opperbeheer. mededeelingen van staatkundigen en algemeenen ...

More documents

Recommendations

Info

KOLONIAAL VERSLAG 1015. 19& Hoofdstuk O, afd. 1. l'.ir, onderaf deel ing Pajokoemboeh, waar alleen kapitaalkrachtigen in staat zijn tot voortzetting van de teelt. De uitvoer van Padaug bedroeg 160 975 K.G., tegen 26199 K.G. in 1913. Ook in Banka en onderhoorigheden nam de aanplant geleidelijk af door de lage prijzen, waardoor ook in de Rokanen Kampar Kiri-streken (Oostkust van Sumatra) de belangstelling voor deze teelt verflauwde. Sago. De sagoteelt is ter Oostkust van Sumatra alleen van beteekenis in de af deeling Bengkalis, waar de aanplant zich meer en meer uitbreidt. De uitvoer beliep 1-146 kojang, tegen 3079 kojang in 1913. De geringe uitvoer in 1914 was een gevolg van de omstandigheid, dat door den terugslag van den oorlog met verlies werd gewerkt, zoodat enkele fabrieken (wasscherijen) tot inkrimping of staking van het bedrijf moesten overgaan. Op uit. 1914 bedroeg het aantal fabrieken 7. Door de weinige zorg voor geleidelijke uitbreiding van den aanplant nam de sagobereiding in de residentie Djambi belangrijk af. Tegen een uitvoer van 332 026 K.G. ruwe en 6643 K.G. gezuiverde sago in 1913, bedroegen die cijfers in 1914 slechts 73 333 en 686 K.G. In Riouw en onderhoorigheden vormt de sagoteelt een belangrijk middel van bestaan voor de inlandsche bevolking in de afdeelingen Karimoen en Lingga, in de benedenstreken van Indragiri en in het voormalig landschap Kateman op den vasten wal van Sumatra. Vóór 1914 werd al de ruwe. op eenvoudige wijze door de inlandsche bevolking gewasschen en door Cbineesche handelaren opgekochte .sago ter verdere afwerking naar Singapore vervoerd, doch sedert de oprichting' door Chineezen van sagowasseherijen wordt verreweg het grootste deel thans als zuivere sago uitgevoerd. Het aantal sagofabrieken bedraagt in de afdeeling Karimoen 4, in Lingga 5 en in de benedenstreken van Indragiri 1. De geheele uitvoer beliep aan zuivere en ruwe sago achtereenvolgens 7 694 300 en 1 048 340 K.G. De voor de zuivere sago behaalde prijzen bedroegen f 3 tot f 8 per pikol. Uit de Westerafdeeling van Borheo werd uitgevoerd 1283262 K.G., tegen 2 435 693 K.G. in 1913. De sago-(roembia-)teelt -onderging op Billiton eenige uitbreiding door bijplant van 5085 boomen. Andere overjarige gewassen en bosiiivoortbrengselen. I)e aanplant van kapok geschiedt schier overal voor eigen gebruik. Uit Oost- en West-Nias (Tapanoeli), waar vrij uitgebreide aanplantingen worden aangetroffen, vond uitvoer in eenigszins toenemende mate plaats. In Palembang komen mede vele aanplantingen voor, waaraan echter weinig zorg wordt besteed en geen uitbreiding werd gegeven. De oogst bedroeg in Palembang 3714 pikoi, tegen 3048 pikol in 1913, terwijl uitgevoerd werd 200 698 K.G., tegen 218 962 K.G. in 1913. De uitvoer van pinang uit Benkoelen bedroeg 3283 K.G., tegen 2932 K.G. in 191-3. Omtrent de vrij belangrijke pinangteelt in Atjeh en onderhoorigheden werden geen gegevens ontvangen. Ter Oostkust van Sumatra breidt de aanplant zich uit, voornamelijk op de eilanden en aan de kust der ouderafdeeling Siak. Langs de tolkantoren vond uitvoer plaats van 4 214 256 K.G., tegen 2 837 961 K.G. in 1913. Uit Palembang, waar geen noemenswaardige uitbreiding van den aanplant plaats had, werd uitgevoerd 41 939 pikol. De prijs wisselde af van f 3,60 tot f 7 per pikol. De uitvoer uit de Westerafdeeling van Borneo beliep 2 881140 K.G., tégen 3 457 588 K.G. in 1913. In de afdeeling Bandjermasin (Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo), meer in het bijzonder in het district Riam Kanan, leveren de uitgebreide .«W/i-aanplantingen voor de bevolking een goed middel van bestaan op. De uitvoer van kinabast uit Sumatra's Westkust bedroeg 1473 pikol, tegen 1252 pikol in 1913. Aan gomdamar werd uit dat gewest uitgevoerd 8425 pikol (in 1913 12 424 pikol) en uit Palembang 520 549 K.G. (in 1913 365 480 K.G.). In Benkoelen werd 10 818 K.G. cardamon (tegen 9277 K.G. in 1913) gewonnen en in Palembang 1450 K.G. (tegen 3800 K.G. in 1913). De gemiddelde prijs bedroeg f 33 per pikol. De uitvoer van gomhenzoé bedroeg uit Sumatra's Westkust 55 931 K.G., tegen 38 600 K.G. in 1913. Aan djeloetoeng voerde Palembang uit 2 042 904 K.G. en aan rotan 4136 254 K.G., tegen 6127 045 en 5 314 109 in 1913. Uit Sumatra's Westkust werd 41817 pikol rotan uitgevoerd, tegen 44 957 pikol in 1913. Op Billiton onderging de rotan-aanplant eenige uitbreiding door bijplant van 17 935 stuks. Ook in de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo had uitbreiding plaats. Zeer belangrijk is in de afdeeling Koealakapoeas de uitvoer geweest, die eene waarde van f 129 582 vertegenwoordigde. De poeroen (nipah) wordt in genoemd gewest meer en meer aangeplant. De van de bladeren, voornamelijk voor verpakking van tabak en suiker, vervaardigde matten vinden goeden aftrek. Uit de districten Margasari en Kloea werden onderscheidenlijk 1350 315 en 120 000 stuks matten uitgevoerd. Van eenige beteekenis is in de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo ook de uitvoer van atap (dakbedekking), welke daar vervaardigd wordt van de roembia-palm. Aan atap werd uitgevoerd 4 485 400 stuks. Uit de Palembangsche Benedenlanden had een vrij belangrijke uitvoer van arènsuiker plaats, ter waarde van f 29 175. Aan caoutchouc en ffetafipertja werd in het geheel uit Sumatra's Westkust uitgevoerd 16 886 K.G. Door de lage prijzen begint in Tapanoeli de belangstelling voor de teelt van Ficus elastica te tanen, wat eveneens het geval is ter Oostkust van Sumatra, waar door de bevolking- meer aandacht aan de Hevea branlientit -wordt geschonken. De aanplantingen daarvan breiden zich in Siak, Kampar Kiri en Rokan uit.'In Selat Pandjang en op een gedeelte van het eiland Rangsang wordt het aantal nog niet tapbare boomen geschat op + 100 000. De uitvoer bedroeg 14 702 K.G. caoutchouc. In de onderafdeeling Tebingtinggi (Palemoangsche Bovenlanden) nemen de /taj'et-aanplantingen gestadig in omvang toe. Tengevolge van de daling der rubberprijzen ging de opbrengst achteruit en bedroeg zoowel voor genoemde onderafdeeling als in Moesi Oeloe, waar bijplant in geringe mate plaats had, in het geheel slechts 320 pikol, legen ± 2351 pikol in 1913. De prijzen liepen tusschen f 40 en f 135 per pikol, tegen f 50 tot f 150 in 1913. In Komering Oeloe breidt de para-rubber (Hevea Brasiliensis)-teelt zich voortdurend uit. Uit Djambi, waar eenige uitbreiding van den rubberaanplant plaats had en de opbrengst toenemende was, werd uitgevoerd 124 724 K.G., tegen 40 961 K.G. in het voorafgegane jaar. In Riouw en onderhoorigheden, meer bepaaldelijk in de Koeantan-districten, werden de aanplantingen steeds vergroot en werd van enkele reeds eene opbrengst verkregen. Uitgevoerd werd 158 pikol. In de onderafdeeling Sambas (Westerafdeeling van Borneo) werd dooide bevolking op groote schaal rubber geplant. De aanplantingen zoowel van hevea als van ficus worden in de residentie Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo voornamelijk in de afdeelingen Oeloe Soengei, Bandjermasin, Doesoenlanden en Koealakapoeas aangetroffen. In de onderafdeeling Tandjoeng van eerstgenoemde afdeeling bedraagt het aantal boomen reeds 450 Ó00, waarvan echter nog zeer weinig tapbaar zijn. Door alang-alang-branden werden daar ongeveer 11 000 boomen vernield. Omtrent de teelt van bamboe en mengkoedoe valt niets bijzonders te vermelden. 2e. GOUVERNEMENTS CAOUTCHOUCONDER- NEMING TE LANGSAR (AT-IEH). De beplante oppervlakte van de onderneming bestond bij liet einde van 1914 uit: aanplant 1908 329 60 /500 bouws; aantal boomen 75 822 1909 138 3 "/JOO „ „ „ 38 290 1911 7 l "/5o» ,, „ ,, -2 028 1913 6""/500 „ „ „ 1562 ,, 1914 iy /500 ,, ,, ,, 4 755 Totaal...... 501"°/50 ,, 122 457
KOLONIAAL VERSLAG 1»15. 197 Hoofdstuk 0, iifd. I en II. 198 Getapt werden 13 441 782 hoornen, waarvan de opbrengst j beliep 27 241 K.G. droge caoutchouc. Op uit. 1913 waren die | cijfers onderscheidenlijk 1998 942 en 5640. De geoogste rubber bestond uit: 21 946.2 K.G. latex-rubber = 80.56 % 979.9 ,, lump-rubber = 3.6 % 3 341.9 ,, scraps-rubber - 12.26%
Page 1 and 2:
KOLONIAAL VERSLAG VAN 1915. I. NEDE
Page 3 and 4:
inlandsche bevolking in deze bewegi
Page 6 and 7:
KOLONIAAL VERSLAG 1015. In de afdee
Page 8 and 9:
KOLONIAAL VERSLAG 1915. 15 in de ko
Page 10 and 11:
KOLONIAAL VERSLAG 1915. 19 Hoofdstu
Page 12 and 13:
Page 14 and 15:
KOLONIAAL VERSLAG l»15. 27 Hoofdst
Page 16 and 17:
Page 18 and 19:
Page 20 and 21:
Page 22 and 23:
Page 24 and 25:
Page 26 and 27:
Page 28 and 29:
Page 30 and 31:
Page 32 and 33:
KOLONIAAL VERSLAG 1915. 68 Met intr
Page 34:
Page 37 and 38:
73 (zie Ind. St. 1914 nos. 357, 657
Page 39 and 40:
Page 41 and 42:
81 Hoofdstuk In de residentie Zuide
Page 43 and 44:
85 Hoofdstuk H. De hoofden van de d
Page 45 and 46:
epel, in dit gewest boven de format
Page 47 and 48: m Hoofdstuk J, iifd. I. de \i rorde
Page 49 and 50: Hoofdstuk J, afd. I. § 4. BESTUUR
Page 51 and 52: 101 Hoofdstuk J, afd. II on III. Ov
Page 53 and 54: KOLONIAAL VERSLAG 1915. 105 Hoofdst
Page 55 and 56: 10'J Hoofdstuk J, afd. V en VI. V.
Page 57 and 58: 113 Hoofdstuk nement f 28 000 en aa
Page 59 and 60: 117 Hoofdstuk De hoogere burgerscho
Page 61 and 62: 121. Hoofdstuk van wie ér 6 daagde
Page 65 and 66: 129 Hoofdstuk K, afd. II. De herste
Page 69 and 70: 137 Hoofdstuk K, afd. VI. De voor 1
Page 71 and 72: 141 Hoofdstuk L, afd. I. GEWEST. La
Page 73 and 74: 145 Hoofdstuk 1,, afd. I. KOLONIAAL
Page 75 and 76: KOLONIAAL VERSLAG 1»15. 149 Hoofds
Page 81 and 82: 161 Hoofdstuk M, afd. I. Aanslag Af
Page 83 and 84: 165 Hoofdstuk M, afd. I on II. 1911
Page 85 and 86: 169 Hoofdstuk X. ]¥. BURGERLIJKE E
Page 89 and 90: 177 Hoofdstuk O, afd. I. 178 van de
Page 91 and 92: 181 bekend staand»' tuinen nam eve
Page 95 and 96: 189 Hoofdstuk Door de aanstelling v
Page 97: KOLONIAAL VERSLAG 13)8 5. 198 Hoofd
Page 101 and 102: 201 Hoofdstuk 0, iif.l. IJ. streken
Page 103 and 104: 205 30 April 1915 n°. 9 in Ind. St
Page 105 and 106: 209 / Hoofdstuk l- . Zoölogisch la
Page 107 and 108: 213 Hoofdstul Opleiding il) den lan
Page 109 and 110: 217 beid van liet blad Ie wenschen
Page 111 and 112: 221 1914 13 894 995 Amsterdamsche p
Page 115 and 116: 229 Hoofdstuk O, afd. VI. Nijverhei
Page 117 and 118: 283 Hoofdstuk O, afd. VI. Als voren
Page 119 and 120: 237 Hoofdstak P, afd. I. 238 De voo
Page 121 and 122: 241 Hoofdstuk P, afd. I. Het statio
Page 123 and 124: 245 Hoofdstuk P, afd. I. ten behoev
Page 125 and 126: M0 Hoofdstuk '•landt reizigers en
Page 127 and 128: 2?>:i Tjilamaja e.n Tjikampek—"Wa
Page 129 and 130: 257- Hoofdstuk P, afd. III. van het
Page 133 and 134: Ver beterblad. 265 Omtrent de uitko
Page 135 and 136: KOLONIAAL VERSLAG 1015. 269 370 Mij
show all

opperbeheer. mededeelingen van staatkundigen en algemeenen ...

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?