du Musée des Chars, est entreposé et entretenupar un nombre important de volontaires dans les deuxdépôts.1. Quel matériel historique des dépôts de Vissenaken etde Kapellen sera transféré à la caserne Heintz? Pourriezvousfournir un aperçu détaillé du type de matériel quidevrait être transféré des dépôts susmentionnés à la caserneHeintz?2. a) Quel autre matériel historique des dépôts de Vissenakenet de Kapellen ne devrait pas être transféré à lacaserne Heintz? Pourriez-vous fournir un aperçu détaillédu type de matériel historique qui ne devrait pas être transférédes dépôts susmentionnés à la caserne Heintz?b) Vers quelles autres casernes le matériel historique restantdes dépôts de Vissenaken et de Kapellen sera-t-iltransféré?3. a) La décision de transférer à la caserne Heintz dumatériel historique entreposé dans les dépôts de Vissenakenet de Kapellen a-t-elle été concertée avec le Muséeroyal de l'Armée?b) Que pensait le MRA de la création d'un nouveau centrehistorique dans la caserne Heintz?4. a) La décision de transférer à la caserne Heintz dumatériel historique entreposé dans les dépôts de Vissenakenet de Kapellen a-t-elle été concertée avec les associationsactives dans les deux dépôts?b) Quel était leur point de vue en ce qui concerne la décisionde transférer du matériel historique à la caserneHeintz?5. À combien sont estimés les coûts de transport pourl'ensemble du matériel historique qui sera transféré desdépôts de Vissenaken et de Kapellen à la caserne Heintz?6. a) À combien sont estimés les coûts de transformationde la caserne Heintz en un centre historique?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

286 QRVA 52 10029-03-2010b) Hoeveel budget zal Defensie vrijmaken voor de werkingvan de kazerne als historisch centrum?7. a) Hoeveel militairen zijn werkzaam in de depots vanKapellen en Vissenaken?b) Hoeveel van deze militairen zijn verbonden met dehistorische collectie die opgeslagen ligt in beide depots?8. a) Heeft men nagegaan of men geen historische functiebinnen het KLM kan toekennen aan de Limbosch-kazerne?b) Zo ja, wat waren de conclusies over die mogelijkeoptie?Antwoord van de minister van Landsverdediging van25 maart 2010, op de vraag nr. 130 van de heervolksvertegenwoordiger Dirk Vijnck van 24 februari2010 (N.):1. Het materieel dat naar de Kazerne OnderluitenantHeintz wordt overgebracht, behelst het patrimonium vanhet Koninklijk Leger Museum (KLM) met betrekking totde Tweede Wereldoorlog. Het gaat hier om volumineuzecollectiestukken. Deze verzameling werd tot dusver zowelin het depot van Vissenaken als in dat van Kapellenbewaard; sommige stukken vonden tot hier toe ook onderdakin de site van het KLM in het Jubelpark. In totaal sprekenwe over 118 stukken, waaronder 32 pantservoertuigen,57 artilleriestukken en 29 diverse voertuigen. Kleine uitrustingsstukkendie bij dat volumineuze materieel horen(zoals radio's en uniformen) zullen eveneens worden overgebracht,maar de precieze lijst werd nog niet afgesloten.2. a) en b) 2. a) et b)Het volledige luchtvaart- en maritieme patrimonium zalnaar de opslagplaats van Landen worden overgebracht.Met uitzondering van de 118 objecten die voor Bastenakenzijn bestemd, gaat de volledige verzameling landmaterieelvan het depot van Kapellen naar de loodsen van Brasschaat.Het betreft hier 126 objecten.3. a) De beslissing om het deel van het KLM-patrimoniummet betrekking tot de Tweede Wereldoorlog datwegens plaatsgebrek niet in Brussel kan worden gepresenteerdnaar Bastenaken over te brengen, werd in samenspraakmet de KLM-directie genomen. De directie heefttwee verkenningsbezoeken gebracht.b) Quel budget le département de la Défense dégagera-tilpour le fonctionnement de la caserne comme centre historique?7. a) Combien de militaires sont occupés dans les dépôtsde Kapellen et de Vissenaken?b) Combien de ces militaires sont concernés dans lecadre de leur travail par la collection historique entreposéedans les deux dépôts?8. a) A-t-on examiné la possibilité d'attribuer à la caserneLimbosch une fonction historique au sein du MRA?b) Dans l'affirmative, quelles conclusions en ont ététirées?Réponse du ministre de la Défense du 25 mars 2010, àla question n° 130 de monsieur le député Dirk Vijnckdu 24 février 2010 (N.):1. Les matériels transférés vers la Caserne Sous-lieutenantHeintz englobent tout le patrimoine volumineux duMusée Royal de l'Armée (MRA) en rapport avec laSeconde Guerre mondiale. Ce patrimoine provient tant dudépôt de Vissenaken que de celui de Kapellen, ainsi que dusite du MRA du Cinquantenaire. L'ensemble du transfertconsiste essentiellement en 118 pièces, dont 32 véhiculesblindés, 57 pièces d'artillerie et 29 véhicules divers. Despetites pièces d'équipement associées à ces matérielsmajeurs, telles que des radios et uniformes, seront égalementtransférées, mais elles ne sont pas encore précisémentdéfinies.Tout le patrimoine aérien et maritime du dépôt de Vissenakensera transféré au dépôt de Landen. À l'exception des118 pièces qui iront à Bastogne, l'ensemble du patrimoineterrestre du dépôt de Kapellen, est destiné à être transférédans des hangars à Brasschaat. Il s'agit ici de 126 objets.3. a) La décision de transfert vers Bastogne de la partiedu patrimoine MRA de la Seconde Guerre mondiale qui nepeut être exposée à Bruxelles faute de place, a été concertéeavec la direction du MRA , qui a fait deux visites dereconnaissance.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010287b) Vermits het KLM de kwartieren van Kapellen en Vissenakenmoet ontruimen, heeft de instelling haar goedkeuringgegeven voor de toewijzing van een site die alsInterpretatiecentrum voor de Tweede Wereldoorlog kanworden gebruikt, ter aanvulling van de site van het Jubelpark.Zo zou het materieel over deze periode (pantservoertuigenen andere) in goed uitgeruste ateliers en bij eenhistorische locatie kunnen worden gerestaureerd.4. a) De enige vereniging die in deze depots werkt, is devzw Tank Museum. Deze vereniging werd regelmatig opde hoogte gehouden van de evolutie binnen dit dossier enwas ook aanwezig op de vergaderingen van de Raad vanBestuur in november en december 2009 en februari 2010.Een vertegenwoordiger van de directie van het KLMlichtte de leden van de Raad telkens in en nodigde ze uitom suggesties te formuleren. Er dient te worden opgemerktdat deze vzw Tank Museum geen enkele beslissingskrachtheeft, dat ze geen eigenaar van het patrimonium is en in hetkader van de overeenkomsten met het KLM slechts tijdenshet weekend in beide depots een twintigtal vrijwilligersaan het werk zet (op 700 effectieve leden).b) De meerderheid van de Raad van Bestuur van hetTank Museum toonde zich tevreden over de beslissingenom het landmaterieel naar Brasschaat en Bastenaken overte hevelen. Deze meerderheid is de mening toegedaan dater zo betere werkomstandigheden zullen kunnen wordengeboden. De depots van Kapellen en Vissenaken zijnimmers oud en er stelt zich een asbestprobleem; de loodsenbeantwoorden ook niet meer aan de werkwetgeving. Demoderne installaties van Brasschaat en Bastenaken biedenechter alle garanties. Een minderheid binnen de Raad vanBestuur betreurt de overheveling, vooral omwille van deafstand die de vrijwilligers van Vissenaken nu zullen moetenafleggen. Er dient te worden opgemerkt dat deze minderheidter compensatie zal kunnen genieten vanrestauratiemogelijkheden in Brasschaat.5. De kosten verbonden aan de overheveling van 118objecten en klein materieel naar Bastenaken, per militairtransport, zullen ongeveer 40.000 euro belopen.6. Ik verwijs naar mijn antwoord van 10 februari 2010 opvraag nr. 105 van de heer volksvertegenwoordiger BrunoStevenheydens, waarin sprake was van de kosten die hieronderworden vermeld. (Vragen en Antwoorden, Kamer,2009-2010, nr. 98, blz. 308)a) De kosten verbonden aan de transformatie van de sitevan Bastenaken in een historisch centrum bedragen500.000 euro; de kosten verbonden aan de aanpassing vande site in archiefdepots bedragen 100.000 euro.b) Le MRA devant quitter les quartiers de Kapellen etVissenaken, a approuvé l'attribution d'un site pouvant êtreutilisé comme Centre d'Interprétation de la Seconde Guerremondiale, en complément de celui du Cinquantenaire, etoffrant des possibilités de restaurer le matériel associé àcette période (blindés et autres) dans des ateliers en bonétat, et proche d'un site historique.4. a) La seule association active dans ces dépôts estl'ASBL Tank Museum, qui a été régulièrement informée etassociée à la réflexion lors des Conseils d'Administrationde novembre et décembre 2009, ainsi que de celui defévrier 2010. Un représentant de la Direction du MRA achaque fois informé les membres du conseil et recueillileurs suggestions. À noter que cette ASBL Tank Museumn'a aucune autorité décisionnelle en la matière, n'est paspropriétaire du patrimoine, et occupe, dans le cadre deconventions signées avec le MRA, uniquement une vingtainede bénévoles réellement actifs le week-end dans chacundes deux dépôts (sur 700 membres effectifs).b) La majorité du Conseil d'Administration du TankMuseum a accueilli avec satisfaction les décisions prisesde transfert des matériels terrestres vers Brasschaat et Bastogne.Cette majorité estime que cela permettra de meilleuresconditions de travail pour la vingtaine de personnes del'ASBL concernée par la restauration sur chacun des sites.En effet, les dépôts de Kapellen et Vissenaken, vétustes etpollués à l'amiante, ne répondent plus à la législation sur letravail, ce qui sera par contre bien le cas dans les installationsde maintenance modernes de Brasschaat et Bastogne.Une minorité du Conseil regrette toutefois le transfert,essentiellement pour des raisons de distance accrue à parcourirpour une minorité de bénévoles de Vissenaken. Ànoter que cette minorité se verra offrir en compensationdes possibilités d'activités de restauration à Brasschaat.5. Le coût du transport vers Bastogne, par des moyensmilitaires, de 118 pièces, et des petits matériels associés,reviendra à environ 40.000 euros.6. Je réfère à ma réponse du 10 février 2010 à la questionnuméro 105 de monsieur le député Bruno Stevenheydens,et par laquelle j'informais de coûts ci-dessous. (Questionset Réponses, Chambre, 2009-2010, n° 98, p. 308)a) Les coûts liés à la transformation du site de Bastogneen centre historique s'élèvent à 500.000 euros; les coûtsliés à l'adaptation du site en dépôts d'archives s'élèvent à100.000 euros.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

288 QRVA 52 10029-03-2010b) De werkingskosten belopen 500.000 euro. b) Les coûts de fonctionnement s'élèvent à 500.000euros.7. a) Vier militairen verbonden aan het KLM werken inKapellen en vijf in Vissenaken. Daarenboven hebben viermilitairen verbonden aan de Movement Control Group(MCG) hun kantoren in Kapellen, maar zij zullen voor heteinde van het jaar ergens anders worden ondergebracht.b) Met uitzondering van de militairen van de MCG zijnalle anderen betrokken bij de opslag en de restauratie vanhet historische materiaal van het KLM.7. a) Quatre militaires attachés au MRA sont actifs àKapellen et cinq à Vissenaken. De plus, quatre militairesappartenant à une antenne du Movement Control Group(MCG) occupent des bureaux à Kapellen, mais ils serontréaffectés ailleurs avant la fin de l'année.b) À l'exception des militaires du MCG, tous les autressont concernés par l'entreposage et la restauration du matérielhistorique du MRA.8. a) De mogelijkheid werd bestudeerd. 8. a) La possibilité a été étudiée.b) Het Limbosch kwartier biedt echter niet de nodigeinfrastructuur voor het opslaan en de restauratie van zwaarmaterieel (type pantservoertuigen of volumineuze voertuigenmet wielen).b) Toutefois le quartier Limbosch n'offre pas l'infrastructurenécessaire à l'entreposage et la restauration de matérielslourds du type blindés ou véhicules à rouesvolumineux.DO 2009201015128Vraag nr. 131 van de heer volksvertegenwoordigerWouter De Vriendt van 24 februari 2010 (N.) aande minister van Landsverdediging:Het gebruik van de vliegtuigen van Defensie door gezagsdragers.De Permanente Voorzitter van de Europese Raad, HermanVan Rompuy, kan voor zijn verplaatsingen gebruikmakenvan de vliegtuigen van Defensie.1. a) Is er een overeenkomst tussen de Permanente Voorzittervan de Europese Raad en Defensie hieromtrent?DO 2009201015128Question n° 131 de monsieur le député WouterDe Vriendt du 24 février 2010 (N.) au ministre dela Défense:L'utilisation des avions de l'armée par des dépositaires del'autorité publiquePour ses déplacements, le Président permanent duConseil européen, monsieur Herman Van Rompuy, peutfaire usage des avions de la Défense.1. a) Une convention a-t-elle été conclue à ce proposentre le Président permanent du Conseil européen et laDéfense?b) Wat zijn de bepalingen van deze overeenkomst? b) Quelles sont les dispositions de cette convention?c) Kunt u mij een afschrift bezorgen van deze overeenkomst?2. a) Welke officiële gezagsdragers kunnen van de toestellenvan Defensie gebruikmaken?b) Bevinden de Koning, NAVO-personeel en de EuropeseCommissie bevinden zich in die mogelijkheid?3. Enkele vragen omtrent deze verplaatsingen in het jaar2009:a) Kunt u voor 2009 een overzicht geven van de verplaatsingenvan deze en alle andere gezagsdragers die gebruikmaken van de vliegtuigen van Defensie?b) Kunt een overzicht geven van het type vliegtuig dathiervoor gebruikt werd?c) Kunt u per gezagsdrager meedelen wat de totale kostprijswas voor deze verplaatsingen en wie dit betaalde?c) Pouvez-vous m'en fournir une copie?2. a) Quels dépositaires de l'autorité publique officielspeuvent faire usage des appareils de la Défense?b) Le Roi, le personnel de l'OTAN et de la Commissioneuropéenne ont-ils cette possibilité?3. Concernant ces déplacements au cours de l'année2009:a) Pouvez-vous fournir un aperçu des déplacementseffectués par les dépositaires de l'autorité publique précitéset tous les autres dépositaires de l'autorité publique autorisésà utiliser les avions de la Défense?b) Pouvez-vous fournir un aperçu du type d'appareil utilisédans ce cadre?c) Pouvez-vous préciser, par dépositaire de l'autoritépublique, le coût total représenté par ces déplacements?Par qui ces coûts ont-ils été supportés?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010289d) Kunt u per gezagsdrager meedelen wat de bestemmingenwaren en hoe vaak een bestemming voorkomt in delijst van bestemmingen?e) Kunt u in het overzicht meegeven of deze gezagsdragersalleen reisden, dan wel of ze meereisden met eenandere gezagsdrager die instond voor de kosten? Kan udesgevallend oplijsten wie de andere gezagsdrager(s) is(waren)?f) Kunt u dezelfde informatie in een apart overzichtgeven voor het lopende jaar 2010?4. Met betrekking tot de verplaatsingen van de PermanenteVoorzitter van de Europese Raad:d) Pouvez-vous préciser, par dépositaire de l'autoritépublique, les destinations desservies et leur fréquenced'apparition sur la liste des destinations?e) Pouvez-vous fournir un aperçu précisant si ces dépositairesde l'autorité publique voyageaient seuls ou s'ilsaccompagnaient un autre dépositaire de l'autorité publiqueprenant en charge les coûts du déplacement? Le caséchéant, pouvez-vous fournir une liste de cet/ces autre/autres dépositaire/dépositaires?f) Pouvez-vous fournir un autre aperçu présentant lesmêmes informations pour l'année 2010 en cours?4. Concernant les déplacements du Président permanentdu Conseil européen:a) Wie betaalt voor deze verplaatsingen? a) Par qui leur coût est-il supporté?b) Welk tarief wordt gehanteerd? b) Selon quel tarif?c) Is dit een voorkeurstarief? c) S'agit-il d'un tarif préférentiel?d) Geldt dit voor elke Europees functionaris of is dit eengunstregime?e) Hoe vaak en wanneer heeft de Permanente Voorzitteral gebruik gemaakt van de toestellen van Defensie?5. a) Wie betaalt voor de verplaatsingen van anderegezagsdragers?b) Welke tarieven worden gehanteerd? b) Selon quels tarifs?Antwoord van de minister van Landsverdediging van29 maart 2010, op de vraag nr. 131 van de heervolksvertegenwoordiger Wouter De Vriendt van24 februari 2010 (N.):1. a) In navolging van het "Memorandum of Understanding"van 23 maart 2006 tussen de Raad van de EuropeseUnie en België met betrekking tot luchttransport, kan dePermanente Voorzitter van de Europese Raad voor zijnverplaatsingen gebruik maken van de vliegtuigen vanDefensie.b) De EU zal enkel beroep doen op transport van Defensieindien er geen geschikt commercieel alternatief bestaat.Transportaanvragen door de raad van de EU worden doorDefensie aanvaard indien ze geen prioritaire nationale ofinternationale zendingen beïnvloeden. Het transport wordtdoor Defensie geleverd tegen betaling. De gehanteerdetarieven per type vliegtuig worden jaarlijks aan de EUmeegedeeld. Wijzigingen in brandstofprijzen, landingsrechtenen andere extra kosten kunnen aanleiding geven totwijziging van de vliegtarieven.d) Tout fonctionnaire européen bénéficie-il de ces conditionsou celles-ci constituent-elles un régime de faveur?e) À quelle fréquence et quand le Président permanent duConseil européen a-t-il déjà fait usage des appareils de laDéfense?5. a) Par qui les coûts de déplacement des autres dépositairesde l'autorité publique sont-ils supportés?Réponse du ministre de la Défense du 29 mars 2010, àla question n° 131 de monsieur le député Wouter DeVriendt du 24 février 2010 (N.):1. a) En application du "Memorandum of Understanding"du 23 mars 2006 entre le Conseil de l'Union Européenne etla Belgique sur le transport aérien, le Président permanentdu Conseil européen peut faire appel aux avions de laDéfense pour ses déplacements.b) L'UE ne peut faire appel au transport de la Défenseque s'il n'y a aucune alternative commerciale valable. Lesdemandes de transport du conseil de l'UE ne sont acceptéespar la Défense que si elles n'influencent aucune missionprioritaire nationale ou internationale. Le transport estfourni par la Défense contre paiement. Les tarifs appliquéspar type d'avion sont communiqués annuellement à l'UE.Des modifications de prix du carburant, des droits d'atterrissageet d'autres coûts supplémentaires peuvent conduireà une adaptation des tarifs de vol.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

290 QRVA 52 10029-03-20102. a) In uitvoering van de beslissing van de ministerraadvan 29 juli 1999 betreffende het gebruik van de verbindingsvliegtuigenvan Defensie, kan de minister van Defensievliegtuigen ter beschikking stellen van de federaleautoriteiten.b) Het transport van NAVO-personeel en leden van deEU-Commissie wordt geregeld in een "memorandum"afgesloten met de EU (23 maart 2006) en met de NAVO(6 december 1999).3. Voor wat betreft de vluchten uitgevoerd ten voordelevan het Staatshoofd en de vluchten uitgevoerd ten voordelevan de Raadsvoorzitter van de Europese Unie, verwijs ikhet geachte lid naar het antwoord dat geleverd werd op devraag nr. 80 van de heer Bruno Stevenheydens (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2009-2010, nr. 96, blz. 389) en hetantwoord gegeven op 23 februari 2010 op de vraag nr. 4-6547 van 20 januari 2010 (zie www. senate.be).Een overzicht van de verplaatsingen van de gezagsdragersdie gebruik maakten van luchttransportmiddelen in2009 en 2010, afgesloten op 24 februari 2010, vindt u inbijlage. Gezien het louter documentaire karakter ervanwordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoordenopgenomen maar ligt het ter inzage bij de Griffie van deKamer van volksvertegenwoordigers (dienst ParlementaireVragen).4-5. Uitgezonderd voor het Staatshoofd en de eersteminister worden deze vluchten uitgevoerd tegen betaling.De verplaatsingen van de Voorzitter van de Europese Raadworden aan de Raad van de EU, Wetstraat 175, 1048 Brusselgefactureerd. Voor de EU geldt er geen voorkeurtarief.2. a) En exécution de la décision du Conseil des ministresdu 29 juillet 1999 concernant l'utilisation des avions deliaison de la Défense, le ministre de la Défense peut mettredes avions à la disposition des autorités fédérales.b) Le transport du personnel de l'OTAN et des membresde la Commission de l'UE est régi par un "memorandum"conclu avec l'UE (23 mars 2006) et avec l'OTAN(6 décembre 1999).3. En ce qui concerne les vols au profit du Chef d'État etles vols exécutés au profit du Président du Conseil européen,je renvoie l'honorable membre à la réponse fournie àla question n° 80 de monsieur Bruno Stevenheydens(Questions et Réponses, Chambre, 2009-2010, n° 96, p.389) et à la réponse donnée le 23 février 2010 à la questionn° 4-6547 du 20 janvier 2010 (voir www.senate.be).Un aperçu des déplacements des autorités qui ont faitappel aux moyens de transport aérien en 2009 et en 2010clôturé à la date du 24 février 2010 est repris en annexe.Étant donné son caractère de pure documentation, il n'y apas lieu de l'insérer au bulletin des Questions et Réponses,mais elle peut être consultée au Greffe de la Chambre desreprésentants (service des Questions parlementaires).4-5. Sauf pour le Chef d'État et le premier ministre, cesvols sont exécutés contre remboursement. Les déplacementsdu Président du Conseil européen sont facturés auConseil de l'UE, rue de la Loi 175, 1048 Bruxelles. Il n'y apas de tarif préférentiel pour l'UE.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010291DO 2009201015237Vraag nr. 137 van de heer volksvertegenwoordiger JeanCornil van 03 maart 2010 (Fr.) aan de ministervan Landsverdediging:Ministerie van Defensie.- Rationalisatie van de verplaatsingenvan de ambtenaren.Actie 17 van het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling(FPDO) 2004-2008 betreft de voorbeeldfunctievan de overheid. Daarin wordt gesteld dat de verplaatsingenvan de ambtenaren aanzienlijke milieuhinder veroorzaken.Daarom moet een door een onafhankelijk orgaangecertificeerd internationaal milieuzorgsysteem op termijneen verplicht instrument worden voor alle FOD's. Die verplichtingwerd op 20 juli 2005 bekrachtigd door de ministerraad.Die besliste ook dat elke federale overheidsdienst(FOD) uiterlijk in 2007 een door de Europese Commissieingevoerd en erkend milieuzorgsysteem zou moeten hanteren.Door dergelijke systemen worden administraties verplichtde milieu-impact van hun activiteiten te verminderenen hun milieuperformantie geleidelijk aan te verbeteren,ook op het stuk van mobiliteit.De rationalisatie van de vliegreizen van de ambtenarenvan de federale overheidsdiensten, waarbij die indienmogelijk met de trein zouden reizen, en de compensatievan de CO2-uitstoot van vliegreizen komen in die contextnaar voren als prioritaire maatregelen.1. a) Reizen de ambtenaren van het ministerie van Defensiemet de trein in plaats van per vliegtuig voor dienstreizenover afstanden van minder dan 300 km (naar ondermeer Parijs, Londen, Den Haag, Luxemburg)?b) In hoeverre gebeurt dat? b) Dans quelle proportion?2. a) Reizen de ambtenaren van het ministerie van Defensiemet de trein in plaats van per vliegtuig voor dienstreizenwaarvan de bestemming op minder dan acht uur reizenligt (als daar zijn: Marseille, Genève, Lausanne)?b) In hoeverre gebeurt dat? b) Dans quelle proportion?3. Welke maatregelen neemt het ministerie van Defensieom de koolstofuitstoot van vliegreizen te compenseren?Antwoord van de minister van Landsverdediging van29 maart 2010, op de vraag nr. 137 van de heervolksvertegenwoordiger Jean Cornil van 03 maart 2010(Fr.):1 en 2. 1 et 2.a. Binnen Defensie, is de optimalisatie van de keuze vantransportmiddelen van de ambtenaren toevertrouwd aanhet Movement Transport Control Center (MTCC).DO 2009201015237Question n° 137 de monsieur le député Jean Cornil du03 mars 2010 (Fr.) au ministre de la Défense:Ministère de la Défense. - La rationalisation des déplacementsdes agents.L'action 17 du PFDD 2004-2008 (Plan fédéral de développementdurable) établit que la mobilité des fonctionnairesentraîne d'importantes nuisances environnementales, etqu'à terme un système international reconnu de gestionenvironnementale doit devenir un instrument obligatoirepour tous les SPF. Cette obligation a été entérinée par ladécision du Conseil des ministres du 20 juillet 2005, imposantà chaque service public fédéral (SPF) de se doter, auplus tard en 2007, d'un système de gestion environnementalmis en place et agrée par la Commission européenne.Ce type de système impose aux administrations de réduirel'impact de leurs activités sur l'environnement et d'améliorerprogressivement leurs performances environnementales,y compris les aspects liés à la mobilité.Dans ce contexte, la rationalisation des déplacements enavion des agents des services publics fédéraux par lerecours au train lorsque cela est praticable et la compensationdes émissions de CO2 générées par les déplacementspar avion apparaissent comme des mesures prioritaires.1. a) Est-ce que le ministère de la Défense recourt autrain à la place de l'avion pour le déplacement de ses fonctionnaireslorsque celui-ci est au minimum inférieur à 300km (Paris, Londres, La Haie, Luxembourg, etc.)?2. a) Est-ce que le ministère de la Défense recourt autrain à la place de l'avion pour le déplacement de ses fonctionnaireslorsque la destination est atteignable dans undélai inférieur à huit heures (Marseille, Genève, Lausanne,etc.)?3. Quelles sont les mesures de compensation carbone prisespar le ministère de la Défense pour compenser lesdéplacements effectués par avion?Réponse du ministre de la Défense du 29 mars 2010, àla question n° 137 de monsieur le député Jean Cornil du03 mars 2010 (Fr.):a. Au sein de la Défense, l'optimalisation du choix desmoyens de transports des agents est confiée au MovementTransport Control Center (MTCC).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

292 QRVA 52 10029-03-2010De verplaatsingen over korte afstand worden in principealtijd over de weg of per trein georganiseerd. Dit is normaliterhet geval wanneer de afstand kleiner is dan 600 km (inplaats van 300 km zoals vermeld in het Federaal Planinzake Duurzame Ontwikkeling) en de bestemming doorregelmatige spoorwegverbindingen wordt onderhouden.Boven deze afstand, wordt er systematisch een specifiekeanalyse uitgevoerd om de meest doeltreffende vervoerswijzete bepalen, rekening houdende met, onder andere, detransportkosten, de bereikbaarheid van de eindbestemming,de dringendheid van de verplaatsing, het aantal tevervoeren personen en de ecologische afdruk van de verschillendetransportmiddelen.Volgens het geval kan het vervoer gebeuren over de weg,per trein, met geregelde vluchten in de burgerluchtvaart ofmet een militair vliegtuig. Deze laatste mogelijkheid wordtdoor Defensie enkel gebruikt bij gebrek aan elk ander aanvaardbaaralternatief hetgeen in verhouding dus een verwaarloosbarehoeveelheid oplevert.b. Het is niet mogelijk deze verhouding te bepalen. Hetgeachte lid zal in bijlage een tabel voor het jaar 2009 vinden,die de afgeleverde treinkaartjes voor minder verwijderdebestemmingen herneemt.Les déplacements sur une courte distance sont en principetoujours organisés par route ou par train. Ceci est normalementle cas lorsque la distance à parcourir estinférieure à 600 km (au lieu des 300 km mentionnés dansle Plan fédéral de Développement durable) et que la destinationest desservie par des lignes ferroviaires régulières.Au-delà de cette distance, une analyse particulière estsystématiquement réalisée pour déterminer le mode detransport le plus efficace, tenant compte, entre autres, descoûts de transport, de l'accessibilité de la destination finale,de l'urgence du déplacement, du nombre de personnes àtransporter et de l'empreinte écologique des différentsmodes de transport.Selon le cas, le transport peut être effectué par route, partrain, par vols réguliers civils ou par avion militaire. LaDéfense ne recourt toutefois à cette dernière possibilitéqu'en l'absence de toute alternative acceptable, ce qui enrend la proportion tout à fait négligeable.b. Il n'est pas possible de déterminer cette proportion.L'honorable membre trouvera en annexe un tableau reprenantle nombre de tickets de train délivrés, au cours del'année 2009, pour des destinations peu éloignées.Nom de la ville de destinationNaam van de bestemmingstadNombre de ticketsAantal treinkaartenNom de la ville d’origineNaam van de oorsprongstadNombre de ticketsAantal treinkaartenPARIS 514 PARIS 503LONDON 143 LONDON 198STRASBOURG 128 STRASBOURG 64DEN HAAG 82 DEN HAAG 5LUXEMBOURG 16 MARSEILLE 3MARSEILLE 4 GENEVE 2LUXEMBOURG 23. De mogelijkheid dat Defensie buiten het principe vande compensatie van CO2-uitstoot van vliegreizen valt,maakt het voorwerp uit van een studie binnen het Departement.Defensie gebruikt een milieubeheersysteem ISO 14001,hetgeen een NAVO-standaard is.3. La possibilité que la Défense soit exclue du principe decompensation des émissions de CO2 générées par lesdéplacements d'avions fait toujours l'objet d'une étude ausein du Département.La Défense utilise un système de gestion environnementalISO 14001 qui est le standard OTAN.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010293Minister van Klimaat en EnergieMinistre du Climat et de l'ÉnergieDO 2009201013669Vraag nr. 108 van de heer volksvertegenwoordigerHagen Goyvaerts van 11 februari 2010 (N.) aande minister van Klimaat en Energie:Voedselproducten. - Vermelding CO2-uitstoot.Volgens de geschreven pers start Zweden met het vermeldenvan de CO2-voetafdruk op etiketten van voedselproducten.De etiketten vermelden de hoeveelheid CO2 dievrijkwam bij het productieproces. Men hoopt dat de uitstootdoor voedselproductie met 20 tot 50 procent afneemt.Zweden is het eerst land dat richtlijnen heeft waarin hetklimaat en het gezondheidsaspect van voedsel even zwaarwegen. Volgens de Zweedse richtlijnen kan je beter wortelseten in plaats van komkommers en tomaten. Wortelsgroeien niet in verwarmde - en dus energieverbruikende -kassen. In plaats van rood vlees wordt aangeraden bonen ofkip te eten. Het houden van koeien stoot namelijk enormveel broeikasgas uit. Het eten van vis - hoewel gezond -wordt niet aangeraden omdat de Europese visvoorraadbijna op is.1. Bestaan er plannen om ook een dergelijke etiketteringin België op voedselproducten in te voeren?2. Zo ja, binnen welke termijn denkt u dit te kunnen uitvoeren?DO 2009201013669Question n° 108 de monsieur le député HagenGoyvaerts du 11 février 2010 (N.) au ministre duClimat et de l'Énergie:Denrées alimentaires. - Étiquetage CO2.Selon la presse écrite, la Suède a commencé à faire figurerl'empreinte CO2 des denrées alimentaires sur les étiquettes.Celles-ci indiquent dorénavant la quantité de CO2émise lors du processus de fabrication du produit. Le gouvernementsuédois espère ainsi réduire de 20 à 50% lesémissions de CO2 engendrées par la production de nourriture.La Suède est le premier pays à s'être doté de directivesdonnant une importance égale à l'aspect climat et à l'aspectsanté de notre alimentation. Selon les directives suédoises,il vaut mieux manger des carottes que des concombres oudes tomates, étant donné que les carottes ne sont pas cultivéesdans des serres chauffées. De même, les autorités suédoisesrecommandent de manger des haricots ou du pouleten lieu et place de la viande rouge, dès lors que les élevagesde bovins génèrent d'énormes quantités de gaz à effetde serre. Enfin, la consommation de poisson, en dépit deses vertus pour la santé, est déconseillée en raison del'épuisement progressif des stocks européens de poisson.1. Existe-t-il des projets visant à introduire l'étiquetageCO2 des denrées alimentaires en Belgique?2. Dans l'affirmative, quand pensez-vous pouvoir introduireun tel système?3. Zo neen, waarom niet? 3. Dans la négative, pourquoi n'est-ce pas le cas?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 23 maart 2010, op de vraag nr. 108 van de heervolksvertegenwoordiger Hagen Goyvaerts van11 februari 2010 (N.):Milieuetikettering wordt momenteel besproken met deverschillende sectoren en betrokken partijen (milieu-ngo's,consumentenverenigingen, en andere). Er werd een werkgroepopgericht in 2009. De besprekingen binnen dezegroep blijven niet beperkt tot de voedingssector. Ze hebbenbetrekking op alle courante consumptieartikelen.Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du23 mars 2010, à la question n° 108 de monsieur ledéputé Hagen Goyvaerts du 11 février 2010 (N.):L'étiquetage environnemental fait actuellement l'objet dediscussion avec les différents secteurs et parties concernées(ONG environnementales, associations de consommateurs,etc.). Un groupe de travail a en effet été mis en place en2009. Les discussions au sein de ce groupe ne se limitentpas au secteur de l'alimentation. Elles portent, en effet, surl'ensemble des produits de consommation courante.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

294 QRVA 52 10029-03-2010België is echter niet van plan om zijn eigen systeem vanmilieuetikettering of zijn eigen methodologie ter zake telanceren, maar is bereid een voorstel in die zin op Europeesvlak te ondersteunen. De doelstelling van de werkzaamhedenvan de bovenvermelde werkgroep is bij te dragen totde uitwerking van een Belgisch standpunt (dat verdedigdmoet worden op Europees niveau) aangaande de methodologischeaspecten. Het Belgisch standpunt zal eveneensaangeven welke noodzakelijke elementen nog ontwikkelden geharmoniseerd moeten worden op Europees niveau,met het oog op de ontwikkeling van een systeem voor heelEuropa. Een eerste versie van dit standpunt werd beginmaart afgerond.Er werd trouwens een oproep voor proefprojecten gelanceerd.Die moet de werkzaamheden ondersteunen die reedsworden uitgevoerd in de buurlanden, maar zal zich vooralrichten op de eigenheden van de Belgische markt. De feedbackdaarvan (verwacht tegen het tweede semester van2010) zal eveneens bijdragen tot de uitbouw van het Belgischestandpunt.Bovendien beperkt het systeem dat men momenteel voorogen heeft zich niet tot het vermelden van de CO2-uitstoot,maar wil het een aantal milieucriteria vermelden, afhankelijkvan de specifieke kenmerken van het product in kwestie.Het onderdeel "communicatie" van de etikettering werdnog niet ontwikkeld want men is het er nog niet over eensof het opportuun is om op een "simplistische" manier tecommuniceren met de consumenten. De berekening van demilieu-impact kan immers ook gevaloriseerd worden opandere niveaus: informeren van de verschillende actorenvan de distributieketen om de professionele actoren bewustte maken, die informatie opnemen in andere bestaandelabels, en dergelijke. Die elementen moeten eveneensbesproken worden op Europees niveau met het oog op eenharmonisatie.Cependant, la Belgique ne compte pas lancer son propresystème d'affichage de même que sa propre méthodologieen la matière, mais se prépare à soutenir une proposition ence sens au niveau européen. L'objectif des travaux menésau sein du groupe de travail mentionné ci-dessus est decontribuer à l'élaboration d'une position belge (à défendreau niveau européen) par rapport aux aspects méthodologiques.La position belge mettra également en évidence leséléments nécessaires devant encore être développés et harmonisésau niveau européen dans le but de développer unsystème à l'échelle européenne. Une première version decette position a été finalisée début mars.Par ailleurs, un appel à projets-pilotes a été lancé. Il viendraappuyer les travaux déjà en cours dans les pays voisins,mais se focalisera sur les spécificités du marché belge. Leretour d'expérience (attendu pour le second semestre de2010) permettra également d'alimenter la position belge.Par ailleurs, le système actuellement envisagé ne selimite pas à un étiquetage CO2, mais plutôt à un affichageenvironnemental multicritère adapté aux spécificités duproduit concerné.Le volet "communication" de l'affichage n'a pas encoreété développé car de nombreuses questions demeurent parrapport à l'opportunité d'une communication sous forme"simpliste" aux consommateurs. Le calcul des impactsenvironnementaux peut en effet également être valorisé àd'autres niveaux: information des différents acteurs de lachaine de distribution pour conscientiser les acteurs professionnels,incorporation de ces informations dans d'autreslabels existants, etc. Ces éléments doivent également êtredébattus au niveau européen en vue d'une harmonisation.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010295DO 2009201013848Vraag nr. 111 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 11 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Klimaat en Energie:Energie-efficiëntie van banden.Op 25 november 2009 keurde het Europees Parlementdefinitief de verordening goed waarin wordt bepaald datalle nieuwe banden die vanaf november 2012 in Europaworden verkocht, een label krijgen waarop de brandstofefficiëntieklasse,de klasse grip op een nat wegdek en de rolgeluidemissieklasseworden aangegeven. Het doel is deconsument te helpen vergelijken vooraleer hij een aankoopdoet, en ervoor te zorgen dat er meer milieuvriendelijkebanden op de markt worden gebracht. Vanaf 1 november2012 zullen de leveranciers en de verdelers de consumentdie informatie moeten verstrekken in alle technische reclamemateriaal.De banden zelf zullen voorzien moeten zijnvan een sticker of een etiket met die vermeldingen wanneerze van de fabriek naar een winkel of garage worden vervoerd.Het systeem is vergelijkbaar met het systeem datvan toepassing is op huishoudtoestellen.De Europese Unie laat het initiatief om al dan niet maatregelente nemen om het gebruik van de meest performantebanden te bevorderen aan de lidstaten over.1. Wat is het standpunt van de Belgische regering dienaangaande?2. Zal de regering een aantal maatregelen nemen om hetgebruik van banden met betere prestaties te bevorderen?DO 2009201013848Question n° 111 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 11 février 2010 (Fr.) au ministre du Climat etde l'Énergie:Efficacité énergétique des pneus.Le Parlement européen a définitivement approuvé le25 novembre 2009 la loi prévoyant qu'à partir du mois denovembre 2012, l'ensemble des nouveaux pneus vendus enEurope devront indiquer leur niveau de performance énergétique,leur degré d'adhérence sur sol mouillé et leurniveau d'émission sonore. L'objectif est d'aider le consommateurà comparer avant d'acheter, et de mettre des pneusplus respectueux de l'environnement sur le marché. À partirdu 1er novembre 2012, les fournisseurs et les distributeursdevront informer le consommateur de ces élémentsdans tous les documents techniques et publicitaires. Lespneus eux-mêmes devront comporter ces indications via unautocollant ou une étiquette au moment où ils quittentl'usine pour le garage ou le magasin. Le système est comparableà celui qui est entré en application dans le secteurdes appareils ménagers.L'Union européenne laisse le soin à chaque État membrede prendre ou non des mesures pour stimuler l'usage despneus les plus performants.1. Quelle est la position du gouvernement belge à cesujet?2. Le gouvernement envisage-t-il de prendre une série demesures favorisant l'usage de pneus plus performants?3. Zo ja, aan welke maatregelen wordt er gedacht? 3. Dans l'affirmative, quelles sont les mesures envisagées?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 23 maart 2010, op de vraag nr. 111 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van11 februari 2010 (Fr.):Deze Europese verordening werd door België gesteund.Er zijn geen incentives voor de aankoop van de best presterendebanden zoals de verordening het mogelijk maakt.Ik wil er eerst en vooral aan herinneren dat het voorstellenvan een financiële incentive een bevoegdheid is van deminister van Financiën.Ten tweede ligt deze verordening in het verlengde vanverordening 661/2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriftenvoor de algemene veiligheid van motorvoertuigen,die voorschriften oplegt op het vlak van veiligheid.Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du23 mars 2010, à la question n° 111 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 11 février 2010 (Fr.):Ce règlement européen a été soutenu par la Belgique.Il n'y a pas de mesure d'incitation pour l'acquisition despneus les plus efficaces telle que le permet le règlement.Je tiens tout d'abord à rappeler que la compétence de proposerune mesure d'incitation financière appartient auministre des Finances.Ensuite, ce règlement est le prolongement du règlement661/2009 concernant les prescriptions pour l'homologationrelatives à la sécurité générale des véhicules à moteur quiimpose des exigences en termes de sécurité.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

296 QRVA 52 10029-03-2010Bij deze verschillende voorschriften zijn voor bandeneigenschappen gedefinieerd als grip op een nat wegdek,rolweerstand en rolgeluid. Voor de eerste twee parametersis er een minimaal niveau vastgelegd en voor de laatsteparameter een maximumwaarde. Deze eerste verordeninglevert dus al een milieuvoordeel op nog vooraleer we demogelijkheid in overweging nemen die geboden wordtdoor deze verordening inzake etikettering van gewone banden(zie 1.).Momenteel worden financiële stimuli veeleer gebruiktvoor producten met een relatief lange levensduur zoalsauto's, elektrische huishoudapparaten en dergelijke.Als we vergelijken, kosten banden ook minder dan dieproducten. Een echt doeltreffende incentive zal een aanzienlijkdeel van de kostprijs uitmaken. Maar banden hebbeneen kortere levensduur, het zijn onderdelen dieonderhevig zijn aan slijtage en het is normaal dat ze vervangenmoeten worden. Een te hoge financiële incentivezou dit "wegwerpaspect" van banden kunnen versterken.Bovendien leveren banden met een lage rolweerstand,net zoals alle producten die uitgedacht zijn om energie tebesparen, op het vlak van besparing een intrinsiek voordeelop.1. zie toepassingsgebied van verordening 1222/2009; nietinbegrepen zijn onder andere de niet voor de weg bestemdeprofessionele banden en de speciale maten.Parmi les différentes prescriptions, des caractéristiquesd'adhérence sur sol mouillé, de résistance au roulement etde bruit sont définies pour les pneus. Un niveau minimalpour les deux premiers paramètres et maximal pour le derniery sont fixés. Ce premier règlement apporte donc déjàun gain environnemental avant même de considérer la possibilitéofferte par ce règlement sur l'étiquetage de tous lespneus courants (voir 1.).Actuellement les incitants financiers sont plutôt utiliséspour des produits qui ont une durée de vie relativementlongue comme les voitures, les électroménagers, etc.En comparaison, le coût des pneus est également moindreque ces produits. Un incitant réellement efficace représenteraune proportion importante du prix. Or les pneus ontune durée de vie plus courte, ce sont des pièces d'usures etil est normal qu'ils doivent être remplacés. Une incitationfinancière trop importante risque de renforcer cet aspect"jetable" du pneu.De plus, comme tout produit pensé pour économiser del'énergie, les pneus à faibles résistances au roulement sontintrinsèquement intéressants d'un point de vue économique.1. cf. champ d'application du règlement 1222/2009; nesont pas compris les pneus pour usage professionnel nonroutier, les dimensions spéciales, entre autres.DO 2009201014206Vraag nr. 77 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 15 januari 2010 (N.) aan de ministervan Klimaat en Energie:Federale overheid. - Cateringdiensten.Om een vollediger beeld te krijgen van de werking vande cateringdiensten van de federale overheid, rijzen de volgendevragen.1. Hoeveel dragen elk van de federale overheidsdiensten(FOD's), programmatorische overheidsdiensten (POD's) eninstellingen die onder uw bevoegdheid staan, bij aan dewerkingskosten, investeringskosten en personeelskostenvan de restaurants die te hunner beschikking staan?2. Hoeveel maaltijden worden jaarlijks verkocht door elkvan deze restaurants?3. Wat is de gemiddelde verkoopprijs van een maaltijd ofdagmenu?DO 2009201014206Question n° 77 de monsieur le député Ben Weyts du15 janvier 2010 (N.) au ministre du Climat et del'Énergie:Autorités fédérales. - Services de restauration.Afin d'avoir une idée plus précise du fonctionnement desservices de restauration mis à la disposition des autoritésfédérales, je voudrais obtenir une réponse aux questionssuivantes.1. Quelle est la contribution respective des servicespublics fédéraux (SPF), des services publics de programmation(SPP) et des institutions relevant de votre compétenceaux frais de fonctionnement, aux fraisd'investissement ainsi qu'aux frais de personnel des restaurantsmis à leur disposition?2. Combien de repas chacun de ces restaurants vend-ilpar an?3. Quel est le prix de vente moyen d'un repas ou d'unmenu du jour?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010297Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 23 maart 2010, op de vraag nr. 77 van de heervolksvertegenwoordiger Ben Weyts van 15 januari2010 (N.):- Wat betreft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid vande Voedselketen en Leefmilieu, verwijs ik naar het antwoorddat zal verstrekt worden door mijn collega de ministervan Volksgezondheid, op de vraag nr. 259 betreffendedezelfde aangelegenheid.- Wat de FOD Economie betreft, verwijs ik naar het antwoordvan mijn collega de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen op de vraag nr. 63 aangaande dezelfdeaangelegenheid. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2009-2010, nr. 96, blz. 463).- Wat betreft de POD Duurzame Ontwikkeling, kan ikaan het geachte Kamerlid de volgende antwoorden mededelen:1. De POD Duurzame Ontwikkeling bezet, sinds september2008, de FINTO. Het restaurant van dit gebouw wordtdoor Fedorest beheerd, dat op dit moment geen financiëlebijdrage vraagt aan de administraties waarvan de werknemersklanten van dit restaurant zijn.2. Ongeveer 35.000 warme maaltijden werden verkochtsinds de opening van het restaurant.3. De gemiddelde verkoopprijs van een maaltijd is 2,25euro.Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du23 mars 2010, à la question n° 77 de monsieur le députéBen Weyts du 15 janvier 2010 (N.):- Pour ce qui concerne le SPF Santé publique, Sécurité dela Chaîne alimentaire et Environnement, je me réfère à laréponse qui sera apportée à la question n° 259 sur le mêmesujet, par ma collègue la ministre de la Santé publique.- En ce qui concerne le SPF Économie, je me réfère à laréponse apportée à la question n° 63 par mon collègue leministre pour l'Entreprise et la Simplification sur le mêmesujet. (Questions et Réponses, Chambre, 2009-2010, n° 96,p. 463).- Pour ce qui concerne le SPP Développement durable, jepeux communiquer les réponses suivantes à l'honorablemembre:1. Le SPP Développement durable occupe, depuis septembre2008, la FINTO. Le restaurant de ce bâtiment estgéré par Fedorest qui ne demande, pour le moment, pas decontribution financière aux administrations dont lesemployés sont clients du restaurant.2. Environ 35.000 repas chauds ont été servis depuisl'ouverture du restaurant.3. Le prix de vente moyen d'un repas est de 2,25 euros.DO 2009201014460Vraag nr. 86 van de heer volksvertegenwoordiger JanMortelmans van 21 januari 2010 (N.) aan deminister van Klimaat en Energie:Departementen. - Gebouwen. - Warmte-, isolatie-, elektriciteits-en waterhuishouding.In verband met de warmte-, isolatie-, elektriciteits- enwaterhuishouding, in de gebouwen die ressorteren onderuw diensten rijzen volgende vragen.DO 2009201014460Question n° 86 de monsieur le député Jan Mortelmansdu 21 janvier 2010 (N.) au ministre du Climat etde l'Énergie:Départements. - Bâtiments. - Gestion du chauffage, del'isolation, de l'électricité et de l'eau.Mes questions ont trait à la gestion du chauffage, de l'isolation,de l'électricité et de l'eau dans les bâtiments relevantde vos services.1. Hoeveel gebouwen ressorteren er onder uw diensten? 1. Combien de bâtiments relèvent-ils de vos services?2. a) Hoeveel kilowatt elektriciteit verbruiken dezegebouwen in het totaal per jaar, en dit voor de jaren 2008en 2009?b) Hoeveel personen zijn in het totaal tewerkgesteld indeze gebouwen?3. a) Bij welke stroomleverancier(s) onttrekken dezegebouwen hun elektriciteit?b) Hoeveel percent groene stroom zit er in de stroom diedeze stroomleverencier(s) levert/leveren?2. a) Quelle a été la consommation totale d'électricité deces bâtiments en 2008 et 2009?b) Combien de personnes au total sont occupées dans cesbâtiments?3. a) De quel(s) fournisseur(s) provient l'électricitéconsommée dans ces bâtiments?b) Quel pourcentage représente l'électricité verte livréepar les fournisseurs en question?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

298 QRVA 52 10029-03-20104. Hoeveel van deze gebouwen zijn voorzien van eenelektrovoltaïsch systeem?5. Hoeveel van deze gebouwen zijn (deels) voorzien vanelektrische verwarming?6. a) Bij hoeveel van deze gebouwen is de vaste verlichtingvolledig voorzien van spaarlampen?b) Bij hoeveel van deze gebouwen is de vaste verlichtingvolledig voorzien van spaarlampen en/of tl-verlichting?c) Bij hoeveel van deze gebouwen werkt de vaste verlichting(deels) nog met klassieke lichtperen en/of halogeenlampen?7. a) In hoeveel van deze gebouwen wordt de vaste verlichting's avonds volledig gedoofd?4. Parmi ces bâtiments, combien disposent-ils d'un systèmephotovoltaïque?5. Combien de bâtiments sont-ils chauffés (en partie) àl'électricité?6. a) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-ilentièrement assuré par des lampes économiques?b) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-il entièrementassuré par des lampes économiques et/ou des tubesfluorescents?c) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-ilencore (en partie) assuré par des ampoules à incandescenceclassiques et/ou des lampes halogènes?7. a) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-ilcomplètement éteint le soir?b) Gebeurt dit manueel of automatisch? b) L'extinction s'effectue-t-elle manuellement ou automatiquement?8. a) Hoeveel van deze gebouwen zijn voorzien vangevelverlichting en/of grondspots aan de buitenzijde?b) Blijft deze verlichting permanent branden, of enkel tijdensde nachturen, of enkel deels 's nachts?9. a) Hoeveel kubieke meter water verbruiken dezegebouwen in het totaal per jaar, en dit voor de jaren 2008en 2009?b) Hoeveel personen zijn in het totaal tewerkgesteld indeze gebouwen?8. a) Combien de bâtiments sont-ils équipés d'un éclairagede façade et/ou d'un éclairage par spots au sol?b) Cet éclairage fonctionne-t-il en permanence, uniquementla nuit ou seulement à certaines heures de la nuit?9. a) Quelle a été, en 2008 et 2009, la consommationtotale d'eau de ces bâtiments (en mètres cubes)?b) Combien de personnes au total sont occupées dans cesbâtiments?10. a) Hoeveel wc's tellen deze gebouwen in het totaal? 10. a) De combien de WC ces bâtiments sont-ils équipésau total?b) Hoeveel van deze wc's zijn uitgerust met een waterspaardrukknop?b) Combien de ces WC sont-ils dotés d'une commande dechasse d'eau économique?11. a) Hoeveel douches tellen deze gebouwen? 11. a) De combien de douches ces bâtiments sont-ilséquipés?b) Hoeveel van deze douches zijn uitgerust met eenwaterspaarkop?12. Hoeveel van deze gebouwen hebben een vollediggescheiden afwateringssysteem voor afval- en regenwater?13. Hoeveel van deze gebouwen hebben één of meerdereregenputten?14. a) Worden de leidingen en kranen van deze gebouwenautomatisch en regelmatig gecontroleerd op waterlekken?b) Combien de ces douches sont-elles dotées d'un pommeaude douche économique?12. Dans combien de ces bâtiments les systèmes d'évacuationdes eaux usées et de l'eau de pluie sont-ils totalementindépendants l'un de l'autre?13. Combien de bâtiments disposent-ils d'une ou plusieursciternes à eau de pluie?14. a) Les conduites et les robinets de ces bâtiments sontilscontrôlés systématiquement et régulièrement afin dedéceler les fuites?b) Zo ja, over welke tussenperiodes? b) Dans l'affirmative, à quel intervalle?15. a) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegendverwarmd met aardgas en over hoeveel kubieke meteraardgas in totaal gaat het jaarlijks, wat 2008 en 2009betreft?15. a) Parmi ces bâtiments, combien sont-ils principalementchauffés au gaz naturel, et quelle quantité totale degaz (en mètres cubes) a-t-elle été consommée annuellementen 2008 et 2009?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010299b) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegend verwarmdmet stookolie en over hoeveel liter stookolie intotaal gaat het jaarlijks, wat 2008 en 2009 betreft?c) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegend verwarmdmet elektriciteit en over hoeveel kilowatt elektriciteitin totaal gaat het jaarlijks, wat 2008 en 2009 betreft?d) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegend verwarmdmet een andere energiebron, en welke?16. a) Hoeveel verwarmingsinstallaties in deze gebouwenhebben een rendement dat lager is dan 95%?b) Combien de ces bâtiments sont-ils essentiellementchauffés au mazout, et quelle quantité totale de mazout (enlitres) a-t-elle été consommée annuellement en 2008 et2009?c) Combien de bâtiments sont-ils essentiellement chauffésà l'électricité, et quelle a été la consommation annuelletotale d'électricité (en kilowatts) en 2008 et 2009?d) Combien de bâtiments sont-ils principalement chauffésau moyen d'autres sources d'énergie, et quelles sontelles?16. a) Combien d'installations de chauffage équipant cesbâtiments ont-elles un rendement inférieur à 95%?b) Wordt dit rendement jaarlijks gemeten? b) Ce rendement est-il mesuré chaque année?17. Hoeveel van deze gebouwen bezitten een warmtepomp?18. Hoeveel van deze gebouwen bezitten een zonnepanelensysteemdat met water en zonne-energie voorverwarmt?19. In hoeveel van deze gebouwen zijn alle warmwaterleidingengeïsoleerd?20. In hoeveel van deze gebouwen zijn alle ramen uitgerustmet dubbel glas en bij hoeveel gebouwen zijn alleramen uitgerust met superisolerend dubbel glas?21. In hoeveel van deze gebouwen zijn alle buitenmurengeïsoleerd volgens de vigerende normen?22. In hoeveel van deze gebouwen zijn de daken geïsoleerdvolgens de vigerende normen?23. Hoeveel van deze gebouwen hebben een airconditioningsysteem?24. Hoeveel van deze gebouwen zijn passieve gebouwen?25. Hoeveel van deze gebouwen hebben een energie- ofisolatie-audit ondergaan?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 23 maart 2010, op de vraag nr. 86 van de heervolksvertegenwoordiger Jan Mortelmans van21 januari 2010 (N.):- Wat betreft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid vande Voedselketen en Leefmilieu, verwijs ik naar het antwoorddat door mijn collega de minister van Volksgezondheidzal gegeven worden op de vraag nr. 288 betreffendedezelfde aangelegenheid.- Wat de FOD Economie betreft, verwijs ik naar het antwoordvan mijn collega de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen op de vraag nr. 70 aangaande dezelfdeaangelegenheid. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2009-2010, nr. 97, blz. 385).17. Parmi ces bâtiments, combien sont-ils équipés d'unepompe à chaleur?18. Combien de ces bâtiments sont-ils équipés de panneauxsolaires thermiques?19. Dans combien de ces bâtiments toutes les conduitesd'eau chaude sont-elles isolées?20. Dans combien de ces bâtiments toutes les fenêtressont-elles équipées de double vitrage et dans combien debâtiments sont-elles toutes équipées de vitrage super isolant?21. Dans combien de ces bâtiments tous les murs extérieurssont-ils isolés conformément aux normes envigueur?22. Combien de ces bâtiments ont-ils une toiture isoléeconformément aux normes en vigueur?23. Combien de ces bâtiments sont-ils équipés d'un systèmede conditionnement d'air?24. Combien de ces bâtiments sont-ils des immeublespassifs?25. Combien de ces bâtiments ont-ils fait l'objet d'unaudit en matière d'énergie ou d'isolation?Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du23 mars 2010, à la question n° 86 de monsieur le députéJan Mortelmans du 21 janvier 2010 (N.):- Pour ce qui concerne le SPF Santé publique, Sécurité dela Chaîne alimentaire et Environnement, je me réfère à laréponse qui sera apportée à la question n° 288 sur le mêmesujet, par ma collègue la ministre de la Santé publique.- En ce qui concerne le SPF Économie, je me réfère à laréponse apportée à la question n° 70 par mon collègue leministre pour l'Entreprise et la Simplification sur le mêmesujet. (Questions et Réponses, Chambre, 2009-2010, n° 97,p. 385).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

300 QRVA 52 10029-03-2010- Voor wat de POD Duurzame Ontwikkeling betreft: - En ce qui concerne le SPP Développement durable:1. De POD Duurzame Ontwikkeling bezet, sinds september2008, de FINTO. Ze draagt bij tot de bezettingskostenop basis van 0.70%. De POD DO is EMAS-geregistreerden is ook zo zuinig mogelijk op het verbruik van water enenergie. De POD DO beschikt niet over aparte meters in deFinanciëntoren en kan dus zijn verbruik niet meten.2. a) 2008 (mei tot december): 6.000.000 kwh (42.000kwh voor de POD DO)1. Le SPP Développement durable occupe, depuis septembre2008, la FINTO. Il contribue aux frais d'occupationà raison de 0,70%. Le SPP DD est enregistré EMAS et estaussi économe que possible dans ses consommations d'eauet d'énergie. Il ne dispose pas de compteurs séparés dans laTour des Finances et ne peut donc mesurer ses consommations.2. a) 2008 (mai à décembre): 6.000.000 kwh (soit 42.000kwh pour le SPP DD).2009: 10.000.000 kwh (70.000 kwh voor de POD DO) 2009: 10.000.000 kwh (soit 70.000 kwh pour le SPPDD).2. b) 4000 mensen (POD DO + FOD Sociale Zekerheid +FOD Financiën + kabinet Delizée)3. a) Electrabel 3. a) Electrabel.3. b) 10,30 % 3. b) 10,30%.2. b) 4000 personnes (SPP DD + SPF Sécurité sociale +SPF Finances + cabinet Delizée).4. Dit is niet zo in de Financiëntoren. 4. Ce n'est pas le cas de la Tour des Finances.5. Dit is niet zo in de Financiëntoren. 5. Ce n'est pas le cas de la Tour des Finances.6. a) Dit is het geval in de Financiëntoren (met uitzonderingvan een mogelijke bureaulamp in de kantoren van dePOD DO).6. a) C'est le cas de la Tour des Finances (à l'exception del'une ou l'autre lampe de bureau dans les bureaux du SPPDD).6. b) Dit is zo in de Financiëntoren. 6. b) C'est le cas de la Tour des Finances.6. c) Dit is niet zo in de Financiëntoren. 6. c) Ce n'est pas le cas de la Tour des Finances.7. a) Dit is zo in de Financiëntoren. 7. a) C'est le cas de la Tour des Finances.7. b) Automatisch en handmatig (de verlichting gaatautomatisch uit om 18 uur maar kan daarna handmatigterug aangezet worden).7. b) Automatique et manuel (l'éclairage s'éteint automatiquementà 18 heures, il peut être rallumé ensuite).8. a) Gevel verlicht aan de voor- en achterkant (leds). 8. a) Façade avant et arrière éclairée (leds).8. b) De hele nacht. 8. b) Toute la nuit.9. a) 2008 (mei tot december): 6.851 m³ (48 m³ voor dePOD DO).2009 (opening restaurant): 31.257 m³ (218 m³ voor dePOD DO).9. b) 4000. 9. b) 4000.10. a) 396. 10. a) 396.10. b) 396. 10. b) 396.11. a) 10. 11. a) 10.11. b) 0 . 11. b) 0.9. a) 2008 (de mai à décembre): 6.851 m³ (soit 48 m³pour le SPP DD).2009 (ouverture du restaurant): 31.257 m³ (soit 218 m³pour le SPP DD).12. Dit is niet zo in de Financiëntoren. 12. Ce n'est pas le cas de la Tour des Finances.13. Dit is niet zo in de Financiëntoren. 13. Ce n'est pas le cas de la Tour des Finances.14. a) Geen controle; snelle reactie vanaf het moment dater een lek gemeld wordt.14. b) Zonder onderwerp. 14. b) Sans objet.14. a) Pas de contrôle; réaction rapide dès qu'une fuite estsignalée.15. a) Dit is zo in de Financiëntoren. 15. a) C'est le cas de la Tour des Finances.2008 (mei tot december): 3.960.725 kwh ( 27.725 kwhvoor de POD DO).2008 (mai à décembre): 3.960.725 kwh (soit 27.725 kwhpour le SPP DD).2009: 4.179.260 kwh (29.254 kwh voor de POD DO). 2009: 4.179.260 kwh (soit 29.254 kwh pour le SPP DD).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201030115. b) Dit is niet zo in de Financiëntoren. 15. b) Ce n'est pas le cas de la Tour des Finances.15 c) Dit is niet zo in de Financiëntoren. 15 c) Ce n'est pas le cas de la Tour des Finances.15 d) Dit is niet zo in de Financiëntoren. 15 d) Ce n'est pas le cas de la Tour des Finances.16. a) De vier ketels van de FINTO hebben een rendementvan 93 tot 97%.16. b) Ja. 16. b) Oui.16. a) Les quatre chaudières de la Tour des Finances ontun rendement de 93 à 97%.17. Dit is niet zo in de Financiëntoren. 17. Ce n'est pas le cas de la Tour des Finances.18. Dit is niet zo in de Financiëntoren. (maar wordtonderzocht)18. Ce n'est pas le cas à la Tour des Finances (mais àl'étude).19. Dit is niet zo in de Financiëntoren. 19. Ce n'est pas le cas à la Tour des Finances.20. De Financiëntoren is voorzien van isolerend dubbelglas.20. La Tour des Finances est équipée de double vitrageisolant.21. Dit is zo in de Financiëntoren. 21. C'est le cas de la Tour des Finances.22. Dit is zo in de Financiëntoren. 22. C'est le cas de la Tour des Finances.23. Dit is zo in de Financiëntoren. 23. C'est le cas de la Tour des Finances.24. Dit is niet zo in de Financiëntoren. 24. Ce n'est pas le cas à la Tour des Finances.25. Het wordt momenteel onderzocht. 25. C'est actuellement à l'étude.DO 2009201014744Vraag nr. 101 van mevrouw de volksvertegenwoordigerNathalie Muylle van 08 februari 2010 (N.) aan deminister van Klimaat en Energie:Lokale sensibiliserings-initiatieven.Het veranderende klimaat is iets dat iedereen aangaat. Debevolking informeren en sensibiliseren over welke bijdragezij kan leveren in de strijd tegen de opwarming vande aarde is dan ook belangrijk. Naast algemene sensibilisering,zoals bijvoorbeeld de rekenmodules op de websiteenergievreters.be of het educatief dossier voor het basis- ensecundair onderwijs, is er ook ruimte voorzien voor specifiekelokale sensibiliserings-initiatieven. Er is een subsidiesysteemuitgewerkt dat dergelijke initiatieven moetaanmoedigen en ondersteunen.1. Welk budget werd er vrijgemaakt in 2008 en in 2009om lokale sensibiliserings-initiatieven te subsidiëren?2. Kan u een overzicht geven van alle lokale sensibiliserings-initiatievendie hiermee werden gefinancierd, telkensmet het uitgekeerde bedrag in 2008 en in 2009?DO 2009201014744Question n° 101 de madame la députée Nathalie Muylledu 08 février 2010 (N.) au ministre du Climat etde l'Énergie:Initiatives locales de sensibilisation.Les changements climatiques concernent tout un chacun.Il est donc important de sensibiliser la population etd'informer les citoyens sur la manière dont ils peuventcontribuer à la lutte contre le réchauffement planétaire.Outre la sensibilisation générale, comme, par exemple, lesmodules de calcul sur le site "energivores.be" ou le dossierpédagogique pour l'enseignement primaire et secondaire,une place a également été prévue pour des initiatives spécifiquesde sensibilisation au niveau local. Un système desubventions a d'ailleurs été mis en place afin de stimuler etde soutenir de telles initiatives.1. Quel budget a-t-il été affecté, en 2008 et en 2009, ausubventionnement d'initiatives locales de sensibilisation?2. Pouvez-vous fournir un aperçu des initiatives localesde sensibilisation qui ont été financées en 2008 et en 2009grâce à cette mesure, en indiquant chaque fois le montantversé?3. Hoe werden deze initiatieven uitgekozen? 3. Comment ces initiatives ont-elles été sélectionnées?4. a) Wordt er een evaluatie van deze initiatieven en deuitgekeerde middelen uitgevoerd?4. a) Procède-t-on à une évaluation de ces initiatives etdes moyens financiers qui y sont affectés?b) Zo ja, wat zijn de bevindingen? b) Si oui, quels sont les résultats de cette évaluation?5. a) Wordt deze subsidiëring van lokale sensibiliseringsinitiatievengekoppeld aan reductiedoelstellingen?5. a) Ce subventionnement d'initiatives locales de sensibilisationest-il lié à des objectifs de réduction del'empreinte écologique?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

302 QRVA 52 10029-03-2010b) Zo ja, wat is de impact van deze door de federale overheidgesubsidieerde initiatieven in 2008 en in 2009?6. Is er een afstemming met de Gewesten zodanig dat ergeen overlapping is en de voorbehouden middelen zo efficiëntmogelijk kunnen worden ingezet?b) Si oui, quel a été l'impact des initiatives subventionnéespar l'État fédéral en 2008 et en 2009?6. Y a-t-il une concertation avec les Régions à ce sujet,de manière à éviter les doubles emplois et à s'assurer queles moyens financiers soient utilisés le plus efficacementpossible?7. Welk budget wordt er vrijgemaakt voor 2010? 7. Quel budget est-il prévu pour 2010?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 23 maart 2010, op de vraag nr. 101 van mevrouwde volksvertegenwoordiger Nathalie Muylle van08 februari 2010 (N.):1. Zowel in 2008 als in 2009 werd een budget van 10.000euro vrijgemaakt. Er dient echter opgemerkt dat niet hetvolledige budget opgebruikt werd. Het is uiteraard onmogelijkhet aantal aanvragen en de hiervoor benodigdebedragen op voorhand exact in te schatten, maar bovendiendiende elk jaar opnieuw een tijdrovende procedure doorlopente worden om een nieuw koninklijk besluit (KB) tepubliceren, wat een actieve communicatie (promotie voorhet bestaan van deze subsidiemogelijkheid) in het voorjaaronmogelijk maakte. Bovendien worden dossiers geweigerdomdat ze niet bijtijds ingediend worden of omdat niet voldoende(of niet de juiste) bewijslast kan voorgelegd worden.2. De initiatieven zijn afkomstig van diverse initiatiefnemers(milieuorganisaties, socio-culturele verenigingen,gemeenten, jongeren- of seniorenorganisaties, privé-personen,feitelijke verenigingen, enzovoort) en worden dus nietdoor mijn diensten 'uitgekozen'. Elke aanvraag wordt apartonderzocht en geëvalueerd (zie ook het antwoord op devolgende vraag).Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du23 mars 2010, à la question n° 101 de madame ladéputée Nathalie Muylle du 08 février 2010 (N.):1. En 2008 comme en 2009, un budget de 10.000 euros aété dégagé. Il convient toutefois de noter que tout le budgetn'a pas été utilisé. Il est bien évidemment impossible d'estimerà l'avance et de manière précise le nombre de demandeset les montants nécessaires, sans oublier que lapublication d'un nouvel arrêté royal (AR) exigeait chaqueannée de suivre une longue procédure, rendant impossibletoute communication active (c'est-à-dire promouvoir l'existencede cette possibilité de subside) au printemps. Parailleurs, des dossiers sont refusés du fait qu'ils ne sont pasintroduits à temps ou parce que les pièces justificativessoumises ne sont pas suffisantes (ou sont incorrectes).2. Les initiatives prises sont issues de divers secteurs(organisations environnementales, associations socioculturelles,communes, associations de jeunes ou de personnesâgées, particuliers, associations de fait, entre autres)et ne sont donc pas "sélectionnées" par mes services. Chaquedemande est examinée et évaluée individuellement(voir aussi réponse à la question suivante).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20103033. Het spreekt voor zich dat alle initiatieven geëvalueerdworden, zowel op inhoudelijk, organisatorisch en administratief-financieelvlak. Alle ingezonden aanvragen wordenin een eerste fase gescreend op een aantal "toelatingsvoorwaarden"op basis van de voorwaarden gesteld in het desbetreffendeKB: zo moet bijvoorbeeld het onderwerpinhoudelijk relevant en de geboden informatie wetenschappelijkcorrect zijn, moeten de sprekers over de nodige competentiesbeschikken en moet de infosessie eenoplossingsgericht karakter hebben. Op organisatorisch vlakis een goede voorafgaandelijke communicatie ter aankondigingvan het evenement vereist en moet het evenementopenstaan voor het grote publiek. Op basis van al deze elementenontvangen de aanvragers al dan niet een principiëlevoorafgaandelijke goedkeuring. De definitieve goedkeuringvan hun dossier gebeurt pas later, na het voorleggenvan al het bewijsmateriaal op communicatief vlak (uitnodigingen,affiches, websites, folders en dergelijke), inhoudelijkvlak (zoals de gegeven presentaties) en administratieffinancieelvlak (gehandtekende aanwezigheidslijsten,bewijzen van uitgaven en betalingsbewijzen). Het is pas opdat moment dat ook het juiste bedrag van de toelage wordtbepaald. De Inspectie van Financiën heeft steeds inzage inalle dossiers die worden opgenomen in een ministerieelbesluit, dat de uitbetaling ervan regelt.4. Nee, zoals u ongetwijfeld weet is de evaluatie van heteffect van een sensibilisatieactiviteit (het aantonen van eengedragsverandering met andere woorden) op zich al quasionmogelijk, tenzij misschien met een diepgaande wetenschappelijkeopvolging en analyse. Dit neemt niet weg datsociologische studies en analyses van de resultaten vanpublieksenquêtes duidelijk aantonen dat die sensibilisatieeen cruciale eerste stap is in de verwerving van de noodzakelijkekennis en van het doorvoeren een gedragsverandering.Het feit dat de weerhouden subsidie-aanvragen ookper definitie een oplossingsgericht karakter hebben, zaldaar zeker sterk toe bijdragen.5. Voor de lancering van dit initiatief werd er overleggepleegd met gewestelijke diensten die mogelijk analogeinitiatieven zouden kunnen ontplooid hebben. Tot nu toeheb ik nog steeds geen gelijkaardig initiatief georen.6. Nu er niet langer een nood is om jaarlijks een nieuwKB te moeten laten goedkeuren, bestaat er in 2010 voor heteerst een mogelijkheid om dit initiatief een ruimerebekendheid te geven.bijlage: Subsidiedossiers die in 2008/2009 per ministerieelbesluit goedgekeurd werden:Dossiers van 2007: 5.266,23 euro3. Il va de soi que toutes les initiatives sont évaluées, tantau niveau du contenu que sur les plans organisationnel,administratif et financier. Toutes les demandes envoyéessont dans un premier temps analysées à la lumière d'un certainnombre de "conditions d'admission" basées sur les critèresétablis par l'AR concerné: par exemple le contenu dusujet doit être pertinent, l'information fournie doit êtrescientifiquement correcte, les intervenants doivent disposerdes compétences nécessaires et la séance d'informationdoit être orientée vers la recherche de solutions. L'organisationdoit s'appuyer sur une promotion efficace pourannoncer l'événement, lequel doit être destiné au grandpublic. En fonction de tous ces éléments, la demande faitl'objet ou non d'un premier accord de principe. Le dossiern'est définitivement approuvé que plus tard, après présentationde tous les éléments de vérification en termes decommunication (invitations, affiches, sites web, folders,etc.), de contenu (par exemple les présentations données)et du point de vue administratif et financier (listes de présencessignées, attestations de dépenses et preuves de paiement).À ce moment-là seulement, le montant exact dusubside est déterminé. L'Inspection des Finances prendtoujours connaissance de tous les dossiers repris dans unarrêté ministériel qui en règle le paiement.4. Non. Comme vous devez sans aucun doute le savoir, ilest en soi déjà quasiment impossible d'évaluer l'incidenced'une action de sensibilisation (c'est-à-dire démontrer unchangement de comportement), si ce n'est peut-être par lebiais d'un suivi et d'une analyse scientifiques approfondis.Il n'empêche que des études sociologiques et des analysesde résultats d'enquêtes publiques montrent clairement quecette sensibilisation représente une première étape crucialedans l'acquisition des connaissances nécessaires et dans laréalisation d'un changement de comportement. Une contributionimportante à cet égard est le fait que les demandesde subsides retenues sont par définition orientées vers larecherche de solutions.5. Pour le lancement de cette initiative, contact a été prisavec les services régionaux susceptibles de déployer desactions similaires. Jusqu'à présent, je n'ai pas connaissanced'initiative semblable.6. Dans la mesure où il n'est plus nécessaire aujourd'huide faire approuver chaque année un nouvel AR, nous avonsen 2010 pour la première fois la possibilité de conférer àcette initiative une plus grande notoriété.annexe: Dossiers de subsides approuvés par arrêté ministérielen 2008/2009:Dossiers de 2007: 5.266,23 eurosK A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

304 QRVA 52 10029-03-2010Davidsfonds Wevelgem 102,55 euroASBL De Bouche à l'Oreille 12,39 euroDavidsfonds Zwevegem 190,80 euroEcodeveloppement en Wallonie 500,00 euroSPA Ternat 500,00 euroEcodeveloppement en Wallonie 489,05 euroWinewise 500,00 euroBuurtontwikkelingsmaatschappij vzw 330,00 euroKVLV 500,00 euroKWB-Bellegem 448,08 euroGemeentebestuur Zulte 255,21 euroGemeentebestuur Zulte 500,00Ethisch Vegetarisch Alternatief 411,39 euroACV Asse-Zellik 151,76 euroCommune de Comblain-au-Pont 375,00 euroministerieel besluit van 10 februari 2009 (dossiers van2008): 7.367,33 euroCurieus Melle 23,83 euroCurieus Oostkamp 500,00 euroCurieus Blankenberge 500,00 euroCurieus Ieper 500,00 euroDavidsfonds Wevelgem 102,55 eurosASBL De Bouche à l'Oreille 12,39 eurosDavidsfonds Zwevegem 190,80 eurosEcodeveloppement en Wallonie 500,00 eurosSPA Ternat 500,00 eurosEcodeveloppement en Wallonie 489,05 eurosWinewise 500,00 eurosBuurtontwikkelingsmaatschappij vzw 330,00 eurosKVLV 500,00 eurosKWB-Bellegem 448,08 eurosGemeentebestuur Zulte 255,21 eurosGemeentebestuur Zulte 500,00 eurosEthisch Vegetarisch Alternatief 411,39 eurosACV Asse-Zellik 151,76 eurosCommune de Comblain-au-Pont 375,00 eurosarrêté ministériel du 10 février 2009 (dossiers de 2008):7.367,33 eurosCurieus Melle 23,83 eurosCurieus Oostkamp 500,00 eurosCurieus Blankenberge 500,00 eurosCurieus Ieper 500,00 eurosNatuurpunt Gent 343,50 euro Natuurpunt Gent 343,50Ethisch Vegetarisch Alternatief 500,00 euroCurieus Oostende 500,00 euroCurieus Roeselare 500,00 euroCurieus Harelbeke 500,00 euroCurieus Torhout 500,00 euroCurieus Izegem 500,00 euroCurieus De Blauwe Poort (Kortrijk) 500,00 euroCurieus Vuurtorenwijk (Oostende) 500,00 euroCurieus Westende 500,00 euroCurieus Brugge-Sint-Pieters 500,00 euroCurieus Poperinge 500,00 euroministerieel besluit van 8 december 2009 (dossiers van2009): 3.177,94 euroCurieus Assebroek 431,25 euroVIVA-SVV 78,53 euroGents Milieufront 455,04 euroGemeentebestuur St-Lievens-Houtem 352,31 euroGemeentebestuur St-Lievens-Houtem 261,31 euroGemeentebestuur St-Lievens-Houtem 282,45 euroAdministration communale de Villers-le-Bouillet 500,00euroWachtebeke Anders Cultuur (WAC) 294,75 euroACV Evergem 283,50 euroCentre culturel de Genappe 238,80 euroEthisch Vegetarisch Alternatief 500,00 eurosCurieus Oostende 500,00 eurosCurieus Roeselare 500,00 eurosCurieus Harelbeke 500,00 eurosCurieus Torhout 500,00 eurosCurieus Izegem 500,00 eurosCurieus De Blauwe Poort (Kortrijk) 500,00 eurosCurieus Vuurtorenwijk (Oostende) 500,00 eurosCurieus Westende 500,00 eurosCurieus Brugge-Sint-Pieters 500,00 eurosCurieus Poperinge 500,00 eurosarrêté ministériel du 8 décembre 2009 (dossiers de 2009):3.177,94 eurosCurieus Assebroek 431,25 eurosVIVA-SVV 78,53 eurosGents Milieufront 455,04 eurosGemeentebestuur St-Lievens-Houtem 352,31 eurosGemeentebestuur St-Lievens-Houtem 261,31 eurosGemeentebestuur St-Lievens-Houtem 282,45 eurosAdministration communale de Villers-le-Bouillet 500,00eurosWachtebeke Anders Cultuur (WAC) 294,75 eurosACV Evergem 283,50 eurosCentre culturel de Genappe 238,80 eurosK A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010305DO 2009201014887Vraag nr. 109 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 11 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Klimaat en Energie:Biodiversiteit.Ter gelegenheid van de conferentie Science et politiquesde la biodiversité in Parijs zei de directeur-generaal vanUnesco, Irina Bokova, in haar openingstoespraak op25 janvier 2010 dat het behoud van de biologische diversiteiteen even grote wereldwijde uitdaging vormt als de klimaatverandering.1. Unesco heeft voorgesteld een intergouvernementeledeskundigengroep inzake biodiversiteit op te richten om deinformatie-uitwisseling tussen wetenschappers en beleidsmakerste verbeteren, naar het voorbeeld van het IPPCvoor het klimaat.a) Zou de regering de oprichting van die nieuwe instantiesteunen?b) Zou dit dossier tijdens het Belgische EU-voorzitterschapnaar voren gebracht en geconcretiseerd kunnen worden?2. Dragen België of de Europese Unie bij aan de financieringvan het MAB-programma (Man and the BiosphereProgramme) van Unesco?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 22 maart 2010, op de vraag nr. 109 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van11 februari 2010 (Fr.):1. In uw eerste punt verwijst u naar een voorstel van deUnesco om een intergouvernementele expertgroep op terichten gewijd aan de biodiversiteit, met als doel de interfacete verbeteren tussen wetenschap en politiek. Waar unaar verwijst staat bekend onder het Engelse acroniemIPBES (Intergovernmental science-policy platform of biodiversityand ecosystem services). IPBES is geen expertgroepmaar een intergouvernementeel mechanisme. Hetidee om een dergelijk mechanisme op te richten werd in2005 gelanceerd door het secretariaat-generaal van de VerenigdeNaties naar aanleiding van het Millenium ecosystemassessment (MA). In februari 2008 werd dit initiatiefovergenomen door UNEP dat een intergouvernementeelproces opzet heeft om te debatteren over de verbeteringvan de interface tussen wetenschappers en politici door eenIntergouvernementeel Wetenschappelijk-Politiek Platformover Biodiversiteits- en Ecosysteemdiensten (IPBES) op terichten.DO 2009201014887Question n° 109 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 11 février 2010 (Fr.) au ministre du Climat etde l'Énergie:La biodiversité.La Directrice générale de l'Unesco Irina Bokova, a déclaréle 25 janvier 2010 lors de l'ouverture à Paris d'uneconférence intitulée "Science et politiques de la biodiversité"que la préservation de la diversité biologique constitueun enjeu mondial au même titre que le changement climatique.1. Unesco a proposé d'établir un Groupe intergouvernementald'experts consacré à la biodiversité destiné à améliorerl'interface entre scientifiques et politiques, à l'imagedu GIEC pour le climat.a) Le gouvernement serait-il favorable à la création decette nouvelle instance?b) Est-ce un dossier qui pourrait être porté et concrétisépendant la présidence belge?2. Pourriez-vous communiquer si la Belgique ou l'Unioneuropéenne participent au financement du programmeMAB (Man and Biosphere) de l'Unesco?Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du22 mars 2010, à la question n° 109 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 11 février 2010 (Fr.):1. Dans votre premier point, vous faites mention d'uneproposition par l'Unesco d'établir un Groupe intergouvernementald'experts consacré à la biodiversité destiné àaméliorer l'interface entre scientifiques et politiques. Cedont vous parlez est connu sous l'acronyme anglais IPBES(Intergovernmental science-policy platform of biodiversityand ecosystem services). IPBES n'est pas un grouped'experts mais un mécanisme intergouvernemental. L'idéede la création d'un tel mécanisme a été lancée en 2005 parle secrétariat général des Nations Unies suite à l'Evaluationdes écosystèmes pour le millénaire ('MA, Millenium ecosystemassessment'). En février 2008, cette initiative estreprise par le PNUE qui lance un processus intergouvernementalpour discuter de l'amélioration de l'interface entrescientifiques et politiques en établissant une plate-formeintergouvernementale science-politique sur la biodiversitéet les services écosystémiques (IPBES).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

306 QRVA 52 10029-03-2010In mei 2008 erkende de negende Conferentie van de Partijenvan het VBD (die vergaderde in Bonn) het belang vanhet genomen initiatief en ze reageerde gunstig op het voorstelvan UNEP om een intergouvernementele conferentie teorganiseren over de oprichting van IPBES (Besluit IX/15)die heeft plaatsgevonden in november 2008.a) België is voorstander van de oprichting van een dergelijkmechanisme op voorwaarde dat men onder meer duidelijkomschrijft wat het mandaat en de rol is.België is erg actief in dit dossier en de opmerkingen dieBelgië sinds het begin van de onderhandelingen maakte,worden nu beetje bij beetje overgenomen door de rest vande EU.Hoewel er de afgelopen jaren heel wat belangrijke evaluatieshebben plaatsgevonden, werd er onvoldoende rekeninggehouden met de wetenschappelijke informatie diedaaruit voortkwam.De EU maakt zich sterk dat het noodzakelijk is de legitimiteiten de geloofwaardigheid te versterken van relevantewetenschappelijke kennis over biodiversiteit en over deecosysteemdiensten, en om de onafhankelijkheid te versterkenvan de wetenschappelijke adviezen aan de politiek.Ook al kunnen sommige bestaande wetenschappelijkpolitiekestructuren versterkt worden, is het onmogelijk omvia die bestaande structuren te voldoen aan alle behoeftenvan de regeringen en andere stakeholders op nationaal,regionaal en mondiaal vlak.Er is dus een intergouvernementeel mechanisme nodigom de interface te versterken tussen wetenschap en politiek,en om het niveau van politieke aanvaardbaarheid vande geproduceerde kennis te verhogen. Dat nieuwe mechanismezou aldus een onafhankelijke multidisciplinaire(wetenschappelijke, natuurgerelateerde en socio-economische)component moeten toevoegen aan de bestuurlijkeaanpak van de mondiale biodiversiteit en zorgen voor eengrotere wetenschappelijke reikwijdte, coherentie en doeltreffendheid.IPBES zou ervoor moeten zorgen dat er politiek relevanteen aanvaardbare resultaten worden geboekt die zijnaangepast aan de noden van de regeringen en de Multilateralemilieuovereenkomsten (MEA's). Dat betekent niet datIPBES gestuurd zou moeten worden door een of meerdereMEA's, maar dat het een antwoord moet bieden op de vragendie gesteld worden door de MEA's en de regeringen.En mai 2008, la neuvième Conférence des parties de laCDB (réunie à Bonn) reconnaît l'importance de la démarcheengagée et accueille favorablement la proposition duPNUE d'organiser une conférence intergouvernementalesur la mise en place de l'IPBES (Décision IX/15) qui a eulieu en novembre 2008.a) La Belgique est favorable à la création d'un tel mécanismeà condition que l'on définisse très clairement sonmandat, son rôle, etc.La Belgique est très active sur ce dossier et les remarquesapportées par la Belgique depuis le début des négociationssont maintenant peu à peu reprises par le reste de l'UE.Bien que de nombreuses évaluations précieuses aient eulieu au cours des dernières années, les informations scientifiquesproduites n'ont pas été suffisamment prises encompte.L'UE fait valoir qu'il y a une nécessité de renforcer lalégitimité et la crédibilité des connaissances scientifiquespertinentes sur la biodiversité et sur les services écosystémiques,et de renforcer l'indépendance des avis scientifiquesfournis aux politiques.Même si certaines structures sciences-politiques existantespeuvent être renforcées, l'ensemble des besoins desgouvernements et autres parties prenantes au niveau national,régional et mondial ne peuvent être satisfaits au traversde ces structures existantes.Un mécanisme intergouvernemental est donc nécessairepour renforcer l'interface entre science et politique et augmenterle niveau d'acceptabilité politique des connaissancesproduites. Ce nouveau mécanisme devrait ainsi ajouterune composante multidisciplinaire (scientifique, nature etsocio-économique) indépendante à la gouvernance de labiodiversité mondiale et accroître sa portée scientifique, sacohérence et son efficacité.IPBES devrait veiller à produire des résultats politiquementpertinents et politiquement acceptables adaptés auxbesoins des gouvernements et des Accords Multilatérauxen matière d'Environnement (AME). Cela ne signifie pasqu'IPBES devrait être régi par un ou plusieurs AME, maisqu'il doit répondre aux questions posées par les AME et lesgouvernements.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010307IPBES zou enkel moeten ingaan op de vragen van regeringenen/of van intergouvernementele processen en organenen zou de relevante MEA's (VBD, Ramsar, CITES,CMS, etc.) evenals de organen van de Verenigde Naties(FAO) geëvalueerde kennis, hulpmiddelen en capaciteitmoeten bieden.België vindt het belangrijk om te benadrukken dat er eenverschil bestaat tussen het doel om informatie te bezorgenaan het grote publiek en het doel om te antwoorden op deverzoeken van de intergouvernementele politiek en organen.IPBES zou dan een cruciale rol te spelen hebben inzakesensibilisatie en communicatie van de resultaten en duszouden de rapporten en de informatie die IPBES opleverde,beschikbaar moeten zijn voor alle partijen, metinbegrip van de ngo's, de openbare en de privésector.b) Na afloop van de tweede bijzondere intergouvernementeleen multipartite conferentie gewijd aan de tenuitvoerleggingvan IPBES (oktober 2009), wordt nieuwoverleg (op bilateraal niveau) onontbeerlijk geacht tussende betrokken regeringen en organisaties, om de blijvendereserves weg te nemen van bepaalde landen. Bovendienwerd er beslist om bijkomende analyses uit te voeren omde modaliteiten vast te stellen voor de oprichting van eennieuw intergouvernementeel mechanisme (structuren enprocedures inzake bestuur, opties en criteria voor een eventueelsecretariaat, informatie over de noden inzake financiering,en dergelijke).Tot slot wordt er voorgesteld om een derde en laatstemultipartite intergouvernementele vergadering te houden(juni 2010) om te onderhandelen en te beslissen over deoprichting of niet van IPBES, waarvan de conclusies meegedeeldzouden kunnen worden, ofwel tijdens de specialezitting (UNGA-SS, september 2010) ofwel tijdens de vijfenzestigsteregelmatige zitting (UNGA-65, november2010) van de algemene vergadering van de VerenigdeNaties (in de hoop van een validering). De oprichting vaneen mogelijk IPBES zou dus kunnen plaatsvinden onderhet Belgisch voorzitterschap van de EU.IPBES devrait limiter ses réponses aux demandes desgouvernements et/ou des processus et organes intergouvernementauxet devrait fournir des connaissances évaluées,des outils et la capacité aux AME pertinentes (CDB, Ramsar,CITES, CMS, etc.) et aux organes des Nations unies(FAO).La Belgique estime qu'il est important de souligner la différenceentre le but de fournir des informations au grandpublic et le but de répondre aux requêtes des politiques etorganes intergouvernementaux.IPBES aurait alors un rôle crucial à jouer en matière desensibilisation et de communication des résultats et donc,les rapports et les informations générées à travers IPBESdevraient être disponibles pour tous les intervenants ycompris les ONG, le secteur public et privé.b) Au terme de la seconde conférence intergouvernementaleet multipartite spéciale consacrée à la mise en oeuvredu dispositif IPBES (octobre 2009), de nouvelles consultations(à un niveau bilatéral) sont jugées indispensablesentre les gouvernements et les organisations concernées,afin de lever les réserves persistantes de certains pays. Deplus, il est décidé de mener des analyses supplémentairespour préciser les modalités de création d'un nouveau mécanismeintergouvernemental (structures et procédures degouvernance, options et critères pour un éventuel secrétariat,informations sur les besoins en matière de financement,etc.).Enfin, il est proposé de convoquer une troisième et dernièreréunion intergouvernementale multipartite (juin2010) pour négocier et décider de la création ou non del'IPBES, dont les conclusions pourraient être communiquéessoit lors de la session spéciale (UNGA-SS, septembre2010) ou lors de la soixante-cinquième sessionrégulière (UNGA-65, novembre 2010) de l'Assembléegénérale des Nations Unies (avec l'espoir d'une validation).L'établissement d'un possible IPBES pourrait donc se fairesous la Présidence belge de l'UE.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

308 QRVA 52 10029-03-2010Wat de Europese Unie (EU) betreft, hadden een aantallidstaten in eerste instantie bedenkingen bij het idee omeen nieuw mechanisme op te richten, andere waren erronduit tegen. Uiteindelijk, en na lange onderhandelingenin Brussel, heeft de EU een akkoord gevonden om IPBESte ondersteunen, maar ze blijft voorlopig waakzaam aangaandevolgende punten:- de resultaten van de bilaterale onderhandelingen metde landen die nog steeds reserves hebben aangaande deoprichting van een nieuw mechanisme (Australië, Canada,China, Maleisië, Mexico en in het bijzonder met de Afrikaanselanden en hun woordvoerder in Nairobi; Senegal),- de reële rol van IPBES inzake global governance voorde biodiversiteit na 2010 (de netwerken activeren, de kennisop wereldvlak over biodiversiteit en ecosystemen synthetiseren,de regeringen uitstekende wetenschappelijkeinput aanbieden als hulpmiddel bij beslissingen, periodiekewetenschappelijke evaluaties publiceren over de toestandvan de biodiversiteit en van de ecosysteemdiensten, zorgenvoor de versterking van de onderzoekscapaciteit opwereldvlak, en dergelijke).Bovendien zal de EU nog haar standpunt moeten toelichtenover een aantal aspecten, met name het juridisch statuutvan IPBES, de bestuurlijke principes en het internreglement van een dergelijk mechanisme.Tot slot, ook al heeft de Unesco het openlijk over demogelijkheid om in te staan voor het Secretariaat van ditmogelijke IPBES, opteren België en andere lidstaten vande EU voor een Secretariaat dat institutioneel verdeeld zoumoeten worden tussen verschillende sleutelorganismeszoals UNEP, het UNDP, de FAO en Unesco.2. Wat het federale milieu betreft, wordt er momenteelgeen enkele subsidie gestort in het kader van het programma"Man and Biosphere".België steunt echter l'École régionale supérieure d'aménagementintégré des forêts tropicales (ERAIFT) in deDemocratische Republiek Congo. De school wordtbeheerd door het programma Man and Biosphere (MAB),met de hulp van een aantal landen waarvan de meeste sub-Sahara landen zijn. Ze leidt een nieuwe generatie Afrikaansespecialisten en besluitvormers op om een geïntegreerdeaanpak toe te passen in het in situ beheer vanAfrikaanse wouden, vanuit een ecosysteembenadering.Het land neemt eveneens deel aan een groot aantal projectenaangaande aardwetenschappen, gaande van onderzeeseaardverschuivingen tot onderzoek naar hetriftsysteem in Oost-Afrika.Au niveau de l'Union européenne (UE), plusieurs de sesEtats membres ont été dans un premier temps réservés àl'idée de créer un nouveau mécanisme, voire opposés.Finalement et suite à de longues négociations à Bruxelles,l'UE a trouvé un accord pour soutenir l'IPBES, mais restepour l'heure vigilante sur les points suivants:- les résultats des négociations bilatérales avec les paystoujours réservés sur la création d'un nouveau mécanisme(Australie, Canada, Chine, Malaisie, Mexique et en particulieravec les pays africains et leur porte-parole à Nairobi;le Sénégal),- le réel rôle de l'IPBES dans la gouvernance globalepour la biodiversité après 2010 (activer les réseaux, synthétiserles connaissances globales sur la biodiversité et lesécosystèmes, produire l'excellence scientifique aux gouvernementscomme outil d'aide à la décision, publier desévaluations scientifiques périodiques sur l'état de la biodiversitéet des services écosystémiques, faciliter le renforcementdes capacités de recherche au niveau mondial, etc.).De plus, l'UE devra donc encore clarifier sa position surplusieurs aspects, notamment le statut juridique del'IPBES, les principes de gouvernance et le règlement intérieurd'un tel mécanisme.Finalement, même si l'UNESCO parle ouvertement de lapossibilité d'accueillir le Secrétariat de ce possible IPBES,la Belgique et d'autres Etats-Membres de l'UE optent pourun Secrétariat qui devrait être institutionnellement partagéentre plusieurs organismes clés tels le PNUE, le PNUD, laFAO et l'Unesco.2. Au niveau de l'environnement fédéral, aucun subside,aucune subvention n'est actuellement versée dans le cadredu programme "Man and Biosphère".Cependant, la Belgique soutien l'École régionale supérieured'aménagement intégré des forêts tropicales(ERAIFT), située en République démocratique du Congo.L'école est gérée par le programme de l'Homme et la biosphère(MAB), avec l'aide de plusieurs pays donc une majoritéde pays d'Afrique Sub-Saharienne. Elle forme unenouvelle génération de spécialistes et de décideurs africainsà appliquer une approche intégrée de la gestion deforêts africaines in situ en prenant les écosystèmes encompte.Le pays participe également à un grand nombre de projetsliés aux sciences de la terre, allant des mouvements demasse sous marins à l'étude du système du rift Est africain.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010309Er bestaat in België geen geklasseerde MAB-site. Belgiëfinanciert echter wel, via Directoraat-generaal Ontwikkelingssamenwerking,onder andere een biosfeerreservaat inhet kader van de bescherming van de biodiversiteit in deDemocratische Republiek Congo.Voor meer informatie, zou ik u willen verzoeken om contactop te nemen met mijn collega, Charles Michel, ministervan Ontwikkelingssamenwerking.Il n'y a pas de site classé MAB en Belgique. Par contre, laBelgique, via la Direction générale de la coopération audéveloppement, finance entre-autre une réserve de biosphèredans le cadre de la protection de la biodiversité enRépublique Démocratique du Congo.Pour de plus amples informations, je vous invite à prendrecontact avec mon collègue, Charles Michel, ministre dela Coopération au développement.DO 2009201014925Vraag nr. 110 van de heer volksvertegenwoordiger JeanCornil van 11 februari 2010 (Fr.) aan de ministervan Klimaat en Energie:POD Duurzame Ontwikkeling.- FOD Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.- Cel duurzameontwikkeling.Conform het koninklijk besluit van 22 september 2004werd er een cel Duurzame Ontwikkeling opgericht bij dePOD Duurzame Ontwikkeling en bij de FOD Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieuop initiatief van het Directoraat-generaal Leefmilieu.De cel Duurzame Ontwikkeling heeft velerlei opdrachten,waaronder het opstellen van een ontwerpactieplanvoor de dienst waaronder ze ressorteert; het uitvoeren vaneen duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling (DOEB),dit is het bestuderen van de mogelijke sociale, economischeen milieueffecten van een voorgesteld beleid vooraleerde uiteindelijke beslissing genomen wordt; hetsensibiliseren van de dienst omtrent duurzame ontwikkeling;de interne coördinatie van de uitvoering van de maatregelenvan het lopende Federaal Plan inzake DuurzameOntwikkeling; het opvolgen van de duurzaamheid van deoverheidsopdrachten van de dienst; en het opvolgen van deuitvoering van het beleid inzake interne milieuzorg van dedienst.1. Hoe zijn de samenstelling en het budget van die cel bijde POD Duurzame Ontwikkeling en de FOD Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu,waarin u bevoegd bent voor Milieu, sinds het begin vandeze zittingsperiode geëvolueerd?2. Welke acties hebben deze cellen in 2007,in 2008 en2009 in het kader van de bovengenoemde opdrachtenondernomen?DO 2009201014925Question n° 110 de monsieur le député Jean Cornil du11 février 2010 (Fr.) au ministre du Climat et del'Énergie:SPP Développement durable. - SPF Santé publique, Sécuritéde la Chaîne alimentaire et Environnement. - La celluledéveloppement durable.Conformément à l'arrêté royal du 22 septembre 2004,une cellule de Développement durable a été constituée ausein du SPP Développement durable et au sein du SPF dela Santé publique, de la Sécurité de la Chaîne alimentaire etEnvironnement à l'initiative de la Direction générale Environnement.La mission de cette cellule est multiple et comprendnotamment la rédaction d'un projet de plan d'action pourson service; l'étude des effets sociaux, économique et environnementauxd'une politique proposée avant la prise dedécisions finales; la sensibilisation de son service au développementdurable; l'exécution des mesures du Plan fédéralde Développement durable en cours; le suivi de la durabilitédes marchés publics du service ainsi que le suivi del'exécution de la politique en matière de gestion environnementaleinterne du service.1. Quelle est l'évolution de la composition et du budgetalloué à cette cellule au sein de ce SPP et de ce SPF au seinduquel vous êtes compétents pour la partie Environnement,depuis le début de cette législature?2. Quelles sont les actions menées au sein de ces cellulesdurant les années 2007, 2008 et 2009 dans le cadre desmissions citée ci-dessus?3. Met welke resultaten? 3. Quels sont les résultats des actions de ces deux cellules?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

310 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 23 maart 2010, op de vraag nr. 110 van de heervolksvertegenwoordiger Jean Cornil van 11 februari2010 (Fr.):I) Voor wat de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van deVoedselketen en Leefmilieu betreft:1. Buiten de leden vermeld in artikel 5, § 1, van hetkoninklijk besluit van 22 september 2004 houdendeoprichting van cellen duurzame ontwikkeling in de federaleoverheidsdiensten, de programmatorische federaleoverheidsdiensten en het ministerie van Landsverdediging,zijn er in de cel Duurzame Ontwikkeling van de FODVolksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu,conform § 2 van datzelfde artikel 5, en voor zoverze nog niet vertegenwoordigd zijn door de leden vermeldin § 1, sinds de oprichting van de cel ook vertegenwoordigersvan alle directoraten-generaal (DG) van deze FOD,daarin inbegrepen het DG Leefmilieu, van al haar stafdienstenen van de twee wetenschappelijke instituten (WIV enCODA) aanwezig. Het budget voor de werking van dezecel valt sinds de oprichting van deze cel onder de algemenewerkingskosten van de diensten van de voorzitter van deFOD. Een opsplitsing van het exacte bedrag voor deze celis niet beschikbaar.2 en 3. Naast het opstellen van de jaarlijkse actieplannenheeft de cel DO in de loop van de jaren 2007, 2008 en 2009een aantal specifieke acties ontwikkeld die duurzame ontwikkelingbinnen de FOD een concrete inhoud heeft gegeven:a) EMAS-certificering: na het aanstellen van een verantwoordelijke"EMAS" in 2007, werden verschillende actiesondernomen (opleiding van heel het personeel van de FODover EMAS, over de milieudoelstellingen van de FOD enhoe ze zelf aan de realisatie daarvan kunnen bijdragen,duurzame aankopen van meubelen, wagenpark, bureaumateriaal,onderhoudsproducten, beperking van water- enelectriciteitsverbruik, afvalsortering, beperking van papierverbruikonder meer door tweezijdig afprinten, mobiliteitsplan,enzovoort) die moeten leiden tot een EMAScertificeringin 2010.Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du23 mars 2010, à la question n° 110 de monsieur ledéputé Jean Cornil du 11 février 2010 (Fr.):I) Pour ce qui concerne le SPF Santé publique, Sécuritéde la Chaîne alimentaire et Environnement:1. Outre les membres mentionnés à l'art. 5, § 1er, del'arrêté royal du 22 septembre 2004 portant création descellules de développement durable au sein des servicespublics fédéraux, des services publics fédéraux de programmationet du ministère de la Défense, la cellule Développementdurable du SPF Santé publique, Sécurité de laChaîne alimentaire et Environnement comprend également,depuis sa création, conformément au § 2 du mêmearticle 5, et dans la mesure où ils ne sont pas encore représentéspar les membres mentionnés au § 1er, des représentantsde toutes les directions générales (DG) de ce SPF, ence compris la DG Environnement, de tous ses servicesd'encadrement et des deux instituts scientifiques (ISP etCERVA). Le budget de fonctionnement de cette cellulerelève, depuis la création de la cellule, des dépenses généralesde fonctionnement des services du président du SPF.Aucune ventilation du montant exact pour cette cellulen'est disponible.2 et 3. En plus de l'élaboration des plans d'action annuels,la cellule Développement durable (DD) a mis au point, aucours des années 2007, 2008 et 2009, un certain nombred'actions spécifiques qui ont donné une portée concrète audéveloppement durable au sein du SPF:a) Certification EMAS: après la désignation d'un responsable"EMAS" en 2007, différentes actions ont été entreprises(formation de l'ensemble du personnel du SPF surEMAS, sur les objectifs environnementaux du SPF et sur lamanière dont ils peuvent eux-mêmes contribuer à leur réalisation,achats durables de meubles, parc automobile,matériel de bureau, produits d'entretien, limitation de laconsommation d'eau et d'électricité, tri des déchets, limitationde la consommation de papier, entre autres, en imprimantsur les deux faces du papier, plan de mobilité, etc.);ces actions doivent mener à une certification EMAS en2010.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010311b) Sensibilisering van het personeel van de FOD voorDO door het organiseren van de jaarlijkse Dag DO voorheel het personeel (in 2009 voor de vierde maal op rij!) metonder meer een duurzaam ontbijt, elk jaar een vijftigtalverschillende activiteiten, inzamelacties gebruikt speelgoed,gsm's, niet bederfbare voedingswaren voor de voedselbanken,en elk jaar afgesloten met een buffet metgerechten uit de wereldkeuken en omlijst met muziek uitalle hoeken van de wereld. Deze dag trekt elk jaar meerdan 1.000 deelnemers aan.c) Rosetta-project om jongeren aan een baan te helpen:selectieve afvalophaling (karton, papier, PMD) niet alleenbinnen de FOD VVVL, maar ook in andere FOD's.d) Systematisch gebruik van de DOEB-procedure bij hetontwerpen van beleidsmaatregelen.e) Bekendmaking aan en onderschrijving door de personeelsledenvan de FOD van het charter van de ecologischeambtenaar.II) Voor wat de POD Duurzame Ontwikkeling betreft:1. in overeenstemming met bovengenoemd KB, is de celsamengesteld uit:- de vertegenwoordiger van het lid van de regering of devertegenwoordigers van de leden van de regering in deICDO die bevoegd zijn voor de dienst;b) Sensibilisation du personnel du SPF au DD par l'organisationde la Journée annuelle du DD pour l'ensemble dupersonnel (quatrième édition consécutive en 2009) avec,notamment, un petit-déjeuner durable, une cinquantained'activités différentes chaque année, des actions de collectede jouets usagés, de gsm, de denrées alimentaires nonpérissables pour les banques alimentaires, et se clôturantchaque année par un buffet composés de plats de la cuisinedu monde accompagnés de musique des quatre coins de laplanète. Cette journée attire chaque année plus de 1.000participants.c) Projet Rosetta pour aider des jeunes à trouver unemploi: enlèvement sélectif des déchets (carton, papier,PMC) non seulement au sein du SPF SPSCAE mais aussidans d'autres SPF.d) Utilisation systématique de la procédure EIDDD lorsde l'élaboration de mesures de politique.e) Publication de la charte du fonctionnaire écologiquepour les membres du personnel du SPF et souscription àcette charte par ces membres du personnel.II) En ce qui concerne le SPP Développement durable:1. La cellule est, conformément au prescrit de l'AR susvisé,composée:- du représentant du membre du gouvernement ou desreprésentants des membres du gouvernement dans laCIDD, en charge du service;- de expert die de dienst in de ICDO vertegenwoordigt; - de l'expert qui représente le service à la CIDD;- de adviseur voor intern milieubeheer van de dienst; - du conseiller en gestion environnementale interne duservice;- een verantwoordelijke voor de begroting van de dienst; - d'un responsable du budget du service;- een verantwoordelijke voor het aankoopbeleid van dedienst;- een verantwoordelijke voor het communicatiebeleidvan de dienst.Gezien de specifieke aard van de POD Duurzame Ontwikkeling,die in het bijzonder met de coördinatie van decellen belast is, werd geen bijzonder begroting aan de werkingvan zijn cel duurzame ontwikkeling toegekend. Debudgetten worden immers rechtstreeks per project toegekend.2. Voor wat de ondernomen acties van de cel betreft, metname:a) Het opstellen van een ontwerp van actieplan voor haardienst: er bestaat geen, want het actieplan heeft twee doelstellingendie door andere middelen worden bereikt.- d'un responsable de la politique d'achat du service;- du responsable de la politique de communication duservice.Étant donné le caractère spécifique du SPP Développementdurable qui a, notamment, en charge la coordinationdes cellules, aucun budget particulier n'a été attribué aufonctionnement de sa cellule développement durable. Eneffet, les budgets sont directement attribués par projet.2. En ce qui concerne les actions menées, à savoir:a) La rédaction d'un projet de plan d'action pour son service:il n'y en a pas car le plan d'action a deux objectifs quisont rencontrés par d'autres moyens.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

312 QRVA 52 10029-03-2010Enerzijds is duurzame ontwikkeling de essentie van dezedienst en is daardoor als dusdanig dagelijks aanwezig,zowel in de dossiers als in het gedrag van de mensen die erwerken.Anderzijds wordt de opvolging van de maatregelen vande Federale plannen duurzame ontwikkeling via de databasevan de opvolging van de maatregelen van de ICDOuitgevoerd.b) Het uitvoeren van een studie over de sociale, economischeen leefmilieueffecten van een voorgesteld beleidvooraleer de uiteindelijke beslissing wordt genomen: tot opheden kwam geen enkel dossier in aanmerking voor eengrondige studie.c) Het sensibiliseren van haar dienst rond duurzame ontwikkeling:er werden meerdere evenementen georganiseerdvoor het personeel van de POD DO om het op eenconcrete wijze voor duurzame ontwikkeling te sensibiliseren.Begin april 2009 bracht de POD DO een Speed Date totstand tussen de organisatoren van de Dag DO in de overheidsdienstenen het middenveld. Een groot deel van hetpersoneel van de POD DO heeft dit evenement bijgewoonden aldus een panel van organisaties, verenigingen enondernemingen kunnen ontdekken die in hun verschillendeactiviteitensectoren duurzame activiteiten voorstelden.Vervolgens werd in mei 2009 de tentoonstelling "Consumoergo sum" in de kantoren van de POD DO ingerichtom het personeel voor duurzame consumptie te sensibiliseren.De tentoonstelling handelde over vier thema's die onzeconsumptiemaatschappij weergeven: mobiliteit, voeding,kleding en communicatie. De bezoeker kon zich op diemanier gemakkelijk herkennen aan de hand van de gegevenvoorbeelden (personenwagen, fastfood, jeans en gsm)en, dankzij de alternatieven die hem werden aanbevolen,een meer verantwoorde consumptie in overweging nemen.Ten slotte heeft de cel DO, dankzij de contacten die tijdensde Speed Date werden gelegd, op 20 oktober 2009voor het eerst intern een dag DO georganiseerd. Deze primeurwordt in de toekomst vast herhaald.d) De uitvoering van de maatregelen van het lopendeFederaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling: zie deopvolgingstabel van de ICDO.e) Het opvolgen van de duurzaamheid van de overheidsopdrachtenvan de dienst: voor kantoorbenodigdhedenmoet de POD DO via de FOD Volksgezondheid passerenen voor de overige overheidsopdrachten via de cel FORvan de FOD PO die de voorschriften van de gids voorduurzame aankopen voor zijn kaderovereenkomsten aanwendt.D'une part, le développement durable constitue l'essencemême de ce service et est donc, à ce titre, présent au quotidiendans les dossiers comme dans les comportements despersonnes qui y travaillent.D'autre part, le suivi des mesures des Plans fédéraux dedéveloppement durable est réalisé par le biais de la base dedonnées de suivi des mesures de la CIDD.b) L'étude des effets sociaux, économiques et environnementauxd'une politique proposée avant la prise de décisionsfinales: aucun dossier n'a été concerné par une étudeapprofondie jusqu'à présent.c) La sensibilisation de son service au développementdurable: plusieurs évènements ont été organisé pour le personneldu SPP DD en vue de le sensibiliser, de manièreconcrète, au développement durable.Début avril 2009, le SPP DD a agencé un Speed Dateentre les organisateurs de la Journée DD dans les administrationset la société civile. Une grande partie du personneldu SPP DD a assisté à cet évènement et a ainsi pu découvrirun panel d'organisations, associations et entreprisesqui, dans leurs divers secteurs d'activité, proposaient desactivités durables.Puis, en mai 2009, l'exposition "Consumo ergo sum" aété installée dans les locaux du SPP DD afin de sensibiliserle personnel à la consommation durable. Pour ce faire,l'exposition aborde quatre thématiques, reflets de notresociété de consommation: la mobilité, l'alimentation, lesvêtements et la communication. Chaque visiteur peut ainsifacilement s'identifier aux exemples cités (la voiture, lefastfood, le jean et le gsm) et envisager, grâce aux alternativesqui lui sont conseillées, une consommation plus responsable.Enfin, la cellule DD a, grâce aux contacts pris lors duSpeed Date, organisé pour la première fois une journée DDen interne le 20 octobre 2009. Cette première fut un réelsuccès et sera très certainement renouvelée à l'avenir.d) L'exécution des mesures du Plan fédéral de développementdurable en cours: voir la base de données de suivi desmesures de la CIDD;e) Le suivi de la durabilité des marchés publics du service:en ce qui concerne les fournitures de bureau, le SPPDD passe obligatoirement par le SPF Santé publique et,pour ce qui est des autres marchés publics, il passe par lacellule CMS du SPF PO qui met en oeuvre les prescriptionsdu guide des achats durables pour ses contrats cadres.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010313f) Het opvolgen van de uitvoering van het beleid inzakeinterne milieuzorg van de dienst: de POD DO is EMASgecertificeerden stelt alles in het werk om deze certificatiete behouden door zijn doelstellingen zoveel mogelijk teverbeteren.3. De punten met betrekking tot de taken die aan dedienst Duurzame Ontwikkeling van de POD DO zijn toegeschreven,worden op de agenda van de vergaderingenvan de dienstverantwoordelijken geplaatst.De taken van de cel zijn volledig in de activiteiten en dewerking van de POD DO geïntegreerd.f) Le suivi de l'exécution de la politique en matière degestion environnementale interne du service: le SPP DDest certifié EMAS et s'attache à conserver cette certificationen améliorant ses objectifs autant que faire se peut.3. Les points concernant les tâches allouées à la celluledéveloppement durable du SPP DD sont mises à l'ordre dujour des réunions de responsables de service.Les tâches de la cellule sont entièrement intégrées dansles activités et le fonctionnement du SPP DD.DO 2009201015471Vraag nr. 140 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 16 maart 2010 (Fr.) aan deminister van Klimaat en Energie:Bescherming van de Belgische kust.In een interview in de krant Het Laatste Nieuws van2 maart 2010 verklaarde econoom Geert Noels dat de Belgischekust, volgens een verslag van de Afdeling Kust uit2007, niet bestand zou zijn tegen een zware storm zoalsXynthia, die in Frankrijk het leven kostte aan 51 mensen.Hij stelde dat er 4.000 slachtoffers zouden kunnen vallenbij een zware storm.Volgens de studie waarnaar Geert Noels verwijst, is eenderde van de Belgische kust onvoldoende beschermd omeen zware storm te doorstaan. De zwakke plekken zijnOostende, Middelkerke en de vier kusthavens. Bovendienzou een zware storm ook voor 3 miljard euro schade aanrichtenin het binnenland, aldus nog Geert Noels.1. Kan u deze informatie bevestigen, inzonderheid debewering dat een derde van de Belgische kust onvoldoendebeschermd is tegen een zware storm?2. a) Overweegt u binnenkort een grootscheeps plan uit tewerken om de kwetsbare zones aan de Belgische kust beterte beschermen?DO 2009201015471Question n° 140 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 16 mars 2010 (Fr.) au ministre du Climat et del'Énergie:Bescherming van de Belgische kust.Dans une interview parue dans "Het Laatste Nieuws" le2 mars 2010, l'économiste Geert Noels a estimé que selonun rapport de l'"Afdeling Kust" de 2007, la côte belge nepourrait pas résister à une forte tempête telle que Xynthia,qui a coûté la vie à 51 personnes en France, "Une fortetempête pourrait faire 4.000 victimes" a-t-il précisé.D'après l'étude que Geert Noels s'est procurée, un tiers dela côte belge est insuffisamment protégée pour résister àune violente tempête. "Les points faibles sont Ostende,Middelkerke et les quatre ports de la Côte". Outre 4.000victimes, une forte tempête causerait, selon Geert Noels,pour 3 milliards d'euros de dégâts dans l'intérieur du pays.1. Pourriez-vous confirmer ces informations notammentle fait que un tiers de la côte belge n'est pas suffisammentprotégée en cas de forte tempête?2. a) Envisagez-vous de mettre en place prochainementun plan de grande envergure afin de renforcer les zonessensibles à la côte belge?b) Hoeveel zouden dergelijke werken kosten? b) Quel pourrait être le coût de ce types de travaux?Antwoord van de minister van Klimaat en Energievan 25 maart 2010, op de vraag nr. 140 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van 16 maart2010 (Fr.):Het wezen van deze vraag valt onder de Vlaamse gewestelijkebevoegdheden.Réponse du ministre du Climat et de l'Énergie du25 mars 2010, à la question n° 140 de monsieur ledéputé Daniel Ducarme du 16 mars 2010 (Fr.):L'essentiel de la question relève des compétences régionalesflamandes.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

314 QRVA 52 10029-03-2010Met betrekking tot de federale aspecten kan ik hetgeachte lid ervan op de hoogte brengen dat de eventueleweerslag van dit type plan op de Noordzee onder debevoegdheid valt van de minister die belast is met deNoordzee en, indien het gaat om schade dat het resultaat isvan een natuurramp, past het zich te richten tot de ministervan Binnenlandse Zaken.Pour ce qui est des aspects fédéraux, je puis informerl'honorable membre que les impacts éventuels de ce typede plan sur la Mer du Nord relève du ministre en charge dela Mer du Nord et, s'il s'agit de dommages résultant d'unecatastrophe naturelle, il convient de s'adresser à la ministrede l'Intérieur.Minister van OntwikkelingssamenwerkingMinistre de la Coopération au développementDO 2009201014146Vraag nr. 57 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 26 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Ontwikkelingssamenwerking:Mitigatie van de klimaatwijziging in de landbouwsector. -FAO-programma.Finland heeft op 8 december 2009 als eerste land een bijdragegeleverd aan het programma voor de mitigatie vande klimaatverandering in de landbouwsector in de ontwikkelingslanden.Dat programma van de Food and AgricultureOrganization (FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatievan de Verenigde Naties) is goed voor eenbedrag van 60 miljoen dollar. In eerste instantie zal Finland3,9 miljoen dollar aan steun toekennen voor de periode2010-2011; de FAO zal zich voor extra middelen tot anderedonorlanden wenden. Het programma heeft tot doel dekomende vijf jaar duurzame, emissiearme landbouwmethodente bevorderen in de ontwikkelingslanden, stelde deFAO in een persbericht.DO 2009201014146Question n° 57 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 26 février 2010 (Fr.) au ministre de laCoopération au développement:L'atténuation du changement climatique dans l'agriculture.- Le programme de la FAO.La Finlande est le premier pays à offrir sa contribution le8 décembre 2009 à un programme de l'Organisation desNations Unies pour l'alimentation et l'agriculture (FAO) de60 millions de dollars en faveur de l'atténuation du changementclimatique dans l'agriculture des pays en développement.La Finlande offrira un soutien initial d'environ 3,9millions de dollars pour la période 2010-2011 et la FAOsollicitera des financements supplémentaires d'autres donateurs.Le programme vise à promouvoir l'agriculture durableà faibles émissions dans les pays en développement aucours des cinq prochaines années, a précisé la FAO dans uncommuniqué.1. Zal ons land eveneens aan dat project deelnemen? 1. Pourriez-vous nous indiquer si notre pays participera àce projet également?2. Zo ja, voor welk bedrag? 2. Dans l'affirmative, à hauteur de quel montant?3. Komen er bijdragen van de Europese Unie of vanandere lidstaten?Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerkingvan 25 maart 2010, op de vraag nr. 57van de heer volksvertegenwoordiger Daniel Ducarmevan 26 februari 2010 (Fr.):De FAO is een zeer belangrijke partnerorganisatie van deBelgische Ontwikkelingssamenwerking. België was in2008 de zevende donor van de FAO, met een totale bijdragevan bijna dertien miljoen euro. De DGOS-financieringbestaat uit:- verplichte bijdragen - contributions obligatoires3. Qu'en est-il de l'Union européenne et des autres Étatsmembres?Réponse du ministre de la Coopération audéveloppement du 25 mars 2010, à la question n° 57 demonsieur le député Daniel Ducarme du 26 février 2010(Fr.):La FAO est une organisation partenaire importante de laCoopération belge au développement. La Belgique était en2008 le septième donateur de la FAO, et sa contributiontotale s'élevait à treize millions d'euros. Le financement dela DGCD se compose de:- vrijwillige multilaterale bijdragen - contributions multilatérales volontaires- bilaterale bijdragen in DRCongo - contributions bilatérales en RDCK A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010315- bijdragen Belgisch Overlevingsfonds (sinds kort herdoopttot Belgisch Fonds voor Voedselveiligheid)- contributions du Fonds belge de Survie (renommédepuis peu Fonds belge pour la Sécurité alimentaire)- bijdragen van humanitair budget - contributions du budget humanitaire- financiering van Junior Professional Officers. - financement des Junior Professional OfficersVanaf 2010 zal onze vrijwillige multilaterale bijdragevolledig ongeoormerkt zijn, waardoor FAO deze financieringflexibel en met verminderde transactiekosten kaninzetten.De landbouwsector staat in voor 14 % van de wereldwijdeuitstoot van broeikasgassen. Wanneer men ook deverandering in landgebruik in rekening brengt bedraagt hetaandeel meer dan een derde van de mondiale uitstoot. Hetverminderen van de uitstoot van de landbouwsector incombinatie met het verbeteren van de voedselzekerheid enhet promoten van de landbouwsector als economische dragenvan ontwikkeling moet daarom een integraal onderdeelzijn van een globaal klimaatakkoord.Voor de armste landen, die grotendeels afhankelijk zijnvan de landbouwsector is dit een enorme uitdaging. Maardit kan tegelijkertijd ook kansen scheppen; immers doornieuwe, duurzame landbouwproductiemethodes aan tenemen kan niet alleen de voedselproductie en de voedselzekerheidverhoogd worden maar kan op een belangrijkemanier bijgedragen worden het verminderen van de mondialeuitstoot van broeikasgassen.De internationale investeringen in landbouw moetendaarom verder omhoog gaan. België zal daarom zoalsbeloofd 10% van zijn budget van officiële ontwikkelingshulpaan de landbouwsector besteden. Anderzijds moetlandbouw een integraal onderdeel zijn van de reductiedoelstellingsplannenvan de ontwikkelingslanden en moeter verder nagedacht worden hoe de internationale klimaatfinancieringde landbouwsector kan ondersteunen bij hetaantappen van dit mitigatiepotentieel.Als minister van Ontwikkelingssamenwerking zal ik inde aanloop naar de COP 16 van het VN-Klimaatverdrag inMexico daarom binnen België en Europa blijven pleitenom tijdens de klimaatonderhandelingen voldoende aandachtte besteden aan de landbouwsector.Tenslotte is er ook het financieringsaspect. De EU heeftbeloofd 7,2 miljard euro te besteden voor aanpassings- enmitigatiemaatregelen in ontwikkelingslanden voor de periode2010-2012 (de zogenaamde snelstartfinanciering). HetAkkoord van Kopenhagen stelt dat na 2012 de klimaatfinancieringverder moet aangroeien tot 100 miljard USDper jaar.À partir de 2010 notre contribution multilatérale volontairesera entièrement "un-earmarked". Ceci permettra à laFAO d'utiliser ce financement de manière flexible et enréduisant les coûts de transaction.Le secteur agricole est responsable de 14 % de l'émissionde mondiale de gaz à effet de serre. En prenant égalementen considération le changement d'utilisation des terres cepourcentage passe à 33 % de l'émission mondiale. Laréduction des émissions du secteur agricole en combinaisonavec l'amélioration de la sécurité alimentaire et la promotiondu secteur agricole en tant que moteur dudéveloppement doit dès lors faire partie intégrante d'unaccord global sur le climat.Ceci constitue un défi majeur pour les pays les plus pauvresqui sont en grande partie dépendants du secteur agricole.Toutefois, ce défi peut également être porteurd'opportunités. En effet, adopter de nouvelles méthodes deproduction agricole durables peut non seulement améliorerla production agricole et, partant, la sécurité alimentaire,mais peut également contribuer de manière importante à laréduction des émissions mondiales de gaz à effet de serre.Les investissements internationaux dans l'agriculture doiventdonc encore être augmentés. À cet effet la Belgiquedédiera, comme promis précédemment, 10% de son budgetd'aide publique au développement au secteur agricole.D'autre part, l'agriculture doit faire partie intégrante desplans des pays en développement en matière d'objectifs deréduction, et la réflexion doit être poursuivie concernant laquestion de savoir comment le financement internationalpour le climat peut soutenir le secteur agricole pour endiguercette migration potentielle.En tant que ministre de la Coopération au développementje continuerai à plaider en Belgique et en Europe, à l'approchedu COP 16 de l'accord sur le Climat des Nations-Uniesà Mexico, afin qu'une attention suffisante soit portée ausecteur agricole dans le cadre des négociations sur le climat.Terminons par le financement. L'UE a promis de dépenser7,2 milliards d'euros pour les mesures d'adaptation etd'atténuation dans les pays en développement pour lapériode 2010-2012 (fast start financing). L'accord deCopenhague stipule que le financement climatique doitcroitre jusqu'à atteindre 100 milliards de dollars par anaprès 2012.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

316 QRVA 52 10029-03-2010België heeft zich bereid verklaard 50 miljoen euro perjaar bij te dragen aan het EU-bod voor snelstartfinanciering.De onderhandelingen tussen de federale staat en deregio's zijn nog lopende. Ik pleit er in ieder geval voor dateen deel van deze bijdrage zou gebruikt worden om investeringvan de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in delandbouw en bosbouwsector verder op te drijven.La Belgique s'est déclarée disposée à contribuer àconcurrence de 50 millions d'euros à l'offre de l'UE pour lefast start financing. Les négociations entre l'état fédéral etles régions sont encore en cours. En tout état de cause, jeplaide pour qu'une partie de cette contribution soit utiliséeafin d'augmenter les investissements de la Coopérationbelge au développement dans le secteur agricole et forestier.DO 2009201015008Vraag nr. 56 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 18 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Ontwikkelingssamenwerking:Humanitaire hulp aan Mongolië.De Voedsel- en Landbouworganisatie van de VerenigdeNaties (FAO - Food and Agriculture Organization) waarschuwdeop 2 februari 2010 dat Mongolië in voedselonzekerheidterecht dreigt te komen. Als gevolg van debijzonder koude temperaturen stierven er in Mongolië al1,7 miljoen dieren; 21.000 herdersgezinnen dreigen binnenkortover onvoldoende bestaansmiddelen te beschikken.Een snelle evaluatie door de FAO van de gevolgenvan deze ramp leert dat er de volgende drie maanden ongeveerzes miljoen dollar nodig is om de Mongoolse bevolkingte helpen de winter door te komen.Deze erg koude periode, met temperaturen tot min 40-50°C, volgt op een bijzonder droge zomer en herfst, waardoorer ook geen veevoer is om de dieren 's winters mee tevoeren. Die extreme weersomstandigheden worden doorde Mongolen 'dzud' genoemd. De dzud leidde al tot eenmassale veesterfte: op 31 januari 2010 waren er al 1,7 miljoendieren gestorven. Als de koude blijft aanhouden, zoudende verliezen tegen de lente tot drie à vier miljoendieren kunnen oplopen. Een derde van de Mongoolsebevolking is nomadisch en is voor haar voortbestaan volledigvan de veeteelt afhankelijk. Hun dieren - schapen, geiten,paarden en kamelen - en ook een groot aantal wildedieren sterven van kou, uitputting of hongersnood. Deeconomische verliezen tot nu toe worden op 62 miljoendollar geraamd.1. Zal ons land financiële noodhulp vrijmaken voor Mongolië?2. a) Hoe staat het met de Europese ontwikkelingssamenwerking?DO 2009201015008Question n° 56 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 18 février 2010 (Fr.) au ministre de laCoopération au développement:L'aide humanitaire en Mongolie.L'Organisation des Nations Unies pour l'alimentation etl'agriculture (connue sous le sigle FAO, soit en anglais:Food and Agriculture Organization of the United Nations)a mis en garde le 2 février 2010 contre les risques d'insécuritéalimentaire pouvant survenir en Mongolie suite auxtempératures particulières froides qui ont décimé 1,7 millionde têtes de bétail en Mongolie, menaçant les moyensd'existence de 21.000 familles de gardiens de troupeaux.Selon une évaluation rapide des besoins réalisée par laFAO sur l'impact de la catastrophe, une aide d'urgence dequelque six millions de dollars doit être mobilisée au coursdes trois prochains mois pour aider ces populations à passerl'hiver.Cette vague de froid intense, avec des températures atteignantmoins 40-50°C, fait suite à un été et un automnemarqués par la sécheresse qui a détruit le fourrage servantà nourrir les animaux durant les mois d'hiver. Les Mongolsappellent ce phénomène météorologique extrême Dzud. CeDzud s'est traduit par des pertes colossales de bétail: 1,7million au 31 janvier 2010. Si les conditions actuelles persistent,le gouvernement estime que les pertes pourraientatteindre trois à quatre millions de têtes de bétail d'ici leprintemps. Un tiers de la population mongole est nomadeet dépend entièrement de l'élevage pour vivre. Leurs animaux- moutons, chèvres, chevaux et chameaux, ainsi quede nombreux animaux sauvages - sont en train de périr defroid, d'épuisement ou de famine. Les pertes économiquestotales jusqu'à présent sont estimées à 62 millions de dollars.1. Pourriez-vous communiquer si la Belgique va débloquerune aide financière d'urgence en faveur de la Mongolie?2. a) Qu'en est-il de la coopération européenne?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010317b) Overweegt de Europese Unie specifieke acties voorMongolië?Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerkingvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 56van de heer volksvertegenwoordiger Daniel Ducarmevan 18 februari 2010 (Fr.):1. Momenteel wordt geen enkele doelgerichte interventievan België voorzien in Mongolië, dit in overeenstemmingmet de wil om noodhulp niet te versnipperen in kleine,weinig efficiënte bedragen. Dit is inderdaad in tegenstrijdmet de principes van Good Humanitarian Donorship dieaan de donorlanden vraagt om hun hulp te concentreren omer de doeltreffendheid van te verzekeren.Een tussenkomst van de Verenigde Naties via het CentralEmergency Response Fund (CERF) waaraan België bijdraagt(vijf miljoen euro in 2009 en zes miljoen euro in2010) kan evenwel niet uitgesloten worden.Mijn diensten blijven zeker de evolutie van de situatieopvolgen om doelgerichter te kunnen tussenkomsten in hetgeval de situatie op het terrein nog zou verslechten.2. Ik nodig u uit om rechtstreeks contact op te nemen metde Europese commissie om te informeren over hun eventueleintenties betreffende bijstand aan Mongolië.b) L'Union européenne envisage-t-elle de mener desactions à destination de la Mongolie?Réponse du ministre de la Coopération audéveloppement du 29 mars 2010, à la question n° 56 demonsieur le député Daniel Ducarme du 18 février 2010(Fr.):1. Aucune intervention ciblée de la Belgique n'est actuellementprévue en Mongolie conformément à la volonté dene pas saupoudrer l'aide humanitaire en petit montants peuefficaces. Ledit saupoudrage est en effet contraire aux principesdu Good Humanitarian Donorship qui demande auxpays donateurs de concentrer leur aide afin d'en assurerl'efficacité.Une intervention des Nations Unies via le fonds de réactionrapide pour les catastrophes humanitaires (CentralEmergency Response Fund - CERF) auquel la Belgiquecontribue (cinq millions d'euros en 2009 et six millionsd'euros en 2010) n'est toutefois pas à exclure.Mes services continuent bien sûr à suivre l'évolution dela situation afin de pouvoir intervenir de manière plusciblée si la situation du pays continuait à se dégrader.2. Je vous encourage à prendre contact directement avecla Commission Européenne afin de connaître leurs éventuellesintentions en matière d'aide à la Mongolie.Minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijvenMinistre de la Fonction publique et desEntreprises publiquesDO 2009201011703Vraag nr. 49 van mevrouw de volksvertegenwoordigerIne Somers van 10 december 2009 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:Beboeten zwartrijders in het buitenland (SV 762).In Nederland wil men conducteurs de toestemminggeven om zwartrijders ook op Duits en Belgisch grondgebiedte beboeten. Momenteel kan dat nog niet wegensenkele rechtskundige beperkingen.1. Kan u de cijfers geven van 2006, 2007 en 2008 betreffendebuitenlandse zwartrijders die in België door deNMBS werden beboet, met opsplitsing per nationaliteit enper aard van de inbreuk?2. Hoeveel zwartrijders die door Belgische conducteursop buitenlands grondgebied werden aangetroffen kondendoor de rechtskundige beperkingen niet worden beboet?DO 2009201011703Question n° 49 de madame la députée Ine Somers du10 décembre 2009 (N.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:Sanctions contre des fraudeurs à l'étranger.Les autorités néerlandaises veulent autoriser les contrôleursà infliger des amendes aux fraudeurs aussi sur les territoiresallemand et belge. Quelques restrictions juridiquesles en empêchent encore pour l'instant.1. Pouvez-vous me communiquer, pour 2006, 2007 et2008, le nombre de fraudeurs étrangers qui ont été sanctionnéspar la SNCB, en précisant leur répartition parnationalité et par type d'infraction?2. Combien de fraudeurs découverts par des contrôleursbelges sur le territoire étranger n'ont-ils pas pu être sanctionnésà cause des restrictions juridiques?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

318 QRVA 52 10029-03-20103. a) Hoe kijkt u aan tegen het voorstel dat door deNederlanders werd geformuleerd?3. a) Que pensez-vous de la proposition formulée par lesNéerlandais?b) Ziet u heil in een aanpassing van de wetgeving? b) À votre avis, une modification de la loi présente-t-elleun intérêt?c) Op welke manier kan aan buitenlandse treinbegeleiderseen zekere politionele bevoegdheid gegeven wordenop ons grondgebied?d) Werd hierover al overleg gepleegd met de minister vanBinnenlandse Zaken?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 49 van mevrouw de volksvertegenwoordiger IneSomers van 10 december 2009 (N.):1. en 2. 1. et 2.c) De quelle manière peut-on conférer une certaine compétencede police aux accompagnateurs de trains étrangerssur notre territoire?d) Une concertation a-t-elle déjà été organisée sur le sujetavec le ministre de l'Intérieur?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 49 de madame la députée Ine Somers du10 décembre 2009 (N.):Reizigers zonder geldig vervoerbewijs die werden beboetVoyageurs sans billet de transport valable verbalisés2006 2007 2008Belgisch grondgebied – Territoire belge 9 874 9 938 11 334Buitenlands grondgebied – Territoire étranger 425* 458* 401*Totaal – Total 10 299 10 396 11 735(*) En raison des restrictions juridiques, ces voyageurs sans billet régulier n’ont pu être verbalisés.De opsplitsing per nationaliteit en per aard van inbreukzijn niet beschikbaar.Deze cijfers betreffen niet enkel personen die moedwilligzwartrijden. Ook reizigers die wel degelijk over een geldigvervoerbewijs beschikken maar dit niet aan de treinbegeleiderkonden voorleggen op het moment van de controle,zijn erin opgenomen. Deze cijfers bevatten dus bijvoorbeeldeveneens de vaststellingen voor een vergeten treinkaart.3. a en b). Ik heb geen concreet voorstel van de Nederlandseautoriteiten ontvangen. Ik kan mij bijgevolg hieroverdan ook moeilijk uitspreken.Indien de nodige juridische stappen worden gezet teneinde de treinbegeleiders van de Nederlandse Spoorwegen(NS) toe te laten om te beboeten op Belgisch grondgebied,ziet de NMBS geen enkel probleem om dit voorstel verderte concretiseren, mits treinbegeleiders van de NMBS daneveneens op Nederlands grondgebied in Belgische treinenmogen beboeten.La répartition par nationalité et par nature d'infractionn'est pas disponible.Ces chiffres n'incluent pas seulement les personnes quifraudent délibérément. Ils concernent également les voyageursqui sont bien en possession d'un titre de transportvalable, mais n'ont pas pu le présenter à l'accompagnateurde train au moment du contrôle. Ces chiffres incluent égalementles constats établis pour l'oubli d'une carte train.3. a) en b). Je n'ai pas reçu de proposition concrète de lapart des autorités néerlandaises. Par conséquent, je peuxdifficilement porter un jugement.Si les démarches juridiques nécessaires sont entreprisesen vue de permettre aux accompagnateurs de train desNederlandse Spoorwegen (NS) de verbaliser sur le territoirebelge, la SNCB ne voit aucune objection à la concrétisationultérieure de ce projet, pour autant que lesaccompagnateurs de train de la SNCB puissent égalementverbaliser à bord des trains SNCB circulant sur le territoirenéerlandais.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010319c) In België heeft een treinbegeleider de bevoegdheid omeen proces-verbaal (PV) op te stellen indien deze beëdigdwerd. Deze bevoegdheid werd aan de NMBS toegekend opbasis van het artikel 10 van de Wet van 25 juli 1891 op depolitie der spoorwegen. De beëdigde ambtenaren van deNMBS mogen een PV opstellen bij inbreuken op:c) En Belgique, l'accompagnateur de train est habilité àdresser un procès-verbal (PV) s'il est assermenté. Cettecompétence a été attribuée à la SNCB sur base de l'article10 de la Loi du 25 juli 1891 sur la police des chemins defer. Les fonctionnaires assermentés de la SNCB peuventdresser un PV en cas d'infraction à:- de wet van 25 juli 1891 op de politie der spoorwegen; - la loi du 25 juillet 1891 sur la police des chemins de fer;- het KB van 4 april 1895 op het reizigersverkeer, zoals isvervangen door het KB van 20 december 2007 houdendehet reglement van de politie op de spoorwegen;- het KB van 31 december 1899 betreffende de toegang,het verkeer en het stilhouden in de stations van karren enkoetsen en andere voertuigen;- het KB van 2 augustus 1977 betreffende de veiligheidsinrichtingenen de signalisatie van overwegen en betreffendehet verkeer op spoorwegen en aanhorigheden.Uiteraard is het zo dat de NMBS in de regel onbevoegd isom op het grondgebied van een vreemde staat vaststellingente doen van een misdrijf. Dit wordt bevestigd door hetterritorialiteitsbeginsel zoals vervat ligt in het artikel 3 vanhet Strafwetboek.Dit artikel luidt als volgt:"Het misdrijf, op het grondgebied van het Rijk door Belgenof door vreemdelingen gepleegd, wordt gestraft overeenkomstigde bepalingen van de Belgische wetten."Artikel 4 van het Strafwetboek luidt bovendien als volgt:"Het misdrijf, buiten het grondgebied van het Rijk doorBelgen of door vreemdelingen gepleegd, wordt in Belgiëniet gestraft dan in de gevallen bij de wet bepaald."Uit bovenstaande artikelen kan afgeleid worden dat hetinderdaad zo is dat een treinbegeleider in België niet debevoegdheid heeft om in het buitenland een PV op te stellenof een boete uit te schrijven omdat hij daarvoor nietbevoegd is.Uit het artikel 4 blijkt echter dat hierop uitzonderingenkunnen gemaakt worden via een wet.d) Gezien ik geen vraag heb gekregen van de Nederlandseautoriteiten, noch van de NMBS werd hierover noggeen overleg gepleegd met de minister van BinnenlandseZaken.- l'AR du 4 avril 1895 sur le transport des voyageurs, telque remplacé par l'AR du 20 décembre 2007 portant règlementde police sur les chemins de fer;- l'AR du 31 décembre 1899 relatif à l'entrée, la circulationet l'arrêt, dans les stations, des charrettes, des voitureset autres véhicules;- l'AR du 2 août 1977 relatif aux dispositions de sécuritéet à la signalisation des passages à niveau, ainsi qu'à la circulationsur les voies ferrées et leurs dépendances.Il va de soi qu'en règle générale, la SNCB n'est pas habilitéeà constater des délits sur le territoire d'un état étranger.Cette règle est confirmée par le principe de territorialité, telque spécifié à l'article 3 du Code pénal.Cet article stipule que:"L'infraction commise sur le territoire du royaume, pardes Belges ou par des étrangers, est punie conformémentaux dispositions des lois belges".L'article 4 du Code pénal stipule aussi que:"L'infraction commise hors du territoire du royaume, pardes Belges ou par des étrangers, n'est punie, en Belgique,que dans les cas déterminés par la loi".Il peut être déduit des articles précités qu'effectivement,un accompagnateur de train belge n'est pas habilité à dresserun PV ni à verbaliser à l'étranger parce qu'il n'est pascompétent en la matière.Il ressort toutefois de l'article 4 que des exceptions à cetterègle peuvent être consenties via une loi.d) Vu que je n'ai reçu ni une demande de la part des autoritésnéerlandaises, ni de la part de la SNCB, je n'ai pasencore eu de concertation avec la ministre de l'Intérieur.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

320 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201011933Vraag nr. 70 van mevrouw de volksvertegenwoordigerSabien Lahaye-Battheu van 15 december 2009(N.) aan de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven:NMBS. - Reizigers. - Taxidienst (SV 787).Om de continuïteit van het binnenlands reizigersvervoerper trein te garanderen kunnen gestrande reizigers door eengeschrapte laatste trein of door een vertraging gemiste laatsteaansluiting steeds aanspraak maken op een taxidienstvoor het resterende gedeelte van het reistraject voor rekeningvan de NMBS.1. Hoeveel taxiritten werden in de jaren 2006, 2007 en2008 gepresteerd in het kader van deze clausule?2. Hoeveel reizigers maakten in totaal effectief gebruikvan een taxidienst in het kader van deze clausule in dejaren 2006, 2007 en 2008?3. Hoeveel bedraagt de totale kostprijs van deze taxiprestatiesvoor rekening van de NMBS in de jaren 2006, 2007en 2008?4. Op welke manier werden de reizigers de voorbije jarengeïnformeerd over het recht op deze dienstverlening?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 70 van mevrouw de volksvertegenwoordiger SabienLahaye-Battheu van 15 december 2009 (N.):1. en 2. NMBS beschikt niet over statistieken waarin hetaantal ritten en het aantal reizigers voor een specifiekereden voor het oproepen van een taxi wordt gespecifieerd.3. Onderstaande tabel geeft de kostprijs voor taxivervoerten laste van NMBS. Deze cijfers omvatten ook het taxivervoervan treinbestuurders en -begeleiders in het kadervan hun dienstuitvoering. Om bijvoorbeeld eerste of laatstetreinen te kunnen bedienen wordt er ook een beroepgedaan op taxivervoer om het personeel van en naar zijndepotstation te brengen.DO 2009201011933Question n° 70 de madame la députée Sabien Lahaye-Battheu du 15 décembre 2009 (N.) à la ministrede la Fonction publique et des Entreprisespubliques:SNCB. - Voyageurs. - Service de taxis.Pour garantir la continuité du transport intérieur de voyageurspar train, les voyageurs bloqués à la suite de la suppressiond'un dernier train ou par une ultimecorrespondance manquée à cause d'un retard, peuvent toujoursrecourir à un service de taxis aux frais de la SNCBpour effectuer le reste de leur parcours.1. En 2006, 2007 et 2008, combien de courses de taxi ontété effectuées dans le cadre de cette clause?2. Au total, en 2006, 2007 et 2008, combien de voyageursont effectivement utilisé un service de taxi dans lecadre de cette clause?3. Quel est le prix de revient total pour 2006, 2007 et2008 de ces prestations de taxi à charge de la SNCB?4. Comment les voyageurs étaient-ils autrefois informésde l'existence du droit à ce service?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 70 de madame la députée Sabien Lahaye-Battheu du15 décembre 2009 (N.):1. et 2. À ce jour, la SNCB ne dispose pas de statistiquesspécifiant le nombre de courses de taxi, le nombre de voyageursrecourant pour un motif spécifique du recours à untaxi.3. Le tableau ci après indique le coût du transport en taxià charge de la SNCB (le transport des conducteurs et desaccompagnateurs de train dans le cadre de leur prestationde service inclus). Afin de pouvoir desservir par exemplele premier ou le dernier train, il est également fait appel àun transport en taxi afin de conduire le personnel de et verssa gare de dépôt.2006 61 017,74 EUR2007 70 131,17 EUR2008 152 294,00 EUR2009* 96 826,44 EUR* tot op 17 november 2009* jusqu’au 17 novembre 2009K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20103214. De taxiregeling is niet officieel bekend gemaakt aan dereizigers, maar wordt altijd uitgevoerd bij het verbrekenvan de laatste aansluiting van de dag. De procedure is devolgende:- de aansluiting is verbroken wegens een te grote vertragingvan de aankomende trein;- de beslissing tot het verbreken van de aansluiting wordtgenomen door Trafic Control samen met Reizigers DispatchingVoyageurs (RDV);- vervolgens worden taxi's opgeroepen. Enkel reizigers inhet bezit van een geldig vervoerbewijs mogen, na een controle,plaatsnemen in deze taxi's. Het vervoer wordt pertaxi uitgevoerd naar het station van bestemming, niet naarhet thuisadres van de betrokken reizigers;- ook voor eventuele aansluitingen en wachttijden voorbussen van De Lijn of TEC bestaan er in de verschillenderegio's "protocols". Bovendien bestaat er ook het systeemARIBUS, waarbij de wachttijden die de bussen moetenrespecteren in reële tijd via panelen aan de busbestuurdersworden doorgegeven opdat de aansluiting met de trein zouverzekerd zijn;- bij verbroken aansluitingen tussen trein en bus, wordtgeen beroep gedaan op autobusvervangende taxi's.4. La règle relative aux taxis n'a pas été publiée officiellementpour les voyageurs, mais est toujours appliquée encas de rupture de la dernière correspondance du jour.La procédure établie est la suivante:- la correspondance est rompue du fait du retard tropimportant du train attendu;- la décision de ne pas assurer la correspondance est prisepar le Trafic Control et par le Reizigers Dispatching Voyageurs(RDV);- il est ensuite fait appel à des taxis. Seuls les voyageursen possession d'un titre de transport valable peuvent, aprèsvérification, prendre place à bord de ces taxis. Le transporten taxi s'effectue jusqu'à la gare de destination, et nonjusqu'au domicile des voyageurs concernés;- de même, pour d'éventuels correspondances et délaisd'attente avec les bus de De Lijn ou des TEC, des "protocoles"ont été établis au niveau des différentes régions. Deplus, il y a aussi le système ARIBUS par lequel les tempsd'attente des bus sont portés à la connaissance des chauffeursde bus, en temps réel par l'intermédiare de panneaux,de telle sorte que la connexion avec le train est assurée;- lorsque la connection train et bus est interrompue, iln'est fait à aucun taxi pour remplacer les autobus.DO 2009201012131Vraag nr. 85 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 16 december 2009 (N.) aan de ministervan Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:Tewerkstelling vrouwen, gehandicapten en Belgen vanallochtone origine binnen de FOD's en overheidsinstellingen.In het verleden werd door de federale overheid de ambitieuitgesproken om aan bepaalde bevolkingsgroepen, diebinnen de FOD's en overheidsinstellingen traditioneelondervertegenwoordigd zijn, meer aandacht te schenken inde tewerkstellingspolitiek.1. Wat is de meest recent geformuleerde doelstelling vande federale regering ter zake?2. Welke maatregeling hebben de verschillende ministersgetroffen om deze doelstelling te bereiken?3. a) Hoeveel personen met een handicap, opgesplitst pergraden en niveaus (N, A, B, C, D), stellen de verschillendeministeries/FOD's en overheidsinstellingen momenteel tewerk?DO 2009201012131Question n° 85 de monsieur le député Ben Weyts du16 décembre 2009 (N.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:Emploi des femmes, des personnes handicapées et des Belgesd'origine allochtone au sein des SPF et des organismespublics.Dans le passé, le gouvernement fédéral a formulé l'ambitiond'accorder dans sa politique de recrutement une plusgrande attention à certaines catégories de la population traditionnellementsous-représentées au sein des SPF et desorganismes publics.1. Quel est l'objectif le plus récent que le gouvernementfédéral a fixé en la matière?2. Quelles mesures ont été prises par les différents ministresen vue de la réalisation de cet objectif?3. a) Combien de personnes handicapées sont actuellementemployées dans les différents ministères, SPF etorganismes publics, par degré et par niveau (N, A, B, C,D)?b) Wat is de evolutie sinds 2004? b) Quelle a été l'évolution depuis 2004?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

322 QRVA 52 10029-03-20104. a) Hoeveel vrouwen, opgesplitst per graden en niveaus(N, A, B, C, D), stellen de verschillende ministeries/FOD'sen overheidsinstellingen momenteel te werk?4. a) Combien de femmes sont actuellement employéesdans les différents ministères, SPF et organismes publics,par degré et par niveau (N, A, B, C, D)?b) Wat is de evolutie sinds 2004? b) Quelle a été l'évolution depuis 2004?5. a) Hoeveel 50-plussers, opgesplitst per graden enniveaus (N, A, B, C, D), stellen de verschillende ministeries/FOD'sen overheidsinstellingen momenteel te werk?5. a) Combien de personnes de plus de 50 ans sontactuellement employées dans les différents ministères, SPFet organismes publics, par degré et par niveau (N, A, B, C,D)?b) Wat is de evolutie sinds 2004? b) Quelle a été l'évolution depuis 2004?6. a) Hoeveel Belgen van vreemde afkomst, opgesplitstper graden en niveaus (N, A, B, C, D), stellen de verschillendeministeries/FOD's en overheidsinstellingen momenteelte werk?6. a) Combien de Belges d'origine étrangère sont actuellementemployés dans les différents ministères, SPF etorganismes publics, par degré et par niveau (N, A, B, C,D)?b) Wat is de evolutie sinds 2004? b) Quelle a été l'évolution depuis 2004?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 24 maart 2010, op de vraagnr. 85 van de heer volksvertegenwoordiger Ben Weytsvan 16 december 2009 (N.):Het antwoord op deze vraag is het geachte Kamerlidrechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar ligt het ter inzage bij deGriffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienstParlementaire Vragen).Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 24 mars 2010, à la questionn° 85 de monsieur le député Ben Weyts du 16 décembre2009 (N.):La réponse à cette question a été transmise directement àl'honorable membre. Étant donné son caractère de puredocumentation, il n'y a pas lieu de l'insérer au bulletin desQuestions et Réponses, mais elle peut être consultée auGreffe de la Chambre des représentants (service des Questionsparlementaires).DO 2009201012394Vraag nr. 116 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 18 december 2009 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. - Zelfmoorden op het NMBS-net (SV 781).De aanleiding voor deze vraag is te vinden in het berichtover het aantal zelfmoorden op het Europees Spoor. Uit cijfersvan het Europees Spoorwegbureau (ERA) vernemenwe immers dat niet minder dan 61% van de mensen diejaarlijks om het leven komen op het Europees spoorwegennet,eigenlijk het gevolg van zelfmoord is. Nu kunnen treinenen treinstations voor de reizigers en het personeel welzeer veilige vervoersmiddelen zijn, feit is evenzeer dattreinstations en treinen toch wel "populaire" plaatsen zijnvoor mensen met zelfmoordgedachten.1. Hoeveel doden vielen er te betreuren in de Belgischetreinstations of op het NMBS-net in 2005, 2006, 2007,2008 en (voor zover al voorlopige cijfers kunnen vrijgegevenworden) in 2009?DO 2009201012394Question n° 116 de monsieur le député Peter Logghe du18 décembre 2009 (N.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:SNCB. - Suicides sur le réseau de la SNCB.Ma question trouve son origine dans l'annonce du nombrede suicides enregistrés sur les chemins de fer européens.Il ressort de chiffres diffusés par l'Agenceferroviaire européenne (ERA) que pas moins de 61% desdécès qui surviennent sur le réseau ferroviaire européenrésultent en fait d'un suicide. Bien que les trains et les garesconstituent des modes de transport très sûrs pour les voyageurset le personnel, ils n'en demeurent pas moins deslieux de prédilection pour les personnes suicidaires.1. Combien de morts a-t-on déplorés dans les gares belgesou sur le réseau de la SNCB en 2005, en 2006, en2007, en 2008 et (pour autant que des chiffres provisoiressoient déjà disponibles) en 2009?2. Hoeveel konden als zelfmoord worden aangeduid? 2. Combien peuvent-être qualifiés de suicides?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20103233. In hoeveel gevallen bestaat hierover gerede twijfel? 3. Dans combien de cas existe-t-il un doute sérieux à cesujet?4. Bestaat er een lijst van "meest populaire" stations (alsmen dit woord in deze gruwelijke context mag gebruiken)voor zelfmoordenaars?5. a) Bestaat er een schatting van de kostprijs van de zelfmoordenop het NMBS-net?4. Existe-t-il une liste des gares "de prédilection" (pourautant qu'on puisse utiliser ce terme dans ce contexteatroce) des personnes suicidaires?5. a) A-t-on déjà procédé à une estimation du coût dessuicides survenus sur le réseau de la SNCB?b) Bestaan hierover cijfers voor de opeenvolgende jaren? b) Dispose-t-on de chiffres annuels à ce sujet?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 116 van de heer volksvertegenwoordiger PeterLogghe van 18 december 2009 (N.):1. en 2. Deze vragen behoren tot de bevoegdheid van deFederale Politie, onder de bevoegdheid van de minister vanBinnenlandse Zaken.De NMBS-Groep beschikt echter over de volgende gegevens:Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 116 de monsieur le député Peter Logghe du18 décembre 2009 (N.):1. et 2. Ces questions relèvent de la compétence de laPolice Fédérale, sous compétence dus ministre de l'Intérieur.Le Groupe SNCB dispose toutefois des données suivantes:2005 2006 2007 2008Aantal doden/ Nombre de morts 121 117 127 120Aantal zelfdodingen/ Nombre de suicides 96 97 94 913. De NMBS-Groep bepaalt niet of een geval als zelfdodingwordt beschouwd of niet. Dit is de bevoegheid vanhet parket (indien dat deze ter plaatse komt) of de politie.4. Infrabel, de infrastructuurbeheerder van het Belgischespoorwegnet, stelde in 2008 een actieplan op om het aantalzelfdodingen op het spoor te verminderen. Voor dit actieplanwerden de meest gevoelige plaatsen voor een spoorwegsuïcideop het Belgische spoorwegnet gedetecteerd, opbasis van de cijfers van de periode 1998-2007 (met eenextra focus op 2003-2007).Op die manier bekwam Infrabel een lijst van 34 gevoeligeplaatsen, verspreid over 21 gemeenten, waar zeer concretemaatregelen zullen worden genomen om te trachtenhet aantal zelfdodingen te doen dalen.De lijst van 34 plaatsen bevat enkele stations en stopplaatsen,maar ook verschillende locaties tussen twee stationsof stopplaatsen.5. Het financiële verlies van de NMBS (schade aan rollendmaterieel, opgelopen vertragingen, enz.) bedraagt:- 2006: 330.113,41 EUR - 2006: 330.113,41 EUR- 2007: 294.799,99 EUR - 2007: 294.799,99 EUR- 2008: 329.010,93 EUR - 2008: 329.010,93 EUR3. Le Groupe SNCB ne détermine pas si un cas est àconsidérer ou non comme suicide. Ceci relève de la compétencedu Parquet (si celui-ci se rend sur les lieux), ou dela police.4. Infrabel, le gestionnaire d'infrastructure du réseau ferroviairebelge, a établi en 2008 un plan d'action afin deréduire le nombre de suicides sur les voies. Dans le cadrede ce plan d'action, les endroits les plus sensibles du réseauferroviaire belge en termes de suicides ont été détectés etce, sur la base des chiffres de la période 1998-2007 (avecune attention particulière pour 2003-2007).De cette façon, Infrabel a pu établir une liste desdits 34"hotspots", répartis sur 21 communes, où des mesures trèsconcrètes seront prises pour tenter de réduire le nombre desuicides.Ces 34 "hotspots" comportent quelques gares et pointsd'arrêt, mais aussi des endroits situés entre deux gares oupoints d'arrêt.5. La perte financière de la SNCB (dommages au matérielroulant, retards encourus, etc.) est la suivante:K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

324 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201012550Vraag nr. 135 van de heer volksvertegenwoordigerAndré Perpète van 22 december 2009 (Fr.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS en Telenet. - Hotspots in de stations van de provincieLuxemburg. (MV 7119) (SV 95)In november 2004 sloten de NMBS en Telenet eensamenwerkingsakkoord voor de installatie van hotspots ineen aantal stations van het land.Sindsdien werden al negen van de 38 hiervoor geselecteerdestations met deze dienst uitgerust.Hoewel geen enkel station in de provincie Luxemburgaanvankelijk deze dienst zou aanbieden, heeft het stationvan Aarlen nu toch ook een hotspot.Tijdens de vorige zittingsperiode heb ik uw voorgangerhierover ondervraagd, om te weten of er naast de gekozensites in een nabije toekomst nog bijkomende stations kondenworden aangeduid. Ik denk dan aan stations zoals dievan Marbehan of Libramont op de lijn Brussel-Luxemburg.Minister Vande Lanotte liet mij toen weten dat het nog tevroeg was om een kalender vast te leggen, omdat hetsysteem nog volop evolueerde.DO 2009201012550Question n° 135 de monsieur le député André Perpètedu 22 décembre 2009 (Fr.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:SNCB et Telenet. - Hotspots dans les gares de la provincede Luxembourg. (QO 7119) (QE 95)Dans le courant du mois de novembre 2004, la SNCB etTelenet concluaient un accord de coopération pour l'installationde hotspots dans certaines gare du pays.Depuis lors, neuf gares ont été équipés de ce service surles 38 gares finalement retenues.Si aucune gare de la province de Luxembourg ne devaitbénéficier de ce service au départ, aujourd'hui, la gared'Arlon est tout de même équipée de hotspot.Sous la précédente législature, j'avais interrogé votre prédécesseursur ce sujet afin de savoir si des sites supplémentairesà ceux sélectionnés pourraient être désignés dans unfutut proche. Je pensi ici à des gares comme celles de Marbehanou de Libramont qui se situent sur la ligne Bruxelles-Luxembourg.À l'époque, le ministre Vande Lanotte m'indiquait qu'ilétait encore trop tôt pour fixer un calendrier, car l'évolutiondu système était loin d'être terminée.1. Hoe wordt deze dienst door de NMBS beoordeeld? 1. Pouvez-vous me donner des informations quant à lamanière dont ce service est évalué par la SNCB?2. Welke kosten brengt dit systeem mee voor het overheidsbedrijf?3. Zal de NMBS nog andere stations, in het bijzonder inde provincie Luxemburg, met hotspots uitrusten?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 135 van de heer volksvertegenwoordiger AndréPerpète van 22 december 2009 (Fr.):1. en 3. De hotspot-dienst wordt niet door de NMBS-Groep geleverd. Deze laatste heeft in 2004 beslist om deuitrusting en de exploitatie van een hotspot-dienst in destations exclusief aan een telecomoperator toe te vertrouwen.Het is dus aan die telecomoperator om te zorgen voor deevaluatie van die dienst in elk van de stations die vermeldzijn in de lijst van het contract.De NMBS-Holding onderhoudt echter regelmatige contactenmet die telecomoperator om die dienst indien nodigtot andere stations uit te breiden of hem te verbeteren of tebeperken. Zo werd de aanvankelijke lijst reeds aangepastom er het station van Arlon in op te nemen.2. Qu'en est-il des coûts qu'engendre ce système pourl'entreprise publique?3. La SNCB envisage-t-elle d'équiper d'autres gares,notamment en province de Luxembourg, de hotspots?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 135 de monsieur le député André Perpète du22 décembre 2009 (Fr.):1. et 3. Le service hotspot n'est pas fourni par le GroupeSNCB. En 2004, celui-ci a décidé de confier l'exclusivitéde l'équipement et de l'exploitation d'un service hotspotdans des gares à un opérateur de télécommunications.Il revient dès lors à cet opérateur de télécommunicationsde procéder à l'évaluation de ce service dans chacune desgares reprises dans la liste du contrat.La SNCB Holding a toutefois des contacts réguliers aveccet opérateur de télécommunications afin, si nécessaire,d'étendre ce service à d'autres gares ou de l'améliorer, ou dele restreindre. Ainsi, la liste de départ a déjà été adaptée,notamment pour y inclure la gare d'Arlon.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010325Uit contacten met de telecomoperator blijkt dat deze nietvan plan is om naast Arlon in andere stations van de provincieLuxemburg een hotspot-dienst in te richten of teexploiteren.In de stations die niet in de lijst van het contract voorkomen,heeft elke uitbater van een commerciële ruimte in hetstation het recht deze ruimte met een hotspot-dienst uit terusten, overeenkomstig de voorwaarden van zijn contracten met de telecomoperator van zijn keuze. De NMBS-Holdingkomt alleen tussen in geval van frequentiestoring diede spoorwegveiligheid in het gedrang zou kunnen brengen.2. Er zijn geen kosten voor de NMBS-Groep. De vergoedingvoor het eerste jaar en de jaarlijkse rente die door detelecomoperator aan de NMBS-Groep worden betaald,dekken immers alle kosten die door deze laatste ten lasteworden genomen.Il ressort des contacts avec l'opérateur de télécommunicationsque celui-ci ne compte pas équiper, ni exploiter unservice hotspot dans d'autres gares de la province duLuxembourg que celle d'ArlonIl est à remarquer qu'en dehors des gares reprises dans laliste du contrat, chaque exploitant d'un espace commercialdans une gare peut, selon les termes de son contrat, l'équiperd'un service hotspot avec l'opérateur de télécommunicationsde son choix. La SNCB Holding n'intervient qu'encas de perturbation de fréquences pouvant mettre en difficultéla sécurité ferroviaire.2. Les coûts sont inexistants pour le groupe SNCB. Eneffet, l'indemnisation de la première année et les rentesannuelles payées par l'opérateur de télécommunications augroupe SNCB couvrent l'ensemble des frais pris en chargepar celle-ci.DO 2009201012555Vraag nr. 137 van de heer volksvertegenwoordigerBruno Van Grootenbrulle van 22 december 2009(Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven:NMBS.- Securail.- Inadequate hondenteams (MV 15476)Volgens persberichten van 8 oktober 2009 zet Securail,de bewakingsdienst van de NMBS, in de stations en op hetBelgische spoorwegnet hondenteams in die eigenlijk nietgeschikt zijn voor dat werk. Op een speciale testdag voorpatrouillehonden en hondengeleiders die de federale politieonlangs organiseerde, bleek bovendien dat slechts 14 hondenteams(geleider en hond) probleemloos voor alle testsslaagden.1. Werden er incidenten met patrouillerende of interveni?endehondenteams van Securail gemeld op het Belgischespoorwegnet?2. a) Hoe komt het dat de teams momenteel kennelijkonvoldoende opgeleid zijn?b) Wie was er verantwoordelijk voor de opleiding van dehonden (gehoorzaamheid) en hondengeleiders?3. a) Was de federale politie actief betrokken bij dieopleiding, of zal ze in de toekomst die opleiding mee organiseren?b) Hoe zullen de teams die niet voor de tests slaagden,zich verder bekwamen om alsnog het gewenste niveau tebereiken?c) Hoe denkt de NMBS meer algemeen de opleiding vanhaar hondenteams te verbeteren?DO 2009201012555Question n° 137 de monsieur le député BrunoVan Grootenbrulle du 22 décembre 2009 (Fr.) à laministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. - L'emploi par Sécurail d'équipes cynophiles inadaptées.(QO 15476) (QE 849)La presse du 8 octobre 2009 nous informait que Securail,le service de gardiennage de la SNCB, employait dans sesgares et sur le réseau belge des chemins de fer, des équipescynophiles déclarées inaptes. Cette constation fait suite auxrésultats d'une journée de tests de dressage pour chiens depatrouille et maîtres-chiens organisée récemment par lapolice fédérale. En effet, seul 14 binômes maître/chien ontréussi parfaitement les tests.1. Des incidents liés à l'intervention ou aux patrouillesdes équipes cynophiles de Sécurail ont-ils été enregistréssur le réseau ferroviaire belge?2. a) Comment expliquer le manque de formation actueldes binômes maîtres/chiens?b) Qui était chargé de la formation des chiens - degréd'obéissance - et des maîtres chiens?3. a) La police fédérale était-elle partie prenante danscette formation ou le sera-t-elle à l'avenir?b) Comment les équipes ayant échouées aux tests vontellesse remettre à niveau?c) Globalement, comment la SNCB compte-t-elle améliorerla formation de ses équipes cynophiles?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

326 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 29 maart 2010, op de vraagnr. 137 van de heer volksvertegenwoordiger Bruno VanGrootenbrulle van 22 december 2009 (Fr.):1. Tot op vandaag werden geen incidenten of onregelmatighedenvastgesteld bij interventies of patrouilles door dehondenbrigades van Securail.2. en 3. Na de afschaffing van de vroegere spoorwegpolitiein 1998 werden de oud-hondengeleiders ingelijfd bij deinterne diensten.De NMBS-Holding heeft in samenwerking met de diensthondensteun van de federale politie een functionele opleidinguitgewerkt. Die opleiding is bedoeld om de met hondpatrouillerende veiligheidsbedienden van Securail nogmeer professionaliteit te laten verwerven. Op een totaalvan 26 teams, zijn 14 teams geslaagd in de africhtingstest,5 teams slaagden niet en mogen niet meer patrouilleren inde stations en 7 teams moeten een bijkomende opleidingvolgen.Dankzij deze testen werden de teams hond/geleider dietoezicht houden in de stations geschikt verklaard door defederale politie en haar dienst hondenbegeleiding, de referentiein België voor wat de hondenbrigades betreft.Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 29 mars 2010, à la questionn° 137 de monsieur le député Bruno Van Grootenbrulledu 22 décembre 2009 (Fr.):1. À ce jour, aucun incident ou aucune irrégularité n'a étéconstaté lors d'interventions ou de patrouilles menées pardes équipes canines Securail.2. et 3. Après la suppression de l'ancienne police ferroviaireen 1998, les anciens maîtres-chiens ont été intégrésau sein des services internes.La SNCB-Holding en collaboration avec le serviced'appui canin de la police fédérale, a mis sur pied une formationfonctionnelle. Le but de cette formation est que lesagents de sécurité , patrouillant avec un chien, acquièrentencore davantage de professionnalisme. Sur 26 équipes, 14équipes ont réussi dans ces tests de dressage, 5 équipes ontraté et ne peuvent plus patrouiller dans les gares et 7 équipesdevront subir une formation complémentaire.Grâce à ces tests les équipes chien/maître qui surveillentdans les gares, sont certifiées "aptes" par la police fédéraleet son Service d'appui canin, la référence en Belgique enmatière de "chiens de patrouille" .DO 2009201012604Vraag nr. 147 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLinda Musin van 22 december 2009 (Fr.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:Infrabel. - Follow-up van het actieplan met betrekking totzelfdodingen. (MV 14798)Mijn vraagt betreft het actieplan met betrekking tot zelfdodingenvan Infrabel. In de marge van de WerelddagZelfmoordpreventie herinnerde de Wereldgezondheidsorganisatieer op 9 september 2009 aan dat er per dagwereldwijd 3.000 mensen zelfmoord plegen (het aantalzelfmoordpogingen ligt 25 keer zo hoog) en dat ons landEuropees koploper is wat betreft het aantal zelfmoorden,voorwaar een triest record! Naast die macabere vaststellingstelde het Europese Spoorwegbureau (ERA) vast dat er in2007 niet minder dan 2.634 personen zelfmoord pleegdendoor zich voor een trein te werpen, waaronder 94 op hetBelgische spoorwegnet.DO 2009201012604Question n° 147 de madame la députée Linda Musin du22 décembre 2009 (Fr.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:Infrabel. - Le suivi du plan d'action suicide. (QO 14798)(QE 848)Ma question concerne le plan suicide mené par Infrabel.En effet, en marge de la journée internationale de préventiondu suicide, l'OMS rappelait le 9 septembre 2009 qu'il yavait quotidiennement 3000 suicides de par le monde (avecun nombre de tentatives 25 fois plus élevé) et que notrepays détenait le triste record européen du taux de suicide leplus élevé! Parallèlement à ce macabre constat, l'Agenceferroviaire européenne relevait qu'en 2007, pas moins de2634 personnes avaient mis fin à leur jour dont 94 sur leréseau ferroviaire belge.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010327Bovendien blijkt uit recente cijfers betreffende de gecumuleerdetreinvertragingen bij de NMBS in het eerste trimestervan 2009 dat zelfmoorden en andere aanrijdingenop het spoor - om het met NMBS-terminologie uit te drukken- voor 29.241 minuten vertraging in het spoorwegverkeerzorgden, te weten meer dan 8 procent van de totalevertraging die in het eerste trimester van 2009 werd geregistreerd.1. Wat heeft de speciale cel Preventie zelfdoding op hetspoor van Infrabel al verwezenlijkt?2. a) Heeft die dienst zich al gebogen over adequatemaatregelen, in samenspraak met andere betrokken partijen,zoals de gemeentebesturen, de Gewesten, de lokalepolitie en de hulpverlenende instanties?b) Kan u ons een gedetailleerd overzicht bezorgen vanalle voorgenomen of reeds uitgevoerde maatregelen?c) Zal het personeel van de NMBS-Groep gesensibiliseerdworden voor die problematiek, teneinde zelfdodingenbeter te kunnen onderkennen en rapporteren?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 147 van mevrouw de volksvertegenwoordiger LindaMusin van 22 december 2009 (Fr.):De zelfdodingpreventiecel van Infrabel heeft tot opheden, 34 gevoelige punten gecontroleerd, verspreid overde 21 gemeenten die in het actieplan worden vermeld.Voor elk gevoelig punt is een grondige analyse van deomgeving gemaakt om te zien welke beveiligingsmaatregelener getroffen kunnen worden. Een kostenraming daarvanwordt binnenkort verwacht.2. a) Wat de vereiste maatregelen betreft heeft de zelfdodingpreventieceleffectief overleg gepleegd met anderepartijen, meer bepaald de gemeentebesturen, de lokalepolitiediensten, psychiatrische instellingen, hulpinstantieszoals de "Centra voor zelfmoordpreventie" in Vlaanderenen Wallonië, werkgroepen die zich bezighouden met degeestelijke gezondheid, alsook de universiteiten. Voortszijn er met andere diensten van de NMBS-Groep vergaderingengeweest over de veiligheid.b) Met het oog op de preventie van zelfdoding op hetspoor werd er beslist maatregelen te nemen zowel op hetvlak van infrastructuur als op het vlak van partnerschappen.De maatregelen op het vlak van de infrastructuur betreffenin hoofdzaak het plaatsen of vernieuwen van omheiningen,het aanbrengen van meer borden die de toegang tot desporen verbieden en het verwijderen van begroeiing om dezichtbaarheid voor de treinbestuurders te verbeteren.En outre, les chiffres communiqués récemment sur leretard cumulé des trains de la SNCB au premier trimestre2009 imputaient aux "suicides et autres collisions sur voie"- selon la terminologie propre à la SNCB - 29.241 minutesde retard dans le trafic ferroviaire, soit plus de 8% del'ensemble des retards sur le premier trimestre 2009.1. Quel est le travail déjà réalisé par la cellule spéciale"Prévention des suicides sur le rail" créée au sein d'Infrabel?2. a) Cette cellule s'est-elle déjà penchée sur les mesuresappropriées à prendre, en concertation avec d'autres partiesconcernées, telles que les administrations communales, lesRégions, la police locale et les organismes d'assistance?b) Pouvez-vous nous détailler l'ensemble des mesuresdécidées ou déjà opérées?c) L'ensemble du personnel du groupe SNCB sera-t-ilsensibilisé à la problématique afin de pouvoir mieux distingueret signaler un comportement suicidaire?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 147 de madame la députée Linda Musin du22 décembre 2009 (Fr.):1. À ce jour, la cellule prévention des suicides sur le raild'Infrabel a procédé, à la visite des 34 points sensiblesrépartis sur les 21 communes reprises dans le plan d'action.Une analyse approfondie de l'environnement de chaquepoint sensible a été réalisée pour voir quelles mesures desécurisation peuvent être entreprises. Une estimation deleur coût est attendue prochainement.2. a) Concernant les mesures à prendre, la cellule préventionsuicides s'est effectivement concertée avec d'autresparties, notamment les administrations communales, lespolices locales, les institutions psychiatriques, les organismesd'assistance tels que les "Centres de prévention du suicide"en Flandre comme en Wallonie, les groupes de travailayant pour thème la santé mentale, les universités. Des réunionsavec d'autres services du groupe SNCB ont égalementeu lieu à propos de la sécurité.b) Des mesures infrastructurelles et des mesures en partenariatont été décidées afin de prévenir les suicides sur lerail.Les mesures infrastructurelles sont principalement lapose ou la rénovation de clôtures, l'augmentation de panneauxd'interdiction aux voies et du déboisement pouraméliorer la visibilité des conducteurs de train.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

328 QRVA 52 10029-03-2010Bij de partnerschapsmaatregelen gaat het om het biedenvan psychologische bijstand aan personen in nood doormiddel van praatpalen (eventueel samen met een affichecampagne)en het invoeren van een bewakingsdienst.De maatregelen op het vlak van infrastructuur wordenuitgevoerd en de partnerschappen liggen momenteel terstudie.c) In een eerste fase zullen de betrokken personeelsledenvan de NMBS-Groep gesensibiliseerd worden aangaandede problematiek van zelfdoding, en dit door middel vaneen opleiding die bedoeld is om mentale hulp te bieden aanpersonen die met een zelfdoding geconfronteerd worden.Bij de NMBS bestaat er al een dienst voor psychologischebijstand ten behoeve van de treinbestuurders en treinbegeleidersdie tijdens hun dienst met een zelfmoordgeconfronteerd worden. Het gaat om een collega, eenzogeheten "buddy", bij wie ze snel terecht kunnen.De treinbestuurders en -begeleiders kunnen indien nodigook contact nemen met de dienst voor psychologische bijstanden opvolging van de NMBS-Holding.Omtrent het melden van verdacht gedrag is er een algemenecampagne opgezet die zich tot iedereen richt. Dezecampagne roept iedereen die in een station of op een perrongetuige zou zijn van een verdacht feit op om het gratistelefoonnummer 800/30.230 te bellen. Dit nummer is 24uur op 24 en 7 dagen op 7 bereikbaar. Het nummer staat inverbinding met de veiligheidsdienst Securail of met deSpoorwegpolitie, die ter plaatse tussenkomen. Securailverwittigt het Security Operation Center (SOC), dat op zijnbeurt Traffic Control verwittigt. Deze laatste regelt hettreinverkeer en grijpt in op het treinverkeer naargelang vande uiteengezette situatie.Les mesures en partenariat sont l'offre d'une aide mentaleaux personnes en souffrance par le biais de bornes téléphoniques(éventuellement couplées à une campagne d'affichage)et la mise en place de service de surveillance.Les mesures infrastructurelles sont en cours d'opérationet les mesures en partenariat sont actuellement à l'étude.c) Dans un premier temps, les membres concernés dupersonnel du groupe SNCB seront sensibilisés à la problématiquedes suicides, et ce, par le biais d'une formationvisant à offrir une aide mentale aux personnes qui sontconfrontées à un suicide.Il est à noter qu'il existe déjà un service d'aide psychologiqueau sein de la SNCB destiné aux conducteurs etaccompagnateurs de trains qui sont confrontés à un suicidedans l'exercice de leur fonction: il s'agit d'un collègueappelé "buddy" auquel ils peuvent se confier rapidement.Les conducteurs et accompagnateurs peuvent égalements'adresser en cas de nécessité auprès du service d'aide et desuivi psychologique au sein de la SNCB Holding.Pour ce qui concerne le signalement de comportementssuspects, une campagne générale s'adressant à tout un chacuna été mise en place. La campagne appelle toute personnetémoin d'un fait suspect, tant en gare que sur lesquais, à appeler le numéro de téléphone gratuit 800/30.230et cela 24 heures sur 24 et 7 jours sur 7. Ce numéro d'appelest relié au service de sécurité Securail ou à la Police desChemins de fer qui interviennent sur place. Securail prévientle Security Operation Center (SOC) lequel avertit leTraffic Control, chargé de la gestion du trafic ferroviaire.Celui-ci agit alors sur la circulation des trains en fonctionde la situation exposée.DO 2009201012860Vraag nr. 158 van de heer volksvertegenwoordiger JefVan den Bergh van 28 december 2009 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. - De studententrein Antwerpen-Leuven (SV 860).Sinds 7 september 2009 is men naar verluidt gestart meteen verbetering van het treinaanbod voor studenten die opzondagavond van Antwerpen naar Leuven sporen. Het zougaan over een verdubbeling van het aantal zitplaatsen.1. Heeft de verdubbeling van het aantal zitplaatsen op destudententrein Antwerpen-Leuven op zondagavond hettekort aan plaatsen opgelost?DO 2009201012860Question n° 158 de monsieur le député JefVan den Bergh du 28 décembre 2009 (N.) à laministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. - Le train des étudiants Anvers-Louvain.J'ai ouï dire que depuis le 7 septembre 2009, la SNCBs'attache à améliorer l'offre de trains à l'intention des étudiantsqui font le trajet Anvers-Louvain le dimanche soir.Cette amélioration consisterait en substance en un doublementdu nombre de places assises.1. Le doublement du nombre de places assises dans letrain des étudiants Anvers-Louvain du dimanche soir a-t-ilrésolu le problème du manque de places dans ce train?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20103292. a) Kan de uitbreiding van het aantal zitplaatsen positiefgeëvalueerd worden?b) Worden andere aanpassingen in functie van studentengepland?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 29 maart 2010, op de vraagnr. 158 van de heer volksvertegenwoordiger Jef Vanden Bergh van 28 december 2009 (N.):Door noodzakelijke aanpassingen aan het treinaanbod alsgevolg van infrastructuurwerken op de as Antwerpen-Mechelen viel de rechtstreekse verbinding van Antwerpenmet Leuven vanaf 6 september 2009 weg.De evolutie in de verbinding van Antwerpen naar Leuvenvia Mechelen in het weekeinde is als volgt:2. a) Cette augmentation du nombre de places assisespeut-elle être l'objet d'une évaluation positive?b) D'autres aménagements en fonction des besoins desétudiants sont-ils envisagés?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 29 mars 2010, à la questionn° 158 de monsieur le député Jef Van den Bergh du28 décembre 2009 (N.):En raison d'adaptations requises au niveau de l'offretrains, suite aux travaux d'infrastructure sur l'axe Antwerpen- Mechelen, la relation directe Antwerpen - Leuven aété supprimée à partir du 6 septembre 2009.L'évolution de la relation Anvers - Louvain via Malinespendant le week-end est la suivante:Periode – PériodeTot juni 2009Jusque juin 2009Juni - september 2009Juin - septembre 2009September - december 2009Septembre - décembre 2009Vanaf december 2009À partir de décembre 2009Trein(en) – Train(s)IRa Antwerpen-Leuven (L tot Mechelen) –IRa Antwerpen-Leuven (L jusque Mechelen)IRa Antwerpen-Leuven (IR tot Mechelen) –IRa Antwerpen-Leuven (IR jusque Mechelen)IRn Antwerpen-Mechelen enIRa Mechelen-Leuven –IRn Antwerpen-Mechelen etIRa Mechelen-LeuvenL Antwerpen-Mechelen enIRa Mechelen-Leuven –L Antwerpen-Mechelen etIRa Mechelen-LeuvenTotale rittijd–Temps de parcours total1u08 (rechtstreeks)1h08 (direct)0u55 (rechtstreeks)0h55 (direct)0u54 (incl. overstap)0h54 (correspondance incluse)1u15 (incl. overstap)1h15 (correspondance incluse)De redenen voor de wijzigingen zijn de volgende:- juni 2009: gewijzigde aansluitingen in Mechelen doorinfrastructuurwerken op de lijn 25 (Brussel-Antwerpen);- september 2009: wijziging IC-B op de lijn 25 doorinfrastructuurwerken op de lijn 12 (Essen-Antwerpen);- december 2009: de optimale positione-ring van de verlengdeIR-verbinding tot Brussel na het verdwijnen van dehalte Brussel-Noord voor de IC-B "Benelux".Om tegemoet te komen aan de behoeften van de kotstudenten,die omwille van bagage een rechtstreekse trein verkiezen,werd vanaf de start van het academiejaar eenbijkomende P-trein ingelegd tussen Antwerpen en Leuven/Heverlee.Les raisons des modifications sont les suivantes:- juin 2009: correspondances modifiées à Malines, du faitde travaux d'infrastructure sur la ligne 25 (Bruxelles-Antwerpen);- septembre 2009: déplacement de l'IC-B sur la ligne 25,du fait de travaux d'infrastructure sur la ligne 12 (Essen-Antwerpen);- décembre 2009: positionnement optimal de la liaison IRprolongée jusqu'à Bruxelles, après la suppression de l'arrêtà Bruxelles-Nord pour les IC-B "Benelux".Pour répondre aux besoins des étudiants qui vivent en kotet qui, en raison de leurs bagages, préfèrent un train direct,un train P supplémentaire a été mis en service dès le débutde l'année académique entre Anvers et Louvain/Heverlee.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

330 QRVA 52 10029-03-2010Er werd daarnaast ook een verschuiving van studentennaar de L-trein via Lier/Aarschot opgemerkt. Als reactiedaarop werden al enkele treinen van deze verbinding versterktop zondagavond waarbij de samenstelling werd verdubbeldvan één naar twee treinstellen type Break,waardoor het aantal zitplaatsen van 253 op 506 werdgebracht.De plus, il a également été constaté que des étudiants ontopté pour le train L qui circule via Lier/Aarschot. Quelquestrains de cette relation ont de ce fait été renforcés le dimanchesoir, la composition ayant été doublée (deux rames detype Break au lieu d' une); ce qui a fait passer le nombre deplaces assises de 253 à 506.DO 2009201012935Vraag nr. 182 van de heer volksvertegenwoordigerKristof Waterschoot van 28 december 2009 (N.)aan de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven:NMBS. - Station Hoboken-Polder. - Heropening van hetStation Hoboken Kapelstraat (SV 728).Gemeentelijke structuurplannen doen vaak uitsprakenover de toekomst van spoorinfrastructuur. In het strategischruimtelijk structuurplan van de stad Antwerpen vindik de volgende passage: "Voorgesteld wordt ten slotte omook het station Hoboken Centrum te vernieuwen en het stationKapelstraat te heropenen. Ook een lightrail systeemkan onderzocht worden om lokale stations/stopplaatsenopnieuw in te schakelen in een vernieuwde uurregeling.Voordelen zijn de snelheid van de stellen, waardoor lokalelijnen opnieuw potentieel kunnen krijgen. Als voorbeeldkan een lightrail langs Lijn 52 (Puurs-Boom-Zuid) verderonderzocht worden, naast de huidige IC-verbinding. Voorgesteldwordt om in overleg met NMBS en De Lijn eenstudie lightrail in Antwerpen op te starten."Graag had ik u gevraagd naar de stand van zaken in ditdocument vermelde actiepunten.1. Bestaan er concrete plannen voor de renovatie van hetstation Hoboken-Polder?2. a) Bestaan er plannen om het station Hoboken Kapelstraatte heropenen?DO 2009201012935Question n° 182 de monsieur le député KristofWaterschoot du 28 décembre 2009 (N.) à laministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques:SNCB. - Gare de Hoboken-Polder. - Réouverture de la garede Hoboken Kapelstraat.Les plans structurels communaux contiennent souventdes déclarations concernant l'avenir des infrastructures ferroviaires.Je trouve par exemple le passage suivant dans leplan structurel d'aménagement stratégique pour la villed'Anvers: "Il est enfin proposé de rénover également lagare de Hoboken Centrum et de rouvrir la gare de Kapelstraat.Un système de lightrail (train léger) pourrait égalementêtre étudié afin de remettre en service des gares/arrêtslocaux dans le cadre d'un horaire renouvelé. L'avantage dece lightrail réside dans la vitesse des rames qui pourraitpermettre de rendre leur potentiel à certaines lignes locales.À titre d'exemple, il pourrait être envisagé de mettre en circulation,sur la Ligne 52 (Puurs-Boom-Zuid), un lightrailqui compléterait la liaison IC actuelle. Il est proposé delancer une étude sur le lightrail à Anvers en concertationavec la SNCB et De Lijn."Pourrais-je vous demander de dresser un bilan en ce quiconcerne les projets évoqués dans le plan de la villed'Anvers?1. La rénovation de la gare de Hoboken-Polder est-elleenvisagée concrètement?2. a) La réouverture de la gare de Hoboken Kapelstraatest-elle envisagée?b) Zo ja, is daar potentieel voor? b) Dans l'affirmative, existe-t-il un potentiel pour cetteréouverture?3. a) Is de studie lightrail Antwerpen langsheen Lijn 52 alopgestart?3. a) L'étude consacrée à la mise en service d'un lightrailà Anvers en bordure de la Ligne 52 a-t-elle déjà été lancée?b) Zo ja, kan u hier meer details over geven? b) Dans l'affirmative, pourriez-vous fournir davantage dedétails à ce sujet?4. Gelooft u in een lightrailconcept omheen Antwerpen? 4. Croyez-vous à un concept lightrail autour d'Anvers?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010331Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 182 van de heer volksvertegenwoordiger KristofWaterschoot van 28 december 2009 (N.):1. Omdat de stationsomgeving, althans het gedeelte ineigendom van de NMBS-Holding, volgens de wet van25 juli 1891, artikel 1, ingelijfd is in de kleine wegenis, isde opwaardering van de stationsomgeving te Hoboken Poldereen bevoegdheid van het District Hoboken. Op10 oktober 2007 bracht het District Hoboken de NMBS-Holding ter kennis dat de heraanleg van de stationsomgevingzal uitgevoerd worden na de heraanleg van de Berkenrodelei.De NMBS-Holding heeft in 2005 een overdekte fietsenstallingopgericht en dit werk werd eind 2007 aan deandere zijde van de sporen herhaald, teneinde een totalecapaciteit te kunnen aanbieden van 76 plaatsen.2. a) en b) Het voormalige station Hoboken aan deKapelstraat werd in juni 1984 gesloten. Dit station bevindtzich op slechts 1 km van het station Hoboken-Polder. DeNMBS heeft daarom geen plannen voor heropening.3. Lijn 52 is weerhouden voor een studie in verband meteen lightrailbediening in het kader van artikel 43 van hetbeheerscontract van de NMBS met de Staat.4. De haalbaarheid en de rendabiliteit van de invoeringvan lightrailbediening op een aantal spoorlijnen moetensamen met de Gewesten onderzocht worden.Inzake gemengd verkeer van lightrailmaterieel en heavyrailmaterieelop het Belgische spoorwegennet, zijn op basisvan studie een aantal knelpunten aan het licht gekomen.De knelpunten situeren zich onder andere op het gebiedvan veiligheid, mogelijke lightrailexploitatievormen en hetjuridische kader waarbinnen lightrail zal toegelaten worden.a) Veiligheid a) SécuritéVoor wat betreft de veiligheid werden de technischeaspecten bestudeerd maar het wettelijke normenkader voorlightrailmaterieel dat zou toelatendit materieel veilig ingemengd verkeer te laten rijden op het Belgische spoorwegennetis complex en hangt af van Europese richtlijnen diein België bindend zijn.Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 182 de monsieur le député Kristof Waterschoot du28 décembre 2009 (N.):1. Étant donné que l'environnement de gare, ou tout aumoins la partie dont la SNCB Holding est propriétaire, estincorporé, au sens de la loi du 25 juillet 1891, article 1,dans la petite voirie, la valorisation de l'environnement degare à Hoboken Polder relève de la compétence du Districtde Hoboken. Le 10 octobre 2007, le District de Hoboken afait savoir à la SNCB Holding que le réaménagement del'environnement de gare serait réalisé après le réaménagementde la Berkenrodelei.En 2005, la SNCB Holding a aménagé un abri couvertpour vélos et fin 2007, un second aménagement a eu lieude l'autre côté des voies, de façon à pouvoir offrir unecapacité totale de 76 emplacements.2. a) et b) L'ancienne gare de Hoboken qui se situe à"Kapelstraat" a été fermée en juin 1984. Cette gare setrouve à 1 km à peine de la gare de Hoboken-Polder. LaSNCB n'envisage dès lors pas sa réouverture.3. La ligne 52 a été retenue dans le cadre d'une étuderelative à une desserte "Light Rail" dans le cadre de l'article43 du contrat de gestion de la SNCB avec l'État.4. La faisabilité et la rentabilité de l'introduction d'un serviceLightrail sur un nombre de lignes ferroviaires doiventêtre examinées avec les Régions.En cas d'un trafic mixte utilisant du matériel "Light Rail"et "Heavy Rail" sur le réseau ferré belge, différents points àproblèmes ont été mis en évidence sur base d'étude.Ceux-ci se situent notamment sur le plan de la sécurité,des formes d'exploitation possibles du "Light Rail", et ducadre juridique dans lequel le "Light Rail" sera autorisé.En termes de sécurité, les aspects techniques ont été étudiés,mais le cadre normatif légal pour le matériel "LightRail" qui permettrait la circulation de ce matériel en traficmixte sur le réseau ferré belge est complex et dépend aussides directives européennes obligatoire en Belgique.b) Lightrailexploitatievormen en het juridische kader b) Formes d'exploitation "Light Rail" et cadre juridiqueDeze knelpunten dienen op federaal en gewestelijkniveau aangepakt te worden:Ces points à problèmes requièrent une approche auniveau fédéral et régional:- bepaling van de lightrailexploitatievorm; - détermination de la forme d'exploitation "Light Rail";- in functie van de door de Overheid gekozen lightrailexploitatievormzal het noodzakelijk zijn dat een aantal wettendoor de gewestelijke vervoersmaatschappijen wordennageleefd.- en fonction de la forme d'exploitation retenue par lesAutorités, un certain nombre de lois devront être respectéespar les sociétés régionales de transport.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

332 QRVA 52 10029-03-2010Het betreft:- de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruikvan de spoorweginfrastructuur;- de wet van 19 december 2006 betreffende de exploitatieveiligheidvan de spoorwegen;- de wet van 26 januari 2010 betreffende de interoperabiliteitvan het spoorwegsysteem in de Europese Gemeenschap.Uiteraard moet elk project socio-economisch gerechtvaardigdzijn.Il s'agit:- de la loi du 4 décembre 2006 relative à l'utilisation del'infrastructure ferroviaire;- de la loi du 19 décembre 2006 relative à la sécuritéd'exploitation au sein des chemins de fer;- de la loi du 26 janvier 2010 relative à l'interopérabilitédu système ferroviaire au sein de la Communauté européenne.Chaque projet doit évidemment se justifier sur le plansocio-économique.DO 2009201012945Vraag nr. 184 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 28 december 2009 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. - Dagtoerisme naar kust en Ardennen (SV 776).Traditioneel zijn de zomermaanden erg druk voor deNMBS want dan reizen er heel wat personen naar de kusten de Ardennen. Al jaren is de trein bij dagtoeristen een ergpopulair vervoermiddel.De NMBS probeert dan ook om iedereen vlot en comfortabelter bestemming te krijgen. Niet alleen waren er veletreinen naar zee van de gewone dienstregeling langer, ookde rijperiode van de toeristentreinen werd verlengd.1. Wat was het aantal vervoerde reizigers tijdens devakantiemaanden door de NMBS naar de kust, opgesplitstper kuststation, en naar de Ardennen?2. Welke tendens wordt duidelijk in vergelijking met devijf vorige jaren?3. Heeft deze piek een impact op de criminaliteit op detrein of ten aanzien van treinpersoneel?4. Hebben de B-dagtrips een succesvolle verkoop gekendten aanzien van de voorbije vijf jaar?DO 2009201012945Question n° 184 de madame la députée Leen Dierick du28 décembre 2009 (N.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:SNCB. - Voyages d'un jour au littoral et en Ardenne.Les mois d'été, la SNCB est traditionnellement très sollicitée.Bon nombre de vacanciers empruntent en effet leschemins de fer belges pour se rendre à la côte et enArdenne. Depuis des années, le train constitue un moyende transport très populaire pour les excursions d'un jour.La SNCB a dès lors consenti des efforts particuliers pourtransporter chacun à sa destination, rapidement et avec unmaximum de confort. Non seulement la capacité de nombreuxtrains en direction de la mer a été élargie, mais deplus, la période de mise en service des trains touristiques aété prolongée.1. Combien de voyageurs ont été transportés par laSNCB à la côte belge, par station balnéaire, et en Ardennependant les mois d'été?2. Quelle tendance observe-t-on par rapport aux cinqannées précédentes?3. Le pic d'été affecte-t-il la criminalité à bord des trainsou à l'égard du personnel de train?4. Les B-excursions se sont-elles bien vendues par rapportaux cinq années précédentes?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010333Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 24 maart 2010, op de vraagnr. 184 van mevrouw de volksvertegenwoordiger LeenDierick van 28 december 2009 (N.):1. Onderstaande cijfers geven het aantal enkele ritten metoorsprong of bestemming naar één van de Belgische kuststations.Passes (vertrek- en eindstation zijn niet gekend)en treinkaarten (niet dagtoeristisch) zijn niet in de cijfersinbegrepen:Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 24 mars 2010, à la questionn° 184 de madame la députée Leen Dierick du28 décembre 2009 (N.):1. Les données ci-dessous indiquent le nombre de trajetssimples avec pour origine ou pour destination l'une desgares de la Côte belge. Les "pass" (gares d'origine et dedestination non connues) et cartes train (non destinées autourisme d'un jour) ne sont pas repris dans ces données:Bestemming/DestinationAantal reizigers(juli-augustus 2009) /Nombre de voyageurs(juillet-août 2009)Aantal reizigers(juli-augustus 2008) /Nombre de voyageurs(juillet-août 2008)Aantal reizigers(juli-augustus 2007) /Nombre de voyageurs(juillet-août 2007)Zone Knokke (*) 101 403 94 854 89 065Zeebrugge 11 277 9 421 11 017Blankenberge 277 979 260 608 226 753Oostende 447 660 396 656 373 195Veurne 6 594 6 464 6 566Koksijde 10 361 8 367 8 114De Panne 85 270 76 615 75 540Totaal/Total 940 544 852 985 790 250(*) De tarifaire zone Knokke bestaat uit Knokke, Duinbergen en Heist.(*) La zone tarifaire se compose de Knokke, Duinbergen et Heist.Het aantal biljetten "Dag in de Ardennen" dat werd verkochtis het volgende:Le nombre de billets "Un jour en Ardenne" vendus est lesuivant:Juli-augustus/Juillet-aoûtAantal reizigers/Nombre de voyageurs2009 14 0382008 20 0532007 19 780Sinds 2008 is de zomergeldigheidsperiode voor de biljetten"Dag aan zee"/"Dag in de Ardennen" beperkt tot detwee zomermaanden. In 2009 eindigde deze periode op30 augustus.2. De statistieken wijzen vooral op het weersgebondenkarakter van de verplaatsingen.3. In de maanden juli en augustus is er geen duidelijkestijging van de criminaliteit ten opzichte van de voorgaandemaanden.Depuis 2008, la période de validité estivale pour lesbillets "Un jour à la mer"/"Un jour en Ardenne" est limitéeaux deux mois d'été. En 2009, cette période s'est terminéele 30 août.2. Les statistiques en la matière mettent particulièrementen évidence des déplacements liés aux conditionsmétéorologiques.3. En matière de criminalité, aucune hausse sensible dunombre de cas de criminalité n'est constatée durant lesmois de juillet et d'août, par rapport aux mois précédents.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

334 QRVA 52 10029-03-20104. Om alle onduidelijkheid weg te nemen dient opgemerktte worden dat slechts een aantal B-Dagtripbestemmingenzich aan de kust of in de Ardennen bevinden. Demeest succesvolle B-Dagtrips gaan richting grote dierenparkenen pretparken.Tijdens de zomermaanden juli en augustus 2009 steeg deverkoop van de B-Dagtrips met meer dan 20% tegenoverdezelfde zomermaanden van 2008.Hiermee werden tevens de tot hiertoe hoogste zomerverkoopcijfersvan de B-Dagtrips behaald.4. Pour éviter tout malentendu, il est à remarquer queseules quelques destinations "B-Excursion" sont localiséesà la Côte ou en Ardenne. Les B-Excursions qui connaissentle plus de succès sont celles à destination des grands parcsd'attractions et parcs animaliers.Au cours des mois de juillet et d'août 2009, la vente desB-Excursions a augmenté de plus de 20% par rapport auxmêmes mois de l'été 2008.C'est d'ailleurs au cours de cette période que la SNCB aenregistré, à ce jour, la plus forte vente estivale de B-Excursions.DO 2009201013030Vraag nr. 190 van de heer volksvertegenwoordigerMichel Doomst van 29 december 2009 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. - Treinen die de halte voorbijrijden (SV 488).Een trein rijdt soms een halte voorbij, terwijl dit normaaleen stopplaats is. Jaarlijks gaat dit om ongeveer 60 gevallen.1. Hoeveel maal reed een trein een halte/stopplaats voorbijin 2008?2. Welk gevolg wordt hier aan gegeven ten aanzien vande treinbestuurder?3. Welk gevolg wordt hier aan gegeven ten aanzien vande reiziger (compensatie, enz.)?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 190 van de heer volksvertegenwoordiger MichelDoomst van 29 december 2009 (N.):1. In 2008 noteerde de verkeersleiding van Infrabel intotaal 87 gevallen waarbij treinbestuurders een halte/stopplaatsvoorbijreden.2. De treinbestuurder wordt in dat geval gestraft zoalsvoorzien in het tuchtreglement.3. Als een reiziger zich erover beklaagt dat zijn trein nietin een voorzien(e) station/stopplaats gestopt is en als ditblijkt te kloppen, biedt de Centrale Klantendienst van deNMBS hem een compensatie aan.DO 2009201013030Question n° 190 de monsieur le député Michel Doomstdu 29 décembre 2009 (N.) à la ministre de laFonction publique et des Entreprises publiques:SNCB. - Trains n'observant pas l'arrêt.Il arrive qu'un train n'observe pas un arrêt normalementprévu. Chaque année, on dénombre quelques 60 dépassementsd'arrêt.1. Combien d'incidents de ce type se sont-ils produits en2008?2. Quelle suite y est-il donnée en ce qui concerne leconducteur du train?3. Quelle suite y est-il donnée en ce qui concerne lesvoyageurs (compensation, etc.)?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 190 de monsieur le député Michel Doomst du29 décembre 2009 (N.):1. En 2008, la gestion de trafic Infrabel a enregistré, autotal, 87 dépassements de halte/point d'arrêt par desconducteurs de train.2. Le conducteur de train est dans ce cas sanctionnéconformément au règlement relatif aux mesures disciplinaires.3. Lorsqu'un voyageur se plaint que son train ne s'est pasarrêté dans une gare/point d'arrêt prévu et que cela s'avèreexact, le Service Central Clientèle de la SNCB lui offre unecompensation.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010335DO 2009201013730Vraag nr. 236 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLinda Musin van 07 januari 2010 (Fr.) aan deminister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven:Openstelling van de spoorwegmarkt. - Waarschuwing vanwegede Europese Commissie. (MV 15566)We vernamen uit persberichten van 8 oktober 2009 datde Europese Commissie een waarschuwing heeft gerichtaan 21 landen, waaronder België, omdat ze onvoldoendeuitvoering hebben gegeven aan het 'eerste spoorwegpakket'.Europa tikte België meer dan een jaar geleden al een eerstemaal op de vingers in verband met de structuur van deNMBS-groep. We richtten hierover destijds een vraag aanuw voorganger, die ons meedeelde dat er een brief vertrokkenwas naar de Commissie en dat er een aantal wijzigingenwerd aangebracht om aan de kritiek tegemoet tekomen.Volgens de persberichten betreurt de Europese Commissieeens te meer dat de infrastructuurbeheerder niet voldoendeonafhankelijk is ten aanzien van despoorwegoperatoren en dat de bepalingen inzake de tariferingvan de toegang tot de spoorweginfrastructuur onvoldoendeworden toegepast.1. Wat zijn de precieze bezwaren van de Europese Commissiein verband met de uitvoering van het 'eerste spoorwegpakket'door ons land?2. Wat is uw standpunt dienaangaande en welke antwoordenzal u, als toezichthoudende minister, formuleren?DO 2009201013730Question n° 236 de madame la députée Linda Musin du07 janvier 2010 (Fr.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:L'ouverture du marché ferroviaire. - L'avertissement de laCommission européenne. (QO 15566)La presse du 8 octobre 2009 nous informait de l'avertissementadressé par la Commission européenne à l'encontrede 21 pays membres, dont la Belgique, pour une mise enoeuvre jugée insuffisante du "premier paquet ferroviaire".L'exécutif européen avait déjà lancé un premier avertissementà la Belgique il y a plus d'un an quant à la structuredu groupe SNCB et nous avions interrogé votre prédécesseurà ce sujet: un courrier avait été envoyé à la Commissionet des modifications avaient été apportées afin derépondre à ces critiques.Selon la presse, la Commission européenne déplore doncde nouveau le manque d'autonomie du gestionnaire desinfrastructures par rapport aux opérateurs ferroviaire, ainsique l'application jugée insuffisante des dispositionsconcernant la tarification de l'accès aux voies.1. Quelles sont précisément les doléances de la Commissioneuropéenne face à la mise en oeuvre par la Belgiquedu "premier paquet ferroviaire"?2. Quelle est votre position face à ces doléances et quellesréponses envisagez-vous d'y apporter, en tant queministre de tutelle?3. Aan welke risico's staat ons land bloot in dit dossier? 3. Quels sont les risques encourus par la Belgique dans cedossier?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 236 van mevrouw de volksvertegenwoordiger LindaMusin van 07 januari 2010 (Fr.):Ik heb de eer het geachte lid te vewijzen naar het antwoordmedegedeeld op de mondelinge vraag nr. 15596 van14 oktober 2009 van mevrouw Ine Somers (Integraal Verslag,Kamer, 2009-2010, commissie voor de Infrastructuur,het Verkeer en de Overheidsbedrijven, 18 november 2009,CRIV 52 COM 707, blz. 3).Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 236 de madame la députée Linda Musin du07 janvier 2010 (Fr.):Je prie l'honorable membre de bien vouloir se référer à laréponse communiqée à la question orale n° 15596 du14 octobre 2009 de madame Ine Somers (Compte RenduIntégral, Chambre, 2009-2010, commission de l'Infrastructure,des Communications et des Entreprises publiques,18 novembre 2009, CRIV 52 COM 707, p. 3).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

336 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201013763Vraag nr. 244 van de heer volksvertegenwoordiger RoelDeseyn van 08 januari 2010 (N.) aan de ministervan Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:De Post. - Uitbetaling van pensioenen.Een frequent voorkomende klacht bij de ombudsdienstvoor de postsector betreft de uitbetaling van pensioenen.Het cash uitbetalen van pensioenen behoort tot de takenvan De Post. Pensioenen worden geen tweede maal aangebodenwanneer de betrokkene niet open maakt. Mensen dieslecht te been zijn slagen er niet altijd in om tijdig de voordeuropen te maken. Ook ziekenhuisopname, enzovoortmaakt dat ouderen soms zonder pensioen vallen daar ze ophet moment van de aanbieding in het ziekenhuis warenopgenomen of niet tijdig de deur openden. Aangetekendezendingen worden indien nodig een tweede maal aangeboden.Voor pensioenen is er geen nazending of tweedepoging. Ook is er geen gevolmachtigde aanstelbaar.Het is niet De Post die beslist over het al dan niet gebruikvan een volmacht om een pensioen op te halen, wel deRijksdienst voor Pensioenen en de FOD Sociale Zekerheid.Wanneer een gepensioneerde op het tijdstip van de betalingvan de pensioenen afwezig is, wordt hij of zij door DePost uitgenodigd om zich voor de uitbetaling van het pensioenbinnen een periode van dertig werkdagen op hetplaatselijke postkantoor aan te bieden. Na het verstrijkenvan voornoemde periode wordt het pensioenbedrag op derekening van de Rijksdienst voor Pensioenen teruggestort.De Rijksdienst voor Pensioenen onderneemt vervolgens denodige actie voor een gepersonaliseerde opvolging van hetpensioendossier.1. Overweegt u om pensioenen bij afwezigheid eentweede maal te presenteren op hetzelfde of een ander adresgedurende de geldigheidsperiode van de pensioenstitel?2. Overweegt u om tijdens de bovengenoemde geldigheidsperiodeaan de gepensioneerde de mogelijkheid tegeven om De Post te melden dat hij in de onmogelijkheidverkeert om het pensioen in ontvangst te nemen en de procedurevan gepersonaliseerde opvolging door de Rijksdienstvoor Pensioenen te activeren?3. Kan u een oplossing voor deze problematiek in hetvooruitzicht stellen in samenwerking met uw collegabevoegd voor pensioenen?DO 2009201013763Question n° 244 de monsieur le député Roel Deseyn du08 janvier 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:La Poste. - Paiement de pensions.Le paiement des pensions est fréquemment le sujet deplaintes introduites auprès du service de médiation pour lesecteur postal. Le paiement des pensions en espèces faitpartie des missions de La Poste. Or ces pensions ne sontpas présentées une seconde fois lorsque les bénéficiairesn'ouvrent pas la porte au facteur, soit parce que les personnesconcernées n'arrivent pas à ouvrir la porte d'entrée àtemps en raison de problèmes de mobilité, soit parcequ'elles sont hospitalisées au moment du passage du facteur.Si, pour les envois recommandés, une deuxième présentationest possible, pour les pensions, en revanche, iln'est prévu ni réexpédition ni seconde présentation. Et lapossibilité de désigner un mandataire par procurationn'existe pas davantage.Ce n'est pas La Poste qui décide s'il est possible ou nond'utiliser une procuration pour toucher une pension: cettedécision relève de l'Office national des pensions et du SPFSécurité sociale.Lorsqu'une personne pensionnée est absente au momentdu passage du préposé, elle est invitée par La Poste à seprésenter dans un délai de 30 jours ouvrables à son bureaude poste local pour s'y faire payer sa pension. Après expirationde ce délai, le montant de la pension est reversé surle compte de l'Office national des pensions. Celui-ci entreprendalors les démarches nécessaires afin d'assurer unsuivi personnalisé du dossier de pension de la personneconcernée.1. Envisagez-vous de faire en sorte qu'en cas d'absencede l'intéressé(e), le paiement de la pension à domicile et enespèces puisse faire l'objet d'une seconde présentation, à lamême adresse ou à une autre adresse, durant la période devalidité du titre de pension?2. Envisagez-vous de donner la possibilité aux pensionnés,durant cette même période de validité, de signaler à LaPoste leur impossibilité de percevoir physiquement la pensionet de demander l'activation, par l'Office national despensions, de la procédure de suivi personnalisé?3. Pourriez-vous élaborer une solution à ce problème encollaboration avec votre collègue chargé des pensions?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010337Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 244 van de heer volksvertegenwoordiger RoelDeseyn van 08 januari 2010 (N.):1. In gemeenschappelijk overleg tussen De Post en deRijksdienst voor Pensioenen (RVP) werd inderdaad beslistom niet meer over te gaan tot een tweede aanbieding wanneerde pensioenen bij de eerste aanbieding aan huis nietkonden worden uitbetaald. Met wilde hiermee de risico'sverbonden aan de behandeling van cash geld maximaalbeperken om aldus de veiligheid van het postpersoneel teverbeteren. Er wordt niet overwogen om een tweede aanbiedingopnieuw mogelijk te maken.2. Het is belangrijk te onderstrepen dat de rechthebbendezich altijd moet wenden tot de uitbetalingsinstelling metname de Rijksdienst voor Pensioen. De Post zal nadien uitvoerenwat afgesproken is tussen rechthebbende en deRVP.De huidige samenwerking tussen de RVP en De Postvoorziet reeds in procedures voor aanbieding op een anderadres of uitbetaling van assignaties aan personen die verblijvenin een verzorgingsinstelling (ziekenhuis of rust- ofverzorgingstehuis). In die zin is er reeds een gepersonaliseerdeopvolging die een antwoord biedt op de meest voorkomendesituaties.3. De Rijksdienst voor Pensioenen en De Post werkennauw samen en bepalen samen de processen voor de uitbetalingaan huis van de rust- en overlevingspensioenen. Erwordt voortdurend geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig.Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 244 de monsieur le député Roel Deseyn du 08 janvier2010 (N.):1. Il a été décidé d'un commun accord entre La Poste etl'Office National des Pensions (ONP) de ne plus procéder àune deuxième présentation lorsque les pensions n'ont paspu être payées à domicile lors de la première présentation.L'objectif est de limiter autant que possible les risques liésà la circulation d'argent liquide et d'ainsi améliorer la sécuritédu personnel de La Poste. Il n'est pas envisagé de réinstaurerune deuxième présentation.2. Il est important de souligner que l'ayant droit doit toujourss'adresser à l'organisme de paiement, à savoir l'OfficeNational des Pensions. La Poste se conformera ensuite à cequi a été convenu entre l'ayant droit et l'ONP.La collaboration actuelle entre l'ONP et La Poste prévoitdéjà des procédures de présentation à une autre adresse oule paiement des assignations à des personnes établies dansun établissement de soins (hôpital ou maison de repos). Ilexiste dès lors déjà un suivi personnalisé qui répond à laplupart des situations rencontrées.3. L'Office National des Pensions et La Poste collaborentétroitement et définiront ensemble les processus qui doiventêtre introduits pour le paiement à domicile des pensionsde retraite et de survie. Ces processus sont évalués enpermanence et des adaptations y sont apportées le caséchéant.DO 2009201013773Vraag nr. 246 van de heer volksvertegenwoordiger RoelDeseyn van 08 januari 2010 (N.) aan de ministervan Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:Overheidsbedrijven. - Sociale rol. - Dienstverlening.Overheidsbedrijven hebben een belangrijke rol zowel opsociaal, economisch als op ecologisch vlak. Het is belangrijkdat de sociale rol en dienstverlening welke overheidsbedrijvenaanbieden goed gekend zijn bij het doelpublieken dat de betrokkenen - ook deze in flatgebouwen - vlotkunnen aangeven dat ze hierop een beroep wensen te doen.DO 2009201013773Question n° 246 de monsieur le député Roel Deseyn du08 janvier 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:Entreprises publiques. - Rôle social. - Prestation de services.Les entreprises publiques assument un rôle majeur sur lesplans social, économique et écologique. Il est essentiel quele rôle social et les services proposés par les entreprisespubliques soient bien connus du public-cible et que lesintéressés, y compris ceux habitant des immeubles àappartements, puissent facilement indiquer qu'ils souhaitenty recourir.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

338 QRVA 52 10029-03-20101. Wat is uw visie met betrekking tot de mogelijkheid omde dienstverlening van De Post in het kader van de socialerol beter bekend te maken bij het publiek via gerichte communicatie?2. Wat is uw visie met betrekking tot de mogelijkheidom een centraal telefoonnummer en mailadres te voorzienwaarlangs burgers kunnen verzoeken dat een postbode persoonlijklangskomt in het kader van de procedure "AUBPostbode"?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 246 van de heer volksvertegenwoordiger RoelDeseyn van 08 januari 2010 (N.):1. De eerste maatschappelijke opdracht van De Postbestaat erin om de dagelijkse ophaling en uitreiking vanbriefwisseling over heel het grondgebied van het rijk stipt,correct en met de grootst mogelijke kwaliteit uit te voeren.In de mate dat deze opdracht een specifieke invulling krijgtnaar één of meerdere doelgroepen wordt hierover gerichtgecommuniceerd. Zo werd de mogelijkheid dat een aantalbasisdiensten aan huis kunnen worden uitgevoerd door depostbode (AUB Postbode) opnieuw onder de aandachtgebracht van de lokale besturen via een informatiecampagneen werden affiches en zelfklevers ter beschikkinggesteld. Er werden ook typebrieven meegestuurd die degemeenten konden gebruiken om de doelgroep (mensenmet een beperkte of verminderde mobiliteit) te informeren.2. De personen die van deze dienst willen gebruikmaken,kunnen zich nu rechtstreeks wenden tot hun postbode. Infunctie van de technologische evolutie, zal De Post eroptoezien om de toegankelijkheid tot haar diensten voor personenmet beperkte mobiliteit te optimaliseren, onderandere door het gebruik van het internet en de mogelijkheidom producten en diensten van de onderneming onlinete bestellen.1. Quel est votre avis concernant la possibilité, dans lecadre de son rôle social, de faire la promotion des servicesde La Poste par le biais d'une communication ciblée?2. Quelle est votre opinion concernant la possibilité demettre en place un numéro d'appel central et une adressecourriel par le biais desquels les citoyens pourraientdemander le passage d'un facteur à leur domicile dans lecadre de la procédure "SVP Facteur"?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 246 de monsieur le député Roel Deseyn du 08 janvier2010 (N.):1. La mission sociale principale de La Poste consiste àenlever et à distribuer chaque jour le courrier sur l'ensembledu territoire du royaume de façon ponctuelle et correcteet avec la plus grande qualité possible. Dans la mesure oùcette mission bénéficie d'une interprétation spécifique enfonction d'un ou de plusieurs groupes cible, une communicationciblée a lieu. Ainsi, la possibilité pour le facteurd'effectuer plusieurs services de base à domicile (SVP Facteur)retient à nouveau l'attention des administrations localesgrâce à une campagne d'information, ainsi que desaffiches et autocollants mis à leur disposition. Des lettrestype pouvant être utilisées par les communes pour informerles groupes cibles (personnes à mobilité réduite) ont égalementété envoyées.2. Les personnes souhaitant utiliser ce service peuventdès à présent directement s'adresser à leur facteur. En fonctionde l'évolution des technologies, La Poste veillera àoptimiser l'accès à ses services pour les personnes à mobilitéréduite, notamment par l'utilisation d'internet et la possibilitéqui y est offerte de commander en ligne desproduits et services de l'entreprise.DO 2009201013963Vraag nr. 273 van de heer volksvertegenwoordiger BertSchoofs van 12 januari 2010 (N.) aan de ministervan Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:De Post. - Afhandeling van een lot brieven afkomstig vande Kamer van volksvertegenwoordigers bezorgd inBeringen.Naar verluidt is onlangs in het postsorteercentrum Antwerpen-Xten onrechte een postzending gepasseerd vaneen aantal brieven met het zegel van de Kamer van volksvertegenwoordigers,gefrankeerd aan een te laag tarief van0,52 euro.DO 2009201013963Question n° 273 de monsieur le député Bert Schoofs du12 janvier 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:La Poste. - Traitement d'une série de lettres de la Chambredes représentants distribué à Beringen.Il me revient que le centre de tri postal d'Anvers X a laissépasser indûment un envoi postal de plusieurs lettres quiaffichaient le sceau de la Chambre des représentants et quiétaient affranchies à un tarif trop bas de 0,52 euro.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010339Deze brieven zouden bezorgd zijn geweest op het grondgebiedvan de gemeente Beringen via het lokale postkantooraldaar.Ces lettres auraient transité par le bureau de poste localde la commune de Beringen.1. Bent u op de hoogte van de voormelde feiten? 1. Avez-vous connaissance des faits susmentionnés?2. Waarom kon de postzending in het postsorteercentrumvan Antwerpen-X van een honderdtal te laag gefrankeerdeomslagen passeren zonder dat strafport werd aangerekend?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 273 van de heer volksvertegenwoordiger BertSchoofs van 12 januari 2010 (N.):1. De Post is hiervan niet op de hoogte. Er kon ook geenverder onderzoek opgestart worden bij gebrek aan concretegegevens over afgever en wijze van afgifte.Ter informatie, de richtlijnen voor de behandeling vanniet of onvoldoende gefrankeerde zendingen voorziet involgende stappen:- de zending wordt in principe teruggestuurd naar deafzender met het verzoek het correcte tarief toe te passen;- indien de afzender op de buitenzijde niet is vermeld,wordt de geadresseerde gewaarschuwd. Indien de geadresseerdede portkosten op zich neemt, wordt de zending uitgereikt.Zendingen die niet aan geadresseerde of afzender kunnenworden bezorgd, worden als onbestelbaar beschouwd. DePost is gemachtigd deze zendingen te openen om vooralsnogaanwijzingen te vinden aangaande de afzender. Invoorkomend geval gaat de zending vooralsnog naar deafzender tegen betaling van het tarief.Indien ook na opening de afzender onbekend blijft, wordende onbestelbare stukken vernietigd na het verstrijkenvan een termijn van drie maanden voor gewone postzendingenen zes maanden voor aangetekende zendingen enzendingen met aangegeven waarde. De waardevolle voorwerpenen documenten die de postzendingen bevatten vervallenaan de Schatkist.Van deze standaardprocedure kan worden afgewekenmits er een overeenkomst wordt afgesloten tussen De Posten de afzender. Deze overeenkomsten worden meestalafgesloten tussen de afzenders van commerciële geadresseerdezendingen (brochures, direct mail, uitnodigingenvoor commerciële events en dergelijke) en voorzien datdeze zendingen, indien zij niet kunnen worden uitgereikt,onmiddellijk door De Post mogen vernietigd worden.2. Zonder het onder punt 1 vermeld onderzoek kan ookniet worden nagegaan wat er eventueel zou kunnen zijnmisgelopen bij het verwerken van deze zending.2. Pourquoi le centre de tri postal d'Anvers X a-t-il laissépasser un envoi postal d'une centaine d'enveloppes insuffisammentaffranchies sans facturer de surtaxe?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 273 de monsieur le député Bert Schoofs du12 janvier 2010 (N.):1. La Poste n'est pas au courant de cette affaire. N'étantpas en possession de données concrètes relatives au déposantet au mode de dépôt, les recherches n'ont pu être effectuées.Pour information, les directives relatives au traitementdes envois insuffisamment ou non affranchis prévoient lesdémarches suivantes:- on retourne en principe l'envoi à l'expéditeur en lepriant d'appliquer le tarif exact;- si l'expéditeur n'est pas mentionné sur l'enveloppe, onavertit le destinataire. Si le destinataire prend à sa chargeles frais de port, l'envoi est distribué.Les envois ne pouvant être remis au destinataire ou àl'expéditeur sont considérés comme non distribuables(rebuts). La Poste est habilitée à ouvrir ces envois afin d'yrechercher des indications quant à l'identité de l'expéditeur.Le cas échéant, l'envoi est encore envoyé à l'expéditeurmoyennant paiement du tarif.Si l'expéditeur reste inconnu une fois l'envoi ouvert, lesrebuts sont détruits après échéance d'un délai de trois moispour les envois postaux ordinaires et de six mois pour lesenvois recommandés et les envois avec valeur déclarée.Les objets et documents de valeur que contiennent lesenvois postaux échoient au Trésor public.Il est possible de déroger à cette procédure standard àcondition qu'un accord ait été conclu entre La Poste etl'expéditeur. Ces accords sont le plus souvent conclus entreles expéditeurs d'envois publicitaires adressés (brochures,direct mail, invitations à des événements commerciaux,etc.) et prévoient que La Poste peut détruire directementces envois s'ils ne peuvent pas être distribués.2. Sans l'enquête mentionnée au point 1, il n'est pas possiblede déterminer les éventuelles causes des problèmesrencontrés lors du traitement de ces envois.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

340 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014926Vraag nr. 373 van de heer volksvertegenwoordiger RoelDeseyn van 11 februari 2010 (N.) aan de ministervan Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. - Vernieuwing van de binnenlandse perrons in hetstation Brussel-Zuid. (MV 18151)De vernieuwing van de binnenlandse perrons in het stationBrussel-Zuid waren aangekondigd voor 2009. Er zouéén perron per jaar gerenoveerd worden om de treindienstniet teveel te hinderen. Het voorbije jaar werd echter nogniet met de werken gestart. Bij het invoeren van de nieuwedienstregeling werd besloten maar één op de twee treinenvan het nieuw in gebruik genomen station Brussel-Westdoor te trekken naar Brussel-Zuid. Meer zou niet mogelijkzijn omwille van de geplande werken aan de perrons.Ondertussen zijn er steeds hardnekkigere geruchten tehoren dat Brussel-Zuid volledig vernieuwd zou worden endat de aanpak van de perrons deel zal uitmaken van dittotaalproject.1. Waarom zijn de werken aan de perrons van Brussel-Zuid niet van start gegaan in 2009, zoals aangekondigd engepland was?DO 2009201014926Question n° 373 de monsieur le député Roel Deseyn du11 février 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. - Rénovation des quais réservés aux lignes intérieuresà la gare du Midi (QO 18151)La rénovation des quais réservés aux lignes intérieures àla gare du Midi avait été annoncée pour 2009. Un quai paran devait être rénové de manière à limiter les perturbationsdu service ferroviaire. Les travaux n'ont cependant pascommencé l'année dernière. Lors de l'introduction des nouveauxhoraires, il a été décidé de ne prolonger qu'un trainsur deux de la nouvelle gare de Bruxelles-Ouest à la garedu Midi. Les travaux programmés sur les quais n'autoriseraientpas davantage. Entre-temps, des rumeurs de plus enplus insistantes laissent entendre que la gare de Bruxelles-Midi sera entièrement rénovée et que la rénovation desquais s'inscrira dans ce projet global.1. Pourquoi les travaux de rénovation des quais de la garede Bruxelles-Midi n'ont-ils pas commencé en 2009 commeannoncé et programmé?2. Wanneer zal men de renovatiewerken starten? 2. Quand commenceront les travaux de rénovation?3. Tegen wanneer zullen alle perrons vernieuwd zijn? 3. À quelle date la rénovation complète des quais sera-telleachevée?4. Klopt het dat de dienstregeling werd aangepast infunctie van de werken aan de perrons?5. a) Kloppen de geruchten over een totale vernieuwingvan Brussel-Zuid daadwerkelijk kloppen?4. Est-il exact que les horaires ont été adaptés en fonctiondes travaux de rénovation des quais?5. a) Les rumeurs à propos d'une rénovation totale de lagare de Bruxelles-Midi sont-elles avérées?b) Zo ja, kan u hier meer toelichting bij geven? b) Dans l'affirmative, pouvez-vous fournir des complémentsd'information?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 373 van de heer volksvertegenwoordiger RoelDeseyn van 11 februari 2010 (N.):Ik heb de eer het geachte Kamerlid hiervoor te verwijzennaar het antwoord medegedeeld op de samengevoegdemondelinge vragen van de heer Jean-Jacques Flahaux (nr.18129 ) en van de heer Roel Deseyn (nr. 18151) gesteld inde commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en deOverheidsbedrijven van 1 februari 2010. (Integraal Verslag,Kamer, 2009-2010, CRIV 52 COM 769, blz. 56).Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 373 de monsieur le député Roel Deseyn du 11 février2010 (N.):Je prie l'honorable membre de bien vouloir se référer à cesujet à la réponse communiquée aux questions orales jointesde monsieur Jean-Jacques Flahaux (n° 18129) et demonsieur Roel Deseyn (n° 18151) posées lors de la commissionde l'Infrastructure, des Communications et desEntreprises publiques du 1er février 2010 (Compte RenduIntégral, Chambre, 2009-2010, CRIV 52 COM 769, p. 56).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010341DO 2009201015044Vraag nr. 392 van de heer volksvertegenwoordigerDavid Geerts van 22 februari 2010 (N.) aan deminister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven:NMBS. - Agressie op de treinen.In 2009 waren er fors meer meldingen van agressie optram en bus. In de eerste helft van 2009 werden er bijnaevenveel incidenten gemeld als in heel 2008.Volgens De Lijn is de toename toe te schrijven aan eenhogere meldingsbereidheid bij het personeel en het feit dater ook uit meer bronnen geput wordt.1. a) Hoeveel meldingen van agressie op de treinenwaren er in de afgelopen vijf jaar (indien mogelijk tienjaar)? (gegevens per jaar)DO 2009201015044Question n° 392 de monsieur le député David Geerts du22 février 2010 (N.) à la ministre de la Fonctionpublique et des Entreprises publiques:SNCB. - Agressions dans les trains.En 2009, le nombre de cas rapportés d'agressions dansles trams et les bus a considérablement augmenté. Au coursde la première moitié de 2009, on dénombre presque autantd'incidents que pour l'ensemble de l'année 2008.De Lijn attribue cette augmentation à la dispositionaccrue du personnel à rapporter les faits et à la diversificationdes sources d'information.1. a) Combien de cas d'agression dans les trains ont étérapportés au cours des cinq dernières années (et si possibleau cours des dix dernières années - je souhaiterais obtenirles données par année)?b) Graag ook een evolutie van de cijfers. b) Qu'en est-il de l'évolution de ces chiffres?2. Welke vorm van agressie is het vaakst voorkomendeprobleem?3. Op welk moment van de dag worden de meeste gevallenvan agressie gemeld?Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken enOverheidsbedrijven van 26 maart 2010, op de vraagnr. 392 van de heer volksvertegenwoordiger DavidGeerts van 22 februari 2010 (N.):1. Het aantal geregistreerde gevallen van agressie tegenhet spoorwegpersoneel is weergegeven in de onderstaandetabel:2. Quel type d'agression est le plus fréquent?3. À quel moment du jour la majorité des agressions rapportéessont-elles commises?Réponse de la ministre de la Fonction publique et desEntreprises publiques du 26 mars 2010, à la questionn° 392 de monsieur le député David Geerts du22 février 2010 (N.):1. Le nombre de cas d'agression enregistrés à l'encontredu personnel des chemins de fer est est le suivant:2005 2006 2007 2008 2009Fysieke agressie /Agressions physiques*Verbale agressie /Agressions verbales**309 261 319 337 471497 501 599 699 819Totaal / Total 806 762 918 1 036 1 290K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

342 QRVA 52 10029-03-2010Voor het treinpersoneel in het bijzonder gaat het over:En ce qui concerne le personnel de train il s'agit de:Treinpersoneel/Personnel de trainFysieke agressie /Agressions physiques*Verbale agressie /Agressions verbales**2006 2007 2008 2009239 305 275 362457 514 499 624Totaal / Total 696 819 774 986* Actes de violence légère et coups et blessures/Lichte geweldplegingen en slagen en verwondingen.** Insultes et menaces/Beledigingen en bedreigingen.2. en 3. Het spoorwegpersoneel werd de afgelopen jarenhet meest slachtoffer van verbale agressie (beledigingen enbedreigingen). Over het algemeen doen de meeste agressieszich voor tijdens de ochtend- en avondspits.2. et 3. Les dernières années, le personnel des chemins defer a été principalement victime d'agressions verbales(insultes et menaces). En règle générale, la plupart desagressions se produisent au cours des heures de pointesmatinales et de fin de journée.Minister voor Ondernemen en VereenvoudigenMinistre pour l'Entreprise et la SimplificationDO 2009201011327Vraag nr. 106 van de heer volksvertegenwoordigerRobert Van de Velde van 24 februari 2010 (N.)aan de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen:Europese Commissie. - Het "Witboek betreffende schadevergoedingsactieswegens schending van de communautairemededingingsregels (MV 15600) (SV 941).Het centrale thema van het "Witboek betreffende schadevergoedingsactieswegens schending van de communautairemededingingsregels", is het feit dat er momenteelgeen doeltreffend rechtskader is voor particuliere schadevergoedingsactieswaarin compensatie wordt geëist voorde schade die burgers en bedrijven hebben geleden doorinbreuken op het communautaire mededingingsrecht. Viapublieke handhaving door mededingingsautoriteiten wordenweliswaar inbreuken op het mededingingsrechtbestraft, maar compensatie voor de slachtoffers kan enkelvia de nationale rechter worden verkregen, in overeenstemmingmet de nationale procedureregels.DO 2009201011327Question n° 106 de monsieur le député RobertVan de Velde du 24 février 2010 (N.) au ministrepour l'Entreprise et la Simplification:Commission européenne. - Le Livre blanc sur les actionsen dommages et intérêts pour violation des règles de laconcurrence (QO 15600).Le thème central du Livre blanc sur les actions en dommageset intérêts pour infraction aux règles communautairesde la concurrence est l'absence à l'heure actuelle decadre juridique efficace pour les actions particulières endommages-intérêts dans le cadre desquelles une compensationest exigée pour les dommages subis par des citoyenset des entreprises en raison d'infractions au droit communautairede la concurrence. Si les infractions au droit de laconcurrence sont sanctionnées par les autorités en matièrede concurrence par la voie d'un contrôle du respect desrègles par les pouvoirs publics, les compensations enfaveur des victimes ne peuvent être obtenues que parl'entremise du juge national, en conformité avec les règlesde procédure nationales.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010343Slachtoffers van overtredingen van het communautaireconcurrentierecht ontvangen momenteel dus niet de compensatiedie zij verdienen. De bevordering van de civielehandhaving van het mededingingsrecht is van groot belangvoor de versterking van de marktwerking en, daarmee,voor de efficiënte allocatie van productiefactoren en debevordering van de welvaart in Europa. Het Witboek vande Europese Commissie heeft aandacht voor de verbeteringvan de naleving van het mededingingsrecht zonder datEuropa vervalt in de nadelen van een Amerikaanse claimcultuur.De Europese Commissie doet in het witboek enkele suggestiesaan de lidstaten, in het bijzonder betreffende dekosten van schadevergoedingsacties en de regels voor hettoewijzen van de kosten. De kosten die verbonden zijn aanschadevergoedingsacties wegens schending van de mededingingsregels,maar ook de regels voor het toewijzen vande kosten kunnen bepaald ontradend werken om een schadevergoedingsactiewegens schending van de mededingingsregelsin te stellen. Volgens de Europese Commissiezou het daarom nuttig zijn dat lidstaten reflecteren overhun regels inzake kosten en dat zij de praktijken onderzoekenzoals die in de hele EU-bestaan.1. a) Wat is uw visie over de huidige Belgische regelgevinginzake de kosten van schadevergoedingsacties en deregels voor het toewijzen van de kosten?b) Garandeert de huidige regelgeving volgens u de mogelijkheidvan goede slaagkansen, ook voor eisers van wie definanciële positie aanzienlijk zwakker is dan die van degedaagde?2. Volgens de Europese Commissie dient voldoende aandachtte gaan naar mechanismen die een vroegtijdigebeslechting van zaken bevorderen (bijvoorbeeld via schikking),teneinde de proceskosten voor de partijen en ook dekosten voor het gerechtelijke systeem aanzienlijk te verminderenof uit te schakelen.a) Mogen wij ter zake van de minister initiatieven verwachten?Les victimes d'infractions au droit de la concurrencecommunautaire n'obtiennent donc pas actuellement lacompensation à laquelle elles ont droit. Il est très importantpour le renforcement du fonctionnement du marché et, partant,pour la dévolution efficace de facteurs de productionet la promotion de la prospérité en Europe de promouvoirle contrôle du respect du droit de la concurrence par lespouvoirs publics. Le Livre blanc de la Commission européennepréconise l'amélioration du respect du droit de laconcurrence, sans que l'Europe ne tombe dans les traversde la culture américaine des actions systématiques en dommageetintérêts.La Commission européenne formule dans le Livre blancun certain nombre de suggestions à l'intention des Étatsmembres, plus particulièrement concernant le coût desactions en dommages et intérêts et les règles de prise encharge des coûts. Les coûts liés aux actions en dommageset intérêts pour violation des règles de la concurrence ainsique les règles relatives à la prise en charge des coûts peuventdissuader les victimes d'introduire une action en dommageset intérêts pour vilation des règles de laconcurrence. La Commission européenne estime dès lorsqu'il serait utile que les États membres se penchent surleurs règles en matière de coûts et sur les pratiques quiexistent dans l'ensemble de l'Union européenne.1. a) Que pensez-vous de la règlementation belge actuelleconcernant les coûts des actions en dommages et intérêts etdes règles en matière de prise en charge de ces coûts?b) Pensez-vous que la réglementation actuelle garantit leschances de réussite, également aux demandeurs dont laposition financière est moins bonne que celle de la partieassignée?2. La Commission européenne considère qu'il faut porterune attention suffisante aux mécanisames qui favorisentune clôture anticipée des dossiers (par exemple par lerecours à l'arrangement) afin de réduire systématiquementet substantiellement, voire totalement les frais de procédurepour les parties et pour le système judiciaire.a) Le ministre prendra-t-il des initiatives en la matière?b) Zo ja, kan u dit toelichten? b) Dans l'affirmative, peut-il les préciser?3. a) Heeft u weet van studies die de regels inzake kostenvan schadevergoedingsacties en de regels voor het toewijzenvan de kosten in verschillende EU-lidstaten vergelijken?b) Kan u desgevallend de resultaten daarvan toelichten,en daarbij steeds de Belgische situatie ten aanzien vanandere EU-lidstaten verduidelijken?3. a) Avez-vous connaissance des études sur les coûts desactions en dommages et intérêts et les règles d'attributiondes frais menées dans différents États membres de l'Unioneuropéenne?b) Pouvez-vous, le cas échéant, en commenter les résultatsen précisant à chaque fois la situation de la Belgiquepar rapport à d'autres États membres de l'UE?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

344 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 29 maart 2010, op de vraag nr. 106van de heer volksvertegenwoordiger Robert Van deVelde van 24 februari 2010 (N.):Ik zou eerst graag opmerken dat België actief heeft meegewerktaan het project van de Europese Commissie. Deopmerkingen van de Belgische Mededingingsautoriteit zijntrouwens opgenomen op de website van DG Concurrentie(http://ec.europa.eu/competition/antitrust/actionsdamages/white_paper_comments/bca.pdf).Het Witboek houdtrekening met deze opmerkingen.De Commissie bereidt nu een ontwerp van richtlijn voorom het recht van de lidstaten in de gewenste zin te harmoniseren.Nadat een eerder voorstel door de Commissie niet inoverweging is genomen, onder meer omdat het EuropeseParlement een grotere rol wilde spelen, heeft de nieuweCommissaris voor de Mededinging, de heer Almunia, verklaarddat hij streeft naar een voorstel in consensus metandere betrokken commissarissen. Ik heb de indruk dat deCommissie wellicht nog voor de zomer een voorstel zalkunnen overmaken aan het Europese Parlement. Het Belgischevoorzitterschap zal dit dossier van nabij opvolgen.1-2. Inzake de eerste twee vragen over de gerechtskostenen alternatieve beslechtingsprocedures, verwijs ik hetgeachte lid voor wat de gerechtskosten in burgerlijke zakenbetreft naar de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheidvan de erelonen en de kosten verbonden aande bijstand van een advocaat. Deze wet laat de minister vanJustitie toe om de basis-, minimum- en maximumbedragenvast te leggen van de rechtsplegingsvergoeding, onder meerin functie van de aard van de zaak en van de belangrijkheidvan het geschil. Inzake bemiddeling en andere vormen vangeschillenbeslechting verwijs ik naar de inspanningen vande balies om dit te bevorderen.Daarnaast kan ik ook verwijzen naar de verschillendevoorstellen die op dit moment binnen de regering besprokenworden tot het installeren van een collectieve procedure(de zogeheten "class actions"). Het spreekt voor zich dat ophet vlak van mededinging uitgekeken wordt naar de Europesewetgevende initiatieven. Voor class actions in hetalgemeen heb ik reeds meermaals de voordelen van hetNederlandse systeem waarbij de rechter een minnelijkeschikking tussen een belangenorganisatie van de slachtoffersen de aansprakelijke partij algemeen bindend kan verklarenvoor alle gedupeerden. Om het recht op een eerlijkproces te waarborgen, bepaalt de rechter de termijn (minstensdrie maanden ) waarbinnen de gedupeerden zicheventueel kunnen uitschrijven (opt out). Er zijn ook anderevoorstellen, waaronder een voorstel van de minister vanjustitie. De Raad voor het gebruik werd om advies gevraagdover dit voorstel. Dit advies wordt in de komende maandenverwacht.Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 29 mars 2010, à la question n° 106 demonsieur le député Robert Van de Velde du 24 février2010 (N.):J'aimerais d'abord préciser que la Belgique a participéactivement au projet de la Commission européenne. Lesobservations de l'Autorité belge de Concurrence ontd'ailleurs été reprises sur le site web de la DG Concurrence(http://ec.europa.eu/competition/antitrust/actionsdamages/white_paper_comments/bca.pdf).Le livre blanc tientcompte de ces réflexions.La Commission prépare actuellement un projet de directiveafin d'harmoniser dans le sens souhaité le droit despays membres. Après qu'une première proposition de laCommission n'a pas été retenue, entre autre parce que leParlement européen voulait jouer un rôle plus importantdans la prise de décision, le nouveau Commissaire à laConcurrence, monsieur Almunia, a déclaré qu'il souhaitaitaboutir à une proposition en accord avec les autres commissairesconcernés. J'ai l'impression que la Commission veutsoumettre une proposition au Parlement européen assezrapidement, probablement encore avant l'été. La présidencebelge suivra de très près l'évolution de ce dossier.1-2. En ce qui concerne ses deux premières questionsrelatives aux frais de justice et aux procédures de résolutionalternatives, je me réfère, pour les frais de justice en matièrecivile, à la loi du 21 avril 2007 relative à la répétibilité deshonoraires et frais d'avocat. Cette loi permet au ministre dela Justice de fixer les montants de base, minimaux et maximauxde l'indemnité de procédure, notamment en fonctionde la nature de l'affaire et de l'importance du litige. S'agissantde la médiation et d'autres formes de résolution des litiges,je voudrais mentionner les efforts des greffes en vue deles améliorer.Par ailleurs, je puis aussi citer les différentes propositionsqui sont actuellement débattues au sein du gouvernementvisant à mettre en place une procédure collective (appelée"class actions"). Il est évident qu'en matière de concurrence,l'on attend des initiatives législatives européennes.Pour les class actions de manière générale, j'ai déjà soulignéà plusieurs reprises les mérites du système néerlandaisselon lequel le juge peut rendre contraignante pour toutesles personnes lésées une résolution à l'amiable entre uneassociation de consommateurs défendant les victimes et lapartie civile. Pour garantir le droit à un procès équitable, lejuge détermine le délai (au moins trois mois) dans lequel lespersonnes dupées doivent éventuellement pouvoir notifierleur retrait (opt out). Il y a aussi d'autres propositions,notamment une du ministre de la Justice au sujet de laquellel'avis du Conseil de la consommation a été sollicité. Cetavis est attendu pour les prochains mois.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20103453. De Europese Commissie heeft een uitvoerige studielaten maken ter voorbereiding van haar initiatieven (http://ec.europa.eu/competition/antitrust/actionsdamages/white_paper_comments/bca.pdf).Ik onthoud hieruit dat de directe kosten in België niet hetgrootste probleem zijn, maar veeleer de lange duur vanprocedures en de onduidelijkheid over de bewijsvoeringinzake oorzakelijk verband en berekening van de schade.Over deze twee punten heeft de Commissie een nieuwestudie gevraagd. Ik hoop dat deze studie zal resulteren induidelijke en bruikbare richtlijnen voor rechters.3. La Commission européenne a fait faire une étudedétaillée en préparation de ses initiatives (http://ec.europa.eu/competition/antitrust/actionsdamages/white_paper_comments/bca.pdf).J'en déduis qu'en Belgique, les coûts directs ne sont pasle plus grand problème, mais bien la trop longue durée desprocédures et l'incertitude sur l'administration des preuvesau niveau de la relation de cause à effet et le calcul desdommages. Sur ces deux points, la Commission a demandéune nouvelle étude. Nous espérons que cette étude aboutiraà des directives claires et utiles pour les juges.DO 2009201014660Vraag nr. 105 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 22 februari 2010 (Fr.) aan deminister voor Ondernemen en Vereenvoudigen:Het Belgisch paviljoen in Shanghai.Van 1 mei tot 31 oktober 2010 wordt in Shanghai dewereldtentoonstelling gehouden. Bij die gelegenheid wordener meer dan 150 seminaries en conferenties georganiseerdin het Belgisch paviljoen. De Belgisch-ChineseEconomische en Commerciële Raad vzw (BCECC) heeftop 11 januari 2010 de agenda van het paviljoen voorgesteldteneinde toekomstige bezoekers de gelegenheid te biedende exposanten die aanwezig zullen zijn op het evenement,te ontmoeten en kennis te nemen van de data waarop dedeelstaten van ons land aan de beurt zullen zijn. Na de openingsceremonieop 30 april 2010 wordt de eerste themadagde Europese dag op 9 mei 2010. Dertien juni 2010 wordtde nationale dag in het Belgisch paviljoen van Shanghai.Tussen 24 en 28 mei 2010 worden de Vlaamse dagengehouden, tussen 21 en 30 juni 2010 de Waalse dagen entussen 20 en 25 september 2010 de Brusselse dagen.1. Hoeveel bedraagt de totale kostprijs van het Belgischepaviljoen van Shanghai?2. Graag vernam ik welke Belgische bedrijven vertegenwoordigdzullen zijn in het paviljoen.3. Welke troeven zal ons land uitspelen ter attentie vanhet Chinese publiek?4. Welke resultaten verwacht men inzake contracten eninvesteringen?5. Welke nieuwe samenwerkingsvormen tussen België enChina wil de regering graag tot stand zien komen?6. a) Graag vernam ik of de Belgische officiële delegatiesaanwezig zullen zijn tijdens de tentoonstelling.b) Zo ja, wie zijn ze en hoeveel publieke prominentenzullennaar China reizen?DO 2009201014660Question n° 105 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 22 février 2010 (Fr.) au ministre pourl'Entreprise et la Simplification:Le pavillon belge de Shanghai.Du 1er mai au 31 octobre 2010, se tiendra à Shanghail'exposition universelle. À cette occasion, plus de 150séminaires et conférences prendront place dans le pavillonbelge. Le Conseil économique et social Belgique-Chineasbl (BCECC) a présenté le 11 janvier 2010 l'agenda dupavillon afin de permettre aux futurs visiteurs de se retrouverparmi les différents exposants présents lors de l'événement,et les dates qui mettront à l'honneur chaque entité denotre pays. Après la cérémonie d'ouverture, le 30 avril2010, le premier jour thématique sera la Journée européenne,le 9 mai 2010. Le 13 juin 2010 a été désigné Journéenationale au pavillon belge de Shanghai. Entre le 24 et le28 mai 2010 seront célébrées les Journées flamandes, entrele 21 et le 30 juin 2010, les Journées wallonnes, et entre le20 et le 25 septembre 2010, les journées bruxelloises.1. Quel est le coût total du pavillon belge pour l'expositionde Shanghai?2. Pourriez-vous indiquer les entreprises belges quiseront représentées dans le pavillon?3. Quels seront les atouts mis en valeur par notre pays aupublic chinois?4. Quelles sont les retombées escomptées en matière decontrats et d'investissements?5. Quelles sont les nouvelles formes de coopération entrela Belgique et la Chine que le gouvernement souhaiteraitvoir s'installer?6. a) Pourriez-vous nous indiquer si des délégations officiellesbelges seront présentes au cours de l'exposition?b) Dans l'affirmative, quelles sont-elles et combien depersonnalités publiques feront le déplacement?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

346 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 29 maart 2010, op de vraag nr. 105van de heer volksvertegenwoordiger Daniel Ducarmevan 22 februari 2010 (Fr.):1. De totale kostprijs van het paviljoen (constructie eninrichting) bedraagt volgens de meest recente schatting(12 maart 2010) 10.206.381,17 euro. Dit is conform hetvooropgestelde budget.2. Zie bijlage. 2. Voir annexe.Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 29 mars 2010, à la question n° 105 demonsieur le député Daniel Ducarme du 22 février 2010(Fr.):1. Le coût total du pavillon (construction et aménagement)s'élève, d'après les estimations les plus récentes(12 mars 2010), à 10.206.381,17 euros, ce qui estconforme au budget prévu.Overzicht sponsors en partners Belgisch paviljoen–Aperçu des sponsors et partenaires du pavillon belgeAGC Glass EuropeAhlers NVAlcatelASPAvis Belgium S.A.AWDC (diamant)BarcoBarry CallebautBCD TravelBCECCBeaulieu Int-GroupBekaertBeladamas nv (diamantair)Bent ShoeBiscuiterie Jules DestrooperBister - L’ImperialeChocolaterie Guylian NVCholocade / ArtiestConix ArchitectsCopacoDelaware ConsultingDeloitteDesobryDiaz (partner Copaco)Durobor SAEnfinity nvEssensciaExtremisFenacoGalactic SAGodivaGrunfeld (verzekeraar diamanten)HRD Antwerp NVIMPSImpulsInterbuildJBC nvLamett Europe NVLes Bijoux de Marie-FranceL’Essentiel GroupLombardiaMalca AmitManège de MonsMickey Weinstock & Co nvNeuhaus NVOPTOrfit IndustriesPolar FoundationRoularta Media GroupS. Muller & SonsSantos PalaceSilk Road DiamondsSiroperie MeurensSolvay S.A.SoudalSpadel SAStassen (Cidre)Taché (diamantair)TKS (Ice-Watch)Total PetrochemicalsUniversiteit HasseltVal Saint Lambert SAVanbreda Risk & BenefitsVerbeelenVitra SAWaltec BiometricsWolfers SA3. Ons land zal in eerste instantie de performantie en deknow how van ons bedrijfsleven, onze kunstenaars en onzekenniscentra uitspelen; dit gebeurt door tientallen seminariesen conferenties.Daarnaast zal aan het grote publiek de mooie kant vanons land worden getoond via de toeristische troeven en hetbourgondisch karakter van ons land.3. Notre pays va tout d'abord mettre en avant les performanceset le savoir-faire de nos entreprises, de nos artisteset de nos centres de connaissance en organisant des dizainesde séminaires et de conférences.De plus, nous exposerons au grand public le beau côté denotre pays, ses atouts touristiques et son caractère bourguignon.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010347Ook het europees karakter van ons land en onze hoofdstadwordt sterk benadrukt, mede door het feit dat de EuropeseUnie in ons paviljoen huist. Dit alles trachten we tekaderen in het centrale thema van de Expo "Better City,Better Life".4. Uiteraard is een concrete becijfering van contracten eninvesteringen niet te voorspellen. Wel zijn er reeds diverseaanduidingen dat dank zij de aanwezigheid van ons land opde Expo er meerdere contracten zullen gesloten worden.5. In eerste instantie zullen er vele verbroederingen (zeerbelangrijk in China) worden afgesloten, mede door desterke aanwezigheid van de provincies op de Expo. Verderzijn er meerdere initiatieven in het vooruitzicht gesteldrond uitwisseling van know how betreffende groene economie.Ook is er interesse van Chinese bedrijven rond investeringenin ons land voor windenergie.6. a) Ja. Hieronder vindt u een overzicht van de geplandebezoeken door officiële delegaties, zoals totnogtoe bekend:L'ancrage européen de la Belgique et de sa capitale seraaussi particulièrement mis en exergue, notamment car noushébergeons l'Union européenne sur notre pavillon. Noustenterons d'intégrer tous ces éléments dans le cadre du thèmecentral de l'Expo "Better City, Better Life".4. Il est impossible de prévoir et de chiffrer concrètementles contrats et investissements qui seront réalisés mais desindices nous permettent déjà de dire que plusieurs contratsseront conclus grâce à la présence de notre pays à l'Expo.5. Il y aura tout d'abord une phase de fraternisation multiple(très importante en Chine), notamment par la présencemarquée des provinces à l'Expo. En outre, plusieurs initiativessont prévues concernant l'échange de savoir-faire surl'économie verte. Les entreprises chinoises manifestentégalement de l'intérêt pour la réalisation d'investissementsen Belgique dans le domaine de l'énergie éolienne.6. a) Oui. Vous trouverez ci-dessous un aperçu des visitesprévues par les délégations officielles telles que connues àce jour:- Parlementaire delegatie (voor de opening begin mei) - Délégation parlementaire (prévue pour l'ouverturedébut mai)- Belgische officiële delegatie (bij nationale dag van13 juni)- Délégation officielle belge (fête nationale du 13 juin)- Vlaamse delegatie (half mei) - Délégation flamande (mi-mai)- Waalse delegatie (tweede helft juni) - Délégation wallonne (deuxième moitié de juin)- Brusselse delegatie (tweede helft september) - Délégation bruxelloise (deuxième moitié de septembre)- Limburgse delegatie (13-22 mei) - Délégation limbourgeoise (13-22 mai)- VOKA-Limburg (tweede helft mei) - VOKA-Limbourg (deuxième moitié de mai)- Antwerpse delegatie (6-10 juni) - Délégation anversoise (6-10 juin)- VOKA-Antwerpen (half mei) - VOKA-Anvers (mi-mai)- VKW-Limburg (tweede helft augustus) - VKW-Limbourg (deuxième moitié août)- Oost-Vlaamse delegatie (21-29 augustus) - Délégation Flandre Orientale (21-29 août)- Luxemburgse delegatie (9-10 september) - Délégation luxembourgeoise (9-10 septembre)- Warande-delegatie (in september) - Délégation Warande (en septembre)- West-Vlaamse delegatie (tweede week van september) - Délégation de Flandre occidentale (deuxième semainede septembre)- Provincie Luik (einde oktober) - Province de Liège (fin octobre)b) zie ook a); tientallen ministers, gouverneurs, burgemeestersen anderen zullen in Shanghai present zijn gedurendede Expo. Ook de heer Ducarme is van harte welkom.b) également a); des dizaines de ministres, de gouverneurs,de bourgmestres parmi d' autres seront présents àShanghai durant l'exposition. Monsieur Ducarme est luiaussi le bienvenu.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

348 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014991Vraag nr. 103 van mevrouw de volksvertegenwoordigerIngrid Claes van 18 februari 2010 (N.) aan deminister voor Ondernemen en Vereenvoudigen:Afschrijvingsstelsels en -ritmes van ICT-materialen. - Economischewaardeverminderingen.Zowel uit boekhoudkundig als uit fiscaal oogpunt zou"software" blijkbaar als een immaterieel actief moetenworden aangemerkt en worden geactiveerd wanneer dezebestemd is om duurzaam voor de uitoefening van deberoepswerkzaamheid te worden gebruikt (cfr. onder meerook de strenge artikelen 24, eerste lid, 4° en 63 van hetWetboek van de inkomstenbelastingen 1992) .Bij ICT-materialen (pc's, lap- en desktops en handcomputers)vormen soft-, firm- en hardware echter één nauwtechnisch samenwerkend geheel. Op administratief vlak ishet onderscheid tussen die soft-, firm- en hardware dan ookzeer moeilijk te maken en is ook het aankoopbedrag boekhoudkundigveelal niet uit te splitsen wegens gebrek aannadere specificaties op de facturen en/of op de bestelbons.In de wetenschap dat het merendeel van de software in depraktijk absoluut geen vijf jaar meegaat, rijzen - niet alleenop fiscaal vlak maar tevens op boekhoudkundig vlak -zowel voor de bedrijven werkzaam in de ICT-sector alsvoor alle andere firma's onder meer de volgende algemenevragen:1. In welke gemiddelde procentuele mate en/of op welkepragmatische wijze dient de aanschaffingsprijs van allecomputermaterialen en ICT-producten boekhoudkundig ofin de jaarrekening (fictief) te worden uitgesplitst inafschrijfbare soft-, firm- en hardware?2. Welke aanneembare lineaire en/of vaste afschrijvingspercentagesworden er door de belastingadministraties endoor de Commissie voor Boekhoudkundige Normen thansalgemeen aanbevolen voor:a) geactiveerde software of programmatuur (computerprogramma's,bibliotheken en bijhorende data die niet aanwezigzijn bij het starten van een computer, maar achterafworden geladen);b) computer hardware (dit wil zeggen: interne componentenen randapparatuur);DO 2009201014991Question n° 103 de madame la députée Ingrid Claes du18 février 2010 (N.) au ministre pour l'Entrepriseet la Simplification:Régimes et rythmes d'amortissement des équipements ICT.-Réductions de valeur économique.D'un point de vue comptable comme d'un point de vuefiscal, les logiciels devraient, semble-t-il, être considéréscomme une immobilisation incorporelle et activéslorsqu'ils sont destinés à être utilisés durablement dans lecadre de l'activité professionnelle (cf. notamment les trèsstricts articles 24, premier alinéa, 4° et 63 du Code desimpôts sur les revenus 1992) .Parmi les équipements ICT (ordinateurs de bureau, ordinateursportables, desktops et ordinateurs de poche), logiciels,micrologiciels et matériel de traitement informatiqueconstituent toutefois un ensemble technique en interactionétroite. Il est dès lors très difficile d'établir la distinctionentre ces software, firmware et hardware d'un point de vueadministratif et, en l'absence de spécifications plusdétaillées sur les factures et/ou bons de commande, le prixd'achat est généralement impossible à répartir d'un point devue comptable.Sachant qu'en pratique, la durée de vie de l'essentiel dusoftware n'atteint jamais cinq ans, les questions suivantesse posent notamment tant d'un point de vue fiscal quecomptable, pour les entreprises actives dans le secteur ICT,mais aussi pour toutes les autres entreprises:1. Quel est le pourcentage moyen et/ou la méthode pragmatiquepour procéder à la répartition du prix d'achat detous les équipements informatiques et des produits ICTdans la comptabilité ou dans les comptes annuels (demanière fictive) en software, firmware et hardware amortissables?2. Quels sont actuellement les pourcentages linéaires et/ou pourcentages d'amortissement fixes recommandés parl'administration fiscale et la Commission des Normescomptables pour:a) le software ou les logiciels activés (programmes informatiques,bibliothèques et données afférentes absents lorsdu démarrage d'un ordinateur, mais installés ultérieurement);b) le hardware informatique (en d'autres termes: composantsinternes et périphériques);c) firmware (ingebedde software)? c) le firmware (software intégré)?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20103493. a) Kan software en firmware zowel boekhoudkundigals fiscaal "degressief" worden afgeschreven, hetgeen overigensook volledig zou stroken met de huidige werkelijkeeconomische waardeverminderingen in de zin van artikel61, eerste lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen1992?3. a) L'amortissement des software et firmware peut-ilêtre "dégressif" tant d'un point de vue comptable que fiscal,pratique qui serait parfaitement conforme à la réduction devaleur économique réelle, au sens de l'article 61, premieralinéa du Code des impôts sur les revenus 1992?b) Zo neen, waarom telkens niet (meer)? b) Si ce n'est pas le cas, pourquoi?c) Hoe wordt een verschil tussen het boekhoudrecht enhet fiscaal recht eventueel in rechteen/of in feite uitgelegd?4. a) Kunnen op hardware, software en op firmware vanmeet af aan ook andere vormen van (versnelde) afschrijvingenof van uitzonderlijke waardeverminderingen wordentoegepast?b) Zo ja, op grond van welke wettelijke of reglementairebeschikkingen?c) Comment éventuellement expliquer en droit et/ou dansles faits, une différence entre le droit comptable et le droitfiscal?4. a) Est-il possible d'appliquer dès le départ d'autres formesd'amortissements (accélérés) ou de réductions devaleur exceptionnelles aux hardware, software et firmware?b) Dans l'affirmative sur la base de quelles dispositionslégislatives ou réglementaires?c) Zo neen, waarom niet? c) Si ce n'est pas le cas, pourquoi?5. Kunt u punt per punt uw huidige algemene zienswijzemeegeven niet alleen zowel op het vlak van de personenbelastingals op het vlak van de vennootschapsbelasting,maar tevens op boekhoudkundig vlak?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 29 maart 2010, op de vraag nr. 103van mevrouw de volksvertegenwoordiger Ingrid Claesvan 18 februari 2010 (N.):Voor wat de fiscale aspecten betreft, verwijs ik hetgeachte lid naar het antwoord van de minister van Financi?.Voor wat de louter boekhoudkundige aspecten betreft,vindt u hieronder, punt per punt, de antwoorden op degestelde vragen.1. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen heeftreeds een advies geformuleerd in verband met de boekhoudkundigeverwerking van software (CBN-advies 138/5,Bulletin CBN nr. 35, oktober 1995, blz. 7-12), waarnaar ikverwijs voor verdere details.In dit advies is de Commissie voor BoekhoudkundigeNormen van mening dat, indien de software een bijkomstigkarakter zou vertonen in verhouding tot de hardware ofdeel zou uitmaken van een ander product of een anderemethode, voor deze software geen afzonderlijke boekhoudkundigebehandeling geldt, maar dat de boekhoudkundigeverwerking wordt gevolgd van de hardware of van het productof de methode.5. Pouvez-vous développer votre vision générale pointpar point dans les domaines de l'impôt sur les personnesphysiques, de l'impôt des sociétés, mais aussi dans ledomaine comptable?Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 29 mars 2010, à la question n° 103 demadame la députée Ingrid Claes du 18 février 2010(N.):En ce qui concerne les aspects fiscaux, je renvoie l'honorablemembre à la réponse du ministre des Finances.Pour ce qui concerne les aspects comptables uniquement,vous trouverez ci-dessous, point par point, la réponse auxquestions posées.1. La Commission des Normes comptables a déjà renduun avis sur le traitement comptable des logiciels (Avis CNC138/5, Bulletin CNC, n° 35, octobre 1995, pp. 7 à 12)auquel je renvoie pour le détail.Dans cet avis, la Commission des Normes comptablesestime que si le logiciel présente un caractère accessoirepar rapport au matériel ou fait partie d'un autre produit oud'une autre méthode, il ne fait pas l'objet d'un traitementcomptable distinct, mais est comptabilisé, en tant qu'accessoire,de la même façon que le matériel, le produit ou laméthode.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

350 QRVA 52 10029-03-2010Opdat bovendien de software afzonderlijk opgenomenzou kunnen worden op de actiefzijde van de balans van deonderneming, is het noodzakelijk dat deze software bijdraagttot de ondernemingsactiviteiten en er een toekomstigeconomisch nut van verwacht wordt. Bovendien moetde prijs afzonderlijk bepaalbaar zijn.2. Artikel 28, § 1 van het koninklijk besluit van30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen(hierna koninklijk besluit Wetboek Vennootschappen)preciseert dat "elke vennootschap de regelsbepaalt die, met nakoming van de bepalingen van dithoofdstuk, doch rekening gehouden met haar eigen kenmerken,gelden voor de waardering van de inventaris (...)en, onder meer, voor de vorming en de aanpassing vanafschrijvingen (...)."Deze waarderingsregels worden vastgelegd door hetbestuursorgaan en samengevat in de toelichting.Het koninklijk besluit Wetboek Vennootschappen legt despecifieke duur van de afschrijving niet vast, noch voorsoftware opgenomen onder de immateriële vaste activa,noch voor de informatica-apparatuur opgenomen onder demateriële vaste activa.Boekhoudkundig valt de bepaling van de duur van deafschrijving bijgevolg uitsluitend onder de verantwoordelijkheidvan het bestuursorgaan, voor zover dat deze duurtijdovereenkomt met de waarschijnlijke nuttigheids- ofgebruiksduur van het desbetreffende actief (artikel 45, 1stelid, koninklijk besluit Wetboek Vennootschappen).3. Op boekhoudkundig vlak kunnen zowel de immateriëleals de materiële vaste activa het voorwerp uitmaken vaneen versneld afschrijvingsplan, overeenkomstig de fiscalebepalingen ter zake.Wanneer echter de toepassing van een dergelijk plan voorversnelde afschrijving tot gevolg heeft dat aanzienlijkvlugger wordt afgeschreven dan economisch verantwoord,wordt in de toelichting melding gemaakt van het verschiltussen het gecumuleerd bedrag van de geboekte afschrijvingenen dat van de economisch verantwoorde afschrijvingen.Tevens wordt de invloed aangegeven van detijdens het boekjaar of tijdens vorige boekjaren geboekteversnelde afschrijvingen op het bedrag van de afschrijvingenin de resultatenrekening van het boekjaar (artikel 61, §1, 1ste lid en artikel 64, § 1, 1ste lid, koninklijk besluit WetboekVennootschappen).En outre, pour que le logiciel soit inscrit de manière distincteà l'actif du bilan de la société, encore faudrait-il quece dernier contribue au fonctionnement de la société etqu'il soit susceptible d'avoir une utilité économique future.De plus, le prix doit pouvoir être déterminé séparément.2. L'article 28, §1er, de l'arrêté royal du 30 janvier 2001portant exécution du Code des sociétés (ci-après arrêtéroyal C.Soc.) stipule que "chaque société détermine lesrègles qui, dans le respect des dispositions du présent chapitre,mais compte tenu de ses caractéristiques propres,président aux évaluations dans l'inventaire (...) et, notamment,aux constitutions et ajustements d'amortissements(...)."Ces règles d'évaluation sont arrêtées par l'organe d'administrationde la société et résumées dans l'annexe.L'arrêté royal C.Soc. ne détermine pas de durée d'amortissementspécifique, ni pour les logiciels qui seraient inscritssous les immobilisations incorporelles, ni pour lematériel informatique inscrit sous les immobilisations corporelles.Dès lors, sur le plan comptable, le choix de la duréed'amortissement relève exclusivement de la responsabilitéde l'organe d'administration, pour autant que celle-ci correspondeà la durée d'utilité ou d'utilisation probable del'actif considéré (article 45, alinéa 1er, arrêté royalC.Soc.).3. Sur le plan comptable, tant les immobilisations corporellesqu'incorporelles peuvent faire l'objet d'un pland'amortissement accéléré, conformément aux dispositionsfiscales en la matière.Toutefois, si l'application d'un tel plan accéléré conduit àanticiper de manière significative, la prise en charge desamortissements par rapport à ce qui est économiquementjustifié, il est fait mention dans l'annexe de la différenceentre le montant cumulé de ces amortissements actés etcelui des amortissements économiquement justifiés ainsique de l'influence sur le montant des amortissements grevantle compte de résultats de l'exercice, d'amortissementsexcédant les amortissements économiquement justifiés,pris en charge au cours de l'exercice ou au cours d'exercicesantérieurs (article 61, § 1er, alinéa 1er et article 64, §1er, alinéa 1er,arrêté royal C.Soc.).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20103514. Voor de immateriële of materiële vaste activa wordtovergegaan tot aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingenwanneer, ingevolge hun technische ontwaarding ofwegens de wijziging van economische of technologischeomstandigheden, hun boekhoudkundige waarde hoger isdan hun gebruikswaarde voor de vennootschap (artikel 61,§ 1, 2de lid en artikel 64, § 1, 2de lid, koninklijk besluitWetboek Vennootschappen).5. Mijn zienswijze strookt met de visie van de Commissievoor Boekhoudkundige Normen.4. Les immobilisations incorporelles ou corporelles fontl'objet d'amortissements complémentaires ou exceptionnelslorsque, en raison de leur altération ou de modificationsdes circonstances économiques ou technologiques, leurvaleur comptable dépasse leur valeur d'utilisation par lasociété (article 61, § 1er, alinéa 2 et article 64, § 1er, alinéa2, arrêté royal C.Soc.).5. Mon opinion en la matière correspond à celle de laCommission des Normes comptables.DO 2009201015005Vraag nr. 104 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Luykx van 18 februari 2010 (N.) aan deminister voor Ondernemen en Vereenvoudigen:Gebruik van de eID voor de aankoop van voetbaltickets.(MV 18380)ln het gebouw van de Voetbalbond stelde u recentelijkeen nieuw initiatief voor waarbij voetbalsupporters via hunelektronische identiteitskaart (elD) toegangskaarten voorwedstrijden kunnen aankopen. Door de elD in de kaartlezervan de computer te steken, kan de koper zijn plaats in hetstadion reserveren. Zijn gegevens worden vervolgens ineen databank opgeslagen. Het project zal getest worden inde aanloop naar vier wedstrijden die dit seizoen plaatsvinden.1. Beschikt het aankoopsysteem over een maatregel dieverhindert dat voetbalsupporters die een stadionverbodhebben kaarten kunnen aanschaffen?2. a) Op basis van welke argumenten acht u de kans groterdat valse toegangsbewijzen en illegale tickets beterbestreden kunnen worden?b) Bevatten de kaarten een barcodesysteem, een uniekecode of een andere techniek die fraude tegengaat?3. Werd er een quotum vastgelegd dat bepaalt dat menper elD slechts één of een aantal tickets kan reserveren?4. a) Vond er reeds overleg plaats met de clubs uit deJupiler Liga over de wenselijkheid en de haalbaarheid vandit ticketsysteem?b) Kan u een raming geven van welke investeringen eenclub moet maken om het systeem over te nemen zodat ticketster plaatse afgedrukt kunnen worden?5. Kan het systeem enkel gehanteerd worden tijdens devoorverkoop en is het beperkt in de tijd die voorafgaat aande aanvang van de wedstrijd?DO 2009201015005Question n° 104 de monsieur le député Peter Luykx du18 février 2010 (N.) au ministre pour l'Entrepriseet la Simplification:Utilisation de la carte d'identité électronique pour l'achatde tickets de football. (QO 18380)Vous avez récemment présenté dans le bâtiment del'Union belge de football un nouveau système permettantaux supporters de clubs de football d'acheter des billetspour les rencontres en utilisant leur carte d'identité électronique(eID). L'acheteur peut réserver sa place dans le stadeen introduisant sa eID dans le lecteur de carte de l'ordinateur.Ses données sont ensuite enregistrées dans la base dedonnées. Le projet sera testé au cours de la période précédantquatre rencontres qui seront jouées cette saison.1. Le système d'achat compporte-t-il un dispositif empêchantque les supporters de clubs de football qui font l'objetd'une interdiction de stade puissent acheter des billets?2. a) Quels arguments vous donnent à penser qu'il seraplus facile de lutter contre les faux billets et les tickets illégaux?b) Les billets sont-ils munis d'un code-barres, d'un codeunique ou d'une autre technique permettant de lutter contrela fraude?3. Un quota a-t-il été fixé pour déterminer le nombre detickets qui pourront être réservés par carte d'identité électronique?4. a) Une concertation à propos de l'opportunité et de lafaisabilité de ce système de tickets a-t-elle déjà eu lieu avecles clubs de la Jupiler League?b) Pourriez-vous fournir une estimation du montant qu'unclub doit investir pour acquérir le système et pouvoirimprimer les tickets sur place?5. Le système ne peut-il être utilisé que pour la préventeet est-il limité à la période qui précède le début de la rencontre?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

352 QRVA 52 10029-03-20106. a) Wanneer plant u een evaluatie van de vier "proefwedstrijden"?b) Met welke instanties zal u de haalbaarheid van hetproject aftoetsen?Antwoord van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen van 29 maart 2010, op de vraag nr. 104van de heer volksvertegenwoordiger Peter Luykx van18 februari 2010 (N.):1. Ja. Dezelfde technologie die nu reeds bestaat opwww.Tickettingonline.be wordt hier aangewend. Hetgebruik van de eID wijzigt daar niets aan. Mensen die opde 'blacklist' staan, kunnen nog steeds geen ticket kopen.Integendeel, het gebruik van de eID maakt het voor eensupporter met een stadionverbod nog moeilijker om eenkaart te kopen. Men kan niet meer zomaar de naam van eenbuur of familielid ingeven. Men moet al de eID van eenandere persoon gebruiken. Indien iemand met een stadionverbodeen andere eID gebruikt, zal dit aan de inganggedetecteerd worden.2. Vermits er geen fysische toegangsbewijzen meerbestaan, kunnen deze ook niet vervalst worden. Fraudeurszouden de eID moeten kraken om onrechtmatige toegangte verkrijgen. De eID wordt geregeld op veiligheidgescreend door experten van de KULeuven en kan dus alszeer veilig worden beschouwd.3. Men kan (in het proefproject) tot vier tickets per eIDreserveren.4. a) Ja, minstens twee clubs uit de Proleague hebbeninteresse getoond in de demo, waarna ze zullen oordelen ofhet economische een haalbare kaart is.b) De investeringen voor de clubs zijn nog niet berekend,maar situeren zich in dezelfde grootorde als vergelijkbare(en reeds vigerende in sommige clubs) systemen met 'tourniquet'.Tickets kunnen niet ter plaatse worden afgedrukt omdatde eID zelf het ticket is. Plaatsbewijzen kunnen echter wordenafgedrukt voor mensen die hun plaatsbewijs thuis zijnvergeten.5. Dit proefproject zal ons inzage geven in wat realistischeperiodes zijn. Hoewel IT ons in staat stelt om snel tewerken, moet er voldoende tijd zijn tussen (thuis-)aankoopen verwerking in stadion.Theoretisch zou men paar minuten voor aanvang een ticketkunnen kopen, maar dat willen we testen. Vandaar ditproefproject.6. a) Quand prévoyez-vous une évaluation des quatre"rencontres tests"?b) Avec quelles instances évaluerez-vous la faisabilité duprojet?Réponse du ministre pour l'Entreprise et laSimplification du 29 mars 2010, à la question n° 104 demonsieur le député Peter Luykx du 18 février 2010(N.):1. Oui. Nous utilisons la même technologie que celle quiest appliquée actuellement sur www.Tickettingonline.be.L'utilisation de l'eID n'y change rien. Les personnes quifigurent sur "liste noire" ne peuvent toujours pas acheter deticket. Au contraire, l'utilisation de la eID rend encore plusdifficile l'achat d'un billet pour un supporter qui fait l'objetd'une interdiction de stade. On ne peut pas donner commeça le nom d'un voisin ou d'un parent. Il faut déjà disposerde l'eID d'une autre personne. Si une personne interdite destade utilise une autre eID, cela sera détecté à l'entrée.2. Étant donné qu'il n'y a plus de preuves d'accès physiques,celles-ci ne peuvent plus être falsifiées. Les fraudeursdevraient pirater la carte eID pour forcer l'accès. La sécuritéde l'eID est régulièrement testée par des experts de laKULeuven; l'eID peut donc être considérée comme trèssûre.3. L'on peut réserver (pendant la phase de projet pilote)jusqu'à quatre tickets par eID.4. a) Oui, au moins deux clubs de Proleague ont manifestéleur intérêt lors de la démonstration et examineront sic'est envisageable au plan économique.b) Les investissements à consentir par les clubs n'ont pasencore été calculés mais se situent dans le même ordre degrandeur que des systèmes à 'tourniquet' comparables (etdéjà en vigueur dans certains clubs).Les tickets ne peuvent pas être imprimés sur place, carl'eID constitue en soi le billet. Toutefois, pour les personnesqui ont oublié la preuve de leur place à la maison,celle-ci peut être imprimée.5. Ce projet pilote nous indiquera quelles sont les délaisréalistes. Même si l'IT nous permet de travailler rapidement,il faut prévoir suffisamment de temps enter l'achat(de la maison) et le traitement dans le stade.En théorie, l'on pourrait acheter un billet quelques minutesavant le début du match mais nous voulons le tester.C'est là que réside toute l'utilité du projet pilote.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20103536. De evaluatie zal gebeuren na de proefwedstrijden. DeProleague, de betrokken clubs, Fedict, het kabinet BinnenlandseZaken en de Voetbalcel zullen hierbij gehoord worden.We zullen ook rekening houden met de ervaringen vande supporters. De evaluatiemeeting met de Proleague zelfheeft reeds plaatsgevonden, de meeting met de clubs komter in de tweede helft van april.6. L'évaluation aura lieu après les matchs tests. La Proleague,les clubs concernés, Fedict (notre SPF ICT), lecabinet Intérieur et la Cellule football seront consultés.Nous tiendrons également compte des expériences des supporters.La réunion d'évaluation avec la Proleague a déjàeu lieu, la réunion avec les clubs est prévue pour laseconde moitié d'avril.Minister van Binnenlandse ZakenMinistre de l'IntérieurDO 2009201011450Vraag nr. 14 van de heer volksvertegenwoordiger JosyArens van 08 december 2009 (Fr.) aan de ministervan Binnenlandse Zaken:Mogelijkheid voor een gemeente om van politiezone te veranderen.DO 2009201011450Question n° 14 de monsieur le député Josy Arens du08 décembre 2009 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:La possibilité pour une commune de changer de zones depolice. (QE 55)1. Kan een gemeente van politiezone veranderen? 1. Est-il possible pour une commune de changer de zonesde police?2. Zo ja, welke procedure moet er dan gevolgd worden,en welke gemeenten moeten er met die wijziging instemmen?Hoe wordt het aantal politieagenten die van de oudenaar de nieuwe zone overstappen bepaald, en wat zijn degevolgen hiervan voor de begroting van beide zones, desamenstelling van de politieraad, enz.?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 14 van de heervolksvertegenwoordiger Josy Arens van 08 december2009 (Fr.):1. Artikel 9 van de wet op de geïntegreerde politie vormtde reglementaire basis voor de indeling van het grondgebiedin politiezones. Deze bepaling liet een eenmalige operatietot verdeling van het land toe, met als eindpunt detotstandkoming van de huidige politiezones.Een eventuele nieuwe indeling vraagt dus een wettelijkinitiatief om de Koning de bevoegdheid te geven de actuelegrenzen van de politiezones te herzien en de regels van deopvolging tussen de zones nader te bepalen.2. Mijn diensten hebben een voorontwerp tot regelgevingvoorbereid om antwoord te geven op deze vragen. Dit is inwerking getreden in januari 2010.2. Si oui, quelle est la procédure à suivre, et notammentquelles sont les communes qui doivent marquer leuraccord, comment est fixé le nombre de policiers quittantl'ancienne zone pour rejoindre la nouvelle, quelles en sontles conséquences sur les budgets des deux zones, sur lacomposition du conseil de zones, etc.?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 14 de monsieur le député JosyArens du 08 décembre 2009 (Fr.):1. L'article 9 de la loi sur la police intégrée, constitue labase réglementaire pour la division du territoire en zonesde police. Cette disposition autorisait toutefois une seuleopération de division du territoire, avec comme pointd'aboutissement l'institution des actuelles zones de police.Une éventuelle nouvelle division implique donc une initiativelégale visant à habiliter le Roi à revoir les frontièresdes actuelles zones de police et à régler plus avant lesmodalités de succession entre zones de police.2. Mes services ont préparé un avant-projet de réglementationpour apporter réponse à ces questions. Ce texte estentré en vigueur en janvier 2010.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

354 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201011701Vraag nr. 34 van mevrouw de volksvertegenwoordigerHilde Vautmans van 10 december 2009 (N.) aande minister van Binnenlandse Zaken:NMBS. - Geweld en diefstallen op treinen en in stations(SV 17).Af en toe wordt melding gemaakt van criminele feiten open rond het spoor.1. Hoeveel diefstallen werden in 2005, 2006 en 2007gepleegd in (opgesplitst) de Belgische treinstations en inde treinen, opgesplitst per Gewest?DO 2009201011701Question n° 34 de madame la députée Hilde Vautmansdu 10 décembre 2009 (N.) à la ministre del'Intérieur:SNCB. - Vols et violence dans les trains et dans les gares.De temps à autre, il est fait mention d'actes criminelscommis dans et à proximité d'infrastructures ferroviaires.1. Combien de vols ont été commis en 2005, 2006 et2007 (chiffres par année) dans des gares belges et dans destrains (chiffres par Région)?2. a) Van welke aard waren deze diefstallen? 2. a) De quel type de vols s'agissait-il?b) Hoe is hun onderlinge verhouding? b) Quelle en est la connexité?3. a) Hoeveel keer zijn de medische diensten in 2005,2006 en 2007 moeten uitrukken om NMBS-reizigers tehelpen?b) Hoeveel hiervan waren het slachtoffer van geweld ofdiefstal?4. a) Hoeveel reizigers zijn in 2005, 2006 en 2007 op eentrein of in een station overleden?3. a) Combien de fois, en 2005, 2006 et 2007, les servicesmédicaux ont-ils dû intervenir pour secourir des passagersde la SNCB?b) Dans combien de cas ces passagers avaient-ils été victimesd'un vol ou de violences?4. a) Combien de passagers sont décédés à bord d'un trainou dans une gare en 2005, 2006 et 2007?b) Hoeveel hiervan waren het slachtoffer van geweld? b) Parmi ceux-ci, combien avaient été victimes d'actes deviolence?5. Welke maatregelen neemt de NMBS om het geweld ende diefstallen op de trein en in de stations te beperken?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 34 van mevrouw devolksvertegenwoordiger Hilde Vautmans van10 december 2009 (N.):Het antwoord op deze vraag is het geachte Kamerlidrechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar ligt het ter inzage bij deGriffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienstParlementaire Vragen).5. Quelles mesures la SNCB prend-elle pour réduire lenombre de vols et d'actes de violence dans les trains et dansles gares?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 34 de madame la députée HildeVautmans du 10 décembre 2009 (N.):La réponse à cette question a été transmise directement àl'honorable membre. Étant donné son caractère de puredocumentation, il n'y a pas lieu de l'insérer au bulletin desQuestions et Réponses, mais elle peut être consultée auGreffe de la Chambre des représentants (service des Questionsparlementaires).DO 2009201012148Vraag nr. 72 van de heer volksvertegenwoordigerBruno Stevenheydens van 16 december 2009 (N.)aan de minister van Binnenlandse Zaken:Resultaat tuchtonderzoek Gentse politie na ontsnappingovervaller (SV 175).Eind juni 2009 kon een overvaller van een juwelierszaakuit het ziekenhuis - waar een bloedonderzoek werd uitgevoerd- ontsnappen omwille van een fout van de begeleidendeGentse agenten. De overvaller werd nadien terugingerekend.DO 2009201012148Question n° 72 de monsieur le député BrunoStevenheydens du 16 décembre 2009 (N.) à laministre de l'Intérieur:Résultat de l'enquête disciplinaire menée par la police deGand après l'évasion d'un braqueur.Fin juin 2009, le braqueur d'une bijouterie a réussi às'échapper de l'hôpital - où il devait subir une analyse desang - en raison d'une erreur commise par les agents de lapolice de Gand qui l'accompagnaient. Le braqueur avaitpar la suite pu être remis sous les verrous.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010355De overvaller werd in eerste instantie (voor zijn ontsnapping)ingerekend door de medewerking van enkele voorbijgangersin de buurt van de juwelierszaak waar deoverval plaats vond. Hierbij geraakten de bewuste voorbijgangerslicht gewond. Omdat de overvaller nadien bekendeseropositief te zijn dienden alle betrokkenen zich te latenonderzoeken.Omwille van de ontsnapping van de overvaller uit hetziekenhuis werd een tuchtonderzoek bevolen.Kan u de resultaten van dit onderzoek toelichten?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 72 van de heervolksvertegenwoordiger Bruno Stevenheydens van16 december 2009 (N.):De dienst Intern Toezicht van de lokale politie Gentvoerde een administratief onderzoek uit naar de feiten. Opbasis van deze resultaten en het vertrouwelijk syntheserapportbesloot de korpschef op 30 oktober 2009 om aan debetrokken inspecteurs een ordemaatregel op te leggen. Innavolging van artikel 32 van de wet van 13 mei 1999 houdendehet tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiedienstenconcludeerde de korpschef in zijn hoedanigheidvan gewone tuchtoverheid namelijk dat de feiten niet inaanmerking kwamen voor het opleggen van een (lichte)tuchtstraf. De zaak werd ook niet door de hogere tuchtoverheid(burgemeester) geëvoceerd, waardoor een zwaretuchtstraf uitgesloten werd.Uit het administratief onderzoek bleek dat tijdens de volledigebewakingsopdracht één inspecteur de verdachtevasthield terwijl hij geboeid was, maar dat de verdachte ertoch in slaagde om te ontsnappen. Dit omwille van routinematigoptreden, onoplettendheid en het verzuim om voldoendevoorzorgsmaatregelen te nemen teneinde deontsnapping te voorkomen.In het besluit van de korpschef werd gewezen op het punt51 van de Deontologische Code dat stelt: "De personeelsledenzijn verantwoordelijk voor iedere persoon die hetvoorwerp is van een vrijheidsberovende maatregel of toestanden die zijn moeten bewaken of die onder hun toezichtwordt geplaatst. Zij nemen de noodzakelijke maatregelenom ongevallen, ontsnappingen of samenspanningen metderden te voorkomen en ze oefenen met dit doel een effectievebewaking uit."Le braqueur avait initialement (avant son évasion) étéarrêté avec l'aide de quelques personnes qui se trouvaient àproximité de la bijouterie où le braquage avait eu lieu. Lespassants en question avaient été légèrement blessés lors del'incident. Toutes les personnes concernées ont dû passerun examen médical parce que le braqueur avait reconnuultérieurement qu'il était séropositif.Une enquête disciplinaire avait été ordonnée après cetteévasion de l'hôpital.Qu'en est-il des résultats de cette enquête?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 72 de monsieur le député BrunoStevenheydens du 16 décembre 2009 (N.):Le Service de Contrôle interne de la police locale deGand a procédé à une enquête administrative relative auxfaits. Sur la base des résultats et du rapport confidentiel desynthèse, le chef de corps a décidé le 30 octobre 2009d'infliger une mesure d'ordre aux inspecteurs concernés. Àl'instar de l'article 32 de la loi du 13 mai 1999 portant lestatut disciplinaire des membres du personnel des servicesde police, le Chef de corps a en effet conclu, en sa qualitéd'autorité disciplinaire ordinaire, que les faits n'étaient passusceptibles d'être punis par une sanction disciplinaire(légère). L'affaire n'a pas non plus été évoquée par l'autoritédisciplinaire supérieure (le bourgmestre), excluant de lasorte une sanction disciplinaire lourde.L'enquête administrative a montré que, pendant toute lamission de surveillance, un inspecteur tenait le suspectquand il était menotté, mais que celui-ci a quand mêmeréussi à s'échapper. Il en fut ainsi à cause du mode d'actionroutinier, du manque d'attention et de l'omission de prendredes mesures de précaution suffisantes pour empêcher lafuite.Dans sa conclusion, le chef de corps a attiré l'attentionsur le point 51 du Code de déontologie qui précise que:"Les membres du personnel sont responsables de toute personnefaisant l'objet d'une mesure de privation de liberté oude détention et confiée à leur garde ou encore placée sousleur surveillance. Ils prennent les dispositions nécessairespour éviter les accidents, évasions ou connivences avec destiers et assurent, à cet effet, une surveillance effective."K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

356 QRVA 52 10029-03-2010In het belang van de dienst en voor de veiligheid van allebetrokken partijen werd aan de inspecteurs de gelegenheidgeboden om het boeien van personen te oefenen. Om hunvaardigheden verder te ontwikkelen werden zij gedurendevijftien kalenderdagen tewerkgesteld bij de Paleisdienst,waarbij ze permanent gedetineerden konden boeien, begeleidenen bewaken. Deze educatieve maatregel leek in ditdossier een gepaste afhandelingsmodaliteit.Dans l'intérêt du service et de la sécurité de toutes lesparties concernées, les inspecteurs se sont vu offrir l'occasionde s'exercer au menottage de personnes. Pour développerleurs aptitudes, ils ont été affectés pendant quinzejours calendrier au Service du Palais où ils ont pu en permanencemenotter, accompagner et surveiller des détenus.Cette mesure éducative a semblé constituer, dans ce dossier,une modalité de suivi appropriée.DO 2009201012153Vraag nr. 77 van de heer volksvertegenwoordigerBruno Stevenheydens van 16 december 2009 (N.)aan de minister van Binnenlandse Zaken:Bonussen voor speurwerk van wijkagenten (SV 2).De stad Sint-Niklaas heeft een bonussysteem voor hetopsporingswerk van de wijkagenten. De bonus wordt uitgebetaaldals de wijkagenten goed opsporingswerk verrichten.Men noemt het een innoverende, zelfsrevolutionaire maatregel om de functie van wijkagent teherwaarderen. Deze maatregel houdt ook in dat het administratievewerk van de wijkagenten voor een groot deel uithanden wordt gegeven. Vanuit het Antwerpse korps reageertmen echter negatief op het bonussysteem dat men inSint-Niklaas wil invoeren.1. Bent u zich ervan bewust dat de verloning van wijkagentenniet evenredig is met het werk dat zij verrichten endat jonge bekwame agenten eerder voor andere functies inhun korps kiezen die beter verloond worden?2. Wat is uw mening over het bonussysteem in Sint-Niklaas?3. Worden er door de politie structurele maatregel genomenom wijkagenten te besparen van te veel administratiefwerk, zodat zij voornamelijk in hun wijk aanwezig kunnenzijn en ook toekomen aan actief opsporingswerk?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 77 van de heervolksvertegenwoordiger Bruno Stevenheydens van16 december 2009 (N.):Het is niet correct dat er in de politiezone (PZ) Sint-Niklaas bonussen zouden worden uitgekeerd.DO 2009201012153Question n° 77 de monsieur le député BrunoStevenheydens du 16 décembre 2009 (N.) à laministre de l'Intérieur:Boni pour les recherches effectuées par les agents de quartier.La ville de Sint-Niklaas dispose d'un système de bonuspour le travail de recherche effectué par les agents de quartier.Le bonus est versé lorsque les agents de quartier onteffectué un travail de recherche efficace. Il s'agit-là d'unemesure innovatrice, même révolutionnaire, destinée à revaloriserla fonction d'agent de quartier. Cette mesure impliqueégalement que les agents de quartier sont déchargéspour une large part de leur travail administratif. La réactiondu corps de police anversois au système de bonus que l'onveut instaurer à Sint-Niklaas est toutefois négative.1. Avez-vous conscience que la rémunération des agentsde quartier n'est pas proportionnelle au travail qu'ils effectuentet que de jeunes agents compétents choisissent plutôtd'autres fonctions mieux rémunérées au sein de leur corps?2. Que pensez-vous du système de bonus à Sint-Niklaas?3. La police prend-elle des mesures structurelles pouréviter de surcharger les agents de quartier de travail administratif,afin qu'ils puissent principalement être présentsdans leur quartier et aussi participer activement au travailde recherche?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 77 de monsieur le député BrunoStevenheydens du 16 décembre 2009 (N.):Il n'est pas correct d'affirmer que des bonus sont attribuésau sein de la zone de police (ZP) Sint-Niklaas.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010357Iedereen wordt verloond in de PZ Sint-Niklaas in functievan de gepresteerde activiteiten, en de daaraan gekoppeldewettelijke verloning. Dit betekent in de praktijk dat dewijkinspecteurs, afhankelijk van taak en tijdstip, buitenhun normale wedde vergoedingen kunnen verwerven dievoortspruiten uit hun eventuele nacht- en/of weekendprestaties,telefoonvergoeding, maaltijdvergoedingen of eenvergoeding voor werkelijke onderzoekskosten, op dedagen dat zij dienstprestaties leveren bij de lokale recherche.Een nieuwe wijkwerking werd bij de PZ Sint Niklaasingevoerd sinds 1 mei 2009 na ongeveer achttien maandenintensief overleg met beroepsverenigingen, Zonale Veiligheidsraaden lokaal bestuur.De probleemstelling aan de oorsprong van deze wijkhervormingwas enerzijds dat de wijkinspecteur door een tezware administratieve werklast nauwelijks aan echte wijkwerkingtoekwam. Anderzijds waren het takenpakket en dedienstindeling van de wijkinspecteur van die aard dat zijnauwelijks rechten openden op bijkomende inconvenienten(nacht- en weekendvergoedingen). Hierdoor vond depolitie weinig jonge mensen die bereid waren zich te engagerenvoor een loopbaan als wijkinspecteur.Dit probleem stelde zich niet enkel in Sint-Niklaas, maarwel in de meeste andere politiezones.De oplossing bij de PZ Sint Niklaas kwam er door de creatievan een "administratieve cel" binnen de wijkwerking.Deze cel behandelt zoveel mogelijk dossiers, zoals kanschriftenvan het parket, autonoom, van voorbereiding totafronding.De creatie van deze administratieve cel verschaft dewijkinspecteur een quasi 100% vrijheid van handelen. Devrijgekomen capaciteit van de wijkinspecteur kan dusdeels worden benut voor informatiegaring of ter ondersteuningvan de lokale recherche.Tout le monde est rétribué à la ZP Sint-Niklaas en fonctiondes activités prestées, et de la rémunération légale quiy est couplée. Cela signifie dans la pratique que les inspecteursde quartier perçoivent, en fonction de la tâche et dumoment de son exécution, une indemnisation en sus de leursalaire ordinaire, laquelle découle d'éventuelles prestationsde nuit ou de week-end, d'une indemnité téléphonique,d'une indemnité de repas ou d'une indemnité pour fraisréels d'enquête, les jours où ils effectuent des prestations àla recherche locale.Un nouveau système de travail de quartier a été introduità la ZP Sint-Niklaas le 1er mai 2009 après environ dix-huitmois d'intense concertation avec les associations professionnelles,le Conseil Zonal de Sécurité et l'autorité locale.La problématique à l'origine de cette réforme du travailde quartier résidait d'une part dans le fait que l'inspecteurde quartier n'effectuait que très rarement un véritable travailde quartier en raison d'une charge administrative troplourde. D'autre part, le paquet fonctionnel et la répartitiondes services pour les inspecteurs de quartier ne leuroffraient que rarement le droit à des inconvénients (indemnitésde nuit et de week-end). De ce fait, la police trouvaitpeu de jeunes collaborateurs qui étaient prêts à s'engagerpour une carrière comme inspecteur de quartier.Ce problème ne se posait pas uniquement à Sint-Niklaas,mais bien dans la plupart des autres zones de police.La solution à la ZP Sint-Niklaas fut trouvée dans la créationd'une "cellule administrative" au sein de la police dequartier. Cette cellule traite le plus de dossiers possible,comme des apostilles du Parquet, de façon autonome, de lapréparation à la conclusion.La création de cette cellule administrative fournit à l'inspecteurde quartier quasi 100% de liberté d'action. La capacitéainsi libérée pour l'inspecteur de quartier peut doncpartiellement être utilisée pour la recherche d'informationou l'appui à la recherche locale.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

358 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201012442Vraag nr. 459 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 28 januari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Terugvordering schade bij gewelddadige betogingen (SV407).Naar aanleiding van de gewelddadige pro-Palestijnsebetoging in Brussel op zondag 11 januari 2009, waarbijheel wat schade aan onroerende en roerende goederenwerd aangericht, werd in het maandagmorgennieuws vanradio 1 door een woordvoerder van de veiligheidsdienstengeruststellend opgemerkt dat die personen, die voor hetaanrichten van de schade verantwoordelijk zullen wordengesteld, ook zullen opdraaien voor de betaling van de aangerichteschade. Er zouden namelijk videobeelden gemaaktzijn van de amokmakers en op basis daarvan zou hetgerecht tot vervolging overgaan.Met deze vraag wil ik graag eens informeren naar deterugbetaling van schade bij gewelddadige betogingen inde jongste vijf jaar.1. a) Kan u een idee geven van de aangerichte schade tijdensbetogingen in 2005?DO 2009201012442Question n° 459 de monsieur le député Peter Logghe du28 janvier 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Récupération des dommages causés lors de manifestationsviolentes.Après la manifestation violente pro-palestinienne quis'est déroulée à Bruxelles le dimanche 11 janvier 2009 - aucours de laquelle de nombreux dégâts ont été causés à desbiens mobiliers et immobiliers -, un porte-parole des servicesde sécurité a déclaré d'un ton rassurant, lors du journalparlé du lundi matin sur Radio 1, que les personnes quiseront déclarées responsables des dégâts causés devrontégalement en supporter le coût financier. Il existerait eneffet des images vidéo des fauteurs de troubles, images surlesquelles la justice se basera pour lancer des poursuites.J'aimerais à cette occasion en savoir plus sur le remboursementdes dommages occasionnés lors de manifestationsviolentes au cours des cinq dernières années.1. a) Pouvez-vous donner une idée des dommages causéslors de manifestations ayant eu lieu en 2005?b) Hoeveel klachten kwamen binnen? b) Combien de plaintes ont-elles été déposées concernantces dommages?c) Heeft men de daders voor de aangerichte schade aansprakelijkgesteld?d) Hoeveel schade werd uiteindelijk door de amokmakersterugbetaald?c) Les auteurs des dégâts causés en ont-ils été déclarésresponsables?d) Quel montant de dommages a-t-il été finalement remboursépar les fauteurs de troubles?2. Idem, maar dan voor het jaar 2006. 2. Idem, mais pour l'année 2006.3. Idem, maar in 2007. 3. Idem, mais pour 2007.4. Idem, maar in 2008, voor zover hierover al enig cijfermateriaalbeschikbaar is, natuurlijk.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 459 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 28 januari2010 (N.):Binnen de federale politie bestaat er een databank openbareorde die informatie bevat over de geregistreerdegebeurtenissen, zoals betogingen. Het probleem is datenkel die informatie beschikbaar is die door de verantwoordelijkepolitiedienst wordt geregistreerd. Daarvoordient de verantwoordelijke gebruik te maken van een specifiekdaarvoor bestemd formulier, hetgeen niet altijdgebeurt waardoor niet alle informatie binnen dit systeemgevat wordt.4. Idem, mais pour 2008, dans la mesure, bien sûr, où l'ondisposerait déjà de chiffres à ce sujet.Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 459 de monsieur le député PeterLogghe du 28 janvier 2010 (N.):La police fédérale dispose d'une base de données ordrepublic qui contient des informations relatives aux événementsenregistrés, comme les manifestations. Le problèmeest que les seules informations disponibles sont celles quele service de police responsable a enregistrées. C'est la raisonpour laquelle le responsable doit se servir d'un formulairequi y est spécifiquement destiné, ce qui n'est pastoujours le cas et dès lors toutes les informations ne sontpas intégrées dans ce système.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010359Wat de schade betreft, kan via dit formulier het geschatbedrag van de schade ingebracht worden, maar dit wordtslechts marginaal ingevuld. Het betreft dan ook geen verplichtevariabele bij de registratie. En het is ook niet altijdgemakkelijk een schatting te maken van de schade die veroorzaaktwordt tijdens een betoging. Het gaat immers nietenkel om schade die toegebracht wordt aan privépersonen,maar ook aan het openbaar domein.Ook bestaat er geen informatie over de bedragen dat doorde amokmakers vergoed zijn. Dit maakt immers deel uitvan een veroordeling die een amokmaker oploopt en dezeinformatie is niet openbaar.En ce qui concerne les dégâts, il est possible d'introduirevia ce formulaire le montant estimé des dégâts mais cecin'est complété que marginalement. En effet, il ne s'agit pasnon plus d'une variable obligatoire en cas d'enregistrement.Et il n'est pas toujours facile d'estimer les dégâts causéspendant une manifestation. En effet, il ne s'agit pas seulementde dégâts causés aux personnes privées, mais égalementau domaine public.Il n'y a pas non plus d'information sur les montantsindemnisés par les fauteurs de trouble. En effet, ceci faitpartie de la condamnation encourue par un fauteur de troubleet cette information n'est pas publique.DO 2009201012747Vraag nr. 161 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 23 december 2009 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Alcoholcontroles eindejaarsperiode. (SV 11)Door de administratieve rompslomp zou de politie er nietin geslaagd zijn de geplande 180.000 alcoholcontroles voorhet einde van 2008 rond te krijgen. Het probleem deed zichvooral voor bij positieve controles, waar een ganse administratievepapiermolen op gang wordt gezet.1. a) Hoeveel alcoholcontroles werden uiteindelijk in hetjaar 2008 uitgevoerd?DO 2009201012747Question n° 161 de monsieur le député Peter Logghe du23 décembre 2009 (N.) à la ministre del'Intérieur:Les contrôles d'alcoolémie durant la période de find'année.La police n'est semble-t-il pas parvenue à procéder aux180.000 contrôles d'alcoolémie prévus avant la fin del'année 2008 en raison de la charge administrative pénibleengendrée par ces tâches. Le problème s'est surtout posé auniveau des tests positifs, ces derniers entraînant la mise enoeuvre de procédures administratives particulièrementlaborieuses.1. a) Combien de contrôles d'alcoolémie ont été réalisésen définitive en 2008?b) Heeft u hierover al cijfermateriaal? b) Disposez-vous déjà de statistiques à ce sujet?2. Hoeveel manuren staan hier tegenover? 2. Combien d'heures-hommes ont été mobilisées dans cecadre?3. Hoeveel van die alcoholcontroles gaven een positiefresultaat?3. Parmi ces contrôles d'alcoolémie, combien ont débouchésur un résultat positif?4. Hoeveel alcoholcontroles werden in 2007 uitgevoerd? 4. Combien de contrôles d'alcoolémie ont été effectués en2007?5. Hoeveel manuren werden in 2007 gepresteerd om diealcoholcontroles uit te voeren?5. Combien d'heures-hommes ont été nécessaires en2007 pour effectuer ces contrôles d'alcoolémie?6. Met welk resultaat? 6. Quels sont les résultats de ces contrôles?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 161 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 23 december2009 (N.):De BOB-campagne 2008/2009 werd op 15 januari 2009geëvalueerd door het BIVV en de politiediensten.Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 161 de monsieur le député PeterLogghe du 23 décembre 2009 (N.):La campagne BOB 2008/2009 a été évaluée le 15 janvier2009 par l'IBSR et les services de police.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

360 QRVA 52 10029-03-2010Mijn voorganger, de heer Guido De Padt, had reeds degelegenheid te antwoorden op het merendeel van uw vragennaar aanleiding van de mondelinge vraag nr. 10503van de heer volksvertegenwoordiger Xavier Baeselen,behandeld tijdens de vergadering van de commissie voorde Binnenlandse Zaken van de Kamer op 27 januari 2009(Integraal Verslag, Kamer, 2008-2009, CRIV 52 COM431, blz. 19).Er werden 173.343 controles uitgevoerd; de doelstellingwas 180.000 controles. 131.000 werden verricht door delokale politiezones en 82.000 door de federale politie, watnagenoeg overeenstemt met de verhouding lokaal/federaalbij de geïntegreerde politie.2.559 rijbewijzen werden ingetrokken: 904 in het WaalseGewest, 1.412 in het Vlaamse Gewest en 243 in Brussel.In 2007 werden 160.317 controles uitgevoerd. 2.458 rijbewijzenwerden ingetrokken: 754 in het Waalse Gewest,1.475 in het Vlaamse Gewest en 229 in Brussel.De werkwijze was ten opzichte van voorheen niet veranderd.Zo ontstond geen bijkomende administratieve werklast.Het is evenwel niet mogelijk de gemiddelde termijn vooreen controle te becijferen,Ik herinner u eraan dat de regering het aantal verkeerscontroleswil verhogen teneinde de objectieve en subjectievepakkans te vergroten, door de verhoging van deefficiëntie van de bestaande capaciteit.Het zou toelaten de kleine, maar hardnekkige kernbestuurders aan te pakken die hun gewoonten ondanks depakkans niet willen veranderen.De jaarlijkse BOB-campagne is één van de wederkerendeactiviteiten waarmee de politiediensten rekeninghouden bij de opmaak van hun budget en planning.Voor de rest verwijs ik u naar de staatssecretaris voorMobiliteit.Het geachte lid wordt verzocht zijn vraag te richten tot debevoegde staatssecretaris.Mon prédécesseur, monsieur Guido De Padt, a déjà eul'occasion de répondre à la plupart de vos questions lors dela séance de la commission de l'Intérieur de la Chambre le27 janvier 2009 en réponse à la question orale n° 10503 demonsieur le député Xavier Baeselen (Compte Rendu Intégral,Chambre, 2008-2009, CRIV 52 COM 431, p. 19).173.343 contrôles ont été effectués pour un objectif de180.000 contrôles. 131.000 contrôles l'ont été par la policelocale, et 82.000 par la police fédérale, ce qui correspond àpeu près à la proportion local/fédéral dans la police intégrée.2.559 permis de conduire ont été retirés: 904 en Régionwallonne, 1.412 en Région flamande et 243 à Bruxelles.En 2007, 160.317 contrôles ont été effectués. 2.458 permisde conduire ont été retirés: 754 en Région wallonne,1.475 en Région flamande et 229 à Bruxelles.La méthode de travail n'a pas été changée par rapport àavant. Il n'y a donc ainsi pas eu de charge administrativecomplémentaire.Quant au temps moyen par contrôle, il n'est pas possiblede le chiffrer.Je vous rappelle que le gouvernement veut augmenter lenombre de contrôles routiers afin d'accroître la probabilité,objective et subjective, d'être contrôlé, par une augmentationde l'efficacité de la capacité actuelle.Cela devrait permettre de s'attaquer au petit noyau, maisun noyau dur, de conducteurs qui ne veulent pas changerleurs habitudes et ce, en dépit des risques de contrôles.La campagne annuelle est UNE des activités récurrentesdont les services de police tiennent compte pour l'établissementde leur budget et de leur planning.Pour le reste, je vous renvoie vers le secrétaire d'État à laMobilité.L'honorable membre est invité à s'adresser au secrétaired'État compétent.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010361DO 2009201012963Vraag nr. 185 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 28 december 2009 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:De cel Kunstcriminaliteit van de federale politie (SV 297).Volgens recente berichten in de media zijn antiekwinkelsin België een draaischijf voor de smokkel van geroofdeAfghaanse oudheden, een miljardenbusiness waarvan deopbrengst vaak naar de taliban en andere terroristen gaat.Dat blijkt uit een onderzoek van het VRT-programma"Panorama". Voor de camera ontkennen handelaars alles,maar undercover pakken ze graag uit met hun koopwaar.Geschat wordt dat in de handel van clandestien opgegravenoudheden zoals die uit Afghanistan wereldwijd vijfmiljard euro per jaar omgaat. België speelt daar een sleutelrolin. Brussel is één van de "hot spots" omdat het centraalin Europa ligt en er veel rijke mensen passeren.Diplomaten bijvoorbeeld, die dikwijls verzamelaars zijn.Bovendien zouden stukken in België verkocht mogen wordenzonder documenten die hun legale herkomst bewijzen.De Brusselse gerechtelijke politie is de illegale handel inAfghaanse antiek al sinds 2005 op het spoor. De douanevan de nationale luchthaven onderschepte in dat jaar eenreeks zendingen die vanuit Pakistan naar een kunstverzamelaarin Wetteren waren gestuurd.Volgens sommige speurders bij de federale politie steltde aandacht van de politiediensten voor het probleem nogte weinig voor.1. De pracht en praal van ons religieus erfgoed trekthelaas niet alleen gelovigen of toeristen aan.Hoeveel kunstvoorwerpen verdwijnen jaarlijks, en vanwaar verdwijnen zij (kerken, enz.)? Graag cijfers van deafgelopen vijf jaar.2. Om de zichtbaarheid van gestolen cultusvoorwerpen teverhogen en zo hun opsporing te vergemakkelijken, plaatstde cel Kunstcriminaliteit van de federale politie hunbeschrijving op de webstek Religieus Erfgoed. Bij elk signalementop de speciale "Gestolen Objecten"-pagina hoortook een meldingsfiche waarmee iedereen die over bruikbareinformatie beschikt, contact kan opnemen met de politie.Antiquairs die religieuze objecten aangeboden krijgenen twijfels hebben over de oorsprong, kunnen die zo meteenverifiëren.DO 2009201012963Question n° 185 de madame la députée Leen Dierick du28 décembre 2009 (N.) à la ministre del'Intérieur:La cellule criminalité en matière d'oeuvres d'art de lapolice fédérale.D'après certains articles parus récemment dans la presse,en Belgique, les magasins d'antiquités seraient une plaquetournante du trafic d'antiquités afghanes volées, activitélucrative dont les revenus vont souvent aux talibans etautres terroristes. Voilà ce qui ressort d'une enquête menéedans le cadre de l'émission de la VRT "Panorama". Devantla caméra, les marchands ont tout nié en bloc, mais, sous lecouvert de l'anonymat, ils n'hésitaient pas à faire valoir leurmarchandise.On estime que le marché mondial des antiquités exhuméesclandestinement, comme celles d'Afghanistan, représentequelque cinq milliards d'euros par an. La Belgiquejoue un rôle-clé dans le domaine. Située au centre del'Europe et lieu de passage de beaucoup de gens aisés,Bruxelles est l'un des "hot spots" du trafic. Les diplomates,par exemple, sont souvent collectionneurs. De plus, il semblequ'en Belgique, il soit possible de vendre des piècesnon accompagnées des documents prouvant leur originelégitime.La police judiciaire bruxelloise est sur la trace du commerceillégal d'antiquités afghanes depuis 2005 déjà. Ladouane de l'aéroport national avait intercepté au cours decette année une série de colis provenant du Pakistan et destinésà un collectionneur d'oeuvres d'art de Wetteren.Selon certains enquêteurs de la police fédérale, les servicesde police n'accordent pas une attention suffisante à ceproblème.1. Le faste de notre patrimoine religieux n'attire malheureusementpas que des fidèles ou des touristes.Combien d'objets d'art disparaissent-ils chaque année etd'où disparaissent-ils (églises, etc.)? Pouvez-vous fournirces données pour les cinq dernières années?2. Pour accroître la visibilité et faciliter le repéraged'objets du culte volés, la Cellule spécialisée dans la criminalitéen matière d'oeuvres d'art de la police fédérale publieleur description sur le site Internet "Patrimoine religieux".Á chaque signalement sur la page spéciale "Objets volés"correspond une fiche descriptive permettant à toute personnedisposant d'informations utiles de prendre contactavec la police. Les antiquaires qui se voient proposer desobjets religieux et qui ont des doutes quant à leur originepeuvent ainsi opérer une vérification immédiate.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010363c) Teruggevonden kunstvoorwerpen: c) Objets d'art retrouvés:Opzoeking voorwerpen –Recherche objetsTeruggevonden Belgische voorwerpen –Objets belges retrouvés 3. België heeft voorlopig geen wet die de antiquair verplichtom een gedetailleerd register bij te houden van verkoper- koper.Door de toetreding tot de conventie "Unesco 70" op31 maart 2009 wordt van België verwacht dat zij aan deantiquairs opleggen om een aan- en verkoopregister bijhouden (de modaliteiten zijn nationaal te bepalen).Het verdrag trad op 30 juni 2009 (drie maanden na detoetreding) in werking. Dit verdrag is niet rechtstreeks vantoepassing maar vereist omzetting naar het Belgische recht.Op 14 januari 2009 besloot het Overlegcomité (Gemeenschappenen FOD BZ Unesco-vertegenwoordigers) totoprichting van een ambtelijk overlegplatform "invoer, uitvoeren restitutie van cultuurgoederen". Dit overlegplatform,samengesteld uit vertegenwoordigers van de federaleoverheid (FOD Wetenschapsbeleid, FOD Justitie, federalepolitie, Buitenlandse Zaken), de Gemeenschappen enGewesten, zal onder wisselend voorzitterschap van deGemeenschappen en de federale overheid, fungeren alsinformatie- en overlegplatform voor de diverse overheidsinstantiesdie binnen België belast zijn met deze materie.De voorbereiding van de omzettingswetgeving van hetUnesco 70-verdrag vormt een eerste opdracht voor ditoverlegplatform. Het probleem van een aan- en verkoopregisterzal in dit kader dan ook besproken worden.De eerste werkvergadering had op 14 oktober 2009plaats en op 17 december 2009 werd een eerste analyse vanverplichtingen, voortvloeiend uit de conventie Unesco 70voorgesteld en elk deelaspect zal dan in kleinere werkgroepenuitgewerkt worden.3. La Belgique n'est pas encore dotée d'une loi obligeantles antiquaires à tenir un registre détaillé des vendeursacheteurs.L'adhésion à la convention "Unesco 70" le 31 mars 2009attend de la Belgique qu'elle impose aux antiquaires detenir un registre d'achat et de vente (les modalités sont àdéterminer au niveau national).Le traité est entré en vigueur le 30 juin 2009 (trois moisaprès l'adhésion). Ce traité n'est pas directement applicablemais doit encore être transposé en droit belge.Le 14 janvier 2009, le Comité de Concertation (Communautéset SPF Int. représentants Unesco) a décidé de créerune plate-forme officielle de concertation "importation,exportation et restitution de biens culturels". Cette plateformede concertation, composée de représentants del'autorité fédérale (SPF Politique scientifique, SPF Justice,police fédérale, Affaires étrangères), des Communautés etRégions, servira, sous la présidence alternée des Communautéset de l'autorité fédérale, de plate-forme d'informationet de concertation pour les diverses instancespubliques chargées en Belgique de cette matière.La préparation de la législation de transposition du traitéUnesco 70 constitue une première mission pour cette plateformede concertation. Le problème du registre achat-ventesera donc abordé dans ce cadre.La première réunion de travail a eu lieu le 14 octobre2009 et le 17 décembre 2009, une première analyse dedevoirs découlant de la convention Unesco 70 a été présentéeet chaque aspect sera développé en de petits groupes detravail.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

364 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201012990Vraag nr. 212 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 29 december 2009 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Het verlichten en vereenvoudigen van sommige administratievetaken van de lokale politie. - ministeriëleomzendbrief (SV 39).In opvolging van mijn mondelinge vraag nr. 11171 van13 februari 2009 (Integraal Verslag, Kamer, 2008-2009,commissie voor de Binnenlandse Zaken, 4 maart 2009,CRIV 52 COM 481, blz. 31), had ik graag bijkomende vragengesteld inzake de ministeriële omzendbrief van1 december 2006 over het verlichten en vereenvoudigenvan sommige administratieve taken van de lokale politie.1. Wat zijn de voornaamste verschuivingen in de werklastvoor het optreden inzake gevonden dieren binnen deverschillende politiezones in ons land?2. Welke andere taken die nu door administratieve dienstengebeuren hebben een impact gehad op de werklast vande politiediensten binnen de zones?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 212 van mevrouwde volksvertegenwoordiger Leen Dierick van29 december 2009 (N.):1. De omzendbrief van 1 december 2006 inzake de oneigelijketaken van de politiediensten is één van de maatregelendie werden genomen om de operationeleinzetbaarheid van de politie te verhogen. In dit kader isgebleken dat de hulp inroepen van de politiediensten voorhet vangen en onderbrengen van verwaarloosde of gevaarlijkedieren niet steeds noodzakelijk of gepast was. Depolitiediensten moeten een beroep kunnen doen op gespecialiseerdediensten, omdat deze qua technische uitvoeringterzake en materiaal beter uitgerust zijn (punt. VI.4. M.O.).De richtlijnen in de omzendbrief doen echter niets af aande plicht van de politie om de uitvoerbare handelingen vanbestuurlijke politie, waartoe zij gemachtigd is door de Wetop het Politieambt, te vervullen. Indien de situatie zichvoordoet en met het oog op een grotere efficiëntie, kan eeninterventieploeg dan ook beslissen om verwaarloosde ofgevaarlijke dieren zelf te vangen of om voor de eerste tijdelijkeopvang in te staan (artikel 24 WPA).DO 2009201012990Question n° 212 de madame la députée Leen Dierick du29 décembre 2009 (N.) à la ministre del'Intérieur:Allègement et simplification de certaines tâches administrativesde la police locale. - Circulaire ministérielle.À la suite de ma question orale n° 11171 du 13 février2009 (Compte Rendu Intégral, Chambre, 2008-2009, commissionde l'Intérieur, 4 mars 2009, CRIV 52 COM 481, p.31), je souhaiterais poser des questions complémentairesconcernant la circulaire ministérielle du 1er décembre2006 relative à l'allègement et à la simplification de certainestâches administratives de la police locale.1. Quelles sont, dans les différentes zones de police denotre pays, les principaux glissements de la charge de travailau niveau des interventions en matière d'animaux trouvés?2. Quelles autres tâches, qui sont à présent effectuées parles services administratifs, ont eu une incidence sur lacharge de travail des services de police au sein des zones?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 212 de madame la députée LeenDierick du 29 décembre 2009 (N.):1. La circulaire du 1er décembre 2006 relative aux tâchesimpropres aux services de police est l'une des mesures quiont été prises afin d'accroître la capacité opérationnelle dela police. Dans ce cadre, il s'est avéré que l'aide demandéeaux services de police pour la capture et l'hébergementd'animaux abandonnés ou dangereux n'était pas toujoursnécessaire ou appropriée. Les services de police doiventpouvoir faire appel à des services spécialisés, qui sont à cetégard plus aptes sur le plan technique et matériel (point.VI.4. C.M.).Les directives contenues dans la circulaire n'enlèventtoutefois rien à l'obligation de la police de remplir les actesexécutoires de police administrative pour lesquels elle esthabilitée en vertu de la Loi sur la Fonction de police. Si lasituation se présente et dans un souci d'efficacité accrue,une équipe d'intervention peut dès lors décider de capturerelle-même des animaux abandonnés ou dangereux ou de secharger du premier hébergement temporaire (article 24LFP).K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010365Wat nu de werkelijke impact is op de werklast van depolitiediensten na de inwerkingtreding van de omzendbrief- aangaande dit punt - is moeilijk meetbaar wegens het ontbrekenvan vergelijkbare statistische gegevens. Om hiertoch een zicht op te krijgen werd specifiek de vraag gerichtaan alle politiezones. Dit heeft geleid tot enig uitstel in hetverschaffen van een antwoord aan het geachte lid.Uit de verkregen informatie blijkt dat de zones bij eenoproep voor een loslopend dier, meestal een hond, nogvaak tussenkomen om dit te vangen. Diverse gemeentenhebben evenwel een overeenkomst afgesloten met eenasiel, waar de dieren worden ondergebracht. De politieverwittigt bijgevolg het asiel dat langskomt om het dier opte halen.De administratieve last voor de politiediensten is viadeze werkwijze minimaal. Zeker gezien de meeste asielcentraook kunnen instaan voor het vangen van de dieren,waardoor de taak van de politie zich louter beperkt tot eendoorverwijzing.In het geval van gevaarlijke dieren blijft een tussenkomstvan de politie noodzakelijk, gezien ze ter plaatse moet blijventot de gespecialiseerde ondersteuning aanwezig is.Men mag niet uit het oog verliezen dat buiten de normalewerkuren de politie de enige partij is die permanentbeschikbaar is om op te treden.De kosten voor het vangen van het dier kunnen teruggevorderdworden van de eigenaar indien deze zich aandientof wordt geïdentificeerd via de chiplezer. Bij vaststellingdat het herhaaldelijk om eenzelfde eigenaar gaat, wordt deGAS-wetgeving toegepast.Het innen van een retributie door de lokale politie voorhet vervoer, de bewaring of de bewaking van dieren diebestuurlijk aan de eigenaar zijn onttrokken en de prestatiesten gevolge van het aantreffen van zwerfdieren, zal binnenkorttot de mogelijkheden behoren in uitvoering van hetartikel 90 van de Wet op de geïntegreerde politie.2. Elk lokaal politiekorps staat onder leiding van eenkorpschef, welke verantwoordelijk is voor de uitvoeringvan het lokale politiebeleid. Hij staat in voor de leiding, deorganisatie en de verdeling van de taken binnen het lokalepolitiekorps en de uitvoering van het beheer van dit korps.De omzendbrief van 1 december 2006 levert hiervooraan de korpschefs een duidelijk basiskader, waarop zijkunnen terugvallen om hun operationele personeelsledenzo efficiënt mogelijk in te zetten, zonder hierbij te rakenaan de wettelijke opdrachten en kerntaken van de politieambtenaarof agent van politie.Quant à l'impact réel sur la charge de travail des servicesde police après l'entrée en vigueur de la circulaire - en cequi concerne ce point -, il est difficilement mesurable àdéfaut de statistiques comparables. Pour pouvoir malgrétout s'en faire une idée, la question a été spécifiquementposée à l'ensemble des zones de police, ce qui explique leretard dans la réponse transmise à l'honorable membre.Il ressort des informations obtenues qu'en cas d'appelpour un animal errant, généralement un chien, les zonesinterviennent encore souvent pour le capturer. Plusieurscommunes ont néanmoins conclu une convention avec unrefuge où sont hébergés les animaux. La police prévientpar conséquent le refuge qui se charge de venir chercherl'animal.La charge administrative pour les services de police estainsi minime, a fortiori dans la mesure où la plupart desrefuges peuvent également se charger de la capture des animaux,ce qui limite la tâche de la police à un simple renvoi.Dans le cas d'animaux dangereux, l'intervention de lapolice reste nécessaire étant donné qu'elle doit rester surplace jusqu'à l'arrivée des services spécialisés.Il ne faut pas perdre de vue qu'en dehors des heures detravail normales, la police est la seule à être disponible enpermanence pour intervenir.Les frais de capture de l'animal peuvent être réclamés aupropriétaire si celui-ci se manifeste ou est identifié aumoyen d'un lecteur de carte. Si l'on constate qu'il s'agit souventdu même propriétaire, il sera fait application de lalégislation SAC.La perception d'une rétribution par la police locale pourle transport, la conservation ou la garde d'objets et d'animauxqui sont administrativement soustraits à leur propriétaireet les prestations suite à la découverte d'animauxdivagants, sera prochainement possible en exécution del'article 90 de la Loi sur la police intégrée.2. Chaque corps de police locale est dirigé par un chef decorps qui est responsable de la mise en oeuvre de la policepolicière locale. Il est en charge de la direction, de l'organisationet de la répartition des tâches au sein du corps depolice locale, ainsi que de la mise en oeuvre de la gestionde ce corps.La circulaire du 1er décembre 2006 offre à cet égard auxchefs de corps un canevas précis sur lequel s'appuyer afinde mobiliser le plus efficacement possible les capacités dupersonnel opérationnel, sans toucher aux missions et tâchesprincipales du fonctionnaire de police ou de l'agent depolice, telles que fixées par la loi.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

366 QRVA 52 10029-03-2010Deze doelstelling kan onder meer gerealiseerd wordendoor bepaalde taken - welke als niet-politioneel mogenbeschouwd worden en dan ook niet door een politieambtenaar,een agent van politie of een calogmedewerker uitgevoerdmogen worden - over te laten aan de administratievediensten.Uit de analyse van de antwoorden blijkt dat de zones derichtlijnen hieromtrent als positief ervaren en zo goedmogelijk naleven in de dagelijkse uitvoering, hoewel ersteeds ruimte is voor verbetering.Het is echter onmogelijk om een overzicht te geven vande taken die nu door administratieve diensten gebeuren eneen impact hebben gehad op de werklast van de politiediensten.Dit zou eenvoudigweg neerkomen op het opsommenvan de punten uit de omzendbrief, gelet dat alle zonesde richtlijnen in meer of mindere mate toepassen.Cet objectif peut notamment être atteint en confiant certainestâches - qui peuvent être considérées comme nonpolicières et ne peuvent donc être effectuées par un fonctionnairede police, un agent de police ou un collaborateurCalog - aux services administratifs.Il ressort de l'analyse des réponses que les zones estimentpositives les directives à ce sujet et qu'elles les respectentau mieux dans leur fonctionnement quotidien, bien qu'il yait toujours matière à amélioration sur ce plan.Il est toutefois impossible de fournir un aperçu des tâchesqui sont à présent effectuées par les services administratifset qui ont eu un impact sur la charge de travail des servicesde police. Cela reviendrait tout simplement à énumérer lespoints de la circulaire étant donné que toutes les zonesappliquent les directives dans une plus ou moins grandemesure.DO 2009201012994Vraag nr. 216 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 29 december 2009 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Snelwegen. - Alcohol- en drugscontroles (SV 6).Begin december 2008 verscheen in de pers dat de politiedit jaar bijzonder veel alcoholcontroles aankondigt tijdensde eindejaarsperiode. Bij de voorstelling van de BOB-campagnewas sprake van 180.000 controles, zowel door delokale politie als de federale.1. a) Kan u het aantal controles op onze snelwegen (alcohol-en drugs meedelen)?DO 2009201012994Question n° 216 de madame la députée Leen Dierick du29 décembre 2009 (N.) à la ministre del'Intérieur:Autoroutes. - Contrôles d'alcoolémie et de toxicomanie.Début décembre 2008, la presse a annoncé qu'il y auraitun nombre particulièrement élevé de contrôles d'alcoolémiedurant la période des fêtes de fin d'année. Lors de laprésentation de la campagne "Bob", il a été question de180.000 contrôles, qui seraient effectués tant par les policeslocales que par la police fédérale.1. a) Pouvez-vous communiquer le nombre de contrôles(d'alcoolémie et de toxicomanie) qui ont été effectués lelong de nos autoroutes?b) Indien mogelijk, graag de cijfers per provincie. b) Pouvez-vous donner si possible le détail des chiffrespar province?c) Voor Oost-Vlaanderen graag ook nog per politiezone. c) Et, pour la Flandre-Orientale, le détail par zone depolice?2. a) Wat zijn de resultaten van deze controles? 2. a) Quels sont les résultats de ces contrôles?b) Zijn er evaluaties geweest? b) A-t-on procédé à des évaluations?c) Wat zijn de voornaamste bevindingen en aanbevelingen?c) Quelles en sont les principales conclusions et recommandations?3. Wat is de kostprijs van deze acties? 3. Quel est le coût de ces mesures?4. Is het mogelijk de cijfers van de jongste vijf jaar teverkrijgen?4. Serait-il possible d'obtenir les chiffres pour les cinqdernières années?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010367Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 216 van mevrouwde volksvertegenwoordiger Leen Dierick van29 december 2009 (N.):Het antwoord op deze vraag is het geachte Kamerlidrechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar ligt het ter inzage bij deGriffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienstParlementaire Vragen).Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 216 de madame la députée LeenDierick du 29 décembre 2009 (N.):La réponse à cette question a été transmise directement àl'honorable membre. Étant donné son caractère de puredocumentation, il n'y a pas lieu de l'insérer au bulletin desQuestions et Réponses, mais elle peut être consultée auGreffe de la Chambre des représentants (service des Questionsparlementaires).DO 2009201013054Vraag nr. 225 van de heer volksvertegenwoordigerMichel Doomst van 29 december 2009 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:De crimibarometer (SV 291).Vanaf september 2009 gaat de federale politie op haarwebsite cijfers publiceren per provincie en per arrondissementover de misdaadfenomenen van dat moment. Dit initiatiefwordt de "crimibarometer" genoemd en zou bedoeldzijn om korter op de bal te spelen van de criminaliteit.DO 2009201013054Question n° 225 de monsieur le député Michel Doomstdu 29 décembre 2009 (N.) à la ministre del'Intérieur:Le baromètre de la criminalité.À partir du mois de septembre 2009, la police fédéralepubliera sur son site Internet des chiffres par province etpar arrondissement des phénomènes criminels. Cette initiativea été baptisée "baromètre de la criminalité" et devraitpermettre une réaction plus rapide face à ces phénomènescriminels.1. Kan u dit initiatief nader toelichten? 1. Pouvez-vous fournir des précisions sur cette initiative?2. Worden er concrete doelstellingen gekoppeld aan ditinitiatief?3. Welke actoren zullen betrokken worden bij dit initiaftief?2. Vise-t-on des objectifs concrets?3. Quels acteurs seront associés à cette initiative?4. Welke gegevens zullen juist in kaart worden gebracht? 4. Quelles données exactement seront cartographiées?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 225 van de heervolksvertegenwoordiger Michel Doomst van29 december 2009 (N.):De criminaliteitsbarometer is een instrument dat binnende Directie van de Operationele Politionele Informatie vande federale plitie werd ontwikkeld. Dit op vraag van deverschillende politiediensten om te kunnen beschikkenover recente criminaliteitsgegevens en zo korter op de balte spelen en het gevoerde veiligheidsbeleid sneller aan tepassen.Vanaf mei 2008 werd gestart met de maandelijkse interneverspreiding van de criminaliteitsbarometer naar de politiezonesen diverse diensten op het niveau van de gerechtelijkearrondissementen. Hij bevat informatie uit de ANG(Algemene nationale gegevensbank) aangaande de vastgesteldemisdrijven en criminele fenomenen van het lopendepleegjaar en de vier voorafgaande pleegjaren.Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 225 de monsieur le député MichelDoomst du 29 décembre 2009 (N.):Le baromètre de la criminalité est un outil développé ausein de la Direction de l'information policière opérationnellede la police fédérale. Ceci à la demande de nombreuxservices de police qui veulent disposer des données récentessur la criminalité afin d'adapter leur politique de sécuritéà l'actualité.À partir du mois de mai 2008 on a commencé par la diffusionen interne du baromètre de la criminalité vers leszones de police locales et des divers services au niveau desarrondissements judiciaires. Il reprend les informations dela BND (Banque de données nationale générale) concernantles délits constatés et les phénomènes criminels del'année en cours et des quatre années précédentes.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

368 QRVA 52 10029-03-2010De "officieuze" criminaliteitsbarometer dient als complementbeschouwd te worden van de "officiële" politiële criminaliteitsstatistiekendie jaarlijks worden gepubliceerd.De publicatie van deze statistieken vertoont echter eenzekere vertraging ten opzichte van de beschouwde periode,onder andere omwille van de wachttijd die in acht moetgenomen worden vooraleer de databank af te sluiten.In de criminaliteitsbarometer wordt alle informatiegepresenteerd die op dat ogenblik in de politionele databankbeschikbaar is.Ce baromètre de la criminalité "officieux" doit être considérécomme complément aux statistiques criminelles "officielles"publiées annuellement. La publication de cesstatistiques est en retard par rapport à une période considéréeentre autre parce qu'il y a une période d'attente obligéeà respecter avant de clore la banque de données.Le baromètre de la criminalité reprend toutes les informationsqui sont disponibles dans la banque générale dedonnées à un certain moment.DO 2009201013082Vraag nr. 253 van de heer volksvertegenwoordigerMichel Doomst van 29 december 2009 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:De tijd die politiemensen besteden aan verdwijningen (SV14).Volgens een onderzoek van het Comité P in 2006 zoudende politiemensen te weinig tijd en aandacht besteden aanverdwijningszaken. Naast de grote werklast halen zij ookde beperkte opleiding als reden aan.1. Hoeveel aangiftes van verdwijningen werden dit jaar(2009) gedaan? Graag een overzicht per Gewest.2. Hoeveel procent van de aangiftes betreft een langdurigeverdwijningszaak?3. Hoeveel van deze aangiftes werden binnen de 48 urenopgelost?DO 2009201013082Question n° 253 de monsieur le député Michel Doomstdu 29 décembre 2009 (N.) à la ministre del'Intérieur:Le temps consacré par les policiers aux affaires de disparition.Il ressort d'une enquête du Comité P de 2006 que les policiersne consacrent pas suffisamment de temps et d'attentionaux affaires de disparition. Selon le Comité, cettesituation est imputable à la charge de travail importanteainsi qu'au manque de formation.1. Combien de déclarations de disparition ont été effectuéesdans le courant de cette année (2009)? Pourriez-vousme fournir un aperçu de ces données par Région?2. Quel est le pourcentage des déclarations qui concernentdes affaires de disparition de longue durée?3. Combien de cas de disparition ont été résolus dans les48 heures?4. Hoeveel aangiftes werden niet opgelost? 4. Combien de cas n'ont pas été résolus?5. Hoeveel minderjarigen werden vermist? 5. Combien de mineurs ont été portés disparus?6. Hoeveel minderjarigen werden binnen de 48 urenteruggevonden?7. In hoeveel procent van de gevallen wordt de verdwenenpersoon in het buitenland gezocht?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 253 van de heervolksvertegenwoordiger Michel Doomst van29 december 2009 (N.):Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen deglobale cijfers ANG (Algemene Nationale Gegevensbank)en de specifieke cijfers onrustwekkende verdwijningenbehandeld door de Cel Vermiste Personen.6. Combien de mineurs ont été retrouvés dans les 48 heures?7. Dans quel pourcentage des cas la personne disparueest-elle également recherchée à l'étranger?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 253 de monsieur le député MichelDoomst du 29 décembre 2009 (N.):Il est fait clairement distinction entre les chiffres globauxde la BND (Banque de données nationale générale) et leschiffres spécifiques des disparitions inquiétantes traitéespar la Cellule des Personnes disparues).De cijfers zijn die van 2006. Les chiffres ont rapport à l'année 2006.Een overzicht per Gewest werd vervangen door een overzichtstabelper gerechtelijk arrondissement.Un aperçu par Région a été remplacé par un aperçu pararrondissement judiciaire.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010369De parameters "langdurig" en "binnen de 48 uur opgelost"zijn niet bevraagbaar.1. Globale cijfers 1. Chiffres globauxHet gaat hier om alle mogelijke seiningen van vermistepersonen, zowel onrustwekkende, als andere (recidivisten,weglopers, ontvluchtingen uit homes, en dergelijke).Il n'est pas possible de questionner la banque de donnéessur des paramètres "de longue durée" et "endéans les 48heures".Il s'agit ici de toutes les sortes de signalements de personnesdisparues, tant inquiétantes que les autres (récidiviste,fugueurs, enfuis d'un home, etc.).Totaal aantal aangiftes verdwijningen: 8821 Nombre total de disparitions: 8821- Minderjarigen (18 jaar): 5281 - Mineurs (18 ans): 5281- Meerderjarigen (18 jaar): 2993 - Majeurs (18 ans): 2993- Leeftijd onbekend / aliassen: 547 - Age inconnu / alias: 547- Opgeloste dossiers (*): 8172 - Dossier élucidé (*): 8172- Nog als vermist geseinde personen: 649 - Personnes toujours disparues: 649Arro2. Cijfers onrustwekkende verdwijningen 2. Chiffres des disparitions inquiétantesHet gaat hierbij enkel om de onrustwekkende verdwijningen,zoals bepaald in de ministeriële richtlijn - Col 9/2002, waarvoor de Cel Vermiste Personen gerichte bijstandlevert aan de lokale politiedienst die het onderzoek voert.- Totaal aantal dossiers onrustwekkende verdwijningen:1177(dit komt overeen met 13,34% van het totale aantal aangiftesin de ANG)Aantal – NombreAntwerpen 742Arlon 67Brugge 251Brussel 2 571Charleroi 615Dendermonde 221Dinant 127Eupen 20Gent 760Hasselt 78Huy 44Ieper 64Kortrijk 181Leuven 241Liege 808Marche en Famenne 13Mechelen 57Mons 310Namur 508Neufchateau 45Nivelles 230Oudenaarde 97Tongeren 91Tournai 321Turnhout 173Verviers 122Veurne 64TOTA(A)L 8 821Il s'agit ici uniquement des disparitions inquiétantescomme définies dans la directive ministérielle Col 9/2002,pour lesquelles la Cellule des Personnes disparues vient enrenfort de la police locale chargée de l'enquête.- Total des dossiers de disparitions inquiétantes: 1177(ce qui correspond à 13,34% du total enregistré dans laBND)K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

370 QRVA 52 10029-03-2010- Minderjarigen (18 jaar): 387 - Mineurs (18 ans): 387- Meerderjarigen (18 jaar): 790 - Majeurs (18 ans): 790- Opgeloste dossiers (*): 1118 - Dossiers élucidés (*): 1118- Personen aangetroffen in buitenland: 110 - Personnes retrouvées à l'étranger: 110- Nog als vermist geseinde personen: 59 - Personnes toujours disparues: 59(*) opgeloste dossiers: dit betekent dat de vermiste terugwerd aangetroffen, hetzij levend, hetzij overleden. Ongeveer11% van de dossiers onrustwekkende verdwijningeneindigt met een overleden persoon. De meest voorkomendedoodsoorzaak is nog altijd zelfdoding.(*) dossiers élucidés: cela signifie que le disparu a étéretrouvé, mort ou vivant. Environ 11% des disparitionsinquiétantes se terminent avec la mort de la victime. Lacause du décès la plus répandue est encore toujours le suicide.DO 2009201013603Vraag nr. 330 van de heer volksvertegenwoordigerOlivier Maingain van 06 januari 2010 (Fr.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:DO 2009201013603Question n° 330 de monsieur le député OlivierMaingain du 06 janvier 2010 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:Eerwraak in België. Les crimes d'honneur en Belgique. (QE 298)Uit een onderzoek van de federale politie, dat in februari2009 in de Senaat voorgesteld werd, blijkt dat er in Belgiëde jongste vijf jaar zeventien zogenaamde eremoordengepleegd werden. In ons land zou er om de vier maandenzo'n misdrijf gepleegd worden.Uitgaande van de vaststelling dat dit fenomeen helemaalniet afneemt maar net toeneemt in Europa, heeft de Raadvan Europa, in zijn resolutie 1681 (2009) van 26 juni 2009,aan de lidstaten gevraagd de politieambtenaren die belastzijn met het onderzoek een opleiding "slachtofferbejegening"te geven, en voor de agenten die belast zijn met destrafvervolging een opleiding te organiseren waarin de specificiteitvan dergelijke misdrijven wordt belicht en hunwordt aangeleerd hoe ze zo'n misdrijf kunnen herkennen.Welke maatregelen overweegt u te nemen om die opleidingente organiseren?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 330 van de heervolksvertegenwoordiger Olivier Maingain van06 januari 2010 (Fr.):In september heeft mijn collega van Justitie een werkgroepopgericht bestaande uit vertegenwoordigers van hetInstituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen, het collegevan procureurs-generaal, vertegenwoordigers van Justitieen van Binnenlandse Zaken, alsook uit leden van dedienst voor strafrechtelijk beleid, van de dienst voor strafwetgevingen vertegenwoordigers van de federale politie.Die werkgroep buigt zich in het bijzonder over vragenbetreffende de definiëring van eremisdrijven en de opleidingvan politieambtenaren en van magistraten.Selon une enquête de la police fédérale qui a été présentéeau Sénat en février 2009, dix-sept crimes dits d'honneurauraient été commis au cours des cinq dernièresannées en Belgique. Un tel crime serait commis tous lesquatre mois.Sur la base du constat que ce phénomène, loin de s'atténuer,s'est amplifié en Europe, le Conseil de l'Europe, parla résolution 1681 (2009) adoptée le 26 juin 2009, ademandé aux États membres de former les policiers chargésdes enquêtes à l'accueil des victimes ainsi que lesagents chargés des poursuites pénales à la spécificité de cescrimes et à leur identification.Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour mettreen oeuvre cette formation?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 330 de monsieur le député OlivierMaingain du 06 janvier 2010 (Fr.):En septembre, mon collègue de la Justice a mis en placeun groupe de travail composé de représentants de l'Institutpour l'Égalité des Femmes et des Hommes, du collège desprocureurs généraux, de représentants de la Justice et del'Intérieur ainsi que des membres du service de politiquecriminelle, du service de la législation pénale ainsi que desreprésentants de la police fédérale.Ce groupe a spécifiquement pour objet de se pencher surdes questions concernant la définition des crimes d'honneuret la formation des policiers et des magistrats.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010371Momenteel bestaat er geen specifieke opleiding inzakeeremisdrijven, maar zowel in de basisopleidingen, devoortgezette opleidingen en de functionele opleidingenkomt deze problematiek onder meer aan bod in opleidingenomtrent intra-familiaal geweld, slachtofferbejegeningen seksuele verminkingen. In het bijzonder legt men op dieverschillende vormen tegen geweld de nadruk tijdens defunctionele opleiding van wijkagent en politieassistent.Bij de voorbereiding van die verschillende opleidingenwerkt de directie van de opleiding van de federale politieonder meer samen met het Centrum voor Gelijkheid vanKansen en Racismebestrijding, Vreemdelingenzaken, leGroupement d'hommes et de femmes africains et européenspour l'Abolition des Mutilations Sexuelles féminines(GAMS) en Amnesty International.À l'heure actuelle, il n'existe pas de formation ayant spécifiquementtrait aux crimes d'honneur. Cet item faitcependant l'objet des formations de base et des formationscontinuées et fonctionnelles et ce, notamment au traversdes formations fonctionnelles concernant la violence intrafamiliale,l'accompagnement des victimes et les atteintessexuelles. On met tout particulièrement l'accent sur ces différentesformes de violence pendant la formation fonctionnelled'agent de quartier et d'assistant de police.Lors de la préparation de ces différentes formations, ladirection de la formation de la police fédérale collaboreentre autre avec le Centre pour l'Ègalité des Chances et laLutte contre le Racisme, les Affaires étrangères, le Groupementd'hommes et de femmes africains et européenspour l'Abolition des Mutilations Sexuelles féminines(GAMS) et Amnesty International.DO 2009201013834Vraag nr. 354 van de heer volksvertegenwoordigerGeorges Gilkinet van 11 januari 2010 (Fr.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Controle van de rekeningen van parastatalen.1. Kan u voor alle economische overheidsbedrijven,naamloze vennootschappen, parastatalen en andere instellingendie onder uw departement ressorteren en waarvooreen revisor de rekeningen nakijkt, meedelen of de revisoropmerkingen heeft geformuleerd met betrekking tot derekeningen voor 2006, 2007 en 2008?2. Om wat voor opmerkingen ging het in voorkomendgeval, en op welke manier werd er met die opmerkingenrekening gehouden?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 354 van de heervolksvertegenwoordiger Georges Gilkinet van11 januari 2010 (Fr.):1. De jaarrekeningen van de publiekrechtelijke nvASTRID die onder mijn departement ressorteert, werden,voor de boekjaren 2006, 2007 en 2008, door het bevoegdeCollege van Commissarissen gecertificeerd zonder reserves.Vraag 2 is dus niet van toepassing.DO 2009201013834Question n° 354 de monsieur le député GeorgesGilkinet du 11 janvier 2010 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:Révision des comptes des entreprises parastatales.1. Pourriez-vous communiquer pour les entreprisespubliques économiques, les sociétés anonymes, parastataleset autres organismes qui relèvent de votre compétenceet pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, sile réviseur a émis des remarques sur les comptes de l'année2006, 2007 et 2008?2. Si oui, dans quel sens et quelles suites ont été donnéesà ces remarques?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 354 de monsieur le députéGeorges Gilkinet du 11 janvier 2010 (Fr.):1. Les comptes annuels de la SA de droit public ASTRIDqui relève de ma compétence, pour les exercices comptables2006, 2007 et 2008, ont été certifiés sans réserve par leCollège des Commissaires compétent.La question 2 n'est donc pas d'application.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

372 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014134Vraag nr. 387 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 14 januari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Stijging van het aantal winkeldiefstallen.Een persbericht had het over een oud zeer: steeds minderwinkeliers geven winkeldiefstallen aan. Nochtans bestaatsinds jaar en dag de mogelijkheid om winkeldiefstallenonline aan te geven. Volgens een onderzoek van een winkelorganisatiezouden nog slechts vier op tien winkeliershun winkeldiefstal aangeven. Eén op drie winkeliers, diehet slachtoffer werden van diefstal, zegt minder dan 500euro te verliezen, maar één op drie hebben het over bedragentussen 1.000 en 5.000 euro. Voor 6% loopt het verlieszelfs op tot meer dan 10.000 euro. De winkelorganisatieroept haar leden op om vooralsnog aangifte te doen vanélke diefstal, omdat alleen daardoor winkeldiefstallen opde prioriteitenlijsten kunnen komen.1. Hoeveel winkeldiefstallen werden er de jongste vijfjaar (indien mogelijk tussen 2000 en nu) jaarlijks, geregistreerd?2. Hoeveel winkeldiefstallen werden er tussen hetbestaan van police-on-web en nu jaarlijks geregistreerd?3. Heeft het bestaan van deze online-aangifte van de winkeldiefstalenig positief effect geressorteerd?4. In diverse winkelstraten werden ondertussen camera'saangebracht.DO 2009201014134Question n° 387 de monsieur le député Peter Logghe du14 janvier 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Augmentation du nombre de vols à l'étalage.Un article de presse a évoqué récemment un fléau quisévit depuis longtemps. Je veux parler du fait que de moinsen moins de commerçants se rendent à la police pour ydéclarer un vol à l'étalage. Pourtant, ils ont depuis longtempsla possibilité de faire une telle déclaration en ligne.Selon une enquête réalisée par une organisation de commerçants,quatre commerçants sur dix seulement déclareraientencore de tels larcins. Un commerçant victime d'unvol sur trois dit avoir subi de ce fait un manque à gagner demoins de 500 euros mais un commerçant sur trois évoquedes montants compris entre 1.000 et 5.000 euros. Pour 6%d'entre eux, la perte s'élève même à plus de 10.000 euros.L'organisation de commerçants appelle ses adhérants àdéclarer chaque vol à l'étalage parce que c'est le seulmoyen d'obtenir que les vols à l'étalage figurent sur la listedes priorités.1. Combien de vols à l'étalage ont-ils été recensésannuellement au cours des cinq dernières années (dans lamesure du possible de l'année 2000 à aujourd'hui)?2. Combien de vols à l'étalage ont-ils été recensésannuellement entre l'instauration de police-on-web etaujourd'hui?3. L'existence de cette possibilité de déclarer en ligne lesvols à l'étalage a-t-elle eu un effet positif quelconque?4. Des caméras de surveillance sont aujourd'hui installéesdans de nombreuses rues commerçantes.a) Heeft men enig zicht hoeveel? a) A-t-on une idée de leur nombre?b) Heeft men bepaald cijfermateriaal waaruit het effectvan deze camerabewaking volgt?c) Heeft men cijfermateriaal betreffende ophelderinggraadmet en zonder camera's?5. a) Idem, maar dan voor wat betreft de aanwezigheidvan politiemensen op straat?b) Heeft men zicht op het cijfermatig gemeten effecthiervan en effect op de ophelderinggraad?b) Dispose-t-on de données chiffrées spécifiques attestantles effets de cette vidéosurveillance?c) Dispose-t-on de données chiffrées relatives au tauxd'élucidation avec et sans caméras de surveillance?5. a) Idem mais en ce qui concerne la présence de policiersen rue?b) Sait-on comment se traduit en chiffres l'effet de cetteprésence policière, notamment sur le taux d'élucidation?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010373Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 387 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 14 januari2010 (N.):1. Onderstaande tabellen bevatten het aantal geregistreerdefeiten inzake winkeldiefstal, op nationaal niveau,voor de pleegjaren 2000-2008 en het eerste semester van2009. Cijfers voor het tweede semester zijn vooralsnog nietbeschikbaar. De bron is de nationale politiedatabank(ANG).Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 387 de monsieur le député PeterLogghe du 14 janvier 2010 (N.):1. Les tableaux ci-dessous concernent le nombre de faitsenregistrés de vol à l'étalage, au niveau national, pour lesannées 2000-2008 et le premier semestre de 2009. Deschiffres pour le deuxième semestre ne sont pas encore disponibles.La source est la banque de données nationale dela police (BNG).Jaar–AnnéeAantal feiten–Nombre de faits2000 15 4752001 14 6602002 14 7322003 16 4042004 17 1552005 18 3322006 18 5262007 18 3912008 19 710Semester–Semestre20091 10 4272.-3. 2.-3.Onderstaande tabel bevat het aantal winkeldiefstallenaangegeven via police-on-web, sinds juni 2007 (datumwaarop het systeem nationaal actief werd):Le tableau ci-dessous contient le nombre de faits de vol àl'étalage déclaré via police-on-web, depuis juin 2007 (dateà laquelle le système est devenu actif au niveau national):2007 2008 200968 76 130De vergelijking tussen de cijfers in de twee tabellen hierboventoont aan dat een winkeldiefstal zelden wordt aangegevenvia police-on-web.4. a) Mijn diensten beschikken niet over gegevens betreffendehet aantal camera's aangebracht in de winkelstraten.La comparaison entre les chiffres repris dans les deuxtableaux ci-dessus démontre qu'un vol à l'étalage est rarementdéclaré via police-on-web.4. a) Mes services ne disposent pas de données chiffréesconcernant le nombre de caméras installées dans les ruescommerçantes.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

374 QRVA 52 10029-03-2010Sinds de inwerkingtreding van de wet van 21 maart 2007tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's,moeten de systemen voor cameratoezichtworden aangegeven door middel van thematische aangiftes,die specifiek zijn voor camerabewaking. Deze aangiftesgebeuren evenwel per plaats waarop het operationeelsysteem (gedefinieerd als "het bewakingssysteem waarbijéén of meerdere camera's in een gesloten circuit verbondenzijn met één of meerder meldkamers") betrekking heeft.Wat de winkelstraten betreft, gaat het om niet-beslotenplaatsen, waarvoor de verantwoordelijke voor de verwerkingmeestal de gemeente is. Voor dit soort van plaatsenbevat de aangifte de naam van de gemeente, evenals deopsomming van de straten en/of plaatsen waarover hetoperationeel systeem zich uitstrekt, maar niet het aantalaangebrachte camera's. Ik kan uw vraag dus niet beantwoordenop basis van de aangiftes (die overigens wordengepubliceerd in het openbaar register dat wordt bijgehoudendoor de Commissie voor de Bescherming van de PersoonlijkeLevenssfeer).b) In België opteren meer en meer steden en gemeentenvoor het gebruik van cameratoezicht in de openbareruimte.In tegenstelling tot andere landen zoals het VerenigdKoningrijk of Frankrijk, beschikken wij in België nog nietover een diepgaand onderzoek over stedelijk cameratoezicht.Uitgaande van deze vaststelling heeft mijn administratiebeslist om, in samenwerking met de Universiteit Notre-Dame de la Paix van Namen, een wetenschappelijk onderzoekuit te voeren om op kwalitatieve wijze het cameratoezicht,ontwikkeld door de lokale overheden in de openbareruimtes, te analyseren. Deze studie, die in september 2010afgelopen zou moeten zijn, zal ons een overzicht geven vande situatie van het cameratoezicht in de openbare ruimtesin de Belgische gemeenten.5. Voor wat vraag 5 betreft, zijn er geen gegevens voorhandenop het centrale niveau.Depuis l'entrée en vigueur de la loi du 21 mars 2007réglant l'installation et l'utilisation de caméras de surveillance,les systèmes de vidéosurveillance doivent bienêtre déclarés au moyen de déclarations thématiques spécifiquesà la surveillance par caméra. Toutefois, ces déclarationsse font par lieu concerné par le même systèmeopérationnel (défini comme étant "le système de surveillancepar lequel une ou plusieurs caméras en circuitfermé sont reliées à un ou plusieurs postes centraux").En ce qui concerne les rues commerçantes, il s'agit delieux ouverts, pour lesquels le responsable du traitementest la plupart du temps la commune. Pour ce type de lieux,la déclaration contient le nom de la commune ainsi quel'énumération des rues et/ou des places sur lesquelless'étend le système opérationnel, mais non le nombre decaméras installées. Je ne peux donc pas répondre à votrequestion sur la base des déclarations (qui sont par ailleurspubliées dans le registre public tenu par la Commission dela protection de la vie privée).b) En Belgique, de plus en plus de villes et communesoptent pour l'utilisation de la vidéosurveillance dansl'espace public.Contrairement à d'autres pays comme le Royaume-Uniou la France, en Belgique, nous ne disposons pas encored'une étude poussée portant sur la vidéosurveillanceurbaine.Partant de ce constat, mon administration a décidé de réaliser,en collaboration avec l'Université Notre-Dame de laPaix de Namur, une recherche scientifique afin d'analyserde manière qualitative la vidéosurveillance développée parles autorités locales dans les espaces publics. Cette étudequi devrait s'achever en septembre 2010, nous donnera unaperçu de la situation de la vidéosurveillance dans les espacespublics dans les communes belges.5. Pour ce qui concerne la question 5, il n'y a pas de donnéesdisponibles au niveau central.DO 2009201014387Vraag nr. 425 van mevrouw de volksvertegenwoordigerJacqueline Galant van 19 januari 2010 (Fr.) aande minister van Binnenlandse Zaken:DO 2009201014387Question n° 425 de madame la députée JacquelineGalant du 19 janvier 2010 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:Vrijstelling van ondertekening. (MV 17307) La dispense de signature. (QO 17307)De zoon van een bejaarde dame, die met heel wat administratieveproblemen werd geconfronteerd als gevolg vande vrijstelling van ondertekening van zijn moeder, legdemij onlangs zijn probleem voor.J'ai dernièrement été contactée par le fils d'une dameâgée qui avait rencontré pas mal de soucis administratifssuite à la dispense de signature de sa mère.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010375Gelet op de vergevorderde leeftijd van de dame had dearts enkele jaren geleden voor haar een vrijstelling vanondertekening aangevraagd. Onlangs ontving ze een circulairecheque voor een uitkering van een aanzienlijk bedrag,maar omdat ze geen volmacht kan ondertekenen voor haarzoon, kan de cheque niet geïnd worden.Voici quelques années, vu son grand âge, le médecinavait demandé à ce que cette dame soit dispensée de signature.Mais dernièrement, elle a reçu une allocation importantevia chèque circulaire. Mais étant donné qu'elle nepeut plus signer une procuration pour son fils, il est impossiblede le toucher.1. Hoe kan een dergelijke situatie worden opgelost? 1. Quelle solution est envisageable dans un cas commecelui-là?2. Kan men de klok niet terugdraaien wanneer een artseen vrijstelling van ondertekening heeft aangevraagd? Ikveronderstel dat het niet om een alleenstaand geval gaat.3. Welke regel geldt er voor de vrijstelling van de ondertekening?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 425 van mevrouwde volksvertegenwoordiger Jacqueline Galant van19 januari 2010 (Fr.):Naar mijn weten bestaat er geen specifieke wetgeving diede vrijstelling van ondertekening regelt.De door u geuite bezorgdheid is overigens van algemeneaard en kan betrekking hebben op alle sectoren van demaatschappij.In de eerste plaats moet de persoon die niet kan tekenen,of zijn/haar naasten een medisch attest laten opmakenwaaruit blijkt dat die persoon door zijn/haar hoge leeftijdof wegens ziekte of handicap, zijn/haar handtekening nietzelf kan plaatsen op het document dat ondertekend moetworden.Met dergelijk attest kan die persoon door de vrederechterof door een notaris een akte van bekendheid laten afleverenwaaruit blijkt dat hij/zij onmogelijk een handtekening kanplaatsen en waarbij hij/zij gemachtigd wordt om dienovereenkomstigeen verwante of één van zijn/haar naasten devolmacht te geven de handtekeningformaliteit te vervullenin zijn/haar plaats.Indien de betrokken persoon later opnieuw in staat is omde documenten waarop een handtekening geplaatst moetworden, te ondertekenen, moet hij/zij dat aantonen met eenmedisch attest en op basis van dat attest een nieuwe aktevan bekendheid laten afleveren die dat bewijst.2. Existe-t-il une possibilité de revenir en arrière aprèsqu'un médecin ait demandé une dispense de signature?J'imagine que ce cas n'est pas isolé.3. Quelle est la règle en matière de dispense de signature?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 425 de madame la députéeJacqueline Galant du 19 janvier 2010 (Fr.):Il n'existe pas à ma connaissance de législation spécifiqueréglant la dispense de signature.La préoccupation que vous exprimez est du reste généraleet peut concerner l'ensemble des secteurs de la vie ensociété.Il appartient en tout premier lieu à la personne incapablede signer ou à ses proches de faire établir par un certificatmédical que ladite personne est en raison de son grand âgeou par suite de maladie ou d'infirmité, incapable d'apposerelle-même sa signature sur le document qu'elle est invitée àrevêtir de sa signature.Munie d'un tel certificat, elle sera en mesure de se fairedélivrer par le juge de paix ou par un notaire, un acte denotoriété établissant cette impossibilité dans laquelle ellese trouve et l'autorisant en conséquence à mandater unparent ou un de ses proches pour accomplir la formalité designature en ses lieu et place.Si la personne concernée recouvre la capacité de signerelle-même les documents qu'elle est invitée à revêtir de sasignature, il lui appartient de le faire établir par un certificatmédical et, sur présentation de ce certificat, de se fairedélivrer un nouvel acte de notoriété qui l'attestera.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

376 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014476Vraag nr. 444 van mevrouw de volksvertegenwoordigerLeen Dierick van 21 januari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Leeftijdscategorieën bij slachtoffers van criminaliteit.Elke dag wordt één Antwerpse bejaarde het slachtoffervan een gewelddadige overval. De politie registreerde indrie maanden 96 gewelddiefstallen op 65-plussers, 21 minderdan vorig jaar. Al zijn er misschien minder feiten danvorig jaar, uit de politiecijfers blijkt dat het geweld op seniorensteeds erger en agressiever wordt.1. a) Hoeveel 65-plussers werden slachtoffer van criminaliteitvolgens de criminaliteitsstatistieken? Graag de cijfersvan de afgelopen vijf jaar.b) Kan u een opsplitsing geven van de aard van de criminaliteit?2. a) Hoeveel -25-jarigen werden slachtoffer van criminaliteitvolgens de criminaliteitsstatistieken? Graag de cijfersvan de afgelopen vijf jaar.b) Kan u een opsplitsing geven van de aard van de criminaliteit?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 444 van mevrouwde volksvertegenwoordiger Leen Dierick van21 januari 2010 (N.):Ik maak u als bijlage de volgende antwoordelementenover:Tabel 1: het aantal in de ANG geregistreerde slachtoffersvan 65 jaar of ouder voor de periode 2005-2008.DO 2009201014476Question n° 444 de madame la députée Leen Dierick du21 janvier 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Victimes de la criminalité. - Catégories d'âge.Chaque jour, un senior anversois est victime d'une agressionviolente. Au cours d'une période de trois mois, lapolice a enregistré 96 vols avec violence commis sur despersonnes de plus de 65 ans, soit 21 de moins que l'annéeprécédente. Si l'on a constaté moins de faits que l'an dernier,il ressort des statistiques de la police que la violencesur les personnes âgées devient de plus en plus brutale etagressive.1. a) Combien de personnes de plus de 65 ans ont-ellesété victimes de la criminalité selon les statistiques criminelles?Je souhaiterais obtenir les chiffres pour les cinqdernières années.b) Pouvez-vous fournir une répartition en fonction de lanature des actes criminels?2. a) Combien de personnes de moins de 25 ans ont-ellesété victimes de la criminalité selon les statistiques criminelles?Je souhaiterais obtenir les chiffres pour les cinqdernières années.b) Pouvez-vous fournir une répartition en fonction de lanature des actes criminels?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 444 de madame la députée LeenDierick du 21 janvier 2010 (N.):Vous trouverez, en annexe, les éléments de réponse suivants:Tableau 1: le nombre de victimes de 65 ans ou plus enregistrédans la BNG pour la période 2005-2008.65+Categorie – Catégorie 2005 2006 2007 2008Gewone diefstal – Vol simple 4 397 4 350 4 451 4 379Zware diefstal – Vol qualifié 2 783 3 246 3 013 3 092Opzettelijke vernielingen – Destructions volontaires 1 093 1 248 1 351 1 366Opzettelijke slagen en verwondingen –Coups et blessures volontaires265 280 316 355Informatica / bedrog – Informatique / fraude 1 62 325 326Totaal top 5 – Total top 5: 8 539 9 186 9 456 9 518Restcategorieën – Autres categories 1 664 1 522 1 486 1 414Totaal – Total: 10 203 10 708 10 942 10 932K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010377Deze gegevens worden vervolgens weergegeven volgensde top vijf van de meest geregistreerde misdrijfcategorieën.Tabel 2: het aantal in de ANG geregistreerde slachtoffersvan 25 jaar of jonger voor de periode 2005-2008.Ces données sont représentées selon le top cinq des catégoriesles plus enregistrées.Tableau 2: le nombre de victimes de 25 ou moins de 25ans enregistré dans la BNG pour la période 2005-2008.25-Categorie – Catégorie 2005 2006 2007 2008Gewone diefstal – Vol simple 9 371 9 007 9 208 8 698Opzettelijke slagen en verwondingen –Coups et blessures volontaires4 274 5 280 5 991 6 369Zware diefstal – Vol qualifié 4 134 4 305 4 133 3 792Opzettelijke vernielingen – Destructions volontaires 1 445 1 624 1 537 1 394Aanranding van de eerbaarheid – Attentat à la pudeur 804 893 1 002 898Totaal top 5 – Total top 5: 20 028 21 109 21 871 21 151Restcategorieën – Autres categories 7 706 8 690 8 628 7 585Totaal – Total: 27 734 29 799 30 499 28 736Deze gegevens worden vervolgens weergegeven volgensde top vijf van de meest geregistreerde misdrijfcategorieën.Ces données sont représentées selon le top cinq des catégoriesles plus enregistrées.DO 2009201014628Vraag nr. 461 van de heer volksvertegenwoordigerPhilippe Blanchart van 29 januari 2010 (Fr.) aande minister van Binnenlandse Zaken:Ministeriële omzendbrief PLP 46 betreffende de onderrichtingenvoor het opstellen van de politiebegroting voor2010.Uit de ministeriële omzendbrief PLP 46 (Belgisch Staatsbladvan 21 augustus 2009) betreffende de onderrichtingenvoor het opstellen van de politiebegroting voor 2010 blijktdat de federale overheid haar investeringen in de politiedienstenwil terugschroeven. Het totaal van de federale toelagenis immers lager dan in 2009.In de omzendbrief wordt een en ander als volgt gerechtvaardigd:"De berekening van de bedragen gebeurt door tevertrekken van het laatste integraal gecorrigeerde jaar,2008. Daaraan werden voorziene stijgingscoëfficiëntenvan 1,1% voor de stijging van 2008 naar 2009 en 0% voorde stijging van 2009 naar 2010 toegevoegd. De toegekendebedragen van de basisdotatie (...) zullen dus lager uitvallendan deze voorzien in 2009."DO 2009201014628Question n° 461 de monsieur le député PhilippeBlanchart du 29 janvier 2010 (Fr.) à la ministrede l'Intérieur:La PLP 46 portant les directives pour l'établissement dubudget de police 2010.Par la circulaire ministérielle PLP 46 (Moniteur belge du21 août 2009) portant les directives pour l'établissement dubudget de police 2010, il apparaît que l'État fédéral désinvestitdans sa police. En effet, les subventions fédéralescumulées sont en baisse par rapport à 2009.La justification donnée par la PLP 46 est que: "Le calculdes montants s'effectue en partant de la dernière annéeintégralement corrigée, 2008 en l'occurrence. Aux montantsde la subvention fédérale 2008 ont été appliqués lescoefficients d'augmentation de 1,1% qui représente l'évolutionréelle de l'indice santé de 2008 à 2009 et de 0% qui estl'évolution estimée de l'indice santé entre 2009 et 2010.Les montants de la dotation de base (...) seront donc inférieursà ceux prévus en 2009."K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

378 QRVA 52 10029-03-2010Bij die rechtvaardiging wordt echter geen rekeninggehouden met het sectoraal akkoord van 19 september2008, in het kader waarvan de volgende voordelen werdentoegekend:A) een verhoging van de eindejaarstoelage: concreetbetekent dit dat het forfaitaire gedeelte met een bedrag van332,42 euro werd verhoogd tot 650 euro voor alle personeelsleden,zonder onderscheid van personeelscategorie;B) een verhoging van het vakantiegeld tot 92% van demaandwedde, als volgt gespreid in de tijd:- 92% voor de agenten in 2009 en 65% voor de overigepersoneelsleden;- 92% voor het basiskader in 2010 (INP), wat neerkomtop een begrotingstoeslag van 47.603,03 euro;- 92% voor het middenkader en het officierskader in2011 (HINP en commissarissen).Daarnaast werd er onlangs nog een nieuwe wijziging aande eindejaarstoelage aangebracht, ten belope van zevenprocent van de maandwedde van oktober, met een minimumvan 150 euro en een maximum van 300 euro.Al die maatregelen zijn evenwel van structurele aard enhangen niet van de gezondheidsindex af; het gaat dan ookniet op dat men zich uitsluitend op een eventuele dalingvan de gezondheidsindex beroept om de investeringenterug te schroeven.De federale overheid heeft haar financiering beperkt toteen eenmalige toelage die eind 2008 werd toegekend.Daardoor wordt de integrale last op de steden en degemeenten afgeschoven, die zelfs niet eens werden uitgenodigdom aan de sectorale onderhandelingen deel tenemen.1. Door haar aandeel in de financiering van de politiezonesvoor 2010 te verminderen, gaat de federale overheid integen de geest van de mammoetwet, die ervoor zorgde datde ex-rijkswachters na de hervorming geen cent zoudenkosten aan de steden en de gemeenten. De ministeriëleomzendbrief PLP 46 eerbiedigt dat principe niet. Het aandeelvan het voormalige rijkswachtpersoneel in die voordelenwordt immers niet door federale toelagen verzekerd.Kan u een en ander toelichten?2. Door de ministeriële omzendbrief PLP 46 wordt definancieringslast van sectorale akkoorden waaraan delokale besturen geen deel hebben volledig overgedragen,wat moeilijk te rijmen valt met de omzendbrief van deWaalse minister van Binnenlandse Aangelegenhedenwaarin een status quo van de gemeentelijke dotaties wordtaanbevolen.Hoe verklaart u de feitelijke tegenstrijdigheid tussen dietwee omzendbrieven?Cependant, cette justification ne tient pas compte del'accord sectoriel du 19 septembre 2008 qui accordait:A) une augmentation de l'allocation de fin d'année dont lapart forfaitaire, porté à 650 euros, représentait un coût supplémentairede 332,42 euros par membre du personnel,sans aucune distinction de catégorie;B) une augmentation du pécule de vacances à 92% dusalaire mensuel, répartie dans le temps, comme suit:- 92% pour les agents en 2009 et 65% pour les autresmembres du personnel;- 92% pour le cadre de base en 2010 (INP), soit un supplémentbudgétaire de 47.603,03 euros;- 92% pour le cadre moyen et d'officiers en 2011 (INPPet Commissaires).À quoi il y a encore lieu d'ajouter une nouvelle et touterécente adaptation de la prime de fin d'année, calculée àraison de 7% du traitement d'octobre avec un minimum de150 euros et un maximum de 300 euros.Or, ces mesures sont structurelles et non dépendantes del'indice santé: se retrancher uniquement sur la baisse éventuellede celui-ci pour se désengager est donc erroné.L'État fédéral a limité son intervention à une subventionunique, reçue fin 2008 et reporte ainsi la totalité de lacharge sur les villes et communes, lesquelles n'ont mêmepas été invitées à ces négociations sectorielles.1. En diminuant sa participation 2010 dans le financementdes zones de police, l'État fédéral se met en porte àfaux vis-à-vis de l'esprit de la loi "mammouth" qui assuraitque les ex-gendarmes ne devaient rien coûter aux villes etcommunes après la réforme. En effet, la PLP 46 ne respectepas ce principe. La part des ex-gendarmes dans cesavantages n'est pas assurée par les subventions fédérales.Pouvez-vous me donner des indications à ce sujet?2. En reportant la totalité de la charge du financementd'accords sectoriels auxquels les pouvoirs locaux ne participentpas, la PLP 46 met ceux-ci en porte à faux vis-à-visde la circulaire du ministre wallon des Affaires intérieuresqui recommande le statu quo des dotations communales.Comment expliquez-vous cette contradiction, de facto,entre ces deux circulaires?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010379Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 461 van de heervolksvertegenwoordiger Philippe Blanchart van29 januari 2010 (Fr.):1. Volgens de bewoordingen van het artikel 40 van deWGP, komt de federale toelage, toegekend aan de politiezones,overeen met het aandeel van de federale overheid inde financiering van de uitvoering door de lokale politie vande basispolitiezorg en van de algemene of specifiekeopdrachten van federale aard binnen de betrokken zone.Deze subsidie heeft niet ten doel de personeelskosten tedekken, noch te evolueren naar een automatische koppelingaan de schommelingen ervan.Het is precies om deze reden dat er eind 2008 een bijkomendetoelage werd toegekend, specifiek om de politiezonestoe te laten het hoofd te bieden aan de wijzigingen diezich in 2008 en 2009 voordeden in het geldelijk statuut(drievoudige indexatie, verhoging van de eindejaarspremieen van het vakantiegeld). Dit werd mogelijk gemaakt dankzijde financiële reserve, opgebouwd binnen het FederaalSolidariteitsfonds voor de lokale politie, waarvan het saldointegraal werd aangewend.De federale regering heeft bovendien beslist om het deelvan het bedrag van de federale basisdotatie 2009, berekendop basis van een raming van de evolutie van de gezondheidsindex,die achteraf te hoog is gebleken, niet te recupereren,aangezien de gezondheidsindex in werkelijkheidduidelijk minder gestegen is in 2009. Een totaalbedrag vanongeveer dertien miljoen, dat teveel werd toegekend, zalvoor de politiezones worden behouden en zou moeten helpenhun budgettaire verplichtingen na te leven.2. Overeenkomstig artikel 40 van de WGP, valt hetbegrotingsverschil ten laste van de gemeenten die deel uitmakenvan de meergemeentezone, indien de politiezone,ondanks de federale dotatie, niet over voldoende middelenbeschikt om de uitgaven te dekken die voortvloeien uit deuitvoering van haar taken.Een begrotingsonderrichting van het Waals Gewest isniet van die aard om de gemeente toe te laten zich te onttrekkenaan de verplichtingen die haar wettelijk zijn opgelegdinzake financiering van de lokale politie.Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 461 de monsieur le députéPhilippe Blanchart du 29 janvier 2010 (Fr.):1. Aux termes de l'article 40 de la LPI, la subventionfédérale accordée aux zones de police représente la partdes autorités fédérales dans le financement de l'accomplissementpar la police locale des missions de police de baseet des missions à caractère fédérale, générales ou spécifiquesau sein de la zone concernée.Cette subvention n'a donc pas pour but de couvrir lesfrais de personnel et donc pour vocation d'évoluer dans unerelation automatique en fonction des fluctuations de ceuxci.C'est précisément pour cette raison qu'à la fin de l'année2008, une allocation complémentaire a été spécifiquementattribuée pour permettre aux zones de police de faire faceaux modifications du statut pécuniaire intervenues en 2008et prévues en 2009 (triple indexation, augmentation de laprime de fin d'année et du pécule de vacances). Ceci a étérendu possible par la réserve financière constituée au seindu Fonds de Solidarité fédérale pour la police locale, dontle solde a été intégralement consacré à cette finalité.Le gouvernement fédéral a par ailleurs décidé de ne pasrécupérer la partie du montant de la dotation fédérale debase 2009 qui a été calculée au départ d'une prévision d'uneévolution de l'indice-santé qui s'est avérée trop généreuse,l'indice-santé ayant en réalité nettement moins progresséen 2009. Un montant total de plus ou moins treize millionsqui a été attribué en trop demeurera acquis aux zones depolice et devrait contribuer à les aider à assumer leurs obligationsbudgétaires.2. Conformément à l'article 40 de la LPI, la couverturede la différence de budget est à charge des communes quifont partie de la zone pluricommunale lorsque la zone depolice ne dispose pas de ressources suffisantes, en sus de ladotation fédérale, pour couvrir les dépenses résultant del'accomplissement de sa mission.Une directive budgétaire de la Région wallonne n'est pasde nature à autoriser les communes à se soustraire aux obligationsqui leur incombent légalement en matière de financementde la police locale.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

380 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201014703Vraag nr. 474 van de heer volksvertegenwoordiger JefVan den Bergh van 05 februari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Gegevens BOB-campagne en andere alcoholcontroles.De doelstellingen voor de BOB-campagne 2009-2010waren bijzonder ambitieus. Men streefde ernaar tot180.000 alcoholcontroles te komen. De politiedienstenleverden uitstekend werk en deden nog beter: in totaal werdentussen 27 november 2009 en 11 januari 2010 meer dan210.000 bestuurders gecontroleerd! Men spreekt van demeest succesvolle BOB-campagne ooit. De inzet om hetaantal controles te verhogen is bijzonder positief.Het verhogen van de objectieve en subjectieve pakkansheeft immers een sterk ontradend effect. En inderdaad,slechts 3,7% van alle geteste bestuurders bleek positief. Ditis het laagste percentage sinds het begin van de BOB-campagnesin 1995. In 2009 had bijvoorbeeld nog 4,8% te veelgedronken.Vraag is alleen of deze vermindering het gevolg is vanhet ontradend effect ten gevolge van het succes van deBOB-campagne of eerder, zoals soms gesuggereerd wordt,van het controleren op gemakkelijke maar zinloze tijdstippenen plaatsen om zo het streefcijfer inzake het aantalcontroles te bereiken. Om hier een beter zicht op te krijgenzou het interessant zijn om meer gedetailleerde cijfers tebekomen over de uren en plaatsen van de controleacties.Er werd bovendien aangekondigd dat er het komendejaar voor het eerst ook systematisch op alcohol gecontroleerdzal worden bij routinecontroles. Dit vanuit het oogpuntdat BOB alle dagen van het jaar nodig is en dus nietalleen tijdens de eindejaarsperiode.1. Kan u een overzicht geven van het totaal aantal controlestijdens de BOB-campagne opgesplitst naar tijdstip, dagvan de week en plaats en dit voor de campagnes 2008-2009en 2009-2010?2. Kan u een overzicht geven van de resultaten van decampagne - hoeveel bestuurders bliezen tussen 0 en 0,2mg/l, hoeveel tussen 0,2 en 0,5 mg/l, hoeveel tussen 0,5 en1,0 mg/l, hoeveel tussen 1,0 en 2,0 mg/l en hoeveel meerdan 2,0 mg/l en dit opgesplitst naar leeftijdsgroep engeslacht?3. a) Hoeveel routinecontroles worden er uitgevoerd perjaar?DO 2009201014703Question n° 474 de monsieur le député JefVan den Bergh du 05 février 2010 (N.) à laministre de l'Intérieur:Données sur la campagne BOB et autres contrôles d'alcoolémie.Les objectifs de la campagne BOB 2009-2010 étaientparticulièrement ambitieux. Le but était de procéder à180.000 contrôles d'alcoolémie. Les services de police ontfourni un excellent travail et ont même dépassé l'objectif:entre le 27 novembre 2009 et le 11 janvier 2010, plus de210.000 conducteurs ont été contrôlés! On parle de la campagneBOB la plus réussie de tous les temps. La volontéd'augmenter le nombre de contrôles est particulièrementpositive.L'augmentation des risques objectifs et subjectifs d'êtrecontrôlé est en effet fortement dissuasive. À peine 3,7% del'ensemble des conducteurs contrôlés ont affiché des résultatspositifs. Il s'agit du pourcentage le plus faible depuis ledébut des campagnes BOB en 1995. En 2009, par exemple,le nombre de contrôles positifs atteignait encore 4,8%.Reste à déterminer si cette baisse résulte de l'effet dissuasifgénéré par la réussite de la campagne BOB ou plutôt,comme le suggèrent parfois certains, de contrôles effectuésà des moments et à des endroits inadéquats simplementpour atteindre l'objectif en matière de nombre de contrôles.Il serait intéressant, pour se faire une idée plus précise, dedisposer de chiffres plus détaillés quant aux heures et lieuxdes opérations de contrôle.Il a par ailleurs été annoncé que pour la première fois dèsl'année prochaine, des tests d'alcoolémie seraient systématiquementeffectués lors de contrôles de routine. Cettedécision repose sur l'idée qu'un BOB est nécessaire tous lesjours de l'année et pas uniquement en période de find'année.1. Pouvez-vous fournir, pour les campagnes 2008-2009et 2009-2010, un récapitulatif du nombre total de contrôleseffectués durant la campagne BOB, répartis en fonction del'heure, du jour de la semaine et du lieu?2. Pouvez-vous fournir un récapitulatif des résultats de lacampagne? Combien de conducteurs atteignaient un tauxentre 0 et 0,2 mg/l, combien un taux entre 0,2 et 0,5 mg/l,combien un taux entre 0,5 et 1,0 mg/l et combien un tauxentre 1,0 et 2,0 mg/l, et combien dépassaient le taux de 2,0mg/l, répartis en fonction de la catégorie d'âge et du sexe?3. a) Quel est le nombre de contrôles de routine annuels?b) Hoeveel door de federale politie? b) Combien sont effectués par la police fédérale?c) Hoeveel door de lokale politie? c) Combien sont effectués par la police locale?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010381d) Hoeveel alcoholcontroles worden er normaal gezienuitgevoerd per jaar? Dit voor de jaren 2007, 2008 en 2009.Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 474 van de heervolksvertegenwoordiger Jef Van den Bergh van05 februari 2010 (N.):Het antwoord op deze vraag is het geachte Kamerlidrechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentairekarakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen enAntwoorden opgenomen maar ligt het ter inzage bij deGriffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienstParlementaire Vragen).d) Combien de contrôles d'alcoolémie sont normalementréalisés par an? Pouvez-nous fournir les chiffres pour2007, 2008 et 2009.Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 474 de monsieur le député JefVan den Bergh du 05 février 2010 (N.):La réponse à cette question a été transmise directement àl'honorable membre. Étant donné son caractère de puredocumentation, il n'y a pas lieu de l'insérer au bulletin desQuestions et Réponses, mais elle peut être consultée auGreffe de la Chambre des représentants (service des Questionsparlementaires).DO 2009201014753Vraag nr. 480 van mevrouw de volksvertegenwoordigerMagda Raemaekers van 08 februari 2010 (N.)aan de minister van Binnenlandse Zaken:Rusthuizen en ziekenhuizen. - Veiligheidsmaatregelen (MV18350).Recentelijk werd een rusthuis in Luik overvallen. Opgewelddadige manier stapten twee mannen het rusthuisbinnen en bedreigden de nachtverpleging met een wapen.Het is niet de eerste keer dat een rusthuis overvallenwordt en dat de zorgbehoevende bewoners ongewenstbezoek krijgen en vaak hun weinige bezittingen zien verdwijnen.Het is overduidelijk dat door de beperkte bezetting vande rusthuizen tijdens voornamelijk de nachten, deze eengemakkelijke prooi zijn voor mensen met kwade bedoelingen.Nochtans zouden deze rusthuizen en in het verlengdehiervan ook de ziekenhuizen, juist een veilige haven moetenzijn voor de mensen die er verblijven.Verschillende rusthuizen hebben al zelf de nodige stappenondernomen en camera's geïnstalleerd. Er zijn er diezelfs een beroep doen op bewakingsfirma's om de veiligheidvan de bewoners te garanderen. We moeten er echtervoor zorgen dat de bewoners niet het gevoel krijgen opgeslotente zitten.Naar aanleiding van de recente overval lijkt het mij echtermeer dan eens nodig om een actieplan op te stellen omde toenemende criminaliteit in de rusthuizen en in het verlengdehiervan natuurlijk ook de ziekenhuizen te bestrijden.Ik denk bijvoorbeeld aan de extra maatregelen die inkinderdagverblijven genomen zijn om de veiligheid van debewoners daar te verzekeren.DO 2009201014753Question n° 480 de madame la députée MagdaRaemaekers du 08 février 2010 (N.) à la ministrede l'Intérieur:Maisons de repos et hôpitaux. - Mesures de sécurité (QO18350).Une maison de repos à Liège a récemment été attaquée.Deux hommes y ont pénétré en menaçant le personnelinfirmier de nuit d'une arme.Ce n'est pas la première fois qu'une maison de repos estattaquée et que les résidents tributaires de soins reçoiventla visite d'agresseurs et sont dépossédés de leurs maigresavoirs.Les effectifs des maisons de repos étant limités, surtout lanuit, celles-ci sont évidemment une proie facile pour desindividus mal intentionnés.Les maisons de repos, tout comme les hôpitaux,devraient pourtant être un endroit paisible pour les personnesqui y séjournent.Certaines maisons de repos ont déjà pris les mesuresnécessaires et installé des caméras. Certaines font mêmeappel à des sociétés de surveillance pour garantir la sécuritédes résidents. Il faut toutefois veiller à ce que les résidentsn'aient pas le sentiment d'être enfermés.À la suite de l'attaque récente, il me semble néanmoinsplus que nécessaire d'arrêter un plan d'action pour luttercontre la recrudescence de la criminalité dans les maisonsde repos et, par exetension, bien évidemment aussi dans leshôpitaux. Je songe notamment aux mesures renforcées prisesdans les crèches pour assurer la sécurité des enfants.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

382 QRVA 52 10029-03-20101. Bent u bereid om bijkomende veiligheidsmaatregelenop te leggen voor rusthuizen en ziekenhuizen?2. Zo ja, wat zijn uw concrete plannen en wanneer mogenwe hiervan de eerste resultaten verwachten?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 480 van mevrouwde volksvertegenwoordiger Magda Raemaekers van08 februari 2010 (N.):1. Begin 2010 vindt het eerste technisch overleg plaatsmet de aangeduide vertegenwoordigers van de driebevoegde gemeenschapsinstanties, experten van de federaleen lokale politie en vertegenwoordigers van het Directoraat-generaalOrganisatie Gezondheidsvoorzieningenvan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid in de Voedselketenen Leefmilieu.Samen met deze bevoegde diensten wens ik dat mijnadministratie, naast verder bouwen op de bestaande expertise,die reeds werd opgebouwd in het dossier toegangscontrole,met specifieke instrumenten geschikt op maat van hetdoelpubliek, de hiaten in de beveiliging in kaart brengen,de maatregelen afgestemd op de specificiteit van rusthuizenbundelen en deze verder ontwikkelen.2. De concrete maatregelen zullen worden uitgewerktsamen met de betrokken partners. Het ontwikkelen vanadequate beveiliging in en rond rusthuizen, maar ook vanzorginstellingen in het algemeen, is een belangrijk gegevenom de veiligheid van de senioren en het personeel te kunnenwaarborgen.Een belangrijk actiepunt hierbij is de betrokkenen te sensibiliserenvoor en te informeren over de preventieve maatregelendie ze kunnen nemen. Het kan hierbij inderdaadniet de bedoeling zijn om van de rusthuizen versterkteburchten te maken. Door het verhogen van de sociale controleen het nemen van een aantal eenvoudige, preventievemaatregelen kan echter de toegang reeds op een adequatemanier beveiligd worden, zonder dat de leef- en werkomgevingvoor enerzijds de bewoners en anderzijds het personeelworden aangetast. Dit dient te gebeuren zonderpaniek of ongerustheid te wekken bij de bewoners.- In het kader van het actieplan 'Toegangscontrole' werdin 2009 een technische werkgroep opgericht bestaande uitenerzijds de bevoegde gemeenschapsinstanties en anderzijdsdeskundigen inzake technopreventie en brandpreventieuit zowel de publieke als de private sector. Voor deuitwerking van het actieplan ter beveiliging van rusthuizenzullen ook deze experten betrokken worden.1. Envisagez-vous d'imposer des mesures de sécurité auxmaisons de repos et aux hôpitaux?2. Dans l'affirmative, quelles sont vos projets concrets etquand les premiers résultats seront-ils disponibles?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 480 de madame la députéeMagda Raemaekers du 08 février 2010 (N.):1. Début 2010, la première concertation technique a eulieu avec les représentants désignés des trois instancescommunautaires compétentes de la police locale et fédéraleet les représentants du Directorat général Organisationdes Établissements de soins du SPF Santé publique, Sécuritéde la Chaîne alimentaire et Environnement.En collaboration avec ces services compétents, je souhaiteque mon administration entreprenne, outre la consolidationde l'expertise existante qui a été acquise dans ledossier contrôle d'accès, les actions suivantes avec les instrumentsspécifiques adaptés au public cible: dresserl'inventaire des lacunes en matière de sécurisation, rassemblerles mesures adaptées à la spécificité des maisons derepos et continuer à les mettre en oeuvre.2. Les mesures concrètes seront mises en oeuvre avec lespartenaires concernés. Le développement d'une sécurisationefficace dans et autour des maisons de repos, maisaussi les établissements de soins en général, est une donnéeimportante pour garantir la sécurité des seniors et du personnel.Un point d'action important à cet égard est de sensibiliserles intéressés et de les informer au sujet des mesures deprévention qu'ils peuvent prendre. En effet, l'objectif n'estpas de faire des maisons de repos des remparts impénétrables.Par l'accroissement du contrôle social et la prise demesures simples de prévention, l'accès peut déjà être sécuriséde manière adéquate, sans que l'environnement de vieet de travail pour les résidents d'une part et le personneld'autre part soit touché. Toutes ces mesures doivent êtreprises sans susciter la panique ou l'inquiétude des résidents.- Dans le cadre du plan d'action 'contrôle d'accès', ungroupe de travail technique composé d'une part des instancescommunautaires compétentes et d'autre part des spécialistesen matière de technoprévention et de prévention antiincendiedes secteurs public et privé a été mis sur pied.Pour la mise en oeuvre du plan d'action en vue de la sécurisationdes maisons de reposes, ces experts seront égalementimpliqués.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010383Daarnaast heeft mijn administratie regelmatig contactenmet diverse private partners om op de hoogte te blijven vande technische evoluties binnen preventie.- Vergunningen interne bewakingsdienst voor ziekenhuizen:75 ziekenhuizen hebben een vergunning verkregen; 13ziekenhuizen hebben een vergunningsaanvraag ingediendwaarover nog geen beslissing genomen is; 18 ziekenhuizenhebben een lopende vergunningsaanvraag vroegtijdig ingetrokken:van 6 ziekenhuizen werd de vergunning geweigerd.Naast de ziekenhuizen die een eigen internebewakingsdienst hebben uitgebouwd, doen een onbekendaantal andere ziekenhuizen beroep op de diensten van eenexterne bewakingsonderneming.- De controle wordt uitgeoefend door de eigen inspectiedienstvan Binnenlandse Zaken; ook de leden van politiedienstenhebben controlebevoegdheid. Onder de 783locaties die de inspectie van Binnenlandse Zaken in 2009ter plaatse controleerde, bevonden zich 3 ziekenhuizen: 1in het Vlaams Gewest en 2 in het Waals Gewest. In de 3gevallen werden inbreuken vastgesteld, in één geval ginghet om een illegale interne bewakingsdienst. Er werdendoor politiediensten in 2009 geen inbreuken vastgesteld bijbewaking in ziekenhuizen. Vermits de meeste ziekenhuizenhun aanvraag richten in de afgelopen twee jaar, wasdeze sector tot op heden voor de FOD Binnenlandse Zakengeen controle-prioriteit. Dit zal echter wel het geval zijn in2010.En outre, mon administration a régulièrement des contactavec différents partenaires privés pour rester au courant desévolutions techniques en matière de prévention.- Les autorisations pour un service interne de gardiennagedans les hôpitaux: 75 hôpitaux ont reçu une autorisation;13 hôpitaux ont introduit une demande d'autorisationpour laquelle aucune décision n'a encore été prise; 18 hôpitauxont retiré prématurément une demande d'autorisationen cours: des 6 hôpitaux, l'autorisation a été refusée. Outreles hôpitaux qui ont créé un service interne de gardiennage,un nombre inconnu d'autres hôpitaux ont déjà fait appelaux services d'une entreprise de gardiennage externe.- Le contrôle a été exercé par le service d'inspection del'Intérieur; les membres des services de police disposentégalement d'une compétence de contrôle. Parmi les 783lieux que l'inspection de l'Intérieur a contrôlés sur place en2009, il y avait 3 hôpitaux: 1 dans la Région flamande et 2dans la Région wallonne. Dans les 3 cas, des infractionsont été constatées: dans un cas, il s'agissait d'un serviceinterne de gardiennage illégal. Les services de police n'ontconstaté en 2009 aucune infraction concernant le gardiennagedans les hôpitaux. Étant donné que la plupart deshôpitaux ont adressé leur demande au cours des deux dernièresannées, ce secteur n'a pas constitué jusqu'à ce jourune priorité de contrôle aux yeux du SPF Intérieur. Ce seratoutefois le cas en 2010.DO 2009201014768Vraag nr. 483 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 09 februari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Moskeeën.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat zeven nieuwemoskeeën erkennen, waarvan er drie in Molenbeek liggen.Hiermee komt het totaal aantal erkende moskeeën in Brusselop twaalf. Bij zeventien andere laat de erkenning nogop zich wachten. Het echte aantal moskeeën ligt volgenshetzelfde persbericht met 200 (!) veel en veel hoger dan hetaantal erkende. Voldoende cijfergegevens om toch watmeer achtergrondinformatie op te vragen.1. a) Hoeveel moskeeën worden er officieel in België, opdatum van vandaag, erkend?b) Is het mogelijk om deze moskeeën ook regionaal op tesplitsen volgens de plaats van ligging?DO 2009201014768Question n° 483 de monsieur le député Peter Logghe du09 février 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Mosquées.Selon un article de presse, la Région de Bruxelles-Capitaleva reconnaître sept nouvelles mosquées, dont trois sontsituées à Molenbeek. Le nombre total de mosquées reconnuesse montera ainsi à douze à Bruxelles. Pour dix-septautres mosquées, la procédure de reconnaissance estencore en cours. Selon le même article de presse, le nombreeffectif de 200 (!) mosquées est largement plus élevéque le nombre de mosquées reconnues. Ces chiffresm'amènent à vous demander certaines précisions supplémentairesà ce sujet.1. a) Combien de mosquées sont officiellement reconnuesen Belgique à ce jour?b) Pourriez-vous répartir ce chiffre par Région, selon lelieu d'implantation de la mosquée?2. a) Hoeveel moskeeën worden er geteld? 2. a) Combien de mosquées ont été recensées?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

384 QRVA 52 10029-03-2010b) Kan u ook dat aantal opsplitsen volgens de plaats vande ligging van de getelde, geregistreerde moskeeën?3. a) Waarom laat de erkenning van zeventien anderemoskeeën in Brussel op zich wachten?b) Hoeveel erkenningen werden in de andere Gewestennog niet behandeld?c) Hoeveel aanvragen zijn er met andere woorden binnen,waar er nog niet positief op werd geantwoord?b) Pourriez-vous également répartir ce chiffre en fonctiondu lieu d'implantation des mosquées recensées?3. a) Pourquoi la procédure de reconnaissance de dix-septautres mosquées est-elle encore en cours?b) Combien de dossiers de reconnaissance n'ont pasencore été traités dans les autres Régions?c) En d'autres termes, combien de demandes n'ont pasencore reçu de réponse positive?4. a) Wat is het probleem bij de erkenning? 4. a) À quels obstacles se heurte la reconnaissance?b) Is er een veiligheidsprobleem, een politiek of religieus-fundamentalistischprobleem?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 483 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 09 februari2010 (N.):De erkenning van moskeeën is sinds de bijzondere wetvan 13 juli 2001 houdende overdracht van diversebevoegdheden aan de Gewesten en de Gemeenschappen,een gewestmaterie geworden. Daarvoor was het een materievan de FOD Justitie, waar het Directoraat-generaalWetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden nogsteeds instaat voor de uitbetaling van de wedden en pensioenenvan de bedienaars der erediensten.Het is dus niet mijn bevoegdheid een antwoord te gevenop de voorliggende vragen. Ik zou u willen voorstellen devragen te stellen aan mijn collega, de minister van Justitie,de heer De Clerck, die mogelijk de coördinatie op zich kannemen en op die manier de elementen zou kunnen verkrijgenvan de Gewesten.Het geachte lid wordt verzocht zijn vraag te richten tot debevoegde minister.b) S'agit-il d'un problème de sécurité, politique ou defondamentalisme?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 483 de monsieur le député PeterLogghe du 09 février 2010 (N.):Depuis la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfertde diverses compétences aux Régions et Communautés, lareconnaissance des mosquées est devenue une matièrerégionale. Avant cela, c'était une matière du SPF Justice,pour lequel le Directorat général Législation et Droits etLibertés fondamentaux se charge toujours du paiement dessalaires et des pensions des ministres des cultes.Il ne m'appartient dès lors pas de donner une réponse auxquestions susmentionnées. Je vous propose de poser cesquestions à mon collègue, le ministre de la Justice, monsieurDe Clerck, qui pourrait assurer la coordination etobtenir ainsi les éléments de réponse de la part des instancesrégionales.L'honorable membre est invité à s'adresser au ministrecompétent.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010385DO 2009201014858Vraag nr. 492 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 10 februari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Agressie tegen apotheken en apotheekpersoneel.Onlangs werd door een correctionele rechtbank opnieuween man veroordeeld, ditmaal tot een celstraf van enkelemaanden met uitstel, en een geldboete, dit allemaal voorhet toebrengen van slagen en verwondingen aan een arts.Steeds vaker leest men in de krant over geweldplegingtegen dokters in ziekenhuizen en tegen huisartsen in depraktijk thuis of op ziekenbezoek. Maar men verneemt ooksteeds vaker van agressie waarvan apothekers of hun personeelhet slachtoffer worden. De vraag is of er zich ookbij apothekers een evolutie voordoet.1. a) Kan u cijfermateriaal geven over agressie tegen apothekersof tegen personeel van apotheken?b) Graag gegevens van geregistreerd geweld van het jaar2005 tot en met 2009?2. a) Is het mogelijk om dit cijfer ook regionaal op tesplitsen?b) Hoeveel geweld in het Vlaams Gewest, in het WaalsGewest en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?3. Hoeveel processen-verbaal werden er hierover in debetrokken Gewesten en over de betrokken jaren opgesteld?4. Hoeveel van die daden van agressie werden uiteindelijkook bestraft?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 492 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 10 februari2010 (N.):Ingevolge uw vraag maak ik u in bijlage de gevraagdegegevens over.DO 2009201014858Question n° 492 de monsieur le député Peter Logghe du10 février 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Agressions de pharmaciens et de personnel des pharmacies.Un tribunal correctionnel vient encore récemment decondamner un homme à une peine de prison de quelquesmois avec sursis ainsi qu'à une amende pour coups et blessuresportés à un médecin. Il est de plus en plus souventquestion dans les journaux de faits de violence commis àl'égard de médecins dans des hôpitaux ou à l'égard demédecins en consultation chez eux ou au domicile de malades.Les pharmaciens et leur personnel sont également deplus en plus souvent victimes d'agressions. On peut seposer la question de savoir si une évolution se dessine dansles chiffres en la matière.1. a) Disposez-vous de chiffres concernant des agressionsde pharmaciens et de personnel des pharmacies?b) Pourriez-vous me fournir des chiffres pour les années2005 à 2009?2. a) Est-il possible d'obtenir une répartition régionaledes chiffres?b) Combien de cas de violences ont été recensés enRégion Wallonne, en Région de Bruxelles-Capitale et enRégion flamande?3. Combien de procès-verbaux ont été dressés dans cecadre par Région et par année?4. Combien d'auteurs d'agressions ont finalement étésanctionnés?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 492 de monsieur le député PeterLogghe du 10 février 2010 (N.):En réponse à votre question, vous trouverez, en annexe,les données demandées.Aantal slachtoffers – Nombre de victimesBeroep slachtoffer: apotheker – Profession victime: pharmacien2005 2006 2007 2008 2009Vlaams GewestRégion flamandeWaals gewestRégion walloneHoofdstedelijk Brussels GewestRégion Bruxelles capitale3 3 11 1 33 2 2K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

386 QRVA 52 10029-03-2010Het betreft het aantal geregistreerde slachtoffers inzake"Geweld tegen apothekers" voor de periode 2005-2008evenals voor het eerste semester van 2009.Vraag 4 behoort tot de bevoegdheid van mijn collega vanJustitie.Het geachte lid wordt verzocht zijn vraag te richten tot debevoegde minister.Il s'agit du nombre de victimes enregistrés en matière de"Violence contre les pharmaciens" pour la période 2005-2008 ainsi que pour le premier semestre 2009.La question 4 relève de la compétence de mon collèguede la Justice.L'honorable membre est invité à s'adresser au ministrecompétent.DO 2009201014896Vraag nr. 495 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 11 februari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Leeggeroofde kluizen op de luchthaven.Een gewapende bende is er onlangs vandoor gegaan metde inhoud van de kluis van een bedrijf op de luchthaven.Dat bedrijf beheert snoep- en drankautomaten en slaat inde kluis de weekomzetten op. Vraag is of er regelmatigkluizen in de luchthavens door criminele bendes wordenleeggemaakt en of er ook diefstallen worden vastgesteld inde gesloten bagagekastjes.1. a) Hoeveel diefstallen werden er de afgelopen jaren inde kluizen en bagagekastjes op de nationale en de andereluchthavens vastgesteld?b) Heeft u cijfers van de jaren 2000 tot en met 2009indien mogelijk, of alleszins voor de jongste vijf jaar?2. a) Zelfde vraag als hierboven, maar dan wat betreft dekluizen en de bagagekastjes in de stations van de NMBS inhet land?b) Heeft men cijfermateriaal over de geregistreerde diefstallen?3. Van hoeveel van die aangegeven diefstallen werd ereen proces-verbaal opgemaakt?4. Wat is de ophelderingsgraad van die aangegeven diefstallen?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 495 van de heervolksvertegenwoordiger Peter Logghe van 11 februari2010 (N.):1. Op basis van de beschikbare variabelen in de AlgemeneNationale Gegevensbank (ANG), is voor de periode2004-2008 slechts één diefstal uit een kluis op de luchthaventerug te vinden.DO 2009201014896Question n° 495 de monsieur le député Peter Logghe du11 février 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Coffres vidés de leur contenu à l'aéroport.Une bande armée s'est récemment emparée du contenudu coffre d'une société implantée sur le site de l'aéroport.Cette société, qui gère des distributeurs automatiques defriandises et de boissons, place dans ce coffre ses recetteshebdomadaires. La question qui se pose est de savoir sicertaines bandes de malfaiteurs pillent souvent les coffresdans les aéroports et si des vols sont également constatésdans les consignes à bagages verrouillées.1. a) Combien de vols ont-ils été constatés au cours desdernières années dans les coffres et les consignes à bagagesde l'aéroport national et des autres aéroports?b) Disposez-vous de chiffres relatifs aux années 2000 etsuivantes, jusqu'à - si possible- l'année 2009 incluse ou, entout cas, relatifs aux cinq dernières années?2. a) Même question que ci-dessus mais pour les coffreset les consignes à bagages des gares SNCB de l'ensembledu pays?b) Des chiffres relatifs aux vols enregistrés sont-ils disponibles?3. Pour combien de ces vols déclarés à la police procèsverbala-t-il été dressé?4. Quel est le taux d'élucidation de ces vols déclarés à lapolice?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 495 de monsieur le député PeterLogghe du 11 février 2010 (N.):1. Sur base des variables disponibles dans la Banque dedonnées nationale générale (BNG), pour la période 2004-2008, on ne retrouve qu' un fait de vol dans un coffre-fortdans un aéroport.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010387JaarAnnéeAantal feitenNombre de faits2005 1Het is niet mogelijk te antwoorden op de deelvraaginzake de bagagekastjes, aangezien dit voorwerp niet alszodanig aanwezig is in de nationale codetabellen, gebruiktin de ANG.2. Er vonden in de periode 2004-2008 zeven diefstallenuit kluizen plaats in spoorwegstations.Il n'est pas possible de répondre à la sous-questionconcernant les casiers à bagage, puisque cet objet n'est pasprésent en tant que tel dans les tables de codes nationales,utilisées dans la BNG.2. Sept vols dans coffres-forts ont eu lieu dans des garesde chemins de fer.JaarAnnéeAantal feitenNombre de faits2004 32005 22007 2Totaal – Total 7Voor de bagagekastjes stelt zich vanzelfsprekend hetzelfdeprobleem als hoger reeds vermeld.Pour les casiers à bagage, le même problème se pose quedéjà mentionné ci-dessus.DO 2009201014944Vraag nr. 498 van de heer volksvertegenwoordigerBruno Stevenheydens van 11 februari 2010 (N.)aan de minister van Binnenlandse Zaken:Politie. - Aankoop van sproeiwagens.1. a) Kan u meedelen hoeveel sproeiwagens er de voorbijevijf jaar (indien mogelijk acht jaar) aangekocht werdenbij de politie?DO 2009201014944Question n° 498 de monsieur le député BrunoStevenheydens du 11 février 2010 (N.) à laministre de l'Intérieur:Police. - Achat d'autos-pompes.1. a) Pouvez-vous indiquer combien d'autos-pompes lapolice a achetées au cours des cinq (si possible huit) dernièresannées?b) Hoeveel waren dat er per jaar en voor welk bedrag? b) Combien ont été achetées par an et à concurrence dequel montant?c) Is het correct dat er een teveel aan sproeiwagens werdaangekocht?2. a) Hoeveel nog bruikbare sproeiwagens werden erweggeschonken aan andere landen?b) Welk ander bruikbaar materiaal werd er weggeschonken?c) Kan u een overzicht geven van de desbetreffende landenen het materiaal dat zij mochten ontvangen?c) Est-il exact qu'un trop grand nombre d'autos-pompes aété acheté?2. a) Combien d'autos-pompes encore utilisables ont étéoffertes à d'autres pays?b) Quels autres types de matériel encore utilisable ontainsi été cédés?c) Pouvez-vous me fournir un aperçu des pays bénéficiaireset du matériel qu'ils ont reçu?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

388 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 498 van de heervolksvertegenwoordiger Bruno Stevenheydens van11 februari 2010 (N.):Ingevolge de openbare aanbesteding uitgeschreven in2003, werden twaalf sproeiwagens aangekocht voor eentotaal bedrag van 11.979.884,44 euro. De onderstaandetabel geeft telkens het leveringsjaar en het aantal weer.Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 498 de monsieur le député BrunoStevenheydens du 11 février 2010 (N.):Suite au marché public conclu en 2003, douze arroseusesont été acquises pour un montant total de 11.979.884,44euros. À cet égard, le tableau ci-dessous détaille l'année delivraison et le nombre.Jaar/AnnéeAantal/Nombre2006 12007 42008 42009 3Hoewel die aanbesteding een aankoop van vijftiensproeiwagens voorzag, werden er maar twaalf effectiefaangekocht omdat dit aantal volstaat om aan de operationelenoden te voldoen en bovendien rekening houdt meteventuele defecten van het materieel.Er werden zes oudere sproeiwagens geschonken aan Bulgarije,namelijk twee in 2008 en vier in 2009.Buiten die sproeiwagens, zijn er eveneens schenkingengeweest ten gunste van Burundi (ordehandhavingsvesten)en ten gunste van Congo (gasmaskers, fluovesten, kompassen,scheenbeenbeschermers, aktetassen, kakivesten, kakibroekenen een detectie-apparaat voor valse documenten).Bien que ce marché prévoyait l'achat de quinze arroseuses,seules douze ont effectivement été acquises dès lorsque ce nombre permet de répondre aux nécessités opérationnelleset par ailleurs de faire face aux éventuelles pannesencourues par ce matériel.Six des plus anciennes arroseuses ont été cédées à la Bulgarie,à savoir deux en 2008 et quatre en 2009.Outre ces arroseuses, des dons ont été effectués au coursde ces cinq dernières années au profit du Burundi (vestesde maintien de l'ordre) et au profit du Congo (masques àgaz, vestes fluo, boussoles, protèges-tibias, portefeuillesindividuels, vestes kaki, pantalons kaki et appareil dedétecteur de faux documents).DO 2009201015105Vraag nr. 524 van mevrouw de volksvertegenwoordigerKattrin Jadin van 24 februari 2010 (Fr.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Omzetting van Europese richtlijn 2006/24/EG die de telecomoperatorenverplicht privégegevens bij te houden(MV 18969 + 18970)Op 26 januari 2010 gaf de staatssecretaris voor EuropeseZaken mij, met betrekking tot de omzetting van de Europeserichtlijn 2006/24/EG, de toelichting dat die omzettingeen bevoegdheid is van de minister voor Ondernemen enVereenvoudigen, de minister van Justitie en de ministervan Binnenlandse Zaken.DO 2009201015105Question n° 524 de madame la députée Kattrin Jadindu 24 février 2010 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:La transposition de la directive européenne 2006/24/CEimposant aux Télécoms la sauvegarde des données privées.(QO 18969 + 18970)Le 26 janvier 2010 le secrétaire d'État aux Affaires européennes,concernant la transposition de la directive européenne2006/24/CE m'a précisé que cette transpositionrelève de la compétence du ministre pour l'Entreprise et laSimplification, du ministre de la Justice et du ministre del'Intérieur.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010389Die richtlijn verplicht de telecomoperatoren en de leveranciersvoor internettoegang een hele reeks privégegevenste bewaren. Het betreft de contacten tussen alle gebruikerszonder onderscheid, met name de verzender, de ontvanger,de duur van de contacten, het uur, het soort communicatie(sms, e-mail en dergelijke), het gaat niet om de inhoud vande boodschappen.Ik begrijp uiteraard het doel van de tekst, namelijk beterde strijd tegen terreuractiviteiten te kunnen voeren, maar ikheb ook oor voor de algemene ontevredenheid die onder degebruikers ontstaat, in het bijzonder bij degenen die doorhet beroepsgeheim gebonden zijn (advocaten, artsen enjournalisten).Ik plaats vraagtekens bij de noodzaak om, in naam van deterreurdreiging, zo ver te gaan, en alle burgers als verdachtente beschouwen. De Liga voor de mensenrechten, deOrde van Franstalige en Duitstalige balies, de Verenigingvan beroepsjournalisten, om er maar enkele op te sommen,hebben al aan de alarmbel getrokken.Volgens de informatie die uw collega, de staatssecretarisvoor Europese Zaken, de heer Chastel, verstrekt heeft,blijkt dat een voorontwerp van wet tot wijziging van artikel126 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronischecommunicatie en een ontwerp van koninklijkbesluit tot vaststelling van de te bewaren gegevens, werdenuitgewerkt. Daarin staat dat de tijd voor het bewaren vande gegevens twaalf maanden bedraagt en naar verluidtheeft de Privacycommissie een gunstig advies uitgebrachtheeft over dat punt en de tekst in zijn geheel.Cette directive impose aux opérateurs de télécommunicationainsi qu'aux fournisseurs d'accès internet, de sauvegardertoute une série de données privées. Celles-ciconcernent les contacts entre tous les utilisateurs, sans distinctionet portent sur l'émetteur, le récepteur, la durée descontacts, l'heure, le type de communication (SMS, courriel,etc.), le contenu des messages n'étant pas visé.Si je comprends bien l'objectif de ce texte, qui est de permettreune meilleure lutte contre les activités terroristes,j'entends aussi le mécontentement général qui gagne lesutilisateurs, notamment dans le chef de celles et ceux quisont soumis au secret professionnel (avocats, médecins etjournalistes notamment).Je m'interroge sur la nécessité, au nom de la menace terroriste,d'aller si loin et de considérer l'ensemble descitoyens comme suspects. La ligue des droits de l'homme,l'Ordre des barreaux francophones et germanophone,l'Association des journalistes professionnels, pour ne citerqu'eux, ont d'ores et déjà tiré la sonnette d'alarme.Selon les informations fournies par votre collègue, lesecrétaire d'État aux Affaires européennes, monsieur Chastel,il apparaît qu'un avant-projet de loi modifiant l'article126 de la loi du 13 juin 2005 relative aux les communicationsélectroniques et un projet d'arrêté royal fixant lesdonnées à conserver ont été élaborés. Ceux-ci prévoient untemps de conservation des données de douze mois et ilsemble que la Commission de la vie privée ait rendu unavis favorable sur ce point, comme sur l'ensemble du texte.1. Hoe rechtvaardigt u die duur van twaalf maanden? 1. Comment justifiez-vous cette durée de douze mois?2. a) Bent u benaderd geworden door gebruikers diegebonden zijn door het beroepsgeheim?2. a) Avez-vous été sollicitée par les utilisateurs soumisau secret professionnels?b) Zo ja, wat vinden zij van het ontwerp van de regering? b) Si oui, que pensent-ils du projet du gouvernement?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 524 van mevrouwde volksvertegenwoordiger Kattrin Jadin van24 februari 2010 (Fr.):Ik zou u voor een antwoord op uw vragen willen doorverwijzennaar mijn collega's van Economie en Justitie, diepiloot zijn voor de omzetting van de Europese richtlijn inkwestie.Het geachte lid wordt verzocht zijn vraag te richten tot debevoegde ministers.Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 524 de madame la députéeKattrin Jadin du 24 février 2010 (Fr.):Pour obtenir une réponse à vos questions, je vous renvoieà mes collègues de l'Économie et de la Justice, qui sont lespilotes en ce qui concerne la transposition de la directiveeuropéenne en question.L'honorable membre est invité à s'adresser aux ministrescompétents.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

390 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015109Vraag nr. 525 van de heer volksvertegenwoordigerPhilippe Collard van 24 februari 2010 (Fr.) aande minister van Binnenlandse Zaken:Mandaat van de korpschefs van de lokale politie. (MV18191)Naar aanleiding van de publicatie van het verslag van deFederale Politieraad van 2009, waarin tien jaar politiehervormingwordt geëvalueerd, heb ik vernomen dat de mogelijkheidgeopperd werd om voor de functie van korpschefvan de lokale politie een beperking tot maximum tweemandaten van vijf jaar in te voeren.Dat systeem werd bij het begin van de politiehervormingingevoerd. Men is daar echter van afgestapt ten voordelevan een vijfjaarlijkse evaluatie die, afhankelijk van hetresultaat, tot een handhaving in de functie of een procedurevoor een nieuwe invulling van de post leidt. Met een dergelijkeregeling kan de continuïteit van de leiding van depolitiezones worden gewaarborgd en tegelijkertijd de kwaliteitvan het leiderschap veilig worden gesteld.Indien de beperking tot twee mandaten effectief wordtingevoerd, dreigt er een reëel gevaar dat korpschefs diealgehele voldoening schenken, vervangen worden. Dat kanten nadele gaan van de doeltreffendheid van de leiding vande politiezones, met alle mogelijke gevolgen van dien voorde hiërarchische structuur, het personeel en de veiligheid.Daardoor dreigen er ook heel wat problemen te rijzenmet betrekking de reaffectatie van de vroegere korpschefs.Het aantal beschikbare gelijkwaardige functies is immersbeperkt. Bovendien kan de handhaving van de betrokkenenin de politiezone tot spanningen met de nieuwe korpschefsleiden.1. Is het juist dat u eraan denkt voor de functie van korpschefvan de lokale politie een beperking tot twee mandatenin te voeren?2. Wat zijn de precieze redenen om een wijziging van hetbestaande systeem te overwegen?3. Mocht een dergelijke wijziging doorgevoerd worden,aan welke maatregelen denkt u dan om de reaffectatieproblemendie zich onvermijdelijk zullen voordoen, te verhelpen?DO 2009201015109Question n° 525 de monsieur le député Philippe Collarddu 24 février 2010 (Fr.) à la ministre del'Intérieur:Mandat des chefs de corps de la police locale. (QO 18191)Suite à la publication du rapport du Conseil fédéral depolice 2009, évaluant les dix années de la réforme des polices,il a été porté à ma connaissance qu'était évoquée lapossibilité d'une limitation de l'occupation de la fonctionde chef de corps de la police locale à un maximum de deuxmandats de cinq ans.Ce système qui avait été mis en place à l'origine de laréforme des polices, avait été abandonné au profit d'uneévaluation effectuée tous les cinq ans, conduisant, en fonctionde son résultat, à un maintien ou à une procédure derenouvellement du poste. Un tel dispositif permet d'assurerune bonne continuité à la tête des zones de police, tout engarantissant la qualité du leadership.Or, si le projet de limitation à deux mandats est appliqué,le risque est grand de voir des chefs de corps donnantpleine satisfaction être remplacés. Cette situation pouvantconduire à une perte d'efficacité à la tête des zones depolice avec l'ensemble des conséquences que cela pourraitentraîner sur la structure hiérarchique, le personnel et lasécurité.Cela risque également de créer de nombreuses difficultésdans le processus de réaffectation des anciens chefs decorps. Le nombre de fonctions équivalentes disponiblesétant limité et leur maintien au sein de la zone de policepouvant conduire à des tensions avec les nouveaux chefsde corps.1. Est-il exact que vous envisagiez de limiter à deux mandats,la fonction de chef de corps de la police locale?2. Quelles sont les raisons précises poussant à envisagerune modification du système en place?3. Si une telle modification est appliquée, quelles mesuresenvisagez-vous afin de parer aux problèmes de réaffectationqui ne manqueront pas de surgir?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010391Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 525 van de heervolksvertegenwoordiger Philippe Collard van24 februari 2010 (Fr.):De laatste wetswijziging van het systeem van mandatenbinnen de politiediensten lijkt een evenwichtspunt te zijntussen de aanhangers van de continuïteit in de functie dienodig zou zijn voor de volledige toeëigening ervan en deaanhangers van een beperking in duur om de uitoefeningervan nog meer kracht bij te zetten.Het niet-beperken van het aantal mandaten dat kan wordenuitgeoefend binnen dezelfde politiezone werd gekoppeldaan een wijziging van de evaluatie. Tot dan toe konenkel de ongeschiktheidsverklaring van de mandaathouderimmers de verlenging ervan verhinderen. Indien de evaluatiecommissievoortaan vindt dat de uittredende mandaathouderniet verkeerd gehandeld heeft, maar dat hij beterzou hebben kunnen doen, zal het mandaat opengesteldworden. Hierdoor zal het dan mogelijk zijn om het projectvan de uittredende mandaathouder die zich in vraag moetstellen, te confronteren met dat van de andere kandidatendie een nieuwe impuls kunnen geven aan de uitoefeningervan.Het hele proces blijft dus perfect open zonder enige voorafgaandevoorwaarde, noch voor de hernieuwing van demandaathouder, noch voor zijn uitsluiting. Alleen demanier waarop de mandaathouder zijn mandaat heeft vervulden de voldoening van zijn oversten worden in aanmerkinggenomen.Dit nieuwe evaluatiemechanisme heeft aanvang genomenin de periode waarin de eerste mandaten op wegwaren om hernieuwd te worden. Het lijkt dan ook voorbarigom zo maar een systeem te wijzigen dat nog niet echt inzijn volle ontplooiing werd uitgevoerd.Ik begrijp en deel de bekommernis van de Federale Politieraadom het leiderschap binnen de politiediensten zoveelmogelijk te stimuleren. Ik stel vast dat de beperking vanhet aantal mandaten uitgeoefend bij eenzelfde entiteit in depolitiestructuur, slechts één van de maatregelen is die dezein dit kader voorstelt na, ik citeer "een schaalvergrotingqua leiderschap vooral binnen de lokale politie" te hebbenvastgesteld. De aandacht van de Raad gaat eveneens uitnaar een geïntegreerd ondersteunend begeleidingsinitiatiefvoor de leidinggevenden dat zou moeten worden voorzienen meer nog naar een planning van de loopbanen en echteperspectieven voor de uittredende mandaathouders.Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 525 de monsieur le députéPhilippe Collard du 24 février 2010 (Fr.):La dernière modification légale du système des mandatsau sein des services de police apparaît être un point d'équilibreentre les tenants de la continuité dans la fonction quiserait nécessaire à sa complète appropriation et les partisansd'une limitation de celle-ci dans la durée pour dynamiserdavantage son exercice.La non-limitation du nombre de mandats pouvant êtreexercés au sein de la même zone de police a ainsi été coupléeà une modification de l'évaluation. Jusqu'alors seule ladéclaration d'inaptitude du mandataire pouvait en effetempêcher son renouvellement. Désormais, si la commissiond'évaluation estime que le mandataire sortant n'a pasdémérité mais qu'il aurait pu mieux faire, le mandat seraouvert. Il permettra alors de confronter le projet du mandatairesortant appelé à se remettre en question à celui desautres candidats susceptibles d'apporter une nouvelle fraîcheurà l'exercice de ce dernier.Le jeu demeure donc parfaitement ouvert sans exclusivepréalable ni pour le renouvellement du mandataire, ni pourson éviction. Seule la façon dont le mandataire s'est acquittéde son mandat et la satisfaction de ses autorités font iciloi.Ce nouveau mécanisme d'évaluation a pris court dans lapériode durant laquelle les premiers mandats étaient envoie de renouvellement. Il apparaît donc prématuré demodifier d'autorité un système qui n'a pas encore été réellementmis en oeuvre dans sa pleine mesure.Je comprends et partage le souci du Conseil fédéral depolice de dynamiser autant que faire se peut le leadershipau sein des services de police. J'observe que la limitationdu nombre de mandats exercés auprès d'une même entitédans la structure policière n'est que l'une des mesures qu'ilpropose dans ce cadre après avoir constaté, je cite, "unélargissement d'échelle en matière de leadership au sein dela police locale surtout". L'attention du Conseil se porteégalement sur une initiative intégrée d'accompagnement etd'appui pour les dirigeants qui devrait être mise sur pied etplus encore sur une planification des carrières et de réellesperspectives pour les mandataires sortants.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

392 QRVA 52 10029-03-2010Eén van de motiveringen die door de Federale Politieraadnaar voren wordt gebracht voor dergelijke beperking vanhet aantal mandaten, bestaat eveneens uit de noodzaak omrealistische mobiliteitsperspectieven te voorzien voor dejonge potentiële leidinggevenden die houder zijn van hetdirectiebrevet. Ik kan wat dit punt betreft de Raad vollediggeruststellen, aangezien de laatste korpschef waarvan ik deaanwijzing aan de Koning heb voorgesteld, een politiecommissarisis met een directiebrevet die de voorkeurkreeg boven twee hoofdcommissarissen van politie, diebovendien al korpschef zijn.L'une des motivations avancées par le Conseil fédéralpour pareille limitation du nombre de mandats est égalementconstituée par la nécessité de prévoir des perspectivesde mobilité réalistes pour les jeunes dirigeants potentielsdétenteurs du brevet de direction. Je puis sur ce point pleinementrassurer le Conseil puisque le dernier chef de corpsdont j'ai proposé la désignation au Roi est très précisémentun commissaire de police doté du brevet de direction qui aété préféré à deux commissaires divisionnaires de police,de surcroit déjà chefs de corps.DO 2009201015123Vraag nr. 526 van de heer volksvertegenwoordiger BenWeyts van 24 februari 2010 (N.) aan de ministervan Binnenlandse Zaken:Taalpremie voor politieambtenaren in Brussel.In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd aanbepaalde personeelsleden van de politie een taalpremie uitgekeerd,niettegenstaande zij geen bewijs van kennis vande andere landstaal konden voorleggen.Kan u aangeven, per Brusselse politiezone, hoeveel politieagentenof leden van het Calog-personeel op heden nogsteeds van een taalpremie krijgen zonder te beschikkenover een Selor-diploma ter staving van de kennis van deandere landstaal?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 526 van de heervolksvertegenwoordiger Ben Weyts van 24 februari2010 (N.):Noch de administratie van de federale politie, noch hetsociaal secretariaat van de geïntegreerde politie (SSGPI) isop de hoogte van dergelijke onterechte toekenningen vande tweetaligheidstoelage.Vóór er tot de betaling van de ad hoc toelage wordt overgegaan,ook voor wat leden van de lokale politie betreft,controleert het SSGPI of aan de voorwaarden inzake taalbrevettenis voldaan. Indien er in dit raam toch fouten zoudenzijn opgetreden - waar ik geen concrete aanwijzingenvan heb - dan is het aan de betrokken politiezone om dit temelden en te doen regulariseren.DO 2009201015123Question n° 526 de monsieur le député Ben Weyts du24 février 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Prime linguistique accordée à des policiers à Bruxelles.En Région de Bruxelles-Capitale, une prime linguistiquea été accordée à des membres du personnel de la police,sans qu'ils ne puissent apporter la preuve de la connaissancede l'autre langue nationale.Pouvez-vous me préciser, par zone de police de Bruxelles,le nombre de policiers ou de membres du personnelCALog bénéficiant à l'heure actuelle de la prime linguistiquesans disposer d'un diplôme du Selor attestant laconnaissance de la deuxième langue nationale?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 526 de monsieur le député BenWeyts du 24 février 2010 (N.):Ni l'administration de la police fédérale, ni le secrétariatsocial de la police intégrée (SSGPI) n'ont connaissanced'une quelconque attribution irrégulière au niveau de l'allocationde bilinguisme.Avant que le paiement ne soit effectif, le SSGPI vérifieque les conditions relatives aux brevets linguistiques soientremplies et ce, également pour les membres de la policelocale. Si des erreurs dans ce cadre devaient se produire -pour lesquelles je n'ai aucune information concrète - cesdernières devraient être communiquées par les zones depolice concernées et être régularisées.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010393DO 2009201015125Vraag nr. 527 van mevrouw de volksvertegenwoordigerIlse Uyttersprot van 24 februari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Aangiften van verlies en diefstal van wapens.In de wapenwet van 8 juni 2006 wordt het persoonlijkwapenbezit wettelijk geregeld. Deze wetgeving wordt kritischbekeken vooral wat betreft de bepaling inzake de aangiftevan verlies of diefstal bij de politie, die voorproblemen zorgt. Er wordt een zekere creativiteit aan dedag gelegd bij het melden van het verliezen of gestolenworden van allerhande vuurwapens.Teneinde enige duidelijkheid te verkrijgen in deze problematieklijkt het mij dan ook aangewezen om de nodigestatistische gegevens hieromtrent onder de loep te nemen.Gekeken moet worden of er daadwerkelijk een stijging isvan het verlies of diefstal van persoonlijke wapens.1. Hoeveel aangiftes werden er bij de politie gedaan in dejaren 2005, 2006, 2007 en 2008 (opgesplitst per jaar):DO 2009201015125Question n° 527 de madame la députée Ilse Uyttersprotdu 24 février 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:Déclarations de perte et de vol d'armes.La loi sur les armes du 8 juin 2006 met en place un cadrelégal régissant la détention privée d'armes. Cette loi estcontestée surtout en ce qui concerne la disposition relativeà la déclaration de perte ou de vol auprès de la police, quipose des problèmes. Les personnes qui déclarent la perteou le vol d'armes à feu en tous genres font parfois preuved'une certaine inventivité.Afin de mieux appréhender cette problématique, il mesemble dès lors indiqué d'examiner en détail les donnéesstatistiques disponibles à ce sujet. Il s'agit de savoir s'il y aeffectivement une augmentation des pertes ou des volsd'armes personnelles.1. Combien de déclarations la police a-t-elle enregistréesen 2005, 2006, 2007 et 2008 (selon une ventilation parannée):a) van verlies van één of meer wapens; a) pour la perte d'une ou de plusieurs armes;b) van diefstal van één of meer wapens? b) pour le vol d'une ou de plusieurs armes?2. Over hoeveel wapens gaat het hier, gespecificeerd naarsoort en opgesplitst per jaar?3. Bestaat er een significant verschil in de cijfers naargelangde verschillende politiezones?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 527 van mevrouwde volksvertegenwoordiger Ilse Uyttersprot van24 februari 2010 (N.):Op basis van de informatie aanwezig in de AlgemeneNationale Gegevensbank (ANG) van de politie, dagelijksgevoed door alle politiediensten (lokaal en federaal) kunnenvolgende gegevens verstrekt worden aangaande diefstalen verlies van wapens (zowel vuurwapens als andere):1. Onderstaande tabel bevat het aantal diefstallen vanwapens, op nationaal niveau, voor de pleegjaren 2005-2008.2. Quel est le nombre d'armes concernées (par typed'arme et par année)?3. Existe-t-il une différence significative dans les chiffresd'une zone de police à l'autre?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 527 de madame la députée IlseUyttersprot du 24 février 2010 (N.):Sur base des informations présentes dans la Banque dedonnées nationale générale (BNG) de la police, alimentéequotidiennement par tous les services de police (locales etfédérales), les éléments suivants peuvent être fourniesconcernant le vol et la perte d'armes (tant les armes à feuque les autres):1. Le tableau ci-dessous contient le nombre de volsd'armes, au niveau national, pour les années 2005-2008.Jaar/AnnéeAantal feiten/Nombre de faits2005 17172006 18112007 17122008 1622K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

394 QRVA 52 10029-03-2010Onderstaande tabel bevat het aantal feiten van verlies vanwapens, op nationaal niveau, voor de pleegjaren 2005-2008.Le tableau ci-dessous contient le nombre de faits de perted'armes, au niveau national, pour les années 2005-2008.Jaar/AnnéeAantal feiten/Nombre de faits2005 7052006 1 2112007 2 3842008 2 2182. Onderstaande tabel bevat het aantal gestolen wapens(uitgedrukt in stuks), op nationaal niveau, voor de pleegjaren2005-2008.2. Le tableau ci-dessous contient le nombre d'armesvolées (exprimées en pièces), au niveau national, pour lesannées 2005-2008.Soort wapen /Type d'arme 2005 2006 2007 2008munitie /munition 65 554 56 608 77 128 34 680blank wapen of niet vuurwapen / arme blanche ou non à feu 1 521 2 161 2 051 1 654vuurwerk / feux d'artifice 1 725 314 262 880pistool/revolver / pistolet/revolver 644 668 582 615geweer/karabijn / fusil/carabine 546 637 637 518andere vuurwapens / autres armes à feu 533 1 178 184 152alarmpistool / pistolet d'alarme 145 156 180 161katapult/harpoen/… / catapulte/harpon/… 259 76 47 60explosieven / explosifs 24 19 63 195machinegeweer / mitrailleuse 40 136 50 42nepvuurwapen / imitation arme à feu 50 64 103 35onderdeel en toebehoren / pièces et accessoires 182mortier/bazooka/raketwerper / mortier/bazooka/lance-roquettes 2 4Som/Total 71 041 62 017 81 289 39 178K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010395Onderstaande tabel bevat het aantal verloren wapens (uitgedruktin stuks), op nationaal niveau, voor de pleegjaren2005-2008.Le tableau ci-dessous contient le nombre d'armes perdues(exprimées en pièces), au niveau national, pour les années2005-2008.Soort wapen /Type d’arme 2005 2006 2007 2008Geweer/karabijn / Fusil/carabine 626 976 1 707 1 767Pistool/revolver / Pistolet/revolver 299 545 1 124 1 067Andere vuurwapens / Autres armes à feu 57 77 175 149Munitie /Munition 21 126 127 19Machinegeweer / Mitrailleuse 24 46 102 57Blank wapen of niet vuurwapen /Arme blanche ou non à feu37 49 82 52Alarmpistool / Pistolet d’alarme 1 4 7 9Onderdeel en toebehoren /Pièces et accessoires1 7Nepvuurwapen / Imitation arme à feu 1 1 1Katapult/harpoen/… /Catapulte/harpon/…2Explosieven / explosifs 1Mortier/bazooka/raketwerper /Mortier/azooka/lance-roquettes1Som/total 1 068 1 824 3 326 3 1293. Onderstaande tabel bevat het aantal diefstallen vanwapens, dit voor de tien politiezones met het hoogste aantalfeiten over de periode 2005-2008.3. Le tableau ci-dessous contient le nombre de volsd'armes, ceci pour les dix zones de police avec le plus hautnombre de faits sur la période 2005-2008.Top 10 politiezones / Top 10 zones de police 2005 2006 2007 2008PZ Charleroi 72 105 111 94PZ Brussel Hoofd.Elsene / Bruxelles Cap. Ixelles 76 86 92 98PZ Antwerpen 100 88 62 72Police locale de Liège 69 62 55 58Zone Zuid / Zone Midi 52 41 51 49PZ Brussel West / Bruxelles-Ouest 38 37 41 31Police Boraine 40 44 36 20Zone Mons-Quevy 32 24 33 46PZ Gent 28 28 27 24PZ Ukkel/W-B/Oudergem / Uccle/W-B/Auderghem 18 26 31 26Som/Sous-total 525 541 539 518Som van de overige/Total du reste 1 192 1 270 1 173 1 104Totaalsom/Total général 1 717 1 811 1 712 1 622K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

396 QRVA 52 10029-03-2010Onderstaande tabel bevat het aantal feiten van verlies vanwapens, dit voor de tien politiezones met het hoogste aantalfeiten over de periode 2005-2008.Le tableau ci-dessous contient le nombre de faits de perted'armes, ceci pour les dix zones de police avec le plus hautnombre de faits sur la période 2005-2008.Top 10 politiezones / Top 10 zones de police 2005 2006 2007 2008PZ Charleroi 62 68 92 79PZ Brussel Hoofd.Elsene / Bruxelles Cap. Ixelles 19 24 110 79PZ Samsom 32 40 102 32PZ Bilzen/Hoeselt/Riemst 14 10 70 88Police entre Sambre et Meuse 9 25 103 25PZ Polder 2 10 45 98Zone de police du Tournaisis 16 12 46 66Zone Montgomery 6 19 14 93PZ Namur 19 15 24 65Police Famenne-Ardenne 13 26 70 11Som/Sous-total 192 249 676 636Som van de overige/Total du reste 513 962 1 708 1 582Totaalsom/Total général 705 1 211 2 384 2 218DO 2009201015149Vraag nr. 535 van de heer volksvertegenwoordigerMichel Doomst van 26 februari 2010 (N.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Toegankelijkheid van politiekantoren.Eind 2007 bleken twee op de drie politiegebouwen waarburgers onthaald worden, niet toegankelijk te zijn voor rolstoelgebruikers.In België waren er toen 853 politiekantorentoegankelijk voor het publiek, waarvan 440 kantorenniet aangepast waren voor rolstoelgebruikers en er over160 kantoren geen gegevens waren. 253 kantoren warenbijgevolg toegankelijk.1. Hoeveel politiegebouwen telt ons land die toegankelijkzijn voor het publiek?DO 2009201015149Question n° 535 de monsieur le député Michel Doomstdu 26 février 2010 (N.) à la ministre del'Intérieur:L'accessibilité des bureaux de police.À la fin 2007, deux tiers des bâtiments de la policeouverts au public n'étaient pas accessibles aux personnes sedéplaçant en fauteuil roulant. À l'époque, 853 bureaux depolice en Belgique étaient ouverts au public. 440 d'entreeux n'étaient pas adaptés pour les personnes en fauteuilroulant. Les données étaient manquantes pour 160bureaux. Par conséquent, 253 bureaux étaient accessiblesaux personnes en fauteuil roulant.1. Combien de bâtiments de la police sont ouverts aupublic dans notre pays?2. Hoe is de gewestelijke verdeling van dit aantal? 2. Comment se répartissent-ils par Région?3. Hoeveel van deze gebouwen zijn toegankelijk voorrolstoelgebruikers?3. Combien de ces bâtiments sont accessibles aux personnesen fauteuil roulant?4. Hoe is de gewestelijke verdeling van dit aantal? 4. Comment ces derniers se répartissent-ils par Région?5. Hoeveel gebouwen zullen dit jaar aangepast worden inhet kader van de toegankelijkheid?5. Combien de bâtiments feront l'objet cette année de travauxd'aménagement en ce qui concerne l'accessibilité?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010397Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 535 van de heervolksvertegenwoordiger Michel Doomst van26 februari 2010 (N.):Hierna volgt de situatie zoals die op 31 december 2008gekend was:1. er zijn in totaal 901 politiegebouwen toegankelijk voorhet publiek;2. daarvan zijn er 369 in Wallonië, 68 in Brussel en 464in Vlaanderen;3. er zijn in totaal 387 politiegebouwen toegankelijk voorrolstoelgebruikers;4. daarvan zijn er 156 in Wallonië, 16 in Brussel en 215in Vlaanderen.Mijn diensten beschikken niet over informatie metbetrekking tot het aantal gebouwen dat dit jaar in het kadervan de toegankelijkheid zal worden aangepast.Men dient rekening te houden met het feit dat er voor 64onthaalpunten nog geen gegevens in het kader van de toegankelijkheidbeschikbaar zijn.Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 535 de monsieur le député MichelDoomst du 26 février 2010 (N.):Ci-après la situation tel que connue au 31 décembre2008:1. au total, il y a 901 bâtiments de police accessible aupublic;2. dont 369 en Wallonie, 68 à Bruxelles et 464 en Flandres;3. au total, il y a 387 bâtiments de police accessible auxutilisateurs de fauteuils roulants;4. dont 156 en Wallonie, 16 à Bruxelles et 215 en Flandres.Mes services ne disposent pas d'information relative aunombre de bâtiments qui seront adaptés en fonction del'accessibilité.Il faut tenir compte du fait que pour 64 point d'accueil, iln'y a pas encore de données relatives à l'accessibilité disponibles.DO 2009201015169Vraag nr. 537 van de heer volksvertegenwoordiger FilipDe Man van 01 maart 2010 (N.) aan de ministervan Binnenlandse Zaken:Brandstichting in de politieschool van Brussel.Ik laat me door de leerlingen van de Brusselse politieschool(Oudstrijderslaan in Evere) vertellen dat daar in denacht van 14 op 15 februari 2010 brand zou gesticht zijn.De federale recherche zou tijdens het onderzoek bevondenhebben dat het wel degelijk om een misdadige actie ging,aangezien er brandversnellers gebruikt werden.Kan u hierover meer informatie geven?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 537 van de heervolksvertegenwoordiger Filip De Man van 01 maart2010 (N.):Het onderwerp van deze parlementaire vraag valt nietonder mijn bevoegdheid, maar onder de bevoegdheid vande FOD Justitie.Het geachte lid wordt verzocht zijn vraag te richten tot debevoegde minister.DO 2009201015169Question n° 537 de monsieur le député Filip De Man du01 mars 2010 (N.) à la ministre de l'Intérieur:Incendie criminel à l'école de police de Bruxelles.Les étudiants de l'école de police de Bruxelles (situéeavenue des Anciens combattants à Evere) me font savoirqu'un incendie criminel y aurait été allumé dans la nuit du14 au 15 février 2010. La recherche fédérale aurait établilors de l'enquête qu'il s'agissait effectivement d'un acte criminel,étant donné que des produits accélérants ont été utilisés.Pourriez-vous fournir des informations supplémentairesà ce sujet?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 537 de monsieur le député FilipDe Man du 01 mars 2010 (N.):Le sujet de cette question parlementaire ne relève pas dema compétence mais bien de celle du SPF Justice.L'honorable membre est invité à s'adresser au ministrecompétent.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

398 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015269Vraag nr. 542 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 05 maart 2010 (Fr.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Strijd tegen muziek-, film- en gamespiraterij.In een persbericht van 4 februari 2010 deelde de BelgianAnti-piracy Federation (BAF) mee dat de politie- en douanedienstenin 2009 bijna 900 keer zijn opgetreden tegenmuziek-, film- en gamespiraterij en dat daarbij iets meerdan 381.000 illegale goederen in beslag werden genomen.Ook werden er door toedoen van de BAF 1,2 miljoenlinks naar illegale content van het net verwijderd, tegen500.000 in 2008.1. Is het aantal in beslag genomen goederen de jongstejaren toegenomen?2. a) Bent u van plan het aantal controles in 2010 nog opte trekken en de BAF te versterken?b) Zo ja, welke middelen zal u daarvoor uittrekken? b) Si oui, de quel ordre?3. Hoe staat het met de Europese politiesamenwerkingmet het oog op de ontmanteling van die piraterijnetwerken,en hoe evolueert het optreden van de politie- en douanedienstentegen muziek-, film- en gamespiraterij in onzebuurlanden?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 542 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van 05 maart2010 (Fr.):1. In 2009 namen de politiediensten (federaal en lokaal)301.356 producten in beslag inzake piraterij (exclusiefinbeslagnames van de douanediensten). In vergelijking metde vorige jaren is dit een duidelijke stijging (+51.2% invergelijking met de inbeslagnames in 2008 en zelfs eenstijging van 67% met de inbeslagnames in 2007). (Bron:cijfermateriaal BAF).2. Namaak en piraterij zijn momenteel niet opgenomen inhet Nationaal Veiligheidsplan. In de meeste gevallen tredende politiediensten op na verzoek van BAF of wanneereen aangifte of klacht wordt geacteerd. Er zijn momenteelgeen concrete plannen om de capaciteit, gespendeerd aannamaak en piraterij, te verhogen. Wat de versterking van deeffectieven van BAF betreft, ben ik niet in staat een antwoordte formuleren, gezien BAF een privé-organisatie is.DO 2009201015269Question n° 542 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 05 mars 2010 (Fr.) à la ministre de l'Intérieur:La lutte contre la contrefaçon en matière de films, musiqueet jeux.Dans un communiqué le 4 février 2010, la Belgian AntipiracyFederation (BAF) a annoncé que les services depolice et des douanes ont mené près de 900 interventionscontre la piraterie et contrefaçon en matière de films, demusique et de jeux en 2009, et ont saisi un peu plus de381.000 marchandises illégales.Grâce à l'intervention de la BAF, 1,2 million de liensinternet vers des contenus illégaux ont par ailleurs été supprimés,contre 500.000 l'année précédente.1. Les chiffres d'objets saisis sont-ils en augmentation aucours de ces dernières années?2. a) Envisagez-vous d'augmenter les contrôles de laBAF en 2010 et de renforcer ses effectifs?3. Pourriez-vous nous indiquer où en est la coopérationentre les polices européennes pour le démantèlement deces réseaux de contrefaçons et quelle est l'évolution desinterventions policières et douanières dans les pays limitrophesen matière de contrefaçons de films, musique et dejeux?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 542 de monsieur le député DanielDucarme du 05 mars 2010 (Fr.):1. En 2009, les services de police (fédérale et locale) ontsaisi 301.356 produits piratés (sans compter les saisies parles services des douanes). Par comparaison avec les annéesantérieures, l'on peut constater une augmentation sensible(+51,2% en comparaison avec les saisies de 2008 et même+67% par rapport aux saisies de 2007). (Source: chiffres dela BAF)2. La contrefaçon et la piraterie ne sont pas actuellementreprises dans le Plan National de Sécurité. Les services depolice interviennent dans la plupart des cas sur demande dela BAF ou lorsqu'une plainte ou une dénonciation est actée.Il n'existe à l'heure actuelle aucun plan concret visant àaugmenter la capacité consacrée à la contrefaçon et à lapiraterie. En ce qui concerne le renforcement des effectifsde la BAF, je ne suis pas en mesure de formuler une réponsedès lors que la BAF est une organisation privée.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20103993. Sinds 2008 is binnen Europol een project opgestart diegeorganiseerde handel van namaakgoederen en piraterijaanpakt. Ook België is lid van dit project samen met tienandere Europese lidstaten. Sinds 2008 zijn reeds verscheideneoperaties uitgevoerd in diverse lidstaten (waaronderook België) met tientallen aanhoudingen tot gevolg. Sindsde toetreding tot dit project is er eveneens een structureleuitwisseling van informatie tussen de Belgische politiedienstenen de douane.3. Depuis 2008, un projet Europol de lutte contre le commerceorganisé de biens contrefaits et piratés a démarré. LaBelgique est également membre de ce projet, tout commedix autres États européens. Et depuis 2008, diverses opérationsont déjà été exécutées dans différents Etats membres(dont la Belgique) avec comme conséquence des dizainesd'arrestations. Depuis l'adhésion à ce projet, un échanged'informations structuré entre les services de police belgeset les douanes s'est développé.DO 2009201015584Vraag nr. 574 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 18 maart 2010 (Fr.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Strijd tegen de ETA.In zijn editie van 8 maart 2010 verwees de krant El Paisnaar een rapport van de Spaanse politie, waarin gesteldwordt dat de gewapende Baskische beweging ETA op derand van de afgrond staat. Door de talrijke arrestaties is deafscheidingsbeweging gedecimeerd, aldus het politierapport.Ze wordt geleid door een onbekwame chef en decommando's zijn onervaren en gebruiken drugs. Volgensde Spaanse politie is Mikel Kabikoitz Carrera, een 37-jarige activist die al 13 jaar ondergedoken leeft, de nieuwemilitaire chef van de clandestiene organisatie.1. Hoe staat het met het onderzoek en de politiële samenwerkingmet betrekking tot de jacht op ETA-leden inSpanje en Europa?2. a) Hoe beoordeelt u de Europese politiële samenwerkingin dit verband?b) Wordt de Belgische politie eveneens bij dit dossierbetrokken?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 574 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van 18 maart2010 (Fr.):Het antwoord op deze vragen betreffende de gerechtelijkerecherche behoort tot de bevoegdheid van mijn collegavan Justitie.Het geachte lid wordt verzocht zijn vraag te richten tot debevoegde minister.DO 2009201015584Question n° 574 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 18 mars 2010 (Fr.) à la ministre de l'Intérieur:La lutte contre l'ETA."El Pais" cite, dans son édition le 8 mars 2010, un rapportde la police espagnole décrivant l'organisation basquearmée ETA comme au "bord de l'abîme", décimée par demultiples arrestations, avec un chef "incapable" et descommandos "inexpérimentés" et "consommateurs de drogue".La police espagnole considèrerait que le nouveau"chef militaire" de l'organisation clandestine est MikelKabikoitz Carrera, militant de 37 ans, dont treize de vieclandestine.1. Où en est la recherche et la coopération policièreconcernant la traque des membres de l'ETA en Espagne eten Europe?2. a) Comment jugez-vous la coopération policière européenneen ce domaine?b) Les polices belges sont-elles également impliquéesdans ce dossier?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 574 de monsieur le député DanielDucarme du 18 mars 2010 (Fr.):La réponse à ces questions concernant la recherche judiciairerelève de la compétence de mon collègue le ministrede la Justice.L'honorable membre est invité à s'adresser au ministrecompétent.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

400 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201015637Vraag nr. 577 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 22 maart 2010 (Fr.) aan deminister van Binnenlandse Zaken:Verkeersboetes die onmiddellijk met een bankkaart wordenbetaaldU hebt aangekondigd dat verkeersboetes vanaf het eindevan het jaar onmiddellijk kunnen worden betaald met eenbankkaart, tenminste, aan de politieagenten die uitgerustzullen zijn met draagbare betaalterminals. In een eerstefase zullen enkel de Belgen hun verkeersboetes op diewijze kunnen betalen. Vanaf juni 2010 zal dat ook mogelijkzijn voor buitenlanders met een kredietkaart. Elk politiekorpszal moeten uitmaken of het zich al dan niet wenst uitte rusten met betaalterminals. Ook de agenten van de federalepolitie zullen vanaf eind 2010 op die manier werken.1. Overweegt u in een volgende fase elk politiekorps teverplichten zich uit te rusten met een betaalterminal?2. Veel verkeersboetes zowel voor rekening van Belgenals van doorreizende buitenlanders blijven onbetaald.a) Wat kan de positieve financiële impact van die maatregelvoor de Rijksbegroting zijn?b) Kan de betalingswijze met bankkaart verplichtgemaakt worden voor automobilisten die over een bankkaartbeschikken, teneinde de onbetaalde boetes te voorkomen?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 29 maart 2010, op de vraag nr. 577 van de heervolksvertegenwoordiger Daniel Ducarme van 22 maart2010 (Fr.):1 en 2. b) Het project voor de betaling van onmiddellijkeinningen met behulp van draagbare betaalterminals is verdeeldis in drie fasen:In fase 1, enkel voor de lokale politie, zal het voor deBelgische onderdanen mogelijk zijn (en dus niet verplicht)ter plaatse te betalen met een "bankkaart".In fase 2, omstreeks juni 2010 en eveneens enkel voor delokale politie, zal de betaling met een "kredietkaart" (Visa,MasterCard en dergelijke) mogelijk zijn, dus zowel voorBelgen als voor buitenlanders.In fase 3, tegen eind 2010, zal ook de federale politiekunnen gebruik maken van draagbare betaalterminals.De kosten voor de aankoop zullen voor de federale politieworden betaald via het verkeersveiligheidsfonds.De transactiekosten, ook voor de lokale politie, wordenvia het verkeersveiligheidsfonds betaald.DO 2009201015637Question n° 577 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 22 mars 2010 (Fr.) à la ministre de l'Intérieur:Les amendes de roulage immédiatement payées par cartebancaire.Vous avez annoncé que les amendes de roulage pourraientêtre payées immédiatement par carte bancaire à partirde la fin de l'année, du moins aux policiers qui serontéquipés de terminaux de paiement portatifs. Dans une premièrephase, seuls les Belges pourront payer leurs amendesde cette manière. À partir de juin 2010, les étrangers pourrontle faire également, au moyen de cartes de crédit. Ilreviendra à chaque corps de police de déterminer s'il souhaitese doter ou non des terminaux de paiement. Lesagents de la police fédérale travailleront également de lasorte à partir de la fin 2010.1. Envisagez-vous dans une prochaine étape de rendreobligatoire de se doter des terminaux de paiement pourchaque corps de police?2, De nombreuses amendes restent impayées tant par lesBelges que par les étrangers de passage sur notre territoire,a) Quel pourrait être l'impact financier positif de cettemesure sur le budget de l'État?b) Le mode de paiement par carte bancaire pourrait-ilêtre rendu obligatoire pour les automobilistes disposant decartes bancaires afin d'éviter les impayés?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 29 mars2010, à la question n° 577 de monsieur le député DanielDucarme du 22 mars 2010 (Fr.):1 en 2. b) Le projet pour le paiement de perceptionsimmédiates à l'aide de terminaux de paiement portatifs estdivisé en trois phases:En phase 1, uniquement pour la police locale, il sera possible(et donc pas obligatoire) pour les ressortissants belgesde payer sur place avec une "carte de banque".En phase 2, vers juin 2010 et de même uniquement pourla police locale, le paiement avec une "carte de crédit"(Visa, MasterCard, etc.) sera possible, donc aussi bien pourles belges que pour les étrangers.En phase 3, pour fin 2010, la police fédérale pourra elleaussi faire usage de terminaux de paiement portatifs.Pour la police fédérale, le coût de l'acquisition sera réglépar le biais du fonds de sécurité routière.Les coûts de transaction, également pour la police locale,seront réglés par le biais du fonds de sécurité routière.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010401De lokale politiekorpsen beslissen autonoom over deeventuele aankoop (en financiering) van draagbare betaalterminals.Ik overweeg niet om die aankoop verplicht temaken, een dergelijke beslissing behoort overigens niet totde bevoegdheid van het federale niveau.2. a) Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheidvan mijn collega van Financiën.Het geachte lid wordt verzocht zijn vraag te richten tot debevoegde minister.Les corps de police locale décident de façon autonome del'achat éventuel (et du financement) de terminaux de paiementportatifs. Je n'envisage pas de rendre cet achat obligatoire,une telle décision ne relève d'ailleurs pas de lacompétence du niveau fédéral.2. a) La réponse à cette question relève de la compétencede mon collègue le ministre des Finances.L'honorable membre est invité à s'adresser au ministrecompétent.Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste ministerSecrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premierministreDO 2009201012731Vraag nr. 154 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 16 maart 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :Voertuigen met gps. - Aantal ongevallen. (SV253)"Geen auto meer zonder gps.", is men geneigd te denkenals men collega's-bestuurders voorbijrijdt en overal mensenziet prutsen aan het gps-toestel. Volgens Nederlandsestudies (Het Nieuwsblad van 7 augustus 2009) zou blijkendat 6 op de 10 automobilisten onderweg zitten te prutsen.Daardoor wordt de verkeersveiligheid in gevaar gebracht,waardoor het misschien nuttig zou blijken om de pakkanste verhogen.1. Hoeveel gps-systemen werden er in de jaren 2005,2006, 2007, 2008 en 2009 geplaatst?2. Hoeveel ongevallen gebeurden er met particulierewagens waarin gps was aangebracht?3. Hoeveel ongevallen gebeurden er waarbij het voertuigmet gps verantwoordelijk werd gesteld?4. In hoeveel van de ongevallen werd het ongeval medeveroorzaakt door het bedienen van de gps?5. In België is het bedienen van de gps tijdens het rijdenverboden, strafbaar dus (zie: artikel 8.3 van de Wegcode).Zou het niet beter zijn om de aansprakelijkheidsregelsom te keren, en mensen die hun gps gebruiken, bij ongevallenobjectief aansprakelijk te stellen?DO 2009201012731Question n° 154 de monsieur le député Peter Logghe du16 mars 2010 (N.) au secrétaire d'État à laMobilité, adjoint au premier ministre:Véhicules équipés d'un système GPS. - Nombre d'accidents.(QE 253)Lorsqu'on dépasse d'autres voitures, on voit souvent desconducteurs occupés à manipuler leur appareil GPS, ce quidonne à penser que pratiquement l'ensemble des véhiculessont actuellement équipés d'un système GPS. Selon desétudes néerlandaises parues dans le quotidien Het Nieuwsbladdu 7 août 2009, six automobilistes sur dix manipuleraientleur système GPS en conduisant. Étant donné que lasécurité routière s'en trouve compromise, il serait peut-êtreutile de renforcer les contrôles en la matière afin d'accroîtrele risque d'être verbalisé.1. Combien de systèmes GPS ont-ils été installés en2005, 2006, 2007, 2008 et 2009?2. Combien d'accidents impliquant des voitures particulièreséquipées d'un système GPS se sont-ils produits?3. Dans combien de cas le conducteur d'une voiture équipéed'un système GPS a-t-il été tenu pour responsable del'accident?4. Dans combien de cas l'accident a-t-il notamment étécausé par la manipulation du système GPS?5. En Belgique, la manipulation du GPS au volant estinterdite et dès lors punissable (cf. article 8.3 du Code de laroute).Ne serait-il pas préférable d'inverser les règles de la responsabilitéet d'invoquer en cas d'accident la responsabilitéobjective des conducteurs qui utilisent leur GPS?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

402 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 22 maart 2010,op de vraag nr. 154 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 16 maart 2010 (N.):Ik verwijs het geachte lid naar mijn antwoord op zijnidentieke vraag nr. 11 van 18 december 2009, (Vragen enAntwoorden, Kamer, 2009-2010, nr.89, blz. 118).Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 22 mars 2010, à la question n° 154de monsieur le député Peter Logghe du 16 mars 2010(N.):Je réfère l'honorable membre à ma réponse sur sa mêmequestion n° 11 du 18 décembre 2009 (Questions et Réponses,Chambre, 2009-2010, n° 89, p. 118).DO 2009201013217Vraag nr. 136 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 22 februari 2010 (Fr.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :Nieuwe Bobcampagne.Overeenkomstig een omzendbrief van 16 november 2009die u samen met de staatssecretaris voor Mobiliteit, EtienneSchouppe, heeft opgesteld, moet de politie minstens180.000 ademtests afnemen gedurende de Bobcampagne,die van 27 november 2009 tot 11 januari 2010 loopt. Er zalmeer op strategische plaatsen gecontroleerd worden, zoalsin straten met veel uitgaansgelegenheden, en op goedgekozen momenten. Tijdens de eindejaarsperiode van 2008werd er een recordaantal ademtests afgenomen, namelijk173.434. Daarvan bleken 8.388 personen (4,8 procent) tediep in het glas te hebben gekeken. Bestuurders die meerdan de toegestane 0,5 promille alcohol in hun bloed hebben,krijgen een boete van minimaal 137,50 euro.1. a) Beschikt u over voldoende personele, logistieke enfinanciële middelen om zo'n grootscheepse operatie op tezetten?b) Wat zijn de budgettaire kosten van een dergelijke operatie?2. Werner De Dobbeleer, van het Belgisch Instituut voorde Verkeersveiligheid (BIVV), pleit ook voor alcoholcontrolesin de ochtend.Vindt u dat die piste moet worden gevolgd?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 23 maart 2010,op de vraag nr. 136 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 22 februari 2010 (Fr.):1. Voor vraag 1 verwijs ik naar het antwoord van deminister van Binnenlandse Zaken op de vraag nr. 271 van30 december 2009 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2009-2010, nr. 94, blz. 629).2. Om het rijden onder invloed substantieel te kunnenterugdringen is zowel de objectieve als subjectieve pakkansvan cruciaal belang.DO 2009201013217Question n° 136 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 22 février 2010 (Fr.) au secrétaire d'État à laMobilité, adjoint au premier ministre:La nouvelle campagne "Bob".Selon une circulaire du 16 novembre 2009 par que vousavez rédigé conjointement avec le secrétaire d'État à laMobilité Etienne Schouppe, la police devrait effectuer aumoins 180.000 tests d'haleine durant la campagne "Bob",du 27 novembre au 11 janvier 2010. Les contrôles se passerontplus à des endroits stratégiques, comme dans lesrues recélant de nombreux lieux de sorties, et à desmoments bien choisis. Le précédent record était détenu parles fêtes de fin d'année 2008, avec 173.434 tests d'alcoolémie.8.388 personnes (4,8%) avaient été contrôlées positif.Si le taux d'alcoolémie dépasse le seuil autorisé de 0,5 promille,l'automobiliste doit s'acquitter d'une amende de137,50 euros minimum.1. a) Disposez-vous de suffisamment de ressourceshumaines, logistiques et financières pour mettre en placeune opération de ce niveau?b) Quel est le coût budgétaire d'une telle opération?2. Werner De Dobbeleer, de l'Institut belge pour la sécuritéroutière (IBSR), plaide également pour des contrôlesen début de matinée.Estimez-vous que c'est une piste à suivre?Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 23 mars 2010, à la question n° 136de monsieur le député Daniel Ducarme du 22 février2010 (Fr.):1) Pour la réponse à la question 1, je réfère à la réponsede la ministre de l'Intérieur à la question n° 271 du30 décembre 2009 (Questions et Réponses, Chambre,2009-2010, n° 94, p. 629).2) Tant le risque objectif que le risque subjectif de sefaire prendre sont d'une importance cruciale pour pouvoirréduire substantiellement la conduite sous influence.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010403Die pakkans moet ook op minder voor de hand liggendeplaatsen en tijdstippen bestaan, teneinde bestuurders hetgevoel te geven dat rijden onder invloed nooit wordtgedoogd, ook niet in de vroege ochtend. Het is immersbelangrijk dat de automobilist beseft dat hij of zij op elkuur van de dag de kans loopt door de politie gecontroleerdte worden.In functie van de omstandigheden kan dat bijvoorbeeldop een doordeweekse namiddag zijn - denk maar aan devele zakenlunches waarbij ook een paar glazen wordengedronken, of vroeg in de ochtend - het is namelijk zo datpersonen die de avond voordien flink zijn doorgezakt vaakook 's ochtends nog altijd meer dan 0,5 promille alcohol inhet bloed hebben en dus geen voertuig mogen besturen.Om die reden was er tijdens de recente Bob-campagne bijzondereaandacht voor alcoholcontroles die zowel 's ochtends,'s middags als 's avonds gepland waren.Ik wijs er trouwens op dat uit attitudemetingen die hetBIVV regelmatig uitvoert, steevast blijkt dat de subjectievepakkans inzake rijden onder invloed nog steeds te wensenoverlaat. Slechts een minderheid van de bevraagden vindtde kans om te worden betrapt, indien ze onder invloed rijden,groot of zeer groot.Deze pakkans naar een voldoende hoog peil tillen wasdan ook een van de hoofddoelstellingen van de voorbijeBobcampagne. De opmerkelijke daling van het aantalbestuurders onder invloed tijdens de afgelopen campagne(van 4,9% bij de campagne 2008-2009 naar 3,7% bij decampagne 2009-2010) is het beste bewijs dat deze strategiehaar effect niet heeft gemist.Ce risque de se faire prendre doit également exister auxendroits et aux moments moins attendus, afin de donneraux conducteurs le sentiment que la conduite sousinfluence n'est jamais tolérée; même tôt le matin. Il s'avèrede fait important que le conducteur se rende compte qu'ilcourt le risque de se faire contrôler par la police à chaqueheure de la journée.En fonction des circonstances, il peut s'agir par exempled'un après-midi de jour de semaine - songez aux fréquentslunchs d'affaires pendant lesquels quelques verres sontconsommés -, ou tôt le matin (il s'avère de fait que les personnesqui ont beaucoup bu la veille ont souvent encoreplus de 0,5 pro mille dans le sang au matin et ne peuventdonc pas conduire un véhicule). Pour cette raison, uneattention particulière a été consacrée pendant la récentecampagne Bob aux contrôles d'alcool qui étaient planifiésaussi bien le matin, que l'après-midi et le soir.Je signale d'ailleurs qu'il ressort systématiquement desmesures d'attitude, exécutées régulièrement par l'IBSR,que le risque subjectif de se faire prendre pour la conduitesous influence laisse toujours à désirer. Seule une minoritédes personnes interrogées estiment que le risque de se faireprendre est grand ou très grand s'ils conduisent sousinfluence.Un des buts principaux de la dernière campagne Bobconsistait ainsi à augmenter le risque de se faire prendre àun niveau suffisamment élevé. La baisse remarquable dunombre de conducteurs sous influence lors de la campagnepassée (de 4,9% pour la campagne de 2008-2009, à 3,7%pour la campagne 2009-2010) représente la meilleurepreuve que cette stratégie n'a pas manqué son objectif.DO 2009201013277Vraag nr. 166 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 22 maart 2010 (Fr.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :Radarcontroles.Op 2 september 2009 stond er in de Vlaamse pers telezen dat de federale politie het aantal snelheidscontroleswil verhogen tot 40 miljoen. De meeste controles zoudenop de snelwegen uitgevoerd worden. Voorts zouden tweevan de tien bestuurders één keer per jaar een ademtestmoeten ondergaan. Elke agent van de verkeerspolitie zoubovendien minstens 575 automobilisten per jaar moetencontroleren op het dragen van de veiligheidsgordel.DO 2009201013277Question n° 166 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 22 mars 2010 (Fr.) au secrétaire d'État à laMobilité, adjoint au premier ministre:Les contrôles radars. (QE272)Selon la presse flamande du 2 septembre 2009, la policefédérale prévoirait de porter à 40 millions le nombre decontrôle de vitesse. La majorité des contrôles serait opéréesur autoroute. Par ailleurs, deux chauffeurs sur dixdevraient subir une fois sur l'année un éthylotest. En outre,chaque agent à la circulation devrait contrôler au moins575 automobilistes par an sur le port de la ceinture.1. Kan u die cijfers en doelstellingen bevestigen? 1. Pouvez-vous nous indiquer si ces chiffres et objectifssont corrects?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

404 QRVA 52 10029-03-20102. De controledoelstellingen zijn bijzonder ambitieus.Beschikt de federale politie over de nodige personele,logistieke en financiële middelen om die doelen te bereiken?3. Staan er, naast die repressieve maatregelen, ooknieuwe preventieve verkeersveiligheidscampagnes op hetprogramma?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 24 maart 2010,op de vraag nr. 166 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 22 maart 2010 (Fr.):Wat de vragen 1 en 2 betreft, verwijs ik u naar het antwoordvan 8 maart 2010 van mijn collega, de minister vanBinnenlandse Zaken op vraag nr. 295 (Vragen en Antwoorden,Kamer, 2009-2010, nr. 97, blz. 448).Wat uw derde vraag betreft, kan ik u meedelen dat depreventiecampagnes van het Belgisch Instituut voor deVerkeersveiligheid (BIVV) worden afgestemd op de controleactiesvan de politie en omgekeerd. Dezelfde aandachtspunteninzake risicofenomenen en risicogroepen zijnterug te vinden in de campagnes van het BIVV en de politiecontroles.Concreet betekent dit dat het BIVV op meerdere tijdstippenvan het jaar campagnes zal voeren met betrekking totoverdreven of onaangepaste snelheid, het rijden onderinvloed van alcohol en drugs en het dragen van de veiligheidsgordel.Deze campagnes kunnen gericht zijn naar eenalgemeen publiek dan wel naar bepaalde doelgroepen,zoals de jonge bestuurders.2. Les objectifs de contrôle sont très ambitieux. La policefédérale dispose-t-elle des ressources humaines, logistiqueset financières suffisantes pour y parvenir?3. En complément de cet aspect répressif, de nouvellescampagnes de prévention pour la sécurité routière sontellesprogrammées?Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 24 mars 2010, à la question n° 166de monsieur le député Daniel Ducarme du 22 mars2010 (Fr.):Pour ce qui concerne les questions 1 et 2, je renvoie à laréponse du 8 mars 2010 donnée à la question n° 295 parma collègue, la ministre de l'Intérieur (Questions et Réponses,Chambre, 2009-2010, n° 97, p. 448).Quant à la troisième question, je peux vous communiquerque les campagnes de prévention de l'Institut belge de laSécurité routière (IBSR) sont accordées avec les actions decontrôle de la police et inversement. Les mêmes pointsd'attention relatifs aux phénomènes à risques et aux groupesà risques se retrouvent dans les campagnes de l'IBSR etles contrôles de la police.Concrètement, cela signifie que l'IBSR mènera des campagnesà plusieurs moments de l'année sur les thèmes de lavitesse exagérée ou inadaptée, de la conduite sousl'influence de l'alcool et de drogues et du port de la ceinturede sécurité. Ces campagnes peuvent s'adresser aussi bien àun public général qu'à des groupes cibles bien définis,comme les jeunes conducteurs.DO 2009201014813Vraag nr. 157 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 16 maart 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :Treinschrappingen en consumentenzaken. (MV 18197)Het zal u maar overkomen: tijdens de kerstvakantie metEurostar een reisje plannen naar Groot-Brittannië, en pasop het laatste moment verwittigd worden dat de treingeschrapt is. Ondertussen heeft men natuurlijk wel eenhotel geboekt, heeft men per internet zijn ticket en die voorhet ganse gezin besteld, en werden alle verdere reisvoorbereidselsgetroffen.DO 2009201014813Question n° 157 de monsieur le député Peter Logghe du16 mars 2010 (N.) au secrétaire d'État à laMobilité, adjoint au premier ministre:Suppressions de trains et protection des consommateurs.(QO 18197)Les personnes qui ont commandé un billet Eurostar versla Grande-Bretagne pour les vacances de Noël ont vécu ladésagréable expérience d'être prévenues de la suppressiondu train au dernier moment. Elles avaient bien sûr déjàréservé un hôtel, commandé le billet de train de toute lafamille par internet et préparé l'ensemble de leur séjour.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20104051. Op de webstek van Eurostar vindt men de telefoonnummerswaar men terecht kan voor de terugbetaling vande tickets en de andere gemaakte kosten: 02/4006776 en02/4006731. Telefoonnummers waar men klacht kan indienen.Elders op de webstek vindt men bijvoorbeeld terug dathet de bedoeling is van Eurostar om telefonische oproepenbinnen 60 seconden te beantwoorden. Van verschillendekanten krijg ik berichten binnen dat het zelfs na tientallenpogingen gewoon onmogelijk is om contact te krijgen metEurostar.Vindt u dat de rechten van de consumenten op die maniervoldoende worden beschermd?2. Vindt u ook niet dat een bedrijf dat in België actief is,en klanten ronselt, tenminste op zijn webstek de gegevensvan een ombudsman of klachtenbureau zou moeten aanbieden?3. Eigenlijk is dit toch de omgekeerde wereld: besteltmen de tickets op een eigentijdse, moderne en milieu minderbelastende manier, dus via elektronische weg, dan kanmen geen beroep doen op een fysiek aanspreekpunt ingeval van problemen, terwijl men dit aanspreekpunt wélheeft als men zijn tickets aan een balie gaat bestellen!Kan u hier voor de bescherming van de belangen van deconsumenten bepaalde waarborgen opleggen?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 23 maart 2010,op de vraag nr. 157 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 16 maart 2010 (N.):1. Naar voorbeeld van de Europese regelgeving betreffendepassagiersrechten in de luchtvaart, beoogt Verordening(EG) 1371/2007 van het Europees Parlement en vande Raad van 23 oktober 2007 een reeks waarborgen betreffendede rechten van reizigers in het treinvervoer. De wettelijkebasis voor de toepassing van deze verordening inBelgië werd gelegd door de wet houdende diverse bepalingenvan 30 december 2009. Er dienen nog twee uitvoeringsbesluitengenomen worden, een eerste ter aanduidingvan de Directeur-generaal Vervoer te land van de FODMobiliteit en Vervoer als handhavinginstantie die moetwaken over de naleving van de bepalingen van deze verordening,een tweede om de administratieve geldboetes dieopgelegd zullen worden bij niet-naleving van de verordening,vast te stellen.1. Sur le site d'Eurostar figurent les numéros de téléphoneà former pour le remboursement des billets et des autresfrais encourus: 02/4006776 et 02/4006731. Ce sont égalementles numéros à former pour déposer une plainte. Lesite précise également que l'objectif d'Eurostar est derépondre aux appels téléphoniques dans les 60 secondes.J'apprends par différentes sources qu'après des dizaines detentatives, il est tout simplement impossible d'entrer encontact avec Eurostar.Estimez-vous que les droits des consommateurs sont suffisammentpréservés de cette manière?2. Ne pensez-vous pas qu'une entreprise active en Belgiquequi cherche à attirer une clientèle devrait au moinscommuniquer les coordonnées d'un médiateur ou d'unbureau de plaintes sur son site?3. En réalité, c'est le monde à l'envers: lorsque l'on réserveson billet de manière moderne et plus respectueuse del'environnement, donc par la voie électronique, on ne peutfaire appel à aucun interlocuteur physique en cas de problème.Par contre, lorsque l'on commande son ticket à unguichet, on a son interlocuteur en face de soi.Pouvez-vous imposer certaines garanties pour protégerles intérêts des consommateurs?Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 23 mars 2010, à la question n° 157de monsieur le député Peter Logghe du 16 mars 2010(N.):1. À l'instar de la législation européenne en matière dedroits des passagers au niveau du transport aérien, le règlement(CE) 1371/2007 du Parlement européen et du Conseildu 23 octobre 2007 vise une série de garanties concernantles droits des passagers pour le transport ferroviaire. Labase légale en vue de l'application de ce règlement en Belgiquea été crée par la loi relative aux dispositions diversesdatant du 30 décembre 2009. Il reste à prendre encore deuxarrêtés d'exécution; à savoir un premier arrêté pour la désignationdu Directeur-général du Transport terrestre du SPFMobilité et Transports en tant qu'instance de contrôle quidoit surveiller le respect de ces dispositions, puis undeuxième pour définir les amendes administratives quiseront imposées en cas de non-respect de la directive.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

406 QRVA 52 10029-03-2010De oprichting van deze handhavinginstantie gebeurtparallel met de hervorming van de huidige ombudsdienstbij de NMBS. In de context van het sinds 1 januari 2010geliberaliseerde internationale reizigersvervoer per spoorzal de band tussen de NMBS en de ombudsdienst wordendoorgeknipt en zal deze dienst voortaan instaan voor debehandeling van klachten ten aanzien van alle spoorwegondernemingendie reizigersvervoer verzorgen.2. Volgens de bepalingen van Verordening (EG) 1371/2007 is elke spoorbedrijf gehouden om over een instantieof klachtendienst te beschikken en de coördinaten ervankenbaar te maken via de geëigende kanalen, dus ook via deeigen webstek. In geval van klachten moet de passagierzich immers in eerste instantie rechtstreeks tot zijn spoormaatschappijkunnen richten via gemakkelijk toegankelijkekanalen. De werking van een onafhankelijkeombudsdienst die een compromisvoorstel kan formuleren,en van een handhavinginstantie die boetes kan opleggenaan spoorbedrijven die bepalingen van Verordening (EG)1371/2007 overtreden, staat los van de verplichting voorelke spoormaatschappij om klachten te ontvangen en tebehandelen.3. De waarborgen ter bescherming van de belangen vanspoorreizigers zullen opgevangen worden door de hierbovenvermelde toepassing van Verordening (EG) 1371/2007en hervorming van de ombudsdienst. Dit om zowel derechten van passagiers op gebeurlijke vergoeding in gevalvan niet naleving van de bepalingen van het vervoerscontractte waarborgen als om spoormaatschappijen of despoorwegbeheerder aan te manen, via het instrument vanboetes, om de bepalingen van Verordening (EC) 1371/2007na te leven.L'établissement de cette instance d'exécution se ré lise enparallèle avec par la réforme du service actuel de médiationde la SNCB. Dans le contexte du transport des passagerspar train qui a été libéralisé au niveau internationaldepuis le 1 janvier 2010, le lien entre la SNCB et le servicede médiation sera coupé et ce service se chargera dorénavantdu traitement des plaintes pour toutes les entreprisesferroviaires qui offrent du transport de passagers.2. Selon les dispositions du règlement (CE) 1371/2007,chaque entreprise ferroviaire est tenue de disposer d'unorganisme ou d'un service des plaintes et d'en publier lescoordonnées par les voies appropriées, donc également parson propre site web. En cas de plaintes, le passager doitavant tout être en mesure de s'adresser directement à sonentreprise ferroviaire en faisant appel à des voies aisémentaccessibles. Le fonctionnement d'un service de médiationindépendant qui peut formuler une proposition de compromiset d'une instance de contrôle qui peut infliger desamendes à des entreprises ferroviaires qui ont dérogé auxprescription du règlement (CE) 1371/2007, est distincte del'obligation pour chaque entreprise ferroviaire de réceptionneret de traiter les plaintes.3. Les garanties visant la protection des intérêts des passagersferroviaires seront assurées par l'application durèglement (CE) 1371/2007 mentionnée ci-dessus et par laréforme du service de médiation. Et ceci tant pour garantirles droits des passagers à une compensation éventuelle encas de non-respect des prescriptions du contrat de transport,qu'en faisant appel à l'instrument des amendes pourfaire respecter les prescriptions du règlement (CE) 1371/2007.DO 2009201014920Vraag nr. 130 van de heer volksvertegenwoordiger JeanCornil van 11 februari 2010 (Fr.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :FOD Mobiliteit en Vervoer. - Cel duurzame ontwikkeling.-Het koninklijk besluit van 22 september 2004 regelt deoprichting van cellen duurzame ontwikkeling in de federaleoverheidsdiensten, de programmatorische federaleoverheidsdiensten en het ministerie van Defensie.DO 2009201014920Question n° 130 de monsieur le député Jean Cornil du11 février 2010 (Fr.) au secrétaire d'État à laMobilité, adjoint au premier ministre:SPF Mobilité et Transport. - La cellule développementdurable.L'arrêté royal du 22 septembre 2004 a permis la créationdes cellules de développement durable au sein des servicespublics fédéraux, des services publics fédéraux de programmationet du ministère de la Défense.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010407De cel duurzame ontwikkeling heeft velerlei opdrachten,waaronder het opstellen van een ontwerpactieplan voor dedienst waaronder ze ressorteert; het uitvoeren van eenduurzame ontwikkelingseffectbeoordeling (DOEB), dit ishet bestuderen van de mogelijke sociale, economische enmilieueffecten van een voorgesteld beleid vooraleer de uiteindelijkebeslissing genomen wordt; het sensibiliserenvan de dienst omtrent duurzame ontwikkeling; de internecoördinatie van de uitvoering van de maatregelen van hetlopende Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling; hetopvolgen van de duurzaamheid van de overheidsopdrachtenvan de dienst; en het opvolgen van de uitvoering vanhet beleid inzake interne milieuzorg van de dienst.1. Hoe zijn de samenstelling en het budget van die cel bijde FOD Mobiliteit en Vervoer sinds het begin van deze zittingsperiodegeëvolueerd?2. Welke acties heeft deze cel in 2007, in 2008 en 2009 inhet kader van de bovengenoemde opdrachten ondernomen?La mission de cette cellule est multiple et comprendnotamment la rédaction d'un projet de plan d'action pourson service; l'étude des effets sociaux, économique et environnementauxd'une politique proposée avant la prise dedécisions finales; la sensibilisation de son service au développementdurable; l'exécution des mesures du Plan fédéralde Développement durable en cours; le suivi de la durabilitédes marchés publics du service ainsi que le suivi del'exécution de la politique en matière de gestion environnementaleinterne du service.1. Quelle est l'évolution de la composition et du budgetalloué à cette cellule au sein du SPF Mobilité et Transportdepuis le début de cette législature?2. Quelles sont les actions menées au sein de cette celluledurant les années 2007, 2008 et 2009 dans le cadre desmissions citée ci-dessus?3. Met welke resultaten? 3. Quels sont les résultats de ces actions?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 23 maart 2010,op de vraag nr. 130 van de heer volksvertegenwoordigerJean Cornil van 11 februari 2010 (Fr.):1. Aangezien de werking van de cel Duurzame Ontwikkeling(CDO) bij de FOD MV integraal deel uitmaakt vande dagelijkse werking van het Departement, werd er geenspecifiek budget aan toegekend.De enige uitgaven die buiten deze dagelijkse werkingvallen zijn de kosten in het kader van EMAS: vorming enexterne audits voor de verplichte certificering en valideringvan het EMAS-milieubeheersysteem (MBS), waarvan deCDO de werking begeleidt voor het Directiecomité, enigeeindverantwoordelijke voor het MBS. Het totaal van deuitgaven voor de eerste driejarige cyclus wordt geraamd op+- 24.000 euro sinds het stadium van de voorbereidingbegin 2007.Deze uitgaven vloeien voort uit de bepalingen van deEuropese EMAS Verordening nr. 761/2001, de beslissingenvan de Europese Commissie 2001/681/EG, 2006/193/EG, recent vervangen door Verordening nr. 1221/2009 vanhet Parlement en van de Raad van 25 november 2009 overde vrijwillige deelname van organisaties aan een communautairmilieubeheer- en auditsysteem, afgekort "EMAS".De wettelijke verplichting voor alle FOD's en POD's om deEMAS-certificering te behalen voor hun milieubeheersysteemis een gevolg van de beslissing van de ministerraadvan 20 juli 2005, bevestigd op 14 juli 2006.Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 23 mars 2010, à la question n° 130de monsieur le député Jean Cornil du 11 février 2010(Fr.):1. L'action de la Cellule de Développement Durable(CDD) du SPF MT faisant partie à part entière de la gestionjournalière générale du Département, aucun budgetspécifique ne lui est accordé.Les seules dépenses qui se situent en dehors de cette gestionjournalière générale sont les dépenses faites dans lecadre de la formation EMAS et des audits externes de vérificationet de validation obligatoires du système de gestionenvironnementale EMAS (SGE), dont la CDD assure lesuivi pour le Comité de Direction, seul responsable finalpour le SGE. Le total des dépenses pour le premier cycletrisannuel EMAS se situe à +- 24.000 euros depuis le stadede préparation en début 2007.Ces dépenses découlent des prescriptions du RèglementEMAS européen n° 761/2001, les décisions de la Commission2001/681/CE, 2006/193/CE, récemment remplacéspar le Règlement n°1221/2009 du Parlement et du Conseildu 25 novembre 2009 concernant la participation volontaired'organisations à un système communautaire de gestionet d'audit environnemental, "EMAS" en abrégé.L'obligation légale pour tous les SPF en SPP d'obtenir lacertification EMAS pour leur système de gestion environnementalese base sur la décision du Conseil des ministresdu 20 juillet 2005, confirmée le 14 juillet 2006.2.1. Actieplannen van de CDO zelf 2.1. Plans d'action CDD mêmeK A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

408 QRVA 52 10029-03-2010De opdracht van deze cel is meervoudig en omvat ondermeer het opstellen van een ontwerp van actieplan voor hetDepartement, de studie van de sociale, economische enleefmilieugevolgen van de beleidsopties inzake mobiliteiten vervoer vooraleer de uiteindelijke beleidskeuzesgemaakt worden; de sensibilisering van de diverse dienstenvan het Departement inzake duurzame ontwikkeling; uitvoeringvan de maatregelen vervat in het Federaal PlanDuurzame Ontwikkeling I en II (FPDO I II); voorbereidingvan het FPDO III (2009-2012); opvolging van hetbeleid inzake duurzame openbare aanbestedingen van hetDepartement, evenals de opvolging van het beleid metbetrekking tot het intern milieubeheersysteem.De CDO van de FOD MV neemt op federaal niveau deelaan de werkzaamheden van de werkgroepen van de InterdepartementaleCommissie voor Duurzame Ontwikkeling(CIDD), met name wat betreft het uitwerken van de ontwerp-actieplannenvoor de FPDO, het Plan Biodiversiteiten andere.- Wat de economische pijler betreft, waken de diversediensten van de FOD MV in diverse opzichten over devrije mededinging in de transportsector.- Met de sociale aspecten wordt eveneens rekeninggehouden, onder meer inzake de organisatie van het wegvervoer(toezicht op de rij-en rusttijden van beroepschauffeurs).In het kort komt het hier op neer dat de CDO alleaanbevolen sociale maatregelen uit de aanbevelingen vervatin de FPDO I en II opvolgt in het kader van de realisatievan de actieplannen van de onderscheiden directoratengeneraalen ondersteuningsdiensten.- Wat de pijler "zorg voor het leefmilieu" betreft, werktde FOD MV aan een reeks specifieke projecten in hetkader van de eigen actieplannen van de CDO; deze eigenprojecten betreffen alle transportmodi.De resultaten van dit omvangrijke project zijn integraalopgenomen in de database van de InterdepartementaleCommissie voor Duurzame Ontwikkeling (ICDO).La mission de cette Cellule est multiple et comprendnotamment la rédaction d'un projet de plan d'action pour leDépartement; l'étude des effets sociaux, économique etenvironnementaux d'une politique des transports proposéeavant la prise de décisions finales; la sensibilisation desdifférents services du Département au développementdurable; l'exécution des mesures du Plan Fédéral de DéveloppementDurable (PFDD) I et II en cours; la préparationdu PFDD III (2009-2012); le suivi de la durabilité des marchéspublics du Département ainsi que le suivi de l'exécutionde la politique en matière de gestion environnementaleinterne.La CDD du SPF MT participe au niveau fédéral aux travauxde groupes de travail de la Commission Interdépartementalede Développement Durable (CIDD), notamment àl'élaboration des projets des PFDD, du Plan d'action Biodiversité,entre autres.- Concernant le "pilier économique", les différents servicesdu SPF MT oeuvrent à plusieurs niveaux en faveur dela libre concurrence dans le secteur des transports.- Les aspects sociaux sont également pris en comptenotamment dans la réglementation relative à l'organisationdu secteur du transport routier (contrôle du temps deconduite et de repos dans la profession des conducteurs).En somme, les mesures sociales recommandées dans lecadre des recommandations des PFDD I et II sont suiviespar la CDD dans la réalisation des Plans d'action DD desdifférentes directions générales et services d'appui.- Concernant le pilier environnemental, le SPF MT a unesérie de projets spécifiques dans le cadre des plans d'actionde la CDD; ces projets concernent tous les modes de déplacement.Les résultats de ce vaste projet sont repris intégralementdans la base de données de la Commission Interdépartementalede Développement durable (CIDD).2.2. De EMAS actieplannen 2.2. Les Plans d'action EMASDe EMAS-actieplannen van de FOD MV omvatten tweegrote luiken:2.2.1 Het ECO-beheer van het gebouw City Atrium, dehoofdzetel, dat tot doel heeft de ecologische voetafdrukvan onze activiteiten te verminderen inzake verbruik vanenergie, water, brandstof, papier, kantoorbehoeften, mobiliteitvan het personeel, mobiliteit van de bezoekers, enzovoort.Les Plans d'action EMAS du SPF Mobilité et Transportscomportent deux grands volets:2.2.1 ECOgestion du bâtiment City Atrium, le siège principalde décision = réduire l'impact écologique de notreaction dans les domaines de la consommation d'énergie,d'eau, de carburant, de papier, de fournitures de bureau, demobilité du personnel, mobilité des visiteurs, etc.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20104092.2.2. Het luik "Opdrachten" van de FOD MV dat totdoel heeft de schade voor het leefmilieu te beperken vooralle vervoersmodi (het DG Luchtvaart, waarvan de hoofdvestigingniet in het City Atrium is gevestigd, is niet in hetEMAS MBS opgenomen): vervoer van goederen en mobiliteitvan personen via actieplannen van de DG Vervoer teLand (Spoor, Binnenvaart en Wegvervoer), DG MaritiemVervoer en het DG Mobiliteit en Verkeersveiligheid.2.2.3 Deze twee grote luiken van het EMAS MBS wordenondersteund door actieplannen inzake Communicatieen Vorming.3.1 De resultaten van de werkzaamheden van de CDO inhet kader van de federale actieplannen voor duurzame ontwikkeling(FPDO I en II).Het merendeel van de acties in het kader van de eigenactieplannen DO werden verwezenlijkt, met uitzonderingvan die welke verband houden met het GewestelijkExpressnet rond Brussel (GEN), dat nog in uitvoering is, ofdie gelinkt zijn aan de samenwerkingsakkoorden tussen deGewesten, internationale akkoorden of politieke besprekingen.2.2.2. Les "Missions" du SPF MT: réduire les nuisancesécologiques dans tous les modes de transport (à l'exceptiondu mode aérien dont le siège principal de décision n'est passitué dans le bâtiment City Atrium): transport de marchandiseset mobilité des personnes par des Plans d'action desDirections générales Transport Terrestre (Rail, Navigationintérieure et le Transport routier), Transport Maritime etMobilité et Sécurité Routière.2.2.3 Ces deux grands volets du plan d'action EMAS sontsoutenus par des plans d'action en matière de Communicationet de Formation.3.1. Les résultats des travaux de la CDD au niveau desPlans fédéraux de DD (PFDD I et II)La plupart des actions du plan d'action DD ont été exécutéesà l'exception de celles liées au projet RER en coursd'exécution, aux accords de coopération avec les Régionset aux négociations internationales, et aux discussions surle plan politique.Enkele kernacties van de periode 2008-2009 Quelques actions-clés en 2008-2009Bij het DG Vervoer te Land werd de verplichting inzakede verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening ende bereikbaarheid en toegankelijkheid van het spoorvervoer,evenals de verbetering van de milieuprestaties vastgelegdin de beheerscontracten 2008-2012 tussen deBelgische Staat en de drie maatschappijen die de NMBS-Groep vormen.De FOD MV heeft eveneens een belangrijke rol gespeeldinzake het Plan voor de integratie van de Biodiversiteit inde vier federale sleutelsectoren (Economie, InternationaleOntwikkelingssamenwerking, Wetenschapsbeleid enMobiliteit Vervoer) voorzien binnen actie 18 van hetFPDO -II. Een werkgroep aangevoerd door de DirectieMobiliteit, heeft voorstellen in kaart gebracht voor eenaantal concrete acties, met inbegrip van sensibiliseringsactiesen partnerships met ander FOD's. Zo werden inzakebescherming van bedreigde diersoorten en de bestrijdingvan schadelijke exoten voorstellen uitgewerkt voor hetspoorvervoer (bermbeheer, strijd tegen de verbrokkelingvan de habitats) en voor het maritiem vervoer (maatregeleninzake het ballastwater van schepen).3.2 De resultaten van de EMAS-actieplannen die deCDO opvolgtÀ la Direction générale Transport terrestre, des obligationspour l'amélioration de la qualité des services et del'accessibilité des infrastructures ferroviaires, en plus desmesures environnementales, ont été inclues dans lescontrats de gestion 2008-2012 entre l'État belge et les troissociétés composant le Groupe SNCB.Le SPF MT a également joué un rôle important quant auPlan pour l'intégration de la Biodiversité dans quatre secteursfédéraux clés (Économie, Coopération internationaleau développement, Politique scientifique et Transports),prévue par l'action 18 du PFDD-II. Un groupe de travail,piloté au sein de la direction Mobilité, a préparé les propositionsde fiches avec un certain nombre d'actions concrètesy compris des actions de sensibilisation en partenariatavec d'autres SPF. À ce propos, les préoccupations sur leplan de la conservation des espèces et de la limitation desespèces exotiques envahissantes font l'objet de propositionsen matière de transport ferroviaire (gestion des berges;morcellement du territoire) et de transport maritime(mesures en matière d'eau de ballast des navires).3.2 Les résultats des travaux suivis par la CDD au niveaude EMASK A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

410 QRVA 52 10029-03-2010Wat de resultaten betreft in het kader van EMAS inzakebeperking van de weerslag op het leefmilieu van de activiteitengevestigd in de hoofdzetel, het gebouw City Atrium,gelegen Vooruitgangsstraat 56, te 1210 Brussel, hebben derapportages over de verwezenlijking van dit MBS en deresultaten van de externe audits de FOD MV in staatgesteld elk jaar van de driejarige EMAS-cyclus (juli 2007-juli 2010) de hernieuwing te bekomen van de EMAS- certificering.De FOD MV is vastbesloten zijn inspanningenvoort te zetten om dit label te behouden.De resultaten van dit veelomvattende project kunnenworden geraadpleegd onder de hoofdstukken "ECObeheer"en "Opdrachten" in de "EMAS-Leefmilieuverklaring"die in extenso gepubliceerd is op de website van deFOD MV: www.mobilit.be.Pour des aspects liés à gestion environnementale de sesactivités situés dans son site principal de décision, le bâtimentCity Atrium, sis 56, rue du Progrès à 1210 Bruxellesdans le cadre d' EMAS, les rapports sur la réalisation de ceprogramme et les résultats des Audits externes ont permisau SPF MT de revalider chaque année la certification environnementaleobtenue pour trois ans (juillet 2007 à juillet2010). Le SPF MT est décidé à poursuivre ses efforts pourgarder ce label.Les résultats de ce vaste projet peuvent être consultéssous les chapitres "Ecogestion" et "Missions" dans la"Déclaration environnementale EMAS" publiée in extensosur le site internet du SPF MT: www.mobilit.be.DO 2009201015070Vraag nr. 138 van de heer volksvertegenwoordiger JefVan den Bergh van 23 februari 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :Rijgeschiktheid in geval van fysieke en geestelijke aandoeningen.In het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffendehet rijbewijs wordt bepaald dat een kandidaat slechts rijgeschiktkan worden verklaard indien hij aan een aantal voorgeschrevenmedische minimumnormen voldoet en vrij isvan lichamelijke of geestelijke aandoeningen of afwijkingendie zijn functionele mogelijkheden zodanig zoudenkunnen beperken dat hij een gevaar kan opleveren voor deveiligheid bij het besturen van een motorvoertuig. In bijlageVI bij dit koninklijk besluit staan deze minimumnormenopgesomd.Wat specifiek de fysieke en geestelijke geschiktheid omte sturen betreft worden voorwaarden vastgelegd voor kandidaat-bestuurdersdie lijden aan neurologische aandoeningen,geestelijke aandoeningen, epilepsie, pathologischesomnolentie, locomotorische aandoeningen, aandoeningenvan hart en bloedvaten, diabetes mellitus of aandoeningenvan het gehoor en vestibulair systeem. Een kandidaatbestuurderdie hieraan niet voldoet, kan geen rijbewijs krijgen.DO 2009201015070Question n° 138 de monsieur le député JefVan den Bergh du 23 février 2010 (N.) ausecrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premierministre:L'aptitude à la conduite en cas d'affections physiques etpsychiques.L'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis deconduire stipule qu'un candidat ne peut être déclaré apte àla conduite que s'il satisfait à un certain nombre de normesmédicales minimales et est exempt de toute affection ouanomalie physique ou psychique qui entraîne un degréd'incapacité fonctionnelle de nature à compromettre lasécurité lors de la conduite d'un véhicule à moteur. Cesnormes minimales sont énumérées à l'annexe VI de cetarrêté royal.En ce qui concerne spécifiquement l'aptitude physique etpsychique à la conduite, des conditions sont fixées pour lescandidats au permis de conduire qui souffrent d'affectionsnerveuses ou psychiques, d'épilepsie, de somnolencepathologique, de troubles locomoteurs, d'affections du systèmecardio-vasculaire, de diabète sucré ou d'affections del'audition et du système vestibulaire. Le candidat au permisde conduire qui ne satisfait pas à ces conditions ne peutobtenir le permis de conduire.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010411In artikel 24 van de wet van 16 maart 1968 betreffendede politie over het wegverkeer, wordt eveneens bepaald dateen houder van een Belgisch rijbewijs die lijdt aan één vande opgesomde lichaamsgebreken of kwalen of die niet voldoetaan het geneeskundig onderzoek, verplicht is binnende vier dagen na de dag waarop hij kennis krijgt van hetlichaamsgebrek of van de kwaal, of binnen vier dagen nade intrekking van het getuigschrift van geneeskundigeschifting, zijn rijbewijs moet inleveren bij het overheidsorgaandat het heeft afgegeven, hetzij voor kanttekening, hetzijvoor intrekking.Richtlijn 2009/112/EG en richtlijn 2009/113/EG vervangeneerdere Europese richtlijnen op dit vlak. Zij zullen viaeen koninklijk besluit in Belgische wetgeving wordenomgezet.1. Wat is de stand van zaken van het koninklijk besluitdat de bestaande minimumnormen en attesten inzake delichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturenvan een motorvoertuig zal aanpassen?2. Op welke vlakken wijkt dit (ontwerp van) koninklijkbesluit af van de bestaande bepalingen in de wetgeving?3. Aan hoeveel kandidaat-bestuurders die een rijbewijs,een voorlopig rijbewijs of een leervergunning aanvragen,wordt dit geweigerd op grond van de in bijlage VI opgesomdemedische minimumnormen? Graag de cijfers vande afgelopen jaren, per jaar, gegroepeerd per aandoeningen type rijbewijs.4. a) Wat zijn de statistieken met betrekking tot het verplichtspontaan inleveren van het rijbewijs binnen de vierdagen? Graag de cijfers van de afgelopen jaren, per jaar,gegroepeerd per aandoening en type rijbewijs.b) Hoeveel van deze personen kregen hun rijbewijs terug,na medisch onderzoek en doktersattest?5. Hoe wordt de aansprakelijkheid geregeld wanneer eenbestuurder die na medisch onderzoek zijn rijbewijs heeftteruggekregen een ongeval veroorzaakt te wijten aan deeerdere aandoening?L'article 24 de la loi du 16 mars 1968 relative à la policede la circulation routière stipule également que s'il estatteint d'un des défauts physiques ou affections énumérésou s'il ne satisfait pas à l'examen médical, le titulaire d'unpermis de conduire belge doit présenter son permis àl'autorité qui l'a délivré, soit pour émargement soit pourretrait, dans un délai de quatre jours suivant la date àlaquelle il a eu connaissance du défaut ou de l'affection, oudans les quatre jours du retrait du certificat de sélectionmédicale.La directive 2009/112/CE et la directive 2009/113/CEremplacent des directives européennes édictées précédemmentà ce sujet. Elles seront transposées dans la législationbelge par arrêté royal.1. Où en est l'arrêté royal qui adaptera les normes minimaleset attestations existantes relatives à l'aptitude physiqueet psychique à conduire un véhicule à moteur?2. Sur quels plans ce projet d'arrêté royal déroge-t-il auxdispositions législatives existantes?3. Combien de candidats à la conduite qui demandent unpermis de conduire, un permis de conduire provisoire ouune licence d'apprentissage sont confrontés à un refus envertu des normes médicales minimales énumérés àl'annexe VI? Pouvez-vous communiquer les chiffres desdernières années, par affection et par type de permis deconduire?4. a) Quelles sont les statistiques relatives à l'obligationde remise spontanée du permis de conduire dans les quatrejours? Pouvez-vous communiquer les chiffres des dernièresannées, par année, par affection et par type de permisde conduire?b) Combien de ces personnes ont-elles récupéré leur permisde conduire, après un examen médical et sur présentationd'un certificat médical?5. Comment les responsabilités sont-elles établieslorsqu'un conducteur qui a récupéré son permis deconduire à la suite d'un examen médical provoque un accidentdû à l'affection dont il souffrait?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

412 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 23 maart 2010,op de vraag nr. 138 van de heer volksvertegenwoordigerJef Van den Bergh van 23 februari 2010(N.):1. Aangezien beide richtlijnen 2009/112/EG en 2009/113/EG in de loop van dit jaar in Belgisch recht dienen teworden omgezet, wordt op dit ogenblik gewerkt aan eenkoninklijk besluit dat de bestaande minimumnormeninzake de lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor hetbesturen van een motorvoertuig zal aanpassen.2. Dit koninklijk besluit zal wijzigingen bevatten betreffendegezichtsvermogen, diabetes mellitus en epilepsiedaar waar het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffendehet rijbewijs niet langer zal overeenstemmen met bijlageIII van richtlijn 91/439/EEG of met bijlage III vanrichtlijn 2006/126/EG.3. De aanvraag om een rijbewijs van kandidaten vangroep 1 die de verklaring op eer, zoals bedoeld in artikel 41van het koninklijk besluit van 23 maart 1998, niet kanondertekenen, zal worden geweigerd indien geen rijgeschiktheidsattestkan worden voorgelegd.Kandidaten van groep 2 dienen in elk geval een rijgeschiktheidsattestte kunnen voorleggen bij hun aanvraagom een rijbewijs.Er worden geen gegevens bijgehouden van aanvragenom een rijbewijs die worden geweigerd omdat de aanvragerde verklaring op eer niet kan ondertekenen of geen rijgeschiktheidsattestkan voorleggen. Deze aanvragenvoldoen immers niet aan de formele voorwaarden in hetkoninklijk besluit.Het is niet bekend hoeveel negatieve rijgeschiktheidsattestenworden bewaard door de gemeenten waar de betreffendeaanvragen werden ingediend.4. a) Er zijn geen statistieken voorhanden betreffende despontane inlevering van het rijbewijs, zoals bedoeld in artikel24 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politieover het wegverkeer.b) Er zijn evenmin statistieken beschikbaar over personendie na inlevering hun rijbewijs terugkrijgen.5. In de eerste plaats is de bestuurder aansprakelijk voorde schade die hij door zijn daad of zijn nalatigheid heeftaangericht. De eventuele verantwoordelijkheid van de artsdie het rijgeschiktheidsattest opmaakte, beperkt zich totwat hij weet op het moment dat hij het attest opmaakt entot de verplichtingen vervat in de artikelen 41 en 44 tot 46van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffendehet rijbewijs.Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 23 mars 2010, à la question n° 138de monsieur le député Jef Van den Bergh du 23 février2010 (N.):1. Attendu que les deux directives 2009/112/CE et 2009/113/CE doivent être transposées en droit belge dans le courantde cette année, un arrêté royal modifiant les normesminimales concernant l'aptitude physique et psychique estrédigé actuellement.2. Cet arrêté royal contiendra des modifications concernantla vision, le diabète sucré et l'épilepsie là où l'arrêtéroyal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire ne correspondraplus à l'annexe III de la directive 91/439/EEGou ne correspondra plus à l'annexe III de la directive 2006/126/EG.3. La demande d'un permis de conduire des candidats dugroupe 1 qui ne peuvent pas signer la déclaration sur l'honneur,telle que prévue à l'article 41 de l'arrêté royal du23 mars 1998, ou qui ne peuvent pas produire une attestationd'aptitude, sera refusée.Les candidats du groupe 2 doivent dans tous les cas produireune attestation d'aptitude en demandant un permis.On ne réunit pas de données concernant les demandesd'un permis qui sont refusées parce que le demandeur nepeut pas signer la déclaration sur l'honneur ou ne peut pasproduire une attestation d'aptitude. En effet ces demandesne répondent pas aux conditions de l'arrêté royal.Le nombre d'attestations d'aptitude négatives gardées parles communes où les demandes en question ont été présentéesest inconnu.4. a) Il n'existe pas de statistiques concernant la remisespontanée du permis telle que prévue à l'article 24 de la loidu 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière.b) Il n'existe pas non plus de statistiques concernant despersonnes qui recouvrent leur permis après cette remise.5. Tout d'abord le chauffeur est responsable pour le dommagequ'il a causé par son acte ou par sa négligence.L'éventuelle responsabilité du docteur qui a établi l'attestationd'aptitude se limite aux éléments qu'il connait lorsqu'ilétablit l'attestation et aux obligations des articles 41 et 44 à46 de l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis deconduire.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010413DO 2009201015108Vraag nr. 139 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 24 februari 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :Luchthavens. - Aantal passagiers.De luchthaven van Charleroi zou in de maand januari2010 bijna 300.000 passagiers hebben ontvangen, wat eenstijging zou betekenen ten opzichte van dezelfde periodevorig jaar met 36%. Te danken aan de goedkope tarievenen een stijgend aanbod, als we de woordvoerders van deluchthaven mogen geloven. Charleroi - of Brussels South -zou vorig jaar bijvoorbeeld 23 nieuwe bestemmingen hebbenkunnen aanbieden. In 2010 zouden er 14 nieuwebestemmingen bijkomen.1. Kan u mij cijfermateriaal meedelen van het aantal passagiersin de maand januari van 2008, 2007, 2006 en 2005van de luchthaven van Charleroi?2. Kan u mij cijfermateriaal meedelen over dezelfde periode,maar voor de andere luchthavens in België?3. a) Hoeveel nieuwe bestemmingen kwamen er de afgelopenjaren bij in de andere luchthavens?b) Hoeveel bestemmingen werden er geschrapt in deandere Belgische luchthavens?4. Dezelfde vragen als onder 1, 2 en 3, maar dan watbetreft het goederenverkeer.Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 24 maart 2010,op de vraag nr. 139 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 24 februari 2010 (N.):1. + 2. De onderstaande tabel geeft het aantal passagiersweer dat in de loop van de maand januari van de jaren 2005tot en met 2010 van de Belgische luchthavens gebruikmaakte.DO 2009201015108Question n° 139 de monsieur le député Peter Logghe du24 février 2010 (N.) au secrétaire d'État à laMobilité, adjoint au premier ministre:Aéroports. - Nombre de passagers.Au cours du mois de janvier 2010, l'aéroport de Charleroiaurait accueilli près de 300 000 passagers, ce qui représenteraitune augmentation de 36 % par rapport à la mêmepériode l'an dernier.. Si l'on en croit les porte-parole del'aéroport, cette augmentation serait due aux tarifs bonmarché pratiqués par cet aéroport et à l'offre croissantequ'il propose. L'aéroport de Charleroi - ou Brussels South- aurait proposé l'an dernier vingt-trois nouvelles destinations.En 2010, quatorze nouvelles destinations devraients'y ajouter.1. Pourriez-vous me fournir les chiffres relatifs au nombrede passagers accueillis à l'aéroport de Charleroi en janvier2008, 2007, 2006 et 2005?2. Pourriez-vous me fournir les chiffres relatifs à lamême période mais pour les autres aéroports de Belgique?3. a) Combien de nouvelles destinations se sont-ellesajoutées, au cours des dernières années, à l'offre proposéepar les autres aéroports?b) Combien de destinations ont-elles été supprimées dansles autres aéroports belges?4. Mêmes questions qu'aux points 1, 2 et 3 mais en ce quiconcerne le transport de fret.Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 24 mars 2010, à la question n° 139de monsieur le député Peter Logghe du 24 février 2010(N.):1. + 2. Le tableau ci-dessous reprend le nombre de passagersdans les mois de janvier des années 2005 à 2010 auxaéroports belges.2005 2006 2007 2008 2009 2010BRU 987 193 1 009 700 1 039 256 1 201 995 1 016 367 1 035 030OST 7 823 7 593 7 775 7 705 7 343 6 500ANR 10 057 10 066 11 572 11 651 10 833 10 854CRL 133 168 125 513 172 864 184 785 218 457 296 918LGG 6 200 10 160 7 480 9 038 14 169 11 620K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

414 QRVA 52 10029-03-20103. a) + b) De onderstaande tabel geeft het aantal nieuween geschrapte bestemmingen in het passagiersverkeer weerop de andere Belgische luchthavens in de periode 2005 -2010 (periode tot midden-maart).3. a) + b) Le tableau ci-dessous reprend les destinationsnouvelles et supprimées dans le trafic des passagers auxautres aéroports belges dans les années 2005 à 2010 (jusquemi-mars).BRU OST ANR LGG200520062007200820092010Nouveau/nieuw 4 3 0 inc.Supprimé/geschrapt 1 inc. 0 inc.Nouveau/nieuw 4 3 1 inc.Supprimé/geschrapt 2 inc. 0 inc.Nouveau/nieuw 6 2 0 inc.Supprimé/geschrapt 3 inc. 0 inc.Nouveau/nieuw 5 0 0 inc.Supprimé/geschrapt 4 inc. 1 inc.Nouveau/nieuw 6 0 1 inc.Supprimé/geschrapt 3 1 1 inc.Nouveau/nieuw 7 inc. 0 inc.Supprimé/geschrapt 0 inc. 0 inc.4. De onderstaande tabel geeft het aantal ton cargo (induizendtallen) weer dat in de loop van de maand januarivan de jaren 2005 tot en met 2010 vanop Belgische luchthavensvervoerd werd.4. Le tableau ci-dessous reprend les tonnes de cargo (enmilliers) qui ont été transportées des aéroports belges aucours du mois de janvier des années 2005 à 2010.2005 2006 2007 2008 2009 2010BRU 54,5 55,2 53,5 66,5 33,1 36,1OST 11,4 8,1 10,4 7 7,3 7,4ANR 0,3 0,4 0,4 0,4 0,3 0,3CRL 0,2 inc. 1,3 inc. inc. inc.LGG 24,6 32,2 37,7 46,8 33,7 52,1K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010415De onderstaande tabel geeft het aantal nieuwe engeschrapte bestemmingen in het vrachtvervoer weer op deandere Belgische luchthavens in de periode 2005 - 2010(periode tot midden-maart).Le tableau ci-dessous reprend les destinations nouvelleset supprimées dans le trafic cargo aux autres aéroports belgesdans les années 2005 à 2010 (jusque mi-mars).BRU OST ANR LGG200520062007200820092010Nouveau/nieuw 1inc.Supprimé/geschrapt 0 inc.Nouveau/nieuwSupprimé/geschraptNouveau/nieuwSupprimé/geschrapt1141Ces aéroports n’offrentque des vols cargosur base ad-hoc (lesdestinations varient) /inc.inc.inc.inc.Nouveau/nieuw 5 inc.Supprimé/geschraptNouveau/nieuwSupprimé/geschrapt2114Deze luchthavens hebbenenkel chartervluchtenop ad-hoc-basis(steeds wisselendebestemmingen)inc.inc.inc.Nouveau/nieuw 1 inc.Supprimé/geschrapt 2 inc.DO 2009201015135Vraag nr. 140 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 25 februari 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :Slechte wegen. - Schade aan auto's.De automobielsector klaagt over de slechte toestand vanhet wegdek in België. Ze krijgt gelijk uit de hoek van pechverhelpers.De lamentabele toestand van de wegen zorgt ernamelijk voor dat de automobilisten deze winter meerschade aan het voertuig hebben dan normaal. Bij Carglassbijvoorbeeld merken ze een stijging van minstens 10%,ook bij Touring zijn er meer oproepen dan anders binnengekomen.De schade heeft vooral betrekking op lekke bandenen barstjes in de voorruit.1. Heeft men cijfergegevens betreffende het aantal oproepentot pechverhelping tijdens de opeenvolgende wintersvan 2005 tot en met die van 2010?2. Heeft men daarenboven zicht op de meerkost van dewinter dit jaar op het vlak van pechverhelping?DO 2009201015135Question n° 140 de monsieur le député Peter Logghe du25 février 2010 (N.) au secrétaire d'État à laMobilité, adjoint au premier ministre:Routes en mauvais état. - Voitures endommagées.Les représentants du secteur automobile se plaignent dumauvais état des revêtements routiers en Belgique et sontde plus en plus rejoints dans ce constat par les dépanneurs.Cet hiver, l'état lamentable des routes a en effet occasionnédavantage de dommages aux véhicules que d'habitude. Lesresponsables de Carglass, par exemple, observent unehausse du nombre de cas d'au moins 10 %. Touring a égalementnoté un nombre d'appels supérieur à la normale.Les dommages concernent principalement des crevaisonset des fissures dans le pare-brise.1. Dispose-t-on de statistiques relatives au nombred'appels de dépannage enregistrés durant les hivers 2005 à2010?2. Connaît-on le montant du surcoût que représente cethiver par rapport aux précédents sur le plan des dépannages?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

416 QRVA 52 10029-03-20103. a) Heeft het gure winterweer gezorgd voor een toenamevan het aantal reizigers dat het openbaar vervoerheeft gebruikt?3. a) L'hiver rigoureux de cette année a-t-il entraîné uneaugmentation du nombre de voyageurs ayant emprunté lestransports en commun?b) Zo ja, in welke mate? b) Dans l'affirmative, dans quelle mesure?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 24 maart 2010,op de vraag nr. 140 van de heer volksvertegenwoordigerPeter Logghe van 25 februari 2010 (N.):1. en 2. Het lijkt me plausibel dat er door de abnormaleschade aan de wegen, tengevolge van de harde winter,bepaalde onderdelen, zoals de ophanging, de velgen en debanden van de auto's zwaarder op de proef worden gesteld.En ook dat meer voorruiten beschadigingen vertonen dooropspringende stenen.Dit vertaalt zich niet noodzakelijk in een groter aantaloproepen bij de pechverhelpingsorganisaties omdat hetmerendeel van de vastgestelde gebreken ook direct in eengarage of bandencentrale kunnen hersteld worden.Ik heb echter geen globaal zicht op de omvang van alleschadegevallen die te wijten zouden zijn aan de door dewinter veroorzaakte schade aan de wegen. De garagesectorzal daarover eventueel een estimatie kunnen geven. Ditgeldt trouwens ook voor de globale kost van deze schadegevallen.3. Het is wellicht zo dat bij winterse weersomstandighedenmeer mensen het openbaar vervoer nemen, maar ikbeschik over geen statistische gegevens ter zake.Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 24 mars 2010, à la question n° 140de monsieur le député Peter Logghe du 25 février 2010(N.):1. et 2. En raison des dégâts anormaux causés aux routes,suite à la rigueur de l'hiver, il me semble plausible que certainespièces, telles que la suspension, les jantes et lespneus de voitures aient été mis davantage à l'épreuve. Etégalement que plus de pare-brises présentent des dégâtssuite à des projections de cailloux.2. Cela ne se traduit pas nécessairement par un plus grandnombre d'appels aux organisations de dépannage, en raisondu fait que la majorité des défaillances constatées peuventégalement être réparées dans un garage ou une centrale depneus.Toutefois, je n'ai pas une vue d'ensemble sur l'enverguredes sinistres qui auraient été causés par les dégâts aux routesdû à l'hiver. Le secteur des garages sera éventuellementen mesure de donner une estimation. Cela vaut d'ailleursaussi pour le coût global de ces sinistres.3. Probablement plus de gens utilisent les transportspublics en cas de météo hivernale; toutefois je ne disposepas de données statistiques en la matière.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010417DO 2009201015226Vraag nr. 143 van de heer volksvertegenwoordiger JeanCornil van 03 maart 2010 (Fr.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :FOD Mobiliteit en Vervoer.- Rationalisatie van de verplaatsingenvan de ambtenaren.Actie 17 van het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling(FPDO) 2004-2008 betreft de voorbeeldfunctievan de overheid. Daarin wordt gesteld dat de verplaatsingenvan de ambtenaren aanzienlijke milieuhinder veroorzaken.Daarom moet een door een onafhankelijk orgaangecertificeerd internationaal milieuzorgsysteem op termijneen verplicht instrument worden voor alle FOD's. Die verplichtingwerd op 20 juli 2005 bekrachtigd door de ministerraad.Die besliste ook dat elke federale overheidsdienst(FOD) uiterlijk in 2007 een door de Europese Commissieingevoerd en erkend milieuzorgsysteem zou moeten hanteren.Door dergelijke systemen worden administraties verplichtde milieu-impact van hun activiteiten te verminderenen hun milieuperformantie geleidelijk aan te verbeteren,ook op het stuk van mobiliteit.De rationalisatie van de vliegreizen van de ambtenarenvan de federale overheidsdiensten, waarbij die indienmogelijk met de trein zouden reizen, en de compensatievan de CO2-uitstoot van vliegreizen komen in die contextnaar voren als prioritaire maatregelen.1. a) Reizen de ambtenaren van de FOD Mobiliteit enVervoer met de trein in plaats van per vliegtuig voordienstreizen over afstanden van minder dan 300 km (naarParijs, Londen, Den Haag, Luxemburg, enz.)?b) In hoeverre gebeurt dat? b) Dans quelle proportion?2. a) Reizen de ambtenaren van de FOD Mobiliteit enVervoer met de trein in plaats van per vliegtuig voordienstreizen waarvan de bestemming op minder dan 8 uurreizen ligt (Marseille, Genève, Lausanne, enz.)?b) In hoeverre gebeurt dat? b) Dans quelle proportion?3. Welke maatregelen neemt de FOD Mobiliteit en Vervoerom de koolstofuitstoot van vliegreizen te compenseren?DO 2009201015226Question n° 143 de monsieur le député Jean Cornil du03 mars 2010 (Fr.) au secrétaire d'État à laMobilité, adjoint au premier ministre:SPF Mobilité et Transports. - La rationalisation des déplacementsdes agents.L'action 17 du PFDD 2004-2008 (Plan fédéral de développementdurable) établit que la mobilité des fonctionnairesentraîne d'importantes nuisances environnementales, etqu'à terme un système international reconnu de gestionenvironnementale doit devenir un instrument obligatoirepour tous les SPF. Cette obligation a été entérinée par ladécision du Conseil des ministres du 20 juillet 2005, imposantà chaque service public fédéral (SPF) de se doter, auplus tard en 2007, d'un système de gestion environnementalmis en place et agrée par la Commission européenne.Ce type de système impose aux administrations de réduirel'impact de leurs activités sur l'environnement et d'améliorerprogressivement leurs performances environnementales,y compris les aspects liés à la mobilité.Dans ce contexte, la rationalisation des déplacements enavion des agents des services publics fédéraux par lerecours au train lorsque cela est praticable et la compensationdes émissions de CO2 générées par les déplacementspar avion apparaissent comme des mesures prioritaires.1. a) Est-ce que le SPF Mobilité et Transports recourt autrain à la place de l'avion pour le déplacement de ses fonctionnaireslorsque celui-ci est au minimum inférieur à 300km (Paris, Londres, La Haie, Luxembourg, etc.)?2. a) Est-ce que le SPF Mobilité et Transports recourt autrain à la place de l'avion pour le déplacement de ses fonctionnaireslorsque la destination est atteignable dans undélai inférieur à 8 heures (Marseille, Genève, Lausanne,etc.)?3. Quelles sont les mesures de compensation carbone prisespar le SPF Mobilité et Transports pour compenser lesdéplacements effectués par avion?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

418 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 22 maart 2010,op de vraag nr. 143 van de heer volksvertegenwoordigerJean Cornil van 03 maart 2010 (Fr.):1-2 a) Sinds juli 2007, gebeurt elke verplaatsingsopdrachtnaar een van de bestemmingen die door Thalys enEurostar worden bediend alsook naar Bonn, Rijsel, Straatsburg,Hoofddorp, Utrecht, Luxemburg en Maastricht pertrein, behoudens een degelijk uitzonderlijke verantwoordeafwijking goedgekeurd door de Voorzitter van het Directiecomité.De personeelsleden van het ministerie werden hierovermet een dienstnota geïnformeerd.In het kader van de duurzame ontwikkeling en van hetEMAS-project dat ernaar streeft het milieuaspect in deactiviteiten en opdrachten van de FOD te integreren,gebeuren de verplaatsingen in Europa bij voorkeur pertrein op voorwaarde dat de totale duur van de treinrit detotale reisduur van het andere mogelijke vervoermiddel(vliegtuig of wagen) niet met meer dan 50% overschrijdten dat de arbeidstijden dit toelaten.1-2 b) Op 682 gemaakte zendingen in 2009, gebeurden er379 verplaatsingen met de trein, 246 met het vliegtuig et57 met de wagen (voornamelijk naar Nederland, in havengebiedenof in grensgebieden).De 379 reizen per trein zijn als volgt verdeeld:Duitsland: 70 Allemagne: 70Oostenrijk: 2 Autriche: 2Denemarken: 1 Danemark: 1Frankrijk: 174 France: 174Luxemburg: 9 Luxembourg: 9Nederland: 65 Pays-Bas: 65Verenigd Koninkrijk: 41Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 22 mars 2010, à la question n° 143de monsieur le député Jean Cornil du 03 mars 2010(Fr.):1-2 a) Depuis juillet 2007, toute mission à l'étranger versl'une des destinations desservies par les lignes Thalys etEurostar ainsi que vers Bonn, Lille, Strasbourg, Hoofddorp,Utrecht, Luxembourg ou Maastricht doit être effectuéeexclusivement en train, sauf dérogation exceptionnelledûment justifiée et approuvée par la Présidente du Comitéde Direction.L'ensemble du personnel du département en est informépar note de service.Dans le cadre du développement durable et du projetEMAS visant une intégration de la composante environnementaledans le cadre des activités et des missions du SPF,les déplacements en Europe se font de préférence en train àcondition que la durée totale du trajet en train ne dépassepas de plus de 50% le temps total de l'autre moyen detransport envisageable (avion ou voiture) et que les horairesde travail le permettent.1-2 b) Sur 682 missions effectuées en 2009, 379 ont faitl'objet d'un déplacement en train, 246 en avion et 57 envoiture (au Pays-Bas essentiellement, en zone portuaire ouen zone frontalière).Les 379 voyages en train se ventilent comme suit:Royaume-Uni:41Zwitserland: 14 Suisse: 14Tsjechië: 2 Tchéquie: 23) Thans is in het departement geen maatregel genomeninzake compensatie van CO2-uitstoot voor verplaatsingenafgelegd met het vliegtuig.3) À l'heure actuelle, aucun mesure en matière de compensationdes émissions de CO2 pour les déplacementseffectués par avion n'est prise au sein du département.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010419DO 2009201015302Vraag nr. 144 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 08 maart 2010 (Fr.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :Medische getuigschriften voor het rijden zonder veiligheidsgordel.Volgens de Vlaamse pers van 5 februari 2010 heeft ublijk gegeven van uw voornemen om het aantal medischegetuigschriften die worden afgeleverd om te rijden zondergordel, drastisch te verminderen. Samen met de verenigingenheeft u de wens geopperd een beperkte lijst op stellenvan ernstige aandoeningen die in aanmerking komen voorhet afleveren van die getuigschriften. Tussen 1975 en 2007hebben bijna 300.000 Belgen er gebruik kunnen vanmaken, en in meer dan 250.000 gevallen had het getuigschrifteen onbeperkte geldigheidsduur.1. Welke medische aandoeningen rechtvaardigenmomenteel het rijden zonder veiligheidsgordel?2. Welke aandoeningen moeten op langere termijn van delijst geschrapt worden?3. a) Hoeveel medische getuigschriften die het dragenvan de gordel verbieden werden in 2008 en 2009 afgeleverd?b) Is er een stijging van dat cijfer ten opzichte van devorige jaren?c) Overweegt u het drastisch terugschroeven van demogelijkheid om een medisch getuigschrift voor onbepaaldeduur te verkrijgen?4. In België doen acht personen op tien hun gordel omwanneer ze vooraan in de auto zitten tegen slechts 44 procentwanneer ze achteraan in de auto zitten. Overweegt unieuwe maatregelen om dat cijfer op te trekken?DO 2009201015302Question n° 144 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 08 mars 2010 (Fr.) au secrétaire d'État à laMobilité, adjoint au premier ministre:Certificats médicaux délivrés pour conduire sans ceinturede sécurité.Selon la presse flamande le 5 février 2010, vous avezmanifesté l'intention de réduire de manière drastique lenombre de certificats médicaux délivrés pour conduiresans ceinture de sécurité. En collaboration avec les associationsde médecins, vous avez émis le souhait d'établir uneliste réduite des affections sérieuses permettant la délivrancede tels certificats. De 1975 à 2007, près de 300.000 Belgesen ont bénéficié, et dans plus de 250.000 cas, lecertificat avait une durée de validité illimitée.1. Quelles sont actuellement les affections médicalespouvant justifier de conduire sans ceinture de sécurité?2. Quelles devraient être à terme les affections suppriméesde la liste?3. a) Combien de certificats médicaux d'interdiction duport de la ceinture ont-ils été délivrés en 2008 et 2009?b) Ce chiffre est-il en augmentation par rapports auxannées précédentes?c) Envisagez-vous de réduire de manière drastique lapossibilité d'obtenir un certificat médical d'une durée illimitée?4. Huit conducteurs sur dix en Belgique bouclent leurceinture à l'avant, pour à peine 44% à l'arrière. Envisagezvousde prendre de nouvelles mesures pour augmenter cetaux?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

420 QRVA 52 10029-03-2010Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 29 maart 2010,op de vraag nr. 144 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 08 maart 2010 (Fr.):Ik verwijs het geachte lid naar mijn antwoord op de vraagvan mevrouw Magda Raemaekers over "de vrijstellingenvoor het dragen van de autogordel" (nr. 19270), gepubliceerdin het Integraal Verslag van de commissie voor deInfrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van8 februari 2010 (CRIV 52 COM 782 - blz. 38) en op desamengevoegde mondelinge vragen van de heer Paul Vanhieover "de vrijstellingen voor gordels" (nr. 19296) en vande heer David Lavaux over "de eventuele misbruikeninzake de vrijstellingen voor het dragen van de veiligheidsgordel"(nr. 19598), gepubliceerd in het Integraal Verslagvan de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en deOverheidsbedrijven van 17 maart 2010 (CRIV 52 COM838 - blz. 4).Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 29 mars 2010, à la question n° 144de monsieur le député Daniel Ducarme du 08 mars2010 (Fr.):Je renvoie l'honorable membre à ma réponse à la questionde madame Magda Raemaekers sur "les dispensespour le port de la ceinture de sécurité" (n° 19270), publiéedans le Compte Rendu Intégral de la commission del'Infrastructure, des Communications et des Entreprisespubliques du 8 février 2010 (CRIV 52 COM 782 - p. 38) età ma réponse aux questions jointes de monsieur Paul Vanhiesur "les dispenses relatives au port de la ceinture desécurité" (n° 19296) et de monsieur David Lavaux sur "leséventuels abus de dispenses de port de ceintures de sécurité"(n° 19598), publiée dans le Compte Rendu Intégral dela commission de l'Infrastructure, des Communications etdes Entreprises publiques du 17 mars 2010 (CRIV 52COM 838 - p. 4).DO 2009201015361Vraag nr. 149 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 12 maart 2010 (Fr.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :Kruispuntbank van de voertuigen.De ministerraad keurde op 5 februari 2010 een wetsontwerptot oprichting van de kruispuntbank van de voertuigengoed. Dankzij deze nieuwe informaticatoepassingzullen een hele reeks overheidsdiensten (fiscus, politie,justitie) en andere diensten (technische keuring, verzekeringen,CAR-PASS) snel informatie kunnen opvragen. Denieuwe centrale databank zal op een geautomatiseerdewijze en realtime onlinegegevens ter beschikking stellenmet betrekking tot niet verzekerde voertuigen, voertuigendie niet werden aangeboden voor de technische keuring,gestolen en verdwenen voertuigen, alle vormen van criminaliteiten oplichting in verband met voertuigen, afgedanktevoertuigen en boeten.De nieuwe databank zal een betere politionele samenwerkingen gegevensuitwisseling in de Europese Uniemogelijk maken. Ze zal alle gegevens in verband met devoertuigen bevatten, met inbegrip van de namen van dehouder van de nummerplaat en van de eigenaar van hetvoertuig. Momenteel kan de identiteit van de eigenaar nietworden achterhaald wanneer het voertuig geen nummerplaat(meer) heeft.1. Wanneer zou die nieuwe databank effectief in gebruikworden genomen?DO 2009201015361Question n° 149 de monsieur le député Daniel Ducarmedu 12 mars 2010 (Fr.) au secrétaire d'État à laMobilité, adjoint au premier ministre:La banque-carrefour pour les véhicules.Le Conseil des ministres a approuvé le 5 février 2010 unprojet de loi relatif à la création de la banque-carrefourpour les véhicules. Cette nouvelle application informatiquepermettra à toute une série de services publics (fisc, police,justice) et à d'autres services (contrôle technique, assurances,CAR-PASS) d'interroger rapidement la base de données.La nouvelle banque de données centrale de véhiculesfournira d'une façon automatique les données en ligne et entemps réel ayant trait aux véhicules non assurés, aux véhiculesnon contrôlés, aux véhicules volés ou disparus et àtoutes formes de criminalité et escroqueries automobiles,aux véhicules mis au rebut, aux amendes.Elle permettra une meilleure coopération policière et unéchange de données au sein de l'Union européenne. Ellecontiendra toutes les données des véhicules, les noms dudétenteur de la plaque d'immatriculation et du propriétairedu véhicule. Actuellement, on ne sait pas qui est le propriétairedu véhicule si le véhicule n'a pas ou plus de plaqued'immatriculation.1. Quand cette nouvelle banque de données pourrait-elleêtre concrètement opérationnelle?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20104212. Beschikken de andere Europese lidstaten eveneensover dit soort databank? Hoe zal de gegevensuitwisselingtussen de landen concreet worden georganiseerd?3. Hoe zal de coördinatie tussen de diensten concreet verlopen,bijvoorbeeld in geval van onbetaalde belastingen ofboeten?4. Dankzij deze nieuwe databank zal bedrog met de kilometerstandkunnen worden bestreden.Welke financiële gevolgen zou een en ander kunnen hebbenvoor de Staat?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 23 maart 2010,op de vraag nr. 149 van de heer volksvertegenwoordigerDaniel Ducarme van 12 maart 2010 (Fr.):Ik verwijs het geachte Kamerlid naar het antwoord op desamengevoegde vragen van de heer Peter Logghe over "denieuwe Kruispuntbank van de voertuigen" (nr. 19399), vande heer Patrick De Groote over "het voorontwerp van wetover de oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen"(nr. 19429) en van de heer Jef Van den Bergh over "deKruispuntbank van de voertuigen" (nr. 19583), gegeven inde commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en deOverheidsbedrijven van 17 maart 2010 (Integraal Verslag,Kamer, 2009-2010, CRIV 52 COM 838, blz. 13).2. Les autres États membres de l'Union européenne disposent-ilsde ce type de banque de données et comment sepassera l'échange de données entre pays?3. Comment sera gérée la coordination entre les servicesnotamment en cas d'impôts ou indemnités non payés?4. Cette nouvelle banque de données permettra de luttercontre la fraude kilométrique.Quel pourrait en être l'impact financier pour l'Etat?Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 23 mars 2010, à la question n° 149de monsieur le député Daniel Ducarme du 12 mars2010 (Fr.):Je renvoie l'honorable membre à la réponse aux questionsjointes de monsieur Peter Logghe sur "la nouvelle Banque-Carrefour des véhicules" (n° 19399), de monsieur PatrickDe Groote sur "l'avant-projet de loi portant création de laBanque-Carrefour des véhicules" (n° 19429) et de monsieurJef Van den Bergh sur "la Banque-Carrefour des véhicules"(n° 19583), donnée lors de la commission del'Infrastructure, des Communications et des EntreprisesPubliques du 17 mars 2010 (Compte Rendu Intégral,Chambre, 2009-2010, CRIV 52 COM 838, p. 13).DO 2009201015655Vraag nr. 165 van de heer volksvertegenwoordiger JosyArens van 22 maart 2010 (Fr.) aan destaatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aande eerste minister :NMBS. - Dringende vraag naar mobiliteit op de lijn 163Libramont-Bastenaken.Vroeger zorgde lijn 163 voor de verbinding tussen Libramonten Bastenaken (Gouvy). Telkens er een aanvraagkwam om die lijn te heropenen, maakte men gebruik vandezelfde cijfers, die meer dan tien jaar oud waren, en dieverwezen naar een studie van 1999/2001 en de vaststellingenvan 1993, om de weigering voor het herzien van desituatie te verantwoorden.Een zaak staat vast: die cijfers en studies weerspiegelende realiteit in het geheel niet meer. De regio Bastenaken,arrondissementshoofdplaats, vierde grootste Ardense stad,is in volle opmars:- demografisch (+ 15 procent), of bijna 15.000 inwonersen 34.000 inwoners voor het plateau van Bastenaken;DO 2009201015655Question n° 165 de monsieur le député Josy Arens du22 mars 2010 (Fr.) au secrétaire d'État à laMobilité, adjoint au premier ministre:SNCB. - Une demande urgente de mobilité sur la ligne 163Libramont-Bastogne.La ligne 163 reliait anciennement Libramont à Bastogne(Gouvy). À chaque demande de réouverture de la diteligne, ce sont toujours les mêmes chiffres, datant de plus dedix ans, faisant référence à une étude 1999/2001 et lesconstats de 1993, qui justifient le refus de revoir la situation.Une chose est certaine: ces chiffres et études ne reflètentplus du tout la réalité du terrain. La région de Bastogne,chef lieu d'arrondissement, quatrième ville ardennaise, esten effet en pleine expansion:- démographique (+ 15 %), soit près de 15.000 habitantset 34.000 habitants pour le plateau de Bastogne:K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

422 QRVA 52 10029-03-2010- economisch: aanleg van 80 ha economische zone langsheenlijn 163 met vestiging van diverse nieuwe industrieën,waarvan het potentieel in een eerste fase op 3.500 wagonsgeraamd wordt;- toeristisch: wereldwijd bekend om zijn oorlogsheldendaden,met een doelstelling van 100.000 toeristen per jaaren bijna 300 handelszaken die elk weekend open zijn;- sociaal: veel scholen (ongeveer 5.000 leerlingen), eenziekenhuis en een kazerne.1. Vindt u het normaal dat die regio ver van de spoorwegligt en een toekomstige ontwikkeling van reizigersmobiliteiten goederenvervoer ontzegd wordt?2. Vindt u niet dat een geüpdatete studie moet wordengewijd aan die dringende mobiliteitsvraag?Antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit,toegevoegd aan de eerste minister van 22 maart 2010,op de vraag nr. 165 van de heer volksvertegenwoordigerJosy Arens van 22 maart 2010 (Fr.):Lijn 163 Libramont-Bastenaken werd in mei 1993 afgeslotenvoor het vervoer van treinreizigers, de NMBS hadvanaf die maand de busexploitatie van de lijn toevertrouwdaan de TEC. Dit had volgende pluspunten:- verhoogde frequentie (1 bus per uur in plaats van 1 treinom de 2 uren);- meer haltes aangedaan door de bus (vergeleken met detreinhaltes);- gegarandeerde aansluitingen met de treindienst in hetstation van Libramont.In het raam van de tweede beheersovereenkomst heeft deNMBS een grondige studie gedaan over de mogelijkhedenom zes regionale lijnen te heropenen, waaronder de lijn163 Libramont-Bastenaken.De in mei 2001 beëindigde studie heeft aangetoond dathet vervoerspotentieel zwak blijft en dat de kostprijs voorhet heropstarten van de lijn zeer hoog uitvalt.Die financiële evaluatie werd gedaan op basis van parametersdie instonden voor een gemakkelijke en competitieveexploitatie ten overstaan van de busdienst.Op dit ogenblik is er geen enkel reëel element dat wijstop een duidelijke toename van het reizigerspotentieel datde heropening van de lijn Libramont-Bastenaken zourechtvaardigen.- économique: création de 80 ha de zones économiquessituées le long de la ligne 163 avec l'implantation de diversesnouvelles industries, dont le potentiel dans un premiertemps est estimé à 3.500 wagons;- touristique: mondialement connue pour ses hauts faitsde guerre avec un objectif de 100.000 touristes par an etprès de 300 commerces ouverts tous les week-ends;- sociale: nombreuses écoles (environ 5.000 étudiants),un hôpital et une caserne.1. Estimez-vous normal que cette région soit isolée durail et privée d'un développement futur en terme de mobilitévoyageurs et de transport de marchandises?2. N'estimez-vous pas que cette demande urgente demobilité devrait faire l'objet d'une étude actualisée?Réponse du secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint aupremier ministre du 22 mars 2010, à la question n° 165de monsieur le député Josy Arens du 22 mars 2010(Fr.):La ligne 163 Libramont-Bastogne a été fermée à la circulationde trains de voyageurs en mai 1993, date à laquellela SNCB a confié au TEC l'exploitation du service par bus,celle-ci présentant les avantages suivants:- fréquence accrue (1 bus/heure au lieu de 1 train/2 heures);- davantage d'arrêts desservis par le bus (par rapport auxarrêts train);- correspondances assurées avec le service ferroviaire engare de Libramont.Dans le cadre du deuxième contrat de gestion, la SNCB aréalisé une étude approfondie sur les possibilités de réouverturede six lignes régionales dont la ligne 163 Libramont- Bastogne.Finalisée en mai 2001, cette étude a démontré que lepotentiel de trafic restait faible et que les coûts de remiseen état de la ligne étaient très importants.Cette évaluation financière avait été réalisée sur base deparamètres permettant une exploitation ferroviaire aisée etconcurrentielle par rapport au service de bus.Actuellement, il n'existe pas de véritable élément indiquantun accroissement significatif du potentiel de voyageursjustifiant la réouverture de la ligne Libramont -Bastogne.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010423Overigens werd in het kader van artikel 43 van debeheersovereenkomst tussen de Staat en de NMBS (artikel49 van de beheersovereenkomst tussen de Staat en deNMBS Holding, artikel 59 van de beheersovereenkomsttussen de Staat en Infrabel) een marktstudie gedaan over demogelijke toepassing van de lightrail op de bestaandeinfrastructuur, de eventueel nieuwe infrastructuur, alsookop het gemengd vervoer (heavy/lightrail). De NMBS heefteen aantal mogelijkheden naar voor moeten schuiven diekonden worden bestudeerd. Lijn 163 Bastenaken Noord-Libramont werd niet weerhouden op basis van het beperktereizigerspotentieel van de doorkruiste gemeenten.Par ailleurs, dans le cadre de l'article 43 du Contrat degestion entre l'État et la SNCB (article 49 du Contrat degestion entre l'État et la SNCB Holding, article 59 duContrat de gestion entre l'État et Infrabel), une étude demarché a été réalisée concernant l'application possible dulightrail sur l'infrastructure existante, sur l'éventuelle nouvelleinfrastructure, ainsi qu'en trafic mixte (heavy/lightrail).Un certain nombre de cas possible à étudier a dû êtreproposé par la SNCB. La ligne 163 Bastogne Nord - Libramontn'a pas été retenue sur base du potentiel de voyageurslimité des communes traversées.Staatssecretaris voor de coördinatie van deFraudebestrijding, toegevoegd aan de Eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van JustitieSecrétaire d'État à la coordination de la Luttecontre la fraude, adjoint au premier ministre, etsecrétaire d'Etat, adjoint au ministre de la JusticeDO 2009201014460Vraag nr. 18 van de heer volksvertegenwoordiger JanMortelmans van 21 januari 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor de coördinatie van deFraudebestrijding, toegevoegd aan de Eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van Justitie:Departementen. - Gebouwen. - Warmte-, isolatie-, elektriciteits-en waterhuishouding.In verband met de warmte-, isolatie-, elektriciteits- enwaterhuishouding, in de gebouwen die ressorteren onderuw diensten rijzen volgende vragen.DO 2009201014460Question n° 18 de monsieur le député Jan Mortelmansdu 21 janvier 2010 (N.) au secrétaire d'État à lacoordination de la Lutte contre la fraude, adjointau premier ministre, et secrétaire d'Etat, adjointau ministre de la Justice:Départements. - Bâtiments. - Gestion du chauffage, del'isolation, de l'électricité et de l'eau.Mes questions ont trait à la gestion du chauffage, de l'isolation,de l'électricité et de l'eau dans les bâtiments relevantde vos services.1. Hoeveel gebouwen ressorteren er onder uw diensten? 1. Combien de bâtiments relèvent-ils de vos services?2. a) Hoeveel kilowatt elektriciteit verbruiken dezegebouwen in het totaal per jaar, en dit voor de jaren 2008en 2009?b) Hoeveel personen zijn in het totaal tewerkgesteld indeze gebouwen?3. a) Bij welke stroomleverancier(s) onttrekken dezegebouwen hun elektriciteit?b) Hoeveel percent groene stroom zit er in de stroom diedeze stroomleverencier(s) levert/leveren?4. Hoeveel van deze gebouwen zijn voorzien van eenelektrovoltaïsch systeem?5. Hoeveel van deze gebouwen zijn (deels) voorzien vanelektrische verwarming?2. a) Quelle a été la consommation totale d'électricité deces bâtiments en 2008 et 2009?b) Combien de personnes au total sont occupées dans cesbâtiments?3. a) De quel(s) fournisseur(s) provient l'électricitéconsommée dans ces bâtiments?b) Quel pourcentage représente l'électricité verte livréepar les fournisseurs en question?4. Parmi ces bâtiments, combien disposent-ils d'un systèmephotovoltaïque?5. Combien de bâtiments sont-ils chauffés (en partie) àl'électricité?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

424 QRVA 52 10029-03-20106. a) Bij hoeveel van deze gebouwen is de vaste verlichtingvolledig voorzien van spaarlampen?b) Bij hoeveel van deze gebouwen is de vaste verlichtingvolledig voorzien van spaarlampen en/of tl-verlichting?c) Bij hoeveel van deze gebouwen werkt de vaste verlichting(deels) nog met klassieke lichtperen en/of halogeenlampen?7. a) In hoeveel van deze gebouwen wordt de vaste verlichting's avonds volledig gedoofd?6. a) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-ilentièrement assuré par des lampes économiques?b) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-il entièrementassuré par des lampes économiques et/ou des tubesfluorescents?c) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-ilencore (en partie) assuré par des ampoules à incandescenceclassiques et/ou des lampes halogènes?7. a) Dans combien de bâtiments l'éclairage fixe est-ilcomplètement éteint le soir?b) Gebeurt dit manueel of automatisch? b) L'extinction s'effectue-t-elle manuellement ou automatiquement?8. a) Hoeveel van deze gebouwen zijn voorzien vangevelverlichting en/of grondspots aan de buitenzijde?b) Blijft deze verlichting permanent branden, of enkel tijdensde nachturen, of enkel deels 's nachts?9. a) Hoeveel kubieke meter water verbruiken dezegebouwen in het totaal per jaar, en dit voor de jaren 2008en 2009?b) Hoeveel personen zijn in het totaal tewerkgesteld indeze gebouwen?8. a) Combien de bâtiments sont-ils équipés d'un éclairagede façade et/ou d'un éclairage par spots au sol?b) Cet éclairage fonctionne-t-il en permanence, uniquementla nuit ou seulement à certaines heures de la nuit?9. a) Quelle a été, en 2008 et 2009, la consommationtotale d'eau de ces bâtiments (en mètres cubes)?b) Combien de personnes au total sont occupées dans cesbâtiments?10. a) Hoeveel wc's tellen deze gebouwen in het totaal? 10. a) De combien de WC ces bâtiments sont-ils équipésau total?b) Hoeveel van deze wc's zijn uitgerust met een waterspaardrukknop?b) Combien de ces WC sont-ils dotés d'une commande dechasse d'eau économique?11. a) Hoeveel douches tellen deze gebouwen? 11. a) De combien de douches ces bâtiments sont-ilséquipés?b) Hoeveel van deze douches zijn uitgerust met eenwaterspaarkop?12. Hoeveel van deze gebouwen hebben een vollediggescheiden afwateringssysteem voor afval- en regenwater?13. Hoeveel van deze gebouwen hebben één of meerdereregenputten?14. a) Worden de leidingen en kranen van deze gebouwenautomatisch en regelmatig gecontroleerd op waterlekken?b) Combien de ces douches sont-elles dotées d'un pommeaude douche économique?12. Dans combien de ces bâtiments les systèmes d'évacuationdes eaux usées et de l'eau de pluie sont-ils totalementindépendants l'un de l'autre?13. Combien de bâtiments disposent-ils d'une ou plusieursciternes à eau de pluie?14. a) Les conduites et les robinets de ces bâtiments sontilscontrôlés systématiquement et régulièrement afin dedéceler les fuites?b) Zo ja, over welke tussenperiodes? b) Dans l'affirmative, à quel intervalle?15. a) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegendverwarmd met aardgas en over hoeveel kubieke meteraardgas in totaal gaat het jaarlijks, wat 2008 en 2009betreft?b) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegend verwarmdmet stookolie en over hoeveel liter stookolie intotaal gaat het jaarlijks, wat 2008 en 2009 betreft?15. a) Parmi ces bâtiments, combien sont-ils principalementchauffés au gaz naturel, et quelle quantité totale degaz (en mètres cubes) a-t-elle été consommée annuellementen 2008 et 2009?b) Combien de ces bâtiments sont-ils essentiellementchauffés au mazout, et quelle quantité totale de mazout (enlitres) a-t-elle été consommée annuellement en 2008 et2009?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010425c) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegend verwarmdmet elektriciteit en over hoeveel kilowatt elektriciteitin totaal gaat het jaarlijks, wat 2008 en 2009 betreft?d) Hoeveel van deze gebouwen worden overwegend verwarmdmet een andere energiebron, en welke?16. a) Hoeveel verwarmingsinstallaties in deze gebouwenhebben een rendement dat lager is dan 95%?c) Combien de bâtiments sont-ils essentiellement chauffésà l'électricité, et quelle a été la consommation annuelletotale d'électricité (en kilowatts) en 2008 et 2009?d) Combien de bâtiments sont-ils principalement chauffésau moyen d'autres sources d'énergie, et quelles sontelles?16. a) Combien d'installations de chauffage équipant cesbâtiments ont-elles un rendement inférieur à 95%?b) Wordt dit rendement jaarlijks gemeten? b) Ce rendement est-il mesuré chaque année?17. Hoeveel van deze gebouwen bezitten een warmtepomp?18. Hoeveel van deze gebouwen bezitten een zonnepanelensysteemdat met water en zonne-energie voorverwarmt?19. In hoeveel van deze gebouwen zijn alle warmwaterleidingengeïsoleerd?20. In hoeveel van deze gebouwen zijn alle ramen uitgerustmet dubbel glas en bij hoeveel gebouwen zijn alleramen uitgerust met superisolerend dubbel glas?21. In hoeveel van deze gebouwen zijn alle buitenmurengeïsoleerd volgens de vigerende normen?22. In hoeveel van deze gebouwen zijn de daken geïsoleerdvolgens de vigerende normen?23. Hoeveel van deze gebouwen hebben een airconditioningsysteem?24. Hoeveel van deze gebouwen zijn passieve gebouwen?25. Hoeveel van deze gebouwen hebben een energie- ofisolatie-audit ondergaan?Antwoord van de staatssecretaris voor de coördinatievan de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de Eersteminister, en staatssecretaris, toegevoegd aan deminister van Justitie van 25 maart 2010, op de vraagnr. 18 van de heer volksvertegenwoordiger JanMortelmans van 21 januari 2010 (N.):1. Ik heb als staatssecretaris voor de Coördinatie van defraudebestrijding niet de bevoegdheid over een administratie.Het enige gebouw dat onder mijn diensten ressorteert isbezet door mijn kabinet en omvat een deel van de derdeverdieping van het gebouw gelegen Koningsstraat 180,1000 Brussel.2.a) Voor het gedeelte van het gebouw dat door het kabinetingenomen wordt is het verbruik voor 2009, 57.280kWh. Het kabinet is opgestart in maart 2008; bij extrapolatiekomen we voor 2008 eveneens aan een jaarverbruik van57.000 kWh.17. Parmi ces bâtiments, combien sont-ils équipés d'unepompe à chaleur?18. Combien de ces bâtiments sont-ils équipés de panneauxsolaires thermiques?19. Dans combien de ces bâtiments toutes les conduitesd'eau chaude sont-elles isolées?20. Dans combien de ces bâtiments toutes les fenêtressont-elles équipées de double vitrage et dans combien debâtiments sont-elles toutes équipées de vitrage super isolant?21. Dans combien de ces bâtiments tous les murs extérieurssont-ils isolés conformément aux normes envigueur?22. Combien de ces bâtiments ont-ils une toiture isoléeconformément aux normes en vigueur?23. Combien de ces bâtiments sont-ils équipés d'un systèmede conditionnement d'air?24. Combien de ces bâtiments sont-ils des immeublespassifs?25. Combien de ces bâtiments ont-ils fait l'objet d'unaudit en matière d'énergie ou d'isolation?Réponse du secrétaire d'État à la coordination de laLutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, etsecrétaire d'Etat, adjoint au ministre de la Justice du25 mars 2010, à la question n° 18 de monsieur le députéJan Mortelmans du 21 janvier 2010 (N.):1. En tant que secrétaire d'État à la Coordination de lalutte contre la fraude, je n'exerce pas de tutelle sur uneadministration. Le seul immeuble qui relève des mes servicesest une partie du 3e étage de l'immeuble situé rueroyale, 180, 1000 Bruxelles.2.a) Pour la partie du bâtiment occupée par le cabinet, laconsommation s'est élevée à 57.280 kWh pour 2009. LeCabinet a démarré en mars 2008; par extrapolation, laconsommation annuelle s'élève aussi à 57.000 kWh pour2008.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

426 QRVA 52 10029-03-20102. b) In het totaal zijn 22 personen tewerkgesteld op hetkabinet.3.a) Electrabel is de stroomleverancier.3.b) Het percentage groene stroom die ons geleverdwordt bedraagt 10%.4. Het gebouw is niet voorzien van een elektrovoltaïschsysteem.5. Het gebouw is deels voorzien van een elektrische verwarmingsinstallatie.6. a) en b) In 4 lokalen van het gebouw zijn spaarlampenvoorzien. In de 17 andere lokalen gebeurt de verlichtingdoor middel van tl-lampen.6. c) Er zijn geen lokalen verlicht met klassieke lichtperenof halogeenlampen.7. a) De vaste verlichting wordt 's avonds vollediggedoofd.7. b) De vaste verlichting wordt manueel gedoofd vanuitéén centraal punt.8. a) en b) Het gebouw heeft geen gevelverlichting ofgrondspots aan de buitenzijde.9. a) Het waterverbruik in 2009 bedraagt 1093 kubiekemeter. Door extrapolatie bekomen we voor 2008 een identiekverbruik.2.b) Au total, 22 personnes sont employées au Cabinet.3.a) Electrabel est le fournisseur d'électricité.3.b) 10% de l'électricité qui nous est fournie est verte.4. Le bâtiment n'est pas équipé d'un système photo-voltaïque.5. Le bâtiment n'est pas équipé d'une installation dechauffage électrique.6. a) et b) 4 locaux sont équipés d'ampoules économiques.Les 17 autres sont éclairés au moyen de lampes TL.6. c) Aucun local n'est équipé d'ampoules classiques oude lampes halogènes.7. a) L'éclairage fixe est éteint complètement chaque soir.7. b) L'éclairage fixe est éteint manuellement à parti d'unpoint central.8. a) et b) L'immeuble n'est pas équipé d'éclairage defaçade ni d'un éclairage par spots au sol.9. a) La consommation d'eau s'est élevée à 1.093 mètrescubes en 2009. Par extrapolation, on obtient une consommationidentique en 2008.9. b) Er zijn 22 personen tewerkgesteld op het kabinet. 9. b) 22 personnes sont employées au Cabinet.10. a) In het gebouw worden 5 wc's gebruikt door onspersoneel.10. b) De 5 wc's zijn allen uitgerust met een waterspaarknop.10. a) 5 wc sont à la disposition de notre personnel dansle bâtiment.10. b) les 5 wc sont tous équipés d'une chasse d'eau économique.11. a) Het gebouw telt 1 douche. 11. a) Le bâtiment compte 1 douche.11. b) Deze douche is voorzien van een waterspaarkop. 11. b) Cette douche est équipée d'un pommeau économique.12. Het gebouw heeft geen gescheiden afwateringssysteemvoor afval- en regenwater.12. Le bâtiment n'est pas équipé d'un système d'écoulementséparé pour les eaux usées et l'eau de pluie.13. Het gebouw heeft geen regenput. 13. Le bâtiment ne possède pas de citerne pour l'eau depluie.14. a) en b) De leidingen en kranen van het gebouw wordenniet automatisch gecontroleerd op waterlekken. Welworden maandelijks de facturen vergeleken om een abnormaalverbruik op te sporen dat dan eventueel door een lekzou kunnen verklaard worden.15. a) Het gebouw wordt deels verwarmd met aardgas.Het verbruik in 2009 bedroeg 43,91 Mwh.15. b) Voor de verwarming van het gebouw wordt geenstookolie gebruikt.15.c) Voor de verwarming van het gebouw wordt deelselektriciteit gebruikt. Het totaal elektriciteitsverbruikbedraagt 57.000 kWh (zie vraag 2.a).14. a) et b) Les canalisations et les robinets de l'immeublene font pas l'objet de contrôles automatiques pourd'éventuelles fuites. Par contre, les factures sont comparéesmensuellement pour détecter une consommation anormalequi pourrait être due à une fuite éventuelle.15. a) Le bâtiment est partiellement chauffé au gaz naturel.La consommation s'est élevée à 43,91 Mwh. en 2009.15. b) On n'utilise pas de mazout pour le chauffage dubâtiment.15. c) On n'utilise pas de mazout d'électricité pour lechauffage du bâtiment. La consommation totale d'énergies'élève à 57.000 kWh (voir question 2.a).15. d) Er worden geen andere energiebronnen gebruikt. 15. d) On n'utilise pas d'autres sources d'énergie.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-201042716 .a) De verwarmingsinstallatie van ons gebouw heefteen rendement hoger dan 95%.16. b) Er is een contract tussen de eigenaar van hetgebouw en de installateur waarin overeengekomen werdhet rendement op regelmatige basis te meten.16 .a) L'installation de chauffage de notre bâtiment a unrendement supérieur à 95%.16. b) Il existe un contrat entre le propriétaire du bâtimentet l'installateur, dans lequel il est convenu de mesurerle rendement de façon régulière.17. Het gebouw bezit geen warmtepomp. 17. Le bâtiment n'est pas équipé de pompe à chaleur.18. Het gebouw bezit geen systeem met zonnepanelen. 18. Le bâtiment n'est pas équipé d'un système à panneauxsolaires.19. Alle warmwaterleidingen in het gebouw zijn geïsoleerd.Het gebouw werd opgericht in 1995.20. Alle ramen in het gebouw zijn uitgerust met isolerenddubbel glas.21. Alle buitenmuren van het gebouw zijn geïsoleerd metrotswol.19. Toutes les canalisations d'eau chaude sont isolées. Lebâtiment a été édifié en 1995.20. Toutes les fenêtres sont à double vitrage isolant.21. Tous les murs extérieurs sont isolés avec de la lainede roche.22. Het dak is geïsoleerd volgens de vigerende normen. 22. Le toit est isolé selon les normes en vigueur.23. Het gebouw heeft een airconditioningsysteem. 23. Le bâtiment est équipé d'un système d'air conditionné.24. Het is geen passief gebouw. 24. Il ne s'agit pas d'un bâtiment passif.25. Er is in 2009 een energie-audit gedaan door hetbedrijf Cofeli. Het rapport daarvan werd in januari 2010voorgelegd aan de eigenaar van het gebouw. De detailshiervan zijn nog niet aan de huurders doorgegeven. Wel ishet zo dat de eigenaar aan Cofeli een kostenraminggevraagd heeft op basis van de voorstellen die in dat rapportwerden geformuleerd.25. Un audit énergétique a été réalisé en 2009 par l'entrepriseCofeli. Le rapport d'audit a été soumis au propriétairedu bâtiment en janvier 2010. Les détails n'ont pas encoreété communiqués aux locataires. Cependant, le propriétairea demandé une estimation des coûts à Cofeli, pour desadaptations sur la base des propositions formulées dans lerapport.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

428 QRVA 52 10029-03-2010Staatssecretaris voor de Modernisering van defederale overheidsdienst Financiën, deMilieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscalefraude, toegevoegd aan de minister van FinanciënSecrétaire d'État à la Modernisation du servicepublic fédéral Finances, à la Fiscalitéenvironnementale et à la Lutte contre la fraudefiscale, adjoint au ministre des FinancesDO 2009201013868Vraag nr. 13 van de heer volksvertegenwoordiger PeterLogghe van 11 januari 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor de Modernisering van defederale overheidsdienst Financiën, deMilieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscalefraude, toegevoegd aan de minister vanFinanciën:Onveilige kerstverlichting. - Gevolgen voor brandverzekering.Men kon het her en der in verschillende kranten lezen:volgens bepaalde internationale studies, die verwijzen naaronderzoek in Nederland, Duitsland, Hongarije, Slowakijeen Slovenië, zou niet minder dan 30% van kerstverlichtingonveilig zijn. Vooral stekkers, bedrading en isolatie warenonveilig. Bij bepaalde grootwarenhuizen in België verkopenze daarom alleen gekeurde kerstverlichting. Wattevens betekent dat veel kerstverlichting niet gekeurd zouzijn.1. Bent u bekend met het fenomeen van de "onveiligekerstverlichting"?2. a) Als het zo zou zijn dat 30% van de kerstverlichtingonveilig zou zijn, en ervan uitgaande dat kerstverlichtingeigenlijk alleen gebruikt wordt tijdens de kerstperiode, zoumen in deze periode toch ook méér schadegevallen moetenhebben?b) Heeft u zicht op het aandeel van de feestmaandendecember-januari in het totaal van het aantal schadegevallenparticulieren?c) Heeft u zicht op de evolutie tijdens de jaren 2004-2005tot nu?3. Daarop verdergaand: heeft u zicht op de oorzaak vande brand- en elektriciteitsschades tijdens de maandendecember en januari?4. Komen er - of kwamen er - in dat verband meldingenbinnen van de brandweer over onveilige kerstverlichting?DO 2009201013868Question n° 13 de monsieur le député Peter Logghe du11 janvier 2010 (N.) au secrétaire d'État à laModernisation du service public fédéralFinances, à la Fiscalité environnementale et à laLutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministredes Finances:Guirlandes lumineuses de Noël. - Risques et conséquencespour l'assurance incendie.Comme on a pu le lire dans différents journaux, certainesétudes internationales, qui font notamment référence à desrecherches menées aux Pays-Bas, en Allemagne, en Hongrie,en Slovaquie et en Slovénie, indiquent que pas moinsde 30% des guirlandes lumineuses de Noël présenteraientdes risques pour le consommateur. Ce sont surtout lesfiches, les câbles et leur isolation qui seraient en cause.C'est la raison pour laquelle, en Belgique, certains supermarchésne vendent plus que des guirlandes agréées. Lecorollaire de ceci est que beaucoup de guirlandes ne sontpas agréées.1. Avez-vous connaissance des dangers que peuventposer certaines guirlandes de Noël?2. a) Si 30% des guirlandes lumineuses de Noël sonteffectivement peu sûres, et partant du principe que ce genred'éclairage n'est utilisé que durant la période de Noël, cettepériode devrait être caractérisée par un plus grand nombrede sinistres. Est-ce le cas?b) Pouvez-vous dire quelle part les mois correspondantaux fêtes de fin d'année (décembre et janvier) représentedans le nombre total de sinistres déclarés par des particuliers?c) Comment ces chiffres ont-ils évolué entre décembre2004/janvier 2005 et la dernière période de Noël?3. Avez-vous une idée des causes des sinistres liés à desincendies ou à des problèmes électriques durant les moisde décembre et janvier?4. Les risques posés par certains éclairages de Noël peusûrs sont-ils parfois -ou ont-ils déjà été- évoqués au seindes services d'incendie?K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-20104295. Denkt u er aan om in de brandpolissen een verplichtingin te lassen om alleen nog "gekeurde kerstverlichting" toete laten?Antwoord van de staatssecretaris voor deModernisering van de federale overheidsdienstFinanciën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van defiscale fraude, toegevoegd aan de minister vanFinanciën van 26 maart 2010, op de vraag nr. 13 van deheer volksvertegenwoordiger Peter Logghe van11 januari 2010 (N.):1. De vraag slaat op een grensoverschrijdende campagneover verlichtingsgarnituren die in 2009 werd uitgevoerddoor vijf lidstaten van de Europese Unie. Deze campagnekadert in de samenwerking tussen de administraties van delidstaten voor de inwerkingstelling van de richtlijn 2006/95/EG "Laagspanning". Er werden lichtgarnituren uitgezochtin deze vijf landen en vervolgens getest door laboratoriaom na te gaan of ze conform waren met degeharmoniseerde technische norm EN 60598-2-20 "Verlichting- Subdeel 20: Verlichtingsgarnituren". De conformiteitmet de technische norm staat gelijk met deconformiteit aan de essentiële veiligheidsvereisten van derichtlijn. Dit betekent dat de norm het minimum niveau vanveiligheid beschrijft dat men wil garanderen in de EuropeseUnie.2. a) tot c) De 30% waarnaar de vraag refereert, heeftbetrekking op de niet-conformiteit met de norm voor eenderde van de verlichtingsgarnituren. Dit wil niet zeggen dater onmiddellijk gevaar dreigt. Dit betekent slechts dat hetminimum in Europa gegarandeerde veiligheidsniveau nietbereikt werd voor 30% van de verlichtingsgarnituren. Bijgevolgmoeten de nodige maatregelen genomen worden,voornamelijk op het niveau van de invoerder en de fabrikantom de producten te verbeteren en zo de markt te saneren.3. In feite werd er geen ongeval of brand gesignaleerddoor de brandweer met betrekking tot de geteste uitrusting.4. De FOD Economie werd evenmin op de hoogtegebracht van zware ongevallen op Belgisch grondgebiedmet kerstverlichting. Waarschijnlijk is dit het gevolg vande bewaking van de markt die er in bestaat om ter plaatseen vooraf twijfelachtige apparaten te verwijderen na eenvisuele controle en nazicht van de documenten.5. Rekening gehouden met het voorgaande, ben ik nietvan plan om de brandverzekering te wijzigen op dit punt.5. Envisagez-vous de faire inscrire dans les policesd'assurance incendie une clause n'autorisant que les seulesguirlandes de Noël agréées?Réponse du secrétaire d'État à la Modernisation duservice public fédéral Finances, à la Fiscalitéenvironnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale,adjoint au ministre des Finances du 26 mars 2010, à laquestion n° 13 de monsieur le député Peter Logghe du11 janvier 2010 (N.):1. La question fait allusion à une campagne transfrontalièresur des guirlandes lumineuses effectuée en 2009 parcinq États membres de l'Union européenne. Elle s'inscritdans le cadre de la collaboration entre administrations desÉtats membres pour la mise en oeuvre de la directive 2006/95/CE "Basse tension". Des guirlandes lumineuses ont étéprélevées dans ces cinq pays et ont été testées par des laboratoirespour vérifier leur conformité avec la norme techniqueharmonisée EN 60598-2-20 "Luminaires - Section 20:Guirlandes lumineuses". La conformité à la norme harmoniséevaut présomption de conformité aux exigences essentiellesde sécurité de la directive. Cela signifie que lanorme décrit le niveau minimum de sécurité que l'on veutgarantir dans l'Union européenne.2. a) à c) Les 30% auxquels la question fait référence onttrait à des non-conformités à la norme détectées sur un tiersdes guirlandes, mais cela ne veut pas dire qu'il y a un dangerimmédiat. Cela signifie seulement que le niveau minimalde sécurité garanti en Europe n'est pas atteint par 30%des guirlandes testées et qu'il faut prendre les mesuresnécessaires, notamment avec l'importateur et le fabricant,pour qu'ils améliorent les produits qu'ils mettent sur le marchéet assainir ainsi le marché.3. En fait, il n'y a pas eu d'accident ni de cas d'incendiesignalés par les pompiers en relation avec les appareils testés.4. Le SPF Économie n'a pas non plus été informé d'accidentsgraves liés à des guirlandes de Noël sur le territoirebelge. Cela est probablement dû à la surveillance du marchéqui comporte un volet de contrôle sur site permettantd'éliminer préventivement les appareils douteux sur based'un examen visuel et de la vérification des documents.5. Compte tenu de ce qui précède, je n'ai pas l'intentionde faire modifier les polices d'incendie à ce sujet.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

430 QRVA 52 10029-03-2010Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegdaan de minister van Buitenlandse ZakenSecrétaire d'État aux Affaires européennes,adjoint au ministre des Affaires étrangèresDO 2009201011596Vraag nr. 2 van de heer volksvertegenwoordigerStefaan Van Hecke van 09 december 2009 (N.)aan de staatssecretaris voor Europese Zaken,toegevoegd aan de minister van BuitenlandseZaken:Departementen. - Regeringscommissarissen en regeringsafgevaardigden(SV 11).Transparantie en duidelijkheid zijn kernbegrippen vooreen goed bestuur. Elke regering heeft verscheidene afgevaardigdenin bedrijven, organen en dergelijke. Voor eencorrecte parlementaire controle is het belangrijk dat hetparlement hier een helder zicht op kan bewaren.1. In welke parastatalen, bedrijven, organen en dergelijkeheeft uw departement en commissaris, een afgevaardigdeof een vertegenwoordiger van de regering aangesteld?2. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag vanzijn bevoegdheden?3. Wat is wettelijke of de reglementaire grondslag vanzijn bezoldiging en hoeveel bedraagt die?4. Welke praktische afspraken werden tussen uw departementenen die afgevaardigde gemaakt in verband met de tevolgen onderrichtingen en de bijhorende follow-up, dedeelname aan vergaderingen, het opstellen van verslagen?5. a) Hoeveel beslissingen heeft uw commissaris of vertegenwoordigersinds het begin van de regeerperiodegeschorst?DO 2009201011596Question n° 2 de monsieur le député Stefaan Van Heckedu 09 décembre 2009 (N.) au secrétaire d'Étataux Affaires européennes, adjoint au ministre desAffaires étrangères:Départements. - Commissaires et délégués du gouvernement.La clarté et la transparence sont des concepts clés enmatière de bonne gouvernance. Tout gouvernement disposed'un certain nombre de représentants dans des entreprises,organes, etc. Pour que le contrôle parlementairepuisse s'exercer correctement, il est important que le parlementgarde une vision claire de cette représentation.1. Dans quels parastataux, entreprises, organes, etc. votredépartement a-t-il désigné un commissaire, un délégué ouun représentant du gouvernement?2. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses compétences?3. Quelle est la base légale ou réglementaire de sa rémunérationet quel en est le montant?4. Quels sont les accords concrets conclus entre votredépartement et la personne en question en ce qui concerneles instructions données et leur suivi, la participation auxréunions, l'élaboration de rapports, etc.5. a) Combien de décisions votre commissaire ou représentanta-t-il suspendues depuis le début de la législature?b) In welke gevallen en op grond waarvan? b) Dans quels cas et pourquoi?c) Heeft u die schorsing(en) bekrachtigd? c) Avez-vous, le cas échéant, confirmé la ou les suspensionsconcernées?Antwoord van de staatssecretaris voor EuropeseZaken, toegevoegd aan de minister van BuitenlandseZaken van 29 maart 2010, op de vraag nr. 2 van de heervolksvertegenwoordiger Stefaan Van Hecke van09 december 2009 (N.):In antwoord op de vraag die door het geachte Kamerlidwordt gesteld, kan ik hem melden dat geen enkele regeringscommissarisof regeringsafgevaardigde, onder debevoegdheid van de FOD Buitenlandse Zaken valt.Réponse du secrétaire d'État aux Affaireseuropéennes, adjoint au ministre des Affairesétrangères du 29 mars 2010, à la question n° 2 demonsieur le député Stefaan Van Hecke du 09 décembre2009 (N.):En réponse à la question posée par l'honorable membre,je lui signale qu'aucun commissaire ou délégué du gouvernementne ressort de la compétence du SPF Affaires étrangères.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010431Staatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingenSecrétaire d'État au Budget, à la Politique demigration et d'asile, à la Politique des familles etaux Institutions culturelles fédéralesDO 2009201012546Vraag nr. 58 van de heer volksvertegenwoordigerAndré Frédéric van 22 december 2009 (Fr.) aande staatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Regularisatie-instructie.- Situaties waarvoor een bevestiginggevraagd wordt.In verband met de regularisatie-instructie zou ik u enkeletechnische vragen willen stellen met betrekking tot situatieswaarin de feiten aangetoond moeten kunnen worden.Mag men er, wat de buitengewone omstandighedenbetreft, in het kader van de regularisatie (duurzame lokaleverankering in België en regularisatie op grond van werk)van uitgaan dat er wel degelijk sprake is van buitengewoneomstandigheden zoals vereist in artikel 9bis van de wet van15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied,het verblijf, de vestiging en de verwijdering vanvreemdelingen?Wie een regularisatieaanvraag wil indienen op grond vaneen duurzame lokale verankering in België, moet kunnenbewijzen dat hij voorafgaand aan zijn aanvraag een langdurigononderbroken verblijf in België had van minimaalvijf jaar. Wie in aanmerking wil komen voor een regularisatieop grond van punt 2.8.B van de instructie (regularisatieop grond van werk), moet, voorafgaand aan zijnaanvraag, sinds 31 maart 2007 een ononderbroken verblijfin België hebben.1. In welke gevallen wordt het verblijf in België alsonderbroken beschouwd?2. Wanneer een vreemdeling het grondgebied (gedwongenof vrijwillig) niet langer dan drie maanden verlatenheeft, zou het verblijf in België nog steeds als ononderbrokenworden beschouwd. Klopt dat?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en FederaleCulturele Instellingen van 29 maart 2010, op de vraagnr. 58 van de heer volksvertegenwoordiger AndréFrédéric van 22 december 2009 (Fr.):De vraag en het antwoord hebben geen reden van bestaanmeer, gezien de Regularisatie-Instructie vernietigd werd.DO 2009201012546Question n° 58 de monsieur le député André Frédéricdu 22 décembre 2009 (Fr.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:L'instruction régularisation. - Les pratiques pour lesquellesune confirmation est demandée. (QE102)Suite à l'instruction régularisation, j'aurais quelquesquestions techniques à vous poser au sujet des pratiquespour lesquelles une confirmation est demandée.Concernant les circonstances exceptionnelles: peut-onconsidérer que, dans le cadre de la régularisation (critère del'ancrage local durable et de la régularisation par le travail),les circonstances exceptionnelles normalement exigéespar l'article 9bis de la loi du 15 décembre 1980 surl'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignementdes étrangers, sont présumées?Les personnes qui entendent introduire une demande derégularisation fondée sur l'ancrage local durable doiventprouver un séjour ininterrompu en Belgique d'une durée decinq ans. Celles qui entendent se prévaloir du point 2.8.Bde l'instruction (régularisation par le travail) doivent, quantà elles, démontrer qu'elles séjournent en Belgique demanière ininterrompue depuis le 31 mars 2007.1. La question se pose dès lors de savoir quand un séjouren Belgique sera considéré comme interrompu?2. Quand les personnes ont quitté le territoire (de façonforcée ou volontaire). Il semblerait qu'un départ de la Belgiqued'une durée inférieure à trois mois ne remettrait pasen cause le caractère ininterrompu du séjour en Belgique?Réponse du secrétaire d'État au Budget, à la Politiquede migration et d'asile, à la Politique des familles et auxInstitutions culturelles fédérales du 29 mars 2010, à laquestion n° 58 de monsieur le député André Frédéricdu 22 décembre 2009 (Fr.):La question et sa réponse n'ont plus lieu d'être en raisonde l'annulation de l'Instruction Regularisation.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

432 QRVA 52 10029-03-2010DO 2009201012662Vraag nr. 89 van de heer volksvertegenwoordiger PeterLogghe van 05 januari 2010 (N.) aan destaatssecretaris voor Begroting, Migratie- enasielbeleid, Gezinsbeleid en Federale CultureleInstellingen:Slachtoffers van mensenhandel. (SV 387)Onlangs kregen we het rapport inzake mensenhandel binnen,opnieuw een lijvig dossier. Een lijvig dossier datonmiddellijk duidelijk maakt dat mensenhandel een zaak isvan de georganiseerde criminaliteit en dat een repressiefoptreden in deze zeker zijn nut heeft. Het rapport heeft echterook veel aandacht voor de slachtoffers van de mensenhandelen over die groep rijzen de volgende vragen.1. a) Hoeveel slachtoffers van mensenhandel zijn er deafgelopen jaren geregistreerd?b) Kan u cijfers geven van de jaren 2005, 2006, 2007,2008 en - zo mogelijk - 2009?2. a) Hoeveel van die geregistreerde slachtoffers werdenin België opgevangen en kregen bijvoorbeeld een verblijfstitelvan onbeperkte duur?b) Werden die geregistreerde slachtoffers ook ergens instatistieken opgenomen?3. Hoeveel van die geregistreerde slachtoffers kozen uiteindelijkvoor een terugkeer naar hun land van herkomst?4. Kan u een opdeling geven inzake het herkomstlandvan de slachtoffers van mensenhandel en misschien eenopdeling naar continenten van herkomst?Antwoord van de staatssecretaris voor Begroting,Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en FederaleCulturele Instellingen van 29 maart 2010, op de vraagnr. 89 van de heer volksvertegenwoordiger PeterLogghe van 05 januari 2010 (N.):De volgende cijfers zijn de cijfers die overeenkomen methet aantal personen die in de procedure gestapt zijn dievoorzien wordt voor de slachtoffers van mensenhandel en/of van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel,overeenkomstig de artikelen 61/2 en volgende van de wetvan 15 december 1980.1. a) en b) 1. a) et b)DO 2009201012662Question n° 89 de monsieur le député Peter Logghe du05 janvier 2010 (N.) au secrétaire d'État auBudget, à la Politique de migration et d'asile, à laPolitique des familles et aux Institutionsculturelles fédérales:Victimes de la traite d'être humains.Nous avons récemment reçu le rapport relatif à la traitedes êtres humains. Une fois de plus, ce document, quiconstitue un dossier volumineux, met immédiatement etclairement en évidence que la traite des êtres humains relèvede la criminalité organisée et qu'une approche répressiveprésente, en cette matière, une réelle utilité. Le rapports'intéresse toutefois aussi abondamment au groupe des victimesde la traite des êtres humains, à propos duquel seposent les questions ci-après.1. a) Combien de victimes de la traite des êtres humainsont-elles été enregistrées ces dernières années?b) Pouvez-vous commmuniquer les chiffres pour lesannées 2005, 2006, 2007, 2008 et - si possible - 2009?2. a) Parmi les victimes enregistrées, combien ont-ellesété accueillies en Belgique et se sont-elles vu octroyer, parexemple, un titre de séjour d'une durée illimitée?b) Les victimes enregistrées figurent-elles dans des statistiquesquelconques?3. Combien de victimes enregistrées ont-elles finalementopté pour un retour dans leur pays d'origine?4. Pouvez-vous ventiler les chiffres selon le pays, oupeut-être le continent, dont sont originaires les victimes dela traite des êtres humains?Réponse du secrétaire d'État au Budget, à la Politiquede migration et d'asile, à la Politique des familles et auxInstitutions culturelles fédérales du 29 mars 2010, à laquestion n° 89 de monsieur le député Peter Logghe du05 janvier 2010 (N.):Les chiffres qui suivent sont ceux qui correspondent aunombre de personnes qui sont entrés dans la procédure prévueen faveur des victimes de traite des êtres humains et/oude certaines formes aggravées de trafic des êtres humainsconformément aux articles 61/2 et suivants de la loi du15 décembre 1980.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010433Sectoren van uitbuiting en leeftijd 2009 / Secteurs d’exploitation et âge 2009Diversen /DiversBedelarij /MendicitéEconomisch/ÉconomiqueSmokkel /FraudeProstitutie /ProstitutionTotaal /Total1818-2526-3030Totaal /Total--11239163765-1--153111105743782224431314483959160Samenvatting van het aantal personen die in 2006-2009 in de procedure (veronderstelde slachtoffers) gestapt zijn /Résumé du nombre de personnes ayant commencé une procédure (présumées victimes) entre 2006 et 20092009 2008 2007 2006124 174 178 1602. a) Het gaat niet noodzakelijk om de personen die tijdenshet referentiejaar in de procedure gestapt zijn, omdatde MH-procedure lang kan duren.2. a) il ne s'agit pas nécessairement des personnes entréesdans la procédure durant l'année de référence puisque laprocédure TEH peut s'étaler dans le temps.K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

434 QRVA 52 10029-03-2010Verblijfstitel van onbepaalde duur aan de personen die door een vonnisals slachtoffer zijn erkend /Titre de séjour de durée indéterminée pour les personnes étantreconnues en tant que victime par un jugementVerblijfstitel van onbepaalde duur aan de personen die niet alsslachtoffer zijn erkend, maar om humanitaire redenen /Titre de séjour de durée indéterminée pour les personnes nonreconnues en tant que victimes mais pour des raisons humanitairesVerblijf vanonbepaalde duur MH /Séjour illimité TEHVerblijf van onbepaaldeduur humanitair /Séjour illimité humanitaire2009 73 422008 47 72007 52 152006 65 16b) Alle statistische tabellen kunnen in de jaarverslagenvan de DVZ teruggevonden worden.3. De DVZ is niet systematisch op de hoogte van degevallen van vrijwillige terugkeer.4. 4.b) L'ensemble des tableaux statistiques sont disponiblesdans les rapports annuels de l'OE.3. L'OE n'est pas systématiquement au courant desretours volontaires.Top 4 landen van herkomst / 4 premiers pays d’origine2009200820072006- China / Chine- Brazilië / Brésil- Bulgarije / Bulgarie- Thailand / Thaïlande- China / Chine- Marokko / Maroc- Roemenië / Roumanie- Bulgarije / Bulgarie- China / Chine- Brazilië / Brésil- Roemenië / Roumanie- Nigeria / Nigeria- China / Chine- Brazilië / Brésil- Roemenië / Roumanie- Nigeria / NigeriaK A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010435IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.IV. Sommaire par ministre et mentionnant l'objet.DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponseEerste minister, belast met de coördinatie van het Migratie- en asielbeleidPremier ministre, chargé de la coordination de la Politique de migration et d'asile2009201015084 23-02-2010 29 Wouter De Vriendt Het sociaal overleg. (MV 19386)La concertation sociale. (QO 19386)2009201015201 01-03-2010 30 Jan Jambon De federale culturele instellingen. - Raden van bestuur. -Taalaanhorigheid.Institutions culturelles fédérales. - Conseils d'administration.- Appartenance linguistique.2009201015231 03-03-2010 31 Jean Cornil FOD Kanselarij van de Eerste minister.- Rationalisatievan de verplaatsingen van de ambtenaren.SPF Chancellerie du premier ministre. - La rationalisationdes déplacements des agents.115116118Vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele HervormingenVice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles2009201014987 18-02-2010 423 Daniel Ducarme * Belastingvermindering voor giften.La réduction fiscale en matière de dons.2009201014991 18-02-2010 424 Ingrid Claes * Afschrijvingsstelsels en -ritmes van ICT-materialen. -Economische waardeverminderingen.Régimes et rythmes d'amortissement des équipementsICT.- Réductions de valeur économique.2009201014993 18-02-2010 425 Ingrid Claes * Terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever. - Individueleakkoorden met de lokale belastingdiensten. -Rechtspersonenbelasting. - Personenbelasting.Remboursement de frais propres à l'employeur. - Accordsindividuels avec les services des contributions locaux.- Impôt des personnes morales. - Impôt des personnesphysiques.2009201015004 18-02-2010 428 Eric Jadot * Fiscale maatregelen voor de aanschaf van milieuvriendelijkevoertuigen. (MV 19013)Mesures fiscales en matière d'achat de véhicules "propres".(QO 19013)2009201015010 19-02-2010 430 Daniel Ducarme * Groen fonds van het IMF.Le fonds vert du FMI.2009201011251 19-02-2010 431 Dirk Vijnck * Rechtsplegingvergoeding. - Rechtzetting van fouten. -Nalatigheids- en moratoriuminteresten. - Achtereenvolgendeinkohieringen. - Waarde van het fiscaalgeschil (SV 907).Indemnité de procédure. - Rectification d'erreurs. - Intérêtsde retard et moratoires. - Enrôlements successifs. -Valeur du contentieux fiscal.353637383940K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

436 QRVA 52 10029-03-2010DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201015021 19-02-2010 432 Hagen Goyvaerts * Fiscale korting op milieuvriendelijke wagens. - Afhandelingdossiers.Ristourne fiscale sur les voitures écologiques. - Traitementdes dossiers.2009201015022 19-02-2010 433 Roel Deseyn * Btw-vrijstelling voor het verwerven van financiële steundoor culturele instellingen.Exonération de TVA pour l'obtention d'une aide financièrepar les institutions culturelles.2009201014421 19-02-2010 434 Daniel Ducarme * De beveiliging van het Justitiepaleis te Brussel.La sécurisation du Palais de Justice de Bruxelles.2009201015036 19-02-2010 435 Roel Deseyn * Btw. - Muziekverenigingen.TVA. - Sociétés musicales.2009201014522 22-02-2010 436 Ben Weyts * Fiscale aftrek voor investeringen in beveiliging.Déductibilité fiscale des investissements en sécurisation.2009201015038 22-02-2010 437 Michel Doomst * Inning van strafrechtelijke boetes. - Het investeringsproject"ICT STIMER".Perception des amendes pénales. -Projet d'investissement"ICT STIMER".2009201015039 22-02-2010 438 Michel Doomst * Pensioensparen.Épargne pension.2009201015047 22-02-2010 439 Jan Jambon * Personeelsbezetting van de btw-administratie.Effectifs de l'administration TVA.2009201015053 22-02-2010 441 Leen Dierick * De registratie van alarmsystemen. - Fiscale aftrek.L'enregistrement des systèmes d'alarme. - Déduction fiscale.2009201015091 23-02-2010 442 Jenne De Potter * Toekomstige financiering van de Nationale Delcrederedienstmet ontwikkelingsgeld.Futur financement de l'Office national du Ducroire à l'aidede fonds de la coopération.2009201015092 23-02-2010 443 Hagen Goyvaerts * Schuldbeheer. - OLO's. - Verdeling binnenland versus buitenland.Gestion de la dette. - OLO. - Répartition entre les ordresplacés en Belgique et à l'étranger.2009201013526 23-02-2010 444 François Bellot * Betalingsachterstallen van de verschillende categorieënschuldeisers.Arriéré de paiement des différentes catégories decréanciers. (QE 39)2009201015121 24-02-2010 446 Sonja Becq * Verzekering voor vrijwilligers via subsidies NationaleLoterij.L'assurance volontariat contractée par le biais des subventionsde la Loterie Nationale.2009201015124 24-02-2010 447 Ben Weyts * CDVU. - Fouten. - Terugvorderingen.SCDF. - Erreurs. - Récupérations.4142434445464747484950505152K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010437DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponseVice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke IntegratieVice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale2009201013368 04-01-2010 147 Daniel Ducarme Handel in namaakgeneesmiddelen.Le trafic de faux médicaments.2009201013384 05-01-2010 150 Daniel Ducarme Het nieuwe plan in de strijd tegen longontsteking.Le nouveau plan de lutte contre la pneumonie.2009201013529 06-01-2010 153 François Bellot Departementen.- Administraties.- Rekrutering van contractuelenDépartements. - Administrations. - Recrutement de personnelcontractuel. (QE 248)1191221242009201013712 07-01-2010 177 Bruno VanGrootenbrulleMRSA-stam in varkenshouderijen.La souche de la bactérie MRSA présente dans les porcheries.1252009201013849 11-01-2010 193 Daniel Ducarme Toename van het aantal hiv-geïnfecteerden.Recrudescence des cas de VIH.2009201013875 11-01-2010 195 Daniel Ducarme Binge drinking.Le binge drinking.2009201014047 13-01-2010 205 Olivier Maingain Griepepidemie of -pandemie. - Koninklijk besluit van10 november 2009. - Verenigbaarheid met de eerbiedigingvan de privacy.Épidémie ou pandémie de grippe. - Arrêté royal du10 novembre 2009. - La compatibilité avec le respectde la vie privée.2009201014191 14-01-2010 254 Xavier Baeselen Beliris.- Bijakte nr. 10.- Kardinaal Mercierplein.-Beliris avenant n° 10. - Place Cardinal Mercier.2009201014333 18-01-2010 273 Guy D'haeseleer Controle op het verbod op de verkoop van tabaksproductenaan min-zestienjarigen.Le contrôle de l'interdiction de la vente de produits dutabac aux moins de 16 ans.2009201014391 19-01-2010 282 Magda Raemaekers De Q-koorts (MV 17795).La fièvre Q (QO 17795).2009201014608 26-01-2010 303 Daniel Ducarme Omzendbrief over energydrinks.La circulaire sur les boissons énergétiques.2009201014669 04-02-2010 307 Kristof Waterschoot Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheidvan de Voedselketen en Leefmilieu. - Interne audit.Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la chaînealimentaire et Environnement. - Audit interne.2009201014671 04-02-2010 309 Kristof Waterschoot Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten(FAGG). - Interne audit.Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé(AFMPS). - Audit interne.2009201014722 08-02-2010 315 Koen Bultinck Melkschandaal in China.Scandale du lait en Chine.2009201014771 09-02-2010 320 Christian Brotcorne PC-Privéplan. - RSZ. (MV 17378)Le volet ONSS du Plan PC-privé. (QO 17378)127130133135136138140141144146147K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

438 QRVA 52 10029-03-2010DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201014883 11-02-2010 329 Daniel Ducarme Forfait per pathologie.Le forfait par pathologie.2009201014898 11-02-2010 331 Maggie De Block Gebruik van autobanden als speelgoed. - Europese richtlijnen.Pneumatiques de voitures utilisés comme jouets. - Directiveseuropéennes.2009201014990 18-02-2010 339 Koen Bultinck * Het "afleggen" van overleden personen in ziekenhuizen.La "toilette mortuaire" dans les hôpitaux.2009201015003 18-02-2010 341 Clotilde Nyssens * Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijkonderzoek op embryo's in vitro. (MV 18263)La Commission fédérale pour la recherche médicale etscientifique sur les embryons in vitro. (QO 18263)2009201015009 18-02-2010 342 Leen Dierick * De DIMONA-meldingen. - Bisregisternummers.Déclarations DIMONA. - Numéros bis.2009201015014 19-02-2010 343 Daniel Ducarme * Toegang tot abortus en contraceptie.L'accès à l'IVG et à la contraception.2009201015024 19-02-2010 344 Lieve Van Daele * Stijging van het aantal kankerdiagnoses.Augmentation du nombre de diagnostics du cancer.2009201015026 19-02-2010 345 Peter Logghe * Evolutie van het aantal tumoren.Évolution du nombre de tumeurs.2009201015035 19-02-2010 346 Michel Doomst Ziekteverzuim bij de politie.Absences pour cause de maladie auprès des services depolice.2009201015063 23-02-2010 349 Patrick Cocriamont * Stijgend aantal gevallen van tuberculose.Recrudescence de la tuberculose.2009201015247 04-03-2010 362 Xavier Baeselen OCMW. - Personeelsselectie. (MV 18584)CPAS. - La sélection de personnel. (QO 18584)148150535355555657151581522009201015377 15-03-2010 370 Christine VanBroeckhovenHet stijgende aantal ouderen beneden de armoedegrens inBelgië. (MV 19322)Le nombre croissant de personnes âgées vivant en dessousdu seuil de pauvreté en Belgique. (QO 19322)1542009201015488 17-03-2010 389 Sarah Smeyers Het financieel evenwicht van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.(MV 19810)L'équilibre financier de l'assurance maladie-invalidité.(QO 19810)155Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele HervormingenVice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles2009201011937 15-12-2009 33 Daniel Ducarme Terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Irak.Le retrait des forces américaines d'Irak.2009201013155 30-12-2009 53 Roel Deseyn Heropstart van het vredesproces in het Israëlisch-Palestijnsconflict (SV 210).Relance du processus de paix israélo-palestinien.2009201013500 06-01-2010 129 Daniel Ducarme Palestijns-Israëlisch vredesproces.Le processus de paix israélo-palestinien. ( QE 26)158159161K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010439DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201013934 12-01-2010 166 Bart Laeremans Departementen. - Omzetting van Europese richtlijnen. -Europees Hof van Justitie. - Veroordelingen.Départements. - Transposition des directives européennes.- Cour de Justice de l'Union européenne. - Condamnations.2009201014483 22-01-2010 193 Renaat Landuyt De Russische invoertaks.Les droits d'importation appliqués par la Russie.2009201014528 25-01-2010 197 Georges Gilkinet Toezicht.- Instellingen.- Controle van de rekeningen.Tutelle. - Organismes. - Contrôle des comptes.2009201014566 26-01-2010 199 Daniel Ducarme Diplomatiek bezoek aan Centraal-Afrika.Visite diplomatique en Afrique centrale.2009201014760 09-02-2010 237 Wouter De Vriendt De Gaza Freedom March. (MV 18133)La Marche de la Liberté pour Gaza. (QO 18133)2009201014761 09-02-2010 238 Xavier Baeselen Senegal. - Aanhoudingen wegens homoseksualiteit. (MV18013)Sénégal. - Arrestations pour homosexualité. (QO 18013)2009201014836 10-02-2010 240 Bruno Tuybens De Economische Partnerschapsakkoorden (EPA's) tussende Europese Unie en de ACS-landen.Accords de Partenariat économique (APE) entre l'Unioneuropéenne et les pays ACP.2009201014894 11-02-2010 246 Daniel Ducarme Betrekkingen met Turkmenistan.Les relations avec le Turkménistan.2009201014915 11-02-2010 247 Jean Cornil FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.-Cel duurzame ontwikke-ling.-SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopérationau Développement. - La cellule développementdurable.2009201014958 12-02-2010 250 Daniel Ducarme Viering van 31 jaar Iraanse revolutie.Célébration des 31 ans du régime iranien.2009201014977 17-02-2010 253 Daniel Ducarme Heropening van het Belgische consulaat in Bukavu.La réouverture du consulat belge de Bukavu.2009201014988 18-02-2010 255 Dirk Vijnck De inzet van B-FAST in Haïti.L'engagement de B-FAST en Haïti.2009201015065 23-02-2010 257 Patrick Cocriamont Toetreding van niet-Europese landen tot de EU.-L'entrée de pays non européens au sein de l'UE.2009201015073 23-02-2010 258 Clotilde Nyssens * Europees Universitair Instituut in Firenze. - Ontoereikendefinanciering.L'Institut Universitaire Européen de Florence. - Sousfinancement.2009201012410 23-02-2010 259 Peter Logghe * Omzetting van EU-richtlijnen in nationale wetgeving. -Veroordeling van België door Europees Hof van Justitie(SV 888).Transposition de directives UE dans la législation nationale.- Condamnation de la Belgique par la Cour européennede Justice.2009201015311 09-03-2010 270 Daniel Ducarme NAVO. - Bedreiging voor Rusland.L'OTAN. - Menace pour la Russie.1631631661671681691711751771791811821845860185K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

440 QRVA 52 10029-03-2010DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201015480 17-03-2010 280 Daniel Ducarme Toenadering tussen Montenegro en de NAVO.Le rapprochement entre le Monténégro et l'OTAN.2009201015484 17-03-2010 282 Daniel Ducarme Nieuw VN-vrouwenagentschap.Le nouveau département de l'ONU consacré aux femmes.2009201015504 17-03-2010 286 Bart Somers Sociale huurders. - Sociale woning. - Tweede verblijf. -Verdragen.Locataires sociaux. - Logement social. - Seconde résidence.- Traités.2009201015542 18-03-2010 290 Patrick Moriau Terugroeping van de consul in Alicante naar België. (MV20168)Le rappel du consul d'Alicante en Belgique. (QO 20168)186187189190Vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleidVice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile2009201015009 18-02-2010 409 Leen Dierick * De DIMONA-meldingen. - Bisregisternummers.Déclarations DIMONA. - Numéros bis.612009201015015 19-02-2010 410 Francis Van denEynde* Medewerker CGKR. - Interview Radio 1. - Programma"De Ochtend".Collaborateur du CECLR. - Interview Radio 1. - Émission"De Ochtend".612009201014439 23-02-2010 411 Peter Logghe * Interregionale werknemers.Travailleurs interrégionaux.2009201013676 24-02-2010 412 Peter Logghe * Stress op de werkvloer.Stress au travail.6263Vice-eersteminister en minister van BegrotingVice-premier ministre et ministre du Budget2009201015059 23-02-2010 31 Jan Jambon * Berekeningswijze aandeel van lokale besturen in het stabiliteitsprogramma.Mode de calcul de la part des pouvoirs locaux dans le Programmede Stabilité.64Minister van Pensioenen en Grote StedenMinistre des Pensions et des Grandes villes2009201012451 18-12-2009 6 Guy D'haeseleer FOD's. - Gerechtelijke procedures tegen andere overheden.(SV 39)SPF. - Procédures judiciaires contre d'autres administrations.2009201013810 08-01-2010 40 Koen Bultinck De website van de pensioenconferentie.Le site web de la Conférence des Pensions.2009201014460 21-01-2010 52 Jan Mortelmans Departementen. - Gebouwen. - Warmte-, isolatie-, elektriciteits-en waterhuishouding.Départements. - Bâtiments. - Gestion du chauffage, del'isolation, de l'électricité et de l'eau.191192193K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010441DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201014997 18-02-2010 65 Maggie De Block * Ambtenaren van de ondergeschikte besturen. - Financieringpensioenen.Fonctionnaires des pouvoirs locaux. - Financement despensions.2009201015068 23-02-2010 66 Christian Brotcorne Pensionering om gezondheidsredenen in de overheidssector.- Verslag van het Rekenhof.La mise à la retraite pour raisons de santé dans le secteurpublic. - Rapport de la Cour des comptes.641982009201015096 23-02-2010 67 Isabelle Tasiaux-DeNeys* Gezinspensioen.Le taux ménage.65Minister van JustitieMinistre de la Justice2009201011469 08-12-2009 45 Renaat Landuyt De gerechtelijke achterstand.L'arriéré judiciaire.2009201012057 16-12-2009 186 Bert Schoofs Ouders. - Omgangsrechts kinderen. - Informatie (SV756).Parents. - Droit aux relations personnelles entre parents etenfants. - Information.2002032009201012102 16-12-2009 219 BrunoStevenheydensHet verwittigen via telefoon of e-post bij uitstel van eenzaak op de rechtbank (SV 497).La notification par téléphone ou courriel d'une remise decause au tribunal.2042009201012195 17-12-2009 244 Filip De Man Het recht op Koranstudie in de gevangenissen (I) (SV780).Le droit d'étudier le Coran dans les prisons (I).2009201012436 18-12-2009 295 Peter Logghe Enkelbandsysteem. - Uitbreiding (SV 602).Surveillance électronique. - Extension.2009201012512 21-12-2009 314 Daniel Ducarme "Schijnliefdeshuwelijken".-L'existence de "Mariages gris".2009201012532 21-12-2009 317 Hagen Goyvaerts Implementatie van de nieuwe comptabiliteitswetgeving.(SV 28)Mise en oeuvre de la nouvelle loi sur la comptabilité del'État.2009201012657 22-12-2009 339 Daniel Ducarme Voorstellen van de ASM.Propositions de l'ASM. (QE 852)2009201012667 22-12-2009 345 Daniel Ducarme Raad van Europa. - Kwestie van de mensenrechten en degevangenissen in België.Le Conseil de l'Europe. - La question des droits del'homme et des prisons en Belgique. (QE725)2009201012762 23-12-2009 348 Rita De Bont Secretariaten en beleidsorganen. - Omzendbrief. - De vergroeningvan het wagenpark. (SV 860)Secrétariats et organes stratégiques. - Circulaire. - Évolutionvers un parc de véhicules moins polluants.206208212213216218222K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

442 QRVA 52 10029-03-2010DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201012763 23-12-2009 349 Rita De Bont Departement. - Gebouwen. - Energie-efficiëntie en hetgebruik van groene energie. (SV 574)Départements. - Bâtiments. - Efficacité énergétique et utilisationd'énergie verte.2009201013797 08-01-2010 478 Leen Dierick Gedetineerde vreemdelingen.Détenus étrangers.2232252009201013936 12-01-2010 504 BrunoStevenheydensHet uitzitten van hun straf in het land van herkomst.L'exécution de la peine dans le pays d'origine.2262009201013988 12-01-2010 516 Dirk Van der Maelen De herverdeling van parketjuristen. (MV 17625)La redistribution des juristes de parquet. (QO 17625)2009201014132 14-01-2010 579 Carina Van Cauter Burgerlijke stand. - Centraal register voor buitenlandseakten (MV 17455).État civil. - Registre central pour les actes étrangers (QO17455).2009201014407 19-01-2010 620 Barbara Pas Aanvragen tot naamswijziging.Le nombre de demandes de changement de nom.2009201014443 20-01-2010 634 Daniel Ducarme Succes van de elektronische enkelband.Le succès du bracelet électronique.2009201014461 21-01-2010 636 Zoé Genot Gewestelijke herkomst van het personeel van de FOD's.Provenance régionale des membres du personnel des SPF.2009201014746 08-02-2010 672 Raf Terwingen De evolutie van het rolrecht (MV 18362).L'évolution du droit de mise au rôle (QO 18362).2009201014834 10-02-2010 684 Filip De Man Vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit van eenveroordeelde terrorist.Déchéance de la nationalité belge d'un terroriste condamné.2009201014976 17-02-2010 693 Sarah Smeyers De reglementering van de belspelletjes op tv.Réglementation des jeux téléphoniques à la télévision.2292312332362382402402412009201014992 18-02-2010 694 Marie-MartineSchyns2009201014998 18-02-2010 695 Sabien Lahaye-Battheu* Afschaffing van een buurtweg door verjaring.La suppression d'un chemin vicinal par l'effet de la prescription.* Arbeidsrechtbanken. - Dossiers collectieve schuldenregeling.Tribunaux du travail. - Dossiers de règlement collectif dedettes.66672009201015028 19-02-2010 696 Peter Logghe * Minderjarige criminelen.Criminels mineurs d'âge.2009201015033 19-02-2010 697 Eric Thiébaut * Kosten van telefoontaps.Les frais engendrés par les écoutes téléphoniques.2009201014053 22-02-2010 698 André Frédéric * Opdoeken van een handel in valse papieren in Brussel.(MV 17602)Le démantèlement d'un trafic de faux papiers à Bruxelles.(QO 17602)686970K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010443DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201014320 22-02-2010 699 Stefaan Van Hecke * Strijd tegen cannabisplantages. - Informatie-uitwisselingelektriciteitsleveranciers en politie.Lutte contre les plantations de cannabis. - Échanged'informations entre les fournisseurs d'électricité et lapolice.2009201014028 22-02-2010 700 Peter Logghe * Minderjarige autobestuurders.Conducteurs mineurs.2009201014270 22-02-2010 701 Guy D'haeseleer * Het overnemen van de taken van cipiers door de politiediensten.Prise en charge des missions des gardiens de prison par lesservices de police.7171722009201015055 22-02-2010 702 Willem-FrederikSchiltz2009201015064 23-02-2010 704 Francis Van denEynde2009201015066 23-02-2010 705 Francis Van denEynde* De inconsistentie van besparingsplannen binnen Justitie.Le manque de cohérence des plans d'économie au sein dudépartement de la Justice.* Jaarverslag van de Staatsveiligheid. - Het begrip "institutioneelextreemrechts".Rapport annuel de la Sûreté de l'État. - Notion d' "extrêmedroite institutionnelle".* Jaarverslag van de Staatsveiligheid. - Controle van hetVlaams-nationalisme.Rapport annuel de la Sûreté de l'État. - Contrôle du nationalismeflamand.7373742009201015067 23-02-2010 706 Sonja Becq * Raadpleging van het Rijksregister door gerechtsdeurwaarders.Consultation du Registre national par des huissiers de justice.752009201015069 23-02-2010 707 Francis Van denEynde* Jaarverslag van de Staatsveiligheid. - Het begrip "extremisme".Rapport annuel de la Sûreté de l'État. - La notion d'"extrémisme".752009201015071 23-02-2010 708 Filip De Man * De procedure tot vervallenverklaring van de Belgischenationaliteit.La procédure de déchéance de la nationalité belge.2009201015094 23-02-2010 709 Carina Van Cauter * De beheersing van de gerechtskosten (MV 19111).La maîtrise des frais de justice. (QO 19111)76772009201015095 23-02-2010 710 Willem-FrederikSchiltz* Te hoge tarieven voor afluisteren, telefoonregistratie enDNA-analyse bij Justitie (MV 19010).Tarifs trop élevés pour les enregistrements et les écoutestéléphoniques ainsi que les analyses ADN au sein dudépartement de la Justice. (QO 19010).782009201012873 24-02-2010 711 Daniel Ducarme * Opmars van aids in Azië.Progression du sida en Asie. (QE 515)2009201015104 24-02-2010 712 Valérie De Bue * Alternatieve straffen.Peines alternatives.7979K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

444 QRVA 52 10029-03-2010DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201015105 24-02-2010 713 Kattrin Jadin * Omzetting van Europese richtlijn 2006/24/EG die de telecomoperatorenverplicht privégegevens bij te houden(MV 18969 + 18970)La transposition de la directive européenne 2006/24/CEimposant aux Télécoms la sauvegarde des données privées.(QO 18969 + 18970)2009201015106 24-02-2010 714 Peter Logghe * Huisjesmelkers.Marchands de sommeil.2009201011911 24-02-2010 718 Alexandra Colen * Sharia-rechtbanken in het Verenigd Koninkrijk. (SV 36)Tribunaux de la charia au Royaume-Uni.2009201013287 24-02-2010 719 Daniel Ducarme * Gewelddadige straatbendes.Les bandes urbaines violentes. (QE177)2009201015116 24-02-2010 721 Bert Schoofs * FOD Justitie. - Contracten met de telecomoperatoreninzake telefoonregistratie en telefoontap. - Kosten.(MV 19050)SPF Justice. - Les contrats signés avec les opérateurs detélécommunications pour l'enregistrement et l'écoutede conversations téléphoniques. - Coûts. (QO 19050)2009201015117 24-02-2010 722 Els De Rammelaere * Kostprijs voor telefoonregistratie en telefoonaftappen.(MV 19016)Coût de l'enregistrement et de l'écoute de conversationstéléphoniques (QO 19016)2009201015120 24-02-2010 724 Bart Laeremans * De organisatie "Al Minara".L'organisation "Al Minara".2009201015127 24-02-2010 725 Ben Weyts * De aanpak van spijbelaars en niet-ingeschreven leerplichtigen.Approche du problème des absentéistes scolaires et desélèves soumis à l'obligation scolaire non inscrits.2009201015129 24-02-2010 726 Philippe Collard * De reglementering inzake levenloos geboren kinderen.La réglementation relative aux enfants nés sans vie.2009201015388 15-03-2010 788 Ben Weyts De Europese Justitiële Atlas voor Burgerzaken. - Verstrekkenvan gegevens. - Taalgebruik. (MV 19116)L'atlas judiciaire européen en matière civile. - Communicationd'informations. - Emploi des langues. (QO19116)808182838384858686243Minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en WetenschapsbeleidMinistre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique2009201015043 22-02-2010 72 Luc Goutry Zelfstandigenstatuut. - Meewerkende echtgenoot. - Vervalvan het recht op uitkeringen. - Administratieve geldboetes.Statut des travailleurs indépendants. - Conjoint aidant. -Déchéance du droit aux allocations. - Amendes administratives.2009201015062 23-02-2010 73 Luc Goutry Palliatief verlof voor zelfstandigen.Congé pour soins palliatifs pour les travailleurs indépendants.245247K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010445DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201015139 25-02-2010 77 Nathalie Muylle De traceerbaarheid in de pluimveesector.Traçabilité dans le secteur avicole.2009201015142 26-02-2010 78 Leen Dierick De Federale Wetenschappelijke Instellingen. - Raden vanbesturen. - Competenties. - Taalaanhorigheid.Institutions scientifiques fédérales. - Conseils d'administration.- Compétences. - Appartenance linguistique.2009201015199 01-03-2010 80 Luc Goutry Werkgroep verbetering kwaliteit van inspecties.Groupe de travail relatif à l'amélioration de la qualité desinspections.250252253Minister van LandsverdedigingMinistre de la Défense2009201014995 18-02-2010 120 Dirk Vijnck Communicatiestrategie in het kader van het nieuwe rekruteringsconcept.Stratégie de communication dans le cadre du nouveauconcept de recrutement.2009201015007 18-02-2010 121 Wouter De Vriendt Defensie-inspanningen op langere termijn in Haïti. (MV18491)Les efforts éventuellement fournis à long terme par laDéfense en Haïti. (QO 18491)2009201015011 19-02-2010 122 Daniel Ducarme Einde van de missie van het Belgisch leger in Kosovo.La fin de la mission de l'armée belge au Kosovo.2009201015031 19-02-2010 123 Dirk Vijnck De VPD-ploegen.Les équipes VPD.2009201015032 19-02-2010 124 Dirk Vijnck Saneringswerken in te vervreemden kazernes.Travaux d'assainissement dans les casernes à céder.2009201015057 23-02-2010 125 Luc Goutry De site "Dodengang" in Kaaskerke (Diksmuide). Duitsebunker uit de Eerste Wereldoorlog.Le site du "Boyau de la Mort" à Kaaskerke (Dixmude).Bunker allemand de la Première Guerre mondiale.2009201015072 23-02-2010 126 Dirk Vijnck Diverse aanbestedingen.Adjudications diverses.2009201015093 23-02-2010 127 Dirk Van der Maelen De F-16's (MV 18982).Les F-16 (QO 18982).2009201015103 24-02-2010 128 Dirk Vijnck De in- en uitstroom van Defensiepersoneel.Recrutement et dégagement de personnel à la Défense2009201015110 24-02-2010 129 Philippe Collard Vredesactivisten dringen binnen op de luchtmachtbasisvan Kleine-Brogel.L'intrusion de pacifistes sur la base aérienne de Kleine-Brogel.2009201015122 24-02-2010 130 Dirk Vijnck Het historisch materieel uit de depots Kapellen en Vissenaken.Le matériel historique des dépôts de Kapellen et de Vissenaken.256259261263267270272276277283285K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

446 QRVA 52 10029-03-2010DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201015128 24-02-2010 131 Wouter De Vriendt Het gebruik van de vliegtuigen van Defensie door gezagsdragers.L'utilisation des avions de l'armée par des dépositaires del'autorité publique2009201015237 03-03-2010 137 Jean Cornil Ministerie van Defensie.- Rationalisatie van de verplaatsingenvan de ambtenaren.Ministère de la Défense. - La rationalisation des déplacementsdes agents.288291Minister van Klimaat en EnergieMinistre du Climat et de l'Énergie2009201014206 15-01-2010 77 Ben Weyts Federale overheid. - Cateringdiensten.Autorités fédérales. - Services de restauration.2009201014460 21-01-2010 86 Jan Mortelmans Departementen. - Gebouwen. - Warmte-, isolatie-, elektriciteits-en waterhuishouding.Départements. - Bâtiments. - Gestion du chauffage, del'isolation, de l'électricité et de l'eau.2009201014744 08-02-2010 101 Nathalie Muylle Lokale sensibiliserings-initiatieven.Initiatives locales de sensibilisation.2009201013669 11-02-2010 108 Hagen Goyvaerts Voedselproducten. - Vermelding CO2-uitstoot.Denrées alimentaires. - Étiquetage CO2.2009201014887 11-02-2010 109 Daniel Ducarme Biodiversiteit.La biodiversité.2009201014925 11-02-2010 110 Jean Cornil POD Duurzame Ontwikkeling.- FOD Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.- Celduurzame ontwikkeling.SPP Développement durable. - SPF Santé publique, Sécuritéde la Chaîne alimentaire et Environnement. - Lacellule développement durable.2009201013848 11-02-2010 111 Daniel Ducarme Energie-efficiëntie van banden.Efficacité énergétique des pneus.2009201015013 19-02-2010 113 Daniel Ducarme * VN-Raamovereenkomst inzake klimaatverandering.La Convention cadre des Nations Unies sur les changementsclimatiques.2009201015037 22-02-2010 114 Philippe Collard * Strategische voorraad aardolieproducten.Les stocks stratégiques de produits pétroliers.2009201015048 22-02-2010 115 Eric Jadot * Prospectieve studie elektriciteit (PSE).- Energievoorzieningsstrategie.L'Étude Prospective Électricité (EPE) en matière de stratégieénergétique.2962973012933053092958788892009201015074 23-02-2010 116 Tinne Van derStraeten2009201015075 23-02-2010 117 Tinne Van derStraeten* NIRAS. - Gebouw 280. - Investering.ONDRAF. - Bâtiment 280. - Investissements.* NIRAS. - Installatie A3X. - Investering.ONDRAF. - Installation A3X. - Investissements.9090K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010447DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201015076 23-02-2010 118 Tinne Van derStraeten2009201015077 23-02-2010 119 Tinne Van derStraeten2009201015078 23-02-2010 120 Tinne Van derStraeten2009201015079 23-02-2010 121 Tinne Van derStraeten2009201015080 23-02-2010 122 Tinne Van derStraeten2009201015081 23-02-2010 123 Tinne Van derStraeten2009201015099 23-02-2010 124 Tinne Van derStraeten* NIRAS. - Aanpassing van de Pamela installatie. - Investering.ONDRAF. - Adaptation de l'installation Pamela. - Investissements.* NIRAS. - Investering in een pyrolyse-installatie.ONDRAF. - Investissments dans une installation de pyrolyse.* NIRAS. - Gebouw 155. - Investering.ONDRAF. - Bâtiment 155. - Investissements.* NIRAS. - Gebouw 136. - Investering.ONDRAF. - Bâtiment 136. - Investissements.* NIRAS. - Gebouw 156. - Investering.ONDRAF. - Bâtiment 156. - Investissements.* NIRAS. - Gebouw "CILVA". - Investering.ONDRAF. - Bâtiment "CILVA". - Investissements.* Het sluiten van "kadercontracten" door NIRAS.Conclusion de contrats-cadre par l'ONDRAF.919292939394952009201015101 24-02-2010 125 Paul Vanhie * Stijging gasprijzen. - Studie CREG. (MV 18924)Augmentation des prix du gaz - Étude de la CREG. (QO18924)2009201015102 24-02-2010 126 Luc Goutry * Toekenningsvoorwaarden sociaal tarief gas en elektriciteit.Conditions régissant l'octroi du tarif social pour le gaz etl'électricité.2009201015107 24-02-2010 127 Peter Logghe * Recycleren van glas.Recyclage du verre.2009201015471 16-03-2010 140 Daniel Ducarme Bescherming van de Belgische kust.Bescherming van de Belgische kust.959696313Minister van OntwikkelingssamenwerkingMinistre de la Coopération au développement2009201015008 18-02-2010 56 Daniel Ducarme Humanitaire hulp aan Mongolië.L'aide humanitaire en Mongolie.2009201014146 26-02-2010 57 Daniel Ducarme Mitigatie van de klimaatwijziging in de landbouwsector. -FAO-programma.L'atténuation du changement climatique dans l'agriculture.- Le programme de la FAO.316314Minister van Ambtenarenzaken en OverheidsbedrijvenMinistre de la Fonction publique et des Entreprises publiques2009201011703 10-12-2009 49 Ine Somers Beboeten zwartrijders in het buitenland (SV 762).Sanctions contre des fraudeurs à l'étranger.3172009201011933 15-12-2009 70 Sabien Lahaye-BattheuNMBS. - Reizigers. - Taxidienst (SV 787).SNCB. - Voyageurs. - Service de taxis.320K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

448 QRVA 52 10029-03-2010DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201012131 16-12-2009 85 Ben Weyts Tewerkstelling vrouwen, gehandicapten en Belgen vanallochtone origine binnen de FOD's en overheidsinstellingen.Emploi des femmes, des personnes handicapées et desBelges d'origine allochtone au sein des SPF et desorganismes publics.2009201012394 18-12-2009 116 Peter Logghe NMBS. - Zelfmoorden op het NMBS-net (SV 781).SNCB. - Suicides sur le réseau de la SNCB.2009201012550 22-12-2009 135 André Perpète NMBS en Telenet. - Hotspots in de stations van de provincieLuxemburg. (MV 7119) (SV 95)SNCB et Telenet. - Hotspots dans les gares de la provincede Luxembourg. (QO 7119) (QE 95)3213223242009201012555 22-12-2009 137 Bruno VanGrootenbrulleNMBS.- Securail.- Inadequate hondenteams (MV 15476)SNCB. - L'emploi par Sécurail d'équipes cynophiles inadaptées.(QO 15476) (QE 849)3252009201012604 22-12-2009 147 Linda Musin Infrabel. - Follow-up van het actieplan met betrekking totzelfdodingen. (MV 14798)Infrabel. - Le suivi du plan d'action suicide. (QO 14798)(QE 848)2009201012860 28-12-2009 158 Jef Van den Bergh NMBS. - De studententrein Antwerpen-Leuven (SV 860).SNCB. - Le train des étudiants Anvers-Louvain.2009201012935 28-12-2009 182 Kristof Waterschoot NMBS. - Station Hoboken-Polder. - Heropening van hetStation Hoboken Kapelstraat (SV 728).SNCB. - Gare de Hoboken-Polder. - Réouverture de lagare de Hoboken Kapelstraat.2009201012945 28-12-2009 184 Leen Dierick NMBS. - Dagtoerisme naar kust en Ardennen (SV 776).SNCB. - Voyages d'un jour au littoral et en Ardenne.2009201013030 29-12-2009 190 Michel Doomst NMBS. - Treinen die de halte voorbijrijden (SV 488).SNCB. - Trains n'observant pas l'arrêt.2009201013730 07-01-2010 236 Linda Musin Openstelling van de spoorwegmarkt. - Waarschuwingvanwege de Europese Commissie. (MV 15566)L'ouverture du marché ferroviaire. - L'avertissement de laCommission européenne. (QO 15566)2009201013763 08-01-2010 244 Roel Deseyn De Post. - Uitbetaling van pensioenen.La Poste. - Paiement de pensions.2009201013773 08-01-2010 246 Roel Deseyn Overheidsbedrijven. - Sociale rol. - Dienstverlening.Entreprises publiques. - Rôle social. - Prestation de services.2009201013963 12-01-2010 273 Bert Schoofs De Post. - Afhandeling van een lot brieven afkomstig vande Kamer van volksvertegenwoordigers bezorgd inBeringen.La Poste. - Traitement d'une série de lettres de la Chambredes représentants distribué à Beringen.2009201014926 11-02-2010 373 Roel Deseyn NMBS. - Vernieuwing van de binnenlandse perrons in hetstation Brussel-Zuid. (MV 18151)SNCB. - Rénovation des quais réservés aux lignes intérieuresà la gare du Midi (QO 18151)326328330332334335336337338340K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010449DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201014996 18-02-2010 385 Philippe Collard * De Post. - Overplaatsing van de werknemers van Vauxsur-Sûre.La Poste. - Le transfert des agents de Vaux-sur-Sûre.2009201015016 19-02-2010 386 David Geerts * NMBS. - Reizigers. - Het compensatiesysteem.SNCB. - Voyageurs. - Système de compensation.2009201015017 19-02-2010 387 David Geerts * NMBS. - Treinen. - Verhoging van het aantal zitplaatsen.SNCB. - Trains. - Augmentation du nombre de placesassises.2009201015018 19-02-2010 388 David Geerts * NMBS. - Uitgaven van het reclamebureau EURORSCG.SNCB. - Dépenses de l'agence publicitaire EURORSCG.2009201015019 19-02-2010 389 David Geerts * NMBS. - Vertragingen die het gevolg zijn van een technischgebrek.SNCB. - Retards occasionnés par une défaillance technique.2009201015020 19-02-2010 390 David Geerts * NMBS. - De jaarlijkse promoactie.SNCB. - Action de promotion.2009201015042 22-02-2010 391 David Geerts * NMBS. - Railflexkaart. - Halftijdse treinkaarten. - Prijsverhoging.SNCB. - Carte Railflex. - Cartes Train Mi-Temps. - Augmentationtarifaire.2009201015044 22-02-2010 392 David Geerts NMBS. - Agressie op de treinen.SNCB. - Agressions dans les trains.2009201015126 24-02-2010 394 Luc Goutry * Toekenningsvoorwaarden sociaal telefoontarief.Conditions d'octroi du tarif téléphonique social.2009201015130 24-02-2010 395 Eric Thiébaut * NMBS. Halte in het station van Saint-Ghislain voor deIC-verbinding tussen Herstal (Luik) en Doornik.SNCB. Arrêt en gare de Saint-Ghislain pour la liaison ICentre Herstal (Liège) et Tournai.9798989999100100341100101Minister voor Ondernemen en VereenvoudigenMinistre pour l'Entreprise et la Simplification2009201014991 18-02-2010 103 Ingrid Claes Afschrijvingsstelsels en -ritmes van ICT-materialen. -Economische waardeverminderingen.Régimes et rythmes d'amortissement des équipementsICT.- Réductions de valeur économique.2009201015005 18-02-2010 104 Peter Luykx Gebruik van de eID voor de aankoop van voetbaltickets.(MV 18380)Utilisation de la carte d'identité électronique pour l'achatde tickets de football. (QO 18380)2009201014660 22-02-2010 105 Daniel Ducarme Het Belgisch paviljoen in Shanghai.Le pavillon belge de Shanghai.2009201011327 24-02-2010 106 Robert Van de Velde Europese Commissie. - Het "Witboek betreffende schadevergoedingsactieswegens schending van de communautairemededingingsregels (MV 15600) (SV 941).Commission européenne. - Le Livre blanc sur les actionsen dommages et intérêts pour violation des règles de laconcurrence (QO 15600).348351345342K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

450 QRVA 52 10029-03-2010DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponseMinister van Binnenlandse ZakenMinistre de l'Intérieur2009201011450 08-12-2009 14 Josy Arens Mogelijkheid voor een gemeente om van politiezone teveranderen.La possibilité pour une commune de changer de zones depolice. (QE 55)2009201011701 10-12-2009 34 Hilde Vautmans NMBS. - Geweld en diefstallen op treinen en in stations(SV 17).SNCB. - Vols et violence dans les trains et dans les gares.3533542009201012148 16-12-2009 72 BrunoStevenheydens2009201012153 16-12-2009 77 BrunoStevenheydensResultaat tuchtonderzoek Gentse politie na ontsnappingovervaller (SV 175).Résultat de l'enquête disciplinaire menée par la police deGand après l'évasion d'un braqueur.Bonussen voor speurwerk van wijkagenten (SV 2).Boni pour les recherches effectuées par les agents de quartier.3543562009201012747 23-12-2009 161 Peter Logghe Alcoholcontroles eindejaarsperiode. (SV 11)Les contrôles d'alcoolémie durant la période de find'année.2009201012963 28-12-2009 185 Leen Dierick De cel Kunstcriminaliteit van de federale politie (SV297).La cellule criminalité en matière d'oeuvres d'art de lapolice fédérale.2009201012990 29-12-2009 212 Leen Dierick Het verlichten en vereenvoudigen van sommige administratievetaken van de lokale politie. - ministeriëleomzendbrief (SV 39).Allègement et simplification de certaines tâches administrativesde la police locale. - Circulaire ministérielle.2009201012994 29-12-2009 216 Leen Dierick Snelwegen. - Alcohol- en drugscontroles (SV 6).Autoroutes. - Contrôles d'alcoolémie et de toxicomanie.2009201013054 29-12-2009 225 Michel Doomst De crimibarometer (SV 291).Le baromètre de la criminalité.2009201013082 29-12-2009 253 Michel Doomst De tijd die politiemensen besteden aan verdwijningen (SV14).Le temps consacré par les policiers aux affaires de disparition.2009201013603 06-01-2010 330 Olivier Maingain Eerwraak in België.Les crimes d'honneur en Belgique. (QE 298)2009201013834 11-01-2010 354 Georges Gilkinet Controle van de rekeningen van parastatalen.Révision des comptes des entreprises parastatales.2009201014134 14-01-2010 387 Peter Logghe Stijging van het aantal winkeldiefstallen.Augmentation du nombre de vols à l'étalage.2009201014387 19-01-2010 425 Jacqueline Galant Vrijstelling van ondertekening. (MV 17307)La dispense de signature. (QO 17307)2009201014476 21-01-2010 444 Leen Dierick Leeftijdscategorieën bij slachtoffers van criminaliteit.Victimes de la criminalité. - Catégories d'âge.359361364366367368370371372374376K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010451DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201012442 28-01-2010 459 Peter Logghe Terugvordering schade bij gewelddadige betogingen (SV407).Récupération des dommages causés lors de manifestationsviolentes.2009201014628 29-01-2010 461 Philippe Blanchart Ministeriële omzendbrief PLP 46 betreffende de onderrichtingenvoor het opstellen van de politiebegrotingvoor 2010.La PLP 46 portant les directives pour l'établissement dubudget de police 2010.2009201014703 05-02-2010 474 Jef Van den Bergh Gegevens BOB-campagne en andere alcoholcontroles.Données sur la campagne BOB et autres contrôlesd'alcoolémie.2009201014753 08-02-2010 480 Magda Raemaekers Rusthuizen en ziekenhuizen. - Veiligheidsmaatregelen(MV 18350).Maisons de repos et hôpitaux. - Mesures de sécurité (QO18350).2009201014768 09-02-2010 483 Peter Logghe Moskeeën.Mosquées.2009201014858 10-02-2010 492 Peter Logghe Agressie tegen apotheken en apotheekpersoneel.Agressions de pharmaciens et de personnel des pharmacies.2009201014896 11-02-2010 495 Peter Logghe Leeggeroofde kluizen op de luchthaven.Coffres vidés de leur contenu à l'aéroport.3583773803813833853862009201014944 11-02-2010 498 BrunoStevenheydensPolitie. - Aankoop van sproeiwagens.Police. - Achat d'autos-pompes.3872009201015040 22-02-2010 511 Michel Doomst * Ziekteverzuim bij de politie.Absences pour cause de maladie auprès des services depolice.2009201015046 22-02-2010 512 Filip De Man * Federale subsidies voor het gemeentelijk veiligheidsbeleid.Subventions fédérales destinées à la politique communalede sécurité.2009201015050 22-02-2010 513 Leen Dierick * De veiligheidssubsidies bij de gemeenten. (MV 19014)Subventions en matière de sécurité octroyées aux communes(QO 19014)2009201015052 22-02-2010 514 Leen Dierick * De registratie van alarmsystemen.L'enregistrement des systèmes d'alarme.2009201015054 22-02-2010 515 Peter Logghe * Gasexplosies.Explosions de gaz.2009201015060 23-02-2010 516 Olivier Maingain * Brandweerscholen. - Verdeling over de provincies. -Inschrijvingen. - Personeel.Ecoles du feu. - Répartition par province. - Inscriptions. -Personnel.2009201015061 23-02-2010 517 Hagen Goyvaerts * Uitval van het radiologisch Telerad. - Oorzaken.Défectuosité du réseau de mesure de la radioactivité Telerad.- Raisons.102103104104105105106K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

452 QRVA 52 10029-03-2010DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201015085 23-02-2010 519 Hagen Goyvaerts * FANC. - Uitval van het radiologisch meetnet Telerad. -Alarm via ASTRID-netwerk.AFCN. - Panne du réseau de mesure radiologique Telerad.- Alarme par le biais du réseau ASTRID.2009201015088 23-02-2010 520 Leen Dierick * De aanbesteding van stemcomputers (MV 19338).L 'adjudication relative au développement des nouveauxordinateurs pour le vote électronique (QO 19338).2009201015090 23-02-2010 522 Ludwig Vandenhove * Elektronisch stemmen. - Aanschaf van nieuwe computers(MV 19017).Vote électronique. - Acquisition de nouveaux ordinateurs(QO 19017).2009201015105 24-02-2010 524 Kattrin Jadin Omzetting van Europese richtlijn 2006/24/EG die de telecomoperatorenverplicht privégegevens bij te houden(MV 18969 + 18970)La transposition de la directive européenne 2006/24/CEimposant aux Télécoms la sauvegarde des données privées.(QO 18969 + 18970)2009201015109 24-02-2010 525 Philippe Collard Mandaat van de korpschefs van de lokale politie. (MV18191)Mandat des chefs de corps de la police locale. (QO 18191)2009201015123 24-02-2010 526 Ben Weyts Taalpremie voor politieambtenaren in Brussel.Prime linguistique accordée à des policiers à Bruxelles.2009201015125 24-02-2010 527 Ilse Uyttersprot Aangiften van verlies en diefstal van wapens.Déclarations de perte et de vol d'armes.2009201015149 26-02-2010 535 Michel Doomst Toegankelijkheid van politiekantoren.L'accessibilité des bureaux de police.2009201015169 01-03-2010 537 Filip De Man Brandstichting in de politieschool van Brussel.Incendie criminel à l'école de police de Bruxelles.2009201015269 05-03-2010 542 Daniel Ducarme Strijd tegen muziek-, film- en gamespiraterij.La lutte contre la contrefaçon en matière de films, musiqueet jeux.2009201015584 18-03-2010 574 Daniel Ducarme Strijd tegen de ETA.La lutte contre l'ETA.2009201015637 22-03-2010 577 Daniel Ducarme Verkeersboetes die onmiddellijk met een bankkaart wordenbetaaldLes amendes de roulage immédiatement payées par cartebancaire.107107108388390392393396397398399400Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste ministerSecrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre2009201014920 11-02-2010 130 Jean Cornil FOD Mobiliteit en Vervoer. - Cel duurzame ontwikke-ling.-SPF Mobilité et Transport. - La cellule développementdurable.2009201013217 22-02-2010 136 Daniel Ducarme Nieuwe Bobcampagne.La nouvelle campagne "Bob".406402K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

QRVA 52 10029-03-2010453DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponse2009201015070 23-02-2010 138 Jef Van den Bergh Rijgeschiktheid in geval van fysieke en geestelijke aandoeningen.L'aptitude à la conduite en cas d'affections physiques etpsychiques.2009201015108 24-02-2010 139 Peter Logghe Luchthavens. - Aantal passagiers.Aéroports. - Nombre de passagers.2009201015135 25-02-2010 140 Peter Logghe Slechte wegen. - Schade aan auto's.Routes en mauvais état. - Voitures endommagées.2009201015226 03-03-2010 143 Jean Cornil FOD Mobiliteit en Vervoer.- Rationalisatie van de verplaatsingenvan de ambtenaren.SPF Mobilité et Transports. - La rationalisation des déplacementsdes agents.2009201015302 08-03-2010 144 Daniel Ducarme Medische getuigschriften voor het rijden zonder veiligheidsgordel.Certificats médicaux délivrés pour conduire sans ceinturede sécurité.2009201015361 12-03-2010 149 Daniel Ducarme Kruispuntbank van de voertuigen.La banque-carrefour pour les véhicules.2009201012731 16-03-2010 154 Peter Logghe Voertuigen met gps. - Aantal ongevallen. (SV253)Véhicules équipés d'un système GPS. - Nombre d'accidents.(QE 253)2009201014813 16-03-2010 157 Peter Logghe Treinschrappingen en consumentenzaken. (MV 18197)Suppressions de trains et protection des consommateurs.(QO 18197)2009201015655 22-03-2010 165 Josy Arens NMBS. - Dringende vraag naar mobiliteit op de lijn 163Libramont-Bastenaken.SNCB. - Une demande urgente de mobilité sur la ligne163 Libramont-Bastogne.2009201013277 22-03-2010 166 Daniel Ducarme Radarcontroles.Les contrôles radars. (QE272)410413415417419420401404421403Staatssecretaris voor de coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de Eerste minister, en staatssecretaris,toegevoegd aan de minister van JustitieSecrétaire d'État à la coordination de la Lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'Etat, adjoint auministre de la Justice2009201014460 21-01-2010 18 Jan Mortelmans Departementen. - Gebouwen. - Warmte-, isolatie-, elektriciteits-en waterhuishouding.Départements. - Bâtiments. - Gestion du chauffage, del'isolation, de l'électricité et de l'eau.423K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R E

454 QRVA 52 10029-03-2010DODODatumDateVraag nr.Question n°AuteurAuteurVoorwerpObjetBlz.Page* Vraag zonder antwoord* Question sans réponseStaatssecretaris voor de Modernisering van de federale overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding vande fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van FinanciënSecrétaire d'État à la Modernisation du service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre lafraude fiscale, adjoint au ministre des Finances2009201013868 11-01-2010 13 Peter Logghe Onveilige kerstverlichting. - Gevolgen voor brandverzekering.Guirlandes lumineuses de Noël. - Risques et conséquencespour l'assurance incendie.2009201015049 22-02-2010 27 Peter Logghe * Bijstandsmaatschappijen.Sociétés d'assistance.428109Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse ZakenSecrétaire d'État aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères2009201011596 09-12-2009 2 Stefaan Van Hecke Departementen. - Regeringscommissarissen en regeringsafgevaardigden(SV 11).Départements. - Commissaires et délégués du gouvernement.430Staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele InstellingenSecrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturellesfédérales2009201012546 22-12-2009 58 André Frédéric Regularisatie-instructie.- Situaties waarvoor een bevestiginggevraagd wordt.L'instruction régularisation. - Les pratiques pour lesquellesune confirmation est demandée. (QE102)2009201012662 05-01-2010 89 Peter Logghe Slachtoffers van mensenhandel. (SV 387)Victimes de la traite d'être humains.2009201014989 18-02-2010 136 Leen Dierick * Aandacht voor vrouwen in een regularisatieprocedure.L'attention accordée aux femmes dans le cadre d'une procédurede régularisation.2009201014994 18-02-2010 137 Leen Dierick * Asielzoekers. - Regularisaties. - Misbruik van de arbeidskaart.Demandeurs d'asile. - Régularisations. - Abus du permisde travail.2009201015025 19-02-2010 138 Leen Dierick * Misbruik van het zelfstandigenstatuut.Abus du statut d'indépendant.2009201015051 22-02-2010 139 Luc Goutry * Evolutie van het aantal uitgesproken en beëindigde verlengdeminderjarigheden.Évolution du nombre des minorités prolongées prononcéeset levées.2009201015100 23-02-2010 140 Zoé Genot * Bezoekers in gesloten centra. - Tassen. - Lockers.Les visiteurs de centres fermés. - Sac. - Casier.2009201012166 24-02-2010 141 Xavier Baeselen * Bevel om het grondgebied te verlatenOrdres de quitter le territoire.431432110110111112113113K A M E R 4 e Z I T T I N G V A N D E 5 2 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2009 2010C H A M B R E 4 e S E S S I O N D E L A 5 2 e L É G I S L A T U R ECentrale drukkerij – Deze publicatie wordt uitsluitend gedrukt op volledig gerecycleerd papierImprimerie centrale – Cette publication est imprimée exclusivement sur du papier entièrement recyclé