Tweede Kamer

Zitting 1965-1966-8391
Naturalisatie van Anthonisz, Millicent Rosé
en 23 anderen
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Nr. 1
ONTWERP VAN WET
Nr. 2
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een ontwerp van
Wet tot naturalisatie van Millicent Rosé Anthonisz en 23
anderen.
De toelichtende memorie (en bijlagen), die het Wetsontwerp
vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
Soestdijk, 22 november 1965.
Aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal
JULIANA.
WIJ JULIANA, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDER-
LANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te
weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is
tot naturalisatie van Anthonisz, Millicent Rosé en 23 anderen,
waartoe aan Ons verzoek is gedaan, met overlegging, voor
zoveel nodig, van de bewijsstukken bedoeld in artikel 3 van de
wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892,
268);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan,
gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1. Het Nederlanderschap wordt bij deze verleend
aan:
1
Anthonisz, Millicent Rosé, geboren te Djakarta (Indonesië)
16 maart 1936, kantoorbediende, wonende te 's-Gravenhage,
provincie Zuid-Holland;
2
Blom, Joannes, geboren te Barneveld (Gelderland) 13 september
1924, landarbeider, wonende te Noordoostpolder, provincie
Overijssel;
3
Rozelj, Elfride, geboren te Oberhausen (Duitsland) 9 juli 1918,
echtgenote van Blom, Joannes;
4
Bolderman, Hendrik Catharina, geboren te Amsterdam (Noord-
Holland) 10 augustus 1952, zonder beroep, wonende te Amsterdam,
provincie Noord-Holland;
5
Bolderman, Petrus Antonius, geboren te Amsterdam (Noord-
Holland) 4 oktober 1946, chauffeur-bijrijder, wonende te Amsterdam,
provincie Noord-Holland;
6
Borlijn, Antoinette, geboren te Ambarawa (Indonesië) 24 november
1905, hulp in de huishouding, wonende te Rotterdam,
provincie Zuid-Holland;
7
Van Damme, Oscar Alphonsus, geboren te Gent (België) 19
mei 1910, bontwerker, wonende te Weesperkarspel, provincie
Noord-Holland;
8
Djajadiningrat, Benjamin, geboren te Djakarta (Indonesië) 31
januari 1934, kantoorbediende, wonende te 's-Gravenhage, provincie
Zuid-Holland;
9
Gola, Eugeniusz, geboren te Rogowicz (Polen) 18 november
1923, mijnwerker, wonende te Brunssum, provincie Limburg;
8391 1—3

10
Zlobinski, Stanislawa, geboren te Hoensbroek (Limburg) 2
mei 1930, echtgenote van Gola, Eugeniusz;
11
Kairupan, Francisca Joyce Edith, geboren te Djakarta (Indonesië)
11 november 1943, typiste, wonende te 's-Gravenhage,
provincie Zuid-Holland;
12
Kotter ba, Ingrid Maria Hedwig, geboren te Berlijn (Duitsland)
11 juli 1943, zonder beroep, wonende te Groningen, provincie
Groningen;
13
Kraut, Gustav, geboren te Neustadt an der Haardt (Duitsland)
15 juni 1924, musicus, wonende te Amsterdam, provincie
Noord-Holland;
14
Langer, Erich Hans-Jürgen, geboren te Dresden (Duitsland)
18 mei 1943, diamantslijper, wonende te Amsterdam, provincie
Noord-Holland;
15
Mannuputty, Melchianus, geboren op Ambon (Indonesië) 31
mei 1927, elektrisch lasser, wonende te Ridderkerk, provincie
Zuid-Holland;
16
Maschewski, Edith Christel, geboren te Djatinegara (Indonesië)
26 januari 1924, consulente bij de Culturele Raad voor
Overijssel, wonende te Zwolle, provincie Overijssel;
17
Mauritsch, Jozef Hendrik, geboren te Geleen (Limburg) 14
juli 1932, chauffeur, wonende te Geleen, provincie Limburg;
18
Janacek, Maria, geboren te Geleen (Limburg) 19 mei 1935,
echtgenote van Mauritsch, Jozef Hendrik;
19
Meissner, Maria, geboren te Pirkenhammer (Tsjechoslowakije)
!3 oktober 1893, zonder beroep, wonende te 's-Gravenhage,
provincie Zuid-Holland, weduwe van Jochem, Jan.
2
20
Padmoes, Maria Jacoba, geboren te Kloetinge (Zeeland) 17
april 1902, verpleegster, wonende te Rotterdam, provincie Zuid-
Holland;
21
Piatkowski, Alfons Piotr, geboren te Bukowiec (Polen) 29
april 1925, meubelfabrikant, wonende te Breda, provincie
Noord-Brabant;
22
Van de Putte, Maria, geboren te Antwerpen (België) 10 juni
1917, echtgenote van Piatkowski, Alfons Piotr;
23
Ramschie, Jacob, geboren te Saparoea (Indonesië) 28 september
1930, arbeider, wonende te Heer, provincie Limburg;
24
Szymanski, Czeslaw, geboren te Wawrzyszow (Polen) 16 oktober
1915, smid, wonende te Vlissingen, provincie Zeeland.
Artikel 2. Deze wet treedt in werking met ingang van de
dag na die van haar afkondiging.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden
geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten,
Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige
uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,

Zitting 1965-1966 - 8391
Naturalisatie van Anthonisz, Millicent Rosé
en 23 anderen
MEMORIE VAN TOELICHTING
Nr. 3
Onder verwijzing voor het overige naar de ingewonnen ambtsberichten
l ) ten aanzien van de verzoeken om naturalisatie van
Millicent Rosé Anthonisz en 23 anderen, moge de ondergetekende
het volgende aantekenen.
Met afwijking van het in de wet op het Nederlanderschap
omtrent de betaling bepaalde (artikel 3, tweede lid en vijfde
lid, aanhef en onder 3e), worden voor kosteloze naturalisatie in
aanmerking gebracht: de uit Indonesië afkomstige verzoekers,
genoemd onder 1, 6, 8, 11, 15 en 23, omdat zij door de
in 1949 in Indonesië gewijzigde staatkundige verhoudingen de
Nederlandse nationaliteit buiten hun wil hebben verloren; de
minderjarigen, genoemd onder 4 en 5, om de hierna te noemen
reden; de verzoekers, genoemd onder 9, 13, 14, 21 en 24,
op grond van de door hen aan de geallieerde oorlogvoering en
aan den lande bewezen diensten.
De onder 3, 10, 18 en 22, genoemde gehuwde vrouwen
stellen evenals hun in het wetsontwerp genoemde echtgenoten
prijs op het bezit van het Nederlanderschap. Aangezien zij deze
staat niet kunnen verkrijgen door het doen van een kennisgeving,
worden zij voor naturalisatie voorgedragen.
De Ceylonese verzoekster Millicent Rosé Anthonisz, genoemd
onder 1, werd in 1936 geboren te Djakarta (Indonesië) als kind
van een Ceylonese vader en een van origine Nederlandse moeder.
Adressante woont sedert 1951 in Nederland. Zij voorziet als
kantoorbediende in haar levensonderhoud.
Joannes Blom, genoemd onder 2, werd in 1924 te Barneveld
als Nederlander geboren. In 1953 emigreerde hij naar Canada,
waar hij in 1959 werd genaturaliseerd. Sedert 1963 woont hij
weer hier te lande. Hij is niet voornemens zich andermaal in het
buitenland te vestigen. Adressant is gehuwd met een van oorsprong
Zuidslavische vrouw. Hij voorziet als landarbeider in het
gezinsonderhoud.
Onder 4 en 5 worden voorgedragen de minderjarigen Hendrik
Catharina- en Petrus Antonius Bolderman, die onderscheidenlijk
in 1952 en 1946 te Amsterdam werden geboren. De
wettige vader, van wie niet bekend is of hij nog in leven is, had
het Nederlandschap in 1944 verloren op grond van het bepaalde
in artikel 7, onder 4e, van de wet op het Nederlanderschap.
Beide kinderen wonen sinds hun geboorte in ons land.
De oudste is werkzaam als chauffeur-bijrijder, zijn broer is
U.L.O.-Ieerling. Het is niet uitgesloten dat de minderjarigen
het Nederlanderschap reeds kunnen ontlenen aan een van de
bepalingen van de wet op het Nederlanderschap. In verband
met de bestaande onzekerheid wordt hun zekerheidshalve naturalisatie
verleend, waarbij wordt afgeweken van de wettelijke
vereisten omtrent leeftijd en betaling (artikel 3, vijfde lid, aanhef
en onder Ie en 3e, van de wet op het Nederlanderschap).
De Indonesische verzoekster Antoinette Borlijn, genoemd
onder 6. werd in 1905 te Ambarawa geboren. Zij woont sedert
februari 1961 in ons land. Als hulp in de huishouding in een
ziekenhuis verschaft zij zich een bestaan. Ten aanzien van
adressante wordt afgeweken van het in de wet op het Nederlanderschap
omtrent de duur van het verblijf in het Koninkrijk
bepaalde (artikel 3, vijfde lid, aanhef en onder 2e), waartoe
*) De ingewonnen ambtsberichten zijn met de overige bij deze
memorie van toelichting overgelegde stukken nedergelegd ter griffie,
ter inzage van de leden.
naar het oordeel van de ondergetekende voldoende aanleiding
bestaat, aangezien verzoekster geacht kan worden reeds in
genoegzame mate te zijn aangepast aan de Nederlandse samenleving.
De Belgische verzoeker Oscar Alphonsus Van Damme, genoemd
onder 7, werd in 1910 te Gent geboren. Sedert 1947
verblijft hij in Nederland. Adressant is gehuwd met een van
origine Nederlandse vrouw en verdient als bontwerker het
brood voor zich en de zijnen.
De Indonesische verzoeker Benjamin Djajadiningrat, voorgedragen
onder 8, werd in 1934 te Djakarta geboren. Zijn
moeder is van Nederlandse afkomst. Adressant is van 1946
af hier te lande gevestigd. Hij is werkzaam als kantoorbediende
bij het Landbouw-Economisch Instituut.
Eugeniusz Gola, de verzoeker van Poolse herkomst, genoemd
onder 9, werd in 1923 te Rogowicz in Polen geboren.
In 1944 werd hij als dwangarbeider in Duitsland te werk gesteld;
hij wist na enige tijd naar Frankrijk te ontvluchten en
sloot zich daar te lande aan bij het Vrije Poolse Leger. Na zijn
demobilisatie vestigde hij zich in 1947 in Nederland, waar hij
sedertdien onafgebroken heeft gewoond. Zijn vrouw, die sinds
haar geboorte in Nederland woont, bezit de Poolse nationaliteit.
Adressant voorziet als mijnwerker in het onderhoud van zich
en zijn gezin.
De onder 11 genoemde Indonesische verzoekster Francisca
Joyce Edith Kaimpan, werd in 1943 te Djakarta geboren. Zij
woont sedert 1956 in ons land. Als typiste verschaft adressante
zich een bestaan.
De Duitse verzoekster Ingrid Maria Hedwig Kotterba, genoemd
onder 12, werd in 1943 te Berlijn geboren uit het
huwelijk van een Duitser en een van geboorte Nederlandse
vrouw. Adressante woont van eind 1943 af hier te lande. Zij
studeert Engels aan de Rijksuniversiteit te Groningen, waarvoor
haar een rijksstudiebeurs is toegekend.
De Israëlische verzoeker Gustav Kraut, genoemd onder 13,
werd in 1924 te Neustadt an der Haardt in Duitsland geboren.
Komende uit Polen vestigde hij zich in 1938 in het toenmalige
Palestina. Gedurende de tweede wereldoorlog diende hij in het
Britse leger. Sedert 1959 woont adressant in ons land. Als altviolist
bij de Nederlandse Radio Unie heeft hij genoegzame inkomsten.
De Duitse verzoeker Erich Hans-J ürgen Langer, genoemd
onder 14, werd in 1943 te Dresden (Duitsland) geboren. Met
zijn moeder, die inmiddels met een Nederlander is hertrouwd,
kwam hij in 1948 herwaarts. Sindsdien heeft hij steeds in ons
land gewoond. Adressant heeft vrijwillig gediend bij de Koninklijke
Landmacht. Hij werkt als diamantslijper.
Melchianus Mannuputty, de verzoeker van Ambonese Iandaard,
voorgedragen onder 15, werd in 1927 op Ambon geboren.
Adressant, die in het Koninklijk Nederlands-Indische Leger
heeft gediend, verblijft van 1952 af in Nederland. Hij is gehuwd
met een Nederlande vrouw en voorziet als elektrisch
lasser in het gezinsonderhoud.
De Duitse verzoekster Edith Christel Maschewski, genoemd
onder 16, werd in 1924 te Djatinegara in Indonesië geboren.
Adressante woont sedert 1957 in ons land. Zij is werkzaam
als consulente bij de Culturele Raad voor Overijssel.

De Zuidslavische verzoeker Jozef Hendrik Mauritsch, genoemd
onder 17, werd in 1932 te Geleen geboren. Evenals zijn
echtgenote die deTsjechoslowaakse nationaliteit bezit, woont hij
sedert zijn geboorte in Nederland. Adressant voorziet als chauffeur
in het onderhoud van zich en zijn gezin.
De verzoekster Maria Meissner, genoemd onder 19, werd in
1893 te Pirkenhammer (Tsjechoslowakije) als Oostenrijkse geboren.
Na de eerste wereldoorlog verkreeg zij de Tsjechische
nationaliteit. Adressante woont sedert 1925 onafgebroken in
ons land. Zij trad in 1931 in het huwelijk met de Britse onderdaan
Jan Jochem. Haar echtgenoot overleed in 1947. Verzoekster
verkreeg door dit huwelijk de Britse nationaliteit, die zij
ook thans nog bezit. Zij geniet uitkering ingevolge de Algemene
Ouderdomswet.
Maria Jacoba Padmoes, de verzoekster, genoemd onder 20,
werd in 1902 te Kloetinge als Nederlandse geboren. In 1937
emigreerde zij naar Zuid-Afrika, van welk land zij in 1948 door
naturalisatie de nationaliteit verwierf. Sedert 1963 woont zij
wederom in Nederland. Adressante is werkzaam als verpleegster;
tevens ontvangst zij pensioen uit Zuid-Afrika.
Alfons Piotr Piatkowski, genoemd onder 21, werd in 1925
te Bukowiec in Polen geboren en is van Poolse afkomst. In
1943 werd hij gedwongen ingelijfd in het Duitse leger. Hij deserteerde
in 1944 en diende daarna bij de Britse luchtmacht. Sedert
1947 woont hij in Nederland. Zijn echtgenote is van Belgische
afstamming. Adressant is werkzaam als meubelfabrikant.
4
Jacob Ramschie, de verzoeker, genoemd onder 23, werd in
1930 te Saparoea (Indonesië) geboren en verblijft van 1951 af
in Nederland. Adressant is gehuwd met een Nederlandse vrouw
en werkt als arbeider bij een landbouwsyndicaat.
De verzoeker Czeslaw Szymanski, genoemd onder 24, is van
Poolse herkomst. Hij werd in 1915 te Wawrzyszow in Polen
geboren. Van 1938 tot 1947 diende hij bij de Poolse marine;
gedurende de oorlogsjaren in geallieerd verband. Na zijn ontslag
uit militaire dienst vestigde hij zich in 1947 in ons land.
Adressant is gehuwd met een Nederlandse vrouw en voorziet
als smid in het onderhoud van zich en de zijnen.
De Poolse verzoekster, genoemd onder 10, de Israëlische
verzoeker, genoemd onder 13, de Zuidslavische verzoeker, genoemd
onder 17, de Tjechische verzoekster, genoemd onder
18, en de Britse verzoekster, genoemd onder 19, zullen door
de voorgestelde naturalisatie hun nationaliteit niet verliezen. De
hiervoor genoemde Israëlische en Britse verzoekers hebben zich
bereid verklaard na de totstandkoming van hun naturalisatie
afstand te doen van hun huidige nationaliteit. Ten aanzien van
de overige voorgedragenen geldt, dat zij na naturalisatie niet
van dubbele nationaliteit zullen zijn.
De Minister van Justitie,
SAMKALDEN.