okt-dec - Sky Radio Group

Zoekresultaat:
RADIO
De grenzen tussen on- en offl ine media vervagen steeds meer.
Dat de adverteerder daar de vruchten van plukt is duidelijk. Zo
illustreert een Vlaams onderzoek van Google – in samenwerking
met Var, RMB en salesorganisaties voor onder andere Vlaamse
radiostations – het positieve eff ect van radioreclame op online
zoekopdrachten. Het verhaal van de geslaagde match tussen
radio en internet.
Intuïtief wisten we al langer dat radio en internet elkaar goed
aanvullen. Heel wat mensen luisteren naar de radio achter de
computer of met de smartphone in de hand, thuis of op het
werk. Radio heeft dan ook alle troeven in huis om luisteraars
naar het internet te lokken. Radiostations maken daar dankbaar
gebruik van. Dj’s moedigen de interactie met het publiek aan door
geregeld de url van hun website te vermelden of naar Facebook
of Twitter te verwijzen. Maar ook voor adverteerders biedt die
complementariteit mooie kansen. Alleen waren er tot voor kort
weinig gegevens beschikbaar om dat te staven. Eind 2010 trokken
Var en RMB de stoute schoenen aan. Ze klopten aan bij het
Belgische hoofdkwartier van Google en vonden industry head
Roel Naessens en senior industry analist Elie Boonefaes bereid om
een onderzoek op te zetten naar het eff ect van radioreclame op
de zoekopdrachten of queries die gebruikers via Google intikken.
“Het onderzoek moest een win-winoperatie zijn voor alle
betrokken partijen. Voor Var en RMB was het belangrijk om de
kracht van radio en de complementariteit met online media aan
te tonen. Voor Google betekende dit onderzoek een mooie manier
om het belang van search aan te tonen”, aldus Elie Boonefaes.
Google zoekopdrachten
Samen met Var en RMB ging Boonefaes op zoek naar een geschikte
methodiek. Er werden 26 adverteerders geselecteerd die
volgens MDB Mediaxim (2010) het voorbije jaar minstens 80%
van hun budget aan radio hadden besteed, om zo de invloed op
het onderzoek van andere media tot een minimum te beperken.
Merken met een seizoenseff ect, bijvoorbeeld uit de reissector,
werden uit het onderzoek gelaten omdat ze de resultaten te veel
zouden vertekenen. Voor de rest vertegenwoordigden de geselecteerde
cases een brede laag van sectoren: fmcg, banken, retail,
huis (& inrichting), auto (& toebehoren) en energie (& brandstof).
Geen van de spots was er expliciet op gericht om een stijging
in de zoekresultaten te veroorzaken, ook al maakten sommige
adverteerders wel gebruik van een duidelijke call-to-action met
vermelding van de url. Allereerst werd voor alle adverteerders nagegaan
hoe vaak de merknaam of de url via Google werd ingetikt
tijdens de weken dat ze niet on air waren. Vervolgens werd het
aantal zoekopdrachten in de periodes dat de commercials werden
uitgezonden, geteld. Door die twee gemiddelden met elkaar te
vergelijken, kon de ad boost, of het percentage van >>
31