JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 18 nr 1 - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
36<br />
mogelijk dat dit haar studie heeft gestimuleerd. Zie G.A.R. de Smet (red.), Hei<strong>nr</strong>ic van<br />
Veldeken. Symposium 23-24 oktober 1970, Antwerpen, 1971.<br />
58 E. Cramer-Peeters, De Reinaert-problemen: Kriekeputte en Cloester-bier, in:<br />
Wetenschappelijke Tijdingen, 27 (1968) 4, kol. 243-246, m.n. kol. 245; R. van Daele, Ruimte<br />
en naamgeving, p. 168-169. Ook: E. Cramer-Peeters, Her Brune en arm man Reynaert,<br />
Levende Talen, 16 (1970), p. <strong>18</strong>1-191; E. Cramer-Peeters, Hi helede mi onder eenen boom,<br />
in: Wetenschappelijke Tijdingen, 31 (1971), kol. 49-52.<br />
59 E. Cramer-Peters, Een ander geluid over het gedicht ‘Van de vos Reynaerde’, p. 21-35. Pro<br />
memorie: G.A. Vorsterman van Oyen, De Berenning, p. 217, waar vermeld wordt dat een<br />
gedeelte van de oude gracht voor het Aardenburgse Polderbolwerk in <strong>18</strong>72 Marolleput heette.<br />
60 Idem, Hulst Reinaertstad, p. 368. Vriendelijke mededeling van de heer W. Dierick,<br />
Aardenburg.<br />
61 H.C.A. van Rie (samenst.), D. Verstraete over kerk en godsdienst in de omstreken van<br />
Aardenburg, [Aardenburg, gestencild], 1975, p. 3.<br />
62 W. de Vriend, Van den vos Reinaerde, in: (red.) A. Bauwens, Vertellingen uit en rond<br />
Aardenburg, Aardenburg, 1992, p. 16-27. In de tekst wordt geen expliciete referentie<br />
gemaakt aan Aardenburg.<br />
63 Pro memorie: N. Despars, Cronycke van Vlaenderen (ed. J. de Jonghe), IV, Rotterdam,<br />
<strong>18</strong>40, p. 416: ‘een zeer gruwelick assault up die stede van Damme, ter Oostpoorte zoo men<br />
naar Hulsterloo gaet’ en J. Jacobs, Het Westvlaamsch, Den Haag, 1927, p. 98 noot 16:<br />
Hulsterloe (1325) ‘een plaats bij Damme, op den weg naar Aardenburg’.<br />
64 W.D. [W. Dierick], Willem Utenhove dichter van Reinaert de vos?, in: Sincfalbode, 110,<br />
(6 april 2000), p. 15. Blijkens de schrijfwijze is het citaat gebaseerd op het Brusselse<br />
(Amsterdamse) handschrift. Zie Jacob van Maerlant, Der Naturen Bloeme (ed. Verwijs),<br />
Prologhe, varianten bij vs. 105-107a (p. 5): ‘Dat her Willem Uten Hove / Een prister van<br />
guden love / Van Erdenborg’, etc. ‘Her’ is denkelijk geen aanspreektitel bij ‘priester’, maar<br />
een verschrijving van de kopiist van ‘haer’, aanwijzend voornaamwoord bij Bestiaris.<br />
65 W. Lucieer, Aardenburg in Vlaanderen en de heersers over stad en land [Aardenburg, 2000,<br />
gestencild], p. 20.<br />
66 M. Ryssen & K. de Roover, Reynaert de Vos, Kloosterzande, 1999, p. 32.<br />
67 Zie noot 5.<br />
68 Deze bijdrage werd in sterk verkorte vorm gepubliceerd in Mededelingenblad Heemkundige<br />
Kring West-Zeeuws-Vlaanderen, (2003), p. 14-32.<br />
Tiecelijn, <strong>18</strong>, 2005