3D-Bulletin - Nederlandse Vereniging Voor Stereofotografie

Grafiek 2.
Convergentie afstand.
Fuji schrijft in de W1 handleiding dat de convergentie
afstand afhankelijk is van de brandpuntsafstand:
de convergentie afstand is 2 m
(voor 6.3 mm) en 6.5 m (voor 18.9 mm).
Deze convergentie afstand wordt verwezenlijkt
door: 1. Een fysieke convergentie hoek
van de rechter lens. 2. Het verschuiven van
zowel de linker als de rechter foto om
zodoende het default stereo raam op de convergentie
afstand te plaatsen. De Fuji W1
noemt de locatie van het default stereo raam
de convergentie afstand.
Fysieke convergentie hoek.
Wanneer men naar de camera kijkt en de
linker en de rechter lens observeert dan ziet
men een verschil: het plastic plaatje ter
bescherming van de rechter lens lijkt onder
een hoek te staan. Bij nadere studie blijkt het
onder een hoek van ongeveer 2.2 graden te
staan en als men de Fuji W1 uit elkaar haalt
(zoals Co van Ekeren heeft gedaan) dan blijkt
dat de rechter lens zelf ook onder deze hoek
staat. De linker lens staat niet onder een
hoek.
Deze informatie is ook te zien in de EXIF meta
data (EXIF meta data zijn gegevens behorende
bij de foto; zoals wanneer de foto is
gemaakt, of de flits is gebruikt, welke brandpuntsafstand
is gebruikt, etc.). Deze fysieke
convergentie hoek veroorzaakt enige key
stone vervorming in de rechter foto.
Verschuiven van de foto’s.
Naast bovenstaande fysieke convergentie
hoek past de Fuji W1 een soort schijnbare
convergentie hoek toe. Dit lijkt te gebeuren
door het verschuiven van de foto’s waardoor
een default stereo raam geplaatst wordt. De
linker en de rechter foto worden ieder zodanig
verschoven zodat het default stereo raam
(voor mijn camera) komt te staan op 2 m
(voor 6.3 mm) tot 5.7 m (voor 18.6 mm).
Mijn locatie van het stereoraam bij de langere
brandpuntsafstand is lager dan in de handleiding
wordt vermeld (6.5 m); dit zou aan
fabricage variaties kunnen liggen.
Plaatsen van stereoraam.
Naast de vaste default window afstand (de
convergentie afstand) kan men ook automatisch
of handmatig het uiteindelijke stereo
raam plaatsen. Fuji W1 noemt dit parallax. In
de automatische stand wordt het stereo raam
op de gefocusseerde afstand gezet.
De waarde van de verschuiving die gekozen is
om een bepaalde stereoraam afstand te realiseren
wordt opgeslagen in de foto’s EXIF
meta data zodat deze door andere applicaties
(zoals SPM and Fuji V1) gebruikt kan worden.
Barrel/pincushion vervorming.
Bij simpele optische lensen (zoals in de
meeste compact camera`s) zal barrel en pincushion
vervorming optreden. Deze lijkt niet
gecompenseerd te worden in de Fuji W1. In
grafiek 3 wordt de barrel/pincushion vervorming
voor mijn camera (in 2D mode) weergegeven.
Hun vervormingssterkte is weergegeven
zoals in PSP wordt gebruikt.
39
3D-Bulletin nummer 187 - verenigingsseizoen 2009 - 2010