02.05.2013 Views

Ach Lieve Tijd Schiedam deel 2, 400 jaar jenever - img.coret.org

Ach Lieve Tijd Schiedam deel 2, 400 jaar jenever - img.coret.org

Ach Lieve Tijd Schiedam deel 2, 400 jaar jenever - img.coret.org

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Boven: Een afvalproduct<br />

van de moutwijn, de<br />

grondstof voor de<br />

<strong>jenever</strong>, was de spoeling.<br />

Dit diende als veevoer. In<br />

en om <strong>Schiedam</strong> waren<br />

vele veehouders die<br />

hiermee hun dieren vet·<br />

mestten. Enkele van hun<br />

varkens staan op deze<br />

tekening van Jaap de<br />

Raat. (GA <strong>Schiedam</strong>)<br />

Spoeling voor<br />

varkens en<br />

mestkalveren<br />

Onder: In 1763 verscheen<br />

in Amsterdam deze hand·<br />

leiding voor het distilleren.<br />

Op de achtergrond zijn<br />

zichtbaar enkele <strong>jenever</strong>·<br />

flessen en een stuk, een<br />

moutwijnvat voor 700 liter.<br />

Rechts stookt men het<br />

vuur op onder de ruwketel.<br />

Op de vo<strong>org</strong>rond enkele<br />

kleinere vaten zoals een<br />

anker (circa 38 liter), een<br />

aam (circa 150 liter) en<br />

een oxhoofd (circa 220<br />

liter). (GA <strong>Schiedam</strong>)<br />

gaat de uitgetreden Leidse predikant en<br />

'stoker van fijne gedistilleerde wateren'<br />

Coolhaes tekeer tegen het afstoken van<br />

'vuylnissewater of verlegen bierwater',<br />

ofwel het afstoken van een alcoholhoudende<br />

graandrank. Misschien zelfs<br />

uit gewoon bier. Kort daarna zal men<br />

zijn begonnen <strong>jenever</strong>bessen toe te<br />

voegen, waardoor de <strong>jenever</strong> ontstond.<br />

Deze werd al snel een populair roesmiddel,<br />

hetgeen blijkt uit de geschriften<br />

van de populaire toneelschrijver Pieter<br />

Langendijk, die in het begin van de<br />

18de eeuw schreef: 'Foei, maat, hoe zuipt<br />

gy u gestaag zo vol <strong>jenever</strong>'. Robert<br />

Hennebo, de beroemdste herbergier uit<br />

de Nederlandse geschiedenis, dichtte<br />

in 1718 in zijn bundel met de fraaie titel<br />

Lof der Jenever: 'Als men thee heeft<br />

gedronken (volgt) dat Jenever wordt<br />

geschonken' .<br />

De beurs<br />

wachten op de stokerijen met hun<br />

stank, herrie en grote hoeveelheden<br />

afval. Stokers hielden vaak varkens om<br />

de na het afstoken overgebleven graanpap<br />

of spoeling als voer kwijt te kunnen.<br />

De varkensrnest verdween do<strong>org</strong>aans<br />

in de gracht. Amsterdam bijvoorbeeld<br />

beval in 1689 dat 'alle branders deser<br />

stede, hare riolen sullen hebben te<br />

stoppen, en geen spoelingh tsij dick off<br />

dun, alsme geen varcke dreck off pisse<br />

int water te mogen laten loopen'.<br />

Stokers zochten dus liever een<br />

afgelegen plekje of een niet al te strenge<br />

stad, vooral na 1585, toen veel Zuid­<br />

Nederlandse stokers naar het noorden<br />

emigreerden. Zo ontstonden echte<br />

'gedistilleerdsteden', dichtbij de<br />

grondstoffenaanvoer, en met genoeg<br />

De Korenbeurs was in de 19de eeuw het centrum van de<br />

<strong>jenever</strong>industrie. Hier werd het graan verhandeld - vandaar de naam<br />

Korenbeurs - maar werd ook de moutwijn en de spoeling aan de man<br />

gebracht.<br />

De Korenbeurs bepaalde per dag het<br />

prijsniveau van de moutwijn. Die prijs was<br />

exclusief de belasting. Wie dus leest dat in<br />

1854 een hectoliter elf gulden kostte, moet<br />

bedenken dat bij de consumentenprijs nog<br />

ruim tachtig procent belasting moest<br />

worden geteld.<br />

Spoeling was een product waaNoor altijd<br />

een 'goede beurs' was. Spoeling is de<br />

graanpap die overblijft na het afstoken.<br />

Varkens en <strong>jenever</strong><br />

Het stoken was voorbehouden aan<br />

stadsbewoners. In 1610 verordonneerden<br />

de Staten van Holland voor<br />

alle duidelijkheid nog maar eens 'dat<br />

de neeringe van brandewijn branden<br />

ten platte lande niet en sal mogen<br />

worden geexerceert ende sulcx deselve<br />

hem ten platte landen daer mede<br />

genererende, gehouden te sijn hem in<br />

eenighe besloten stede te vervougen,<br />

op poene (straffe) dat anders alle<br />

officieren vermogen sullen deselver<br />

ketelen op te nemen ende te behouden,<br />

totdat se hem in eenige stede begeven<br />

sullen hebben'. Sommige overheden<br />

vreesden dus de belastingen te zullen<br />

mislopen, die zij op gedistilleerde<br />

wateren hieven. De steden zaten niet te<br />

Weliswaar is de alcohol dan bijna<br />

verdwenen (in de praktijk bleef altijd een<br />

beelje alcohol in de spoeling achter), maar<br />

de pap had nog voedingswaarde genoeg<br />

om als veevoer te dienen. Rond <strong>Schiedam</strong><br />

en tot in het Westland toe bevonden zich<br />

mesterijen waarin de dieren niets anders<br />

kregen vo<strong>org</strong>ezet dan spoeling. Deze<br />

dieren liepen nauwelijks in de wei en<br />

leverden uitmuntend vlees.<br />

ruimte om te kunnen stoken én varkens<br />

te houden. Zulke plaatsen zijn Weesp,<br />

het Belgische Hasselt, Delfshaven, en<br />

zeker ook <strong>Schiedam</strong>, waar de stokerijen<br />

extra welkom waren om het verval<br />

door de ineenstorting van de visserij te<br />

stoppen. Omstreeks 1600 voorzagen de<br />

twaalf <strong>Schiedam</strong>se branderijen vooral<br />

de eigen omgeving. Als gevolg van de<br />

oorlog met Frankrijk in 1672 kregen ze<br />

de wind in de rug vanwege het invoerverbod<br />

op Franse producten, waaronder<br />

de populaire wijn, maar ook brandewijnen<br />

en gedistilleerd. Het importverbod<br />

duurde tot 1697, lang genoeg om<br />

die producten van de Nederlandse<br />

markt te kunnen verdringen.<br />

De groei van het aantal branderijen<br />

plaatste de stad voor problemen als de<br />

brandveiligheid van de stookpanden,<br />

35


het lozen van mest in de havens en de<br />

Schie, en de klachten over de varkens.<br />

Om dat zo goed mogelijk te regelen,<br />

was in 1690 een 'stoockersgilde' nodig,<br />

waarvan alle branders lid moesten<br />

worden.<br />

Stokerij en varkensmesterij konden het<br />

goed met elkaar vinden. In 1831<br />

logeerde de Duitse dominee Theodor<br />

Fliedner in <strong>Schiedam</strong>. Hij vertelt in zijn<br />

reisbeschl"ijving dat 170 branderijen<br />

hili1 spoeling over de grachtjes tussen<br />

de huizenrijen afvoerden en als<br />

varkensvoer verkochten. Interessant is<br />

ook de constatering van de Franse<br />

reisjournalist Henri Havard in 1881,<br />

dat de branderijen genoeg spoeling<br />

produceerden om <strong>jaar</strong>lijks 50.000<br />

varkens te voeden, en die van zijn<br />

anonieme landgenoot die in 1880 in de<br />

Guide Pratique 'La Hollande' zelfs<br />

vertelt dat in <strong>Schiedam</strong> 25.000 mensen<br />

en 50.000 varkens wonen. Het geluid<br />

moet oorverdovend en hartverscheurend<br />

zijn geweest. Wellicht<br />

heeft een stadswandelaar het<br />

omstreeks 1860 beter begrepen. Hij zag<br />

langs de Schie, tussen het station en het<br />

centrum van <strong>Schiedam</strong>, boerderijen<br />

waar boeren hun vee met spoeling<br />

vetmestten en naar slachterijen in<br />

Londen stuurden.<br />

Tot 1955 kon men dit beeld langs de<br />

Schie zien. De boerderijen hadden<br />

nauwelijks weidegrond. In pl aa ts<br />

daarvan was een houten kuip<br />

ingegraven, waarin warme spoeling<br />

gestort werd. Ook aan de overzijde van<br />

de Noord- en Vellevest waren nog<br />

binnenstedeJijke mesterijen, en in de<br />

exam entijd van 1957 werd (voor het<br />

laatst) de Overschiesestraat voor de<br />

daar gevestigde Rijks-HBS afgedekt<br />

met stro om het geratel van de<br />

langstrekkende spoelingkarren te<br />

dempen.<br />

Rijkdom uit de hele wereld<br />

De <strong>Schiedam</strong>se distilleerderijen<br />

werkten voor de export. Volgens de<br />

Delfshavense brander Bernardus Deret<br />

waren in 1771 slechts twintig tot dertig<br />

distilleerderijen nodig om in de gehele<br />

binnenlandse behoefte te voorzien. Dit<br />

betekende dat de overige ongeveer<br />

negentig <strong>Schiedam</strong>se bedrijven voor de<br />

'buytenlandsche commercie' werkten,<br />

waaronder de snel stijgende export<br />

naar Afrika, Amerika en het Caraibisch<br />

gebied.<br />

Voor de groei van de ex port van<br />

gedistilleerd naar Afrika na 1750 is een<br />

interessante verklaring. Nederlandse<br />

reders kochten langs de westkust<br />

slaven. Als betaalmiddel vonden dure<br />

gebruiksvoorwerpen, geweren, maar<br />

ook <strong>jenever</strong> en rum gretig aitrek onder<br />

de AfrLkaanse handelaren. Jenever zou<br />

tot ver na de Tweede Wereld oorlog in<br />

Afrika veel gedronken worden. In de<br />

jaren zestig vestigde Henkes zelfs een<br />

complete Nederlandse distilleerderij in<br />

Ghana.<br />

Een getal smatige vergelijking tussen<br />

1705 en 1778 geeft een goede indruk<br />

van de snelheid waarmee de <strong>jenever</strong>stokerij<br />

in <strong>Schiedam</strong> tot ontwikkeling<br />

kwam. In 1705 telde <strong>Schiedam</strong> nog<br />

maar 40 branderijen en distilleerderijen,<br />

in 1778 waren dat er al 113. Daarvan<br />

hielden dertien zich uitsluitend bezig<br />

met de distill eerderij of 'fijnstokerij',<br />

het maken van <strong>jenever</strong> uit moutwijn.<br />

Dat de moutwijn- en <strong>jenever</strong>productie<br />

toen al de belangrijkste bedrijfstak<br />

In Kethel kende men twee<br />

soorten veeboeren, de<br />

'droge' en de 'spoeling­<br />

boeren' . Droge boeren<br />

voerden hun vee met<br />

ingekuild gras.<br />

's Zondags in de kerk kon<br />

je ruiken of je naast een<br />

spoelingboer of naast een<br />

droge boer zat. De<br />

spoeling vervoerde men<br />

met spoelingschouwen<br />

en spoeling kisten, zoals<br />

het exemplaar boven dat<br />

zo'n tweeduizend liter kon<br />

bevatten. Aan de zijkant<br />

zat een schuifje en een<br />

pijpje, waardoor de<br />

spoeling gedoseerd in<br />

spoeling kuipjes in het<br />

weiland werd ver<strong>deel</strong>d.<br />

Linksboven een met<br />

spoeling gemeste koe.<br />

Onderaan een<br />

spoelingboerderij. (GA<br />

<strong>Schiedam</strong>)


Hierboven: Deze foto uit<br />

1863 toont de branderij<br />

van M.G. Lagerwij, Nieuwe<br />

Haven 107, die later <strong>deel</strong><br />

uitmaakte van stoom­<br />

molen De Nederland van<br />

J.A.M. Jansen. Het pand<br />

rechts daarnaast op nr.<br />

109, is branderij New-Vork<br />

van P. Melchers. Op de<br />

achtergrond de OLV<br />

Visitatie (Frankelandse­<br />

kerk). (GA <strong>Schiedam</strong>l foto<br />

J. van Diggelen)<br />

Rechtsboven: Smaak en<br />

geur van <strong>jenever</strong>, likeur<br />

en andere sterke drankjes<br />

worden volgens oud en<br />

meestal geheim recept<br />

bepaald door de juiste<br />

hoeveelheid granen en<br />

kruiden. Hier een<br />

opstelling zoals die in het<br />

museum De Gekroonde<br />

8randersketel te zien is:<br />

de eigenaar van een<br />

distilleerderij is bezig met<br />

hel werk dat de smaak<br />

van zijn gedistilleerde<br />

dranken superieur moet<br />

doen zijn. (NGM)<br />

en bovenal de Korenbeurs op de kop<br />

van de Korte Haven. In 1782 schreef de<br />

Oeconomische Burger Maatschappij,<br />

een gezelschap van 57 burgers dat zich<br />

bezig hield met de economische<br />

verheffing van <strong>Schiedam</strong>, een prijsvraag<br />

uit voor een 'koopmansbeurs<br />

alhier ter Steede' . Twee bouwmeesters<br />

kwamen met een plan, waarvan dat<br />

van stadsbouwmeester Rutger van<br />

Bol' es werd beloond met een premie<br />

van dertig gouden ducaten. Over de<br />

plaats van de beurs en het ontwerp<br />

ontstond ruzie in het stadsbestuur.<br />

De beurs die in 1786 aanbesteed en in<br />

1792 in gebruik genomen is, heeft het<br />

uiterlijk van een gebouw van een rijke<br />

bedrijfstak. Hij diende tot 1918 als<br />

koopmansbeurs en had daarna<br />

verschillende bestemmingen. In 2001<br />

nam binnenhuisarchitect Jan des<br />

Bouvrie er zijn intrek.<br />

Jenever uit rijst?<br />

De gedistilleerdnijverheid bloeide<br />

tussen 1750 en 1795 als nooit tevoren,<br />

vooral in de Maassteden, waar de kostprijs<br />

van de grondstoffen laag was, en<br />

in <strong>Schiedam</strong> in het bijzonder, waar door<br />

het vertrek van de visserij in de 17de<br />

en begin 18de eeuw veel panden leeg<br />

stonden. Terwijl Nederland verarmde,<br />

Branderij en distilleerderij<br />

Zelfs <strong>Schiedam</strong>mers halen branden en distilleren nog wel eens door<br />

elkaar. De branderij maakt moutwijn uit graan. De distilleerderij maakt<br />

<strong>jenever</strong> uit moutwijn (later uit melasse- of graanalcohol).<br />

Afzonderlijke branderijen en distilleerderijen<br />

komen niet meer voor; wel de<br />

combinatie branderij/distilleerderij zoals<br />

bijvoorbeeld De Tweelingh, waar de<br />

Notaris-<strong>jenever</strong> vandaan komt, en het<br />

Nederlands Gedistilleerd Museum 'De<br />

Gekroonde Brandersketel' dat ook een<br />

originele moutwijn je never vervaardigt.<br />

In <strong>Schiedam</strong> staan nog honderden oude<br />

distilleerderij- en branderijpanden. Om te<br />

zien of men met het ene bedrijf dan wel het<br />

bloeide <strong>Schiedam</strong>. Tussen 1795 en 1850<br />

volgde een terugslag, veroorzaakt door<br />

hoge graanprijzen, de handelsoorlogen<br />

van Napoleon tegen Engeland en het<br />

verlies van de koloniën. In 1815 maakte<br />

de Slag bij Waterloo een eind aan de<br />

Franse <strong>Tijd</strong>. Het herstel ging echter<br />

traag en bij elke misoogst werd het<br />

gebruik van graan voor gedistilleerd<br />

verboden om brood te kunnen bakken<br />

en een hongersnood te voorkomen. In<br />

1830 volgde een nieuwe tegenslag toen<br />

de Belgen rebelleerden en zich van de<br />

eenheidsstaat met Nederland<br />

losmaakten. De Nederlandse regering<br />

moest zich in alle bochten wringen om<br />

andere te maken heeft, dient men op de<br />

gevel te letten.<br />

Distilleerderijen hebben op de begane<br />

grond links en rechts van de deur hetzelfde<br />

aantal ramen. Branderijen hebben<br />

daarentegen links van de grote deur één of<br />

meerdere ramen extra. Aan deze zijde van<br />

de branderij was meer ruimte (en lucht)<br />

nodig vanwege de stellingen met beslag­<br />

bakken waarin de vergisting plaats vond.<br />

de kostbare oorlog te financieren.<br />

Daartoe werd bijvoorbeeld de export<br />

van gedistilleerd verboden. Doordat de<br />

belasting op binnenlandse consumptie<br />

hoger was dan die op export, werden<br />

hogere schatkistopbrengsten verwacht.<br />

De branders hadden iets meer benul<br />

van economische wetmatigheden en<br />

vreesden productie-overschotten van<br />

moutwijn en daardoor prijsdalingen.<br />

Daarom besloten de branders uit<br />

<strong>Schiedam</strong> en Delishaven in 1830 de<br />

prijzen van hun moutwijn te handhaven,<br />

en overwogen verschillende<br />

<strong>Schiedam</strong>se distillateurs, onder wie<br />

Hasenkamp(f) en Legner, om export-<br />

39


40<br />

Moutwijn en <strong>jenever</strong><br />

Moutwijn en <strong>jenever</strong> zijn twee producten die worden vervaardigd uit<br />

gekiemde gerst en rogge. De gerst lag in speciale bedrijven op ruime<br />

zolders tot zich kleine kiemen hadden gevormd, waardoor zetmeel<br />

werd omgezet tot suiker. Het gekiemde graan werd gedroogd (geëest)<br />

en gemalen en het meel met warm water en roggemeel aangelengd tot<br />

een dunne pap: het beslag.<br />

Deze pap werd met <strong>jenever</strong>- of bakkersgist<br />

tot vergisting gebracht. Hieruit ontstond<br />

een zurige, licht alcoholhoudende grond­<br />

stof Dit vergistte beslag, met zo'n 4%<br />

alcohol, dus ongeveer evenveel als bier uit<br />

dezelfde grondstoffen, werd in drie opeen­<br />

volgende processen afgestookt: ruwlopen,<br />

enkellopen en best/open. Hiervoor<br />

gebruikte men grote distilleerketels van<br />

zo 'n anderhalf tot twee meter hoog. Elke<br />

distillatie leverde een zuiverder product op<br />

met een hoger alcoholgehalte. Het bestnat<br />

of moutwijn had een alcoholpercentage van<br />

50%. Dit was het product dat de distillateur<br />

inkocht om er in een vierde distillatie<br />

<strong>jenever</strong> van te maken.<br />

De distillateur beschikte hiervoor over vele<br />

recepten voor de verschillende groepen<br />

afnemers. De meest gebruikte kruiderij die<br />

ook de naam gaf aan de drank die bij<br />

miljoenen liters werd gedistilleerd was de<br />

<strong>jenever</strong>bes. Daarnaast voegden de<br />

distillateurs tal van andere kruiden toe,<br />

zoals onder andere alsem, zoethout en<br />

anijs waarmee de distillateur zijn<br />

persoonlijke stempel aan het product gaf<br />

Hoewel men moutwijn niet meer gebruikt<br />

om <strong>jenever</strong> te maken, maar graanalcohol<br />

met een percentage van 96%, is het<br />

distillatieproces van <strong>jenever</strong> door de tijd<br />

heen hetzelfde gebleven.<br />

Links: Op <strong>jenever</strong> heft de<br />

overheid een hoge accijns.<br />

Dit maakt een regelmatige<br />

meting van de productie<br />

noodzakelijk. Hier peilt<br />

een douaneambtenaar de<br />

inhoud van het grondvat.<br />

(Opstelling in NGM)<br />

Hieronder: Op zowel de<br />

ruwketel als de stookketel<br />

wordt een helm<br />

gemonteerd die de<br />

alcoholhoudende damp<br />

afvoert naar het koelvat.<br />

In het stookproces wordt<br />

in drie stookgangen een<br />

vloeistof verkregen met<br />

een alcoholgehalte van<br />

50%, de moutwijn,<br />

waarvan de distillateur<br />

<strong>jenever</strong> maakt. (NGM)


Hierboven: Voor het <strong>jenever</strong> ui t rijst te gaan stoken. Dit plan<br />

maken van het beslag is is vanwege technische problemen nooit<br />

heel veel water nodig . Dat uitgevoerd. De situatie bleef intussen<br />

werd opgepompt door slecht. Over het <strong>jaar</strong> 1841 schreef d e<br />

een branders knecht, de<br />

'pomper', die daarvoor<br />

urenlang heen en weer<br />

moest lopen.<br />

(GA <strong>Schiedam</strong>/foto M.C<br />

Meyboom)<br />

Meeste<br />

brandersarbeid<br />

was van trage<br />

eentonigheid<br />

Links: Branderijhoekje<br />

van Duys die de slagzin<br />

voerde: 'Ouwe Duys in<br />

ieder huis'. (NGM)<br />

<strong>Schiedam</strong> se gemeenteraad : 'H et aantal<br />

gegoede ingezetenen is belangrijk<br />

verminderd; door het uitbreken<br />

(opheffen) d er branderijen zijn veel<br />

huisgezinnen in diepe armoede<br />

geraakt, zijnde de werklieden meestal<br />

ongeschikt tot ander soort van arbeid'.<br />

Branders in de politiek<br />

De m alaise tussen 1795 en 1850 leidde<br />

in Schied am tot veranderingen. In d e<br />

welva rende tweede helft van de 18de<br />

eeu w had de stad landarbeiders uit<br />

België, Oost-Ned erland, en vooral<br />

Westfalen aangetrokken. Z ij konden<br />

hier gemakkelijk aan de slag, want het<br />

werk in de branderijen en distilleer­<br />

derijen stelde weinig eisen. Deze<br />

brandersknechts verrichtten hun taken<br />

in een trage eentonigheid. Ze moesten<br />

het proces op gang houd en. Dat<br />

betekende sjouwen of pompen van<br />

warm water, overpompen van beslag<br />

en z<strong>org</strong>en d at het vuur onder de ketels<br />

gelijkma ti g brandde en d at die niet<br />

overkookten. Een goede meesterknecht<br />

kon het bedrijf ook alleen gaande<br />

houden. De recepten en d e fijne<br />

Op de eestzolder verhit men de mout tot het moment van ontkiemen. Daarvoor moet het steeds<br />

gekeerd worden. Dat gebeurt door de verschieter. (GA <strong>Schiedam</strong>)<br />

Het interieur van Duys & Co, een 'branderij der 1 ste klasse' in 1927. (GA <strong>Schiedam</strong>/bruikleen NGM)<br />

Koelspiralen in de beslagbak geven het beslag een lagere temperatuur.<br />

(GA <strong>Schiedam</strong>/collectie N.V. Verenigd Fotobureau)<br />

41


NITH(RLANDS DISTILL[RI[S<br />

LATE E. KIDERLEN<br />

DELFT - SCHIEDAM - ROTTERDAMIHOllA 0)<br />

42<br />

sJ\· AAS<br />

De verkoop van <strong>jenever</strong><br />

en andere sterke dranken<br />

werd (en wordt) gestimu­<br />

leerd met kleurige<br />

reclameplaten. Reclame<br />

probeert een product te<br />

associëren met welbe­<br />

vinden, bij <strong>jenever</strong> zijn dat<br />

vaak gezelligheid en de<br />

tradities en kwaliteit rond<br />

het product. De omstreeks<br />

1900 sterk opkomende<br />

geheelonthouders­<br />

beweging veegde de<br />

talrijke distillateurs op<br />

één hoop waardoor<br />

'<strong>Schiedam</strong>' ook een<br />

negatief etiket kreeg<br />

opgeplakt. Eén van de<br />

distillateurs was<br />

J.A.J. Nolet, een telg uit<br />

het geslacht Nolet dat al<br />

meer dan driehonderd<br />

<strong>jaar</strong> gedistilleerde<br />

dranken maakt en<br />

verkoopt. (SMS)


Rechts: Van oudsher<br />

wordt alcohol van over­<br />

heidswege met zware<br />

accijnzen belast. Alle<br />

alcoholhoudende eind­<br />

producten zijn daardoor<br />

gevoelig voor belasting­<br />

ontduiking en daarmee<br />

onderhevig aan strenge<br />

controle. Hier zijn rijks­<br />

ambtenaren bij van Duys<br />

& Co. druk met het<br />

bepalen van de hoeveel­<br />

heid <strong>jenever</strong>, het waar­<br />

merken van de vaten en<br />

het voeren van accijns­<br />

administratie. Biljetten<br />

worden afgeschreven en<br />

ingeboekt, terwijl de<br />

vaten met een stuk blik<br />

worden verzegeld. (GA<br />

<strong>Schiedam</strong>/bruikleen NGM)<br />

Streng toezicht<br />

belasting­<br />

ambtenaren<br />

Linksboven: Onder<br />

ambtelijk toezicht worden<br />

vaten <strong>jenever</strong> naar buiten<br />

gerold. (GA <strong>Schiedam</strong>/<br />

bruikleen NGM)<br />

Rechtsboven: In een<br />

bedrijfsbrochure maakte<br />

Duys duidelijk dat de<br />

firma zich keurig aan de<br />

overheidsregels hield.<br />

(GA <strong>Schiedam</strong>/bruikleen<br />

NGM)<br />

kneepjes van het vak waren het<br />

exclusieve terrein van de patroon. Voor<br />

de administratieve afhandeling z<strong>org</strong>de<br />

de baas zelf of de boekhouder, altijd<br />

onder het wakend oog van de<br />

ambtenaren van de douane en accijnzen.<br />

De tweede bloeiperiode van de<br />

<strong>Schiedam</strong>se gedistilleerdindustrie<br />

begon in 1850 en was te danken aan de<br />

relatieve internationale stabiliteit, de<br />

stormachtige ontwikkeling van de<br />

Verenigde Staten en de jonge<br />

republieken in Zuid-Amerika, en de<br />

verbetering, dankzij de stoomvaart,<br />

van de transportmogelijkheden tussen<br />

de Europese landen en hun koloniën.<br />

Zo ontstonden nieuwe markten en<br />

••• de 0<br />

& C 'rs na het vertrek der Rijksambtenaren<br />

voor de DISTILLEERDERIJ "DE KORENAAR", Opgericht 1797<br />

van DUYS 8, CO. - SCHIEDAM Teler. 68047<br />

bloeide de export als nooit tevoren. Aan<br />

het hoofd van veel bedrijven stonden<br />

inmiddels voormalige meesterknechts<br />

en Westfaalse arbeiders die de nering<br />

(en de recepten) van hun bazen hadden<br />

overgenomen. Tussen de oude<br />

<strong>Schiedam</strong>se namen bevonden zich dan<br />

ook vele nieuwelingen. De Westfaalse<br />

afkomst van een aantal valt direct op in<br />

namen als Legner, Melchers, Jansen,<br />

Hasekamp(f) en Wittkampf. De naam<br />

Jansen klinkt oer-Nederlands. Schijn<br />

bedriegt echter, want de Pieter Jansen<br />

die zich in 1770 als brandersknecht in<br />

<strong>Schiedam</strong> vestigde, was afkomstig uit<br />

Dovere bij Keulen.<br />

In de 19de eeuw was de invloed van de<br />

Zie onder nummer 4 .... . .....•<br />

branders op de lokale politiek nog<br />

groter dan in de 18de eeuw. In <strong>Schiedam</strong><br />

had een aantal families niet alleen veel<br />

invloed in de moutwijnindustrie, maar<br />

ook in de politiek. Eén daarvan was de<br />

familie Beukers. In de 18de eeuw begon<br />

Gerrit Beukers als brandersknecht, en<br />

in de tweede helft van de 19de eeuw<br />

zaten in de gemeenteraad maar liefst<br />

drie nazaten van hem. Andere bekende<br />

namen in zowel de branderswereld als<br />

de plaatselijke politiek zijn Nolet,<br />

Dirkzwager, Rijnbende, Honnerlage<br />

Grete, Van Gent, en Loopuyt. Jan Nolet,<br />

Sirnon Rijnbende en Mattheüs Honnerlage<br />

Grete waren ook lange tijd<br />

burgemeester.<br />

43


De Weense methode<br />

Het bedrijfstype veranderde na 1850.<br />

Toen maakte De Hollandse branderij,<br />

met zijn karakteristieke ronde beslagbakken,<br />

pl aa ts voor de Weense<br />

branderij . Die werkte met andere,<br />

rechthoekige bakken, een ander graanmengsel<br />

en vooral een hoger tempo.<br />

Een nieuw nevenproduct van de<br />

Weense methode was <strong>jenever</strong>gist, beter<br />

bekend als bakkersgist, en al snel een<br />

zelfs tandig product met een eigen<br />

44<br />

afzetgebied. 'Koningsgist' herinnert<br />

aan de <strong>Schiedam</strong>se branderij De<br />

Koning, eigendom va n de gelijknamige<br />

familie, en een voorbeeld van een<br />

persoonsnaam die in de loop der tijd<br />

een soorh1aam word t. Een ander<br />

voorbeeld is 'Berenburg', de kruidenbitter<br />

die de Amsterdamse apotheker<br />

Hendrik Berenburg omstreeks 1860<br />

voor op Friesland varende schippers<br />

trok. De laa tste brander vo lgens de<br />

Weense methode was Frans Geerdes,<br />

directeur van de branderij Hollandia,<br />

een ernstig en zwart doorrookt gebouw Linksboven: Op de Noorddat<br />

ontworpen was door de <strong>Schiedam</strong>se vestsingel, tegenover de<br />

architect Coen Kramers, telg uit een Noordmolen, staan zeven<br />

geslacht van branders. In 1986 viel de karakteristieke<br />

beslissing om Holl andia te sluiten. gebouwtjes-met-puntdak<br />

De opkomst va n de Weense branderij naast elkaar: oorspronke­<br />

valt in de periode van opleving tussen lijk kleine branderijen uit<br />

1850 en 1900. De etiketten uit deze<br />

de tweede helft van de<br />

periode tonen duidelijk hoe inventief 19de eeuw. In het tweede<br />

de distil1 ateurs met hun nieuwe<br />

en derde pand was de<br />

markten omgingen. Herman Jansen Weener Gistfabriek 'De<br />

introduceerd e een nieuwe producten­ Atlas' gevestigd, eigenlijn<br />

met het merk Cardinal, een vogeltje dom van gemeenteraads­<br />

dat vrijwel uitsluitend voorkomt in het lid voor de Liberale Partij<br />

zuiden van de Vereni gde Staten. De tot 1910, Matthijs Franken.<br />

brave Graauwe Hengst van Daniël (GA <strong>Schiedam</strong>/foto J. van<br />

Visser, die in Nederl and al s Zeeuwse Diggelen)<br />

Hierboven: Aan de andere<br />

kant van het water, vlakbij<br />

de molen De Noord was<br />

de branderij en<br />

gistfabriek van A. de<br />

Koning, een brander die<br />

nogal wat 'nieuwigheden'<br />

in het brandersvak<br />

introduceerde. Bekend<br />

werd zijn Koningsgist dat<br />

door veel bakkers werd<br />

gebruikt. (SMS)<br />

Links: Tegenover de<br />

Beurs, op Dam 2, staat het<br />

pand dat jarenlang het<br />

'Koffijhuis' was waar<br />

graanhandelaars en<br />

branders, na gedane<br />

arbeid, een kopje koffie of<br />

liever een borreltje, al of<br />

niet met suiker, kwamen<br />

drinken. De foto toont<br />

enkelen van hen, keurig<br />

gekleed met (hoge) hoed.<br />

Het verschil in<br />

maatschappelijke positie<br />

met de man die klompen<br />

draagt, is duidelijk. (GA<br />

<strong>Schiedam</strong>)


Boven: In 1803 werd de<br />

bierbrouwerij De Griffioen<br />

gesticht, in 1854<br />

overgenomen door Jan<br />

Margaretus van der<br />

Schalk. De Griffioen zou<br />

een bekend biermerk<br />

worden . Op de foto café<br />

Bellevue op de hoek van<br />

de Hoogstraat en de<br />

Koemarkt met links op de<br />

gevel reclame voor dit<br />

bier. (GA <strong>Schiedam</strong>l foto<br />

P. Vink pzn)<br />

Rechts: Een andere<br />

bekende naam was<br />

Melchers, onder die naam<br />

waren maar liefst drie<br />

bedrijven actief. Rechts<br />

een reclameplaat voor<br />

distilleerderij P. Melchers,<br />

gevestigd aan de Lange<br />

Haven, die het merk<br />

Locomotief voerde. (SMS)<br />

knol goede zaken deed, werd voor de<br />

Mexicaanse markt afgebeeld als een<br />

tomeloze mustang, terwijl hetzelfde<br />

paard op het etiket voor de Peruaanse<br />

markt werd ingeruild voor een lama,<br />

die overigens toch 'De Graauwe<br />

Hengst' bleef heten. Ook vroegere<br />

brandmerken voor slaven werden<br />

gebruikt als <strong>jenever</strong>merk voor de<br />

Afrikaanse markt. Ze waren in Afrika<br />

bekend en bevorderden daarom de<br />

verkoop. Het bekendste van deze<br />

merken was Starbrand, een slavenbrandmerk<br />

dat door distillateur<br />

Henkes van een vroegere Afrikaanse<br />

slavenhandelaar was gekocht en als<br />

<strong>jenever</strong>merk op etiketten werd gedrukt.<br />

In Afrika deden overigens ook<br />

symbolen als een locomotief of een fiets<br />

het goed als <strong>jenever</strong>merk. Zij werden<br />

door de lokale consumenten als<br />

statussymbolen beschouwd.<br />

Telde <strong>Schiedam</strong> in 1795 188 branderijen,<br />

in 1851 waren er al 209 en tegen het<br />

eind van de eeuw 364, het hoogste<br />

aantal ooit. Tot wezenlijke vernieuwing<br />

bleek niemand in staat, de groei kwam<br />

uitsluitend door een verruimende<br />

45


Jeneverdieven<br />

Over de vindingrijke manieren, waarmee gauwdieven zich in<br />

<strong>Schiedam</strong> wederrechtelijk <strong>jenever</strong> toeëigenden, gaan prachtige<br />

verhalen. Veel daarvan is verzonnen, maar gestolen werd er.<br />

In december 1808 stond de negentienjarige<br />

arbeider Andries Trauborst voor de rechter.<br />

Hij had op 26 november met zijn kompanen<br />

Joseph Bernard en Daniël van Mill op de<br />

voorplecht van de schuit van schipper<br />

Willem Poort, waar open en bloot grote<br />

vaten <strong>jenever</strong> opgestapeld stonden, twee<br />

gaaljes geboord in zo'ny at, daar een emmer<br />

onder gezet, die driemaal volgetapt en de<br />

buit in het huis van Van Mill in een ander<br />

markt. Zo waren er in 1890 in <strong>Schiedam</strong><br />

nog maar 63 stoonunachines in<br />

gebruik. De productiecijfers van al die<br />

bedrijven waren wel indrukwekkend.<br />

Werd in 1850 nog 246.100 hectoliter<br />

gedistilleerd geproduceerd, tussen 1880<br />

en 1895 was dit maar liefst ongeveer<br />

600.000 hectoliter <strong>jenever</strong> of oude klare:<br />

een <strong>jenever</strong>meer van honderd bij<br />

driehonderd meter en twee meter diep.<br />

Berookt <strong>Schiedam</strong><br />

'De <strong>jenever</strong>' bepaalde ook het straatbeeld<br />

en het straatlawaai. Dagelijks<br />

wachtten overal langs de Lange en de<br />

Korte Haven duizenden vaten, mandflessen<br />

en kisten met flessen - allemaal<br />

met <strong>jenever</strong> - op transport naar<br />

46<br />

vaalje gegoten. Toen ze het de volgende<br />

nacht weer probeerden, stuitten ze op de<br />

nachtwaker die de schipper waarschuwde.<br />

Trauborst kreeg voor deze, en andere<br />

kleine diefstallen een zware straf. Nadat hij<br />

in het openbaar gegeseld en gebrandmerkt<br />

was, moest hij zestien <strong>jaar</strong> in een werk- of<br />

tuchthuis doorbrengen. Vervolgens werd hij<br />

daarna nog voor tien <strong>jaar</strong> uit het land<br />

verbannen.<br />

kroegen en slijters in het land, en naar<br />

havens om verscheept te worden naar<br />

alle uithoeken van de wereld. Niemand<br />

nam de moeite om 's avonds binnen te<br />

halen wat overdag niet was afgevoerd.<br />

Er gingen wilde verhalen over<br />

diefstallen en over de ingenieuze<br />

manieren waarop <strong>jenever</strong> uit die<br />

buitenstaande vaten kon worden<br />

gehaald. Opvallend was ook dat het<br />

water in de grachten nooit bevroor. Als<br />

in Rotterdam de kinderen schaatsten,<br />

hing boven het lauwe water in de<br />

<strong>Schiedam</strong>se grachten een damp die het<br />

gevolg was van het warme water dat<br />

honderden branderijen er in loosden.<br />

En dan was er het schrikbarende<br />

uiterlijk van de stad. Betje Wolff en<br />

Aagje Deken lieten in 1782 in 'De<br />

historie van Sara Burgerhart' Anna<br />

Willis schrijven dat zij nooit een<br />

onaangenamere plaats had gezien dan<br />

het 'berookt <strong>Schiedam</strong>': 'een nare,<br />

droevige rook en een nog veellelyker<br />

fyn swart stof benemen het volstrekt<br />

al dat aangename, dat het door zyne<br />

ligging, plantage en fraaije gebouwen<br />

moest ten toon spreiden.' En domineedichter<br />

François Haverschmidt schreef<br />

in 1880 dat er 'een onafboenbare roetkorst'<br />

aan de gevels kleefde, een<br />

'eeuwige steenkolennevel' over de stad<br />

hing, en dat 'zure spoelingsdampen,<br />

mestossenstal, en beschadigde gerst'<br />

een ondraaglijke stank veroorzaakten,<br />

terwijl de oevers van de Schie bezaaid<br />

waren met 'afval en krengen, en met<br />

kurken en dode katten'.<br />

Leven in de branderij<br />

In het top<strong>jaar</strong> 1874 werden vanuit<br />

<strong>Schiedam</strong> bijna twee miljard borrels<br />

geschonken, zo'n 450 per Nederlander.<br />

Geen wonder dat <strong>Schiedam</strong> gezien<br />

werd als dé <strong>jenever</strong>stad van Nederland,<br />

al waren er ook elders veel distilleerderijen.<br />

Uit een momentopname van alle<br />

bedrijven in 1851 blijkt dat de meeste<br />

direct of indirect tot de gedistilleerdindustrie<br />

behoorden: 209 branderijen,<br />

distilleerderijen en mouterijen, 14<br />

brandersmolens en 12 kuiperijen of<br />

De in Amsterdam geboren<br />

kunstenaar Octave<br />

DeConinck (1894-1974)<br />

woonde lange tijd in<br />

<strong>Schiedam</strong>, de stad die hij<br />

heel goed kende. Hij<br />

tekende en schilderde er<br />

honderden karakteristieke<br />

plekjes waaronder de Sint<br />

Pieterssteeg met<br />

arbeidershuisjes (boven)<br />

en de steeg met de mooie<br />

naam <strong>Ach</strong>ter de Teerstoof<br />

waar de <strong>jenever</strong>vaten van<br />

distilleerderij A. Daalmeyer<br />

op straat stonden (links).<br />

Overigens was in dat<br />

steegje ook de Hollandse<br />

Wijnhandel gevestigd die<br />

daar jarenlang de voor­<br />

malige joodse synagoge<br />

als bedrijfsruimte in<br />

gebruik had. De vaten trof<br />

men door de gehele stad<br />

aan, vooral in de buurt<br />

van distilleerderijen,<br />

kuiperijen, opslagplaatsen<br />

en aan kaden waar beurt­<br />

schippers voor verder<br />

vervoer z<strong>org</strong>den, zoals<br />

aan het Hoofd.<br />

(GA <strong>Schiedam</strong>lOctave<br />

DeConinck)


Boven: De gedistilleerd­<br />

industrie kende vele<br />

nevenbedrijven, zoals<br />

kurkfabrieken,<br />

glasfabrieken, kuiperijen<br />

en keldermakerijen. Het<br />

vervoer van de <strong>jenever</strong><br />

vond oorspronkelijk<br />

plaats in houten vaten<br />

van verschillende<br />

afmetingen. Deze werden<br />

gemaakt in kuiperijen,<br />

waarvan er in 1860 maar<br />

liefst 27 waren die aan 132<br />

mannen en 76 kinderen<br />

werk verschaften. Het<br />

kleinste vat heette een<br />

anker, waarin 38,8 liter<br />

kon, het grootste een stuk<br />

dat 700 liter bevatte. Hier<br />

komt de uitdrukking 'hij<br />

heeft een stuk in zijn<br />

kraag' vandaan. Op de<br />

foto de kuiperij van Duys<br />

& Co. aan de Nieuwe<br />

Haven in 1927. (GA Schie­<br />

dam/bruikleen NGM)<br />

Rechtsboven: Een door<br />

de stad <strong>Schiedam</strong> gewaar­<br />

merkte inhoudsmaat van<br />

een half mud of vijftig<br />

liter. Dit was de hoeveel­<br />

heid graan die de zakken­<br />

dragers op de schouders<br />

mochten nemen. (SMS)<br />

Rechts: De houten kraan<br />

van een vat. (SMS)<br />

fustmakerijen tegenover één ijzergieterij,<br />

één leerlooierij, één loodwitfabriek, vijf<br />

azijnfabrieken, twee bierbrouwerijen,<br />

drie touwslagerijen, drie scheepswerven<br />

en twee houtzaagmolens. Van<br />

de beroepsbevolking die omstreeks<br />

1850 ongeveer 5.500 personen telde,<br />

werkten 1.150 mensen of zo'n 20% in<br />

de branderijen en distilleerderijen.<br />

Daarnaast waren er de nevenbedrijven,<br />

waarbij heel wat meer mensen<br />

betrokken waren. De stokerij betekende<br />

immers werk voor kuipers en mandenmakers,<br />

koperslagers, capsulemakers<br />

en kurkensnijders, spoelingschippers<br />

en veerlui, timmerlui en metselaars,<br />

wagenmakers en transportbedrijven,<br />

en van 1854 af glasblazers, die soms in<br />

vast verband maar vaker als seizoenarbeiders<br />

bij de glasfabrieken of<br />

'glashutten' werkten. Tegenover de<br />

1.150 brandersknechts van 1851 stonden<br />

een paar <strong>jaar</strong> later alleen al minstens<br />

evenveel glasblazers. De eerste<br />

<strong>Schiedam</strong>se glasblazerijen waren Van<br />

Deventer (1854) en De Schie (1897).<br />

De eerste werd gevestigd aan de<br />

Buitenhavenweg in de toenmalige<br />

gemeente Oud- en Nieuw-Mathenesse.<br />

Daar stond ook de tweede. De<br />

concurrentie was hevig. In 1912<br />

woonden in <strong>Schiedam</strong> 1.600 glasblazers<br />

die samen per <strong>jaar</strong> 35.000.000 flessen<br />

voor de gedistilleerdindustrie maakten.<br />

In 1899 begon een proces van<br />

concentratie, waarvan de oprichting<br />

van de Verenigde Glasfabrieken in<br />

Vlaardingen het resultaat was. Die nam<br />

in 1923 de glasfabriek De Schie en in<br />

1926 Van Deventer over. De productie<br />

bestond tot ver in de 20ste eeuw<br />

voornamelijk uit kelderflessen met hun<br />

karakteristieke model: vierkant en taps<br />

toelopend naar de bodem. Zo pasten ze<br />

gemakkelijk in manchetten van stro en<br />

konden ze goed sluitend verpakt<br />

worden in kleine, stevige kisten of<br />

kelders voor de export. Ook de glas-<br />

fabrieken bepaalden het uiterlijk van<br />

<strong>Schiedam</strong>. Van Ferdinand Bordewijk<br />

die vanaf 1919 als advocaat in<br />

<strong>Schiedam</strong> werkte, is het beeld van<br />

<strong>Schiedam</strong> als een donker angstaanjagend<br />

lichaam dat rook brakend<br />

met vurige ogen in het landschap lag.<br />

Met die vurige ogen bedoelde hij de<br />

ovens van de glasfabriek.<br />

Drink en werk<br />

Drinken in de stokerij was de<br />

brandersknechts binnen bepaalde<br />

grenzen toegestaan. In het onderzoek<br />

dat de regering in 1890 liet instellen<br />

naar de arbeidsomstandigheden, geeft<br />

echter niet één van de ondervraagde<br />

knechten rechtstreeks antwoord op de<br />

vraag waar die grens lag. Alleen de<br />

jonge Hersbach, telg uit een familie van<br />

bekende meesterknechts, merkt op:<br />

'zoveel als den meesterknecht toelaat'.<br />

Brander en distillateur Herman Jansen<br />

was duidelijker over het consumptiepatroon<br />

binnen zijn bedrijf. Hij<br />

verklaarde permissie te geven voor<br />

acht glazen per werkdag, en 's avonds<br />

het licht aan te laten, zodat zijn knechts<br />

niet de behoefte zouden voelen ook<br />

nog eens naar de kroeg te gaan ... In de<br />

distilleerderij werden overigens niet de<br />

benepen glaasjes geschonken die heden<br />

ten dage als borrelglas gelden. Die acht<br />

glazen van Herman Jansen kwamen<br />

neer op een kleine halve liter die door<br />

de patroon werd verstrekt. In 1933<br />

kregen de knechts van De Graauwe<br />

Hengst om half één en om half zes een<br />

borrel. Die werd geserveerd in een<br />

mosterdglas, want dat sneuvelde niet<br />

zo gauw.<br />

De werktijden in de branderij en<br />

distilleerderij waren flexibel. De<br />

47


arbeidsenquête van 1890 geeft aan dat<br />

in de Hollandse branderij van ongeveer<br />

half drie in de ochtend tot 's avonds<br />

half negen, negen uur werd gewerkt.<br />

Daarin waren rust- of schafttijden niet<br />

begrepen. Dat blijkt uit de verhoren<br />

van de brandersknechts W. Duymel,<br />

P.G. Overdijk, G.M. Ham en<br />

J.M. Verweerden. Kinderen brachten<br />

het eten dat de meesterknecht<br />

distribueerde als het werk het toeliet.<br />

De Weense branderij werkte iets korter.<br />

Hier begon de dag om half vier. 's<br />

Zondags draaide de branderij op halve<br />

kracht, wat betekende dat slechts van<br />

half vier tot elf uur 's ochtends gewerkt<br />

werd. De brandersknecht is door<br />

Ferdinand Bordewijk geschetst in Pa<br />

Baas, een hoofdfiguur in zijn roman<br />

'Verbrande erven'.<br />

Blauw-rode knoop<br />

De vakbeweging en de drankbestrijding<br />

kregen in <strong>Schiedam</strong> geen poot aan de<br />

grond, ondanks het hoge <strong>jenever</strong>gebruik<br />

in de stad. De Lutherse<br />

dominee en geheelonthouder J.Pont<br />

vond drank de hoofdvijand van de<br />

bevolking. Hij schreef in 1892 in een<br />

48<br />

geheelonthoudersblad dat hij in<br />

<strong>Schiedam</strong>, als gevolg van het veelvuldig<br />

drankmisbruik, nog maar<br />

weinig kinderen onbnoet had die echt<br />

kinderen waren: 'spoedig leken het<br />

meer oude mannetjes.' De dominee<br />

kreeg van zes hoofden van openbare<br />

scholen de wind van voren. Verzet<br />

tegen het drankgebruik kwam vooral<br />

van de Sociaal Democratische<br />

Arbeiders Partij (SOAP) en de<br />

vakbeweging. Hun verwijt dat drank<br />

en kapitaal onder één hoedje speelden,<br />

ging in <strong>Schiedam</strong> uiteraard op: bijna<br />

alle werkgevers moesten het hebben<br />

van de drank. Wie zich <strong>org</strong>aniseerde<br />

lag eruit. Drankbestrijders werden van<br />

de straat gehoond en omstreeks 1900<br />

vonden zelfs regelmatig vechtpartijen<br />

plaats tussen socialistische activisten en<br />

brandersknechts die door hun bazen<br />

waren aangezet om de 'rooien' de stad<br />

uit te jagen. Drank hoorde bij de stad en<br />

bij de <strong>Schiedam</strong>mers: toen in 1881 een<br />

nieuwe verordening openbare<br />

dronkenschap verbood, slingerde de<br />

<strong>Schiedam</strong>se politie jarenlang wel<br />

Vlaardingers en Rotterdammers op de<br />

bon, maar liet beschonken<br />

<strong>Schiedam</strong>mers rustig gaan.<br />

Dat het socialisme niet aansloeg had te<br />

maken met de kleinschaligheid van de<br />

bedrijven, waarin bazen en knechts<br />

traditioneel dicht bij elkaar stonden.<br />

Niet voor niets vond de eerste grote<br />

staking in <strong>Schiedam</strong> in 1896 plaats bij<br />

de grootsd1alige kaarsenfabriek Apollo,<br />

en niet bij een stokerij. Die staking<br />

slaagde dankzij de hulp van de<br />

Rotterdamse Bootwerkersbond, want<br />

in Sd1iedam waren alleen kleine,<br />

losstaande werkliedenbonden.<br />

Brandersknechts waren er in ieder<br />

geval geen lid van. En dat bleef zo. In<br />

1915 schreef brander Herman Jansen<br />

snerend over de arbeidsinspectie dat<br />

die zich bezig hield met een 'modelinrichting,<br />

waarbij de nadruk komt te<br />

liggen op waschgelegenl1eden met<br />

handdoeken en tandenborstels, badkamers<br />

en W.c.'s en niet op de<br />

gelegenl1eid tot arbeiden en geld<br />

verdienen. Waarom het op het eind<br />

toch ook voor den arbeider te doen is.'<br />

En zelfs in 1968 nam de directie van<br />

De Graauwe Hengst het boekhouder<br />

Linksboven: Drankbe·<br />

strijders in vergadering<br />

bijeen. (GA <strong>Schiedam</strong>/foto<br />

W.D. Niestadt & Zn)<br />

Boven: De felste drank·<br />

bestrijders suggereerden<br />

in1 BB1 om de stad<br />

<strong>Schiedam</strong> maar helemaal<br />

te vergrendelen. (IISG<br />

Amsterdam)<br />

Links: De Nederlandse<br />

Vereniging tot afschaffing<br />

van Alcoholhoudende<br />

dranken richtte begin<br />

20ste eeuw over het hele<br />

land alcoholvrije Blauwe<br />

Tenten op. Hier de Blauwe<br />

Tent van de afdeling<br />

<strong>Schiedam</strong> aan de<br />

Maaskant. Nederland telt<br />

nog één zuivere Blauwe<br />

Tent (nabij Reduzum).<br />

(GA <strong>Schiedam</strong>)


50<br />

van de raad hadden zich daar fel tegen<br />

verzet: P. Loopuyt (distillateur en<br />

liberaal), H.R.M.A. van Gent<br />

(distillateur en katholiek) en M.C.M. de<br />

Groot (geen distillateur en linksliberaal).<br />

Slechts zes distillateurs<br />

vroegen het etiket aan, onder wie<br />

B.A.J. Wittkampff. Jarenlang leidde<br />

het etiket een slapend bestaan in de<br />

bureaula van ambtenaar J. Dinkelaar<br />

die zichzelf 'controleur op de echtheid<br />

van den <strong>Schiedam</strong>sche <strong>jenever</strong>' mocht<br />

noemen.<br />

Toen eind 20ste eeuw weer vraag kwam<br />

naar 'authentieke' producten, kwamen<br />

oude methoden en verdwenen smaken<br />

terug. Graan<strong>jenever</strong>, dubbele graan<strong>jenever</strong>,<br />

oude <strong>jenever</strong> en korenwijn zijn<br />

weer 'in' evenals de vierkante, buikige,<br />

met halsstempels getooide, authentiek<br />

gecapsuleerde of lakverzegelde flessen.<br />

In 1967 was Jan Wittkampf de laatste<br />

die nog <strong>jenever</strong> op basis van moutwijn<br />

stookte. In 1989 bracht UTO (Uit<br />

Boven: Het personeel van<br />

de in 1897 opgerichte<br />

glasfabriek De Schie, de<br />

tweede <strong>Schiedam</strong>se<br />

glasfabriek. Deze fabriek<br />

werkte in twee ploegen<br />

van twaalf uur, telkens<br />

van zes tot zes uur.<br />

(J. Soetens)<br />

Linksmidden: In 1865<br />

waren er in <strong>Schiedam</strong> vijf<br />

fabrieken voor gesneden<br />

kurken. (GA <strong>Schiedam</strong>)<br />

Linksonder: In tegen­<br />

stelling tot de vaak kleine<br />

werkplaatsen die direct<br />

afhankelijk waren van de<br />

moutwijnindustrie kende<br />

de grote Stearinekaarsen­<br />

fabriek Apollo een veel<br />

breder afzetgebied. (GA<br />

<strong>Schiedam</strong>)


<strong>Schiedam</strong>se <strong>jenever</strong> en<br />

andere alcoholische<br />

dranken werden op vele<br />

tentoonstellingen en op<br />

allerlei manieren aange­<br />

prezen. Daniël Visser van<br />

De Graauwe Hengst toont<br />

trots de gewonnen prijzen<br />

(links). Een andere en<br />

zeker niet minder<br />

effectieve wijze van<br />

reclame maken gaat via<br />

affiches waarop<br />

'vanzelfsprekende'<br />

situaties het gebruik van<br />

drank moeten stimuleren.<br />

Zo hoort bij een gezellig<br />

muziekje 'natuurlijk' een<br />

borreltje, terwijl een kip<br />

wel met een glaasje<br />

advocaat geassocieerd<br />

kan worden. 'Ouwe Duys<br />

in ieder huis' blijft<br />

onschuldig als je het<br />

woord <strong>jenever</strong> maar<br />

vermijdt en Nederland<br />

mag best Mederland<br />

heten. Voor ingewijden is<br />

dat allemaal vanzelf­<br />

sprekend. Het is zelfs<br />

mogelijk drank met sport<br />

te associëren en anders­<br />

om. (GA <strong>Schiedam</strong>)<br />

In de distilleerderijen gebeurde toen<br />

nog vrijwel alles handmatig. Het vullen<br />

van mandflessen en va ten, het spoelen<br />

en bottelen van fl essen, het capsuleren<br />

en etiketteren, alles deden de knechts<br />

met de hand. De enige gemechaniseerde<br />

werkzaamheden waren het transport<br />

van de retouremballage naar de zolder,<br />

en de voortbeweging van de ketels voor<br />

de fa bricage van advocaat, toen één<br />

van de belan grijkste producten van De<br />

Graauwe Hengst. De argumentatie van<br />

de bazen was eenvoudig: de lonen<br />

waren laag, waarom dan dure<br />

mach ines aan te schaffen? Toen in 1936<br />

de eerste flessenspoelmachine zijn<br />

intrede deed, kreeg inderdaad een<br />

aantal jongens ontslag. Een laatste<br />

opleving kende de industrie toen de<br />

mobilisatie in 1939 duizenden mannen<br />

overleverde aan grote verveling. In<br />

het begin van de Duitse bezetting<br />

verdienden de distillateurs eerst veel<br />

geld, maar al spoedig kwamen de<br />

meeste distilleerderijen stil te liggen.<br />

De grondstoffen gingen op rantsoen en<br />

de aanwezige alcohol mocht alleen<br />

geleverd worden aa n ziekenhuizen en<br />

de Wehrmacht. Een fl es <strong>jenever</strong> bracht<br />

op de zwarte markt meer dan honderd<br />

gulden op. Daa rvoor kon een<br />

Schjedammer eten kopen. Geen<br />

wonder dat in de hongerwinter<br />

inbraken in de distilleerderijen schering<br />

IS<br />

53


In het laatste echte brandershuis van de<br />

voormalige Brandersbuurt zwaait Dick<br />

Jansen (in 2001 47 <strong>jaar</strong> en de zesde<br />

generatie in rechte lijn) de scepter over<br />

UTO: Uit Tegenweer Ontstaan. Een<br />

wonderlijke naam met een boeiende<br />

geschiedenis. Opa Herman Jansen<br />

vond in 1907 bij een factuur voor een<br />

partij glas, die hij voor zijn branderij<br />

gekocht had, een factuur die voor een<br />

collega-brander bestemd was. Die<br />

bleek minder voor zijn glas te betalen<br />

dan hij. Voor de boze brander-distillateur<br />

reden zelf een glasfabriek te stichten en<br />

die van een passende naam te voorzien.<br />

Die fabriek is in 1922 alweer gesloten,<br />

maar de naam bleef geregistreerd.<br />

Dick Jansen vertelt geestig en vooral<br />

betrokken over de geschiedenis van het<br />

bedrijf, zijn werk als branderdistillateur,<br />

en alle soorten gedistilleerd<br />

die al eeuwen in <strong>Schiedam</strong> gemaakt<br />

worden. Ver voor de Tweede<br />

Wereldoorlog introduceerde UTO het<br />

merk Kabouter. In 1943 vroeg vader<br />

Herman Jansen aan tekenaar en<br />

stripschrijver Maarten Toonder voor<br />

dat merk een nieuw rec1ameconcept te<br />

maken. Toonder ontwierp een vrolijke,<br />

eigentijdse versie van de kabouter die<br />

toen al enkele decennia op de etiketten<br />

van Jansen trots een fles omhoog hield.<br />

Hans G. Kresse en Maarten Toonder<br />

maakten in 1948 samen de promotiefilm<br />

'In Holland staat een huis'.<br />

Affiches en vrachtauto's met de slogan<br />

'drink louter kabouter' deden de rest.<br />

Kabouter was een begrip.<br />

In 1972 fuseerde Jansen met Vlek uit<br />

Delft. Er moest een nieuwe naam<br />

komen, en omdat dat geen Jansen of<br />

Vlek mocht worden, viel de keus op<br />

UTO. De fusie betekende ook dat<br />

Kabouter als hoofd merk werd<br />

vervangen door Vlek, en voortaan nog<br />

slechts door een select gezelschap<br />

IK HERINNER MIJ NOG ...<br />

Dick Jansen, branderdistillateur<br />

In 1770 kwam de 19-jarige Pieter Jansen uit Dovere bij Keulen naar <strong>Schiedam</strong>. Zeven <strong>jaar</strong><br />

later was hij <strong>deel</strong>genoot in een branderij aan de Kethelstraat. Vlak om de hoek, aan de<br />

Zijlstraat, is het familiebedrijf sinds ongeveer 1825 gevestigd.<br />

Nederlandse slijters verkocht werd. In<br />

de jaren tachtig maakte Herman Jansen<br />

met UTO een ommezwaai naar de<br />

ouderwetse <strong>Schiedam</strong>se moutwijn­<br />

<strong>jenever</strong>. In 1870 had een Jansen de<br />

methode van het Weense branden<br />

geü1troduceerd. Nu deze dreigde te<br />

verdwijnen, paste Herman Jansen haar<br />

aan en stichtte de moutwijnbranderij<br />

De Tweelingh. Hij heeft het eerste<br />

ruwnat van zijn nieuwe branderij nog<br />

geroken, maar overleed op de dag van<br />

het eerste enkelnat, 16 december 1986.<br />

Het merk Notaris moutwijn<strong>jenever</strong> was<br />

geboren.<br />

Dick Jansen is zich zeer bewust van de<br />

ruim tweehonderd <strong>jaar</strong> familiecultuur<br />

in het gedistilleerd. Als kind zwierf hij<br />

na de kerkgang door de lege fabriek,<br />

als nieuwsgierig zevenjarig knaapje<br />

ging hij al met de chauffeurs mee, die<br />

DRINK llllJII<br />

hem onderweg alles over het<br />

gedistilleerd vertelden en bedrijven<br />

lieten zien. Thuis gingen veel<br />

gesprekken over stoken, branden en<br />

distilleren. Omdat hij niet als 'zoontje<br />

van de baas' het bedrijf in wilde, heeft<br />

hij levensmiddelentechnologie<br />

gestudeerd. Hij heeft nooit een dag spijt<br />

gehad. Zijn bestaan is afwisselend. Hij<br />

leid t een schitterend bedrijf dat in het<br />

verre Oosten en in een aantal Oost­<br />

Europese landen voet aan de grond<br />

heeft gekregen door zijn producten aan<br />

te passen aan de plaatselijke smaak.<br />

UTO heeft het bottelen van zijn<br />

producten overgebracht naar<br />

Zoetermeer en beseft goed dat<br />

bedrijvigheid in het centrum aan hoge<br />

veiligheidseisen moet voldoen.<br />

Anderzijds hecht hij sterk aan de band<br />

tussen het gedistilleerd en <strong>Schiedam</strong>.<br />

Linksboven: Dick Jansen<br />

in zijn bedrijf op een foto<br />

van Ernst Posse. (GA<br />

<strong>Schiedam</strong>)<br />

Hierboven: Een<br />

reclamekreet die kort is,<br />

aansprekend en ook nog<br />

rijmt, kan een product<br />

grote landelijke bekend­<br />

heid geven. Dat geldt<br />

zeker voor Kabouter van<br />

Jansen die vast niet heeft<br />

bedoeld dat zijn slogan<br />

letterlijk werd opgevat.<br />

(GA <strong>Schiedam</strong>)<br />

55


De Brandersbuurt<br />

De 'Brandersbuurt' is geen officiële naam voor een ge<strong>deel</strong>te van de<br />

stad. Die naam is omstreeks 1965 gegeven aan het gebied tussen de<br />

Schie, de Noordvest en de Korte Haven, toen nagenoeg deze hele<br />

buurt werd gesloopt. Dat ontketende een stroom van (vergeefse)<br />

protesten.<br />

Daarna heeft de gedachte postgevat dat dit<br />

de woonbuurt van de brandersknechts<br />

was. Dat is onjuist. Het was juist het stads­<br />

<strong>deel</strong> waar zich meer bedrijven dan<br />

woningen bevonden. Hier stonden de<br />

distilleerderijen en branderijen, de molens<br />

en de mouterijen, de kuiperswerkplaatsen<br />

en de mandenvlechterijen, de kurken- en<br />

capsulefabrieken. Voor zover er plaats was,<br />

stonden aan het Groenweegje, <strong>Ach</strong>ter de<br />

Teerstoof, de Raam en de Verbrande Erven<br />

ook nog wat woonhuizen.<br />

De meeste brandersknechts woonden in de<br />

binnenstad, in de vele holjes achter de<br />

Lange <strong>Ach</strong>terweg, de Laan, de Raam en<br />

de Nieuwe buurt. Hier stonden de volkswoninkjes,<br />

die 'keukens' werden genoemd,<br />

Zuivere alcohol van 96% procent wordt<br />

in dit proces aa ngelengd met wa ter tot<br />

een sterkte va n 35% en verder met<br />

essences op smaak gebracht. Voor wie<br />

het alleen om de alcohol te doen was of<br />

wie gewend was <strong>jenever</strong> te mi xen met<br />

frisdranken, maa kte het weinig uit dat<br />

deze 'witte' <strong>jenever</strong> kwalitatief een stuk<br />

minder was dan de traditionele<br />

dranken. Het effect was alleen dat het<br />

publiek <strong>jenever</strong> ging beschouwen als<br />

een inferieure drank en dat de<br />

traditionele distillateurs (Visser,<br />

Vrijmoed, Hulstkamp, Blankenheym &<br />

Nolet, Hoppe en Bootz) het loodje<br />

legden. Gezien vanuit het oogpunt van<br />

de volksgezondheid was op de witte<br />

<strong>jenever</strong> niets aan te merken. Nieuw was<br />

dat de distill ateurs zeli slijterij ketens<br />

stichtten en met veel kabaal een<br />

prijzenoorlog begonnen tegen de<br />

gevestigde merken. Daarnaast daalde<br />

de omzet van de 'oude' <strong>jenever</strong> al jaren<br />

door de opkomst van buitenlands<br />

gedistilleerd, speciale bieren, en wijn.<br />

De distillateurs verloren de strijd om<br />

het marktaan<strong>deel</strong>. Fusies en overnames<br />

va n merken waren aa n de orde van de<br />

dag en wie zich vervoegde bij één van<br />

de grotere distilleerderijen zag aan de<br />

merkenverzameling bij de deur al<br />

56<br />

waarvan de meeste niet méér hadden dan<br />

een enkele kamer, een benauwde zolder<br />

en soms een uitbouwtje waarin later een<br />

keukenlje en toilet werden ondergebracht.<br />

Als men tenminste het geluk had daarvoor<br />

in zijn huisje ruimte te hebben. Op het eind<br />

van de jaren tachtig van de 20ste eeuw<br />

verdween achter de Hoofdstraat het laatste<br />

holje dat voor een achttal huisjes nog een<br />

gemeenschappelijk toilet had, midden op<br />

het perk waarin men vroeger de was<br />

bleekte en wat bloemen en boonljes teelde.<br />

De huisbaas - allang geen brander meer,<br />

maar een ijscoman - had er wel electrisch<br />

licht in geïnstalleerd onder het motto dat<br />

ook het holje met zijn tijd mee moest gaan.<br />

welke bedrijven vo<strong>org</strong>oed verleden tijd<br />

waren, en welke alleen nog voortleefden<br />

als etiket. Modernisering mocht<br />

niet meer baten. Distilleerderij De<br />

Graauwe Hengst van Daniël Visser &<br />

Zonen schafte in 1962 nog een etiketteermachine<br />

aan en installeerde nieuwe<br />

- zij het handmatige - afvuJapparaten<br />

om 5.000 flessen per dag te kunnen<br />

bottelen. In 1965 verving De Graauwe<br />

Hengst, in navolging van de 'witte'<br />

distillateurs, het bewerkelijke en dus<br />

dure statiegeld systeem door een<br />

goedkoper eenmalig-glassysteem. Het<br />

was all emaal te laat. In 1968 viel het<br />

doek. Onder toezicht van de douane<br />

werden de ontmantelde distilleerketels<br />

onbruikbaar gemaakt en de peilstokken<br />

vernietigd. Boekhouder M.A. van<br />

Alphen, die in 1933 als jongste<br />

bediende bij De Graauwe Hengst was<br />

komen werken, stond er triest bij. Na<br />

twee eeuwen productie van een bekend<br />

merk was dit het roemloze einde.<br />

Familiebedrijven<br />

In 2001 telt <strong>Schiedam</strong> nog vier<br />

distilleerderijen, alle met de naamgever<br />

nog aan het hoofd: Di rkzwager, De<br />

Kuyper, olet en UTO waarin sinds<br />

1972 Herman Jansen en Vlek verenigd<br />

zij n. Dit aantal lijkt niet veel voor wie<br />

kijkt naar de aantallen branderijen en<br />

distilleerderijen van 1890. De<br />

productiecijfers en de omvang van<br />

deze bedrijven maken echter duidelijk<br />

d at er getalsmatig niet eens zo heel veel<br />

is veranderd. De gedistilleerdindustrie<br />

gebruikt nog altijd een flinke lap<br />

grond, en het aantal in <strong>Schiedam</strong><br />

geproduceerde liters gedistilleerd is<br />

nog steeds het grootste van all e<br />

Nederlandse steden. Er branden geen<br />

vuren meer achter de gevels aan de<br />

Lange Haven, maar met tientallen<br />

miljoenen liters drank per jaal' is<br />

<strong>Schiedam</strong> nog steeds een echte<br />

gedistill eerdstad. Alleen vindt de<br />

producti e nu plaats in bedrijven die in<br />

weinig verschillen va n andere omvangrijke<br />

ondernemingen in de voeding- en<br />

genotmiddelenindustrie.<br />

Betekenis van de gebruikte afkortingen:<br />

GA : Gemeentearchief<br />

NGM: Nationaal Gedistilleerd Museum De Gekroonde<br />

Brandersketel<br />

SMS : Stedelijk Museum <strong>Schiedam</strong><br />

© 2001 Uitgeverij b.v., Zwolle<br />

Druk: Waanders Drukkers, Zwolle<br />

www.waanders .nl<br />

Boven: In 1975 herdacht<br />

<strong>Schiedam</strong> het 700-jarig<br />

bestaan. In het Passage­<br />

theater werd de revue<br />

'Krijg de Claere' opge­<br />

voerd. Ook werd het<br />

Proosje van <strong>Schiedam</strong><br />

geboren, een kabouter­<br />

mannetje met een<br />

parmantig neusje en een<br />

grote hoed, naar ontwerp<br />

van de <strong>Schiedam</strong>se<br />

kunstenaar Harr Wiegman.<br />

De firma Nolet noemde<br />

één van haar kruiden­<br />

bitters Proosje van<br />

<strong>Schiedam</strong> en had daar­<br />

mee enige jaren<br />

commercieel succes.<br />

(GA <strong>Schiedam</strong>)<br />

Rechts: Een medewerker<br />

van Hollandia 11, moutwijn-,<br />

gist- en spiritusfabriek,<br />

meet de temperatuur van<br />

het beslag in de<br />

beslagbak. (GA <strong>Schiedam</strong>)<br />

Op de omslag: Het<br />

Nationaal Gedistilleerd<br />

Museum De Gekroonde<br />

Brandersketel bezit een<br />

grote collectie miniatuur­<br />

flesjes met sterke drank<br />

van over de gehele<br />

wereld. (NGM)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!